l e s b ri ef Het circus komt 3+
Clair de Lune Théâtre (België)
4811 TL Breda F facebook.com/
stiltefestival
4811 KB Breda
t +31(0)76 - 513 81 25
+31 (0)76 - 515 49 84
[email protected]
Nieuwe Huizen 41 E
[email protected] Markendaalseweg 75a
+31(0)6 - 11 62 32 91
afdeling educatie www.stiltefestival.com bezoekadres
afdeling techniek
onderbouw (groep 1 t/m 4)
Het doek gaat op. Er komt een schaduwcircus aan en alles is ineens mogelijk! Schaduwen en licht springen rond en spelen samen, hoppen op muzieknoten en deuntjes en rijgen zo een grappige voorstelling aan elkaar
4800 GE Breda
postbus 7211
postadres
waar geen woord aan te pas komt.
kijken naar woordloze voorstellingen Vooraf ter informatie U neemt de kinderen mee naar een voorstelling zonder woorden. Zonder woorden wordt een verhaal verteld, waarbij beeldtaal en lichaamstaal een essentiële rol spelen. Een voorstelling zonder taal kan ons onzeker maken: Snap ik het wel? Wat bedoelen ze nou? Waarom zeggen ze niks? Die vragen en die onzekerheid kunnen het genieten van een voorstelling aardig in de weg zitten. Daarom kunt u de kinderen voorbereiden op het zien van een nonverbale voorstelling door vooraf met hen het gesprek aan te gaan over beeldtaal en lichaamstaal. De hierna beschreven opdrachten helpen u daarbij. Een inleidend gesprek: Wat is beeldtaal? Ga met de kinderen het gesprek aan over beeldtaal. Vraag aan de kinderen: •
Wat is beeldtaal? Waar denk je dan aan? Wat zou het kunnen zijn? (bijvoorbeeld: non-verbale communicatie, praten met beelden, verhalen vertellen of informatie geven)
•
Kunnen je uit jouw eigen / directe omgeving enkele voorbeelden geven? (bijvoorbeeld: tekeningen, verkeersborden, foto’s, schilderijen, lichaamstaal)
•
Hoe kan beeldtaal ingezet worden bij een non-verbale voorstelling? (bijvoorbeeld: geluid, licht, decor, kostuum, rekwisieten, lichaamstaal in spel en dans)
Een spelopdracht in de klas: Wat is lichaamstaal? Vraag en probeer uit: •
Wie kan laten zien hoe je eruit ziet als je heel blij bent, boos, bang of heel verdrietig?
•
Wie kan laten zien welk gebaar je maakt alsof je iets hoort?
•
En alsof je een heel zacht geluid hoort… of een heel hard geluid?
•
Welk gebaar maakt de juf of meester als zij of hij wil dat iedereen luistert?
•
Wie heeft een idee hoe je - zonder te praten - de andere kinderen kunt laten zitten of laten staan?
•
Wie kent er nog meer gebaren?
Leg uit aan de kinderen dat we in het dagelijks leven gebruik maken van lichaamstaal en gebarentaal. Een taal die wij aldoor spreken en verstaan, zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Dans en theater maakt bewust gebruik van de taal van het lichaam.
2
Een opdracht in de klas: De cirkel Teken met een vinger een grote denkbeeldige cirkel in de lucht. Vraag aan de kinderen wat er getekend is. Naar alle waarschijnlijkheid zal iedereen de cirkel herkennen en benoemen. Stel een vervolgvraag aan de kinderen: •
Welke beelden roept de cirkel op die ik heb getekend?
Ongetwijfeld komen verschillende associaties naar boven. Iedereen neemt waar vanuit zijn eigen beleving, kennis en interesse. >>> Voorstellingen in het Stiltefestival zijn niet gericht op één betekenis, één waarheid. Ieder individu maakt zijn eigen verhaal.
we wensen jullie veel plezier bij de voorstelling! Wij gaan ervan uit dat u voor uw bezoek de kinderen heeft ingelicht over het gedrag in een theater.
3
het gesprek na het zien van de voorstelling
Na het zien van de voorstelling is het belangrijk om met de kinderen over de voorstelling te praten. Op deze wijze leren de kinderen hun ervaringen, ideeën en emoties te verwoorden en te delen met elkaar. Ieder kind kijkt en ervaart de voorstelling op een andere manier. Die eigenheid mag er zijn! Maak tijdens het gesprek aantekeningen in steekwoorden en maak daarvan een woordweb waarin associaties naar voren komen. Bewaar dit woordweb voor de bewegingsopdrachten! Stel open vragen •
Wat heb je gezien?
•
Wat is je opgevallen?
•
Waar deed de voorstelling je aan denken?
•
Welke beelden krijg je bij het ervaren van deze voorstelling?
•
Heb je een verhaal kunnen herkennen of ontdekken?
•
Speelden gevoelens een rol bij de voorstelling?
•
Welke gevoelens heb je herkend?
•
Riep het ook gevoelens bij jezelf op? Kun je dat uitleggen?
Daag de kinderen uit in hun fantasie. Stel vragen waarop meerdere antwoorden mogelijk zijn.
geef ze het vertrouwen dat elk idee, elke gedachte waardevol is!
4
naar aanleiding van de voorstelling In de speelzaal: voor de bewegers een dansopdracht Neem het woordweb (met de associaties die te maken hebben met personages, context, sfeer en emoties) naar aanleiding van het nagesprek mee de speelzaal in.
nummer 1 Start: ieder kind op een eigen plek in de zaal. Op de muziek gaan de kinderen dansend door de zaal. Als de muziek stopt staan ze stil in een danshouding / standbeeld. > TIP: Stimuleer de kinderen om op verschillende manieren door de zaal te verplaatsen. (huppelen, springen, schuiven, rollen, kruipen, draaien…)
nummer 2 Herhaal de opdracht en koppel de wijze van dansen aan een personage of een object uit de voorstelling: •
Hoe zou …......... door de zaal dansen springen, huppelen?
Gebruik als inspiratie om te dansen door de zaal een situatie uit de voorstelling: •
Hoe zou het springen eruit zien als je over golven springt?
•
En hoe ziet het eruit over een boomstam heen?
> TIP: Gebruik de woorden van het woordweb: •
Wie kan er een beweging bedenken bij ............?
•
Kun je het voordoen?
•
Kunnen de andere kinderen dit nadoen?
Nadat enkele bewegingen gezamenlijk zijn uitgeprobeerd, kunnen kinderen op de muziek eigen bewegingen verzinnen. Standbeeld als de muziek stopt: •
Op welke verschillende manieren kun je stil staan, zitten of liggen?
•
Welke danshouding past bij de voorstelling, bij een bepaalde scène, bij een personage...?
> TIP: Laat enkele kinderen hun standbeeld voordoen om de veelheid aan mogelijkheden te tonen.
5
Vervolgopdracht Groepen 1-2: Maak tweetallen. De leider verplaatst zich door de zaal en laat zich daarbij inspireren door de voorgaande opdrachten. De volger doet de bewegingen zo goed mogelijk na. Groepen 3-4: Ieder tweetal kiest gezamenlijk vier bewegingen / houdingen uit, die zij het leukst en het best bij de voorstelling vinden passen. Na het uitgeprobeerd te hebben laten ze het resultaat aan de anderen zien. In een kort nagesprek worden de keuzes toegelicht.
Afronding in de klas •
Vraag aan ieder kind om een zelf gekozen danshouding te maken die hen het meest doen denken aan de voorstelling.
•
Fotografeer dat en print het uit.
•
Het portret mag worden uitgeknipt en opgeplakt op een A4. Met behulp van verf en/of stiften en kleurpotloden tekenen de kinderen een scène uit de voorstelling om de foto heen als blijvend aandenken.
Bedankt voor jullie bezoek aan het Internationaal Stiltefestival 2015! www.stiltefestival.com | facebook.com/stiltefestival © in opdracht van het internationaal Stiltefestival door educatief medewerkers van dansgezelschap de Stilte.
6