Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit.
Beroepsproduct: adviesrapport
Geschreven door Tessa van Dongen Mei 2015
Tessa van Dongen – Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit.
Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit. Adviesrapport volgend op het onderzoeksrapport
Geschreven door Tessa van Dongen in opdracht van Hogeschool Rotterdam en TriviumLindenhof Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Mei 2015
1
Tessa van Dongen – Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit.
Samenvatting Het onderzoek Van “yonke into igala kum” naar “het begint bij mij” heeft zich gericht op het aanpassingsproces van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2be ME naar de Nederlandse situatie. In dit adviesrapport is een beknopte uitwerking te vinden van het onderzoeksrapport. Het onderzoeksrapport kan echter ook gebruikt worden om extra informatie op te zoeken of als naslagwerk. Uit de analyseresultaten blijkt dat dit proces langer heeft geduurd dan gedacht, maar dat de stappen die genomen zijn wel overeen komen met het stappen die beschreven staan in de literatuur. Vanuit het onderzoek wordt aanbevolen om grootschalig onderzoek te doen, wat uitgevoerd zal worden door het Erasmus MC in samenwerking met het kenniscentrum jeugd van de gemeente Rotterdam. Aanbevolen wordt dat dit onderzoek zich zowel richt op de effectiviteit van de aanpassingen als de effectiviteit van de interventie in zijn algemeenheid. Door effectonderzoek wordt Proud2be ME bewezen effectief verklaar. Het advies is om twee soorten onderzoek te combineren, namelijk niet-experimenteel kwaliteitsonderzoek en niet-experimenteel veranderingsonderzoek. Het kwaliteitsonderzoek zal zich richten op de kwaliteitsstandaarden van de interventie en of deze in tact zijn gebleven door de aanpassingen. Het veranderingsonderzoek zal zich richten op de kwaliteit van Proud2be ME in zijn algemeenheid.
2
Tessa van Dongen – Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit.
Inhoud Samenvatting........................................................................................................................................... 2 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 4 2. Inhoudelijke oriëntatie ........................................................................................................................ 5 2.1 Aanpak van het onderzoek ............................................................................................................ 5 2.2 De interventie Proud2be ME ......................................................................................................... 5 2.3 Samenvatting van het onderzoeksrapport .................................................................................... 6 2.4 Aanbevelingen ............................................................................................................................... 8 3. Advies .................................................................................................................................................. 9 3.1 De aanbevelingen .......................................................................................................................... 9 3.2 Het advies ...................................................................................................................................... 9 Bronvermelding ..................................................................................................................................... 11 Bijlagen .................................................................................................................................................. 12 Bijlage 1: Leeswijzer onderzoeksrapport ........................................................................................... 12
3
Tessa van Dongen – Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit.
1. Inleiding In opdracht van Stichting TriviumLindenhof, een organisatie die specialistische jeugd- en opvoedhulp biedt aan kinderen, jongeren en hun ouders, is onderzoek gedaan naar het aanpassingsproces van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2be ME naar de Nederlandse situatie. Stichting TriviumLindenhof zal deze nieuwe interventie implementeren en uitvoeren en vindt het belangrijk dat er onderzoek gedaan wordt naar het aanpassingsproces van Proud2be ME. Dit om te kijken of de interventie daadwerkelijk binnen de Nederlandse situatie past en uitgevoerd kan worden. Hieruit is het onderzoek Van “yonke into igala kum” naar “het begint bij mij” tot stand gekomen. “Yonke into igala kum” is Xhosa, een taal die wordt gesproken in Zuid-Afrika. Het staat voor “het begint bij mij”, een slogan die kenmerkend is voor de interventie Proud2be ME. Het onderzoek heeft zich enerzijds gericht op het aanpassingsproces van Proud2be ME, maar anderzijds ook op het feit of Proud2be ME daadwerkelijk aansluit binnen de Nederlandse samenleving. Aan de hand van de verkregen resultaten van het onderzoek zijn aanbevelingen tot stand gekomen. Als antwoord op deze aanbevelingen is een adviesrapport geschreven. Het doel van dit adviesrapport is om handvatten en advies te geven voor het grootschalig onderzoek wat uitgevoerd zal worden door het Erasmus MC is samenwerking met het kenniscentrum jeugd van de gemeente Rotterdam. Het adviesrapport zal beginnen met een beschrijving van hoe het onderzoek Van “yonke into igala kum” naar “het begint bij mij” tot stand is gekomen. Er zal ingegaan worden op de onderzoeksmethode, de hoofd- en deelvragen en er zal een samenvatting van het onderzoeksrapport gegeven worden. Dit zodat het onderzoeksrapport niet eerst helemaal gelezen hoeft te worden. Het onderzoeksrapport kan echter altijd gebruikt worden als naslagwerk, maar de belangrijkste topics staan in dit adviesrapport beschreven. Verder zullen de aanbevelingen en het advies worden beschreven en sluit het adviesrapport af met een conclusie.
4
Tessa van Dongen – Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit.
2. Inhoudelijke oriëntatie 2.1 Aanpak van het onderzoek Het is een beschrijvend onderzoek geweest met als doel zicht te krijgen op het aanpassingsproces van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2b ME naar de Nederlandse situatie. Er is onderzoek gedaan door middel van de onderstaande hoofd- en bijbehorende deelvragen: Onderzoeksvraag Hoe is het aanpassingsproces verlopen van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Deelvragen Wat komt er in het algemeen kijken bij een aanpassingsproces van een buitenlandse interventie naar de Nederlandse situatie? Welke stappen zijn er genomen in het aanpassingsproces van Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Welke knelpunten zijn er geweest in het aanpassingsproces van Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Wat zijn de eisen vanuit de oprichtster van Proud2b ME en zijn deze terug te zien in de aangepast interventie? Sluit Proud2be ME aan op de Nederlandse opvoedingswaarden en –normen? Er is tijdens het onderzoek gebruik gemaakt van verschillende data. Zo is er zowel nationale als internationale literatuur geraadpleegd. De thema’s die binnen de literatuur aan bod komen, zijn implementatie van interventies, aanpassing van buitenlandse interventies, maar ook kenmerken van de Nederlandse opvoeding. Daarnaast zijn ook documenten geraadpleegd die betrekking hebben op de interventie Proud2be ME, zoals het basismateriaal en het theoretisch kader. Verder is er gebruik gemaakt van een vragenlijst en diepte-interviews om data te verzamelen. De resultaten van deze dataverzameling zijn allemaal gelabeld aan de hand van verschillende categorieën en zodoende is er gewerkt tot een conclusie. Aan de hand van deze conclusie zijn aanbevelingen gedaan en dit adviesrapport is een antwoord op deze aanbevelingen. 2.2 De interventie Proud2be ME Proud2b ME is een interventie die in 2003 ontwikkeld is in Zuid-Afrika en mooi aansluit bij de transitie. De interventie is gericht op ouderschap, opgroeien en opvoeden en versterkt de eigen kracht van de jeugdige (tot 18 jaar), de ouders en (secundaire) opvoeders. Proud2be ME heeft als einddoel een uitdagende en veilige opvoedomgeving voor de jeugdige en het activeren van diverse kracht- en steunbronnen in de directe sociale omgeving van het gezin. Voorbeelden van deze krachten steunbronnen kunnen zijn een buurman of buurvrouw, iemand uit de familie of uit de vriendenkring. Zo wordt op een duurzame manier het sociale netwerk rondom het gezin verstevigt, iets wat erg aansluit op de nieuwe Jeugdwet. In de basis is de interventie mensgericht en geeft het de jeugdige, ouders en (secundaire) opvoeders concrete handvatten voor nieuwe vaardigheden en ander gedrag. Hun motto ‘het begint bij mij!’ maakt de deelnemers bewust van hun aandeel in het opgroei- en opvoedproces. Proud2b ME heeft verschillende programma’s ontwikkeld voor verschillende doelgroepen: onder andere ouders, jongeren en vaders. De interventie die in Nederland geïmplementeerd zal worden, zal zich richten op ouders. Later in het jaar zal ook het programma gericht op jongeren gecontextualiseerd en geïmplementeerd worden.
5
Tessa van Dongen – Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit.
Het programma gericht op ouders en opvoeders bestaat uit vijf bijeenkomsten wie elk drie á vier uur duren. Tijdens deze bijeenkomsten worden vier pijlers behandeld, namelijk: Pijler 1: Mijn rol en verantwoordelijkheid als ouder; Pijler 2: Zelfvertrouwen en zelfbeeld; Pijler 3: Effectieve communicatie; Pijler 4: Normen, waarden en regels. De laatste bijeenkomst, pijler 5, dient als terugblik. Er wordt een certificaat uitgereikt en een supportgroep samengesteld. Om ook hier het duurzame effect te verstevigen wordt vanuit iedere wijk of sociale gemeenschap een supportgroepsleider die na de vijf sessies actief in verbinding blijft met de groep. Zo kunnen groepsleden elkaar blijven ontmoeten onder leiding van deze supportgroepsleider. Deze supportgroepsleider wordt ondersteund vanuit de Proud2b MEorganisatie. Hierdoor is Proud2be ME uiterst geschikt om in te zetten binnen de wijkteams (Westering, 2014). 2.3 Samenvatting van het onderzoeksrapport Om een beter beeld te krijgen van de onderzoeksresultaten, zullen nu kort de conclusies beschreven worden. Eerst worden de conclusies per deelvraag beschreven, daarna de conclusie van de hoofdvraag. Onderstaande informatie is een zeer beknopte uitwerking van de onderzoeksresultaten. Hiervoor is gekozen zodat er een duidelijk overzicht is van de belangrijkste resultaten en bevindingen. Voor extra informatie en/of naslagwerk kan altijd het onderzoeksrapport geraadpleegd worden. In de bijlagen bevindt zich een leeswijzer voor het onderzoeksrapport (bijlage 1). Deelvraag 1
Wat komt er in het algemeen kijken bij een aanpassingsproces van een buitenlandse interventie naar de Nederlandse situatie? Uit de analyseresultaten van de eerste deelvraag blijkt dat er veel komt kijken bij een aanpassingsproces. De belangrijkste bevindingen bestaan uit: - Een goede omschrijving en theoretische onderbouwing van een interventie is van groot belang voor de interventie om deze potentieel effectief te laten zijn (Van Yperen, Bijl en Veerman, 2008); - Er is een implementatiemodel ontwikkeld door Ireen de Graaf (2014) bestaande uit de voorbereidende fase, de uitvoerende fase en de borgingsfase. Het onderzoek heeft zich gericht op de voorbereidende fase; - Tijdens de voorbereidende fase moet stilgestaan worden bij de vraagherkenning om daarop een benaderingswijze af te stemmen, maar ook moet er tijdens de voorbereidende fase een determinantenanalyse gedaan worden om te kijken welke factoren belemmerend en bevorderend kunnen werken (Daamen, 2013); - Bij de aanpassing van een internationale interventie is het belangrijk dat er een analyse wordt gemaakt van mogelijke culturele verschillen, het materiaal moet zorgvuldig vertaald worden zodat de kernelementen aanwezig blijven, er moet goed contact zijn met de oprichter van de interventie (Cuijpers, de Graaf en Bohlmeijer, 2005). Deelvraag 2
Welke stappen zijn er genomen in het aanpassingsproces van Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Uit de analyseresultaten van de tweede deelvraag blijkt dat veel stappen die genomen zijn tijdens het aanpassingsproces overlappen met de gevonden resultaten uit de literatuur. De belangrijkste bevindingen bestaan uit: - Er is aan het begin van het aanpassingsproces stilgestaan bij de vraagherkenning. Er is eerst onderzocht of er in Nederland daadwerkelijk vraag was naar Proud2be ME; - Daarnaast is er onderzoek gedaan om een theoretisch kader te ontwikkelen; - Tijdens de contextualisering hebben er voortdurend gesprekken plaatsgevonden met oprichtster Adele Grosse over de voorwaarden, het materiaal en de aanpassingen. 6
Tessa van Dongen – Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit.
Deelvraag 3
Welke knelpunten zijn er geweest in het aanpassingsproces van Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Uit de analyseresultaten van de derde deelvraag blijkt dat er tijdens het aanpassingsproces ook knelpunten zijn voorgekomen. De belangrijkste bevindingen bestaan uit: - Eén van de knelpunten binnen het aanpassingsproces is geweest dat er een licentieovereenkomst is getekend nog voordat stichting Proud2be ME Nederland het materiaal in mocht zien. Hierdoor hebben zij niet kunnen zien dat het materiaal nog niet af was; - Omdat het materiaal niet af was, terwijl dit van te voren wel gezegd was, is de tijdsinvestering omhoog geschoten. Aangezien het materiaal vertaald en aangepast moest worden; - Daarnaast schieten de kosten ook omhoog, omdat Proud2be ME Nederland alles financiert vanuit een persoonlijke lening; - Verder zijn de trainingen een aantal keer uitgesteld, omdat er teveel onduidelijkheid was. Dit is niet goed voor de marketing; - Een ander knelpunt wat ook invloed heeft op de markt, is de transitie omdat wijkteams op dit moment nog niet open staan voor een nieuwe interventie. Deelvraag 4
Wat zijn de eisen vanuit de oprichtster van Proud2b ME en zijn deze terug te zien in de aangepast interventie? Uit de analyseresultaten van de vierde deelvraag blijkt dat er tijdens het aanpassingsproces rekening is gehouden met de eisen van de oprichtster. De belangrijkste bevindingen bestaan uit: - Adele Grosse stelt voornamelijk eisen aan de mensen die getraind worden en de organisaties waar deze getrainde mensen werken. Daarnaast worden er eisen gesteld aan het materiaal. Zowel aan de inhoud van het materiaal, als wel de lay-out; - Hoewel oprichtster Adele Grosse een aantal eisen heeft gesteld, liggen die van stichting Prou2be ME Nederland nog hoger, waardoor er wat aanpassingen hebben plaatsgevonden. Adele Grosse is met alle aanpassingen akkoord gegaan. Deelvraag 5
Sluit Proud2be ME aan op de Nederlandse opvoedingswaarden en – normen? Uit de analyseresultaten van de vijfde deelvraag blijkt dat zowel de meerderheid van de trainers, als de geïnterviewden vinden dat Proud2be ME past binnen de Nederlandse samenleving. De belangrijkste bevindingen bestaan uit: - Er is in de aanpassing van het materiaal geprobeerd zo min mogelijk waarden en normen op te leggen, omdat het aan het gezin zelf is om te bepalen wat zij willen nastreven. Deze gedachtegang sluit echter wel aan bij algemene waarden en normen die in Nederland belangrijk zijn zoals respect, niet oordelen, eigen keuzes maken; Uit de afgenomen vragenlijst blijkt dat 14,3% het niet vindt aansluiten tegenover 85,7% die Proud2be ME wel vinden aansluiten op de Nederlandse opvoedingswaarden en –normen. De bovenstaande resultaten van de tweede tot en met de vijfde deelvraag zijn allemaal verkregen door middel van het afnemen van diepte-interviews en een vragenlijst.
7
Tessa van Dongen – Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit.
Onderzoeksvraag
Hoe is het aanpassingsproces verlopen van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Uit de analyseresultaten van de vijf deelvragen is één algehele conclusie getrokken die dient als antwoord op de hoofdvraag. De belangrijkste bevindingen bestaan uit: - Veel van de resultaten die verkregen zijn door de diepte-interviews komt overeen met de resultaten verkregen door het literatuuronderzoek; - Er is aan het begin van het proces stilgestaan bij vraagherkenning en oriëntatie; - In 2012 is de stichting Proud2be ME Nederland opgericht die het aanpassingsproces en het contextualiseren op zich genomen heeft; Niet alleen de organisatieleden van deze stichting zijn actief betrokken bij het aanpassingsproces, maar ook de organisatieleden van Proud2be ME Zuid-Afrika. Er heeft een intensieve samenwerking plaatsgevonden; - Nadat duidelijk werd dat er vraag was naar Proud2be ME in Nederland, is een licentieovereenkomst ondertekend en zijn de voorwaarden besproken die nodig zijn om de interventie in Nederland uit te voeren; - Er is een goede omschrijving en theoretische onderbouwing van de interventie gemaakt. Door onderzoek te doen naar de kans van slagen van de interventie in Nederland en theoretische onderbouwingen te beschrijven voor Proud2be ME is het theoretisch kader ontwikkeld; - Verder is er gewerkt aan een vertaling van het basismateriaal en aangevuld met beschrijvingen, voorbeelden en filmpjes die meer aansluiten op de Nederlandse situatie. Tijdens deze vertaling is rekening gehouden met het in tact houden van de werkzame factoren en kernelementen van Proud2be ME. Daarnaast is er een handboek ontwikkeld voor de trainers met een theoretische onderbouwing van de oefeningen van Proud2be ME; - Tijdens de aanpassing van het basismateriaal is er wel rekening gehouden met de eisen die gesteld werden vanuit oprichtster Adele Grosse. Op dit moment wordt er een contract ontwikkeld waarin alle eisen vanuit Adele Grosse zijn verwerkt en die trainers en organisaties eerst moeten ondertekenen voordat zij de samenwerking met stichting Proud2be ME Nederland aangaan; - Verder stelde Adele Grosse eisen aan de kwaliteit en de lay-out van het materiaal, zodat iedere organisatie met hetzelfde product op de markt komt. Stichting Proud2be ME Nederland heeft hiervoor een format ontwikkeld die gebruikt wordt voor al het materiaal, de toolkit enzovoorts; - Tijdens het aanpassingsproces is rekening gehouden met de Nederlandse situatie, waarden en normen. Zo zijn een aantal beschrijving, voorbeelden en filmpjes aangepast om meer aansluiting te vinden met de Nederlandse cultuur; - Knelpunten tijdens het aanpassingsproces zijn geweest: het tekenen van een licentieovereenkomst nog voor het inzien van het materiaal, het vertalen en contextualiseren van het basismateriaal, het oplopen van de kosten en de transitie; - Oprichtster Adele Grosse heeft tijdens het aanpassingsproces vooral de rol als vraagbaak op zich genomen. Zij stond altijd open voor vragen en het bespreken van aanpassingen. 2.4 Aanbevelingen Als antwoord op de bovenstaande resultaten wordt aanbevolen om vervolgonderzoek te doen naar de effectiviteit van de aanpassingen en de effectiviteit van Proud2be ME in zijn algemeenheid. Dit onderzoek zal uitgevoerd worden door het Erasmus MC in samenwerking met het kenniscentrum jeugd van de gemeente Rotterdam.
8
Tessa van Dongen – Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit.
3. Advies 3.1 De aanbevelingen Vanuit het onderzoek Van “yonke into igala kum” naar “het begint bij mij” zijn een tweetal aanbevelingen gedaan die hieronder beknopt beschreven staan. -
Grootschalig onderzoek naar de effectiviteit van de aanpassingen. Het onderzoek heeft zich gericht op het feit of Proud2be ME zou kunnen passen binnen de Nederlandse samenleving, met als conclusie dat deze interventie inderdaad zou kunnen passen binnen de Nederlandse samenleving. Hoewel hier onderzoek naar gedaan is, is nog geen onderzoek gedaan of de aanpassingen die gemaakt zijn tijdens het aanpassingsproces ook daadwerkelijk goed zijn geweest. Het is raadzaam om een grootschalig onderzoek te starten naar de effectiviteit van de aanpassingen. Tijdens de probleemanalyse van het onderzoek kwam naar voren dat het belangrijk is om een interventie uit het buitenland niet letterlijk over te nemen, omdat er binnen beide landen andere waarden en normen gelden. Tijdens het aanpassingsproces is rekening gehouden met de Nederlandse situatie. Het materiaal is aangepast met de gedachte dat het meer zou aansluiten binnen de Nederlandse samenleving. Nu is echter de vraag of dit daadwerkelijk zo is. De aanbeveling is daarom om tijdens het grootschalig onderzoek zich ook te richten op de aanpassingen die gemaakt zijn en of deze effect hebben op de kernelementen van Proud2be ME.
-
Grootschalig onderzoek naar de effectiviteit van Proud2be ME in zijn algemeenheid. Een andere aanbeveling voor de langere termijn is om effectonderzoek te doen naar Proud2be ME, dit om de interventie Evidence Based te maken. Evidence Based methodieken dragen bij aan een snellere en effectievere hulpverlening (Hopman, 2013). Echter speelt niet alleen het feit dat de interventie bewezen effectief is een rol in de kwaliteit van de jeugdzorg, maar moet er ook gekeken worden naar algemeen werkzame factoren (van Yperen en van der Steege, 2010).
3.2 Het advies Er zijn verschillende soorten effectonderzoeken. Een goed effectonderzoek vertoont drie kenmerken, namelijk een hoge interne validiteit, een hoge externe validiteit of representativiteit en een followup. Met hoge interne validiteit wordt bedoeld dat het onderzoek zo zuiver mogelijk het effect van de interventie vaststelt, zonder teveel invloeden die storend zijn. Als de onderzoekssituatie een betrouwbare afspiegeling is van de toepassing van de interventie in de praktijk, spreekt men over hoge externe validiteit. Tijdens een effectonderzoek wordt gebruikt gemaakt van een ‘follow-up’ die niet alleen direct na het beëindigen van de interventie het effect meet, maar ook in de periode daarna zodat men kan zien of de resultaten beklijven. Advies is om een niet-experimenteel onderzoek uit te voeren, omdat dit kenmerkend is voor een hoge representativiteit (NJI, z.d.). Er zijn twee soorten niet-experimenteel onderzoek, namelijk niet-experimenteel kwaliteitsonderzoek en niet-experimenteel veranderingsonderzoek (NJI, z.d.). Niet-experimenteel kwaliteitsonderzoek Binnen deze vorm van onderzoek staat de vraag centraal wat de kwaliteit is van een interventie. Tijdens kwaliteitsonderzoek wordt geen vergelijking gemaakt met andere groepen bij wie een andere of geen interventie is toegepast (NJI, z.d.). Aanbevolen wordt om onderzoek te doen naar de mate waarin de interventie voldoet aan de kwaliteitsstandaarden. Tijdens het niet-experimenteel kwaliteitsonderzoek kan ook onderzoek gedaan worden naar de effectiviteit van de aanpassingen. 9
Tessa van Dongen – Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit.
Niet-experimenteel veranderingsonderzoek Bij een veranderingsonderzoek worden kenmerken van cliënten voor en na de interventie gemeten. Het verschil tussen de beide metingen (voor en na) geeft een eerste indicatie van de effectiviteit van de interventie. De effectiviteit van Proud2be ME in zijn algemeenheid kan via deze methode onderzocht worden. Bovenstaande onderzoeken kunnen gecombineerd worden en samengevoegd worden tot één onderzoek. Algemeen werkzame factoren Hoewel het van belang is dat er onderzoek gedaan wordt naar het effect van Proud2be ME om de interventie zo Evidence Based te maken, is het ook van belang om onderzoek te doen naar de algemeen werkzame factoren. Deze worden volgens van Yperen en van der Steege (2010) omschreven als: - Aansluiten bij de motivatie van de cliënt; - Een goede structurering van de interventie; - Een goede aansluiting van de hulp op de aard en ernst van de problematiek en de hulpvraag; - Uitvoering van de interventie zoals deze uitgevoerd dient te worden; - Professionaliteit van de behandelaar, door een goede opleiding of training; - Goede werkomstandigheden; - Het routinematig monitoren van de effectiviteit; - Een goede relatie tussen de cliënt en de hulpverlener. Het is raadzaam om ook hier onderzoek naar te doen, omdat dit een positief effect heeft op de effectiviteit van de interventie. Overige adviezen Het Nederlands Jeugdinstituut heeft een platform ontwikkeld genaamd ‘Databank Effectieve Jeugdinterventies’, waarin alle effectief bewezen jeugdinterventies te vinden zijn. Daarnaast is er allerlei informatie te vinden wat betrekking heeft op effectonderzoek, richtlijnen, effectiviteit meten, effectiever werken enzovoorts. Belangrijke namen die onderzoek hebben gedaan naar effectiviteit en wellicht een handvat kunnen bieden voor het onderzoek, zijn: - I. de Graaf; - K. Stals; - J. W. Veerman; - Y. van Yperen; - T.A. van Yperen.
10
Tessa van Dongen – Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit.
Bronvermelding Cuijpers, P., Graaf, de I. & Bohlmeijer, E. (2005). Adapting and disseminating effective public health interventions in another country: towards a systematic approach. European Journal of Public Health, 15(2), 166-169. Daamen, W. (2013). Wat werkt bij het implementeren van jeugdinterventies. Verkregen op 26 februari 2015, via http://www.nji.nl/nl/Wat-werkt-bij-het-implementeren-van-jeugdinterventies.pdf Graaf, de I. (2014) Eindrapport Project Kansrijk Implementeren. Een onderzoek naar implementatieprocessen van het multi-level programma Triple P. Rapportage van drie deelonderzoeken. Verkregen op 11 maart 2015, via http://www.trimbos.nl/webwinkel/productoverzichtwebwinkel/implementatie/af/~/media/files/gratis%20downloads/af1271%20eindrapport%20kansrijk e%20implementatie.ashx Hopman, M. (2013). Evidence-based methodieken en de normativiteit van opvoeding: valkuilen en nieuwe perspectieven. In De Vos, K. Grymonprez, H., Kerger, D., Roets, G., Roose, R., Verstraete, P. (Red.) Evidence-based practice. Handboek Integrale Jeugdhulp (pp.61-78). Brussel: Politeia. Nederlands Jeugd Instituut (z.d.) Soorten effectonderzoek. Verkregen op 24 mei 2015, via http://www.nji.nl/Soorten-effectonderzoek Westering, van Y. (2014) Factsheet Proud2be ME Nederland (brocure). Yperen, van T., Bijl, B. & Veerman, J.W. (2008). Op weg naar veelbelovend. In T.A. van Yperen & J.W. Veerman (Red.) Zicht op effectiviteit. Handboek voor praktijkgestuurd effectonderzoek in de jeugdzorg (pp.17-33). Delft: Uitgeverij Eburon. Yperen, van T. & Steege, van der M. (2010). Methodiek en hulpverlener tellen allebei. Jeugd en Co Kennis, 2, 28-37.
11
Tessa van Dongen – Het begint bij… onderzoek naar effectiviteit.
Bijlagen Bijlage 1: Leeswijzer onderzoeksrapport In de leeswijzer staat beschreven wat er waar te vinden is in het onderzoeksrapport. Dit om snel naslagwerk te kunnen doen. Om het gemakkelijk te maken, is alles geselecteerd en op alfabetische volgorde gezet. Aanbevelingen Aanleiding Antwoord deelvraag 1 Antwoord deelvraag 2 Antwoord deelvraag 3 Antwoord deelvraag 4 Antwoord deelvraag 5 Antwoord hoofdvraag
Bladzijde 29 Bladzijde 7 Bladzijde 17 Bladzijde 20 Bladzijde 22 Bladzijde 24 Bladzijde 25 Bladzijde 27
Bijlagen
Bladzijde 33
Conclusie Context
Bladzijde 26 Bladzijde 7
Deelvragen Discussie
Bladzijde 12 Bladzijde 30
Literatuurlijst
Bladzijde 31
Onderzoeksdoel Onderzoeksmethodologie Onderzoeksorganisatie Onderzoeksvragen
Bladzijde 12 Bladzijde 14 Bladzijde 8 Bladzijde 12
Probleemanalyse Proud2be ME
Bladzijde 10 Bladzijde 12
Resultaten
Bladzijde 17
Samenvatting Stichting Proud2be ME Nederland Stichting TriviumLindenhof
Bladzijde 5 Bladzijde 8 Bladzijde 9
Voorwoord
Bladzijde 2
12