© Shutterstock
Voldoende groenten en fruit eten is belangrijk voor de gezondheid. Daar is iedereen het over eens. Ook ter preventie van chronische aandoeningen spelen groenten en fruit een belangrijke rol. Maar hoe cruciaal is deze rol? Recente onderzoeken vinden meer bescheiden resultaten dan vroegere studies. Betekent dit dat de aanbevelingen voor groenten en fruit moeten worden bijgestuurd? E. Naessens Voedingsdeskundige NICE
Groenten, fruit en gezondheid Groenten en fruit leveren een belangrijke bijdrage aan onze dagelijkse voedingsstoffenbehoefte (zie kadertekst). Er wordt aanbevolen om 300 g groenten en 2 tot 3 stuks fruit per dag te eten (1). Uit epidemiologisch onderzoek blijkt bovendien dat groenten en fruit eten het risico op chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten en sommige vormen van kanker verlaagt (2). Hoe sterk dit effect is, is nog onzeker. Recent kankeronderzoek heeft vastgesteld dat het preventieve effect van groenten en fruit minder groot is dan vroeger werd gedacht. De berichtenmolen dat de gezondheidseffecten van groenten en fruit overroepen waren, kwam snel op gang. Consumenten die te weinig groenten en fruit eten zagen ineens hun kans schoon om hun gedrag niet meer te hoeven bijsturen. Onterecht, want de gevonden effecten blijven significant en wetenschappers zien vooralsnog geen reden om de huidige aanbevelingen te wijzigen. We schetsen het verhaal achter wisselvallige onderzoekscijfers en geven een overzicht van de wetenschappelijke argumenten om de aanbevelingen voor groenten en fruit in stand te houden.
Samenvatting
De aanbevelingen blijven van kracht
Groenten en fruit zijn nutriëntdense voedingsmiddelen die een grote bijdrage leveren aan onze dagelijkse voedingsstoffenbehoefte. Ook ter preventie van chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten en sommige vormen van kanker spelen ze een belangrijke rol. Vooral in het kader van recent kankeronderzoek is echter twijfel ontstaan over de precieze impact van de beschermende rol van groenten en fruit. Hoewel de anticarcinogene effecten van groenten en fruit minder groot blijken dan vroeger werd gedacht – tekortkomingen in het toenmalig epidemiologische onderzoek spelen hierin een grote rol - zijn ze nog steeds significant. Een toename van de groente- en fruitconsumptie met 200 g per dag verlaagt het algemene kankerrisico met 4 %. Op sommige vormen van kanker hebben groenten en/of fruit beduidend meer effect dan op andere. De bewijzen ter ondersteuning van de cardioprotectieve effecten van groenten en fruit nemen toe: elke extra portie groenten en fruit van zo’n 80 g zou het risico op hart- en vaatziekten met 4 % verlagen. Voldoende groenten en fruit eten levert ten slotte ook een positieve bijdrage aan de preventie van andere welvaartziekten zoals overgewicht, diabetes, osteoporose en constipatie. De aanbeveling om dagelijks 300 g groenten en 2 tot 3 stuks fruit te eten, blijft dus van kracht. Tot op heden is het precieze mechanisme achter de beschermende werking van groenten en fruit nog onduidelijk. Waarschijnlijk is het een gevolg van een complexe interactie tussen verschillende groente- en fruitcomponenten. Nutrinews • nr 1 | 2011 | 3
Groenten, fruit en gezondheid
Anticarcinogene effecten
Nutriëntdense voedingsmiddelen Groenten en fruit zijn nutriëntdense voedingsmiddelen. Ze brengen weinig energie aan maar veel essentiële voedingsstoffen. Groenten en fruit zijn een belangrijke leverancier van voedingsvezels, vitaminen (vooral vitamine C, foliumzuur en provitamine A-carotenoïden) en mineralen waaronder kalium (3). Daarnaast bevatten ze ook een breed scala aan bioactieve stoffen die niet alleen zorgen voor extra gezondheidstroeven maar die ook meer kleur geven aan onze voeding. Zonder deze stoffen zou een tomaat niet rood zijn, een broccoli niet groen en een wortel niet oranje. Bekende bioactieve stoffen zijn flavonoïden, carotenoïden en glucosinolaten. Tot nu toe zijn er al meer dan 4000 soorten flavonoïden beschreven. Carotenoïden zijn precursors van vitamine A en komen eveneens in diverse varianten voor, waaronder bètacaroteen en lycopeen. Glucosinolaten zijn alleen terug te vinden in brassicagroenten zoals bloemkool, broccoli en spruitjes (4).
Een gezond samenspel van voedingsstoffen Tot op heden is het precieze mechanisme achter de beschermende werking van groenten en fruit nog onduidelijk (5). Waarschijnlijk spelen verschillende stoffen een rol en is het gezondheidsbevorderende effect een gevolg van een complexe interactie tussen verschillende groente- en fruitcomponenten. Onderzoekers hebben voorlopig evenmin kunnen achterhalen van welke groente- en fruitsoorten de meest preventieve werking uitgaat (3). Ten slotte kunnen ook andere voedingsfactoren en bepaalde leefstijlfactoren, zoals roken, het beschermende effect van groenten en fruit zowel positief als negatief beïnvloeden.
4 | Nutrinews • nr 1 | 2011
In de jaren negentig van de vorige eeuw werd de consumptie van groenten en fruit extra aangemoedigd op basis van onderzoeksresultaten die hadden aangetoond dat ze het risico op kanker tot 50 % konden verlagen (6). Meer recente epidemiologische studies hebben meer bescheiden resultaten gevonden. In 2007 kwam het “World Cancer Research Fund” (WCRF) tot het besluit dat de resultaten uit prospectief onderzoek naar het beschermende effect van groenten en fruit tegen kanker sinds het midden van de jaren 1990 minder overtuigend waren dan vroeger werd geopperd. De WCRF stelt in haar rapport dat groenten en fruit waarschijnlijk bescherming bieden tegen sommige vormen van kanker (tabel 1) (7). In het kader van het EPIC (European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition)-onderzoek bij ongeveer 520.000 personen werden recent verschillende resultaten over het verband tussen de consumptie van groenten en fruit en het risico op kanker gepubliceerd. Na correctie voor een aantal medische variabelen en leefstijlvariabelen vond men een klein maar significant omgekeerd verband tussen de consumptie van groenten en fruit en het risico op kanker in het algemeen. Een toename van de groente- en fruitconsumptie met 200 g per dag verlaagt het algemene kankerrisico met 4 % (6,8). Er is ook gekeken naar het effect van groenten en fruit op bepaalde vormen van kanker. Het risico op plaveiselcelkanker van de mond- en keelholte en de slokdarm verlaagt met 9 % bij elke extra 80 g groenten en fruit per dag. Een toename van 100 g groenten en fruit per dag bij rokers zorgt voor gemiddeld 7 % minder kans op longkanker. Variatie lijkt bijkomende voordelen te bieden en het beschermende effect van groenten lijkt hier sterker dan dat van fruit (respectievelijk een daling van 11 en 3 %). Groenten en fruit hebben waarschijnlijk een geringe beschermende rol bij het ontstaan van maagkanker en adenocarcinomen van de slokdarm. Voor het intestinale type maagkanker, dat ongeveer de helft van alle maagkankers uitmaakt, is het beschermende effect van groenten sterker dan dat van fruit. Elke toename van 100 g groenten en fruit per dag verlaagt de kans op darmkanker met 4 %, weliswaar op voorwaarde dat men niet rookt. Meer groenten en fruit eten verlaagt vooral het risico op dikkedarmkanker (9). Welke componenten in groenten en fruit precies verantwoordelijk zijn voor de gevonden effecten blijft onduidelijk. Mogelijk gaat het om een combinatie-
De “World Cancer Research Fund” (WCRF) stelt dat groenten en fruit waarschijnlijk bescherming bieden tegen sommige vormen van kanker.
TABEL 1 De verschillende vormen van kanker waartegen groenten en fruit waarschijnlijk bescherming bieden (7).
Voedingsmiddelen
Vormen van kanker
Groenten
Mond- en keelholte, strottenhoofd Slokdarm Maag
Fruit
Mond- en keelholte, strottenhoofd Slokdarm Maag Longen
Voedingsmiddelen rijk aan foliumzuur (bv. tuinbonen, spinazie, spruitjes)
Pancreas
Voedingsmiddelen rijk aan carotenoïden
Mond- en keelholte, strottenhoofd Longen
Voedingsmiddelen rijk aan bèta-caroteen (bv. wortelen, spinazie)
Slokdarm
Voedingsmiddelen rijk aan lycopeen (bv. tomaten en afgeleide producten)
Prostaat
Voedingsmiddelen rijk aan vitamine C (bv. kolen, paprika’s, sinaasappelen, kiwi’s)
Slokdarm
effect en waarschijnlijk spelen zowel generieke als kankerspecifieke mechanismen, zoals een antioxidantenwerking, een aanpassing van de detoxificatie-enzymen, een stimulatie van de immunologische respons of een bijsturing van het hormonenniveau, een rol (8). Er moet dus meer onderzoek gebeuren naar de achterliggende werkingsmechanismen maar ook naar de rol van verschillende soorten groenten en fruit en naar de beschermende effecten van groenten en fruit op jonge leeftijd (6). Ten slotte moet ook verder worden gezocht naar meer nauwkeurige en efficiënte manieren om de gebruikelijke inname van groenten en fruit accurater in beeld te brengen (9).
Redenen voor wisselvallige onderzoekscijfers De vroegere, meer indrukwekkende resultaten zijn vooral te wijten aan tekortkomingen in het toenmalige epidemiologische onderzoek. Het bewijsmateriaal werd toen vooral verzameld via retrospectief onderzoek. Deze onderzoeksvorm doet beroep op het niet-onfeilbare geheugen van kankerpatiënten en gezonde controlepersonen. Het is niet evident voor bijvoorbeeld een 70-jarige kankerpatiënt om zich precies te herinneren hoeveel groenten en fruit hij in het verleden heeft gegeten. Een ander belangrijk knelpunt is dat de participatiegraad aan epidemiologisch onderzoek de laatste 50 jaar is gedaald. Het aandeel meer gezond-
heidsbewuste personen die zich als controlepersoon voor een onderzoek engageren is bovendien toegenomen. Zij eten doorgaans al gezonder, roken niet en bewegen meer. Hierdoor is de controlegroep niet meer representatief voor de totale bevolking en kan een groot verschil tussen enerzijds een groep kankerpaDe argumenten voor een tiënten en anderzijds een preventief effect van een meer gezondheidsbewuste controlegroep resulteren in verhoogde groente- en een overdreven positief fruitconsumptie tegen resultaat dat niet overeendiabetes zijn overtuigend. stemt met de werkelijkheid. Midden de jaren 1990 is het aandeel prospectieve onderzoeken toegenomen. Bij deze onderzoeksvorm is men minder afhankelijk van het geheugen en kan een al te selectieve deelname worden vermeden (6).
Ter preventie van hart- en vaatziekten Terwijl de bewijzen van de voordelen van groenten en fruit tegen kanker relevant maar minder sterk blijken dan voorheen, nemen de gegevens ter ondersteuning van de consumptie van groenten en fruit ter preventie van hart- en vaatziekten toe. Op basis van prospectief onderzoek wordt geschat dat personen met een hoge groente- en fruitconsumptie 20 % minder risico lopen Nutrinews • nr 1 | 2011 | 5
Groenten, fruit en gezondheid
op hart- en vaatziekten dan personen met een lage groente- en fruitconsumptie (5). De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bevestigt dat er overtuigend bewijs is voor een risicoverlagend effect en raadt 400500 g groenten en fruit aan per dag (of 5-6 porties van zo’n 80 g) (10). Een meta-analyse van 9 cohortstudies stelde vast dat elke extra portie (80 g) groenten en fruit gepaard gaat met een verlaging van het risico op hart- en vaatziekten met 4 %. Elke extra portie fruit verlaagt het risico met 7 % (11). Gezien een mogelijke publicatie- of selectiebias waarschuwen de onderzoekers voor een eventuele overschatting van de relatieve risico’s. In het kader het EPIC-onderBehalve overschakelen op van zoek werd na corvolkoren graanproducten moet rectie voor een aanmen dagelijks ook voldoende tal leefstijlvariabe(waaronder de groenten en fruit eten om len inname van energie, constipatie te voorkomen. voedingsvezels en verzadigd vet) berekend dat wie ten minste 8 porties (van elk 80 g) of ruim 600 g groenten en fruit per dag neemt 22 % minder kans heeft op een fatale ischemische hartaandoening in vergelijking met diegenen die minder dan 3 porties groenten en fruit nemen. Met andere woorden, elke extra portie (80 g) groenten en fruit zou het risico op een overlijden aan een ischemische hartaandoening met 4 % verlagen (12). Welke stoffen en mechanismen verantwoordelijk zijn voor het cardioprotectieve effect, moet nog verder worden onderzocht. Er wordt onder meer gewezen in de richting van kalium, voedingsvezels, vitaminen (waaronder foliumzuur) en andere bioactieve stoffen. Mogelijke mechanismen zijn een vermindering van de antioxidatieve stress, een verbetering van het lipoproteïneprofiel, een verlaging van de bloeddruk, een verbetering van de insulinegevoeligheid en de homeostaseregeling (11).
Ter preventie van overgewicht en diabetes De WHO bracht het bewijsmateriaal van een verhoogde groente- en fruitconsumptie in de strijd tegen diabetes en overgewicht in kaart. De argumenten voor een preventief effect tegen diabetes zijn overtuigend. Voedingsvezels, magnesium en de antioxidanten vitamine C en E worden in dit verband genoemd. Voedingsvezels, aanwezig in groenten, fruit en volkoren graanproducten, verlagen onder andere de postprandiale bloedglucosespiegel of bloedinsulinespiegel. Het diabetesverlagende effect van magnesium, vitamine C en E is nog onduidelijk (10). In haar conclusies betreffende gewichtscontrole neemt de WHO een meer voorzichtige houding aan, onder meer omwille van het maar beperkte aantal onderzoeken naar het specifieke effect van groenten en fruit op gewichtsbeheersing. De lage energiedensiteit, de aanwezigheid van voedingsvezels en de lage glycemische index dragen waarschijnlijk bij tot een gunstig effect 6 | Nutrinews • nr 1 | 2011
van groenten en fruit op gewichtsbeheersing (13). Omdat groenten en fruit veel essentiële voedingsstoffen aanbrengen voor weinig energie zijn groenten en fruit sowieso een vaste waarde in het voedingsadvies ter preventie en behandeling van diabetes type 2, overgewicht en obesitas. Bovendien zijn het voedingsmiddelen waarvan patiënten meer mogen eten in de plaats van minder. Een positieve boodschap die zeker niet mag ontbreken in deskundig voedingsadvies (3).
Belangrijk voor sterke botten Het is algemeen bekend dat adequate hoeveelheden calcium en eiwitten in de voeding belangrijk zijn voor de botmineralisatie. Daarnaast zijn er ook gunstige effecten vastgesteld van groenten en fruit. Dit kan te maken hebben met het feit dat ze eerder “basische” voedingsmiddelen zijn die de algemene zuurbelasting van de voeding en de calciumexcretie verminderen. Voor deze specifieke theorie is echter nog geen eenduidig bewijs gevonden. Het gunstige effect van groenten en fruit kan ook liggen aan andere componenten in groenten en fruit (bv. vitamine C, vitamine K, kalium, magnesium, carotenoïden) die bijdragen tot een goede botgezondheid los van de zuur-basetheorie (14).
Tegen constipatie Constipatie is vaak toe te schrijven aan te weinig beweging, te weinig drinken en een vezelarme voeding. Zodra gezonde personen meer voedingsvezels innemen, neemt de hoeveelheid stoelgang toe en versnelt de passage doorheen de dikke darm. Behalve overschakelen op volkoren graanproducten moet men daarom dagelijks ook voldoende groenten en fruit eten om constipatie te voorkomen. Bij patiënten met een chronische constipatie is mogelijk een meer specifieke behandeling nodig (3).
Andere gezondheidseffecten De “International Fruit And Vegetable Alliance” (IFAVA) heeft een overzicht gepubliceerd van nieuwe inzichten rond de mogelijk positieve invloed van groenten en fruit op andere gezondheidsaspecten. De resultaten van een verhoogde groente- en fruitconsumptie ter verbetering van de longfunctie zijn veelbelovend maar niet altijd consistent. De effecten van groenten en fruit op de prevalentie van neurodegeneratieve aandoeningen en katarakt zijn hoopvol maar ook hier is verder onderzoek nodig. Epidemiologisch onderzoek wordt ten slotte vaak bemoeilijkt door het feit dat er naast groenten en fruit waarschijnlijk ook nog andere voedings- en leefstijlfactoren meespelen (15).
Vers of verwerkt? De nutritionele samenstelling van verse en industrieel verwerkte groenten is vergelijkbaar. Dit is vooral te wijten aan een snel en streng gecontroleerd verwerkingsproces. De te verwerken groenten worden in een zeer korte tijdspanne overgebracht naar de verwerkende bedrijven waarna ze onmiddellijk worden
Meer groenten en fruit eten in de praktijk. Om volop van de gezondheidsvoordelen van groenten en fruit te kunnen genieten is er voldoende van eten en variëren de boodschap. Niet alleen in soort maar ook in kleur. Wie kiest voor een breed kleurenspectrum krijgt niet alleen een perfecte cocktail van bioactieve stoffen aangeboden, maar geniet zo ook van een gezonde portie vitaminen, mineralen en voedingsvezels.
In het algemeen bevatten groenten en fruit weinig calorieën. Wie de honger stilt met een stuk groente of fruit in plaats van met een vette en/of zoete snack krijgt voor hetzelfde volume minder calorieën maar beduidend meer essentiële voedingsstoffen binnen.
Kiezen voor seizoensproducten is niet alleen voordelig voor de portemonnee, het zorgt ook voor een gezonde variatie en een meer duurzaam eetpatroon.
Extra groentetips
Groenten eet je nooit genoeg. In totaal moeten we minstens 300 g groenten per dag eten.
Groenten eten kan de hele dag door. Neem een ruime portie bij de warme maaltijd (200 g of 4 groentelepels; dit komt overeen met ongeveer een half gevuld bord) en neem zo’n 100 g bij de broodmaaltijd, bijvoorbeeld in de vorm van rauwkost. Groenten kunnen ook als tussendoortje, bv. een tas soep, een kommetje kerstomaatjes, reepjes wortel of komkommer en radijsjes.
Diepvriesgroenten, groenten in blik of glas en voorgesneden groenten zijn gebruiksvriendelijk en snel klaar. Zolang de bewaar- en bereidingsvoorschriften op de verpakking worden gevolgd, kunnen ze verse groenten perfect vervangen.
Varieer niet alleen in groentesoort maar ook in bereidingswijze. Stomen, stoven, wokken, gratineren, enz. Groenten zijn op zich caloriearm maar elke toevoeging van vet zal de caloriewaarde verhogen. Verdoezel de smaak van groenten niet met allerhande sauzen, mosterd of ketchup.
Ga je regelmatig uit eten of eet je vaak in het bedrijfsrestaurant? Maak dan gebruik van de saladbar of vraag een extra portie groenten.
Extra fruittips
Fruit kan bij het ontbijt, als dessert of als tussendoortje. Eet 2 tot 3 stuks fruit per dag.
Fruit doet ook prima dienst als beleg. Heerlijk, een boterham met verse aardbeien of stukjes appel of peer.
Geef de voorkeur aan vers fruit boven blikfruit en gedroogd fruit.
Voorzie altijd een schaal met vers fruit in huis. Geef ze een vaste plaats, bijvoorbeeld op de eettafel.
In handige vershouddoosjes kan je makkelijk een portie fruit meenemen naar het werk of naar school.
Groenten en fruit bewaren en bereiden. Groenten en fruit bewaren gaat onvermijdelijk gepaard met verlies aan kwaliteit en vitaminen. Ruiken, kijken en voelen zijn belangrijk om de versheid na te gaan. Vers fruit heeft een sterk aroma. De kwaliteit van zacht fruit gaat snel achteruit.
Gekneusde groenten en fruit bederven sneller. Op de plaats van de beschadiging komen meer voedingsstoffen vrij voor bederfveroorzakende gisten, schimmels of bacteriën. Vermijd groenten en fruit met schimmelvlekken.
Lage temperaturen remmen rijping en bederf af. De ideale bewaarplaats is de groente- en fruitbak in de koelkast. Exotisch fruit, zoals bananen, ananas en mango, wordt best bewaard bij kamertemperatuur.
Bewaar verse groenten niet langer dan 2 tot 3 dagen. Was groenten en fruit altijd voor gebruik en bij voorkeur
Over het algemeen blijven de meeste voedingsstoffen het best bewaard bij respectievelijk stomen, koken onder hoge druk, conventioneel koken en koken met een weinig water in de magnetron.
Diepvriesgroenten moeten niet worden ontdooid alvorens ze te bereiden. Groenten uit blik of glas moeten alleen maar kort worden opgewarmd. Zo blijven de aanwezige voedingsstoffen maximaal behouden.
Stel gesneden, gepureerde en geperste voedingsmiddelen zo weinig mogelijk bloot aan de lucht. Laat groenten ook niet in water staan.
Bij restjes die worden opgewarmd, gaan opnieuw vitaminen verloren.
onder stromend water.
Nutrinews • nr 1 | 2011 | 7
geblancheerd en ingevroren of afgevuld in blik of glas. Blancheren is een essentiële stap in de industriële groenteverwerking. Dankzij dit verhittingsproces worden de enzymen die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van smaak- en geurafwijkingen geïnactiveerd. Ook het snelle diepvriesproces waarbij groenten in een vriestunnel worden gekoeld tot -18 °C zorgt voor het behoud van de voedingswaarde (3). Verse groenten bewaren en bereiden en industrieel verwerkte groenten bereiden gaat gepaard met een zeker verlies van voedingsstoffen. Algemeen wordt gesteld dat hoe meer bewerkingen voedingsmiddelen ondergaan, hoe minder voedingsstoffen ze bevatten (6). Sommige voedingsstoffen zijn meer stabiel of minder gevoelig dan andere. Het gehalte aan mineralen en spoorelementen ondervindt weinig invloed van hittebehandelingen. Er kan wel verlies zijn door uitloging. Vetoplosbare vitamiDe nutritionele samenstelling van nen zijn over het algemeen meer staverse en industrieel verwerkte biel dan wateroplosgroenten is vergelijkbaar bare vitaminen. Het dankzij een snel en streng carotenoïdengehalte blijft zowel tijdens de gecontroleerd verwerkingsproces. opslag als tijdens de verwerking redelijk stabiel. In sommige gevallen verhoogt verhitting de beschikbaarheid van carotenoïden en lycopeen zelfs. Het wateroplosbare vitamine C is veel gevoeliger. Uitloging en verhitting zijn kritieke punten voor het uiteindelijke vitamine C-gehalte (3). Folaat is de algemene benaming voor verbindingen waarvan de nutritionele eigenschappen verwant zijn aan deze van foliumzuur. Uit onderzoek blijkt dat verwerkingsprocessen de omzetting van polyglutamaatfolaat naar monoglutamaatfolaat, wat de concentratie aan plasmafolaat in het bloed verhoogt, bevordert (16).
Besluit De aanbeveling om dagelijks voldoende groenten en fruit te eten, is wellicht een van de meest wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen. Deze gewoonte biedt heel wat gezondheidsvoordelen. Toch slaagt het merendeel van de Belgische bevolking er nog niet in om de aanbevolen hoeveelheid van 300 g groenten en 2 tot 3 stuks fruit te halen. Spijtig want groenten en fruit zijn rijk aan essentiële voedingsstoffen waarvan vandaag nog regelmatig tekorten voorkomen (bv. vitamine C, foliumzuur, kalium, voedingsvezels). De beste remedie om tekorten en chronische aandoeningen te bestrijden is niet grijpen naar supplementen maar evenwichtig en gevarieerd eten overeenkomstig de richtlijnen van de actieve voedingsdriehoek. Dit betekent ook meer groenten en fruit eten en volop variëren binnen het ruime aanbod.
8 | Nutrinews • nr 1 | 2011
LITERATUUR
Groenten, fruit en gezondheid
1. De actieve voedingsdriehoek: een praktische voedings- en beweeggids. Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ), oktober 2006/ aanv. Juli 2008 – www.vigez.be > Webwinkel > Voeding en beweging 2. U.S. Department of Agriculture and U.S. Department of Health and Human Services. Dietary Guidelines for Americans, 2010. 7th Edition, Washington, DC: U.S. Government Printing Office, December 2010 – www.dietaryguidelines.gov 3. Nutrinews special. Verwerkte groenten onder de loep. November 2006 – te raadplegen op www.nice-info.be > Nutrinews 4. J. de Vries en P. Holleman. Flavonoïden en andere bioactieve stoffen in de voeding. Nutrinews oktober 1998 – te raadplegen op www.nice-info.be > Nutrinews 5. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Ons eten gemeten. Gezonde voeding en veilig voedsel in Nederland. 2004. ISBN 90-313-4411-7 6. W. Willett. Fruits, vegetables, and cancer prevention: turmoil in the produce section. Journal of the national cancer institute. 2010; 102 (8): 510-511 7. World Cancer Research Fund. Food, Nutrition, Pysical Activity, and the Prevention of Cancer: a Global Perspective. 2007 – te raadplegen via www.wcrf.org > expert report 8. P. Boffetta, E. Couto, J. Wichmann, et al. Fruit and Vegetable Intake and Overall Cancer Risk in the European Prospective Investigation Into Cancer and Nutrition (EPIC). Journal of the National Cancer Institute. 2010; 102 (8): 529-537 9. H. Bueno-de-Mesquita, F. van Duijnhoven, EPIC-NL Stuurgroep. Groente & fruit en chronische ziekten in EPIC. Voeding Nu. 2011; 1/2 (13): 13 - 15 10. World Health Organization. Dietary intake of fruit and vegetable and risk of diabetes mellitus and cardiovascular diseases. 2005 11. L. Dauchet, P. Amouyel, S. Hercberg, J. Dallongeville. Fruit and Vegetable Consumption and Risk of Coronary Heart Disease: A Meta-Analysis of Cohort Studies. The Journal of Nutrition. 2006; 2588 - 2593 12. F. Crowe, A. Roddam, T. Key, et al. Fruit and vegetable intake and mortality from ischaemic heart disease: results from the European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition (EPIC)-Heart study. European Heart Journal. 2011 13. World Health Organization. Dietary intake of fruit and vegetables and management of body weight. 2005 14. Ashwell M et al. Nutrition and bone health projects funded by the UK Food Standards Agency: have they helped to inform public health policy? Br J Nutr. 2008; 99 (1): 198-205 15. International Fruit and Vegetable Alliance. Fruits, Vegetables and Health: A Scientific Overview. 2006 16. L. Oude Griep, J. Geleijnse, D. Kromhout, M. Ocké, M. Verschuren. Raw and processed fruit and vegetable consumption and 10-year coronary heart disease incidence in a population-based cohort study in the Netherlands. 2010 – te raadplegen op www.plosone.org