25
slim rk e w s hui n e k a m
tips om huiswerk maken te begeleiden
Een verzameling tips voor ouders om hun kinderen te begeleiden bij het maken van huiswerk.
Uw educatieve partner
HCO Postadres: Postbus 53509, 2505 AM Den Haag Bezoekadres: Zandvoortselaan 146 Telefoon: 070 448 28 28 E-mail:
[email protected] Website: www.hco.nl Bewerking: Fleur van Arkel, Elke van Beek, Joyce ten Doeschatte, Janneke de Groot & Hanan Sarrokh Redactie: Marijke Koopman & Diane van Steekelenburg Vormgeving: Vanderburgvanderzijden Visuele Communicatie, Delft Eerste druk: november 2005 ISBN: 90-73102-73-1 Dit boekje is oorspronkelijk in het Engels verschenen onder de titel '25 Top Tips for Handling Homework'. De Engelse tekst is te vinden op www.schwablearning.org. Het HCO draagt de verantwoordelijkheid voor de vertaling en bewerking.
© 2005 HCO © 2004 Schwablearning.org
Slim huiswerk maken U doet uw best om uw kind zo goed mogelijk te
HCO, uw educatieve partner
helpen bij het maken van zijn huiswerk. Niet altijd
Het HCO is de educatieve partner voor de gemeente
gaat dat even soepel als u zou willen. Voor u ligt
Den Haag. Het HCO draagt op betrokken en
daarom een boekje met 25 tips om uw kind bij het
effectieve wijze bij aan de leerprocessen van
huiswerk maken te helpen.
kinderen en allen die werkzaam zijn in en om het
U kunt zelf bekijken welke tips het beste aansluiten
onderwijs. Hierbij is het uitgangspunt dat alle
bij uw situatie en dus voor u het meest bruikbaar
kinderen de gelegenheid moeten krijgen om zich
zijn. De meeste tips zijn zowel geschikt voor
optimaal te ontwikkelen. De onderwijsadviseurs
kinderen in de bovenbouw van het basisonderwijs
van het HCO begeleiden leerkrachten, directies en
als voor kinderen in het voortgezet onderwijs.
schoolbesturen.
Bij het noemen van personen in het boekje wordt
Meer informatie over het HCO is te vinden op
consequent gebruik gemaakt van het woord 'hij'.
www.hco.nl.
Dit staat vanzelfsprekend voor jongens én meisjes.
Inhoudsopgave pag. Werkplek
pag. 14 Houd het interessant
19
1
De spullen binnen handbereik
5
15 Doe het ook digitaal
20
2
Een goede huiswerkplek
6
16 Sites toevoegen aan favorieten
21
3
Afleiding in de omgeving
7
Structuur en planning 4
Schrijf het huiswerk op
Uw rol als ouder 17
Wie maakt er hier het huiswerk?
22
8
18 Geef het goede voorbeeld
23
5a Maak een planning
9
19 Ouder/adviseur
24
5b Voorbeeldplanning
10
20 Blijf positief
25
6
11
21 Draai de rollen eens om
26
De overgang naar het huiswerk
7
Een vast tijdschema
12
22 Time-out
27
8
De volgorde van huiswerkopdrachten
13
23 Bekijk het nagekeken huiswerk zo nu en dan
28
Huiswerk maken 9
Een goed begin is het halve werk
14
10 Even ontspannen
15
11
16
Hoe moet je leren?
12 Woordjes leren
17
13 Niet voorzeggen
18
24 Beloon vooruitgang
29
25 U hoeft het niet allemaal zelf te doen
30
Boekentips
31
Eerder verschenen in de '25 tips' serie
32
WERKPLEK
De spullen binnen handbereik Houd spullen die nuttig zijn bij het maken van huiswerk dicht bij de hand.
“Mam! Waar is de nietmachine?” Altijd op zoek zijn naar spullen kost veel tijd. Om tijd te winnen, kunt u een speciale opbergplaats aanwijzen waar alles wat te maken heeft met huiswerk bewaard wordt. Zorg ervoor dat deze plaats dicht bij de werkplaats van uw kind is. Handige opbergplaatsen zijn bijvoorbeeld bureaulades of speciale opbergdozen. Schrijf bij een opbergdoos ook op wat er in zit. Welke spullen berg je op? Kijk hiervoor op een lijst die door de school is aangeleverd of gebruik de lijst hieronder. Handige spullen bij het maken van huiswerk: pennen, potloden, gum, puntenslijper, papier (gelinieerd en blanco), lijm, markeerstiften, nietmachine, schaar, perforator, paperclips, plakband, memoblok, woordenboek en synoniemenwoordenboek, rekenmachine. –5–
1
WERKPLEK
Een goede huiswerkplek Bekijk samen met uw kind wat de meest geschikte werkplek is.
Niet elk kind werkt het beste zittend achter een bureau in een stille ruimte. Vraag uw kind eens hoe hij het liefst studeert. Dit kan zelfs liggend op de vloer zijn of zittend op zijn bed. Maar hij kan het ook prettig vinden om te werken aan de keukentafel. Sommige kinderen houden van achtergrondgeluid. Anderen geven de voorkeur aan stilte. Terwijl televisie bijna altijd een afleiding is, is muziek een prettig geluid voor veel kinderen. De favoriete studeeromgeving van uw kind kan veranderen als hij opgroeit en kan variëren afhankelijk van het type huiswerk.
2 –6–
WERKPLEK
Afleiding in de omgeving Zorg ervoor dat uw kind niet wordt afgeleid door tv, MSN of gsm.
Tijdens het maken van huiswerk is het belangrijk dat uw kind zo min mogelijk wordt afgeleid. Voer daarom een paar regels in die gelden tijdens het maken van huiswerk. Het is bijvoorbeeld aan te raden dat uw kind MSN niet open heeft staan tijdens het huiswerk maken. De verleiding is namelijk groot om te reageren op een bericht. Ook gaat het huiswerk maken makkelijker als de tv niet aan staat. Vergeet daarnaast de mobiele telefoon niet. Deze moet uitstaan of in een andere ruimte liggen tijdens het huiswerk maken. Maar: MSN kan soms ook nuttig zijn bij het huiswerk maken. Het is via MSN bijvoorbeeld makkelijk om met klasgenootjes te overleggen of vragen aan elkaar te stellen.
–7–
3
STRUCTUUR EN PLANNING
Schrijf het huiswerk op Zet het huiswerk meteen in een agenda.
Attendeer uw kind erop dat het belangrijk is het huiswerk meteen goed te noteren in zijn agenda zodra het op school opgegeven wordt. Laat hem exact noteren wat hij moet doen en wanneer het klaar moet zijn. Uw kind kan aan het einde van elke schooldag in zijn agenda kijken om te controleren of hij alle benodigde materialen in zijn boekenof rugtas heeft. Het zou jammer zijn als hij net dat ene boek vergeten is, en zo dus zijn huiswerk niet kan maken.
4 –8–
STRUCTUUR EN PLANNING
Maak een planning Maak tussendoelen bij grote opdrachten.
Probeer een grote opdracht (presentatie, werkstuk, enz.) samen met uw kind in kleinere stukken op te delen. Dit geldt ook voor het leren van een proefwerk. Maak tussendoelen, zodat de totale omvang niet te groot is. Spreek eventueel een beloning af voor het halen van elk tussendoel. Op deze manier richt uw kind zich op een kleiner deel van de opdracht en blijft hij gemotiveerd. Daarnaast leert hij zo goed te plannen. Help uw kind bij het leren plannen. Laat hem bijvoorbeeld eerst zelf een planning maken en ga daarna samen kijken of de planning nog verbeterd kan worden.
–9–
5a
STRUCTUUR EN PLANNING
Voorbeeldplanning Verdeel het werk.
Voorbeeld van een planning voor een werkstuk dat binnen vijf weken af moet zijn:
Week 1: Zoeken van informatie in bibliotheek en op internet
Week 2: Inhoudsopgave maken
Week 3: Eerste versie maken
Week 4: Eerste versie verbeteren en vormgeven
Week 5: Werkstuk doorlezen en afwerken
5b – 10 –
STRUCTUUR EN PLANNING
De overgang naar het huiswerk Zorg voor een geleidelijke overgang van speeltijd/relaxtijd naar huiswerk.
Het kan moeilijk zijn voor kinderen om over te schakelen van spelen, televisiekijken, MSN- en of andere leuke dingen naar het maken van huiswerk. Maak de overgang gemakkelijker door uw kind een kleine taak te geven voor hij aan het echte werk begint. Dit zorgt voor een prettige werksfeer. Mogelijke overgangstaken:
opruimen van de tafel waaraan hij gaat werken
klaarleggen huiswerkspullen
opruimen speelspullen
6 – 11 –
STRUCTUUR EN PLANNING
Een vast tijdschema Rooster elke dag tijd in voor huiswerk en houd hieraan vast.
Overleg met uw kind over een vaste tijd om huiswerk te maken. Dat geldt ook voor het weekend. Zelfs wanneer er geen huiswerk is, kunt u vasthouden aan het schema door een deel van die tijd te gebruiken voor herhalen of lezen. Houd bij het opstellen van het schema rekening met het volgende:
De leeftijd van uw kind
De hoeveelheid huiswerk
De buitenschoolse activiteiten van uw kind (sport, muzieklessen, enz.)
Het tijdstip waarop uw kind het beste werkt: Meteen na school? Na wat speeltijd? Na het avondeten? – 12 –
7
STRUCTUUR EN PLANNING
De volgorde van huiswerkopdrachten Wissel verschillende soorten huiswerk af.
Er zijn diverse soorten huiswerk. Sommige opdrachten zijn gemakkelijk, sommige zijn moeilijk. Je hebt leerwerk en maakwerk. Het is goed om uw kind (zo nodig) te helpen bij het focussen op één ding tegelijk wanneer hij veel huiswerk heeft. Wat zou hij eerst moeten doen? Door te beginnen met makkelijk werk en dan toe te werken naar meer uitdagende opdrachten, bouwt u het zelfvertrouwen van uw kind op. Aan de andere kant kan het ook fijn zijn om eerst het moeilijke werk te doen. Probeer beide aanpakken uit en kijk wat het beste werkt. Ook is het goed om leer- en maakwerk af te wisselen. Uw kind kan zelf controleren of hij na een tijdje het geleerde nog weet. Bovendien is het aan te raden niet meerdere talen achter elkaar te leren.
– 13 –
8
HUISWERK MAKEN
Een goed begin is het halve werk Help uw kind met het maken van een goede start en ga dan weg.
Als uw kind onzeker is over een opdracht, help hem dan op het juiste spoor door er samen voor te gaan zitten en de instructies te lezen. Als uw kind de opdracht niet begrijpt, kunt u hem deze uitleggen. Blijf daarna nog even in de buurt als hij met de opdracht begint. Als hij goed aan het werk is, kunt u weggaan en hem de rest van de opdracht zelf laten afmaken. Zo nodig kunt u in de buurt blijven en uw ‘eigen huiswerk’ maken (zie tip 18).
9 – 14 –
HUISWERK MAKEN
Even ontspannen Bepaal samen met uw kind hoe laat er een pauze genomen wordt.
Als uw kind problemen heeft om zich lang op het huiswerk te concentreren, las dan een pauze in. Samen met uw kind kunt u de tijd schatten die nodig is voor het huiswerk. Splits deze tijd dan op, zodat er tussendoor één of meerdere pauzes kunnen worden ingelast. 30 minuten rekenhuiswerk kan dan bijvoorbeeld worden opgesplitst in twee keer een kwartier en een pauze van vijf minuten om iets te eten of om even te bewegen. Het huiswerk en de pauzes zijn afhankelijk van de leeftijd en het temperament van het kind en van het type huiswerk. Naarmate uw kind ouder wordt, wordt het steeds belangrijker dat hij zich langer kan concentreren.
– 15 –
10
HUISWERK MAKEN
Hoe moet je leren? Tips om het leren voor een proefwerk makkelijker te maken.
Zorg ervoor dat uw kind op tijd begint met leren.
Overhoor uw kind als hij iets moet leren.
Laat uw kind belangrijke dingen die hij tegenkomt tijdens het leren, aanstrepen.
Laat uw kind een korte samenvatting maken van een tekst die hij moet leren.
Laat uw kind het leren van proefwerken spreiden over meerdere dagen. Hoe meer herhaling, hoe beter.
Iets wat uw kind uit het hoofd moet leren, kan hij het beste een paar keer herhalen. Zo onthoudt hij het beter.
Motiveer uw kind zelf vragen op te stellen over een leerles. Dan kan hij zelf nagaan
Vraag uw kind wat hij geleerd heeft en praat hier samen over.
wat de leerkracht zou kunnen vragen.
– 16 –
11
HUISWERK MAKEN
Woordjes leren Tips om woordjes leren makkelijker te maken.
Laat uw kind woordjes die hij uit zijn hoofd moet leren op een blaadje schrijven. Het is handig om een vel papier in de lengte te vouwen en op de ene zijde het Nederlandse woord en op de andere zijde de vertaling te schrijven. Ook kunt u uw kind op de computer de woorden laten intikken.
Neem de woordjes die geleerd moeten worden op, bijvoorbeeld op de computer, mp3 speler of mobiele telefoon. Eerst het Nederlandse woord en na een korte pauze de vertaling. Dit kan ook andersom, afhankelijk van hoe de woordjes gekend moeten worden. Hierdoor is uw kind tijdens het inspreken al met de woordjes bezig, en kan hij zichzelf makkelijk overhoren door de opname af te spelen.
Woordjes leren gaat beter als uw kind vijf keer 10 minuten leert dan wanneer hij één keer 1 uur leert. – 17 –
12
HUISWERK MAKEN
Niet voorzeggen Wanneer uw kind even vastloopt, stel dan vragen die hem naar het antwoord leiden. In plaats van uw kind meteen het antwoord te geven wanneer hij vastloopt, kunt u beter vragen stellen. Deze vragen kunnen hem aan het denken zetten over hoe hij zelf het probleem zou kunnen oplossen. Door uw vragen zal uw kind stapje voor stapje het probleem oplossen en vertrouwen krijgen in zijn eigen kunnen. Laat uw kind de opdracht en het probleem eerst zelf verwoorden. Daarna kunt u overleggen hoe en waar hij het antwoord zou kunnen vinden. Als uw kind vastloopt bij een rekensom, kijk dan naar de laatste som die hij wel oploste. Bepaal na afloop samen of het antwoord dat hij gevonden heeft ook aan de eisen van de opdracht voldoet.
– 18 –
13
HUISWERK MAKEN
Houd het interessant Probeer huiswerk te koppelen aan de interesses van uw kind.
Kinderen mogen soms een onderwerp kiezen voor een werkstuk, een opstel of een spreekbeurt. Help hem dan een onderwerp te kiezen waarin hij ook echt geïnteresseerd is. Denk bijvoorbeeld aan een favoriete hobby, een recent familie-uitje of een huisdier. Ook is het mogelijk de interesse van uw kind op te wekken door bijvoorbeeld een bezoek te brengen aan een museum dat aansluit bij de leerstof op school. Het werk gaat sneller en is leuker als iets interessant is.
14 – 19 –
HUISWERK MAKEN
Doe het ook digitaal Een leuke en leerzame manier om te leren.
Computerprogramma's helpen bij het oefenen en overhoren. Ook op school worden dit soort programma's vaak gebruikt. Regelmatig zijn ze een onderdeel van een methode. Sommige methodes hebben ook een website op internet, een zogenaamde methodesite. Vraag de leerkracht/docent van uw kind met welke programma's of websites er gewerkt wordt. Werken met de computer is effectief, leerzaam en stimuleert de zelfstandigheid van uw kind. Bovendien maakt de computer huiswerk maken leuker.
15 – 20 –
HUISWERK MAKEN
Sites toevoegen aan favorieten Maak links naar internetpagina's met nuttige informatie.
Het internet staat vol met zinvolle 'huiswerkhulp' pagina's. Deze pagina's, gesorteerd naar onderwerp, kunnen uw kind helpen bij spreekbeurten en werkstukken. Bewaar de adressen van een aantal van deze pagina's in de map 'Favorieten' van uw web browser. Kijk ook eens op de website van de school van uw kind. Vaak zijn daar nuttige en leuke links te vinden die uw kind ook in de klas gebruikt. Een selectie van huiswerk hulpbronnen
www.kennisnet.nl (voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs)
www.leerlingen.com (voornamelijk voor voortgezet onderwijs)
www.huiswerk.nl (voor voortgezet onderwijs en ouders)
www.huiswerkweb.nl (voor basisonderwijs) – 21 –
16
UW ROL ALS OUDER
Wie maakt er hier het huiswerk? Leer uw kind zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen.
Alle kinderen zullen op een bepaald moment hun huiswerk vergeten te maken of ze stellen het net zo lang uit totdat het misgaat. Wanneer een dergelijke situatie zich voordoet, ga dan niet als ouder het probleem oplossen, maar help uw kind dit zelf te doen. Als uw kind vergeten is om het huiswerk te maken, dan zal hij dit zelf aan de leerkracht moeten vertellen. Op deze manier zorgt u ervoor dat uw kind de verantwoordelijkheid neemt voor zijn fouten en deze zelf leert oplossen.
17 – 22 –
UW ROL ALS OUDER
Geef het goede voorbeeld Ga zelf ook aan de slag als uw kind huiswerk maakt.
Als uw kind huiswerk gaat maken, dan kunt u erbij gaan zitten en uw eigen 'huiswerk' maken. Kies taken waarbij u onderbroken kunt worden als uw kind hulp nodig heeft. Zo kunt u bijvoorbeeld de post doornemen, rekeningen betalen, een brief schrijven of een boodschappenlijstje maken. Geef het goede voorbeeld door niet te werken met de televisie aan.
18 – 23 –
UW ROL ALS OUDER
Ouder/adviseur Wees beschikbaar als adviseur.
Het huiswerk van uw kind moet door hem zelf gedaan worden en niet door u. Laat uw kind weten dat u bereid bent te helpen, maar blijf binnen de grenzen van uw rol. Vermijd het nakijken van huiswerk, tenzij uw kind om uw mening vraagt. Juist door gemaakte fouten krijgt de leerkracht een beeld van het leerproces van uw kind. Taken van de adviseur:
Hulp bij het begrijpen van de opdracht (probeer hierbij zo goed mogelijk aan te sluiten bij de manier waarop de leerstof op school is uitgelegd)
Samen met uw kind werken aan een voorbeeldsom
Checken of het gemaakte huiswerk af is (maar probeer deze controle af te bouwen)
Overhoren voor een proefwerk
– 24 –
19
UW ROL ALS OUDER
Blijf positief Geef uw positieve instelling ten opzichte van leren door aan uw kind.
Als uw kind merkt dat u negatief staat tegenover huiswerk, dan zal hij dit van u overnemen. Vooral wanneer uw kind een moeilijke opdracht moet maken, is een positieve houding belangrijk. Houd in uw achterhoofd dat leerkrachten/docenten soms erg veel huiswerk opgeven. Docenten in het voortgezet onderwijs weten soms niet van elkaar hoeveel huiswerk ze opgeven. Probeer uw kind te steunen als hij dit op school wil bespreken. Ook in het geval dat het op school niet bespreekbaar is, blijf uw kind steunen. Help hem om het werk stukje voor stukje te doen en blijf positief tegen het werk aankijken.
– 25 –
20
UW ROL ALS OUDER
Draai de rollen eens om Uw kind aanmoedigen om aan u les te geven, geeft zelfvertrouwen.
Lesgeven aan anderen laat zien hoeveel je eigenlijk zelf al weet. Draai de rollen eens om en laat uw kind het huiswerk aan u uitleggen. Door met uw kind mondeling de vragen van het huiswerk door te nemen en hem ook te vragen de antwoorden daarop te geven, bereid je het huiswerk maken goed voor. Stel veel 'hoe', 'waarom', 'wanneer', 'wat' en 'wie' vragen. Het geven van uitleg helpt uw kind om in kleine stapjes te denken en maakt zichtbaar op welke gebieden hij nog meer moet oefenen.
21 – 26 –
UW ROL ALS OUDER
Time-out Weet wanneer uw kind moet stoppen met huiswerk maken.
Het kan gebeuren dat uw kind te moe of te gefrustreerd is om door te gaan met zijn huiswerk. Dan is het tijd om even te stoppen en iets anders te gaan doen. Hij kan altijd op een later tijdstip doorgaan met het huiswerk. Zorg ervoor dat uw kind zich voor het slapen gaan nog kan ontspannen. Laat uw kind daarom niet doorwerken tot bedtijd.
22 – 27 –
UW ROL ALS OUDER
Bekijk het nagekeken huiswerk zo nu en dan Kijk sommige huiswerkopdrachten na en reageer positief op de prestaties.
Bekijk af en toe het nagekeken huiswerk en bespreek het met uw kind. Zo kunt u vertellen waar u tevreden over bent. U kunt dan ook zien waar de moeilijkheden zitten. Probeer echter vooral positief te zijn over het huiswerk. U kunt er vanuit gaan dat de leerkracht ook in de gaten houdt waar uw kind problemen mee heeft en dat hieraan wordt gewerkt. Het is daarom niet nodig om nog een keer op alle fouten in te gaan.
23 – 28 –
UW ROL ALS OUDER
Beloon vooruitgang Geef uw kind kleine beloningen voor het bereiken van doelen.
Een beloning voor het bereiken van huiswerkdoelen kan erg motiverend werken. Als uw kind te maken krijgt met een moeilijke huiswerkopdracht, kunt u iets leuks in het vooruitzicht stellen (bijvoorbeeld het mogen kiezen van een cd of dvd). Zo wordt het maken van huiswerk ineens een stuk leuker. Geef ook beloningen voor doelen op de langere termijn, zoals voor een rapport zonder onvoldoendes.
24 – 29 –
UW ROL ALS OUDER
U hoeft het niet allemaal zelf te doen Herken situaties waarin hulp van buiten noodzakelijk is.
Er kunnen zich situaties voordoen waarin u niet voldoende kennis heeft van de leerstof of wanneer het samenwerken alleen maar leidt tot frustraties. In zulke gevallen is het soms beter om even niet te helpen bij het huiswerk. Als uw kind na een tijdje merkt dat hij het niet alleen kan, zal hij uw hulp meer accepteren en waarderen. U kunt natuurlijk ook hulp van buitenaf inroepen. Zo kunt u een afspraak maken met de leerkracht of mentor van uw kind. Deze kan u helpen bij het zoeken naar oplossingen. Een huiswerkklas zou bijvoorbeeld een optie kunnen zijn. Een oudere broer of zus kan natuurlijk ook helpen, of hang een advertentie op in de supermarkt: 'Gevraagd huiswerkbegeleiding voor Natuurkunde'. Soms wordt er ook in buurthuizen huiswerkbegeleiding gegeven.
– 30 –
25
Boekentips
Over het hoe en waarom van huiswerk en tips voor leraren en ouders, Leo Sanders.
Help! Hoe kan ik mijn kind helpen studeren?, Maes & Maes.
Huiswerk, maak er wat van!, R. Schoufour.
Huiswerk maken, gemakkelijker dan je denkt! (voor scholieren), Leo Sanders.
– 31 –
Eerder verschenen in de ‘25 tips’ serie
Lezen is leuk! 25 tips om lezen nog leuker te maken, HCO, 2004.
Wij hebben er ook zo één! 25 tips als er bij uw kind problemen bij het leren zijn, HCO, 2005. ISBN: 90-73102-72-3.
– 32 –