Het Glazen Circus in de Tuin van Heden Leidsche Rijn Centrum
Ad hoc Adviescommissie ‘Het Glazen Circus’ 7 maart 2016
1 Inleiding Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Utrecht heeft de ad hoc adviescommissie Het Glazen Circus in februari 2016 gevraagd een advies uit te brengen over de artistiek-inhoudelijke kwaliteit en het organisatieplan van Het Glazen Circus in de Tuin van Heden. Het plan omvat een programma met een nieuw te bouwen accommodatie in Leidsche Rijn Centrum. De huidige Vrijstaat, boerderij Hofstede ter Weide met opstallen, maakt onderdeel uit van het plan. De commissie bestond uit drie leden: Ilrish Kensenhuis, Bart van Mossel en Marc Pil. De commissie werd ondersteund door Bas Jongmans, projectleider vanuit de afdeling Culturele Zaken, en een extern secretaris (Henriëtte Heezen). De leden van de commissie zijn gevraagd te adviseren op grond van hun deskundigheid op het gebied van culturele voorzieningen en hun kennis van wijkgericht werken en community art. In de afgelopen weken heeft de commissie de gedetailleerde uitwerking van het programma en de plannen voor de accommodatie bediscussieerd en beoordeeld. Hieronder wordt eerst de voorgeschiedenis van het plan geschetst, en de inhoud van de adviesopdracht en de gehanteerde procedure beschreven. Daarna volgt een korte beschouwing over enkele algemene ontwikkelingen die de commissie constateert rond Leidsche Rijn Centrum die mede de grondslag vormen voor het advies. Na een korte samenvatting van het plan Het Glazen Circus in de Tuin van Heden volgt de beoordeling aan de hand van een aantal door de gemeente aangereikte criteria. Aan de conclusies verbindt de commissie ten slotte enkele aanbevelingen. De initiatiefnemers geven aan dat ‘Het Glazen Circus in de Tuin van Heden’ een werktitel is. Ten behoeve van de leesbaarheid wordt in dit advies de werktitel afgekort tot ‘Het Glazen Circus’.
2 Een nieuwe culturele voorziening in Leidsche Rijn Centrum Voorgeschiedenis Al vanaf de vaststelling van het Masterplan voor Leidsche Rijn Centrum (2006) zette de gemeente Utrecht in op de mogelijkheid een culturele trekker in dit stadsdeel te creëren. De gemeente had daarbij de realisatie van een tweede schouwburg voor ogen. Uit onderzoek (LAGroupe, 2014) bleek echter dat een dergelijke grootschalige culturele voorziening in dit deel van de stad waarschijnlijk niet exploitabel zou zijn. In oktober 2014 vond in Leidsche Rijn een stadsgesprek plaats met inwoners en andere betrokken partijen uit Leidsche Rijn 1
om te bezien welk type voorziening wel zou passen. Op basis van dit gesprek besloot het college in april 2015 om twee sporen verder uit te laten werken. Twee kansrijke initiatiefnemers werden uitgenodigd om exploitabele programma’s te ontwikkelen voor een bruisende en levendige voorziening in Leidsche Rijn Centrum. Parallel hieraan startte de gemeente, om creativiteit en ondernemerschap een impuls te geven, met de voorbereiding van een landelijke marktconsultatie waarin de potentie van de locatie in Leidsche Rijn Centrum werd uitgedragen en (landelijk) initiatiefnemers werden opgeroepen om programma’s te ontwikkelen en in te dienen. Zodra de besluitvorming over Het Glazen Circus heeft plaatsgevonden zal worden gekeken of er zich interessante partijen en initiatieven hebben aangediend. Het eerste spoor betrof een multifunctionele evenementenlocatie. Dit leek kansrijk, maar vlak voor de zomer van 2015 trokken de initiatiefnemers zich terug. Het tweede spoor werd ingezet door het samenwerkingsverband tussen Mobile Arts, de Vrijstaat en Sharing Arts Society. Deze initiatiefnemers introduceerden het idee van Het Glazen Circus. De gemeente gaf hen vervolgens de opdracht om dit plan verder uit te werken. Onderdeel van de uitwerking van Het Glazen Circus is een gedetailleerde fasering van het ontwikkelproces, waarbij de initiatiefnemers een voorstel doen voor de verovering van de plek in Leidsche Rijn Centrum en het gebied daaromheen, door middel van tijdelijke programmering vanaf 2016. De opdracht aan de initiatiefnemers werd in december 2015 nog iets nader gespecificeerd. Gevraagd werd om -
-
-
een nadere uitwerking van het gepresenteerde programma in een voorbeeldprogramma voor een eerste jaar met bijbehorende doelgroepen en exploitatieopzet een uitwerking te maken van de voor het programma benodigde ruimten en voorzieningen in een (ruimtelijk) programma van eisen met bijbehorende investeringsraming een nadere uitwerking te maken van de organisatievorm en de invulling van de rollen van ontwikkelaar, eigenaar en exploitant van de voorziening en een voorstel te doen voor een gefaseerde opbouw van de programmering
Opdracht Deze nadere uitwerking van de eerste business case (juni 2015) van Het Glazen Circus vormt de leidraad voor de door Culturele Zaken samengestelde ad hoc-adviescommissie. De adviescommissie kreeg in februari 2016 de opdracht om het College van B&W te adviseren over de wenselijkheid, haalbaarheid en houdbaarheid van het initiatief ‘Het Glazen Circus in de Tuin van Heden’. Als onderligger voor deze leidraad gelden de criteria in de Uitganspuntennotitie Cultuurnota 2017-2020. Daarnaast zullen ook de resultaten van het in oktober 2014 gehouden stadsgesprek in de beoordeling worden meegenomen. Met de toetsing van de business case wil de gemeente Utrecht antwoord krijgen op de vraag of het voorstel van Het Glazen Circus voldoende basis is voor het realiseren van dé culturele 2
voorziening in Leidsche Rijn Centrum. De adviescommissie dient het ingediende plan te toetsen aan de volgende criteria: 1 Artistieke kwaliteit 2 Complementariteit 3 Levendigheid en reuring. Heeft het programma voldoende aantrekkingskracht op de doelgroepen (inwoners van de stad Utrecht en van de regio en daarbuiten) en levert het voldoende bijdrage aan de levendigheid in Leidsche Rijn Centrum? -
a. Zijn de genoemde bezoekersaantallen realistisch? b. Heeft het jaarprogramma voldoende ‘body’ voor de plek? c. Is de levendigheid voldoende verspreid over het gehele jaar of geconcentreerd op een aantal momenten?
4 Staat de gevraagde structurele subsidie in verhouding tot het activiteitenplan? 5 De ‘waarde’ van het voorstel: Is het de investering waard? Is de voorziening goed genoeg, vergeleken met andere voorzieningen die een soortgelijke subsidie ontvangen / vergelijkbare bezoekersaantallen realiseren?
Procedure De adviescommissie heeft de beschikking gekregen over de diverse, eerdergenoemde documenten en verslagen, en is na een eerste kennismaking nog drie keer bijeengekomen. De tweede bijeenkomst vond plaats op boerderij Hofstede ter Weide. De drie initiatiefnemers gaven een toelichting op hun plannen, toonden een maquette en gaven een korte rondleiding over het terrein. Tijdens deze bijeenkomst hebben zij vragen beantwoord van de commissieleden.
3 Samenvatting plan van Het Glazen Circus in de Tuin van Heden De initiatiefnemers Het Glazen Circus in de Tuin van Heden wil een culturele voorziening ‘van formaat’ creëren die bestaat uit een programma op en rond een deels bestaande en deels nieuw te bouwen accommodatie in Leidsche Rijn Centrum. Het programma wordt gedragen door drie initiatiefnemers die ervaring hebben met het produceren van eigenzinnige, publieksgerichte culturele evenementen. De Vrijstaat, Sharing Arts Society (SAS) en Mobile Arts. Ze bedienen met hun programma een publiek van 6 tot 80 jaar. De Vrijstaat, een kunstlocatie voor kinderen en jongeren waar actieve kunstbeleving centraal staat, beoogt met de stap naar Het Glazen Circus grote kunstmanifestaties te maken met een groter publieksbereik.
3
Mobile Arts, uitvoerder van grote mobiele evenementen zoals de Boulevard of Broken Dreams en de Parade, wil van Het Glazen Circus zijn permanente artistieke uitvalsbasis maken waar ook nieuwe programmaconcepten kunnen worden beproefd. Sharing Arts Society, een internationaal en intercultureel initiatief, dat voortborduurt op de kennis en het netwerk van Growing up in Public en Stichting Vrede van Utrecht (20052013), stelt het delen centraal in kunstprojecten waarbij het publiek zowel ‘komt halen als brengen’.
Visie Er wordt gewerkt vanuit een visie die past bij de omgeving en die aanvullend is op het reeds bestaande cultuuraanbod in wijk en stad. Het Glazen Circus in de Tuin van Heden wil een oase zijn in verstedelijkt gebied, in een woonomgeving die gedomineerd wordt door hoogbouw. Van hieruit wil het met haar programma de “de omgeving infecteren”. Drie uitgangspunten kenmerken het programma. -
-
-
Zaaien kweken groeien oogsten: is de leidraad, namelijk kunst zaaien op het nog onontgonnen terrein van Leidsche Rijn Centrum, en meegroeien met de wijk in wording. Daarbij dient Het Glazen Circus als ‘contact zone’, een ontmoetingspunt voor allerlei groeperingen. De kunstprojecten zijn een manier om nieuwe bewoners met elkaar te verbinden en zijn een instrument om vorm te geven aan een nieuwe habitat. Publiek in de hoofdrol: mee-maken en delen vormen een belangrijk uitgangspunt. Kunstenaars en niet-kunstenaars werken samen. En vanuit de idee dat de moderne mens op zoek is naar gevoelsdeling en zelfexpressie, zet de artistieke programmering in op vernieuwende, verbindende kunstprojecten die maatschappelijk relevante thema’s aansnijden. Start jong, verbind generaties en culturen: als kinderen vanaf jonge leeftijd in aanraking komen met kunst zullen ze een vanzelfsprekendheid ontwikkelen tegenover een samenleving waarvan kunst en cultuur onlosmakelijk onderdeel zijn. Daarnaast beoogt de programmering dwarsverbanden te leggen tussen verschillende leeftijdsgroepen.
Activiteitenprogramma Het activiteitenprogramma krijgt in het plan grote nadruk. Dit hangt samen met de gedachte dat het Glazen Circus in de eerste plaats een programma is en pas in de tweede plaats een gebouw. -
Het plan is vooral programma –gestuurd met de gedachte om levendigheid en activiteit te stimuleren (“anders dan een voor velen passieve aanbod gestuurde connotatie”, zoals in een schouwburg). 4
-
-
Het programma wil met verschillende schaalgrootten en typen van activiteiten bijdragen aan het nieuwe stadshart Leidsche Rijn. Het Glazen Circus hanteert ten aanzien van de activiteiten een breed cultuurbegrip: diverse vormen van kunst (beeldend, theater, muziek, mode) worden vermengd met buurtbetrokkenheid, openbaar groen, leisure, duurzaamheid, voedsel en toerisme. Activiteiten vinden niet alleen binnen de muren van de cultuurtrekker plaats, maar juist in wisselwerking met de omgeving: “het onderscheid tussen binnen en buiten vervaagt door het transparante karakter van Het Glazen Circus”.
Het Glazen Circus kent een cyclische programmering waarin de vier seizoenen richtinggevend zijn. Ieder seizoen heeft zijn eigen karakter met daarbij aansluitende programmering. Daarin wordt aansluiting gezocht bij rituelen en traditionele vieringen. Een jaarrond programma omvat naast vaste onderdelen zoals ‘Parade’s Best of’, een artist-inresidence programma, kookworkshops en openluchtcolleges bijvoorbeeld: een Winterparade (bestaand concept met eten en feestelijke optredens aan lange tafels), kerstmarkt i.s.m. lokale ondernemers, Venetiaans Carnaval (interactieve expositie met workshops), De Stadssmederij (verhalencaroussel) Feest van Mei (een bestaand concept Tafel van de Idee i.s.m. Rollende keukens), De Houdini’s (interactief variététheater), De Muziekmachine (interactieve expositie van kunstwerken met geluid), Fabuleuze voorstelling (Kunstenaarscollectief Light Up met leerlingen po/vo) Sharing Summer School (circus- en parade maken o.l.v. internationaal bekende community kunstenaars), Zomer Campus (kunstvakantieweken), de Showman’s Fair (mix van totaalproductie en podiumkunstenfestival) Het Nieuwe Circus (presentatie van actuele artistieke ontwikkelingen op circusgebied), De Grote Trek (interactieve workshops leiden tot Sint Maartenparade), Save Our Souls (workshops leiden tot familiemonument), Oogstmarkt (i.s.m. stadlandbouw)
Accommodaties De accommodaties van Het Glazen Circus in de Tuin van Heden worden door de initiatiefnemers als volgt omschreven “een bijzondere plek met oud- en nieuwbouw, een stadstuin en een productietuin, waarin omwonenden schoffelen in de tuin, bewoners een rol spelen in kunstproducties, scholen uit de stad educatieve programma’s volgen en bezoekers uit alle windstreken het leven vieren tijdens evenementen”. De omgeving dient een diversiteit aan kunstvormen en culturele activiteiten te faciliteren. Het Glazen Circus moet geschikt zijn voor grote evenementen (700-1.000) en voor kleinschalige theatervoorstellingen (150), maar zonder vaste opstelling. Daarnaast biedt het onderdak aan een expositieruimte (350 m2), en een café-restaurant annex ontmoetingsruimte. 5
Het Glazen Circus bevindt zich in een soort ‘Artventurepark’: een groene zone die dient als ontmoetingsplaats, openlucht arena voor debatten, dansvloer en buitenactiviteiten zoals jeu de boules en een klimtuin. Het Zomerhuis wordt omgebouwd tot werkruimte die plaatsbiedt aan ten minste 15 werkplekken (voor staf en projectmedewerkers). De Boerderij wordt omgebouwd tot Meer Generatiehuis: artist in residence en ontvangstruimte annex workshopruimte voor groepen. De hooischuur wordt atelier en werkruimte. Het Gebouw wordt atelier / kinderkunstacademie. En in het overgangsgebied tussen de verbouwde oude locaties en de nieuwbouw wordt een productietuin gesitueerd die samen met bewoners en onder leiding van de horeca (van Het Glazen Circus) wordt onderhouden en ingrediënten levert voor het restaurant en workshops.
Complementair Samen met de Cinemec vormt Het Glazen Circus straks het hart van de cultuur-as in Leidsche Rijn. Het denkt met de verfrissende programmering complementair te zijn aan bestaande culturele voorzieningen die vooral in de binnenstad te vinden zijn (musea, schouwburg, galerie, concertzaal) en evenementen (festivals). Het wil een inspiratiebron zijn voor de inwoners van Leidsche Rijn, een die kan bijdragen aan de identiteit en aan het karakter ervan.
Organisatie De veranderende omstandigheden, verschillende doelgroepen en voortdurende inhoudelijke ontwikkeling vragen volgens Het Glazen Circus om een flexibele organisatiestructuur. Het voorstel is om een onafhankelijke stichting met directeur en Raad van Toezicht op te richten. De initiatiefnemers verbinden zich als programmamakers aan de stichting, en krijgen in de beginjaren de status van ‘preferred supplier’. Als voordelen van deze organisatievorm worden genoemd: het loskoppelen van de vastgoedexploitatie van programma (makers), een platform creëren voor samenwerking van programmamakers en het scheppen van een eenduidig aanspreekpunt. In de totale ontwikkeling van Het Glazen Circus worden (tot 2024) drie fasen onderscheiden: de bouwfase (bouw en verbouw met aanloopprogramma, waarbij initiatiefnemers risicodragend zijn, 2016-2018), de pioniersfase (de stichting betrekt de gebouwen en neemt exploitatie over, 2019-2020) en de consolidatiefase (evaluatie en planvorming voor de toekomst, 2021-2024). De initiatiefnemers hebben zich gecommitteerd tot en met 2024, waarbij 2022 gezien wordt als ijkjaar voor de toekomst.
6
4 Oordeelsvorming 1 Artistieke kwaliteit De commissie is unaniem van oordeel dat de missie van Het Glazen Circus helder, richtinggevend, onderscheidend en direct is. Het beeld van zaaien, kweken, groeien en oogsten spreekt tot de verbeelding. Het is een mooie metafoor voor de intentie om kleinschalig vanaf microniveau, een verbinding te willen maken met het grootschalige op macroniveau. De organisatie wil iets tot bloei brengen vanuit de wijk - de huizen en de tuinen - en het geheel naar een hoger plan brengen, op het niveau van Leidsche Rijn, op stedelijk en zelfs op landelijk niveau. Maar de commissie mist een visie op hoe de programmering van Het Glazen Circus zich precies verhoudt tot het specifieke profiel en de ontwikkeling van Leidsche Rijn. De grote lijn wordt wel geschetst, maar de details die deze verhouding zouden moeten illustreren en reliëf moeten geven ontbreken. De commissie is positief over het feit dat het plan uitgaat van flexibiliteit, van werken op locatie, projectmatig is en zoekt naar nieuwe formules van produceren, presenteren en samenwerken. Met deze manier van werken sluit Het Glazen Circus goed aan bij actuele ontwikkelingen binnen de samenleving, en in het bijzonder ook bij de meer vraaggerichte wijze van werken binnen de podiumkunsten. De commissie vindt het plan artistiek inhoudelijk moeilijk te beoordelen. Voor een plan van deze omvang en ambitie mist ze de zo noodzakelijke trackrecords en uitdagende, misschien zelfs risicovolle keuzes die een bewijs zouden kunnen leveren van artistieke kwaliteit. Grote delen van het programma zijn niet ingevuld; er zijn weliswaar mooie plannen en aansprekende thema’s, maar onduidelijk is met welke externe partners precies wordt samengewerkt, welke andere theatermakers, beeldend kunstenaars en curatoren mee vorm gaan geven aan de plannen. Namen en rugnummers ontbreken. Het plan geeft ook geen goed beeld van de vorm of het niveau waarop Het Glazen Circus zich over vijf tot tien jaar artistiek-inhoudelijk bevindt. Gemiste kansen, constateert de commissie, omdat die artistieke inhoud de kern is waar het hele circus om draait. Met name als het gaat om samenwerking met scholen vraagt de commissie zich af met wie de initiatiefnemers precies denken samen te gaan werken. Het is bekend dat reeds jaren wordt samengewerkt met enkele scholen, maar plannen voor hoe en met wie in de nabije toekomst die samenwerking wordt uitgebreid ontbreken. Plannen voor samenwerking met hbo’s of universiteiten zijn allerminst concreet en niet afdoende om een helder beeld te geven van ieders inbreng en de vruchten die een dergelijke coöperatie oplevert. Daarnaast wordt in de voorstellen nauwelijks rekening gehouden met de inwoners van Leidsche Rijn, of het nu gaat om jongeren, ouderen of inwoners met een niet-westerse achtergrond. Er zijn, om maar iets te noemen, vieringen en rituelen denkbaar die mogelijkheden bieden voor het betrekken van die laatstgenoemde groep inwoners. Ook hier laten de initiatiefnemers een kans liggen om samen te werken met nieuwe of jonge makers(groepen) die hun expertise op het gebied van urban culture of community art reeds bewezen hebben. Die intentie wordt zelfs niet uitgesproken. Het meester-leerling principe dat in de plannen genoemd wordt, veronderstelt een nadere aanduiding van wie die 7
meesters in de ogen van de initiatiefnemers zouden moeten zijn. Voor een groot deel van het programma worden deze meesters niet benoemd, waardoor tevens – ten onrechte of niet - de indruk wordt gewekt van een incrowd-programmering.
Organisatie De organisatie wordt gekenmerkt door een top-down structuur, en die lijkt in tegenspraak met het gegeven van participatie op buurtniveau. Het gewenste ‘infecteren’ van de organisatie staat feitelijk haaks op het benodigde ‘involveren’. Het Glazen Circus had kunnen kiezen voor een vorm van coöperatie (een samenwerking met inwoners van Leidsche Rijn op niveau van organisatie) of voor projecten waarin participatie het leidende principe is. Maar in dit voorstel wordt onder participatie het geven van workshops verstaan, feitelijk ook een top-down formule. Het is alsof de initiatiefnemers zelf de gemeenschap zijn, waarbij anderen aan mogen sluiten. Op deze manier verbindt het Glazen Circus zich te weinig met de context, met de ontwikkeling van het stadsdeel Leidsche Rijn en haar inwoners.
2 Complementariteit Het Glazen Circus kan aanvullend zijn op het aanbod van bestaande culturele voorzieningen als de projecten, zoals hierboven geschetst, meer vanuit de gemeenschap worden ontwikkeld. De vraag is echter of Leidsche Rijn die behoefte aan kunst in voldoende mate heeft. De bevlogen initiatiefnemers geven zelf aan dat Leidsche Rijn inmiddels is uitgegroeid tot een tevreden wijk, vol gezinnen met puberende kinderen. De zorgen van de inwoners richten zich vooral op leegstand van kantoren en nog ontbrekende winkelvoorzieningen. Ook uit het stadsgesprek is gebleken dat de huidige bewoners over het algemeen tevreden zijn. Tevreden publiek is lastig in beweging te krijgen. Het is de vraag of de ‘permanente revolutie’, het ‘pionieren’ en ‘infecteren’ op deze gemeenschap wel vat krijgt. De commissie ziet te weinig visie op hoe de initiatiefnemers dat voor elkaar denken te krijgen. De droom om van deze nu nog kale plek in het nieuwe stadsdeel “het hipste plein van Nederland te maken” is wellicht te verwerkelijken, maar de unieke manier waarop dat gebeurt is van groot belang. Dit is volgens de commissie niet te realiseren met een programma dat op expansie van reeds bestaande activiteiten en projecten berust. Het type speelplek is weliswaar nieuw, maar de programmering bestaat grotendeels al, elders in de stad of in Nederland. Het geheel moet meer zijn dan de som der delen. Daarnaast vraagt de commissie zich af of Mobile Arts gemotiveerd is – en waardoor dan precies - om uitgerekend op deze plek neer te strijken. Als de expliciete uitnodiging er niet was geweest, was deze initiatiefnemer dan niet net zo lief naar een andere stad of regio uitgeweken?
8
3 Creëren van levendigheid Volgens de commissie is de levendigheid vooral op microniveau voelbaar en zeker nog verder te ontwikkelen. Maar de idee dat deze activiteiten op iets grotere schaal opeens duizenden bezoekers in beweging brengen, is niet realistisch. Het idee van het circus dat permanent neerstrijkt is prachtig, maar hoe houd je de levendigheid – tussen die vier seizoenen – in stand, niet één jaar, maar vijf of zelfs tien jaar? Wordt Het Glazen Circus de nieuwe Eiffeltoren van Leidsche Rijn of wordt het een kleine evenementenhal die een groot deel van het jaar zichtbaar roerloos leeg staat? Er is vertrouwen dat een ervaren partij als Mobile Arts die dynamiek en levendigheid kan bieden in een of andere vorm. Het idee van het circus en parades leent zich daar in principe goed voor. De commissie vraagt zich alleen af of de kracht ervan niet vooral ligt in de tijdelijkheid. Ze betwijfelt of Het Glazen Circus het tien jaar volhoudt om een opzwepend programma te bieden, met steeds weer fris gewassen tenten, en of het lukt om ‘permanent bijzonder’ te zijn, en wel zo dat je een ‘dagje Glazen Circus’ gaat doen. De commissie vraagt zich af of de prioriteit ligt in het creëren van een instelling op locatie of in een aantrekkelijk programma. Komen de bezoekers voor Het Glazen Circus en gaan ze daar vervolgens naar een activiteit, of komen ze voor een activiteit die in Het Glazen Circus plaatsvindt? Vergeleken met de bezoekersaantallen van de Stadsschouwburg (180.000), Tivoli/Vredenburg (570.000) of het Centraal Museum (150.000) is een prognose van 150.000 (in 2019 als gemiddeld jaar) bezoekers nogal optimistisch, zeker gezien de in dit plan voorgestelde programmering. De verwachting van 25.000 bezoekers bij Showman’s Fair is onrealistisch. Het concept wordt door Mobile Arts al enige tijd aangeboden in een vorm die als ‘intiem’ omschreven wordt. Dit is moeilijk te rijmen met de beoogde schaalvergroting in Leidsche Rijn. En een pop-up store waar 5.000 mensen komen? Het voorstel voorziet niet in een overzicht van eerdere projecten in Leidsche Rijn of daarbuiten, waarmee deze aantallen vergeleken kunnen worden. Daarnaast is het weer opmerkelijk dat slechts 40 dagen per jaar verhuur aan derden mogelijk is. Als het erom gaat of het programma voldoende body heeft voor de plek, dan heeft de commissie de indruk dat het programma eerder te veel dan te weinig gevuld is. Het geheel is dermate dichtgetimmerd dat er buiten hetgeen door de programmaraad wordt geselecteerd nauwelijks ruimte is voor werk van externe partners, gastcuratoren of nieuwe jonge makers, met hun mogelijke kleine parels die een podium vragen. Daardoor lijkt de programmering weer meer op die van een vast huis dan van een flexibele groep nomaden.
4 Subsidie in verhouding tot het activiteiten plan De investering die gemaakt zal moeten worden is aanzienlijk. Daarnaast zullen voor de grote parades en andere evenementen met een landelijke uitstraling veel meer inspanningen verricht moeten worden om voldoende bezoekers van buiten te trekken. De bezoekersaantallen zijn nogal rooskleurig ingeschat. Voor een toekomstige grote speler laat het activiteitenplan van Het Glazen Circus op dit moment te wensen over: het is op veel 9
plekken onvolledig, onvoldoende van niveau, niet specifiek en niet uniek genoeg. Maar bovenal vraagt de commissie zich af of de investering wel bijdraagt aan wat de gemeente beoogt in dit gebied? De culturele voorziening die hier gebracht wordt moet er wortelen, en niet zoals een circustheater met een topattractie, alleen dienen als tijdelijk evenement: het publiek parkeert, ziet iets, eet wat en rijdt weer weg. Een dergelijke voorziening betekent te weinig voor de wijk.
Conclusie De commissie heeft veel begrip voor de wens van de gemeente en de initiatiefnemers om in Leidsche Rijn Centrum een aantrekkelijke culturele voorziening te willen creëren. De door Het Glazen Circus voorgespiegelde oase in de verstedelijkte ruimte, het idee om kunst te zaaien, en in samenwerking met anderen voorstellingen te oogsten en parades te houden, kleur en leven te brengen in de gemeenschap, spreekt de commissie bijzonder aan. De samenwerking van deze partijen is aantrekkelijk, en de commissie waardeert de activiteiten van de afzonderlijke initiatiefnemers. Toch moet de commissie tot haar spijt concluderen dat ze op basis van de voorliggende plannen nauwelijks een afgewogen artistiek-inhoudelijk oordeel kan geven. Daarvoor zijn de voorstellen onvoldoende onderbouwd en uitgewerkt met ‘namen en rugnummers’, ontbreekt een visie op hoe de programmering van Het Glazen Circus zich precies verhoudt tot haar context, het specifieke profiel en de ontwikkeling van Leidsche Rijn, en blijven er ook op het gebied van organisatie, vernieuwing in de programmering en invulling van het gebouw te veel vragen onbeantwoord. Het moet de commissie van het hart dat ze in die zin meer ‘waar had verwacht’ van deze door de wol geverfde initiatiefnemers. Een artistiekinhoudelijke toetsing vereist een meer volledig en specifieke invulling van het programma. Op grond van wat de commissie wel kan afleiden uit de huidige plannen is ze eerder geneigd naar een negatief dan een positief oordeel over de artistieke inhoud. De ‘artistiek hoogwaardige projecten’ die Het Glazen Circus zegt te willen realiseren vindt de commissie lastig te rijmen met het (hier en daar) wat vrijblijvende niveau en het weinig vernieuwende karakter van de voorgespiegelde programmering. Ze kan dan ook niet anders concluderen dan dat de grote aantallen bezoekers te rooskleurig worden voorgesteld. Met een dergelijke programmering, die sterk top-down gestuurd is, gaan de initiatiefnemers volgens de commissie voorbij aan het door de gemeente beoogde doel om in co-creaties met diverse partners, in en met de gemeenschap, dit stadsdeel cultureel in te kleuren. Daarnaast mist de commissie een volledige synthese van de (programmering van) drie initiatiefnemers. Die wil maar niet meer worden dan een optelsom der delen, zo lijkt het. Kleinschalige projecten zijn eigenlijk de kernactiviteit van twee van de drie initiatiefnemers: Vrijstaat en SAS. Zij willen blijven doen wat ze eigenlijk al deden, maar dan drie tot vier keer zo groot. De commissie betwijfelt of deze initiatiefnemers een dergelijke schaalvergroting aan kunnen, en vreest dat Het Glazen Circus straks twee maten te groot voor hen blijkt. Dat deze activiteiten op iets grotere schaal opeens duizenden bezoekers in beweging brengt, acht zij niet realistisch. Ze betwijfelt tevens of Het Glazen Circus voor Vrijstaat en SAS wel de 10
benodigde toevoeging is om de levendigheid en de reuring die ze zelf reeds in the pocket hebben te continueren. Het idee van het circus dat permanent neerstrijkt is prachtig, maar de commissie denkt niet dat Het Glazen Circus in staat is die levendigheid en reuring langer dan twee jaar vast te houden. Alles in overweging nemende moet de commissie tot de conclusie komen dat zij zich voor lastige dilemma’s geplaatst ziet. Hoe voorkom je dat de oase, als die niet voldoende wordt bespeeld en beheerd, een schrale en ongure plek wordt. En past het, om in de huidige tijd zo’n kostbare accommodatie te bouwen. Wat is precies de toegevoegde waarde ervan, behalve dan als landmark op de cultuur-as? Een kleurrijke en levendige trekker vormt weliswaar een tegenwicht voor de oprukkende bebouwing, maar de ruimte die het ter plekke inneemt – het plein zelf – verdwijnt. Terwijl een plein juist zijn kracht ontleent aan de omringende gebouwen.
Aanbeveling -
-
-
-
De commissie is van mening dat Het Glazen Circus meer tot zijn recht komt als concept: zij kan zich voorstellen dat niet het gebouw op het plein komt, maar dat Mobile Arts er vier keer per jaar zijn tenten opslaat, met nieuwe verrassende concepten, om dan na enige tijd de boel weer op te pakken en te vertrekken, zoals het een echt circus betaamt. Dit doet recht aan het idee van flexibiliteit, het nomadische, het komen en gaan, een cyclus; een die bovendien uitstekend past bij het idee van de vier seizoenen. In deze vorm zou Mobile Arts - of wellicht een andere (internationale) partij - voor de duur van twee of drie jaar de rol van intendant op zich kunnen nemen, met Vrijstaat en SAS als partners: een organisatie waarbinnen de reeds gewortelde initiatiefnemers de verbinding blijven zoeken met de wijk, de buurt, de straat. Daarbij zo mogelijk en naar gelang het thema ook andere externe partners betrekkend vanuit de wijk, de stad of zelfs de regio. De commissie vreest anders dat een groot aandachttrekkend gebouw driekwart van het jaar ‘niets’ doet. Hoe levendig is dat? De commissie zou de initiatiefnemers daarom willen adviseren het eigen idee nog eens goed te onderzoeken op de vraag hoe belangrijk het is dat het gebouw er daadwerkelijk komt. Want een gebouw tegen oprukkende hoogbouw is niet genoeg, en het landmark-uitgangspunt ‘we moeten zichtbaar zijn’ ook niet. Daarnaast zou het volgens de commissie goed zijn om te onderzoeken hoe het programma, anders dan de voorgestelde top-down invulling door een programmaraad, meer vraag-gestuurd kan worden gemaakt. Hoe je kunt faciliteren door te co-creëren. De commissie ziet mogelijkheden voor een laboratoriumfunctie van Het Glazen Circus, als broedplaats en productiehuis. Het kan een schakel vormen in de lange keten van opleiding, aspirant maker of speler tot gevestigd theater. Die mooie verbindende rol komt pas goed tot zijn recht door ook de samenwerking aan te gaan met bijvoorbeeld Castellum Hoge Woerd en Cultuur 19, maar ook met andere partners uit de stad (Het Huis, het Centraal Museum, de Stadsschouwburg, de festivals) en de regio. 11