hbo-bachelor Business Administration University of the Dutch Caribbean 2 augustus 2012
NVAO uitgebreide Toets nieuwe opleiding
Paneladvies
1
Samenvattend advies
3
2
Werkwijze panel
5
3
Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen 3.2 Profiel instelling 3.3 Profiel opleiding
7 7 7 8
4
Opleidingsbeoordeling 4.1 Beoogde eindkwalificaties 4.2 Programma 4.3 Personeel 4.4 Voorzieningen 4.5 Kwaliteitszorg 4.6 Toetsing 4.7 Afstudeergarantie en financiële voorzieningen 4.8 Algemene conclusie over de kwaliteit van de opleiding
17 18 20 26 29 31 33 34
Overzicht oordelen
35
5
pagina 2
34
Bijlage 1: Samenstelling panel
36
Bijlage 2: Programma locatiebezoek
37
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten
39
Afstudeerproducten bestaande opleidingen Bedrijfseconomie en Commerciële Economie.
40
Bijlage 4: Lijst met afkortingen
41
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
1 Samenvattend advies Het panel dat belast werd met de toetsing van de nieuwe opleiding Business Administration van The University of the Dutch Caribbean (UDC) geeft hier bondig zijn belangrijkste overwegingen weer. De Nederlandstalige opleiding Business Administration van de UDC sluit met acht brede uitstroomprofielen aan bij de arbeidsmarkt van de Dutch Caribbean. Kleinschaligheid, persoonlijke begeleiding en aansluiting bij de cultuur van Curaçao zijn aantrekkelijk voor de studenten, die voor het merendeel Papiaments als moedertaal hebben. De opleiding wil de studenten graag op het eiland houden, zowel tijdens als na de studie. Maar zij kunnen ook kiezen voor een minor en eventueel meer onderdelen in het buitenland bij instellingen waarmee de UDC afspraken heeft gemaakt. De relatief vele kleine bedrijven op dit eiland zijn meer gebaat bij werknemers met een brede, generalistische opleiding dan bij werknemers die meer gespecialiseerd zijn, maar die slechts op één wapen kunnen uitkomen. De eindkwalificaties, geïnspireerd door de voorbeelden van in Nederland overeengekomen beroeps- en opleidingsprofielen en de invulling van de acht uitstroomprofielen zijn een waarborg voor het beoogde niveau van een brede opleiding. Wel moet in de studievoorlichting duidelijk worden gemaakt wat een uitstroomprofiel is en dat het geen zelfstandige bacheloropleiding vormt. Het beschrijven van het niveau in termen van de Dublin-descriptoren geeft voldoende waarborg dat de opleiding voldoet aan de eisen van een hbo-bachelor. De betrokkenheid van het beroepenveld bij de inhoud van het programma is via de Werkveldcommissie, waarmee regelmatig overleg plaatsvindt, goed gewaarborgd. De studenten komen in voldoende mate in aanraking met situaties en ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Dat gebeurt in de business cases, de stage en het afstudeerproject. De literatuur die de opleiding voorschrijft, is van een goed niveau en weerspiegelt de actuele inzichten op de vakgebieden. De opleiding schenkt veel aandacht aan de taalbeheersing van de studenten; het panel heeft vastgesteld dat de studenten in het algemeen behoorlijk Nederlands spreken, maar als zij onderling communiceren de voorkeur geven aan het Papiaments. Het schrijven van correct Nederlands is voor veel studenten een probleem, zo heeft het panel vernomen van de docenten. De docenten bieden hierbij steun waar nodig. Verbetering van de onderzoeksvaardigheden bij studenten, maar ook bij docenten, is noodzakelijk. Het panel baseert dit ook op de afstudeerscripties die het heeft bekeken van de opleidingen CE en BE die al aangeboden worden. Ook vanuit de docenten is naar voren gebracht dat literatuurgebruik en bronvermelding in de scripties bepaald voor verbetering vatbaar zijn. Het plan om een kenniscentrum op te zetten met toegepast onderzoek voor het bedrijfsleven juicht het panel dan ook toe. Het brede programma biedt de studenten de mogelijkheid de eindkwalificaties te bereiken met de opzet van cursussen, trainingen en business cases. Het panel is ervan overtuigd dat de inhoud van het programma en de eindkwalificaties duidelijk aan elkaar gerelateerd zijn. De opleiding heeft een eigen onderwijsvisie, waarvan het meest opvallend is dat de groepen klein zijn en de studenten individueel worden begeleid. Ook de kleinschaligheid en de bereikbaarheid van de docenten bevorderen de studeerbaarheid. Het panel acht het personeelsbeleid vertrouwenwekkend. De docenten zijn in het algemeen gesproken toegerust voor hun taak, maar op scholing van onderzoeksvaardigheden zou fors ingezet moeten worden.
pagina 3
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Het fraaie gebouw zit aan de grenzen van zijn capaciteit. De studieloopbaanbegeleiding is goed. De terugkoppeling van evaluaties naar studenten dient te worden verbeterd; soms heeft de opleiding de klacht opgelost, maar verzuimt zij de studenten daarover te informeren. De voorzieningen zijn in orde, al ontbreekt een permanent beschikbare ruimte voor studenten en een bibliotheek. Het panel juicht de activiteiten om toegang te krijgen tot een virtuele bibliotheek toe. De computervoorzieningen zijn goed en studenten zijn zeer tevreden over de airco-voorzieningen. De UDC heeft een kwaliteitsteam opgezet, hetgeen het panel goed vindt omdat ook in een kleine organisatie een formele structuur voor de kwaliteitszorg noodzakelijk is. Ook waardeert het panel de beschreven wegen om de kwaliteitszorg gestalte te geven. Het panel adviseert wel om een student in het team op te nemen. Studenten, docenten en beroepenveld zijn goed betrokken bij de kwaliteitszorg. De opleiding gaat nu zelf toetsen opstellen, deze kunnen beter aansluiten bij de lokale omstandigheden. Voorschriften en procedure voor de beoordeling van het eindwerkstuk wekken vertrouwen, maar de opleiding zou scherper moeten borgen dat de eindtermen van het hbo-bachelor niveau worden gehaald. De door de instelling afgegeven schriftelijke afstudeergarantie is afdoende. De mogelijkheden en de bereidheid van de instelling om de opleiding te financieren zijn voldoende onderbouwd. Op grond van deze plantoetsing, waarbij alleen de vakken van de propedeuse waren ingevuld, adviseert het panel de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe opleiding hbo-bachelor Business Administration. Het heeft geconstateerd dat de opleiding in wording thans voldoet aan de basiskwaliteit. Zij zou echter naar een hoger niveau kunnen en moeten streven. UDC mag, wat het panel betreft, de afgestudeerden certificeren als Bachelor of Business Administration. Den Haag, 2 augustus 2012
Namens het panel ter beoordeling van de nieuwe opleiding hbo-bachelor Business Administration van UDC,
Dr. J. Vedder (voorzitter)
pagina 4
J.W.M. Meijer (secretaris)
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
2 Werkwijze panel De NVAO heeft na ontvangst van de aanvraag een panel samengesteld om de uitgebreide Toets nieuwe opleiding uit te voeren van de opleiding hbo bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean . De samenstelling van het panel was als volgt: dr. J. Vedder, voorzitter, zelfstandig adviseur Onderwijsvernieuwing & Onderwijskwaliteit, voorzitter van de Nederlandse Vereniging tot Ontwikkeling van het Reken/Wiskunde Onderwijs (NVORWO) en voorzitter Vaststellingscommissie Rekenen 3F havo/vwo bij het College voor Examens; mr. L.M. Dindial, voorheen Gezaghebber van het eilandgebied Curaçao, thans President/CEO CHATA (Curaçao Hospitality and Tourism Association); N.C. Juliao BSc, student-lid, behaalde in 2011 de Bachelor of Science Degree in Business Administration in the Major of Management Business & Communication at the University of the Netherlands Antilles; drs. D. Righters MBA, docent Organizational Behavior and Marketing aan de Rotterdam Business School, tevens zelfstandig consultant; mr. A.P. Sietzema; voorheen hoofd opleidingen Accountancy en daarvoor hoofd opleiding Fiscale economie, alsmede docent in genoemde opleidingen, thans teamleider bij de opleiding HBO Rechten aan de Hanzehogeschool te Groningen; mr. E. N. Ys, voorheen premier van de Nederlandse Antillen, sedert 2006 senioradviseur ENNIA-group. Op verzoek van de UDC zijn aan het panel twee lokale experts toegevoegd omdat het onderwijs op Curaçao een wezenlijk andere dimensie heeft dan het onderwijs in Nederland. De NVAO is met deze aanvulling akkoord gegaan. Ook is een lokaal student-lid aan het panel toegevoegd. Het panel werd bijgestaan door J.W.M. Meijer, medewerker NVAO, die als procescoördinator en als secretaris optrad. Bij de toetsing heeft het panel het Beoordelingskader voor de uitgebreide Toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2010, nr 21325) in acht genomen. Het gaat hier niet om een accreditatieaanvraag in de gebruikelijke zin, maar, omdat de WHW niet op Curaçao van toepassing is, om een beoordeling van de onderwijskwaliteit. Bij brief van 5 juli 2011 heeft de Minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport van Curaçao desgevraagd aan de directeur van The University of the Dutch Caribbean bericht, geen bezwaar te hebben tegen het verzoek van The University of the Dutch Caribbean “een accreditatieproces door de NVAO te entameren”. De panelleden hebben naar aanleiding van het reeds in februari 2012 beschikbaar gekomen informatiedossier dat uit drie documenten (met bijlagen) bestaat, via e-mail vragen opgesteld, die de secretaris op 20 april 2012 heeft gerangschikt per gesprek. De aldus opgestelde lijst is vervolgens aan de lokale experts toegestuurd, nadat het bestuur van de NVAO had ingestemd met hun benoeming. De vragen hebben als leidraad gediend voor de gesprekken van het panel met de opleiding tijdens het locatiebezoek. De centrale vraag - hoe slaagt deze kleine opleiding erin om een bachelorprogramma voor Business Administration met acht uitstroomprofielen aan te bieden op een niveau dat gelijkwaardig is aan het Nederlandse - is op 10 mei 2012 per e-mail aan de opleiding voorgelegd.
pagina 5
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Pas de dag voorafgaand aan de voorbereidende vergadering werd een geschikt student-lid voorgedragen door UDC en bereid gevonden om zitting in het panel te nemen. De voorbereidende vergadering vond plaats op 13 mei 2012 te Willemstad. Toen is het informatiedossier besproken, het locatiebezoek voorbereid en het programma voor het bezoek doorgenomen. Tevens zijn, in het kader van taakverdeling, de verschillende te beoordelen standaarden over de leden van het panel verdeeld, met het nadrukkelijke uitgangspunt dat het gehele panel verantwoordelijk is voor de beoordeling van alle standaarden. Op 14 en 15 mei 2012 heeft het panel het locatiebezoek aan de opleiding afgelegd. Tijdens dit bezoek is het panel in verschillende gespreksrondes van nadere informatie voorzien en zijn de vraagpunten aan de orde gesteld en in discussie gebracht. Het programma van het locatiebezoek is bijgevoegd als bijlage 2. Na afloop van de gesprekken hebben de panelleden de bevindingen onderling besproken en vertaald naar conclusies. Namens het panel heeft de voorzitter een korte terugkoppeling gegeven richting de vertegenwoordigers van de opleiding. De secretaris heeft op basis van de in panelverband bereikte conclusies een conceptadvies opgesteld dat aan de panelleden is voorgelegd voor commentaar. Vervolgens heeft het panel dit concept van commentaar voorzien, waarna de definitieve tekst is vastgesteld. Uiteindelijk zijn aan de hand van de uitkomsten per standaard beargumenteerde oordelen per onderwerp en een eindoordeel over de kwaliteit van de opleiding gegeven. Het concept is nog aan de instelling voorgelegd met verzoek feitelijke onjuistheden te corrigeren. Een reactie is ontvangen op 5 juli 2012 en de correcties zijn aangebracht op 2 augustus 2012. Dit heeft geresulteerd in een definitief paneladvies aan de NVAO op 6 augustus 2012.
pagina 6
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
3 Beschrijving van de opleiding 3.1
Algemeen Instelling Opleiding Varianten Uitstroomprofielen
Locatie Studieomvang Sector
3.2
: : : :
The University of the Dutch Caribbean hbo bachelor Business Administration voltijd en deeltijd Bedrijfseconomie (BE); Fiscale Economie (FE); Accountancy (AC); Management, Economie & Recht (MER); Bank- & Verzekeringswezen (B&V); Small Business & Retail Management (SB&RM); Commerciële Economie (CE); Sport, Management & Ondernemen (SM&O) : Willemstad Curaçao : 240 EC : Economie
Profiel instelling The University of the Dutch Caribbean (UDC) is in 1997 door de Minister van Onderwijs en Cultuur van de Nederlandse Antillen aangewezen als erkende onderwijsinstelling. Deze aanwijzing is in 2008 vernieuwd en uitgebreid. De HBO-bacheloropleidingen van UDC staan onder toezicht van de Inspectie Onderwijs van de Nederlandse Antillen. In de ministeriële beschikking staan verschillende hbo-opleidingen met een cursusduur variërend tussen 1 en 2,5 jaar en de vierjarige hbo-opleidingen Bedrijfseconomie en Commerciële Economie. De twee laatstgenoemde werden door UDC in samenwerking met Nederlandse onderwijsinstellingen aangeboden. Zo bestonden er in de achterliggende jaren samenwerkingsovereenkomsten met Fontys, HBO-Nederland, Schoevers en Saxion. Het doel van deze samenwerking was het op Curaçao aanbieden van hoogwaardige en Europees erkende opleidingsmogelijkheden op bachelor niveau. Een strategische keuze die destijds is ingegeven door het feit dat jaarlijks grote groepen studenten naar Nederland vertrokken om daar een HBO-bacheloropleiding te volgen. Aan dit vertrek zitten nadelen en voordelen. Een belangrijk voordeel is dat de studenten tijdens hun studie internationale ervaring opdoen en als zij de opleiding hebben voltooid goed geschoold terugkeren op Curaçao. Maar niet iedereen keert terug en dat is meteen het eerste nadeel. Een deel van de afgestudeerden blijft namelijk in Nederland. Dit proces wordt op Curaçao aangeduid als braindrain en Curaçao wil deze braindrain het liefst omzetten in een braingain. Het tweede nadeel is dat veel studenten in Nederland op jonge leeftijd worden geconfronteerd met uitdagingen en verleidingen die zij niet kennen. Daarnaast krijgen zij te maken met een andere wijze van onderwijs doordat er een zwaar beroep wordt gedaan op eigen initiatief en verantwoordelijkheid. Waar studenten op Curaçao vanwege de kleinschaligheid kunnen rekenen op individuele ondersteuning en aandacht, maken zij in Nederland deel uit van grotere groepen. In een aantal gevallen leidt dat tot uitval met als gevolg dat de studenten zonder diploma, gedesillusioneerd en met een hoge studieschuld terugkeren naar hun eiland. Op grond van deze overwegingen heeft The University of the Dutch Caribbean besloten samen te werken met Nederlandse hogescholen om op Curaçao in Nederland erkende bachelor programma’s aan te kunnen bieden zodat studenten langer op Curaçao zullen blijven.
pagina 7
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
De laatste hogeschool waarmee is samengewerkt, was Saxion in Enschede. De Curaçaose studenten van de opleidingen Commerciële Economie (CE), Bedrijfseconomie (BE) en de Hogere Juridische Opleiding (HJO) studeerden drie jaar bij UDC, gingen naar Nederland, vervolgden hun studie en studeerden daar af. Deze samenwerking is beëindigd. UDC betreurt dat, maar heeft de ontstane situatie benut om haar positie kritisch te bezien, waarna is besloten om het opleidingsaanbod te herstructureren en uit te breiden. Vanaf augustus 2012 biedt UDC twee hogere beroepsopleidingen aan: HJO en de opleiding Business Administration (BA). The College of the Dutch Caribbean, in hetzelfde gebouw gehuisvest, en onder dezelfde directie, biedt al 16 jaar secundaire beroepsopleidingen (SBO) aan, zes opleidingen op niveau 3 en tien opleidingen op niveau 4.
Locale context De context van The University of the Dutch Caribbean (UDC) is bepalend voor haar functioneren, aldus het informatiedossier waaruit ook de volgende tekst geheel is overgenomen. Deze context verschilt in veel opzichten van die van soortgelijke instellingen in het buitenland. Enige belangrijke kenmerken van de UDC-omgeving zijn: Curaçao is een land in ontwikkeling. Op 10 oktober 2010 heeft Curaçao de status van zelfstandig land in het koninkrijk gekregen. Kleinschaligheid. UDC is een betrekkelijk kleine organisatie. Dit brengt met zich mee dat UDC gebruik maakt van docenten die niet vast aan de instelling zijn verbonden maar onderwijs verzorgen op basis van een overeenkomst van opdracht. Daar staat tegenover dat de docenten verregaand gespecialiseerd zijn en veel actuele kennis bezitten. Zij hebben een directe band met overheid, bedrijfsleven en maatschappij. UDC zelf heeft door de kleinschaligheid veel informele contacten en nauwe relaties met de overheid en het bedrijfsleven.
Verder geldt dat: de Curaçaose studenten meer gewend zijn om te luisteren en minder om te vragen. proactief handelen of assertiviteit pas op latere leeftijd op prijs wordt gesteld. studenten vaak de zorg hebben voor andere leden van het gezin, zoals ouders, broertjes en zusjes en/of andere familieleden. Of zij hebben zelf één of meer kinderen. studenten soms de enige studerenden in een gezin of familie zijn. de studenten meestal tegelijk werken en studeren. Bij UDC studeren relatief veel werkstudenten. de instelling moet concurreren met Nederlandse instellingen voor hoger onderwijs. Nederland is een door de Curaçaose bevolking hoog gewaardeerd studieland. de instromende studenten een verscheidenheid aan vooropleidingen hebben en de beheersing van het Nederlands soms te wensen overlaat. Deze bijzondere context mag nimmer leiden tot concessies aan de beoogde kwaliteit maar vraagt wel om extra kwaliteitsimpulsen en een extra inspanning om het gewenste kwaliteitsniveau te behalen en te behouden. Het kwaliteitsbeleid sluit dan ook nauw aan op de context.
3.3
Profiel opleiding De beoogde opleiding is een niet-bekostigde opleiding. Het is een nieuwe opleiding voor de instelling en zij telt een breed scala aan verschillende uitstroomprofielen, zeker naar Nederlandse maatstaven. Het panel heeft vernomen dat veel bedrijven in de sector MKB op Curaçao, uit slechts enkele medewerkers bestaan. Daarom is een brede opleiding van groot
pagina 8
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
belang. De opleiding wordt in het Nederlands gegeven, in voltijd en deeltijd, bij de laatstgenoemde variant vinden de colleges ’s avonds plaats. Ten tijde van de beoordeling was alleen de propedeuse nog ingevuld met literatuur en leerdoelen per vak en aantal EC. Van de studiejaren na de propedeuse was alleen de grote lijn bekend. De kernkwalificaties van de opleiding zijn de volgende:
pagina 9
1.
De studenten voeren tijdens hun studie een groot aantal opdrachten uit. Deze opdrachten strekken zich uit over alle onderdelen van het programma en zijn daardoor zeer divers. De diversiteit in de opdrachten en de afwisseling van rollen en contexten waar de studenten bij het maken van de opdrachten mee te maken krijgen, dragen bij aan hun brede professionalisering.
2.
Multidisciplinaire integratie is voor bachelors of business administration dagelijks werk. De problemen die zij tegenkomen, kunnen vrijwel nooit vanuit één invalshoek worden benaderd en opgelost. Een integrale benadering is vereist. Logischerwijs komt integraal werken dan ook regelmatig voor in de opleiding. In de businesscases van de respectievelijke majors worden de studenten geconfronteerd met de integrale benadering. In de beginfase van de opleiding worden zij in de businesscases uitgedaagd om de opgedane kennis tijdens de cursussen en trainingen te integreren en toe te passen in de businesscases. In een later stadium van de opleiding worden zij, als gevolg van de toename in complexiteit van de businesscases, uitgedaagd om de probleemstelling vanuit verschillende invalshoeken te benaderen.
3.
Wetenschappelijke toepassing gebeurt in de hele opleiding in het bijzonder in de afstudeerfase.
4.
De diversiteit aan opdrachten in het programma bevordert de brede professionalisering (kernkwalificatie 1) en de brede inzetbaarheid van de studenten.
5.
De toenemende complexiteit van de opdrachten en de studiestof gaandeweg de opleiding bevordert de creativiteit en complexiteit in handelen.
6.
Het werken vanuit beroepsproblemen, zoals in de businesscases gebeurt, stimuleert het oplossingsgericht handelen van studenten.
7.
Methodisch en reflectief handelen wordt bevorderd door reflectie op werk- en studie-ervaringen tijdens bijeenkomsten van de studenten met hun studieloopbaanbegeleider. Methodiek van onderzoek komt aan de orde in de trainingen onderzoeksvaardigheden.
8.
Ten behoeve van de sociaal communicatieve bekwaamheid van de studenten worden basistrainingen communicatieve vaardigheden aangeboden. Ook specifieke gesprekstechnieken worden geoefend.
9.
De aandacht in het curriculum voor ethiek en het feit dat alle onderwijseenheden (cursussen, trainingen en businesscases) in een beroepsmatige context zijn geplaatst, dragen bij aan de ontwikkeling van maatschappelijke verantwoordelijkheid bij de studenten.
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
10. De ontwikkeling van de basiskwalificatie voor managementfuncties krijgt in de opleiding vooral aandacht in de businesscases waarin de studenten in groepen beroepsproblemen oplossen en beroepsproducten ontwikkelen. De businesscases zorgen voor een actieve en zelfstandige rol van de studenten in het leerproces. Ze worden geconfronteerd met praktijkproblemen, leren die methodisch te benaderen en op te lossen. Ze werken samen in groepen en geven beurtelings leiding aan deze groepen. Door de feedback die de studenten krijgen van hun docenten (en van elkaar) leren zij openstaan voor kritiek en voor hun eigen rol in de groep.
Het programma van de opleiding telt 240 EC. In het eerste tot en met het derde jaar is het jaar ingedeeld in zogenaamde kwartielen van ieder 10 weken en wat de didactiek betreft, is het programma ingedeeld in cursussen, trainingen en business cases. Propedeuse is 60 EC, Post-propedeuse 90 EC (verdeeld in 60 EC voor 2e jaar en 30 EC voor kwartiel 3.1 en 3.2), Stage 30 EC, Minor 30 EC en Afstudeerfase 30 EC. Het programma ziet er per jaar als volgt uit.
Propedeuse Gemeenschappelijke vakken in de propedeuse voor alle uitstroomvarianten Onderwijseenheid Inleiding Economie Project management 1 Vergaderen en rapporteren Omgevingsanalyse Projectmanagement 2 Communicatieve vaardigheden Business Case 1 (toegespitst op uitstroomvariant) Engels 1 Onderzoeksvaardigheden 1 Spaans 1 Bedrijfsanalyse 1 Business case 2 (toegespitst op uitstroomvariant) Studieloopbaanontwikkeling Totaal
EC 3 2 1 3 2 3 3 3 3 3 3 3 4 36 EC
Vakken in de propedeuse van de uitstroomvarianten BE en FE Onderwijseenheid EC Kosten en baten 1 2 Jaarrekening 1 2 Investering en Financieringsplan 1 2 Fiscale aangifte 1 2 Fiscale aangifte 2 2 Fiscale aangifte 3 2 AO handboek/MIS 1 2 Jaarrekening 2 2 Kosten en baten 2 2 AO handboek/MIS 2 2 Investerings-en financieringsplan 2 2 Controle werkzaamheden 1 2 Totaal 24
pagina 10
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
pagina 11
Vakken van de uitstroomvariant AC Onderwijseenheid Kosten en baten 1 Jaarrekening 1 Investering en Financieringsplan 1 Controle werkzaamheden 1 Controle werkzaamheden 2 Controle werkzaamheden 3 Controle werkzaamheden 4 AO handboek/MIS 1 Kosten en baten 2 Jaarrekening 2 AO handboek/MIS 2 Investerings-en financieringsplan 2 Totaal
EC 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 24
Vakken van de uitstroomvariant MER Onderwijseenheid Management en accounting Inleiding Recht Economie en internationalisering Probleemanalyse Bedrijfsadministratie Organisatiekunde Marketingbeleid1 Internationaal recht Totaal
EC 3 3 3 3 3 3 3 3 24
Vakken van de uitstroomvariant B&V Onderwijseenheid Fin assurantie en dienstverlening 1 Fin assurantie en dienstverlening 2 Fin assurantie en dienstverlening 3 Fin bancaire dienstverlening 1 Fin bancaire dienstverlening 2 Fin bancaire dienstverlening 3 Financiering Kostencalculatie en Excel Totaal
EC 3 3 3 3 3 3 3 3 24
Vakken van de uitstroomvarianten CE Onderwijseenheid Interne analyse Marketingstrategie Financiering Marktsegmentatie Kostencalculaties Retail en dienstenmarketing Marketingbeleid 1 Marketingbeleid 2 Organisatiekunde Totaal
EC 3 3 3 3 3 3 3 3 3 24
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Vakken van de uitstroomvarianten SB& RM en CE Onderwijseenheid Interne analyse Marketingstrategie Financiering Marktsegmentatie Kostencalculaties Retail en dienstenmarketing Marketingbeleid 1 Organisatiekunde Totaal
EC 3 3 3 3 3 3 3 3 24
Vakken van de uitstroomvariant SM&O Onderwijseenheid Interne analyse Marketingstrategie Sport en Economie in de wereld Eventmanagement Marketingbeleid 1 Kostencalculaties Management van sportaccomodaties Marketingbeleid 2 Totaal
EC 3 3 3 3 3 3 3 3 24
Tweede jaar Gemeenschappelijke vakken in het tweede jaar voor alle uitstroomvarianten Onderwijseenheid Interculturele aspecten Personal computing Professionele gespreksvoering Business case 1 toegespitst op uitstroomvariant Ethiek en integriteit Engels 2 Bedrijfsanalyse 2 Spaans 2 Ondernemingsrecht 1 Business case 2 toegespitst op uitstroomvariant Studieloopbaanontwikkeling Totaal
EC 3 3 3 3 3 3 4 3 3 3 4 35
Vakken in het tweede jaar van de uitstroomvarianten BE Onderwijseenheid EC Controlewerkzaamheden 2 2 Controlewerkzaamheden 3 2 Jaarrekening 3 2 Jaarrekening 4 4 Investering en Financieringsplan 3 3 Investering en Financieringsplan 4 2 AO handboek/MIS 3 2 AO handboek/MIS 4 2
pagina 12
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Fiscale aangifte 4 Kosten en baten 3 Kosten en baten 4 Totaal
2 2 2 25
Vakken in het tweede jaar van de uitstroomvarianten FE Onderwijseenheid EC Controlewerkzaamheden 2 2 Controlewerkzaamheden 3 2 Jaarrekening 3 2 Jaarrekening 4 4 Investering en Financieringsplan 3 3 Investering en Financieringsplan 4 2 AO handboek/MIS 3 2 AO handboek/MIS 4 2 Fiscale aangifte 4 2 Kosten en baten 3 2 Kosten en baten 4 2 Totaal 25 Vakken in het tweede jaar van de uitstroomvariant AC Onderwijseenheid EC Controlewerkzaamheden 5 2 Controlewerkzaamheden 6 2 Jaarrekening 3 2 Jaarrekening 4 4 Investering en Financieringsplan 3 3 Investering en Financieringsplan 4 2 AO handboek/MIS 3 2 AO handboek/MIS 4 2 Kosten en baten 3 2 Kosten en baten 4 2 Fiscale aangifte 1 2 Totaal 25 Vakken in het tweede jaar van de uitstroomvariant MER Onderwijseenheid EC Informatiemanagement 3 Bestuurlijke informatievoorziening 4 Ondernemings- en belastingrecht 3 Ondernemingsfinanciering 3 Contracteren, aansprakelijkheid en verhaal 3 Onderzoeksvaardigheden 2 3 Sales 3 Schriftelijk adviseren 3 Totaal 25
pagina 13
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Vakken in het tweede jaar van de uitstroomvariant B&V Onderwijseenheid EC Fin. Assurantie dienstverlening 4 3 Fin. Assurantie dienstverlening 5 3 Fin. Assurantie dienstverlening 6 3 Fin. Bancaire dienstverlening 4 3 Fin. Bancaire dienstverlening 5 3 Fin. Bancaire dienstverlening 6 3 Beslissingscalculaties 4 Onderzoeksvaardigheden 2 3 Totaal 25 Vakken in het tweede jaar van de uitstroomvariant SB & RM Onderwijseenheid EC Marketingcommunicatie 4 Marktonderzoek en data-analyse 4 Budgettering 3 internationalisering 5 Onderzoeksvaardigheden 2 3 Sales 3 Schriftelijk adviseren 3 Totaal 25 Vakken in het tweede jaar van de uitstroomvariant CE Onderwijseenheid EC Marketing communicatie 4 Marktonderzoek en data-analyse 4 Budgettering 3 Internationalisering 5 Onderzoeksvaardigheden 2 3 Sales 3 Schriftelijk adviseren 3 Totaal 25 Vakken in het tweede jaar van de uitstroomvariant SM&O Onderwijseenheid EC Marketingcommunicatie 4 Sport communicatietactiek en techniek 3 Internet en media 4 Internationalisering 5 Onderzoeksvaardigheden 2 3 Sales 3 Schriftelijk adviseren 3 Totaal 25
pagina 14
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Derde jaar Gemeenschappelijke vakken in het derde jaar voor alle uitstroomvarianten Onderwijseenheid Ondernemen Businesscase Businessplan Managementvaardigheden 1 Studieloopbaanbegeleiding (kwartiel 1 en 2) Studieloopbaanbegeleiding (kwartiel 3 en 4) Stage Totaal
EC 3 6 3 4 2 30 48
Vakken in het derde jaar van de uitstroomvariant BE Onderwijseenheid EC Investerings- en financieringsplan 5 6 Kosten en baten 5 3 Bedrijfsanalyse 3 3 Totaal 12 Vakken in het derde jaar van de uitstroomvariant FE Onderwijseenheid EC Inleiding Antilliaans recht 3 Fiscale aspecten Curaçao 1 3 Fiscale aspecten Curaçao 2 3 Bedrijfsanalyse 3 3 Totaal 12 Vakken in het derde jaar van de uitstroomvariant AC Onderwijseenheid EC Jaarrekening 5 4 Kwaliteitssystemen 2 MIS 3 AO handboek 5 3 Totaal 12 Vakken in het derde jaar van de uitstroomvariant MER Onderwijseenheid EC Strategisch HRM 3 Coachingvaardigheden 1 3 Coachingvaardigheden 2 3 Digitale Economie 3 Totaal 12 Vakken in het derde jaar van de uitstroomvariant B&V Onderwijseenheid EC Management accounting 3 Coachingsvaardigheden 1 3 Coachingsvaardigheden 2 3 Internationale economie 3 Totaal 12
pagina 15
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Vakken in het derde jaar van de uitstroomvariant SB&RM Onderwijseenheid EC Strategisch HRM 3 Coachingsvaardigheden 1 3 Inkoop 3 Digitale Economie 3 Totaal 12 Vakken in het derde jaar van de uitstroomvariant CE Onderwijseenheid EC Strategische marketing 1 3 Strategische marketing 2 3 Coachingvaardigheden 1 3 Inkoop 3 Totaal 12 Vakken in het derde jaar van de uitstroomvariant SM&O Onderwijseenheid EC Strategisch HRM 3 Coachingsvaardigheden 1 3 Coachingsvaardigheden 2 3 Budgettering 3 Totaal 12
Vierde jaar Gemeenschappelijke opzet in het vierde jaar voor alle uitstroomvarianten Onderwijseenheid Internationale minor Afstudeerfase Totaal
pagina 16
EC 30 30 60
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
4 Opleidingsbeoordeling Aangehouden is het Beoordelingskader voor de uitgebreide Toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2010, nr 21325). Dit kader wordt gebruikt als de instelling niet beschikt over een positief oordeel van de instellingstoets kwaliteitszorg. De beoordeling is gericht op zeven vragen: 1. Wat beoogt de opleiding? 2. Met welk programma? 3. Met welk personeel? 4. Met welke voorzieningen? 5. Hoe wordt de kwaliteit geborgd? 6. Hoe wil de opleiding dit toetsen? 7. Zijn er voldoende financiële middelen? Deze zeven vragen zijn vertaald in zeven onderwerpen en 16 standaarden. Over de standaarden geeft het visitatiepanel een gemotiveerd oordeel op een tweepuntsschaal: onvoldoende of voldoende. Vervolgens geeft het panel een gemotiveerd eindoordeel over de kwaliteit van de opleiding als geheel, ook op de tweepuntsschaal. Bij de beoordeling worden de volgende definities gehanteerd. Deze definities hebben zowel betrekking op de scores van de standaarden als op de scores van de opleiding in totaal. Basiskwaliteit De kwaliteit die in internationaal perspectief redelijkerwijs verwacht mag worden van een bachelor- of masteropleiding binnen het hoger onderwijs. Onvoldoende De opleiding voldoet niet aan de basiskwaliteit. 1
Voldoende onder voorwaarden De opleiding voldoet onder voorwaarden aan de basiskwaliteit. Voldoende De opleiding voldoet aan de basiskwaliteit. Indien een opleiding niet volledig nieuw is of omgevormd wordt, worden bij de oordeelsvorming ook de gerealiseerde eindkwalificaties betrokken.
1
pagina 17
Alleen mogelijk indien standaard 1 of 15 als voldoende zijn beoordeeld.
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
4.1 4.1.1
Beoogde eindkwalificaties Standaard 1 De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen De commissie acht de term “major”, die UDC gebruikt, onjuist. De term sluit ook niet aan bij hetgeen UDC voor ogen staat. Vandaar dat het panel deze term vervangen heeft door “uitstroomprofiel”, ook in de tekst die is overgenomen van UDC. De opleiding UDC Business Administration is een brede beroepsopleiding die acht uitstroomprofielen omvat: 1. BedrijfsEconomie (BE) 2. Fiscale Economie (FE) 3. Accountancy (AC) 4. Management, Economie & Recht (MER) 5. Bank- & Verzekeringswezen (B&V) 6. Small Business & Retail Management (SB&RM) 7. Commerciële Economie (CE) 8. Sport, Management & Ondernemen (SM&O) De opleiding beschikt voor elk uitstroomprofiel over een visie op het beroep en een set eindkwalificaties. Voor de eindkwalificaties en visie probeert UDC zoveel mogelijk aan te sluiten bij de in Nederland landelijk overeengekomen beroeps- en opleidingsprofielen die als voorbeeld hebben gediend. Het gaat om de volgende documenten: BE: Landelijk Opleidingsprofiel BE, 2010 FE: De hbo (bachelor) – fiscalist, 2006 AC: Beroeps- en opleidingsprofiel hbo accountancy, 2009 MER: Management, Economie en Recht, Competentieprofiel voor de bacheloropleiding 2008 B&V: Beroeps- en opleidingsprofiel Financial Services Management, 2010 SB&RM: SB&RM: Het competentieprofiel herijkt, 2004 CE: Commerciële Economie, Competentieprofiel 2002 SM&O: Kwalificatieprofiel Sportmanager, 2007 De eindkwalificaties die UDC bij de opleiding Business Administration als uitgangspunt heeft genomen, zijn geïnspireerd door bovengenoemde beroeps- en opleidingsprofielen. Deze profielen bestaan uit twee delen: een beroepsdeel en een opleidingsdeel. In het beroepsdeel is verwoord wat het beroep is waarvoor de studenten bij de betreffende opleiding worden opgeleid, de taakgebieden waarop afgestudeerden actief zijn en de eindkwalificaties die zij moeten verwerven om het beroep zelfstandig uit te kunnen oefenen. In het opleidingsdeel staan richtlijnen voor de vormgeving van het onderwijs. De profielen zijn door het Nederlandse beroepenveld gevalideerd en sluiten dus aan bij de eisen die vertegenwoordigers uit de Nederlandse beroepspraktijk hier aan stellen. Om er zeker van te zijn dat de profielen ook aansluiten bij de Curaçaose beroepssituatie bespreekt UDC ze met de eigen werkveldcommissie (WVC). Gaandeweg verwerven de studenten de beoogde eindkwalificaties en ontwikkelen zij zich tot zelfstandig beroepsbeoefenaar. Tegelijkertijd groeien ze toe naar het HBO-niveau zoals verwoord in de vijf Dublindescriptoren. Het infomatiedossier geeft aan hoe deze descriptoren worden gerealiseerd. De eindkwalificaties zijn beschreven in paragraaf 3.3 van onderhavig paneladvies.
pagina 18
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Overwegingen De eindkwalificaties beschrijven naar het oordeel van het panel in algemene zin de eisen die aan de afgestudeerden gesteld moeten worden. Ze dienen nog nader geoperationaliseerd te worden. In de gesprekken bleek dat de opleiding hier al verder mee is gekomen dan op papier stond. De invulling van de acht uitstroomprofielen met als voorbeeld de in Nederland overeengekomen beroeps- en opleidingsprofielen is een belangrijke waarborg dat het beoogde niveau van een brede bachelor wordt bereikt. Zowel de algemene kernkwalificaties als de beroepsprofielen zijn in de ogen van het panel relevant voor de afgestudeerden. Nogmaals zij hier vermeld dat ten tijde van de beoordeling alleen de vakken van de propedeuse waren ingevuld met literatuur en leerdoelen. In een apart document zijn per uitstroomprofiel zowel de visie op het beroep als de domeinspecifieke eisen aangegeven. De eindkwalificaties passen binnen het Nederlandse kwalificatieraamwerk van een bachelor Business Administration. UDC tracht de eindkwalificaties van de acht uitstroomprofielen zoveel mogelijk te laten aansluiten bij in Nederland overeengekomen landelijke beroepsprofielen, maar ze komen daarmee niet overeen omdat de uitstroomprofielen van UDC breder zijn en minder gespecialiseerd. De eindkwalificaties zijn mede in overleg met de werkveldcommissie aangepast aan de omstandigheden van de Dutch Caribbean. De opleiding Business Administration bevat in de eerste jaren dan ook veel algemene bedrijfskundige vakken; het is een generalistische opleiding. Het panel is van oordeel dat met name bij de uitstroomprofielen Accountancy, Fiscale Economie, MER en Bank- & Verzekeringswezen, waarbij in Nederland sprake is van aparte opleidingen met verplichte vakken, expliciet dient te worden aangegeven, dat deze uitstroomprofielen breder zijn dan en afwijken van de meer gespecialiseerde opleidingen in Nederland met overeenkomstige namen. In het geval van Accountancy is in Nederland ook nog sprake van civiel effect. Indien dit niet duidelijk wordt uitgelegd bij de studievoorlichting, dan kan er, zo meent het panel, sprake zijn van ernstige misverstanden waarvan studenten de dupe zijn. Ook om die reden kiest het panel voor de term “uitstroomprofiel” in plaats van”major”, daarmee wordt voorkomen dat er verkeerde verwachtingen worden gewekt bij studenten. Het panel heeft de opleiding het volgende in overweging gegeven om de – volgens Nederlandse normen – deficiënte uitstroomprofielen Accountancy, Fiscale Economie, MER en Bank & Verzekeringswezen toch gelijkwaardig te maken aan de Nederlandse pendanten. Voor het aanvullen van de ontbrekende kennis en vaardigheden zou een student na het behalen van het BA bachelordiploma een aanvullend deficiëntieprogramma kunnen volgen, het panel spreekt hier van een uitklapmodel. Een andere mogelijkheid zou zijn dat een student de internationale minor en zo nodig de stage voor het wegwerken van de deficiënties gebruikt. Dan is er sprake van een inklapmodel. De opleiding heeft aangegeven hoe elk van de Dublin-descriptoren wordt gerealiseerd, om het niveau te waarborgen. Het vastleggen van het niveau met de Dublin-descriptoren geeft naar het oordeel van het panel voldoende waarborg dat de opleiding voldoet aan de eisen van het niveau van een hbo-bachelor. De eindkwalificaties zijn naar de mening van het panel goed afgestemd met het beroepenveld van Curaçao en ze richten zich ook op een verantwoorde wijze op de beroepen die de afgestudeerden zullen gaan uitoefenen. Het panel heeft begrip en sympathie voor deze opzet waarbij studenten de mogelijkheid hebben om een minor in het buitenland te volgen, maar waarbij ze ook de mogelijkheid hebben om op het eiland te blijven. Volgens het panel heeft de opleiding de eindkwalificaties voldoende afgestemd op de internationale eisen. Dat is gebeurd door middel van de afstemming op de Nederlandse
pagina 19
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
uitgangspunten en beroepsprofielen. Een vergelijking met andere opleidingen bij andere instellingen op Curaçao of in het buitenland is in het informatiedossier niet gemaakt. Het panel wil er tenslotte op wijzen dat het starten van een hbo-bachelor op een met Nederland vergelijkbaar niveau ook hogere eisen stelt aan de onderwijsomgeving. Zo zijn (virtuele) bibliotheekvoorzieningen noodzakelijk en mogelijkheden om zowel docenten als studenten te leren omgaan met toegepast onderzoek. Het niveau van het onderwijs is thans basaal, maar de visie op het onderwijs kan meer uitgewerkt worden. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
4.2 4.2.1
Programma Standaard 2 De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk. Bevindingen Vaardigheden op het gebied van de beroepspraktijk In het studieprogramma van de opleiding Business Administration zijn vier leerlijnen zichtbaar: de cursuslijn, de vaardighedenlijn, de lijn van de businesscases en de studieloopbaanontwikkelingslijn. Vaardigheden op het gebied van de beroepspraktijk oefenen de studenten in de vaardighedenlijn. In deze lijn biedt de opleiding de studenten trainingen aan waardoor zij algemene en beroepsspecifieke vaardigheden verwerven. Algemene vaardigheden zijn voor alle studenten van belang. Beroepsspecifieke vaardigheden zijn expliciet gekoppeld aan het beroep waarvoor wordt opgeleid. Een voorbeeld van algemene vaardigheden zijn de sociaal communicatieve vaardigheden zoals rapporteren, presenteren, vergaderen, onderhandelen, conflicthantering, leiding geven en samenwerken. Deze vaardigheden traint de opleiding in onderwijseenheden als projectmanagement, communicatieve vaardigheden, professionele gespreksvoering, en vergaderen en rapporteren. De studenten moeten deze vaardigheden beheersen om als bachelor te kunnen functioneren. Vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek Onderzoeksvaardigheden oefenen de studenten tijdens trainingen in het eerste en tweede studiejaar. In deze trainingen leren de studenten informatie verzamelen, analyseren en verwerken en conclusies en aanbevelingen formuleren. Bovendien leren zij om beslissingen met onderzoeksgegevens te legitimeren. Alle studenten sluiten hun studie af met een afstudeerproject. Toegepast onderzoek is een bestanddeel van deze projecten. Communicatie is een belangrijk instrument van de BA-bachelor. Voor een goede communicatie is taalvaardigheid een voorwaarde. Vandaar dat in de opleiding ook aandacht wordt besteed aan de taalvaardigheid van de studenten. Maar niet om die reden alleen. De aandacht voor taalvaardigheid heeft ook te maken met de taalsituatie op Curaçao. Curaçao is een meertalige samenleving. Dit wordt erkend door de overheid en het beleid is erop gericht deze meertaligheid te stimuleren. Nederlands, Papiaments en Engels hebben sinds 2007 de status van officiële talen. Een samenleving kan meertalig zijn, dat betekent echter niet dat ook alle inwoners meertalig zijn en dat zij de gesproken talen thuis, in het onderwijs en in de dagelijkse omgang op hetzelfde niveau gebruiken. In tegendeel. Het Papiaments is de meest gesproken taal op Curaçao. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat in de overgrote meerderheid van de huishoudens het Papiaments de omgangstaal is en dat in 15% van de huishoudens Nederlands wordt gesproken. Daar staat tegenover dat het Nederlands in het grootste deel van het onderwijs de officiële instructietaal is. In de eerste
pagina 20
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
jaren van het primair onderwijs is het Papiaments nog de instructietaal maar daarna wordt overgeschakeld op Nederlands, echter het Papiaments blijft gehandhaafd. Hetzelfde geldt in het voortgezet onderwijs. Er bestaat met andere woorden in het Curaçaose onderwijs een complexe taalsituatie. Er moet voortdurend gelaveerd worden tussen het Papiaments, dat als moedertaal van het grootste deel van de bevolking zijn natuurlijke plaats in het onderwijs opeist en het Nederlands dat voor de meeste inwoners van Curaçao een tweede taal is, die alleen op school wordt aangeleerd en gebruikt. Deze taalsituatie is voor UDC een gegeven waar zij mee geconfronteerd wordt en rekening mee houdt. Overwegingen De betrokkenheid van het beroepenveld bij de inhoud van het programma is via de Werkveldcommissie naar de mening van het panel goed gewaarborgd. Het beroepenveld voelt zich zeer betrokken bij de opleiding, zo heeft het panel geconstateerd in het gesprek met de Werkveldcommissie, en deze spant zich in om de aansluiting van het programma op de eisen van de beroepspraktijk te bewaken. De vakinhoudelijke kennis lijkt meer op de praktijk gericht dan bij vergelijkbare bacheloropleidingen in Nederland. De studenten komen volgens het panel in voldoende mate in aanraking met situaties en ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Dat gebeurt in de business cases, de stage en het afstudeerproject. Het panel waardeert de aandacht die de opleiding aan de taalbeheersing van de studenten geeft; het heeft vastgesteld dat de studenten in het algemeen behoorlijk Nederlands spreken, maar als zij onderling communiceren de voorkeur geven aan het Papiaments. Het schrijven van correct Nederlands is voor veel studenten een probleem, zo heeft het panel vernomen van de docenten. De docenten bieden hierbij steun waar nodig. De literatuur die de opleiding voorschrijft, is in de ogen van het panel van een goed niveau en weerspiegelt de actuele inzichten op de vakgebieden. De literatuur is voldoende op de beroepspraktijk afgestemd. Een van de panelleden merkte op, kijkend naar de uitgestalde studieboeken, dat het wel leek alsof hij in Nederland was. De actualiteit van het programma is naar behoren. De opleiding waarborgt deze volgens het panel op een verantwoorde wijze. De mechanismen die de opleiding daarvoor in het leven heeft geroepen, zoals contacten met Nederlandse instellingen en de stevige band met het werkveld, zijn effectief. Het panel is wel van oordeel dat de onderzoeksvaardigheden nadrukkelijk aandacht behoeven. Het baseert dit ook op de afstudeerscripties die het heeft bekeken van de opleidingen CE en BE die al aangeboden worden. Ook vanuit de docenten is naar voren gebracht dat literatuurgebruik en bronvermelding in de scripties bepaald voor verbetering vatbaar zijn. Het plan om een kenniscentrum op te zetten voor het bedrijfsleven juicht het panel dan ook toe. Hier zouden docenten kunnen leren om onderzoek te verrichten, zodat zij deze vaardigheid op basis van hun expertise kunnen doorgeven aan studenten die vervolgens hun afstudeeronderzoek kunnen uitvoeren in datzelfde expertisecentrum. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
pagina 21
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
4.2.2
Standaard 3 De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen UDC heeft voor elk uitstroomprofiel eindkwalificaties vastgesteld. Om studenten inhoudelijk te ondersteunen bij de ontwikkeling van de beoogde eindkwalificaties biedt de opleiding cursussen en trainingen aan. Hierin verwerven de studenten de noodzakelijke kennis en vaardigheden, die zij toepassen in businesscases, tijdens de stage en in de afstudeerfase. Aldus ontwikkelen de studenten zich tot competente beroepsbeoefenaren, die het beroep waarvoor zij zijn opgeleid zelfstandig kunnen uitoefenen. Dit betekent concreet dat zij weten wat de beroepstaken zijn die bij het beroep horen en dat zij deze kunnen uitvoeren en dat zij beroepsproblemen kunnen oplossen. Bij de cursussen, de trainingen en de businesscases worden leerdoelen geformuleerd. Voor de propedeuse is dit proces bijna voltooid. In de leerdoelen wordt tamelijk precies beschreven wat de studenten aan het eind van een cursus, een training of een businesscase moeten laten zien, moeten kunnen of moeten weten. De leerdoelen zijn omschreven in termen van waarneembaar gedrag en zijn richtinggevend voor de vormgeving van het onderwijs, de opdrachten die de studenten uitvoeren en de toetsing. De opleiding heeft per uitstroomprofiel de cursussen, de trainingen en de businesscases zo gekozen dat zij samen dekkend zijn voor de beoogde eindkwalificaties. Dit betekent dat als de studenten alle onderwijseenheden hebben afgerond en de leerdoelen hebben verworven, zij ook de eindkwalificaties hebben bereikt. Overwegingen Het brede programma biedt de studenten de mogelijkheid de eindkwalificaties te bereiken met de opzet van cursussen, trainingen en business cases, zo stelt het panel vast. Het panel is ervan overtuigd dat de inhoud van het programma en de eindkwalificaties duidelijk aan elkaar gerelateerd zijn. Alle onderwerpen en competenties die in de eindkwalificaties zijn benoemd, komen met voldoende gewicht terug in het programma. Op grond daarvan beschouwt het panel het programma als een adequate afspiegeling van de eindkwalificaties. Door de indeling met cursussen, trainingen en business cases heeft de opleiding het programma goed opgebouwd in termen van oplopende moeilijkheidsgraad. Door de brede aanpak, in het bijzonder in de propedeuse, kunnen de studenten een goede keuze maken voor een uitstroomprofiel. Het panel beveelt aan om voor de invulling van de geplande internationale minor in de nieuwe opleiding met een beperkt aantal hogescholen slimme afspraken te maken, waarbij de noodzakelijke aandacht wordt besteed aan opvang en begeleiding van de studenten. Voor studenten die er de voorkeur aan geven op het eiland te blijven dient een gelijkwaardig alternatief te worden geboden. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
pagina 22
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
4.2.3
Standaard 4 De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen The University of the Dutch Caribbean beschikt over een eigen onderwijsvisie. Deze visie bestaat uit twee onderdelen. Het eerste is dat de studieprogramma’s die UDC aanbiedt kwalificatiegericht zijn opgezet. Dat wil zeggen dat de studenten zich gedurende hun hele studie kennis en vaardigheden eigen maken, beroepstaken oefenen, beroepsproblemen oplossen en beroepsproducten maken en zich zo ontwikkelen tot competente beroepsbeoefenaren. Het tweede onderdeel van de onderwijsvisie is dat de studenten de beoogde eindkwalificaties zo veel mogelijk zelfstandig en actief studerend verwerven. En eindkwalificaties verwerven de studenten alleen door tijdens de studie beroepsproblemen op te lossen en beroepsproducten te maken en door daarbij kennis en vaardigheden in samenhang te gebruiken. Eindkwalificaties en de bijbehorende kennis en vaardigheden kunnen dus niet worden overgedragen door de docent, maar moeten door de student zelf worden geleerd en ontwikkeld. De onderwijsvisie is door UDC uitgewerkt in een didactisch concept van vier leerlijnen. De vier leerlijnen zijn de cursuslijn, de vaardighedenlijn, de lijn van de businesscases en de studieloopbaanbegeleiding (SLB-lijn). Aan elke leerlijn zijn onderwijseenheden gekoppeld. En bij de onderwijseenheden (cursussen, trainingen en businesscases) zijn leerdoelen en opdrachten geformuleerd. De bedoeling van de opdrachten is dat de studenten zich uitgedaagd voelen zelfstandig en actief aan de slag te gaan en het beste uit zichzelf te halen. De opdrachten bij de businesscases bevorderen de beroepsbekwaamheid van de studenten. In de cursuslijn zijn de opdrachten gericht op de verwerving van kennis en in de vaardigheidslijn oefenen de studenten vaardigheden. In de SLB-lijn vraagt de studieloopbaanbegeleider aan de studenten om te reflecteren op leer- en werkervaringen en daar betekenis aan te geven. De afstemming van het onderwijs op de beroepspraktijk gebeurt binnenschools in de cursussen, trainingen en de businesscases. Door de hele opleiding heen worden de studenten geconfronteerd met opdrachten om kennis te verwerven, vaardigheden te oefenen en deze kennis en vaardigheden te gebruiken in de business cases. Centraal in een businesscase staan een of meer beroepsproblemen die de studenten moeten oplossen. Aanvankelijk gebeurt dat vooral binnen de muren van de school. Verderop in de studie, in het derde en vierde studiejaar, komen de studenten ook in authentieke praktijksituaties terecht, zoals tijdens de stage en de afstudeerfase. De samenwerking met de beroepspraktijk krijgt vorm via de werkveldcommissie en door de inschakeling van docenten die werkzaam zijn in de praktijk. Bij de start van de commissie spitsten de gesprekken zich vooral toe op de beoogde eindkwalificaties en het studieprogramma. Later wil UDC de leden van de WVC ook betrekken bij het onderwijs in de kwartielen en bij de evaluatie van het niveau van afstudeerders. De docenten van UDC zijn professionals uit de beroepspraktijk. Zij kennen het beroep waarvoor de studenten worden opgeleid en tijdens hun lessen vertellen zij erover. Het doel van de opleiding BA is om studenten op te leiden tot competente beroepsbeoefenaren. Bij competent gedrag gaat het om het in samenhang gebruiken van kennis en vaardigheden. In het onderwijs gaan de ontwikkeling van de beroepsbekwaamheid van de studenten en de verwerving van kennis en vaardigheden daarom hand in hand. De beroepsgerichte kennis en vaardigheden die de studenten moeten leren, krijgen zij contextgebonden aangeboden, dat wil zeggen aan de hand van actuele
pagina 23
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
praktijkvoorbeelden. Deze voorbeelden verwijzen niet naar wetenswaardigheden op zich, maar naar expliciet aangeduide situaties in de beroepsuitoefening. Overwegingen Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding een eigen onderwijsvisie heeft en waardeert dit concept. De groepen zijn klein, met de studenten worden studiecontracten afgesloten. Studenten worden door de cursusleiders en stagebegeleiders gesteund. De handleiding Studieloopbaanbegeleiding ziet er goed uit. Het panel heeft waardering voor de sollicitatiebrief die alle studenten in het derde jaar moeten schrijven voor een functie in het kader van de stage, waarvoor de opleiding opleidt. Dit is een soort herbevestiging van hun keuze en geeft antwoord op de vraag of de opleiding bij de student past. Het panel constateert dat met dit programma, mits ook in de jaren na de propedeuse goed uitgewerkt, en dit didactisch concept het mogelijk is voor studenten om de beoogde eindkwalificaties te halen. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
4.2.4
Standaard 5 Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten. Bevindingen Aspirant-studenten die de opleiding UDC Business Administration willen instromen, zijn toelaatbaar als zij in het bezit zijn van een diploma HAVO, VWO of SBO (beroepsopleidende leerweg - niveau 4). SBO-afgestudeerden worden meteen toegelaten. Voor afgestudeerden van havo en vwo is toelating afhankelijk van het profiel dat zij hebben gekozen. Aspirant-studenten die niet aan de officiële toelaatbaarheidvoorwaarden voldoen, kunnen deelnemen aan een deficiëntieonderzoek. Wanneer zij dit onderzoek met goed gevolg afleggen, worden ze alsnog toegelaten. UDC wil dat het studieprogramma niet alleen qua inhoud maar ook qua vorm aansluit bij de vooropleiding. In verband hiermee heeft de opleiding gekozen voor een programmaopbouw met de volgende vier kenmerken: van meer naar minder contacttijd; van minder naar meer zelfstandig studeren; van meer naar minder docentsturing; en van breed basaal in de propedeuse naar verdieping en verbreding in de postpropedeuse. In de propedeuse is de docentsturing sterk aanwezig. Deze sturing neemt in de jaren daarna af, waardoor de verantwoordelijkheid voor het leerproces meer en meer bij de studenten komt te liggen. Ook van de werkvormen die de docenten in de propedeuse gebruiken zoals colleges, groepswerk en het uitwerken van opdrachten gaat de nodige sturing uit. Na enige tijd worden andere –voor de studenten vaak nog onbekende- werkvormen geïntroduceerd. Een voorbeeld hiervan zijn de business cases, die veelal projectmatig worden uitgevoerd. In het begin worden bij de business cases veel specificaties verstrekt, maar gaandeweg worden die globaler omschreven of zelfs geheel weggelaten, zoals in de afstudeerfase. De opleiding is aanwezig op studiebeurzen en organiseert open dagen. Overwegingen De opleiding voldoet volgens het panel aan de wettelijke eisen voor de toelating van studenten. De studenten van het CDC (de SBO-opleiding) kunnen soepel, in een
pagina 24
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
vertrouwde omgeving doorstromen. De sterke docentsturing in de propedeuse waardeert het panel. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
4.2.5
Standaard 6 Het programma is studeerbaar. Bevindingen De benodigde tijd om alle opdrachten uit te kunnen voeren en de studiestof te bestuderen wordt vermeld in de handleidingen voor de studenten. Ook voor de stage, de afstudeerfase en de studieloopbaanbegeleiding wordt de studielast vastgelegd. Bij de toetsing worden alle onderwijseenheden die in de betreffende periode aan bod zijn geweest afgerond en getoetst. Iedere toets leidt direct tot een beoordeling op basis waarvan studiepunten worden toegekend. De beoordelingscriteria worden vooraf aan de studenten bekend gemaakt. Elke toets kan minimaal eenmaal per jaar worden herhaald en de toetsuitslagen zijn binnen 10 werkdagen beschikbaar. De resultaten worden vastgelegd in de zogenoemde UDC Tracker. De studenten kunnen hun resultaten via de Tracker op elk gewenst moment inzien. De toets- en onderwijsroosters worden tijdig verstrekt. In het studieprogramma heeft de opleiding drempels gelegd die een evenwichtige competentieontwikkeling van de studenten moeten bevorderen. De studenten moeten bijvoorbeeld aan omschreven eisen voldoen voordat zij toegelaten worden tot de stage, de minor en de afstudeerfase. Om te kunnen overstappen van de propedeuse naar de postpropedeuse moeten de studenten beschikken over een door de studieloopbaanbegeleider goedgekeurd studiecontract. In het eerste jaar zijn er gemiddeld 370 uren contactonderwijs gepland. Binnen de uitstroomprofielen Bedrijfseconomie, Accountancy en Fiscale Economie zijn 504 contacturen gepland en binnen de overige uitstroomprofielen 294 contacturen. Dit verschil wordt veroorzaakt door een hoger aantal trainingen en cursussen binnen de uitstroomprofielen Bedrijfseconomie, Accountancy en Fiscale Economie. Overwegingen De spreiding van de studielast over de studiejaren is volgens het panel evenwichtig. Als studenten vragen willen stellen dan kunnen ze hun docenten gemakkelijk bereiken. De kleinschaligheid en de inzet van de docenten bevorderen dit. In het kader van de studeerbaarheid is het van belang dat docenten zich houden aan de afgesproken nakijktermijn van 10 dagen; als die termijn niet wordt gehandhaafd kunnen studenten in de knoei komen bij het verdergaan met andere vakken. Het panel heeft overigens niet gezien dat er voor studenten met een functiebeperking bijzondere voorzieningen zijn getroffen. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
pagina 25
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
4.2.6
Standaard 7 De opleiding voldoet aan wettelijke eisen met betrekking tot de omvang en de duur van het programma. Bevindingen Het vierjarige programma telt volgens het aanvraagdossier 240 EC, hiervan is 30 EC bestemd voor de stage (zie ook par. 3.3). Overwegingen Het panel stelt vast dat het programma voldoet aan de formele eisen met betrekking tot omvang en duur van een hbo-bachelorprogramma. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
4.3 4.3.1
Personeel Standaard 8 De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid. Bevindingen Het personeelsbeleid is vastgelegd in het personeelshandboek. Het beleid omvat procedures op het gebied van in-, door- en uitstroom, een bezwaarprocedure en gedragsregels bij verlof, ziekteverzuim en ongevallen. Naast deze procedures zijn in het handboek ook de secundaire arbeidsvoorwaarden geregeld zoals de vergoedingsregeling oppaskosten bij overwerk en de studiefaciliteitenregeling. Na de totstandkoming van het personeelsbeleid is gestart met het beschrijven en waarderen van de functies in de organisatie. Het personeelshandboek wordt tijdens de introductieperiode aan iedere vaste medewerker uitgereikt en toegelicht. UDC kent twee soorten medewerkers. Vaste medewerkers, die op basis van een arbeidsovereenkomst aan de organisatie zijn verbonden, en docenten die op basis van een overeenkomst van opdracht (OVO) een deel van het onderwijsleerproces voor hun rekening nemen. De manager van UDC is verantwoordelijk voor de inhoud, de organisatie en de kwaliteit van de opleidingen die UDC aanbiedt. De manager wordt ondersteund door studiecoördinatoren. Zij faciliteren en ondersteunen de docenten, zorgen dat het studiemateriaal, de leermiddelen en de toetsen tijdig beschikbaar zijn en zijn het eerste aanspreekpunt voor docenten, studenten en andere belanghebbenden. UDC zet bij de bestaande opleidingen docenten in die op basis van opleiding, expertise en werkervaring onderwijs verzorgen. Zij voeren cursussen en trainingen uit en/of begeleiden studenten bij de uitvoering van business cases. Zij hebben geen vast dienstverband met UDC, maar doen hun werk op basis van een overeenkomst van opdracht. UDC heeft voor deze constructie gekozen vanwege de geringe omvang van de aanstelling. Alle docenten werken in de beroepspraktijk en leggen daardoor in hun onderwijs een verbinding tussen de theorie en de praktijk van het beroep. Tussen de organisatie en de docenten geldt een strikte taakverdeling. De organisatie levert het studiemateriaal, de leermiddelen en de toetsen. De docenten voeren het onderwijs uit. UDC wil dit beleid bij de opleiding BA continueren. Behalve docenten wil UDC in de toekomst ook regelmatig binnenlandse en buitenlandse gastsprekers inschakelen. Bijvoorbeeld deskundigen die op Curaçao wonen en werken of tijdelijk op Curaçao zijn. Binnen het instituut wordt onderwijs gegeven op SBO-niveau door het CDC en op hbo-niveau door het UDC.
pagina 26
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
De manager HBO organiseert jaarlijks twee bijeenkomsten met docenten van de opleiding BA. De eerste is in het begin van het collegejaar, de tweede halverwege het collegejaar. Bespreekpunten zijn de gang van zaken in het onderwijs, voorgenomen veranderingen, kwaliteitsverbetering en huishoudelijke- en organisatorische regels en procedures. Voorts voert de manager HBO jaarlijks met iedere docent afzonderlijk een evaluatiegesprek. Tijdens deze gesprekken komen de lesvoorbereiding, de wijze van lesgeven, het gebruikte materiaal, de studentenbegeleiding en aan- en/of afwezigheid van de betrokken docent aan de orde. Als uit evaluaties blijkt dat een docent in een jaar slecht scoort, wordt gezocht naar oorzaken en oplossingen. Mogelijkheden zijn ondersteuning, coaching, of beëindiging van de overeenkomst van opdracht. Deze aanpak geldt in de bestaande opleidingen en wordt gecontinueerd en aangepast aan de nieuwe situatie die na de invoering van de opleiding BA ontstaat. Overwegingen Het panel heeft kennis genomen van visiedocument Onderweg naar morgen, waarin de gehele organisatie is beschreven, en geconstateerd dat dit er goed uitziet. CDC en UDC zijn met elkaar verweven, het kwaliteitsteam en de directie werken voor beide en veel zaken zijn gemeenschappelijk geregeld. Het panel acht het personeelsbeleid van de opleiding vertrouwenwekkend, dit oordeel is ook gebaseerd op het Personeelshandboek dat het panel heeft bestudeerd. De instrumenten die de opleiding inzet om het personeelsbeleid inhoud te geven, zijn in de ogen van het panel passend en effectief om de kwaliteiten van de docenten te bewaken en, waar nodig, te verbeteren. Onder meer het ondersteunings- en coachingsbeleid is een bewijs daarvan. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
4.3.2
Standaard 9 Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen UDC kent vaste medewerkers en docenten die op basis van een overeenkomst van opdracht een deel van het onderwijsproces voor hun rekening nemen. Een deel van de docenten is nu actief in de opleidingen die thans worden aangeboden. In het informatiedossier zijn hun naam, functie, omvang aanstelling, opleidingsniveau en deskundigheid vermeld. Alle noodzakelijke expertise om de bestaande hogere beroepsopleidingen CE, BE en HJO verantwoord uit te voeren is in het docententeam aanwezig. De docenten hebben een voor het onderwijs relevante opleiding genoten, kennen de beroepspraktijk en de theorie. In veel gevallen zijn het zeer ervaren vaak hooggeplaatste medewerkers die vanwege de beroepsbeoefening in het dagelijks leven voeling hebben met de ontwikkelingen binnen de beroepspraktijk. Zij brengen de studenten in contact met de beroepspraktijk. Niet alleen binnenschools maar ook buiten de school door het organiseren van bezoeken en het in de Curaçaose praktijk plaatsen van projecten en opdrachten. Naast vakinhoudelijke kennis en onderwijservaring brengen sommige docenten een ruime onderzoekservaring met zich mee. Vooral in de onderwijseenheden waarin project- en onderzoeksvaardigheden worden geoefend liggen hierdoor veel mogelijkheden tot interactie over en weer tussen onderwijs en beroepspraktijk. UDC stelt jaarlijks studiefaciliteiten beschikbaar. Hiervan kunnen alleen vaste medewerkers gebruik maken. Weegfactoren bij de toekenning van deze faciliteiten zijn
pagina 27
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
opleidingsnoodzaak, opleidingsbehoefte en initiatief. De faciliteiten kunnen worden besteed aan opleidingen, cursussen, trainingen en aan conferentiebezoek op Curaçao of daarbuiten. Cursussen en trainingen die door vaste medewerkers werden gevolgd zijn Hoger Management, Effectief Leiderschap, Talencursussen. De studenten van de thans reeds lopende opleidingen CE, BE en HJO oordelen overwegend positief over de kwaliteit van de docenten. Op vakinhoudelijk terrein en op organisatorisch en didactisch terrein. De docenten zijn volgens de studenten op de hoogte van de gang van zaken in de beroepspraktijk. Van de 40 docenten bij UDC hebben er 19 een universitaire en 21 een hogere beroepsopleiding gevolgd. Niemand is gepromoveerd. Overwegingen De personele organisatie van de opleiding is naar het oordeel van het panel helder en effectief. De opzet met vaste medewerkers en docenten is doordacht en draagt bij aan de effectiviteit van de organisatie. De leeftijdsopbouw van het docentencorps is redelijk evenwichtig. Het panel ondersteunt het voornemen van de directie om docenten scholing te geven op het gebied van pedagogische en didactische onderwerpen. Het panel heeft echter ook een leemte geconstateerd als het gaat om het inbrengen van (toegepast) onderzoek. Het beveelt dan ook aan om fors in te zetten op scholing in onderzoeksvaardigheden. Dit zou heel goed in het kader van het kenniscentrum kunnen gebeuren. Het panel wil er ook op wijzen dat streven naar een hoger percentage docenten met een masteropleiding en het verplicht stellen van een didactische aantekening goede instrumenten zijn om de capaciteiten van de docenten op een hoog niveau te brengen c.q. te houden. De curricula vitae van de docenten hebben het panel overtuigd van hun vakinhoudelijke en didactische expertise. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
4.3.3
Standaard 10 De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma. Bevindingen In het studiejaar 2010-2011 stonden totaal 168 studenten ingeschreven. In het studiejaar 2011-2012 zijn dat 172 studenten. In het studiejaar 2011-2012 zijn 40 docenten actief in het onderwijs. Naast de docenten is 11,5 fte ondersteunend personeel beschikbaar. Het ziekteverzuim bij UDC is laag. In 2010, toen het verzuim voor het eerst is geregistreerd, was het 2%. Overwegingen De opleiding verwacht met een 40-tal studenten te kunnen starten. Dat is voor 8 verschillende uitstroomprofielen een klein aantal. Omdat er overlap zit tussen de vakken van de verschillende uitstroomprofielen kan de instelling dit wel aan, naar het oordeel van het panel. Het panel acht de begrote personeelsformatie voldoende om de opleiding op de gewenste wijze in te richten en uit te voeren. De student-docentratio is bij de reeds lopende opleidingen in 2012, met 13 fte aan docenten en 172 studenten 1:13, dus bepaald gunstig te noemen.
pagina 28
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
De SLB-functionaris heeft een aanstelling van slechts 5 uur per week; deze capaciteit is te gering. De docenten hebben geen klachten over de werkdruk naar voren gebracht. Het panel heeft de indruk gekregen dat er sprake is van goede onderlinge contacten tussen de medewerkers. Staf en docenten maken een enthousiaste indruk. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
4.4 4.4.1
Voorzieningen Standaard 11 De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma. Bevindingen The University of the Dutch Caribbean is gevestigd in een historisch Curaçaos landhuis, dat dateert uit 1877. In het landhuis zijn 14 collegelokalen van verschillende afmetingen. In iedere collegezaal zijn een groot whiteboard en wireless internet. De 14 collegezalen verschillen in afmetingen zodat kleinere studiegroepen ook in kleinere ruimtes kunnen worden gehuisvest. In verband met de doorgaans hoge buitentemperaturen (30 graden Celsius) beschikt ieder lokaal over een goed werkende airco. In het landhuis zijn twee lokalen ingericht als computerlokaal waar studenten gebruik kunnen maken van het netwerk van de school en het internet. In deze lokalen kunnen projectgroepen werken aan projectopdrachten en gebruik maken van specifieke software zoals SPSS voor het invoeren en analyseren van uit onderzoek verkregen data. Voor de docenten zijn audiovisuele middelen beschikbaar die voor gebruik kunnen worden gereserveerd bij de algemene receptie. Overwegingen Het panel heeft met plezier de beoordelingsgesprekken gevoerd in het mooie karakteristieke gebouw Groot Davelaar. Het gebouw heeft echter ook nadelen. Het is lastig dat de looproutes naar sommige lokalen door andere lokalen lopen. Het gebouw lijkt aan de grenzen van zijn capaciteit te zijn. Bij verdere groei zal UDC of CDC naar een ander locatie moeten verhuizen. Dat zou dan een goede gelegenheid zijn om een aparte studieruimte voor studenten te creëren (waar zij behoefte aan hebben, zo bleek tijdens de hoorzitting) en een bibliotheek. Het panel waardeert de plannen om aansluiting op een virtuele bibliotheek te organiseren, in samenwerking met één of meer hogescholen, waardoor de bereikbaarheid van wetenschappelijke publicaties vergemakkelijkt wordt. Het panel acht zo’n voorziening noodzakelijk voor een opleiding op hbo-niveau. De computervoorzieningen zijn goed. De studenten zijn zeer tevreden over de aircovoorzieningen. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
4.4.2
Standaard 12 De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen De studieloopbaanbegeleiding die de opleiding Business Administration de studenten biedt, is een vast onderdeel van het curriculum. Aan de SLB zijn studiepunten gekoppeld.
pagina 29
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Alle studenten krijgen een studieloopbaanbegeleider toegewezen. Deze SLB´ers ondersteunen de studenten bij hun studie, zij zijn studieadviseur, contactpersoon, informant en vertrouwenspersoon. De begeleider voert in het eerste jaar drie individuele gesprekken met de studenten en er zijn 16 groepsbijeenkomsten. Het doel van de groepsbijeenkomsten en de individuele gesprekken is dat de studenten achterhalen wat aard en inhoud zijn van het beroep waarvoor zij worden opgeleid en of het gekozen uitstroomprofiel voor hen wel het juiste is. Daarnaast oefenen de studenten tijdens de groepsbijeenkomsten studievaardigheden, zoals het voorbereiden van colleges en tentamens, het lezen en bestuderen van teksten, het maken van samenvattingen en het plannen van werkzaamheden. En tot slot komen de studenten er achter wat hun leerstijl is en of deze leerstijl past bij een hogere beroepsopleiding. In het tweede jaar van de studie zijn er vier individuele gesprekken en acht groepsbijeenkomsten. Het doel van de SLB in het tweede jaar is dat de studenten kritisch nadenken over zichzelf, de opleiding, hun studievoortgang en dat zij al doende manager worden van hun eigen studie. In het derde jaar schrijven de studenten een eigen CV en een sollicitatiebrief naar het bedrijf of de instelling waar zij de stage willen doorbrengen. Aan het eind van ieder studiejaar stellen de studenten een studiecontract op waarin zij uit de doeken doen hoeveel studiepunten ze tot dan toe hebben behaald en hoe zij een eventuele studieachterstand willen wegwerken. Deze aanpak is hier zinvoller dan de invoering van een bindend studie-advies. In het tweede en derde jaar staat in het contract ook waar de studenten stage willen lopen en welke minor ze willen volgen. De opleiding volgt de ontwikkeling en de voortgang van de studenten tijdens de studie niet alleen via de studieloopbaanlijn. Zij volgt de voortgang ook via de UDC-Tracker. In dit systeem zijn beoordelingen van de studenten opgeslagen. De gegevens zijn desgewenst aanleiding tot extra gesprekken. Behalve in hun studieloopbaan worden de studenten ook begeleid in hun beroepsontwikkeling. Overwegingen Het panel acht de studieloopbaanbegeleiding goed, maar de capaciteit is te gering. De studieloopbaanbegeleiding is intensief en persoonlijk. De instelling neemt contact op met studenten die lang afwezig zijn. Ook ouders worden over lange afwezigheid ingelicht en dit contact stellen de ouders op prijs. Er zijn voldoende groeps- en persoonlijke contacten voorzien. Het panel heeft vernomen dat bij de nieuwe opleiding in het eerste en tweede jaar er vier individuele gesprekken worden gevoerd en vier groepsbijeenkomsten. Dat is een geringer aantal dan het informatiedossier noemt, maar dat aantal was te groot, zo heeft het panel vernomen. De vaste SLB-functionaris organiseert de gesprekken en bijeenkomsten en is ook per telefoon en e-mail bereikbaar voor studenten. De UDC-Tracker is een bruikbaar instrument om studenten de nodige informatie aan te bieden. De informatievoorziening richting studenten is volgens het panel in orde. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
pagina 30
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
4.5 4.5.1
Kwaliteitszorg Standaard 13 De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen In de notitie Kwaliteitsbeleid is beschreven hoe UDC haar kwaliteitszorg vorm en inhoud wil geven en wil formaliseren. De kwaliteitseisen waaraan moet worden voldaan, ontleent UDC aan het NVAO-beoordelingskader voor een bacheloropleiding. Een belangrijk uitgangspunt van UDC is dat als de resultaten van evaluaties daartoe aanleiding geven deze altijd moeten leiden tot aantoonbare verbetermaatregelen. Een centrale positie is weggelegd voor het kwaliteitsteam. In het kwaliteitsteam hebben zitting: de kwaliteitscoördinator; de manager van de academie UDC; een studiecoördinator. De taakstelling van het kwaliteitsteam is het verder ontwikkelen, monitoren, uitvoeren en evalueren van het kwaliteitsbeleid. Het kwaliteitsteam verzamelt de uitkomsten van alle bovengenoemde evaluaties en vat deze jaarlijks samen in een notitie. Vervolgens worden in overleg met de directie en andere betrokkenen verbetermaatregelen geformuleerd. Maatregelen die gemakkelijk en snel uitvoerbaar zijn, worden direct aangepakt. Voor ingrijpende wijzigingen, zoals curriculumveranderingen worden eerst verbeterplannen opgesteld, die in het managementteam worden besproken en nadat ze door de directie zijn goedgekeurd, worden uitgevoerd. Deze volgen de PDCA-cyclus. Het kwaliteitsteam legt de voorgenomen verbeteringen vast op de zogenoemde kwaliteitskalender en volgt de uitvoering ervan. De samenstelling van het kwaliteitsteam en het feit dat het kwaliteitsteam de uitkomsten van evaluaties verzamelt en verspreidt, voorgenomen maatregelen vastlegt en daarna volgt, borgen dat de uitkomsten van evaluaties altijd tot verbeteringen leiden. Na afloop van het verbeterproces melden de betrokkenen bij het kwaliteitsteam of en in welke mate de voorgenomen verbeteringen zijn gerealiseerd. Overwegingen Het panel acht het een goede zaak dat er een kwaliteitsteam is opgezet omdat ook in een kleine organisatie een formele structuur voor de kwaliteitszorg noodzakelijk is. Ook waardeert het panel de beschreven wegen om de kwaliteitszorg gestalte te geven. Het panel adviseert wel om een student in het team op te nemen. Studenten dienen een terugkoppeling te krijgen van evaluaties, maar die terugkoppeling laat te wensen over, zo heeft het panel vernomen. Het kwaliteitsteam zou helder dienen te communiceren wat er met de evaluaties is gedaan. Het panel gaat ervan uit dat bij de nieuwe opleiding de rendementen worden bijgehouden en toegankelijk worden gepubliceerd, ook als studenten hun studie in het buitenland voortzetten. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
pagina 31
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
4.5.2
Standaard 14 Bij de interne kwaliteitszorg zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen Alle stakeholders van UDC zijn betrokken bij de interne kwaliteitszorg: studenten, werkveldcommissie, examencommissie, docenten, vaste medewerkers en directie. Vaste medewerkers zijn betrokken bij de verbetering van de kwaliteit door het reguliere werkoverleg dat periodiek wordt gehouden. De vaste medewerkers zijn verantwoordelijk voor de organisatie van het onderwijs, het tijdig leveren van het benodigde studentenmateriaal en de toetsen. Jaarlijks zijn er twee docentenbijeenkomsten en er is jaarlijks een docentenevaluatie. De uitkomsten hiervan worden door de manager HBO vastgelegd in een verslag en naar het kwaliteitsteam gestuurd Binnen UDC is een studentenpanel actief. In het panel hebben acht studenten zitting die de opleidingen en de studiejaren vertegenwoordigen. De bijeenkomsten van het studentenpanel hebben plaats onder leiding van de kwaliteitscoördinator. In de bijeenkomsten (2 per jaar) wordt de organisatie van het onderwijsleerproces, het onderwijsprogramma, de beroepsgerichtheid, de studeerbaarheid, de werkvormen, de didactisch methodische werkwijze van de docenten, de toetsing en de voorzieningen aan de orde gesteld. De kwaliteitscoördinator legt de belangrijkste bevindingen uit deze bijeenkomsten vast. Het werkveld is op verschillende manieren betrokken bij de opleiding. In de eerste plaats doordat medewerkers uit de beroepspraktijk optreden als docent. In de tweede plaats door de werkveldcommissie die minimaal eenmaal per jaar de actualiteit en praktijkgerichtheid van het curriculum bespreekt. In de derde plaats is het werkveld betrokken bij de opleiding door middel van de begeleiding van de studenten tijdens de stage en in de afstudeerfase. De kwaliteitscoördinator vervult in het hele proces van kwaliteitszorg een belangrijke coördinerende rol. Hij draagt er zorg voor dat de informatie uit alle verslagen en/of rapportages wordt geaggregeerd tot verbeterpunten en/of verbetervoorstellen. Dit ter ondersteuning van de verantwoordelijke manager. Overwegingen De studenten en docenten worden ook door middel van evaluaties door de opleiding bevraagd. Toch zouden de communicatielijnen met de studenten geïntensiveerd moeten worden en geformaliseerd. De feedback naar studenten dient te worden verbeterd. Het gaat dan met name om de terugkoppeling van evaluatieresultaten. Het kwaliteitsteam zou helder dienen te communiceren wat er met de evaluaties is gedaan. Het is goed dat er bij zo’n kleinschalige opleiding, waar de meeste contacten informeel en persoonlijk van aard zijn, nu een klachtenregeling is ingevoerd, met een formele weg om problemen naar voren te brengen. Ook heeft UDC een studentenpanel ingesteld, dat input levert voor het kwaliteitsteam. Op grond van de gesprekken acht het panel de betrokkenheid van de examencommissie hoog. De werkveldcommissie is zeer betrokken en staat achter de keuze van een generalistische opleiding, met daarbinnen taakverdeling per vakgebied. Bij de inrichting ervan heeft deze commissie een grote stem gehad. Het panel acht deze commissie representatief voor het werkveld op Curaçao. Het panel merkt op naar aanleiding van de gesprekken die het heeft gevoerd, dat het een uitdaging zal zijn om het duidelijk aanwezige enthousiasme van de medewerkers en docenten te behouden. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
pagina 32
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
4.6 4.6.1
Toetsing Standaard 15 De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing. Bevindingen De opleiding gebruikt de volgende toetsvormen: beroepsproducten. Businesscases worden getoetst aan de hand van beroepsproducten. Een beroepsproduct kan zijn een authentiek document zoals een rapport of een verslag van een onderzoek. Maar het kan ook een dienst zijn, zoals een advies. De toetsing van beroepsproducten kan gepaard gaan met een schriftelijke toets, een presentatie of een professioneel gesprek van de student met de docent. pen-en-papier-toetsen. Een cursus wordt afgesloten met een kennistoets. Het streven van UDC is om de studenten dan een casus uit de beroepspraktijk voor te leggen, die de studenten met behulp van de verworven kennis moeten verduidelijken en uitwerken. gedragsproeven. Beroepsvaardigheden (algemeen en specifiek) worden getoetst in zogeheten gedragsproeven. Voor deze gedragsproeven worden verschillende vormen gehanteerd, afgestemd op het gedrag dat moet worden vertoond, bijvoorbeeld onderhandelingen, adviesgesprekken, intakegesprekken en slechtnieuwsgesprekken. In de stage- en afstudeerfase worden studenten in een authentieke werkomgeving getoetst en beoordeeld, mede door professionals uit de beroepspraktijk (bedrijfscoaches). De toetsen van de cursussen en trainingen zijn individueel. De businesscases betreffen meestal groepsproducten. Deze worden als geheel beoordeeld en de docent spreekt een groepsoordeel uit. Daarnaast let de docent ook op de bijdragen van de studenten afzonderlijk. In de stage wordt de student individueel beoordeeld op de stagedoelen en in de afstudeeropdracht wordt de student individueel beoordeeld op prestaties. Door deze aanpak is een groot deel van de 240 te behalen studiepunten gekoppeld aan individuele prestaties. Alle toetsen en de bijbehorende beoordelingscriteria zijn voor de studenten beschreven in de blokboeken, in de stagehandleiding en in de afstudeerhandleiding. Overwegingen Het toetsbeleid van de nieuwe opleiding staat de studiecommissie en de examencommissie helder voor ogen; er zit een heldere visie achter. Het panel waardeert dat de toetsing afwisselend is en verschillende vormen kent. Tot nu toe werden toetsen van Saxion en andere hogescholen gebruikt, maar voor de nieuwe opleiding gaan de docenten zelf de toetsen opstellen. Het panel vindt het een goede zaak dat de Nederlandse voorbeelden worden verwijderd uit thans gebruikt toetsmateriaal, dat van Nederlandse instellingen afkomstig is. Het gaat dan bijvoorbeeld om opgaven waarin een trein voorkomt, die op Curaçao niet bestaat. Nu kan de locale context worden gebruikt bij de toetsing. De concept toets die een docent heeft opgesteld wordt voorgelegd aan de inhoudelijke coördinator en vervolgens aan de examencommissie.Bij groepsproducten moet de groep een plan van aanpak maken en een werkverdeling opstellen. Alle deelnemers moeten een verslag maken en een presentatie geven. Studenten zelf protesteren tegen meelifters, zo heeft het panel vernomen. Het plan van aanpak voor een afstudeerwerkstuk moet worden goedgekeurd door de schoolcoach en de bedrijfscoach. Bij de beoordeling van het werkstuk is ook nog een derde beoordelaar betrokken. Het oordeel van de bedrijfscoach kan niet doorslaggevend zijn. De voorschriften voor het eindwerkstuk en de procedure van de beoordeling ervan wekken vertrouwen, maar de lijst is erg formeel. De opleiding zou scherper moeten letten op het niveau. Het gaat hierbij om zowel generieke als professionele competenties.
pagina 33
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
4.7 4.7.1
Afstudeergarantie en financiële voorzieningen Standaard 16 De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen en stelt toereikende financiële voorzieningen beschikbaar. Bevindingen UDC voert de opleiding Business Administration op 1 september 2012 in en garandeert de dan instromende studenten dat zij het programma volledig kunnen doorlopen. In het al bijna 20 jarig bestaan van het opleidingsinstituut wordt jaarlijks gewerkt met een begroting op basis van de te verwachten studenten. In al deze jaren zijn er ervaringcijfers ontwikkeld, waarbij elke kostenpost in percentage van de omzet kan worden uitgedrukt. Het overblijvende deel wordt opnieuw in het onderwijs en de organisatie geïnvesteerd. In een aparte bijlage, die tijdens het bezoek ter inzage ligt, is bij dit onderwerp een overzicht gegeven van de cijfers over de afgelopen en de aankomende jaren. Voor invoering van de opleiding zijn in de begroting de noodzakelijke financiële middelen gereserveerd. Overwegingen Inzage in de financiële stukken (balans en resultatenrekening) heeft het panel het vertrouwen gegeven dat een afstudeergarantie geboden kan worden. Volgens het panel zijn de mogelijkheden en de bereidheid van de instelling om de opleiding te financieren voldoende onderbouwd. Het gesprek met de vertegenwoordigers van het werkveld en in het bijzonder de betrokkenheid die daarin doorklonk, hebben het vertrouwen in het financiële perspectief versterkt. Het zou wel een goede zaak zijn als de regering van Curaçao schriftelijk zou bevestigen dat de UDC niet belastingplichtig is wat de Omzet Belasting betreft. Het eventueel verschuldigde bedrag staat als reservering op de balans. Er staat een groot bedrag uit van dubieuze crediteuren, studenten die het collegegeld niet hebben betaald doordat zij op het moment dat het geld van de studiebeurs op hun bankrekening werd gezet, de rekening leeg haalden. De UDC heeft om dit probleem op te lossen een eigen incasso bureau opgericht. Conclusie Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende.
4.8
Algemene conclusie over de kwaliteit van de opleiding Op grond van de overwegingen en oordelen voor elk van de (voldoende bevonden) standaarden acht het panel de kwaliteit van de nieuwe opleiding Business Administration van de The University of the Dutch Caribbean voldoende.
pagina 34
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
5 Overzicht oordelen
Onderwerp
Standaarden
1 Beoogde eindkwalificaties
1. De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen 2. De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk 3. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken 4. De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken 5. Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten 6. Het programma is studeerbaar
2 Programma
3 Personeel
4 Voorzieningen
5 Interne kwaliteitszorg
6 Toetsing 7 Afstudeergarantie en financiële voorzieningen
Oordeel
7. De opleiding voldoet aan wettelijke eisen met betrekking tot de omvang en de duur van het programma 8. De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid 9. Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma 10.De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma 11.De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma 12.De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten 13.De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen 14.Bij de interne kwaliteitszorg zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken 15.De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing 16.De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen en stelt toereikende financiële voorzieningen beschikbaar
Algemene conclusie
V = voldoende O = onvoldoende VOV= voldoende onder voorwaarden
pagina 35
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
V V V V V V V V V V V V V V
V V
V
Bijlage 1: Samenstelling panel
Alle panelleden hebben een onafhankelijkheids- en onpartijdigheidsverklaring ingevuld en ondertekend. dr. J. Vedder, voorzitter, zelfstandig adviseur Onderwijsvernieuwing & Onderwijskwaliteit, voorzitter van de Nederlandse Vereniging tot Ontwikkeling van het Reken/Wiskunde Onderwijs (NVORWO) en voorzitter Vaststellingscommissie Rekenen 3F havo/vwo bij het College voor Examens; mr. L.M. Dindial, voorheen Gezaghebber van het eilandgebied Curaçao, thans President/CEO CHATA (Curaçao Hospitality and Tourism Association); N.C. Juliao BSc, student-lid, behaalde in 2011 de Bachelor of Science Degree in Business Administration in the Major of Management Business & Communication at the University of the Netherlands Antilles; drs. D. Righters MBA, docent Organizational Behavior and Marketing aan de Rotterdam Business School, tevens zelfstandig consultant; mr. A.P. Sietzema; voorheen hoofd opleidingen Accountancy en daarvoor hoofd opleiding Fiscale economie, alsmede docent in genoemde opleidingen, thans teamleider bij de opleiding HBO Rechten aan de Hanzehogeschool te Groningen; mr. E. N. Ys, voorheen premier van de Nederlandse Antillen, sedert 2006 senioradviseur ENNIA-group. Het panel werd bijgestaan door J.W.M. Meijer, beleidsmedewerker NVAO, die als procescoördinator en als secretaris optrad.
pagina 36
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Bijlage 2: Programma locatiebezoek Visitatie NVAO UDC Willemstad 14 en 15 mei 2012
Zondag 13 mei
15.00- 18.00 uur
Voorbespreking panel
Maandag 14 mei
09.00- 10.00
Bestudering materiaal en voorbespreking
10.00- 11.00
Sessie 1: Directie: – De heer R.F.M. Thuis, Algemeen Directeur – Dhr. C.B.F.M. van der Vegt, Financieel Directeur – Dhr. R. Koopman, Directeur Bedrijfsvoering
11.00- 11.15
pagina 37
Pauze
11.15- 12.15
Sessie 2: Onderwijscommissie: – De heer C.B.F.M. van der Vegt – De heer R.D. Kleinmoedig – Mevrouw C.T. Nissa Voorzitter – De heer L. Koekebakker
12.15- 12.30
Bezoek voorzieningen (rondleiding pand) – Mevrouw A. Boer Manager SBO
12.30- 13.15
Lunch en bespreking (besloten)
13.15- 14.15
Sessie 3: Vertegenwoordiging docenten: – De heer E. v.d. Veen – De heer O. Seferina – Mevrouw C.M.L. Barendregt – De heer S. de Boer – De heer R.A.M. Luisa – Mevrouw N.A.N. Jonis-Abdul
14.15 - 14.30
Pauze
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
15.15- 16.15
16.30 - 17.30
17.30- 18.30
Sessie 4: Werkveldcommissie: – De heer J. Kleinmoedig Notaris – De heer A. Issings Marketeer – De heer H.C. d’Abreu de Paulo Director – De heer L. Rigaud, Managing Director SFT Bank – De heer A. Cijntje, Managing Director ACC & Partners Sessie 5: Studenten – Mevrouw M. Welvaart – De heer F. Poulina – Mevrouw S. Zoontjens – Mevrouw A. Klok – Mevrouw Silvanie – Mevrouw Brigitta – Mevrouw L. Losiabaar
CE-3 CE-1 HJO-4 CE-4
Voltijd Voltijd Voltijd Voltijd
CE-1
Voltijd
Overleg panel
Dinsdag 15 mei
pagina 38
09.00- 09.45
Sessie 6: Begeleiders van studenten – Mevrouw Y. Alvarez Bureau Stage en Afstuderen – Mevrouw G. Campanella Studieloopbaanbegeleidster
10.00- 11.00
Sessie 7: Examencommissie en Kwaliteitsteam – De heer R.D. Kleinmoedig, Examencommissie – Mevrouw Minguel, Bureau Inschrijving en Examen – Mevrouw C.T. Nissa, Examencommissie – Mevrouw A. Boer, Examencie & Kwaliteitsteam – De heer R. Koopman, Kwaliteitsteam – Mevrouw L. C. Fransen, Kwaliteitsteam – Mevrouw M. Kleinmoedig-Koeiman, Kwaliteitsteam – Mw. M. Van Rossum, Kwaliteitscoördinator
11.00- 12.00
Bespreking panel
12.00- 12.30
Sessie 8: bespreking Financiële stukken
12.30 - 13.15
Lunch en bespreking commissie (besloten)
14.15- 16.00
Overleg panel
16.15- 16.30
Beknopte terugkoppeling
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten Inventaris stukken die ter inzage hebben gelegen: 1. 4 x Mappen inhoudende: a. Studiehandleidingen trainingen propedeuse programma b. Studiehandleidingen cursussen propedeuseprogramma c. Studiehandleidingen bussiness cases propedeuseprogramma d. Selectie van toetsen en uitwerkingen propedeuseprogramma 2. Onderwijsplan UDC Bussiness Administration met twee bijlagen 3. Onderwijs en Examenreglement 4. Nota “Onderweg naar morgen” waarnaar in deel A wordt verwezen 5. Personeelshandboek 6. Agenda’s en verslagen bijeenkomsten werkveldcommissie 7. Agenda’s en verslagen bijeenkomsten Examencommissie 8. Nota kwaliteitsbeleid 9. Agenda’s en verslagen Kwaliteitsteam 10. Handleiding Stage 11. Literatuur propedeusprogramma: a. Map met Syllabi & Readers (behorend bij literatuur propedeuseprogramma) b. Boeken zoals vermeld in onderstaande overzichtslijst:
Algemene economie en bedrijfsomgeving Basic Business Words Basisboek Bedrijfseconomie Basisboek Bedrijfseconomie Basisboek Bedrijfseconomie, 8e druk Bedrijfseconomische thema’s Bestuurlijke Informatieverzorging Bestuurlijke Informatieverzorging Compendium van de accountantscontrole, deel 1 Core Business-Engelse Grammatica voor het Hoger Economisch Onderwijs En la oficina, deel 1 En la oficina, deel 1 Grondslagen van de marketing Het Marketingplan LOI WFT Schadeverzekering Algemeen LOI WFT Schadeverzekering Particulier LOI WFT Schadeverzekering Zakelijk Projectmanagement Retailmarketing Wat is onderzoek?
pagina 39
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Vervolg: Elementair balanslezen, Algemene Economische Basisprincipes Algemene Opleiding Bankbedrijf, NIBE. Bedrijfsadministratie met Excel Boekhouden geboekstaafd deel 1 Boekhouden geboekstaafd deel 1 Commerciële Calculaties 1 De grondslag van het vermogens- en ondernemingsrecht 8e druk, deel 1 De grondslag van het vermogens- en ondernemingsrecht, deel 2 Een praktijkgerichte benadering van Organisatie & Management Elementaire theorie accountantscontrole Grondslagen van de marketing Hoofdlijnen Nederlands Recht Internationaal en Europees Recht Internationale Economische Ontwikkelingen 4e druk Leren Communiceren, handboek voor mondelinge en schriftelijke communicatie. Onderneming en Omgeving Theorieboek belastingrecht voor bachelors en masters 2010/ 2011 Wetteksten Hoger Economisch Onderwijs (HEO) 2010-2011 Wettenbundel Zakelijke Kredietverlening, NIBE. Zo organiseer je een event Management van sportaccommodaties en –evenementen, Sport in de wereld Sport en economie, een aftrap Afstudeerproducten bestaande opleidingen Bedrijfseconomie en Commerciële Economie.
pagina 40
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Bijlage 4: Lijst met afkortingen AC ba BA BE B&V CDC CE EC FE Fte hbo HJO ma MER NVAO SB&RM SBO SLB SM&O Stcrt UDC wo WVC
pagina 41
Accountancy bachelor Business Administration Bedrijfs Economie Bank- & Verzekeringswezen College of the Dutch Caribbean Commerciële Economie European Credit Fiscale Economie full time equivalent hoger beroepsonderwijs hogere juridische opleiding master Management, Economie & Recht Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie Small Business & Retail Management secundaire beroepsopleidingen Studieloopbaanbegeleiding Sport, Management & Ondernemen Staatscourant The University of the Dutch Caribbean wetenschappelijk onderwijs werkveldcommissie
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012
Het paneladvies is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op uitgebreide toetsing van de nieuwe opleiding hbo bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean. Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Parkstraat 28 Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG T 31 70 312 23 30 F 31 70 312 23 01 E
[email protected] W www.nvao.net
Aanvraagnummer: 000272
pagina 42
NVAO | hbo-bachelor Business Administration van The University of the Dutch Caribbean | 2 augustus 2012