HUISWERKBEGELEIDING: HOE KINDEREN ONDERSTEUNEN BIJ HET MAKEN VAN HUN HUISWERK?
Inleiding Huiswerk maken is voor kinderen niet altijd even prettig. Daarnaast zorgt het dikwijls ook voor heel wat spanningen, zowel tussen ouders en kinderen als tussen kinderen en leerkrachten en soms zelfs tussen leerkrachten en ouders. Zo zorgt huiswerk dikwijls voor een enorme strijd tussen kinderen en ouders. Kinderen willen geen huiswerk maken of ouders dreigen met huiswerk als straf. Tussen leerkrachten en kinderen gaat het dan eerder om het in orde zijn met het huiswerk of de hoeveelheid huiswerk. Zo durven kinderen nogal eens klagen over het feit dat ze té veel huiswerk krijgen. Verder zorgt huiswerk soms ook voor spanningen tussen leerkrachten en ouders. Sommige ouders willen dat hun kinderen veel huiswerk krijgen en vinden dat de leerkracht té weinig huiswerk geeft, anderen vinden daarentegen dat kinderen al voldoende tijd besteden aan schoolse zaken en vinden dat hun kind juist té veel huiswerk krijgt. Door al deze spanningen rijst soms de vraag naar het waarom van het huiswerk, wat de verwachtingen zijn van leerkrachten ten aanzien van huiswerk en hoe ouders hun kinderen hier goed bij kunnen ondersteunen. 2
In deze brochure pogen we u hierbij enkele handvaten te geven.
3
1. Waarom krijgen kinderen huiswerk? De voornaamste functies van huiswerk zijn vooral het bevorderen of ondersteunen van het leren zelfstandig werken en het vormen van een brug tussen school en thuis. Huiswerk kan een middel zijn om het zelfstandig leren werken te bevorderen. Het is daarbij belangrijk dat de verantwoordelijkheid voor het huiswerk bij het kind ligt en het kind zelfstandig zijn huiswerk maakt. Zo oefent een kind verschillende vaardigheden, zoals een planning opmaken, zichzelf aan het werk zetten en houden, een opdracht lezen en interpreteren, nauwkeurig werken, zich concentreren, nakijken of alles gemaakt is,… Dit zijn vaardigheden die het kind ook in zijn latere leven van pas zullen komen. Door
het
huiswerk
worden
de
ouders
daarnaast
ook
betrokken bij het schoolgebeuren. Voor de motivatie van kinderen is het erg belangrijk dat ouders hierbij betrokken zijn en interesse tonen in het schoolse leven van hun kind. Huiswerk biedt ook heel wat informatie voor ouders over waar het kind mee bezig is op school en wat er aan bod komt in de klas. Zorg er wel voor dat er op een gezellige manier aandacht 4
wordt gegeven aan het huiswerk en dat er daarnaast ook nog over andere dingen gepraat wordt. Kinderen willen ook eens gewoon over hun hobby’s of andere zaken praten. Tot slot kunnen ouders ook op basis van het huiswerk een gesprek aanknopen met de leerkracht over het schools functioneren van hun kind of problemen hierbij doorgeven. De manier waarop binnen een gezin met huiswerk wordt omgegaan zal bepaalde gewoonten creëren die een invloed zullen hebben op de manier waarop het kind op toekomstige problemen reageert. Huiswerk goed ondersteunen is dus toch wel belangrijk.
5
2. Verwachtingen van leerkrachten ten aanzien van ouders? Uit onderzoek blijkt dat de verwachtingen die leerkrachten hebben ten aanzien van huiswerkbegeleiding door ouders, niet stroken met het beeld dat ouders hier zelf van hebben. Ouders denken dikwijls dat leerkrachten van hen verwachten dat zij uitleg geven als het kind iets niet begrepen heeft, extra oefeningen opgeven en het huiswerk verbeteren. Leerkrachten verwachten daarentegen echter vooral goede omstandigheden, het aansporen van kinderen om aan het huiswerk te beginnen en het controleren of het huiswerk gemaakt is. Ouders moeten met andere woorden geen hulpleerkrachten worden. Het is niet de bedoeling dat zij het kind gaan sturen, uitleg gaan geven en het huiswerk gaan verbeteren. Dergelijke hulp zorgt ervoor dat kinderen misschien wel een goed of foutloos huiswerk meenemen naar school maar houdt het kind wel afhankelijk en werkt het zelfstandig werken van het kind tegen. Daarnaast zorgt het verbeteren van het huiswerk door de ouders er ook voor dat de leerkracht geen zicht meer krijgt op het leerproces van het kind. Door de fouten in het huiswerk weet de leerkracht immers welke leerstof de leerling minder 6
goed beheerst. De leerkracht kan hier dan op inspelen door extra uitleg te geven. Ouders kunnen dus beter het proces ondersteunen door in plaats van oplossingen te geven, vragen te gaan stellen zoals “Wat wordt er gevraagd bij deze opdracht?”, “Wat moet je eigenlijk doen?”, “Heb je al eens zo’n taak of oefening moeten maken?”. Op deze manier stimuleer je het kind om verder na te denken en blijft het huiswerk de verantwoordelijkheid van het kind. Je kind heeft ook het gevoel de oplossing zelf gevonden te hebben, wat goed is voor diens zelfvertrouwen. Belangrijk is vooral dat de ouder de verantwoordelijkheid van het kind niet overneemt. Hoe meer een ouder dit overneemt, hoe meer een ouder hulp biedt en mislukking probeert te voorkomen, hoe onverantwoordelijker, hulpelozer het kind wordt en hoe groter diens gevoel van mislukking. Ouders mogen m.a.w. niet overmatig betrokken zijn en als het ware constant rond het kind heen gaan hangen. Dit geeft aan het kind de boodschap dat de ouder er geen vertrouwen in heeft dat hij of zij de taak tot een goed einde zal brengen. De verantwoordelijkheid aan het kind laten betekent echter niet dat we ons kind aan zijn lot moeten overlaten. In wat volgt gaan we in op hoe ouders hun kind dan wel kunnen ondersteunen. 7
3. Kinderen
ondersteunen
bij
hun
huiswerk Bij het maken van huiswerk wordt de zelfstandigheid van het kind sterk aangesproken. Leren zelfstandig werken komt niet vanzelf door kinderen aan het werk te zetten en er niet meer naar om te kijken. Zelfstandig leren werken is een leerproces, dat zowel thuis als op school dient gestimuleerd te worden. Thuis kan dit al vanaf de peutertijd gestimuleerd worden. Gewoonten inzake verantwoordelijkheid en zelfstandigheid in de vroege
kindertijd
houden
het meest
verband
met
het
zelfstandig kunnen werken bij het huiswerk. Zo gebeurt het vaak dat ouders gaan voorkomen dat het kind te maken heeft met mislukkingen of falen. Men wil het kind hiervoor behoeden en beschermen. Op die manier ervaart het kind echter nooit de gevolgen van zijn gedrag. Kinderen leren dan geen verantwoordelijkheid dragen en zullen dit bijgevolg ook niet dragen met betrekking tot hun huiswerk.
Voorbeeld 1: “Jan (6 jaar) geraakt nooit op tijd klaar voor school. Mama Els moet hem de hele tijd opjagen, maakt dan
8
maar zelf zijn boekentas, neemt zelf zijn zwemtas mee en rijdt extra snel om toch op tijd aan de schoolpoort te staan”.
Voorbeeld 2: “Loes (2,5 jaar) is net zindelijk. Haar ouders hangen de hele tijd rond haar om er zeker van te zijn dat er geen ongelukjes komen. Loes krijgt met andere woorden niet de verantwoordelijkheid voor dit leerproces.“
Voorbeeld 3: “Mehdi (9 jaar) ruimt nooit zijn kamer op. Mama sakkert de hele week op Mehdi dat hij zijn kamer moet opruimen. Mehdi vindt op zijn kamer ook nooit wat hij nodig heeft voor school. Mama gaat dan op zoek en zorgt ervoor dat Mehdi toch alles mee heeft naar school. Op het einde van de week is mama het beu en ruimt ze zelf de kamer van Mehdi op.”
Voorbeeld 4: “Rosa (11 jaar) moet een werkstuk voor school maken. Zoals steeds wacht ze tot de laatste dag om hieraan te beginnen. Dan moet mama alles laten vallen en in allerijl met haar naar de bibliotheek rijden zodat ze de nodige informatie kan opzoeken. Op die manier geraakt haar werkstuk nog net op tijd af.” In bovenstaande gevallen zorgen de ouders er steeds voor dat er geen fouten of mislukkingen gebeuren met betrekking tot hun kind. Zij nemen de verantwoordelijkheid over zodat het 9
kind niet te maken krijgt met fouten en mislukkingen. Op die manier leert het kind echter nooit zelf verantwoordelijkheid te dragen. De ouders lossen immers alles op voor het kind dus moet
het
kind
zijn
gedrag
niet
veranderen
en
geen
verantwoordelijkheid voor zichzelf opnemen. Ouders doen er dus beter aan om hun kind te laten zien wat de gevolgen van zijn/haar gedrag zijn. Als de mama van Rosa tegen haar dochter zegt dat het niet mogelijk is om direct naar de bibliotheek te rijden met haar maar dat zij dit vroeger dient te zeggen, zal Rosa weliswaar dit werkstuk niet tijdig afkrijgen maar zal zij de volgende keer misschien vroeger beginnen aan haar werk. Veel ouders willen echter niet dat hun kind te maken krijgt met mislukkingen en falen, en voelen zichzelf soms ook gefaald als hun kind met bepaalde zaken niet in orde is op school. Als ouders willen we natuurlijk het beste voor de kinderen en willen we deze behoeden voor negatieve ervaringen. Aan de andere kant leren de kinderen echter niets bij als wij telkens voor hen in de bres springen en de zaken voor hen gaan oplossen. Om kinderen verantwoordelijkheidsgevoel bij te brengen is het belangrijk om hen een dagelijkse routine te leren van taken in en om huis. Kinderen kan je al van in de kleutertijd 10
taakjes geven. Kleine kinderen leren eerst verantwoordelijkheid inzake het opruimen van hun eigen speelgoed, het op orde houden van hun kamer en het afruimen van de eettafel. Naarmate
kinderen
ouder
worden
moet
hun
verantwoordelijkheid worden uitgebreid. Zo kunnen kinderen in de basisschool best de tafel dekken en afruimen, helpen bij de afwas, hun eigen bed opmaken, stofzuigen,… In het dagelijks leven is het belangrijk om kinderen kansen te geven om dingen zelf te doen. Neem het dus niet te snel over van je kind. (Voor meer informatie hierover: zie onze brochure “Zelfstandigheid en zelfredzaamheid stimuleren”)
Voorbeeld 1: Als Lena (6 jaar) haar schriftje niet meer vindt gaat mama niet zelf op zoek maar vraagt ze wanneer Lena dit het laatst gebruikt heeft en laat haar eerst zelf op zoek gaan.
Voorbeeld 2: Wanneer Marino (10 jaar) niet verder geraakt bij het maken van zijn modelvliegtuigje, vraagt papa hem eens op de doos te kijken en laat hem zelf op zoek gaan naar wat er is misgelopen aan de hand van de instructies op de doos. Papa stuurt hem door middel van gerichte vragen maar geeft hem niet de oplossing.
11
Als iets niet lukt, moedig je kind aan om het nog eens te proberen in plaats van het over te nemen. Leer kinderen in het algemeen zoveel mogelijk zichzelf uit de slag te trekken. Verder kan je je kind ook al vroeg leren systematisch zaken aan te pakken. Zo kan je je kind leren om systematisch op te ruimen in plaats van in het wilde weg: de poppen bij de poppen, de auto’s bij de auto’s,… Als kinderen dit van kleins af aan al spelend leren is de kans dat ze hun schoolwerk ook op die manier gaan aanpakken groter. Naast het in het dagelijkse leven reeds stimuleren van zelfstandigheid en verantwoordelijkheidsgevoel bij kinderen kan je ook een aantal concrete zaken doen voor, tijdens en na het huiswerkmoment.
3.1.
Voor het huiswerk
In de eerste plaats is het vooral belangrijk om goede omstandigheden en gewoonten te creëren die het kind in staat stellen om zijn huiswerk tot een goed einde te brengen. Een vaste structuur en regelmaat is hierbij belangrijk. Zo weet het kind waar het aan toe is en wat het mag verwachten.
12
Een vast tijdstip en een vaste plaats is tevens belangrijk. Kies hierbij een plaats waar de nodige rust is, (Geen televisie die aanstaat of luidruchtig spelende jongere broers of zussen) zodat het kind zich kan concentreren. Om deze reden is het dikwijls te verkiezen om het huiswerk te maken op een afgezonderde eigen plek zoals een bureau op de kamer van het kind in plaats van bvb. in de keuken of living waar het hele gezin zit. Daarnaast zorgt dit er ook voor dat je als ouder niet overmatig betrokken bent bij het huiswerk (er niet gaat gaan naast zitten) maar dat er wat zelfstandigheid van het kind verlangd wordt. Indien het huiswerk in een gemeenschappelijke ruimte in huis gemaakt wordt krijgt het huiswerk een centrale plaats in het gezin en krijgt het kind sneller de kans om macht uit te oefenen over het gezin. Het kind kan heel wat doen bewegen door zich onbekwaam te gaan gedragen.
Voorbeeld: Bij Manuel thuis is het huiswerkmoment telkens een strijd. Om vijf uur roept mama dat het huiswerktijd is. Manuel zet zich dan aan de keukentafel en begint de clown uit te hangen. Hij hangt op zijn stoel, speelt met zijn materiaal en moeit zich met alles wat in het gezin gebeurt vanop zijn plaatsje aan de keukentafel. Mama zet zich dan uiteindelijk
13
naast Manuel om hem in actie te krijgen en maakt samen met hem zijn huiswerk. In het voorbeeld wordt duidelijk dat Manuel zijn huiswerk niet zelfstandig hoeft te maken. Manuel weet immers dat wanneer hij voldoende de clown uithangt, mama uiteindelijk hem wel zal komen helpen. Mama zou Manuel misschien beter zijn huiswerk in zijn kamer of een apart bureau laten maken (evenwel zonder afleiders zoals tv of computer in de betreffende kamer). Sommige ouders durven dit niet aan omdat ze denken dat het huiswerk dan niet zal afgeraken en het kind op zijn kamer wel andere dingen zal doen. Als men de verantwoordelijkheid voor het huiswerk echter
echt
bij
het
kind
laat,
dan
is
het
ook
zijn
verantwoordelijkheid als hij de volgende dag met een onafgewerkt huiswerk naar de klas moet. Zo leert het kind wat de gevolgen zijn van zijn gedrag, namelijk een onafgewerkte taak met alle gevolgen van dien in de klas. Indien wij als ouders echter toch als reddende engel het kind na een tijd op zijn kamer of aan de keukentafel gaan helpen door ernaast te gaan zitten en het toch samen te gaan doen, leert het kind niet wat de gevolgen van zijn gedrag zijn en zal het dit bijgevolg ook niet veranderen.
14
Naast het kiezen van een goede werkplek zonder afleiders, is het ook belangrijk dat er op de werkplek alles te vinden is wat het kind nodig heeft. Verder moet er ook voldoende plaats en orde zijn in de werkplek van het kind. Op een overvolle bureau kan een kind niet werken. Ook moet de plek prettig zijn qua stoel, bureau, verlichting,… Qua tijdstip is het belangrijk dat het huiswerk elke dag op hetzelfde moment gemaakt wordt. Op deze manier wordt dit een routine en bevorder je de zelfdiscipline van het kind. Belangrijk is om dit moment niet té lang na de thuiskomst te leggen, anders is het moeilijker voor het kind om weer op gang te komen. Dit wil echter niet zeggen dat een kind direct bij zijn binnenkomen al moet geconfronteerd worden met huiswerk maken. Een klein beetje ontspanning kan deugd doen. Aan de andere kant moet er ook geen uren gewacht worden om aan het huiswerk te beginnen. Soms kan het wel zijn dat kinderen te moe zijn om nog huiswerk te maken. Dan kan het helpen om hen eerst even wat te laten eten of spelen. Het kan zijn dat kinderen daarna wel weer heel wat energie hebben. Probeer samen met je kind het tijdstip voor het huiswerk vast te leggen. Je kan dit koppelen aan het ritme binnen je gezin, 15
bvb. voor het eten of na het eten, een half uur of uur voor een bepaald TV programma. Belangrijk is dat hier ook regels rond bestaan. Als kinderen niet aan hun huiswerk willen beginnen op het afgesproken tijdstip, dienen er consequenties te volgen. Het heeft geen zin om de hele tijd achter het kind aan te zitten en hem of haar te proberen aansporen toch te beginnen. Op die manier wordt het huiswerk maken soms een enorme strijd die uiteindelijk niets oplevert.
Voorbeeld: In het gezin van Evy is het elke dag strijd rond het huiswerkmoment. Als vader zegt dat het huiswerktijd is blijft Evy gewoon zitten in de zetel en luistert ze niet. Dit moment gaat dan gepaard met een trekken en sleuren van vader om Evy toch op haar plaats te krijgen. Daarna loopt Evy constant weg en maakt zij er op die manier een spelletje van. Vader kan haar telkens opnieuw gaan zoeken. Op die manier is het voor niemand in het gezin een leuke avond. In het voorbeeld doet vader er beter aan om gewoon consequenties te stellen, zoals bijvoorbeeld geen televisie, computer of buiten spelen met vriendinnetjes vooraleer het huiswerk gemaakt is. Men kan dit ook aan het kind uitleggen. 16
De ouder dient ook eerst de hele dag te gaan werken, daarna de maaltijd te bereiden en andere huishoudelijke taken uit te voeren, vooraleer men aan een avondje ontspanning kan beginnen. Als vader dit gewoon als consequentie stelt en verder de verantwoordelijkheid voor het huiswerk maken aan Evy laat, heeft hij meer kans dat Evy aan haar huiswerk zal beginnen. Vader ontneemt haar dan immers de kans om het hele gezin te domineren met haar gedrag. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen elke dag ongeveer evenveel tijd aan het huiswerk besteden. Dit wil zeggen dat ze bij weinig huiswerk op een bepaalde dag al even iets kunnen doen tegen een later tijdstip. Grotere kinderen kan je eventueel aansporen om een weekplanning op te maken. Qua volgorde is het belangrijk dat kinderen werk met grote inspanningen afwisselen met werk waarvoor minder grote concentratie vereist is. Het is hierbij beter dat kinderen eerst met de voor hun “moeilijke” vakken beginnen dan met de eerder “gemakkelijke” vakken. In het begin is de concentratie immers het grootst. Bij veel huiswerk is het afwisselen van moeilijke met gemakkelijke vakken en een pauze tussendoor aangewezen. Ook het afwisselen van huiswerk dat je moet 17
maken met het leren van lessen is een goede methode om geconcentreerd te blijven tijdens het huiswerk. Uit deze opmerkingen blijkt duidelijk dat een goede planning belangrijk is. Ouders kunnen het kind ondersteunen door samen met het kind de agenda en het huiswerk door te nemen. Zo kan men samen plannen wat men eerst zal doen en wat erna en hoeveel tijd dit alles zal vergen. Op die manier leert het kind geleidelijk aan hoe het tijd moet indelen. Plak ook een eindtijd op het huiswerk zodat het kind leert omgaan met zijn tijd.
Voorbeeld: In het gezin Pieters geldt de volgende structuur. Om kwart over vijf begint de inspanning en maken de kinderen het huiswerk terwijl mama het eten klaarmaakt. Om zes uur wordt er gegeten en om half acht is het tijd voor ontspanning voor het slapen gaan. Verder is het ook belangrijk dat je bij de leerkracht van je kind nagaat hoeveel tijd er normaal gezien nodig is om het huiswerk af te krijgen. Deze tijd evolueert met de leeftijd. Op die manier kan je ook aan de leerkracht doorgeven hoeveel tijd je kind in werkelijkheid spendeert aan het huiswerk.
18
Een goede nachtrust is ook van wezenlijk belang voor een kind. Gedurende de slaap wordt de concentratie van een kind opgeladen. Er bestaat een duidelijke relatie tussen de duur van de nachtrust en de sterkte van de concentratie. Tot slot is het ook belangrijk dat kinderen nog voldoende tijd over hebben voor ontspanning. Op die manier kunnen kinderen tot rust komen en zullen zij ook een betere nachtrust hebben. Verder is het belangrijk dat er voor kinderen toch ook nog iets leuks volgt na een ganse dag school en het maken van taken.
3.2.
Tijdens het huiswerk
Tijdens het huiswerk kan je je kind ook ondersteunen. Dit wil niet zeggen dat je je kind moet uitleg geven en bijgevolg zelf van alles goed op de hoogte moet zijn. Kinderen hebben al heel veel aan betrokkenheid en aanmoediging van de ouders. Het is tevens belangrijk om geen eigen strategieën of trucjes uit je eigen schooltijd te leren aan kinderen. Kinderen hebben het dan dikwijls op school anders geleerd en geraken enkel maar in verwarring door onze inbreng. Tijdens het huiswerk help je het kind best niet, tenzij het erom vraagt. Anders loop je het risico dat kinderen continu je hulp nodig hebben. Veel kinderen klagen erover dat ze het zelf niet 19
kunnen of niet snappen en dat de ouder bijgevolg moet helpen. Als dit gebeurt is het beter om je kind door te verwijzen naar de leerkracht. Hij of zij moet dan aan de leerkracht vragen om het opnieuw uit te leggen. Als ouder leg je het toch anders uit dan de leerkracht en ook dit zal je kind niet appreciëren. Hierbij is het ook belangrijk om aan te geven dat jij als ouder dan niet de aangewezen persoon bent om je kind hierbij te helpen. In plaats van de oplossing te geven of uitleg te geven als je kind niet direct weet wat het moet doen, kan je wel door gerichte vragen te stellen je kind sturen. Zo kan je bijvoorbeeld vragen hoe de leerkracht het heeft uitgelegd. Je kan je kind tijdens het huiswerkmoment op verschillende manieren ondersteunen: door samen de schoolagenda te overlopen, na te gaan of het kind zelf weet wat het moet doen, soms eens mee te luisteren als het kind hardop leest, het kind te overhoren als het daar zelf om vraagt en het kind te stimuleren om zelf na te denken. Bij dit laatste is het belangrijk om hierbij enkele denkstappen te gebruiken, namelijk:
Wat wordt er precies gevraagd? Wat moet je kennen en kunnen? Wat niet? Hoeveel tijd heb je voor de taak? Heb je in 20
de
klas
soortgelijke
oefeningen
gemaakt?
Sluiten
deze
oefeningen aan op iets dat je in de klas hebt geleerd?
Hoe kan je deze opdrachten oplossen of deze lessen leren? Hoe pak je het aan? Wat heb je daarvoor nodig? Wat doe je het best eerst? Wat erna?
Volg je het plan? Lukt het om je huiswerk op deze manier te maken/je lessen op deze manier te leren?
Heb ik mijn doel bereikt? Heb ik een antwoord gevonden op hetgeen gevraagd werd? Zelf kijken of het goed is en nakijken op fouten. Door deze denkstappen te volgen kan je het kind helpen zelfstandig zijn huiswerk te maken of zijn lessen te leren. In het begin kan je je kind op deze manier sturen, na verloop van tijd is het dan de bedoeling dat je kind zelf in deze stappen leert denken. Het is hierbij belangrijk om het denken in deze stappen vroeg te introduceren bij andere taakjes zoals een puzzel maken, samen een taart bakken, iets bouwen (een speelgoedauto of vliegtuig), de kamer opruimen,… Als jijzelf bij bepaalde taken ook luidop nadenkt, sta je hiervoor tevens model (Zie onze brochure: ‘Zelfstandigheid en zelfredzaamheid stimuleren’ voor
21
meer informatie over het integreren van deze denkstappen in het dagelijks leven).
Voorbeeld: Bart (10 jaar) moet een grote toets leren over het menselijk lichaam, een onderwerp dat hij niet leuk vindt. Bart weet niet hoe hij eraan moet beginnen? Papa vraagt hem wat hij precies moet kunnen. Bart antwoordt: die paar pagina’s. Papa ziet dat het tekeningen zijn en vraagt wat hij daar precies van moet kennen, moet hij de bloedvaten en organen kunnen aanduiden op de tekening, zelf kunnen tekenen of alles kunnen opsommen. Bart geeft aan dat hij
gewoon ze op de
tekening moet kunnen aanduiden. Papa vraagt hoe hij dat nu het beste zou kunnen leren? …. In het voorbeeld laat papa Bart niet aan zijn lot over maar geeft hij ook niet direct de oplossing. Hij leert Bart zelf na te denken over een geschikte aanpak bij het leren van zijn les. Soms vragen kinderen om de les op te vragen. Je kan dit wel doen voor je kind maar zorg ervoor dat je kind hier niet volledig van afhankelijk wordt. Laat hem ook eens zelf vragen verzinnen, een dictee bijvoorbeeld eerst zelf inspreken op cassette en daarna laten horen,…. Als je de les opvraagt zorg er dan voor dat je een andere volgorde toepast of het op een onverwachte manier vraagt. Zoek ook naar nieuwe toepassingen. 22
3.3.
Na het huiswerk
Als je kind klaar is met zijn huiswerk, kan je controleren of hij inderdaad alles gemaakt heeft. Wat je echter beter niet doet is het huiswerk verbeteren. Indien je het huiswerk van je kind verbetert, weet de leerkracht immers niet of je kind het wel begrepen heeft en wel mee is met de oefeningen en leerstof. De leerkracht zal er zo misschien ten onrechte vanuit gaan dat je kind geen behoefte heeft aan extra uitleg. Je kan kinderen na het huiswerk ook aanmoedigen om zichzelf te controleren en te evalueren. Je kan aan het kind vragen of hij zijn huiswerk heeft nagekeken? Zo kan je vragen of hij alles heeft ingevuld, niets vergeten is, de juiste bewerking heeft uitgevoerd en of er geen oplossingen bijzitten waarvan je op het eerste zicht kan inschatten dat ze onmogelijk zijn. Als het moeilijk lukte of je kind het niet begrijpt kan je hem of haar aanmoedigen om extra uitleg te vragen of in de agenda van je kind noteren dat het erg moeilijk was voor hem of haar. Sommige ouders denken dat het goed is om kinderen extra huiswerk te geven als ze iets niet goed kunnen. Dit is voor een kind echter een extra confrontatie met zijn eigen falen. Zo kan het kind zijn motivatie verliezen. 23
Na het nakijken van het huiswerk, kan je je kind ondersteunen in het maken en klaarstellen van zijn boekentas voor de volgende dag. Zorg ervoor dat ook hier niet jij al het werk doet maar dat je je kind stuurt door gerichte vragen te stellen. Als je merkt dat je kind dit reeds zelfstandig kan, laat hem dan ook die verantwoordelijkheid. Tot slot is het belangrijk dat je waardering uitspreekt voor je kind, dat je hem zegt dat je tevreden bent als hij goed heeft gewerkt. Zorg ervoor dat je complimentjes hierbij wel oprecht zijn, een kind voelt het als het niet gemeend is. Spreek niet alleen waardering uit over het resultaat maar ook over het proces - hoe het kind zijn taken heeft aangepakt - en de inspanningen van het kind. Een goede motivatie, een gezond zelfvertrouwen en een geloof in eigen kunnen is erg belangrijk om tot leren te komen.
24
4. Besluit Huiswerkmomenten zorgen in vele gezinnen voor conflicten. Deze conflicten kunnen uitmonden in een echte strijd tussen ouders en kinderen, die voor beide partijen enorm vermoeiend is. Zo zijn er ouders die – doordat ze enorm betrokken zijn en willen dat hun kind op school slaagt- uren en uren bij hun kind aan de keukentafel zitten om het kind aan het werken te krijgen. In deze brochure toonden we aan dat dit, hoe goedbedoeld ook, eigenlijk een averechts effect heeft. Als we kinderen aan het werken willen krijgen, dienen we de verantwoordelijkheid voor het huiswerk bij hen te laten en hen op die manier de gevolgen van hun gedrag te laten ervaren. Dit vraagt echter tijd. Als ouders beslissen om niet meer de hele tijd achter het kind te zitten maar hem of haar de verantwoordelijkheid te laten, zal het eerst zelf nog slechter gaan, vooraleer er verbetering mogelijk is. Het kind zal immers eerst alles proberen om de ouder toch terug te laten handelen zoals ervoor. Doorzetten is dus de boodschap.
25
Er zijn evenwel goede manieren om onze kinderen toch te ondersteunen
zonder
de
verantwoordelijkheid
voor
het
huiswerk over te nemen, en dit zowel voor, tijdens als na het huiswerk. Op die manier wordt het kind gecoacht in zijn weg naar meer zelfstandigheid.
26
Hulp of informatie nodig? Solidariteit voor het Gezin – Afdeling Hopon A.&M. Hellinckxstraat 45 – 1083 Ganshoren Tel.: 02/421.79.91 - E-mail:
[email protected] www.solidariteit.be
Meer lezen? Boeken voor ouders en leerkrachten:
Huiswerk in de basisschool?: sleutelen aan het huiswerkbeleid. Yvan Ameye en Patrick Vanspauwen, Uitgeverij Garant.
Helpen met huiswerk: tips voor leraren en ouders. Leo Sanders, Uitgeverij Nijkerk.
Stop het huiswerkprobleem: begrijpen – voorkomen – oplossen. John Rosemons, Uitgeverij Omega Boek.
Het OK-gevoel: willen studeren kan je (ook) leren! Een boek voor ouders. Paul maes (jr. en sr.), Die Keure Educatief. 27
Leren leren, thuis en op school. Ivo Engelen, Uitgeverij Garant.
Websites: www.klasse.be/ouders (klasse voor ouders) www.caleidscoop.be (tijdschrift van de Vrije Centra voor LeerlingenBegeleiding)
http://www.lereniseenmakkie.nl/ (site met leertips voor kinderen/jongeren)
Bovenstaande boeken en websites werden gebruikt bij het opmaken van deze brochure. Deze boeken zijn bij ons uitleenbaar in onze bibliotheek. Deze brochure is een realisatie van Solidariteit voor het Gezin.
28