Het maken van huiswerk en uw rol daarbij
Studiegewoonten en studievaardigheden
De studiegewoonten
Bij het maken van huiswerk spelen een heleboel dingen een rol. Vrijwel al deze zaken verdelen we grofweg in twee categorieën: de studiegewoonten en de studievaardigheden. Onder studiegewoonten verstaan we de studiehouding die voorwaarden schept om de studievaardigheden goed te kunnen gebruiken (zowel thuis als op school). Het omvat vragen als: • Wanneer maak ik mijn huiswerk? • Waar maak ik het? Op welke plek? • Kan ik me concentreren op die plek? • Hoeveel tijd besteed ik aan mijn huiswerk? • Hoe pak ik mijn tas in?
Wat doen wij op school?
Studievaardigheden zijn de werkwijzen die leerlingen kunnen gebruiken om efficiënt te studeren: • Hoe leer je woordjes of jaartallen? • Hoe kun je een tekst indelen of schema's maken? • Wat doe je om jezelf te overhoren?
Begeleidingslessen in de onderbouw Onze school heeft gekozen voor Zakboek Vaardigheden. De methode wordt zowel in klas 1,2 en 3 gebruikt. In klas 1 starten we met kennismakingsactiviteiten. Sociaal emotionele vaardigheden spelen hierbij een grote rol. Vervolgens komt het eerste deel van Zakboek Vaardigheden aan de beurt.
In de eerste lesblokken wordt hier tijdens de reguliere lessen regelmatig aandacht aan geschonken. Daarnaast wordt er door de mentor in de eerste mentorlessen specifiek aandacht besteed aan studiegewoonten. Op de volgende pagina's vindt u meer informatie over allerlei zaken die met deze studiegewoonten en studievaardigheden te maken hebben. Eerst vertellen wij u hoe wij op school met het aanbrengen van studiegewoonten en studievaardigheden omgaan. Daarna vindt u tips over de aanpak van deze onderwerpen thuis. Hierbij moet u het onderstaande niet uit het oog verliezen.
Waar kunt u thuis mee helpen?
Het kind is verantwoordelijk Huiswerk maken behoort tot de wereld van het kind. Zoals kinderen allerlei problemen en opgaven in het leven zullen moeten leren oplossen, zo zullen ze ook moeten leren om zelfstandig met huiswerk om te gaan. Ieder kind moet leren welke manier van werken het beste bij hem of haar past. Het moet de eigen sterke en zwakke punten kennen en weten hoe je daarmee om kunt gaan. En dat is waarmee u uw kind kunt helpen. Helpen met huiswerk betekent niet dat u het huiswerk maakt. Helpen met huiswerk is een tijdelijke samenwerking tussen ouders en kind. Daarna moet uw zoon of dochter het alleen kunnen.
Twee mentorlessen per week Gedurende het hele jaar hebben de leerlingen klassikaal één lesuur per week huiswerkbegeleiding, het zgn. B-blok. Tijdens deze les geven we huiswerkhulp en leren de leerlingen diverse studie en sociale vaardigheden. Daarnaast is er nog een extra mentorles. Daarin zijn er individuele gesprekken met leerlingen. Er is onder andere aandacht voor specifieke huiswerkproblemen. De kinderen leren, ook door er met andere kinderen over te praten, hoe ze met hun huiswerk om kunnen gaan.
Zorgen voor regelmaat en tijdsindeling Het is verstandig als kinderen dagelijks ongeveer op hetzelfde tijdstip met hun huiswerk beginnen en evenveel tijd aan hun huiswerk besteden. Als ze een keer wat minder te doen hebben kunnen ze vast vooruit werken voor een drukke dag (als ze bijvoorbeeld minder tijd hebben omdat ze moeten sporten). Bij thuiskomst is een half uurtje ontspanning voldoende. Wie het maken van het huiswerk langer uitstelt of pas ‘s avonds begint, komt vaak in tijdnood of krijgt problemen met de tv (een vaak onoverkomelijke verleiding als de rest van het gezin zit te kijken). De andere gezinsleden zullen ook aan deze tijdsindeling moeten wennen en er rekening mee moeten houden. Wanneer de regelmaat doorbroken wordt, is het goed dit met uw kind te bespreken zodat het er rekening mee kan houden in zijn planning. (Bijvoorbeeld het tijdstip waarop gegeten wordt.) Zorgen voor een goede werkplek Het is belangrijk dat uw kind een eigen vaste werkplek heeft. Een plek waar het rustig kan werken zonder voortdurend gestoord te worden door bijvoorbeeld gezinsleden die door de ruimte lopen, huisdieren of een drukke straat. Ook hobby- en sportspullen die binnen handbereik liggen kunnen een kind sterk afleiden. Toch is het ook weer niet goed om alles wat af zou kunnen leiden weg te halen want de werkplek dient uw kind een gevoel van vertrouwdheid en
veiligheid te geven. Het kind moet zich er lekker voelen. U kunt samen met uw kind eens kritisch naar de werkplek kijken. Ligt alles bij de hand? Moet er niet teveel rommel worden opgeruimd? Tenslotte: Er is veel energie nodig om geconcentreerd aan het werk te blijven. Zitten aan een tafel of bureau bevordert een actieve werkhouding (wat liggend op bed of hangend in een luie stoel niet zal lukken). Gezondheid en beweging De mens is er niet op gemaakt zijn leven louter zittend door te brengen. Spieren die onvoldoende gebruikt worden verslappen en ontwikkelen zich niet verder. Vooral voor kinderen is beweging dus onontbeerlijk. Tijdens het maken van het huiswerk zal uw kind regelmatig even moeten pauzeren. Het is beter om dan even te bewegen (balletje trappen, blokje om, even swingen) dan neer te ploffen bij de televisie. Activiteit verhoogt de concentratie. De televisie werkt juist averechts. Consequent zijn Als u, als ouder, niet consequent bent in uw opmerkingen en regels is de kans groot dat deze opmerkingen leiden tot ruzie en wrevel. Als uw zoon of dochter gisteren eerst mocht gaan voetballen en vandaag niet zal hij/zij vrijwel zeker reageren met de opmerking: “Maar gisteren mocht dat wel! Ik ga nu echt niet aan mijn huiswerk beginnen.”
Werkverdeling en huiswerkschema Kinderen die moeite hebben met het plannen van huiswerk (vaak in tijdnood komen, niet weten waarmee ze moeten beginnen) kunt u helpen door samen een schema te maken. In dit schema vult uw kind niet alleen zijn huiswerk in maar ook andere verplichtingen zoals pianoles of sporttraining. Ook pauzes krijgen in dit schema een plaats. Het is goed als uw kind in het schema vooraf de tijd aangeeft die het nodig denkt te hebben en daarna de tijd die er werkelijk aan besteed is. Zo leert het steeds beter zijn eigen tempo kennen en het huiswerk beter te plannen. In het begin kunt u het schema dagelijks samen maken. Na verloop van tijd zal uw kind het zelf kunnen. Het is wel verstandig dan nog regelmatig te informeren hoe het met het plannen gaat. Zo weet uw kind dat het altijd weer op u terug kan vallen als het eens alleen niet lukt. Bij het maken van een schema is het belangrijk te letten op de volgende punten: • na tenminste een half uur (en ten hoogste een uur) minimaal 10 minuten pauzeren; • niet beginnen met het gemakkelijkste vak; • niet eindigen met het moeilijkste vak; • geen gelijksoortige vakken na elkaar maken of leren; • het maak- en leerwerk afwisselen. Nauwkeurigheid Door nauwkeurig en netjes te werken kan uw kind vaak tijd besparen en daardoor de resultaten verbeteren. Veel fouten bij het maken van huiswerk (en op school tijdens een proefwerk) kunnen het gevolg van slecht en onnauwkeurig lezen. Wie een opgave nauwkeurig leest en goed nagaat wat er precies gedaan moet worden, begint meteen op de juiste manier en verliest geen tijd. Door netjes te werken maak je de bladzijden overzichtelijker waardoor de oefeningen/aantekeningen gemakkelijker te onthouden zijn.
Zelfcontrole Hoe rustig de werkplek ook is, hoe goed de tijdsindeling en de nauwkeurigheid, een foutje sluipt er zo in. Daarom moet zelfcontrole een gewoonte worden voor het kind. Hierdoor leert het van zijn eigen fouten (en gebruik te maken van zijn sterke kanten). Enkele voorbeelden van zelfcontrole zijn: • een schriftelijk werkje na het maken nog eens helemaal overlezen; • bij twijfel over een antwoord het leerboek er bij pakken en het nog eens opzoeken; • overhoringen en proefwerken die je terug krijgt niet weggooien maar fouten die er in zaten verbeteren en de proefwerken bewaren om ze voor een volgend proefwerk nog eens te bekijken; • lessen (woordjes) die een tijd eerder geleerd zijn nog eens herhalen om te zien of je ze nog weet.
De studievaardigheden Wat doen wij op school? Door stukjes tekst te lezen, vragen te beantwoorden, oefeningen te maken en er met z’n allen over te praten (ervaringen uitwisselen) leren de kinderen gebruik te maken van verschillende studievaardigheden. Kinderen zijn snel geneigd te denken dat de manier waarop zij zelf het huiswerk maken de beste is. Vooral als ze daarmee goede cijfers halen. Ook omdat zij zichzelf vaak geen andere manier van huiswerk leren en maken kunnen voorstellen. Toch kan het zeer zinvol zijn eens een keer op een andere manier te werk te gaan. Sommige methoden die de kinderen gebruiken werken wel op korte termijn (een klein stukje stof leren voor een overhoring) maar leveren geen resultaten op lange termijn (een grote hoeveelheid stof bij een Eindtoets). In het eerste blok zal er tijdens de vaklessen regelmatig aandacht besteed worden aan specifieke studievaardigheden voor de verschillende vakken. Bovendien komen de docenten er in de loop van het jaar regelmatig op terug tijdens hun vaklessen. Maar ...elk kind is anders en elk kind werkt op zijn eigen manier. De een zal het bijvoorbeeld prettiger vinden om zichzelf te overhoren door de tekst hardop na te vertellen, terwijl de ander liever vragen beantwoordt.
Waar kunt u thuis mee helpen? Vooraf Bekijk samen wat het huiswerk is. Wat moet er geleerd worden? Ga dan samen na welke van de volgende stappen uw kind kan gebruiken. 1. lees alles 2. zoek kernpunten a. maak samenvatting b. maak schema 3. leer a. maak opgaven b. vertel voor jezelf na c. leer uit je hoofd 4. bedenk overhoorvragen a. kennisvragen b. inzichtvragen 5. herhaal Is het verstandig een samenvatting te maken of zou een schema handiger zijn?
Moeten er opgaven gemaakt worden of is het handiger om de stof voor jezelf na te vertellen? Bedenkt uw kind na afloop zelf overhoorvragen of overhoort u uw kind? Wanneer u samen een stappenplan hebt gemaakt, moet uw zoon of dochter natuurlijk alleen aan de slag. Na afloop Vraag uw kind hoe het werk is gegaan. Bespreek samen of dit een prettige manier was of dat het de volgende keer op een andere manier beter kan. Overhoren Het onderdeel bij uitstek waarmee ouders kunnen helpen is het overhoren. Er zijn verschillende manieren van overhoren mogelijk (zonder dat u zichzelf in de lesstof hoeft te verdiepen). 1. De gemakkelijkste is als er in het leerboek al vragen geformuleerd zijn die u gewoon kunt stellen. 2. Uw kind zegt welke vragen u zelf met het leerboek op schoot kunt bedenken. Beperk u dan niet louter tot de feitelijke vragen (Wat is...? Wanneer...?) maar stel ook vragen naar hoofdzaak (bijvoorbeeld Waarom..?. Dit is tamelijk moeilijk voor iemand die niet in de leerstof thuis is. 3. U vraagt uw kind om zelf vragen te bedenken. Daarbij houdt u in de gaten dat het niet alleen vragen naar feiten en ja- en nee-vragen stelt maar ook vragen naar de hoofdzaak die met eigen woorden beantwoord moeten worden. 4. Als uw kind zich er niet tegen verzet (want nu moet hij/zij het werk doen) is de meest effectieve manier als u vraagt of uw kind de stof uitlegt. U doet net of u er niets van weet. Als u iets niet helemaal duidelijk vindt, vraagt u om nadere uitleg. Deze manier is leuk voor uzelf (“zo leert u nog eens wat”) maar ook de beste test voor het kind of hij/zij de stof echt begrepen heeft, omdat de les met eigen woorden wordt samengevat. 5. Bij het overhoren van woordjes is het raadzaam de woordjes in willekeurige volgorde op te noemen en uw kind de vertaling op te laten schrijven. Zo kunt u meteen controleren op schrijffouten.
Huiswerk in het algemeen Radio, televisie en internet Er zijn heel wat kinderen die leren met muziek aan. Sommigen zeggen daardoor gemakkelijker te leren, anderen vinden het gewoon gezellig. Zolang de muziek als achtergrond dient, stoort het nauwelijks. In tegenstelling tot moderne muziek waar steeds iemand doorheen praat. Met achtergrondmuziek kan het maken van huiswerk prettiger worden. Ook kan de muziek soms voorkomen dat uw kind door andere geluiden wordt afgeleid (zoals bijvoorbeeld spelende kinderen op straat). De televisie is echter een ander verhaal. Het is onmogelijk je te concentreren op je huiswerk in een ruimte waar een televisie aanstaat omdat niet alleen geluiden maar ook beelden de aandacht afleiden. Omdat de televisie niet meer weg te denken is uit ons dagelijks leven is het verstandig er gewoon rekening mee te houden. De favoriete programma’s kunnen een plaats krijgen in het huiswerkschema. Lastiger is het om regels te bedenken m.b.t. het gebruik van internet. Veel opdrachten moeten gemaakt worden met behulp van dit medium. Het gemakkelijkst is het om hier van tevoren al afspraken over te maken. Dat is voor het kind duidelijk. Bespreek in een open sfeer de mogelijkheden en gevaren van het gebruik en misbruik van internet. Dring geen hulp op U heeft het al eerder gelezen: huiswerk maken is de verantwoordelijkheid van uw kind. Niet alle kinderen nemen deze verantwoordelijkheid. Soms is een kind niet aan het huiswerk te krijgen, haalt het slechte cijfers en wijst het hulp af. Er kan meteen ruzie ontstaan als u zich er toch mee bemoeit. Wat dan? Het belangrijkste is de sfeer in huis. Die moet open en veilig blijven. Dring uw hulp niet op maar wacht op een geschikt moment om met uw kind te praten over de prestaties. Zulke momenten zijn bijvoorbeeld een slecht gemaakt proefwerk of zwakke cijfers op het rapport. Stel u bij dit gesprek positief op. U kunt een gesprek beginnen over de oorzaken van de resultaten. Was de stof erg moeilijk? Hoe had je je voorbereid? Hoe had je geleerd? U kunt dan toch eens proberen afspraken te maken met uw kind, bijvoorbeeld over een tijdschema of overhoren, meer uittreksels maken, vooruit werken en herhalen. Lukt het niet om een geschikt moment te vinden voor een dergelijk gesprek, wacht dan niet te lang maar neem contact op met de mentor van uw kind zodat die kan kijken of wij er op school iets aan kunnen doen.
Belangstelling voor uw kind op school Als laatste het misschien wel belangrijkste punt: interesse van u in het wel en wee van uw kind op school. Samen blij zijn als er een goed cijfer is gehaald en samen een tegenvaller verwerken. Niet alleen vragen naar resultaten maar ook belangstelling hebben voor alles wat er op school gebeurt.
Het gaat niet om controleren maar om goed kijken naar wat er aan de hand is.
Greijdanus Campus 5 8017 CB Zwolle 038 - 4 698 698
www.greijdanus.nl