Hanzehogeschool, Groningen Opleiding: Croho: Varianten:
Technische Informatica, hbo-bachelor 34475 voltijd
Visitatiedatum:
15 april 2008
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2008
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
2/53
Inhoud
3
Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per facet en onderwerp
5 7 7 8 9 10
Deel B: Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 18 27 30 32 35
Deel C: Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5
Doelstelling van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
39 40 45 49 50 52
3/53
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
4/53
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
5/53
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
6/53
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Technische Informatica van de Hanzehogeschool Groningen heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in maart 2008, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 15 april 2008. Het panel bestond uit: De heer ing. A.A. Vreven MSc (voorzitter, domeinpanellid); De heer drs. M.J.P. van Veen (domeinpanellid); De heer ing. T.A.H. Vroemen (studentpanellid); De heer drs. K.P. Willems (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober 2007). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
De Hanzehogeschool Groningen (HG) is ontstaan vanuit een fusie van de Rijkshogeschool Groningen en de Hanzehogeschool Groningen in 1993. De HG biedt ongeveer 70 bacheloropleidingen en 13 master- en voortgezette opleidingen en telt circa 23.000 studenten en 2.400 medewerkers. Dit jaar, in 2008, viert de HG het 210-jarig bestaan van het hoger beroepsonderwijs in Groningen.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
7/53
De organisatiestructuur van de HG bestaat per 2004 uit Schools, waaronder één of meerdere opleidingen gehuisvest zijn. De HG kent negentien Schools, waar de School of Computer Science (Instituut voor ICT) er één van is. De HG heeft vijf kenniscentra waaronder de huidige 22 lectoraten (januari 2008) gebundeld zijn. Tevens heeft de HG een tiental lectoraten in voorbereiding. De vijf kenniscentra zijn: Energie Kenniscentrum; Kenniscentrum Ondernemersschap; Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling Noorderruimte; Kenniscentrum Care, Rehabilitation, Education & Sports (CARES); Kenniscentrum Arbeid. Het Instituut voor ICT van de Hanzehogeschool biedt drie opleidingen aan: Bedrijfskundige Informatica (BI), Informatica (I) en Technische Informatica (TI). Deze visitatie is gericht op de opleiding Technische Informatica. De opleiding TI kent alleen een voltijd variant. De opleiding is ontstaan bij de afdeling Engineering van de voormalige faculteit Techniek en is overgegaan naar de afdeling Informatica. De opleiding TI is ingepast in onder andere de grotendeels gemeenschappelijke propedeuse met I en BI en de samenwerking met de opleiding I is na de overgang naar de afdeling Informatica geïntensiveerd. 1.3
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in de periode maart 2008 inhoudelijk voor op het bezoek in april 2008. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
8/53
beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in mei 2008 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan heeft de opleiding nog enkele aanvullende bewijzen geleverd, zoals de koppeling van de eindkwalificaties met de Dublin descriptoren en zijn enkele wijzigingen aangebracht in het rapport. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in augustus 2008 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in september 2008. Het visitatierapport is uiteindelijk in september 2008 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: • weging van de oordelen op facetniveau; • benchmarking; • generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; • bepaalde accenten respectievelijk ‘best practices’.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
9/53
In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. 1.5
Oordelen per facet en onderwerp
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten
Opleiding Technische Informatica
Goed Goed Goed Positief Goed Goed Goed Goed Goed Voldaan Goed Voldoende Positief Goed Goed Goed Positief Goed Voldoende Positief
5.2 Maatregelen tot verbetering
Goed Voldoende
5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel
Voldoende Positief
Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel
Voldoende Goed Positief
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
10/53
Doelstellingen opleiding Het panel beoordeelt de facetten 1.1 Domeinspecifieke eisen, 1.2 Niveau bachelor en 1.3 Oriëntatie HBO Bachelor goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Programma Het panel beoordeelt de facetten 2.1 Eisen HBO, 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma, 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma, 2.4 Studielast, 2.5 Instroom, 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud goed, het facet 2.8 Beoordeling en toetsing voldoende en facet 2.6 Duur voldaan. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Inzet van personeel Het panel beoordeelt de facetten 3.1 Eisen HBO, 3.2 Kwantiteit personeel en facet 3.3 Kwaliteit personeel goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Voorzieningen Het panel beoordeelt het facet 4.1 Materiële voorzieningen goed en facet 4.2 Studiebegeleiding voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Interne kwaliteitszorg Het panel beoordeelt het facet 5.1 Evaluatie resultaten goed en de facetten 5.2 Maatregelen tot verbetering en 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Resultaten Het panel beoordeelt de facetten 6.1 Gerealiseerd niveau voldoende en 6.2 Onderwijsrendement goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort. De conclusie is dat het totaaloordeel over de opleiding positief is.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
11/53
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
12/53
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
13/53
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
14/53
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Goed
Criterium: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft haar eindkwalificaties gebaseerd op de landelijke opleidingskwalificaties, die zijn geformuleerd door het landelijk HBO-I platform. Deze staan beschreven in het document ‘Bachelor of ICT – een competentiegerichte profielbeschrijving (2004)’. Het landelijk HBO-I platform gaat uit van de 10 algemene hbo-competenties en 5 specifieke bouwstenen voor ICT-opleidingen, die zij samen de vijftien bouwstenen voor een bachelor of ICT noemen. Afhankelijk van het beroepsprofiel waarvoor de afgestudeerde bachelor of ICT wordt opgeleid, zal de inhoud van deze bouwstenen verschillen. • Het beroepenveld heeft het landelijke profiel van het HBO-I platform gevalideerd. Hierbij zijn 57 (internationale) bedrijven en organisaties geraadpleegd bij het opstellen van het landelijk profiel. • De opleiding heeft in ‘Bachelor of ICT; Opleidingen- en curriculabeschrijving’ 4 complexe vaardigheden beschreven in termen van competenties, die gekoppeld zijn aan de 5 landelijke ICT competenties. Deze complexe vaardigheden zijn: o Opleveren van een technische infrastructuur; o Inrichten en uitvoeren van het beheer van een technische infrastructuur; o Opleveren van een embedded/real time system; o Opleveren van een smart system. • Het panel heeft in de documentatie weinig onderbouwing gevonden voor de gemaakte keuzes. In de gesprekken met het management is gebleken dat de opleiding TI aan de Hanzehogeschool vooral breed wil zijn, met een aantal speerpunten gericht op de arbeidsmarkt in noord Nederland waar veel rekencentra gevestigd zijn. De keuze voor de specifieke competenties van de opleiding kunnen sterker geëxpliciteerd worden met een heldere uitleg. • De opleiding heeft het panel toegelicht dat ze, op basis van de bouwstenen die door het landelijk HBO-I platform zijn geïdentificeerd zelf beroepstaken binnen de Technische Informatica heeft opgesteld. Hiermee hebben ze een eigen keuze gemaakt op programmaniveau. Het panel constateert dat deze beroepstaken passend zijn als specifieke uitwerking van de competenties voor Technische Informatica zoals beschreven in het genoemde bachelor of ICT profiel.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
15/53
•
Het panel heeft in de gesprekken met de werkveldadviescommissie (WAC) vastgesteld dat de WAC regelmatig met de opleiding overlegt over de opleiding, ook over het profiel van de opleiding en de invulling en uitwerking van de beroepstaken. De WAC is tevreden met het huidige profiel van de opleiding en de uitwerking van de beroepstaken.
Facet 1.2
Niveau bachelor
Goed
Criterium: - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft een tabel aangeleverd waarin de 10 algemene competenties en de 5 domeinspecifieke competenties zijn gekoppeld aan de Dublin descriptoren. In het document ‘Bachelor of ICT: Opleidingen en curriculabeschrijving, Instituut voor ICT ‘ heeft de opleiding laten zien hoe de 4 specifieke opleidingscompetenties aansluiten op de vijf domeinspecifieke competenties. Hiermee heeft de opleiding gekozen voor een indirecte verantwoording, die het panel accepteert. Voor een uitgebreidere beschrijving van de competenties, zie bijlage 5. Dublin descriptoren (NVAO)
Algemene Bouwstenen voor competenties Bachelor of ICT, vastgesteld door HBO-I (2004)
Kennis en inzicht:
A1 brede professionalisering: A2 multidisciplinaire en multiprofessionele integratie:
•
•
Domeinspecifieke Bouwstenen voor competenties Bachelor of ICT, vastgesteld door HBO-I (2004) B1 Analyseren B2 Adviseren B3 Ontwerpen B4 Bouwen B5 Beheren
De 5 specifieke ICT-bouwstenen die door het HBO-I platform zijn opgesteld, worden door het HBO-I platform niet vergeleken met de Dublin descriptoren. Het HBO-I platform heeft in het document ‘Bachelor of ICT – een competentiegerichte profielbeschrijving (2004)’, enkele algemene kenmerken van het profiel van de bachelor of ICT wel in internationaal perspectief geplaatst en deze kenmerken vergeleken met internationale profielen zoals APO, SFIA, ISM, CS, EUCIP en ACM/IEEE., maar hierbij zijn de profielen niet inhoudelijk vergeleken. Het gaat dan bijvoorbeeld om kenmerken als de vorm van de competenties, bij wie het initiatief heeft gelegen en de aanleiding voor het profiel. Het panel heeft in de gesprekken met de WAC geconstateerd dat de WAC van mening is dat afgestudeerden met dit profiel voldoende aansluiting vinden om als startbekwaam professional te werken in de TI sector.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
16/53
Facet 1.3
Oriëntatie HBO bachelor
Goed
Criteria: - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De competenties zijn opgesteld door het landelijk HBO-I platform, waarbij een groot aantal (57) bedrijven en organisaties geraadpleegd zijn. • Bij de competentiebeschrijving zijn enkele voor hbo-bachelor TI typerende functies opgenomen waarin de afgestudeerden van de opleiding terecht kunnen komen: o maker van functionele ontwerpen voor besturingssoftware o onderzoeker/adviseur over de bruikbaarheid van hard en software o testen van complexe systemen o instrumenteren van software o programmeren van software o ontwerpen/ontwikkelen van embedded software. • De opleiding heeft enkele functies en organisaties onderscheiden waarin afgestudeerden van de opleiding terecht (kunnen) komen. Functies: o programmeur/Software Engineer o systeem/netwerkbeheerder o security officer o test Analist
•
•
Organisaties: o Logica CMG o Universitair Medisch Centrum Groningen o ICT Embedded o Atos Origin o Sogeti De WAC is tevreden over het niveau van de afgestudeerden. De afgestudeerden zijn snel inzetbaar. Één lid gaf aan dat het niveau van de afgestudeerden hoger ligt dan van vergelijkbare opleidingen. De overige WAC leden met wie gesproken is, zijn van mening dat het niveau van de afgestudeerden op een vergelijkbaar niveau ligt met andere opleidingen. Ook over de beroepsgerichtheid van de afgestudeerden is het werkveld tevreden. Tijdens de visitatie heeft het werkveld aangegeven dat er een duidelijk verschil is tussen de hbobachelor en wo-afgestudeerden. De hbo-bachelor afgestudeerde gaat sneller aan de slag met het oplossen van problemen, terwijl de wetenschappelijk afgestudeerden in de
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
17/53
•
• •
praktijk vaak (te) veel tijd besteden aan het maken van een grondige analyse. De oplossingsgerichtheid van de beginnend beroepsbeoefenaar spreekt bijvoorbeeld uit de specifieke TI competentie ‘Realiseren’, waarin staat dat hij een ict-systeem bouwt en implementeert op basis van een functioneel en technisch ontwerp en dit doet binnen gestelde kaders. Tijdens het panelgesprek hebben de WAC-leden aangegeven dat zij de eindkwalificaties passend vinden. De WAC heeft ook aangegeven dat zij geraadpleegd wordt bij wijzigingen in het curriculum. De ideeën die uit de WAC naar voren komen, vinden ook zijn weerslag in de opleiding. Het panel heeft in de gesprekken kunnen vaststellen dat de WAC voorstellen doet aan het MT voor aanpassingen in de opleiding, waaronder de eindkwalificaties. De uiteindelijke afwegingen over deze voorstellen in de besluitvorming is het panel niet duidelijk. Wel constateert het panel dat zowel de WAC als het MT te spreken zijn over de inbreng en betrokkenheid van de WAC bij de opleiding. De alumni zijn van mening dat ze goed zijn voorbereid op de beroepspraktijk en dat ze geen competenties missen om direct aan de slag te gaan in het beroepenveld. Op basis van de beroepen waarvoor de opleiding opleidt, de goede relatie die de opleiding onderhoudt met het werkveld en de tevredenheid over de inzetbaarheid van afgestudeerden door bedrijven in het afnemend beroepenveld is het panel van mening dat de eindkwalificaties adequaat het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in de Technische Informatica weerspiegelen.
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen HBO
Goed
Criteria: - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het panel is van mening dat de gebruikte vakliteratuur van voldoende niveau en voldoende actueel is. Ook wordt er, met name in de hoofdfase, Engelstalige literatuur gebruikt. Als aanvulling op de literatuurlijst wordt er intensief gebruik gemaakt van het internet voor actuele literatuur. Het panel is hier positief over, omdat de ontwikkelingen in de ICT zeer snel gaan en de studenten op deze manier van up-to-date informatie gebruik maken.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
18/53
•
• •
•
•
•
•
Het panel constateert dat er sprake is van intensieve interactie met de beroepspraktijk. Zo gaan de studenten tijdens de opleiding drie keer op stage: o Een oriënterende stage in het 2e jaar, waarbij de student in aanraking komt met de praktijk en zich een goed beeld kan vormen van de praktijk waarin hij terecht kan komen. o Een verdiepende stage, waarin de student opdrachten uitvoert in de beroepspraktijk. o Een afstudeerstage. De afstudeerstage vindt plaats in de beroepspraktijk. Daarnaast worden er door de opleiding bedrijfsbezoeken georganiseerd, waarbij studenten in aanraking komen met de beroepspraktijk. Ook is het onderwijs opgebouwd in thema’s rondom beroepstaken, die het beroepenveld soms aanlevert. Bij het werken aan deze beroepstaken zijn de studenten bezig met het aanleren van complexe beroepsvaardigheden. Tevens worden er gastcolleges verzorgd door mensen uit de beroepspraktijk, waaronder leden van de WAC. Informatie uit deze gastcolleges wordt ook verwerkt in nieuwe versies van leertaken. Dit versterkt de relatie tussen ontwikkelingen in het vakgebied en de opleiding. Doordat alle thema’s zijn opgebouwd rond volledige beroepstaken, die in complexiteit toenemen, werken de studenten in elk thema aan de ontwikkeling van hun beroepsvaardigheden. Zo is bij het thema ‘Security’ de themacompetentie “het opzetten en onderhouden van informatiebeveiliging voor een organisatie”. Om deze competentie te kunnen bereiken zijn drie leertaken ontworpen, die toenemen in complexiteit en waarbij de laatste leertaak een opdracht in de beroepspraktijk is. Studenten kunnen in het programma kiezen om deel te nemen aan thema’s die voortkomen uit het lectoraat ‘Multidisciplinaire Informatica’, waarbij de lector het onderwijs verzorgt. Uit de evaluaties blijkt dat de studenten tevreden zijn over de kwaliteit van het lesmateriaal en de kennismaking met de beroepspraktijk. De praktijkgerichte aanpak in de opleiding scoort een 7.4. Het geheel overziend oordeelt het panel dat er veel interactie met de beroepspraktijk is en dat de opleiding actuele ontwikkelingen in het vakgebied inbrengt in de opleiding. Via het werken aan beroepstaken en de drie stagemomenten heeft het programma voldoende verbanden met de actuele beroepspraktijk en kunnen studenten door het hele programma werken aan de benodigde beroepsvaardigheden.
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Goed
Criteria: - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
19/53
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het programma is ontworpen met behulp van het 4C/ID model van Van Merriënboer. Daarmee waarborgt de opleiding de opbouw in leerdoelen en inhouden waarmee de eindtermen gerealiseerd worden. Het onderwijs is ingericht rond thema’s waarin aan beroepstaken wordt gewerkt. De thema’s met de bijbehorende competenties per thema zijn uitgewerkt in themamappen die voor alle studenten toegankelijk zijn via de digitale leeromgeving. • De opleiding heeft bij elk thema de opleidingscompetenties en de specifieke themacompetenties geformuleerd. Deze zijn te vergelijken met leerdoelen. Het panel is van mening dat de leerdoelen per thema een goede uitwerking zijn van de opleidingscompetenties van TI. • De jaren zijn zo opgebouwd dat het niveau waarop er aan de beroepstaken wordt gewerkt steeds hoger wordt. In het eerste jaar bereikt de student een brede ICT ondergrond. In het tweede jaar bereikt de student de kwalificaties op middenniveau en in het laatste jaar bereikt de student de eindkwalificaties. • In de opleidingen- en curriculabeschrijving van het instituut voor ICT staan in de bijlage per thema de vaardighedenhiërarchieën en een beschrijving van de complexiteitsniveaus. • In het 4C/ID model is het uitgangspunt dat in de thema’s alleen die leerinhoud wordt aangeboden die voor de betreffende beroepstaak van belang is. Het panel is van mening dat de opleiding voldoende vakinhoud in het programma heeft aangebracht, zodat de studenten zich de beroepstaken en de leerdoelen in de totale opbouw van het programma adequaat eigen kunnen maken. • Het panel constateert dat de uitwerking van de thema’s volgens het 4C/ID model niet bij alle thema’s even strikt is toegepast. Tijdens het bezoek hebben de docenten aangegeven dat het model zo volledig mogelijk wordt toegepast. In sommige thema’s is er bewust voor gekozen om het 4C/ID model niet volgens de letter te hanteren. Zo heeft een docent in een bepaald thema de hoeveelheid wiskundeonderwijs enigszins uitgebreid ten opzichte van wat strikt noodzakelijk is voor het thema, omdat het voor de verdere carrière van de student van belang is om op het gebied van wiskunde goed onderlegd te zijn. De WAC onderschrijft deze aanpassingen. Het panel is van mening dat thema’s adequaat zijn opgezet, waar mogelijk volgens het 4C/ID model, zodat de studenten de eindkwalificaties van de opleiding kunnen bereiken. • Het panel beoordeelt dit facet als goed omdat het programma zoveel mogelijk consequent is ingericht volgens het 4C/ID model met beroepstaken, waarmee de studenten de eindkwalificaties van de opleiding goed kunnen bereiken. De studenten kunnen de benodigde vakkennis tot zich nemen en daarbij kunnen ze ook werken aan de complexe beroepsvaardigheden.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
20/53
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
Goed
Criterium: - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het programma is opgebouwd in thema’s. Binnen deze thema’s wordt steeds een zelfde opbouw gehanteerd en waar mogelijk een zelfde werkwijze aangehouden. Hierdoor is er voor de studenten samenhang in werkwijze. • De thema’s zijn beschreven in themamappen waarin het volgende beschreven staat: o Relatie opleiding met het beroep o De competenties die in het thema aan de orde komen en een vertaling hiervan naar themacompetenties o De relatie met ander themablokken o De onderdelen die in het thema aan bod komen o De literatuurlijst o Een beschrijving van leertaken o Een beschrijving van de toetsing en beoordeling • De inhoudelijke samenhang tussen de thema’s staat beknopt in de themamappen beschreven. • De studenten gaven aan dat de samenhang tussen de thema’s soms door de docenten aan het begin van het thema aangegeven wordt. De samenhang is voor de studenten echter niet altijd helder. De evaluaties laten zien dat de studenten de samenhang in de blokken beoordelen met een 6,3 tot een 7,2. De samenhang in het hele onderwijsprogramma is gestegen van een 6,3 in 2006 tot een 6,9 in 2007. Het panel vindt dit een goede score. • Binnen de beroepstaken werken studenten aan verschillende leertaken, waarbij een deel aan theorie en een deel aan praktische opdrachten, soms in de praktijk. • De beroepstaken waar de studenten aan werken in de opleiding zijn van toenemende complexiteit, waardoor de student op een steeds hoger niveau aan beroepstaken werkt. • De opleiding heeft een oriënterende stage, een verdiepende stage en een afstudeerstage in het programma opgenomen. Deze opbouw in de stages zorgt ervoor dat de studenten de onderdelen die ze binnenschools op een steeds hoger niveau leren, op verschillende momenten in de praktijk toepassen. Het panel is positief over deze samenhangende opbouw in de stages. • Elke student heeft een studieloopbaanbegeleider die helpt om de inhoudelijke samenhang in het programma inzichtelijk te maken. De SLB-lijn omvat het POP en diverse onderdelen waarin de studenten reflecteren op hun competenties. Hierdoor draagt de SLB bij aan de beroepsoriëntatie van de student. • In het derde jaar kunnen de studenten via keuzethema’s zelf invulling geven aan hun curriculum. Op deze manier kunnen ze hun programma afstemmen op hun persoonlijke interesses. Deze keuzethema’s worden mede op basis van de persoonlijke
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
21/53
•
ontwikkelplannen van de student gekozen in overleg met de studieloopbaan begeleider, waardoor de samenhang ook vanuit de opleiding geborgd wordt. Het panel is op basis van bovenstaande bevindingen positief over de samenhang in het programma.
Facet 2.4
Studielast
Goed
Criterium: - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • In de propedeuse wordt gestart met een gemeenschappelijk deel met Informatica en Bedrijfskundige Informatica. Hierdoor kunnen studenten die willen switchen naar een van de andere opleidingen dit zonder vertraging doen. • Tussen de thema’s zit geen strikte volgordelijkheid, waardoor studenten op meerdere momenten kunnen starten met een thema. Hierdoor is er vier keer per jaar een instapmogelijkheid voor studenten gecreëerd. • Voor een aantal thema’s zijn instapvoorwaarden beschreven, die worden toegepast indien deze absoluut noodzakelijk zijn. Zo is bijvoorbeeld voor het keuzethema ‘Real Time en Embedded Systemen’ de voorkennis vereist van: ‘Thema Ti-6: Besturen op afstand’ en ‘De programmeertaal C’. • De themamappen op blackboard geven de student een overzicht van de te verrichten taken en weekopdrachten. • Er is voor de studenten studieloopbaanbegeleiding, waarbij de student geholpen kan worden in het plannen van de studie. De SLB’er coacht de student onder andere bij de studieplanning en hebben een signalerende functie voor studievertraging. • Het instituut brengt op een aantal momenten studieadviezen uit aan de studenten, waaronder een bindend studieadvies. Studenten die vertraging hebben opgelopen kunnen in overleg met hun SLB’er een programma op maat aangeboden krijgen. • De begin- en einddatum van elke onderwijsperiode is voor de gehele hogeschool gelijk. Hierdoor is het voor studenten mogelijk om onderwijseenheden bij andere opleidingen te volgen. • De studenten hebben gemiddeld 13 tot 15 contacturen per week en uit de themaevaluaties is gebleken dat de studenten gemiddeld 33 tot 40 uur per week besteden aan hun studie. • De studenten brengen een groot deel van de week door op de Hanzehogeschool, waar ze buiten de contacturen om aan leertaken werken. Hiervoor zijn lokalen gereserveerd, waar de studenten zonder begeleiding kunnen werken. Het panel heeft dit geconstateerd tijdens het gesprek met de studenten en tijdens de rondleiding. • De opleidingscommissie heeft als één van haar taken, het bewaken van de studeerbaarheid van het programma.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
22/53
•
•
De studenten hebben tijdens het panelgesprek aangegeven dat zij geen belemmeringen ervaren voor de studievoortgang. De studenten gaven ook aan dat er niet echt struikelvakken in het programma zitten. In de evaluaties scoren de haalbaarheid van het eerste jaar en de hoofdfase respectievelijk een 7,8 en een 7,1.
Facet 2.5
Instroom
Goed
Criterium: - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding hanteert de wettelijke instroomeisen. • De Hanzehogeschool heeft ten behoeve van eventuele studenten van buiten de EU de ‘Code of Conduct’ ondertekend. • Behalve in september kunnen studenten, na een individueel intakegesprek en een positief advies van de examencommissie, in elk kwartaal de opleiding starten. • Om instroom en doorstroom te bevorderen heeft de opleiding de volgende speciale trajecten: o Studenten met propedeuse (anders dan TI): intake met toelatingscommissie, op basis daarvan eventuele vrijstellingen; o Talentenprogramma voor excellente studenten: wordt gestart in 2007-2008; o ICT-vooropleiding MBO niveau 4: op basis van een intake-assesment, een verkort programma van drie of drieënhalf jaar. Op basis van de uitkomsten van het assesment wordt bepaald hoe het programma voor deze studenten eruit ziet. • In samenwerking met het Alfa college in Groningen wordt aan mbo-studenten de mogelijkheid geboden om het eerste thema van de opleiding al vooraf te volgen als onderdeel van hun eigen opleiding. Wanneer studenten dit succesvol afronden krijgen zij hiervoor een vrijstelling bij de opleiding TI. Dit bevordert de instroom, aansluiting en snelheid van de doorstroom. • Met alle potentiële instromende studenten wordt een intakegesprek gevoerd, waarin volgens de studenten duidelijk gevraagd wordt naar hun keuzemotieven. Hierin wordt ook een goed beeld neergezet van de zwaarte van de opleiding. Het panel heeft vastgesteld dat de studenten positief waren over de intakegesprekken en daarin een duidelijk beeld kregen van de opleiding. • Er zijn voor instromende studenten mogelijkheden om deficiënties weg te werken op bijvoorbeeld het gebied van wiskunde. De mbo-instromers gaven tijdens de visitatie allen aan daar geen gebruik van gemaakt te hebben en ook geen problemen te ondervinden in hun studievoortgang. • Het panel is van mening dat de opleiding goed aansluit op de vooropleiding van de studenten en in de praktijk vooral een aantoonbeer goede aansluiting voor studenten met
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
23/53
een mbo vooropleiding heeft weten te bewerkstelligen. Studenten met een mbo vooropleiding hebben tijdens de visitatie aangegeven dat ze makkelijk konden instromen en geen belemmeringen in de opleiding hebben gemerkt.
Facet 2.6
Duur
Voldaan
Criterium: - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding voldoet aan de formele eisen van een curriculumomvang van 240 EC, zoals uit de studiegids blijkt.
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Goed
Criteria: - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het curriculum is opgebouwd rond beroepsfuncties en -taken op basis waarvan de zogenoemde ‘complexe vaardigheden’ zijn ontwikkeld (vergelijkbaar met competenties). Dit is vastgelegd in het document ‘Bachelor of ICT, Opleidingen- en curriculabeschrijving’. De complexe vaardigheden vormen de basis voor de inrichting van de thema’s. In het thema wordt gewerkt aan hele beroepstaken, via specifieke leertaken die toenemen in complexiteit. Deze systematiek is ontleend aan het 4C/ID model van Van Merriënboer. De uitwerking staat in de themamappen en voor het ontwerpen heeft de opleiding een leidraad gemaakt die voor alle docenten beschikbaar is. Het panel is van mening dat de opleiding de thema’s adequaat heeft ontworpen via de 4C/ID systematiek. • Het inherente probleem van Technische Informatica, dat bepaalde theorie niet exclusief te koppelen is aan een beroepstaak maar in verschillende beroepstaken en op verschillende niveaus wordt toegepast is ondervangen door het op bepaalde punten afwijken van het 4C/ID model. Uit het gesprek met de docenten is gebleken dat de opleiding goed heeft nagedacht over deze afwijkingen en dat er een bewuste keuze gemaakt is. Voor een voorbeeld zie facet 2.2. • Voor het inrichten van het onderwijs volgens het 4C/ID model hebben de docenten de beschikking gekregen over handleidingen, er zijn diverse workshops geweest en er is onderwijskundige ondersteuning beschikbaar.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
24/53
•
•
•
•
•
Binnen de thema’s worden diverse soorten werkvormen ingezet waarmee de studenten de leerdoelen kunnen bereiken. Er wordt veel zelfstandig en groepsgewijs gewerkt aan projecten en leertaken. Dit past goed binnen het 4C/ID model. De werkvormen zijn onder andere: o Docerende werkvormen zoals hoorcolleges en werkcolleges o Activerende werkvormen zoals tutoring en intervisie o Assesment en peer-assesment o Stages o Practica voor training van deelvaardigheden o Lezingen, gastcolleges en symposia o Discussiecolleges o Essayopdrachten o Zelfstudie Het panel is van mening dat de inzet van deze werkvormen passend is binnen het 4C/ID model en de studenten in staat stelt om de eindkwalificaties van de opleiding te kunnen bereiken. Voor zowel de oriënterende als de verdiepende stage heeft de opleiding enkele opdrachten geformuleerd waaraan gewerkt moet worden tijdens de stage. Zo sluit de stage aan op de opleiding. In de eisen en randvoorwaarden die in de stagehandleiding beschreven staan, staat duidelijk dat de werkzaamheden op de stageplaats duidelijk moet aansluiten op wat op school geleerd is. Voor de verdiepende stage moet de student leerdoelen vaststellen. De stagedocent bespreekt de uitvoerbaarheid en haalbaarheid tijdens het eerste bedrijfsbezoek. Het panel heeft vastgesteld dat de studenten zich voldoende voorbereid vinden voor de verdiepende stage en de afstudeerstage. Wat de studenten in de verschillende thema’s leren kunnen ze toepassen in de stages. Ook de stagebegeleiders en het werkveld zijn positief over de voorbereiding die de studenten hebben gekregen op hun stages. Het panel is tevreden over de afstemming tussen vormgeving en inhoud en beoordeelt dit facet met goed.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Voldoende
Criterium: - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Toetsing geschiedt volgens het ‘tentamenprotocol’ van de Hanzehogeschool. Er is een examencommissie die examinatoren benoemt en die aan de examinatoren richtlijnen en aanwijzingen kan verstrekken. Ook is de examencommissie bevoegd tot het treffen van maatregelen in het geval van fraude of schending van de regels zoals zijn vastgelegd in het tentamenprotocol. De commissie doet jaarlijks verslag aan de Dean. De bepalingen voor de examencommissie zijn opgenomen in het ‘Studentenstatuut’.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
25/53
• •
•
• • •
•
•
•
•
Het panel heeft toetsen ingezien en is van mening dat de toetsen adequaat zijn voor het programma van de opleiding. Binnen de thema’s wordt op verschillende manieren getoetst: o Toetsing van deelvaardigheden, o Kennistoetsen via gesloten boek toets. o Tussentijdse opdrachten o Eindopdrachten o De vaardigheden, tussentijdse- en eindopdrachten worden getoetst via producten, verslagen, logboeken en presentaties. In elke themamap staat voor de studenten hoe de toetsing er voor dat thema uitziet. De docenten die bij het thema betrokken zijn, maken de toetsen. Voor het maken van toetsen heeft de opleiding richtlijnen opgesteld waaraan de toetsen moeten voldoen. De toetsen die het panel heeft gezien, waaronder de afstudeerwerken, zijn van voldoende niveau en sluiten aan bij het didactisch ontwerp. Binnen de thema’s zijn er naast de officiële toetsmomenten ook momenten voor feedback. Feedback wordt zowel door de docent als door de medestudenten gegeven. De toetsing staat altijd in het teken van een beroepstaak. Er worden alleen kennis en deelvaardigheden getoetst die onderdeel uitmaken van de complexe beroepstaak. Het panel vindt dat de individuele beoordeling bij het afstuderen onvoldoende geborgd is, doordat er één cijfer wordt gegeven als studenten gezamenlijk afstuderen. Solo afstuderen is mogelijk en dit gebeurt steeds vaker. In groepsverband afstuderende studenten worden echter gezamenlijk beoordeeld. Tijdens het panelbezoek is het panel ervan overtuigd geraakt dat naast gemeenschappelijke producten, zoals vaak bij het afstuderen, er in de opleiding ook regelmatig op individueel niveau getoetst wordt. Binnen thema’s zijn er individuele kennistoetsen. In bepaalde thema’s krijgen de studenten een individueel assesment. Meeliftgedrag wordt zoveel mogelijk voorkomen. Als studenten meeliftgedrag signaleren, is er een procedure die uiteindelijk kan leiden tot het uit de groep zetten van de student. Studenten hebben aangegeven dat meeliften bijna nooit voorkomt. De docenten geven aan dat ze dicht op het proces zitten en dat ze snel signaleren of er sprake is van meeliftgedrag. Volgens de studenten is meeliften ook moeilijk, omdat je binnen een thema naast een groepsproject ook individueel getoetst wordt. Je mag soms ook niet deelnemen aan een project als je een vak binnen het thema niet gehaald hebt. De afstudeerwerkstukken worden beoordeeld door de begeleider en door een tweede beoordelaar. Hiervoor zijn beoordelingsformulieren beschikbaar, waarop de criteria zijn vastgesteld waarop getoetst wordt. De bedrijfsbegeleider is geen beoordelaar, maar levert contextuele gegevens aan voor de beoordeling. Wanneer het onderwerp dit wenselijk maakt, wordt een extern deskundige bij de beoordeling geraadpleegd. Het panel beoordeelt het facet ‘Beoordeling en toetsing’ met voldoende omdat de toetsing en beoordeling in orde zijn. De toetsen zijn op orde en de beoordeling gebeurt op een eerlijke wijze. Het panel heeft echter twijfels bij het gezamenlijk afstuderen, omdat daarbij de individuele prestaties van studenten niet expliciet getoetst worden.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
26/53
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van personeel
Eisen HBO
Goed
Criterium: - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Om de verbinding tussen de opleiding en de beroepspraktijk te leggen heeft de opleiding het volgende beleid ontwikkeld: o Er worden docenten aangetrokken met recente bedrijfservaring. o Een enkele docent is naast het docentschap ook nog werkzaam in de beroepspraktijk en kan op die manier in het onderwijs een verbinding leggen met de beroepspraktijk. o Via stageplaatsen van studenten houden de docenten contacten met het beroepenveld. o Deskundigen uit het werkveld worden in het onderwijs betrokken via gastcolleges en het mede ontwikkelen van projecten voor studenten. o Docenten krijgen inhoudelijke bijscholing in de beroepspraktijk. • Drie docenten, voor in totaal 0,6 fte, krijgen de gelegenheid relevant onderzoek te doen via het lectoraat en te publiceren in het vakgebied. Een docent is hier reeds twee jaar mee bezig. De andere docenten zijn hiermee in het studiejaar 2007-2008 gestart. • De docenten worden ingezet bij het begeleiden van stages en afstuderen. Hierdoor onderhouden zij contacten met het beroepenveld en blijven zij op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. • Uit de CV’s blijkt dat de docenten geregeld inhoudelijke cursussen volgen over ICT en TI in het bijzonder. • Ongeveer 30% van de docenten heeft relevante recente praktijkervaring en nog eens 20% heeft praktijkervaring van meer dan 5 jaar geleden. • De lector die verbonden is aan de opleiding werkt naast de aanstelling aan de opleiding ook in de beroepspraktijk. Er is een keuzethema dat verzorgd wordt door de lector. De studenten hebben zich hierover zeer positief uitgelaten tegenover het panel, omdat het een uitdagend vak is waarbij de studenten te maken krijgen met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ICT. • Het panel heeft tijdens het gesprek met de WAC vastgesteld dat het beroepenveld actief betrokken wordt bij het bepalen van het programma. In de WAC wordt het programma besproken en worden voorstellen voor verbeteringen gedaan. Ook worden er projecten opgezet voor het onderwijs in samenwerking met leden uit de WAC, waarbij WAC-leden soms ook een deel van het onderwijs verzorgen. • De studenten hebben tijdens het gesprek met het panel aangegeven tevreden te zijn met hun docenten. Volgens de studenten wordt er door de docenten in het onderwijs duidelijk een verbinding gelegd met de beroepspraktijk. In de blokenquêtes wordt de inhoudelijke deskundigheid van de docenten beoordeeld tussen de 6,5 en 7,5.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
27/53
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Goed
Criterium: - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Docenten binnen de school of ICT worden ingezet in alle drie de opleidingen die de school aanbiedt. • De docent-student ratio die door de school of ICT wordt nagestreefd en is vastgelegd in de managementovereenkomst tussen de Dean en het CvB is 1:25. De huidige docentstudentratio is op schoolniveau sinds december 2005 teruggebracht van 1 op 34,2 naar 1 op 25,8 in 2007. • Tijdens de visitatie heeft het panel vastgesteld dat de opleiding ieder thema altijd door minstens twee docenten laat verzorgen. Hierdoor is er bij ziekte een vervanger voor handen, waardoor de continuïteit in het onderwijs geborgd wordt. • De opleiding TI heeft enkele vacatures ingevuld en op dit moment zijn er geen onvervulbare vacatures binnen de opleiding TI. • Uit de zelfevaluatie blijkt dat de Hanzehogeschool een expliciet taakbelastingbeleid heeft, waarin afspraken gemaakt zijn over de verdeling van curriculumgebonden (80% van de taak) en niet-curriculumgebonden taken. 10% is voor planning en overleg en 10% voor deskundigheidsbevordering dat plaatsvindt via POP-afspraken. • De opleiding voert periodiek een personeelstevredenheidsonderzoek (PTO) uit. Hieruit komt naar voren dat 75% van de docenten de werkdruk acceptabel vindt en 96% van de ondervraagden zijn werk graag doet. • Het verzuimpercentage neemt sinds 2004-2005 af en is in 2006-2007 laag met 1,15%. • Het panel heeft geconstateerd dat de studenten van mening zijn dat alle docenten goed bereikbaar zijn en dat de docenten tijd hebben om vragen te beantwoorden.
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Goed
Criterium: - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De Hanzehogeschool heeft haar personeelsbeleid beschreven in het document ‘notitie HRM gesprekscyslus’ met daarin een uitvoerige beschrijving van functionerings-, voortgangs- en beoordelinggesprekken. Ook wordt er gebruik gemaakt van persoonlijke ontwikkelplannen. De opleiding volgt deze notitie.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
28/53
•
• • •
•
•
• • •
•
De opleiding hanteert verschillende vormen van deskundigheidsbevordering voor de docenten: o Deelname aan interne studiedagen o Onderwijskundige begeleiding bij het ontwikkelen van opdrachten en onderwijseenheden) o Volgen van inhoudelijke of didactische cursussen o Deelname aan congressen, symposia en workshops o Intercollegiale consultatie bij de uitvoering van onderwijs en het ontwikkelen en beoordelen van toetsopdrachten. o Bezoeken aan het werkveld o Introductie voor nieuwe docenten 2/3 van de docenten heeft een academische opleiding afgerond en 1/3 heeft een hbo opleiding afgerond. Veel docenten hebben bijscholing gevolgd. Uit de cv’s blijkt dat bijna alle docenten naast hun inhoudelijke deskundigheid ook een didactische aantekening hebben. De thema’s worden door de docenten ontworpen op basis van het 4C/ID model. Voor het ontwerpen volgens het 4C/ID model hebben de docenten een training gevolgd. Indien gewenst krijgen de docenten extra ondersteuning bij het ontwerpen van hun onderwijs. Het panel heeft geconstateerd dat de ontworpen thema’s goed zijn uitgewerkt. De opleiding stelt docenten in de gelegenheid om inhoudelijke cursussen te volgen. De afgelopen periode is er een zesdaagse SUN clustertraining en een driedaagse on-site Dell/EMC SAN training gevolgd door twee docenten en twee systeembeheerders. Ook heeft één docent een vijfdaagse cursus ‘ethical hacking’ gevolgd. De opleiding hanteert een HRM cyclus met functionerings-, voortgangs-, en beoordelingsgesprekken. Samen met het competentieprofiel vormen deze gesprekken de basis voor deskundigheidsbevordering. Uit het PTO blijkt dat 91% van de docenten van mening is dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de scholingswensen van het personeel. Het panel heeft geconstateerd dat de studenten zeer enthousiast en positief zijn over de kwaliteit van de docenten. De opleiding maakt gebruik van de organisatorische ondersteuning van het Instituut voor ICT. Roostering en planning vinden plaats op schoolniveau en hiervoor is voldoende personeel inzetbaar. De studenten hebben hier geen klachten over. Het panel is tevreden over de kwaliteit van de docenten. Zowel de CV’s, de zeer positieve mening van de studenten als het gesprek dat het panel heeft gevoerd met de docenten heeft het panel overtuigd van de kwaliteit van de docenten van de opleiding Technische Informatica.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
29/53
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Goed
Criterium: - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding TI is gevestigd in het gebouw van Techniek dat in 1997 in gebruik is genomen. • De opleiding maakt samen met de opleidingen I en BI gebruik van onderwijsruimtes. Daarnaast heeft de opleiding TI nog een aantal specifieke ruimtes voor (practica)onderwijs. • SUN heeft de inrichting van enkele lokalen gesponsord en deze lokalen zijn zeer modern ingericht. Het panel constateert op dit punt een nauwe betrokkenheid van de opleiding met het bedrijfsleven. • Één van de ‘eigen’ lokalen is ingericht met een aantal servers en dataopslagcapaciteit, waarmee 4 bedrijven na te bootsen zijn. Deze worden specifiek ingezet voor de afstudeerspecialisatie ‘Technische Infrastructuren’ binnen de opleiding TI. Op het moment dat dit thema loopt kunnen alleen de studenten binnen het betreffende thema van deze voorzieningen gebruik maken. • In het gebouw is een draadloos netwerk beschikbaar. • De opleiding TI heeft een aantal lokalen met voldoende snelle computers. Het panel heeft ook geconstateerd dat de studenten tevreden zijn over de kwaliteit hiervan. In de evaluaties van de opleiding zelf en in de Keuzegids scoren de voorzieningen echter tussen de 7,0 en de 7,6 met alleen een 6,7 voor het aantal computers en notebookwerkplekken. • De studenten kunnen gebruikmaken van de centrale mediatheek en van het bibliotheeksysteem van de RUG. De studenten hebben aangegeven alle benodigde documentatie ter beschikking te hebben. • Op basis van de rondleiding en de gesprekken met studenten en docenten heeft het panel geconstateerd dat de onderwijsruimtes en de werkruimtes voldoen. Voor studenten die op hun stageplaats geen werkplek hebben, stelt de opleiding een ruimte met permanente werkplekken beschikbaar. Hier heeft de student een plek en computer volledig ter beschikking voor de tijd van de stage. • De algemene voorzieningen zijn volgens de studenten op orde. De kwaliteit van de faciliteiten scoren in de Keuzegids van 2006-2007 een 7,5.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
30/53
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Voldoende
Criteria: - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Voor de studenten aan de opleiding TI is Studieloopbaanbegeleiding (SLB) een belangrijk onderdeel van het curriculum. Binnen het SLB staan de volgende zaken centraal: o Zelfsturing en zelfreflectie; o Reflectief en planmatig werken; o Zelfstandig kunnen functioneren als professional; o Zelfsturend leren; o Regisseren van de eigen loopbaan. • De SLB is opgebouwd uit verschillende activiteiten o Kennismaking met de studenten tijdens de introductieweek; o Trainingen en gesprekken tijdens groepsbijeenkomsten; o Individuele gesprekken over de studievoortgang, portfolio en POP; o Reflectie op competentieontwikkeling en studieresultaten o Exitgesprekken met studenten die voortijdig de studie verlaten; o Afsluitende gesprekken met afgestudeerden. • De helft van de docenten is SLB’er, waardoor er veel contact is tussen de student en de SLB’er. De SLB’er begeleidt de student bij het maken van keuzes in de studie. Deze keuze moeten in het POP van de student gemotiveerd worden. Er wordt tussen de student en de SLB’er een digitale studieovereenkomst gesloten. Het panel heeft hier inzage in gehad. • De opleiding heeft een digitaal systeem waarin de student altijd zijn studieresultaten en studievoortgang kan raadplegen. Binnen vijf werkdagen nadat een cijfer bekend is, wordt het verwerkt. • De studenten hebben via het digitale systeem ook toegang tot alle Hanze e-mailadressen van alle studenten en medewerkers. • De opleiding TI werkt met een Elektronische Leeromgeving (Blackboard). Hierin staat informatie over alle onderwijsinhoudelijke, organisatorische en reglementaire zaken. Op Blackboard verschijnen mededelingen voor studenten en benodigde studie-informatie zoals roosters en stagehandleidingen. Ook alle cursusdocumenten, evaluatieformulieren en evaluatieresultaten staan op Blackboard. • Over de aansluiting van de studiebegeleiding en informatievoorziening op hun behoeften zijn studenten niet helemaal tevreden. De informatievoorziening via Blackboard is niet altijd voldoende. Studenten kunnen niet altijd vinden wat ze zoeken. Het panel heeft zelf ook geconstateerd dat informatie via Blackboard lastig te vinden is. Één van de
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
31/53
•
•
• •
verbeterpunten in de opleiding volgens de studenten is de informatievoorziening via Blackboard. Voor de studenten is een studentendecanaat beschikbaar waar studenten terecht kunnen voor: o Studie, studievaardigheden, studiekeuze, bindend studieadvies en doorstuderen; o Studievertraging vanwege beperking/ziekte of bijzondere omstandigheden; o In- en uitschrijving; o Financiën; o Advies bij conflicten. De studenten gaven aan dat er onder de TI studenten weinig behoefte is aan SLB. Studenten zijn te spreken over de SLB’er in de rol van mentor. Deze is behulpzaam, maar van een aantal (reflectie)oefeningen op het terrein van persoonlijke ontwikkeling en het maken van keuzes zien studenten de waarde niet in. De opleiding heeft aangegeven SLB als een verbeterpunt te zien, maar is nog niet concreet in wat die verbeterpunten zijn. De SLB scoort in de evaluaties al twee jaar op rij een 5,5 op zowel de kwaliteit van de SLB als de bruikbaarheid voor het sturen van de (studie)loopbaan. Hoewel de informatievoorziening via Blackboard beter kan, blijkt uit de evaluaties van de opleiding en uit de gesprekken met de studenten en docenten, dat de studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten adequaat is met het oog op de studievoortgang. De SLB ziet de opleiding als verbeterpunt, maar de opleiding heeft nog geen concrete verbetervoorstellen geformuleerd. Het panel beoordeelt dit facet dan ook met voldoende.
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten
Goed
Criterium: - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding TI sluit aan bij de kwaliteitszorg van de Hanzehogeschool en het instituut. De basis hiervan wordt gevormd door het EFQM-model en de PDCA-cyclus. Het instituut werkt met een 4-jarig School Strategisch Plan (SSP) en een daarvan afgeleid School Jaarplan (SJP). In het SSP staan uitgewerkte streefdoelen. In het SJP staan de activiteitenplannen van de opleidingen en de streefwaarden waar de resultaten aan moeten voldoen. De streefdoelen in het SSP (2005) zijn bijvoorbeeld als volgt uitgewerkt:
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
32/53
Doel: Wij stimuleren de ontwikkeling van de persoonlijke ambitie van de student
• •
Prestatie-indicator Studenttevredenheid
Huidige waarde
Streefwaarde Ntb
Meetinstrument SSA, Elsevier, Keuzegids, blokenquêtes
% Doorstroom naar de master Positief oordeel afgestudeerden over aansluiting arbeidsmarkt Marktaandeel instroom BI
5%
10%
50%
70%
HBO-Monitor, alumnionderzoek
5,5%
HIAS/CBAP
Zoals in de tabel te zien is, heeft de opleiding streefwaarden geformuleerd. De streefwaarden kunnen verschillen per prestatie-indicator. De opleiding beschikt over een verzameling instrumenten om de kwaliteit te bewaken voor de onderwerpen: o Doelstellingen o Programma en voorzieningen o Personeel o Resultaten De evaluatieinstrumenten per doelgroep Studenten - Tevredenheids enquête - Blokenquête - Stage-evaluatie - Afstudeerevaluatie - Studiestakersonderzoek - Evaluatie extern onderzoek
• •
Medewerkers - Onderzoek waardering personeel - Onderzoek waardering vertrekkende medewerkers
Overige stakeholders - Werkgeversonderzoek - HBO-Monitor - Aansluitingsmonitor - Klanttevredenheid staven en bedrijven
Naast de blokenquêtes worden de thema’s ook geëvalueerd door de themacoördinatoren en de docenten via een gesprek met de studenten of een beperkt schriftelijk review. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding veel evaluaties uitvoert onder studenten en docenten. Via de WAC wordt ook het werkveld betrokken in de gegevensverzameling. De alumni worden nog weinig betrokken, doordat er nog geen alumniverenging is. Via de hbo monitor verzamelt de opleiding gegevens van de alumni over de aansluiting van de opleiding op het werkveld. Ook zijn er toetsbare streefdoelen geformuleerd, waarbij duidelijk is aangegeven hoe de opleiding wil meten of deze bereikt worden. Het panel beoordeelt dit facet dan ook met goed.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
33/53
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Voldoende
Criterium: - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding treft op basis van evaluaties, systematisch volgens de PDCA-cirkel verbetermaatregelen. • Volgens het zelfevaluatierapport wordt jaarlijks vastgesteld of de doelstellingen zoals vastgesteld in het SJP zijn behaald en wordt op basis van analyse van de resultaten nagegaan of en welke nieuwe verbetermaatregelen geformuleerd dienen te worden. • Het panel heeft vastgesteld dat er geëvalueerd wordt en dat op basis van de evaluaties beoordeeld wordt in hoeverre de doelstellingen behaald zijn. Dit is gedocumenteerd. Op basis van deze analyse worden door de opleiding verbetermaatregelen voorgesteld. Het panel heeft vastgesteld dat er gedocumenteerde verbetermaatregelen zijn, maar dat deze soms niet concreet gemaakt zijn. De verbetermaatregel is dan bijvoorbeeld geformuleerd als “het resultaat moet verbeterd worden”. • Het panel heeft in de gesprekken met de WAC en de studenten vastgesteld dat de opleiding jaarlijks verbeteringen doorvoert. Studenten hebben laten weten dat de opleiding op dit moment bezig is met het aanpassen van de SLB, naar aanleiding van opmerkingen door de studenten en een slechte evaluatie. De WAC geeft aan dat de opleiding de commentaren van de WAC serieus neemt en op basis van de ideeën van de WAC ook verbeteringen in het onderwijs doorvoert. WAC-leden zien dit als een belangrijk motief om actief te zijn voor de opleiding. De WAC-leden hebben aan de opleiding aangegeven graag ‘embedded software’ in het programma terug te zien. Dit is nu ingevoerd in het programma. • De opleiding is in 2003 gestart waardoor er nog geen eerdere visitatie heeft plaatsgevonden. Eventuele verbeteringen op basis van een eerdere visitatie zijn derhalve niet aan de orde. • Het panel beoordeelt dit facet met voldoende omdat de opleiding de evaluaties gebruikt voor het formuleren van verbetermaatregelen en omdat het panel geconstateerd heeft dat er ook daadwerkelijk verbeteringen worden doorgevoerd in de opleiding. Het panel vindt echter dat de verbetervoorstellen niet altijd concreet genoeg geformuleerd worden.
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
Voldoende
Criterium: - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
34/53
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding beoogt een actieve participatie van alle betrokkenen bij de interne kwaliteitszorg. • Studenten en medewerkers worden naast hun betrokkenheid via de evaluaties ook betrokken via de Schoolmedezeggenschapsraad (SMR) en de opleidingscommissie (OC). Via de evaluaties kunnen ze hun mening geven over de opleiding en via de SMR en de OC kunnen ze voorstellen en ideeën aandragen om de opleiding te verbeteren. De SMR heeft instemmingsrecht ten aanzien van voorstellen over de onderwijsregeling en kwaliteitszorg. De OC adviseert over de onderwijsregeling en -uitvoering. • Het beroepenveld wordt vertegenwoordigd in de WAC. Ook de WAC wordt betrokken in het systeem van kwaliteitszorg. Belangrijke thema’s worden besproken in de WAC en de WAC doet voorstellen voor verbetering aan de opleiding. De WAC komt tenminste vier keer per jaar samen met het managementteam van het instituut. De WAC is niet specifiek voor de opleiding TI, maar voor de drie opleidingen van het instituut samen. De WAC adviseert de opleiding over de ontwikkelingen in het werkveld. De WAC doet voorstellen aan de opleiding over de programma’s en competenties van de opleiding en over de aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk. Het panel heeft geconstateerd dat de WAC zich serieus genomen voelt en dat de ideeën van de WAC daadwerkelijk in de opleiding terug te vinden zijn (zie facet 5.2). • In evaluaties en gesprekken wordt studenten niet alleen gevraagd naar hun mening, maar wordt er ook gevraagd naar verbetervoorstellen voor de opleiding. De studenten beoordelen het gebruik van hun oordeel voor verbetering van het onderwijs met een 6,6 in 2007. De wijze waarop medezeggenschap is geregeld wordt met een 6,7 beoordeeld. • De alumni worden niet actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding. Er is geen alumnivereniging en er wordt geen onderzoek gehouden onder afgestudeerden. Ook heeft het panel geen aanzetten gevonden tot concreet beleid ten aanzien van alumni. • Het panel beoordeelt dit facet als voldoende omdat de opleiding de meeste belanghebbenden betrekt bij zowel evaluaties als verbeteringen aan de opleiding. De alumni worden echter niet betrokken bij de kwaliteitszorg en er is hiervoor nog geen concreet beleid geformuleerd.
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerde niveau
Voldoende
Criterium: - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
35/53
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding TI heeft als doel om beginnend beroepsbeoefenaren af te leveren, die goed inzetbaar zijn in het werkveld en voldoen aan de vraag uit het werkveld. • Jaarlijks wordt aan stagebegeleiders gevraagd in hoeverre zij van mening zijn dat studenten kwalitatief voldoende zijn toegerust om de werkzaamheden tijdens hun stage adequaat te kunnen uitvoeren in de toekomstige beroepspraktijk. Tevens wordt gevraagd naar hun oordeel over onder andere de aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt en de mate waarin de opleiding hen voorbereidt op de beroepspraktijk. Uit de evaluatie onder de bedrijfsbegeleiders blijkt dat de tevredenheid over de verdiepende stage hoog is. • Tijdens het afstuderen moeten de studenten aantonen dat zij competent zijn op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. Het panel heeft uit de gesprekken met de WAC en uit de afstudeerwerkstukken die zijn ingezien, geconstateerd dat het niveau van de afgestudeerden goed is. Het panel vindt de afstudeeropdrachten over het algemeen relevant. Over het algemeen wordt er een verantwoorde keuze gemaakt van de aanpak, de onderzoeksvragen worden beantwoord en er wordt goed gebruik gemaakt van de theorie. • Het panel heeft geconstateerd dat de eindwerkstukken die het heeft ingezien, op een adequate en goede wijze zijn beoordeeld. De cijfers die de studenten hebben gekregen doen recht aan de prestatie die geleverd is. • Het panel merkt daarbij op dat een aantal afstudeerwerkstukken niet als specifiek TI te betitelen is, maar de andere daarentegen wel. Alle afstudeerwerken liggen echter in het door TI bestreken gebied. Wel kun je stellen dat op de schaal van BI, I en TI de meeste afstudeerwerken meer tegen Informatica aan liggen dan tegen het uiterste van de TI schaal. Dit heeft te maken met de relatieve eenzijdigheid van de bedrijven in het gebied van de opleiding. De docenten hebben dit tijdens het panelgesprek beaamd. De opleiding is bezig met een nieuwe regeling, waarbij bepaald is dat de afstudeerwerkstukken specifieker op het gebied van de afstudeerrichting moeten zijn. • Het werkveld heeft tijdens het panelgesprek aangegeven graag studenten van de opleiding TI van de Hanzehogeschool aan te nemen. De studenten zijn snel inzetbaar en gaan zeer praktisch te werk in opdrachten. • De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming zijn met de beoogde eindkwalificaties en het niveau van afstuderen is wat je mag verwachten van een hbobachelor. Het panel beoordeelt dit facet met voldoende omdat een aantal werkstukken niet heel specifiek TI zijn. Dit is voor de opleiding een punt van aandacht en de opleiding heeft aangegeven dat er een nieuwe regeling komt, waardoor de afstudeeropdrachten specifieker op het gebied van TI moeten komen te liggen.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
36/53
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Goed
Criteria: - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het instituut voor ICT hanteert als streefcijfer voor de gemiddelde studieduur van afgestudeerden 48,0 maanden. Het streefcijfer voor afstudeerrendement is 50% in vier jaar. • In de tabel zijn de resultaten van de opleiding TI opgenomen:
Totaal aantal ingeschreven studenten Aantal instroom Totaal aantal gediplomeerden Gemiddelde studieduur gediplomeerden in maanden Aantal studiestakers Gemiddelde studieduur staker in maanden Aantal en % gediplomeerd na 4 jaar
•
•
2004/2005 63
2005/2006 77
2006/2007 102
2007/2008 117
30 -
33 4 23,3
25 9 33,6
37 3 42,7
37
15 5,2
17 6,8
15 13,8
27 14,4
11 / 36,7%
De volgende tabel laat de opleidingscijfers zien ten opzichte van de landelijke cijfers
Gemiddelde duur studiestakers in maanden en landelijk gemiddelde Uitval na 1 jaar in % en landelijk % Uitval na 3 jaar in % en landelijk %
•
2003/2004 31
03/04 9,2 17,2 25% 27,8%
28,1% 38,5%
04/05 11,8 20,5 36,6%
32,0%
05/06 14,9 19,2 23,5%
06/07
30,6%
De cijfers laten zien dat het afstudeerrendement van 50% na 4 jaar niet gehaald wordt. Het eerste cohort studenten heeft een rendement opgeleverd van 36,7%. Dit ligt onder het streefcijfer van 50%, maar boven het landelijk gemiddelde. De opleiding heeft landelijke cijfers aangedragen van april 2007, afkomstig van de HBO-raad. Deze laten het rendement na 5 jaar zien van cohort 1997 t/m cohort 2001. Het rendementcijfer van TI Hanze na 4 jaar ligt meestal boven of net onder dit landelijke rendement. Het panel is van mening dat de lage rendementcijfers een landelijk probleem van de TI opleidingen is. De gemiddelde studieduur van afgestudeerden in 2006-2007 is 42,7 maanden. Dit is beter dan het streefcijfer dat is vastgesteld.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
37/53
•
•
De opleiding heeft te maken met een hoog uitvalpercentage. Dit ligt overigens lager dan het landelijke uitvalpercentage bij TI opleidingen. Het panel heeft in de gesprekken met het management en studenten geconstateerd dat een groot deel van de uitval in het eerste jaar een overstap maakt naar een andere Informatica opleiding aan de Hanzehogeschool en dus binnen het instituut behouden blijft. Doordat de bachelor van de drie Informatica opleidingen grotendeels gelijk is, is een overstap zonder groot tijdverlies mogelijk. Hoewel de opleiding niet voldoet aan het eigen streefcijfer, heeft het een hoger rendement dan het landelijk gemiddelde voor TI opleidingen. Ook andere cijfers als uitval en gemiddelde studieduur laten een positief resultaat zien ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Omdat de opleiding nog geen aanpassingen heeft kunnen doen aan het eigen streefcijfer op basis van gegevens over eerdere jaren beoordeelt het panel dit facet met goed.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
38/53
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
39/53
Bijlage 1:
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
40/53
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
41/53
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
42/53
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
43/53
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
44/53
Panellid: De heer ing. A.A. Vreven MSc
Panellid: De heer drs. .M.J.P. van Veen
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s; 22 augustus 2005
Relevante werkvelddeskundigheid
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
X X
Studentgebonden deskundigheid Visitatiedeskundigheid
Panellid NQA: De heer drs. K.P. Willems.
Deskundigheden panelleden
Panellid student: De heer ing. T.A.H. Vroemen
Bijlage 2:
X
X
X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden:
Panellid de heer ing A.A. Vreven MSc De heer Vreven is ingezet als panellid vanwege zijn domeindeskundigheid. Sinds 1967 is de heer Vreven werkzaam geweest in de ICT in een breed scala van functies. Per 1 november 2006 werkt hij als zelfstandig consultant en interim manager o.a .bij Topicus op het gebied van ontwikkeling van onderwijs-informatiesystemen. De heer Vreven is lid (geweest) van diverse internationale werkgroepen, waaronder X-Open, OSF, voorzitter permanent working group on e-bussiness and retailbanking. Tijdens zijn studie aan de University of Michigan was hij werkzaam bij Burroughs Corporation. De heer Vreven is docent geweest bij de Nederlandse Politie Academie, AMBI opleidingen, de MBA respectievelijk MBI opleidingen van Nyenrode en de Katholieke Universiteit Brabant (nu Universiteit Tilburg. De heer Vreven is voor deze visitatie individueel geïnstrueerd over het proces van visiteren in het hoger onderwijs en de werkwijze van NQA. Opleiding: 1957 – 1962 1962 – 1965 1965 – 1968 1970 – 1974 1980 – 1982
HBS Economie UVA HTS scheepswerktuigbouwkunde AMBI Computer Science, University of Michigan
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
45/53
Werkervaring: 1965 – 1968 1968 – 1973 1973 – 1978 1978 – 1987
Marineofficier ABN, systeemontwerper Rijks computercentrum, project leider politie informatiesystemen RAET (hoofd Systeemontwikkeling Landbouw Administratie en RekenCentrum) en consultant 1987 – 2003 Rabobank Nederland (hoofd Hulpmiddelen en Methoden, adviseur Strategie) 2003 – 2006 Rabobank Groep Directeur ICT-strategie 2006 – heden Senior consultant bij Topicus Education inzake de ontwikkeling van onderwijsinformatiesystemen
Panellid de heer drs. M.J.P. van Veen De heer Van Veen is ingezet vanwege zijn onderwijsdeskundigheid in het domein informatica. Hij is momenteel universitair docent op de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) faculteit Logistiek en Informatie. Zijn wetenschappelijk onderzoek richt zich op translaties in het technisch ontwikkelproces van militaire trainingssimulatoren. Voorafgaand aan deze functie was hij onder meer hogeschooldocent op het gebied informatiemanagement en universitair docent bij de faculteit Informatica van de Open Universiteit. Hij beschikt over relevante werkvelddeskundigheid, is vertrouwd met de meest recente ontwikkelingen en met lesgeven, beoordeling en toetsing van de vakgebieden informatica en informatiekunde. De heer Van Veen heeft cursusmateriaal en workshops ontwikkeld, onder meer voor bij- en nascholing van archivarissen, informatiespecialisten en informatiemanagers. Ook is hij part-time docent Informatiewetenschappen aan de Universiteit va Amsterdam. De heer Van Veen is voor deze visitatie individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1989 – 1993 1993 – 1997
Rijkshogeschool IJselland Deventer (Instituut Informatica & Informatiemanagement) Opleiding: Business Information. Universiteit van Amsterdam (faculteit der Geesteswetenschappen, vakgroep Boek- en Documentaire Informatiewetenschap). Opleiding: Documentaire Informatiewetenschap met als bijvak wijsbegeerte (specialisatie: filosofische antropologie).
Werkervaring: 1995 – 1997 Universiteit van Amsterdam (vakgroep Boek- en Informatiewetenschap) Secretaris De Lerende Bibliotheek en projectonderzoeker. 1997 – 1998 Centraal orgaan landelijke organen (Colo) Zoetermeer Beleidsmedewerker Informatisering 1998 – 2001 Saxion Hogeschool IJselland Deventer (Instituut Informatica en Informatiemanagement) Docent Informatiemanagement 2001 – 2006 Open Universiteit Heerlen (Faculteit Informatica) Universitair Docent Informatiemanagement 2006 – heden NLDA Breda (Faculteit Logistiek en Informatie) Universitair Docent Informatiekunde
Panellid student de heer ing. T.A.H. Vroemen De heer Vroemen is ingezet als studentpanellid. Hij is in 2006 afgestudeerd aan de opleiding werktuigbouwkunde aan de Hogeschool Zuyd. Binnen zijn opleiding was hij voorzitter van de OC (Opleidingscommissie), de SOC (een hogeschoolbreed overlegorgaan) en van het oprichtingsbestuur van de Limburgse Studenten Unie. Daarnaast neemt hij deel aan de Klankbordgroep
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
46/53
Grensverleggend Onderwijs. Op dit moment volgt de heer Vroemen de masterfase van International Business aan de Universiteit van Maastricht. De heer Vroemen heeft deelgenomen aan de NQA auditortraining Hoger Onderwijs. Opleiding: 1997 – 2002 HAVO: Graaf Huyn College te Geleen 2002 – 2006 Werktuigbouwkunde, Hogeschool Zuyd te Heerlen 2007 – heden Universiteit Maastricht: studie International Business Masterfase Werkervaring: 2003 – heden Commissie Watersport Opleidingen: gediplomeerd trainer voor watersportinstructeurs. Momenteel actief bij Sailcenter Limburg BVBA. Te Ophoven, Belgie. o.a. begeleiden, theoretisch en praktisch trainen van zeilinstructeurs. • Sinds 1999 actief als zeilinstructeur in 3 disciplines, waarvoor elk een opleidingstraject is afgelegd met o.a. didactische cursussen. • Opstellen van een opleidingsplan voor zeilinstructeurs in opleiding. • Auteur van verschillende publicaties en theorielessen over hydrodynamica en aerodynamica voor watersporttrainers. 2003 Josef Gärtner & Co Bv.: Orienterende stage, Modificatie van de productie lay-out in kaart gebracht en bedrijfshulpverleningsplan in kaart gebracht voor hulpverleningsdiensten 2005 TNO Industrie & Techniek: Post propedeuse stage; zelfstandig onderzoek naar versnelling van extrusie van magnesium door middel van koeling met behulp van eindige elementen simulatie. 2008 – heden Koninglijke BAM groep (30.000 fte, no1 bouwer van Nederland), Management Trainee Overig: 2002 – heden 2002 – 2006 2003 – heden 2004 – 2006 2005 – 2006 2005 – heden 2005 – heden 2006 – heden 2006 – heden 2006 2006 2006 – heden 2006 – heden 2006 2008 – heden
Opleidingscommissie Werktuigbouwkunde Opleidingscommissie werktuigbouwkunde (OC/W), Voorzitter CWO gecertificeerd Trainer voor watersportinstructeurs Samenwerkingsverband opleidingscommissies van de Hogeschool Zuyd (SOC), Voorzitter dagelijks bestuur Limburgse Studenten Unie (LSU): Voorzitter oprichtingsbestuur LSVb (Landelijke Studenten Vakbond), Trainer Klankbordgroep grensverleggend onderwijs Hogeschool Zuyd, Ingezetene LHUMP (landelijk hogeschool en universitair milieuplatform), voorzitter raad van advies Eerste Limburgse Studenten Unie (eLSU): Voorzitter 1e bestuur Zuyd Eenheid Studenten (ZES): studentenpartij aan de Centrale Medezeggenschapsraad van de hogeschool Zuyd, Oprichter Nieuwe Studenten Eenheid Maastricht (NSEM), Voorzitter “HO!” Blad voor studenten in het hoger onderwijs, columnist LHUMP (landelijk hogeschool en universitair milieuplatform), Voorzitter raad van advies SOM (Studenten Overleg Medezeggenschap), Interim bestuurslid Netherlands Quality Agency: Visiterende en Beoordelende Instantie, Panellid
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
47/53
De heer drs. K.P. Willems De heer Willems is ingezet als NQA-auditor. Hij heeft ervaring als auditor en panelsecretaris bij meerdere visitaties in verschillende sectoren van het hbo en wo. De heer Willems studeerde bedrijfswetenschappen in Nijmegen. Sinds 1 maart 2006 werkt hij als adviseur kwaliteitszorg bij het IOWO, dat verbonden is met de Radboud Universiteit Nijmegen. Voor de NVAO is hij secretaris en onderwijskundig lid geweest van diverse panels voor de beoordeling van nieuwe bachelor- en masteropleidingen in het hbo en wo. Opleiding: 1990 – 1998 1998 – 2004
VWO, Pax Christi College, Druten Radboud Universiteit Nijmegen (faculteit der Managementwetenschappen). Opleiding: Bedrijfswetenschappen, afstudeerrichting Strategie, Marketing en Distributie.
Werkervaring: 2004 – 2006 Onderwijs Service Groep (OSG), Medewerker Bestuurs- en Managementondersteuning 2006 – heden IOWO (Radboud Universiteit Nijmegen) Adviseur Kwaliteitszorg Hoger Onderwijs Diversen: • Leertraject Onderwijskundig Medewerker hoger onderwijs, ITBE Universiteit Twente.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
48/53
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Tijdstip
Programmaonderdeel
Deelnemers
09.00 – 11.00 uur
Ontvangst Materiaalbestudering
(Visitatiepanel)
11.00 – 11.45 uur
Gesprek met opleidingsmanagement
Henk Zwetsloot, Betsy Edens, Jan Roelof Dries, Anke Carter, Claar Wachter, Hans Appel
11.45 – 12.30 uur
Gesprek met studenten
Jaap Vos, Wilco de Lange, Wim Huizinga, Arjen Wilts, Robin Wagenaar, Erik Kallen, Gert-Jan Lovers, Mark de Groot, Peter Swart,Jan Lindenholz
12.30 – 13.15 uur
Lunchpauze
13.15 – 13.45 uur
Gesprek met CvB-lid en Dean
Cor de Ruiter; Henk Zwetsloot
13.45 – 14.30 uur
Gesprek met docenten
Tjerk Harkema, Piet Fransen, Jos Bredek, Jos Bos, Leendert Kalsbeek, Ineke Oosterhuis, Rens Reinders, Jan Baljé, Froukje van der Vee, Jack Schilder
14.30 – 15.15 uur
Gesprek met werkveld en afgestudeerden
Bram Wieringa, Dyon Keupink, Jan Jaap Aué, Sjaak Goedvolk, Hans Weerkamp, Jolanda Huizinga, Edwin Boer
15.15 – 17.15 uur
Rondleiding Eventuele extra gesprekken Materiaal bestuderen Intern paneloverleg
(Visitatiepanel)
17.15 – 17.45 uur
Tweede gesprek met opleidingsmanagement en afronding
Henk Zwetsloot, Betsy Edens, Jan Roelof Dries, Anke Carter, Claar Wachter
17.45 – 18.00
Afsluitend paneloverleg
(Visitatiepanel)
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
49/53
Bijlage 4:
-
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
Autitrapport SIIC, maart 2007 Berekening bezettings- en benuttingspercentages Techniek, 2007 Blokenquête totaaloverzicht SIIC 2006-2007 Blokenquête totaaloverzicht SIIC 2007-2008 Boekenlijst Technische Informatica 2007-2008 en boeken ter inzage Communicatieplan Interne Communicatie, Instituut voor ICT Elsevier, oktober 2007; pagina 118 Evaluatie van studieloopbaanbegeleiding bij de HG, 2006 Focus 2010, Strategisch Plan Hanzehogeschool Groningen, januari 2005 HanDig, ICT Strategieplan 2002 – 2010, HG HG Besturingssystematiek, april 2004 HG Onderwijskader, 2005 HG Toetsnotitie HG-kader kwaliteitszorg, 2007 HG-kader studieloopbaanbegeleiding, 2004 HG-site rendementsgegevens ‘ICT on the move’ zelfevaluatierapport I & BI, 2004: par. 1.3 Keuzegids Hoger Onderwijs 2006 – 2007; pag. 40 t/m 47 Kwaliteitszorg bij SIIC, 2007 Mangementovereenkomst CvB – Dean 2007-2008; par. 1A Opzet studieloopbaanbegeleiding bij ICT, 2005 Oriëntatie en verdiepingsstage evaluatie 2006-2007 Projectafsluiting Technische Informatica in the pICTture, 2007 Projectopdracht Afstuderen Instituut voor ICT, 2006 Projectvoorstel Technische Informatica in the pICTure, 2005 Rapportage Onderzoek Waardering Personeel, SIIC, mei 2007 Rapportage stage evaluatie School SIIC, december 2006 Rapportage werkgeversonderzoek SIIC, juni 2007 Reglement van de Hogeschoolmedezeggenschapsraad, 2005 Schooljaarplan van het Instituut voor ICT 2005-2006 Schooljaarplan van het Instituut voor ICT 2006-2007 Schoojaarplan van het Instituut voor ICT 2007-2008 SSA enquête 2006 SSA enquête 2007 (eigen onderzoek) Strategisch Plan van het Instituut voor ICT 2005 - 2009; H3 Studentenstatuut; hoofdstuk 2 Studiegids voltijd opleidingen Instituut voor ICT 2007-2008; hoofdstuk 7 Studieloopbaanbegeleiding handleiding voor studenten, Instituut voor ICT, 2007 Studieloopbaanbegeleiding, handleiding voor studenten, Instituut voor ICT, 2007 hoofdstuk 7 t/m 10 Taakbelastingsbeleid onderwijsgevend personeel Hanzehogeschool Groningen, november 2005
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
50/53
-
Taken profieleigenaren en themacoördinatoren en opleidingsarchitectuur, Instituut voor ICT, 2008 Taken, functies en rollen in de informatica, NGI, 2001 Telling contacturen Tentamenprotocol 2007-2008 Toetsbeleid, Instituut voor ICT, 2006 Verdiepingsonderzoek Keuzegids 2006-2007 Verdiepingsonderzoek Keuzegids 2006-2007 Verslagen bijeenkomsten WAC Verzuimbeleid (Protocol ziektebegeleiding HG) Voorlichtingsbrochure: Innovatie? Count me in! Denk je aan ICT, dan denk je aan de Hanzehogeschool Groningen Voorstel studieloopbaanbegeleiding bij ICT, 2005
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
51/53
Bijlage 5:
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
Het domeinspecifieke referentiekader is te vinden op de website van de HBO-raad: www.hbo-raad.nl Opleidingscompetenties: Algemene Bouwstenen voor competenties Bachelor of ICT, vastgesteld door HBO-I (2004) A1 brede professionalisering: werkt zelfstandig en resultaatgericht samen in een multidisciplinair team, ook in een internationale omgeving. Geeft richting en inhoud aan de ontwikkeling van de persoonlijke beroepsrelevante competenties, o.a. op basis van feedback en zelfreflectie. A2 multidisciplinaire en multiprofessionele integratie: is toegerust om oplossingen te bieden voor vraagstukken gesteld vanuit verschillende disciplines van het beroepenveld. A3 (wetenschappelijke) toepassing: kan (recente wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten toepassen op een voorspelbare en betrouwbare manier in verschillende beroepssituaties. Kan relevante informatie verzamelen uit verschillende bronnen. A4 transfer en brede inzetbaarheid: kan kennis, inzichten en vaardigheden toepassen in verschillende beroepssituaties. Kan kennis, inzichten en vaardigheden overdragen aan ictprofessionals en aan andere professionals binnen een organisatie. A5 creativiteit en complexiteit in handelen: kan vraagstukken in de beroepspraktijk, waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn, te analyseren. Komt met ideeën, is creatief, heeft zicht op (on)mogelijkheden van nieuwe media, en denkt vanuit de gebruiker. A6 probleemgericht werken: Kan zelfstandig een probleem definiëren bij een (complexe) praktijksituatie of bij het uitvoeren van het beroep van ict’er. Analyseert de gestelde eisen en mogelijkheden. Pakt de problemen uit het vakgebied stelselmatig aan op basis van relevante kennis en (theoretische) inzichten. Ontwikkelt en past (nieuwe) oplossingsstrategieën toe en kan de effectiviteit hiervan beoordelen. A7 methodisch en reflectief denken en handelen: kan in een (multidisciplinaire) omgeving een onderzoekstraject, ontwikkeltraject en beheertraject (projectmatig) inrichten en geschikte methoden kiezen en toepassen. Stelt realistische doelen. Stelt projectplannen op. A8 sociaalcommunicatieve bekwaamheid: communiceert op diverse manieren effectief met verschillende geledingen. Werkt zelfstandig en werkt resultaatgericht samen in een multidisciplinair team. Kan luisteren naar de inbreng van een ander. Heeft een eigen inbreng. Reflecteert op eigen gedrag. Kan conflicten hanteren. Kan vakliteratuur in de Nederlandse en Engelse taal lezen. Kan een verslag of rapport opstellen conform de richtlijnen. A9 basiskwalificering voor managementfuncties: kan eenvoudige leidinggevende en managementtaken uitvoeren. Is in staat om duidelijke instructies te geven en planningen op te stellen. Controleert de voortgang in een project en kan anticiperen op onvoorziene omstandigheden. Voert effectief en efficiënt overleg met betrokkenen. Kan werk delegeren binnen een project. A10 besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid: heeft de juiste beroepshouding en betrekt daarin relevante ethische aspecten. Is betrokken bij haar of zijn taakstelling, kwaliteitsgericht, prestatiegericht en gericht op dienstverlening.
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
52/53
Domeinspecifieke Bouwstenen voor competenties Bachelor of ICT, vastgesteld door HBO-I (2004) B1 Analyseren: Voert een analyse uit van processen en informatiestromen in hun onderlinge samenhang en de context van de omgeving. Stelt functionele specificaties op. B2 Adviseren: Formuleert op basis van een analyse in overleg met stakeholders een onderbouwd advies voor de herinrichting van processen en/of informatiestromen en voor een nieuw te ontwikkelen of aan te schaffen ict-systeem. Betrekt hierin financiële aspecten, tijdsaspecten, de organisatie(verandering), haalbaarheid en risico’s en mogelijkheden voor outsourcing. B3 Ontwerpen: Ontwerpt een ict-systeem op basis van een architectuutbeschrijving en specificaties, in samenhang met een analyse en binnen de kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie en beheer. B4 Bouwen: Bouwt en implementeert een ict-systeem op basis van een functioneel en technisch ontwerp en binnen de kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie en beheer. B5 Beheren: Geeft vorm aan de exploitatie en het beheer van ict-systemen. Zorgt voor invoeren, testen, integreren en inbedrijfstelling van (een nieuwe release van) een ict-systeem. Verleent diensten die zijn overeengekomen (in een Service Level Agreement) binnen de gestelde kaders voor kwaliteit en financiën. Zorgt in samenhang met ontwerp en bouw voor het onderhoud van ict-systemen. Opleidingsspecifieke Coplexe Vaardigheden 1. Opleveren van een technische infrastructuur 2. Inrichten en uitvoeren van het beheer van een technische infrastructuur 3. Opleveren van een embedded / real time system 4. Opleveren van een smart system
© NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen; hbo-bacheloropleiding Technische Informatica (vt)
53/53