●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Haalbaarheidsonderzoek (her)huisvesting ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Museumbeleid Boxtel
Opdrachtgever Project Datum Referentie Auteur
Gemeente Boxtel Musea Boxtel 17 februari 2011 1524601-0020.5.0 de heer ing. M.S. van Schoonderwalt mevrouw drs. J.G. Feddes
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Niets uit deze uitgave mag zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van HEVO B.V. worden gekopieerd, noch aan derden ter inzage worden gegeven.
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Hugo de Grootlaan 11
Postbus 70501
T +31 (0)73 6 409 409
[email protected]
KvK Brabant 16029774
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
5223 LB 's-Hertogenbosch
5201 CB 's-Hertogenbosch
F +31 (0)73 6 410 118
ISO 9001-gecertificeerd
BTW 0011.60.461.B01
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Managementsamenvatting Op verzoek van de gemeente Boxtel heeft HEVO onderzoek gedaan naar de huisvestingsmogelijkheden voor een museaal cluster in Boxtel en voor museum De Kleuskes in Liempde. Hiertoe zijn, op aanwijzing van de gemeente, gesprekken gevoerd met de verschillende participanten van het museumoverleg Boxtel en is onderzoek gedaan naar de geschiktheid van een aantal locaties in Boxtel. Voor het museaal cluster is gekeken naar de vraag in hoeverre de huisvesting bijdraagt aan de versterking van de centrumfuncties van Boxtel, naar de meerwaarde die de locatie heeft voor het museum en naar de kosten die gemaakt moeten worden om de locatie geschikt te maken voor een museumfunctie. Op basis van het onderzoek komen wij tot de conclusie dat centrale (her)huisvesting voor de hand ligt voor Museum Piet Dorenbosch, Gilde Sint Barbara en Sint Joris, Stichting Hendrik Verhees en de collectie van Gaudéte (deze laatste is recentelijk door de gemeente Boxtel aangekocht). De overige musea hebben te weinig affiniteit met de inhoud van deze collecties om centrale huisvesting te overwegen en/of zijn tevreden over hun huidige huisvesting. Als locatie adviseren wij de bufferruimte in klooster Sint Ursula. Deze locatie sluit goed aan bij de ruimtelijke en functionele vraag van de participanten en is tegen relatief lage kosten geschikt te maken. Bovendien staat de ruimte leeg en wordt deze reeds door de gemeente gehuurd. Met betrekking tot de organisatie en het beheer van het cluster adviseren wij om uit te gaan van een model met een dagelijks bestuur en een toezichthoudend orgaan. Hierin krijgt de gemeente als subsidieverstrekker een actieve rol in de bewaking van de kwaliteit van de collecties en exposities. Daarnaast adviseren wij om ook de continuïteit de nodige aandacht te geven. De musea worden nu uitsluitend door seniore vrijwilligers beheerd en aanwas van jongere vrijwilligers is in soortgelijke situaties veelal een probleem. Naar onze mening dient het te vormen bestuur dit onderwerp met prioriteit op te pakken. Tevens adviseren wij om te onderzoeken of het mogelijk is om een structurele samenwerking aan te gaan met (lokale) onderwijsinstellingen. Voor het museum De Kleuskes in Liempde adviseren wij om het museum op de huidige locatie te handhaven en deze huisvesting te moderniseren. Daarnaast adviseren wij de gemeente Boxtel om met de eigenaar van de bestaande huisvesting in gesprek te gaan om te bezien of de overige gebouwen op het terrein alsnog bij museum De Kleuskes betrokken kunnen worden, om zodoende het ruimteprobleem op te lossen.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 2 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Inhoudsopgave 1. 1.1. 1.2.
Achtergrond Situatieschets en vraagstelling Aanpak onderzoek
4 4 5
2. 2.1. 2.1.1. 2.1.2. 2.2. 2.2.1. 2.2.2. 2.3. 2.4. 2.4.1. 2.4.2. 2.5. 2.6.
Het museaal cluster Boxtel Optimale samenstelling Samenwerking en huisvesting Organisatie en beheer Gebouwelijke consequenties Ruimtebehoefte Functionele wensen Mogelijke locaties & gebouwen Financiële consequenties gebouwen Initiële kosten Exploitatiekosten Vergelijking locaties en gebouwen Eindconclusie en advies
7 7 8 9 10 10 11 11 13 13 14 16 17
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
De Kleuskes Situatieschets en probleemstelling Huidige locatie Patronaatsgebouw Conclusie
18 18 18 20 20
Bijlage 1: resultaten schouw
22
Addendum: De Kleine Aarde
27
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 3 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
1.
Achtergrond 1.1.
Situatieschets en vraagstelling
De gemeente Boxtel bevindt zich in het centrum van natuur- en recreatiegebied Het Groene Woud, op een strategische positie in het midden van de driehoek Tilburg, Eindhoven, ’’sHertogenbosch. Zij heeft de ambitie om het toeristisch potentieel en daarmee de locale economie te versterken, onder andere door haar museumaanbod aantrekkelijker en toegankelijker te maken. Een deel van de bestaande musea/collecties heeft echter te kampen met een probleem op het gebied van huisvesting. Dit betreft enerzijds een aantal musea in Boxtel zelf en anderzijds museum De Kleuskes in Liempde. In samenspraak met het museale veld heeft de gemeente daarom besloten onderzoek te laten doen naar en advies in te winnen over de (her)huisvestingsmogelijkheden van deze musea. Museaal Cluster Een aantal musea/collecties in Boxtel heeft geen of geen geschikte huisvesting. Om te voorkomen dat waardevol cultureel erfgoed verloren gaat, is onderzocht of clustering van deze musea/collecties mogelijk is. De vertegenwoordigers van de volgende musea/collecties hebben voorafgaand aan het onderzoek aangegeven eventueel interesse te hebben in deze clustering: • Museum Piet Dorenbosch • Gilde Sint Barbara en Sint Joris • Stichting Hendrik Verhees • Stichting Openbaar Kunstbezit Boxtel Tijdens het onderzoek is de collectie Gaudéte door de gemeente Boxtel aangekocht en ook deze collectie heeft nieuwe huisvesting nodig. Voor de volledigheid zijn ook gesprekken gevoerd met Oertijdmuseum De Groene Poort en het Wasch en Strijk museum/Brabant Goedgemutst. In het overleg met het museale veld zijn ook een aantal potentiële locaties voor dit museale cluster bepaald, namelijk: • ’t Hofje (met betrekking van huidige woningen en eventuele aanbouw) • Nieuwbouw op terrein De Groene Poort • Voormalige garage De Mol/Pelikaan (Stationsstraat 100) • Houtwerf Steenbakker (Wilhelminastraat 1a) • Oude fabriek van de heer Vekemans. Gedurende het onderzoek is ook de bufferruimte in klooster Sint Ursula door de gemeente geoormerkt als potentiële locatie1.
1
Bij afronding van het onderzoek bleek ook de Van Coothhoeve op het terrein van De Kleine Aarde een potientiële locatie; zie ook Addendum.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 4 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Op basis van de bovenstaande uitgangspunten, die ook opgenomen zijn in de kaderstelling museumbeleid Gemeente Boxtel d.d. 16 april 2009, heeft HEVO vervolgens de volgende onderzoeksvraag opgesteld: “Wat is de optimale samenstelling van collecties en functies, wat zijn de ruimtelijke en financiële consequenties van deze samenwerking en op welke locatie kan deze het beste plaatsvinden.” De criteria die een doorslaggevende rol spelen bij de beantwoording van deze vraag zijn: • De met herhuisvesting gemoeide kosten (investering en exploitatie). • De meerwaarde die het museum heeft op de locatie (versterken centrumfuncties Boxtel). • De meerwaarde die de locatie heeft voor het museum (uitstraling omgeving, aansluiten op wandel- en fietsroutes2). De Kleuskes Ook museum De Kleuskes in Liempde heeft te maken met huisvestingsproblematiek: er is sprake van ruimtegebrek en de zolderverdieping waarop dit museum is gehuisvest, is moeilijk toegankelijk. Herhuisvesting van het museum in een museaal cluster in Boxtel is voor dit museum echter geen optie, omdat de collectie zich specifiek op de Liempdse geschiedenis richt. De gemeente Boxtel heeft HEVO heeft daarom verzocht onderzoek te verrichten naar de ruimtelijke en financiële (on)mogelijkheden van de huidige situatie en locatie en van het Patronaatsgebouw in Liempde als alternatieve locatie voor het museum.
1.2.
Aanpak onderzoek
Om antwoord te geven op de vraagstelling met betrekking tot het museale cluster en een oplossing te vinden voor het huisvestingsprobleem van museum De Kleuskes heeft HEVO een onderzoek uitgevoerd, bestaande uit de volgende onderdelen: 1. Bestudering stukken waarna bespreking vraagstelling en huidige situatie met Anton van Aert (wethouder) en Caren Julien (beleidsmedewerker Kunst & Cultuur). 2. Presentatie aan de bijeenkomst van het museale veld, Anton van Aert en Caren Julien tijdens het overleg ‘museumbeleid gemeente Boxtel’ d.d. 21 oktober 2010 en deelname aan dit overleg. 3. Individuele interviews met de vertegenwoordigers van alle Boxtelse musea: • Museum De Kleuskes (de heren Langenberg en Roovers) • Museum Piet Dorenbosch (de heer Swinkels) • Gilde Sint Barbara en Sint Joris (de heren Habraken en Heerschop) • Stichting Hendrik Verhees (de heren Jonkers en Van Nooijen) • Stichting Openbaar Kunstbezit Boxtel (de heer Van Geffen) • Wasch en Strijk museum/Brabant Goed Gemutst (de heren Vekemans en Van Beers) • Collectie Gaudéte (mevrouw Van der Ven) • Oertijdmuseum De Groene Poort (de heer Fraaije)
2
Uitgangspunt de historische wandelingen zoals die gegeven worden in het centrum van Boxtel
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 5 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
4.
5.
6. 7. 8.
Een workshop met de beoogde participanten van het museale cluster, waarbij gesproken is over de onderwerpen samenwerking, organisatie en beheer. Ook zijn alle mogelijke locaties met de participanten besproken, met uitzondering van de bufferruimte in klooster Ursula, omdat deze pas in een later stadium door de gemeente is aangewezen. Een schouw van de mogelijke locaties van het museale cluster en van de huidige huisvesting van De Kleuskes en het Patronaatsgebouw in Liempde. Hierbij is globaal bepaald welke aanpassingen nodig zijn om de locaties geschikt te maken voor de huisvesting van het museum. Doorrekening van de financiële consequenties van mogelijke aanpassing en inhuizing op de locaties (op kengetallen). Opstellen voorliggende eindrapportage waarin de verzamelde gegevens worden weergegeven en een advies wordt gegeven over het meest wenselijke scenario. Tot slot wordt deze eindnotitie in een presentatie aangeboden aan het museale veld en kan door de gemeenteraad besluitvorming omtrent en vaststelling van het meest wenselijke scenario plaatsvinden.
Leeswijzer In hoofdstuk twee wordt ingegaan op de resultaten van het onderzoek met betrekking tot het museaal cluster en in hoofdstuk drie worden de resultaten met betrekking tot De Kleuskes besproken. In bijlage 1 zijn de resultaten van de schouwingen van de locaties opgenomen en in bijlage 2 is als addendum het onderzoek met betrekking tot de locatie De Kleine Aarde opgenomen.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 6 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
2.
Het museaal cluster Boxtel 2.1.
Optimale samenstelling
Tijdens de interviews is met alle musea besproken wat de overwegingen zijn om wel of niet een gezamenlijke huisvesting te betrekken. Hierbij is geïnventariseerd wat de wensen zijn op het gebied van locaties, functies en ruimtebehoefte, welke mogelijkheden er zijn met betrekking tot beheer en organisatie en welke kansen en bedreigingen de betrokkenen in dit kader zien. Daarnaast is natuurlijk gekeken naar de (mogelijke) inhoud en activiteiten van de musea en collecties. Uit het besprokene bleek dat voor Museum Piet Dorenbosch, het Gilde St. Barbara en St. Joris en Stichting Hendrik Verhees samenwerking en clustering in ruimtelijke zin de meeste kans van slagen heeft: • Deze collecties richten zich allen op de cultuurhistorie van Boxtel en omgeving. • De collecties trekken min of meer hetzelfde publiek. • Betrokken partijen hebben allen de voorkeur voor huisvesting in een historische omgeving in het centrum van Boxtel. • Er bestaat al samenwerking tussen de partijen. • De partijen gaan allen uit van beheer en organisatie op basis van vrijwilligers. • De partijen hebben dezelfde wensen met betrekking tot aanvullende functies. De ideeën van Cor van Geffen van de Stichting Openbaar Kunstbezit Boxtel over het museale cluster sluiten hier niet goed op aan. In zijn invulling gaat het museum verder dan de expositie van de bestaande collecties en is er ook ruimte voor het laten ontstaan van nieuwe kunst en performance. Hij richt zich daarmee op een ruimere openstelling en een groter en internationaler publiek, waarbij ook een organisatie met betaalde krachten hoort. Het Wasch en Strijckmuseum/Brabant Goed Gemutst heeft reeds eigen huisvesting. Deze huisvesting is geschikt voor dit museum, maar biedt geen ruimte voor uitbreiding met de collecties van de overige musea. Samenwerking in ruimtelijke zin is voor dit museum dan ook niet aan de orde. Ook De Groene Poort is tevreden over de eigen huisvesting. Dit museum beschikt wel over een terrein waarop eventueel uitbreiding met een tweede museum mogelijk is. Deze optie is meegenomen in het onderzoek. De samenwerking van Piet Dorenbosch, het Gilde en Hendrik Verhees kan wel verder worden aangevuld met de collectie Gaudéte. Deze collectie is inmiddels eigendom van de gemeente en beschikt daarmee niet meer over expositieruimte. De inhoud van de collectie en het publiek dat daarop afkomt, versterken het museum en opname van de collectie in het museale cluster garandeert het behoud van dit culturele erfgoed. Daarnaast sluiten de wensen van de voormalig eigenaar van de collectie met betrekking tot de locatie aan op die van de overige samenwerkende partijen.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 7 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
2.1.1.
Samenwerking en huisvesting Er zijn verschillende manieren waarop de musea kunnen worden gehuisvest. Bij het bepalen van de meest optimale variant, spelen de mate van samenwerking en het behoud van identiteit een grote rol: 1: De minst verregaande optie is dat ieder museum een eigen huisvesting heeft, met eigen ruimten en een eigen ingang. De samenwerkingsmogelijkheden zijn in deze vorm beperkt. 2: In de volgende optie heeft ieder museum een eigen huisvesting, maar bevinden deze ruimten zich wel in één gebouw. Ieder museum heeft echter een eigen ingang en de overloop van het ene naar het ander museum verloopt niet vloeiend. 3: De volgende mogelijkheid is dat de vier musea een gezamenlijke huisvesting hebben. De musea delen de algemene ruimten als ingang en sanitair, maar hebben ieder een eigen ruimte voor de eigen collectie. Het is voor de bezoeker duidelijk dat er hier sprake is van vier musea, met vier verschillende collecties. 4: De volgende mogelijkheid is ruimtelijk gezien hetzelfde als de vorige variant: de vier musea delen de algemene ruimten als ingang en sanitair. Het verschil is dat er één samenhangende expositie is, waardoor het één museum wordt dat is opgebouwd uit vier collecties. Door de ruimtelijke indeling is het voor de bezoeker wel duidelijk wat de oorsprong is van iedere collectie. 5: De meest verregaande optie is dat de vier musea en collecties volledig samensmelten in één museum. In deze variant is het voor de bezoeker niet duidelijk dat hier oorspronkelijk sprake was van vier musea.
HEVO adviseert de musea om te kiezen voor de vierde optie. Door de vier collecties op elkaar af te stemmen in één expositie zullen zij elkaar versterken, waardoor er meer bezoekerspotentieel is dan bij solitaire expositie. Daar komt bij dat de participanten de praktische last van het beheer van en de organisatie rondom het museum gezamenlijk beter kunnen dragen (zie ook volgende paragraaf). Tijdens de workshop met de vertegenwoordigers van de verschillende musea is bovendien gebleken dat er voldoende draagvlak is voor deze optie.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 8 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
2.1.2.
Organisatie en beheer Met betrekking tot de vormgeving van de organisatie en het beheer van het museum is met de beoogde participanten en de gemeente Boxtel gesproken over het zogenaamde “Raad van Toezicht – model”. Wanneer dit model gevolgd wordt, dan wordt er een overkoepelende stichting opgericht waarin ieder museum zitting neemt (1-2 vertegenwoordigers per museum). In het stichtingsbestuur worden afspraken gemaakt over beleidszaken zoals het waarborgen van de continuïteit, het dagelijks beheer3 en het werven van vrijwilligers daarvoor, de financiën en de samenhang tussen de individuele collecties. Over deze onderwerpen worden prestatieafspraken gemaakt met de gemeente Boxtel, die als subsidieverstrekker een toezichthoudende rol heeft. Het stichtingsbestuur rapporteert periodiek over de voortgang van de prestatieafspraken.
Het model sluit aan op de in de vorige paragraaf omschreven huisvestingsvariant. Voor dit model bestond bij de betrokken participanten voldoende draagvlak. Bij de nadere uitwerking van het model in een daadwerkelijk stichting, zijn de volgende onderwerpen een belangrijk punt van aandacht: • De continuïteit van het museum en het werven van voldoende vrijwilligers, zowel voor het stichtingsbestuur als voor het dagelijks beheer. • De rol van de gemeente als eigenaar van de collectie Gaudéte4. Uit de interviews is gebleken dat alle participanten zich in bepaalde mate bezig houden met educatie, maar dat er geen sprake is van structurele, georganiseerde samenwerking met (lokale) onderwijsinstellingen. Wij adviseren het stichtingsbestuur en de gemeente om te onderzoeken of deze samenwerking wel mogelijk is. Dit zou het museum een extra functie geven en wellicht zijn er zo mogelijkheden de continuïteit te versterken. 3
Dagelijks beheer bevat onder andere opening van en activiteiten in en om het museum, het inrichten en toezicht houden op de collectie, de schoonmaak, het (laten doen van) klein onderhoud, etc. 4 Bij het schrijven van deze rapportage was de gemeente bezig deze rol verder te ontwikkelen, waarbij gedacht wordt aan het oprichten van een stichting.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 9 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
2.2. 2.2.1.
Gebouwelijke consequenties
Ruimtebehoefte De gemeente heeft in een eerder stadium reeds de ruimtebehoefte van de verschillende musea gepeild. Deze ruimtebehoefte is door HEVO getoetst en aangevuld met de ruimtebehoefte van de noodzakelijke voorzieningen. Dit leidt tot de onderstaande ruimtebehoefte:
Gaudéte Gilde Expositieruimte Opslagruimte
St. HV
PD
100
100
50
40
15
0
Totaal Museum 350 50 105 25 12 10 4 6 77 53 642
100
Werkruimte Entree en receptie Sanitair (m/v en miva) Garderobe Technische ruimte (meterkast, cv-ketel, werkkast) Verkeersruimte (gangen, trappen, etc.; 15% fno) Tarra (constructie, wanddikte, schachten, etc.; 9% nvo)) TOTAAL Bruto Vloer Oppervlak (BVO)
Wanneer ook de eventuele aanvullende functies worden opgenomen, is de ruimtebehoefte als volgt:
Gaudéte Gilde Expositieruimte Opslagruimte
St. HV
100
100
50
40
15
0
Werkruimte Entree en receptie Sanitair (m/v en miva) Garderobe Technische ruimte (meterkast, cv-ketel, werkkast) Aanvullende functies: wisselcollectie videoruimte horeca (keuken, zitruimte, magazijn) vergaderruimte (12 personen) Verkeersruimte (gangen, trappen, etc.; 15% fno) Tarra (constructie, wanddikte, schachten, etc.; 9% nvo)) TOTAAL Bruto Vloer Oppervlak (BVO)
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
PD
Totaal Museum 100 350 50 105 25 12 10 4 6 100 50 50 25 111 76 924
Pagina 10 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
2.2.2.
Functionele wensen De participanten hebben de volgende wensen met betrekking tot het gebouw dan wel de locatie genoemd: Functioneel: • Voldoende licht. • Toegankelijk voor mindervaliden. • Brandveilig. • Inbraakbeveiliging. Gebouw: • Historische uitstraling (buitenkant) en sfeer (binnenkant). Locatie: • Omgeving centrum Boxtel. • Nabij fiets- en wandelroutes. • Versterking centrumfuncties
2.3.
Mogelijke locaties & gebouwen
Tijdens het overleg ‘museumbeleid gemeente Boxtel’ d.d. 27 mei 2010 de vorige bijeenkomst zijn een aantal suggesties voor de locatie van een gezamenlijke huisvesting gedaan, waarna deze in de onderzoeksopdracht zijn opgenomen. Het betreft de volgende locaties:
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 11 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
In onderstaande paragrafen worden de basisgegevens van de gebouwen en locaties kort omschreven; in bijlage 1 wordt nader ingegaan op de functionaliteit, technische staat en veiligheid van de gebouwen.
’t Hofje • Adres: markt 36 t/m 41 • Eigendom: woningstichting St. Joseph • Bouwjaar: circa 1650 • Totaal BVO circa 400 m2 (waarvan 150 nu in gebruik door Piet Dorenbosch en het Gilde). • Huidige bestemming: − nummer 36: VVV Boxtel − nummer 37: Museum Piet Dorenbosch − 38 t/m 41: woonhuizen gehuurd door particulieren
De Groene Poort • Adres: Bosscheweg 80 • Eigendom: stichting De Groene Poort • Bouwjaar: nieuwbouw • Totaal BVO: als gewenst i.v.m. nieuwbouw • Huidige bestemming: tuin aan de noordzijde van het bestaande museum Bufferruimte St. Ursula • Adres: St. Ursula • Eigendom: woningstichting St. Joseph (meerjarig huurcontract met gemeente) • Bouwjaar: 1910, renovatie 2010 • Totaal BVO: 600 m2 • Huidige bestemming: leegstaand
Voormalige garage De Mol • Adres: Stationsstraat 100 • Eigendom: particulier, staat te koop bij makelaar Nuyens • Bouwjaar: circa 1933 • Totaal BVO: 228 m2 woonoppervlak, 248 m2 garage • Huidige bestemming: woonfunctie / werkplaats
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 12 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Houtwerf Steenbakkers • Adres: Wilhelminastraat 1a • Eigendom: dhr. Steenbakkers • Bouwjaar: onbekend • Totaal BVO: onbekend • Huidige bestemming: houtwerf
Voormalige fabriek Vekemans • Adres: Baroniestraat 107-109-111 / Spoorstraat 40 • Eigendom: staat te koop bij Saris & Partners • Bouwjaar: onbekend • Totaal BVO: 1.685 m2 • Huidige bestemming: fabriek / kantoor / atelier / woonruimte
2.4. 2.4.1.
Financiële consequenties gebouwen
Initiële kosten Onderstaand wordt per locatie een inschatting gegeven van de kosten die nodig zullen zijn om het gebouw geschikt te maken voor een museumfunctie. Hier zijn de kosten voor vaste inrichting, zoals plaatsing van een balie, aanbrengen juiste verlichting en bewegwijzering, nog niet bij inbegrepen. Deze zullen voor elke locatie ongeveer gelijk zijn. ‘t Hofje Geschikt maken volledige complex voor museumfunctie en uitbreiding van gebouw om aan ruimtebehoefte te voldoen (circa 250 m2): € 750.000,-- inclusief btw. De Groene Poort Afhankelijk van omvang. Uitgaande van ruimteprogramma van 642 m2 bedragen en gebaseerd op schetsen architect en materialisering en afwerkingsniveau van het huidige museum, bedragen de investeringskosten minimaal € 1.600.000,-- inclusief btw. Bufferruimte St. Ursula Ruimte is recent gerenoveerd en alle voorzieningen zijn aanwezig. Er moet nog wel een vloer gelegd worden. Uitgaande van een eenvoudig afwerkingsniveau bedragen de kosten hiervoor maximaal € 50.000,-- inclusief btw.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 13 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Garage Mol Vraagprijs € 488.000,-Aanpassingen inclusief plaatsing lift: circa € 200.000,-- inclusief btw Houtwerf Vraagprijs: onbekend Aanpassingen: minimaal € 400.000,-- inclusief btw. Fabriek Vekemans Vraagprijs: € 1.350.000,-Aanpassingen: minimaal € 850.000,-- inclusief btw.
2.4.2.
Exploitatiekosten Conform de NEderlandse Norm (NEN 2632) worden exploitatiekosten gedefinieerd als alle terugkerende kosten die voortkomen uit het in eigendom hebben, in stand houden dan wel gebruiken van een gebouw. Hierbij wordt de volgende indeling gehanteerd: 1.
Vaste kosten Kosten die verbonden zijn aan het eigendom en gebruik van het gebouw en terrein, waaronder huur en/of rente en afschrijving, verzekeringen en publiekrechtelijke heffingen.
2.
Energiekosten De kosten van het energieverbruik van het gebouw (elektriciteit, verwarming en water).
3.
Onderhoudskosten Kosten die gemaakt worden om gebouw en terrein kwalitatief in goede staat te houden, zodat de gebruiker goed kan functioneren. Deze kosten behelzen zowel technisch onderhoud (preventief en correctief onderhoud) als schoonmaakonderhoud (binnenzijde en buitenzijde).
4.
Administratieve beheerkosten Kosten van de administratie die betrekking hebben op het beheer van het gebouw, zoals bemiddelingskosten, boekhouding en administratieve personeelskosten.
5.
Specifieke bedrijfskosten Dit zijn de kosten die voortkomen uit het functioneren van de organisatie in het gebouw, bijvoorbeeld de kosten voor bewaking en beveiliging.
Er kan nu nog geen inschatting worden gemaakt van hoe hoog deze kosten voor de verschillende gebouwen/locaties zullen zijn: • Het is nog niet duidelijk wat de exacte bouwkundige en installatietechnische staat van de gebouwen is nadat deze zijn aangepast aan de museumfunctie. De staat van een gebouw is van grote invloed op de afschrijvingstermijn en deze bepaalt weer voor een groot deel de hoogte van de afschrijving. • Ook de onderhoudskosten en het energieverbruik hangen sterk af van de mate waarin het gebouw geïsoleerd is, het soort kozijnen en glas dat is toegepast en het type afwerking van binnen- en buitenwanden, vloeren en plafonds, etc.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 14 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
• • •
Het is nog niet duidelijk wat de openstelling van het gebouw/de ruimte gaat worden. Dit is van invloed op het energieverbruik en op de specifieke bedrijfskosten. Het is nog niet duidelijk hoe het dagelijks beheer plaats gaat vinden, wat van invloed is op de administratieve beheerkosten en de specifieke bedrijfskosten. Het is nog niet duidelijk in hoeverre gebruik wordt gemaakt van eigen personeel dan wel vrijwilligers, wat van invloed is op de kosten van (schoonmaak)onderhoud, administratief beheer en de specifieke bedrijfskosten.
Om toch inzicht te geven in de orde van grootte van deze kosten, geven wij onderstaand wel marges weer. In verband met de hierboven reeds genoemde onbekende factoren zijn deze marges echter zeer ruim en hierbij willen wij benadrukken dat de uiteindelijke kosten sterk afhankelijk zijn van nu nog onbekende factoren en daarom kunnen afwijken: • Vaste kosten (huur + rente + afschrijving): € 50,-- tot € 200,-- per m2 per jaar. • Energiekosten (gas + elektriciteit + water): € 30,-- tot € 80,-- per m2 per jaar. • Onderhoudskosten: € 20,-- tot € 100,-- per m2 per jaar. • Administratieve beheerkosten: € 0,-- tot € 20,-- per m2 per jaar. • Specifieke bedrijfskosten: € 0,-- tot € 15,-- per m2 per jaar. Op basis van de nu bekende gegevens (bouwjaar, globale bouw- en onderhoudskundige staat en omvang) kan wel grofweg worden aangegeven hoe de exploitatiekosten van de 5 locaties zich ten opzichte van elkaar zullen verhouden:
Vaste kosten Energiekosten Onderhoudskosten Administratief beheer Specifieke bedrijfskosten Gewogen gemiddelde
•
•
•
't Hofje 0 0 + + 0 0
Groene Poort + + + + 0
St. Ursula + 0 + + 0 +
Garage Mol + 0 0 0 0/+
Houtwerf 0 0 0 0/-
Fabriek -0 0 -
Vaste kosten: vergelijking gebaseerd op een inschatting van de te betalen rente en afschrijving over de initiële kosten, voor ’t Hofje en St. Ursula vermeerderd met de huidige huursommen. Energiekosten: voor De Groene Poort is nieuwbouw het uitgangspunt. Voor dit gebouw zijn deze kosten daarom nog te beïnvloeden door energiezuinige keuzes te maken wat betreft bijvoorbeeld isolatie en installaties. Bij de overige locaties kunnen er wel energiebesparende maatregelen worden genomen, maar omdat het bestaande bouw betreft is het effect hiervan ten opzichte van nieuwbouw suboptimaal. Dit geldt ook voor de gerealiseerde aanpassingen bij St. Ursula. Bij de fabriek geldt daarnaast dat de omvang een nadelig effect heeft. Onderhoudskosten: bij ’t Hofje en de bufferruimte van Sint Ursula zijn de kosten voor groot onderhoud (buitenkant gebouw en installaties) al verrekend met de huur. Voor het overige is een inschatting gemaakt gebaseerd op de staat van onderhoud van de panden.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 15 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
•
•
Administratief beheer: bij het ’t Hofje en Ursula wordt een deel van deze activiteiten en daarmee kosten door woningstichting gedragen en bij De Groene Poort gebeurt dit door De Groene Poort. Voor de overige locaties zullen de musea en/of de gemeente deze activiteiten zelf moeten uitvoeren en/of de kosten daarvoor zelf moeten dragen. Specifieke bedrijfskosten: bij De Groene Poort kan gebruik worden gemaakt van een schaalvoordeel, omdat hier een aantal voorzieningen als entree, toegangspoortjes, etc. al aanwezig zijn. Bij de overige locaties geldt dit niet.
Omdat de afschrijving/huur het leeuwendeel van de exploitatiekosten uit zal maken, zijn deze kosten zwaarder meegerekend bij het bepalen van het gewogen gemiddelde.
2.5.
Vergelijking locaties en gebouwen
In onderstaande tabel worden de locaties vergeleken op de verschillende beoordelingscriteria:
Financiële overwegingen Minimale investeringskosten (schatting) Exploitatiekosten Ruimtelijk-functionele overwegingen Voldoen aan ruimtebehoefte Omgeving centrum Versterking centrumfuncties Nabij fiets-/wandelroutes Historische uitstraling gebouw
't Hofje
Groene Poort
St. Ursula
Garage Mol
Houtwerf
Fabriek
€ 750.000 0
€ 1.600.000 0
€ 50.000 +
€ 700.000 0/+
onbekend 0/-
€ 2.200.000 -
0/+ + + + +
+ 0 -
+ 0 0 + +
0 0 0 + +
0 0 0 0 0
+ 0 0 -
Gebaseerd op deze vergelijking adviseren wij om de bufferruimte in klooster Sint Ursula te kiezen als locatie: • De investeringskosten voor deze zijn locatie duidelijk het laagst. Dit komt omdat de ruimten door de recente renovatie in goede staat verkeren en alle faciliteiten beschikbaar zijn(sanitair, toegankelijkheid en (brand)veiligheid). • In vergelijking tot de andere locaties zijn de exploitatiekosten voor deze locatie het meest gunstig. • De beschikbare ruimte is ruim voldoende om de ruimtebehoefte van het museale cluster in te passen. Aantekening die hierbij gemaakt moet worden is dat de indeling van het gebouw erg open en ruimtelijk is. De ruimte is daarom uitermate geschikt voor expositie, maar om deze te gebruiken voor opslag is eigenlijk zonde. Wellicht kan in samenspraak met de woningstichting gezocht worden naar opslagruimte elders in het complex. Voor de ruimte die dan ‘overblijft’ kan dan een andere bestemming gevonden worden. • Deze locatie sluit redelijk goed aan bij de functionele wensen van de participanten. De locatie is net buiten het centrum, maar ligt wel op een wandelroute en nabij fietsroutes en aansluiting op de centrumfuncties is daarom zeer goed mogelijk. Het gebouw heeft duidelijk een historische uitstraling. Hierbij tekenen wij wel aan dat deze locatie door de gemeente als optie is aangewezen nadat de gesprekken met de verschillende musea hadden plaatsgevonden. Uit een korte
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 16 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
telefonische terugkoppeling met de beoogde participanten van het cluster bleek echter voldoende draagvlak voor deze locatie. Hoewel het geen beoordelingscriterium is, heeft de bufferruimte Sint Ursula als aanvullend voordeel dat deze locatie vrijwel direct beschikbaar is: de ruimte staat leeg en wordt reeds door de gemeente gehuurd. Dit in tegenstelling tot de overige locaties, waar minimaal tijd nodig is voor aankoop en verbouw en in het geval van De Groene Poort zelfs voor een geheel ontwerp- en bouwtraject.
2.6.
Eindconclusie en advies
Op basis van het onderzoek komen wij tot de conclusie dat centrale (her)huisvesting voor de hand ligt voor Museum Piet Dorenbosch, Gilde Sint Barbara en Sint Joris, Stichting Hendrik Verhees en de collectie van Gaudéte). De overige musea hebben te weinig affiniteit met de inhoud van deze collecties om centrale huisvesting te overwegen en/of zijn tevreden over hun huidige huisvesting. Met betrekking tot de organisatie en het beheer van het cluster adviseren wij om uit te gaan van een model met een dagelijks bestuur en een toezichthoudend orgaan. Hierin krijgt de gemeente als subsidieverstrekker een actieve rol in de bewaking van de kwaliteit van de collecties en exposities. Daarnaast adviseren wij om ook de continuïteit de nodige aandacht te geven. De musea worden nu uitsluitend door seniore vrijwilligers beheerd en aanwas van jongere vrijwilligers is in soortgelijke situaties veelal een probleem. Naar onze mening dient het te vormen bestuur dit onderwerp met prioriteit op te pakken. Tevens adviseren wij om te onderzoeken of het mogelijk is om een structurele samenwerking aan te gaan met (lokale) onderwijsinstellingen. Als locatie adviseren wij de bufferruimte in klooster Sint Ursula. Deze locatie sluit goed aan bij de ruimtelijke en functionele vraag en is tegen relatief lage kosten geschikt te maken. Bovendien staat de ruimte leeg en wordt deze reeds door de gemeente gehuurd. Aandachtspunt bij deze locatie is dat ruimte eigenlijk te mooi is voor opslag; wellicht is het mogelijk deze elders in het complex te realiseren en de ruimte die daardoor overblijft anders te bestemmen.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 17 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
3.
De Kleuskes 3.1.
Situatieschets en probleemstelling
In museum De Kleuskes worden oude gebruiksvoorwerpen uit de Liempdse geschiedenis tentoongesteld, met name gericht op de klompenmakerijen waarvan er veel in Liempde gevestigd waren en op zaken die gerelateerd zijn aan de Liempdse Kinderen Van der Velden (‘De Kleuskes’). Het museum trekt vooral groepen bezoekers, zoals families, verenigingen en scholen; vaak in combinatie met een fiets- of wandeltocht. Openstelling is op afspraak en daarnaast op één vaste dag in de maand. In totaal heeft het museum dit jaar zo’n 400 bezoekers gehad. Het museum wordt gerund door de heemkundig stichting Kèk Liemt en is gehuisvest op de bovenverdieping van een omgebouwde stal. Deze ruimte wordt gehuurd van de Stichting Kinderen Van der Velden, die ook het eigendom heeft van het woonhuis waar de stal bij hoort. Het woonhuis wordt door de Stichting Kinderen Van der Velden in oorspronkelijke staat gehandhaafd en eenmaal per jaar opengesteld aan het publiek. De begane grond van de stal is ingericht als beugelbaan en wordt verhuurd aan de beugelvereniging. Naast de expositieruimte maakt de stichting Kèk Liemt voor vergaderingen en opslag gebruik van het oude gemeentehuis van Liempde. Ook wordt een deel van de collectie af en toe op locatie geëxposeerd. Probleemstelling Door uitbreiding van de collectie heeft het museum te kampen met een gebrek aan ruimte. De Stichting Kèk Liemt heeft aangegeven een totale ruimtebehoefte te hebben van zo’n 210 m2; 160 m2 voor expositie en 50 m2 voor opslag. Naast het gebrek aan ruimte kent de zolderverdieping beperkingen met betrekking tot de toegankelijkheid en de veiligheid. Zoals vermeld in hoofdstuk 1, heeft de gemeente Boxtel in het kader van haar museumbeleid aan HEVO verzocht om onderzoek te verrichten naar de ruimtelijke en financiële (on)mogelijkheden van de huidige situatie en locatie en van het patronaatsgebouw als alternatieve locatie. HEVO heeft hiertoe een interview gehouden met de stichting Kèk Liemt en een schouw van de twee locaties verricht.
3.2.
Huidige locatie
Ruimtelijk en functioneel In de huidige situatie heeft de Stichting Kèk Liemt de beschikking over een expositieruimte van circa 90 m2 en over beperkte opslag- en vergaderruimte in het oude gemeentehuis van Liempde. Dat de expositieruimte zich op de oude hooizolder van De Kleuskes bevindt, biedt een zekere meerwaarde aan de ruimte, omdat deze goed bij de collectie en het thema van het museum past. Bovendien is het een knusse ruimte.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 18 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Anderzijds heeft de ruimte ook duidelijk beperkingen. Zo is de zolder door de lage spanten (< 1,9 m) matig begaanbaar en is er zeer weinig daglichttoetreding doordat er maar weinig dakramen zijn. Een andere belangrijke beperking is de toegankelijkheid. De entree geschiedt via de hal van de beugelbaan en een zeer steile trap met lage stahoogte.
Technische staat De zolder is gebouwd rond 1900. De spanten zijn nog goed, het dakbeschot is het oorspronkelijke beschot; zonder isolatie voorzien van gipsplaten. De vloer is voorzien van spaanplaat en vloerbedekking. De radiatoren bevinden zich achter knieschotten. Er zijn geen lekkages waarneembaar. Elektra en verlichting zijn origineel eerste aanleg, de CV ketel is in 2009 vernieuwd. Het museum heeft geen eigen toiletten; er wordt gebruik gemaakt van de toiletten van de beugelbaan. Veiligheid De veiligheid van de expositieruimte is zeer matig. Een vluchtplan, nooduitgang, ontruimingsinstallatie en noodverlichting ontbreken en de steile trapopgang bemoeilijkt vluchten. Daarnaast is brandcompartimentering met de beugelbaan wenselijk. Benodigde aanpassingen Door de aanwezigheid van de beugelbaan op de begane grond en de positionering van de voormalige stal op het terrein, is het niet mogelijk om bij dit gebouw aanpassingen te realiseren die het gebrek aan ruimte oplossen. Het is wel mogelijk om de problematiek omtrent de toegankelijkheid en de veiligheid van de ruimte op te lossen. Wat betreft de toegankelijkheid geldt dat een aanpassing ter plaatse van de huidige trap noodzakelijk is. Daarnaast dient een extra vluchtweg te worden aangebracht; wij adviseren deze door middel van een stalen vluchttrap aan de buitenzijde te realiseren. Deze kan eventueel worden uitgebreid met een buitenlift, zodat ook mensen die slecht ter been zijn het museum kunnen bezoeken. Om het gebouw wat veiligheid en installatietechnisch betreft op orde te krijgen moet de gehele e-installatie inclusief verlichting en noodverlichting vernieuwd worden. Tevens dient er een ontruimingsinstallatie te worden aangebracht voor het hele gebouw, dus ook de beugelbaan. Bij ontvangst van grotere groepen is een beperkte ventilatievoorziening noodzakelijk. Dit kan door een aantal extra dakvensters te plaatsen, wat als neveneffect heeft dat de er meer daglichttoetreding plaatsvindt en het een veel prettiger ruimte wordt. Indicatie kosten Het realiseren van de bovenstaande aanpassingen op het gebied van veiligheid, toegankelijkheid en functionaliteit vergt een investering van circa € 100.000,-- inclusief btw.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 19 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
3.3.
Patronaatsgebouw
Ruimtelijk functioneel Een alternatieve locatie voor de huisvesting van museum De Kleuskes is de helft van het Patronaatsgebouw5. Dit gebouw bevindt zich aan de Keefheuvel in Liempde, tegenover de oude dorpspomp. Het perceel van dit pand is 473 m2 en het brutovloeroppervlak bedraagt circa 277 m2. Het gebouw bestaat uit drie delen: • Het originele voorste gedeelte, circa 74 m2 en 4,7 m hoog, met een grote oude zolder met houten balustrade en met riet en gips onderschoten dak. • Een tweede ruimte van circa 80 m² met een hoogte van 2,8 m. Dit gedeelte is opgedeeld in diverse kleinere ruimten (bergingen, kantoor, toiletten). • De derde ruimte is circa 123 m² met een hoogte van 2,8 m. In dit gedeelte bevinden zich CV, boiler en meterkast en een keukenblok Technische staat Beoordeling van de technische staat is op basis van een schouw van de buitenzijde van het gebouw en de informatie van de makelaar. Het bouwjaar is circa 1900 met daarbij enige aanbouwen. De staat van onderhoud is zeer matig en de installaties zijn oud. Om het gebouw geschikt te maken voor een museumfunctie zijn grondige aanpassingen nodig: sloop van de aanbouw aan de voorzijde, herindeling bestaande bouw, wellicht sloop van een deel van de achterzijde van het gebouw, nieuw dak, nieuwe kozijnen en beglazing, en vervanging van de installaties. Indicatie kosten De vraagprijs van dit pand bedraagt € 349.000,-- Daarnaast is een minimale investering van € 300.000,-- nodig om het geschikt te maken als museum.
3.4.
Conclusie
Vanwege de verbondenheid met de Liempdse geschiedenis is de huisvesting van museum De Kleuskes duidelijk gebonden aan Liempde. De huidige huisvesting heeft daarbij een zekere meerwaarde, zowel door de aandacht die het museum besteedt aan de Kinderen van der Velden als door de wisselwerking die het museum heeft met de beugelbaan. Het Patronaatsgebouw aan de Keefheuvel biedt deze meerwaarde niet en bovenal zijn de inspanningen die benodigd zijn om het Patronaatsgebouw geschikt te maken als museum zeer groot. Omdat de stichting Kèk Liempt zelf niet over de middelen beschikt om deze inspanningen te verrichten, zou deze last vrijwel volledig door de gemeente Boxtel gedragen moeten worden.
5
de andere helft van het gebouw is in gebruik door een grillroom
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 20 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Wij adviseren de gemeente Boxtel dan ook om het museum op de huidige locatie te handhaven en de benodigde aanpassingen op het gebied van veiligheid, toegankelijkheid en functionaliteit te realiseren. Daarnaast adviseren wij de gemeente Boxtel om met de eigenaar van de bestaande huisvesting in gesprek te gaan om te bezien of de overige gebouwen op het terrein, het bakkershuis en het woonhuis, (gedeeltelijk) bij museum De Kleuskes betrokken kunnen worden, om zodoende het ruimteprobleem op te lossen. Als alternatieve oplossing voor het ruimtegebrek adviseren wij om opslag elders te huren en de collectie af en toe te wisselen.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 21 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Bijlage 1: resultaten schouw ’t Hofje, Markt 36 t/m 41 Functionaliteit huidig museum De begane grond bestaat uit een aantal ruimten van beperkte afmeting, gekoppeld door middel van een gang langs de gevel (totaal ca. 60 m2 bvo). Op de zolder (totaal ca. 70 m2) is aan de trapzijde een ruimte van ongeveer een derde deel van de zolder in gebruik door het Gilde. Het overige deel van de zolder is in gebruik als opslagruimte. Door de enkele trap en de aanwezigheid van de trekstangen is de zolder slechts matig toegankelijk en begaanbaar en daardoor beperkt functioneel. Er is geen daglichttoetreding op zolder. Het gebouw biedt, naast het huidig museum, ruimte aan vier woningen en de VVV Boxtel. Wanneer deze ruimten bij het complex worden gerekend betreft het totaal oppervlak circa 400 m2. In de omgeving is voldoende (betaalde) parkeergelegenheid. Technische staat bouwkundig • Gebouwd rond 1650, veel oorspronkelijke elementen nog aanwezig. • Goede staat van onderhoud. • Enkel glas in houten kozijnen. • Dakbeschot vernieuwd, spanten nog origineel wel aangetast. • Geen lekkages. Technische staat installaties • Afzuiging toilet. • CV ketel 2008. • Elektra en verlichting origineel eerste aanleg. Veiligheid • Geen vluchtplan • Geen nooduitgang • Trapopgang naar zolder erg stijl, geen extra nooduitgang • Geen ontruimingsinstallatie • Geen noodverlichting • Brandcompartimentering opslag gewenst Benodigde aanpassingen Om ‘t hofje geschikt te maken voor een museumfunctie dient rekening gehouden te worden met een aantal aanpassingen. Op de begane grond is er voor het huidige gebruik alleen een extra vluchtweg noodzakelijk. Indien de zolderverdieping voor bezoekers bereikbaar moet blijven moet er een extra vluchtweg van de zolder naar buiten gemaakt worden. Om de zolder
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 22 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
beter bruikbaar te maken dienen de spanten aangepast te worden door een andere trekconstructie aan te brengen. Het vergroten van het museum door het betrekken van de vier woningen vergt meer aanpassingen. Allereerst zal er veel gesloopt moeten worden om dat gedeelte in een gelijke staat te krijgen als het oorspronkelijke deel. Voordeel is dat er al een aantal trappen aanwezig is, waardoor de toegang tot de zolderverdieping eenvoudig is, ook wat betreft vluchtwegen. Om de zolderverdieping in te richten en toegankelijk te maken als museum adviseren wij een lift in te bouwen. Om het geheel aantrekkelijk te maken voor meerdere gebruikers adviseren wij een nieuwe entree te maken. Om het gebouw wat veiligheid en installaties betreft op orde te krijgen moet de gehele e-installatie inclusief verlichting en noodverlichting vernieuwd worden. Daarnaast dient er een ontruimingsinstallatie te worden aangebracht. Bij ontvangst van grotere groepen is een beperkte ventilatievoorziening is noodzakelijk, met name bij de vergroting. De Groene Poort Half-verdiepte nieuwbouw in de tuin aan de noordzijde van het bestaande museum De Groene Poort. Expositieruimten kunnen met het huidige museum worden verbonden door middel van een ondergrondse gang. Omdat het nieuwbouw betreft kunnen functionaliteit en veiligheid nader bepaald worden en is het uitgangspunt voor de technische staat (bouwkundig en installaties) dat deze optimaal is. Op het terrein is er gelegenheid om te parkeren. Bij drukte is de capaciteit van dit parkeerterrein niet altijd voldoende. Bufferruimte Sint Ursula Drie verdiepingen aan het uiteinde van de linkervleugel van het klooster Sint Ursula, dat is omgebouwd tot multifunctioneel centrum. Het klooster biedt ruimte aan onder andere jongerencentrum, CJG en welzijnsstichting Delta(de Twern). Totaal nvo van de bufferruimte bedraagt 600 m2:
• • •
begane grond: 247 m e 2 1 verdieping 183 m e 2 2 verdieping 170 m
2
Het gebouw is dit jaar gerenoveerd en recent opgeleverd. Met de hoge plafonds en hoge ramen rondom zijn het sfeervolle, lichte ruimten die zeer geschikt zijn voor expositie. Elke voordieping is voorzien van sanitair, meterkast en werkkast. Verdiepingen staan met elkaar in verbinding door middel van lift en trappenhuis. Op de twee tussenverdiepingen ontsloten door het trappenhuis is tweemaal een kleine werk-/ opslagruimte gerealiseerd. Er is geen duidelijke hoofdentree, de zij-ingang bij het (nood)trappenhuis zou hiervoor gebruikt kunnen worden. Bij de inrichting van het terrein en bewegwijzering dient hier extra aandacht voor te zijn. Verder ontbreekt echte opslagruimte/archiefruimte voor de collecties.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 23 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
In de omgeving is voldoende parkeergelegenheid. Het terrein rondom de ruimten dient nog ingericht te worden Technische staat bouwkundig • Bouwjaar 1910, aantal oorspronkelijke elementen nog aanwezig. • Renovatie 2010; zeer goede staat van onderhoud. • Enkel glas in originele houten kozijnen. Aan de binnenzijde zijn voorzetramen gemonteerd • Lekkage in dak (is gemeld). Technische staat installaties • Volledig vernieuwd. • Aparte bemetering per ruimte. • Energiebesparende maatregelen toegepast (zuinige verlichting, bewegingssensoren) Veiligheid Alle benodigde voorzieningen aanwezig: • Vluchtplan. • Nooduitgang. • Ontruimingsinstallatie. • Noodverlichting. • Blusmiddelen. Benodigde aanpassingen Er moet nog een vloer gelegd worden en museum-specifieke vaste inrichting geplaatst worden, voor het overige is de ruimte vrijwel instapklaar. Ook moet gedacht worden aan een anti-inbraakinstallatie en eventueel een aanvullende brandmeldinstallatie. Garage + woonhuis De Mol, Stationsstraat 100 Functionaliteit In huidige situatie betreft het een woonhuis inclusief garage. Door herinrichting is hier een grote expositieruimte, opslag of werkplaats mogelijk. Op verdiepingen kamers voorzien van parket en met goede lichtinval en daarom goed te gebruiken voor expositie. De badkamer is om te bouwen tot toiletgroep. Keuken inclusief serre te gebruiken voor koffiecorner inclusief terras. Gebouw ligt buiten het echte centrum, maar dichtbij het station. Parkeren in directe omgeving lastig, maar bij het station is voldoende (betaalde) parkeerruimte. Technische staat Beoordeling op basis van schouw buitenzijde en bestudering informatie makelaar: • Gebouwd rond 1933, veel oorspronkelijke elementen nog aanwezig. • Redelijk goede staat van onderhoud. • Enkel glas in houten kozijnen. • Boeidelen en goten dienen op korte termijn vervangen te worden.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 24 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
•
Technische staat installaties onbekend
Veiligheid • Geen vluchtplan. • Geen nooduitgang vanaf verdiepingen. • Geen ontruimingsinstallatie. • Geen noodverlichting. Benodigde aanpassingen Om de ruimten op de begane grond geschikt te maken als museum moet men uitgaan van nieuwe vloer, wand en plafondafwerking. In de overige ruimten van het huis kan men volstaan met een grondig schilder- en sauswerk. De vloerafwerking is veelal parket en zal geschuurd en gelakt moeten worden. In de badkamer op de eerste verdieping kan een dames- en herentoilet gerealiseerd worden. Het huidige trappenhuis blijft in takt, een extra trap van begane grond naar de verdiepingen is wenselijk evenals een vluchtweg vanuit het woonhuis. Om alles goed toegankelijk te maken adviseren wij een platformlift op te nemen. Om het gebouw wat veiligheid en installaties betreft op orde te krijgen moet de gehele e-installatie inclusief verlichting en noodverlichting vernieuwd worden. Tevens dient er een ontruimingsinstallatie te worden aangebracht. Ook een beperkte ventilatievoorziening is noodzakelijk bij ontvangst van grotere groepen. Houtwerf Steenbakkers, Wilhelminastraat 1A Functionaliteit en aanpassingen De houtwerf is nu nog in gebruik. De functionaliteit van dit pand is zeer beperkt; het betreft echt een loods en geen verblijfsruimte. De staat van onderhoud is slecht. Om het pand geschikt te maken als museum zullen ingrijpende aanpassingen nodig zijn, waaronder het plaatsen van nieuwe installaties. Het pand bevindt zich in een straatje achter de stationsstraat en daarmee dus niet op een logische looproute. In de omgeving is nauwelijks tot geen parkeergelegenheid. Technische staat en veiligheid Bouwkundige en installatietechnische staat zijn niet beoordeeld gezien de onwaarschijnlijkheid dat dit pand geschikt wordt bevonden. Hetzelfde geldt voor het aspect veiligheid. Fabriek Vekemans Functionaliteit en aanpassingen Begane grond bestaat uit kantoor- en bedrijfsruimte, verdieping uit kantoor-/atelier-/ woonruimte. De bedrijfsruimte heeft een betonvloer en een plafond met lichtkoepels en lichtstraten. De kantoorruimte heeft systeemplafonds en is niet voorzien van vloerafwerking.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 25 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Het gebouw heeft meer dan voldoende ruimte en daarmee veel mogelijkheden, maar gezien de voormalige functie zijn er forse aanpassingen noodzakelijk om het geschikt te maken voor een museumfunctie. Technische staat en veiligheid Bouwkundige en installatietechnische staat zijn niet beoordeeld gezien de onwaarschijnlijkheid dat dit pand geschikt wordt bevonden. Hetzelfde geldt voor het aspect veiligheid.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 26 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Addendum: De Kleine Aarde Inleiding Bij afronding van deze rapportage (eind 2010) is gebleken dat de Stichting De Kleine Aarde ophoudt te bestaan. Dit betekent dat voor het terrein van De Kleine Aarde en de daarop aanwezige opstallen een nieuwe bestemming gevonden moet worden. Omdat dit terrein, inclusief opstallen, eigendom is van de gemeente Boxtel, ligt het voor de hand om te onderzoeken of de locatie eventueel geschikt is als locatie voor het museale cluster. In dit addendum wordt deze mogelijkheid verder besproken.
Omschrijving locatie Het terrein van De Kleine Aarde bevindt zich aan de rand van Boxtel, aan de rand van een nieuwbouwwijk en nabij de A2.
Op het terrein bevinden zich een aantal gebouwen, waaronder de Van Coothhoeve, het bezoekerscentrum, een kas, een windturbine, een modelwoning, een tuinschuur en een werkplaats. Daarnaast zijn er een ruim parkeerterrein en een speelterrein aanwezig. Gezien de afwerking en huidige functionaliteit van de aanwezige gebouwen komen alleen de Van
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 27 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Coothhoeve en het bezoekerscentrum in aanmerking voor de huisvesting van het museale cluster. Basisgegevens • Adres: Het Klaverblad 13 • Eigendom: gemeente Boxtel • Bouwjaren: − Van Coothhoeve: circa 1875 en circa 1980 − Bezoekerscentrum: 1994 • BVO − Van Coothhoeve: 465 m2 inclusief woning − Bezoekerscentrum: 595 m2 • Bestemming: − Terrein als totaal: educatie en voorbeeldfunctie van duurzame toepassingen. − Van Coothhoeve: dienstwoning, (instructie)keuken en kantoor. − Bezoekerscentrum: restaurant, bijeenkomstruimte en logies. Schouw Van Coothhoeve Functionaliteit Het voorhuis van de hoeve wordt bewoond door de beheerder van het terrein en is niet geschouwd. De begane grond van het overige gedeelte bestaat uit een centrale open ruimte, waaraan de toiletruimte, een vergader-/koffieruimte, een (instructie) keuken inclusief berging en aantal kantoorruimten gekoppeld zijn. De kantoorruimten zijn van beperkte afmeting en aan elkaar verbonden door middel van een vrij krap gangstelsel. In het centrale gedeelte van de eerste verdieping bevinden zich twee ruime en twee kleinere kantoorruimten, de trap naar de zolder en de repro (via een kleine opgang). Deze ruimten zijn met elkaar verbonden door middel van een loopbrug door de vide. In het achtergedeelte van de tweede verdieping zijn nog twee kantoorruimten gesitueerd; een kleine en een grote. Deze ruimten liggen aan een smalle gang en in het geval van de grote kantoorruimte is nog een kleine opgang nodig. De zolder loopt over de volledige hoeve en wordt gebruikt als archiefruimte. Er is een kleine takel aangebracht, waardoor spullen via een luik van de begane grond tot op de zolder verplaatst kunnen worden. Door de vele (smalle) gangen en trappen, de vele hoogteverschillen en het ontbreken van een lift is de toegankelijkheid van het gebouw zeer beperkt. Technische staat bouwkundig • De hoeve is eind 19e eeuw gebouwd. Rond 1975 is het middengedeelte afgebrand en herbouwd.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 28 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
•
• • • •
Intern diverse ruimtes gecreëerd door plaatsing van wanden uit houten stijl en regelwerk voorzien van houten rabatdelen. Op diverse plaatsen zijn er extra vloeren over de bestaande vloeren gemaakt. Matige staat van onderhoud. Zowel enkel als dubbel glas in houten kozijnen. Dak provisorisch geïsoleerd. Geen lekkages.
Technische staat installaties Niet toegankelijk maar normaal onderhouden. Door gemeente is een technische opname gedaan waarin dit duidelijk is beschreven. Er is een brandmeld-/ontruimingsinstallatie aanwezig. Veiligheid • Brandmeld-/ontruimingsinstallatie is aanwezig. Niet duidelijk of nog deze nog voldoet aan de huidige eisen. • Brandmelders en blusapparatuur aanwezig. Benodigde aanpassingen Binnenkant volledig strippen; niet dragende wanden verwijderen en opnieuw voorzien van vloeren op één niveau. Lift plaatsen en afwerkingen en verlichting geheel vernieuwen. Schouw bezoekerscentrum Functionaliteit Op de begane grond van het bezoekerscentrum bevinden zich aan de ene zijde van een (overdekt) tegelpad een restaurant inclusief keuken en een (beperkte) bijeenkomst-/vergaderruimte en aan de andere zijde zijn een aantal ruimten ingericht als woonruimten. Boven de woonruimten bevinden zich 2x 2 slaapruimten, ieder voorzien van een separate douchecel en toiletruimte. Deze woonruimten zijn enerzijds bedoeld voor gebruik en anderzijds bedoeld als instructie/expositie van de mogelijkheden van duurzame technieken. Door ontbreken van een lift is de tweede verdieping niet toegankelijk voor mindervaliden. Technische staat bouwkundig Het gebouw bevindt zich in een uitstekende staat en is goed onderhouden. Het dak van het gebouw is voorzien van PV-cellen (zonnecellen) voor de duurzame opwekking van energie en het gebouw beschikt over een grijswatercircuit. Technische staat installaties Alle installaties zijn nog in originele staat en zo’n 13 jaar oud. Er is normaal regulier onderhoud uitgevoerd.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 29 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Veiligheid Noodverlichting en vluchtplan aanwezig. Benodigde aanpassingen De woonruimten uitbreken en ombouwen tot expositieruimte en slaapvertrekken gebruiken voor opslag. Centrale ruimten en restaurant zijn geschikt voor grotere gezamenlijke exposities.
Financieel Wij schatten in dat de kosten die gemaakt moeten worden om deze locatie geschikt te maken voor het museaal cluster circa € 375.000,-- inclusief btw bedragen (Van Coothhoeve € 250.000,-- en bezoekerscentrum € 125.000,--). Onderstaand is aangegeven hoe de exploitatiekosten van deze locatie zich naar verwachting verhouden tot de overige locaties: Vaste kosten Energiekosten Onderhoudskosten Administratief beheer Specifieke bedrijfskosten Gewogen gemiddelde
• • • • •
't Hofje 0 0 + + 0 0
Groene Poort + + + + 0
St. Ursula + 0 + + 0 +
Garage Mol + 0 0 0 0/+
Houtwerf 0 0 0 0/-
Fabriek -0 0 -
DKA + 0 0/+ 0 0/+
Vaste kosten: locatie en gebouwen reeds in eigendom van de gemeente, dus uitsluitend afschrijving op de benodigde investeringskosten. Energiekosten: de energiekosten van het bezoekerscentrum zijn zeer laag tot 0, maar de Van Coothhoeve is slecht geïsoleerd en heeft oude installaties. Onderhoudskosten: met name wat betreft de Van Coothhoeve. Administratief beheer: is reeds van gemeente; de aanwezigheid van de verschillende gebouwen op het terrein zou administratief kunnen zijn. Specifieke bedrijfskosten: gelijk aan overige locaties
Beoordeling geschiktheid locatie Onderstaand is de locatie De Kleine Aarde opgenomen in de oorspronkelijke tabel waarin de locaties worden vergeleken op de verschillende beoordelingscriteria. Bij beschouwing van de geschiktheid van deze locatie voor het museale cluster, is uitgegaan van gebruik van de beide gebouwen. Financiële overwegingen Minimale investeringskosten (schatting) Exploitatiekosten Ruimtelijk-functionele overwegingen Voldoen aan ruimtebehoefte Omgeving centrum Versterking centrumfuncties Nabij fiets-/wandelroutes Historische uitstraling gebouw
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
't Hofje
Groene Poort
St. Ursula
Garage Mol
Houtwerf
Fabriek
DKA
€ 750.000 0
€ 1.600.000 0
€ 50.000 +
€ 700.000 0/+
onbekend 0/-
€ 2.200.000 -
€ 375.000 0/+
0/+ + + + +
+ 0 -
+ 0 0 + +
0 0 0 + +
0 0 0 0 0
+ 0 0 -
+ -
Pagina 30 van 31
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
www.hevo.nl
Gebaseerd op deze vergelijking blijft ons advies ongewijzigd; wij achten de bufferruimte in klooster Sint Ursula de meest geschikte locatie voor het museale cluster. De Kleine Aarde is een goed alternatief, zeker wat betreft de eigendomssituatie en de (relatief) lage investeringskosten. Daar staat echter tegenover dat de locatie slecht aansluit op de wensen van de participanten wat betreft functionaliteit en situering in Boxtel. Daarnaast achten wij het niet wenselijk het bezoekerscentrum in te richten als museum; dit gaat ons inziens voorbij aan de kracht en de mogelijkheden van het gebouw. Wat wellicht wel een mogelijkheid is, is het gebruik van uitsluitend de Van Coothhoeve als museum. Er is dan sprake van een (beperkt) ruimtegebrek, maar wanneer opslag elders op het terrein mogelijk is zouden de expositie- en overige verblijfruimten wel in de hoeve ingepast kunnen worden. Gezien het bouwjaar van de hoeve wordt daarmee ook iets beter voldaan aan de wensen van de participanten (historische uitstraling). Wat betreft de geografische locatie blijft De Kleine Aarde echter een mismatch.
1524601-0020.5.0, d.d. 17 februari 2011
Pagina 31 van 31