35
Redactioneel
Op de eerste plaats wensen wij onze lezers natuurlijk een heel gezond en gelukkig 2008. Moge al uw wensen en goede voornemens bewaarheid worden! Wij zijn dit jaar van plan het TMT, de stedelijke expertisegroep op het gebied van seksueel misbruik van kinderen, een stevige basis te verschaffen en toegankelijk te maken voor alle kinderen die vermoedelijk slachtoffer zijn van seksueel misbruik. Verder zullen we in 2008 een aantal themabijeenkomsten organiseren die in de plaats komen voor het Stedelijk Incest overleg. (zie ook verder in deze nieuwsbrief). De nieuwsbrief zal uiteraard ook het komend jaar driemaal verschijnen. In deze nieuwsbrief aandacht voor het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel. Heleen Driessen en Harold van Gelder leggen uit wat de bedoeling is van het Coördinatiepunt en welke functie zij daarin vervullen. Wij wensen u voor nu en voor heel 2008 veel leesplezier!
Anneke Bouwman, Harold van Gelder, Heleen Driessen
Het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel (ACM) In mei 2007 is het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel (ACM) officieel van start gegaan. Het ACM werkt als expertise- en coördinatiepunt op het terrein van (seksuele) uitbuiting van jongeren en volwassen. Bij een vermoeden van mensenhandel kan men terecht bij het ACM voor advies, hulp, opvang en informatie. Het ACM biedt slachtoffers veilige opvang, psychosociale en juridische ondersteuning en zinvolle dagbesteding. De partners in het ACM zijn HVO-Querido, Bureau
Zedenpolitie Amsterdam-Amstelland, gespecialiseerde
rechtshulp en Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam.
januari 2008 nieuwsbrief 35
De directe lijn met de politie, die de opsporing van menshandel is gaan intensiveren, is nieuw. Harold van Gelder is projectcoördinator Mensenhandel van de politieregio Amsterdam Amstelland: “Mijn functie bestaat nog nergens in Nederland. In Amsterdam heeft de korpsleiding vorig jaar besloten om het onderwerp mensenhandel meer op de kaart te zetten. Ik ben ervoor vrijgemaakt, om de komende drie jaar het onderwerp mensenhandel te laten landen in het korps en te zorgen dat de aanpak beter gestructureerd en succesvoller wordt dan tot nu toe. Mensenhandel is een beleidsprioriteit in het regionaal veiligheidsplan van 2007 - 2010.” Heleen Driessen is zorgcoördinator bij De Roggeveen voor slachtoffers mensenhandel: ‘Als zorgcoördinator ben ik binnen de regio Amsterdam verantwoordelijk voor de hulpverlening aan slachtoffers mensenhandel. Dat betekent dat ik zowel inhoudelijk, zoals de opvang hier binnen de Roggeveen, als beleidsmatig probeert te traceren waar de knelpunten en de hiaten in het aanbod aan deze doelgroep zitten en die probeer ik in kaart te brengen. Dat is mijn functie.” Ken je de cliënten nog wel? Heleen: Ja, daar doe ik ook moeite voor. We hebben hier elke dag binnen de Roggeveen een dagprogramma. Dat is verplicht voor de vrouwen. Er zijn elke dag van de week activiteiten. Om 9.00 gaan ze gezamenlijk koffiedrinken. Dat is verplicht. Ook al hebben ze geen zin, ze moeten er gewoon uit. Gedurende de dag is er creatieve therapie, ze gaan zwemmen, naar de film, naar musea. Ze doen heel veel hartstikke leuke dingen. Ze volgen een conversatiecursus Nederlands, die nu door een broeder wordt gegeven van het Franciscanenklooster en ze gaan ook verplicht naar de inburgering
uiteindelijk. Ik ga zelf heel vaak ’s ochtends even een kopje koffie drinken met ze, om toch even met ze te praten. Ik vind het belangrijk om contact met ze te houden. We hebben een hele goede samenwerkingsrelatie met de zedenpolitie maar desalniettemin vind ik het altijd belangrijk dat je als hulpverlener toch je cliënt steunt. Mocht er om wat voor reden dan ook dingen onbegrepen zijn door cliënten dan zorgen wij altijd wel dat we erbij zitten om ze te steunen en te vertellen wat hun rechten zijn. We werken heel intensief samen met de politie maar we zijn natuurlijk geen verlengstuk van de politie en dat moet voor de vrouwen altijd wel duidelijk blijven. Wij zijn echt de belangbehartigers voor de slachtoffers.
“helaas is het zo dat slechts in 5% van de gevallen aangifte wordt gedaan” Hoeveel mensen werken er nu voor de slachtoffers? Heleen: We werken met vijf collega’s. Sinds 1998 is de zorgcoördinatie uitgebreid. We begonnen met 8 uur, nu hebben we 36 uur zorgcoördinatie. We hebben 24 uur maatschappelijk werk, 32 uur woonbegeleiding en 24 uur activiteitenbegeleiding specifiek voor deze doelgroep. Ook werken hier nog vrijwilligers. We hebben 5 vaste mensen in dienst. Wat betreft de hulpverlening aan de slachtoffers. Kijken jullie ook hoe erg iemand getraumatiseerd is? Heleen: Dat houden we wel in de gaten. We werken samen met AMC de Meren, Equator. Zij werken met getraumatiseerde vluchtelingen. Wij hebben gesproken met de psychiater en de sociaal psy-
chiatrisch verpleegkundigen en zij hebben een programma ontwikkeld specifiek voor deze doelgroep. Dat betekent dat we, hopelijk dat de gemeente daar nog geld voor vrijmaakt, de slachtoffers ook een therapie kunnen bieden. Equator heeft verschillende opzetten gemaakt. Voor de crisiscliënten die voortdurend wisselen een inloopgroep met diverse thema’s: bijvoorbeeld angsten, spanningen, niet kunnen slapen. Voor de vrouwen die langer blijven, hebben ze een psycho-educatie programma ontwikkeld waarin de vrouwen strategieën leren om met hun traumatische ervaringen om te gaan. Mensen die echt getraumatiseerd zijn, kunnen ook zelf individueel in behandeling komen. Mocht er wat zijn met onze cliënten dan kunnen zij diagnosticeren. We zijn heel blij met deze samenwerking. Maar ze moeten wel een indicatie hebben? Heleen: Dat hoeft niet voor de inloopgroepen, maar als ze echt begeleiding krijgen voor een langdurige periode dan worden ze wel gediagnosticeerd. Wij hopen dat de gemeente hier ook een bijdrage aan wil leveren. Zo niet, dan moeten we via de AWBZ gaan werken. Dan moeten de vrouwen allemaal gediagnosticeerd worden. Niet iedereen wil natuurlijk een diagnose, maar de goede kant daarvan is dat als je gediagnosticeerd bent, je geld krijgt voor de behandeling. Dat is uiteindelijk wat je wel wilt! Hoe werkt het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel nou precies? Er komt een melding binnen bij het ACM, wat doen jullie dan? Harold: Allereerst proberen we de mensen zo
goed mogelijk te informeren en te verwijzen en te helpen met de dingen die ze willen weten. Vervolgens bespreken we één keer in de drie weken alle meldingen en signalen in het kernteam, zoals we dat noemen. Het kernteam bestaat uit Heleen, Annette Koopsen, advocaat, gespecialiseerd in Vreemdelingenrecht, en ik van de politie. Als het om minderjarige slachtoffers gaat schuift Bureau Jeugdzorg aan. Wij bespreken de melding en bekijken of het inderdaad een mensenhandelzaak is. Dan bekijken we wat we aan informatie kunnen genereren. Wat weten we als politie bijvoorbeeld van een jongen die genoemd wordt? Van het pand waarin ze zit? Weten we misschien een kenteken? Is dat kenteken misschien bij andere incidenten op de
“Als je een gewone verkeerscontrole doet kun je ook met mensenhandel te maken krijgen“ Wallen betrokken geweest? Kortom we gaan schrapen aan informatie. Wat weet Bureau Jeugdzorg? Nou bijvoorbeeld dat het meisje al jaren onder toezicht staat. Wat weet de voogd van die gezinssituatie? Hoe beïnvloedbaar is dat meisje? Is het iemand die zwakbegaafd is? Wat weet MEE Amstel en Zaan er van? En dan ga je langzaam maar zeker je dossier volmaken zodat je een zo goed mogelijke reactie kan geven. Op een gegeven moment heb je alle beschikbare informatie. Dan heb je de melding en dan ga je kijken wie kan hier wat mee doen? Is het een melding voor de politie? Prima, dan neem ik ‘m mee en dan ga ik kijken of we daar een zaak op kunnen gaan draaien. Maar het kan natuurlijk ook goed zijn dat we het veel belangrijker vinden dat mevrouw eerst goed geholpen wordt we gaan dan eerst opvang regelen en dan gaat die zaak in eerste instantie naar de Roggeveen. Het kan zijn dat er alleen maar vragen zijn op het gebied van de juridische hulpverlening, hoe werkt nou de B9, hoe gaat
dat met een advocaat erbij, dan pakt Annette Koopsen die zaak op. Loopt het goed, die meldingen? Harold: Ja, in die zin dat ik merk dat er op alle fronten meer aandacht voor is. Ik merk alleen dat een hoop hulpverleningsinstanties een beetje worstelen met de praktische uitvoering. We hebben ook een formulier ontwikkeld waarop gegevens kunnen worden vastgelegd. Ik kan natuurlijk weinig met een verhaal: mevrouw heeft vastgezeten in een pand in Amsterdam in een straat waar de tram doorheen rijdt, in de buurt van een gracht. Het is voor mij ondoenlijk om die woning te vinden natuurlijk. Dus waar we ook op aansturen is dat de melders zo concreet mogelijk en zoveel mogelijk informatie verzamelen. We hebben dingen nodig waarop we kunnen rechercheren. Een aantal worstelt ook nog met vragen op juridisch gebied zoals ‘Mag ik informatie van mijn cliënt doorgeven?’ Want het is natuurlijk een heel vreemd fenomeen voor de hulpverlening. Als je dertig jaar geleden had verteld dat de politie om de tafel zit met de sociale advocatuur en hulpverleners, had niemand je geloofd. Dat was ondenkbaar in die tijd. En nu verwachten we eigenlijk van hulpverleners dat ze als een soort rechercheur gaan melden! Heleen en ik hebben een soort boekje gemaakt en daarin staat hoe het gaat als je een melding doet bij het ACM. Wat wil de politie dan weten? Hoe gaat dat in z’n werk? Wat is het verschil tussen een aangifte en een melding? Kortom we proberen zoveel mogelijk instrumenten aan te reiken waarmee het voor mensen toch wat duidelijker wordt. De komende maanden gaan Heleen en ik namens het ACM een tour maken langs 22 hulpverleningsinstanties. We gaan dan proberen om vragen te beantwoorden, knelpunten en onduidelijkheden weg te nemen bij de hulpverleners en verwijzers, zodat de stroom nog beter op gang komt. We hopen dat de kwaliteit van de meldingen
omhoog gaat, zodat we uiteindelijk nog beter het slachtoffer kunnen helpen en nog beter de boeven kunnen vangen. Dat is natuurlijk de bedoeling. Werkt de ketenaanpak? Harold: Ja, vind ik wel. Wat je ziet is dat die ketenaanpak al werkte. De afgelopen jaren hebben we al in het Netwerk Tegen Vrouwenhandel en in het Casuïstiekoverleg Slachtoffers Loverboys veel samengewerkt. We weten elkaar al te vinden. We kennen elkaar, we weten elkaars nummers en we zijn bereid wat voor elkaar te doen. Maar nu is het geformaliseerd. Waar we eigenlijk naar streven is om de samenwerking die nu al goed loopt om die te borgen en vast te leggen in convenanten zodat het ook in de toekomst geregeld is. Hoe houdt de politie zich met mensenhandel bezig? Harold: We zijn opgeleid om criminaliteit te bestrijden en boeven te vangen en voor hulp weten we waar we terecht moeten over het algemeen. Onze belangrijkste taak is het opsporen van verdachten; het brengen van zaken naar justitie. Nou dat doet de politie uiteraard: het onderzoeken van mensenhandelzaken. Maar we kijken ook naar andere manieren om daders aan te pakken. We proberen ook met de gemeente, de Belastingdienst en allerlei andere overheidsdiensten zoals de Sociale Dienst, de FIOD, samen te werken en informatie te delen. Als we bijvoorbeeld zicht hebben op een mensenhandelaar maar we hebben nog onvoldoende bewijs of mogelijkheden om ‘m strafrechtelijk aan te pakken, maar hij rijdt bijvoorbeeld wel in een dure Porche Cayenne van €150.000,- en hij heeft officieel een uitkering, dan zou het toch mooi zijn als de Belastingdienst eens gaat vragen: ‘Hé vriend hoe kom jij eigenlijk aan die auto?’ Dat noemen we dan het
januari 2008 nieuwsbrief 35
33
financieel rechercheren, de aanpak van boeven in hun portemonnee. We proberen dus samen te werken met al die ketenpartners van de overheid. Verder houdt de politie zich ook bezig met handhaving in het prostitutiemilieu. Het bestuur, de gemeente Amsterdam, verstrekt vergunningen aan bordeelhouders en het bestuur vraagt aan de politie: ‘Willen jullie voor ons een deel van die vergunningsvoorwaarden controleren?’. Dat heet Bestuursrechtelijke toezicht en handhaving. De politie gaat de bordelen, massagehuizen, sexbioscopen en ramen langs en kijkt naar drie dingen: naar gedwongen prostitutie, minderjarigheid en illegaliteit. Prostitutie hoort dus tot het takenpakket van de politie. Nou dat is voor ons een toezichthoudende taak maar het is voor ons ook een moment waarop we mogelijk slachtoffers van mensenhandel kunnen detecteren. Want helaas is het zo dat slechts in 5% van de gevallen aangifte wordt gedaan dus we moeten feeling houden met de dagelijkse praktijk. We moeten het milieu in, praten met mensen, vertrouwen winnen in de hoop dat als mensen zover zijn om hulp te zoeken, dat ze dan naar de politie gaan. Dat is een beetje de onderliggende taak van de politie op dat gebied. Hebben agenten daar een speciale training voor gehad? Ja. Het werken binnen de prostitutiecontrole, maar ook het voeren van gesprekken met slachtoffers van mensenhandel, dat is een vak apart. Er is een cursus ontwikkeld voor de Nederlandse politie. Die cursus gaat niet alleen over de wet- en regelgeving maar ook over houdingsaspecten, het herkennen van valse paspoorten, weten waar juridisch je bevoegdheden liggen, weten wat voor gevolgen het heeft voor slachtoffers als ze uiteindelijk bij de politie komen, weten dat je niet kunt verwachten dat ze in één keer hun hele ver-
haal vertellen, etc. Het houden van zo’n gesprek vergt toch ook de nodige uren. Een aangifte mensenhandel duurt zo’n 6 tot 8 uur gemiddeld. Dus je moet ook in staat zijn om het contact te behouden. Je moet de juiste attitude hebben richting slachtoffers, dus niet veroordelend zijn, geen waardeoordelen in je gesprek hebben. Dat laten we dus niet door iedereen doen. Een aantal mensen zijn daarvoor gecertificeerd.
“We moeten het milieu in, praten met mensen, vertrouwen winnen”
Laatst had je het erover dat je heel veel mensen een workshop hebt gegeven over het signaleren van Mensenhandel. Ja. Het korps van Amsterdam bestaat ongeveer uit 6000 mensen. In 10 dagen tijd heb ik al die mensen een workshop gegeven. Ik heb ze attent gemaakt op het onderwerp. Ik heb ze gewezen op de signalen die ze in hun dagelijkse praktijk kunnen tegenkomen. Wij hebben een filmpje gemaakt om het inzichtelijk te maken voor politieagenten. Als je een gewone verkeerscontrole doet kun je ook met mensenhandel te maken krijgen. Wees alert, bijv. op een man met een pak paspoorten in het dashboardkastje en drie dames op de achterbank. Als je iemand ziet aankomen rijden in een dure auto, die aan het bellen is met z’n GSM, maar die loopt vervolgens een telefooncel binnen om daar een gesprekje te voeren, dan is ie kennelijk bezig om zijn telefoonverkeer af te schermen. Dus: leg dat vast, geef dat door, wees daar scherp op als politieman. Ik heb ook een filmpje laten zien dat gebruikt wordt door de VN voor preventielessen in het bui-
tenland. Daarin wordt het onderwerp mensenhandel in één minuut heel schrijnend in beeld gebracht. En elke keer, in elke workshop was het na dat filmpje doodstil in de zaal. Je moet je voorstellen dat er in het Engels een beetje cynische teksten worden geprojecteerd tegen een donker gefilmde achtergrond. Zeggen ze bijvoorbeeld: ‘Bent u geïnteresseerd in werken in het buitenland? Wij bieden u een leuke baan.’ En dan zie je tegelijkertijd een flits van een bordeel ‘leuke collega’s’ en dan zitten er een aantal verlopen figuren in zo’n kamertje, ‘een fijne werkplek’ en dan zie je een paaldanseres en allemaal van die vieze mannetjes die bij een peepshow staan te kijken. ‘uitstekend salaris’ en dan zie hoe een pooier al het geld van een vrouw afpakt en haar nog een klap geeft. Dit filmpje maakt heel indringend het onderwerp duidelijk. En het mooie was dat in al die workshops, al die politiemensen met hun grote bek, allemaal muisstil waren. Dus het is wel geland denk ik. Het maakte indruk. Heb je cijfers over het afgelopen jaar of over vorig jaar? Heleen: Vanaf 1 mei van dit jaar hebben we 58 vrouwen opgenomen. Harold: In 2006 hadden we 36 slachtoffers in de B9 in Amsterdam. In 2007 hebben zich tot half november nog 31 nieuwe vrouwen aangemeld voor de B9. Waar kan een taxichauffeur een slachtoffer nou het beste naar toe brengen? Harold: Naar de politie! Want wij zijn de enigen die 24 uur per dag aanwezig zijn. Dat is vaak het probleem; het gebeurt nooit tussen 9.00 en 17.00 uur.
En wat doet de politie dan? Op het moment dat een slachtoffer zich meldt gaan we een kort gesprek aan. ‘Wat is uw hulpvraag? Wat wilt u op dit moment? Heeft u onderdak nodig?’ Zo ja dan gaan we dat regelen. Wij gaan dus eerst een veilige plek creëren, rust en zorg rondom het slachtoffer en daarna komt het juridische traject van aangifte aan de orde. Zijn slachtoffers van loverboys, een speciale doelgroep voor de politie? Nee, juridisch gezien vallen ze ook gewoon onder mensenhandel. Loverboys zijn voor mij mensenhandelaren met een specifieke werkwijze. Slachtoffers van loverboys zijn in zoverre een andere groep dat je qua slachtoffers met andere ketenpartners te maken hebt. Bureau Jeugdzorg, de GGD, het AMK, etc. Wat doet de politie als een moeder komt vertellen dat haar minderjarige dochter achter de ramen zit? Minderjarigheid is voor ons een kwestie van direct optreden. Bij minderjarigheid gaan we uit van strafbaarheid. Minderjarigheid in de prostitutie is per definitie verboden. Daarvoor geldt hetzelfde als met seksueel misbruik van kinderen. Die afhankelijkheidsrelatie heb je met minderjarigen in de prostitutie natuurlijk ook. Dus op het moment dat die moeder zich meldt bij de politie van daar en daar staat mijn minderjarige dochter achter de ramen, dan wordt
daar onmiddellijk actie op ondernomen. Ik heb wel eens gezegd als u me belt en ze zit in die en die woning dan gaat vanavond nog de deur er uit! Als het een meerderjarige is? Als het een meerderjarige is, wordt het ingewikkelder. Dan is de eerste vraag: hoeveel informatie heb ik? Wat kan ik gaan doen om de zaak juridisch sterker te maken? Want natuurlijk kan ik naar die woning toegaan en kijken of daar een mevrouw zit die gedwongen wordt. ‘Nou’ zegt die mevrouw met droge ogen, ‘nee hoor meneer, ik ben helemaal niet gedwongen. Mijn moeder is knettergek, die wil me alleen maar thuis hebben.’ Dan heb ik juridisch natuurlijk niet zo gek veel in handen. Wat dan beter is in dat soort gevallen is om te gaan stapelen; dat je kleine brokjes informatie bij elkaar gaat brengen en een beeld gaat neerzetten en dan concludeert: het kan niet anders zijn dan dat dit een verdachte is van mensenhandel. Vervolgens gaan we proberen de boef te vangen. Er komt een Hulp Advies en Gezondheidscentrum voor prostituees, het zgn. HAG centrum. Hoe gaan jullie daarin zitten? Heleen: Het ACM team gaat niet in het HAG zitten. HVO-Querido heeft een aantal uren gekregen van de gemeente om het prostitutie maatschappelijk werk te organiseren en het pand te beheren. De Roggeveen is verantwoordelijk voor
de prostitutie maatschappelijk werkers, drie worden er gevraagd en twee administratieve krachten. Daarnaast werkt de GGD in het HAG. Ik ga daar wel één keer in de week naar toe om te kijken of er signalen zijn, of wij iets zouden moeten doen samen. Maar het is niet zo dat het ACM daar een loket heeft. De medewerkers van het HAG worden wel door ons getraind. Op het moment dat daar signalen van mensenhandel binnenkomen, is het wel zo dat het team binnen het HAG meteen moet weten dat ze hiernaar toe moeten. Maar het is toch wel de bedoeling dat de mensen die daar werken ook vooral buiten op straat rondlopen? Heleen: Ja, de GGD natuurlijk en ik vind ook dat die maatschappelijk werkers echt op de Wallen moeten lopen om contact met de vrouwen te leggen. Want ik ben wel benieuwd hoeveel vrouwen uit zichzelf naar dat centrum gaan komen in het begin, want dat blijft toch altijd lastig. Je moet een afspraak maken. Dat lijkt mij een hoge drempel om binnen te komen. Heleen: Ja, ik denk dat het niet makkelijk is. Je moet ernaar toe lopen vanuit je werk, aanbellen, gauw naar binnen. Het is niet zichtbaar dat het een prostitutiecentrum is, maar binnen de kortste keren weet iedereen dat natuurlijk. Karin van Erning
Het Stedelijk Incest Overleg (1982 – 2007) Donderdag 6 december 2007 is in een feestelijke themabijeenkomst in de Hortus Botanicus gevierd dat het Stedelijk Incest Overleg (SIO) 25 jaar heeft bestaan. Het was de laatste bijeenkomst van het overleg want de deelnemers hebben besloten om in
plaats van het SIO, liever drie maal per jaar een themabijeenkomst te bezoeken over seksueel geweld in het algemeen. Het Steunpunt zal deze bijeenkomsten gaan organiseren. Lennie Staats, al 25 jaar lid en voorzitter van het
SIO gaf een korte terugblik op de afgelopen 25 jaar. Onderwerpen waar 25 jaar geleden over
januari 2008 nieuwsbrief 35
werd gediscussieerd blijken nog steeds actueel. Als voorbeeld noemde Lennie: ‘het standaard vragen tijdens de intake naar seksueel geweldservaringen’, ‘het beter registreren van seksueel misbruik’ en ‘het afstemmen van registratiesystemen om informatie uit te kunnen wisselen’. De eerste en succesvolste actie van het SIO was volgens Lennie de oprichting van het Steunpunt Seksueel Geweld 20 jaar geleden. Lennie memoreerde dat Marianne van Staa, vanaf het begin werkzaam bij het Steunpunt, daar dus nu ook al twintig jaar werkt! Het thema van deze middag ‘Seksualisering van de samenleving’ werd ingeleid door Ineke van der Vlugt, hoofd programma Seksuele en relationele vorming van de Rutgers Nisso Groep. Ineke begint met de vraag ‘Wat verstaan we onder seksualisering?’ Er ontstaat een levendige discussie en als belangrijkste kenmerk wordt genoemd
Wetenswaardigheden Melden seksueel misbruik Seksueel misbruik binnen zorginstellingen moet gemeld worden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). In de gehandicaptenzorg bestaat vaak onduidelijkheid over wat naast seksueel misbruik tussen een hulpverlener en cliënt nog meer gemeld moet worden aan de IGZ. Sommige instellingen melden wel incidenten met seksueel misbruik tussen cliënten en tussen cliënten en derden, andere instellingen doen dit niet. De IGZ heeft daarom een format voor instellingen in de gehandicaptenzorg opgesteld om onderzoek te doen naar meldingen van seksueel misbruik tussen cliënten en tussen cliënten met derden. Dit staat in de IGZ-circulaire over het melden van seksueel misbruik in de gehandicaptenzorg. Voor meer informatie zie: www.igz.nl.
het in de media neerzetten van meisjes en vrouwen als een seksueel object, als een ding, als een speeltje. Ineke presenteert de resultaten van een groot onderzoeksteam in de VS dat o.a. de prevalentie van seksualisering van meisjes in de Amerikaanse media onderzocht heeft. • In 84% van de TV films zit een vorm van seksuele intimidatie • 40% tot 80% van de TV films is geseksualiseerd • Van de 20 meest verkochte games is 46% geseksualiseerd • 12% van de websites en 25% van de zoekmachines bevat porno • In de meisjestijdschriften is de lichamelijke aantrekkelijkheid een dominant thema • In 40% van de reclames worden vrouwen als sexy object of als decoratie afgebeeld en dan betreft het altijd gemanipuleerde beelden. De impact die dit heeft op meisjes is heel
groot. Meisjes kijken met de blik van jongens naar zichzelf met als gevolg dat ze weinig of geen contact met hun eigen wensen en behoefte hebben. Meisjes zijn gepreoccupeerd met hun uiterlijk en hebben minder aandacht voor hun cognitieve ontwikkeling. Ze krijgen een negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen, schamen zich over hun lichaam en kunnen eetproblemen ontwikkelen en depressief worden. Maatschappelijk wordt de tol betaald doordat er meer ongewenst seksueel gedrag is en een toenemende vraag naar kinderporno. Onderzoekers van de Rutgers Nisso Groep vragen zich af of de situatie in de VS helemaal vergelijkbaar is met de Nederlandse. Maar het belangrijkste kritiekpunt op dit onderzoek en dat werd gedeeld door alle aanwezigen: er is niet onderzocht wat het effect van seksualisering op jongens is. Een grote omissie!
Meldpunt huiselijk geweld voor Chinese vrouwen en kinderen
Interculturele psychiatrie I-psy biedt specialistische interculturele zorg aan mensen met psychiatrische en/ of psychische problemen. Problemen waarvan kan worden aangenomen dat deze direct of indirect samen hangen met migratie en de veranderingen in cultuur, sociale verbanden en leefomgeving die daarmee gepaard gaat. Er wordt hulpverlening geboden bij o.a.: depressies, angststoornissen, problemen door traumatische stoornissen en seksuologische problemen. I-psy heeft drie vestigingen in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam. Meer informatie via www.i-psy.nl of E:
[email protected].
Stichting Inspraakorgaan Chinezen heeft een Chineestalige hulplijn opgericht voor Chinese vrouwen. Vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld kunnen het nummer bellen voor adviezen in het Mandarijn of Kantonees. De hulplijn is te bereiken op de werkdagen van 10.00 - 17.00 uur op T: 030 2313 020 of per E:
[email protected]. Meer informatie via www. ioc-ch.nl.
Verwijsgids Seksueel Geweld In januari 2008 verschijnt de nieuwe Verwijsgids Seksueel Geweld. Deze gids biedt, naast een beschrijving van het algemene hulpaanbod van de instellingen, een overzicht van de hulpverleningsmogelijkheden bij actueel seksueel misbruik van kinderen en van hulpverleningsmogelijkheden bij verwerking van seksueel geweld in het algemeen. Kosten: € 20,00 inclusief en € 15,00 exclusief ringband. Bestellen via het Steunpunt, T: 020 5555 227 of E:
[email protected].
Publicaties Trauma: diagnostiek en behandeling. Redactie: Aarts, Petra G.H. en Wim D. Visser, Houten, Bohn Stafleu Van Loghum, 2007. ISBN 978 90 313 4897 8. Prijs: € 54,50 (uitsluitend te bestellen via de boekhandel). Het boek is te beschouwen als een handboek over psychotrauma en gaat over de problematiek van mensen met traumatische ervaringen die klachten en problemen ondervinden bij de verwerking. Er wordt vooral aandacht besteed aan de diagnostiek en behandeling van geweldsslachtoffers: oorlogsgetroffenen (zoals veteranen, vluchtelingen en asielzoekers) en mensen die binnen het gezin langdurig zijn mishandeld, verwaarloosd of misbruikt. Alhoewel het boek met name bedoeld is voor hulpverleners, is het zeker ook voor anderen toegankelijk en leesbaar. Meer informatie via Wim Visser, E: wd.visser@ cogis.nl of www.cogis.nl.
Psychische gevolgen van kindermishandeling op volwassen leeftijd. Resultaten van de ‘Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NeMeSIS).
Verdurmen, J., M. ten Have, R. de Graaf, S. van Dorsselaer, H. van ’t Land en W. Vollebergh, Utrecht, Trimbosinstituut, 2007. Aantal pagina’s: 56. Kosten: € 19,50. Meer informatie of bestellen via www.trimbos.nl. Hoeveel volwassenen in de Nederlandse bevolking zijn in hun jeugd mishandeld? Hangen verschillende vormen van kindermishandeling samen met andere ingrijpende gebeurtenissen in de kindertijd? En is er een verband met psychopathologie op volwassen leeftijd? Dit zijn enkele vragen die in dit rapport aan de orde komen. Centraal staan vier typen kindermishandeling, te weten emotionele verwaarlozing, psychische mishandeling, lichamelijke mishandeling en seksueel misbruik.
Daarnaast blijkt ook de complexiteit van problemen toe te nemen. De meest voorkomende onderwerpen waar jongeren hulp en advies over vragen zijn: depressie, zelfbeschadiging, relatieproblemen, onzekerheid angsten en seksualiteit. Nieuwe jongerenproblemen sinds 10 jaar zijn zelfbeschadiging, cyberpesten, seksuele intimidatie op internet, relaties met loverboys en (herstel van) maagdenvlies.
WWW.INTERAPY.NL Jongeren die slachtoffer zijn van seksueel geweld kunnen sinds eind augustus terecht op deze site voor gratis onlinetherapie. Uit onderzoek van de Rutgers Nisso Groep, Kenniscentrum Seksualiteit, blijkt dat 16,3% van meisjes en 4,4% van de jongens tussen de veertien en achttien jaar slachtoffer zijn van seksueel geweld. In samenwerking met Interapy is voor deze groep een online therapie ontwikkeld, waarnaar in 2008 een uitgebreid onderzoek zal worden gedaan. WWW.ISISZ.NL De Stichting ISISZ is een initiatief van ouders en hulpverleners in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Uit ervaring is vastgesteld dat ouders, maar ook veel hulpverleners, nog moeilijk praten over relatievorming, seksualiteit en seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijke beperking. Eén van de motieven tot het oprichten van ISISZ zijn de onderzoekscijfers op het gebied van ongewenste intimiteiten en seksueel misbruik. Zes van de tien personen met een verstandelijke beperking hebben in hun leven op enigerlei wijze te maken met seksueel misbruik.
Sites
WWW.QUESTION-ZONE.NL Naar aanleiding van de toename van emotionele problemen bij jongeren heeft Stichting Korrelatie www.question-zone.nl gelanceerd. Dit is één centraal punt waar jongeren anoniem terecht kunnen voor professioneel advies en hulp. Korrelatie registreerde een toename van het aantal hulpvragen van jongeren met meer dan 150% sinds 1989.
januari 2008 nieuwsbrief 35
7
Column Oud en wijs Heerlijk die Top 2000 op de radio! Ongegeneerd meeblèren met liedjes van dertig jaar geleden waarvan je de tekst op een paar woordjes na, nog letterlijk kunt reproduceren. “Ze woonde in een villawijk, haar ouders waren stinkend rijk. Toch was daar niets meer dat haar bond, ze gaf zich aan een vagebond, hij sprak van liefde, het oud verhaal en zij geloofde het allemaal.1” (Zijn de tijden wel echt veranderd meneer Dylan?) Muziek van vroeger. Terug in de tijd. Je voelt je weer zestien. A Stairway to heaven. Je voelt opeens de zenuwachtige kriebels in je buik die je had voor die ene klassenavond. Ik krijg ook een beeld van mijn broer die huilend in de keuken staat, thuiskomend van de kapper, mijn moeder woedend verwijtend, met opgeheven vinger, dat ze de kapper (onze ome Jo) opgebeld heeft om te zeggen dat het extra kort moest. (Dat hoefde ze niet te doen want Ome Jo knipte altijd al een frisse coupe, zeg maar ‘kort amerikaans’). De Top 2000 a go go op TV. Je ziet The Who hun gitaren stuk slaan en de versterkers kapot trappen aan het eind van een optreden. ‘Waar heb dat nou voor nodig?’ zou je denken. “Wij waren de echte new generation, wij braken letterlijk ‘het oude’ af” zegt Roger Daltrey. Jeugdsentiment. Wat is dat toch met muziek? Waarom word ik vrolijk en blij als ik een liedje van de Beatles hoor? Hoe kan het dat oude liedjes precies weer de sfeer van vroeger oproepen? Zijn dat de emoties die je er vroeger bij voelde? Zitten die liedjes met je gevoel samengevoegd in je brein? Waren die emoties dan zo sterk of is je jeugd zo’n bepalende periode in je leven? “Meneer de president welterusten, slaap maar lekker in uw mooie Witte huis, denk maar niet te veel aan al die verre kusten waar uw jongens zitten, eenzaam, ver van thuis.2” (Zijn de tijden wel echt veranderd meneer Dylan?). Ik zie TV beelden voor me van demonstraties tegen de oorlog in Vietnam en van provo’s op de Dam. De sixties: de jeugd had idealen en de wereld zou veranderen; de verbeelding aan de macht! De tijd van Flower Power en Love is all you need (en graag een beetje wiet..). “Ik doe wat ik doe en vraag niet waarom? Ik doe wat ik doe en misschien is dat dom. Maar ik vraag toch ook niet aan jou waarom je het hier doet en niet bij je vrouw” 3. Ik lees in het Parool dat Cohen de raamprostitutie op de wallen met tientallen procenten wil terugbrengen. De opheffing van het bordeelverbod heeft niet het gewenste effect gehad. Er worden nog te veel slachtoffers van mensenhandel gesignaleerd op de Wallen en criminelen maken daar nog te vaak de dienst uit. Ik juich! Ik hoop dat het Cohen lukt de tijden een beetje te veranderen. “You are the Dancing Queen, young en sweet only seventeen”4. Ik neem me voor om in 2008 weer naar Rollator Rock met Harry de Winter in de Melkweg te gaan. Samen met heel veel andere oudere jongeren terug in de tijd. “Herinnert u zich deze nog?” “Je wordt ouder papa geef het maar toe”5 zingt zoonlief tegen zijn vader. Ouder? Hoezo? Karin van Erning Beleidsmedewerkster bij het Steunpunt Seksueel Geweld Amsterdam 1 2 3 4 5
Meisjes van zestien, L. Nijgh, B. de Groot Weltrusten Meneer de President, L. Nijgh, B. de Groot Ik doe wat ik doe, L. Nijgh, B. de Groot Dancing Queen, B. Ulraeus, B. Anderson, S. Anderson Je wordt ouder pappa, P. Koelewijn
Colofon Colofon Nieuwsbrief nummer 35 januari 2008 verschijnt 3 maal per jaar oplage: 500 Uitgave Steunpunt Seksueel Geweld Amsterdam Redactie Karin van Erning, Vera Schüller, Marianne van Staa, Marjolein Leguijt. Verspreiding gratis onder hulpverleners in Amsterdam e.o.. Gebruik van teksten en artikelen uit de nieuwsbrief met bronvermelding is toegestaan. Bel voor extra nummers: Steunpunt Seksueel Geweld T: 020 555 5227 F: 020 555 5696 E:
[email protected] www.ggd.amsterdam.nl