PROVINCIE VLAAMS-BRABANT Directie infrastructuur Dienst ruimtelijke ordening
Vragen naar Telefoon / fax e-mail Dossiernummer Ons Kenmerk Datum
Daan Demey 016 26 75 07
[email protected] november 2013
Analysenota
Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 2
COLOFON Project | 0014-001 Datum | 24.07.2013 Opdrachtgever Provincie Vlaams-Brabant Provincieplein 1 3010 Leuven Daan Demey Bestuurssecretaris ruimtelijke ordening
opdracht │ Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot Fase 1
geïntegreerd onderzoek en analyse
Fase 2
uitwerken visie op herontwikkeling
Fase 3:
uitwerken instrumentarium
Fase 4:
opmaak draaiboek
Opgemaakt door CREOSUM Davy Ceunen Inge Gorissen Marthe Moris Viviane Packlé
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 3
INHOUD
1.
INLEIDING ................................................................................................. 6
2.
SITUERING PLANGEBIED - PROJECTGEBIED ............................................ 8
3.
BELEIDSCONTEXT .................................................................................... 11 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
4.
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN ................................................11 PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAAMS-BRABANT ...................12 GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AARSCHOT .............................13 MOBILITEITSPLANNEN ...............................................................................14 LANDSCHAPSATLAS .................................................................................16 RELEVANTE STUDIES, VISIES EN PROJECTEN .................................................18
ANALYSE ................................................................................................. 26 4.1 HET ECONOMISCH KLIMAAT ....................................................................26 4.2 RUIMTELIJK-STEDENBOUWKUNDIGE ANALYSE ..............................................36 ................................................................................................................. 49 4.3 ANALYSE DUURZAAMHEID & ENERGIE ......................................................60 4.4 JURIDISCH-PLANOLOGISCH ......................................................................65 4.5 ORGANISATORISCH .................................................................................73
INTERMEZZO .................................................................................................... 77 5.
SWOT ....................................................................................................... 85 5.1 5.2
6.
STERKTEN – ZWAKTEN ...............................................................................85 KANSEN – BEDREIGINGEN.........................................................................89
BESLUIT .................................................................................................... 94 6.1 6.2
LANGE TERMIJNVISIE ................................................................................95 ACTIES OP KORTE TERMIJN .......................................................................97
BIJLAGEN ........................................................................................................ 98
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 4
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 5
1. INLEIDING Het bedrijventerrein van Aarschot is verouderd. Iedereen beseft dit. De Provincie Vlaams-Brabant nam de rol op zich om de herontwikkeling van dit bedrijventerrein te coördineren. De uitwerking van de opdracht zal gebeuren door de werkgroep. Deze wordt gevormd door CREOSUM en de Provincie Vlaams-Brabant. Gedurende het ganse traject wordt er op regelmatige basis teruggekoppeld met de projectgroep. Enerzijds om beroep te kunnen doen op de kennis van de betrokken actoren op dit (bedrijven)terrein, anderzijds om te komen tot een ruimtelijke visie en een ontwikkelingsstrategie met een voldoende breed draagvlak. De projectgroep bestaat uit:
Daan Demey Tom De Bruyn
bestuurssecretaris RO bestuurssecretaris RO
Provincie Vlaams-Brabant Provincie Vlaams-Brabant
André Peeters Mattias Paglialunga Geert Wijns Jan Matthijs Flory De Smet
Burgemeester Schepen Lokale Economie Hoofd Ruimtelijke ordening Dienst Ruimtelijke ordening Dienst Economie
Stad Aarschot Stad Aarschot Stad Aarschot Stad Aarschot Stad Aarschot
Erwin Lammens Jana Van Rompaey
POM Vlaams-Brabant POM Vlaams-Brabant
Wim Boon Bram Adams
Interleuven Interleuven
Lotte Ribbens
VOKA
Davy Ceunen Marthe Moris Stijn Knaepen
architect-stedenbouwkundige Landschapsarchitect-stedenbouwkundige jurist
CREOSUM CREOSUM Adhemar-advocaten
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 6
In de voorliggende analysenota worden de verschillende elementen samengelegd: de bestaande ruimtelijke structuur, de beleidsvisies, het juridische aspect, de rol van de verschillende betrokken actoren, … om na te gaan welke problemen en mogelijkheden in dit gebied aanwezig zijn. Door middel van terreinbezoeken, deskresearch, gesprekken met de projectgroep, workshop met bewoners en bedrijven hebben we inzicht verworven in de ruimtelijk-functionele structuur en de werking van het bedrijventerrein. Op basis van al deze informatie zijn we in staat om concreet aan te geven waar knelpunten en sterkten, bedreigingen en opportuniteiten zich (kunnen) voordoen. Dit vormt de basis voor het aanduiden van speerpunten die vervolgens kunnen uitgewerkt worden in de volgende fase van het onderzoek. De voorliggende nota is dus een neerslag van de eerste fase, namelijk de analyse van het plangebied. Dit betekent geenszins dat de analysenota allesomvattend is, noch dat de analyse hierbij definitief is afgerond. Doorheen het traject zal, indien nodig, nog specifiek en bijkomend onderzoek gebeuren. De analysenota kan gedurende het proces nog aangevuld en gewijzigd worden. Het is geen statisch document. Wel vormt de analysenota een leidraad voor het uitdenken en uitwerken van een goed onderbouwde visie.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 7
2. SITUERING PLANGEBIED - PROJECTGEBIED Aarschot bevindt zich in het noordoosten van de provincie Vlaams-Brabant. De fusiegemeente heeft een oppervlakte van 6.251 ha en grenst aan de gemeenten Herselt (Provincie Antwerpen) in het noorden, Scherpenheuvel-Zichem in het oosten, Tielt-Winge en Holsbeek in het zuiden en in het westen aan de gemeente Begijnendijk. Aarschot is gelegen langsheen de A2/E314 (Brussel-Leuven-Aken), verbindingsweg tussen E40 (Oostende-Brussel-Luik) en E313 (Antwerpen-Hasselt-Luik). Via de oost-west georiënteerde A2/E314 is er een snelle verbinding tussen Leuven en Diest en naar het noorden toe leiden de N10 en N19 respectievelijk naar Lier en Geel. Deze autowegen verzorgen de verbinding en ontsluiting van steden en concentratiegebieden van economische activiteiten in Wallonië, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Nederland, Frankrijk en Duitsland. De verbinding (Antwerpen) – Aarschot – Hasselt – Montzen is voor het goederenverkeer een structuurbepalende spoorwegverbinding op Vlaams niveau. Aarschot bevindt zich in het spoorwegennet op een knooppunt met verbindingen naar Antwerpen, Leuven en Hasselt. Reeds in de 13de eeuw vormde Aarschot een belangrijk economisch knooppunt dankzij een opbloei van handel en nijverheid, in de late Middeleeuwen gekenmerkt door een bloeiende lakenindustrie. In die tijd speelden de land- en waterwegen, in het bijzonder de Demer, een belangrijke rol. Vandaag de dag is vooral de goede ontsluiting via weg en spoor zeer bepalend voor het vestigen van bedrijven. De industriezone Nieuwland (94,7 ha) / Meetshoven/Ter Heidelaan (71,9 ha) vormt het grootste bedrijventerrein in Aarschot. Het studiegebied omvat het bedrijventerrein en zijn onmiddellijke omgeving.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 8
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 9
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 10
3. BELEIDSCONTEXT 3.1
RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN
Er is volgens het RSV nood aan een beleid dat in het stedelijke conglomeraat die gebieden bepaalt waar een intense ruimtelijke, culturele en socio-economische samenhang en verweving bestaat tussen de verschillende menselijke activiteiten, waar de bebouwing overheerst en waar het wenselijk is ontwikkelingen te stimuleren en te concentreren; de zogenoemde stedelijk gebieden. Aarschot is geselecteerd als kleinstedelijk gebied waar een beleid gevoerd dient te worden met ontwikkeling, concentratie en verdichting als uitgangspunten. Dit betekent een beleid gericht op het creëren van een aanbod aan bijkomende woningen in een kwalitatieve woonomgeving, het kwantitatief en kwalitatief voorzien van ruimte voor economische activiteiten en het stimuleren van andere vormen van mobiliteit. De herontwikkeling van het bedrijventerrein kan worden gekaderd binnen twee basisdoelstellingen van het RSV:
de selectieve uitbouw van de stedelijke gebieden, het gericht en evenwichtig bundelen van functies en voorzieningen waaronder de economische activiteiten binnen de stedelijke gebieden het concentreren van economische activiteiten in die plaatsen die deel uitmaken van de bestaande economische structuur van Vlaanderen
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 11
3.2
PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAAMS-BRABANT
Aarschot maakt in de visie van het Provinciaal Ruimtelijke Structuurplan Vlaams-Brabant deel uit van het Demernetwerk. Aarschot en Diest vormen daarin complementaire steden die een sterkere positie dienen te verwerven in relatie tot de omliggende stedelijke gebieden. Aarschot en Diest dienen als ‘beeldbepalende’ ontwikkelingspolen binnen het Demernetwerk versterkt te worden. Beiden steden hebben een duidelijk eigen gezicht en specifieke ontwikkelingsmogelijkheden. De provincie wenst de verdere uitwaaiering van Aarschot tegen te gaan en kiest resoluut voor een beleid van verdichting waarin de stationsomgeving en de herontwikkeling van het bedrijventerrein Nieuwland-Meetshoven een cruciale rol speelt. Het mengen van functies staat voorop in stedelijke gebieden, maar bedrijfsactiviteiten die hinder kunnen veroorzaken naar andere stedelijke functies (o.a. wonen) worden geconcentreerd op het bedrijventerrein. De Provincie maakte een masterplan op als basis voor het Provinciaal RUP “Afbakening van het kleinstedelijk gebied Aarschot”. In het masterplan werden 5 strategische projecten aangeduid: 1. 2. 3. 4. 5.
Optimalisatie bedrijventerrein Nieuwland-Meetshoven Poort tot Aarschot: Schoonhoven Demerparking en Grote Laakweg Vorm geven aan de stedelijke nevel Aarschot Opsporen
Het masterplan Aarschot Opsporen werd al opgemaakt en goedgekeurd in 2007. Hiervoor werd ook een Provinciaal RUP opgemaakt. Delen van dit masterplan zijn in uitvoering. Dit grenst aan het project Optimalisatie bedrijventerrein Nieuwland-Meetshoven. De relatie tussen deze twee strategische projecten is van groot belang voor beide projecten.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 12
3.3
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN AARSCHOT
De ontwikkelingsperspectieven voor het stedelijke gebied Aarschot ‘Aarschot, kloppend hart aan de Demer’ worden in het GRSP uitgewerkt via een aantal concepten.
Oost versus West, bedrijvenzone en woonzone vormen samen het kloppend hart van Aarschot De ruimtelijke en functionele tweedeling van het kernstedelijk gebied wordt als uitgangspunt van de gewenste stedelijke structuur genomen. Een ruimtelijk afgewogen locatiebeleid Er wordt een locatiebeleid gevoerd, waarbij personenverkeersgenererende activiteiten, zoals kantoren, worden gericht naar destationsomgeving en andere vervoersgenererende activiteiten (KMO’s ) een plaats krijgen langsheen het westelijk deel van de stedelijke ring. Versterken van de blauwe corridors Laak en Demer. De Demer moet door middel van een aantal strategische ingrepen een blauwe ader worden in plaats van een barrière. Wonen langs de Demer moet gestimuleerd worden en het groene lint wordt in de stad voelbaar gemaakt. Station als transitpunt, verbindingspunt en multifunctionele stadspoort Het spoor en meer bepaald de stationsomgeving bezit belangrijke potenties om zowel voor de bedrijvenzone Nieuwland-Meetshoven als voor het stadscentrum een belangrijkere rol te spelen dan vandaag het geval is. Zijn centrale ligging tussen wonen en werken dient beter benut te worden door o.a. het verminderen van de barrièrewerking, het stimuleren van kantoorfuncties en wonen. Ook het Elzenhof kan hierin een rol spelen. Optimalisatie en uitbreiding van lokale en regionale bedrijvigheid Naast de woonlob ten oosten van de spoorlijn, profileert zich een duidelijke werklob ten westen van de spoorweg. Het regionaal bedrijventerrein Nieuwland-Meetshoven wordt geoptimaliseerd en gefaseerd uitgebreid in westelijke richting. De woonfunctie langsheen de Betekomsesteenweg wordt geïntegreerd binnen het bedrijventerrein tot een (groene) woon-werkzone. Nabij het station kan een kantoorzone worden ontwikkeld.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 13
Voor de uitbreiding van de lokale bedrijvigheid binnen het stedelijk gebied wordt een gebied nabij de Witte Molen (noordelijke ring) ontwikkeld; in dit gebied wordt ook ruimte voorbehouden voor nieuwe grootschalige kleinhandel op voorwaarde dat deze complementair is aan het stedelijk winkelgebied. Het is in geen geval de bedoeling te concurreren met de kleinhandelszaken in het centrum van Aarschot. Bij de ontwikkeling en inrichting van bestaande en nieuwe bedrijventerreinen dient er rekening te worden gehouden met een aantal randvoorwaarden rond algemene esthetiek en vormgeving, rond zuinig ruimtegebruik en rond landschappelijke integratie met de omgeving.
3.4
MOBILITEITSPLANNEN
3.4.1
REGIONET BRABANT-BRUSSEL
In het Regionnet Brabant-Brussel wordt Aarschot uitgebouwd als een knooppunt waarin drie regionale openbaar vervoerslijnen samenkomen:
spoorlijn Halle - Aarschot snelbuslijn Aarschot - Sint-Joris-Winge - Tienen snelbuslijn Mechelen - Aarschot.
Het station van Aarschot is niet alleen een knooppunt in het openbaar vervoersnetwerk maar ook een knooppunt en startpunt van langzaam verkeersroutes (functioneel en recreatief) op regionaal en lokaal niveau. Dit is een belangrijke troef voor de herontwikkeling van het bedrijventerrein.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 14
3.4.2
VRACHTROUTENETWERK
De uitwerking van het regionale vrachtroutenetwerk is om te komen tot een gedragen, gebiedsdekkend netwerk voor regionaal vrachtverkeer. Het vrachtroutenetwerk is een netwerk van en naar een selectie van bedrijventerreinen en multimodale knooppunten. Het doel is om het vrachtverkeer gestructureerd naar het hoofdwegennet te laten ontsluiten via vastgestelde routes, waardoor eventuele overlast (verkeersonveiligheid en –leefbaarheid) in de toekomst beperkt worden. In het kader van dit vrachtroutenetwerk wordt een bewegwijzeringsconcept uitgewerkt dat een kader schept voor de bewegwijzering van en naar regionale bedrijventerreinen van het hoofd- en primaire wegennet. Ontsluiting van het bedrijventerrein Nieuwland-Meetshoven wordt in één geheel bekeken. Ontsluiting van en naar het bedrijventerrein gebeurt via de E314 en de R25. Het kruispunt van de R25 en de Nieuwlandlaan wordt als hoofdtoegang van het bedrijventerrein beschouwd. Vanaf daar zal gebruik worden gemaakt van een interne signalisatie. Via de E314 is Aarschot zeer goed ontsloten naar de verschillende regio’s en multimodale knooppunten. Echter in de spits is de verbinding naar Brussel en Antwerpen problematisch.
3.4.3
MOBILITEITSPLAN
AARSCHOT
Het gemeentelijk mobiliteitsplan, opgemaakt in 2003 en verbreed en verdiept in 2012, beschrijft uitvoerig de verkeers- en vervoersproblemen. Er is sprake van een uitgebreid netwerk van langzame wegen. Om de netwerkstructuur te verbeteren wordt o.a. aangegeven dat het vernieuwen van de fietspaden langs de Betekomsesteenweg prioritair aan te pakken is. In het mobiliteitsplan van de stad Aarschot wordt de stationsomgeving beschouwd als een regionaal knooppunt. Het is zowel een hoofdhalte van de Lijn, waarop de verschillende regionale en lokale
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 15
lijnen geënt zijn, als een relatief belangrijk knooppunt voor het spoorverkeer van de NMBS. Het station is dus een belangrijk ankerpunt/overstappunt van individueel vervoer naar het collectieve vervoersnet. Met het oog op een duurzame mobiliteit zal de stationsomgeving zo snel mogelijk en met een zo hoog mogelijke kwaliteit worden uitgebouwd. De stationsomgeving is als strategisch project opgenomen in het mobiliteitsplan. Het uitbouwen van de stationsomgeving als multimodale stadspoort tot het kernstedelijk gebied beoogt niet alleen het verhogen en verbeteren van de aantrekkingskracht van het station, maar dient eveneens de centrale ligging van het station tussen wonen en werken beter te benutten. Het optimaliseren van de stationsomgeving als overstappunt om de functionele doorwaadbaarheid te verhogen, wordt bereikt door het verbeteren van de relaties en verbindingen tussen de verschillende vervoersmodi.
3.5
LANDSCHAPSATLAS
In de landschapsatlas wordt de Demer als lijnrelict aangeduid. Ten noorden, ten westen en ten zuiden van het bedrijventerrein worden gebieden als relictzone aangeduid. Het betreft de relictzone:
Rode Berg – Steenheuvels – Molenheide – Meetshoven (R20062) Het landschap wordt gekenmerkt door heide en naaldbossen. Op de heuvelruggen was de bewoning verspreid in kleine concentraties. De akkers liggen in een compartimenten landschap dat vorm kreeg door de perceelsrandbegroeiing. In Meetshoven bestond het drevenlandschap reeds ten tijde van Ferraris. Het naaldbos ontstond door aanplanting op heide. Demervallei Vlaams-Brabant (R20064) Het betreft de meest oostelijke uitloper van de Vlaamse vallei en vormt een zeer belangrijke ecologische hoofdstructuur. De Demervallei heeft een uitgestrekt beemdenlandschap met heel wat biologische potenties mede door de afgesneden meanders en het patroon van fossiele meanders. Het is een uitgestrekt landschap met bomenrijen en natte bossen, meandercoupures, rivierduinen, … die voor variatie zorgen. Het alluvium ligt tussen relatief steile vallei hellingen.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 16
Ter hoogte van de westelijke relictzone ligt eveneens een ankerplaats:
Samenvloeiingsgebied van Dijle en Demer (A20013) Dit gebied strekt zich uit van Haacht tot Betekom bij Aarschot. Het landschap is een leesboek in preshistorie en geschiedenis. Het landschap bezit nog alle ingrediënten van het oorspronkelijke oude rivierenlandschap met o.a. dijken, verlandde verlaten meanders, waterrijke hooi- en graasweiden, broekbosjes, naaldhoutaanplantingen en houtkanten. Er komen bovendien verschillende historische ensembles en sites voor met regionale uitstraling. “(…) het 19de eeuws kasteel Nieuwland met een landschappelijke parkaanleg … Vanaf de 17de en vooral in de 18de eeuw werden rechttrekkingen doorgevoerd omwille van het feit dat de afzettingen vooral optreden in de binnenbocht van de meanderkronkels. De Demer was toen nog een voor platbodems bevaarbare waterloop. Later gebeurden nog een aantal radicale ingrepen, waaronder bochtafsnijdingen t.h.v. de Heikantberg en het kasteel van Nieuwland, gepaard met een algemene ophoging en versterking van de Demerdijken tussen Aarschot en Werchter. Naast het kasteel Nieuwland verscheen in de 1 ste helft ook het kasteeldomein ‘Het Elzen’.(…)” “(…) Relicten van grote ingesneden meanders zijn herkenbaar te Vorsdonk en Zallaken. Het Vorsdonkbroek vormt een halfcirkelvormige uitstulping van de Demervallei. In de 1 ste helft van de 19de eeuw werd ten oosten van Vorsdonkbos blijkbaar op grote schaal turf ontgonnen. Een aantal van deze verlande turfputten zijn nog zichtbaar op het terrein. “
In de omgeving van het projectgebieden bevinden zich ook een aantal beschermingen:
Omgeving van ‘de witte molen’ (stenen windmolen) beschermd als Dorpsgezicht. Het gebouw (met volledige maalinstallatie met toebehoren) is beschermd als monument. Onmiddellijke omgeving ’s Hertogenmolens (glasmolen en watermolen) als Dorpsgezicht. Het gebouw zelf is beschermd als monument en werd onlangs gerenoveerd. Ten zuiden van de Leuvenstesteenweg bevindt zich het beschermd landschap ’S Hertogenheide. Ten westen het beschermd landschap ‘Meander van Vorsdonk – Turfputten’.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 17
3.6
RELEVANTE STUDIES, VISIES EN PROJECTEN
3.6.1 SIGMA – DEMERVALLEI
De Demervallei kampt bij hevige regenval geregeld met overstromingen. Het Sigmaplan is een slim toekomstproject dat de Vlaamse regio veiliger moet maken door ze beter te beschermen tegen overstromingen. De hoofdingrepen bestaan uit dijkaanpassingen, hermeandering en verontdieping. Tegelijk wordt de waardevolle natuur in de vallei bedreigd door verdroging. Anderzijds biedt de Demervallei ook heel wat mogelijkheden en kansen voor biodiversiteit en landschap, voor recreatie en toerisme, erfgoed en streekontwikkeling. Daarom besliste de overheid om de Demervallei, tussen Diest en Werchter, opnieuw in te richten, met als doel de regio beter te beschermen tegen wateroverlast en de typische natuur en landschappen opnieuw meer kansen te geven. Hiervoor werd een principiële beslissing ondertekend door Waterwegen en Zeekanaal nv, het Bekkenbestuur van het Demervallei en de stads- en gemeentebesturen van Aarschot, Diest, Rotselaar en ScherpenheuvelZichem. Daarnaast zijn er nog veel andere actoren actief betrokken namelijk het Agentschap Natuur en Bos, de Vlaamse Landmaatschappij, het Regionaal Landschap Noord-Hageland, Natuurpunt, Boerenbond, … .
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 18
3.6
RELEVANTE STUDIES, VISIES EN PROJECTEN
3.6.1 SIGMA – DEMERVALLEI
De Demervallei kampt bij hevige regenval geregeld met overstromingen. Het Sigmaplan is een slim toekomstproject dat de Vlaamse regio veiliger moet maken door ze beter te beschermen tegen overstromingen. De hoofdingrepen bestaan uit dijkaanpassingen, hermeandering en verontdieping. Tegelijk wordt de waardevolle natuur in de vallei bedreigd door verdroging. Anderzijds biedt de Demervallei ook heel wat mogelijkheden en kansen voor biodiversiteit en landschap, voor recreatie en toerisme, erfgoed en streekontwikkeling. Daarom besliste de overheid om de Demervallei, tussen Diest en Werchter, opnieuw in te richten, met als doel de regio beter te beschermen tegen wateroverlast en de typische natuur en landschappen opnieuw meer kansen te geven. Hiervoor werd een principiële beslissing ondertekend door Waterwegen en Zeekanaal nv, het Bekkenbestuur van het Demervallei en de stads- en gemeentebesturen van Aarschot, Diest, Rotselaar en ScherpenheuvelZichem. Daarnaast zijn er nog veel andere actoren actief betrokken namelijk het Agentschap Natuur en Bos, de Vlaamse Landmaatschappij, het Regionaal Landschap Noord-Hageland, Natuurpunt, Boerenbond, … .
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 18
WATEROVERLAST De overstroming van de Demer is eerder uitzonderlijk. Dit komt door de zware bedijking die reeds geruime tijd de waterloop flankeert. Door de bedijking en de beperkte waterbergingscapaciteit, kan bij hevige neerslag het waterpeil binnen de dijken heel snel stijgen, zonder dat de Demer overstroomt. De zijriviertjes zijn echter niet of aanzienlijk minder hoog bedijkt. Als gevolg van de hoge waterpeilen in de Demer, stuwen de zijwaterlopen op. De zijriviertjes kunnen hun water niet meer kwijt aan de Demer en stromen over. Dus zelfs na de bedijking van de Demer doen zich vandaag de dag nog steeds overstromingen voor in de Demervallei. Dit niet zo zeer door de overstroming van de Demer zelf, maar wel door overstromingen van de talrijke zijlopen van de Demer. In het verleden zijn er al veel overstromingen opgetreden. Vooral de jaren 1905, 1928, 1965 en 1966 waren echte ‘rampjaren’. Één van de laatste overstroming dateert van november 2010. De recent overstroomde gebieden situeren zich voornamelijk langs de bevaarbare waterlopen en de waterlopen van 1 ste categorie. Langs de ganse lengte van de Demer zijn overstromingsgebieden gelegen. In Aarschot vormen delen van het industriegebied Nieuwland, de Demerparking en het woongebied ten noorden van de Bekaflaan de meest kwetsbare zones binnen de Demervallei.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 19
NATUURLIJKE KENMERKEN VALLEI EN WATERLOOP De Demer tussen Diest en Werchter is van nature een meanderende laaglandrivier in een alluviale vlakte. De natuurlijke situatie werd de voorbije eeuwen steeds meer kunstmatig, onder meer door bochtafsnijdingen, bedijking, herprofliering, stuwen, ruimingen, draineringen, urbanisatie, toename verharde oppervlakte in het hele bekken, rioleringen, … . Dit alles heeft ervoor gezorgd dat de ‘sponsfunctie’ verdween met als gevolg dat de alluviale vlakte in het droge seizoen volledig uitdroogde en de dat de Demer in periodes met veel neerslag op een korte tijd veel piekdebieten moest verwerken. Daarenboven heeft dit, als gevolg van verdroging, rechtstreeks geleid tot een verlies aan natuurwaarden. Het opnieuw ruimte geven aan natuurlijke processen, bijvoorbeeld door het aankoppelen van meanders, draagt bij tot een herstel van de natuurlijke situatie, wat als één van de hoofddoelstellingen in het project Demervallei wordt vooropgesteld. DOELSTELLINGEN
Doelstelling 1: Bescherming tegen wateroverlast Doelstelling 2: Versterken van natuurlijke en landschappelijk karakter van de Demervallei Doelstelling 3: Bevorderen toeristische en recreatieve ontwikkeling op duurzame wijze Doelstelling 4: Afstemmen doelstellingen landbouwactiviteiten op hoofddoelstellingen Doelstelling 5: Afstemmen doelstellingen verstedelijking (bewoning, bedrijvigheid en waterwinning) op hoofddoelstellingen
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 20
MAATREGELEN T.H.V. AARSCHOT
Bouwen van nieuwe of verhogen van bestaande veiligheidsdijken Door een grote bochtafsnijding op de Demer in de jaren ’80 werd de Laak afgesneden van de Demer waardoor zij niet meer gevoed werd. Doorheen de jaren is de Laak gedegradeerd tot een open riool1. De rechteroever van de Demer afwaarts Betekom wordt opgehoogd ter hoogte van de Kleine Eusels ter bescherming van de landbouwzones, zodat het gebied slechts overstroomt met een retourperiode van 10 jaar. Bij een waterpeil hoger dan 12,40 m T.A.W. wordt 4 m/s Demerwater omgeleid via de eerste oude meander afwaarts Aarschot t.h.v. Steyenhof naar de Laak. Hierdoor worden de afwaartse gebieden ontlast van piekafvoeren. In de open ruimte tussen Aarschot en Betekom kan er geopteerd worden voor het afgraven de bestaande Demerdijk tot op de hoogte van de oeverwal oeverwal en/of het aanleggen van een bres van 100,00 m. Dit is afhankelijk van het gekozen scenario.
1
Er loopt een overleg om de Laak terug watervoerend te maken. Op de Demer zou een pompstation geplaatst worden om de Laak opnieuw te voeden met Demerwater. Vermits de bedding van de Laak momenteel onderbroken is ter hoogte van de oostelijk ring van Aarschot, zou een nieuwe bedding gegraven worden, die vertrekt ter hoogte van het Sint-Jozefscollege om dwars door de verkaveling Bekaf aansluiting te krijgen met de bestaande duiker van de Laak onder de ring. Er zou 0,2 m/s Demerwater worden afgenomen voor de voeding van de Grote Laak.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 21
3.6.2
VISIE OP REGIONALE ONTWIKKELING
Sinds geruime tijd wordt er binnen de gemeente en Steden van de Regio Leuven gedacht aan een meer regionale aanpak. De vraag naar regionale samenwerking kwam vooral tot stand in het kader van de expansie van de Katholieke Universiteit Leuven. Hierbij ligt er een duidelijke focus op het aanwezige stedennetwerk namelijk Leuven, Diest, Aarschot en Tienen, de zogenaamde Quadripool: “Al geruime tijd is er in de regio vanuit de stad Leuven en door andere organisaties gepleit om de samenwerking met Tienen, Aarschot en Diest te versterken. Hiervoor wordt de term ‘Quadripool’ gebruikt. De uitbreidingsnood van de KULeuven is de meest directe aanleiding hiervoor. Steeds meer wordt er op gewezen om de uitbreiding van de KULeuven vanuit een regionaal perspectief te bekijken. De uitbreiding heeft zowel betrekking op het studentenaantal als ook het personeel. Daarnaast is er ook bijkomende ruimte nodig voor bedrijfsinfrastructuur voor de verschillende spin-offs van de universiteit. Het debat over de expansie van de KULeuven is wel een dossier met een aanzienlijke impact en kan dan ook gezien worden als een hefboomdossier voor de ganse regio. Het meest markante verschil met andere regio’s in Vlaanderen is dat nergens anders één private of semiprivate organisatie zo zwaar op de regionale agenda weegt als de KULeuven. De impact is groot, het gezag van de KULeuven is dat evenzeer. Er wordt duidelijk gesteld dat de regio meer en meer een belangrijke rol zal spelen op verschillende domeinen. De geesten in Leuven en het Leuvense evolueren; bestaande structuren kunnen nieuwe inhouden krijgen. Het dossier van de expansie van de KULeuven kan een hefboom zijn om een krachtige strategie te ontwerpen en om vitale coalities te creëren. In de literatuur over regionale ontwikkeling wordt sterk beklemtoond dat de kwaliteit van de netwerking tussen de overheid, het bedrijfsleven, de kennisorganisaties en het maatschappelijke middenveld een bijzonder belangrijke kritische succesfactor is die regio’s van elkaar onderscheidt. De regio Leuven heeft hierbij een uniek potentieel voor netwerking.” Op welke manier deze regionale samenwerking vorm moet krijgen is op dit moment nog niet duidelijk. Op het overleg van de Burgemeesters, dd. 23 april 2012, werden vier scenario’s, of beter schaalniveaus, voorgesteld:
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 22
Stadsregio ‘small’ Deze omschrijving omvat de stad en de kring van geografisch aansluitende gemeenten (Leuven, Bertem, Bierbeek, Haacht, Herent, Holsbeek, Lubbeek, Oud-Heverlee, Rotselaar). Stadsregio ‘medium’ Deze omschrijving omvat de stad Leuven, de aansluitende gemeenten en het ruime hinterland van het Hageland. De relaties tussen stad en het landelijke gebied, tussen de grote centrumstad en de kleinere centrumsteden Diest, Aarschot en Tienen. Vanuit de stadsregio ‘medium’ is de ‘Quadripool’ ontsproten. Stadregio ‘large’ Deze omschrijving tekent een kring rond Leuven, Brussel, Vilvoorde. Het is nuttig deze schaal in gedachten te houden omdat dit onder andere betekent dat de gemeenten van het arrondissement allemaal, weliswaar in verschillende gradaties, te maken krijgen met de impact van de ontwikkelingen in en rond het Brusselse Gewest. Stadsregio ‘extralarge’ Deze omschrijving staat los van territoriale aaneensluitende gebieden. Het gaat eerder om virtuele stadsregio’s met een internationaal karakter. ELAt is hiervan een mooi voorbeeld en slaat op de grensoverschrijdende samenwerking onder de vlag Eindhoven – Leuven – Aachen – triangle).
Vandaag de dag ligt de focus vooral op de eerste twee vormen van regio: small en medium. Hieromtrent wordt getracht concrete afspraken te maken, zoals ook gesteld tijdens het Burgemeestersoverleg. Op het Burgemeestersoverleg van 24.04.2012 kreeg Interleuven dan ook de opdracht om:
op basis van de gevoerde discussie, een engagementsverklaring rond regionale samenwerking voor te bereiden, met de gemeenten een concrete agenda voor regionale samenwerking op te stellen, waarbij gestreefd wordt naar een goede mix van concrete regionale dossiers (regio-omvattende projecten) en concrete kleine dossiers (samenwerking van ‘enkele’ gemeenten); een elementaire structuur voor overleg voor te stellen, evenals een ondersteunende structuur; met KU Leuven in overleg te gaan inzake de wijze waarop hen te betrekken en hun rol binnen de regionale samenwerking.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 23
Naast het Quadripool concept is er nog het initiatief van de Vlaams-Brabantse beleids-, bedrijfs- en academische wereld, namelijk Flanders Smart Hub2. Flanders Smart Hub heeft als missie het stimuleren van innovatie, het bevorderen van de samenwerking tussen kennisinstellingen en ondernemingen en het aantrekken van (buitenlandse) investeringen. Flanders Smart Hub focust hierbij op de volgende kerndomeinen die belangrijk zijn voor Vlaanderen:
Logistech: transport & logistiek, diensten, supply chain management Lifetech: voeding, preventie en behandeling & ICT en gezondheidszorg Cleantech: energie & milieu Createch: creatieve industrie
Flanders Smart Hub wil de grondslagen leggen voor de transformatie van Vlaams-Brabant tot een Vlaamse, Europese en internationale topregio, waar economische creativiteit hand in hand gaan met groeiende welvaart en welzijn. Dankzij het versterken van de samenwerking tussen kennis- en onderzoeksinstellingen, het bedrijfsleven en de overheid zal de provincie haar rol als motor voor de kenniseconomie in Vlaanderen verder uitbouwen. Bij de revitalisering van het bedrijventerrein in Aarschot moet nagedacht en overlegd worden over de mogelijke synergiën met de Flanders Smart Hub strategie en de concrete toepassingen hiervoor. Mogelijke toepassingen zijn een gerichtere communicatie en identiteit, concrete samenwerkingsverbanden met bedrijven en academische wereld, concrete innovatieve projecten opsporen, … .
2
Partners Flanders Smart Hub: KU Leuven Research and Development, Voka – Kamer van Koophandel Vlaams-Brabant, Brussels Airport Company, ERSV Vlaams-Brabant, Intercommunale Haviland, IMEC, Intercommunale Interleuven, Leuven.Inc., POM, Provincie Vlaams-Brabant, Stad Leuven, Vlaams Instituut voor Logistiek, Vrije Universiteit Brussel.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 24
3.6.3 AARSCHOT OPSPOREN: STRATEGISCH MASTERPLAN STATIONSOMGEVING AARSCHOT
In 2007 werd het masterplan voor de stationsomgeving van Aarschot opgemaakt. De stationsomgeving krijgt hierin een rol als stadspoort door aan beide zijden bepaalde ontwikkelingen voor te stellen. Aan de westzijde van het station zal de relatie tussen het Elzenhof en de Demer versterkt worden door de aanleg van een groen parkeerplein dat tegelijkertijd ook de publieke ruimte zal zijn bij de nieuwe ontwikkeling van personeelsintensieve bedrijfsgebouwen, m.n. de Kop van Nieuwland. Door verbeteringen van de onderdoorgang onder de spoorweg en de bouw van een fietsbrug wordt de barrière van de sporen verminderd. Infrabel werkt momenteel aan de realisatie van het parkeerplein. Gronden worden verworven voor de ontwikkeling van de eerste fase van de Kop van Nieuwland (ca. 35.000m² vloeroppervlakte). Voor de ontwikkeling van dit gebied werd een CVBA opgericht waar zowel publieke als private partners in opgenomen zijn. De publieke partners zijn de stad Aarschot, POM Vlaams-Brabant en Interleuven. Er werd ook van bij het begin een private partij als parkmanager bij betrokken. De realisatie van de Kop van Nieuwland zal gefaseerd uitgevoerd worden. De afbakening van fase 1 behelst niet het hele gebied, zoals in het masterplan voorzien. Het meest noordelijke deel werd niet mee opgenomen. Dit zal in een latere fase ontwikkeld worden. Hierover werden nog geen afspraken gemaakt tussen partijen.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 25
4. ANALYSE 4.1
HET ECONOMISCH KLIMAAT
Het bedrijventerrein Nieuwland – Meetshoven is opgehangen aan de infrastructuurbundel A2/E314 (autoweg Brussel-Leuven-Aken) – Montzenroute (spoorverbinding Antwerpen-Aarschot-HasseltMontzen).
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 26
Dit is een belangrijke economische as waarlangs verschillende regionale bedrijventerreinen gesitueerd zijn. Op de spreidingskaart bedrijventerrein Vlaams-Brabant, van het Agentschap Ondernemen, is duidelijk te zien dat de aanwezigheid van infrastructuurbundels (autoweg, spoorweg, waterweg, …) een belangrijke vestigingswaarde vormt voor het inplanten van bedrijven, en dus ook voor de aanleg en/of het uitbreiden van regionale bedrijventerreinen. Het kleinstedelijk gebied Aarschot kent dus een goede ligging. De fusiegemeente Aarschot heeft op haar grondgebied een juridisch-planologisch aanbod van 203,6 ha bedrijfsgrond. Het betreft percelen die op het gewestplan3 bestemd zijn als industriegebied (171,4 ha) of als gebied voor ambachtelijke bedrijven of KMO (32,2 ha), wat neerkomt op 3,2 % van het grondoppervlak van de gemeente Aarschot. Dit getal dient echter genuanceerd te worden, aangezien het hier om een theoretisch aanbod gaat. Delen ervan kunnen niet ontwikkeld worden, of worden vanuit het oogpunt goede ruimtelijke ordening best niet langer ontwikkeld of slechts in beperkte mate. Daarnaast zijn er doorheen de jaren ook andere planinitiatieven geweest (BPA’s, RUP’s, planologische attesten, …) waardoor er bedrijfsgrond gecreëerd of geschrapt werd. Zo werd in 2012 nog het RUP Witte Molen definitief vastgesteld. In dit ruimtelijk uitvoeringsplan wordt er +/- 10 ha bijkomend bestemd als zone voor lokale bedrijvigheid. In het kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Aarschot werd er ten zuidwesten van het bestaande bedrijventerrein Nieuwland eveneens een uitbreiding voorzien, weliswaar voor grote regionale bedrijven. Vanuit de hogere overheid wordt gewezen op het onderscheid tussen lokale en regionale bedrijvigheid. De donkergekleurde zone – het bedrijventerrein Meetshoven-Nieuwland, heeft een regionaal karakter. De lichtgekleurde zones zijn lokale bedrijventerreinen: KMO-zone Terheidelaan, KMO-Zone Ourodenberg, KMO-zone Herseltsesteenweg, KMO-zone Witte Molen en andere kleinere ambachtelijke zones. De gemeente Aarschot telt 28.520 inwoners (2010). Voor de analyse van de arbeidsmarkt wordt de bevolking op arbeidsleeftijd of de potentieel actieve bevolking onder de loep genomen. Dit zijn alle personen binnen de leeftijdscategorie van 15 tot 64 jaar. Binnen die bevolking op arbeidsleeftijd maken we het onderscheid tussen zij die niet actief zijn op de arbeidsmarkt enerzijds en de beroepsactieven anderzijds. 3
Het gewestplan Aarschot-Diest goedgekeurd bij KB van 07.11.1978. Op het grondgebied van Aarschot zijn er geen latere wijzigingen van het gewestplan doorgevoerd.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 27
De groep beroepsactieven bestaat uit zijn beurt weer uit de personen die effectief aan het werk zijn (de werkenden), alsook de personen die niet werken maar wel actief op zoek zijn naar werk (de nietwerkende werkzoekenden). Aarschot scoort, wat betreft de werkende, met een aandeel van 68,9% vrij goed in vergelijking met de centrumgemeenten (67,4%) en het Vlaams Gewest (66,0%). Het aandeel werkenden ligt in de omliggende gemeente allemaal rond 70% van de beroepsbevolking. Ten aanzien van de centrumsteden en het Vlaams gewest wordt deze regio wel gekenmerkt door een oudere beroepsbevolking. Van 2003 tot 2010 is de werkzaamheidsgraad in Aarschot gestegen van 71% naar 74,1% en is de werkloosheid gedaald van 6,4% naar 6,0%. Let wel, de laatste twee jaren (2009 en 2010) is de werkloosheidsgraad weer licht gestegen. Wanneer we de bestaande jobs volgens de sectorale structuur benaderen wordt duidelijk dat de primaire sector in Aarschot (1,6%) beduidend minder belangrijk is dan in de centrumgemeenten (2,4%) en het Vlaams Gewest (2,3%). Ook de secundaire sector en de tertiaire sector zijn in Aarschot 19,6% - 43,6%) minder sterk vertegenwoordigd dan in de centrumgemeente (21,4% - 43,9%) en het Vlaams Gewest (21,3% 47,4%). De quartaire sector daarentegen is met 34,8% sterk vertegenwoordigd in Aarschot, zeker in vergelijking met de centrumsteden (32%) en het Vlaams Gewest (28,7%). De grote hoeveelheid scholen en de hoge tewerkstelling in de BWA (Entiris) ligt aan de basis van het grote aandeel jobs in de tertiaire sector van Aarschot. Wanneer we de secundaire sector verder onderverdelen volgens de WSE-sector springt vooral de categorie ‘Vervaardiging van Machines en Toestellen’ het oog. In Aarschot bevindt 7% van de jobs zich in deze subcategorie, terwijl in de centrumgemeenten dit slechts 1,9% en in het Vlaams gewest zelfs maar 1,6% betreft. Aarschot telt op haar grondgebied 720 vestigingen met personeel. De naastliggende figuur deelt het aantal vestigingen in volgens de grootte van de vestiging op basis van het aantal werknemers. De vier onderscheiden klassen zijn: micro (1 t.e.m. 9 werknemers), klein (10 t.e.m. 49 werknemers), middelgroot (50 t.e.m. 199 werknemers) en groot (> 200 werknemers). In vergelijking met de centrumgemeenten en het Vlaams Gewest valt enkel het beperkt aandeel aan grote bedrijven op. In Aarschot is dit slechts 0,4%, terwijl dit cijfer in de centrumgemeenten en het Vlaams Gewest richting 1% gaat4.
4
De cijfergegevens met betrekking tot de arbeidsmarkt komen uit: ‘Gemeentefoto – De arbeidsmarktsituatie in Aarschot’, opgemaakt door het departement Werk en Sociale Economie i.s.m. het Steunpunt Werk en Sociale Economie
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 28
Wanneer we het aandeel sectoren in Aarschot vergelijken met de verdeling van de sectoren in andere steden binnen de regio is duidelijk te zien dat de steden Aarschot, Diest en Tienen vergelijkbaar zijn. Als referentiepunt is ook de sectorenverdeling van Vlaanderen opgenomen. In de tabel met de absolute cijfers is de onderscheidende rol van Leuven duidelijk af te lezen. Leuven vormt dus een belangrijk economisch zwaartepunt binnen de Provincie Vlaams-Brabant.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 29
Axis Title
Aandeel sectoren in absolute cijfers 40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0
Aarschot
Diest
Tienen
Leuven
Asse
Halle
vilvoorde
primaire
185
173
489
160
172
127
47
secundaire
2304
1941
3388
5992
1987
2243
2.992
tertiaire
5125
5853
5558
32313
12252
11829
19.256
quartiare
4083
4023
5948
37722
3868
4490
6.518
onbekend
45
49
43
149
48
38
55
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 30
Bron: gemeentefoto de arbeidsmarkt in Aarschot
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 31
Door verschillende instanties – POM Vlaams-Brabant, Stad Aarschot, Interleuven en VOKA – wordt er getracht een goed overzicht te hebben over de aanwezige bedrijven. Op geregelde tijdstippen wordt een inventaris opgemaakt van de spelers op het bedrijventerrein. Dit is nodig aangezien bedrijven dikwijls bedrijfshallen doorverhuren, verkopen, … . De volgende kaarten zijn een tijdje geleden opgemaakt door de POM Vlaams-Brabant. Voorlopig wordt deze inventaris als leidraad gebruikt. Moest achteraf blijken dat een update van de inventaris essentieel is voor het onderzoek dan zal deze alsnog opgemaakt worden. Ondanks het feit dat het bedrijventerrein Nieuwland – Meetshoven benaderd wordt als een regionaal bedrijventerrein5 zijn het vandaag de dag juist de grootschalige gebouwen die geconfronteerd worden met leegstand. Vooral KMO’s zijn op zoek naar een locatie. Dit fenomeen kan er op wijzen dat de geldende regelgeving niet meer overeenkomt met de economische realiteit. Dit kwam ook meermaals ter sprake op de ontbijtmeeting. Er zou alleszins meer flexibiliteit ingebouwd moeten worden zodat ondernemers kunnen inspelen op de snel wijzigende markt.
5
Definitie lokaal en regionaal bedrijventerrein, volgens het RSV: Een lokaal bedrijf is een be- en verwerkend bedrijf (inclusief tertiaire dienstverlening) dat een verzorgend karakter heeft ten aanzien van de omgeving, dat wat schaal aansluit bij de omgeving (schaal van de kern, schaal van het stedelijke gebied, …) en beperkt is van omvang. Een lokaal bedrijventerrein is uitsluitend voor dergelijke lokale bedrijven bestemd. Regionale bedrijventerreinen zijn uitgeruste terreinen bestemd voor de inplanting van economische activiteiten die de schaal van hun omgeving overschrijden.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 32
Situering bedrijven Nieuwland – Meetshoven [noordelijk deel]
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 33
Situering bedrijven Nieuwland – Meetshoven [centraal deel]
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 34
Situering bedrijven Nieuwland – Meetshoven [zuidelijk deel]
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 35
4.2 RUIMTELIJK-STEDENBOUWKUNDIGE ANALYSE De ruimtelijk-stedenbouwkundige analyse wordt uiteengelegd in verschillende lagen:
Infrastructuur Water Groen Bebouwde Structuur
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 36
4.2.1 INFRASTRUCTUUR
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 37
GEMOTORISEERD VERKEER Het bedrijventerrein is via de Ring R25 en de A2/E314 goed ontsloten naar de ruime omgeving wat betreft het gemotoriseerd verkeer. De ontsluiting richting Antwerpen loopt iets minder vlot. Enerzijds door het dichtslibben van de E19 en de A12, tussen Brussel en Antwerpen en anderzijds door de beperkingen van de alternatieve secundaire routes langs bestaande gewestwegen (Aarschotse Baan N10 richting Antwerpen en de Aarschotsesteeweg N19 richting oprit A13/E313). De interne ontsluitingsstructuur werd logisch opgebouwd vanuit een eenvoudige kamstructuur. Ook de Betekomsesteenweg maakt hier deel van uit. Een aantal straten maken hierop een uitzondering: Langs de Demer ligt een straat die hier reeds van oudsher was (Demerstraat). Via deze weg worden drietal bedrijven ontsloten. Langsheen de Betekomsesteenweg worden eveneens een aantal daar gelegen bedrijven ontsloten. Bovendien bevindt zich aan het meest westelijk gelegen deel van dit bedrijventerrein een private weg waarlangs bedrijven zich gevestigd hebben. Doordat deze straten de logische kamstructuur niet volgen, waardoor de bedrijven achterin komen te liggen, maakt dat de bedrijven die hier gelegen zijn moeilijk te vinden zijn door leveranciers en andere bezoekers. Dit probleem van herkenbaarheid doet zich eveneens voor aan de twee hoofdtoegangen van het bedrijventerrein, namelijk t.h.v. het kruispunt R25 – Nieuwlandlaan en t.h.v. het kruispunt Ter Heidelaan (R25) – Nijverheidslaan. Vooral voor bezoekers die niet vertrouwd zijn met Aarschot of het bedrijventerrein zelf. De batterijen op de rotonde zijn natuurlijk wel herkenbaar, maar net hier is er geen toegang tot het bedrijventerrein. De moeilijke herkenbaarheid en de onduidelijke bereikbaarheid wordt daarenboven versterkt door de moeilijke en veelvuldige bewegwijzering (en andere borden; reclamepanelen, borden ‘te koop’ en ‘te huur’, …) op en naast het bedrijventerrein. De moeilijkheden m.b.t. de havennummering en de huisnummering levert natuurlijk ook geen positieve bijdrage aan de leesbaarheid van de plek. Dit alles brengt heel wat zoekverkeer met zich mee wat op zijn beurt de verkeersveiligheid, op en naast het bedrijventerrein, niet ten goede komt. Op een aantal plaatsen is er spraken van verkeersonveiligheid. Vooreerst kan men zich vragen stellen bij de rechtstreekse ontsluiting van de bedrijven gelegen langsheen de Terheidelaan (R25). Ten tweede kan het niet de bedoeling zijn om vrachtwagens en opliggers te stationeren langsheen de R25. Dan zijn er nog twee kruispunten die op het bedrijventerrein bestempeld kunnen worden als onveilig:
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 38
Het kruispunt Nieuwlandlaan – Demerstraat: Naar en van de stationsparking is dit vooral het geval tijdens de spitsuren. Bovendien is het niet echt duidelijk of je met de auto de Demerstraat mag inrijden. Wanneer je uit de Demerstraat komt sta je op een helling wat de zichtbaarheid niet ten goede komt. Het kruispunt Nieuwlandlaan/Nijverheidslaan – Betekomsesteenweg: Op dit kruispunt is het niet voor iedereen duidelijk wie voorrang heeft. Door een gebrek aan structuur en oriëntatie wordt het onzekerheids- en onveiligheidsgevoel nog versterkt. Waar ligt het bedrijventerrein? Waar ben ik nu? Dit probleem vergroot tijdens de spitsuren.
Het bedrijventerrein is duidelijk verouderd. Dit tekent zich af in het voorkomen van de bestaande weginfrastructuur. Enerzijds door het gehanteerde wegprofiel, typisch voor de jaren ’70-‘80: brede wegen met weinig tot geen fietsvoorzieningen. Anderzijds door de toestand van het wegdek zelf en het ganse openbaar domein op zich. De Nijverheidslaan vormt hierop wel een uitzondering. Hier werd een nieuw wegprofiel uitgetekend met aandacht voor de nodige groenvoorzieningen en voor de (veiligheid van de) zwakke weggebruiker. Bij de heraanleg van de Nijverheidslaan werd er tevens onmiddellijk een gescheiden rioleringsstelsel voorzien. Op de rest van het bedrijventerrein Nieuwland – Meetshoven is er nog geen gescheiden riolering aanwezig.
OPENBAAR VERVOER Het bedrijventerrein is gelegen aan de westzijde van het spoor. Het station van Aarschot is een belangrijk knooppunt voor zowel personen- als goederenvervoer. Bedrijven maken echter geen gebruik van het spoor als het gaat om goederentransport 6. Vanuit het station is er tevens een busstation van De Lijn. Ondanks de vele buslijnen die hier vertrekken passeert er door het bedrijventerrein slechts één bustraject met 2 halteplaatsen (Nieuwland 2 en Beschermde Werkplaats). Op dit traject passeren twee buslijnen namelijk lijn 530 en lijn 532. De frequentie is echter zeer laag en is niet aangepast op de bedrijfsactiviteiten. 6
Op het terrein zijn nog restanten van spoorlijnen terug te vinden die in het verleden dienden om een aantal bedrijven rechtstreeks via het spoor te ontsluiten.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 39
LANGZAAM VERKEER In en rondom het bedrijventerrein bevindt zich een fijnmazig weefsel van fietspaden, zowel wat betreft functionele als toeristisch-recreatieve routes. Op het terrein blijkt echter dat een groot deel van de fietspaden niet aanwezig is of dat de fietspaden zich in zeer slechte staat bevinden. Zo vormt bijvoorbeeld de Betekomsesteenweg een belangrijke fietsroute voor schoolgaande jeugd (komende vanuit Betekom), doch het fietspad ligt er maar erbarmelijk bij. Dit komt de verkeersveiligheid, alsook de uitstraling van het ganse gebied, niet ten goede. De spoorweg vormt een fysieke barrière tussen de oostelijke en westelijke zijde van de stad. Op 5 plaatsen bestaat er een fysieke verbinding tussen stad en bedrijventerrein:
Leuvensesteenweg nieuwe fietsersbrug onderdoorgang t.h.v. het station (voetgangers) brug Betekomsesteenweg onderdoorgang onder het spoor t.h.v. de spoorwegstraat.
Realisatiegraad fietsroutenetwerk
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 40
RIOLERING & NUTSLEIDINGEN Het bedrijventerrein is, zoals reeds eerder vermeld, voorzien van riolering. Het betreft hoofdzakelijk een gemengd rioleringsstelsel. Daarenboven fungeert de Laak vandaag de dag als open riool. Bij de herenaanleg van de Nijverheidslaan werd alvast een gescheiden systeem aangelegd. En er zijn plannen waarbij de Laak terug wordt ingeschakeld in het natuurlijk watersysteem. Dit betekent dat het rioleringssysteem grondig herbekeken dient te worden. Op termijn dient er dan ook gestreefd te worden naar een gescheiden rioleringsstelsel voor het ganse bedrijventerrein. Naast riolering zijn alle nutsleidingen aanwezig. Wat internetvoorzieningen betreft zou onderzocht moeten worden of de aanleg van een glasvezelkabel noodzakelijk is.
VRACHTROUTENETWERK Het Vlaams vrachtroutenetwerk is een hoofdraamwerk, gebaseerd op het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en de wegencategorisering, met als doel een bovenlokaal vrachtroutenetwerk uit te bouwen en mooi te stroomlijnen. Hierbij wordt rekening gehouden met vrachtverkeer van en naar bedrijventerrein die groter zijn dan 50 ha en bedrijventerreinen met duidelijke logistieke of distributiefuncties. Vlaanderen wordt hierbij onderverdeeld in verschillende posten. Aarschot is gelegen in post 20. De bedrijventerreinen in deze post zijn geënt op de E313 en/of de E314. Voor het bedrijventerrein Nieuwland – Meetshoven – Terheidelaan is bewegwijzeringszone 65 van toepassing: “De ontsluiting van de cluster in Aarschot is gericht op de E314 complex Aarschot (en dit voor alle richtingen, dus ook in de richting van Antwerpen). Doordat de terreinen aansluiten op de R25 die overgaat in de N223 zal de ontsluiting ook via deze twee primaire wegen type II verlopen. Op het laatste gedeelte van de N223 (tussen de twee op- en afrittencomplexen) zijn er aanliggende fietspaden wat als een negatief aspect wordt beschouwd. Het lokale toegangspunt tot de bedrijvencluster wordt voorzien op het kruispunt R25 x Nieuwland(laan) en vanaf daar zal er een interne bewegwijzering plaatsvinden naar de verschillende
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 41
terreinen. Binnen het afbakeningsproces van het kleinstedelijk gebied Aarschot is er voorgesteld om het kruispunt her in te richten. Dit lokaal toegangspunt geeft via verkeerslichten rechtstreeks toegang tot het bedrijventerrein Nieuwland dat zich zowel aan west- en oostzijde van de R25 uitstrekt. Ook het bedrijventerrein Betekomsesteenweg Meetshoven kan langs dit punt worden bereikt, maar het verdient de voorkeur om dit te laten ontsluiten door de aansluiting van de Nijverheidslaan op de R25. Ook in de huidige signalisatie wordt dit zo aangeduid. Op het lokale toegangspunt moet er dus interne bewegwijzering worden geplaatst dat de toegang tot het terrein Betekomsesteenweg Meetshoven laat verlopen via de aansluiting Nijverheidslaan x R25. Het terrein Terheidelaan ontsluit rechtstreeks op de R25 (ongeveer t.h.v. de Nijverheidslaan). Op het gedeelte van de R25 tussen de N10 en de Betekomsesteenweg zijn er op de primaire weg II (R25) aanliggende fietspaden. Er zijn echter ventwegen gepland op dit gedeelte van de R25, en dit conform de wegencategorisering. De ontsluiting van de terreinen Terheidelaan en Betekomsesteenweg Meetshoven zal dan gebeuren via deze ventwegen. Het zou wenselijk zijn dat de rechts in – recht uit van het kruispunt R25 x Betekomsesteenweg reeds op korte termijn wordt afgesloten zodat dit geen toegang meer vormt tot het terrein Betekomsesteenweg Meetshoven. Dit is eerder al afgesproken maar werd tot op heden nog niet uitgevoerd. De stad Aarschot heeft op de tweede begeleidingsgroep aangegeven dat het huidige college een andere kijk heeft op het afsluiten van de rechts in – rechts uit op de R25 x Betekomsesteenweg. Men is namelijk voorstander van het openhouden van deze aansluiting ondanks het feit dat deze beweging niet vaak voorkomt in de praktijk.”
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 42
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 43
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 44
Nieuw kruispunt Nijverheidslaan – R25 / nieuw wegprofiel Nijverheidslaan
Vrachtwagens tijdelijk stationeren langs Terheidelaan
Batterijen als oriëntatiepunt
Achteringelegen bedrijven via Betekomsesteenweg
Betekomsesteenweg
Gevaarlijk kruispunt Nieuwlandlaan - Demerstraat
via Demerstraat
Reclame, bewegwijzering, … Bedrijventerrein weinig herkenbaar langs R25
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 45 Vrachtwagens en opleggers langs R25
Fietspad Nijverheidslaan Restanten sporen ifv spoorgebonden bedrijvigheid
Fiets- en voetgangerstunnel
Fietspad Betekomsesteenweg Fietsinfrastructuur van en naar het bedrijventerrein
Het spoor als barrière
Veilige oversteek Terheidelaan Fietsroute langs Demer
Zicht op het station vanaf de nieuwe fiets- en voetgangersbrug Fietspad R25
Nieuwe fiets- en voetgangersbrug
Brug Nieuwland Fietsroute richting Elzenhof
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 46
4.2.2 WATER
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 47
WATERLOPEN EN RELIËF Water speelt een belangrijke rol bij de verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein. De aanwezigheid van de Demer is hier niet vreemd aan. Het bedrijventerrein is gelegen in een dal dat doorsneden wordt door meerdere waterlopen. De voornaamste waterloop is natuurlijk de Demer. De Demer kende vroeger een zeer brede vallei. De waterloop wordt gecategoriseerd als bevaarbaar en wordt beheerd door W&Z. Scheepvaart is er allang niet meer. Andere belangrijke waterlopen zijn de Moutlaak, de Grote Laak, de Heilaak en de Grote Motte, alle drie waterlopen van 2de categorie. De waterlopen staan onder beheer van de Provincie Vlaams-Brabant. Daarnaast zijn er nog tal van kleinere niet geklasseerde waterloopjes: Vlukensloop, Bogaardebeek, … . Op sommige plaatsen wordt het water verdrongen. Op andere plaatsen doen ze dienst als open riool. OVERSTROMINGSPROBLEMATIEK De Demer heeft doorheen de geschiedenis steeds een ruim valleigebied gehad. Een breed dal gelegen tussen de parallelle zuidwest-noordoost lopende heuvelruggen. Vertrekkende van de geomorfologische gegevens is het duidelijk dat de Demervallei dominant is in het landschap rond Aarschot. Na belangrijke hoogwaterproblemen in 1966 veranderde de vallei van de Demer zeer drastisch. Bij het rivierbeheer kwam de klemtoon te liggen op een versnelde afvoer vanaf Diest. De winterse overstromingen die sinds mensenheugenis de beemden blank zetten, werden niet meer getolereerd. De Demer werd verder rechtgetrokken, verdiept en tussen hogere dijken gelegd. De fragiele relatie tussen de rivier en haar vallei werd zo verbroken: de stuwen raakten in verval, waterhuishouding werd ontregeld en verdroging trad op, fauna en flora verloren hun habitat, … en het overstromingsgevaar is blijven bestaan. De recente overstromingen (najaar 1998, e.a.) hebben nogmaals het belang onderstreept van een integrale aanpak van de waterhuishouding. Het sigmaplan stelt dan ook een integrale ruimtelijke ontwikkeling voorop. Doorheen de jaren is de waterkwaliteit toch al sterk verbeterd. Door de hierboven beschreven ontwikkeling is de Demer vandaag de dag nagenoeg niet meer zichtbaar of herkenbaar op het bedrijventerrein. De rechtgetrokken Demer ligt ‘achterin’ en lijkt op dit moment geen structurele betekenis meer te hebben. Een herinrichting dringt zich op.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 48
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 49
De Grote Laak – Heilaak, gelegen tussen Terheidelaan en het bedrijventerrein De Grote Laak De Grote Laak
De Grote Laak, bedrijvigheid tot tegen de oever
De Demer
De Moutaak tussen de bedrijven
’s Hertogenmolens aan de Demer Infrastructuur over de Demer
De Demer
De Moutlaak
De Demer
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 50
4.2.3 GROEN
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 51
De waterlopen vormen belangrijke structuurbepalende elementen. Ten westen van het bedrijventerrein wordt het agrarisch landschap op het gewestplan dan ook aangeduid als ecologisch waardevol. Hier is de Demervallei vrij breed en relatief vlak. Deze zone vormt een gradiëntzone tussen twee landschapsstreken: de Zuiderkempen en het noordelijk of Droog Hageland. Verschillende donken liggen over de vallei verspreid. Het alluviale landschap bestaat uit bossen, akkerland en weiden. Naast de Demervallei zijn er in de onmiddellijke nabijheid van het bedrijventerrein twee belangrijke groenstructuren aanwezig. In het noorden bevindt zich het Meetshovenbos. Door de aanplant van naaldhout is Meetshoven-Meertsels een verarmd bos met heiderestanten, gelegen op een rivierduin. Ten zuiden van het bedrijventerrein bevindt zich het natuurgebied ’s Hertogenheide, een natuurgebied met landduinen en een wisselend reliëf.
De Biologische WaarderingsKaart (BWK) geeft een bepaalde waarde aan het aanwezige groen op het terrein. Binnen de afbakening van het studiegebied zijn ook hier de hierboven benoemde gebieden duidelijk herkenbaar: Demervallei, Meetshoven, ’s Hertogenheide. Zelfs de oevers van de Demer t.h.v. het bedrijventerrein worden als biologisch waardevol aangeduid, net als de oevers van de Grote Laak. Naast deze grote groenstructuren, die bovendien allemaal aangeduid worden als ‘faunistisch zeer waardevol’, wordt ook het Elzenhof gezien als een belangrijk deel van de groenstructuur. De site wordt aangeduid als een complex van minder waardevol, waardevol en zeer waardevol voor de biologische structuur. De groenstructuur zou opnieuw structuurbepalend moeten kunnen worden, ook binnen het bedrijventerrein.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 52
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 53
Bos op braakliggend bedrijfsperceel Het Demerlandschap; dijklichamen, jaagpaden, bedrijven, … weilanden
Dijk met daarachter het Elzenhof Bossen van Meetshoven
Ecologisch waardevol landbouw landschap Het Elzenhof
Open ruimte en waardevol landbouw landschap
Groengebied brug Nieuwlandlaan
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 54
4.2.4 BEBOUWDE STRUCTUUR
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 55
MORFOLOGIE Het industrieterrein tekent zich, op het vlak van morfologie, duidelijk af. Grootschalige gebouwen op het industrieterrein t.a.v. de typerende ‘kleine korrel’ van overwegend woon- en handelspanden in de stad. Een beknopt morfologisch onderzoek levert voor het studiegebied(220 ha) de volgende resultaten:
bebouwingsindex = 20% (bebouwing = 430.000 m² / 43 ha) verhardingsindex = 44% (bebouwing + verharding = 965.000 m² / 96,5 ha) verhardingsindex (inclusief wegenis) = 51% (1.120.000 m² / 112 ha) index grondinname (inclusief wegenis) = 67% (1.490.000 m² / 149 ha)
Hierbij dient er op gewezen dat deze cijfers gelden voor het ganse stadsdeel en niet enkel voor het bedrijventerrein op zich. Op het bedrijventerrein zelf varieert de bebouwingsindex per bedrijfsperceel toch vrij sterk. Zo zijn er terreinen die zelfs geen bebouwingsindex van 10% halen, terwijl andere terreinen een B/T van 55% tot zelfs 65% halen. Op het terrein staan een aantal bedrijfsgebouwen leeg. Het bedraagt in totaal 50.000 m² aan bedrijfsgebouwen. Dit komt neer op 11% van het totaal bebouwd oppervlak. Het betreft voornamelijk gebouwen met een bebouwingsoppervlakte groter dan 5.000 m².
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 56
VERSTERKEN BEDRIJVENTERREIN Om het bedrijventerrein te versterken wordt er ingezet op zowel inbreiding als uitbreiding. Op of aansluitend op het huidige bedrijventerrein is er hiervoor voldoende ruimte beschikbaar. Naast de reeds vermelde leegstaande bedrijfspanden is er nog een 17 ha mogelijk te ontwikkelen bedrijventerrein. Het gaat dan om 8ha uitbreiding aan de zuidwestzijde van het bedrijventerrein en in totaal ca. 9 ha aan niet bebouwde (delen van) percelen verspreid over het bestaande bedrijventerrein. Deze oppervlakte is exclusief de nog te ontwikkelen oppervlakte in het project “Kop van Nieuwland”.
FUNCTIE Op het terrein komen een aantal type bedrijven veelvuldig voor: verkoop/bouw van zwembaden (blauw), autodealers (geel) en bouwbedrijven (rood). Minder uitgesproken maar ook veel voorkomend op het bedrijventerrein: distributie- en transport bedrijven en verpakkingsbedrijven. Daarnaast neemt ook de Bijzonder Werkplaats Aarschot een bijzondere plaats in op het bedrijventerrein. In het studiegebied komen verschillende functies voor: industrie (paars), wonen (rood), openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen (blauw), … . De verschillende activiteiten dienen op een correcte manier op elkaar afgestemd te worden.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 57
Binnen het studiegebied zijn 2 woonlinten duidelijk herkenbaar: Betekomsesteenweg en Spoorwegstraat. Wonen tussen bedrijven is zeker haalbaar, als iedereen zich aan de afspraken houdt. In de onmiddellijke nabijheid van woningen worden storende bedrijven best geweerd. Verspreid over het ganse bedrijventerrein zijn er ook conciërgewoningen terug te vinden. De conciërgewoningen zijn overwegend geïntegreerd in het bedrijfsgebouw, op enkele uitzonderingen na. Volwaardig wonen op bedrijfsgrond moet dan ook steeds ontmoedigend worden. Veel bedrijfsleiders vinden het interessant om te wonen bij het bedrijf (functioneren van de activiteit, veiligheid, …) of om een conciërge op het bedrijfsterrein te huisvesten. Dit kan bijgetreden worden indien de wooneenheid integraal deel uit maakt van het bedrijfspand. In het studiegebied zijn ook een aantal gemeenschapsvoorzieningen terug te vinden: containerpark, waterzuiveringsinstallatie, technische dienst van de stad Aarschot, parking bij het station en het Elzenhof. Het Elzenhof is een park met daarin de muziekacademie. Daarnaast is er ook een cluster van gebouwen opgetrokken voor het buitengewoon onderwijs. Naast de verschillende gemeenschapsvoorzieningen zou het park Elzenhof ook een belangrijke rol kunnen spelen in het bedrijfsleven. Een relatie tussen het park en het bedrijventerrein is zeker aangewezen. ’t Wit Toreke is een horeca-zaak die nu reeds dikwijls gebruikt wordt door het bedrijfsleven in Aarschot: lunchen en dineren, ontbijtmeetings, vergaderingen, … . Hetzelfde geldt voor de ’s Hertogenmolens en andere horecazaken in het centrum van de stad.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 58
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 59
4.3 ANALYSE DUURZAAMHEID & ENERGIE Op het vlak van duurzaamheid zijn op het bedrijventerrein Nieuwland – Meetshoven al verschillende initiatieven opgestart, doch op het terrein heeft dit (nog) niet geleid tot veel concrete resultaten. De volgende projecten of studies zijn opgemaakt of lopende, in opdracht van verschillende betrokken actoren. 4.3.1 EE5: INDUSTRIAL SYMBIOSE – TOEGEPAST OP HET BEDRIJVENTERREIN VAN AARSCHOT
Deze bachelorproef is tot stand gekomen op vraag van de stad Aarschot om de duurzaamheid van hun bedrijventerrein te onderzoeken. Op basis van deze studie wenst het stadsbestuur te beslissen over de uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein en op welke duurzame manier deze best gerealiseerd wordt. De opzet van de studie bestaat erin om, volgens principes van duurzaam energiemanagement, van dit bestaand terrein een eco-park te maken. Één van de bouwstenen van een duurzaam beleid is het nastreven van industriële symbiose. Door deze benadering wordt een maximale efficiëntie van zowel energie als materiaal nagestreefd. Een ander belangrijk facet is de CO2-neutraliteit. Naast energiebeleid is ook het afvalbeleid van groot belang om duurzaamheid na te streven. Verder worden ook mogelijkheden om water vaak meer ter plaatse te recupereren en wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om het waterverbruik terug te dringen. Op het einde van de studie worden, als besluit, een aantal aanbevelingen geformuleerd. Er wordt hierbij ook duidelijk gesteld dat er voor de overgang van een bestaand bedrijventerrein naar een eco-terrein te gaan er geen kant-en-klare oplossing bestaat. De aanbevelingen zijn onderverdeeld volgens toepassingsgebied:
Alternatieve energie Groepsaankoop van energie Bijkomend op het aankopen van groene stroom is het tevens interessant om op de site zelf energie te produceren uit alternatieve bronnen: o Windturbines (Aarschot is in een dal gelegen en bijgevolg is er niet veel doorwaaiing en daarom wordt het plaatsen van windturbines in deze studie niet aangeraden) o Zonnepanelen
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 60
WKK (warmtekrachtkoppeling) Afval (samenwerking tussen meerdere bedrijven is essentieel) Industriële symbiose Inventariseren (beschikbare afvalstoffen die voor andere bedrijven op het terrein als grondstof kunnen gebruikt worden) Terrein; op het terrein zijn een aantal ingrepen mogelijk zodat de ecologische aard van het terrein kan verbeteren: o Laadpalen voor elektrische wagens o Zonnepanelen o Groenschermen o Restwarmte Sensibilisatie; Er zijn zeer veel mogelijkheden om een groen beleid te voeren op niveau van een bedrijventerrein, maar het is eerst en vooral belangrijk dat de bedrijven zelf geïnteresseerd zijn en zelf ook een steentje bijdragen. Het is echter niet mogelijk om zomaar lukraak bedrijven te verplichten om ecologische stappen te ondernemen. Maar als men de bedrijven kan overtuigen van de vele voordelen die het kan bieden zullen er vanzelf meer kandidaten zijn. o Verlichtingsbeleid o Controleren van drukleidingen (perslucht) o Energiescans Mogelijke interessante nieuwe bedrijven o Biomassacentrale; op het bedrijventerrein wordt er een grote hoeveelheid houtafval, papier en karton geproduceerd. Uit vergisting van deze biomassa kunnen nieuwe interessante stoffen geproduceerd worden, bijvoorbeeld ethanol en cellulose, in een daar toe bestemde centrale. o Biogascentrale; mogelijk om afvalwater en GFT-afval om te zetten in biogas o Puinbreekinstallatie; o o o o
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 61
4.3.2 ECO2PROFIT Eco2Profit is een project voor KMO/MKB met een duidelijk doel: “we willen samen minder CO2 uitstoten en meer groene energie gebruiken. Maar we willen ook dat die switch een positieve impact heeft op onze bedrijven. Met kostenbesparingen als gevolg.” Het Eco2Profit project kadert binnen het Europese klimaatplan, met de volgende doelstellingen:
20% minder broeikasgassen (tegenover 1990) 20% minder energieverbruik 20% van alle energie uit hernieuwbare bronnen.
Bovendien dienen bedrijventerreinen die in aanmerking willen komen voor subsidies, sinds het Ministrieel Besluit van 1 oktober 2007, CO2-neutraal zijn. In het kader van het Europese Interreg-project Eco2Profit heeft Interleuven op het bedrijventerrein Nieuwland – Meetshoven, alvast een aantal acties ondernomen:
Thermografische- en luminantiekaarten Interleuven heeft begin Maart 2013 thermografische luchtfoto’s laten maken van een aantal bedrijventerreinen, waaronder het bedrijventerrein Nieuwland – Meetshoven in Aarschot. Doel van dit project is het opsporen van warmteverliezen via daken. De ervaring leert ons dat een visueel beeld van de warmteverliezen van een gebouw veel overtuigender en sprekender is dan een louter theoretische uitleg over energieverliezen. Een nieuwigheid is dat tijdens dezelfde nachtvlucht ook luminantiekaarten worden opgemaakt. Deze kaarten zijn interessant in het kader van de renovatie van de openbare verlichting (verschil situatie voor en na). Ze geven aan op welke plaatsen er (nog) kan bespaard worden op straatverlichting en waar de efficiëntie ervan kan verhoogd worden. De luminantiekaarten passen perfect binnen een duurzaam energiebeleid en kunnen de openbare verlichting optimaliseren. Bliss-project (Better Lightning in Sustainable Streets) De verlichting van het industrieterrein Nieuwland is meer dan 25 jaar oud. Een 19-tal verlichtingspalen verkeren in een slechte staat. Een renovatie van de verlichting dringt zich dan ook op. Met het BLISS-project slaan de stad Aarschot en Interleuven de handen in elkaar om de verlichting op het industrieterrein te vernieuwen met Europese steun. Het Bliss-project
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 62
kadert binnen de Europese doelstelling om een vermindering van 20% van de CO2 uitstoot tegen 2020 te halen. Interleuven neemt deel aan dit Europees project samen met enkele gemeenten uit de Leuvense regio. Doel van het project is het uittesten van nieuwe systemen voor publieke verlichting. De nieuwe systemen moeten energiezuiniger zijn maar moeten tegelijkertijd ook door de bevolking en gebruikers als beter worden ervaren. De mensen moeten zich even veilig voelen als voorheen en dus mogen de nieuwe installaties niet leiden tot meer ongevallen of meer criminaliteit.
4.3.3 ONDERZOEK KLEINE WINDTURBINES OP HET BEDRIJVENTERREIN – PROVINCIE VLAAMS-BRABANT
In opdracht van de Provincie Vlaams-Brabant is er een onderzoek lopende naar de haalbaarheid van kleine windmolens op het bedrijventerrein Nieuwland – Meetshoven. De Erasmushogeschool Brussel en de Vrije Universiteit Brussel werken samen met IWT7 aan duurzame ontwikkelingen. Één van de gezamenlijke projecten hieromtrent is het wetenschappelijk onderzoek naar microwindturbines. Op het Windplan Vlaanderen wordt het bedrijventerrein gezien als een geschikte locatie voor windturbines. Het Windplan Vlaanderen geeft echter enkel een indicatie van het potentieel van windenergie in Vlaanderen op een hoogte van 75,00 m. In dit plan wordt er rekening gehouden met ondermeer windaanbod, plaatsconfiguraties, landschappelijke inpassing, netinpassing, milieuvoorwaarden en vogelbeschermingsgebieden. De resultaten van het Windplan Vlaanderen kunnen echter niet rechtstreeks geëxtrapoleerd worden naar kleine windturbines die op veel lagere hoogtes worden gebruikt, mogelijks in bebouwde gebieden. Daarom worden in het kader van dit project windmetingen uitgevoerd op lagere hoogtes. De resultaten zijn nog niet gekend.
7
Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Techniek
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 63
4.3.4 DUURZAAM PARKMANAGEMENT Duurzaam bedrijventerreinmanagement – of kortweg ‘parkmanagement’ kunnen we omschrijven als de samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid met betrekking tot de kwaliteit van bedrijventerreinen, door het maken van afspraken tussen de belanghebbende partijen op het bedrijventerrein over de inrichting en/of het beheer van het bedrijventerrein. Het doel is het verkrijgen en op lange termijn behouden van een gewenst kwaliteitsniveau of duurzaamheidsniveau. De Provincie Vlaams-Brabant ondersteunt hierbij meerdere projecten waaronder ook het parkmanagement op het bedrijventerrein Nieuwland – Meetshoven te Aarschot. Een initiatief van Interleuven en VOKA. In de praktijk wordt het parkmanagement mede aangestuurd door de dienst economie van de Stad Aarschot. Voorbeelden van acties om een hogere kwaliteit te bereiken zijn:
Opwaarderen van de openbare ruimte Samenwerken aan mobiliteit (bewegwijzering, transporten combineren, …) Het samenwerken rond afval (ophaling samen organiseren, afval voorkomen, …) Het samenwerken aan energiebesparing, aankopen van groene stroom …
Parkmanagement kan men dus beschouwen als een manier om kwaliteit – in de ruimst mogelijke zin – op een bedrijventerrein te bereiken en te behouden.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 64
4.4 JURIDISCH-PLANOLOGISCH
4.4.1 GEWESTPLAN
De bedrijvenzone werd bestemd als industriegebied voor milieubelastende activiteiten volgens het gewestplan. Doorheen het gebied loopt een woongebied ter hoogte van de Betekomsesteenweg. Ook ter hoogte van de Betekomsesteenweg bevindt zich een kleine KMO-zone aan het kruispunt met de Nijverheidslaan. In het noorden grenst het industrieterrein aan natuurgebied, een kleine KMO-zone en woongebied. In het zuiden bevindt zich het Elzenhof in parkgebied. Aan de oostzijde grenst het industriegebied aan het station (zone voor openbaar nut) en het stadscentrum (woongebied). Ten westen van het industriegebied bevindt zich een agrarisch gebied met ecologische waarde en een landschappelijk waardevol agrarisch gebied.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 65
4.4.2 BPA’S / RUP’S
In en rond het centrum van Aarschot werden reeds een aantal RUP’s (en BPA’s) opgemaakt. Relevante RUP’s worden hieronder aangegeven. Het Gewestelijk RUP Fluxys Leidingenstraat is in opmaak: MER-procedure loopt. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Aarschot Dit RUP legt de grens van het kleinstedelijk gebied van Aarschot juridisch vast. Provinciaal RUP Stationsomgeving Dit RUP legt de ruimtelijke randvoorwaarden voor de ontwikkeling van de stationsomgeving juridisch vast. Gezien de potenties die de stationsomgeving, zeker in functie van een multimodale ontsluiting biedt, kunnen personeelsintensieve functies (kantoren en kleinschalige productiebedrijven) en woonfunctie hier een optimaal onderkomen vinden. Dit RUP voorziet eveneens in een 1ste fase uitbreiding bedrijventerrein Nieuwland.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 66
Gemeentelijk RUP Witte Molen Dit RUP is goedgekeurd door de Provincie en voorziet de ontwikkeling van ca. 8 ha KMO-zone ten noorden van het stadscentrum van Aarschot.
Gemeentelijk RUP Fribert Dit RUP is in opmaak. Het RUP herwerkt de grens van het bedrijventerrein ten noorden van de Ter Heidelaan tot een logischer geheel.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 67
4.4.3 VERKAVELINGEN
In het woongebied aan de Betekomsesteenweg bevinden zich enkele goedgekeurde woonverkavelingen. De meest westelijke verkaveling maakt het juridisch mogelijk om twee grote residentiële kavels te ontwikkelen achter de bebouwing van de Betekomsesteenweg. Hiermee wordt een oppervlakte aan industriegebied ingenomen. Lot 12 en lot 13 zijn gelegen in volwaardig industriegebied, volgens het gewestplan.
4.4.4 ROOILIJNPLANNEN
In het bedrijventerrein werden geen rooilijnen vastgesteld. De rooilijn van de gewestweg ligt op 21,00 of op 19,00 m uit de as van de weg.
4.4.5 EIGENDOMSTOESTAND
Het grootste deel is in eigendom van verschillende private eigenaars. Indien nodig, bijvoorbeeld in het kader van ontwerpend onderzoek, kan er voor bepaalde deelgebieden een kaart van de eigendomstoestand worden opgemaakt.
4.4.6 AKTEBEDING
Voor de delen van het bedrijventerrein die Interleuven in beheer heeft, zijn aktebedingen bij de verkoop van gronden van toepassing (roze gekleurde percelen). Deze zijn tegenstelbaar aan derden. De oorspronkelijke aktebedingen vloeien voort uit de wet op de economische expansie van 30 december 1970. Als ontwikkelaar en beheerder vermijdt Interleuven speculatie op de zone en kijkt erop toe dat er voldoende tewerkstelling gegarandeerd wordt, dat de juiste bedrijfsactiviteiten zich
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 68
vestigen en dat mistoestanden aangepakt worden. Een middel hiertoe is het uitoefenen van het terugkooprecht. Met het nieuwe decreet ruimtelijke economie werden deze aktebedingen geactualiseerd. Bij nieuwe verkopingen zal Interleuven deze nieuwe aktebedingen inlassen. Het grootste verschil tussen de oude en de nieuwe aktebedingen betreft de terugkoopwaarde van het gebouw. Door de toepassing van de nieuwe aktebedingen zal de meerwaarde op gronden terugvloeien naar Interleuven om speculatie tegen te gaan, en nieuwe ontwikkelingen en het beheer van haar zones te financieren.
4.4.7 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART
Het industrieterrein heeft, volgens de Biologische waarderingskaart weinig tot geen biologische waarde. De site van het Elzenhof en omgeving hebben wel een biologische waarde. Ook de gebieden ten noorden, ten westen en ten zuiden van het industrieterrein hebben een biologische waarde. De oevers van de Demer en enkele aangrenzende percelen alsook de ruimte rond de Grote Laak kunnen als biologisch waarde vol beschouwd worden. 4.4.8 VLAAMS ECOLOGISCH NETWERK
Het natuurgebied gelegen ten noorden van het industriegebied aan de Ter Heidelaan is onderdeel van de grote eenheid natuur (GEN). 4.4.9 WATERTOETS
In het Demerbekken zijn er doorheen de jaren meermaals overstromingen geweest. Op de overstromingskaarten is duidelijk te merken dat vooral het westelijk deel van het bedrijventerrein recent nog overstroomd is. De Demer heeft hier dan ook een brede winterbedding, en het terrein is ‘van nature overstroombaar’ vanuit de waterlopen. Dit was dan ook de reden om de voorziene westelijke uitbreiding van het bedrijventerrein te beperken. Een overzicht van de overstromingskaarten, en de bijhorende kaarten van de watertoets, geven een duidelijk beeld van de waterhuishouding in het studiegebied.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 69
Overstromingsgevoelige gebieden (2011)
Recent overstroomde gebieden (ROG)
Van nature overstroombare gebieden
Hellingenkaart
Waterlopen
Winterbedkaart Demer
Infiltratiegevoelige gebieden
Grondwaterstromingsgevoelige gebieden
Erosiegevoelige gebieden
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 70
4.4.10 ARCHEOLOGISCHE SITES
Op en in de onmiddellijke nabijheid van het bedrijventerrein zijn er in de CAI (Centrale Archeologische Inventaris) een aantal belangrijke archeologische zones afgebakend. Sinds 1993 beschermt Vlaanderen waardevolle archeologische zones. Er wordt op toegezien dat er met de nodige zorg wordt omgesprongen met het beschermde en waardevoller archeologisch erfgoed. Bij de verdere visievorming zal er dan ook rekening moeten gehouden worden met het aanwezige archeologische erfgoed.
4.4.11 GROND- EN BODEMONDERZOEK
De naastliggende overzichtskaart van OVAM geeft een duidelijk beeld van bodemonderzoeken en saneringen die op het terrein al uitgevoerd of lopende zijn. Op verschillende bedrijfspercelen is er reeds een oriënterend bodemonderzoek gebeurd. Het oriënterend bodemonderzoek is een eerste, verkennend bodemonderzoek dat nagaat welke plaatsen van het terrein de grootste kans lopen op bodemverontreiniging. Op basis van deze gegevens worden een aantal bodemmonsters genomen en geanalyseerd. De resultaten van dit onderzoek worden geïnterpreteerd en er volgt een uitspraak over de noodzaak tot verder bodemonderzoek of zelfs tot bodemsanering. Verder bodemonderzoek wordt een beschrijvend bodemonderzoek genoemd. Op het bedrijventerrein zijn slechts enkele terreinen onderworpen aan een dergelijk onderzoek. Op het terrein zijn wel al tal van bodemsaneringsprojecten opgestart, lopende of zelfs afgerond. Voor een aantal terreinen is er zelfs al een eindverklaring.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 71
4.4.12 ATLAS DER BUURTWEGEN
Door het projectgebied lopen nog verschillende buurt- en voetwegen. Doorheen de jaren zijn er een aantal, gedeeltelijk of volledig, herlegd en/of afgeschaft. De onderstaande kaart is een uitsnede uit de oorspronkelijke atlas der buurtwegen.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 72
4.5 ORGANISATORISCH In het terrein zijn momenteel reeds een aantal actoren aanwezig met elk hun eigen grote of minder grote rol. Inzicht in de werking is essentieel/cruciaal om een herontwikkeling op te starten. 4.5.1 DE STAD AARSCHOT
Het industrieterrein bevindt zich op het grondgebied van de stad Aarschot. De stad is aanspreekpunt voor de verschillende bedrijven. Ze keurt aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen goed. De stad is bevoegd voor de lokale economie op haar grondgebied. Het beheer van het openbaar domein valt onder de bevoegdheid van de stad. De stad Aarschot is partner in het project Kop van Nieuwland. 4.5.2 INTERLEUVEN
Sinds haar oprichting werkt Interleuven aan de economische ontwikkeling van de regio. Sedert 1965 werden meer dan 500ha bedrijventerrein en ambachtelijke zones aangelegd. In Aarschot werd de bedrijvenzone Nieuwland (94,7ha) door Interleuven aangelegd. De aanleg van de ‘Beperkte Uitbreiding Nieuwland’ wordt door Interleuven aangestuurd. Als publieke actor streeft Interleuven een verdere economische ontwikkeling na. Er worden steeds nieuwe accenten gelegd en toegevoegd bij de ontwikkeling en het beheer zodat duurzame bedrijventerreinen in een kwaliteitsvolle omgeving kunnen ontwikkeld worden. Het BLISS- en Eco2profitproject, het nemen en analyseren van thermografische luchtfoto’s en luminantiekaarten, het voeren van een onderzoek naar een noodzakelijke kinderopvang enzomeer zijn hiervan voorbeelden. Interleuven is gekend bij de Aarschotse bedrijfswereld en onderhoudt haar rechtstreekse contacten.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 73
4.5.3 VOKA VOKA vervult de rol van parkmanager en dit voor verschillende bedrijventerreinen in Vlaams-Brabant. Deze rol kadert in een subsidieproject vanuit de Provincie Vlaams-Brabant. Niet alle bedrijven zijn aangesloten bij het parkmanagement, maar er wordt aan gewerkt om zoveel mogelijk bedrijven hierbij te betrekken. Volgende items zijn er nu in opgenomen:
Beveiliging …
Op het vlak van communicatie wordt er per regio een maandblad en een nieuwsbrief verdeeld. Daarnaast werkt VOKA ook met een nieuwsflash (e-mail), en dit per bedrijvenzone. Jaarlijks vinden er per bedrijventerrein 2 vergaderingen ‘bedrijventerreinmanagement’ plaats. Bedrijventerreinmanagement wordt georganiseerd in samenwerking met Interleuven en de Stad Aarschot. 4.5.4 POM VLAAMS-BRABANT
De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij creëert in de provincie Vlaams-Brabant een vestigingsaanbod voor bedrijven (aanleg van nieuwe regionale bedrijventerreinen en herontwikkeling van verouderde bedrijventerreinen en partner in bedrijvencentra) en voert strategische economische projecten (START, Flanders Smart Hub, Logistiek Platform Vlaams-Brabant, …) en ruimtelijk economische projecten (activering onbenutte bedrijventerreinen in Vlaams-Brabant, parkmanagement, procesbegeleiding) uit. De POM is partner in het project Kop van Nieuwland.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 74
4.5.5 PROVINCIE VLAAMS-BRABANT
De dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit van de Provincie startte dit project op in functie van de herontwikkeling van de bedrijventerreinen Nieuwland en Meetshoven. Momenteel wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheid voor het plaatsen van kleine windmolens op het bedrijventerrein. 4.5.6
BEWONERS
Centraal in het industrieterrein bevinden zich in woongebied volgens het gewestplan een aantal woningen (Betekomsesteenweg). Dit is ook zo aan de oostzijde (Spoorwegstraat) en ten noorden van het industrieterrein (woningen rond de Kleine Mechelsebaan). De meeste van de mensen die er wonen hebben, buiten het feit dat ze daar wonen, geen relatie met het bedrijventerrein. Zij zijn vooral bekommerd om de woonkwaliteit. 4.5.7
BEDRIJVEN
De aanwezige bedrijven moeten als een belangrijke actor mee beschouwd worden bij de herontwikkeling van het bedrijventerrein. Het gaat zowel om eigenaars als huurders en zowel kleine zelfstandigen als grote (internationale) ondernemingen. De meeste bedrijven zijn zich bewust van de meerwaarde van een kwaliteitsvol bedrijventerreinen. Ze staan open voor vernieuwing en samenwerking om gemeenschappelijke doelen te bereiken. Ze zien ook graten in parkmanagement als ondersteuning van hun core business.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 75
4.5.8 INITIATIEVEN VOOR SAMENWERKING TUSSEN BEDRIJVEN EN ANDERE PARTIJEN
Er werden reeds gezamenlijke initiatieven genomen i.v.m.:
bewaking, maar momenteel zijn er nog maar 5 bedrijven aangesloten waardoor het financieel voordeel verdwenen is. bewegwijzering, maar bedrijven laten nog steeds weten dat veel toeleveranciers heel wat zoekwerk moeten verrichten om hun bestemming te bereiken. De afstemming tussen de havennummering en huisnummers en de ingave hiervan in het GPS-systeem staat nog niet volledig op punt. onderzoek naar noodzakelijke voorzieningen (bvb Kinderopvang) (VOKA en Interleuven) …
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 76
INTERMEZZO Om beter inzicht te krijgen in het functioneren van het terrein, maar ook om een stevig en coherent draagvlak te creëren, werden er twee workshops georganiseerd en een studiereis. De verslagen van de workshops zijn terug te vinden in de bijlage van de voorliggende analysenota, alsook op de website Bedrijvig Aarschot. Op de website kan het ganse traject opgevolgd worden, zowel door bewoners als bedrijfsleiders, maar ook door andere betrokken actoren of geïnteresseerden.
23 april 2013 _ lancering website www.vlaamsbrabant.be/BedrijvigAarschot 25 april 2013 _ workshop met de bewoners Na een korte toelichting over het project worden de mensen in drie groepjes verdeeld om te spreken over diverse aspecten m.b.t. wonen op of in de onmiddellijke omgeving van het bedrijventerrein. De groepjes werden opgedeeld op basis van deelgebieden op het terrein, namelijk: het woonlint Betekomsesteenweg, de woningen gelegen langsheen de Spoorwegstraat, Demerstraat en Kleine Mechelse Baan. Een laatste groep vertegenwoordigde de conciërgewoningen en het wonen op het bedrijventerrein. Tijdens de workshop werd er ingegaan op het huidig functioneren. Later volgt een workshop m.b.t. visievorming. 03 mei 2013 _ ontbijtmeeting met de bedrijven Op de ontbijtmeeting waren een 60-tal aanwezigen: bedrijfsleiders en leden van de projectgroep (POM, Interleuven, Provincie Vlaams-Brabant, Stad Aarschot en VOKA). Na een korte toelichting wordt de groep opgesplitst in 5 kleinere groepjes. Ieder groepje kan zijn licht werpen op 2 van de 5 thema’s: o Thema 1: Uitstraling en Profilering o Thema 2: Samenwerking bedrijven – Parkmanagement o Thema 3: Ontsluiting en Bereikbaarheid o Thema 4: Optimalisatie en Technische uitrusting o Thema 5: Hedendaagse ontwikkeling In een latere fase zullen de bedrijven opnieuw uitgenodigd worden om concreet over een toekomstvisie te spreken. 21 juni 2013 _ studiereis Noord-Brabant Er werden drie bedrijventerreinen bezocht onder begeleiding van de BOM.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 77
Zou je hier willen blijven wonen? Waarom?
Waarom woon je hier? Is het hier aangenaam wonen? Waarom?
Verplaatsingen naar het centrum of naar de regio via het bedrijventerrein of net niet?
Hoe ga je naar het centrum van Aarschot?
Route, vervoerswijze, bereikbaarheid Heeft Aarschot een goede ligging in de regio?
Met welke vervoersmodi?
Worden er tussen de woningen bedrijven opgericht? Is dit aanvaardbaar?
Worden er elementen/aspecten als hinderlijk ervaren? Zijn er elementen die verbeterd moeten/kunnen worden? Welke?
Verkeer, lawaai, zichten, geur, …
Waaraan doet de naam Nieuwland je denken? Waaraan doet de naam Meetshoven je denken? Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 78
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 79
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 80
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 81
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 82
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 83
De dienst Ruimtelijke Ordening Provincie Vlaams-Brabant organiseerde een werkbezoek aan 3 bedrijventerreinen in Nederland. In de Nederlandse provincie Noord-Brabant zijn gelijkaardige projecten reeds vele jaren lopende en er werden ook al mooie resultaten geboekt. De 3 terreinen kamp(t)en met vergelijkbare verouderingsverschijnselen, een weinig aantrekkelijk publiek domein en weinig samenwerking tussen de bedrijven onderling en de overheden. Deze 3 terreinen werden bezocht onder begeleiding van de BOM, de Brabantse OntwikkelingsMaatschappij.:
Bedrijventerrein ‘De Krogten’ in Breda De terreinen ‘Loven’ in Tilburg ‘De Run’ in Veldhoven bij Eindhoven
Enkele cruciale bouwstenen die de Nederlanders als tip meegaven voor een succesvol optimalisatietraject:
Er is nood aan een langdurig procesmanagement De bedrijven ondertekenen samen met de betrokken overheden een masterplan Het is een proces van vallen en opstaan Er is nood aan parkmanagement Kwaliteiten aangrijpen en niet alleen focussen op knelpunten De visie en het masterplan moeten ingebed worden in een regionaal-economische visie.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 84
5. SWOT Bij het uitwerken van deze SWOT worden de algemene doelstellingen met name de herontwikkeling van dit bedrijventerrein in het achterhoofd gehouden. De sterkten en zwakten, kansen en bedreigingen worden aangehaald met het oog op de algemene doelstellingen.
5.1
STERKTEN – ZWAKTEN
De sterkten en zwakten geven aan welke interne aspecten van belang zijn om rekening mee te houden bij de herontwikkeling van het bedrijventerrein. 5.1.1 STERKTEN
Uitstekende ligging in de regio
Zeer goede ontsluiting (auto – vrachtwagen – spoor). De bereikbaarheid vanuit en naar de ruime regio is zeer vlot. Ligging vlakbij het stadscentrum van Aarschot – het vormt als het ware een onderdeel van de stad (stadsdeel). Bedrijven maken regelmatig gebruik van het stadscentrum (horeca, …)
Eenvoudige basisstructuur
De basisstructuur voor het bedrijventerrein is aanwezig. o interne ontsluitingsstructuur via kamstructuur (duidelijke en leesbare basisstructuur), o het station/spoorweg / de stationsomgeving centraal in de ‘stad’; als overgangszone tussen wonen en werken. Het spoor scheidt en de stationsomgeving verbindt de twee stadsdelen. o Centrale ligging randparking station. o het Elzenhof, o de stad, o De Demer en andere waterstructuren, .…)
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 85
Aanwezigheid van fietsbrug en spoorwegonderdoorgangen voor fietsers en voetgangers, maakt de relatie tussen de stad en het bedrijventerrein voor voetgangers en fietsers mogelijk, ondanks de spoorweg als fysieke barrière.
Er is nog ruimte op het bestaande bedrijventerrein voor huisvesting van bedrijven:
Er bevinden zich nog enkele niet bebouwde percelen Een aantal bedrijfsgebouwen zijn niet meer in gebruik Sommige bedrijfspercelen worden niet volledig gebruikt
Interesse van verschillende partijen in verbetering van het bedrijventerrein
Bedrijven zijn geïnteresseerd in wat er op “hun” terrein gebeurt. Kruispunten op de Ter Heidelaan werden recent ingericht met een belangrijke verbetering van de verkeersveiligheid tot gevolg. De kwaliteit van het water van de Demer is de laatste jaren sterk verbeterd. Via het BLISS-project wordt bestaande verlichting vervangen door duurzame verlichting. …
5.1.2 ZWAKTEN
Geen identiteit – uitstraling – herkenbaarheid - dynamiek
Verouderd bedrijventerrein (openbaar domein – uitstraling - …) Het bedrijventerrein heeft geen uitstraling - geen identiteit – is niet herkenbaar Er is weinig contact tussen bedrijven onderling. Bedrijven kennen elkaar niet. Sommige bedrijfshallen staan reeds lange tijd leeg. Er is dringend nood aan dynamiek (bedrijven werken als eilandjes naast elkaar) Het kruispunt van de Betekomsesteenweg met de Nieuwlandlaan is gevaarlijk De kamstructuur, weliswaar aanwezig, is niet herkenbaar. Inrichting van het openbaar domein ontbreekt.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 86
Versnipperd beheer en gebrek aan visie op totaalontwikkeling
Door de gewestplanbestemming worden enkel grote bedrijven toegestaan. Er is momenteel echter veel meer behoefte aan kleinere KMO-units. Het gaat dan om flexibele units van een kleinere schaal. Het gevolg is veel leegstand en een negatieve uitstraling van het bedrijventerrein Opdeling van bedrijfsgebouwen wordt quasi niet toegelaten (op de Betekomsesteenweg wel). Er werden reeds een aantal bedrijfsgebouwen opgedeeld. Dit leidt tot onzekerheid voor bedrijven/investeerders. Ligging van woningen tussen de bedrijven. Mogelijke hinder. De ligging van bestemde industriegronden naast woongebieden geeft onzekerheid aan bewoners. Elk moment kan er een hinderend bedrijf zich vestigen naast bestaande woningen. Ontsluiting van 4 bedrijven via de Demerstraat. Het betreft een achterontsluiting. Dit maakt dat de bedrijven zeer moeilijk te vinden zijn voor klanten, leveranciers, … . Bovendien heeft dit een negatieve impact op de kwalitatieve beleving van de Demer. Ontsluiting van een 4-tal bedrijven via de Betekomsesteenweg. De bedrijven zijn nagenoeg onvindbaar voor klanten, leveranciers, … . Deze bedrijven lijken geen deel uit te maken van het bedrijventerrein. Geen relatie van het Elzenhof naar het bedrijventerrein, ook al grenzen ze aan elkaar. Het bedrijventerrein is geen geheel, het is fragmentair ontwikkeld. Er bestaat geen totaalvisie voor het hele bedrijventerrein. Stedenbouwkundige vergunningen kunnen niet in een totaalvisie afgewogen worden, waardoor opportuniteiten voor verbetering onbewust verloren gaan. Door de anonieme inrichting zijn bedrijven soms onvindbaar, nochtans is de kamstructuur waarrond het bedrijventerrein is opgebouwd zeer eenvoudig. Het beheer op het bedrijventerrein is versnipperd: Interleuven beheert slechts een deel, namelijk Nieuwland. Bedrijven ervaren verschillen tussen de verschillende delen van het bedrijventerrein. Er is geen eenheid in beheer, verkoopvoorwaarden, …
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 87
Er wordt niet altijd teruggekoppeld met Interleuven wanneer bedrijfsinfrastructuren verhuurd worden aan andere bedrijven. Interleuven heeft bijgevolg niet overal zicht op welke bedrijven/activiteiten zich waar gevestigd hebben.
Het ruimtegebruik is niet optimaal
Een aantal bedrijven heeft te weinig plaats op hun eigen perceel. De stedenbouwkundige voorschriften (aktebeding Interleuven) voorzien veel niet-bebouwbare ruimte aan de voorzijde van het bedrijfsperceel. Veel ruimteverspilling – geen duurzaam ruimtegebruik. Er is nood aan een parking voor vrachtwagens (ca. 10 – 12 vrachtwagens, zodat deze vrachtwagens niet ergens op privédomein of langs de openbare weg moeten overnachten). Stalling van vrachtwagens langs de openbare weg, bij gebrek aan ruimte op het bedrijfsperceel. Toekomst gronden Ready Beton? TOP of uitbreiding Carlens? Hierover is onduidelijkheid. Visie Interleuven? Wie bepaalt welke activiteiten waar terecht kunnen op het terrein? Bedrijven als B-construct: hoe hiermee omgaan? Sommige conciërgewoningen nemen zeer grote percelen in. In het industriegebied zijn een aantal woonverkavelingen goedgekeurd (ten zuiden van de Betekomsesteenweg). Deze kunnen bijgevolg niet meer gebruikt worden voor bedrijvigheid.
De plaats van zwakke weggebruikers in het bedrijventerrein (fietsen en wandelen)
Op het terrein is er een zeer beperkt aanbod aan openbaar vervoer (bus), hoewel het gelegen is aan het station van Aarschot De spoorweg blijft een barrière tussen de stad en het bedrijventerrein. Ter hoogte van de Demer is een over-of onderdoorgang van het spoor zeer moeilijk. Fietsen en wandelen op het bedrijventerrein is gevaarlijk: geen aangepaste infrastructuur + minder goede relaties met omliggende infrastructuren (bvb. het station, het Elzenhof, …)
Technische uitrusting
Slechte staat van de Betekomsesteenweg: zowel wegdek als fietspaden
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 88
5.2
Er is geen gescheiden rioleringsstelsel aanwezig (behalve in de Nijverheidslaan). Bedrijven hebben in veel gevallen nog geen gescheiden waterafvoer. Aanliggende fietspaden in de Nieuwlandlaan. De aanwezigheid van veel vrachtverkeer maakt fietsen en wandelen hier niet aangenaam en zelfs onveilig. Telefoon en internet is bij sommige bedrijven zeer moeilijk Tekort aan elektriciteit op piekmomenten Bewegwijzering – er is veel zoekverkeer. Veel bedrijven hebben geen officieel huisnummer. Dit geeft ook problemen met B-post. Er is weinig oog voor het dagdagelijks beheer van het terrein (bvb. borstelen van wegen/fietspaden, aanleg en onderhoud buffers, ….) Infiltratie van regenwater in de grond is niet mogelijk omwille van de hoge grondwaterstand.
KANSEN – BEDREIGINGEN
Kansen en bedreigingen zijn aspecten die van buiten uit een positieve of negatieve invloed zouden kunnen hebben op de herontwikkeling van het bedrijventerrein. 5.2.1 KANSEN
De wil om dit terrein te herontwikkelen naar een hedendaags bedrijventerrein (verschillende actoren zijn bereid hun steentje bij te dragen)
Goede verstandhouding tussen bewoners en bedrijven Subsidiemogelijkheden: bijvoorbeeld. i.f.v. van herinrichting openbaar domein (decreet ruimtelijke economie) Bedrijven zijn bereid om mee te werken aan een positieve uitstraling van het bedrijventerrein De aanwezige bedrijven zijn in grote mate overtuigd van de meerwaarde van een parkmanagement (het kan een motor zijn voor meer dynamiek, het kan leiden tot een verbetering van de uitstraling en de kwaliteit, het bevordert het netwerk tussen bedrijven en kan resulteren in prijsvoordelen)
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 89
Het project Kop van Nieuwland als katalysator van vernieuwing
De parking Kop van Nieuwland wordt binnenkort aangelegd. De relatie met het Elzenhof wordt dan ook verbeterd. Marktbevraging voor Kop van Nieuwland kan inzichten geven voor het hele bedrijventerrein. Vanaf 2014 wordt het sloopdossier ingediend voor het slopen van de gebouwen (Kop van Nieuwland)
Er zijn reeds structuren aanwezig in het gebied die het bedrijventerrein ruimtelijk kunnen structureren, herkenbaar kunnen maken en een identiteit kunnen geven.
De kamstructuur (wegenis) Het station en het project Kop van Nieuwland Recreatieve functie voor het Elzenhof i.k.v. uitbouw van de stad Inrichting van de Demervallei (oevers – paden - …) De Demer wordt ook voor recreatieve doeleinden gebruikt: kajak, … Er kunnen relaties gelegd worden met omliggende functies (Elzenhof, station, Demer, …) Delen die momenteel niet gebruikt worden door leegstand kunnen ingezet worden in een nieuwe ontwikkeling door het toepassen van een doorgedreven grondbeleid.
Mogelijkheden voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein als westelijk stadsdeel
Het Elzenhof is een groene long, dicht tegen het bedrijventerrein gelegen. Deze groene long heeft ontwikkelingsmogelijkheden om een nog betere rol te spelen als onderdeel van zowel de stad als van het bedrijventerrein. Integratie Demervallei als bindend element tussen het bedrijventerrein en de stad.
Stapsgewijze aanpak voor verbetering mogelijk Er kunnen reeds een aantal acties op korte termijn uitgevoerd worden om enkele pertinente vragen/problemen van bedrijven te kunnen opvangen.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 90
Verbetering lokalisatie van bedrijven voor leveranciers zonder grote wijzigingen aan de bestaande structuur. Netwerking tussen bedrijven op gang brengen – welke bedrijven situeren zich op het terrein? Communicatie i.v.m. geplande ontwikkelingen
Mogelijkheden voor meer gebruik van openbaar vervoer Bedrijven zijn ervan overtuigd dat meer werknemers met de trein/openbaar vervoer komen werken als er betere fiets- en voetpaden / voor-en natransport aanwezig zijn. Ontwikkelingen in de regio kunnen een positieve invloed hebben op het bedrijventerrein in Aarschot Het aantrekken van spin-off’s, bedrijven die onderzoekswerk verrichten, … vanuit Leuven. Regionale initiatieven kunnen een positieve invloed hebben op het bedrijventerrein van Aarschot: Binnen het vrachtroutenetwerk wordt een bewegwijzering op regionaal niveau uitgewerkt, om de bereikbaarheid van bedrijventerreinen te verbeteren.
5.2.2 BEDREIGINGEN
Langdurige leegstand en braakliggende percelen en minder optimaal gebruik van terreinen Er is nog beschikbare ruimte op het bedrijventerrein en dat is positief. Het feit dat deze niet ingevuld wordt, is een bedreiging. Langdurige leegstand werkt immers verloedering en vandalisme in de hand en komt niet ten goede aan het algemeen uitzicht van het bedrijventerrein. Bovendien gaat er beschikbare ruimte verloren.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 91
Leegstand en minder optimaal gebruik van percelen wordt o.a. veroorzaakt:
door onzekerheid wat betreft exploitatie en de mogelijkheid tot opdelen van grote bedrijfsgebouwen in kleinere KMO-units. Onduidelijk beleid op het bedrijventerrein. Bedrijven geven aan dat het niet duidelijk is wanneer het terugkooprecht via aktebeding en bijhorende voorwaarden toegepast wordt, … Uit gesprekken, veldwerk en ook tijdens de ontbijtmeeting werd aangegeven dat de onduidelijkheid hierover een bron is van ongenoegen en als een belangrijk knelpunt wordt ervaren. Een aantal bedrijven geven aan nog even verder te blijven werken (hoewel ze reeds pensioengerechtigd zijn), maar dan aan een lager tempo. Zij weten echter dat het voor de economie interessanter zou zijn, indien hun bedrijf door jonge en dynamieke mensen zou overgenomen worden.
Communicatie Bedrijven ervaren weinig gestroomlijnde communicatie. Wat gebeurt er op het bedrijventerrein en in de omgeving ervan?
Ontwikkelingen aan het station, … Herinrichting Ter Heidelaan (+ onduidelijkheid over bestaan van plannen) Afsluiten van de Betekomsesteenweg
Bedrijven communiceren onderling amper met elkaar.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 92
Er is wantrouwen/ gelatenheid op het bedrijventerrein Uit gesprekken met bedrijven blijkt dat er nogal wat wantrouwen is i.v.m. ontwikkelingen op het bedrijventerrein. Er gebeurt niets. Verder is er langdurige leegstand op het terrein waar blijkbaar niets aan gedaan wordt. Een goede communicatie hierover is belangrijk. Bedrijven reageren slechts sporadisch op bevragingen, ook al komt het hen ten goede. (bvb. bevraging glasvezelkabel, …) Vinden van middelen voor herontwikkeling Er zijn verschillende subsidiekanalen voor het realiseren van bepaalde aspecten van een bedrijventerrein. Het is belangrijk om hier op tijd en op de juiste wijze op in te gaan, om ze niet te mislopen.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 93
6. BESLUIT Na een grondige analyse van het bedrijventerrein op de diverse vlakken kan geconcludeerd worden dat er nood is aan een degelijke totaalvisie voor de herontwikkeling van het bedrijventerrein als stadsdeel. Dit zal op korte termijn opgestart moeten worden. Hieraan kunnen alle andere acties opgehangen worden. De totaalvisie zal als basis functioneren voor de toekomstige ontwikkeling. Tegelijkertijd zal onderzocht moeten worden op welke wijze langdurige leegstaande gebouwen en braakliggende gronden terug geactiveerd kunnen worden. Bovendien is het vinden van voldoende middelen een belangrijk element voor de realisatie van de herontwikkeling van het gebied. Naast deze acties is het van cruciaal belang dat de verschillende betrokken partijen op één lijn zitten en dat er terug vertrouwen komt in de partijen onderling (beheerders – bedrijven), zodat op korte en lange termijn vanuit een solide basis kan samengewerkt worden. We detecteren ook een aantal acute knelpunten waar op eenvoudige wijze een oplossing voor kan geboden worden. Door hier snel actie te ondernemen wordt vertrouwen gegeven aan de bedrijven en ondernemers en zal het waarschijnlijk eenvoudiger zijn om hen te betrekken bij het proces van herontwikkeling.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 94
6.1
LANGE TERMIJNVISIE
Uitwerken van een totaalvisie op het bedrijventerrein en omgeving. Vanuit een gedragen ruimtelijke totaalontwikkeling kan het terrein (eventueel gefaseerd) herontwikkeld worden, zowel in het openbaar als het privaat domein. Het is belangrijk om een totaalvisie te ontwikkelen voor het bedrijventerrein. Via ontwerpend onderzoek kunnen concrete en haalbare inrichtingsvoorstellen gedaan worden en na te streven kwaliteiten gedetecteerd worden. Dit zal het toetskader vormen voor verdere ontwikkeling. Deze totaalvisie als basis, zal de identiteit – herkenbaarheid – leesbaarheid – duidelijkheid in ontwikkelingskeuze ten goede komen en inzichten geven in mogelijke ontsluitingen van zwakke weggebruikers – ruimtegebruik - …. Op basis van deze totaalvisie kunnen acties uitgezet worden voor alle noodzakelijke aspecten en met alle noodzakelijke actoren en partners. Onderzoek naar opnieuw activeren van langdurig leegstaande gebouwen. Er wordt dan vooral gedacht aan de leegstaande hallen ten zuiden van de Nieuwlandlaan. Dit gebied heeft heel wat mogelijkheden voor ontwikkeling en zou, samen met de ontwikkeling van de Kop van Nieuwland, als hefboom kunnen functioneren voor heel het bedrijventerrein. Zoeken naar middelen om de herontwikkeling te realiseren – openbaar domein Een belangrijke actie is de herinrichting van het openbaar domein. Gezien de staat en de ouderdom van de weg en riolering, zullen hier heel wat middelen voor moeten vrijgemaakt worden. De Vlaamse Overheid zal – in uitvoering van het decreet ruimtelijke economie – een belangrijk deel voor haar rekening nemen (zowel voor de realisatie van de herontwikkeling als voor het beheer achteraf). Voor het overige deel zullen middelen gezocht moeten worden bij de verschillende partijen die bij deze herontwikkeling betrokken zijn.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 95
Communicatie en vertrouwen tussen bedrijven en beheerders verbeteren Bij een herontwikkeling van een bedrijventerrein zijn er reeds bedrijven en beheerders in het gebied aanwezig. Een herontwikkeling van een bedrijventerrein gaat niet enkel over de herinrichting van het openbaar domein en het wijzigen van stedenbouwkundige voorschriften. Bij een herontwikkeling is een samenwerking tussen bestaande bedrijven onderling en met de beheerders van cruciaal belang voor het slagen van de herontwikkeling en de kwaliteit van het bedrijventerrein naar de toekomst.
Volgende aspecten zullen minstens aan bod komen in de uitwerking van het hedendaags bedrijventerrein:
Profilering van het bedrijventerrein vanuit een regionale visie o o
Profilering vanuit een gedragen visie op de regio, alsook een verdere uitwerking van een regionale visie (Quadripool, …) Onderzoek tot noodzaak van aanduiding specifieke activiteiten waar het bedrijventerrein zich op zal richten.
Onderzoek naar mogelijkheden om (delen van) het terrein flexibel te ontwikkelen Rekening houdend met ruimtelijke, juridische en beheersaspecten
Onderzoek naar noodzakelijke technische uitrusting i.f.v. de hedendaagse herontwikkeling (inrichting openbaar domein, IT, smart grid, duurzame energie(windmolens, zonne-energie, warmtekrachtkoppeling, biomassa, hemelwaterbuffering, …) Technisch ontwerp
Organisatie en beheer Welke elementen vragen een extra organisatie? Welke aspecten worden best gemeenschappelijk georganiseerd? Het kan zowel om ruimtelijke als niet-ruimtelijke aspecten gaan. Hoe krijgt het beheer van het terrein vorm? Hoe kan ervoor gezorgd worden dat zowel het openbaar als privaat domein op punt staat? En dat er in de toekomst op kan ingegrepen worden, indien nodig? Onderzoek naar mogelijke samenwerkingsvormen en nagaan wie dit best organiseert.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 96
6.2
ACTIES OP KORTE TERMIJN
Onderzoek naar mogelijke oplossingen op korte termijn i.f.v. allerlei acute problemen i.f.v. localisatie van bedrijven (er wordt voorgesteld om een standaardfiche op te maken waar elk bedrijf op aangeduid staat). Dit is misschien een kleine actie en enkel zinvol op korte termijn, maar wel zinvol in afwachting van de herontwikkeling van het gebied. Netwerken tussen bedrijven verbeteren Onderzoek oplossing voor ontsluiting bedrijven gelegen aan de Demerstraat Ruimtevraag Pieter Smit Ruimtevraag Facq, … … Algemene communicatie Communiceren met bedrijven over geplande en lopende ontwikkelingen.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 97
BIJLAGEN Verslag workshop bewoners Verslag ontbijtmeeting met bedrijven
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 98
Dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit – Provincie Vlaams-Brabant
Vanuit de Betekomsesteenweg is het centrum van Aarschot vlot te bereiken, zowel per auto, per fiets of te voet. Met de auto wordt de brug over de sporen gebruikt. Dit is de kortste verbinding. Met de fiets kan je aan de Spoorwegstraat onder de sporen door. Te voet kan je via de tunnel aan het station naar het centrum. De nieuwe fietsbrug wordt momenteel amper tot niet gebruikt,
Een aantal woningen langsheen de Betekomsesteenweg waren er reeds voor het bedrijventerrein ten zuiden van de Demer werd aangelegd. Geleidelijk aan werden, op enkele percelen na, alle bouwkavels bebouwd. De twee zijden van de Betekomsesteenweg zijn totaal verschillend. De noordzijde bestaat uit een aantal woningen waartussen eerder minder storende, maar diverse bedrijfsactiviteiten gevestigd zijn. De zuidzijde bestaat in grote mate uit woningen. Op enkele plaatsen vestigde zich een bedrijf; vnl. op de voormalige slachthuissite. Het is aangenaam wonen in de Betekomsesteenweg, maar de drukte steeg sinds de aanleg van het bedrijventerrein, zowel naar geluid als verkeer. Het verkeer nam de laatste jaren terug af na een ingreep op de aansluiting op de Ter Heidelaan, waardoor de Betekomsesteenweg niet meer interessant was als sluiproute. De Betekomsesteenweg is een belangrijke route voor schoolgaande jeugd. Dagelijks fietsen hier een groot aantal kinderen/jonge mensen van en naar school. Er wordt aan gedacht om de Betekomsesteenweg helemaal af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer, maar er moet dan wel een degelijk keerpunt voor vrachtwagens worden ingericht. Anderzijds zou de inrichting van de bocht (dicht bij de Ter Heidelaan) ook al een veilige verbetering zijn. Wonen tussen bedrijven is mogelijk, maar enkel wanneer de activiteiten niet storend zijn (kleinschalig, weinig verkeer, geluid, geur, … veroorzaken). Bewoners mogen niet vergeten worden! Bedrijven houden zich echter niet altijd aan de regels: opstoken van rommel (momenteel opgelost), zware geurhinder ondanks milieuwetgeving, … Bvb. het parkeren van vrachtwagens, stallen van containers, … op niet gebruikte parkeerplaatsen van bedrijven is zeer storend wanneer er dichtbij mensen wonen. De paarse zone volgens het gewestplan grenst echter op verschillende plaatsen aan het woongebied. Bovendien is er veel zoekverkeer op het bedrijventerrein en in de straten errond. De bewegwijzering voldoet blijkbaar niet.
Bewoners van de Betekomsesteenweg:
Verslag van de workshop
De Provincie Vlaams-Brabant werkt aan de herontwikkeling van de bedrijventerreinen in Aarschot. Zij voert momenteel een onderzoek uit naar herontwikkelingsmogelijkheden voor de bedrijventerreinen aan de Nieuwlandlaan, Nijverheidslaan en Ter Heidelaan. Voor de uitwerking van dit project is het belangrijk om onder andere met de concreet betrokken partijen die aanwezig zijn in het gebied te spreken. Op die manier kan specifieke, maar heel waardevolle informatie (knelpunten en mogelijkheden) in kaart gebracht worden. Op donderdagavond 25 april ging in de Raadszaal van het Stadhuis van Aarschot de workshop voor bewoners door. Er waren een 15-tal aanwezigen. Schepen Mattias Paglialunga verwelkomde iedereen, Daan Demey (Provincie Vlaams-Brabant) en Marthe Moris (CREOSUM) gaven een korte toelichting over het project. Daarna werd er in 3 groepjes gesproken over diverse aspecten m.b.t. wonen op of in de buurt van een bedrijventerrein. Er werd vooral ingegaan op het huidig functioneren. In een latere fase zal er gesproken worden over de toekomstvisie.
Herontwikkeling van bedrijventerreinen in Aarschot
Workshop met bewoners op 25 april 2013
Dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit – Provincie Vlaams-Brabant
Het is duidelijk dat mensen hier komen wonen omwille van de goede ligging, zowel ten aanzien van het centrum als het ruimere ommeland. Ondanks de uitstekende ligging nabij het centrum gebruiken de bewoners meestal de auto als ze naar het centrum van Aarschot gaan. Met de auto wordt er gebruik gemaakt van de ring (R25) om zo naar de grote parking ‘Demervallei’ te rijden. Indien men zich toch met de fiets naar het centrum beweegt gebeurt dit meestal via de onderdoorgang onder het spoor. In beide gevallen komen de bewoners niet op het bedrijventerrein. Door het nieuwe circulatieplan wordt de bereikbaarheid van het centrum als ‘moeilijker’ ervaren. Hinder vanuit het bedrijventerrein t.a.v. de omwonenden is eerder beperkt. In het verleden zijn er klachten geweest vanuit de Eekhoornstraat, Spoorwegstraat, … (bv geluidshinder; lawaai door nachtpost (duracell), stofhinder (holcim), …). Doch, indien problemen zich voordoen worden deze vrijwel steeds opgelost in onderling overleg tussen bedrijf en omwonenden. Op het bedrijventerrein zelf zijn er zeker elementen die verbeterd moeten worden. Zo zou het openbaar domein dringend heringericht en heraangelegd mogen worden: de Spoorwegstraat is bijvoorbeeld nog steeds een kasseiweg, de Betekomsesteenweg wordt nagenoeg niet gebruikt en de As van het bedrijventerrein (Nieuwlandlaan – Nijverheidslaan) is niet veilig en heeft geen uitstraling. Bij de aanleg van de parking aan het station dient men rekening te houden met extra druk op de bestaande verkeerstructuur. Bovendien stelt men zich de vraag of deze parking niet beter ondergronds zou liggen. Op vlak van beheer en planologie bestaat het bedrijventerrein uit twee delen: Meetshoven (bedrijventerrein ten noorden van de Demer) en Nieuwland (bedrijventerrein ten zuiden van de Demer). Dit onderscheid wordt door de bewoners niet ervaren. De omwonende spreken over ‘de industrie’ van Aarschot. In de volksmond wordt met Meetshoven de meer noordelijk gelegen bossen (natuurgebied) bedoeld. Belangrijk aandachtspunt is de verkeersveiligheid en dit vooral ter hoogte van de verschillende kruispunten. De herinrichting en heraanleg van het kruispunt R25 / Nijverheidslaan is een ware verbetering. De komst van een fietstunnel onder de R25, t.h.v. de Kleine Mechelsebaan, wordt best in het kader van de totale ontwikkeling bekeken en meer diepgaand onderzocht. Op dit moment gebeuren er op dit kruispunt regelmatig ongevallen. Het kruispunt Nijverheidslaan-Nieuwlandlaan met de Betekomsesteenweg is onveilig. In principe zouden best alle kruispunten op, en aan de rand van het bedrijventerrein, heringericht en heraangelegd moeten worden. Daarnaast is er ook nog het sluikverkeer tijdens de spitsuren. Sinds de aanleg van de ring R25 met bijhorend afrittencomplex, richting Herselt, is er sluikverkeer ontstaan dat zich een weg zoekt via de Kleine Mechelsebaan over het terrein van Hubo. Zelfs zwaar verkeer maakt gebruik van deze sluikroute.
Bewoners van de Spoorwegstraat / Demerstraat / Kleine Mechelsebaan:
De naam Nieuwland refereert naar het gedeelte van het bedrijventerrein gelegen ten zuiden van de Demer; Meetshoven doet denken aan de bossen gelegen ten noordwesten van het bedrijventerrein.
omdat dit zo ver is/lijkt. De uitrit van de parking aan de achterzijde van het station zorgt op piekmomenten voor lange wachttijden als je komt vanuit de Betekomsesteenweg. Hopelijk wordt hiermee rekening gehouden bij de aanleg van de nieuwe parking. Het overstromingsgevaar van de Demer moet in het achterhoofd gehouden worden. Het grondwaterpeil stijgt, wanneer er veel water in de Demer staat. De Demer is terug proper. Er kan nog gewerkt worden aan de inrichting van de oevers. Deze worden ook voor recreatieve doeleinden gebruikt: fietsen. Er wordt ook op gekajakt.
bedankt
iedereen
die mee kwam
Dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit – Provincie Vlaams-Brabant
De Provincie Vlaams-Brabant bedrijventerrein.
spreken
over
wonen
op
het
Volgende elementen worden nog aangehaald: Wonen op het bedrijventerrein enkel op specifieke plaatsen toestaan: in relatie met Elzenhof en/of Demervallei Specifieke deelzones durven onderscheiden in aard van bedrijvigheid, wat functie betreft (verkoop/kantoren/wonen) De Betekomsesteenweg zou een groene dreef moeten worden. Wordt heel vaak gebruikt door fietsende schoolgaande jeugd. Wat met de school op het Elzenhof? Het Elzenhof kan uitgebouwd worden als groene long in relatie met het bedrijventerrein. Bepaalde bedrijven moeten niet getoond worden, visueel storende bedrijven moeten op specifieke plaatsen ingeplant worden Deelzones bepalen in functie van de aard, dit om identiteit te creëren. Bedrijventerrein als een stadsdeel zien. Veel meer buffergroen voorzien.
Negatieve elementen aan het bedrijventerrein vandaag: Leegstand Geen binding Geen structuur / geen oriëntatie / geen herkenning Te fragmentair Lelijke achterkanten Geen duurzaam ruimtegebruik – veel ruimteverspilling Te weinig groen Geen doorsteken voor de zwakke weggebruiker, te weinig relaties – aantakkingen op de rest van het weefsel, niettegenstaande dichtbij station, Elzenhof, Demervallei en centrum
(er waren geen inwoners die op het bedrijventerrein wonen, aanwezig. In deze groep zat een geïnteresseerde inwoner van Aarschot, twee GECORO – leden (deskundigen) Positieve elementen aan het bedrijventerrein vandaag: Dicht bij het centrum is een grote troef Functies niet scheiden, maar bundelen Veel potenties om relaties te creëren op verschillende vlakken: functioneel, ruimtelijk – stedenbouwkundig Een combinatie van bedrijvigheid met kantoren, wonen, toonzaal/verkoop is zeker positief Kansen om in te zetten op identiteit: structuur creëren / binding Er zijn voldoende mogelijkheden om binding te zoeken met de Demervallei, het station, het Elzenhof De Betekomsesteenweg is DE as naar het centrum Het Elzenhof is, naast de Demervallei, een belangrijke groene long voor het bedrijventerrein
Conciërgewoningen: wonen op het bedrijventerrein
Dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit – Provincie Vlaams-Brabant
De bestemming is tegenstrijdig met de huidige noden. Momenteel is het bedrijventerrein, door haar gewestplanbestemming (industrie) bestemd voor grote bedrijven / productie op grote schaal / … Een deel van het bedrijventerrein wordt beheerd door Interleuven. Zij hebben terugkooprecht, maar sommige delen zijn in handen van investeerders die niet wensen te verkopen. De huidige behoeften situeren zich in ruimte voor KMO-bedrijven, flexibele units en een kleinere schaal. Het gevolg is veel leegstand en verloedering op het bedrijventerrein waardoor er geen sprake kan zijn van een positieve uitstraling van het bedrijventerrein. Er kan momenteel gesproken worden van een grote paradox: enerzijds is er een grote nood aan bedrijfsruimte en anderzijds is er zeer veel leegstand op het bedrijventerrein. Door de stedenbouwkundige voorschriften kan er niet tegemoet gekomen worden aan de noden voor KMO’s. Ook de invulling van de percelen zelf zou beter kunnen, waarbij er vooral nood is van bedrijven om op het eigen perceel (beperkte) uitbreidingen te kunnen doen. Er is momenteel geen duidelijk profiel; er kan eerder gesproken worden van (gevaar op) een kakafonie. Bedrijven zijn het erover eens dat men de markt moet laten spelen maar dit moet wel bewaakt worden. Het is bijvoorbeeld belangrijk om hinder tussen bedrijven onderling zo veel mogelijk te vermijden. Er moet opgelet worden met het vastleggen van typebedrijven. Momenteel is er bijvoorbeeld een verschuiving van productiebedrijven naar dienstverlenende bedrijven. Bedrijven vestigen zich in Aarschot omwille van de goede bereikbaarheid(openbaar vervoer – gemotoriseerd verkeer – fiets). Er moet wel aandacht besteed worden aan de nummering van bedrijven (havennummering – huisnummers). De uitstraling kan verbeterd worden door de staat van het terrein zelf te verbeteren: wegen, verlichting, bermen, … . Bedrijven kunnen zelf ook meewerken door een uniformiteit na te streven op vlak van reclamepanelen, inrichting van de ‘voortuinen’, …
Thema 1: Uitstraling en profilering Dit thema gaat over hoe het bedrijventerrein zich plaatst in de regio, welke uitstraling het heeft en hoe het zich zou kunnen profileren in de toekomst?
De Provincie Vlaams-Brabant werkt aan de herontwikkeling van de bedrijventerreinen in Aarschot. Zij voert momenteel een onderzoek uit naar herontwikkelingsmogelijkheden voor de bedrijventerreinen aan de Nieuwlandlaan, Nijverheidslaan en Ter Heidelaan. Voor de uitwerking van dit project is het belangrijk om onder andere met de concreet betrokken partijen die aanwezig zijn in het gebied te spreken. Op die manier kan specifieke, maar heel waardevolle informatie (knelpunten en mogelijkheden) in kaart gebracht worden. Op vrijdagmorgen 3 mei ging in’t Wit Toreke de ontbijtmeeting voor bedrijven door. Er waren een 60-tal aanwezigen. Gedeputeerde Julien Dekeyser verwelkomde iedereen, Daan Demey (Provincie Vlaams-Brabant) en Marthe Moris (CREOSUM) gaven een korte toelichting over het project. Daarna werd er in 5 groepjes gesproken over diverse thema’s die betrekking hebben op de herontwikkeling van het bedrijventerrein.
Herontwikkeling van bedrijventerreinen in Aarschot
Ontbijtmeeting met bedrijven op 3 mei 2013
wordt aanzien als de motor voor meer dynamiek op het bedrijventerrein leidt tot een verbetering van de uitstraling en de kwaliteit bevordert het netwerk tussen de ondernemers kan resulteren in prijsvoordelen door schaalvergroting, efficiëntere organisatie
Dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit – Provincie Vlaams-Brabant
Thema 3: Ontsluiting en bereikbaarheid Bereikbaarheid vanuit de regio is zeer vlot. Er is nooit file, daarom hebben veel bedrijven zich hier gevestigd. Geen structuur – geen oriëntatie Knelpunt: de bedrijven zijn onvindbaar, het systeem is te ingewikkeld. De GPS werkt niet met havennummering. De havennummering is nochtans duidelijk. Het is een kwestie van aankondiging op tijd d.w.z. vanaf de grote invalswegen, zodat het voor iedereen duidelijk is. De bewegwijzering moet voldoende vroeg aangegeven zijn, de informatie, namelijk zonering met havennummers moet op de juiste punten aangegeven zijn, dit is al noodzakelijk vanop de Westerring. Er wordt gevraagd niets te veranderen, want dat zou te veel kosten, dan moet ieder bedrijf op zich dat weer communiceren. Oplossing die door de bedrijven wordt aangereikt is: aankondiging van de zonering / havennummers al zeer vroeg, vooraleer men het bedrijventerrein oprijdt. Een plan in pdf aan alle bedrijven beschikbaar stellen, zodat elk bedrijf dit kan meedelen aan de leveranciers en klanten. Bedrijven zijn onvindbaar, nochtans is de structuur van het bedrijventerrein heel eenvoudig: namelijk een kamstructuur, dit kan niet moeilijk zijn, maar de structuur moet veel duidelijker leesbaar gemaakt worden; Een aantakking met het station ontbreekt, dit zou met shuttle kunnen, fietsverbindingen vlotter maken Samengevat: op 4 manieren bereikbaarheid/leesbaarheid verbeteren: Zonering A, B, C, D met havennummers zeker aanhouden = duidelijk (niets wijzigen zou voor ieder bedrijf impact hebben inzake communicatie, dit is niet betaalbaar) Dit al vrij vroeg aankondigen vanop de grote invalswegen Inzetten op de leesbaarheid van de plek: kamstructuur is eenvoudig, dit versterken, kwestie van inrichting Communicatie: pdf-plannen ter beschikking stellen met zonering/havennummers
Potentiële knelpunten wie betaalt wat (eigenaar versus huurder) kanaliseren van de initiatieven (momenteel zijn niet alle bedrijven op de hoogte van wat er gebeurt) medewerking van hogerhand is broodnodig
Parkmanagement zou kunnen betrekking hebben op: bekabeling veiligheid (camerabewaking) kinderopvang onderhoud (buitenaanleg en gebouwen) optimalisatie van de grondbezetting (ruil, herverkaveling,…)
Potentiële meerwaarden: parkmanagement meer uniformiteit parkmanagement parkmanagement en kostendeling
Thema 2: Samenwerking bedrijven – parkmanagement Principe: De ondernemers geloven in het systeem an sich en zijn tevens bereid de consequenties ervan te aanvaarden (met name opofferen van stukje autonome beslissingsvrijheid)
Dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit – Provincie Vlaams-Brabant
Er kunnen op korte termijn al concreet initiatieven genomen worden die de start van dit planproces mee ondersteunen zoals: duidelijker communicatie rond een aantal initiatieven die lopen m.b.t. uitbouw stationsomgeving, fietsverbindingen, Demervallei (Sigmaplan) … plan beschikbaar stellen: bezetting / welke bedrijven situeren zich op het terrein plan beschikbaar stellen: zonering - havennummers
Westerring: hier gebeurt veel sluikstorten Voor de bedrijven gelegen ten noorden van de Demer is het belangrijk dat de Betekomsesteenweg niet afgesloten wordt. Nieuwlandlaan inschakelen in de bereikbaarheid van de stad.
Openbaar vervoer: de bedrijven hebben geen weet van een route van lijnbus op het bedrijventerrein, enkel de belbus. Lijnbussen komen er niet. Dit wordt tegengesproken, in ieder geval is hier geen duidelijkheid over. Er zijn geen (te weinig) bushaltes op het bedrijventerrein. De link met het station voor fietsers en voetgangers ontbreekt.
Recreatief fietsen dat kan ook door het bedrijventerrein, dit tilt het bedrijventerrein op, het toont zich en er is meer sociale controle.
Er zijn een paar bedrijven die een probleem hebben met het stallen van hun eigen wagenpark (opleggers/vrachtwagens) zij staan op de berm langs de ring, dit is heel gevaarlijk. Die bedrijven hebben geen plaats op eigen terrein. Er is slechts nood aan een parking voor overnachting van vrachtwagenchauffeurs van 10 à 12 vrachtwagens (dit voor levering vroeg in de morgen), dit is niet zo moeilijk om op te lossen. Er kan misschien een vraag gelanceerd worden aan de bedrijven wie een parkeerprobleem heeft. Het standpunt moet zijn: parkeren moet op eigen terrein gebeuren.
Parkeren
Link met de stad moet verbeterd worden, inzetten op betere/meer fietsverbindingen Gevaarlijk kruispunt: Nijverheidslaan/Betekomsesteenweg
De nabijheid van de stad is een zegen. Elk bedrijf maakt daar dankbaar gebruik van.
Er zou ook een plan ter beschikking kunnen gesteld worden met de bezetting/naam van alle bedrijven die op het bedrijventerrein actief zijn. Zodat bedrijven elkaar beter kunnen leren kennen en ook weten wie op het terrein aanwezig is.
Eenduidige communicatie van alle initiatieven die al genomen zijn door de overheid, VOKA … er is geen duidelijkheid. Bedrijven zijn niet op de hoogte van initiatieven of mogelijkheden die er zijn, vb. fietsverbindingen langs Demer, richting Leuven.
Elzenhof als groene long om te verpozen tijdens lunch inschakelen, mogelijkheid tot open lucht sporten aanbieden: Finse piste, fitnesstoestellen in een groene omgeving
Verschillende bedrijven geven aan dat telefoon en internet een probleem is. Internet is zeer traag. Er kan enkel met Belgacom gewerkt worden. Telenet is niet mogelijk. Het voorzien van glasvezelkabel is een must. Ook voor GSM’s is er een slechte ontvangst. Verder is onderzoek naar warmte-uitwisseling, smartgrid, windmolens, … een aandachtspunt/onderzoekspunt om in de toekomst om te gaan met energie. In de Nijverheidslaan is er een gescheiden rioleringssysteem voorzien. In de rest van het bedrijventerrein niet. Indien dit voorzien wordt, moeten bedrijven het hemelwater opvangen en vertraagd laten afvoeren. Voor een aantal bedrijven is dit praktisch niet mogelijk omdat hun terrein volledig in gebruik is. Daarbij moet er ook rekening gehouden worden met het feit dat infiltratie in dit gebied niet mogelijk is, gezien de hoge grondwaterstand (zeker in de winter). De grachten aan de Ring worden niet (goed) onderhouden, waardoor het water niet door kan. Bij hevige regenval is er soms een stuwing in de riolering. Er komen soms stroomonderbrekingen voor op piekmomenten. Deze duren hoogstens enkele seconden, maar dit is voldoende om te werkzaamheden te verstoren. Duurzame energie gebeurt nu enkel op privé-initiatief. Eén bedrijf heeft het dak vol zonnepanelen geplaatst, en dit blijkt rendabel te zijn. De staat van de Nijverheidslaan is in orde. Deze is vrij recent opnieuw aangelegd/vernieuwd. Het overig deel van het bedrijventerrein is voor gemotoriseerd verkeer goed uitgerust. Voor fietsers en voetgangers is de uitrusting zeer slecht en ook zeer onveilig. Door veel vrachtwagenbewegingen ligt er dikwijls kiezel op de fietspaden. Bijgevolg wordt er zeer weinig gefietst en gewandeld op het bedrijventerrein. Er wordt gesuggereerd dat fiets- en voetpaden zoveel mogelijk gescheiden moeten zijn van wegen voor gemotoriseerd verkeer. Aantakkingen van de Demerpaden op de pijpekoppen wordt gesuggereerd als snelle methode om gescheiden fietspaden tot aan de bedrijven te creëren. Er wordt aangehaald dat bedrijven geen vragende partij zijn voor het aanplanten van bomen omdat ze dikwijls in de weg staan en omwille van de bladeren die moeten opgeruimd worden. In principe wordt op het eigen terrein geparkeerd. Voor auto’s gebeurt dit ook effectief zo. Voor vrachtwagens is dit minder het geval. Enerzijds zijn er bedrijven die, omwille van plaatsgebrek, hun vrachtwagens/trailers parkeren op het openbaar domein. Dit is gevaarlijk en werkt bovendien diefstal in de hand, omdat gebouwen aan het zicht onttrokken worden. Anderzijds zijn er vrachtwagens die als ze te vroeg zijn voor levering, zich ergens op het bedrijventerrein parkeren. Een ‘stelplaats’ voor vrachtwagens zou evenwel te snel worden ingenomen door een te beperkt aantal bedrijven. Bedrijven maken soms gebruik van het station om ergens naartoe te gaan. Werknemers komen slechts beperkt met de trein. De bedrijven zijn ervan overtuigd dat wanneer het voor- en natransport verbeterd wordt: aanleg veilige fiets- en voetpaden en verbetering busverbindingen, … er veel meer gebruik gemaakt zal worden van het station, dat zeer strategisch gelegen is voor de ontsluiting van het bedrijventerrein. Er wordt ook even aangehaald of het niet zinvol is om de parking achter het station in grondoppervlakte te verkleinen, maar in verschillende lagen aan te leggen zodat er meer parkeerplaats maar toch
Dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit – Provincie Vlaams-Brabant
-
-
-
-
-
-
-
-
Thema 4: Optimalisatie en technische uitrusting In dit thema wordt gesproken over de technische uitrusting van het bedrijventerrein: nutsleidingen, staat van het openbaar domein, …
Dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit – Provincie Vlaams-Brabant
Thema 5: Hedendaagse ontwikkeling In dit thema worden verschillende aspecten van een hedendaagse (her)ontwikkeling besproken. Het is opnieuw een meer algemeen thema waarbij afgetoetst wordt wat er verstaan wordt onder een hedendaagse herontwikkeling en wat de behoefte zijn op het bedrijventerrein in kwestie. - Vooreerst wordt duidelijk gesteld dat de herontwikkeling van het bedrijventerrein niet enkel vanuit de stad of de omgeving mag benaderd worden, maar ook vanuit ‘bedrijvigheid’ op zich en zijn wetmatigheden. Men moet zich er van bewust zijn dat de economie geëvolueerd is. De nood aan grootschalige vestigingen is er nagenoeg niet meer. De ‘bedrijvigheid’ is door de jaren heen geëvolueerd naar meer ‘kleinere’ bedrijven. ‘Kleinere’ bedrijven met een stevige lokale verankering. In tegenstelling tot 1 of 2 grote multinationals die op ieder moment de bedrijfsactiviteit ter plekke kunnen stopzetten, met alle gevolgen van dien. De overheid moet dit onder ogen durven zien. Dit is de nieuwe realiteit. Dit betekent concreet dat regelgeving, op allerlei vlak, hierop moet worden aangepast. Bovendien zou deze regelgeving zeer flexibel moeten zijn en dus eenvoudig aanpasbaar indien dit nodig zou zijn. De evolutie in de economie gaat snel. Het is dus belangrijk dat er snel kan ingespeeld worden op specifieke noden en behoeften. Vandaag de dag is er een onderscheid in regelgeving tussen Nieuwland en Meetshoven. De voorschriften die gelden op het terrein Nieuwland worden als ‘te streng’ ervaren, maar ook op Meetshoven is het moeilijk vergunningen te krijgen door de houding van de overheid. Daarenboven is niet iedereen gelukkig met het beheer, voorkooprecht, … dat nu voorzien is op de terreinen ten zuiden van de Demer. In principe zouden de vergunningverlener en de bedrijven samen moeten kunnen nadenken over hoe in te spelen op de hedendaagse economie. - Flexibiliteit is niet alleen noodzakelijk in de regelgeving maar ook in de architectuur; het oprichten van flexibele bedrijfsgebouwen. Een utilitaire en generische architectuur moet voorop staan, wil men flexibel en duurzaam zijn. Specifieke architectuur i.f.v. specifieke bedrijvigheid is niet langer haalbaar. De architectuur op het bedrijventerrein wordt dus best opgebouwd vanuit flexibele en hermoduleerbare units. Hierbij wordt zelfs gedacht aan flexkantoren (pilootproject in Haasrode). - Tijdens het gesprek wordt het aantrekken van ‘spin-offs’, ‘onderzoekswerk’, e.d. vanuit Leuven ook meermaals aangekaart. Een opdeling van de bestaande grote bedrijfshallen in kleinere units kan hierbij een belangrijke eerste stap zijn. - Parkmanagement wordt als positief ervaren. Er wordt gesteld dat parkmanagement een belangrijke rol kan/moet spelen bij de herontwikkeling van het bedrijventerrein. In het verleden zijn er reeds groepsaankopen geweest (bv aankoop energie). Dit wordt als een meerwaarde ervaren. De verschillende offertes worden onder leiding van de parkmanager diepgaand bestudeerd en met elkaar vergeleken. Alleen op die manier kan men voordeliger producten/diensten aankopen. En dit zonder dat het bedrijf hier al te veel tijd in moet steken. Doch, blijkbaar staat niet iedereen te springen voor een dergelijk parkmanagement. Het lijkt een aantal bedrijven ook effectief af te schrikken.
-
-
-
minder wandelafstand is. Het wordt benadrukt dat het belangrijk is dat de parking gratis blijft. De bedrijfsterreinen zouden beter benut kunnen worden, indien er mag uitgebreid worden naar de voorzijde. Door de huidige stedenbouwkundige voorschriften is er veel ruimteverlies op de percelen. Het deel van het bedrijventerrein (ten noorden van de Demer) dat enkel bereikbaar is vanuit de Betekomsesteenweg is zeer moeilijk te vinden voor leveranciers. In de Ter Heidelaan zouden ventwegen niet misstaan.
Er dient verder onderzoek te gebeuren naar de noden en behoeften van de verschillende bedrijven op het bedrijventerrein. De bevraging wordt best niet alleen naar het bedrijf gericht maar ook naar de werknemers. Dit onderzoek zou kunnen gebeuren door het parkmanagement. Er dient onderzocht te worden of er nood is aan of interesse is in: o Meer groen (veel potenties op het terrein aanwezig: de Demer, het Elzenhof, …) o Gemeenschappelijke voorzieningen zoals: Een kinderopvang (samen met de stad?); Catering; Een strijkatelier; Het opwekken van alternatieve energie; Een gezamenlijke beveiliging van het bedrijventerrein (camera’s met nummerplaatherkenning, bewaking, surveillance, …) Sowieso dient er dringend iets te gebeuren aan de uitstraling, veiligheid, beheer, … op het bedrijventerrein. Een aantal bedrijven hebben te veel ‘reserve-grond’. Samen met de leegstand die de laatste tijd is ontstaan, maakt dat het bedrijventerrein er ‘verlaten’ bijligt. Dit heeft dan weer een negatieve impact op de uitstraling van het bedrijventerrein, … . Er is dringend nood aan vernieuwing! Op het bedrijventerrein is voldoende ruimte voor allerlei ingrepen: meer groen, betere infrastructuur, ruimte voor het opwekken van alternatieve energie, … Maar iemand moet het voortouw nemen. Daarenboven dient er te worden gezocht naar middelen (financieeltechnisch aspect). Het parkmanagement kan hierin een belangrijke rol spelen.
Dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit – Provincie Vlaams-Brabant
De Provincie Vlaams-Brabant bedankt de bedrijven voor hun talrijke aanwezigheid en constructieve medewerking. In een latere fase zullen bedrijven opnieuw uitgenodigd worden om concreet over een toekomstvisie te spreken.
-
-
-
Wanneer we het aandeel sectoren in Aarschot vergelijken met de verdeling van de sectoren in andere steden binnen de regio is duidelijk te zien dat de steden Aarschot, Diest en Tienen vergelijkbaar zijn. Als referentiepunt is ook de sectorenverdeling van Vlaanderen opgenomen. In de tabel met de absolute cijfers is de onderscheidende rol van Leuven duidelijk af te lezen. Leuven vormt dus een belangrijk economisch zwaartepunt binnen de Provincie Vlaams-Brabant.
Projectnr. 0014-001| Herontwikkeling bedrijventerreinen Aarschot | 29