Hét Haagse tijdschrift voor natuur en milieu
11de jaargang, nummer 1, 1 januari - 31 maart 2011
Een alternatieve A4
Milieucentrum jubileert
Bye bye Bouwcarrousel
Het kabinet wil de doorstroming bevorderen door middel van meer en bredere wegen. Landschapsarchitect Freerk Kiesow wil hetzelfde bereiken door het aantal rijbanen juist in te krimpen. Less is more. Pgs. 4 en 5
Het Haags Milieucentrum werd opgericht in 1991 en bestaat dit jaar dus twintig jaar. Daar gaat u nog veel van horen, te beginnen op:
De tien jaar heeft het bedrijf net volgemaakt. Bouwcarrousel, dat zich bezighield met het recyclen van bouwmaterialen, gooit het bijltje erbij neer. Een terugblik.
Pgs. 10 - 12
Pgs. 6 en 7
Van de redactie
Inhoud Inhoud Van de redactie Een hangende tuin De A4-passage Bouwcarrousel uitgedraaid Stedelijke windmolens De Haagse Mobiliteitsnota 20 Jaar Haags Milieucentrum Stadsgids en duinen-dvd Smaakstof; Pètrix’ kookideeën Korte berichten De column van Julius Pasgeld BoekenBranding Agenda De Vegetarische Slager
2 3 4-5 6-7 8 9 10-12 13 14 15 16 17 18-19 20
Ja, u ziet het goed, deze Branding is in full-colour! We hebben dan ook wat te vieren. Het Haags Milieucentrum bestaat in 2011 twintig jaar, en dat zullen wij niet ongemerkt voorbij laten gaan. In deze Branding vindt u de eerste uit een serie terugblikken, met tevens een vooruitblik naar de verschillende jubileumactiviteiten. Ook in dit nummer veel aandacht voor mobiliteit. De gemeente werkt aan de opvolger van de mobiliteitsnota die momenteel van kracht is. Zal de kans om het vervoer in en om Den Haag te verduurzamen nu gegrepen worden? Iemand die heel innovatief denkt – en niet alleen op het gebied van vervoer – is landschapsarchitect Freerk Kiesow. In deze Branding zet hij uiteen hoe met een herschikking van de rijbanen van de A4 diverse voordelen te combineren zijn. Over innovatief gesproken: er is nu een windturbine op de markt die geen wieken heeft, maar een trekgat. De DonQi, zoals hij heet, vindt over de hele wereld aftrek. Hoeveel exemplaren zullen er op Haagse daken terechtkomen? En nog meer innovatie: kunstvlees waarvan veel mensen zeggen dat het net ‘the real thing’ is. De Vegetarische Slager mag in onze serie over duurzame bedrijven in Den Haag niet ontbreken. Wij wensen u veel leesplezier!
Colofon > Hoofdredactie Bob Molenaar > Bijdragen Sanne Brienen, Rob Gort, Freerk Kiesow, Lennart v.d. Linde, Bob Molenaar, Pètrix, Julius Pasgeld > Fotografie Sandra Kamphuis (pgs.1,2,3 h,10-12,14-16,20), Niek van Vliet, KuiperCompagnons (pag.3), Morfis (pag.3 i,12), Bouwcarrousel (6,7), Loes Jalink (pag.10 h), Peter Blair (pag.10-11mid.) > Kopij Kopij voor de volgende Branding inleveren vóór 2 maart 2011. Branding wordt met veel zorg samengesteld. De redactie aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of voor auteursrechten van ingezonden kopij > Oorspronkelijk ontwerp Peter Lammertzen, VlamDesign > Opmaak Sandra Kamphuis > Foto voorpagina Voor wie meer dan genoeg heeft van de sneeuw: een mooie, sneeuwloze decemberavond in Meijendel > Druk Zijlstra Drukwerk, Rijswijk > Redactieadres Haags Milieucentrum, Groot Hertoginnelaan 203, 2517 ES Den Haag, t. 070 3050286, www.haagsmilieucentrum.nl,
[email protected] > Gironr. 94256 tnv. Haags Milieucentrum > Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever •
De uitgave van Branding wordt mede mogelijk gemaakt door steun van de Nationale Postcode Loterij.
> Stichting Aarde-Werk, Hugo de Grootstr. 8, 2518 ED Den Haag, t. 3457847 > Biesieklette, Heeswijkplein 86-87, 2531 HG Den Haag, t. 3942211 > Stichting Egelopvang Den Haag e.o., Jacob Hopstraat 8, 2582 TV Den Haag, t. 3254045 > Fietsersbond Den Haag, Postbus 11638, 2502 AP Den Haag, t. 3609783 > Haagse Bond van Amateurtuindersverenigingen Postbus 33914, 2503 BE Den Haag, T. 3298895 > Haagse Dierenbescherming Frederik Hendriklaan 85 a, 2582 BV Den Haag, t. 3924289 > IVN, Vereniging voor Natuur- en Milieu-educatie Den Haag, Mw. M. Witte, Strausslaan 331, 2551 NE Den Haag, E.
[email protected] > KMTP/’Groei & Bloei’ Den Haag, Groot Hertoginnelaan 11, 2517 EA Den Haag, t. 3654445 E.
[email protected] > Kon. Nederlandse Natuurhistorische Vereniging Den Haag, Ruimzicht 104, 2543 RN Den Haag,
[email protected] > Milieudefensie Den Haag, Cannenburglaan 22, 2532 AM Den Haag, t. 3621542 > NIVON Zuid-Holland-West Seinpostduin 98 2586 EC Den Haag t. 3914725 > ROVER, afdeling Den Haag Marc Schram, Albert Termotestraat 155, 2552 WD Den Haag, t. 3912356 > Stichting Stedenband Den Haag-Warschau, Torenstraat 172, 2512 BW Den Haag, t. 3658183 > Haagse Vogelbescherming, Altingstraat 12, 2593 SX Den Haag, T. 0174 213825 > Wereld Natuur Fonds Den Haag, Wildenberg 3, 2716 ND Zoetermeer, tel 06 29419577 > De Windvogel, Arnout Verhulst, Molenring 127, 2741 MZ Waddinxveen, t. 0182-614245. > Voor meer informatie: Haags Milieucentrum, t. 3050286, www.haagsmilieucentrum.nl • 2 branding januari-maart
Een hangende tuin naast Babylon Geen ‘M’ naar ontwerp van Rem Koolhaas voor het Centraal Station, maar wat dan wel? Een groep van zo’n dertig mensen trotseerde de vrieskou om ter plekke ideeën uit te wisselen. De lelijke betonnen voorgevel van Stichthage, het kantoorgebouw van het Centraal Station, zal voorlopig niet door een andere gevel aan het oog worden onttrokken. Wel heeft de Haagse gemeenteraad een motie aangenomen om deze gevel in een hangende tuin te veranderen. Geen hangende tuinen van Babylon in Den Haag, mogelijk wel een hangende tuin naast Babylon. Een groene gevel is niet alleen mooi, maar brengt in de zomermaanden verkoeling, vangt stof af en draagt bij aan de biodiversiteit. Maar waarom de omgeving niet ook meteen wat vergroend?, vroeg Geert van Poelgeest, projectcoördinator Natuur en Water bij het Haags Milieucentrum, zich af. En zo wierp op 30 november 2010 onder zijn leiding een groep bewoners, hoveniers, ambtenaren, raadsleden, studenten, architecten en andere geïnteresseerden kritische blikken op het stationscomplex. Dat het Koningin Julianaplein – het plein voor het station – ook wel wat groen kan gebruiken, daar was iedereen het roerend over eens. De scheidslijn tussen de verstening van het stationsgebied en de natuur van de Koekamp, het Haagse Bos en het Malieveld ertegenover, is té abrupt. De groep was het er al snel over eens dat het uniek zou zijn om midden in een stadscentrum uit de trein te stappen en dan groen te kunnen zien. Juist op deze locatie kan Den Haag zich profileren als duurzame stad. Na dit creatieve kleumen wachtten op de negende verdieping van Stichthage koffie en thee, waar de brainstorm met
aanzienlijk warmere handen werd voortgezet. Gemeenteambtenaar Niek van Vliet toonde fotocollages van hoe het stationsgebouw er met een groene gevel uit zou kunnen zien, en drie gespecialiseerde bedrijven (Mobilane, Copijn en Hoek Hoveniers) gaven uitleg over ophangsystemen, de keuze van beplanting en de relatie met het onderhoud.
Rust voor de reiziger Marian Looije, bekend van onder meer de Vlindertuin Reigersbergen, had zowel ideeën voor het stationsgebouw als voor het plein. Looije: “De gevel van het NSgebouw heeft mogelijkheden om deze interessant te maken. Een paar vliegende ooievaars, die als het ware naar de Koekamp vliegen, zouden goed passen bij een Haags Centraal Station. De ooievaars zouden uit zwart metaal gemaakt kunnen worden in een vliegend silhouet, als zijnde een knipselwerk. De silhouetten met subtiele lichtjes vormgeven biedt mogelijkheden om de ooievaars als het ware te laten vliegen, wat ‘s avonds erg mooi zal zijn om te zien.” Het KJ-plein moet in de visie van Looije een plek zijn waar gehaaste treinreizigers tot rust kunnen komen. Ze stelde daarom voor om in het midden een rond plateau aan te leggen, voor onder meer lunchconcerten en straatartiesten. Daaromheen kunnen fruitbomen worden aangeplant, die in elk seizoen interessant zijn om te bekijken. Onder de bomen kunnen banken worden geplaatst en een lint van fruitbomen zou kunnen doorlopen naar de Koekamp. Architect Arjan Oos-
De impressie van Niek van Vliet
terhof benadrukde ook de link met de Koekamp. Hij wil de sfeer ervan op het plein doortrekken, maar behalve groen en wandelpaden moeten er volgens hem zeker ook een kiss-and-ride-zone en gelijkvloerse stallingsmogelijkheden voor fietsers komen. “Leg er gratis fietsenstallingen aan, overkapt met sedumdaken”, opperde Geert van Beers van Hoek Hoveniers. lees verder op pagina 12
De Haagse Appel
Zonde om op dat grote, lege plein geen plek voor de fiets in te ruimen!, vindt de Fietsersbond afdeling Haagse regio. Zowel de NS-stalling onder het station als de nieuwe fietsflat is niet bijster praktisch in het gebruik. Bovendien is nu al bekend dat hun gezamenlijke capaciteit binnen een paar jaar niet meer toereikend zal zijn. De Fietsersbond pleit niet voor een terugkeer naar de fietsenzee van weleer, maar voor een aansprekende icoon met een capaciteit van achthonderd tot duizend fietsparkeerplaatsen. Inspiratie kwam van de Fietsappel, die in augustus 2010 naast NS-station Alphen aan de Rijn verrees (een ontwerp van Architectenbureau KuiperCompagnons). Een Haagse variant daarop kan mooi gebouwd worden op het KJ-plein. De Alphense appel is een soort bouwdoos. Als het plein definitief bebouwd gaat worden, zou de Haagse variant elders in de stad opnieuw opgebouwd kunnen worden.
januari-maart branding 3
A4-passage Den Haag: is Sinterklaas de weg kwijt? – verbetering van de kruispunten en op- en afritten voor de A4 – wijzigingen van de weefvakken van en naar de A4 – aanleg van een nieuwe parallelweg in de Vlietzone ten westen van de A4 – een separate noord-zuidverbinding voor het doorgaande verkeer Amster- dam-Rotterdam ten oosten van Zoeter- meer en Haaglanden of – een nieuwe noord-zuidverbinding voor doorgaand verkeer ten westen van Zoetermeer.
De A4 mag dan belangrijk zijn voor de Nederlandse economie, voor omwonenden brengt ze ook nadelen. Onder meer vormt de weg een enorme barrière tussen twee Haagse wijken. Landschapsarchitect Freerk Kiesow, adviseur van het Haags Milieucentrum, schetst een alternatief. “Wat een timing”, dacht ik toen ik op de laatste werkdag voor Sinterklaas vernam dat Minister Schultz van Milieu en Infrastructuur als een heuse Sint 1,25 miljard euro over had om in de komende jaren de fileproblematiek rond Utrecht flink te lijf te gaan. Voor veel mensen in de regio Den Haag zal dit bericht misschien wel hard zijn aangekomen. De verkeersproblemen zijn immers ook hier niet van de lucht. Maar flinke bakken met geld zijn op dit moment in geen velden en (rijks) wegen te bekennen.
Verdere verkeersgroei Een van de grootste knelpunten voor het wegverkeer in de regio Den Haag vormt al enkele jaren de A4-passage tussen de knooppunten Ypenburg en Prins Clausplein, waar elke werkdag meer dan 130.000 weggebruikers worden geteld. Vooral in de spitsuren leiden de immense verkeersstromen elke werkdag tot flinke files, waardoor de bereikbaarheid van Den Haag steeds verder afneemt en de leefbaarheid van aangrenzende stadsdelen als Ypenburg en de Vlietzone zwaar onder druk komt te staan.
4 branding januari-maart
Met het oog op de negatieve consequenties van deze ontwikkelingen hebben Rijk, provincie en de regio Haaglanden al in 2009 het initiatief genomen voor een gezamenlijke aanpak van de regionale verkeersknelpunten in en rond Den Haag; één en ander onder leiding van een gezamenlijk projectteam en onder de noemer “MIRT-verkenning Haaglanden”. ‘MIRT’ is een afkorting van Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport. Gezien het belang van goed bereikbare woon- en werkgelegenheidslocaties is de projectgroep eerst een globale verkenning gestart naar de ruimtelijke en economische ontwikkelingen van Haaglanden tot 2020/2030. Vervolgens zijn de hieruit voortvloeiende consequenties voor het openbaar vervoer en het regionale wegennet in kaart gebracht. Daarbij is onder andere gebleken dat de verkeersintensiteit op de A4 en de A12 in de komende tien jaar verder zal groeien tot meer dan 170.000 voertuigen per dag. Hierdoor zullen de leefbaarheids- en bereikbaarheidsproblemen rond de Vlietzone vermoedelijk nog verder toenemen.
Lokaal en regionaal verkeer Om deze trend te keren is tijdens de verkenningen ook nadrukkelijk naar de oorzaken van de wegverkeersproblemen gekeken. Een van de belangrijkste constateringen hierbij was dat de fileproble-
matiek niet alleen het gevolg is van een algemene toename van de automobiliteit in Nederland. Het fileleed bleek voor een flink deel ook te wijten aan een matige regionale planning van nieuwe woon- en werkgebieden als Leidschenveen, Ypenburg, Forepark en Rokkeveen. Daardoor is de ontwikkeling van het lokale hoofdwegennet achtergebleven bij de mobiliteit die dergelijke nieuwbouwgebieden genereren, zodat thans meer dan 70% van het verkeer op het A4-traject in Den Haag uit regionaal of lokaal verkeer bestaat. Een tweede belangrijke constatering was dat de fileproblematiek ook te wijten valt aan een zeer hoge intensiteit aan in- en uitvoegend verkeer op en naar de Rijkswegen A4, A12 en A13. Hierdoor vermindert de doorstroming van het verkeer, hetgeen negatief uitpakt voor de bereikbaarheid van belangrijke kantorenlocaties en bedrijventerreinen in Haaglanden. Maar ook voor het doorgaande landelijke verkeer tussen Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen.
Wensbeelden of waanbeelden Rekening houdend met deze conclusies heeft het projectteam in 2010 onderzocht hoe een betere doorstroming van het verkeer en een betere scheiding van lokaal verkeer enerzijds en doorgaand (inter)nationaal verkeer anderzijds te realiseren viel. De belangrijkste oplossingsrichtingen daarbij waren:
De laatste twee opties vielen tijdens een eerste ambtelijke haalbaarheidstoets al snel af, wat het projectteam betreft. Niet alleen bestaan er twijfels aan de verkeerskundige (meer)waarde van deze verbindingen, maar ze zouden belangrijke groen- of natuurgebieden doorsnijden (zoals het Groene Hart!) en kunnen op weinig maatschappelijk draagvlak rekenen.
Notitie Het projectteam MIRT vatte de resultaten van de haalbaarheidstoets voorjaar 2010 samen in een notitie, die oorspronkelijk als startdocument voor een nieuwe fase van planvorming voor de A4 was bedoeld. Door de val van het kabinet Balkenende IV kon de formele besluitvorming hierover niet meer worden afgerond, zodat de notitie nu nog slechts de stand van zaken rond het zomerreces van 2010 weergeeft (zie ook www.mirtverkenninghaaglanden.nl). In verband met de effecten van de A4 op de Vlietzone is deze notitie door veel belangenverenigingen in dit gebied met argusogen gelezen. Een daarvan is de Vereniging Houdt Vlietrand Groen, die namens meer dan veertig belangenorganisaties toeziet op de planvorming en ruimtelijke ordening in en rond de Vlietzone. Hoofddoel van deze vereniging is het behoud en de versterking van een groene Vlietzone, waartoe onder meer wordt samengewerkt met het Haags Milieucentrum. Dit heeft in de afgelopen jaren geleid tot onder meer de uitwerking van duurzame toekomstvisies voor de Vlietzone (zie ook Branding 2010-3).
Gezamenlijk hebben deze organisaties de projectleiding van de MIRT-verkenningen een duurzamer alternatief voor de A4-passage aangeboden (zie www.vlietrandgroen.nl). Zij pleiten voor een vereenvoudiging van de huidige, complexe wegenstructuur tussen het Prins Clausplein en het knooppunt Ypenburg. Ze adviseren om de bestaande, soms breed uitwaaierende weefvakken van de A4 plaats te laten maken voor een parallelwegstructuur met een nieuwe hoofdrijbaan aan de zuidoostkant van de A4. De huidige hoofdrijbaan en de op- en afritten rond het Prins Clausplein zouden in dit geval een meer regionale dan wel lokale functie krijgen, waarmee tegemoet gekomen wordt aan de behoefte aan meer regionale en lokale wegcapaciteit. Deze aanpak brengt een aanzienlijke ruimtewinst met zich mee en maakt het mogelijk een groentraverse boven de A4 aan te leggen. Hierdoor kan de huidige barrièrewerking van de A4 worden weggenomen en kunnen Ypenburg en andere stadsdelen in de Vlietzone weer rechtstreeks met elkaar worden verbonden. Met de ruimtewinst kan de gezamenlijke breedte van alle rijbanen op een aantal plekken min of meer gehalveerd worden, Het aantal rijbanen kan worden teruggebracht van de huidige 2 x 12 (incl. vluchtstroken) naar 2 x 8 (ter vergelijking: in de
berichtgeving over de ringweg Utrecht was eind 2010 sprake van 2 x 7 rijstroken excl. vluchtstroken).
Rijd toch niet stilletjes... Houdt Vlietrand Groen en het HMC mogen in de komende tijd een uitnodiging verwachten om hun toekomstperspectief nader toe te lichten. Het alternatief maakt mogelijk ook een kans om meegenomen te worden als onderzoeksalternatief bij de nog te doorlopen MERprocedure voor de MIRT-verkenningen. De belangrijkste beslissing valt vanzelfsprekend op landelijk niveau. Als Minister Schultz opnieuw bereid is voor de oplossing van een landelijk en regionaal verkeersprobleem rijksgeld beschikbaar te stellen, is er een gerede kans dat de A4-passage in Den Haag een verder reikende aanpassing zal ondergaan dan tot voor kort mogelijk werd geacht. Daarbij zouden ook de kansen toenemen voor een brede groentraverse boven de A4, die het stadsdeel Ypenburg weer met de Vlietzone en de overige stadsdelen van Den Haag en Voorburg West gaat verbinden. Zal de Sint Den Haag en de Vlietzone de volgende keer wél weten te vinden? Freerk Kiesow-Botyanovska, Landschapsarchitect en adviseur van het HMC
Rotterdamsebaan of Rotterdamse tunnel?
Tot op heden doorkruisen twee autowegen de Vlietzone: behalve de A4 ook de A12. Over een tijdje zal hier de Rotterdamsebaan bijkomen. Deze verbinding (voorheen ‘Trekvliettracé’ genoemd) moet Knooppunt Ypenburg met de Binckhorst gaan verbinden. Bewoners en gebruikers van de Vlietzone vrezen dat de leefbaarheid van het gebied daaronder ernstig te lijden krijgt en pleiten voor zoveel mogelijk ondertunneling. De Rotterdamsebaan zou in hun visie zo dicht mogelijk bij Knooppunt Ypenburg pas weer bovengronds moeten komen. Vanuit de Klankbordgroep Rotterdamsebaan is dit uitgewerkt in een tracévoorstel (de zogeheten C4+ variant). Deze variant kwam in een vergelijking door ingenieursbureau Royal Haskoning als beste uit de bus voor het behoud van de bijzondere waarden van de Vlietzone. Waar het gaat om de effecten op het gebied van verkeer zou de langetunnelvariant slechter scoren. Merkwaardig, vindt Platform Houdt Vlietrand Groen. Het (graduele) verschil in verkeersafwikkeling wordt uitsluitend veroorzaakt door het wel of niet aansluiten van de Rotterdamsebaan op de Laan van Hoornwijck. En die aansluiting was in het ontwerp van de weg nooit voorzien en is ook niet onderzocht in de milieueffectrapportage. Houdt Vlietrand Groen verwacht niet dat een tunnel veel duurder zal worden dan een bovengrondse variant. Met een tunnel worden ook kosten bespaard. De Haagse gemeenteraad zal medio januari weer over de Rotterdamsebaan praten.
januari-maart branding 5
Bouwcarrousel (voor lopig) uitgedraaid men die men levert, en of die wel geschikt zijn voor hoogwaardiger toepassingen. Maar dat gebeurt niet, de overheid en de opdrachtgevers vinden het allemaal wel best.”
Loze claims
Rechts op de foto Rob Gort
Bouwcarrousel BV zet zijn activiteiten stop. De recessie gaf de doorslag, maar volgens directeur Rob Gort is de markt nog niet rijp voor een bedrijf dat bruikbare materialen uit slooppanden haalt om die opnieuw te gebruiken. Of misschien zelfs wel minder rijp dan tien jaar geleden het geval was… Bouwcarrousel wist in zijn tienjarige bestaan (aanvankelijk onder de naam Stichting Bouwkringloop i.o.) een voorraad bouwmaterialen ter grootte van ongeveer 160 zeecontainers te verzamelen. Daarnaast vonden zo’n 2500 m3 aan bouwmaterialen (overeenkomend met 80 containers) hun weg naar klanten in binnen- en buitenland. De onderneming sponsorde verder nog hulpprojecten in Roemenië, Suriname en Burundi met bouwmaterialen zoals keukens, sanitair, ramen en deuren. Tientallen leerlingen uit vooral het vmbo, maar ook zmlk- en speciaal onderwijs vonden bij Bouwcarrousel een stageplek waar ze praktische vaardigheden konden opdoen voor het werken in de bouw. En het bedrijf bood in zijn tienjarig bestaan circa twintig manjaren aan WIW-banen en daarnaast circa zestig manjaren aan reguliere banen. Maar die tijd is voorbij. De nominaties voor twee nationale duurzaamheidsprijzen – de Nationale Toekomstprijs en het Ei van Columbus - hebben Bouwcarrousel niet kunnen redden. Het is Rob Gort
6 branding januari-maart
vreemd te moede. “Misschien stond de markt er tien jaar geleden wel meer voor open dan nu”, zegt hij. “Ondanks dat duurzaamheid steeds meer in de belangstelling staat, zowel bij overheden als bij opdrachtgevers zoals woningcorporaties en grote bouwondernemingen, zelfs bij sloopaannemers.”
Dichtgetimmerd De professionele bouwsector in Nederland wil er echt niet aan, heeft hij ondervonden. “Dat komt omdat er nauwelijks een millimeter ruimte zit in de bouwbestekken voor de nieuwbouw, en particuliere kavels zijn gewoon bijna niet beschikbaar. Ook in de sfeer van vastgoedonderhoud wordt er steeds meer dichtgetimmerd in certificaten, normen, protocollen enzovoort, die enkel zijn ingericht op het gebruik van de mainstream-producten in de bouw. Dit zal voorlopig ook niet veranderen, vrees ik.” De recessie zorgde er voor dat de opdrachtenportfolio te dun werd. Duurzaam slopen is behoorlijk wat duurder dan de gangbare manier, en opdrachtgevers waren steeds minder bereid daarvoor te betalen. Gort: “En bijna elke sloper beweert tegenwoordig duurzaam te slopen, wat natuurlijk niet waar is. Kijk maar eens hoe het er aan toe gaat. En reken de afvalstromen en hergebruikspercentages maar eens echt door. En kijk dan ook naar de kwaliteitsniveaus van de reststro-
Loze duurzaamheidsclaims, halve waarheden en hele onwaarheden beschouwt Gort weliswaar niet als exclusief voor de bouwsector en de toeleverende industrie, maar die blinken er naar zijn mening wel in uit. Gort: “Neem de recycling van pvckozijnen. Al sinds 1994 bestaat hiervoor de stichting recycling VKG, opgericht door de branche zelf, maar de inzameling en recycling kwamen al die jaren nauwelijks van de grond. Daarbij is de verantwoordelijkheid voor de inzameling de afgelopen tien jaar binnen de sector ook geregeld verschoven. TNO heeft daarover in 2008 een vernietigend rapport gepubliceerd. Het gaat sinds kort wel beter, maar nog steeds is onduidelijk welk deel van het ‘recycling-granulaat’ afkomstig is uit de sloop- en verbouwsector, en welk deel productie-afval van de kozijnenfabrikanten is. Vanuit de sloop- en renovatiesector wordt nog maar een klein gedeelte apart ingezameld. Recyclingclaims staan intussen wel gewoon in brochures van kozijnenleveranciers en op websites vermeld. Mensen die een keuze willen maken tussen kozijnen van hout, pvc of aluminium krijgen daardoor zand in de ogen gestrooid.” “Voeg daarbij dat er slechts enkele bedrijven zijn die kozijnprofielen maken waarin regranulaat verwerkt is, en je begrijpt dat sluiting van de kringloop nog ver weg is.” Rob Gort kan zich er echt kwaad om maken. “Ongeveer vijftien jaar lang heeft men een beetje aan kunnen klooien en eigenlijk niet meer dan lippendienst aan recycling bewezen. Vijftien jaar!” Afgezien van FSC-hout zijn de afgelopen tien jaar volgens Gort zo goed als verloren geweest voor het afval- en grondstoffenbeleid in Nederland. Gort: “Energie is niet het probleem, en CO2 evenmin. Bodemvruchtbaarheid, water- en grondstoffenverbruik zijn de milieuthema’s waar het om gaat draaien, naast
Factor 20
Het ‘factor 20’-principe, in 1992 geformuleerd door Weterings en Opschoor, is een methode om de milieudruk te relateren aan de bevolkingsomvang en de gemiddelde welvaart per hoofd van de bevolking. En wel volgens de formule D = B x W x M, waarbij D de mondiale milieudruk is, B de bevolkingsomvang, W de gemiddelde welvaart per hoofd van de bevolking en M de milieudruk per eenheid welvaart. Ervan uitgaande dat de wereldbevolking verdubbelt tot het jaar 2040 en de wereldwijde welvaart vijf keer zo groot wordt, dient de relatieve milieudruk een factor 20 kleiner te worden (t.o.v. 1990) om een halvering van de wereldwijde milieudruk te bereiken. Voor Nederland en andere westerse landen zou die reductie in 2040 gerealiseerd moeten zijn. Aangezien we nu halverwege de periode zitten, zou de milieudruk inmiddels minstens een factor 10 lager moeten zijn. “En daar zitten we nog heel ver vanaf”, aldus Rob Gort.
het behouden en creëren van robuuste gebieden voor de natuur. Over de factor 20-economie (zie kader, red.) hoor ik veel te weinig vanuit de milieubeweging. Iemand moet het juiste einddoel blijven aangeven. Als de overheid dit nalaat, wie blijft er dan nog bij de les? De uitdaging ligt er voor de milieubeweging in om de boodschap te verbreden en er kwesties rondom maatschappelijke kosten bij te betrekken. Zodat duidelijk wordt dat er bij een stringenter milieubeleid veel te winnen valt.”
Hulporganisaties “Maar”, zegt Gor t, “mijn grootste teleurstelling is wel dat de grotere Nederlandse hulporganisaties onze hoogwaardige bouwmaterialen niet willen gebruiken bij hun buitenlandse wederopbouwactiviteiten. Ze blijven stug volhouden dat ze de lokale economie willen stimuleren, terwijl heel veel bouwmaterialen die ze gebruiken, geïmporteerd worden. Voor de handelaar en de timmerman ter plekke maakt het niet uit. Die kan zowel wat verdienen aan geïmporteerde nieuwe materialen als aan onze gerecyclede. De grote hulporganisaties beweren een duurzame mondiale ontwikkeling voor te staan, maar ik heb daar per saldo niets van gemerkt. En ik heb er toch heel veel tijd en aandacht in geïnvesteerd.” Voor kleine hulporganisaties maakt Gort een uitzondering. Die willen wel. Maar die hebben weer geen geld om containers met tweedehands-bouwmaterialen de oceanen over te sturen. “Op zich is het gebruik van tweedehands materiaal geen probleem”, reageert Ruud Huurman van Oxfam Novib.
“Maar als hulporganisatie zijn we in het algemeen geen voorstander van het in natura sturen van goederen naar rampgebieden. Vaak kost het onevenredig veel om containers over de oceaan te sturen.” “Hulporganisaties moeten zo efficiënt mogelijk werken”, benadrukt Huurman. “In het algemeen is het goedkoper nieuw bouwmateriaal aan te schaffen in het land zelf, of in het geval van Haïti bijvoorbeeld in buurland de Dominicaanse Republiek, dan met hoge kosten containers met afvalhout te verschepen vanuit Rotterdam. Je weet dan ook dat je materiaal hebt dat voor die omgeving en voor de lokale bouwmethoden het meest geschikt is. Op deze manier geef je ook de beste steun aan de lokale of regionale economie. Lokaal of regionaal inkopen is niet altijd mogelijk, maar het blijft wel het streven.” “Dit soort uitspraken, die snel worden gedaan zonder ze te verifiëren is exact waar ik de afgelopen tien jaar telkens tegenaan liep”, zegt Gort. “Een voorbeeld: het naar West- en Oost-Afrika verschepen van een zeecontainer waar 250 deuren in passen, kost zo’n duizend euro. Dan heb je het dus over vier of vijf euro per deur. Terwijl in die landen al gauw veertig of vijftig euro voor een deur moet worden neergeteld, die in bijna alle opzichten van mindere kwaliteit is dan de tweedehands deuren uit Nederland. De kosten zitten over het algemeen in het inlands transport en in de invoerrechten en de douaneperikelen. Juist van die laatste twee kostenposten zou je verwachten dat hulporganisaties relatief gunstige afspraken kunnen maken. Het punt is: de meeste grote hulporganisaties die ons land rijk is, zijn verworden tot fondsen-
wervers, bankiers, lobbyisten en administratiekantoren voor ontwikkelingsprojecten die door derden worden uitgevoerd.”
Lokale agenda Gort werkt nu als adviseur duurzaamheid en MVO maar kan het niet laten weer aan de slag te gaan met de bovengenoemde thematiek. Hij gaat werken bij stichting Recycling Netwerk, gespecialiseerd in beleidsbeïnvloeding op het gebied van hergebruik. Het zwaartepunt ligt momenteel op verpakkingsafval, kunststofafval en zwerfvuil. Gort: “Dat zijn beleidsvelden waar ook nog veel valt te winnen.” De Bouwcarrousel-directeur zoekt samen met de curator nog afnemers voor de voorraad. Dat mag ook een maatschappelijk verantwoorde bestemming zijn. Erkende stichtingen en NGO’s die betrokken zijn bij bouwprojecten in Derdewereldlanden of in Oost-Europa kunnen zich bij hem melden voor gratis of nagenoeg gratis bouwmaterialen. Wel moeten ze de zeecontainers (tegen inkoopprijs) overnemen en de transportkosten naar de plek van bestemming voor eigen rekening nemen. Van nagenoeg alle containers zijn via
[email protected] inventarislijsten op te vragen. Jammer dat dit nuttige initiatief en mooie bedrijf, dat nota bene zijn wortels had in de Haagse Lokale Agenda, op zo’n manier aan z’n eind komt. Maar Gort zit niet bij de pakken neer: “Het gedachtegoed leeft voort en veel mensen zijn de afgelopen tien jaar geïnspireerd geraakt door de Bouwcarrousel!
januari-maart branding 7
Hebben stedelijke windmolens toekomst ? Het zal niet iedereen opgevallen zijn, maar de afgelopen drie jaar draaide in Den Haag een windmolenproject. De gemeente had €200.000,- euro beschikbaar gesteld om Haagse daken met dertig tot vijftig kleine windturbines uit te rusten. Tijdens een workshop op de bijeenkomst Ontmoet en Groet Duurzaam Den Haag (op 11 november jl.) blikte workshop-leidster Jadranka Cace terug en vooruit. Voor plaatsing in steden zijn speciale kleine windturbines op de markt, in maar liefst twintig typen. Inmiddels zijn er over het hele land in totaal nog geen driehonderd geplaatst. Cace: “Op ‘niet-gevoelige plaatsen’, zoals industrieterreinen, kunnen ze zonder vergunning geplaatst worden, maar in de stad loop je tegen zaken aan als geluid, vibraties, veiligheid en niet in de laatste plaats sociale aspecten. Hoge gebouwen beïnvloeden daarbij ook de windcondities, en die zijn natuurlijk het belangrijkst.” Om voldoende wind te vangen is het vaak nodig om de turbines op een mast te zetten. Aan de rand van het dak kan die lager zijn dan meer naar het midden, maar uit esthetische overwegingen worden de molens vaak midden op het dak geplaatst. Een gemiste kans, vindt Cace. “Durf ze eens op een zichtbare plek neer te zetten, zodat de mensen kunnen zien dat ze niet lelijk zijn.”
Niet vrolijk Ten tijde van de workshop – medio november – verkeert het project in de afrondende fase, en de resultaten stemmen Cace niet vrolijk. De markt van kleine stedelijke windmolens is niet transparant en er zijn maar weinig gecertificeerde molens. Bestemmingsplannen vormen vaak een belemmering, die door klagende omwonenden gretig worden aangegrepen. En de procedures zijn lang. Dit alles heeft er in Den Haag toe geleid dat er in drie jaar tijd achttien vergunningen zijn verleend en twintig aanvragen zijn afgewezen. Van de achttien molens waarvoor vergunning werd verleend, zijn er welgeteld zes geplaatst. 21 Aanvragen zitten, anderhalve maand voor het aflopen van het project, nog in de pijplijn.
Princehaghe
Een van de windmolens die voor de helft door de gemeente gefinancierd zijn, staat op het dak van de Prinsehaghe-school aan de Prinsegracht. Hij is van het type DonQi en doet zijn werk goed, aldus schooldirecteur Aalbers. De opbrengsten worden geregistreerd, maar over het feitelijke rendement is op dit moment nog niets te zeggen.
8 branding januari-maart
Wil het plaatsen van kleine stedelijke windmolens voor marktpartijen interessant zijn, dan zal er volgens Cace het nodige moeten gebeuren. Er moeten meer gecertificeerde molens op de markt komen, de informatievoorziening moet beter, en de gemeente zou in de vergunningverlening vaker het milieubelang moeten laten prevaleren. Anders dan Amsterdam is Den Haag daar huiverig voor. Robert Snijder van windmolenfabrikant DonQi beaamt dat. Zijn stille, compacte en trillingvrije windturbines vinden over de hele wereld aftrek, maar Den Haag doet moeilijker dan hij elders ervaart.
Klein of groot? Stedelijke windturbines staan niet bepaald in een goede reuk. Sommige voldeden in de testfase al niet, andere bleken in de praktijk ondeugdelijk. Een bijkomend probleem is dat het in 2007 in gebruik genomen proefveld in het Zeeuwse Schoondijke eigenlijk niet goed gekozen was. De windomstandigheden zijn er niet optimaal, zodat de turbines niet kunnen laten zien wat ze waard zijn. Al deze negatieve berichten hebben ook het Haags Milieucentrum parten gespeeld bij zijn pogingen om kleine windmolens op hoge flatgebouwen geplaatst te krijgen. Niettemin ziet het HMC nog toekomst voor de urban windmills. Tom Pitstra, projectleider duurzame energie: “De DonQi presteert veelbelovend en heeft een prima prijs/kwaliteitverhouding.” Pitstra probeert woningcorporatie Vestia, die ooit een duurzaamheidsprijs won, over te halen om een DonQi op een flatgebouw aan de Beeklaan te plaatsen. Een nieuw idee is om de led-straatlantaarns die op de nieuwe boulevard komen, te laten branden op stroom uit DonQi’s. Pitstra: “Dit zou een behoorlijke klapper zijn want het waait daar altijd hard. Stel dat er 400 Donqi’s op komen die 3000 kWh zouden opleveren, dan hebben we het over 1,2 miljoen kWh.” Grotere windmolens zijn efficiënter en effectiever dan kleinere. Het HMC is altijd een warm voorstander geweest van wind-
molens langs de A4, die nu weer op de politieke agenda staan. Pitstra:”Ook hebben we ons ingezet voor een haalbaarheidsonderzoek naar zeer grote windmolens nabij de havenmonden in Scheveningen. 6MW-molens kunnen heel het Norfolkterrein, Duindorp en Scheveningen-Dorp van groene stroom voorzien. Het zou mooi zijn als Vogelwijk Energiek, die nu stroom betrekt van de oude Eneco-molen, erbij betrokken wordt. De Windvogel en Eneco hebben al interesse getoond.”
Alle kansen grijpen Het grotere rendement van grotere molens betekent volgens Pitstra niet dat je de urban windmills moet afschrijven: “Alle kansen moeten gegrepen worden om een bijdrage te leveren aan de uitdaging om Den Haag in 2040 CO2-neutraal te laten zijn.”
Mobiliteitsnota legt uitstoot niet aan banden Den Haag moet in 2020 een duurzaam bereikbare stad zijn, zo luidt de ambitie van de Ontwerp Haagse Nota Mobiliteit (HNM). Uit de bijhorende Milieueffectrapportage (m.e.r) blijkt dat het verminderen van de CO2-uitstoot van het verkeer nog een hele opgave zal worden. Den Haag heeft ambitieuze doelen. Duurzaam bereikbaar in 2020 en klimaatneutraal in 2040, waarvoor de CO2-uitstoot met 30% verlaagd zal moeten worden ten opzichte van 1990. Die twee doelen blijken met het voorgestelde beleid moeilijk samen te gaan. Verkeer, vooral autoverkeer, is verantwoordelijk voor ongeveer 20% van de Haagse CO2-uitstoot. Dat autoverkeer zal nog groeien. Tot 2020 wil Den Haag die groei met de Mobiliteitsnota beperken tot circa 10%. Bovendien zouden auto’s door technische innovaties schoner en zuiniger moeten worden.
CO2-uitstoot verkeer blijft groeien
het installeren van een DonQi
Pitstra put hoop uit de opmerking die duurzaamheidswethouder Baldewsingh maakte in een bijeenkomst van de raadscommissie VML, namelijk dat hij de subsiedieregeling voor kleine windmolens niet voortijdig wil beëindigen. Raadsleden hebben dit zo geïnterpreteerd dat de regeling niet per 31 december 2010 stopt. Er ligt nog een voornemen om acht DonQi’s op het dak van Het Magazijn te plaatsen - waar onder meer architectenbureau KOW gehuisvest is – en GroenLinks wil er bij wethouder Baldewsingh op aandringen dat dit met subsidie kan gebeuren. Waarvoor dan ook wat vaart achter de afhandeling gezet zal moeten worden.
De verkeersuitstoot is van 1990 tot 2010 met bijna 30% gestegen van circa 680 kiloton tot circa 877 kiloton, zoals blijkt uit de bijgevoegde afbeelding uit de m.e.r.. Een reductie van 30% t.o.v. 1990 betekent een doel van circa 476 kiloton in 2020. Dat komt overeen met een reductie van bijna 46% t.o.v. 2010. De HNM laat echter de uitstoot met ruim 15% groeien tot circa 1010 kiloton, een reductie van enkele procenten vergeleken met voortzetting van het huidige beleid. Daarbij is overigens uitgegaan van een kilometerheffing. Omdat die voorlopig niet doorgaat zal de uitstootgroei richting 2020 waarschijnlijk zelfs nog groter zijn dan die 15%.
Hoe zou die uitstootgroei beperkt kunnen Meer fiets, meer openbaar vervoer worden of zelfs omgezet De gemeente wil het OV- en fietsgebruik laten groeien met circa 40 respectievelijk 30%. Bussen, trams en treiin een daling? Daarvoor nen moeten vaker gaan rijden. Vrijwel het hele Haagse heeft de m.e.r. een aantramnet moet RandstadRail-kwaliteit krijgen. Ontbretal aanvullende maatkende schakels in het fietspadennetwerk moeten worregelen doorgerekend. den opgevuld en er komen meer stallingen bij stations Met een hogere kilomeen in de binnenstad. Het plan van de Fietsersbond terheffing zou de groei voor een netwerk van sterroutes die woonwijken met beperkt kunnen worden het centrum verbinden, is overgenomen. tot enkele procenten, ofwel tot circa 905 kiloton in 2020. Met bovendien 20% elektrische auto’s in 2020 en Voor een rechtvaardig en duurzaam extra investeringen in fiets, openbaar verklimaatbeleid zou het 30%-doel eerder voer en hogere parkeertarieven, zou een aangescherpt moeten worden naar 40% reductie van ruim 17% mogelijk zijn: tot reductie in 2020. Lagere doelen leiden circa 725 kiloton. Maar dit is nog steeds tot minder CO2-reductie, meer mondiale 6,5% hoger dan de uitstoot in 1990, terwijl opwarming en grotere klimaatrisico’s voor het doel een dertigprocentsreductie is. mensen hier, nu, elders en later. Den Haag en de Randstad lopen dan een groter risico op een termijn van enkele eeuwen door de Autogebruik moet omlaag stijgende zee opgeslokt te worden. Alleen Om in de buurt te komen van die 30% door onze doelen aan te scherpen en snelreductie is dus veel meer nodig. In zijn lere reducties te realiseren kunnen we zulke reactie op de concept-mobiliteitsnota risico’s nog zoveel mogelijk beperken. Dat heeft het Haags Milieucentrum gepleit zou bovendien de lokale luchtkwaliteit voor een hogere kilometerheffing, een flink verbeteren en ons minder kwetsbaar snellere overgang naar elektrische auto’s, maken voor hoge olieprijzen. Doen we dat een strenger parkeerbeleid, grotere invesniet dan spelen we Russische roulette met teringen in fiets en OV en juist minder onze toekomst, zoals prominente klimaatinvesteren in wegcapaciteit voor auto’s. wetenschappers benadrukken. We hebben niet alleen schonere en zuiniger auto’s nodig, maar moeten de auto vooral ook minder vaak gebruiken. Als de Lobby voor sterker klimaatbeleid politiek daar niet snel voor kiest, zal 30% Evenals de nieuwe landelijke regeCO2-reductie in 2020 zo goed als onhaalring onderkent de concept-mobiliteitsnobaar worden. De nieuwe regering heeft ta de enorme urgentie van de klimaatcriinmiddels echter het doel juist verlaagd sis onvoldoende. Het milieueffectrapport van 30% naar 20% reductie in 2020. laat dit duidelijk zien. De politiek, zowel lokaal als landelijk, zal daarom aan CO2reductie de hoogste prioriteit moeten geven, ook in het mobiliteitsbeleid. Politieke partijen zullen dat echter pas doen als voldoende burgers en organisaties hen daartoe aansporen. Kom daarom in actie via www.haagsklimaatmanifest.nl en sluit u aan bij de Haagse Klimaatcoalitie, die lobbiet voor een sterker klimaatbeleid door o.a. minder autogebruik. In het voorjaar reageert de gemeente op de ingediende inspraakreacties. Vervolgens stelt de gemeenteraad de definitieve HNM in al of niet gewijzigde vorm vast. Lennart van der Linde, mobiliteitsmedewerker Haags Milieucentrum
januari-maart branding 9
20 jaar Haags Milieucentrum op vier verschillende locaties Het HMC bood hun daarbij ondersteuning in diverse vormen. En uiteraard had het centrum een belangrijke voorlichtingsfunctie voor geïnteresseerde burgers. Het document ‘Opzet Haags Milieucentrum’ formuleert het zo: “Het centrum is dagelijks toegankelijk voor inwoners van Den Haag die informatie wensen over het milieu en over welke bijdrage zij kunnen leveren aan het verbeteren ervan. Men kan er makkelijk binnenlopen (laagdrempelig, uitnodigend om binnen te lopen).”
De Nieuwe Molstraat
De openingsactie voor de verhuizing naar de Zusterstraat
Deze zomer is het precies twintig jaar geleden dat Den Haag de beschikking kreeg over een milieucentrum, nadat Utrecht en Amsterdam haar waren voorgegaan. In dit artikel gaan we terug in de tijd, waarbij we ons laten leiden door de verschillende locaties waar het Haags Milieucentrum gevestigd is geweest. De rest van dit jaar zullen we in ieder nummer van Branding aandacht aan het jubileum schenken, waarbij steeds een andere invalshoek wordt gekozen.
Het centrum was in eerste instantie bedoeld als plek waar de Haagse natuuren milieuorganisaties konden vergaderen, werken en hun voorlichtingsmaterialen opslaan. Ook konden ze er lezingen, tentoonstellingen en cursussen organiseren.
Van der Steen had op de zolder van het Derde Wereld Centrum op de Prinsegracht nog wel wat ruimte om het HMC tijdelijk aan onderdak te helpen, maar deze voldeed niet bepaald aan de bovengeformuleerde uitgangspunten. Een paar straten verderop, in de Nieuwe Molstraat, werd op nummer 35 een fraai, historisch pand gevonden. Het beschikte over een grote etalage, die enkele malen per jaar op een aantrekkelijke manier opnieuw aangekleed werd. De deur bood toegang tot een grote ruimte met in het midden tafels en langs de wanden stellingkasten met boeken en tijdschriften op milieugebied. Iedereen die dat wilde, kon daar onder het genot van een kopje koffie rustig gaan zitten lezen. Maar, herinnert Dirk Jan Sloot zich: “rustig lezen gebeurde er niet veel. Actie was er des te meer. Vooral ‘s avonds. Het
Een van de initiatiefnemers tot het Haags Milieucentrum was Frans van der Steen, de huidige directeur, die daar nu over zegt: “Ik was destijds coördinator van het Mondiaal Informatie Centrum (MIC), dat zich bezighield met de thema’s Natuur en Milieu, Vrede en de Derde Wereld. De organisaties die zich bezighielden met natuur en milieu werkten toen nauwelijks samen met elkaar. Het MIC ging over in het Derde Wereld Centrum en op een gegeven moment kwam vanuit de Kerngroep Milieudefensie het verzoek om vergaderruimte. Toen dacht ik: “Gek eigenlijk, dat een stad als Den Haag waar zoveel speelt op het gebied van natuur en milieu wel een centrum heeft dat zich bezighoudt met de Derde Wereld, maar geen eigen gezicht op natuur- en milieugebied.” Enter Stichting Het Haags Milieu Centrum, met als coördinator Dirk Jan Sloot. Dirk Jan Sloot
10 branding januari-maart
Milieucentrum werd voor tal van activiteiten gebruikt. Vergaderingen, discussiebijeenkomsten, acties werden er voorbereid, de lobby richting gemeenteraad afgestemd, noem het maar op. Zestien vaak totaal verschillende natuur- en milieuorganisaties probeerden hun activiteiten op elkaar af te stemmen. En redelijk vaak met succes.” Sloot kon het werk al snel niet meer alleen aan. De agenda waarin de organisaties konden lezen over elkaars acties, excursies, lezingen, vergaderingen e.d., werd uitgebreid met oproepen en verhalen. Sloot: “De agenda kreeg een voor- en achterkant en zie daar: de Milieuagenda. En wie Milieuagenda zegt, zegt Peter Blair, één van de eerste medewerkers.” Peter meldde zich in 1993 als vrijwilliger bij het Haags Milieucentrum. Na verloop van tijd kon hij er een betaalde baan krijgen. Sloot: “Begin jaren ‘90 was er een banentekort. Door mensen met behoud van uitkering te laten werken, konden ze werkervaring opdoen. En een aantal van hen heeft zo bij het Milieucentrum hun plek gevonden.”
Toekomstverkenning Die plek veranderde overigens in 1996 van de Nieuwe Molstraat in de Zusterstraat 168. De inloopfunctie was in de Nieuwe Molstraat nooit goed van de grond gekomen omdat die straat daarvoor net te ver ‘uit de loop’ lag. En niet in de laatste plaats: de gemeente, die het Haags Milieucentrum van meet af aan met subsidie ondersteund heeft, vond dat de huisvestingskosten te hoog waren. En zo werd het HMC de bovenbuurman van de gemeentelijke dienst Milieucommunicatie in de Zusterstraat, in de Schilderswijk. Het contrast met het eerdere pand kon eigenlijk niet groter zijn. De nieuwe werkplek was een onpersoonlijk, zakelijk gebouw dat alleen betreden kon worden via een hek. Niet ieder actief lid van de aangesloten organisaties was enthousiast over het idee daar te moeten vergaderen. Evenals nu stond het milieucentrum ook toen al open voor milieuvriendelijke innovaties. Op een gegeven moment werd naast het gebouw een zeer vroege versie van de fietstrommel geplaatst. Medewerker Richard zette er zijn fiets in, om aan het eind van de dag tot de ontdekking te komen dat deze verdwenen
Ton Orleans
was. Dit model fietstrommel stond op pootjes, en het bleek mogelijk om de fiets er eenvoudigweg onder uit te peuteren. De periode in de Zusterstraat werd onder meer gemarkeerd door een directeurswisseling. Per 1 december 1997 werd coördinator Dirk Jan Sloot opgevolgd door Ton Orleans. Het was onder zijn bezielende leiding dat de rol van het Haags Milieucentrum behoorlijk zou verschuiven. Orleans: “Projecten als Stad & Milieu, de Afvallijn, de Autovrije Zondag en het leveren van een bijdrage aan het gemeentelijk Milieubeleidsplan vergden in toenemende mate een professionele inbreng, die verder ging dan het coördineren van vrijwilligerswerk.” Besloten werd om een bijeenkomst te organiseren om te inventariseren of het Haags Milieucentrum een zelfstandiger
z.o.z.
Jubileumactiviteiten
Het Haags Milieucentrum organiseert ter g e l e g e n h e i d v a n z ij n t w i n t i g j a r i g bestaan diverse activiteiten. Zo bent u op dinsdag 15 februari om 17.00 uur welkom in het Nutshuis voor onze Jubileumborrel. Deze vervangt voor die gelegenheid het Milieucafé. Tijdens de bijeenkomst wordt het Jubileumprogramma bekendgemaakt en onthullen we welk cadeau we de stad Den Haag zullen aanbieden. Het jubileumprogramma zal onder meer bestaan uit twee symposia.
Het openingsfeest op de Groot Hertoginnelaan
januari-maart branding 11
Good & Green Guide The Hague Nu verkrijgbaar: de Good & Green Guide The Hague, een Engelstalige reisgids met meer dan zevenhonderd eerlijke en duurzame adressen in Den Haag. Engelstalig, opdat ook toeristen van de stad kunnen genieten met zorg en aandacht voor mens en milieu. Hiermee is Den Haag de tiende stad ter wereld met een eigen duurzame reisgids. In Nederland gingen Amsterdam en Rotterdam de Hofstad voor.
Het grootste deel van het team
rol kon gaan spelen, naast de ondersteuningsfunctie. Tijdens die bijeenkomst, op 15 januari 2000 in zalencentrum Concordia, stemde een grote meerderheid van de aanwezigen daarmee in. Orleans: “Deze bijeenkomst, die het eindpunt vormde van de Toekomstverkenning die toen werd uitgevoerd, schiep de ruimte om op de ingezette koers door te gaan. De hoge ambitie maakte het wel nodig om de personele capaciteit van het centrum te versterken, iets waar mijn opvolger Frans van der Steen uitstekend in is geslaagd.”
Verduurzaamd Maar dan zijn we alweer een verhuizing verder. In mei 2000 verliet de
gemeentelijke dienst Milieucommunicatie het pand aan de Zusterstraat (het is inmiddels afgebroken) en vestigde zich aan de Paviljoensgracht nummer 1. Het Haags Milieucentrum ging mee. Zonder al teveel enthousiasme, overigens. In de Branding van oktober/november 2002 werd de ‘zeker niet ideale situatie’ geschetst: de directeur heeft een klein kantoor dat net groot genoeg is voor hem alleen. In de andere, 30m2 grote ruimte, werken dagelijks zeven mensen. Gelukkig werd al snel daarna het pand gevonden waar het Milieucentrum nu al bijna acht jaar met veel plezier kantoor houdt: aan de Groot Hertoginnelaan 203. Geleidelijk aan is dit onderkomen steeds
vervolg van pagina 3
Een Haagse icoon Een radicaal idee voor het Stichthage-gebouw werd gepresenteerd door Morfis Architecture/ Urbanism (zie de fotomontage hiernaast). Geen ‘M’ vóór het stationsgebouw, maar op de plek van. Volgens Morfis maakt leegstand van kantoorruimte het mogelijk om in het gebouw een grote inkeping te maken, waar groene terrassen kunnen komen. Erik de Jong van Morfis: “Deze insnijding heeft grote voordelen: leegstaande kantoorruimte wordt op een duurzame en ecologische wijze omgezet in nuttige ruimte en het nu anonieme gebouw wordt hiermee hét icoon van Den Haag.” Een groep van een tiental personen zal een aantal ideeën en voorstellen nader uitwerken en die doorspelen naar het gemeentebestuur.
12 branding januari-maart
verder verduurzaamd. De keuken kreeg een sedumdak, diverse kozijnen zijn op innovatieve wijze van dubbel glas voorzien, regenwater wordt tegenwoordig opgevangen in een regenzuil en voor een deel gebruikt om de toiletten door te spoelen en tal van soorten energiezuinige verlichting worden uitgeprobeerd. Tijdens kantooruren bent u altijd welkom om te komen kijken, hoewel het het handigste is als u van tevoren even belt. In de volgende Branding het tweede deel uit de serie over twintig jaar HMChistorie.
De Good & Green Guide The Hague werd begin december jl. feestelijk gelanceerd. De oprichter en auteur, Harold Verhagen, lichtte toe dat zijn gidsen objectief en onafhankelijk zijn en werken zonder advertenties. Een team van specialisten op het gebied van duurzaamheid zoekt, selecteert en verifieert alle duurzame adressen. De gids laat zien waar u vegetarisch kunt eten, biologische bood-
schappen kunt doen, natuurlijke cosmetica en eerlijke kleding kunt kopen, lekker kunt fietsen, welke goede doelen en vrijwilligersorganisaties u kunt steunen en ga zo maar door. Speciale gast bij de lancering was de invloedrijke communicatiedeskundige Maurits Groen. Hij complimenteerde de gemeente Den Haag met haar duurzaamheidsbeleid en met haar positieve houding ten opzichte van een zijns inziens noodzakelijke ‘luis in de pels’ als het Haags Milieucentrum. Vervolgens werd het eerste exemplaar van de duurzame gids uitgereikt aan de wethouder van duurzaamheid, Rabin Baldewsingh. Deze had meteen alle aandacht door een spirituele ‘shanti-zang’ aan te heffen, een begrip dat duidt op rust en innerlijke vrede, op vrede met de
kosmos, de aarde. “U bent geen passant, u bent niet te gast op aarde, u bént de aarde”, vertelde Baldewsingh de aanwezigen. En als mede-eigenaar van de aarde moet iedereen zijn verantwoordelijkheid nemen om daar op een zorgvuldige manier mee om te gaan. Aan de wethouder zal het niet liggen: hij wil zijn stad niet alleen als Internationale Stad van Recht en Vrede positioneren, maar ook als duurzame stad: “Ik hoop dat Den Haag in de 2e of 3e editie van de Good & Green Guide vermeld kan worden als the most sustainable capital of the Netherlands!“ De Good & Green Guide is voor € 19,90 verkrijgbaar in de boekhandel en via
[email protected].
Drie decennia duinen op DVD Geen natuurgebied is de afgelopen decennia zo sterk veranderd als het Hollands duingebied. Jan van den Ende (19222008) en Monique van den Broek legden de veranderingen nauwgezet vast. De natuurfilms die zij in de duinen schoten zijn nu op dvd verkrijgbaar. De duinen van nu zijn niet die van vroeger. Broedden er dertig jaar geleden nog enorme kolonies meeuwen, nu hebben de vogels de duinen voor platte daken in de stad verruild. Het verdwijnen van het konijn als gevolg van ziektes deed de duinen dichtgroeien en bracht grote grazers in het natuurbeheer. Ook de methodiek van waterwinning veranderde sterk. Na jarenlang verdroging en vastlegging kwamen er nieuwe duinvalleien en mocht het zand weer stuiven. Planten verdwenen, andere kregen een tweede leven. In de zeven natuurdocumentaires die Van den Ende en Van den Broek in de duinen schoten is er echter één telkens terugkerend element: vogels. Van den Broek herinnert zich: “Tussen 1978 en 1983 maakten wij opnamen voor Vier Duindagen. Onze schuilhut stond middenin de kolonie. Zo gauw wij erin zaten,
kwamen de jonge meeuwen vanuit de struiken naar hun ouders. Op de achtergrond is te zien dat een jong opgegeten wordt door een oude zilvermeeuw. Tapuiten had ik nog nooit gezien. Toen Jan in een schuilhut zat om stormmeeuwen te filmen, zat ik een eind verder om me heen te kijken. In een konijnenhol schoot een klein vogeltje met voer naar binnen: een tapuit.” “Voor de film Vrije Vogels stond het schuilhutje enkele seizoenen in de sprang tegenover een abeel in Meijendel. Nadat een groene specht daar een nesthol had gehakt, deed een zwarte specht hetzelfde. “Volgend jaar opletten”, zei Jan, “want daar komt vast een kauwtje in.” En dat was zo. Met de kauwen kwam ook een stel grote bonte spechten in dezelfde boom. Die beelden vormden een mooie basis voor de ideeën van Franciscus.” De vrucht van drie decennia noeste arbeid is nu gedigitaliseerd en vastgelegd op een drie uur durende DVD. Een geschiedschrijving die niet alleen de moeite waard is uit nostalgische overwegingen, maar ook als referentiebeeld voor natuurbeheerders. De DVD bevat de f ilms Vier duinda-
gen (1983), Het duinkonijn (1988), Duinbehoud (1991), Vrije vogels (1994), Duinen beheren en beleven (1996), Struinen door de duinen (2002) en Zand, wind, water (2008, tevens in een korte versie). Vijf ervan zijn zowel in het Nederlands als in het Engels. Dit laatste is geen overbodige luxe, want de films van filmproductiebedrijf van den Ende staan ook in het buitenland hoog aangeschreven. Dunea heeft de digitalisering van dit project financieel ondersteund. De DVD is voor €10,- te koop bij het bezoekerscentrum Meijendel en bij de kiosk bij de watertoren aan de Pompstationsweg 353. Zie voor openingstijden www.dunea.nl. Meer informatie over de films is te vinden op www.natuurfilm.com.
januari-maart branding 13
Korte berichten
Een kwestie van willen Het zal u in deze Branding niet ontgaan zijn; het Haags Milieucentrum is jarig. Twintig jaar, gefeliciteerd! Op 6 november 1998 mocht ik voor het eerst catering verzorgen voor het Haags Milieucentrum. Het was een bijeenkomst georganiseerd door het centrum samen met de Stichting Stedenband Den Haag-Warschau. Ik serveerde er koffie en thee, verse jus en 80 broodjes belegd met kaas, komkommer-knoflooksaus en hummus. Daarnaast was er romige preisoep en pompoentaart. Mijn aantekeningen vertellen me nog meer. “De bezorging per bakfiets was een regelrechte attractie. Met name de Poolse gasten wilden met de bakfiets op de foto. De soep viel goed en over de pompoentaart was ik niet helemaal tevreden.”
Wind-instrumenten
De Provincie Zuid-Holland heeft een ‘Toolbox Windenergie’ ontwikkeld. Hierin zijn verschillende instrumenten verzameld en beschreven die gemeenten kunnen inzetten om de plaatsing van windturbines te versnellen en te regisseren. De Provincie wil het opwekken van stroom via windmolens verviervoudigen tot 1000 megawatt in 2020.
Pètrix’ kookideeën
Smaakstof
Het bleef niet bij die ene keer, en niet alleen door de romige preisoep. Er was ook snel een klik. Wat ik bij het Milieucentrum meteen herkende was de passie en bezieling die er voor het milieu leeft. We hadden hetzelfde doel. Een betere, schonere wereld. “Als je je verplaatsen moet doe het dan op een schone manier. Als je eet, eet dan biologisch.” In de vijftien jaar dat ik bezig ben heb ik regelmatig aan mogen schuiven bij brainstorms en discussies. O.a. in het Milieucafé, maar ook bij ministeries en grote cateraars ben ik in debat geweest. Hoe krijgen we meer biologische producten in het bedrijfsrestaurant? Hoe krijgen we een duurzamer inkoopbeleid? Hoe maken we de wereld een beetje schoner? Het was niet altijd makkelijk om daar gemotiveerd vandaan te komen. Altijd weer het denken in problemen in plaats van in mogelijkheden. ‘We willen wel biologische melk in het restaurant, maar…’ Zo niet de medewerkers van het Haags Milieucentrum. Die komen met ideeën en oplossingen. Ze laten zien hoe het ook anders kan. En dat gaat in kleine stapjes. Veel te kleine stapjes, daar zijn we het ook wel over eens. Ik heb dan ook grote bewondering voor het geduld van het HMC. Dat ze ondanks koppige en con-
servatieve politici en beleidsmakers vrolijk blijven werken aan het zetten van die kleine stapjes. Veel kleine stapjes maken een grote stap vooruit. In zijn inspirerende boek: ‘Wat LED je?’ laat Ruud Koornstra zien dat het een kwestie is van willen. Als we willen kunnen we milieuvriendelijke auto’s bouwen, veel minder energie gebruiken en de afvalberg sterk terugdringen. Als we willen kunnen we van Den Haag een echt milieuvriendelijke stad maken. Een mooi voorbeeld daarvan vind ik de chocoladeletter. Nadat Tony Chocolonely de weg baande voerde Oxfam Novib strijd tegen de ‘foute’ chocoladeletter. In één jaar tijd groeide het aantal letters dat geheel of gedeeltelijk gemaakt is van eerlijke en duurzame cacao van 15 naar 95 procent. Het toont duidelijk aan dat als we willen, we iets kunnen veranderen. En zo is het ook met het milieu. Hoe? Vraag dat maar aan het Haags Milieucentrum! Om te proosten op het Haags Milieucentrum en het nieuwe jaar een heerlijke cocktail met prosecco. Wil je een cocktail zonder alcohol, gebruik dan alcoholvrije appelcider i.p.v. prosecco. Ingrediënten voor 4 personen: - 125 ml slagroom - 1 eetlepel suiker - 500 ml bosvruchtenijs - ½ fles prosecco - eventueel een scheutje wodka - enkele blaadjes verse munt - In de zomer is het heerlijk om een bakje verse frambozen toe te voegen. Nu zou je een pakje uit het vriesvak kunnen gebruiken. Bereiding: Klop de slagroom met de suiker stijf. Meng met de staafmixer het bosvruchtenijs, de prosecco, de munt, de frambozen en eventueel de wodka tot een mengsel met een stevige, maar toch luchtige en vloeibare structuur en roer de slagroom erdoorheen. Serveer de cocktail direct in martiniglazen. Ik wens u een gezond, gelukkig en inspirerend nieuw jaar. Pètrix
14 branding januari-maart
Een groot probleem van windenergie is het fluctuerende aanbod. Om windenergie toch in ons elektriciteitsnet ‘in te voeden’, is de aanleg van slimme energienetten belangrijk. In Ypenburg zullen driehonderd woningen als ‘smart grid’proeftuin worden ingericht, zo is de Provincie onlangs overeengekomen met Eneco, Stedin, Itho, Energiecentrum Nederland, IBM en Vestia.
Verbeter uw huis
KPN-auto’s testen sensoren
Sinds medio november 2010 rijden in Den Haag vijf servicewagens van KPN rond met speciale sensoren om voetgangers en fietsers te detecteren. Dit is de eerste praktijktest die uiteindelijk moet leiden tot een airbag die jaarlijks 44 fietsers en voetgangers het leven kan redden. Deze nog te ontwikkelen airbag bedekt de volledige voorruit van een auto bij een aanrijding. Het sensorsysteem moet ervoor zorgen dat de airbag alleen opengaat bij een daadwerkelijke botsing met een fietser of voetganger. Naar verwachting wordt het project in het voorjaar van 2012 afgerond met een crashtest waarbij de nieuwe airbag in werking zal worden getoond.
U kunt nu in slechts drie stappen naar een comfortabeler en energiezuiniger huis, dankzij de nieuwe website www.verbeteruwhuis.nl. Aan de hand van zes vragen komt u erachter hoe comfortabel en energiezuinig uw woning is. Vervolgens krijgt u tips hoe u deze comfortabeler en zuiniger kunt maken en welke subsidiemogelijkheden er zijn.
KNNV organiseert beginnerscursus wilde planten “Bij welke familie hoort deze plant?”. Veel mensen die er regelmatig op uittrekken om van de natuur te genieten hebben zich dit ongetwijfeld meer dan eens afgevraagd. De KNVV afdeling Den Haag gaat helpen om deze en verwante vragen te beantwoorden. In maart van dit jaar start een cursus in het Milieu Service Punt Reigersbergen die u zal helpen een behoorlijk aantal van de meest voorkomende planten in families onder te brengen. Wanneer u planten op familieniveau herkent, is het gemakkelijker om de plant in een (plaatjes)flora op naam brengen.
Na een bijeenkomst die in het teken staat van overdracht van de basiskennis wordt aandacht besteed aan de kruis- en lipbloemen, de composieten en ruwbladigen, en de anjerachtigen en vlinderbloemen. Elk onderdeel wordt afgerond met een excursie. Het exacte programma verschijnt in februari op www.knnv.nl/ den-haag, waarna u zich via deze site kunt inschrijven. Wilt u zeker weten dat u er tijdig bij bent? Word dan lid van de KNNV en/ of de IVN. Dan ontvangt u gratis het blad De Ratelaar en weet u precies wanneer de informatie op de website verschijnt!
Een ledlamp voor een spotprijs Warme Truiendag op 4 februari
Warme Truiendag wordt dit jaar voor de vierde maal georganiseerd. Het idee achter de dag is simpel: trek een warme trui aan, zet de verwarming lager, bespaar 7% energie per graad en dus 7% CO2 uitstoot. Zie voor meer informatie www.warmetruiendag.nl
Misschien niet zo’n originele tip, maar wel één waar u zeker gebruik van moet maken. Bij het Klimaatfonds Den Haag betaalt u als inwoner van Den Haag tot eind februari a.s. (zolang de voorraad strekt) slechts € 8,95 voor een luxe Philips LED-lamp met een winkelwaarde van € 30,99. U kunt maximaal zes lampen bestellen en moet voor elke bestelde lamp een gloeilamp van minimaal 40W inleveren. De lamp geeft een warm, gelig licht. Vindt u hem toch te fel? Dan kunt u er altijd nog een dimmer tussen zetten! Zie voor meer informatie over de actie en de voorwaarden www.denhaagledop.nl.
januari-maart branding 15
Column door: Julius Pasgeld
Liever geen groen in Den Haag Wij hebben in Den Haag liever geen bomen en struiken. Bomen en struiken zijn, vooral als ze te dichtbij staan, onhandig, niet gemakkelijk en zelfs een beetje vies. Eigenlijk houden we helemaal niet zo van groen. En als het er dan toch moet zijn lopen we er liever doorheen op asfalt of beton. Want dat is gemakkelijker. Neem de Haagse parken en duinen. Geen zandpad te zien. Bovendien zijn geasfalteerde paden ook makkelijk voor de controlerende en onderhoudende instanties. Want die controleren en onderhouden het groen tegenwoordig liever per auto. De bomen in Den Haag zijn een verhaal apart. Den Haag heeft prachtige bomenallees. Werkelijk een genot voor het oog. Behalve als je in zo’n laan woont. Want dan word je bij tijd en wijle geconfronteerd met onverhoedse spelingen der natuur. Bijvoorbeeld dat bomen eens per jaar al hun bladeren verliezen. En dat geeft me toch een ongemakkelijke troep! Dat moet dus zo snel mogelijk weg. Met handige stofzuigerwagentjes en makkelijke mannen met makkelijke bladblazers. Maar de volgende week ligt er evengoed weer zo’n zooitje bladeren. Op die manier kan je wel aan de gang blijven. En het kost de gemeente natuurlijk handenvol geld. Geld dat ze makkelijker kunnen besteden aan salarissen voor tussenbaasjes op het stadhuis. Nee, vooral in de herfst is het bepaald geen pretje om in zo’n laan met bomen te wonen. Maar niet alleen in de herfst. Want in veel bomen zit ook nog zoiets als bladluis. Die beestjes zitten met miljoenen tegelijk in zo’n boom bovenop je prachtige auto te piesen. En of je je auto nou net door de autowas hebt gereden of niet, dat weet zo’n bladluis natuurlijk ook niet. Maar voor jìj het weet zit je autolak weer onder de plakkerige derrie. En dat kan je er dan wel met veel ongemak met de tuinslang weer van afspuiten maar de volgende dag is het van precies hetzelfde smerige laken een pak. Prachtig hoor. Al die bomen in de straten. Maar liever niet in mijn straat. Weg ermee! Dat is een stuk gemakkelijker.
En dan nu de voor- en achtertuintjes. Voor de bomen in die tuintjes geldt natuurlijk precies hetzelfde als voor bomen in de straat. Want je houdt het niet voor mogelijk. Maar ook de bomen in je tuin verliezen vroeg of laat hun blad. Een flinke tegenvaller voor hen die net van een flatje naar een eengezinswoning zijn verhuisd. Gelukkig biedt ook hier de makkelijke bladblazer weer uitkomst. En op den duur de kettingzaag.
De stadsbodem in de spotlights
U kent de naam misschien uit Hollywoodfilms of Amerikaanse tv-series: La Brea, in hartje Los Angeles. La Brea is een park en ontleent zijn naam aan het feit dat er voortdurend teer tussen het gras naar boven welt (‘la brea’ is Spaans voor teer). Tienduizenden jaren lang zijn dieren in de teer verstrikt geraakt, zodat Los Angeles een heel museum heeft kunnen vullen met skeletten van mammoeten, sabeltandkatten, prehistorische bizons, wolven en poema’s, en ga zo maar door. En het gáát ook door: tot op de dag van vandaag komen dieren vast te zitten in de zwarte smurrie. Of je blij moet zijn met zo’n rechtstreeks contact met het onderaardse is een tweede, maar de auteurs van het
Met de struiken, het gras en de borders in de tuin is trouwens ook al iets aan de hand. Het is erg ongemakkelijk in het gebruik. Het gras groeit van april tot oktober wel erg hard. En als je er een ligstoel in zet, staat-ie ongemakkelijk te wiebelen of zakt ineens met één poot diep weg in de aarde. En wat dacht je van het onderstel van je barbecue? Juist op het moment dat de vleesjes gaar zijn raakt die driepoot van dat onderstel in het gras uit z’n evenwicht en dondert om. Nee. Een verstandig mens betegelt zijn voor- zowel als z’n achtertuin voor het te laat is. Geloof me. Dat is veel makkelijker. En het idee van een tuin blijft heus wel gehandhaafd met een paar potten met Hosta’s op de tegels. Resumé: groen in Haagse duinen en parken is heus niet zo gemakkelijk te onderhouden als je denkt. Dat groen dient daarom zo snel mogelijk te worden verwijderd en vervangen door asfalt of, als het niet anders kan, door zand. De duinen bestonden vroeger toch ook hoofdzakelijk uit zand? En verder dienen de beloftes, die Haagse wethouders ooit in een onbewaakt moment deden om voor iedere gekapte boom ergens anders in de stad een nieuwe boom te planten, zo snel mogelijk te worden vergeten. Groen in Haagse voor-en achtertuintjes is, als je eerlijk bent, eigenlijk ook alleen maar ongemakkelijk en bovendien vraagt het onderhoud van zo’n tuin erg veel tijd en energie. Tijd en energie die we beter zouden kunnen besteden aan echte maatschappelijke doeleinden zoals de broodnodige versterking van de Haagse economie. En dan nu een puzzeltje ter gelegenheid van het 20-jarig jubileum van het Haagse Milieucentrum: Hoeveel keer kwam het woord ‘gemakkelijk’ of een afleiding daarvan voor in bovenstaande column? Onder de inzenders van het goede antwoord wordt de komende lente enige jonge, groene aanplant verloot.
Boekenbranding boek ‘Ontdek de stadsbodem’ breken een lans voor een respectvollere benadering van de bodem. Maar al te vaak is deze in Nederlandse steden volkomen aan het oog onttrokken. De oorspronkelijke bodem is vrijwel altijd bedekt onder een laag ophoogmateriaal (zand of puin/ afval), schrijven ze in de inleiding. De fraai gekleurde doorsneden van de bodems van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam op pagina 9 spreken wat dat betreft boekdelen. De klei-, zand- of veenbodem waarin het leven en de kringlopen zich afspeelden is letterlijk onder de voet gelopen. Typerend is dat stadsbodems ontbreken in de landelijke databank van Nederlandse bodems, die zich in Wageningen bevindt. En dat terwijl de bodem zoveel te bieden kan hebben: waterhuishouding, groen, natuur, een prettig stadsklimaat
(o.a. door koelte), een bodemarchief. Het wordt hoe langer hoe noodzakelijker om die zogenoemde ecosysteemdiensten op waarde te schatten. Het boek doet een verdienstelijke poging om per dienst te onderzoeken welke keuzes er in de planvorming gemaakt kunnen worden, en ook voor welke valkuilen men beducht moet zijn. Hoofdstuk 3 geeft vervolgens een overzicht van projecten in Nederlandse gemeenten waarbij in mindere of meerdere mate met die ecosysteemdiensten rekening gehouden is. Variërend van een beek door Arnhemse voortuinen, via een stadsoase op het terrein van het voormalige ‘Natlab’ van Philips, tot een ecologische woonwijk in Culemborg waarvan het ontwerp door de bodem bepaald is. Het boek is prachtig vormgegeven en bevat tal van inspirerende voorbeelden en nuttige tips. ‘Ontdek de stadsbodem, over oude en nieuwe bodems en de diensten die ze vervullen’, door Nico van der Wel, uitgave NatuurMedia, Amsterdam,
ISBN | EAN 9789080805858. Prijs € 14,50. Zie ook www.natuurmedia.nl.
Een warme wereld Geen nieuw boek, wel onverminderd actueel: we hebben het over ‘Een warme wereld’ van Erwin Kroll. De immer opgewekte weerman neemt de lezer in een sneltreinvaart mee van de oerknal (de onjuiste aanduiding voor het ontstaan van het heelal) tot de ijstijd waarmee de wereld over zo’n vijftigduizend jaar weer geconfronteerd zal worden. Maar voor het zover is wordt de wereld vooralsnog alleen maar warmer, en de rol van de mens daarin is volgens Kroll onmiskenbaar. In het hoofdstuk ‘Ontkennings- of struisvogelfase’ beschrijft hij hoe hij al in 1974 met zijn KNMI-collega’s naar oplossingen voor het broeikaseffect zocht. Die oplossingen moeten volgens
Kroll vooral gevonden worden in innovaties. De Willie Wortels van deze wereld moeten de ruimte krijgen om ongebonden uit te kunnen vinden. Het bedrijfsleven springt er wel op in. Wie snel en op een toegankelijke manier wil weten hoe het zit met de klimaatproblematiek, zal zich met ‘Een warme wereld’ niet bekocht voelen. Kroll weet op een bewonderenswaardige wijze jargon te omzeilen (behalve dan ineens die ‘ontwikkelings- en beslissingsmusculatuur’ op pagina 119), zonder op zijn hurken te gaan zitten. Het boekje dateert uit 2007 en is, zoals gezegd, niet verouderd. Wel kunnen we ons afvragen of Kroll nog altijd even
Blake en Mortimer wisten het in 1959 al (S.O.S. Meteoren, copyright De Lombard Uitgaven, Brussel).
positief gestemd zou zijn als hij het nu zou schrijven. Hoe dan ook: u vindt ‘Een warme wereld’ voor een luttele vijf euro bij De Slegte. Warm aanbevolen. Erwin Kroll, ‘Een warme wereld’, Nieuw Amsterdam Uitgevers.
Ach, die bomen met al die vervelende blaadjes...
16 branding januari-maart
januari-maart branding 17
Agenda
Wilt u op de hoogte gehouden worden van excursies, cursussen, lezingen e.d.? Neem dan een gratis abonnement op de elektronische nieuwsbrief Milieumail via
[email protected]!
editie januari februari maart 2011 diverse data Publieksactiviteiten Haagse Stadsboerderijen Kijk voor data en onderwerpen op www.denhaag.nl/stadsboerderijen iedere 1e zaterdag van de maand Open middag Egelasiel tijd: 14.00 tot 16.00 uur waar: vanaf hoek De Savornin Lohmanlaan - Laan van Poot, volg bordjes ‘Egelopvang’ informatie: 070 3254045 organisatie: Stichting Egelopvang iedere 1e zondag van de maand Open middag Vogelasiel De Wulp tijd: 13.00-16.00 uur waar: Heliotrooplaan 15 informatie: 070 3231568 organisatie: Haagse Vogelbescherming zondag 2 januari Nieuwjaarsexcursie en -bijeenkomst tijd: 12.00 uur waar: hoek Melis Stokelaan/ Drooglever Fortuijnweg informatie en aanmelden:
[email protected] of 070 3867630 organisatie: KNNV zaterdag 8 januari Excursie Westerpark en Balijbos, Zoetermeer tijd: 8.30 uur waar: parkeerplaats station Mariahoeve zijde Voorburg informatie en opgave: 070 3548974 organisatie: Haagse Vogelbescherming Lezing De Kloof (tussen autochtonen en immigranten) tijd: 11.00 uur waar: Nutshuis, Riviervismarkt 5 informatie: www.nivon-zuidholland.nl organisatie: Nivon ZuidHolland West
18 branding januari-maart
Excursie Scheveningen tijd: 13.00 uur waar: ingang van de Pier informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN dinsdag 11 januari Film: A new We, ecovillages in Europe kosten: € 5,tijd: 20.00 uur waar: Weimarstraat 23 informatie: 070 3569978 of www.gezondegronden.nl/ agenda.htm organisatie: Gezonde Gronden G’Aarde zaterdag 15 januari Excursie langs het Markermeer tijd: 8.00 uur waar: parkeerplaats station Mariahoeve zijde Voorburg informatie en opgave: 070 3548974 organisatie: Haagse Vogelbescherming Excursie Gooise Lusthoven tijd: 9.05 uur waar: Den Haag CS bij Bruna informatie en aanmelden: 070 3201485 of 070 4274818 organisatie: KNNV Nieuwjaarsinstuif tijd: 10.30 uur waar: Stadskwekerij informatie: 070-3233506 organisatie: KMTP/ Groei & Bloei Excursie Kijfhoek/Bierlap tijd: 11.00 uur waar: begin Meijendelseweg parkeerplaats Kievitstop, Wassenaar informatie en opgave: 070 511 7276 (di t/m vrij 10-16 uur) organisatie: IVN maandag 17 januari Lezing Ganzen in Nederland tijd: 20.00-22.15 uur waar: Het Benoordenhuis,
Bisschopstraat 5, Den Haag informatie en opgave: 070 3548974 organisatie: Haagse Vogelbescherming dinsdag 18 januari Het Milieucafé tijd: 17.00 uur waar: Nutshuis, Riviervismarkt 5 informatie: 070 3050286 organisatie: Haags Milieucentrum woensdag 19 januari Excursie Haagse Bos en parken tijd: 11.00 uur waar: Den Haag CS bij Bruna informatie en aanmelden: 070 3238629 of 015 2571535 organisatie: KNNV donderdag 20 januari Excursie Kijfhoek en Bierlap tijd: 9.30 uur waar: parkeerplaats Kievitsduin, Wassenaar informatie en opgave: 070 3548974 organisatie: Haagse Vogelbescherming Lezing landslakken en zoetwaterslakken door Herman Roode tijd: 20.00-22.00 uur waar: Christus Triumfatorkerk, Juliana van Stolberglaan 154 informatie: 070 3179290 of www.knnv.nl/den-haag organisatie: KNNV zaterdag 22 januari Excursie Zeeland tijd: 9.30 uur zie 15 januari organisatie: Haagse Vogelbescherming Excursie Mondriaan en de kunst van het weglaten tijd: 11.00 uur waar: Gemeentemuseum, Stadhouderslaan 41, Den Haag informatie: www.nivon-zuidholland.nl organisatie: Nivon Zuid-
Holland West Workshop Enten fruitbomen kosten: € 80,tijd: 10.00-17.00 uur waar: Eetbaar Park, Zuiderpark informatie: 070 3569978 of www.gezondegronden.nl/ agenda.htm organisatie: Gezonde Gronden G’Aarde zondag 23 januari Excursie Vlietland: vogels in de winter tijd: 14.00 uur waar: parkeerplaats aan de Kniplaan bij de brug over de A4 informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN donderdag 27 januari Excursie Amsterdamse Waterleidingduinen zie 8 januari organisatie: Haagse Vogelbescherming zaterdag 29 januari Excursie Meijendel: gallen tijd: 10.00 uur waar: onderaan parkeerplaats Kievitsduin bij de slagboom naar Meijendel informatie: www.knnv.nl/den-haag organisatie: KNNV Lezing ‘de vrije pers in Oost Europa en Azië’ tijd: 11.00 uur waar: Het Oude Raadhuis, Laan Hofrust 4, Rijswijk informatie: www.nivon-zuidholland.nl organisatie: Nivon ZuidHolland West zondag 30 januari Excursie Zuiderpark, Heimanshof: bomen in de winter tijd: 10.30 uur waar: stadsboerderij Herweijerhoeve, Anna Polakweg 7 informatie: 070 3681400
of 070 3858676 organisatie: IVN donderdag 3 februari Excursie Sorghvliet: Maria lichtmis tijd: 14.00 uur waar: ingang Scheveningseweg informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN vrijdag 4 t/m maandag 7 februari Ganzenweekend Friesland informatie en opgave: www. haagsevogels.nl of nicsvg@ wanadoo.nl, 070 3556283 organisatie: Haagse Vogelbescherming zaterdag 5 februari Winterwandeling Scheveningen: duinen en strand tijd: 11.00 uur waar: schip op de noordzijde van de boulevard informatie: www.nivon-zuidholland.nl organisatie: Nivon ZuidHolland West zondag 6 februari Excursie Te Werve tijd: 10.00 uur waar: Van Vredenburghweg in Rijswijk informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN Excursie De Horsten tijd: 10.00 uur waar: ingang Papeweg informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN donderdag 10 februari Mini-symposium: Beleven van Midden-Delfland tijd: 13.00-17.00 uur waar: Op Hodenpijl, Rijksstraatweg 20/22, Schipluiden informatie en aanmelden:
[email protected] organisatie: Midden-Delfland Vereniging en KNNV afd. Delfland zaterdag 12 februari Excursie Delta of rondje langs
de Waal: vogels, wintergasten tijd: 9.00 uur waar: parkeerplaats NS station Mariahoeve Voorburgzijde informatie en aanmelden (vóór 10 februari): 079 3310369 organisatie: KNNV Excursie Oostduinen: sporen in het landschap, de geschiedenis tijd: 10.15 uur waar: parkeerplaats Zwarte Pad informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN Lezing De Kloof (tussen arm en rijk) zie 8 januari dinsdag 15 februari 20 jaar Haags Milieucentrum: Jubileumborrel tijd: 17.00 uur waar: Nutshuis, Riviervismarkt 5 informatie: 070 3050286 www.haagsmilieucentrum.nl organisatie: Haags Milieucentrum woensdag 16 februari Excursie Waalsdorpervlakte tijd: 10.00 uur waar: rotonde aan einde Oude Waalsdorperweg informatie: 070 3867630 organisatie: KNNV donderdag 17 februari Lezing door Johan van Zoest tijd: 20.00-22.00 uur zie 20 januari zaterdag 19 februari Groenochtend tijd: 10.00-11.30 uur waar: Stadskwekerij informatie: 070-3233506 organisatie: KMTP/ Groei & Bloei Excursie Kijfhoek/Bierlap tijd: 11.00 uur waar: begin Meijendelseweg parkeerplaats Kievitstop, Wassenaar informatie en opgave: 070 511 7276 (di t/m vrij 10-16 uur) organisatie: IVN Excursie Hortus Botanicus tijd: 11.00 uur waar: Rapenburg 73, Leiden
informatie: www.nivon-zuidholland.nl organisatie: Nivon ZuidHolland West zondag 20 februari Excursie bossen van Austerlitz tijd: 8.30 uur waar: parkeerplaats station Mariahoeve zijde Voorburg informatie en opgave: 070 3548974 organisatie: Haagse Vogelbescherming Excursie Heempark H.J. Bos tijd: 10.00 uur waar: hek kinderboerderij, Loosduinse Hoofdstraat 1184a informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN maandag 21 februari Lezing over de grienden bij Ridderkerk zie 17 januari woensdag 23 februari Excursie park Rozenrust tijd: 14.00 uur waar: het witte tuinmanshuisje aan de Veursestraatweg 102 A, Leidschendam informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN & SBOL zaterdag 26 februari Excursie Quakjeswater op Voorne tijd: 9.00 uur waar: kiosk Station Voorburg informatie en aanmelden: 070 2118254 organisatie: KNNV Excursie opgravingen Delftse stadsmuur met stadsarcheoloog tijd: 11.00 uur waar: Prinsenhof, St. Agathaplein, Delft informatie: www.nivon-zuidholland.nl organisatie: Nivon ZuidHolland West zondag 27 februari Excursie Zuiderpark, Heimanshof: lente tijd: 10.30 uur waar: stadsboerderij Herweijer-
hoeve, Anna Polakweg 7 informatie: 070 3681400 of 070 3858676 organisatie: IVN donderdag 3 maart Lezing Levende Aarde: Platentektoniek tijd: 19.30-21.00 uur waar: Het Oude Raadhuis, Laan Hofrust 4, Rijswijk informatie: www.nivon-zuidholland.nl organisatie: Nivon ZuidHolland West zaterdag 5 maart Excursie Hoeksche Waard zie 8 januari organisatie: Haagse Vogelbescherming Strandwandeling van Katwijk naar Scheveningen tijd: 11.00 uur waar: Den Haag CS, busplatform, bus 90 informatie: www.nivon-zuidholland.nl organisatie: Nivon ZuidHolland West zaterdag 12 maart Lezing De Kloof (tussen kiezer en gekozene) zie 8 januari dinsdag 15 maart Het Milieucafé zie 18 januari donderdag 17 maart Lezing Levende Aarde: Gebergtevorming en geomorfologie tijd: 19.30-21.00 uur waar: Het Oude Raadhuis, Laan Hofrust 4, Rijswijk informatie: www.nivon-zuidholland.nl organisatie: Nivon ZuidHolland West zaterdag 19 maart Groenochtend zie 19 februari donderdag 31 maart Lezing Levende Aarde: Gebergteafbraak en geomorfologie zie 17 maart
januari-maart branding 19
Een geslaagd alternatief voor vlees zetten. Onlangs is hier een dozijn Meesterslagers op bezoek geweest. Die waren erg enthousiast en willen Beeter gaan verkopen. Zij helpen ons bij de smaakontwikkeling, want we willen immers de smaak van echt vlees zo dicht mogelijk naderen. Zij geven ons tips, wij hun. Daar zij we niet vies van.” Als Beeter op een gegeven moment voor honderd procent biologisch is, komt ook verspreiding via natuurwinkels is zicht.
Een vegetarische slager: dat kán toch helemaal niet? Toch wel, legt eigenaar Jaap Korteweg uit. Op 11 oktober 2010 opende op het Spui, pal tegenover het stadhuiscomplex, de winkel van de Vegetarische Slager zijn deur. En inmiddels hebben heel wat mensen, waaronder veel journalisten, de zaak weten te vinden. Wat er in de koelingen ligt is immers niet zomaar een vleesvervanger zoals u die in vrijwel alle supermarkten kunt aantreffen, maar een product dat echt de smaak en ‘bite’ van vlees heeft. “Mensen die geen vlees eten omdat ze er niet van houden, hebben bij de Vegetarische Slager niets te zoeken”, zegt Korteweg ronduit. De zaak richt zich op “flexitariërs, part-time vegetariërs, vleesverlaters, hoe je het ook noemen wilt. Mensen die wel vlees eten, maar dat een paar keer per week niet doen. Daar zijn er momenteel zo’n vier miljoen van in Nederland.”
Verraderlijk De voor de Vegetarische Slager ontwikkelde vleesvervanger, Beeter genoemd, doet verraderlijk veel aan vlees denken. Bij een blinde test in België, waar Beeter in het strijdperk trad naast andere vleesvervangers en echt vlees, dachten maar liefst 14 van de 15 proevers dat ze een smakelijk stukje vlees in hun mond hadden, aldus een trotse Korteweg. Het product heeft een hoog eiwitgehalte, is sappig zonder vet te zijn en levert snel een verzadigd gevoel op. “Het past gewoon goed in een modern dieet”, concludeert Korteweg. De exacte samenstelling van Beeter is een zorgvuldig bewaard geheim, maar duidelijk is wel dat er gebruikgemaakt wordt van soja en lupine. De Vegetarische Slager onderzoekt of in plaats van soja,
20 branding januari-maart
die geïmporteerd wordt, ook Nederlandse tarwe gebruikt zou kunnen worden. En wat Korteweg betreft wordt het product, dat voor een deel biologische ingrediënten bevat, zo snel als dat kan voor honderd procent biologisch. De ontwikkelingen staan immers niet stil, ondanks de hectiek die de succesvolle introductie van Beeter met zich meebrengt. Naast verschillende vleesvervangers op basis van Beeter – zoals teriyaki, shoarmavlees, gehaktballen, braadlapjes - zijn er ook maaltijden te koop waarin het product verwerkt is. Korteweg is erg tevreden met de broodjeslijn die hij nu kan aanbieden en wil daarmee actief gaan werven bij de overbuurman en de diverse ministeries in de omgeving. Hij roemt vooral het broodje tonijn zonder tonijn. “Het is nu belangrijk het assortiment te verbreden”, meent Korteweg, “bijvoorbeeld met worsten. Er zijn vegetariërs die het allemaal maar onzin vinden, vleesvervangers die op vlees lijken, maar voor hen is deze winkel niet bedoeld. Wij vinden dat je het mensen gewoon heel makkelijk moet maken.”
Vraag en aanbod Anders dan oorspronkelijk de bedoeling was kwam de winkel op het Spui terecht, in een voormalige bakkerswinkel. “Is dit wel zo’n goede plek?”, vragen we Korteweg, “automobilisten zijn hier niet welkom, fietsers zijn hier niet welkom, en het is niet voor iedereen een optie om via jullie webwinkel te bestellen.” “De plek is niet per se beter dan die we oorspronkelijk op het oog hadden, maar toch wel prima”, aldus Korteweg. “Maar we zijn bezig met meer verspreidingspunten. Er zijn contacten met groentenboeren die koelingen met Beeter in de winkel willen
“Maar is jullie productiecapaciteit wel toereikend als er zoveel distributiekanalen bijkomen?”, vragen wij Korteweg. Het antwoord is even helder als ontnuchterend. “Dat is-ie nu al niet. De vraag is groter dan waar we aan kunnen voldoen. Er zijn toprestaurants die Beeter willen gaan verwerken, cateraars willen ermee aan de gang.... We zijn een nieuwe fabriek aan het bouwen die in 2011 klaar moet zijn.” Het blijft raar klinken, een ‘vegetarische slager’. Maar wacht eens even... een slager is niet alleen iemand die beesten vernielt, maar ook iemand die ergens in slaagt. En zo beschouwd zou de naam wel eens uitstekend gekozen kunnen zijn. De Vegetarische Slager, Spui 167A, Den Haag Tel. (070) 3456764
[email protected] www.devegetarischeslager.nl
Marianne Thieme?
Het is geen geheim dat de Vegetarische Slager zijn wortels heeft in de Partij voor de Dieren. Maar hoe zit het nou, vragen we, is het waar wat gezegd wordt, heeft P vdD -voor vrouw Marianne Thieme model gestaan voor het logo? Korteweg moet hard lachen. “Ik hoor ook wel eens mensen zeggen dat ze haar erin herkennen. Anderen zien weer helemaal geen gelijkenis. Ik spreek me er niet over uit!”