HET JAAR 2013 Kia ora! De Maori groet, wat letterlijk betekent ‘wordt gezond’. Het wordt echter gebruikt als een informele ‘hallo’ en als een afscheid of iemand te bedanken; vergelijkbaar met Namaste uit Nepal. Kia ora – het hoogtepunt van dit jaar was een fantastische reis naar Nieuw-Zeeland, waar we twee geweldig maanden door het Lord of the Rings land hebben rondgereden en overnacht in mooie B&B's. De Nieuw-Zeelanders zijn zeer vriendelijk en gastvrij; ze verwelkomen ons in hun huis alsof we oude vrienden waren. NZ zat midden in een droogteperiode van ruim 2 maanden. Het normaal groene landschap was inmiddels behoorlijk bruin en veel mensen verontschuldigden met: "Jullie moeten terugkomen om te zien hoe mooi groen ons land is!" We konden ons wel het groene glooiende landschap indenken en hebben genoten van het zonnige warme weer. De weken van voorbereiding om de reis te organiseren was moeite de waarde want de reis verliep van een leien dakje. Om in de NZ stemming te komen, keken we tijdens de lange vlucht alle drie de Lord of the Rings films in een marathon zitting, en op de terugreis ook de nieuwste film, The Hobbit. Beginnend in Auckland op het Noordereiland werkten we onze weg naar het zuiden. NZ is een natuur en avontuur paradijs. Wat een contrast van onze vorige reizen waar Himalaya-gebergte, tempels, oude ruïnes, Boeddhabeelden en hindoeïstische goden een belangrijke rol gespeeld. Dit was een vakantie met actie, buitenleven, natuur, zeedieren van dichtbij en natuurlijk de Maori cultuur. NIEUW-ZEELAND ~ NOORDEREILAND ~ ENKELE HOOGTEPUNTEN Auckland Onze vakantie begon met een huiveringwekkende adrenalinekick – buitenom wandelen rond de 192 m hoge Auckland Sky Tower en dan eraf springen! Dan praat je over zweethanden en rubberen benen, de mensen op straat beneden leken wel mieren! Maar wow, was het een fantastische, geweldige ervaring en we konden later deze woorden nog vele malen wordt gebruiken om onze reiservaringen te beschrijven. Dit Look en Leap avontuur begon in Mission Cave in de kelder van de Sky Tower. Voor de Skywalk mocht je geen juwelen dragen, niks in je zakken (sleutels of zo), geen camera’s, geen mobiele telefoons. We kregen een super koel oranje overall aan en Dillon (onze gids) trok aan onze schoenen om te verifiëren dat ze goed vast zaten. Als laatste onderdeel voordat we de kleedkamer uit konden, werd een blaastest afgenomen, tellen van 1 t/m 10. Natuurlijk deed Sjoerd het iets anders, vanaf 10 naar 1. Dat was een eerste, zei Dillon. Geen zatte groep hoogwandelaars met slechts een enkele begeleider – jumpers mogen wel enigszins dronken zijn want dan zijn er twee begeleiders en een jumper. Daarna werden we met een harnas uitgerust; twee keer gecontroleerd alvorens de sluiting met plastic politie handboeien werd vastgemaakt om ervoor te zorgen de bevestiging niet met de hand kon worden geopend. Daarna de snelle lift in die ons naar de top van de toren zoefde. Eenmaal buiten op de loopbrug – op dit moment leek het een stuk smaller dan de beloofde 1,2 m – werden we aan een hoge veiligheidslijn vastgehaakt. Om onze zenuwen te verlichten en langzaam onze hoogtevrees te overwinnen, liet Dillon ons verschillende oefeningen doen – eerst met je tenen over de binnenrand en daarna over de buitenrand, vooruit en dan achteruit lopen terwijl je naar boven kijkt, en tenslotte op je hurken en dan buiten het platform hangen 200 m boven de straat. Tegen het einde, waren we al behoorlijk zelfverzekerd en eigenwijs.
1
Voor de Skyjump, werden we voorzien met een even flitsende blauwgele overall en harnas. Daarna op een weegschaal en werd je gewicht op je hand geschreven. In tegenstelling tot een bungy jump waar je ondersteboven op en neer stuitert, dit is vergelijkbaar met wat stuntmannen doen. De ‘leap’ is gecontroleerd d.m.v. een kabel die via een liertrommel met propeller loopt. Voor hele lichte of zware personen wordt de propeller versteld – vandaar de gewichtscontrole. Met een geleidedraad drie meter rechts en een andere links vlieg je met 85 km/u naar beneden als een super held, armen en bene wijd, tot precies in de roos. Na de ‘walk’ was dit een makkie. Toch was Doreen trots op zichzelf, om op de rand van het platform te staan en naar beneden te kijken naar de landingpad wat van deze hoogte eruit zag als een postzegel; toen de gids “jump” zei aarzelde ze geen moment en sprong de lucht in. Via een minivideocamera die op onze pols was bevestigd werd alles geregistreerd en kregen we op een flashpin mee. Leuk vermaak. Bay of Islands – Russell In een brede catamaran met slechts een dozijn andere toeristen op zoek naar de dolfijnen, niet alleen om te zien maar om daadwerkelijk met ze te zwemmen! De boot ging van de ene baai naar de andere om ze te zoeken. Hoe verder we bij de open zee kwamen hoe hoger de golven. Na ruim een half uurtje zoeken zagen Doreen en een ander tegelijkertijd een paar dolfijnen. In korte tijd kwamen er nog een paar schepen aan die een dolfijnen kijktoer deden. Grote sprongen uit het water van verschillende paren. Eerst een poosje achter ze aan gevaren en een groepje ging naar rustiger water. Snorkels en flippers werden uitgedeeld en toen de boot vlak bij de dolfijnen stil lag, allemaal het water in. Geen wetsuit, het was ongeveer 20 graden, niet nadenken, plons erin. Sjoerd kon een paar foto’s maken en na een minuut of 15 weer eruit en een eindje verder varen. Zo gingen we drie keer het water in. De grote bottlenose dolfijnen zwemmen onder je door en kijken dan schuin omhoog naar de hulpeloos spartelende zwemmers die voor hen relatief stil liggen. Soms zo dichtbij dat je ze bijna kan aanraken; wij zijn voor de dolfijnen de bezienswaardigheid en niet andersom; althans zo moet je je gedragen. Je kunt ze toch niet inhalen als je dat zou willen. Wat een ongelooflijk super ervaring! Geweldig. Onze Maori-cultuur ervaring was in Te Ware Runanga (Maori vergaderzaal) op het Waitani Treaty Grounds. Verwelkom toespraken in Maori, dans, muziek en uitleg van verschillende rituelen. Eerst werd er een vertegenwoordiger van de bezoekers uitgekozen. Met een wilde en dreigende dans, boze gezichten, ogen zo wijd open dat hun oogbollen er uit leken te vallen, tong uitsteken en met zwaaien van speren, begroetten de Maori chief en zijn stamgenoten ons; bood een teken van vrede aan en uiteindelijk gaf de chief de begroeting door zijn voorhoofd tegen dat van de gast te drukken. Nadat we onze schoenen hadden uitgedaan, stapten we de fraaie met houten beeldhouwwerken gedecoreerde hal binnen, en werden we verwelkomd met een leuke en zeer professionele voorstelling. Een van de vrouwen zong een prachtig liedje; wat een geweldig stem. De show liet verschillende aspecten van de Maori cultuur zien, maar ook hoe ze met de tijd mee gingen door het gebruik van een gitaar en een ander ritme. Brievenbussen Langs sommige wegen waren geen dorpjes doch verder van de weg af kleine boerderijen. Het aantal postbussen gaf aan hoeveel families er aan het landweggetje woonden; sommigen waren zelfgemaakt van gebruikte containers, en later in de Zuidereiland kwamen we erg leuke brievenbussen tegen. Ook stonden er een paar oude magnetrons tussen; een interessant hergebruik. De opmerking van een caféhouder: “If you don’t like your mail, you can nuke it.” Cape Reinga – 90 Mile Beach De naam van de kaap komt uit het Maori woord Reinga, wat betekent ‘onderwereld’. Ook wel Te Rerenga Wairua, wat betekent “springplaats van geesten”. Beide verwijzen naar de Maori overtuiging dat de kaap het punt is waar de geesten van de doden naar de onderwereld gaan. De kaap is te bereiken via State Highway 1,
2
en we konden tijdens eb terugrijden over de 90-Mile Beach. Eigenlijk slechts 55 mijl (88 km) lang; de naam dateert uit de periode toen zendelingen te paard gemiddeld 30 mijl (50 km) in een dag konden lopen en het duurde 3 dagen om de kaap te bereiken. Onze oude bus van Sand Safaris verzamelde nog een 20 tal passagiers voor deze dagtocht. De 150 km naar het noorden ging over bochtige wegen en door een landschap dat afwisselend boerderijen, naaldbossen, en heuvels met schapen of runderen liet zien. Op het eerste stuk van de weg lag om de 100 meter een platgereden opossum. We vroegen chauffeur Wendy wat je moet doen als je een opossum aanreed. Antwoord: Elke dode opossum “good on je, a job wel done” omdat ze een pest zijn want ze eten het fruit en brengen ook nog tbc op de boerderijen. Een B&B eigenaar vertelde dat ze een keer een opossum in de keuken verraste die in de fruitschaal zat; en meteen ontsnapte via het kattenluikje. Nadat ze de kat had opgesloten en gif geplaatst, vond ze de volgende dag 12 dode opossums rond de boerderij! Via de autobus intercom vertelde Wendy dat vanwege de prijsdaling van schapenvlees en wol, ging men over op ‘shear farming’ (uitgesproken als ‘sjier famin’). Wij dachten dat het hetzelfde was als schapen houden om te scheren voor de wol. Geen idee wat ze bedoelde; dus na enig overleg besloot Doreen te vragen wat Wendy verstond onder ‘sjier farming’. Na wat heen en weer praten bleek dat ze ‘share farming’ bedoelde, zijnde dat de boerderij gedeeltelijk schapen had en gedeeltelijk vleesrunderen; en kwestie van uitspraak dus. Halverwege stopte de bus bij een ijssalon in Te Kao, een dorpje van niks; maar omdat er elke dag een vijftal bussen stoppen voor ijsjes wordt de jeugdorganisatie hierdoor gesubsidieerd, dus iedereen zat en liep voor tien minuten grote ijsjes te eten. Na deze ‘ijsje stop’ en een picknick lunchstop, bereikten we eindelijk de kaap. Er was voldoende tijd om naar beneden te lopen naar de vuurtoren aan het einde waar Tasman Zee en de Stille Oceaan samenkomen in een witte branding, bijna het noordelijkste puntje van NZ. Om 90-Mile Beach zelf te bereiken, moest de bus door een zoetwater bedding navigeren waar we stopten bij Te Paki, met enorme zandduinen om daarna op piepschuim boogie (body) boards de enorme zandheuvel af te roetsjen. De eerste run kwam Doreen goed naar beneden en stopte voor het vlakke zoetwater gedeelte waar een aantal buspassagiers stonden te kijken. Sjoerd remde niet bij en schoot met grote vaart het zoetwater zand op tussen de toeschouwers door. Allebei nog een keer 50 m naar boven zwoegen door het rulle zand; even wachten tot de baan vrij was zodat je niet op een gestrande sleetje rijder klapte. Doreen ging eerst, maar met nog een behoorlijke vaart beneden aangekomen dook de neus van haar board in het zand en schoof ze op haar buik een paar meter over de waterige zandvlakte, waarvoor ze applaus oogstte van de toeschouwers. Sjoerd ging nog harder dan de eerste keer en schoot nog een 15 tal meter verder over de natte zandvlakte, verder dan iedereen anders. Helaas, geen tijd meer voor een derde keer en iedereen moest weer in de bus voor de laatste tocht over het ebstrand langs de branding. Opononi – Kauri Bomen De plaats van de grootste Kauri boom (spreek uit ‘Kowdi’) was goed aangegeven en er waren slechts een paar andere bezoekers. De reusachtige ‘Tane Mahuta’ Kauri boom, wellicht 2000 jaar oud, had een omtrek van ongeveer 20 meter. Zo groot dat het moeilijk was om de gehele boom te fotograferen en dus een paar foto’s gemaakt en thuis de foto’s samenstellen. Omdat deze bomen kwetsbaar zijn voor ziektes, moesten we eerst de schoenen wassen. Vanwege hun oppervlakkig wortelsysteem moet je ook op de vlonder paden blijven. Aan het begin van het pad stonden een paar jeugdige bomen die nog geen eeuw oud waren met lange bladeren; naarmate ze ouder worden zijn ook de bladeren korter. De lage takken vallen na een aantal jaren van de boom, maar boven de 10 of 15 meter blijven ze zitten. Hoe verder het bos in, hoe groter de bomen, omringt door andere soorten naald en loofbomen en 3 m hoge boomvarens. De ene boom is nog groter dan de andere; een groepje van vier die bij de wortels vergroeid waren heette de ‘Four Sisters’. Een half uurtje door het bos lopen om nummer zeven te zien met een omtrek van ‘slechts’ 13 meter. Op een enkele plaats kon je bij de boom komen en dan met de armen wijd en even tree-hugging. Tegen de schemering, hebben we nog een ‘twilight encounter’ met Maori gids Wiremu (roepnaam Bill) gedaan die een heel andere mystieke sfeer opriep. Maori Bill vertelde van alles over de begroeiing en liet ons o.a. de toiletpapierplant zien waarvan het blad aan een kant zacht en wit is en aan de andere kant groen en leerachtig. Als het blad droogt blijft het leerachtig en later vertelde iemand ons dat je op het blad kan schrijven, een postzegel opplakken en opsturen (binnen NZ). We hebben dus 3 ‘aanzicht bladkaarten’ op gestuurd naar een
3
B&B in het Zuidereiland, benieuwd of ze inderdaad bezorgd zouden worden; 2 van de 3 zijn inderdaad aangekomen! Bij de 3000 jaar oude Kauri in het donker aangekomen zong de gids een Maori lied en speelde een song op zijn fluit. We kregen er kippenvel van! Zo mooi was het. Daarna terug naar de grootste 2000 jaar oude boom. De afmeting van de Kauri boom wordt bepaald door de inhoud te bepalen tot aan de eerste aftakkingen. In het donker liet de gids een stukje hars branden en vertelde over de harswinning 150 jaar geleden. Een bijzonder indrukwekkende tocht! Van de Maori Bill hoorden we dat je ook een Kauri boom kon planten bij het bezoekerscentrum van het park. Hoewel het bomenplanten niet vaak meer werd gedaan, was het wel mogelijk en een medewerkster ging onze boomplanting ceremonie voorbereiden. Een drie jaar oude Kauri boom werd aan de rand van het park gedeeltelijk in de schaduw van een andere boom geplant. Sjoerd groef een flink gat en daar ging een emmer kompost in, de boomkluit zonder plastic in een emmer water. Deze mooie plek werd met behulp van een GPS gedocumenteerd en Maori Jane nam verschillende foto’s. Toen de boom in de grond zat zong ze een Maori lied – een mooie stem – als onderdeel van de ceremonie; een lied met een mooie betekenis. Terwijl de planting documenten in orde werden gemaakt, leerde een van een andere medewerkster ons hoe we een bloem konden vlechten van de bladeren van de Flax (Phormium) plant. Daarna kregen we een folder met keurig afgedrukte foto’s van de activiteit, GPS nummer, naam en toenaam van de boom en wat van de geschiedenis. En nu maar hopen dat deze boom het ook 2000 jaar uithoudt. Waitomo is bekend om zijn grotten met gloeiwormpjes en we besloten voor een avontuurlijke vijf uur durende ondergrondse tocht. Wij gingen de onderwereld in met de Black Abyss tour van The Legendary Black Water Rafting Co. Eerst moesten we ons omkleden in dikke tweedelige wetsuits die bij de knieën en ellebogen waren opgelapt omdat ze daar blijkbaar veel te verduren hadden van de rotsen. Sokken en wet-laarzen aan met helmen en lampen, en daarna een harnas en een groepsfoto. Met een busje naar de ingang van de grotten waar we een training kregen over het abseilen. Het eerste gat was ongeveer 30 meter diep en iedereen moest hier naar beneden. Je moet eerst het platform boven het gat verlaten en zorgen dat je in het midden hangt zodat je niet tegen de ruwe kalkstenen bonst. Doreen was zo licht dat de jongen drie keer vroeg of ze zich niet aan iets vasthield of nog haar voeten op de rand van het platform had! Er was kort geleden een opossum in het gat gevallen en een begeleider probeerde deze te vinden omdat hij anders dood zou gaan en gaan stinken. Eenmaal benden zweven aan een ‘flying fox’ lijn, dus weer met het harnas aan een katrol. Toen Sjoerd als laatste aankwam zeilen klonk er een dubbele zware knal waarvan iedereen schrok. In een latere excursie hoorden we dat die knal de gloeiwormen deed activeren zodat ze beter gloeiden. Harnas uit en met een auto binnenband een paar meter naar beneden in het donker in het zwarte water springen; dit keer ging Sjoerd het eerste en op een vrouw na sprong iedereen er achteraan. Die ene mevrouw durfde niet de zwarte diepte in te springen en na vijf minuten proberen kon ze uiteindelijk via een omweg toch het water in. Een stukje peddelen met de rivier mee tot aan een dammetje. Op dat moment moest bijna iedereen plassen vanwege het koude water. Vrouwen naar de ene kant, mannen aan de andere. Het afhalen van het onderste deel van de wetsuit was gemakkelijk, maar om het bovenste deel van de broek weer onder de jas te trekken (je mocht de jas niet afnemen) was even een probleem waarbij iedereen elkaar moest helpen; een grappige ervaring die de non-plassers miste. Na een stukje door de rivierbedding lopen en een stuk in de binnenband drijven, belandden we in de gloeiwormen grotten. Heel fraai, alsof je op een maanloze nacht naar de sterrenhemel keek. We kregen een uitgebreide uitleg en na wat verder drijven en klauteren, en door een spleet in een waterval omhoog klimmen, kwamen we weer naar buiten. Busje in, terugrijden, warme douche nemen en daarna een lekker kopje warme erwtensoep.
4
Toen we door Russell dorp liepen, zagen we in een voortuin een grote bruine vogel – kijk eens, een Kiwi! Wow, wat hebben we geboft om een Kiwi te zien. Maar onze vreugd was van kort want het bleek helemaal geen Kiwi te zijn, maar een Weka (woodhen/Lord-Howeral). Het ziet uit als een Kiwi maar is iets groter en heeft een kortere snavel. Maar net als een Kiwi, kan het niet vliegen. Die Weka hebben we daarna regelmatig gezien, vaak bij picknickplaatsen want ze weten waar de beste kansen zijn om kruimeltjes te krijgen. In werkelijkheid is de kans een Kiwi in het wild te zien erg, heel erg klein. Maori Bill van de Kauri Bomen Twilight Tour vertelde ons dat in de ruim 8 jaar die hij de duisternis tours begeleidt, heeft hij maar één keer een Kiwi gezien. We hebben wel ’s nachts een opossum in de boom zien; leuk en zeldzaam om een levende te zien (in tegenstelling tot de vele platgereden op de wegen). Ons werd het Kiwi House in Otorohanga aanbevolen om Kiwi’s te bekijken. ‘s Middags hadden we nog tijd en Otorohanga was niet zo ver van Waitomo vandaan. In een grote verduisterde ruimte lopen overdag een paar Kiwi’s rond en die ruimte wordt ’s nachts fel verlicht zodat de Kiwi’s dan een daggevoel krijgen en in hun hol blijven zitten. De vogels hebben bruine haren (dunne veren) en zijn wat groter dan kippen. In de bosgrond zoeken de Kiwi’s hun eten, bestaande uit insecten en wurmpjes; hun neusgaten zitten op het einde van de lange snavel. Met de donkere kleur, schaduwen en in het donker, kan je je goed voorstellen dat het erg moeilijk is om deze schuwe dieren ’s nachts te kunnen zien. De gloeiwormen waren zo interessant dat we besloten om nog een gloeiwormentour te doen. Met Spellbound hoefden we niet in wetsuits, maar gingen met een busje naar een vallei en kregen bij de ingang van de grot helmen op. Het eerste gedeelte was een wandeling door een lange grot waar nog wat botten van enkele prehistorische dieren en een Moa waren gevonden. De rimpelingen in het zand van de oude rivierbedding waren een paar duizend jaar oud. Het tweede gedeelte was in een andere grot met een riviertje waar de gloeiwormen waren. Eerst een stuk over verhoogde vlonders en weer een uitleg over de verschillende stadia van de wormen en hoe ze aan voedsel kwamen door de insecten die met de rivier meekwamen. We konden de wormen met hun spinragdraden van heel dichtbij bewonderen. Het werd steeds donkerder en uiteindelijk gingen we een eindje in een opblaasboot. Naarmate we verder met het bootje kwamen hoe meer gloeiwormen er te zien waren, zoveel dat het meer leek als een volledige sterrenhemel. Het geheel was super fraai en we dreven bijna een half uur door de grot heen en weer; echt ‘Spellbound’. Het was niet voor niks dat deze gloeiwormengrot was gekozen om een National Geographic film te maken; spectaculair. Hamilton Veel Nederlanders hebben familie die naar New Zeeland (en ook Australië) zijn geïmmigreerd, ook Sjoerd. Dus hij heeft neef Mike geschreven om langs te komen, eerst twee nachten gepland, daarna een nacht bij een herziene planning. Daarop schreef zijn NZ vrouw Louise terug dat Mike een ‘biketour’ had gepland als fondsenwerving voor kanker voor die zondagochtend en dus vroeg weg moest. Okay, we hebben toen slechts thee op zaterdagmiddag gepland. Aangekomen bij het huis, kwam Mike uit de garage waar een farmtruck, een auto en een hele grote Harley Davidson motorbike stond. Dat was dus geen fietstocht (pushbike) zoals wij eerst hadden begrepen, maar een motortocht. Vol trots liet hij zijn motorjack zien met tientallen speldjes die hij over 50 jaar had verzameld met alle motor tochten. Dat jasje was zelfs te klein geworden en was aan een tweede jasje begonnen om de speldjes op te zetten. Gezellig thee met scones gehad en daarna door naar Matamata voor de overnachting. Matamata is het thuis van de Hobbiton The Lords of the Ring (LOR) film studio. Onze B&B stond in een ommuurde woonwijk en het mooie huis werd door eigenaren Kathleen en John ontworpen. Toen we John ontmoetten, moesten we glimlachen want hij deed ons denken aan een Hobbit, klein met krulhaar. Niet zeker of hij de opmerking waardeerde, maar Kathleen gaf toe dat we wel gelijk hadden. Naast het huis was een grote cottage voor gasten die langer bleven maar wij logeerden in het prachtige grote hoofdgebouw. De volgende ochtend toen Kathleen bezig was met het maken van het ontbijt, stond ze met een dilemma – het meisje in de cottage wilde verbrand spek hebben. Tja, hoe maak je dat in een Teflon pan en hoe verbrand moet het zijn??? Ons ontbijt was eenvoudiger – gepocheerde ei en geen spek. Hobbiton Movie Set en Farm Tour was de eerste attractie met delen uit de filmserie LOR. Een goede uitleg, niet te lang, en in beetjes gedurende een wandeling over het hele terrein. Het laatste jaar zijn de tijdelijke installaties en piepschuim Hobbit woningen vervangen door permanente en meer duurzame materialen en opnieuw gebruikt voor de trilogie van de extra Hobbit films. Alleen het namaak mos op de hekken was nog niet echt maar dat kon je pas van heel dichtbij zien en voelen. Na afloop een biertje en appel cider in het Shire restaurant ‘De Groene Draak’. Leuk om te zien; jammer dat er geen rondlopende Hobbits of elfen of LOR activiteiten waren.
5
Rotorua – Het Thermische Landschap van NZ Hier kan je naar een van de kuuroorden om dit natuurverschijnsel te ervaren. De Polynesië Spa was onze keuze waar we in verschillende ondiepe minerale buitenbaden (36-38-40 en 42˚C graden) konden relaxen, omringd door Nieuw-Zeelandse flora, natuurlijke rotsen, en luisteren naar het geluid van twee watervallen. Een van de warme baden bood een mooi uitzicht op het Rotorua meer. White Island Een bezoek aan de meest actieve vulkaan ter wereld – dat mochten we niet missen. Je kunt het eiland bereiken met een speedboottour; maar de 80 minuten bootrit in de open zee over ruw water sprak Doreen niet aan. Dus, gingen we in een piepklein helikoptertje – er kunnen maar vier personen in, inclusief Piloot Marcus – voor een privé ritje naar het eiland. Eerst op de weegschaal en een opblaasbaar zwemvest aan en daarna veiligheidsinstructies. Vanuit de lucht konden we een groep cruisende dolfijnen zien en een wolk meeuwen die op een grote school kleinere vissen jaagden. Eerst een rondje rondom het eiland en daarna geland. In de verte waren twee groepen boottoeristen te zien die het eiland verlieten. Dus we waren de enige drie op het hele eilandje. We liepen van de ene mooie, interessante geel-oranje-witte formatie naar de andere, van het ene stomende gat naar het andere; fantastisch, en ondertussen vertelde Marcus van alles. Als de wind ons richting opwaaide, moesten we onze gasmaskers op doen want het stonk behoorlijk. En natuurlijk moesten we onze veiligheidshelmen altijd op hebben. Toen stonden we bij de grote krater waar heel veel stoom uitkwam. Toen Doreen een foto van Sjoerd wilde maken, stapte Sjoerd een beetje dichter bij de rand. De altijd oplettende Marcus riep Sjoerd onmiddellijk terug; “je mag niet verder dan de lijn”. “Welke lijn?” We hadden de drie kleine witte steentjes over het hoofd gezien! We lachten: nou, dat kan alleen in NZ want in de meeste landen zouden er overal hekken staan om de toeristen op het pad te houden. De overheid wilde het allemaal controleren (voor de veiligheid van de toeristen) maar dit is privé eigendom en de piloten hebben een beter zicht op de allerlaatste situatie rond het eiland. Bovendien hebben ze een paar CCTV geïnstalleerd zodat ze ook vanaf het vaste land alles in de gaten kunnen houden. Wat foto’s gemaakt van de vroegere sulferfabriek waar iedereen overleed tijdens een uitbarsting. Het was een zeer indrukwekkende ervaring. Wai-O-Tapu Geothermal Wonderland Er zijn verschillende vulkanische parken die je kunt bezoeken – en we bezochten ze allemaal – maar Wai-O-Tapu thermisch wonderland was terecht een van de mooiste gebieden met de kraters, kleuren, een meer en zeer interessante wandelingen langs alle aspecten die elk goed van een uitleg waren voorzien. Vooral de champagne poel, een soort meer had hele fraaie kleuren. Ons bezoek begon met de Lady Knox geiser die elke dag om 10 uur wordt geactiveerd. Een grote hoeveelheid mensen was reeds in het amfitheater gezeten. Het activeren gebeurde door een jerrycan met zeep in de opening te gieten. De geiser werd in 1896 ontdekt door gevangenen in een werkkamp bij de aanplant van het grootste naaldbos van NZ. Honderd jaar geleden waren de bosbouwers hun kleding aan het wassen waarbij na een wasbeurt de chloride houdende bron elke keer een geweldige eruptie produceerde. In 1903 was de eer aan Lady Knox, een dochter van de toenmalige Gouverneur-generaal Lord Ranfurly, om door middel van zeep de geiser te doen spuiten. De toevoeging van zeep vermindert de oppervlaktespanning van het water waardoor de hete stoom en water vrij komen en door de ventilatieschacht van de geiser spuiten. Tot 1931 spoot de geiser op eigen kracht ongeveer elke 24 uur. Daarna werd de geiser dagelijks geactiveerd ten behoeve van de vele bezoekers waarbij de duur van de eruptie afhing van het waterpeil. Het waterreservoir van de geiser is ongeveer 27.000 liter en met een vol reservoir duurt de eruptie ongeveer een uur. Omdat het al tijden weinig had geregend, was de geiser niet erg hoog en duurde ook niet lang. Vanaf het moment dat de zeep erin was gegooid en het eerste schuim uit de top kwamen, totdat de geiser weer in elkaar zakte duurde het nog geen twee minuten. De presentator noemt haar nu ‘Lazy Lady’. Een van de grote modderpoelen kon vanaf een kleine omweg bekeken worden (gratis). Vanwege de weinige regen was het modderniveau laag maar toch sputterde het overal. Een hele kunst om er wat foto’s van te maken, maar het lukte wel. De andere modderpoelen die we tegenkwamen waren opgedroogd. Dus het was een gelukje dat deze poel nog actief was.
6
Ons bezoek aan Rotorua eindigde met een traditionele Maori voorstelling en hangi diner. Dit keer had Sjoerd besloten dat hij chief wilde zijn en had goed onthouden wat de chief moest doen in de vorige show bij de Waitani Treaty Grounds. Omdat niemand anders in onze groepsbus zich vrijwillig aanbood was het eenvoudig. Na de introductie gingen verschillende kleine groepjes langs de dorpshutten om een aparte show te volgen over handwerk, zang, spelletjes en medicijnen van de Maori. Het hangi is gekookt in een van de vulkanische stoomkuilen: kippen, vlees, aardappelen en groente. Het voedsel was in folie gewikkeld en op rekken in de hete kuil neergelaten en afgedekt met vochtige jute doeken; daarna een laagje grond erover als isolatie zodat alles in de hete stoom gekookt werd. Onze chauffeur hield ons voor de gek toen zij vertelde dat er opossum op het menu stond; wel een teleurstelling. Terwijl het eten in een grote zaal werd opgediend konden de 300+ bezoekers genieten van een zang en dansshow van de Maori krijgers en zangeressen. In de bus terug moest iedere nationaliteit een liedje zingen, hetgeen een gezellige groepsactiviteit was. Eenmaal bij Rotorua gekomen had de chauffeur ook een liedje – “She’ll be coming around the mountain” – en bij een rotonde aangekomen ging ze met de bus wel vijf rondjes draaien tot grote hilariteit van iedereen. Napier – Art Deco Huizen en Wijn Gebied Wat een betere manier om het Napier wijngebied te verkennen dan op de fiets. Takaro Trails Cycle Tours bracht ons en een andere fietser uit Auckland naar het beginpunt waar we werden uitgerust met fiets, helm, en een kaart van de verschillende wijnhuizen. Ze beloofden laat in de dag terug te komen om ons weer op te halen. Handig dat het eerste wijnhuis daar op de parkeerplaats was. Hoewel je niet samen hoeft te blijven met je medefietser, vonden we Murray een heel aangename kerel; hij bleek zelf een wijnkenner te zijn die in zijn jeugd ook meehielp met het oogsten. Zo fietsten we samen van het ene wijnhuis naar het andere. We hebben 18,5 km afgelegd en 9 wijnhuizen bezocht; iets te laat om de 10de en laatste te bezoeken, al hadden we de ophaaltijd met een half uur verlengd. De meeste wijnhuizen hadden zes soorten rode en witte wijn klaarstaan en bij elkaar hebben we tenminste 40-50 bodempjes geproefd. Toen we het Ngatarawa wijnhuis verlieten, deden we onze fietshelm weer op. Sjoerds helm zag een beetje raar uit. “Sjoerd schat, je heb je helm achterste voeren.” “Nee hoor.” “Ja hoor.” Hij nam hem af en keek, hmmmm, je hebt gelijk. Murray en Doreen begonnen te lachen. “Misschien heb je al te veel wijn gedronken!!” Toen we opgehaald werden door de eigenares van het bedrijf bleek dat zij Murray kende van schooltijd. Kleine wereld. Taupo Van de Huka Falls waren we niet onder de indruk; teveel andere grote watervallen gezien. Wel interessant was de Aratiatia dam iets verderop, die om de twee uur voor 15 minuten wordt opengezet. Na een paar waarschuwende sirenes konden we het goed zien vanuit het middelste view point waar zich een 10-tal mensen had verzameld. Langzaam vulde het bovenste meertje zich en daarna zwol de rivier steeds hoger tot het een schuimende reeks watervallen was die door het nauwe kronkelende ravijn beneden het view point kwam. We zijn nog even blijven kijken hoe het water na het sluiten van de dam weer wegzakte. ’s Middags werden we opgehaald door de Wilderness Escapes voor een kajaktocht naar Maori rotsbeeldhouwwerken in het Taupo meer. We waren de enige deelnemers en kregen instructies hoe we met de kajak moesten omgaan. Sjoerds spatrok zat vreselijk strak terwijl die van Doreen behoorlijk los zat. Toen Sjoerd vroeg hoe ze dikke mensen in die rok kon hijsen realiseerde gids Brian zich dat hij de spatschermen had omgewisseld. Iedereen voelde zich nu beter en Sjoerd kon weer ademhalen. Als je eventueel met de kajak zou omslaan dan moet je, terwijl je ondersteboven in het water hangt, van voren een lus lostrekken waarna je met je zwemvest vanzelf komt bovendrijven. Doreen voorin, Sjoerd achterin en Brian in zijn eigen kajak. Op weg naar de Maori rotscarvings stopten we drie keer waarbij Brian wat verhaaltjes vertelde. De beeldhouwwerken zijn niet echt oud, maar wel groot en indrukwekkend. Een van de vele motorboten die tochten naar de rots maken was net vertrokken, dus konden we de tijd nemen om van het grote beeldhouwwerk te genieten. Op de terugweg stopten in een baai waar het de bedoeling was om te gaan zwemmen met een picknick. Maar veel tijd hadden we niet want opeens spoorde Brian ons aan om snel terug te gaan want er was een wind opgestoken. Op de terugweg waren er al behoorlijke golven die over de kajak sloegen. De golven met een wit schuim er
7
bovenop waren zorgelijk en we mochten beslist niet stoppen met paddelen want dan kan de kajak onstabiel worden en omslaan. Dus even hard erdoorheen paddelen; zo bleven we recht op. Brian moedigde Doreen aan dat ze het heel goed deed nadat ze een flinke golf over zich heen had gekregen; hij kon blijkbaar de angst op Doreens gezicht lezen. Na een korte pauze, beschermd achter een paar lage rotsen, moesten we nog een heel eind zonder pauze peddelen en in een vrij ruw water. De spatrokken zorgden ervoor dat de kajak niet vol water liep maar we werden evengoed nat; gelukkig was het niet koud. Het laatste korte stukje was met de wind mee en Brian stak zijn paraplu op, aangepast met extra touwtjes van de punten naar het handvat zodat de plu niet doorklapte. Hij zag uit als Mary Poppins! Met het vasthouden van elkaars kajak, werkte de plu als een zeil en zo waaiden we langzaam naar het strand toe. Vanwege de droogte was het gras overal helemaal bruin geworden. Vanuit de B&B hadden we een prachtig uitzicht op de bochtige rivier en een openbaar picknick terrein. Tijdens het avondpraatje met eigenares Bonnie vertelde ze ons dat de gemeente vandaag was bezig het gras te maaien. Haar opmerking: “Wat een onzin. Er groei geen enkel grasblad met de huidige droogte. Hoe kan je zand maaien????” Bonnie raadde ons aan om naar het Spa Park te gaan, maar tien minuten lopen van de B&B. Daar onder het bruggetje kunnen we baden in het kleine thermische Waikato riviertje. Er waren slechts twee andere baders die na vijf minuten vertrokken. De kleine watervallen in het dampende riviertje waren meer dan 40°C, maar de poelen daarbeneden ongeveer 38°C terwijl de grotere Taupo rivier weer koeler was. Afwisselend een uurtje in het hete, warme en koudere water gelegen. We hebben er net genoeg van genoten toen er meer badgasten aankwamen; goed getimed. Mt. Tongariro National Park Al van een afstand konden we ‘Mount Doom’ (Mt. Ngauruhoe) en stomende Mt. Tongariro zien, maar de top van de hoge Mt. Ruapehu was in de wolken. Bij het Whakapapa ski gebied namen we de twee aaneensluitende kabelbanen naar boven en in het hoogste café van NZ (Knoll Ridge Chalet) op 2020 m hebben we genoten van een ‘high tea’ met een verwarmde chocolade muffin voor een hoge prijs! Om wat beweging te krijgen liepen we terug naar beneden tot het einde van eerste kabelbaan, die we verder naar beneden namen. Beneden was een verwijzing naar een van de LOR film locaties (de Meads Wall). Er zijn special LOR tourreizen en daar kwamen we een Amerikaanse groep tegen. Met behulp van stills uit de film, liet de gids precies zien waar de belangrijke opnames waren gemaakt zodat de reizigers van dat gezelschap met een kopie van ‘De Ring’ op dezelfde plaats gefotografeerd konden worden. Toen eenmaal de groep klaar was, waren wij aan de beurt; echter niet met ‘De Ring’, maar met onze groene autosleutelhanger en Sjoerds rare gezicht. Iedereen van de groep moesten lachten. Met het kiezen van de Mountain Heights Lodge in Tongariro hebben we een steekje laten vallen; de enige van onze hele reis. Meestal kijken we op Google Earth want soms leek op de website een huis midden in het bos te staan terwijl dat niet zo was; de truc van een ’goede’ foto. Maar deze keer hebben we de hoofdweg vlak voor de B&B helemaal over het hoofd gezien. Sjoerd heeft wel 400 auto’s en vrachtwagens geteld die langs onze B&B raceten met 100 km/u, de hele nacht door, met enkele minuten tussenpozen, net niet genoeg om in slaap te vallen. Na elke vrachtwagen hoopten we dat die de laatste was, maar nee. We konden alleen onze benen rusten. Dus de volgende ochtend zijn we uitgecheckt (na een mager continentaal ontbijt) en hebben een heel rustig hotelletje gevonden voor de volgende nacht. Tongariro Alpine Crossing 07:50 uur – opgehaald door Plateau Shuttle. We waren de tweede lichting en bij aankomst was het al druk op de parkeerplaats met een half dozijn andere busbedrijven die mensen voor de trek afleverde. Vorig jaar deden 80.000 mensen deze trek, inclusief in de winter wanneer er op de hogere gedeeltes sneeuw ligt en de groene
8
en blauwe kratermeren bevroren zijn. De chauffeur vertelde dat het dit jaar minder druk is omdat veel Kiwi’s wachten tot de hele route weer open is. Nu is het tweede gedeelte gesloten vanwege de gassen van een recente uitbarsting. Van de Mangatepopo Vallei naar de Soda Springs. Het pad liep door struikgewas en langs een borrelende rivier, glasscherpe lava formaties en soms over houten vlonders. Daarna begon het pad steiler te worden met heel veel trappen naar de South Krater. Eenmaal bij de rand van de South krater, liepen we weer over een vlakker gedeelte. Daarna veranderde het pad in lavagruis, een stap naar boven, een halve terugzakken. Eenmaal boven het gruis, was het nog een korte klim naar de top van Red krater (1886 m) met uitzicht over de blauwe en groene kratermeren waar we even zaten om van het uitzicht te genieten en om te lunchen. Anderen liepen verder naar beneden, naar de groene kratermeren, maar het pad was erg steil, ook met gruis, en we hadden te weinig tijd om helemaal naar het blauwe meer en terug te lopen. Dus besloten we om Mt. Tongarino vulkaan te klimmen (1967 m) – 1,5 uur retour. Langs het pad hadden we een mooi uitzicht op het blauwe kratermeer. Eenmaal boven trokken de wolken dicht; tijd om terug te gaan en over de gruis helling half naar beneden glijden. Nog een korte pauze bij de Soda Springs voor het opeten van de laatste boterham en dan terug naar de parkeerplaats. Minstens 20 km gelopen in 9,5 uur. Al de anderen reizigers van 08:00 uur hadden de 15:30 bus genomen; die hadden de Mt. Tongariro top niet beklommen. Later, na het horen van de verhalen hadden we wel i.p.v. Mt. Tongariro ook Mount Doom kunnen beklimmen want het zag moeilijker uit dan in werkelijkheid. Volgende keer. Palliser Bay Op weg naar Wellington stopten we bij Palliser Bay om de Putangirua Pinnacles te bekijken. Wat een spectaculaire hoge erosie formaties van conglomeratie afzettingen! Tientallen meters hoge pinnacles met overal de ronde uitstekende rivierstenen; waarschijnlijk erg gevaarlijk om daar beneden rond te lopen als het regent. Ruim een half uur door nauwe kloven gelopen tot we niet verder konden. In deze omgeving werd ook een scene van de LOR gefilmd; Helms Deep waar Aragon de geesten gaat ompraten om tegen de Orks te vechten. De filmploeg moest alle paardendrollen opruimen, net zoals in andere gebieden omdat daar vreemde zaden in konden zitten. Het was een leuke en interessante 1,5 uur retour wandeling door de droge rivierbeddingen. Wellington Langs de ‘scenic route’ zagen we overal bordjes ‘careful pinguïns crossing’ en omdat we geen pinguïns hadden gezien vroegen we Willie, de eigenaar van onze B&B, of er veel pinguïns in Wellington zijn. “Ach nee, die bordjes zijn een beetje verouderd want alle pinguïns zijn al door de loslopende honden van de bewoners rondom de baai doodgebeten!” De eerste bewolkte dag met lichte regen tot nu toe, na een maand onderweg. Maar dat belemmerde ons niet want ons plan voor de dag was om het Te Papa Museum te bezoeken. Dat was zo groot en interessant dat we er vijf uur hebben doorgebracht!
9
NIEUW-ZEELAND ~ ZUIDEREILAND ~ MAAND TWEE Picton Slecht weer – regen, dik bewolkt en veel wind. Dus bleven we in het guesthouse en wachten af of het zou opklaren. Het was ‘flessen en plastic flessen’ ophaal dag. Bewoners verzamelen de flessen in een rode plastic bak. De ophaaldienst is langs gekomen – wel inefficiënt volgens ons. De bestuurde van de grote truck stopte bij elk huis, een medewerker gooide de inhoud van de bak achter in de truck waarin een andere medewerker stond om de flessen te scheiden in twee grote bakken. Daarna, wel komisch want de lege plasticbakken waren erg licht en het stormt, zagen we opeens vijf bakken over de weg schieten. Gelukkig konden de auto’s de vliegende bakken uitwijken! Tegen de middag is de regen opgehouden maar wel nog een flinke bries. Toch hebben we besloten om een fietstocht langs de wijnhuizen rondom Renwick (Marlborough) te maken, het bekendste wijngebied van de Zuidereiland; 8 wijnhuizen bezocht en natuurlijk veel wijn geproefd! Picton – Queen Charlotte Track - Marlborough Sounds Na bijna een uur varen, stopte we bij Motuara Island, een vogelreservaat op een eilandje, waar we 1,5 uur hadden om rond te lopen. Omdat rondom zeewater was, waren er geen ratten of grotere knaagdieren zoals wezels die vogelnesten leeghaalden, dus konden een paar oude vogelsoorten hier overleven. Zo was er langs het pad een kist-nest met een jonge pinguïn er in. Het was de enige pinguïn in een nest en het leek alsof the boswachter het arme beestje daar in de doos had gestopt voor het plezier van de bezoekers! Centraal op het eilandje stond een uitkijktoren met uitleg borden. Van de foto’s bleek dat de kolonialisten eerst het hele eiland hadden platgebrand om er schapen te telen, maar sinds 30 jaar is het natuurlijke bos weer teruggegroeid. Daarna vaarten we een korte afstand over de zeestraat naar Ship Cove en het Captain Cook memoriaal. Een paar meter hoge gemetselde toren met een kanon en een gedenkplaat vanwaar het begin van de wandeling naar Furneaux Lodge (16 km lopen, inclusief twee heuvels van 300 m) ging. Een groot deel van het pad was al verbreed en de uitstekende wortels bedekt en vlak. We kwamen werkers tegen die bezig waren om nog een deel te verbeteren. Daarna was het oude pad – smal met veel uitzendende boomwortels. Daar heeft Doreen een klein ongelukje gehad. Het pad was een beetje modderig van de regen gisteren, en er zat klei aan haar zolen geplakt. Toen zij op een uitstekende wortel stapte, gleed ze zijwaarts uit en viel met een klap. Wow, zij bonsde keihard met haar hoofd tegen een andere wortel. Gelukkig is ze niet buiten bewustzijn geraakt en kon snel weer overeind komen. Godzijdank niets gebroken en gelukkig had ze haar trekkingschoenen aan, dus geen verstuikte enkel. Haar bril was echter een ander verhaal. Na het wrijven van haar wenkbrauw die zeer deed, keek ze naar haar hand en die was bedekt met bloed. Terwijl Doreen voorover bukte om te zorgen dat er geen bloed op haar lievelingsbroek spetterde, probeerde Sjoerd te kijken naar hoe slecht de snee was. Het leek erop dat Doreen op de hoek van haar bril landde en een stukje van het gebroken plexiglas de snijwond heeft veroorzaakt. Uitslag – hechtingen nodig. Met enkele pleisters en wetties, die we gelukkig bij ons hadden, konden we de wond schoonmaken en het bloeden stoppen. Doreen was toen weer in staat om verder te lopen, want we hadden nog ruim 2 uur te wandelen en nog een uur boottocht voordat we weer in Picton zouden terug zijn. De terug boottocht was toch leuk, een onderdeel van de ‘mailboot tour’ waar het boot ging langs de huizen van mensen die permanent op het schiereiland wonen. Onderweg vertelde de kapitein iets over de bewoners en toen we aan kwamen varen, daar stond de bewoner(s) op de aanlegsteiger ons op te wachten. Voordat de post werd afgegeven en nieuwe post opgehaald, maakte de kapitein een praatje. Dan iedereen zwaaien en op naar de volgende baai en ‘adres’. Russell, de eigenaar van onze B&B was ook schipper van een watertaxi en moet eerste hulp vaardigheden hebben. Hij nam een kijkje en bevestigde Sjoerd’s prognose – zeer diepe snee, hechten dus. De dichtstbijzijnde medische faciliteit was een ziekenhuis helemaal in Blenheim, ruim een half uur rijden. Vlak voor de eerste
10
hulp ingang, was er een doctorskliniek die nog laat open was en daar zijn we eerst binnengegaan. De jonge arts (een Tsjechische dame die perfect Engels sprak) en haar NZ assistente waren erg vriendelijk en spraakzaam. Omdat het een schone snee was dachten ze dat een paar vlindersteken voldoende zouden zijn, maar toen Doreen zei dat ze de volgende ochtend met de dolfijnen ga zwemmen, dat wilde ze beslist. Dus plakten ze de wond dicht met wat superlijm op de huid rond de snede, daarna enkele vlindersteken en daaroverheen een waterdichte pleister. Doreen heeft nu een klein litteken boven haar wenkbrauw, maar met haar pony, is het niet zichtbaar. Terug naar Picton in het donker. De slingerende weg ging door een bosgebied. We dachten . . . het zou een geweldige einde van de dag als we een opossum platreden. Maar geen opossum te zien. Helaas. En haar bril. . . Sjoerd was in staat om een gaatje in het resterende plexiglas te maken, de poot er weer op te schroeven, en de bril redelijk genoeg terug te buigen om te hem kunnen dragen. Later op reis, toen Doreen een keer het verhaal vertelde, zei de B&B eigenaar: “Oh, ik heb je bril opgemerkt maar dacht dat het de mode was!” En zwemmen met de dolfijnen. . . dat ging zoals gepland. We zagen een pod van ongeveer 30 en zwom 4 keer, maar de dolfijnen waren meer geïnteresseerd in het zwemmen naar de open zee dan interactie met ons. Toch een leuke ervaring. Golden Bay – Wharariki strand Van een andere toerist hoorden we dat er op Wharariki strand, vlakbij kaap Farewell (de spit), een kleine kolonie zeehonden woont die je gemakkelijk zonder gids kon bezoeken. We hebben ons vergist over hoe lang het zou duren om de spit te bereiken want we hadden er niet op gerekend dat we over een hoge pas door de Takaka heuvelrug moesten rijden, een lange slingerende weg; ruim twee uur extra. Veel appelboomgaarden, hop op hoge stellages, en ook nog een paar Pukeko vogels gezien. Op het einde van de weg was het nog een half uur lopen over een duinpaadje naar wat rotsformaties in zee waar inderdaad een kleine kolonie zeehonden huisde. Het was eb. Onder een rots waren een paar poelen waar een dozijn erg jonge zeehondjes aan het spelen waren, terwijl er een in het water dreef en probeerde te slapen met een neusgat boven water. Ze konden rustig bekeken worden vanaf het strand en de rotsen. Een paar keer kwamen ze aan je voeten snuffelen. Verderop was een andere rots waar de moeders op lagen en een grot waar af en toe een gebrul uit kwam. Ruim een uur daar rond gelopen en veel dichtbij foto’s gemaakt van de spelende zeehondjes. Abel Tasman National Park – Zwemmen met de Zeehondjes Vandaag was een geweldige, bijzondere, super dag. Vroeg naar de haven waar we in nieuwe dikke wetsuits (met hoeden) werden gehesen. Er was maar een andere jongen (uit Auckland) met ons mee. Bijna a privé tocht! Daarna stopten we in een piepkleine aluminium, lawaaiige boot die over de golfjes bonsde (40 min) naar Tonga eilandje waar Mark het alleenrecht had om de zeehonden te bezoeken. In de vrij besloten baai wemelde het van jonge en erg jonge zeehonden. Wel twee uur in het water gelegen, gestaan en gezeten met de zeehonden om ons heen. Sommige hingen af en toe onderste boven in het water om alles goed rondom te bekijken, anderen gingen met een schroefbeweging door het water en weer anderen kwamen eerst echt op je af om dan vlak voor je om te keren. Ze kijken je aan met die mooie grote ogen. Schattig! Een van de kleintjes was aan het spelen met een dikke drijvende tak, klampte zich eraan vast en hing dan ondersteboven in het water. Doreen was rustig in het water drijven, om naar de capriolen van de zeehonden om haar heen te kijken. Plotseling voelde ze iets vasthouden aan haar arm. Het was de zeehond! Hij hield Doreens arm beet omdat die op de naastliggende tak leek. Maar toen hij zijn fout besefte, liet hij haar arm los en keek Doreen aan met die mooie grote ogen terwijl hij onder haar door zwom. Omarmd door een zeehond!! Wat ontzettend leuk. Een ander legde zijn poot op Doreens hand, toen ze een rots vasthield. Ook kwam Doreen oog tot oog met een zeehondje toen ze beide tegelijkertijd hun hoofd optilde om boven het water te kijken. Wat een super ervaring! Sjoerd heeft veel foto’s gemaakt met de waterproof camera. Een erg geslaagde ochtend. De terugweg was iets minder ‘bumpy’ dan het heen ritje. Soms vlogen we over de golven als een wilde ‘cowboy’.
11
Buller Gorge (Ravijn) Jetbooting De jetboot werd in NZ ontworpen voor gebruik in de snelstromende en ondiepe rivieren, vooral om te voorkomen dat de propellers tegen de rotsen zouden slaan. In tegenstelling tot een motorboot die een propeller gebruikt in het water onder of achter de boot, de jetboot trekt het water onder de boot naar een pomp in de boot en dan werpt het uit de achterkant van het vaartuig. Tegenwoordig wordt de jetboot veel gebruikt voor sensatie zoekende, adrenaline vreugde ritten voor toeristen. Je ziet overal advertenties die jetboot ritten aanbieden, de ene nog wilder dan de andere, vooral die razendsnel door smalle kloven in ondiep water varen en ook whirlies doen. Anderen zijn rustiger, zoals een snelle rit in een baai of op een rivier om een kijkje bij een waterval te nemen. Onderweg naar Westport stopten we bij Buller Gorge (ravijn) want we hadden gelezen dat de jetboot daar nog beter was dan de beroemde Shotover jetboot in Queenstown. Dat moeten we nu zelf beoordelen. Eerst over the Buller Gorge Swingbridge (NZ langste hangbrug; 110 meter) boven Buller rivier en dan een korte wandeling naar de start van de jetbooting. We waren net op tijd want de boot vertrok gelijk met nog een zestal andere toeristen. Op een strandje zwemvesten aan en dan de boot in met wat instructies. Goed vasthouden want met de snelle (en natte) 360 graden draaien zou je uit de boot kunnen vallen. Sjoerd vroeg onze vrolijke en wilde bootbestuurder Andy hoe je zo’n job kreeg; “je moet voor alle belangrijke vakken op school een onvoldoende hebben en een beetje gek zijn.” De boot ging soms meer dan 80 km/uur en rakelings langs rotsen en over maar 10 cm water. Op sommige plaatsen uitleg over de goudexploitatie van het verleden. Op een plaats zuiver water gedronken uit een zijrivier – uit een olieblik! Voor de Buller Canyon Gorge jetboot krijg je echt veel tijd en waar voor je geld (ruim een uur). En je zit niet zo vast in je stoel en beschermd tegen stootjes. Met elke draai van de boot, gleden we heel hard van een kant van de boot naar de andere. En omdat de zijkanten niet verhoogd waren (zoals in de moderne jetboten zoals Shotover) werd je kletsnat. Je kon zelf foto’s maken in de boot, maar Andy ging je toestel niet opduiken als die overboord sloeg. De recensies hadden gelijk, een van de beste jetboten in het land en niet zo druk omdat het afgelegen ligt. Dat was echt waar. Super rit. Franz Josef Gletsjer – Ice Explorer In tegenstelling te de weersverachting, was het prachtig weer. Gelukkig. Een half uurtje rijden terug over de slingerende bergweg naar het boekingskantoor. Na registratie en de gebruikelijke ondertekening van een papier waarop ze niet verantwoordelijk konden worden gehouden voor ongelukken, kregen we verschillende instructies over de kleding. Een ruime waterdichte overbroek, warme stevige schoenen (Doreen heeft haar eigen bergschoenen gedragen) waar later de crampons (stijgijzer) op
12
vastgebonden worden. Een halflange wind en waterdichte blauwe jas en een kleine rode zak waar de crampons, handschoenen en muts in konden opgeborgen worden want in de heli was geen plaats voor rugzakken. Vroeger was het een busritje en wandeling naar de gletsjer, maar in de laatste jaren krimpt deze echter steeds verder zodat de organisatie had besloten om iedereen maar met de heli op de gletsjer te zetten zodat het minder tijd kostte en meer mensen meer tijd van de ijswandeling konden genieten. Dit jaar was het eerste voor de heli rit. De vele heli’s voor de verschillende tochten waren goed georganiseerd en de startplaats was net aan de overkant van de weg. Ze vlogen af en aan met hooguit 5 minuten tussenpauze, zes passagiers per vlucht, dus voor onze groep twee vluchten. De heli vlucht was kort, ongeveer 10 minuten, maar toch leuk. We werden op een vlak stuk van het lagere gedeelte van de gletsjer afgezet. Eenmaal op het ijs: “niet uitglijden”, een stukje bij de heli vandaan en elkaar vasthouden als de heli weer opsteeg. Daarna kregen we instructies hoe je de crampons moest aanbinden en hoe je wel en niet met crampons moest lopen. Op dit middengedeelte van de gletsjer was het einde van de ijsval, waardoor er op het hogere gedeelte vele hoge ijsruggen en dalen dwars op de ijstong zaten. Met gids Janna voorop die steeds de treden moest uithakken of verbeteren liepen we zo ruim twee uur van de ene kloof in de andere terwijl zij af en toe wat vertelde en wij foto’s konden nemen. Elke gids was zo steeds bezig de track te verbeteren, die dan de volgende dag weer helemaal opnieuw moest worden gemaakt. In het begin was een blauw ijs-gat waar we snel foto’s mochten maken. We liepen door smalle koven, de ijswanden hoog aan beide zijden en in het smalle pad, net breed genoeg voor een voet, meestal stroomde er water. Trappetje op en neer naar de volgende ijswand. Het beste was een ijstunnel aan het einde van de wandeling die slechts de vorige dag beklimbaar was gemaakt. Een gids was de hele dag bezig geweest met een aantal voetstappen uit de wand te hakken zodat de wandelaars in het gat konden afdalen en met wat wringen er doorheen en aan de onder kant er weer uit konden kruipen. Zo’n gat blijft hooguit een week goed want het smelt allemaal snel. Bij stomend water konden we onze flesje opvullen met pure gletsjerwater. Nog een uitleg over het blauwe ijs en dan weer terug met de heli naar de kleedkamers. Fox Gletsjer – Flying Fox Helihike Vannacht al behoorlijk veel regen. Bij het opstaan was een van de toppen van het Fox massief zonder wolken maar eromheen en lager zat veel bewolking, dus ook de lagere gletsjer. Tijdens het ontbijt betrok het meer en tegen de tijd dat we ons bij het helikantoor meldden goot het van de regen en zat de hele berg dicht. Onze tocht was afgelast. Een wandeling op de lage deel van de gletsjer in de regen leek ons niets; we wilde het mooie ijs van het bovenste deel zien. Dus kozen we om te wachten tot de volgende 11:50 uur excursie in de hoop dat het zou opklaren. Niks anders te doen, hebben we toch zelf een wandeling in de regen naar de voet van de gletsjer gedaan. We zagen een paar wandelgroepen in de druipende regen terugkomen en ze zagen er niet echt
13
vrolijk uit van hun “leuke tocht” als alternatief op de helivlucht. Ook zagen we een groepje ijsklimmers terugkomen met al hun ijshouwelen en klimuitrusting, ook half verdronken. Je kon van onze wandeling goed zien dat de laatste jaren de toeristenweg anders is aangelegd omdat de gletsjer erg veel verder is teruggetrokken. De regen werd een beetje minder en we hoopten het genoeg was voor de helikopter te vliegen. Nee, weer uitgesteld tot 14:50 uur, onze laatste kans; geen latere excursies. Daar stond onze kleine groep. Gaat het door? Wordt de helikike afgelast? Telefoontjes. Medewerkers rennen van het kantoor naar het helikopterkantoor aan de overkant van de weg. Ja hoor, maar snel, snel, snel. Het is nu oké, maar als het weer betrekt, dan heeft de helikopterpiloot het laatste woord of het doorgaat of niet. Geen poespas met formuleren invullen, Doreen meteen gezegd dat ze haar eigen bergschoenen kan dragen, eigen rukzak mag en dan een kort busritje naar de helipad. Het werden twee heli ritjes, wij in de eerste. Het was een prachtig 10 minuten vlucht boven de gletsjer tot de landing. De piloot maakte een cirkel om de landing plekje op de gletsjer om te zorgen dat het nog goed was, wel een flink gat op de pad, maar nog oké om de heli goed te doen. We krijgen en korte uitleg over de crampons en dan op pad, de zon kwam zelfs nog even door! We liepen van de ene ijsboog, naar een gat en dan een overhang of tunnel allemaal met het meest verbazingwekkend prachtige blauwe ijs. Ongelooflijk mooi. Bij elke plek in de boog kruipen en op het natte ijs liggen voor de foto’s voor iedereen. Behoorlijk relaxed zo, van de ene naar de andere plek gelopen en steeds verder van de heli landing vandaan. Af en toe belde de piloten om te vragen hoe het weer was want beneden was het blijkbaar aan het betrekken. Naarmate wij verder de gletsjer op gingen, belden zij vaker, maar het wolkendek bleef vrij stabiel aan de bovenkant van de bergrug hangen. Na bijna twee uur begonnen de wolken te dalen en werden de heli’s opgeroepen. Nog een foto in een overhangende schijf, waarbij een van de toeristen een eind horizontaal weggleed en haar vriend er achter aan dook. Het einde was gelukkig dicht, dus geen gevaar, wel dom want ze hadden hun spikes niet in het ijs gezet. Sam, onze gids, was erg vriendelijk en wilde dat we van alles konden genieten. We liepen zo hoog mogelijk op de gletsjer voordat we moesten terug naar de helipad. Maar toch nam hij de tijd om ons andere ijstunnels te zien met fantastische blauw ijs. Wij waren op de retourvlucht in de tweede helirit. Sam vroeg ons of we goede koks zijn, in het geval dat de heli kon niet terugkeren voor ons! Je kunt niet naar beneden lopen want er was een grote kloof in de gletsjer. Iets verder naar beneden staat een grote kist met noodvoorzieningen – tenten, eten, kookapparaat, enz. – in het geval dat hikers de hele nacht op het gletsjer moeten doorbrengen. Het was hem een keer gebeurd dat hij en een groep 6 uur moesten doorbrengen. Het is niet zo vaak dus. Goede communicatie en samenwerking tussen de piloten en de gids is essentieel om zulke situaties te voorkomen. De heli is teruggekomen. Op onze hurken, beschermden we onze gezichten tegen de ijsschilfers die de heli wegschoot. Vervolgens, glibberen en glijdend op het ijs, terug naar de heli. Eenmaal opgehaald bleek dat aan de valleikant de wolken al helemaal dichtgetrokken waren. We hebben erg geboft. Het was fantastisch en heel anders dan gisteren. Het zou erg jammer zijn geweest als we niet het hike konden doen. Geen andere kans, want morgen moesten we vroeg op weg naar Arrowtown. En zoals het was, een prachtig zonnige dag. Een hele goede top excursie deze toer; we kregen ook een diploma – “This is to certify that Doreen/Sjoerd Nienhuys did visit the mighty FOX GLACIER, did brave the inclemency of the South Westland climate and did endure the rambling discourses of the guide.” ‘Whitebait Paddy’ (Inanga in het Nederlands, alsof dat helpt!) Bonnie van Taupo raadde ons aan om ‘whitebait paddy’ te eten. Wij wisten niet wat een whitebait was, maar als je in Haast bent, moet je dan een ‘whitebait paddy’ proberen. Op de parkeerplaats was een leuke unieke fel gekleurd mobiel hutje waarvan de reclame zei dat ze de beste ‘whitebait paddies’ serveerden in de regio. Dus moeten we er een proberen. We hielden een leuk gesprekje met de vrouw terwijl ze de paddy voorbereidde,
14
eigenlijk een omelet met whitebait visjes er doorheen. Best lekker. Whitebait is een verzamelnaam voor hele jonge vis, meestal 25-50 mm lang. In NZ whitebait zijn het jonkies van galaxiids die als volwassenen in met bos omringde rivieren leven. De eitjes van deze galaxiids stromen naar de oceaan waar ze uitkomen en de jonkies zwemmen terug de thuisrivier op als whitebait. Whitebait is een delicatesse en een van de meest kostbare vissen op de markt, indien beschikbaar. De prijzen variëren tussen de NZ$ 50–70 (Euro 30-45) per kilogram. Opbrengst van de verkoop van whitebait worden ook belast, dit percentage is 25% in het fiscale jaar 2012-13. Zo hoor je nog eens wat. Queentown – Shotover Jetboot Vanuit Arrowtown waar we een prachtige B&B hadden, lag deze activiteit op de weg naar Queenstown en dus stopten we om te zien of we direct een boottocht konden boeken en niet eerst helemaal naar Queenstown rijden. We wilden deze jetboot vergelijken met de eerdere Buller Gorge rit. Het was niet druk en er ging vrijwel meteen een boot waar nog plaats op was. Met de Go Pass die we bij een jade winkel in Hokitika hadden gekregen, kregen we NZ$ 40 korting. Dat scheelt in de prijs! Omdat dit vlakbij Queenstown ligt, is dit de populairste jetboot met meer dan 3 miljoen bezoekers tot op heden. De rit was hooguit een half uur, maar erg snel en spannend en het ravijn was smaller dan bij Buller Gorge. Maar met de verhoogde zijkanten van de boot wordt je niet zo nat en er was een zachte stootrand om je armen te beschermen. Toch was het een uitstekende activiteit waar je toch jezelf goed vast moest houden. De organisatie had een privé stuk van de rivier en alles goed gecontroleerd met camera’s en intercom zodat er geen botsingen tussen de 4 boten kon ontstaan. Op de boot waren verschillende camera’s geïnstalleerd en je mocht je eigen camera niet meenemen. De gemaakte foto’s waren duur (als extra) en van slecht kwaliteit omdat er water op de lens zat; dus niet gekocht. Queenstown – Skyline Gondola en 5 Luge Ritjes We twijfelde om deze activiteit te doen want het bleek een beetje kinderachtig, maar onze motto, ‘nu of nooit want we komen niet terug’ overheerst. Dan zullen we 2, 3 of 5 ritjes doen. Vooruit, laten we de 5 luge ritjes kopen. Tjonge, wat zijn we blij want wat een lol! Met de gondola zijn we naar boven gegaan en daarna verder omhoog met een skilift naar het begin van twee slingerende betonnen banen. De eerste rit moet op de beginnersroute en voordat je mag rijden, krijg je een korte uitleg over hoe de luge (een eenpersoons bobslee met drie wieltjes) werkt, oefening doen met het stoppen, links draaien, rechts draaien, oké geslaagd, stempel op je hand en daar ga je. De beginnersroute (ofwel de ‘scenic route’) was wat minder steil dan de ‘expert route’. Eenmaal gestempeld kan je op de ‘herhaling rij’, een slee krijgen en ga je zonder verdere uitleg. Na twee keer op de scenic route waren we klaar voor de moeilijker luge baan. Dat was super snel en steil. In sommige bochten, als je de waarschuwingbordjes ‘langzaam’ niet volgde, kun je uit de bocht vliegen. Soms kwamen we op twee wielen de bocht door. Erg, erg leuk en spannend. We vlogen zo snel mogelijk de baan naar beneden. Op een ritje kwamen we een familie van 5 tegen op de expert baan die moeite had en een vrouw uit de luge stapte, pal in het midden van de baan. Wij moesten snel uitwijken om haar niet omver te rijden. Erg gevaarlijk wat zij deed, en ook de andere familieleden, want die waren in de bocht ook op de baan gestopt. Maar dat maakte de rit des de meer ingewikkelder en spannender. De attractie maakte ook foto’s want er was geen sprake van foto’s maken me je eigen camera langs de route; beide handen waren echt nodig om te sturen en stoppen (handvat naar voren duwen). Queenstown – AJ Hackett Nevis Swing, de langste ter wereld In Queenstown zochten we de swing (schommel) op, maar toen we bij een agentschap waren waar hele grote foto’s van hun swing waren opgehangen zei Doreen. Nee hoor, eerst 60 meter naar beneden vallen en dan swingen lijkt mij veel te eng, we moeten die andere hebben. Bij de Nevis Swing konden we meteen terecht voor de laatste bus, dus boeken en instappen. De bus was een omgebouwde 6WD vrachtwagen want op de farm moest je een erg steile helling op. Deze swing hing met een cabine midden boven een vallei van waaruit je gelanceerd werd. Toen we aankwam, liep een jongen weg, net zijn beurt gehad, en zei tegen ons, “wow, is dat angstaanjagend”. Wij dachten dat hij ons in de maling neemt. Het is maar een grote schommel, een makkie. We zaten naast elkaar en Sjoerd kon zijn arm achter Doreen om leggen. Nadat we goed waren aangehaakt en ingesnoerd, zittend boven de afgrond werden
15
we losgekoppeld. Toen vielen we voorover en minstens 50 meter steil naar beneden . . . ááááááááááh . . . Doreen schreeuwde haar hart uit en dacht, dit is het einde, iets is fout gegaan . . . dit hoort niet bij een schommel. Maar dan namen de schommelkabels de val over en met een gigantische halve zwaai vlogen we weer naar boven aan de andere kant van de diepe vallei. Halverwege begonnen we te draaiden om elkaar heen. Hoort dat zo? Niet echt, maar het komt doordat Sjoerd zwaarder was dan Doreen (met extra gewichten). We begonnen te lachen, en lachten we ons rot. Wat een adrenaline kick. Daarna weer terug en achteruit, zo heen en weer tot we een beetje tot rust waren gekomen, elke swing iets lager. Gaan we helemaal naar beneden tot de rivier, dacht Doreen? Maar na een tijdje werden we weer naar boven gehaald. Toen de twee jongens vroeg ons hoe het was, zei Doreen “Woauw dat was behoorlijk angstaanjagend!!! Erger nog dan bungy jumping.” De jongen had gelijk. We weten niet hoe de organisatie de vrije val zo geheim kan houden maar het maakte de adventuur nog leuker. Super. Awesome. Tops. Doubtful Sound Cruise – Fiordland Navigator Onze cruise begon vanuit Manapouri, eerst over het gelijkgenoemde meer varen in een grote moderne catamaran naar West Arm, de site van het ondergrondse waterkrachtstation. Helaas was er geen tijd om deze te bezoeken. Wij en de andere 48 of zo passagiers (de boot was niet vol, kan 70 passagiers slapen) gingen verder in twee bussen over Wilmot Pass naar Doubtful Sound; een uur ritje. Het was enigszins bewolkt en het uitzicht op de top van de pas was niet erg mooi, maar op de terugweg was dat heel anders, mooi uitzicht. Eenmaal op de Navigator regende het licht. Je zou denken, wat een pech, het regent. Door de regen, was er plotseling overal rondom de fjorden een heleboel dunne watervallen die van de bergen naar beneden stroomden. Prachtig. Als het droog is, zie je maar enkele permanente watervallen. Ook een paar pinguïns en zeehonden gezien. Halverwege was er een keuze tussen een bootje of kajaktocht, waarbij wij de motorboot namen met natuurgids Carol die van alles vertelde over de begroeiing in Crooked Arm. Boven op het zoute water ligt een laag zoet water dat nu in dikte geslonken was tot slechts een meter vanwege de droogte. Na deze excursie opende de crew, ‘het zwembad’, d.w.z. de passagiers kunnen zwemmen in de Sound en Doreen besloot ook een duik te nemen. Sjoerd wilde niet; te koud, bovendien moest hij foto’s maken. Geen tijd om te aarzelen, op de rand van de boot en spring. Tjonge, het water was ijskoud; maar 12 graden. Wat een schok. Het nam Doreens adem weg. Zij zwam zo snel mogelijk naar boven en gauw er uit waar de crew stond klaar met dikke handdoek. Daarna een lekkere warme douche (in onze hut) genomen. Was best luxe om een badkamer in je hut te hebben. De tocht ging verder naar de zeemonding waar op een aantal eilanden een grote zeeleeuwenkolonie lag. De golfslag was behoorlijk en de grote boot danste op het water heen en weer. Het waaide behoorlijk maar toch zijn we af en toe in de regen buiten gegaan om foto’s te maken. Maar hier was de boot erg aan het schommelen en het was best moeilijk om te blijven staan en je camera stil te houden om een foto te maken. We hebben veel van de vaartocht op de brug met de kapitein doorgebracht. Het uitzicht was prachtig, de kapitein was een prater en beantwoorden alle vragen die de passagiers stelden (soms 3 keer dezelfde vraag als passagiers kwamen en gaan) en het was er warm en droog. Op de terugweg op de hoofdfjord, vaarden we weer vlak onderlangs een hele grote waterval. Daarna naar een rustige zijarm (First Arm) van de fjord waar we voor anker gingen en het uitgebreide diner geserveerd werd. De volgende ochtend was het droog en met veel minder watervallen. Een stel dolfijnen gingen een eindje op de boeggolf van de boot mee. Net als in de reclame foto’s! Het was super ze te zien zo snel aan het zwemmen langs de boot, op een rij, en dan springen in de lucht. In Hall Arm stopte de boot en gingen ook de generatoren uit zodat het een paar minuten doodstil was. Je kon de watervalletjes horen en de vogels fluiten. Wat een bijzonder moment. We krijgen kippervel van aan de herinneringen. Daarna weer terug met de bus, naar de uitlaat van de Hydro-elektrische centrale, en tenslotte weer met de brede catamaran. Wat een prachtig boottocht. We hebben het beste van Doubtful Sound gezien en beleefd. Iedereen zei dat Doubtful Sound op zijn mooist is als
16
het regent en je de honderden watervalletjes zien – en dat is zo. Maar we hebben ook van het zonnige weer kunnen genieten op de tweede dag en dat was ook heel leuk. Een geslaagd activiteit. En te bedenken. Doreen wilde op eerste instantie deze overnacht cruise niet doen – herdenking aan haar Sri Lanka ‘cruise’. Tjonge, zijn wij ontzettend blij dat zij toch besloot om de cruise te boeken!! Bluff Oesters Je moet Bluff oesters eten, ze zijn de beste; dat is wat ons verteld werd. En waar is er een beter plekje om dat te doen dan in het dorpje Bluff? Het was een flink eind rijden tot aan het einde van het schiereiland. Toen we eindelijk Bluff dorpje bereikten, waren we verbaasd om een uitgestorven havenplaats met een lege ‘main street’ en een rij versleten gesloten winkels te zien. Geen cafés en een handje vol oude huizen. Wij hadden een heel andere sfeer verwacht. Misschien hebben we ons vergist om Bluff oesters in Bluff te gaan eten, maar het was ons wel aanbevolen. Oké, we zijn hier nu, dus laten we even iets verder langs de weg rijden voordat we terug naar Invercargill rijden. En daar, helemaal aan het einde van de weg met uitzicht over de baai en zee was het Drunken Sailor Restaurant op Bluff Point. En het was ook nog druk bezet. We kregen een tafeltje bij de raam en hebben heerlijk geluncht. Die Bluff oesters waren zo zacht van smaak. Verrukkelijk. De Kiwi’s hadden gelijk . . . ze waren de beste oesters we ooit hebben gegeten. Catlins – Het Zuiden Kust van NZ – Pinguïns en Zeeleeuwen Curio Baai is het best bekend als de plaats van een versteend (petrified) bos van zo'n 180 miljoen jaar oud. Het was laagwater toen we er laat in de middag aankwam. Perfect dus om het versteende bos te zien. Er waren veel andere bezoekers op de brede zandsteenachtig kuststrook. Niet zo zeer geïnteresseerd in de versteende hout, maar omdat er enkele (4 of zo) geeloog pinguïns uit het water waren gekomen en deze liepen voorzichtig, haast angstig van alle mensen, naar de struiken om te overnachten of hun jonkies te voeren. De geeloog pinguïn is misschien wel het zeldzaamste pinguïn soort. Dus iedereen was bezig foto’s te maken. De meeste mensen hielden zich aan de aanbevolen afstand, behalve twee Koreanen die met super telefotolenzen zowat bovenop en rondom een arme pinguïn liepen. Tjonge, ze hadden vanaf de parkeerplaats een foto kunnen maken met die grote lens! Sjoerd ging naar de versteende hout kijken, terwijl Doreen op een rots zat naast een ander echtpaar waar we op de Doubtful Sound cruise kennis mee hebben gemaakt en keek naar de pinguïns. Opeens keken we om en daar stond er nog een te wachten. Het maakte wat geluidjes waarbij langzamerhand naar haar/zijn partner is toegelopen en verdwenen in de struiken. Opeens hoorden we een paar rare geluiden vanuit de struik. Ahhhh, hankie-pankie? Maar het was echt niet het paartijd. Later leerden we dat na een dag op zee, terugkerende pinguïns een praatje met elkaar houden. Dus kletsen, niet vrijen. Op onze kaart werd Surat Bay aangewezen als een mogelijk plek om zeeleeuwen en zeehonden te zien. Toen we bij het strand aankwamen, keken we in beide richtingen maar zagen geen zeehonden. Een beetje teleurstellend, maar het was toch een prachtige baai en dus besloten we een wandeling te maken langs het strand. In de verte zagen we een aantal grote rotsen op het strand liggen. Plotseling een van de ‘grote stenen’ beweegt! Dit was onze eerste kennismaking met de grote, extreem dikke zeeleeuwen met hun lange snoeren. Het bleken er zes te zijn. Toen we dichterbij kwamen, begon een groep in actie te komen. Bij een groepje van drie probeerde het ene mannetje een andere weg te jagen bij het vrouwtje, hetgeen een aardige schermutseling inhield waarbij ze ook af en toe in onze richting chargeerde; wij een veiliger heenkomen op een laag duin gezocht en wat afstand gehouden. Het is vrij beangstigend wanneer een van deze reusachtige dieren brullend je afkomt terwijl hij zijn grote tanden laat zien! Liggend op het strand, leken de zeeleeuwen lui, te veel blubber om snel te kunnen lopen. Echter, wanneer ze willen, kunnen ze verrassend snel bewegen. Zeker niet een zeehond waar je naar toe wilt lopen en aaien zoals de schattige baby pelsrobben!
17
Cannibal Bay was een andere favoriete plek voor zeeleeuwen en we waren niet teleurgesteld met bijna 20 volwassen zeeleeuwen. De eerste lag te slapen, maar verderop lag een grote groep. Enkele mannetjes van de groep waren in de weer om vrouwtjes te benaderen en werden geweerd door de daarbij behorende mannetjes. Dat gaf nogal wat activiteiten en wij bleven wijselijk op enige afstand hoewel de zeeleeuwen zich dit keer weinig om ons bekommerden. Andere paartjes die wat opzij lagen bekommerden zich nergens om. We zagen jongere zeeleeuwen ook worstelen en elkaar bijten. We namen aan dat ze met elkaar speelden, maar ook een goede oefening voor toekomstige schermutselingen. Helaas, begon het te schemeren en we moesten weg. Moeraki Boulders Deze liggen op het strand, vlak langs de weg naar het noorden, richting Dunedin. Deze grote perfect ronde steenknollen staan op veel foto’s en zijn een merkwaardig verschijnsel. De parkeerplaats was een eindje terug langs het strand en rondom de bollen waren vrij veel toeristen, maar toen wij arriveerden begonnen de meeste weer terug te lopen. Op een goed moment waren wij slechts in ons eentje en konden leuke foto’s maken. Er hing op de muur in het café een interessant folder over de geologie van de knollen, te koop in de souvenirwinkel ernaast voor NZ$ 8 of zoiets. Dus een foto van gemaakt. Het bleek dat ze ontstaan zijn als organisch materiaal in de modder en zandlaag 4-5.5 miljoen jaar geleden, waarbij vanuit dat organische centrum zich een kristallisatie proces heeft voorgedaan waardoor er een bolvormige verharding is ontstaan en holle ruimtes. Sommige bevatten botten. Vervolgens hebben zich kwarts afzettingen naar binnen voorgedaan. Als de bollen uit elkaar vallen is dat langs die kwartvoegen. Otago Peninsula – Royal Albatross Colony – Classic Tour Het Albatros Centre, de hoofdreden voor ons verblijf op het Otago Peninsula, was pas 10:30 uur open, dus eerst kijken naar een albatros in vlucht. We dachten dat ze altijd te zien waren, maar later leerden we dat de volwassene vogels uren lang op zee vliegen en eten en komen alleen af en toe terug om de jonkies te voeden. Bijzonder dus. Op de middag tour, waren er geen ander deelnemers, dus kregen we een privé tour van gids Mary. Eerst een korte uitleg en een filmpje en daarna de heuvel op naar de observatie cabine. Rondom de center waren er 26 chicks en 20 jonkies. Tussen het gras zaten 3 witte donzige hulpeloze kuikens op hun ouders te wachten totdat deze voedsel kwamen brengen. We hadden 1,5 uur de tijd om iets te zien. Mary stond daar een beetje hulpeloos want het kon zijn dat je geen volwassene albatros ziet. Ze kunnen uren op zee blijven voordat ze terugkomen om de kuikens te voeren. We hadden het beste uitzicht op een van het kuiken die heet Quarry (omdat het nest naast de Quarry is). De namen van de kuikens werden gegeven door de plaats waar ze hun nest hadden. Hij wankelde als hij probeerde te lopen. En het piepte om zijn moeder of vader want hij had honger. Doreen zei tegen Mary dat zij wilde de moeder (of vader) van Quarry zien aankomen vliegen en hem voeren. Mary, een beetje bezorgd zei, “laten we hopen.” Opeens kwam een van de ouders aankwam zeilen, vlak langs de cabine. Hij maakte enkele cirkels. We hoopten met gekruiste vingers dat hij bij Quarry zou neerstrijken. Nog een rondje. Mary vertelde dat als je de vleugels van de albatros ziet wippen, gaat hij landen. Elke keer als hij binnen ons zicht vloog, hoopten we dat hij niet bij een ander nest uit ons zicht zou landen. Uiteindelijk landde hij . . . bij kuiken Quarry! De albatros leek alsof hij moe was en zat een tijdje uit te puffen. Maar langzamerhand kroop deze stapje voor stapje naar Quarry toe. Mary kon aan de ringen om de poot zien dat het Quarrys vader was. Daarna konden we zien hoe de vader Quarry voerde. Ongelooflijk. Mary kon haar ogen niet geloven. Wat zijn de kansen voor dit te gebeuren? Wat een bijzondere ervaring. We vroegen of we niet een kuiken konden adopteren, Quarry om precies te zijn, en Mary vond dat een goed idee en belde met de manager, een familielid. Na even later nog eens gebeld te hebben, konden we de manager spreken in de kantine waar we een overeenkomst hebben gemaakt voor adoptie van Quarry. Na een jaar kregen we een prachtige samenvatting (zie website Sjoerd, 55 MB).
18
Mt. Cook – Gletsjer Explorers Boottocht Prachtig zonnig weer; geen wolkje in de lucht. Voor de boottocht gingen we eerst met de bus een eindje en daarna 20 minuten lopen naar het einde van het gletsjermeer waar een paar glasvezel speedboten lagen. Eenmaal over de eindmorenen zag je in het meer dat er een groot aantal kleine ijsbergjes in het meer dreven op de grond waren vastgelopen, die kennelijk de vorige dagen naar het uiteinde van het meer waren geblazen door de koude wind die van de bergen naar beneden kwam. Met een zwemvest in de motorboot langs verschillende ijsbergen gevaren waarbij we een interessante uitleg kregen. Je kon aan de ijsberg goed zien hoe oud ze waren, waar ze van de gletsjertong waren afgebroken, en hoe ze tijdens het afsmelten in het water steeds kantelden. Het ijs van deze bergjes is ongeveer 300 jaar oud. We konden zelfs een stukje ijsberg uit het water vissen en likken. Daarna zijn we in de richting gletsjer gevaren die misschien 20 meter boven het water uitstak, en dus nog bijna 150 meter onder water zat. De gletsjer is hier nog ongeveer een kilometer breed en is de laatste jaren enkele honderden meters korter geworden zonder dat deze in de winter weer aangroeide. De tocht echter hield midden in het meer abrupt op want dichterbij dan 500 meter kwamen we niet bij de gletsjer. De gids had wel eerst uitgelegd dat we moesten blijven zitten zodat ze heel snel kon wegvaren in het geval er een stuk van de tong zou afbreken, hetgeen een week geleden was gebeurd. Dat terwijl de reclame foto’s lieten zien dat je onderlangs de gletsjer wand voer. Beetje behoorlijk misleidende reclame dus. Akaroa – Zeehondenkolonie Het was een lange rit van Mt. Cook naar Akaroa schiereiland; dus voor het laatste stuk nam Doreen het stuur en Sjoerd als navigator. Doreen dacht dat dit een heel ontspannen rit zou zijn – langs de verschillende baaien van het schiereiland. Dat was niet zo. Het schiereiland was helemaal niet vlak – na al het rijden in NZ waarom zou zij nu denken dat dit plotseling een vlak gebied zou zijn???? Het schiereiland bestaat uit enkele oude vulkaankraters. Dus een kronkelende weg de berg op, pas over, en weer kronkelend naar beneden. En alsof dat niet genoeg was, begon het te regenen! Op de top van de pas hadden we helemaal geen uitzicht; we zaten in de dikke mist. Wat was zij moe toen we eindelijk op onze bestemming voor vandaag aankwamen. Gelukkig hadden we goede instructies en de B&B was gemakkelijk te vinden. Onze B&B bood een bezoek aan een zeehondenkolonie aan. Maar Hanne vertelde dat haar man Paul zijn arm de dag ervoor erg had gesneden toen hij een vers gedode koe voor een vriend aan het schoonmaken was. Zij dacht dat hij de truck niet zou kunnen besturen en dan zou het bezoek aan de zeehondenkolonie niet door kunnen gaan. Maar we dachten ook dat we al heel veel zeehonden hadden gezien. Dus we probeerden om alsnog voor een laatste keer te gaan zwemmen met de dolfijnen. Maar helaas, de tours waren allemaal volgeboekt (een veel bezocht dagtocht uit Christchurch). Nou dat gooide roet in het eten. Wat is daar nog meer te doen, vooral als morgen net zo slecht weer is als vandaag. Tijdens het diner besloten we om i.p.v. twee nachten, maar eentje te logeren. Sjoerd wilde ook met bouwondernemers in Christchurch praten. Omdat we maar een halve dag in Christchurch hebben ingepland, was dan de tijd best krap. Bij terugkomst was Paul thuis, met een groot verband om zijn arm, Hanne had andere verplichtingen. We hebben een gezellige avond met Paul doorgebracht; veel gepraat over een glaasje wijn. Deze B&B was op een echte werking schaapboerderij. Dus vroeg Sjoerd hem of we onze initialen in een schaap konden scheren. Hij aarzelde, maar dat vond hij maar niets. Toen we Hanne bij het ontbijt ons idee vertelde, vond zij het erg leuk. Maar we konden Paul niet overtuigen om het te doen. Als je dat doen dan is de wol van het schaap helemaal niks meer waard; het moet in een geheel stuk zijn, niet met een S en D eruit! Jammer. Maar het goede nieuws was dat hij wel de truck kon rijden en dus ging de zeehondenexcursie toch door. Eigenlijk kwam het goed uit voor iedereen. Paul moest de volgende dag ook bij een golftournee zijn, Hanne had iets anders op haar agenda en wij konden daarna naar Christchurch rijden. Iedereen blij.
19
In de 4WD truck met Paul naar de zeehondenkolonie. Eerst de heuvels op naar de kust en daarna over zijn terrein met wat schapen en vee. We waren erg verbaasd na aankomst want dit was een echt grote zeehondenkolonie met heel veel zeehonden. Toen we aankwamen, lagen ze op de picknick tafel waar Paul de truck altijd parkeert. Te laat voor een foto want ze waren meteen weg. Verder over de rotsen naar beneden geklommen. Er lagen overal zeehonden. En te denken dat we die bijna gemist hadden! Het was erg indrukwekkend. Paul loopt altijd hetzelfde route zodat de zeehonden hebben een veilig gevoel en blijven zitten of liggen of spelen. We zagen vlakbij een moeder met kleintje dat aan het zogen was, maar dat was snel afgelopen en de moeder liep weg, de zee in. Het kleintje was erg nieuwsgierig en we denken dat het ook nog honger had. Langzamerhand kwam hij naar ons toe kruipen. Eerst rook hij aan Pauls schoenen, deinsde even achteruit en had daarna de moed om aan Doreens schoenen te snuffelen. Wat een schatje en zo dichtbij te zien; met die mooie grote ogen; prachtig. Een prachtig eind van een prachtig reis waar we zo veel zeedieren hebben gezien in hun natuurlijke habitat en van zo dichtbij. Christchurch We namen de binnenlandse pittoreske route, over de heuvelrug. Het eerste gedeelte, de Summit Road, was erg mooi met schitterende uitzichten. Die kwam uit op de top van de pas die we gisteren in de mist hebben gereden. Enkele kilometers verder, bij Okuit Vallei, zagen we een bord voor Port Levy, die dwars aan de andere kant van het schiereiland staat. De Summit Road was best breed en geasfalteerd, terwijl deze weg was heel anders. Tjonge, wat een smal, grotendeels onverhard, slingerend, steil weggetje was dat! Opeens stopte Sjoerd midden op het weggetje in een blinde bocht. Wat doe je nou, vroeg Doreen? Hij zei dat hij een foto van een boom die we net voorbij reden maken. Hij sprong uit de auto en begon de helling naar beneden te lopen. Doreen zat daar met kromme tenen want het was beslist niet de veiligste plek te parkeren. Ach, zei Sjoerd. Niemand rijdt op deze afgelegen weg, beslists geen toeristen en vooral geen caravans want er was een bord bij het verlaten van de hoofdweg met de aanwijzing dat de weg ongeschikt is voor campers. Weer op weg en enkele minuten later kwamen we een snel rijdende lokale jongen tegen. Nou, dat was niet verwacht en Sjoerds fotosessie had een ramp kunnen zijn. De weg ging hoger en hoger de vulkaanrug op. Eindelijk bereikten we de pas (Mt. Herbert 919 m) en begon te dalen naar de kust. We kwamen op weg naar beneden nog meer auto’s tegen. Is de kerk net uit??? De weg volgde een riviertje. Na Port Levy was het weer geasfalteerd en de heuvels in tot aan Diamond Harbour. Daar begonnen we ook borden voor Christchurch te zien. Bij Governors Bay hadden we een keuze om naar Christchurch te gaan. Of over de scenic Dyers Pass Road of verder rijden langs de kust naar Lyttelton en dan door een tunnel. Bij nu hadden we genoeg van bergpassen en slingerende wegen; dus namen we de tweede optie. We dachten in Lyttelton een kopje koffie te drinken maar het was niet zo gezellig. De weg naar de enige bezienswaardigheid, de Timeball Station, was gesloten en het was ruim 15 minuten lopen. We dachten niet dat het de moeite waard was. Het was maar goed ook want we later hebben geleerd dat het station niet meer bestaat, vernield in de aardbeving! Door de tunnel naar Christchurch. In het centrum van Christchurch was er geen tekort aan parkeerplaatsen, heel veel gebouwen zijn tot in de grond gesloopt. Dus het was even zoeken voor de goedkoopste, maar niet te ver van het centrum vandaan. We hebben de hele dag rondgelopen. Het is onvoorstelbaar dat we zo lang door (eigenlijk rondom) het vernielde stadscentrum konden wandelen. Het leek eerst niet zo groot van afmeting, maar de wandeling was een paar km bij elkaar. Elke week komen er een paar extra straten open, dichterbij het centrum. We hebben ook de beschadigde kathedraal kunnen zien. Doreen vond het Re:START container winkelcentrum erg leuk; anderen niet want het is een herinnering aan een erg trieste gebeurtenis en hoe lang het duurt voordat alles weer op orde is. Maar de containers zagen er vrolijk uit – allerlei verschillende kleuren. Helaas waren alle kassen, behalve die met varens, in de beroemde botanische tuin gesloten vanwege schade. Het was wel indrukwekend en moeite waard om Christchurch te zien. Onze laatste nacht in NZ. We hadden geen betere B&B konden kiezen. Barbara en Murray (Condell Gardens B&B) waren erg aardige gastheren . . . net zoals alle anderen . . . en als we genoten van de fles Sauvignon Blanc die ze in de koelkast voor ons hadden gezet we bedachten over wat een prachtige, fantastische, geweldig, avontuurlijk, vakantie het was. Een van de beste!
20
Verder dit jaar hebben we wat vooruitgang gemaakt met onze Pieterpad lopen. Enkele meer etappes en we het eerst boek af hebben! Maar de grootste verandering in onze leven is dat Sjoerd heeft een nieuwe baan. Niet in het buitenland, maar ook niet om de hoek, in Assen. Het is te ver om te forensen, dus logeert hij 3 nachten in de week in een B&B recht tegenover het kantoor. Hij werkt voor NAM en houdt zich bezig met het produceren van materiaal voor de training van middelbare technici op het gebeid van aardbeving bestendig bouwen. Verder zijn we gezond, blij en nog steeds verliefd op elkaar! En de lente staat voor de deur. Een beetje laat, maar we willen jullie allemaal een geweldige en boeiende rest van 2014 wensen!!!
Sjoerd en Doreen
21