Eindrapport
Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit
Eindrapport
Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit
Uitgebracht aan
: Productschap Tuinbouw T.a.v. de heer ir. H. Uitslag Postbus 280 2700 AG ZOETERMEER Ministerie van LNV T.a.v. de heer ir. F.J. Westerling Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG
Uitgebracht door
: Q-Point BV Postbus 38 2670 AA NAALDWIJK Tel. 0174-282888 Fax 0317-491441
Contactpersonen
: Mevrouw ir. I.M.J.G. Neesen (06-20496860) De heer ir. J.A.L.M. Kamp (06-53429448)
Versie Datum
:2 : Januari 2003
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Inhoudsopgave Samenvatting...............................................................................................................................4 1 Inleiding ...................................................................................................................................6 1.1 Aanleiding ........................................................................................................................6 1.2 Doelstelling.......................................................................................................................6 1.3 Onderzoeksopzet ..............................................................................................................7 1.4 Opbouw van rapport .........................................................................................................8 2 Stand van zaken Tracking & Tracing.......................................................................................9 2.1 Tracking & Tracing ..........................................................................................................9 2.2 Oplossingsrichtingen Tracking & Tracing .....................................................................11 2.3 Traceerbaarheid in wetgeving en private initiatieve n ....................................................12 3 Resultaten benchmark onderzoek Tracking & Tracing 2001.................................................17 3.1 Inleiding..........................................................................................................................17 3.2 Resultaten praktijkproef naar traceerbaarheid AGF .......................................................17 3.3 Resultaten inventarisatie Tracking & Tracing systemen bij 25 bedrijven – handel, verpakking, snijderijen......................................................................................18 3.4 Inventarisatie van voorhanden oplossingen voor Tracking & Tracing in de AGF-sector ....................................................................................................................19 3.5 Lessen in ketenverband ..................................................................................................20 3.6 Betekenis van de lessen voor het opstellen van richtlijnen voor traceerbaarheid ..........20 4 Voorbeeldsystemen traceerbaarheid groenten en fruit ...........................................................22 4.1 Algemene richtlijnen voor traceerbaarheidssystemen....................................................22 4.2 Tracking & Tracing systeem teler glastuinbouw/vollegrond .........................................26 4.3 Tracking & Tracing systeem teler vollegrond ................................................................32 4.4 Tracking & Tracing systeem handelsbedrijf ..................................................................34 4.5 Tracking & Tracing systeem kleinverpakker .................................................................40 4.6 Tracking & Tracing systeem snijderij ............................................................................47 4.7 Tracking & Tracing systeem distributiecentrum............................................................55 4.8 Tracking & Tracing systeem outlet ................................................................................59 5 Optimalisatie van traceerbaarheid in de keten .......................................................................62 5.1 Flexibele keten................................................................................................................67 6 Aanbevelingen........................................................................................................................72 Bijlagen I Definitielijst ....................................................................................................................... I II Recall en probleemopsporing ..........................................................................................IV III Automatische identificatie en software systemen.............................................................V IV Richtlijnen traceerbaarheid teelt glastuinbouw ...............................................................IX V Richtlijnen traceerbaarheid teelt vollegrond .............................................................. XLVI VI Richtlijnen traceerbaarheid handel ............................................................................XXIV VII Richtlijnen traceerbaarheid kleinverpakker............................................................ XXVIII VIII Richtlijnen traceerbaarheid snijderij .......................................................................XXXIV IX Richtlijnen traceerbaarheid distributiecentrum............................................................XLII X Richtlijnen traceerbaarheid supermarktoutlet ..............................................................XLV XI Aanbevelingen voor Optimalisering van Traceerbaarheid in de Keten....................XLVII
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 3
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Samenvatting In 2001 is in opdracht van het Productschap Tuinbouw een benchmarkonderzoek uitgevoerd naar herkomstherleiding van een groot aantal groenten- en fruitproducten in verschillende supermarkten. Hierin is aangetoond dat de traceerbaarheid van producten sterk te wensen overlaat. Nieuwe Europese wetgeving vereist per 1 januari 2005 volledige traceerbaarheid in de voedselketen. Vooruitlopend hierop hebben het Productschap Tuinbouw en het Ministerie LNV verzocht om een praktische handleiding op te stellen voor de invulling van traceerbaarheid in de groenten- en fruitketen. Het doel is om partijen een handvat te geven voor invoering of verbetering van traceerbaarheid voor alle schakels die opereren in de groenten- en fruitsector in binnen- en buitenland. Er is tevens gekeken naar richtlijnen op ketenniveau. Bij het opstellen van de richtlijnen is gebruik gemaakt van eerder uitgevoerde onderzoeken en advieservaringen. Tevens heeft toetsing van conceptrichtlijnen plaatsgevonden bij een aantal bedrijven om zicht te krijgen op de haalbaarheid en implementeerbaarheid. Omdat de gehele groenten- en fruitketen als uitgangspunt genomen is, zijn richtlijnen opgesteld voor de volgende schakels: teelt, handel, kleinverpakker, snijderij, distributie centrum en supermarkt outlet (zie bijlagen IV t/m X). Op schakelniveau zijn richtlijnen gedefinieerd op zowel basis- en op hoger niveau. Het basisniveau geeft de minimale eisen weer om te kunnen voldoen aan tracking & tracing. Al naar gelang de doelstelling en het streven van een bedrijf, kan gekozen worden om ook de richtlijnen op hoger niveau te implementeren. Deze geven een optimalere invulling aan tracking & tracing, oftewel een beter detailniveau, waardoor een sneller en efficiëntere probleemopsporing en recall kan plaatsvinden.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 4
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Op ketenniveau speelt de informatieoverdracht tussen de schakels een essentiële rol. Door het koppelen van partijgegevens van leveranciers aan de eigen partijcodering wordt de basis gelegd voor traceerbaarheid in de keten. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden in flexibele en vaste ketens. Bij vaste ketens (hierbij is sprake van min of meer vaste relaties in de keten) is het eenvoudiger om afspraken te maken over informatieva stlegging en –overdracht. Betere afstemming bijv. op het gebied van coderingen vergemakkelijkt het opzetten van een traceerbaarheidssysteem en leidt tot een betere en efficiënte probleemopsporing en recall management. In flexibele ketens is het maken van dergelijke afspraken lastiger (er is sprake van wisselende leveranciers) en zal de traceerbaarheid minder efficiënt verlopen. Een tweede belangrijke component die de traceerbaarheid sterk beïnvloedt, is de homogeniteit van partijen. Naarmate oorspronkelijke partijen meer gesplitst of samengevoegd wordt en neemt de reikwijdte van een recall exponentieel toe. Aan de mate van samenvoeging of splitsingen worden op ketenniveau eisen gesteld om uiteindelijk traceerbaarheid te kunnen garanderen. Per saldo zijn voor flexibele ketens strengere richtlijnen gedefinieerd. Door middel van situatieschetsen in hoofdstuk 5 is getracht om praktijksituaties waarbij het samenvoegen en splitsen van partijen dagelijkse gang van zaken is, inzichtelijk te maken en is aangegeven welke handelswijze leidt tot een adequate traceerbaarheid.
Relatie naar bestaande registratie- en kwaliteitssystemen In alle schakels van de groenten- en fruitketen zijn er initiatieven tot registreren van de dagelijkse bedrijfsvoering. Het is gewenst om maximale aansluiting te realiseren bij de bestaande registratiesystemen en wettelijke verplichtingen. Door de ontwikkelde richtlijnen te integreren in bestaande kwaliteitssystemen, bijvoorbeeld Hygiënecodes, EUREPGAP, UMR, registratieverordeningen, BRC, ISO, Milieukeur etc., ontstaat een overzichtelijke situatie en wordt de eenduidige implementatie bevorderd. Daarom wordt aanbevolen om aansluitend op dit onderzoek de mogelijkheden te verkennen om de traceerbaarheidsrichtlijnen te implementeren in zowel bestaande registratiesystemen als kwaliteitssystemen.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 5
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt de aanleiding tot het onderzoek kort weergegeven, evenals de doelstelling ervan. Tevens wordt de aanpak toegelicht en tot slot de hoofdstukindeling.
1.1
Aanleiding
Voedselveiligheid is een onderwerp dat de laatste jaren steeds hoger op de agenda is komen te staan voor zowel overheid als het bedrijfsleven. Recente voedselveiligheidsincidenten en de mediabelangstelling eromheen, leiden er toe dat de consument steeds kritischer wordt ten aanzien van het voedsel. De consument verlangt meer informatie over de herkomst en veiligheid van haar voeding. Zaken als de productiewijze, hygiëne, toepassing van bestrijdingsmiddelen, genetische modificatie en milieuaspecten worden steeds vaker opvraagbaar geacht. Door deze ontwikkeling eisen de supermarkten en detailhandel in toenemende mate een transparante keten. Hierdoor is het belang van traceerbaarheid van versproducten erg groot. Ook wetgeving onderstreept het belang van een goede traceerbaarheid in toenemende mate. De General Food Law is hier een concreet voorbeeld van. DLV Adviesgroep 1 heeft in 2001 in een project in opdracht van het Productschap Tuinbouw, zo’n 300 AGF-producten uit de schappen van 12 supermarkten en 6 AGF-speciaalzaken gehaald. Van deze producten is geprobeerd de herkomst te achterhalen aan de hand van de informatie die bij het product beschikbaar was. Daarna zijn 25 handelsbedrijven benaderd, waar een gedeelte van de producten van afkomstig waren. Deze bedrijven zijn beoordeeld op hun Tracking & Tracing systemen. In vele gevallen was de herkomst niet meer te achterhalen. Het bleek dat er grote verschillen in traceerbaarheid tussen de onderzochte bedrijven bestaan. Het onderzoek heeft veel verbeterpunten op het gebied van Tracking & Tracing in de AGFsector bloot gelegd. In hoofdstuk 3 wordt het onderzoek kort toegelicht. Dit was ook de aanleiding voor het Productschap Tuinbouw en het Ministerie van LNV om een nieuw project te formuleren, “Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”. Het heeft geleid tot het opzetten van een praktische handleiding voor traceerbaarheid voor alle schakels van de groenten- en fruitketen.
1.2 Doelstelling Het doel van dit project is om een handvat te geven voor invoering of verbetering van traceerbaarheid voor alle schakels die opereren in de groenten- en fruitsector in binnen- en buitenland. Er is tevens gekeken op ketenniveau. Er wordt gestreefd naar een praktische
1
DLV Adviesgroep, Business Unit Ketens is per 1 september met NAK Tuinbouw kwaliteitsmanagement samengegaan tot Q-point B.V. Dit is een dochter van DLV Adviesgroep en NAK Tuinbouw.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 6
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
manier om traceerbaarheid binnen het bedrijf te kunnen regelen, in acht nemend de wetgeving en de eisen van afnemers. Deze doelstelling kan worden opgedeeld in de volgende subdoelstellingen: • Het beschrijven van richtlijnen voor Tracking & Tracing systemen voor alle schakels in de groenten- en fruitsector; • Het beschrijven van een handboek in de vorm van voorbeeldsystemen in “Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”.
1.3
Onderzoeksopzet
Om de bovengenoemde doelstellingen te bereiken, zijn in het project een viertal fases onderscheiden, welke hieronder kort worden toegelicht: 1. Beschrijving van richtlijnen Tracking & Tracing groenten en fruit 2. Beschrijving van voorbeeldsystemen Tracking & Tracing 3. Opstellen van een handboek “Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit” 4. Communicatie van de resultaten
Fase 1: Beschrijving van richtlijnen Tracking & Tracing groenten en fruit Door middel van een beknopte deskstudie is informatie verzameld over publieke en private regelgeving met betrekking tot traceerbaarheid van groenten en fruit. Deze regelgeving vormt het uitgangspunt voor het beschrijven van richtlijnen van Tracking & Tracing systemen voor bedrijven in de groenten- en fruitsector 1 . Verder zijn de resultaten van de Benchmark Tracking & Tracing in deze fase als input gebruikt. De richtlijnen geven per schakel in de sector hoe een bedrijf een degelijk traceerbaarheidssysteem kan inrichten, waarmee tegelijkertijd wordt voldaan aan de (op handen zijnde) regelgeving.
Fase 2: Beschrijving van voorbeeld Tracking & Tracing systemen In deze fase zijn de opgestelde richtlijnen in de praktijk getoetst bij bedrijven uit de verschillende schakels (teelt, handels- en inpakbedrijf, groentesnijbedrijf). Oorspronkelijk zouden er drie voorbeeldsystemen voor drie verschillende ketens van drie verschillende producttypen (losse producten, kleinverpakte producten, groentesnijproducten) apart beschreven worden. Echter gedurende het project bleek het relevanter te zijn om richtlijnen te beschrijven voor alle schakels in de keten én op ketenniveau. Individuele bedrijven uit de sector kunnen de voorbeeldsystemen gebruiken als spiegel voor het opzetten van een traceerbaarheidssysteem op het eigen bedrijf. Zowel de richtlijnen als de voorbeeldsystemen zijn aan enkele sectorexperts voorgelegd.
1
Hierbij worden teler, handels - en inpakbedrijf, groentesnijbedrijf, distributiecentrum en supermarkt meegenomen in het project.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 7
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Bij de beschrijving van de systemen is de rol van de EAN-codering meegenomen. De beschrijving van de systemen is getoetst met het Productschap Tuinbouw, de betrokken brancheorganisaties en EAN-Nederland.
Fase 3: Opstellen van een handboek “Praktische implementatie T&T in de groenten en fruit” Op basis van de resultaten van de voorgaande fases is in dit rapport een handleiding opgesteld voor praktische implementatie van Tracking & Tracing bij bedrijven in de groenten- en fruitsector. De doelgroep voor deze handleiding is de Nederlandse groenten- en fruitsectorsector, waaronder de telers, handel, kleinverpakkers, snijderij, het distributiecentrum en de supermarkt. Kortom alle schakels in de groenten- en fruitsector, zowel individueel als op ketenniveau. De handleiding zal ondersteuning geven bij de implementatie van werkbare Tracking & Tracing door de bedrijven in de sector.
Fase 4: Communicatie van resultaten Het concept-handboek is aan de opdrachtgever, betrokken branche-organisaties en EANNederland ter beoordeling overlegd. Op basis van deze beoordeling wordt het document aangescherpt en zal het handboek inhoudelijk definitief worden afgerond. Het handboek kan vervolgens door het Productschap Tuinbouw worden gepubliceerd en uitgegeven en zal opvraagbaar zijn via de website van het Productschap Tuinbouw. De resultaten zullen bovendien breder gecommuniceerd worden in de sector. Dit gebeurt middels presentaties en artikelen.
1.4
Opbouw van het rapport
In hoofdstuk 2 is een beschrijving gegeven over de huidige stand van zaken omtrent Tracking & Tracing, waarna in hoofdstuk 3 de resultaten uit het eerder uitgevoerde benchmarkonderzoek kort genoemd worden en gekoppeld worden aan het huidige project. In hoofdstuk 4 worden de opgestelde richtlijnen uitvoerig per schakel beschreven. In de bijlagen zijn de richtlijnen per schakel in tabelvorm opgenomen. De richtlijnen worden hier op twee verschillende niveaus weergegeven, te weten basis en hoger niveau. Voor nadere toelichting zie hoofdstuk 4. Tot slot worden aanbevelingen ter optimalisatie van traceerbaarheid in de keten omschreven in hoofdstuk 5.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 8
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
2 Stand van zaken Tracking & Tracing Binnen het project is gewerkt aan het opstellen van Tracking en Tracing richtlijnen voor de groenten- en fruitsector. In dit rapport komt de term Tracking & Tracing regelmatig terug. Alvorens in te gaan op de opgestelde richtlijnen, wordt hieronder het begrip Tracking en Tracing, de oplossingsrichtingen van Tracking en Tracing en de traceerbaarheid in wetgeving en private initiatieven weergegeven.
2.1 Tracking & Tracing Tracking & Tracing geeft inzicht in waar de goederen zich op een bepaald moment bevinden. Het Tracking & Tracing systeem (ook wel traceability systeem genoemd) creëert een set historische data door middel van vastgelegde identificatie, waardoor het mogelijk wordt om de grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten te traceren. Hierbij is Tracking de plaatsbepaling van een gegeven partij (grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten) op een nader gedefinieerd tijdstip. Tracing is de bepaling van de geschiedenis van grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten gedurende hun gang door de keten. Het begrip Tracing is nader op te splitsen in stroomopwaarts traceren en stroomafwaarts traceren.
Figuur 1: Stroomopwaartse en stroomafwaartse tracering
Stroomopwaarts traceren: Stroomopwaarts traceren (ofwel upstream Tracing) is de bepaling van de geschiedenis van het specifieke product vanaf eindproduct via halffabrikaten naar grondstoffen. Dit proces wordt gebruikt om een bron van een probleem op te sporen naar aanleiding van een klacht uit de markt of afwijkingen tijdens de inspectie van halffabrikaten of eindproducten. Stroomafwaarts traceren: Stroomafwaarts traceren (ofwel downstream Tracing) is de bepaling van de geschiedenis van het product vanaf de grondstof via halffabrikaten naar eindproducten. Dit proces © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 9
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
wordt ingezet om bij een te late signalering van problemen in grondstoffen of halffabrikaten te bepalen in welke partijen eindproducten de problemen zich mogelijk voordoen. In de groenten- en fruitsector speelt de traceerbaarheid van producten een steeds grotere rol. Dit komt enerzijds door wetgeving op nationaal en Europees niveau die gaat spelen en anderzijds door eisen in de markt. Indien een goed Tracking & Tracing systeem geïmplementeerd is, biedt het de mogelijkheid om een product door de gehele keten te volgen. Dit vereist wel dat alle schakels die deel uitmaken van de keten, een goede informatieoverdracht en registratie dienen te hanteren.
Historie Herleiding Historie Herleiding Tracking & Tracing Tracking & Tracing
Herkomst herleiding Herkomst herleiding Organiseren in
Plaatsbepaling Plaatsbepaling de keten
PlaatsHistorie bepaling Vastlegging PlaatsHistorie bepaling Vastlegging Organiseren binnen de schakel
Organiseren in de keten
Organiseren binnen de schakel
Figuur 2: Essentie van Tracking en Tracing
De essentie van Tracking & Tracing wordt weergegeven in figuur 2. Zoals deze figuur weergeeft, speelt Tracking & Tracing op twee niveaus: op ketenniveau (linkerzijde figuur) en op schakelniveau (rechterzijde figuur). Op schakelniveau zal een systeem inzichtelijk moeten maken waar producten zich bevinden (plaatsbepaling) en wat er mee gebeurd is (registratie van informatie). Dit kan middels een systeem op bedrijfsniveau. Op ketenniveau zal een systeem eveneens de plaats van producten inzichtelijk moeten maken en moeten achterhalen wat er met een product in de keten is gebeurd (herkomstherleiding). Het organiseren en beschikken over een goed Tracking & Tracing systeem heeft voor bedrijven een aantal voordelen: • Bij een recall ondersteunt een Tracking en Tracing systeem het terugroepen van een gedefinieerde hoeveelheid product of partij. Het helpt bij het organiseren van de terugroepactie en het achterhalen van de oorzaken van de problemen, waarmee de voedselveiligheid verder geborgd kan worden. Tracking en Tracing staat daarbij in dienst van de voedselveiligheid. (In bijlage II wordt nader ingegaan op de recall en probleemopsporing).
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 10
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
• • •
Versie 2
Het ondersteunen bij het vergroten van de aantoonbaarheid van garantie- en kwaliteitssysteem door het beschikbaar kunnen stellen van informatie over het product en productiewijze. Claims kunnen weerleggen in het kader van productaansprakelijkheid door het vergroten van de aantoonbaarheid. Door het verbeteren van de product- en informa tiestromen kan de efficiëntie binnen een bedrijf worden verhoogd.
2.2. Oplossingsrichtingen Tracking en Tracing Tracking en Tracing is op verschillende niveaus te organiseren, op ketenniveau en op schakelniveau. Als schakel kan een bedrijf worden beschouwd, maar ook een gehele schakel uit de keten, zoals bijvoorbeeld de tuinders of snijderijen. Binnen ketens waarbij schakels via vaste afspraken met elkaar samenwerken kan gesproken worden over een vaste keten. De klanten en afnemers zijn vaste partijen. Binnen een dergelijke keten kunnen tussen de schakels afspraken gemaakt worden omtrent de informatieverzameling en informatieoverdracht. Deze afspraken kunnen afgestemd worden met alle schakels in de keten. De organisatie ervan kan plaatsvinden door een ketenregisseur waarbij de eisen centraal worden gedefinieerd en de informatie van alle schakels centraal wordt opgeslagen. Hierdoor kan ieder over de gewenste informatie beschikken (zie figuur 3). Een probleem bij een dergelijk systeem is wanneer men producten koopt van een bedrijf welke niet aan de eisen van de desbetreffende keten voldoet.
Primaire producenten
Handel
Verwerking
Distributie
Supermarkt
Figuur 3: Afspraken tussen schakels binnen en buiten een keten
In veel gevallen worden door bedrijven met meerdere partijen zaken gedaan, welke gedurende het jaar ook kunnen wisselen. In dat geval is er vaak geen sprake van een vaste keten met vaste leveranciers en klanten. Een bedrijf wat producten koopt van verschillende bedrijven heeft wel de behoefte aan dezelfde informatie omtrent een product in relatie met Tracking en Tracing. Om hieraan te voldoen kunnen op schakelniveau eisen worden opgesteld waar alle © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 11
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
bedrijven in de desbetreffende schakel aan voldoen, waardoor ieder met elkaar zaken kan doen, maar de informatie uniform is. Hierbij worden de eisen per schakel centraal gedefinieerd. Dit is schematisch weergegeven in figuur 4.
Primaire producenten
Handel
Verwerking
Distributie
Supermarkt
Figuur 4: Uniforme afspraken op schakelniveau
De groenten en fruitsector kenmerkt zich door vele aanbieders en afnemers. Er zijn weinig vaste geïntegreerde ketens met een duidelijke ketenregisseur. Er zijn deels vaste en deels wisselende relaties. Binnen dit onderzoek is daarom gekozen om per schakel centrale eisen te definiëren voor de bedrijven in de desbetreffende schakel. Hierdoor vindt er wel een uniforme informatieverzameling en verstrekking plaats zonder dat er sprake dient te zijn van een vaste keten. Een voorbeeld van uniforme informatieverzameling wordt in de schakel teelt bij de productie van groenten en fruit nagestreefd door de implementatie van de richtlijnen van EUREPGAP.
2.3 Traceerbaarheid in wetgeving en private initiatieven In deze paragraaf wordt een overzicht geboden van de wijze waarop traceerbaarheid is opgenomen in wetgeving en private initiatieven. Voor zover bekend wordt per wet of initiatief ook aangegeven welke ontwikkelingen gaande zijn. Mondiale wetgeving Codex Alimentarius In de codex Alimentarius zijn op dit moment geen eisen voor traceerbaarheid vastgelegd. Wel vindt momenteel intensief overleg plaats over de Draft Code of Practice for the Primary Production and Packing of Fresh Fruits and Vegetables. In deze draft code wordt niet alleen gesproken over “adequate record keeping”, maar ook over het beschikbaar zijn van “written procedures, controls, limits, monitoring results, ..” enz.. In geval van risico’s voor de © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 12
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
volksgezondheid worden eisen gesteld aan traceerbaarheid en beschikbaarheid van recall procedures. Europese regelgeving
General Food Law De general food law is een EU- verordening die bedoeld is om de levensmiddelenwetgeving binnen de Europese Unie te standaardiseren. De wet regelt zaken met betrekking tot veiligheid en gezondheid. De nieuwe wet geldt voor alle bedrijven in de voedselketen inclusief diervoederfabrikanten, exclusief plantenkwekers. Deze nieuwe wet zal ingaan op 1 januari 2005 en is officieel bekend als: Verordening (EG) Nr.178/2002 van het europees parlement en de raad van 28 januari 2002. In de wet worden de eisen die aan traceerbaarheid worden gesteld, beschreven in artikel 18. De kern van deze eis is, dat levensmiddelen, diervoeders, voedselproducerende dieren en alle andere stoffen die bestemd zijn om in een levensmiddel of diervoeder te worden verwerkt of waarvan kan worden verwacht dat zij daarin worden verwerkt, in alle stadia van de productie, verwerking en distributie traceerbaar zijn. Verder regelt de wet dat ieder bedrijf op elk moment informatie moet kunnen verstrekken aan bevoegde autoriteiten over de herkomst en bestemming van de producten. Tevens stelt de wet dat bedrijven hiertoe over systemen en procedures moeten beschikken die dergelijke informatie kunnen leveren.
Aansprakelijkheidsrichtlijn - Verordening 820/97 van de raad De Aansprakelijkheidsrichtlijn stelt alle schakels in de keten behalve de primaire producent volledig aansprakelijk voor de veiligheid en kwaliteit van hun producten. Sinds 2001 is tevens de primaire producent aansprakelijk. Met deze voorziening kan elke schakel in de keten door de consument, direct of indirect via de detailhandel, aansprakelijk worden gesteld voor geleden letselschade als gevolg van gebrekkige producten. Voor eventuele gevolgschade kan een primaire producent niet aansprakelijk worden gesteld.
Algemene productveiligheid - Directive 1992/59/EEC De Algemene productveiligheid richtlijn geeft aan dat alle producten veilig moeten zijn. Ook moet worden voorzien in een systeem voor het van het schap halen van producten uit de winkels. Dit is tevens geregeld in directive 1992/59/EEC. Batch/Lot identificatie - Directive 91/238/EEC van 22 April 1991 In deze richtlijn van de Europese Unie is een afspraak gemaakt voor lot en batch/lot identificatie binnen de EU voor levensmiddelen. Het definieert een lot als “a batch of sales units of a foodstuff produced, manufactured or packaged under the same conditions”. Specifieke wetgeving; traceerbaarheid van ggo-voedingsmiddelen De traceerbaarheidvoorschriften voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) zijn nog in ontwikkeling en moeten het zowel gemakkelijker maken producten uit de handel te nemen wanneer onverwachte schadelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid, de gezondheid © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 13
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
van dieren of het milieu worden vastgesteld, als om aan gerichte bewaking te doen, om de potentiële gevolgen voor met name het milieu na te gaan. De traceerbaarheidvoorschriften moeten een juiste etikettering va n dergelijke producten inzake genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen en diervoeders vergemakkelijken. De etikettering dient te bestaan uit eenduidige identificatiecodes van die ggo's, zodat toegang verkregen kan worden tot specifieke gegevens over de betrokken ggo's. Nationale wetgeving Traceerbaarheid is niet in concrete regelgeving opgenomen. Wel zijn een aantal zaken die met traceerbaarheid te maken hebben opgenomen in diverse wetten, zoals recall, lot identificatie en labelling. In de beleidsvorming wordt aangegeven dat momenteel onvoldoende aandacht aan voedselveiligheid en traceerbaarheid wordt geschonken. Het ministerie van LNV voert momenteel een verkennende studie uit naar de (on)mogelijkheden van traceerbaarheid met daarin drie scenario’s voor minimale, optimale en maximale traceerbaarheid. LNV gebruikt de resultaten van deze studie om regels over traceerbaarheid te verbeteren en waar nodig aan te scherpen. Het minimale scenario zal een vereiste worden. De toepassing van scenario 2 en 3 zal mede afhangen van de uitkomsten van de eerste bijeenkomst van het consumentenplatform, de kosten en de uitvoerbaarheid. De overheid is van mening dat het gebruik van ketensystemen kan leiden tot een grotere transparantie voor alle schakels in de keten, inc lusief de overheid en de consument. Ook kunnen dergelijke systemen helpen om risico’s te voorkomen of te elimineren. De ontwikkeling van ketensystemen is daarom een belangrijk speerpunt van LNV (eerste discussiebijeenkomst consumentenplatform traceerbaarhe id van vlees). Het beleid van LNV is er op gericht om met private initiatieven te komen tot ketensystemen en certificering te stimuleren. Daarbij is het uitgangspunt: geen dwang maar speciale aandacht voor voorlopers. Indien een ketensysteem goed functioneert, is dit gunstig voor het imago van de betrokken bedrijven. Bovendien zijn minder controles van de overheid nodig. Deze controles worden standaard aan het bedrijfsleven doorberekend. Zo rest de overheid in dit opzicht de taak van toezicht op toezicht. De overheid stimuleert daarom de ontwikkeling van zogenoemde ketengarantiesystemen. In de door de overheid gestelde randvoorwaarden van deze garantiesystemen komt traceerbaarheid niet voor. Wel mag verwacht worden dat traceerbaarheid er uiteindelijk wel expliciet in geregeld dient te zijn. Warenwet In de warenwet is de etikettering van levensmiddelen geregeld (Warenwetregeling Etikettering Levensmiddelen). Hieraan ligt traceerbaarheid wel ten grondslag maar is hierin verder niet expliciet geregeld. In de opgestelde hygiënecodes voor de verschillende schakels wordt soms traceerbaarheid genoemd, echter niet de exacte invulling ervan. Private initiatieven GFSI
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 14
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Het Global Food Safety Initiative (GFSI) is een werkgroep van ca. 200 retailers en evenveel producenten met een gezamenlijke verkoop van meer dan $ 2800 miljard. Voedselveiligheid is belangrijk voor de consument dus ook voor de bedrijven die aangesloten zijn bij het GFSI. Hiertoe is als eerste prioriteit een benchmark opgezet om alle bestaande systemen voor voedselveiligheid te toetsen: voor post farm gate en voor pre farm gate systemen. Hiertoe is een Guidance document opgezet waarin ook het onderwerp traceerbaarheid een rol speelt. Het regelt dat een toeleverancier de traceerbaarheid effectief geregeld moet hebben, segregatie en kruisbesmetting geborgd moeten zijn, alsmede de product recall geregeld moet zijn (en regelmatig getest). ISO ISO kent een aantal normen waarin iets wordt beschreven over traceerbaarheid: - ISO 15161:2001 (dit systeem is een niet certificeerbare norm voor invoering HACCP m.b.v. ISO 9000-2000 systeem). - ISO 9001:2000 (indien naspeurbaarheid vereist, dan is unieke identificatie en registratie verplicht). §
Tevens is ISO bezig met het opstellen van twee nieuwe ISO normen voor certificatie; ISO 22000 voor een managementsysteem voor de borging van voedselveiligheid op basis van HACCP; en een nieuwe norm voor traceerbaarheid. Deze laatste norm wordt opgezet om de communicatie tussen verschillende traceerbaarheidssystemen te stroomlijnen. In de draft staat beschreven welke zaken zeker moeten worden vastgesteld binnen het traceerbaarheidssysteem (o.a. procedures voor identificatie, gescheiden houden van producten, verantwoordelijkheden enz.).
EAN International Bij EAN International zijn 98 lokale EAN organisaties aangesloten. Daarmee kent EAN een wereldwijde dekking, inclusief UCC voor de Verenigde Staten. EAN International speelt een actieve en leidende rol in het bevorderen van de toepassing van wereldwijde open standaards voor automatische identificatie (wereldwijd unieke codering van artikelen, adressen, zendingen, transportmiddelen, etc.) en elektronische communicatie (transactieberichten voor onder meer orders, pakbonnen, facturen, transport- en artikelinformatie). Concreet betekent dit dat EAN bedrijven helpt bij het realiseren van kostenbesparingen en kwaliteitsverbeteringen in de primaire bedrijfsprocessen. Zij bereikt dit door het ontwikkelen, beheren en promoten van standaards en het verlenen van daarbij behorende ondersteunende diensten. Hiermee bevordert zij ketenintegratie en voegt zij waarde toe aan ketens van bedrijven. In het kader van traceerbaarheid heeft EAN met name twee internationale richtlijnen opgesteld die betrekking hebben op traceerbaarheid, namelijk 'Traceability of beef guidlines' en de 'Fresh Produce Traceability Guidelines' (FPTG). De FPTG zijn opgesteld door EAN in samenwerking met het EHI, CIMO (Freshfel) en EUREP. Beide richtlijnen beschrijven hoe EAN-codering moet worden toegepast op logistieke, handels- en retaileenheden. De standaard van EAN maakt het mogelijk om op flexibele wijze verschillende soorten informatie in EAN-barcodes weer te geven. In bijlage III staat meer informatie over de standaards van EAN. SQF 2000 SQF staat voor Safe Quality Food en SQF 2000 is een post-farm gate managementsysteem. In het systeem zijn voorwaarden opgenomen voor gegevensbeheer, productidentificatie, traceerbaarheid, zodat effectieve recall mogelijk wordt. © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 15
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
BRC BRC staat voor British Retail Consortium en is een post-farm gate managementsysteem. Het gaat hier om BRC Technical Standard and protocol for companies supplying retail branded food products, nieuwe engelse versie (issue 3, april 2002). Op het terrein van traceerbaarheid vereist het systeem traceerbaarheid binnen de eigen organisatie, een effectief management van incidenten en een geteste recall procedure. BRC IP Het gaat hierom de Technical Standard for the supply of identity preserved Non genetically modified food ingredients and product (IP standard). Het is ook een post- farm gate managementsysteem. Dit betreft de standaard opgesteld door het British Retail Consortium (BRC) en de Food and Drink Fedaration (FDF) om een redelijke garantie te kunnen bieden voor de non-ggo identiteit van een product. De technische standaard is opgedeeld in regels voor zaadveredelaar, primaire producent, handelaar in commodities, verwerker van commodities en gebruiker van ingrediënten/commodities.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 16
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
IFS Dit is de Technical Standard for the International Standard for Auditing Food Suppliers en is een post- farm gate managementsysteem. Dit is de tegenhanger van de Engelse BRC-norm. Ontwikkeld voor de Duitse retail en heeft aansluiting gevonden van Franse retailers. Werkt met een puntensysteem en evenals de BRC norm met een foundation leve l, higher level en recommendations on good practise. Ook deze norm stelt in algemene termen eisen aan traceerbaarheid binnen de eigen organisatie. Recall procedures worden niet expliciet geëist. SQF 1000 SQF 1000 is de pre-farm gate variant van het SQF 2000 systeem. Op het punt van traceerbaarheid stelt het systeem eisen aan productidentificatie en traceerbaarheid binnen de organisatie zodanig dat recall mogelijk wordt. EUREPGAP De term EUREPGAP bestaat uit twee delen: EUREP staat voor Euro-Retailer Produce Working Group en GAP dat staat voor Good Agricultural Practice. EUREPGAP is een zogenaamd pre- farmgate systeem. Geëist wordt dat alle producten traceerbaar zijn tot aan het bedrijf waar ze geteeld zijn. Indien er dan een probleem voordoet, moet minimaal de producent te achterhalen zijn.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 17
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
3. Resultaten benchmark onderzoek Tracking en Tracing 2001
3.1
Inleiding
Zoals in de inleiding reeds is gemeld, heeft DLV Adviesgroep in opdracht van Productschap Tuinbouw in 2001 een inventariserend onderzoek gedaan naar de stand van zaken van tracking en tracing in de groenten- en fruitsector. Het genoemde project bestond uit 4 onderdelen, te weten: 1. Praktijkproef naar Traceerbaarheid groente en fruit; zie par. 3.2. 2. Inventarisatie Tracking & Tracing systemen bij 25 handelsbedrijven; zie par. 3.3. 3. Inventarisatie van voorhanden oplossingen voor Tracking & Tracing in de groente- en fruitsector; zie par. 3.4. 4. Opzetten stappenplan Tracking & Tracing groente en fruit; zie par. 3.4. Per onderdeel is een samenvatting va n de resultaten weergegeven.
3.2
Resultaten praktijkproef naar traceerbaarheid AGF
In dit onderzoek zijn ca. 300 AGF-producten uit de schappen van 12 supermarkten en 6 AGFspeciaalzaken gehaald. Van deze producten is geprobeerd de herkomst te achterhalen aan de hand van de informatie die bij het product beschikbaar was. Van het totaal is 30% van de producten terug te traceren tot aan de teler. In 52% van de gevallen is de herkomst van de producten in het geheel niet te achterhalen (geen handelsbedrijf en geen teler). Van 18% van de producten is wel de leverancier (handelsbedrijf) bekend, maar is vervolgens de teler niet te achterhalen. Opvallend is het verschil in traceerbaarheid tussen producten afkomstig van de retail en producten afkomstig van de AGF-speciaalzaak (zie figuren 5 en 6). Traceerbaarheid AGF detailhandel
Traceerbaarheid AGF Retail
Teler 1% Teler 35%
Niet 39%
Handelsbedrijf 26%
Figuur 5 Traceerbaarheid AGF Retail
Handelsbedrijf 17%
Niet 82%
Figuur 6 Traceerbaarheid AGF Detailhandel
Daarnaast komt naar voren dat: - traceerbaarheid van mixproducten, importproducten en groentesnijproducten vaak een probleem vormt (complexer). © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 18
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
-
Versie 2
het kistkaartensysteem in zijn huidige vorm geen goede basis vormt voor traceerbaarheid (omstorten van product leidt vaak tot verlies van de informatie). voorverpakte producten doorgaans redelijk te traceren zijn (bij losgestort product ontstaan in vrijwel alle gevallen traceerbaarheidsproblemen). bijgekochte producten (incidentele productstromen) geven eveneens vaak problemen.
-
3.3
Resultaten inventarisatie Tracking & Tracing systemen bij 25 bedrijven - handel, verpakking, snijderijen
De 300 producten uit de praktijkproef waren afkomstig van in totaal ongeveer 50 Nederlandse handelsbedrijven en groentesnijderijen. Uit deze bedrijven zijn 25 bedrijven benaderd voor het geven van inzicht in het gebruikte Tracking & Tracing systeem. De prestaties op het gebied van tracking en tracing zijn gebenchmarkt volgens de ITI-systematiek©Q-Point . De verschillen tussen de organisaties zijn enorm groot (zie figuur 7). Totaal Scores alle Bedrijven 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11
12 13 14 15 16
17 18 19 20 21
22 23 24 25
Figuur 7: Totaal scores per bedrijf - benchmark Tracking & Tracing
De verschillen worden deels verklaard door het type bedrijf (handel, kleinverpakking, snijderij). Daarnaast blijkt de score een samenhang te vertonen met o.a.: - Eisen afnemer: maakt het bedrijf deel uit van een keten die hoge eisen stelt, dan blijkt het bedrijf op het punt van tracking en tracing ook beter te scoren - Relatie van de toeleverancier: vaste toeleveranciers leidt vaak tot een hogere score - Mate van specialisatie: sterkere specialisatie voor een beperkt aantal producten leidt doorgaans tot een hogere score. - Mate waarin kwaliteitssystemen zijn geïmplementeerd: betere structurering van de bedrijfsprocessen leidt vaak tot hogere scores. Vervolgens is per bedrijfstype (schakel) geanalyseerd wat de bepalende factoren zijn voor een goede inrichting van tracking en tracing. Deze zijn hieronder kort benoemd. Handelsorganisaties Handelsorganisaties hebben een belangrijke positie in de AGF keten (komen vrijwel altijd voor). Hoewel de verschillen per bedrijf groot zijn, kunnen een aantal conclusies getrokken worden: © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 19
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
-
Versie 2
Fysieke tracering naar de bron verloopt doorgaans goed (kistkaart); Bedrijven weten onvoldoende waar het product heen gaat; Interne partijregistratie (stromen binnen het bedrijf) is vaak onvoldoende; Koppeling tussen productstroom (fysiek) en administratie is vaak onvoldoende geborgd. Informatie-uitwisseling van productinformatie verloopt goed in vaste ketens. Daar waar product bijgekocht wordt, ontstaan op het punt van traceerbaarheid vrijwel altijd problemen.
Kleinpakbedrijven Onder de kleinpakbedrijven bevinden zich diverse bedrijven die de traceerbaarheid goed op orde hebben. Voorwaarde hiervoor is een perfecte koppeling tussen de fysieke en administratieve stroom. Deze bedrijven: - werken met interne partijnummers; - weten waar het product naar toegaat; - kennen de toeleveranciers en zijn in staat om informatie over de partijen te achterhalen. Als aandachtspunten in deze branche worden genoemd: - Verbetering van tracking (via partij-identificatie): gebruik van week/dag-code blijkt veelal onvoldoende. - Verbetering van de fysieke tracering: met name aandacht voor de relatie tussen ingekocht product en uitgeleverde partijen. Groentesnijderijen Groentesnijderijen worden gekenmerkt door een veelheid aan processen, waardoor scheiding van partijen lastig is. Toch scoort deze groep redelijk goed in de benchmark, waarschijnlijk omdat deze bedrijven een sterke focus hebben op veiligheid en kwaliteit. Als een organisatie werkt met vaste partners, dan is de traceerbaarheid ook hier beter te borgen. Als knelpunten worden genoemd: - De processen hebben een continu karakter, waardoor het scheiden van batches lastig is (op overgangen dreigt vermenging tenzij de lijn tussen de batches steeds schoon verklaard wordt. - Diverse processtappen achter elkaar vereist een specifieke benadering (gebaseerd op partij- identificatie / lotnummer). Een benadering gebaseerd op THT blijkt onvoldoende. - Ook hier speelt het ontbreken van een goede koppeling tussen het fysieke proces en de administratieve afhandeling een belangrijke rol.
3.4
Inventarisatie van voorhanden oplossingen voor Tracking & Tracing in de AGF-sector
Naast de inventarisatie van bestaande Tracking & Tracing systemen bij de bedrijven, zijn in het onderzoek bestaande ICT-systemen voor Tracking & Tracing in kaart gebracht. In het rapport zijn deze systemen getypeerd. Echter, de kern van de analyse is dat een ICT-systeem pas succesvol kan zijn als de organisatie er rijp voor is. Het systeem moet immers zowel op managementniveau als op de werkvloer werkbaar zijn en aansluiten bij de behoefte. Ook © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 20
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
wordt aandacht gevraagd voor de scope van het ICT-systeem: is het doel alleen afdekken van voedselveiligheid? Of is ook bijv. voorraadbeheer of kwaliteit een doel? In het rapport is een stappenplan beschreven die organisaties in de groenten- en fruitsector handvatten biedt voor het invoeren van een Tracking & Tracing systeem. Dit stappenplan beschrijft niet hoe bedrijven een systeem moeten invoeren, maar wél welke stappen moeten worden doorlopen om een geschikt systeem te implementeren.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 21
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
3.5
Versie 2
Lessen in ketenverband
In de voorgaande paragrafen stond de traceerbaarheid binnen een organisatie centraal. Het aanpakken van het vraagstuk Tracking & Tracing is echter een vraagstuk dat door de gehele keten moet worden aangepakt. Ook hier geldt dat de keten zo sterk is als de zwakste schakel. Op dit moment wordt het vraagstuk nog te veel bekeken vanuit een bedrijfsbenadering. Hierdoor is het risico van suboptimalisatie groot. Het is van belang dat niet alleen de verantwoordelijkheid voor de organisatie van Tracking & Tracing op het eigen bedrijf wordt genomen, maar ook die van de gehele keten. Uit de studie komen een aantal punten naar voren, die een belangrijke rol spelen bij de verdere implementatie van traceerbaarheid in de keten: - Naarmate de keten meer kenmerken heeft van een vaste keten (vaste toeleveranciers, vaste afnemers), dan blijkt traceerbaarheid eenvoudiger vorm te geven. - Essentieel is een goede koppeling tussen werkvloer (fysieke stroom) en het administratieve proces. Dit is alleen te bereiken door heldere afspraken en procedures vast te leggen, in feite: integratie hiervan in het kwaliteitsmanagementsystemen. - Een traceerbaarheidssysteem biedt de organisatie kansen die verder gaan dan alleen het opsporen van problemen. Er kan ook pro-actief gereageerd worden richting afnemers (informatie beschikbaar stellen; mogelijke problemen voorkomen enz.). Daarmee wordt een traceerbaarheidssysteem meer dan alleen een kostenpost. - Een 100% sluitende traceerbaarheid door de gehele keten is een utopie. Bij ingewikkelde processen (mixen van producten) en als bijvoorbeeld sprake is van bijkopen van producten kunnen eenvoudig problemen ontstaan. De organisatie bepaalt zelf welk beleid zij hierin voert.
3.6
Betekenis van de lessen voor het opstellen van richtlijnen voor traceerbaarheid
In een keten is op diverse plaatsen sprake van samenvoegen en splitsen van partijen. Deze processen leiden eenvoudig tot traceerbaarheidsproblemen. Het is daarom cruciaal dat elke samenvoeg- of splitsactie leidt tot het definiëren van een nieuwe partijcode (identificatie). Via deze partijcode kan derhalve informatie over het product worden vastgelegd (bijv. kistkaart). Het is essentieel dat deze informatie gekoppeld wordt aan het product: van het product moet te allen tijde herkenbaar zijn tot welke partij het behoort. Elke actie dient geregistreerd te worden. Door gegevensvastlegging en -verwerking dient er voor gezorgd te worden dat enerzijds de acties vastgelegd worden, maar dat deze informatie ook weer als basis dient voor andere processen, zoals voorraadbeheer, productieplanning, aflevering enz.. Uit het onderzoek is gebleken dat de koppeling tussen administratie en werkvloer vaak te wensen overlaat. Deze koppeling moet derhalve bewaakt wordt (monitoring). Inbedding van de werkwijze op de werkvloer in een kwaliteitssysteem (met daaraan gekoppelde afspraken en procedures) biedt hierbij goede mogelijkheden. © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 22
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Communicatie tenslotte heeft meerdere functies. Het ondersteunt in het doorgeven van informatie van de ene schakel in de keten naar de andere, maar help t ook bij het monitoren of hetgeen op de werkvloer plaats vindt ook zodanig is geadministreerd. De relatie tussen genoemde elementen is in onderstaand schema (figuur 8) weergegeven. In de uitwerking van de richtlijnen komen deze elementen in hun samenhang nadrukkelijk terug. fysiek
Identificatie
Segregatie
Data vastlegging Data verwerking
Communicatie
Monitoring
Registratie
administratief
Figuur 8: Relatie tussen pijlers en ondersteunende middelen
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 23
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
4 Voorbeeldsystemen traceerbaarheid groenten en fruit In dit hoofdstuk worden de richtlijnen die voor iedere schakel in de keten zijn opgesteld, beschreven aan de hand van een voorbeeldsysteem. De richtlijnen zelf zijn opgenomen in bijlage II. Ten grondslag aan de richtlijnen ligt de visie van Q-Point ten aanzien van traceerbaarheid (hoofdstuk 2) en de knelpunten die uit het benchmarkonderzoek (hoofdstuk 3) naar voren zijn gekomen. Het hoofdstuk start in paragraaf één met de beschrijving van algemene richtlijnen voor een traceerbaarheidssysteem onafhankelijk van welke schakel in de keten het betreft. In de daarop volgende paragrafen wordt per schakel in de groenten- en fruitketen een mogelijke uitwerking van de vrijwillige richtlijnen beschreven aan de hand van een voorbeeldsysteem. In deze richtlijnen is gekozen voor richtlijnen op basisniveau en op hoger niveau. De richtlijnen op basisniveau geven de minimale eisen weer om te kunnen voldoen aan tracking & tracing. Al naar gelang de doelstelling en het streven van een bedrijf, kan gekozen worden om ook de richtlijnen op hoger niveau op te volgen. Deze geven een optimalere invulling aan tracking & tracing, oftewel een beter detailniveau waardoor een sneller en efficiëntere probleemopsporing en recall kan plaatsvinden. De voorbeeldsystemen starten met een beschrijving voor een teler in de glastuinbouwsector en eindigen met een beschrijving voor het winkelfiliaal. Tenslotte worden in de laatste paragraaf aanwijzingen beschreven om de traceerbaarheid in de keten te optimaliseren. Daartoe wordt onderscheid gemaakt in flexibele en vaste ketens. Registratiesystemen In alle schakels van groenten- en fruitketen zijn er initiatieven tot registreren van allerlei zaken die in de dagelijkse bedrijfsvoering gebeuren. Alvorens met deze richtlijnen te beginnen, dient aanbevolen te worden om maximale aansluiting bij de bestaande registratiesystemen en wettelijke verplichtingen te zoeken. Ongeacht om welk systeem het gaat, bijvoorbeeld Hygiënecodes, EUREPGAP, UMR, registratieverordeningen, BRC, ISO, Milieukeur etc.. Er is in dit onderzoek niet expliciet naar alle eisen in de bestaande systemen gekeken, omdat dit onderzoek uitdrukkelijk het opzetten van een goed traceerbaarheidssysteem nastreeft. Stroomschema’s In het begin van elke paragraaf is per schakel een stroomschema met de processen weergegeven. Dit stroomschema is gebaseerd op een algemeen bedrijf uit de betreffende schakel. Indien processen anders lopen dan kan het voorkomen dat bepaalde onderdelen van de richtlijnen niet gelden, zoals bijvoorbeeld sortering van producten.
4.1
Algemene richtlijnen voor traceerbaarheidssystemen
Voor alle schakels in de groenten- en fruitketen (teler glastuinbouw, teler vollegrond, handel, kleinverpakker, snijderij, distributiecentrum en outlet) is een set richtlijnen opgesteld met een aantal algemene richtlijnen voor het traceerbaarheidssysteem. Om veel herhaling te voorkomen worden deze algemene richtlijnen hieronder eerst besproken.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 24
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Deel van producten traceerbaar? Veel bedrijven in de Nederlandse groenten- en fruitsector proberen waar mogelijk mee te gaan in de eisen die de klant stelt. Ook het bedrijf zelf heeft baat bij een snellere en efficiënte vorm van probleemopsporing en verkleinen van recalls. Daarnaast stelt de overheid, zowel nationaal als op Europees niveau, eisen waaraan deze bedrijven moeten (gaan) voldoen. Traceerbaarheid van producten hoort daar ook bij. Op dit moment is de invulling hiervan nog niet concreet en daarom is deze handleiding opgezet. Het geeft een handvat om aan traceerbaarheid te kunnen voldoen. Omdat op dit moment nog niet alle klanten de eis van traceerbaarheid stellen en omdat de wetgeving nog niet concreet ingevuld is, kan een bedrijf kiezen om een deel van de handel/productie aan de beschreven richtlijnen te laten voldoen. Zodra de wet gaat gelden, dan geldt dit voor het hele bedrijf. Als slechts enkele afnemers traceerbaarheid eisen, dan is het nu dus nog mogelijk om een gedeelte van de producten op het bedrijf deels te kunnen traceren. Voorwaarde is wel dat duidelijk wordt aangegeven welk gedeelte van de productie/handel volledig aan de vrijwillige richtlijnen voldoet en welk gedeelte niet. Bovendien mogen producten die niet aan alle eisen voldoen niet worden verwisseld met producten die wel aan de hieronder beschreven richtlijnen voldoen. Het fysiek scheiden van traceerbare en niet-traceerbare producten op het bedrijf is dan een must. In de beschrijving hieronder wordt telkens uitgegaan van deelname aan de vrijwillige richtlijnen. Traceerbaar = 100 % traceerbaar Gesteld wordt dat de producten die traceerbaar worden gemaakt in alle fasen van het voortbrengingsproces (dus van inkoop/productie tot en met verkoop aan de klant), binnen de schakel traceerbaar zijn. Het voeren van alleen een inkoopadministratie en een verkoopadministratie is derhalve niet toereikend. Maatregelen worden genomen om de partij fysiek en administratief te volgen. Uitgangspunt is dat op ieder moment, waarop het product eigendom is van een schakel in de keten, gevolgd of opgespoord kan worden. Richtlijnen op basis en hoger niveau Zoals eerder genoemd zijn de richtlijnen op basisniveau en hoger niveau opgesteld. Om nogmaals het onderscheid aan te geven tussen de twee niveaus: • Basisniveau: de minimale eisen om te kunnen voldoen aan tracking & tracing, zoals de toekomstige wettelijke regels gesteld worden. • Hoger niveau: afhankelijk van de doelstelling en het streven van een bedrijf, kan gekozen worden om ook de richtlijnen op hoger niveau op te volgen. Het detailniveau is hierdoor beter en er kan sneller en efficiënter getraceerd worden. Bijvoorbeeld het meekrijgen of overnemen van partijcodes van voorganger werkt sneller en efficiënter. Er is dan meer informatie beschikbaar, het probleem kan sneller opgelost worden en de recall kan beter afgebakend worden. Hierdoor kan het voorkomen dat het aantal partijen dat terug gehaald moet worden kleiner is. • Adviezen: registraties zijn niet direct nodig om het product (fysiek) te kunnen traceren. Zie tevens onder kopje kwaliteits- en/of voedselveiligheidseisen. Relatie met managementsystemen Het vertalen van maatregelen die nodig zijn op de werkvloer kan door werkinstructies of procedures op te stellen. Daarom is het handig om traceerbaarheid als onderdeel van een managementsysteem op te nemen. Vervolgens kunnen werkinstructies en procedures middels certificatie gecontroleerd worden op effectiviteit en de wijze waarop het in de organisatie geïmplementeerd is. De volgende zaken worden minimaal vastgelegd in procedures en/of werkinstructies: © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 25
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
§ § § § §
Versie 2
Verantwoordelijkheden taken en bevoegdheden ten aanzien van traceerbaarheid, recall en het blokkeren van producten. Effectieve partijscheiding (fysiek en administratief) om niet bedoelde vermenging en contaminatie te voorkomen. Eenduidige en unieke partij- identificatie binnen het bedrijf. Interne audit op het traceerbaarheidssysteem. Test traceerbaarheidssysteem en recall-procedure.
Ter toelichting: De verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden worden niet alleen voor het traceerbaarheidssysteem beschreven maar ook voor zaken die zeer nauw verbonden zijn met traceerbaarheid zoals het uitvoeren van een recall en het blokkeren van producten. Dit dient meegenomen te worden om er zeker van te zijn dat de waarde van een traceerbaarheidssysteem tot haar recht komt indien het nodig is en om de omvang van problemen in te perken. Het volgen van partijen producten is in essentie waar traceerbaarheid om draait, een effectieve wijze om partijen product uit elkaar te houden is daarom de basis van ieder traceerbaarheidssysteem. Om ervoor te zorgen dat opgestelde codes binnen een tijdsperiode van een aantal maanden slechts één keer voorkomen worden unieke codes gedefinieerd. Aantoonbaarheid en verificatie spelen een belangrijke rol in het opzetten van een systeem. Daarom dient het traceerbaarheidssysteem en de interactie met de recallprocedure te worden getest. De test geeft aan of alle praktische zaken zoals de juiste adressen, contactpersonen telefoonnummers en procedures worden gevolgd. De interne audit heeft als doel te verifiëren of de opgestelde procedures werken en of deze correct worden opgevolgd door het personeel. Unieke partij-identificatiecode Zoals hierboven genoemd is het van belang om op een effectieve wijze partijen product uit elkaar te houden en dat codes niet twee maal voor komen binnen een korte tijdsspanne. Als partij- identificatiecode is iedere schakel vrij om een eigen invulling hieraan te geven, mits aan de voorwaarden zoals genoemd in de opgestelde praktische richtlijnen wordt voldaan. Enkele malen wordt er gesproken over lotnummers, echter het toepassen van lotnummers is niet wettelijke verplicht om dit te doen door een “L” voor de gemaakte code te plaatsen. Deze “L” komt wel voort uit een Europese richtlijn (directive 91/238/EEC) waarbij gesteld wordt dat in de levensmiddelen een lot gedefinieerd wordt als een batch van verkoopeenheden van een geproduceerd levensmiddel en dat dit lot als “L” vóór een identificatiecode op het etiket zou moeten staan. Behalve als er een houdbaarheidsdatum of “te gebruiken tot” op staat of als het zo duidelijk is dat het een afwijkende code voor labelling is. In de groenten en fruit is het toepassen van een “L” op het etiket van het product niet gebruikelijk, behalve in Duitsland waar er wel streng toezicht op is. Een bedrijf is dus in de praktijk niet verplicht om een “L” voor de code te gebruiken maar is wel verplicht om een partij- identificatiecode te gebruiken. Er wordt veel gesproken over partij- identificatiecodes. De essentie zit in het koppelen van de codes van de toegeleverde partij aan de eigen partijcodering. Op die manier moet wat binnenkomt van partij x van leverancier y gekoppeld worden aan de eigen partijcodering. Het bedrijf kan zelf beslissen of de codering van de leverancier als zodanig overgenomen wordt, mits de codering op het bedrijf uniek is. Maar vaak is de link tussen de leverancier en de partijcode niet duidelijk. En de partijcodering van verschillende leveranciers wijkt meestal af, dus is niet makkelijk hanteerbaar op het bedrijf.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 26
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Informatievastlegging - kwaliteit en snelheid Om de juiste gegevens te kunnen leveren indien dat gewenst is, moeten er maatregelen worden getroffen. Informatie moet een minimale tijd beschikbaar blijven. Volgens de private eisen van het Global Food Safety Initiative moet informatie vijf jaar worden opgeslagen. Daarom is deze tijdsperiode ook in de richtlijn opgenomen. Er moet worden voorzien in een wijze waarop informatie kan worden opgeslagen zonder dat deze gevaar loopt om te beschadigen of dat de schade tot een minimum wordt gereduceerd. Het maken van computer back-ups kan hiervan een voorbeeld zijn. Verder moet de informatie toegankelijk zijn op de plaats waar hij wordt gevraagd. Hiertoe kan men schriftelijk de informatie overhandigen of digitaal. In sommige programma’s is het alleen mogelijk om de informatie op te roepen op het scherm waar het wordt ingevoerd zonder dat er mogelijkheden bestaan om de informatie te exporteren of overzichtelijk te presenteren in bijvoorbeeld een rapportje. In de richtlijnen zijn tevens een tweetal tijdsintervallen genoemd per niveau waarin informatie beschikbaar moet zijn op de plaats waar hij wordt gevraagd. “Probleempartijen” of “externe retouren” Producten die niet voldoen aan de specificaties en kunnen leiden tot een kwaliteitsprobleem, veiligheidsprobleem of niet voldoen aan wettelijke vereisten dienen te worden geblokkeerd. Ook retour gezonden product wordt eerst geblokkeerd en direct bij binnenkomst voorzien van een nieuwe partij- identificatiecode. Alle geblokkeerde producten worden herkenbaar geblokkeerd opgeslagen, fysiek gescheiden van andere partijen en met een formulier op iedere logistieke eenheid (bijvoorbeeld pallet) met de reden van blokkade. Tot het moment dat het product is geïnspecteerd wordt het product niet vrijgegeven. Van de geblokkeerde producten wordt aan de hand van de interne partij- identificatiecode de bestemming geregistreerd alsmede het gewicht van de geblokkeerde partij. Restpartijen – afval/diervoeder Ook voor afval van producten geldt dat deze een unieke code moeten krijgen. Met name als dit restproduct gebruikt wordt als diervoeder. Locaties binnen bedrijf Als laatste voorziet ieder bedrijf in een plattegrond waarop alle relevante bedrijfsruimten/ percelen/ kasgedeelten duidelijk zijn aangegeven en gemarkeerd met een unieke code voor iedere ruimte. Fysiek zijn deze codes ook duidelijk bij iedere bedrijfsruimte of perceel/ kasdeel aangebracht. Ook opslagplaatsen, zoals koelcel, krijgen een unieke code op basisniveau. Op hoger niveau krijgen zelfs palletplaatsen een eigen code. Kwaliteits- en/of voedselveiligheidseisen Een aantal eisen die opgenomen zijn in de richtlijnen zijn eigenlijk eisen die betrekking hebben op kwaliteit en voedselveiligheid en niet direct een vereiste voor traceerbaarheid. Deze zijn licht grijs gearceerd in de richtlijnen opgenomen. Echter omdat traceerbaarheid vaak in dienst staat van recall- management, zijn deze toch opgenomen (als advies) om een goede probleemopsporing te kunnen bewerkstelligen. Hierdoor zou een recall bijvoorbeeld sneller en efficiënter opgelost kunnen worden. Een aantal van deze eisen worden ook in reeds bestaande registratiesystemen gevraagd, deze kunnen dan gekoppeld worden aan het traceerbaarheidssysteem.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 27
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Bijlagen
Alle richtlijnen per schakel die in de hierop volgende paragrafen beschreven worden, zijn in tabelvorm in de bijlagen IV t/m X weergegeven. De eisen die op kwaliteit- en/of voedselveiligheid betrekking hebben, zijn grijs gearceerd.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 28
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
4.2
Versie 2
Tracking & Tracing systeem teler glastuinbouw/vollegrond
In deze paragraaf wordt een voorbeeldsysteem voor een teler van glasgroenten beschreven. Het systeem gaat in op een set aan fysieke en administratieve maatregelen die gezamenlijk ervoor zorgen dat aan de gestelde richtlijnen wordt voldaan.
Per processtap van het voortbrengingsproces op het bedrijf worden hieronder de administratieve en fysieke maatregelen ten behoeve van traceerbaarheid beschreven. De volledige richtlijnen zijn opgenomen in bijlage IV van dit boekje. Deze beschrijving begint met de ontvangst van plantmateriaal en eindigt met het transport van groenten en fruit naar de klant. De beschreven processen worden hieronder in figuur 9 weergegeven.
1.a) Zaaien / Ontvangst Plantmateriaal
2. Telen
3. Oogst 1.b) Ontvangst Grond- en hulpstoffen
4. Sorteren, Wegen, Naoogst behandeling 5. Opslag
6. Transport
Figuur 9: Processen teler glastuinbouw
1. Ontvangst goederen Ontvangst plantmateriaal Van iedere binnenkomende partij plantmateriaal wordt het productsoort, het ras, de leverdatum en de hoeveelheid geregistreerd. Bovendien worden de NAW-gegevens van de plantenkweker geregistreerd. De combinatie van deze genoemde gegevens maakt de binnengekomen partij uniek. Op deze manier kan de teler met de geregistreerde gegevens op ieder moment gegevens opvragen bij zijn plantenkweker. Dit vereist echter wel dat er afspraken over de opvraagbaarhe id van registraties (over opkweekinformatie) tussen teler en plantenkweker moeten zijn.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 29
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Het administratieve systeem voor de ontvangst van plantmateriaal van de teler zal tenminste de volgende gegevens (basisniveau) moeten bevatten: § Registratie soort, ras, leverdatum en hoeveelheid; §
Afspraken over opvraagbaarheid van registraties plantenkweker (advies kwaliteit/voedselveiligheid); Er dienen tenminste afspraken gemaakt te zijn met de plantenkweker over de opvraagbaarheid van registraties. De registraties die van belang kunnen zijn bij eventuele probleemopsporing, zijn registraties van watergift en gewasbeschermingsmiddelen (productnaam, dosis en datum toepassing).
Voor het hogere niveau dienen bovendien de volgende gegevens bijgehouden te worden: § Beschikbaarheid van registraties plantenkweker (advies kwaliteit/voedselveiligheid); Registratie over opkweekinformatie van de planten dienen beschikbaar te zijn. Beschikbaarheid van registraties die van belang kunnen zijn bij eventuele probleemopsporing, zijn registraties van watergift en gewasbeschermingsmiddelen (productnaam, dosis en datum toepassing). §
De identiteit (ggo ofwel non-ggo) van de partij groenten en fruit is opvraagbaar; De teler heeft aantoonbare afspraken gemaakt met de plantenkweker over de identiteit van de geleverde partijen. Daartoe spreekt de teler met de plantenkweker af dat een non- ggo certificaat bij de partij gevoegd wordt wanneer gegarandeerd geen genetische modificatie is toegepast. Indien dit wel toegepast is dan zijn stringente richtlijnen voor etikettering en is traceerbaarheid zeker een eis.
§
Registratie gezondheidscertificaat; Dit houdt in dat de teler het bijgeleverde gezondheidscertificaat per partij (oftewel partijidentificatiecode) dient op te vragen en te bewaren. Het gaat hie rbij om het zogenaamde NAK-certificaat.
§
Registratie van de partij-identificatiecode van de plantenkweker; Om zo goed mogelijk traceerbaarheidssysteem op te zetten, is het aan te bevelen om de partij- identificatiecode van de plantenkweker over te nemen. Op die manier is de kans op juiste informatie en snelheid in geval van een recall het grootst.
§
Registratie van controlegegevens van de leverspecificaties met de inkoopspecificaties (kwaliteit); Dit kan worden vastgelegd met een ja/nee antwoord, met eventueel een ruimte voor opmerkingen waarom niet of wel aan de specificaties wordt voldaan.
Ontvangst grond- en hulpstoffen Het administratieve systeem voor de ontvangst van grond- en hulpstoffen van de teler zal tenminste (basisniveau) de volgende gegevens moeten bevatten: §
Registratie van gewasbeschermingsmiddelen (advies kwaliteit/voedselveiligheid); Dit houdt in dat er een voorraadregistratie bijgehouden wordt van hoeveelheid, commerciële naam, toelatingsnummer (N-nummer) en de leveringsdatum van de ingekochte gewasbeschermingsmiddelen. Tevens dienen de NAW-gegevens van de toeleverancier beschikbaar te zijn.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 30
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Op hoger niveau dient naast de bovenstaande registratie, ook het volgende beschikbaar te zijn: §
Registratie van meststoffen (advies kwaliteit/voedselveiligheid); Er dient een registratie te zijn met hoeveelheid, commerciële naam en leveringsdatum van de ingekochte meststoffen.
§
Identificatie meststoffen; Er zijn vaste tanks voor meststoffen die aan de buitenkant duidelijk identificeerbaar dienen te zijn (welke meststof zit in welke tank).
2. Teelt Om traceerbaarheid praktisch handhaafbaar te maken op een teeltbedrijf, dient de teeltruimte (kas) een unieke code te krijgen. Dit kan zijn op padniveau, kapniveau, afdelingsniveau tot aan kasniveau. Des te groter de ruimte, des te hoger het risico er genomen wordt indien er iets mis is met het product. Het niveau van traceerbaarheid is afhankelijk van het niveau dat men kiest voor de unieke code. Zo is het bundelen van registraties op padniveau op dit moment het hoogst haalbare niveau voor traceerbaarheid in de glasteelt. Voor de teelt zijn een aantal basiseisen als volgt gedefinieerd: § Registratie planten plantmateriaal per teeltruimte; Het dient duidelijk te zijn welke partij plantmateriaal waar geplant wordt. De reden hiervoor is dat er enerzijds meer dan één partij geplant en anderzijds dat er in verschillende fasen geplant kan worden. Om misverstanden te voorkomen, is het wenselijk een unieke code voor de partij plantmateriaal te koppelen aan de unieke code van teeltruimte (hetzij padnr’s/kapnr’s/afdelingsnr’s/kasnr’s). De unieke code voor de partij plantmateriaal kan ook vervangen worden door de partij- identificatiecode van de plantenkweker. Indien het onduidelijk is, dient het beplante oppervlak per partij (ras) genoteerd te worden. §
Registratie toepassing gewasbeschermingsmiddelen (advies kwaliteit/voedselveiligheid); In de groenten en fruit is en blijft de residuproblematiek een belangrijk onderwerp. In het kader van voedselveiligheid en traceerbaarheid is het van belang dat de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen aantoonbaar is. De registratie houdt in de naam van het gewas, locatie (teeltruimte), datum toepassing, commerciële naam, N-nummer, hoeveelheid toegepast, reden van toepassing, naam uitvoerende en veiligheidstermijn.
§
Registratie analysegegevens kwaliteit water (advies kwaliteit/voedselveiligheid); Indien geen gebruik wordt gemaakt van leidingwater dient de teler er zich van te verzekeren dat het water dat hij gebruikt van voldoende kwaliteit is. Dit wordt in het traceerbaarheidssysteem aantoonbaar gemaakt door registratie van de analysegegevens die voortvloeien uit de jaarlijkse controle van het water.
Op hoger niveau dient de registratie toepassing gewasbeschermingsmiddelen aangevuld te worden met locatie op pad- of rijniveau, een partij- identificatiecode van de plantenkweker (en eventueel de actieve stof).
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 31
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
3. Oogst Tijdens de oogst dient duidelijk te zijn wanneer de oogst heeft plaatsgevonden, gekoppeld aan de teelt- en oogsthandelingen. Op basisniveau dienen de volgende zaken geregistreerd te worden: § Registratie van partij-identificatiecode; Per datum, gewas en teeltruimte wordt een unieke partij- identificatiecode aangemaakt. Dit kan heel eenvoudig door de oogstdatum als leidraad te gebruiken aangezien deze uniek is. §
Registratie vrijgave geoogst product (advies kwaliteit/voedselveiligheid); Er dient met zekerheid controle te zijn dat de wachttijd in acht is genomen. Daarom kan er een controlekolom toegevoegd worden op de gewasbeschermingsregistratie voor de vrijgave van het product.
§
Leegmelding oogstkarren; Alleen leeg gemelde oogstkarren mogen opnieuw in de teeltruimte toegelaten worden. Dit houdt praktisch in dat er na het sorteren gecontroleerd wordt of de oogstkar daadwerkelijk leeg is. Dit kan beschreven worden in een werkinstructie (bijv. schoonmaakinstructie).
§
Procedure/werkinstructie en registratie glasbreuk; Bij glasbreuk wordt de locatie van glasbreuk gemarkeerd en geregistreerd gedurende een periode gelijk aan de periode van zetting tot aan oogst van de vrucht. De oogst van een oppervlakte van voldoende grootte rondom de plaats van glasbreuk wordt apart geïdentificeerd en gecontroleerd. Indien besloten wordt dat deze producten in de handel worden gebracht, wordt er een aparte partij- identificatiecode voor deze partij aangemaakt. Met deze code dient het risicovolle product op een later tijdstip effectief onderscheiden te kunnen worden van het gangbare product. Echter beter is dat het risicovolle product als afvalproduct gezien wordt. Let echter op, dat dit afvalproduct niet als diervoeder aangewend wordt.
§
Op hoger niveau dienen voor de oogst de volgende zaken geregeld te worden: Registratie partij-identificatiecode; Per datum, gewas en pad/rij wordt een unieke partij- identificatiecode aangemaakt. Dit kan heel eenvoudig door de oogstdatum als leidraad te gebruiken aangezien deze uniek is en deze te combineren is met andere gegevens, zodat een unieke code ontstaat.
§
Unieke codering oogstkar en visuele identificatie ervan; Het koppelen va n oogstkar aan de geoogste padnummers (rijen) en oogstmedewerker.
§
Registratie oogstmedewerker; De oogstmedewerker wordt gekoppeld aan oogstdatum, padnummers (rijen) en unieke code van de oogstkar.
§
Start leeg gemelde oogstkar; Bij wisseling van pad/rij wordt alleen gebruik gemaakt van leeg gemelde oogstkarren. Dit kan door visuele controle op de kar en hoeft dus niet afgetekend te worden (bijv. beschrijven in werkinstructie schoonmaak).
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 32
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
4. Sorteren, wegen en etiketteren en evt. naoogstbehandeling Tijdens he t sorteerproces (met wegen en etiketteren) is het van belang dat alle verzamelde informatie uit de voorgaande schakels behouden blijft op niveau van de handelseenheid (meestal is dit op doos/kist). Daarom zijn op basisniveau de volgende eisen gesteld: § Aanmaken lotnummers; Er wordt een lotnummer aangemaakt voor aanvang van het sorteren. Dit betekent dat per datum, sorteermaat, kwaliteitsklasse, gewas en teeltruimte wordt een uniek lotnummer aangemaakt en geregistreerd wordt. Dit kan de stickercodering zijn zoals gehanteerd door de veilingen met het telersnummer, datumcode, sorteermaat en gewas. Voor traceerbaarheid in navolging voor de opeenvolgende schakels is het beter om een nieuwe eenduidige code te maken of zelfs een barcode. Deze stickercodering is alleen dan uniek als deze naar de originele partij terug herleid kan worden en naar één oogstperceel. Dus als er op één oogstdatum geoogst is op twee percelen met hetzelfde ras en kwaliteitsklasse dan is onderstaande figuur 10 met kistkaart en sticker niet uniek.
Figuur 10 : Voorbeeld kistkaart met unieke combinatie van gegevens
§
Registratie van totale gewicht gekoppeld aan partij-identificatiecode/lotnummer; Er wordt geregistreerd wat het totale gewicht aan product is dat via één partijidentificatiecode/lotnummer wordt gewogen. Dan is in geval van calamiteit en recall de historie beter te achterhalen.
§
Registratie partij-identificatiecodes (oogst) met bijbehorende lotnummers; Er wordt iedere dag dat op het bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt gesorteerd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke partijidentificatiecode(s) -ontstaan bij oogst- de bijbehorende lotnummers - na sorteren- zijn ontstaan en het totale gewicht van het product dat bij de betreffende partijidentificatiecode/lotnummer hoort. Stel dat de teler op één dag oogst uit twee verschillende afdelingen en daardoor twee verschillende partij- identificatiecodes aangemaakt heeft (basisniveau). Dan mag de teler, alvorens te sorteren, beide partijen bij
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 33
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
elkaar voegen. Uit de samengevoegde partij worden dan bijvoorbeeld drie verschillende sorteermaten aangehouden. Aan het einde van de dag moet dan geregistreerd worden uit welke partij- identificatiecodes de verschillende lotnummers kunnen bestaan. Met andere woorden: samenvoegen van verschillende teeltruimtes is toegestaan, samenvoegen van verschillende oogstdata niet. De teeltruimtes kunnen dezelfde versheid van producten bevatten, en een grotere partij (grotere lots/batches) kan voordelig en eenvoudiger zijn richting de handel. Voorwaarde is dan wel dat de teelthistorie van beide teeltruimten hetzelfde is. Bij de verschillende oogstdata bestaat de kans dat de teelthistorie ook anders is. §
Registratie naoogstmiddel (advies kwaliteit/voedselveiligheid); De registratie houdt in de naam van het gewas, partij- identificatiecode, lotnummer, datum toepassing, commerciële naam, N-nummer, hoeveelheid toegepast en naam uitvoerende.
§
Etikettering; Het etiket, sticker of kistkaart wordt direct na het sorteren aangebracht en bevat minimaal de volgende gegevens: NAW-gegevens of telersnummer, klasse, gewicht, land van oorsprong, sortering (indien van toepassing), (“L”+ )partij-identificatiecode en indien van toepassing vermelding van: “dit product bevat geen ggo’s”.
Op hoger niveau zijn tijdens het sorteren (wegen en etiketteren) de volgende eisen gesteld: § Registratie partij-identificatiecodes (oogst) met bijbehorende lotnummers; Ook nu wordt er iedere dag dat op het bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt gesorteerd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke partij- identificatiecode(s) -ontstaan bij oogst- de bijbehorende lotnummers - na sorterenzijn ontstaan en het totale gewicht van het product dat bij de betreffende partijidentificatiecode/lotnummer hoort. Echter nu mogen er geen partijen samengevoegd worden. Stel dat de teler op één dag oogst uit twee verschillende afdelingen en daardoor twee verschillende partij- identificatiecodes aangemaakt heeft. Dan moet iedere afzonderlijke partij gesorteerd worden op bijvoorbeeld drie sorteermaten. Elk lotnummer dat nu ontstaat is gekoppeld aan één partij- identificatiecode. Met andere woorden: samenvoegen van verschillende teeltruimtes is niet toegestaan, evenals het samenvoegen van verschillende oogstdata niet toegestaan is. Ter verduidelijking; het zijn maatregelen om vermenging van verschillende partijen te voorkomen. Het is geen verplichting om het zo te doen, echter in geval van probleemopsporing en recall kan het gedetailleerd en efficiënter zijn. Het niet mogen samenvoegen is alleen nodig als de teeltmaatregelen tussen de ruimten verschillen of als bijvoorbeeld padnummers niet doorgenummerd zijn maar voor de ruimtes hetzelfde zijn. §
Registratie naoogstmiddel (advies kwaliteit/voedselveiligheid); De registratie naoogstmiddel op basisniveau wordt aangevuld met de reden van toepassing en veiligheidstermijn.
§
Etikettering; Naast de gegevens die op basisniveau weergegeven zijn op etiket, sticker of kistkaart, wordt in plaats van het toekennen van een (“L”+) partij- identificatiecode aan de afgesplitste partijen een (“L”+) lotnummer toegekend. Ten opzichte van het basisniveau worden de gesorteerde partijen niet meer samengevoegd.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 34
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
5. Opslag Hiervoor geldt op basisniveau dat de producten (handelseenheid) die nog niet geëtiketteerd zijn, wel een fysieke identificatie moeten bevatten. Dit ter voorkoming van vermenging van partijen en het verliezen van gegevens uit teelt-, oogst- en sorteerregistraties. Op hoger niveau is het van belang dat er een overzicht is van alle partij-identificatiecodes en lotnummers die in opslag staan om te worden verzonden. 6. Transport Op basisniveau voor het transport van de producten is het volgende een eis: § Partij-identificatiecodes toewijzen aan afleveradres; Het moet duidelijk zijn welke partij- identificatiecodes naar welke afnemer gaan. §
Gegevens op afleverbon; Op de afleverbon die meegaat met het product moeten de datum, NAW-gegevens van de teler, de partij- identificatiecode en hoeveelheid staan. De partij- identificatiecode van de geleverde partij(en) dienen bekend te zijn naar welke afnemer deze gaan voor de aantoonbaarheid aan wie welke partij geleverd is. Dit is onderdeel van het basisprincipe van traceerbaarheid.
§
Transporteursverklaring hygiëne (advies kwaliteit/voedselveiligheid); Er dient een transporteursverklaring gebruikt te worden in verband met het hygiënisch vervoeren van producten.
Op hoger niveau voor het transport van de producten dient het volgende gedaan te worden: § Gegevens op afleverbon; Op de afleverbon die meegaat met het product moeten, naast de gegevens die op basisniveau, de klasse en sortering (indien van toepassing) bevatten. §
Registratie schoonmelding vrachtauto (advies kwaliteit/voedselveiligheid); Om schoon en hygiënisch vervoer van producten te kunnen garanderen, dient er een registratie schoonmelding vrachtauto plaats te vinden.
4.3
Tracking & Tracing systeem teler vollegrond
Het voorbeeldsysteem voor een teler van vollegronds groenten en fruit komt grotendeels overeen met het beschreven systeem voor de glasteelt. Paragraaf 4.2 geldt daarom ook voor de vollegrondsteelten. Daarom wordt er in deze paragraaf alleen ingegaan op de verschillen tussen de vollegrond en glasteelt. De verschillen zijn: §
In de glasteelt wordt gesproken over teeltruimte, voor de vollegrond is dat perceel;
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 35
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
§
In de glasteelt kan veel informatie reeds op padniveau geregistreerd worden, terwijl dit in de vollegrond vaak niet mogelijk is. Indien echter op één perceel meerdere gewassen of rassen geteeld worden, dan zal er toch een onderscheid gemaakt moeten worden. Dit betekent dat perceelscodering niet voldoende is. Dan is het wellicht toch nodig om op rijniveau te registreren (of combinatie perceelscode en ras).
§
Tijdens teelt: bemesting is slechts in enkele gevallen (uitzondering) via A- en B-bakken, meestal volvelds. Registratie is daarom ook afwijkend van de glasteelt;
§
Tijdens teelt: in de vollegrond worden soms percelen ontsmet met chemicaliën. Dit moet ook geregistreerd worden;
§
Tijdens teelt: in de vollegrond is het van belang bij het in gebruik nemen van nieuwe percelen op de hoogte te zijn van activiteiten van voorgaande jaren. Daarom is perceelsgeschiedenis en bodembeheer een onderdeel van de richtlijnen voor vollegrond. In de glasteelt wordt voornamelijk op substraat geteeld en daar speelt dit meestal niet. Voor biologische glasteelt is dit wel van toepassing.
§
Tijdens oogst: het aanmaken van de partij-identificatiecode op perceelsniveau (basiseis) is voldoende voor de vollegrond (reeds hierboven beschreven).
§
Tijdens oogst: glasbreuk is alleen van toepassing indien het product in een schuur/verwerkingsruimte gebracht wordt. Op het perceel is er nauwelijks risico van glasbreuk. In glasteelt is de gehele teeltruimte uiteraard ook risicovol.
§
Tijdens sorteren: het aanmaken van lotnummer (basiseis) is gekoppeld aan zowel dagproductie als de gehanteerde sortering. Dagproductie omdat het niet wenselijk is om meerdere dagen samen te voegen tijdens het sorteren. Uitzonderingen hierop zijn mogelijk (zie onderstaand punt). Het voornaamste verschil met de glasteelt is dat het in de glasteelt vaak mogelijk is om op padniveau te registreren en hier ook het lotnummer op te baseren (hoger niveau).
§
Tijdens opslag (bewaren): op het moment dat er een bewaarproduct (bijvoorbeeld kool of fruit) geteeld wordt dan is het registreren van de perceelscode per silo/cel voldoende. Als het over versproducten gaat dan moet er op datum onderscheid gemaakt worden tussen partijen in de opslag. Voor een bewaarproduct maakt het vaak niet uit of er op dag 1 of dag 3 gesorteerd is. Met andere woorden is het voor bepaalde producten denkbaar dat de dageis (per datum registreren) minder strict te gehanteerd wordt. Op basis van risicobeoordeling kan een beslissing daarover genomen worden.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 36
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
4.4
Versie 2
Tracking & Tracing systeem handelsbedrijf
In deze paragraaf wordt het voorbeeldsysteem voor het handelsbedrijf (zowel voor binnen- als buitenland oftewel importeurs en exporteurs) beschreven. Het systeem gaat in op een set aan fysieke en administratieve maatregelen die gezamenlijk ervoor zorgen dat aan de gestelde richtlijnen wordt voldaan.
Per processtap van het handelsbedrijf worden hieronder de administratieve en fysieke maatregelen ten behoeve van tracking & tracing beschreven. De volledige richtlijnen zijn opgenomen in bijlage VI van dit boekje. Deze beschrijving begint met de ontvangst van groenten en fruit (GF) en eindigt met het transport van groenten en fruit naar de klant. De beschreven processen worden hieronder in figuur 11 weergegeven.
1. Ontvangst GF
2. Opslag 3. Order Picken 4. Transport
Figuur 11: Processen handel groenten en fruit 1. Ontvangst groenten en fruit
Van iedere binnenkomende partij groenten en fruit wordt de productsoort, de leverdatum en de hoeveelheid geregistreerd. Bovendien worden de NAW-gegevens van de leverancier geregistreerd. De combinatie van deze genoemde gegevens maakt de binnengekomen partij uniek. De partij zal ook als zodanig binnen het bedrijf fysiek herkend moeten worden. Daarom wordt voor de partij een unieke partij- identificatiecode gemaakt, waarmee de partij vervolgens geïdentificeerd kan worden. Deze unieke code dient gekoppeld te zijn aan de leverdatum van de partij en de NAW- gegevens van de leverancier. Het bedrijf kan zelf bepalen hoe de unieke partij- identificatiecode eruit ziet. De identificatiecode wordt op iedere pallet (of logistieke eenheid) van de binnenkomende partij bevestigd. Het overnemen van de code die door de leverancier is aangebracht is ook toegestaan, echter meestal niet praktisch hanteerbaar, omdat veel leveranciers eigen codes gebruiken. Dit kan belemmerend werken voor het handelsbedrijf in de eigen registratie.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 37
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Een voorbeeld van een unieke partij-identificatiecode is het artikelnummer van de partij te koppelen aan de datum van ontvangst (bijvoorbeeld de eerste binnengekomen partij Elstar appels met artikelnummer 345 die binnenkomt op 15 september 2002 krijgt als identificatiecode 345-1-150902. Dit is de code waarmee de partij binnen het bedrijf bekend staat. Deze code wordt voorts bij alle handelingen met die partij groenten en fruit vermeld (bijvoorbeeld in de leveringsadministratie, voorraadadministratie, enzovoorts). Als er dezelfde dag meerdere partijen van hetzelfde artikelnummer binnenkomen dan wordt achter het artikelnummer een opvolgend binnenkomstnummer gehanteerd (bijv de tweede partij Elstar appels met artikelnummer 345 die binnenkomt op 15 september 2002 krijgt als partijnummer 345-2-150902).
Aan alle partijen is een unieke partij- identificatiecode gekoppeld en aan deze code zal op basisniveau tenminste de volgende gege vens gekoppeld moeten worden: §
Unieke partij-identificatiecode; Zoals vermeld moet er een unieke partij- identificatiecode bij ontvangst van elke partij aangemaakt worden, zowel fysiek (op de werkvloer) als administratief. Deze is nodig voor het scheiden van producten op de werkvloer en effectief voorraadbeheer.
§
Soort en hoeveelheid groenten en fruit; Dit behelst een soort van voorraadpositie die reeds in veel bedrijven wordt bijgehouden om een effectief voorraadbeheer te kunnen uitvoeren. Voor het hier beschreven voorbeeldsysteem wordt een artikelcodering gehanteerd voor iedere partij groenten en fruit op basis van cijfers.
§
Eventueel (inkoop) contractnummer1 Door de partij te koppelen (op basis van het interne partijnummer) aan het inkoop contractnummer kunnen later de inkoopspecificaties en afspraken worden vergeleken met de fysieke levering. Aan het (inkoop) contractnummer zijn de inkoopspecificaties van de partij gekoppeld.
§
Registratie van controle op overeenkomst leverspecificaties met inkoopspecificaties (kwaliteit); Dit kan worden vastgelegd met een ja/nee antwoord, met eventueel een ruimte voor opmerkingen waarom niet of wel aan de specificaties wordt voldaan. De inkoopspecificaties zijn door middel van het (inkoop) contractnummer aan de partij gekoppeld.
§
Registratie en overnemen gegevens bij een eventuele partij die gelabeld is als ggo Indien het bekend is dat een partij ggo’s bevat, dient dit geregistreerd te worden door de betreffende partij- identificatiecode over te nemen.
§
Registratie van binnengekomen partijen groenten en fruit met afwijkingen; Verdachte partijen groenten en fruit worden bij ontvangst direct apart gehouden en fysiek herkenbaar als geblokkeerd gescheiden van andere partijen De geconstateerde afwijkingen worden geregistreerd (aan de hand van de interne partij- identificatiecode). De partij groenten en fruit wordt separaat opgeslagen en pas vrijgegeven als aangetoond is dat de partij in orde is. Bij het separeren van de partij wordt deze van
1
De adminis tratie van een (inkoop) contractnummer is niet opgenomen als richtlijn maar kan goed van pas komen om te controleren of de afgeleverde kwaliteit overeenkomt met de contract kwaliteit van een specifieke partij groente of fruit.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 38
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
een formulier voorzien met de reden va n blokkade. De reden voor deze maatregelen is dat het van belang is dat afwijkende partijen met goede partijen gemixt worden om snelle recall en probleemopsporing te kunnen garanderen. §
Registratie van NAW-gegevens transporteur; Evenals de NAW-gegevens va n de leverancier dienen de NAW- gegevens van de transporteur te worden geregistreerd.
§
Registratie externe retour partijen groenten en fruit; Van de externe retouren wordt een registratie bijgehouden van het soort groenten en fruit en hoeveelheid van de retour partij. De externe retour krijgt een nieuwe partijidentificatiecode (zie binnenkomende partij groenten en fruit) en deze code wordt gekoppeld aan de oorspronkelijke partij- informatie. Deze informatie wordt gekoppeld aan de voorraadadministratie.
§
Het toekennen van partij-identificatiecodes aan opslagplaats Het dient bekend te zijn waar de partijen in de opslag staan, dus koppelen van partijidentificatiecodes aan de opslagplaats.
Voor het hogere niveau dienen bovendien de volgende gegevens aan de partij identificatiecode te worden gekoppeld: §
Registratie van NAW-gegevens leverancier; Bij iedere partij worden de NAW-gegevens van de leverancier geadministreerd (is basiseis). Om veel dubbel werk te voorkomen in een handmatige administratie kan men ook werken met een leverancierscodelijst. Deze lijst bestaat uit de verschillende leveranciers van het bedrijf. Op deze wijze kan met minder moeite een snelle en accurate administratie van de ontvangen partijen worden gemaakt. In plaats van de totale NAW-gegevens van de leverancier kan worden volstaan met de unieke code van de leverancier (zie kader). Tevens wordt de partij-identificatiecode van de leverancier geregistreerd gekoppeld aan de partij- identificatiecode die de partij op het handelsbedrijf krijgt. De interne partij- identificatiecode wordt op iedere krat (of handelseenheid, bijvoorbeeld doos) aangebracht. Het is overigens ook mogelijk om aan te sluiten bij de EAN GLN code (elektronische communicatie om handelspartners te identificeren).
Een codelijst voor leveranciers In bijvoorbeeld een excel file (of acces of een relatiebeheerprogramma) worden de volledige leveranciersgegevens weergegeven (in dit voorbeeld slechts beperkte gegevens, dit kan naar wens worden uitgebreid): Naam Groothandel 't Appeltje Pearmasters
Adres Postbus 123 Postbus 22
Postcode Plaats 1234 AB Amsterdam 2345 CA Rotterdam
Contactpersoon Piet Doorzichtig Jan Transparant
Telefoonnummer Mobiel nummer Artikelen 020-1234567 06-12345678 Appels 030-7654321 06-87654321 Peren
Code S01 S02
Bij de ontvangst van de partij groenten en fruit kan worden volstaan met het noteren van de interne leverancierscode, bijvoorbeeld S01. Figuur 12: Een codelijst voor leveranciers
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 39
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
§
De gewasbeschermingsmiddelenadministratie van de partij groenten en fruit is opvraagbaar (advies kwaliteit/voedselveiligheid); Het handelsbedrijf heeft aantoonbare afspraken gemaakt met alle leveranciers over de opvraagbaarheid van de gewasbeschermingsmiddelen administratie van de geleverde partijen groenten en fruit. In specifieke voorkomende gevallen kan het handelsbedrijf vragen aan de leverancier deze administratie in te zien.
§
De identiteit (ggo ofwel non-ggo) van de partij groenten en fruit is opvraagbaar; Het handelsbedrijf heeft aantoonbare afspraken gemaakt met alle leveranciers over de opvraagbaarheid van de identiteit van de geleverde partijen. Op verzoek kan de leverancier een non- ggo certificaat laten zien.
§
Registratie van een voorraadbalans op basis van partij-identificatiecodes; Op het hogere niveau wordt een voorraadadministratie bijgehouden op basis van partij identificatiecodes in plaats van op artikelnummers (kan vrijwel alleen geautomatiseerd). Dit betekent dat de voorraadadministratie exacter aangeeft welke partijen van welke herkomst nog voorradig zijn of reeds uitgeleverd zijn. Dit bevordert de snelheid van tracering van partijen in geval van incidenten.
§
Het toekennen van partij-identificatiecodes aan opslagplaatsnummers Het dient bekend te zijn waar de partijen in de opslag staan, dus koppelen van partijidentificatiecodes aan de opslagplaatsnummers. Elke opslagplaats dient genummerd te zijn, bijv. per palletplaats.
2. Opslag groenten en fruit Alle koelcellen en opslagplaatsen krijgen een unieke code toegekend. Vervolgens wordt geregistreerd welke partijen groenten en fruit (op basis van partij-identificatiecode) zijn opgeslagen in een specifieke koelcel (basiseis) of palletplaats (hoger niveau). De gegevens worden op een zodanige wijze opgeslagen dat op eenvoudige wijze kan worden bekeken welke partijen op een bepaald moment, of in een bepaalde periode, in een bepaalde koelcel of palletplaats zijn opgeslagen. Van iedere koelcel vindt temperatuurmeting en registratie plaats (advies kwaliteit/voedselveiligheid). Op basis van de bovengenoemde registratie van welke partijen wanneer in welke koelcel opgeslagen zijn geweest, is op een later tijdstip na te gaan of de temperatuur in die periode in orde is geweest. Binnenkomende externe retouren worden herkenbaar geblokkeerd opgeslagen, fysiek gescheiden van andere partijen. Van een externe retour wordt de hoeveelheid, soort en leverancier geregistreerd (zie ontvangst groenten en fruit). Na beoordeling wordt de partij of afgekeurd of vrijgegeven voor verzending. 3. Order picken
De start van het order picken wordt administratief gecodeerd door het aanmaken van een nieuw uniek ordernummer voor elke nieuwe (samengestelde) order. Op basis van dit ordernummer wordt geregistreerd uit welke partijen en welke hoeveelheden groenten en fruit deze order bestaat. Dit gebeurt op basis van registratie van de partij- identificatiecodes.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 40
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Fysiek wordt de klaargemaakte partij voor verzending gecodeerd met een palletlabel (en leverbon) met het ordernummer op ieder te verzenden pallet. Dit ordernummer wordt administratief gekoppeld aan een afleveradres.
Figuur 13: Voorbeeld label voor handelseenheid
EAN.UCC LOGISTICS LABEL From EAN International rue Royale 145 B-1000 Brussels
To UNIFORM CODE COUNCIL 8136 Old Yankee Road Dayton, Ohio 45459 U.S.A.
SSCC
3 5412345 123456789 2 CONSIGNMENT
541234550127501
(4 0 1 )5 4 1 2 3 4 5 5 0 1 2 7 5 0 1
SHIP TO POST
840 45459
(4 2 1 )8 4 0 4 5 4 5 9
(0 0 )3 5 4 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 2
Figuur 14: Voorbeeld label voor logistieke eenheid
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 41
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Op hoger niveau dienen deelpartijen binnen een nieuwe order specifieker te worden gecodeerd. Indien in een order niet volledige partijen groenten en fruit (zoals binnengekomen en als zodanig gecodeerd) worden gebruikt, maar deelpartijen, dan zullen deze partijen administratief een lotnummer toegekend moeten krijgen. Gekoppeld aan dit lotnummer worden de volgende gegevens geregistreerd: § De originele interne partij- identificatiecode; § De hoeveelheid van de gesplitste partij. Op het palletlabel (en leverbon) wordt het ordernummer vermeld, maar ook de onderliggende partij- identificatiecodes en lotnummers waaruit die specifieke order is samengesteld. 4. Transport
Bij het verladen wordt geregistreerd welk ordernummer aan welk afleveradres wordt verzonden. Op basis van deze gegevens is in een later stadium exact na te gaan welke partijidentificatiecodes via welke ordernummers naar welke afleveradressen zijn gegaan. Bij de verzending wordt een afleverbon meegezonden waarop de NAW- gegevens van de klant/klantnummer staan vermeld en het betreffende ordernummer. Op basis van dit ordernummer is door het bedrijf altijd na te zoeken uit welke specifieke partijen en hoeveelheden de betreffende order is samengesteld. Op hoger niveau wordt op de afleverbon ook vermeld uit welke partij- identificatiecodes en lotnummers de order is samengesteld. Op hoger niveau is ook de historie van voorgaande ladingen van de vrachtauto bekend.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 42
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
4.5 Tracking & Tracing systeem kleinverpakker In deze paragraaf wordt het voorbeeldsysteem voor de kleinverpakker beschreven. Het systeem gaat in op een set aan fysieke en administratieve maatregelen die gezamenlijk ervoor zorgen dat aan de gestelde richtlijnen wordt voldaan.
Per processtap van het kleinverpakbedrijf worden hieronder de administratieve en fysieke maatregelen ten behoeve van Tracking & Tracing beschreven. De volledige richtlijnen zijn opgenomen in bijlage VII van dit boekje. Deze beschrijving begint met de ontvangst van groenten en fruit en eindigt met het transport van (verpakte) groenten en fruit naar de klant.
1. Ontvangst GF
2. Opslag
3. Sorteren
4. Samenvoegen
5. Verpakken / Etiketteren
6. Opslag kleinverpakking
7. Order Picken
8. Transport
Figuur 15: Processen kleinverpakker 1. Ontvangst groenten en fruit
Van iedere binnenkomende partij groenten en fruit wordt de productsoort, de leverdatum en de hoeveelheid geregistreerd. Bovendien worden de NAW-gegevens van de leverancier geregistreerd. De combinatie van deze genoemde gegevens maakt de binnengekomen partij uniek. De partij zal ook als zodanig binnen het bedrijf fysiek herkend moeten worden. Daarom wordt voor de partij een unieke partij- identificatiecode gemaakt, waarmee de partij vervolgens geïdentificeerd kan worden. Deze unieke code dient gekoppeld te zijn aan de leverdatum van de partij en de NAW- gegevens van de leverancier. Het bedrijf kan zelf bepalen hoe de unieke partij- identificatiecode eruit ziet. De identificatiecode wordt op iedere pallet (of logistieke eenheid) van de binnenkomende partij bevestigd. Het overnemen van de code die door de leverancier is aangebracht is ook toegestaan, echter meestal niet praktisch hanteerbaar, omdat veel leveranciers eigen codes gebruiken. Dit kan belemmerend werken voor het handelsbedrijf in de eigen registratie. Een voorbeeld van een unieke partij-identificatiecode is het artikelnummer van de partij te koppelen aan de datum van ontvangst (bijvoorbeeld de eerste binnengekomen partij Elstar appels met artikelnummer 345 die binnenkomt op 15 september 2002 krijgt als identificatiecode 345-1-150902. Deze code wordt voorts bij alle handelingen met die partij groenten en fruit vermeld (bijvoorbeeld in de leveringsadministratie, voorraadadministratie, enzovoorts). Als er dezelfde dag meerdere partijen van hetzelfde artikelnummer binnenkomen dan wordt achter het artikelnummer een opvolgend
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 43
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
binnenkomstnummer gehanteerd (bijv. de tweede partij Elstar appels met artikelnummer 345 die binnenkomt op 15 september 2002 krijgt als partijnummer 345-2-150902).
Aan alle partijen is een unieke partij- identificatiecode gekoppeld en aan deze code zullen op basisniveau tenminste de volgende gegevens gekoppeld moeten worden: §
Unieke partij-identificatiecode; Zoals vermeld moet er een unieke partij- identificatiecode bij ontvangst van elke partij aangemaakt worden, zowel fysiek (op de werkvloer) als administratief. Deze is nodig voor het scheiden van producten op de werkvloer en effectief voorraadbeheer.
§
Soort en hoeveelheid groenten en fruit; Dit behelst een soort van voorraadpositie die reeds in veel bedrijven wordt bijgehouden om een effectief voorraadbeheer te kunnen uitvoeren. Voor het hier beschreven voorbeeldsysteem wordt een artikelcodering gehanteerd voor iedere partij groenten en fruit op basis van cijfers.
§
Eventueel (inkoop) contractnummer1 Door de partij te koppelen (op basis van het interne partijnummer) aan het inkoop contractnummer kunnen later de inkoopspecificaties en afspraken worden vergeleken met de fysieke levering. Aan het (inkoop)contractnummer zijn de inkoopspecificaties van de partij gekoppeld.
§
Registratie van controle op overeenkomst leverspecificaties met inkoopspecificaties (kwaliteit); Dit kan worden vastgelegd met een ja/nee antwoord, met eventueel een ruimte voor opmerkingen waarom niet of wel aan de specificaties wordt voldaan. De inkoopspecificaties zijn door middel van het (inkoop) contractnummer aan de partij gekoppeld.
§
Registratie en overnemen gegevens bij een eventuele partij die gelabeld is als ggo Indien het bekend is dat een partij ggo’s bevat, dient dit geregistreerd te worden door de betreffende partij- identificatiecode over te nemen.
§
Registratie van binnengekomen partijen groenten en fruit met afwijkingen; Verdachte partijen groenten en fruit worden bij ontvangst direct apart gehouden en de geconstateerde afwijkingen worden geregistreerd (aan de hand van de interne partijidentificatiecode). De partij groenten en fruit wordt separaat opgeslagen en pas vrijgegeven als aangetoond is dat de partij in orde is. Bij het separeren van de partij wordt deze van een formulier voorzien met de reden van blokkade. De reden voor deze maatregelen is dat het van belang is dat afwijkende partijen met goede partijen gemixt worden om snelle recall en probleemopsporing te kunnen garanderen.
§
Registratie van NAW-gegevens transporteur; Evenals de NAW-gegevens van de leverancier dienen de NAW- gegevens van de transporteur te worden geregistreerd.
1
De administratie van een in koopcontractnummer is niet opgenomen als richtlijn maar kan goed van pas komen om te controleren of de afgeleverde kwaliteit overeenkomt met de contract kwaliteit van een specifieke partij groente of fruit.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 44
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
§
Registratie externe retour partijen groenten en fruit; Van de externe retouren wordt een registratie bijgehouden van het soort groenten en fruit en hoeveelheid van de retour partij. De externe retour krijgt een nieuwe partijidentificatiecode (zie binnenkomende partij groenten en fruit) en deze code wordt gekoppeld aan de oorspronkelijke partij- informatie. Deze informatie wordt gekoppeld aan de voorraadadministratie.
§
Het toekennen van partij-identificatiecodes aan opslagplaats Het dient bekend te zijn waar de partijen in de opslag staan, dus koppelen van partijidentificatiecodes aan de opslagplaats.
Voor het hogere niveau dienen bovendien de volgende gegevens aan de partij identificatiecode te worden gekoppeld: §
Registratie van NAW-gegevens leverancier; Bij iedere partij worden de NAW-gegevens van de leverancier geadministreerd (is basiseis). Om veel dubbel werk te voorkomen in een handmatige administratie kan men ook werken met een leverancierscodelijst. Deze lijst bestaat uit de verschillende leveranciers van het bedrijf. Op deze wijze kan met minder moeite een snelle en accurate administratie van de ontvangen partijen worden gemaakt. In plaats van de totale NAW-gegevens van de leverancier kan worden volstaan met de unieke code van de leverancier (zie kader). Tevens wordt de partij-identificatiecode van de leverancier geregistreerd gekoppeld aan de partij- identificatiecode die de partij op het handelsbedrijf krijgt. De interne partij identificatiecode wordt op iedere krat (of handelseenheid, bijvoorbeeld doos) aangebracht. Het is overige ns ook mogelijk om aan te sluiten bij de EAN GLN code (elektronische communicatie om handelspartners te identificeren).
Een codelijst voor leveranciers In bijvoorbeeld een excel file (of acces of een relatiebeheerprogramma) worden de volledige leveranciersgegevens weergegeven (in dit voorbeeld slechts beperkte gegevens, dit kan naar wens worden uitgebreid): Naam Groothandel 't Appeltje Pearmasters
Adres Postbus 123 Postbus 22
Postcode Plaats 1234 AB Amsterdam 2345 CA Rotterdam
Contactpersoon Piet Doorzichtig Jan Transparant
Telefoonnummer Mobiel nummer Artikelen 020-1234567 06-12345678 Appels 030-7654321 06-87654321 Peren
Code S01 S02
Bij de ontvangst van de partij AGF kan worden volstaan met het noteren van de interne leverancierscode, bijvoorbeeld S01. Figuur 16: Een codelijst voor leveranciers
§
De gewasbeschermingsmiddelenadministratie van de partij groenten en fruit is opvraagbaar (advies kwaliteit/voedselveiligheid); Het handelsbedrijf heeft aantoonbare afspraken gemaakt met alle leveranciers over de opvraagbaarheid van de gewasbeschermingsmiddelen administratie van de geleverde partijen groenten en fruit. In specifieke voorkomende gevallen kan het handelsbedrijf vragen aan de leverancier deze administratie in te zien.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 45
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
© Q-Point BV Januari 2003
Versie 2
Pagina 46
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
§
De identiteit (ggo ofwel non-ggo) van de partij groenten en fruit is opvraagbaar; Het handelsbedrijf heeft aantoonbare afspraken gemaakt met alle leveranciers over de opvraagbaarheid van de identiteit van de geleverde partijen. Op verzoek kan de leverancier een non- ggo certificaat laten zien.
§
Registratie van een voorraadbalans op basis van partij-identificatiecodes; Op het hogere niveau wordt een voorraadadministratie bijgehouden op basis van partij identificatiecodes in plaats van op artikelnummers (kan vrijwel alleen geautomatiseerd). Dit betekent dat de voorraadadministratie exacter aangeeft welke partijen van welke herkomst nog voorradig zijn of reeds uitgeleverd zijn. Dit bevordert de snelheid van tracering van partijen in geval van incidenten.
§
Het toekennen van partij-identificatiecodes aan opslagplaatsnummer Het dient bekend te zijn waar de partijen in de opslag staan, dus koppelen van partijidentificatiecodes aan het opslagplaatsnummer. Elke opslagplaats dient genummerd te zijn, bijv. per palletplaats.
2. Opslag groenten en fruit Alle koelcellen en opslagplaatsen krijgen een unieke code toegekend. Vervolgens wordt geregistreerd welke partijen groenten en fruit (op basis van partij-identificatiecode) zijn opgeslagen in een specifieke koelcel (basiseis) of palletplaats (hoger niveau). De gegevens worden op een zodanige wijze opgeslagen dat op eenvoudige wijze kan worden bekeken welke partijen op een bepaald moment, of in een bepaalde periode, in een bepaalde koelcel of palletplaats zijn opgeslagen. Van iedere koelcel vindt temperatuurmeting en registratie plaats (advies kwaliteit/voedselveiligheid). Op basis van de bovengenoemde registratie van welke partijen wanneer in welke koelcel opgeslagen zijn geweest, is op een later tijdstip na te gaan of de temperatuur in die periode in orde is geweest. Binnenkomende externe retouren worden herkenbaar geblokkeerd opgeslagen, fysiek gescheiden van andere partijen. Van een externe retour wordt de hoeveelheid, soort en leverancier geregistreerd (zie ontvangst groenten en fruit). Na beoordeling wordt de partij of afgekeurd of vrijgegeven voor verzending. 3.
Sorteren
Bij de start van het sorteerproces wordt een lotnummer aangemaakt voor de uitgesorteerde partij product. Dit lotnummer wordt gekoppeld aan de interne partij- identificatiecode (wat is toegekend bij de ontvangst van de partij groenten en fruit), de hoeveelheid van de partij, de sortering en het KCB-nummer, ofwel telersnummer. Dagelijks wordt op het bedrijf een registratie bijgehouden van het sorteerproces. Ook indien het bedrijf extern laat sorteren, dient het sorteerproces te worden geregistreerd. In de registratie dient bijgehouden te worden welke partijen product zijn gesorteerd (uit welke interne partij- identificatiecodes) en welke uitgesorteerde partijen product (lotnummers) daaruit zijn ontstaan. Bovendien dient het totaal gewicht van het specifieke lotnummer geregistreerd te worden.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 47
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Direct na het sorteren wordt een etiket/sticker/kistkaart in het fust / de doos gevoegd waarop minimaal het lotnummer en de datum van sorteren is vermeld.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 48
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Voorbeeldlijst sorteren Partij identificatiecode 345-1-150902 345-1-150902 345-1-150902
Lotnummer sorteren 345-150902-1.1 345-150902-1.2 345-150902-1.3
hoeveelheid
Sortering
630 kg 1400 kg 320 kg
70 mm 65 mm 55 mm
Telersnummer Kcb nummer Kcb 430 Kcb 430 Kcb 430
Figuur 17: Voorbeeldlijst sorteren 4.
Samenvoegen
Bij de start van het samenvoegproces (het samenvoegen van verschillende partijen product) wordt een lotnummer aangemaakt voor de samengevoegde partij product. Het samenvoegen van verschillende partijen is wel toegestaan om aan de eisen van de klant te kunnen voldoen. Dit maakt snelheid en efficiëntie bij een recall en probleemopsporing wel lastiger. Daarom is het wel verstandig om aan onderstaande maatregelen te voldoen. Het lotnummer wordt gekoppeld aan de interne partij- identificatiecode (wat is toegekend bij de ontvangst van de partij groenten en fruit) of het lotnummer van het sorteren en de hoeveelheid van de partij. Dagelijks wordt op het bedrijf een registratie bijgehouden van het samenvoegproces. Ook indien het bedrijf extern laat samenvoegen, dient het samenvoegen te worden geregistreerd. In de regis tratie dient bijgehouden te worden welke partijen product worden samengevoegd (uit welke interne partij identificatiecodes en welke lotnummers na het sorteren) en welke samengevoegde partijen product (lotnummers) daaruit zijn ontstaan. Bovendien dient het totaal gewicht van het specifieke lotnummer geregistreerd te worden. Direct na het samenvoegen wordt een etiket/sticker/kistkaart in het fust / de doos gevoegd waarop minimaal het lotnummer en de datum van sorteren is vermeld.
Voorbeeldlijst samenvoegen Partij-identificatiecode
Lotnummer sorteren 345-1-150902 345-150902-1.1 366-1-160902 214-1-120902 214-130902-1.3 Figuur 18: Voorbeeldlijst samenvoegen
hoeveelheid 30 kg 400 kg 290 kg
Lotnummer samenvoegen A23-160902-A
Het beschreven lotnummer bestaat uit een code voor soort product dat is ontstaan na samenvoegen (A23) + datum + versienummer op dag (er kunnen per dag meerdere batches van één product worden gemaakt, aangeduid met een letter in dit voorbeeld). 5.
Verpakken en etiketteren
Bij de start van het verpakken van een nieuwe artikelcode wordt een nieuwe verpakkingscode aangemaakt. Deze verpakkingscode refereert naar de verpakte partijen product middels de partij- identificatiecodes of de lotnummers van het sorteren en samenvoegen. Belangrijk is exact te weten welke partijen product verpakt worden. Van het verpakken wordt geregistreerd welke hoeveelheid product is verpakt onder dezelfde verpakkingscode. Bovendien houdt het bedrijf een lijst bij met gemaakte verpakkingscodes met de daarin verwerkte partijen product.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 49
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Op hoger niveau dient bij de overgang naar een andere partij identificatiecode of ander lotnummer ook een nieuwe verpakkingscode te worden gemaakt. Op hoger niveau worden dus nooit meerdere partijen van hetzelfde product in dezelfde verpakkingscode gebruikt. Direct na het verpakken wordt een etiket/sticker op de consumentenverpakking aangebracht met daarop vermeld de verpakkingscode. Het etiket moet de volgende gegevens te bevatten: § NAW-gegevens van de kleinverpakker (of een door een officiële dienst toegekend of erkend identificatiesymbool met de term “verpakker en/of verzender” of iets gelijkswaardigs dicht bij de code vermeld/KCB-nummer indien gewenst). § Klasse. § Gewicht. § Land van oorsprong. § Sortering (indien van toepassing). § (“L” +)verpakkingscode. De pallets met de producten worden direct na het verpakken voorzien van een palletlabel met minimaal de volgende gegevens: § NAW-gegevens van de kleinverpakker (of een door een officiële dienst toegekend of erkend identificatiesymbool met de term “verpakker en/of verzender” of iets gelijkswaardigs dicht bij de code vermeld/KCB-nummer indien gewenst). § (“L” +) verpakkingscode. § Aantal/hoeveelheid kleinverpakkingen. Indien op dezelfde pallet meerdere verpakkingscodes staan, wordt van iedere verpakkingscode een apart palletlabel op de pallet aangebracht. Op hoger niveau wordt bovendien op het palletlabel aangegeven uit welke partijidentificatiecodes en lotnummers de verpakkingscode is opgebouwd. 6.
Opslag kleinverpakkingen – gereed product
Alle koelcellen en opslagplaatsen krijgen een unieke code toegekend. Vervolgens wordt geregistreerd welke partijen gereed product (op basis van partij- identificatiecode of verpakkingscode) zijn opgeslagen in een specifieke koelcel (basiseis) of palletplaats (hoger niveau). De gegevens worden op een zodanige wijze opgeslagen dat op eenvoudige wijze kan worden bekeken welke partijen op een bepaald moment, of in een bepaalde periode, in een bepaalde koelcel of palletplaats zijn opgeslagen. Van iedere koelcel vindt temperatuurmeting en registratie plaats. Op basis van de bovengenoemde registratie van welke partijen wanneer in welke koelcel opgeslagen zijn geweest, is op een later tijdstip na te gaan of de temperatuur in die periode in orde is geweest. 7.
Order picken
De start van het order picken wordt administratief gecodeerd door het aanmaken van een nieuw uniek ordernummer voor elke nieuwe (samengestelde) order. Op basis van dit ordernummer wordt geregistreerd uit welke partijen (verpakkingscodes) en welke hoeveelheden groenten en fruit deze order bestaat. Dit gebeurt op basis van registratie van de partij verpakkingscodes.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 50
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Fysiek wordt de klaargemaakte partij voor verzending gecodeerd met een palletlabel (en leverbon) met het ordernummer op iedere te verzenden pallet. Dit ordernummer wordt administratief gekoppeld aan een afleveradres. 8.
Transport
Bij het verladen wordt geregistreerd welk ordernummer aan welk afleveradres wordt verzonden. Bovendien wordt het kenteken van de vrachtauto geregistreerd, gekoppeld aan het ordernummer. Op basis van deze gegevens is in een later stadium exact na te gaan welke ordernummers naar welke afleveradressen zijn gegaan. Bij de verzending wordt een afleverbon meegezonden waarop de NAW- gegevens van de klant/klantnummer staan vermeld en he t betreffende ordernummer. Op basis van dit ordernummer is door het bedrijf altijd na te zoeken uit welke specifieke partijen en hoeveelheden de betreffende order is samengesteld. Op hoger niveau wordt op de afleverbon ook vermeld uit welke partij identificatiecodes en lotnummers de order is samengesteld. Op hoger niveau zijn ook de historie van voorgaande ladingen van de vrachtauto bekend.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 51
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
4.6
Versie 2
Tracking & tracing systeem snijderij
In deze paragraaf wordt het voorbeeldsysteem voor de groentesnijderij beschreven. Het systeem gaat in op een set aan fysieke en administratieve maatregelen die gezamenlijk ervoor zorgen dat aan de gestelde richtlijnen wordt voldaan.
Per processtap van ontvangst van groenten en fruit of gesneden groenten en fruit tot en met het transport worden beschrijvingen van de richtlijnen gegeven. De volledige richtlijnen zijn opgenomen in bijlage VIII van dit boekje. Naast de algemene eisen die aan de traceerbaarheids- systemen zijn gesteld in andere schakels van de keten kunnen nog enkele aanvullende algemene eisen voor het traceerbaarheidssysteem van de snijderij worden genoemd. De groentesnijderij verwerkt de aangeleverde groenten en fruit op industriële wijze tot een hoogwaardig eindproduct. Door het snijproces verliest het product doorgaans haar natuurlijke bescherming tegen bederf door micro-organismen. Doorgaans zijn de risico’s op vermenging van partijen in en groentesnijderij hoger als in bijvoorbeeld een kleinverpakkingsinrichting. Om het gevaar van vermenging van partijen -en daarmee het verloren gaan van traceerbaarheid- te beperken dienen er maatregelen te worden genomen, opdat onbedoelde vermenging van partijen wordt voorkomen. Productiemiddelen die goed schoon te maken zijn en gemakkelijk leeg gedraaid kunnen worden vormen hiervan een voorbeeld. Het coderen van bedrijfsruimten vormt in de snijderij een belangrijk aandachtspunt. Niet alleen de bedrijfsruimten, maar ook productiemiddelen worden gecodeerd. Hierdoor wordt het mogelijk om de routes die een product door de fabriek aflegt te volgen. Dit betekent dat van een specifieke partij gesneden groenten en fruit met zekerheid moet kunnen worden vastgesteld in welke transportbaden het product is vervoerd, over welke snijlijn de partij gesneden is enzovoorts. Anders dan in een kleinverpakinrichting wordt in de snijderij vaak meer automatisch gewerkt. Dit heeft tot gevolg dat ook meer onderhoud aan de machines wordt gepleegd. Om te voldoen aan de vrijwillige richtlijnen moet het onderhoud worden geregistreerd. Op deze registratie wordt vermeld waaraan het onderhoud is gepleegd, het soort onderhoud (preventief of herstelwerkzaamheden) door wie, wanneer en de onderdelen die men heeft vervangen. Indien er in het productieproces een herbewerking plaatsvindt, wordt dit tevens geregistreerd.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 52
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
1a. Ontvangst GF
1b. Ontvangst gesneden GF
2. Opslag
3. Sorteren
Versie 2
4.Wassen/ schonen
5. Snijden
6.Wassen/ schonen
7. Samenvoegen
8. Verpakken / Etiketteren
9. Opslag kleinverpakking
10. Order Picken
11. Transport
Figuur 19: Processen snijderij
Voor de in figuur 19 beschreven activiteiten geldt dat deze kunnen voorkomen op de snijderij, het is echter niet noodzakelijk. Indien er bijvoorbeeld niet wordt gesorteerd op het bedrijf is het gedeelte van de richtlijnen die onder sorteren staat beschreven niet van toepassing. 1.a/ 1.b Ontvangst (gesneden) groenten en fruit
Afhankelijk van het soort bedrijf kunnen sommige activiteiten worden uitbesteed. Indien de groenten reeds geschoond of gesneden aankomen op het bedrijf gelden dezelfde richtlijnen als voor de normale grondstofstromen. Van iedere binnenkomende partij groenten en fruit wordt de productsoort, de leverdatum en de hoeveelheid geregistreerd. Bovendien worden de NAW-gegevens van de leverancier geregistreerd. De combinatie van deze genoemde gegevens maakt de binnengekomen partij uniek. De partij zal ook als zodanig binnen het bedrijf fysiek herkend moeten worden. Daarom wordt voor de partij een unieke partij- identificatiecode gema akt, waarmee de partij vervolgens geïdentificeerd kan worden. Deze unieke code dient gekoppeld te zijn aan de leverdatum van de partij en de NAW- gegevens van de leverancier. Het bedrijf kan zelf bepalen hoe de unieke partij- identificatiecode eruit ziet. De identificatiecode wordt op iedere pallet van de binnenkomende partij bevestigd. Het overnemen van de code die door de leverancier is aangebracht is ook toegestaan, echter meestal niet praktisch hanteerbaar omdat veel leveranciers eigen codes gebruiken. Dit kan belemmerend werken voor het handelsbedrijf in de eigen registratie. Een voorbeeld van een unieke partij identificatiecode is het artikelnummer van de partij te koppelen aan de datum van ontvangst (bijv. de eerste binnengekomen partij ijsbergsla met artikelnummer 345 die binnenkomt op 15 september 2002 krijgt als identificatiecode 345-1-150902. Deze code wordt voorts bij alle handelingen met die partij AGF vermeld (bijvoorbeeld in de leveringsadministratie, voorraadadministratie, enzovoorts). Als er dezelfde dag meerdere partijen van hetzelfde artikelnummer binnenkomen dan wordt achter het artikelnummer een opvolgend binnenkomstnummer gehanteerd (bijv. de tweede partij ijsbergsla met artikelnummer 345 die binnenkomt op 15 september 2002 krijgt als partijnummer 345-2-150902).
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 53
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Aan alle partijen is een unieke partij- identificatiecode gekoppeld en aan deze code zullen op basisniveau tenminste de volgende gegevens gekoppeld moeten worden: §
Unieke partij-identificatiecode; Zoals vermeld moet er een unieke partij- identificatiecode bij ontvangst van elke partij aangemaakt worden, zowel fysiek (op de werkvloer) als administratief. Deze is nodig voor het scheiden van producten op de werkvloer en effectief voorraadbeheer.
§
Soort en hoeveelheid groenten en fruit; Dit behelst een soort van voorraad positie die reeds in veel bedrijven wordt bijgehouden om een effectief voorraadbeheer te kunnen uitvoeren. Voor het hier beschreven voorbeeldsysteem wordt een artikelcodering gehanteerd voor iedere partij groenten en fruit op basis van cijfers.
§
Eventueel (inkoop) contractnummer1 Door de partij te koppelen (op basis van het interne partijnummer) aan het inkoopcontractnummer kunnen later de inkoopspecificaties en afspraken worden vergeleken met de fysieke levering. Aan het inkoopcontractnummer zijn de inkoopspecificaties van de partij gekoppeld.
§
Registratie van controle op overeenkomst leverspecificaties met inkoopspecificaties (kwaliteit); Dit kan worden vastgelegd met een ja/nee antwoord, met eventueel een ruimte voor opmerkingen waarom niet of wel aan de specificaties wordt voldaan. De inkoopspecificaties zijn door middel van het inkoopcontractnummer aan de partij gekoppeld.
§
Registratie en overnemen gegevens bij een eventuele partij die gelabeld is als ggo; Indien het bekend is dat een partij ggo’s bevat, dient dit geregistreerd te worden door de betreffende partij- identificatiecode over te nemen.
§
Registratie van binnengekomen partijen groenten en fruit met afwijkingen; Verdachte partijen groenten en fruit worden bij ontvangst direct apart gehouden en de geconstateerde afwijkingen worden geregistreerd (aan de hand van de interne partij identificatiecode). De partij groenten en fruit wordt separaat opgeslagen en pas vrijgegeven als aangetoond is dat de partij in orde is. Bij het separeren van de partij wordt deze van een formulier voorzien met de reden van blokkade. De rede voor deze maatregelen is dat het van belang is dat afwijkende partijen met goede partijen gemixt worden om snelle recall en probleemopsporing te kunnen garanderen.
§
Registratie van NAW-gegevens transporteur; Evenals de NAW-gegevens van de leverancier dienen de NAW- gegevens van de transporteur te worden geregistreerd.
§
Registratie externe retour partijen groenten en fruit;
1
De administratie van een inkoopcontractnummer is niet opgenomen als richtlijn maar kan goed van pas komen om te controleren of de afgeleverde kwaliteit overeenkomt met de contract kwaliteit van een specifieke partij groente of fruit.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 54
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Van de externe retouren wordt een registratie bijgehouden van het soort groenten en fruit en hoeveelheid van de retour partij. De externe retour krijgt een nieuwe partijidentificatiecode (zie binnenkomende partij groenten en fruit) en deze code wordt gekoppeld aan de oorspronkelijke partij- informatie. Deze informatie wordt gekoppeld aan de voorraadadministratie. Voor het hogere niveau dienen bovendien de volgende gegevens aan de partij identificatiecode te worden gekoppeld: §
Registratie van NAW-gegevens leverancier; Bij iedere partij worden de NAW-gegevens van de leverancier geadministreerd (is basiseis). Om veel dubbel werk te voorkomen in een handmatige administratie kan men ook werken met een leverancierscodelijst. Deze lijst bestaat uit de verschillende leveranciers van het bedrijf. Op deze wijze kan met minder moeite een snelle en accurate administratie van de ontvangen partijen worden gemaakt. In plaats van de totale NAW-gegevens van de leverancier kan worden volstaan met de unieke code van de leverancier (zie kader). Tevens wordt de partij-identificatiecode van de leverancier geregistreerd gekoppeld aan de partij- identificatiecode die de partij op het handelsbedrijf krijgt. De interne partij- identificatiecode wordt op iedere krat (of handelseenheid, bijvoorbeeld doos) aangebracht. Het is overigens ook mogelijk om aan te sluiten bij de EAN GLN code (elektronische communicatie om handelspartners te identificeren).
Een codelijst voor leveranciers In bijvoorbeeld een excel file (of acces of een relatiebeheerprogramma) worden de volledige leveranciersgegevens weergegeven (in dit voorbeeld slechts beperkte gegevens, dit kan naar wens worden uitgebreid): Naam Groothandel 't Appeltje Pearmaster s
Adres Postbus 123 Postbus 22
Postcode Plaats 1234 AB Amsterdam 2345 CA Rotterdam
Contactpersoo n Piet Doorzichtig Jan Transparant
Telefoonnumme Mobiel r 020nummer 061234567 12345678 030067654321 87654321
Artikelen Appels Peren
Code S01 S02
Bij de ontvangst van de partij groenten en fruit kan worden volstaan met het noteren van de interne leverancierscode, bijvoorbeeld S01. Figuur 20: Een codelijst voor leveranciers
§
De gewasbeschermingsmiddelenadministratie van de partij groenten en fruit is opvraagbaar; Het handelsbedrijf heeft aantoonbare afspraken gemaakt met alle leveranciers over de opvraagbaarheid van de gewasbeschermingsmiddelen administratie van de geleverde partijen groenten en fruit. In specifieke voorkomende gevallen kan het handelsbedrijf vragen aan de leverancier deze administratie in te zien.
§
De identiteit (ggo ofwel non-ggo) van de partij groenten en fruit is opvraagbaar; Het handelsbedrijf heeft aantoonbare afspraken gemaakt met alle leveranciers over de opvraagbaarheid van de identiteit van de geleverde partijen. Op verzoek kan de leverancier een non- ggo certificaat laten zien.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 55
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
§
Versie 2
Registratie van een voorraadbalans op basis van partij-identificatiecodes; Op het hogere niveau wordt een voorraadadministratie bijgehouden op basis van partij identificatiecodes in plaats van op artikelnummers (kan vrijwel alleen geautomatiseerd worden). Dit betekent dat de voorraadadministratie exacter aangeeft welke partijen van welke herkomst nog voorradig zijn of reeds uitgeleverd zijn. Dit bevordert de snelheid van tracering van partijen in geval van incidenten.
2. Opslag groenten en fruit Alle koelcellen en opslagplaatsen krijgen een unieke code toegekend. Vervolgens wordt geregistreerd welke partijen groenten en fruit (op basis van partij-identificatiecode) zijn opgeslagen in een specifieke koelcel (basiseis) of palletplaats (hoger niveau). De gegevens worden op een zodanige wijze opgeslagen dat op eenvoudige wijze kan worden bekeken welke partijen op een bepaald moment, of in een bepaalde periode, in een bepaalde koelcel of palletplaats zijn opgeslagen. Van iedere koelcel vindt temperatuurmeting en registratie plaats (advies kwaliteit/voedselveiligheid). Op basis van de bovengenoemde registratie van welke partijen wanneer in welke koelcel opgeslagen zijn geweest, is op een later tijdstip na te gaan of de temperatuur in die periode in orde is geweest. Binnenkomende externe retouren worden herkenbaar geblokkeerd opgeslagen en fysiek gescheiden van andere partijen. Van een externe retour wordt de hoeveelheid, soort en leverancier geregistreerd (zie ontvangst groenten en fruit). 3.
Sorteren
Bij de start van het sorteerproces wordt een lotnummer aangemaakt voor de uitgesorteerde partij product. Dit lotnummer wordt gekoppeld aan de interne partij- identificatiecode (wat is toegekend bij de ontvangst van de partij groenten en fruit), de hoeveelheid van de partij, de sortering en het KCB-nummer ofwel telersnummer (let op bij importproducten dat ook hier de geleverde gegevens van overgenomen worden indien er geen uniek nummer gebruikt wordt). Dagelijks wordt op het bedrijf een registratie bijgehouden van het sorteerproces. Ook indien het bedrijf extern laat sorteren, dient het sorteerproces te worden geregistreerd. In de registratie dient bijgehouden te worden welke partijen product zijn gesorteerd (uit welke interne partij identificatiecodes) en welke uitgesorteerde partijen product (lotnummers) daaruit zijn ontstaan. Bovendien dient het totaal gewicht van het specifieke lotnummer geregistreerd te worden. Direct na het sorteren wordt een etiket/sticker/kistkaart in het fust/doos gevoegd waarop minimaal het lotnummer en de datum van sorteren is vermeld.
Voorbeeldlijst sorteren Wat Prei Prei
Partij identificatiecode 355-1-150902 355-1-150902
Lotnummer sorteren 345-150902-1.1 345-150902-1.2
Hoeveelheid
Sortering
630 kg 1400 kg
Klasse 1 Klasse 2
Telersnummer Kcb nummer Kcb 430 Kcb 430
Figuur 21: Voorbeeldlijst sorteren
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 56
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
4.
Versie 2
Wassen/schonen
Voor het proces van wassen wordt geregistreerd op welke lijn dit gebeurt door de interne partij- identificatiecode en waar van toepassing bijbehorende lotnummers te koppelen aan de plaats waar het wordt gewassen. Indien gebruik wordt gemaakt van een waterbad of als het waswater meerdere malen wordt gebruikt zonder te worden ontsmet na ieder gebruik wordt geregistreerd in welke periode het waterbad of het gerecyclede water is toegepast op de betreffende lijn. Er dient tussen de batches in leegmelding plaats te vinden (registratie tijdstip), en als dit niet gebeurt dan moeten er telkens nieuwe codes aangemaakt worden. Optie is om tijdstip wassen te koppelen aan partij-identificatiecodes en tijdstip leegmelding. Zodra een partij is gewassen wordt de lijn (in alle voorkomende gevallen, bijvoorbeeld bad, band of goot) leeg gemeld. Een medewerker stelt vast na visuele inspectie of de lijn leeg is. Het waswater wordt ververst of geschoond en ontsmet op basis van een bedrijfseigen risicoinventarisatie. Hiertoe worden de mogelijke risico’s op contaminatie van product door doorgifte via water geïnventariseerd. 5.
Snijden
Van het snijproces wordt alleen aangegeven welke partij op welke snijlijn is verwerkt. Dit wordt weer gedaan door de partij- identificatiecode te koppelen aan de unieke code van de snijlijn. Een medewerker stelt vast na visuele inspectie of de lijn leeg is en registreert vervolgens zijn bevindingen. 6. Wassen Voor het proces van wassen wordt geregistreerd op welke lijn dit gebeurt door de interne partij identificatiecode en waar van toepassing bijbehorende lotnummers te koppelen aan de plaats waar het wordt gewassen. Indien gebruik wordt gemaakt van een waterbad of als het waswater meerdere malen wordt gebruikt zonder te worden ontsmet na ieder gebruik wordt geregistreerd in welke periode het waterbad of het ge recyclede water is toegepast op de betreffende lijn. Er dient tussen de batches in leegmelding plaats te vinden (registratie tijdstip), en als dit niet gebeurt dan moeten er telkens nieuwe codes aangemaakt worden. Optie is om tijdstip wassen te koppelen aan partij-identificatiecodes en tijdstip leegmelding. Zodra een partij is gewassen wordt de lijn (in alle voorkomende gevallen, bijvoorbeeld bad, band of goot) leeg gemeld. Een medewerker stelt vast na visuele inspectie of de lijn leeg is. Het waswater wordt ververst of geschoond en ontsmet op basis van een bedrijfseigen risicoinventarisatie. Hiertoe worden de mogelijke risico’s op contaminatie van product door doorgifte via water geïnventariseerd. 7.
Samenvoegen/mengen
Bij de start van het samenvoegproces (het samenvoegen van verschillende partijen product) wordt een lotnummer aangemaakt voor de samengevoegde partij product. Het samenvoegen van verschillende partijen is wel toegestaan om aan de eisen van de klant te kunnen voldoen. Dit maakt snelheid en efficiëntie bij een recall en probleemopsporing wel lastiger. Daarom is het wel verstandig om aan onderstaande maatregelen te voldoen. Het lotnummer wordt gekoppeld aan de interne partij identificatiecode (wat is toegekend bij de ontvangt van de partij groenten en fruit) of het lotnummer van het sorteren en de hoeveelheid van de partij.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 57
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Dagelijks wordt op het bedrijf een registratie bijgehouden van het samenvoegproces. Ook indien het bedrijf extern laat samenvoegen, dient het samenvoegen te worden geregistreerd. In de registratie dient bijgehouden te worden welke partijen product worden samengevoegd (uit welke interne partij identificatiecodes en welke lotnummers na het sorteren) en welke samengevoegde partijen product (lotnummers) daaruit zijn ontstaan. Bovendien dient het totaal gewicht van het specifieke lotnummer geregistreerd te worden. Indien na het samenvoegen direct verpakt wordt zonder dat het product in een tussenopslag (bijvoorbeeld een kist) terecht komt, wordt aan de verpakkingslijn een etiket aangebracht. Indien het verpakken niet direct plaats vindt wordt een etiket/sticker bij het product gevoegd waarop minimaal het lotnummer en de datum vermeld staan.
Voorbeeldlijst samenvoegen Partij identificatiecode
Lotnummer sorteren 345-1-150902 345-150902-1.1 366-1-160902 214-1-120902 214-130902-1.3 Figuur 22: Voorbeeldlijst samenvoegen
Hoeveelheid 30 kg 400 kg 290 kg
Lotnummer samenvoegen A23-160902-A
Het beschreven lotnummer bestaat uit een code voor soort product dat is ontstaan na samenvoege n (A23) + datum + versienummer op dag (er kunnen per dag meerdere batches van één product worden gemaakt, aangeduid met een letter in dit voorbeeld). 8.
Verpakken en etiketteren
Bij de start van het verpakken van een nieuwe artikelcode wordt een nieuwe verpakkingscode aangemaakt. Deze verpakkingscode verwijst naar de verpakte partijen product middels de partij- identificatiecodes of de lotnummers van het snijden of samenvoegen. Belangrijk is exact te weten welke partijen product verpakt worden. Van het verpakken wordt geregistreerd welke hoeveelheid product is verpakt onder dezelfde verpakkingscode. Bovendien houdt het bedrijf een lijst bij met gemaakte verpakkingscodes met de daarin verwerkte partijen product. Op hoger niveau dient bij de overgang naar een andere partij identificatiecode of ander lotnummer ook een nieuwe verpakkingscode te worden gemaakt. Op hoger niveau worden dus nooit meerdere partijen van hetzelfde product in dezelfde verpakkingscode gebruikt. Direct na het verpakken wordt een etiket/sticker op de consumentenverpakking aangebracht met daarop vermeld de verpakkingscode. Het etiket moet minimaal de volgende gegevens te bevatten: § NAW-gegevens van de snijderij § Klasse § Gewicht § Land van oorsprong § Sortering (indien van toepassing) § (“L” +) verpakkingscode De pallets met de producten worden direct na het verpakken voorzien van een palletlabel met minimaal de volgende gegevens: § NAW-gegevens van de snijderij § Product § (“L” +) verpakkingscode © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 58
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
§
Versie 2
Aantal/hoeveelheid (klein)verpakkingen
Indien op dezelfde pallet meerdere verpakkingscodes staan, wordt van iedere verpakkingscode een apart palletlabel op de pallet aangebracht. Op hoger niveau wordt bovendien op het palletlabel aangegeven uit welke partijidentificatiecodes en lotnummers de verpakkingscode is opgebouwd. 9.
Opslag kleinverpakkingen – gereed product
Alle koelcellen en opslagplaatsen krijgen een unieke code toegekend. Vervolgens wordt geregistreerd welke partijen gereed product (op basis van verpakkingscode) zijn opgeslagen in een specifieke koelcel (basiseis) of palletplaats (hoger niveau). De gegevens worden op een zodanige wijze opgeslagen dat op eenvoudige wijze kan worden bekeken welke partijen op een bepaald moment, of in een bepaalde periode, in een bepaalde koelcel of palletplaats zijn opgeslage n. Van iedere koelcel vindt temperatuurmeting en –registratie plaats. Op basis van de bovengenoemde registratie van welke partijen wanneer in welke koelcel opgeslagen zijn geweest, is op een later tijdstip na te gaan of de temperatuur in die periode in orde is geweest. 10. Order picken
De start van het order picken wordt administratief gecodeerd door het aanmaken van een nieuw uniek ordernummer voor elke nieuwe (samengestelde) order. Op basis van dit ordernummer wordt geregistreerd uit welke partijen (verpakkingscodes) en welke hoeveelheden groenten en fruit deze order bestaat. Dit gebeurt op basis van registratie van de partij verpakkingscodes. Fysiek wordt de klaargemaakte partij voor verzending gecodeerd met een palletlabel (en leverbon) met het ordernummer op iedere te verzenden pallet. Dit ondernummer wordt administratief gekoppeld aan een afleveradres. 11. Transport
Bij het verladen wordt geregistreerd welk ordernummer aan welk afleveradres wordt verzonden. Bovendien wordt het kenteken van de vrachtauto geregistreerd en gekoppeld aan het ordernummer. Op basis van deze gegevens is in een later stadium exact na te gaan welke ordernummers naar welke afleveradressen zijn gegaan. Bij de verzending wordt een afleverbon meegezonden waarop de NAW- gegevens van de klant/klantnummer staan vermeld en het betreffende ordernummer. Op basis van dit ordernummer is door het bedrijf altijd na te zoeken uit welke specifieke partijen en hoeveelheden de betreffende order is samengesteld. Op hoger niveau wordt op de afleverbon ook vermeld uit welke partij identificatiecodes en lotnummers de order is samengesteld. Op hoger niveau zijn ook de historie van voorgaande ladingen van de vrachtauto bekend.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 59
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
4.7
Versie 2
Tracking & tracing systeem distributiecentrum
De richtlijnen voor traceerbaarheid in het distributiecentrum (DC) hebben zeer veel overeenkomsten met de richtlijnen voor de groenten- en fruithandelaar. Dat is niet vreemd als men ziet dat processen die op hoofdlijnen plaatsvinden bij handel vrijwel identiek zijn aan die van het DC. Het hieronder beschreven voorbeeldsysteem is echter anders beschreven in een meer geautomatiseerde variant. De keuze hiervoor ligt voor de hand; over het algemeen zijn de stromen goederen in een distributiecentrum veel groter dan bij de groenten- en fruithandelaar waardoor het gebruik van automatische identificatie en software systemen voor de afhandeling van de goederenstroom logisch lijkt. In de figuur hieronder worden de processen op hoofdlijnen voor het distributiecentrum beschreven.
1. Ontvangst goederen
2. Opslag
3. Order Picken
4. Transport
Figuur 23: Processen distributiecentrum
Het voorbeeldsysteem wordt beschreven door middel van het gebruik van de combinatie van barcodes op basis van de afspraken die gemaakt zijn in het kader van het fresh produce traceability project 1 , rf-dc en een warehouse management pakket. Omdat deze terminologie niet voor iedereen als bekend wordt verondersteld worden de termen kort toegelicht in bijlage III. In het beschreven voorbeeldsysteem wordt dus niet meer met papier gewerkt maar wordt alles geautomatiseerd verwerkt. De enige handmatige acties zijn het plakken van een palletnummer/barcode bij binnenkomst en het plakken van een verzendcode alvorens de producten verladen worden voor transport. 1. Ontvangst groenten en fruit
Bij binnenkomst wordt eerst een barcode geplakt op de logistieke eenheden die binnen komen. Indien mogelijk gebruik maken van standaard labelcodes op de ontvangen pallets met bijvoorbeeld een EAN- label met GTIN (wereldwijde unieke artikelcode) en SSCC 1
De zogenaamde FPT-guidelines zijn opgesteld door EAN international en UCC in samenwerking met het Euro Handels Institute (EHI) European Association of presh produce importers (CIMO), Euro retailers Produce Working Group (EUREP), European Union of the Fruit and Vegetable Wholesale, Import and Export Trade (EUCOFEL) en de Southern Hemisphere Association of Fresh Fruit Exporters (SHAFFE).
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 60
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
(wereldwijde unieke code voor verzendeenheid, bijvoorbeeld pallet). In het automatiseringssysteem wordt van iedere binnenkomende partij groenten en fruit de productsoort, de leverdatum, hoeveelheid en de NAW-gegevens van de leverancier geregistreerd. Deze worden gekoppeld aan de cijfercode die op de barcode staat. De aangebrachte barcode vormt een cijfercombinatie die maar een keer per jaar voor kan komen in het distributiecentrum. Hierdoor is de code uniek en daarmee het herkennen van de partij ook. Een voorbeeld van een barcode die kan worden gebruikt is te zien in onderstaande afbeelding.
Figuur 24: Barcode voor intern gebruik in het distributiecentrum
Aan alle partijen is een unieke partij- identificatiecode gekoppeld en aan deze code zullen op basisniveau tenminste de volgende gegevens gekoppeld moeten worden: §
Unieke partij-identificatiecode; Zoals vermeld moet er een unieke partij- identificatiecode, in dit geval een barcode, bij ontvangst van elke partij aangemaakt worden, zowel fysiek (op de werkvloer) als administratief. Deze is nodig voor het scheiden van producten op de werkvloer en effectief voorraadbeheer.
§
Soort en hoeveelheid groenten en fruit; Dit behelst een soort van voorraadpositie welke standaard in alle warehouse management systemen (WMS) zijn opgenomen. Voor iedere soort groenten en fruit wordt een artikelnummer aangemaakt waaronder de gegevens worden opgeslagen.
§
Eventueel (inkoop) contractnummer1 Door de partij te koppelen (op basis van het interne partijnummer) aan het inkoop contractnummer kunnen later de inkoopspecificaties en afspraken worden vergeleken met de fysieke levering. Bij binnenkomst van een partij wordt eerst een barode geplakt en wordt vervolgens een keuring van de partij uitgevoerd alvorens de partij naar zijn opslagplaats in het distributiecentrum wordt gereden.
§
Registratie van controle op overeenkomst leverspecificaties met inkoopspecificaties (kwaliteitscontrole); Dit kan worden vastgelegd met een ja/nee antwoord, met eventueel een ruimte voor opmerkingen waarom niet of wel aan de specificaties wordt voldaan. De inkoopspecificaties zijn door middel van het inkoop contractnummer aan de partij gekoppeld.
§
Registratie en overnemen gegevens bij een eventuele partij die gelabeld is als ggo; Indien het bekend is dat een partij ggo’s bevat, dient dit geregistreerd te worden door de betreffende partij- identificatiecode over te nemen.
1
De administratie van een inkoopcontractnummer is niet opgenomen als richtlijn maar kan goed van pas komen om te controleren of de afgeleverde kwaliteit overeenkomt met de contract kwaliteit van een specifieke partij groente of fruit.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 61
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
§
Registratie van binnengekomen partijen groenten en fruit met afwijkingen; Indien partijen bij de keuring als verdacht worden bestempeld worden zij direct op de status geblokkeerd gezet. Hierdoor wordt voorkomen dat het WMS de partij zal gebruiken voor uitgifte van bestellingen van de outlets. De partij groenten en fruit wordt separaat opgeslagen en pas vrijgegeven als aangetoond is dat de partij in orde is.
§
Registratie van NAW-gegevens transporteur; Evenals de NAW-gegevens van de leverancier dienen de NAW- gegevens van de transporteur te worden geregistreerd.
§
Registratie externe retour partijen groenten en fruit; Van de externe retouren wordt een registratie bijgehouden van het soort groenten en fruit en hoeveelheid van de retour partij. De externe retour krijgt een nieuwe barcode (zie binnenkomende partij groenten en fruit) voorzien van de originele informatie.
Om aan het hogere niveau te kunnen voldoen wordt een iets andere werkwijze gehanteerd. Hierbij wordt iedere binnenkomende partij toegewezen aan een palletplaats en wordt het aantal handelseenheden (kratten/dozen) geteld. Bij de uitgifte wordt bijgehouden hoeveel dozen wordt uitgegeven. Tevens worden naast de NAW- gegevens ook de partij identificatiecode van de toeleverancier geregistreerd. De interne partij- identificatiecode wordt op iedere krat (of handelseenheid, bijvoorbeeld doos) aangebracht. §
De gewasbeschermingsmiddelenadministratie van de partij groenten en fruit is opvraagbaar; Het DC of hoofdkantoor al dan niet op aangeven van het DC heeft aantoonbare afspraken gemaakt met alle leveranciers over de opvraagbaarheid van de gewasbeschermingsmiddelenadministratie van de geleverde partijen groenten en fruit. In specifieke voorkomende gevallen kan het supermarktbedrijf vragen aan de leverancier deze administratie in te zien.
§
De identiteit (ggo ofwel non-ggo) van de partij groenten en fruit is opvraagbaar; Het DC of hoofdkantoor al dan niet op aangeven van het DC heeft aantoonbare afspraken gemaakt met alle leveranciers over de opvraagbaarheid van de identiteit van de geleverde partijen. Op verzoek kan de leverancier een non-ggo certificaat laten zien.
§
Registratie van een voorraadbalans op basis van partij-identificatiecodes; Op het hogere niveau wordt een voorraadadministratie bijgehouden op basis van partij identificatiecodes al dan niet in combinatie met artikelnummers. In een WMS is dat in veel gevallen mogelijk.
2. Opslag groenten en fruit Zoals al eerder beschreven worden voor de werking van het WMS palletplaatsen aangemaakt in het DC. Hierdoor kan zeer precies worden vastgesteld welke partijen op een bepaald moment, of in een bepaalde periode, in een bepaalde koelcel of palletplaats zijn opgeslagen.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 62
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Van iedere koelcel vindt temperatuurmeting en registratie plaats. Op basis van de bovengenoemde registratie van welke partijen wanneer in welke koelcel opgeslagen zijn geweest, is op een later tijdstip na te gaan of de temperatuur in die periode in orde is geweest. Binnenkomende externe retouren worden apart behandeld en opnieuw gekeurd bij binnenkomst. 3. Order picken
Het WMS maakt voor het orderpicken een orderpicknummer aan en koppelt daaraan de gegevens over de aan te leveren goederen. Hierdoor is precies bekend welke binnenkomende partijen zijn uitgeleverd naar welke filialen. In deze administratie wordt tevens vermeld van welke interne partij- identificatiecode (barcode nummer) de bestelde goederen komen, de hoeveelheid en (op hoger niveau) de leverancier. Fysiek wordt de klaargemaakte partij voor verzending gecodeerd met een palletlabel (en leverbon) met het ordernummer op iedere te verzenden pallet. Dit ondernummer wordt administratief gekoppeld aan een afleveradres. EAN.UCC LOGISTICS LABEL From EAN International rue Royale 145 B-1000 Brussels
To UNIFORM CODE COUNCIL 8136 Old Yankee Road Dayton, Ohio 45459 U.S.A.
SSCC
3 5412345 123456789 2 CONSIGNMENT
541234550127501
(4 0 1 )5 4 1 2 3 4 5 5 0 1 2 7 5 0 1
SHIP TO POST
840 45459
(4 2 1 )8 4 0 4 5 4 5 9
(0 0 )3 5 4 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 2
Figuur 25: Voorbeeld label voor logistieke eenheid 4. Transport
Bij het verladen wordt geregistreerd welk ordernummer aan welk afleveradres wordt verzonden. Op basis van deze gegevens is in een later stadium exact na te gaan welke partijnummers via welke ordernummers naar welke afleveradressen zijn gegaan. Bij de verzending wordt een afleverbond meegezonden waarop de NAW- gegevens van het handelsbedrijf staan vermeld en het betreffende ordernummer. Op basis van dit ordernummer © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 63
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
is door het bedrijf altijd na te zoeken uit welke specifieke partijen en hoeveelheden de betreffende order is samengesteld. Op hoger niveau wordt op de afleverbon ook vermeld uit welke partij- identificatiecodes en lotnummers de order is samengesteld. Op hoger niveau zijn ook de historie van voorgaande ladingen van de vrachtauto bekend.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 64
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
4.8
Versie 2
Tracking & tracing systeem outlet
1. Ontvangst goederen
2. Opslag
3. Uitstalling
(4. Afwegen)
5. Betaling
Figuur 26: Processen outlet
Het supermarkt outlet hoeft relatief weinig te doen aan traceerbaarheid. Tijdens de ontvangst van goederen wordt de grootste inspanning geleverd. Vanaf het moment dat de groenten en fruit in de schappen staan, hoeft niets meer worden vastgelegd. 1. Ontvangst goederen Het outlet legt vast van welk(e) distributiecentrum(s) zij haar goederen ontvangt. Daarbij wordt genoteerd wat zij ontvangt (soort groenten en fruit) en de hoeveelheid die zij ontvangt. Hiertoe kunnen de afleverbonnen van de DC’s worden gebruikt. Hierop wordt tevens vermeld wat de datum van leveren is en het kenteken van de vrachtwagen die de goederen heeft afgeleverd. Indien de transporteur die de goederen komt afleveren anders is dan het DC worden de NAW- gegevens ook genoteerd. Tijdens de ontvangst van de goederen wordt beoordeeld of de geleverde goederen conform de afspraak zijn geleverd (hoeveelheid en kwaliteit). Indien er kwaliteitsproblemen worden ontdekt, worden de goederen direct apart gezet en worden pas vrijgegeven als het kwaliteitsprobleem is beoordeeld en worden de afwijkingen geregistreerd. Op hoger niveau worden de gegevens van de ingangscontrole altijd geregistreerd. Alle kratten worden voorzien van een gekleurd stickertje dat per dag van de week een andere kleur heeft. Indien er meerdere leveringen op een dag plaatsvinden, wordt het kleurenstickertje bovendien voorzien van een nummertje (zie onderstaande figuur).
1 © Q-Point BV Januari 2003
2 Pagina 65
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Figuur 27: Voorbeeld stickers
Er wordt vervolgens een lijst bijgehouden op welke dag welke kleur wordt gebruikt en welke leveringsnummers hierbij horen. Zie hiervoor figuur 28. Dag
Kleur
Maandag
Geel
Dinsdag
Blauw
Woensdag
Rood
Donderdag
Groen
Vrijdag
Cyaan
Zaterdag
Paars
Zondag
Grijs
Figuur 28: Overzicht kleurcode per dag
Datum
Kleur
Artikel
Levering Nummer
15-06-2002
Geel
Komkommer
12345
15-06-2002
Geel
Tomaat
12346
15-06-2002
Geel
Komkommer
12347
15-06-2002
Geel
Kiwi gold
12348
15-06-2002
Geel
Druiven
12349
15-06-2002
Geel
Aardbei
12350
15-06-2002
Geel
….
15-06-2002
Geel
….
Levering 1 2
Figuur 29: Leveringsnummer kleur
Iedere dag wordt gekeken welke leveringsnummers nog op voorraad staan en zijn afgeleverd. Hiervan wordt een registratie bijgehouden. 2.
Opslag
Indien de producten niet direct worden uitgestald op de winkelvloer, maar worden opgeslagen, wordt een lijst bijgehouden wanneer producten zijn binnengekomen en wanneer ze uit opslag worden gehaald op tijd. 3. Uitstalling Het is belangrijk om de datum waarop een partij (of kist) in de winkel is uitgestald te weten en daarvoor dient de kistkaart bewaard te worden. Van alle geleverde partijen mogen de © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 66
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
kistkaarten niet worden weggegooid bij uitstalling op de winkelvloer. Dus welke kist is op welke dag in het schap belandt, is van belang. Op hoger niveau worden de kistkaarten van de kist verwijderd nadat de krat leeg is en worden bewaard gesorteerd op datum van binnenkomst. Het overstorten van producten als de krat nog niet leeg is kan vermenging van partijen veroorzaken waardoor probleemopsporing en recall bemoeilijkt wordt. Dit moet daarom voorkomen worden.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 67
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
5. Optimalisatie van traceerbaarheid in de keten Nadat in de voorgaande paragrafen ingegaan is op de voorwaarden voor traceerbaarheid in de verschillende schakels, wordt nu de stap gezet naar he t ketenniveau. Op schakelniveau zijn al aanbevelingen gedaan om het samenvoegen van partijen zoveel mogelijk te beperken (bijvoorbeeld op het teeltbedrijf). Immers, de traceerbaarheid van een partij is het eenvoudigst als een partij zo min mogelijk van samenstelling verandert. Op ketenniveau speelt dit principe nog veel sterker: als er ergens in de keten partijen worden samengevoegd of gesplitst, dan heeft dit een fors effect op de inspanningen die geleverd moeten worden om partijen te traceren (zowel stroomopwaarts als -afwaarts) en te tracken. In geval van een recall wordt de scope (de reikwijdte) van de recall en daarmee de impact exponentieel groter. Een belangrijke variabele hierbij is het type keten: is er sprake van een vaste of een flexibele keten? In deze paragraaf is allereerst toegelicht wat met een vaste keten en een flexibele keten wordt bedoeld. Vervolgens worden per type keten enkele aanbevelingen beschreven, die leiden tot een goede traceerbaarheid op ketenniveau. Tenslotte zijn deze aanbevelingen vertaald naar een aantal voorbeeldsituaties om hiermee duidelijk te maken “wat wel en niet mag”. Wel moet worden gesteld dat hier van afgeweken mag worden mits men zich terdege bewust is van de effecten hiervan op de omvang van een recall. Vaste en flexibele ketens Definitie Vaste keten De vaste keten is een keten waarin de betrokken schakels die deelnemen aan de keten allen van elkaar weten wie deelneemt. In deze keten wordt dus gewerkt met vaste leveranciers in alle schakels van de keten. Op deze wijze is altijd bekend van welke bedrijven de goederen afkomstig zijn. Eén bedrijf kan deel uitmaken van meerdere vaste ketens. Daarbij dient het betreffende bedrijf wel duidelijk te maken welke partijen voor een specifieke keten bestemd zijn. Definitie Flexibele Keten In de flexibele keten kent het bedrijf dat deel uitmaakt van de keten minimaal de toeleverancier en afnemer(s) van de door het bedrijf ontvangen en geleverde partijen. De relaties die het bedrijf aanknoopt hoeven niet structureel van aard te zijn. Het bedrijf heeft niet (altijd) het overzicht wat de originele origine van een partij is en wie de uiteindelijke klant is. Effect van type keten op traceerbaarheidsrichtlijnen Als zich in de keten een calamiteit of incident voordoet, is het zaak dat snel ingegrepen kan worden. Met andere woorden: de corrigeerbaarheid moet voldoende groot zijn, ofwel een snelle probleemopsporing in de keten én een goede communicatie tussen de ketenpartners. In de vaste keten is de potentiële corrigeerbaarheid groter en wordt de reikwijdte van een mogelijke calamiteit of incident kleiner. Naarmate de keten meer kenmerken van een flexibele keten heeft, dreigt de reikwijdte (onbeheersbaar) groot te worden (zie figuur x1). Daarom moet reikwijdte bij flexibele ketens ingeperkt worden. Dit is mogelijk door strengere regels voor samenvoegen en splitsen van partijen in de keten (zie figuur x2 waarin e.e.a. is gevisualiseerd). © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 62
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
“mate van…” “mate van…”
Reikwijdte
Reikwijdte Reikwijdte
Beperking reikwijdte door strengere richtlijnen Reikwijdte
Reikwijdte
Corrigeerbaarheid Vaste keten
Corrigeerbaarheid Flexibele keten
Corrigeerbaarheid Vaste keten toenemend flexibel
Figuur x1: corrigeerbaarheid en reikwijdte calamiteit bij toenemende flexibiliteit in de keten
Corrigeerbaarheid Flexibele keten toenemend flexibel
Figuur x2: corrigeerbaarheid en reikwijdte calamiteit bij toenemende flexibiliteit in de keten (met strengere richtlijnen voor flexibele ketens)
Aanbevelingen per type keten Bij de beschrijving van de aanbevelingen voor de vaste en flexibele keten wordt gebruik gemaakt van een aantal figuren. In de figuren wordt de relatie tussen de schakels en de geleverde partijen weergegeven. De assen van de figuren geven enerzijds de bestemming van één of meerdere partijen weer (welke schakel = Y-as) en anderzijds het tijdsbestek van teler tot en met het distributiecentrum (X-as). In bijlage xI wordt in een tabel weergegeven welke richtlijnen van toepassing zijn op de verschillende ketenstructuren. Vaste keten Het belangrijkste kenmerk van een vaste keten is dat de ketenpartners bekend zijn. Hierdoor is het splitsen van een partij geen probleem: in geval van een recall is de corrigeerbaarheid op een redelijk niveau geregeld doordat een partij in beide gevallen eenvoudig te herleiden is tot dezelfde toeleverancier. Dit geldt ook voor een samengevoegde partij, afkomstig van 1 teler. Is er echter sprake van een samengevoegde partij van meerdere telers, dan is niet meer te achterhalen van welke teler de partij afkomstig is (geringere corrigeerbaarhe id). Bij een recall eerste aanleg betekent dit dat er stroomopwaarts 2 telers als bron naar voren komen. En dat vervolgens in tweede aanleg alle partijen afkomstig van die bedrijven weer stroomafwaarts gevolgd moeten worden. Zelfs in deze eenvoudige situatie dreigt de recall al een stevige omvang te krijgen. Daarom is het zaak om samenvoeging van partijen afkomstig van meerdere telers te voorkomen. Ten opzichte van flexibele ketens (zie hieronder) mag in een vaste keten iets meer: 1 samenvoegactie en 1 keer splitsen van een partij is toegestaan. Flexibele keten © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 63
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Voor een flexibele keten geldt dat de hiervoor geschetste effecten van samenvoegen en splitsen van partijen in versterkte mate optreden. De corrigeerbaarheid van een calamiteit of incident is dan minder (en de reikwijdte veel groter). Omdat niet bekend is wie deel uitmaken van de keten (behalve de voorliggende en volgende schakel), moet meer inspanning geleverd worden om te kunnen traceren. Daarom is gekozen voor de regel dat in een flexibele keten maximaal óf 1 keer gesplitst óf 1 keer samengevoegd mag worden. Dus als er bijvoorbeeld 1 keer is samengevoegd, mag de partij verderop in de keten niet meer gesplitst worden. Opmerking: geleverde partijen (ingekocht) dienen daarom zo homogeen mogelijk te zijn. Dit kan via de inkoopspecificaties geregeld worden (in onderling overleg). Betekenis van de richtlijnen voor aantal praktijksituaties Partij 1
Partij 2 Teler “Jansen”
Partij 1
Partij 2
Bestemming
Handelaar “Toptomaat”
Partij 1
Partij 2 Distributiecentrum Appie Zuid
Vaste Keten
Tijd
Figuur 30
In figuur 30 is de situatie geschetst waarin één teler (teler Jansen) twee partijen levert aan één handelaar (Toptomaat) en aan één DC (Appie Zuid). Het is in de vaste keten de meest overzichtelijke situatie. Telkens wordt één partij via hetzelfde kanaal naar één afnemer gestuurd. Het onderscheid in de partijen kan liggen in een andere sortering/oogstdatum/ras etc.. Iedere afzonderlijke partij krijgt een eigen partij- identificatiecode (in dit geval 1 en 2). Deze code blijft gedurende de keten tot en met het DC behouden. Alle informatie die gekoppeld is aan de partijen, blijft dus behouden. Er vinden geen opsplitsingen en samenvoegingen gedurende de tijd tot aan het DC plaats. Dit is een duidelijk voorbeeld van een (optimale) vaste keten.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 64
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Partij 1 Partij 2 Teler “Jansen”
Partij 3 (= partij 1+2)
Bestemming
+ Handelaar “Toptomaat”
Partij 3 Distributiecentrum Appie Zuid
Tijd
Vaste Keten
Figuur 31
In figuur 31 heeft teler Jansen wederom twee partijen. In deze situatie worden dus meerdere partijen met vaste spelers in de keten uitgewisseld. De twee partijen zijn bijvoorbeeld afkomstig van twee oogstdata. Deze worden aan één handelaar (Toptomaat) verkocht, welke de twee partijen samenvoegt. De partij- identificatiecodes van de teler krijgen een nieuwe unieke code van de handelaar, waarbij de handelaar de informatie de twee partijen van de teler registreert. Deze nieuwe samengevoegde partij wordt vervolgens niet meer van samenstelling veranderd en gaat als geheel naar de volgende schakel, het DC, met behoud van de code. Op die manier gaat alle informatie van de producten in de samengevoegde partijen mee tot en met het DC. Ook dit is een voorbeeld van een vaste keten. Partij 1 Partij 2 Teler “Jansen”
Partij 3 (= partij 1+2)
Bestemming
+ Handelaar “Toptomaat”
Partij 4 (=deel van 3)
Partij 5 (=deel van 3) Handelaar “Retail partner”
Partij 4
Partij 5 Distributiecentrum Appie Zuid
Vaste Keten
Tijd
Figuur 32
In deze figuur heeft teler Jansen wederom twee partijen. De twee partijen zijn bijvoorbeeld afkomstig van twee oogstdata. Deze worden aan één handelaar (Toptomaat) verkocht, welke de twee partijen samenvoegt. De partij- identificatiecodes van de teler krijgen een nieuwe unieke code van de handelaar, waarbij de handelaar de informatie van de twee partijen van de teler registreert. Vervolgens wordt de nieuwe samengevoegde partij toch weer gesplitst in twee partijen, welke aan één handelaar (Retail Partner) verkocht wordt. De nieuwe partijen krijgen bij de handelaar een nieuwe unieke code, waarbij informatie over de partijen © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 65
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
behouden blijft. De handelaar Retail Partner verkoopt vervolgens beide partijen door aan één DC (Appie Zuid). Essentie in dit voorbeeld is dat de opgesplitste partij toch van tevoren bekende klanten heeft en dat alle informatie door de verschillende schakels doorgegeven wordt.
Partij 1 Partij 2 Teler “Jansen”
Partij 3 (= partij 1+2)
Bestemming
+ Handelaar “Toptomaat”
Partij 4
(=deel van 3)
Partij 5 (=deel van 3) Snijderij “ Retail partner”
Partij 7 (=deel van 5) Distributiecentrum Appie Zuid
Partij 4
Partij 6 (=deel van 5)
Tijd
Vaste Keten
Figuur 33
In deze figuur verkoopt teler Jansen weer twee partijen aan één handelaar (Toptomaat) De handelaar voegt de twee partijen samen tot één partij. De partij- identificatiecodes van de teler krijgen een nieuwe unieke code van de handelaar, waarbij de handelaar de informatie van de twee partijen van de teler registreert. Vervolgens wordt de nieuwe samengevoegde partij toch weer gesplitst in twee partijen, welke aan één snijderij (Retail Partner) verkocht wordt. De nieuwe partijen krijgen bij de handelaar een nieuwe unieke code (partij 4 en 5), waarbij informatie over de partijen behouden blijft. De snijderij verkoopt alles aan één DC (Appie Zuid). Echter partij 4 blijft partij 4, maar partij 5 wordt eerst opgesplitst en als partij 6 en 7 verkocht. Essentie in dit voorbeeld is dat de opgesplitste partij van tevoren gekende klanten heeft en dat alle informatie door de verschillende schakels doorgegeven wordt. De teler kan altijd in staat worden gesteld te achterhalen waar zijn partijen terecht gekomen zijn. Partij 1 Teler “Jansen”
Partij A
Bestemming
Teler “Kamp”
Partij 2 (=partij 1+A) Handelaar “Toptomaat”
Partij 2 Distributiecentrum Appie Zuid
Vaste Keten
Tijd
Figuur 34 © Q-Point BV Januari 2003
Pagina 66
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
In deze figuur worden twee partijen van twee verschillende telers samengevoegd. Echter dit is in een vaste keten waarbij traceerbaarheid optimaal geregeld zou worden niet toegestaan, aangezien de informatie over de historie van beide partijen totaal verschillend is. De partijen dienen ieder afzonderlijk als één geheel te worden doorverkocht tot aan de verwerking. Op deze wijze is namelijk niet duidelijk vast te stellen voor verschillende schakels in de keten wat de origine van de partijen is. Flexibele keten Partij 1
Partij 2 Teler “Jansen”
Partij 1
Bestemming
Handelaar “Toptomaat”
Partij 2 Handelaar “Smaaktomaat”
Partij 1 Distributiecentrum Appie Zuid
Partij 2 Distributiecentrum C1001 Zuid
Flexibele Keten
Tijd
Figuur 35
Teler Jansen heeft twee partijen. Partij 1 wordt verkocht aan handelaar “Toptomaat”en partij 2 aan “Smaaktomaat”. De partij- identificatiecodes blijven hierbij gehandhaafd. Daarna wordt partij 1 doorverkocht aan DC Appie Zuid en partij 2 aan DC C1001 Zuid. Ook hierbij blijven de codes gehandhaafd. Het verschil met figuur 30 is dat niet alle schakels in de keten noodzakelijkerwijs een overzicht hebben, wat de origine, de bestemming en de route van een bepaalde partij is geweest.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 67
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Partij 1 Partij 2 Teler “Jansen”
Partij 3 (= partij 1+2)
Bestemming
+ Handelaar “Toptomaat”
Partij 3 Distributiecentrum Appie Zuid
Tijd
Flexibele Keten
Figuur 36
Twee partijen van teler Jansen wordt samengevoegd tot één partij en verkocht aan handelaar “Toptomaat”. De nieuw ontstane partij wordt opnieuw voorzien van een unieke partijidentificatiecode waaruit eenduidig op valt te maken dat de betreffende partij een samengevoegde partij is. De partij wordt in zijn geheel doorverkocht aan het DC en wordt dus niet meer opgesplitst. Ook hier is het onderscheid met figuur 31 dat niet alle schakels in de keten noodzakelijkerwijs een overzicht hebben, wat de origine, de bestemming en de route van een bepaalde partij is geweest. Partij 1 Teler “Jansen”
_
Partij 1a
Bestemming
Handelaar “Toptomaat”
Partij 1b
Partij 1a Distributiecentrum Appie Zuid
Partij 1b Distributiecentrum C1001 Zuid
Flexibele Keten
Tijd
Figuur 37
De originele partij van teler Jansen mag worden opgesplitst worden door de teler. De nieuw ontstane partij worden opnieuw voorzien van een nieuwe partij-identificatiecode (1a en 1b), waaruit blijkt dat ze afkomstig zijn van partij 1. Daarna mogen de partijen niet meer worden samengevoegd tot aan het DC.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 68
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Partij 1 Partij 2 Teler “Jansen”
Partij 3 (= partij 1+2)
Bestemming
+ Handelaar “Toptomaat”
Partij 4… X Kleinverpakker “Qualitypack”
Partij 4… X Distributiecentrum Appie Zuid
Flexibele Keten
Tijd
Figuur 38
Twee partijen van teler Jansen worden samengevoegd tot één partij en verkocht aan handelaar “Toptomaat”. De nieuw ontstane partij wordt opnieuw voorzien van een unieke partijidentificatiecode waaruit eenduidig op valt te maken dat de betreffende partij een samengevoegde partij is. De partij wordt in zijn geheel doorverkocht aan kleinverpakker “Qualitypack”. Echter, dit is niet toegestaan aangezien er weer opsplitsingen plaatsvinden (kleinverpakkingseenheden) en dus ook nieuwe codes. Als er immers sprake is van een recall, dan dient schakel voor schakel gekeken te worden wat de origine van de partij is. Is de partij ergens samengevoegd, dan leidt de recall tweede termijn tot een sterke uitwaaiering van te volgen partijen (bestemming van de rest van de partij). Dus stroomopwaarts is het geen probleem, echter wel het stroomafwaarts tracken wordt moeilijk. Partij 1 Partij 2 Teler “Jansen”
Partij 3 (= partij 1+2)
Bestemming
+ Handelaar “Toptomaat”
Partij 4… X Snijderij “Topsalade”
Partij 4… X Distributiecentrum Appie Zuid
Flexibele Keten
Tijd
Figuur 39
Hier geldt hetzelfde voor als bij figuur 38 weergegeven is. Het enige verschil is dat samengevoegde partij aan een snijderij doorverkocht wordt, wat niet toegestaan is aangezien hier samenvoegingen met andere partijen plaatsvinden.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 69
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Partij 1 Partij 2 Teler “Jansen”
Partij 3 (= partij 1+2)
Bestemming
+ Handelaar “Toptomaat”
-
Partij 3a Handelaar “Smaaktomaat”
Partij 3b Distributiecentrum Appie Zuid
Flexibele Keten
Tijd
Figuur 40
Twee partijen van teler Jansen worden samengevoegd tot één partij en verkocht aan handelaar “Toptomaat”. De nieuw ontstane partij wordt opnieuw voorzien van een unieke partijidentificatiecode waaruit eend uidig op valt te maken dat de betreffende partij een samengevoegde partij is. De partij wordt echter daarna weer opgesplitst in twee nieuwe partijen, 3a en 3b, en wordt aan een handelaar en een DC doorverkocht. Uit voorgaande figuren blijkt dat het na same nvoegen niet aan te raden is om een partij weer op te splitsen. Dit bemoeilijkt het uitvoeren van een recall (uitwaaiereffect). Ondanks dat het beter zou zijn om de partij niet meer op te splitsen voordat de partij bij het DC aankomt, is het toch toegestaan uit praktische overwegingen.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 70
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Partij 1 Teler “Jansen”
Partij 1
Bestemming
Handelaar “Toptomaat”
_
Partij 1b Handelaar “Smaaktomaat”
Partij 1a Distributiecentrum Appie Zuid
Partij 1b Distributiecentrum C1001 Zuid
Flexibele Keten
Tijd
Figuur 41
De originele partij 1 van teler Jansen wordt verkocht aan handelaar “Toptomaat” en deze splitst de partij op in 1a en 1b (nieuwe unieke partij- identificatiecodes). De opgesplitste partij mag daarna niet meer worden samengevoegd. Partij 1a wordt aan DC Appie Zuid verkocht en partij 1b via handelaar “Smaaktomaat” aan DC C1001 Zuid.
Partij 1 Teler “Jansen”
Partij 1
Bestemming
Handelaar “Toptomaat”
_
Partij 1b Handelaar “Smaaktomaat”
Partij 1a…x
Partij 1a
Kleinverpakker “Qualitypack” Distributiecentrum C1001 Zuid
Flexibele Keten
Tijd
Figuur 42
De originele partij 1 van teler Jansen wordt verkocht aan handelaar “Toptomaat” en deze splitst de partij op in 1a en 1b (nieuwe unieke partij- identificatiecodes). De opgesplitste partij mag daarna niet meer worden opgesplitst. Daarom is het niet toegestaan partij 1b aan kleinverpakker “Qualitypack” door te verkopen omdat deze weer opsplitsingen maakt.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 71
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Partij 1 Teler “Jansen”
Partij 1
Bestemming
Handelaar “Toptomaat”
_
Partij 1b Handelaar “Smaaktomaat”
Partij 1a…x
Partij 1a
Snijderij “Topsalade” Distributiecentrum C1001 Zuid
Flexibele Keten
Tijd
Figuur 43
De originele partij 1 van teler Jansen wordt verkocht aan handelaar “Toptomaat” en deze splitst de partij op in 1a en 1b (nieuwe unieke partij- identificatiecodes). De opgesplitste partij mag daarna niet meer worden opgesplitst. Daarom is het niet toegestaan partij 1b aan snijderij “Topsalade” door te verkopen omdat deze weer samenvoegingen met andere partijen maakt.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 72
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
6. Aanbevelingen In dit rapport zijn zowel op schakelniveau als op ketenniveau richtlijnen ontwikkeld voor de inrichting van traceerbaarheidssystemen. Per 1-1-2005 vereist de General Food Law dat organisaties de traceerbaarheid in hun organisatie geregeld hebben en kunnen aantonen waar de grondstoffen vandaan komen en het eindproduct heen gegaan is. Het PT onderzoek in 2001 naar de stand van zaken van traceerbaarheid van groente en fruit in de diverse ketens heeft aangetoond dat de traceerbaarheid thans nog niet goed geregeld is. Veel organisaties moeten daarom met deze richtlijnen aan de gang. Om de implementatie van traceerbaarheid in de diverse schakels van de keten te realiseren worden een aantal aanbevelingen gedaan: 1. Door bij bestaande registratiesystemen aan te sluiten kan de implementatie van de traceerbaarheidseisen versneld worden. Aanbevolen wordt om een overzicht te maken van de belangrijkste registratie- en managementsystemen in de sector en per systeem in kaart te brengen in hoeverre deze systemen voldoen aan de geformuleerde richtlijnen. Door hierover informatie beschikbaar te stellen aan de sector ontstaat enerzijds een goed beeld van de geschiktheid van toepassingen voor de (potentiële) gebruiker, anderzijds worden de softwareleveranciers gestimuleerd om deze richtlijnen te implementeren. 2. In diverse kwaliteitssystemen ter borging van de voedselveiligheid (hygiënecodes, BRC, EUREPGAP, HACCP, SQF,…) wordt traceerbaarheid op een of ander manier benoemd. Opvallend bij deze certificatieschema's is de abstractheid van de gekozen formulering, hetgeen tot gevolg heeft dat de toetsing van de traceerbaarheidseisen ten behoeve van de certificatie vaak sterke verschillen vertoond. Aanbevolen wordt om te bevorderen dat de traceerbaarheidsrichtlijnen uit dit rapport op een uniforme wijze in de diverse schema’s worden opgenomen. Tevens wordt aanbevolen om te bevorderen dat controlerende instanties de richtlijnen op een eenduidige wijze gaan hanteren bij de beoordeling van de traceerbaarheid. Gedacht kan worden aan het organiseren van een workshop om het een en ander nader toe te lichten. 3. Promotionele activiteiten om de bekendheid van de richtlijnen in de sector te vergroten, kunnen sterk bijdragen aan het draagvlak ervan en daardoor de implementatie versnellen. Overwogen kan worden om een aantal praktijkcases te ontwikkelen (concrete implementaties bij bedrijven) om vervolgens deze praktijkervaring over te dragen naar de sector. Deze aanpak ligt met name voor de hand in die schakels van de keten met relatief grote aantallen bedrijven. Aanbevolen wordt om de ontwikkeling van praktijkcases te bevorderen, alsmede de communicatie over de beschikbaarheid va n de richtlijnen te stimuleren.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina 72
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Bijlage I Definitielijst
Begrip
Definitie
AI
Application Identifier: gestandaardiseerde 'vlaggetjes' die aangeven wat de betekenis is van data in een EAN128-symbool. AIDC Automatische Identificatie en Data Collectie Artikelnummer Het artikelnummer is het algemene nummer dat een bedrijf hanteert voor een product dat aan bepaalde specificaties voldoet die het bedrijf vooraf heeft gedefinieerd. (bijvoorbeeld een soort tomaat met bepaalde specificaties) Het artikelnummer geeft algemene informatie over een bepaald product. Specifieke informatie over dat product wordt gekoppeld aan een partijnummer. Barcode Zie streepjescode Externe retouren Partijen product die retour komen GGO Genetisch gemodificeerd organisme; een organisme dat geproduceerd wordt met genetische technieken die de transfer van functionele genen toestaan van het ene organisme naar het andere, inclusief van het ene soort naar het andere. Bacteriën, schimmels, virussen, planten, insecten, vissen en mammals zijn enkel voorbeelden waarvan het genetisch materiaal kunstmatig gemodificeerd is met als doel enkele fysische eigenschappen te veranderen. GLN Global Location Number: wereldwijd unieke (EAN) code voor een fysiek of administratief adres. De GLN wordt vaak gebruikt in elektronische communicatie om handelspartners te identificeren. GTIN Global Trade Item Number: wereldwijd unieke (EAN) artikelcode. (inkoop)contractnummer Indien op contractbasis afspraken gemaakt zijn over de inkoop van producten, dan kan dit contract intern een uniek nummer krijgen, dit is het contractnummer. KCB-nummer Kwaliteits Controle Bureau nummer, dit ontvangt een bedrijf in Nederland indien het groenten en fruit verhandelt en/of verwerkt/bewerkt. Klantnummer Het klantnummer is een nummer dat een bedrijf hanteert voor een bepaalde klant. Dit nummer wordt dan altijd gebruikt voor die bepaalde klant in in- en verkoopsysteem van het bedrijf. “L” (lot) Deze “L” komt voort uit een Europese richtlijn (directive 91/238/EEC) waarbij gesteld wordt dat in de levensmiddelen een lot gedefinieerd wordt als een batch van verkoopeenheden van een geproduceerd levensmiddel en dat deze lot als “L” vóór een identificatiecode op het etiket zou moeten staan. Behalve als er een houdbaarheidsdatum of “te gebruiken tot” op staat of als het zo duidelijk is dat het een afwijkende code voor labelling is. In de groenten en fruit is het toepassen van een “L” op het etiket van het product niet gebruikelijk, behalve in Duitsland waar er wel streng toezicht op is. De conclusie die hieruit leidt is dat een bedrijf niet verplicht wordt in deze richtlijnen om een “L” voor de code © Q-Point BV Januari 2003
Pagina I
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Lotnummer
Managementsysteem
NAW-gegevens Non-GGO Ordernummer
Partij-identificatiecode
Recall
Recall in eerste aanleg
Recall in tweede aanleg
SSCC Streepjescode Stroomafwaarts traceren
© Q-Point BV Januari 2003
Versie 2
(indien er lotnummer in de richtlijn staat) te zetten, maar het kan wel leiden tot een duidelijke onderscheid in codes. Er wordt een lotnummer aangemaakt voor aanvang van het sorteren. Dit betekent dat per datum, sorteermaat, kwaliteitsklasse, gewas en teeltruimte wordt een uniek lotnummer aangemaakt en geregistreerd. Dit kan de stickercodering zijn zoals gehanteerd door de veilingen met het telersnummer, datumcode, sorteermaat, gewas. Voor traceerbaarheid in navolging voor de opeenvolgende schakels is het beter om een nieuwe eenduidige code te maken of zelfs een barcode. Een managementsysteem is een systeem dat een bedrijf kan hanteren om de bedrijfsvoering te controleren of optimaliseren. Voorbeeld is bijvoorbeeld ISO 9002 of HACCP. Hier gaat het met name om kwaliteitsmanagement. Er worden procedures opgesteld en werkwijze vastgelegd. Er wordt gewerkt volgend de Demingcirkel Plan-Do-Check-Act. Naam-adres-woonplaats gegevens. Er is geen gebruik gemaakt van genetisch gemodificeerde technieken. Het ordernummer is een uniek nummer dat een bedrijf geeft aan een bepaalde order. Elke order krijft zo een eigen nummer waardoor het bedrijf alle orders terug kan vinden in het in- en verkoopsysteem. De partij- identificatiecode is de code die specifieke informatie over een bepaalde partij product aan de betreffende partij. Dit is meer specifiek als de algemene informatie van het artikelnummer. Bijvoorbeeld een artikelnummer geeft toegang tot de informatie dat een product tomaat met kwaliteitsklasse .. betreft terwijl het partij- identificatiecode ook informatie geeft over hoe groot een bepaalde partij was en wat bijvoorbeeld de kwaliteitsaspecten zijn die bij desbetreffende partij hoort. Een recall regelt het terugroepen van een nader gedefinieerde hoeveelheid product. Het betreft het proces van in kennis stellen van afnemers, en het organiseren van de terugroepactie van de producten. De recall in eerste aanleg regelt de terugkomst of blokkade van een specifieke partij waarin een bepaald probleem is opgetreden. Dit kan zijn naar aanleid ing van een klacht bij de klant of inspectie van halffabrikaten en eindproducten. De recall in tweede aanleg regelt de terugkomst van een bepaalde hoeveelheid producten waarin een bepaald probleem is opgetreden. De hoeveelheid wordt bepaald met behulp van stroomafwaartse tracering na stroomopwaartse tracering Serial Shipping Container Code. Een wereldwijd unieke (EAN) code voor een verzendeenheid, bijvoorbeeld een pallet. Een voor machine leesbare representatie van data. Stroomafwaarts traceren (ofwel downstream Tracing) is de bepaling van de geschiedenis van het product vanaf de grondstof via halffabrikaten naar eindproducten. Dit proces wordt ingezet om bij een te late signalering van problemen in grondstoffen of Pagina II
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
halffabrikaten te bepalen in welke partijen eindproducten de problemen zich mogelijk voordoen. Stroomopwaarts traceren Stroomopwaarts traceren (ofwel upstream Tracing) is de bepaling van de geschiedenis van het specifieke product vanaf eindproduct via halffabrikaten naar grondstoffen. Dit proces wordt gebruikt om een bron van een probleem op te sporen naar aanleiding van een klacht uit de markt of afwijkingen tijdens de inspectie van halffabrikaten of eindproducten. Traceerbaarheidssysteem Het traceerbaarheidssysteem oftewel Tracking & Tracing systeem creëert een set historische data door middel van vastgelegde identificatie, waardoor het mogelijk wordt om de grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten te traceren. Tracking & Tracing Tracking & Tracing geeft inzicht in waar de goederen zich op een bepaald moment bevinden. Het Tracking & Tracing systeem creëert een set historische data door middel van vastgelegde identificatie, waardoor het mogelijk wordt om de grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten te traceren.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina III
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Bijlage II Recall en probleemopsporing Indien een bedrijf zowel op schakel als ketenniveau Tracking & Tracing goed geregeld heeft dan is de kans groot dat een probleem snel opgespoord wordt. In dit geval wordt er gesproken van recallmanagement. Er volgt een toelichting op bovenstaande bewering. Een recall regelt het terugroepen van een nader gedefinieerde hoeveelheid product. Het betreft het proces van in kennis stellen van afnemers, en het organiseren van de terugroepactie van de producten. Voor het doen van een recall kan een opsplitsing worden gemaakt in een recall die wordt uitgevoerd naar aanleiding van een product met een probleem dat buiten het eigen bedrijf wordt gevonden en een recall die ontstaat naar aanleiding van een product met een probleem dat wordt opgespoord binnen het bedrijf. Bovendien kan een onderscheid worden gemaakt in een recall in eerste en tweede aanleg. Met behulp van figuur 44 worden beide situaties toegelicht. Probleem ondekt buiten de snijderij Indien een klant in een levering van de snijderij een probleem aantreft, kan de snijderij besluiten over te gaan tot een recall. In figuur 4 staat dit aangeduid met de ster met het uitroepteken. Indien de snijderij actie onderneemt om alle leveringen gesneden producten van een bepaalde datum/code terug te halen naar de snijderij uit de betreffende partij gesneden producten, spreken we van een recall in eerste aanleg. Het opsporen van alle afnemers van die bepaalde partij heet tracking. De fabrikant zal vaak wel willen weten waardoor het probleem is ontstaan. Middels stroomopwaartse (upstream tracing) tracering zal worden getracht de oorzaak van het probleem te achterhalen. Middels stroomafwaartse tracering (downstream tracing) wo rdt nagezocht in welke andere partijen gesneden product mogelijk ook een dergelijk probleem zich kan voordoen. De snijderij zal dan eventueel besluiten tot het doen van een recall in tweede aanleg. Dit verloopt weer op de gebruikelijke manier. Middels Tracking zal de snijderij de afnemers van de betreffende partijen opsporen en vervolgens de partijen retour laten zenden.
Groep recall 2e aanleg
! Stroomopwaarts traceren Teler
?
Handelaar
Snijderij
Klant …...
DC
Stroomafwaarts traceren
Groep recall 1e aanleg Figuur 44 Recall met probleemopsporing buiten het eigen bedrijf © Q-Point BV Januari 2003
Pagina IV
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Bijlage III systemen
Versie 2
Automatische identificatie en software
Automatische Identificatie en Data Collectie (AIDC) is het op geautomatiseerde wijze identificeren van items en verzamelen van informatie. Daarbij wordt over het algemeen gebruik gemaakt van door machine leesbare representaties van gegevens (bijvoorbeeld streepjescodes of barcodes, maar ook magneetstrips). Bij AIDC is het van belang onderscheid te maken in de data, de wijze waarop deze data voor machines leesbaar zijn gemaakt en de wijze waarop de gegevens worden 'gelezen'. Weergave: streepjescodes Streepjescodes zijn er in veel soorten en vormen. Voor de meeste type streepjescodes geldt dat de inhoud niet is gestandaardiseerd. Daarmee zijn die streepjescodes bij uitstek geschikt voor interne of gesloten systemen. Voorbeelden hiervan zijn Code39, Code128, PDF417, DataMatrix, etc. Voor open systemen en in logistieke ketens is het echter van groot belang dat gebruik gemaakt wordt van een wereldwijde open standaard, zodat iedereen in staat is om op eenduidige wijze een item te identificeren. De bekendste vorm is de streepjescode die op alle producten in de supermarkt te vinden is. Deze streepjescode heet het EAN-symbool en is onderdeel van een wereldwijde standaard. De inhoud van deze streepjescode is altijd een Global Trade Item Number (GTIN) ofwel EAN-artikelcode. Dit is in de EAN-standaards vastgelegd. Hiermee onderscheidt de EAN standaard zich van de andere type streepjescodes, waarbij de inhoud meestal vrij is. Het EAN-symbool is speciaal ontworpen om gescand te worden in retailomgevingen (kassascanners). In logistieke omgevingen wordt gebruik gemaakt van EAN128-symbolen. Het EAN128symbool heeft de eigenschap om alfanumerieke gegevens met een variabele lengte in barcodevorm weer te kunnen geven. Ook in een EAN128-symbool is de inhoud wereldwijd gestandaardiseerd. Hierdoor is deze bij uitstek geschikt om door een gehele keten gebruikt te kunnen worden. Een nieuwe ontwikkeling is dat informatie niet wordt opgeslagen in een streepjescode, maar in een chip die met een radiofrequente verbinding kan worden uitgelezen. Deze technologie heet Radio Frequency Identification (RFID). EAN speelt een leidende rol in de standaardisatie van deze technologie.
Inhoud Voor traceerbaarheid is het niet voldoende om alleen een artikelidentificatie in een streepjescode weer te geven. Er bestaat een behoefte om naast de artikelcode ook bijvoorbeeld een batchnummer en houdbaarheidsdatum te gebruiken. Om dit mogelijk te maken heeft EAN de Application Identifier standaard (AI-standaard) ontwikkeld. Deze standaard is zo opgezet dat flexibel kan worden ingespeeld op wensen van de gebruikers. Application Identifiers (AI's) zijn als het ware vlaggetjes die aangeven welke data in de streepjescode zijn opgenomen en met welk format (lengte en vorm). De AI-standaard wordt gebruikt in een EAN128-symbool. © Q-Point BV Januari 2003
Pagina V
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Bijvoorbeeld:
( 0 1 ) 0 8 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 6 ( 1 5 ) 0 3 1 2 3 1 ( 1 0 ) 1 2 3 mv t 4
Tussen de haakjes onder de streepjescode staan de AI's. AI 01 betekent dat een EANartikelcode (Global Trade Item Number of GTIN) volgt van 14 posities numeriek. AI 15 geeft aan dat een THT datum volgt (jjmmdd) en AI 10 dat een batchnummer volgt (alfanumeriek met variabele lengte). Er is een groot aantal AI's beschikbaar. Hieronder volgen een aantal voorbeelden: AI
Encoded Data Content
00 01 10 11 13 15 17 20 21 30 310(**) 314(**) 315(**) 400 410 421
Serial Shipping Container Code EAN Article Number Batch or Lot number Production Date (JJMMDD) Packaging Date (JJMMDD) Minimum Durability Date (JJMMDD) Maximum Durability Date (JJMMDD) Product variant Serial number Variable quantity Net weight in Kilograms Area in Square Metres Net volume in Litres Customer's purchase order number "Ship-to" Location number "Ship-to" Postal code with 3-digit ISO country code prefix
Figuur 45: Enkele AI’s opgesteld door EAN international
Scanning en systemen Om de gegevens die zijn weergegeven in een streepjescode te kunnen lezen is een groot scala aan producten op de markt, die gebruik maken van verschillende technologieën. Deze scanners 'lezen' het streepjespatroon en vertalen dit in een datastring die wordt doorgegeven aan een computer waarmee de scanner in verbinding staat. In logistieke omgevingen gebeurd dit wel door middel van een draadloze verbinding: RF-DC (Radio Frequency Data Communication ofwel draadloze gegevensoverdracht). Met RFDC is het ook mogelijk om de applicatie op afstand te draaien zodat een directe realtime verwerking plaatsvindt in het administratieve systeem.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina VI
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Figuur 46: Handheld applicatie en heftruck uitgerust met RF-DC
Een warehouse management systeem (WMS) tenslotte is een belangrijk administratief pakket in veel distributiecentra dat onder andere wordt gebruikt om goederen een plaats te geven in het DC, orders te kunnen samenstellen en de voorraadposities bij te houden. Daarnaast kan een WMS vaak (afhankelijk van de aanbieder) ook de transportstroom begeleiden. Met behulp van een WMS is het mogelijk een pallet (of andere logistieke drager) een precieze plaats geven, bijvoorbeeld met behulp van stelling of palletplaatsen, in een magazijn op een dusdanige manier dat deze ook weer snel kan worden opgespoord. Tevens kunnen partijen op Fifo wijze (first in first out) worden uitgeleverd met behoud van de partijnummers. Voor efficiënt tracken en tracen vormt de EAN-verzendcode de basis. De code laat zich omschrijven als de sleutel die individuele logistieke eenheden zoals pallets, kratten en rolcontainers, van een wereldwijd uniek nummer (te vergelijken met een kenteken van een auto) voorziet en deze ook als zodanig herkent. Aan de verzendcode zijn niet alleen de gegevens van de afzender en de ontvanger gekoppeld, maar ook de informatie over de inhoud van de pallet, bijvoorbeeld de batch- nummers en de houdbaarheidsdata. Met de verzendcode zijn producten van de fabriek via het distributiecentrum tot in het schap te traceren! De informatie die aan de EAN-verzendcode is gekoppeld dient bij de verschillende schakels in de keten bekend te zijn. Zo wil de vervoerder via de EAN-verzendcode weten waar en wanneer welk soort eenheid opgehaald en afgeleverd moet worden. De ontvangende partij wil graag voor levering weten wanneer welk artikel aankomt. Snelheid en duidelijkheid van informatie zijn kritische (succes)factoren voor een optimale goederenstroombeheersing. Deze informatie dient als gevolg hiervan voor de goederenstroom uit te lopen. Het op een elektronische wijze uitwisselen van gegevens (EDI) speelt hierbij een nadrukkelijke rol. Het een en ander wordt geïllustreerd in het onderstaande figuur. Bedrijf A ken aan zijn goederen EAN-verzendcodes toe en plakt deze in de vorm van een barcode op de goederen. De informatie die bij deze verzendcodes hoort zendt bedrijf A op elektronische wijze naar bedrijf B. Bedrijf B kan de EAN-verzendcodes van de binnenkomende goederen inlezen en koppelen met de in zijn computer reeds aanwezige informatie.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina VII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
© Q-Point BV Januari 2003
Versie 2
Pagina VIII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Bijlage IV Richtlijnen traceerbaarheid teelt glastuinbouw B = Basis niveau
H = Hoger niveau
Richtlijnen traceerbaarheid teelt glastuinbouw 0) §
§ §
§ § § § § § § §
Basis Hoger
Algemeen Indien niet de gehele productie traceerbaar wordt gemaakt wordt beschreven welke producten wel traceerbaar worden gemaakt. Bovendien worden traceerbare producten in tijd en plaats gescheiden van niet deelnemende producten na het moment van oogst. Vanaf het moment van oogsten is de partij product in alle stadia van het voortbrengingsproces (wegen, sorteren, verpakken, opslag, verzending) traceerbaar. Binnen het bedrijf worden procedures en werkinstructies opgesteld om de volgende zaken effectief te borgen: - Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden ten aanzien van traceerbaarheid, recall en het blokkeren van producten - Effectieve partijscheiding (fysiek en administratief) - Eenduidige en unieke productidentificatie binnen het bedrijf - Documentatie - Interne audit traceerbaarheid en test van traceerbaarheids systeem en recall procedure De procedures en werkinstructies worden door alle betrokken medewerkers begrepen en zijn volledig in de bedrijfsvoering geïmplementeerd Alle registraties worden op een dusdanige manier gevoerd zodat ze leesbaar en juist zijn. Alle registraties die in het kader van traceerbaarheid worden gedaan, worden op een dusdanige manier opgeslagen dat beschadiging of verlies wordt voorkomen en blijven minimaal 5 jaar bewaard. De opgevraagde gegevens zijn schriftelijk (op papier) te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De opgevraagde gegevens zijn digitaal te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De benodigde informatie – van klant naar teeltruimte/oogstdatum en bijbehorende administraties (gewasbescherming, fysieke handelingen etc) – dient binnen 8 uur beschikbaar te zijn (recall 1e aanleg) De benodigde informatie – van teeltruimte oogstdatum naar grondstoffen naar andere oogstdata teeltruimte combinaties – dient binnen 24 uur beschikbaar te zijn (recall 2e aanleg) De benodigde informatie – van klant naar teeltruimte/oogstdatum en bijbehorende administraties (meststoffen gewasbescherming, fysieke handelingen etc) – dient binnen 4 uur beschikbaar te zijn (recall 1e aanleg)
© Q-Point BV Januari 2003
B
B
B
B B B B H B
B
H
Pagina IX
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid teelt glastuinbouw § §
§
§ § §
§
De benodigde informatie – van teeltruimte oogstdatum naar grondstoffen naar andere oogstdata teeltruimte combinaties – dient binnen 8 uur beschikbaar te zijn (recall 2e aanleg) De bedrijfsruimten/ - middelen bij de teler krijgen elk een unieke code. Hierbij worden minimaal de volgende ruimten onderscheiden: - Schuur/verwerkingsruimte - Teeltruimte - Eventuele automatische transportmiddelen (watergoten, waterdumpers etc) - Opslagplaatsen gereed product - Opslagplaatsen gewasbeschermingsmiddelen - Opslagplaats(en) geblokkeerde producten - Sorteerlijn/ -ruimte (indien van toepassing) - Verpakkings (of weeg)lijn/ -ruimte (indien van toepassing) Bij de teeltruimte worden fysiek gescheiden ruimtes apart gecodeerd. In het geval dat meerdere gewassen/ rassen in één teeltruimte worden geteeld wordt de ruimte opgesplitst zodat de verschillende gewassen/ rassen effectief kunnen worden onderscheiden. De onderscheiden bedrijfsruimten worden voorzien van een duidelijk zichtbare visuele identificatie. De bedrijfsruimten/ - middelen bij de teler krijgen elk een unieke code. Hierbij worden minimaal de volgende ruimten onderscheiden: - Schuur/verwerkingsruimte - Teeltruimte op pad/ rij- niveau - Opslagplaatsen gereed product - Opslagplaatsen meststoffen - Opslagplaatsen gewasbeschermingsmiddelen - Opslagplaats(en) geblokkeerde producten - Sorteerlijn/ -ruimte (indien van toepassing) - Verpakkings (of weeg)lijn/ -ruimte (indien van toepassing) De onderscheiden bedrijfsruimten/ opslagplaatsen worden voorzien van een duidelijk zichtbare visuele identificatie. Geblokkeerde of afgekeurde producten worden in de daarvoor aangewezen ruimte geplaatst en voorzien van een formulier met reden van blokkade. Er vindt registratie plaats van de bestemming van geblokkeerde of afgekeurde producten gekoppeld aan de unieke partij- identificatiecode inclusief registratie van het gewicht. Eventuele partijen product die retour komen (zowel intern van het bedrijf als van extern) worden voorzien van een nieuwe unieke partij- identificatiecode gekoppeld aan de originele code alvorens er een herbewerking/ herbestemming plaats vindt Het traceerbaarheidssysteem alsmede de recall-procedure wordt jaarlijks getest en waar nodig aangepast met verbeteringen.
Versie 2
Basis Hoger
H
B
H
B B
B
B
1.a) Ontvangst Plantmateriaal § §
Registratie van hoeveelheid en ras plantmateriaal Registratie van werkelijke leveringsdatum plantmateriaal.
© Q-Point BV Januari 2003
B B Pagina X
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid teelt glastuinbouw § § § § § § § §
Registratie van de NAW-gegevens van de plantenkweker (naam, adres, woonplaats en telefoon) Registratie erkend gezondheidscertificaat (NAK-certificaat) Registratie van het partij- identificatiecode van de plantenkweker Registratie ggo/ non-ggo certificaat bij partij planten opvragen Afspraken over opvraagbaarheid van registratie watergift en gewasbeschermingsmiddelen met productnaam, dosis en datum van toepassing bij de plantenkweker Beschikbaarheid van registratie watergift en gewasbeschermingsmiddelen met productnaam, dosis en datum van toepassing bij de plantenkweker (opkweekinfo) Registratie van de controlegegevens van de leverspecificaties met de inkoopspecificaties (kwaliteitscontrole) Het aantoonbaar apart houden van afwijkende partijen plantmateriaal en registratie van de geconstateerde afwijkingen
Versie 2
Basis Hoger
B H H H B
H H B
1.b) Ontvangst grond- en hulpstoffen (meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen) § § § § § §
2) § § §
Registratie van hoeveelheid en commerciële naam/ toelatingsnummer (Nnummer) ingekochte gewasbeschermingsmiddelen (voorraadregistratie) Registratie van werkelijke leveringsdatum gewasbeschermingsmiddelen (voorraadregistratie). Registratie van hoeveelheid en commerciële naam/ toelatingsnummer (Nnummer) ingekochte meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen Registratie van werkelijke leveringsdatum meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen. Registratie van de NAW-gegevens van de leverancier (naam, adres, woonplaats en telefoon) Vaste tanks voor (vloeibare) meststoffen met duidelijke identificatie van de meststof
B B H H B H
Teelt Registratie plaatsing van plantmateriaal d.m.v. van unieke code van teeltruimte met inbegrepen de beplante oppervlakte met rasnaam. Registratie van hoeveelheid en commerciële naam/ toelatingsnummer (Nnummer) op datum van toepassing van meststoffen, in combinatie met inkoopregistratie gewasbeschermingsmiddelen (actuele voorraadregistratie). Registratie van hoeveelheid en commerciële naam op datum van toepassing van meststoffen, in combinatie met inkoopregistratie meststoffen (actuele voorraadregistratie).
© Q-Point BV Januari 2003
B
H
H
Pagina XI
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid teelt glastuinbouw §
§
§
§ § 3) §
Registratie van bemesting door middel van: - Toekennen unieke code aan voorraadbak (A- en B-bak) - Visuele identificatie van de voorraadbak - Elke dag dat één of meerdere voorraadbakken met meststoffen word(t)(en) aangemaakt wordt op dagniveau bijgehouden: - Datum - Unieke code van de bak - Naam uitvoerder - Geplande recept (analysegegevens bewaren van de meststoffen) - Werkelijke hoeveelheden verschillende meststoffen - Bestemming (gewas/ teeltruimte) - Datum leegmelding/ opnieuw aanmaken voorraadbak Registratie toepassing gewasbeschermingsmiddel op: - Naam gewas - Locatie (teeltruimte) - Datum toepassing - Commerciële naam en N-nummer - Hoeveelheid van het toegepaste middel - Reden van toepassing - Naam uitvoerende - Veiligheidstermijn Registratie toepassing gewasbeschermingsmiddel op: - Naam gewas - Locatie (pad- / rij- nummer) - Datum toepassing - Commerciële naam en N-nummer en partij- identificatiecode - Hoeveelheid van het toegepaste middel - Veiligheidstermijn van het middel - Naam uitvoerende - Actieve stof Registratie analysegegevens kwaliteit water, indien geen leidingwater gebruikt wordt (i.v.m.voedselveiligheid) Registratie watergift op: Naam gewas Locatie (unieke code teeltruimte/afdeling/pad) Datum watergift Bron (leidingwater/grondwater) Hoeveelheid
Versie 2
Basis Hoger
H
B
H
B
H
Oogst Aanmaken partij- identificatiecode die gekoppeld is aan de datum van oogsten. De partij- identificatiecode wordt aangemaakt voor aanvang van het oogsten. Per datum/ gewas / teeltruimte wordt een unieke partij-identificatiecode aangemaakt en geregistreerd.
© Q-Point BV Januari 2003
B
Pagina XII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid teelt glastuinbouw §
§
Aanmaken partij- identificatiecode die gekoppeld is aan de datum van oogsten. De partij- identificatiecode wordt aangemaakt voor aanvang van het oogsten. Per datum/ gewas / pad of rij wordt een unieke partij- identificatiecode aangemaakt en geregistreerd. Toekennen unieke code aan oogstkar en visuele identificatie van oogstkar Registratie van vrijgave voorafgaand aan oogst, door controle op wachttijd in verband met residuen door gewasbescherming activiteiten Registratie van medewerkers op datum/ tijdstip per pad/rij gekoppeld aan unieke code oogstkar Enkel leeg gemelde oogstkarren worden opnieuw toegelaten in de teeltruimte Bij wisseling van pad/ rij nummer voor oogst wordt gestart met een leeg gemelde oogstkar Bij glasbreuk wordt gedurende een periode gelijk aan de periode van zetting tot oogst van de vrucht de oogst van een oppervlakte van voldoende grootte rond de plaats van glasbreuk apart geïdentificeerd, gecontroleerd en wordt een aparte partij- identificatiecode voor deze partij aangemaakt op een dusdanige manier dat het product op een later tijdstip effectief te onderscheiden is van het gangbare product. Registratie van glasbreuk en desbetreffende partij- identificatiecode
4)
Sorteren, wegen, etiketteren en eventuele na-oogstbehandeling
§
Aanmaken lotnummer dat gekoppeld is aan de gehanteerde sortering. Dit lotnummer wordt aangemaakt voor aanvang van het sorteerproces1 . Per datum/ sorteermaat / kwaliteitsklasse/ gewas/ teeltruimte wordt een uniek lotnummer aangemaakt en geregistreerd. Aanmaken lotnummer dat gekoppeld is aan de gehanteerde sortering. Dit lotnummer wordt aangemaakt voor aanvang van het sorteerproces1 . Per datum/ sorteermaat / kwaliteitsklasse/ gewas/ afdeling of pad wordt een uniek lotnummer aangemaakt en geregistreerd. Registratie van het totale gewicht aan product dat via één partijidentificatiecode/ lotnummer wordt gewogen. Er wordt iedere dag dat op het bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt gesorteerd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke partij- identificatiecode(s) -ontstaan bij oogst 2 - de bijbehorende lotnummers - na sorteren- zijn ontstaan en het totale gewicht van het product dat bij de betreffende partij- identificatiecode /lotnummer hoort.
§ § § § § §
§
§ §
1 2
Versie 2
Basis Hoger
H H B H H H
B
B
B
H
B
B
Indien van toepassing Samenvoegen van partijen uit verschillende teeltruimten is toegestaan, samenvoegen van verschillende oogstdata niet.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina XIII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid teelt glastuinbouw §
§
§
5) § §
6) § § § §
1
Er wordt iedere dag dat op het bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt gesorteerd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke partij- identificatiecode(s)1 de bijbehorende lotnummers zijn ontstaan en het totale gewicht van het product dat bij de betreffende partijidentificatiecode /lotnummer hoort. Het etiket/ kistkaart/ sticker wordt direct na het sorteren aangebracht op het fust en bevat minimaal de volgende gegevens: - Naam adres woonplaats gegevens/ telersnummer - Klasse - Gewicht - Land van oorsprong - Sortering (indien van toepassing) - “L” + partij- identificatiecode - indien van toepassing: vermelding “dit product bevat ggo’s” Het etiket/ kistkaart/ sticker wordt direct na het sorteren aangebracht op het fust en bevat minimaal de volgende gegevens: - Naam adres woonplaats gegevens - Klasse - Gewicht - Land van oorsprong - Sortering (indien van toepassing) - “L” + lotnummer - indien van toepassing: vermelding “dit product bevat ggo’s”
Versie 2
Basis Hoger
H
B
H
Opslag Indien product nog niet is geëtiketteerd wordt op het product een fysieke identificatie op het product aangebracht Registratie per dag van alle partij- identificatiecodes en lotnummers die in opslag staan om te worden verzonden.
B H
Transport Registratie NAW-gegevens transporteur Het toewijzen van een partij- identificatiecode aan een afleveradres Het toewijzen van een lotnummer/ gehele partij aan één afleveradres. Afleverbon mee met fysiek product met registratie van: - Datum - NAW-gegevens - Partij-identificatiecode - Hoeveelheid
B B H
B
Samenvoegen van partijen uit verschillende teeltruimten is niet toegestaan, evenals samenvoegen van verschillende oogstdata niet is toegestaan. © Q-Point BV Pagina XIV Januari 2003
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid teelt glastuinbouw §
§ §
Afleverbon mee met fysiek product met registratie van: - Datum - NAW-gegevens - Ras - Partij-identificatiecode en Lotnummers - Hoeveelheid - Klasse - Sortering (indien van toepassing) Transporteursverklaring maken en laten ondertekenen i.v.m. hygiëne tijdens transport Registratie van schoonmelding van vrachtauto
© Q-Point BV Januari 2003
Versie 2
Basis Hoger
H
B H
Pagina XV
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Bijlage V Richtlijnen traceerbaarheid teelt vollegrond B = Basis niveau
H = Hoger niveau
Richtlijnen traceerbaarheid teelt vollegrond 1) §
§ §
§ § § § § § § §
Basis Hoger
Algemeen Indien niet de gehele productie traceerbaar wordt gemaakt wordt beschreven welke producten wel traceerbaar worden gemaakt. Bovendien worden traceerbare producten in tijd en plaats gescheiden van niet deelnemende producten na het moment van oogst. Vanaf het moment van oogsten is de partij product in alle stadia van het voortbrengingsproces (wegen, sorteren, verpakken, opslag, verzending) traceerbaar. Binnen het bedrijf worden procedures en werkinstructies opgesteld om de volgende zaken effectief te borgen: - Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden ten aanzien van traceerbaarheid, recall en het blokkeren van producten - Effectieve partijscheiding (fysiek en administratief) - Eenduidige en unieke productidentificatie binnen het bedrijf - Documentatie - Interne audit traceerbaarheid en test van traceerbaarheids systeem en recall procedure De procedures en werkinstructies worden door alle betrokken medewerkers begrepen en zijn volledig in de bedrijfsvoering geïmple menteerd Alle registraties worden op een dusdanige manier gevoerd zodat ze leesbaar en juist zijn. Alle registraties die in het kader van traceerbaarheid worden gedaan, worden op een dusdanige manier opgeslagen dat beschadiging of verlies wordt voorkomen en blijven minimaal 5 jaar bewaard. De opgevraagde gegevens zijn schriftelijk (op papier) te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De opgevraagde gegevens zijn digitaal te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De benodigde informatie – van klant naar perceel/oogstdatum en bijbehorende administraties (meststoffen gewasbescherming, fysieke handelingen etc) – dient binnen 8 uur beschikbaar te zijn (recall 1e aanleg) De benodigde informatie – van perceel oogstdatum naar grondstoffen naar andere oogstdata perceel combinaties – dient binnen 24 uur beschikbaar te zijn (recall 2e aanleg) De benodigde informatie – van klant naar perceel/oogstdatum en bijbehorende administraties (meststoffen gewasbescherming, fysieke handelingen etc) – dient binnen 4 uur beschikbaar te zijn (recall 1e aanleg)
© Q-Point BV Januari 2003
B
B
B
B B B B H B
B
H
Pagina XVI
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid teelt vollegrond
Versie 2
Basis Hoger
§
De benodigde informatie – van perceel oogstdatum naar grondstoffen naar andere oogstdata teeltruimte combinaties – dient binnen 8 uur beschikbaar te zijn (recall 2e aanleg) § De bedrijfsruimten/ teeltoppervlak bij de teler krijgen elk een unieke code. Hierbij worden minimaal de volgende ruimten onderscheiden: - Schuur/ verwerkingsruimte - Perceel - Opslagplaatsen gereed product - Opslagplaatsen gewasbeschermingsmiddelen - Opslagplaats(en) geblokkeerde producten - Sorteerlijn/ -ruimte (indien van toepassing) - Verpakkings (of weeg)lijn/ -ruimte (indien van toepassing) De onderscheiden bedrijfsruimten worden voorzien van een duidelijk zichtbare visuele identificatie. Tevens wordt voorzien in een plattegrond met daarop de aanduidingen van de percelen en schuren. § De bedrijfsruimten/ teeltoppervlak bij de teler krijgen elk een unieke code. Hierbij worden minimaal de volgende ruimten onderscheiden: - Schuur/ verwerkingsruimte - Perceel - Opslagplaatsen gereed product - Opslagplaatsen meststoffen - Opslagplaatsen gewasbeschermingsmiddelen - Opslagplaats(en) geblokkeerde producten - Sorteerlijn/ -ruimte (indien van toepassing) - Verpakkings (of weeg)lijn/ -ruimte (indien van toepassing) De onderscheiden bedrijfsruimten/ opslagplaatsen worden voorzien van een duidelijk zichtbare visuele identificatie. Tevens wordt voorzien in een plattegrond met daarop de aanduidingen van de percelen en schuren. § Geblokkeerde of afgekeurde producten worden in de daarvoor aangewezen ruimte geplaatst en voorzien van een formulier met reden van blokkade. § Er vindt registratie plaats van de bestemming van geblokkeerde of afgekeurde producten gekoppeld aan de unieke partij- identificatiecode inclusief registratie van het gewicht. § Eventuele partijen product die retour komen (zowel intern van het bedrijf als van extern) worden voorzien van een nieuwe unieke partij- identificatiecode gekoppeld aan de originele code alvorens er een herbewerking/ herbestemming plaats vindt § Het traceerbaarheidssysteem alsmede de recall-procedure wordt jaarlijks getest en waar nodig aangepast met verbeteringen.
H
B
H
B B
B
B
1.a) Ontvangst Plantmateriaal § § §
Registratie van hoeveelheid en ras plantmateriaal Registratie van werkelijke leveringsdatum plantmateriaal. Registratie van de NAW-gegevens van de plantenkweker (naam, adres, woonplaats en telefoon)
© Q-Point BV Januari 2003
B B B Pagina XVII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid teelt vollegrond § § § § § § §
Registratie erkend gezondheidscertificaat (NAK-certificaat) Registratie van de partij- identificatiecode van de plantenkweker Registratie ggo/ non-ggo certificaat bij partij planten Afspraken over opvraagbaarheid van registratie watergift en gewasbeschermingsmiddelen met productnaam, dosis en datum van toepassing bij de plantenkweker Opvraagbaarheid van registratie watergift en gewasbeschermingsmiddelen met productnaam, dosis en datum van toepassing bij de plantenkweker Registratie van de controlegegevens van de leverspecificaties met de inkoopspecificaties (kwaliteitscontrole) Het aantoonbaar apart houden van afwijkende partijen plantmateriaal en registratie van de geconstateerde afwijkingen
Versie 2
Basis Hoger H H H B H H B
1.b) Ontvangst grond- en hulpstoffen (meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen) § § § § § §
7) § § §
§
Registratie van hoeveelheid en commerciële naam/ toelatingsnummer (Nnummer) ingekochte ge wasbeschermingsmiddelen Registratie van werkelijke leveringsdatum gewasbeschermingsmiddelen. Registratie van hoeveelheid en commerciële naam/ toelatingsnummer (Nnummer) ingekochte meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen Registratie van werkelijke leveringsdatum meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen. Registratie van de NAW-gegevens van de leverancier (naam, adres, woonplaats en telefoon) Vaste tanks voor (vloeibare) meststoffen met duidelijke identificatie van de meststof (indien van toepassing)
B B H H B H
Teelt Registratie plaatsing van plantenmateriaal d.m.v. van unieke code van perceel met inbegrepen de beplante oppervlakte met rasnaam. Registratie analyseresultaten nutriënten en zware metalen (BOOM verklaring, Minas), indien organische mest wordt toegepast. Registratie van hoeveelheid en commerciële naam/ toelatingsnummer (Nnummer) op datum van toepassing van gewasbeschermingsmiddelen, in combinatie met inkoopregistratie gewasbeschermingsmiddelen (actuele voorraadregistratie). Registratie van hoeveelheid en commerciële naam op datum van toepassing, locatie van meststoffen, in combinatie met inkoopregistratie meststoffen (actuele voorraadregistratie).
© Q-Point BV Januari 2003
B B
H
H
Pagina XVIII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid teelt vollegrond §
§
§
§
Indien gebruik van A- en B-bakken (bijv. op trayvelden), registratie van bemesting door middel van: - Toekennen unieke code aan voorraadbak (A- en B-bak) - Visuele identificatie van de voorraadbak - Van iedere voorraadbak die op een gegeven moment wordt gevuld worden bij iedere aanmaak de volgende gegevens vastgelegd: - Datum - Unieke code van de bak - Naam uitvoerder - Geplande recept (analysegegevens bewaren van de meststoffen) - Werkelijke hoeveelheden verschillende meststoffen - Bestemming (gewas/ perceel) - Datum leegmelding/ opnieuw aanmaken voorraadbak Registratie toepassing gewasbeschermingsmiddel op: - Naam gewas - Locatie (unieke code perceel) - Datum toepassing - Commerciële naam en N-nummer - Veiligheidstermijn van het middel - Hoeveelheid van het toegepaste middel - Naam uitvoerende Registratie toepassing gewasbeschermingsmiddel op: - Naam gewas - Locatie (unieke code perceel) - Datum toepassing - Commerciële naam en N-nummer en partij- identificatiecode - Veiligheidstermijn van het middel - Actieve stof - Hoeveelheid van het toegepaste middel - Reden van toepassing - Naam uitvoerende Registratie ontsmetting door middel chemicaliën op1 : - Naam gewas - Locatie (unieke code perceel) - Datum toepassing - Commerciële naam en N-nummer - Veiligheidstermijn van het middel - Hoeveelheid van het toegepaste middel - Naam uitvoerende
© Q-Point BV Januari 2003
Versie 2
Basis Hoger
H
B
H
B
Pagina XIX
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid teelt vollegrond §
§ § §
8) §
§
§ § § § §
Registratie ontsmetting door middel chemicaliën op: - Naam gewas - Locatie (unieke code perceel) - Datum toepassing - Commerciële naam en N-nummer en partij- identificatiecode - Veiligheidstermijn van het middel - Actieve stof - Hoeveelheid van het toegepaste middel - Reden van toepassing - Naam uitvoerende Registratie perceelsgeschiedenis en bodembeheer (bodemmonsters, bodemkartering) Registratie analysegegevens kwaliteit water, indien geen leidingwater gebruikt wordt (i.v.m.voedselveiligheid) Registratie watergift op: - Naam gewas - Locatie (unieke code perceel) - Datum watergift - Bron (leidingwater/grondwater) - Hoeveelheid
Versie 2
Basis Hoger
H
B B
H
Oogst Aanmaken partij- identificatiecode die gekoppeld is aan de datum van oogsten. De partij- identificatiecode wordt aangemaakt voor aanvang van het oogsten. Per datum/ gewas / perceel wordt een unieke partij- identificatiecode aangemaakt en geregistreerd. Indien meerdere gewassen/rassen op een perceel staan dan perceel bijvoorbeeld in rijnummers opsplitsen. Aanmaken partij- identificatiecode die gekoppeld is aan de datum van oogsten. De partij- identificatiecode wordt aangemaakt voor aanvang van het oogsten. Per datum/ gewas / rij wordt een unieke partij- identificatiecode aangemaakt en geregistreerd. Toekennen unieke code aan oogstkar/oogstwagen en visuele identificatie va n oogstkar/oogstwagen (Indien van toepassing) Registratie van vrijgave voorafgaand aan oogst, door controle op wachttijd in verband met residuen door gewasbescherming activiteiten Registratie van medewerkers op datum/ tijdstip per perceel/rij Enkel leeg gemelde oogstkarren worden opnieuw toegelaten op het perceel Registratie van hulpmiddelen gekoppeld aan medewerkers (Indien van toepassing, bijv. gebruik messen bij oogst)
© Q-Point BV Januari 2003
B
H
H B H H B
Pagina XX
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid teelt vollegrond §
§
Bij glasbreuk wordt gedurende een periode dat het geoogste product aanwezig is in de schuur/verwerkingsruimte, het geoogste product van een oppervlakte van voldoende grootte rond de plaats van glasbreuk apart geïdentificeerd, gecontroleerd en wordt een aparte partij-identificatiecode voor deze partij aangemaakt op een dusdanige manier dat het product op een later tijdstip effectief te onderscheiden is van het gangbare product. Deze partij wordt behandeld als geblokkeerd en eerst nader geïnspecteerd voor vrijgave. Registratie van glasbreuk en desbetreffende partij- identificatiecode
9)
Sorteren, wegen, etiketteren en eventuele na-oogstbehandeling
§ §
§
§
1
Aanmaken lotnummer dat gekoppeld is aan de dagproductie en gehanteerde sortering. Dit lotnummer wordt aangemaakt voor aanvang van het sorteerproces. (Indien van toepassing) Per datum/ sorteermaat / kwaliteitsklasse/ gewas/ perceel wordt een uniek lotnummer aangemaakt en geregistreerd. Registratie van het totale gewicht aan product dat via één partijidentificatiecode/ lotnummer wordt gewogen. Er wordt iedere dag dat op het bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt gesorteerd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke partij- identificatiecode(s) -ontstaan bij oogst 1 - de bijbehorende lotnummers - na sorteren- zijn ontstaan en het totale gewicht van het product dat bij de betreffende partij- identificatiecode /lotnummer hoort. Er wordt iedere dag dat op het bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt gesorteerd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke partij- identificatiecode(s)2 de bijbehorende lotnummers zijn ontstaan het totale gewicht van het product dat bij de betreffende code hoort. Registratie toepassing naoogstmiddel op: - Naam gewas - Partij-identificatiecode - Lotnummer - Datum toepassing - Commerciële naam en toelatingsnummer - Hoeveelheid van het toegepaste middel - Naam uitvoerende
Versie 2
Basis Hoger
B
B
B
B
B
H
B
Samenvoegen van partijen uit verschillende teeltruimten is toegestaan, samenvoegen van verschillende oogstdata niet. 2 Samenvoegen van partijen uit verschillende teeltruimten is niet toegestaan, evenals samenvoegen van verschillende oogstdata niet is toegestaan. © Q-Point BV Pagina XXI Januari 2003
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid teelt vollegrond §
§
§
Registratie toepassing naoogstmiddel op: - Naam gewas - Partij-identificatiecode - Lotnummer - Datum toepassing - Commerciële naam en toelatingsnummer en partij- identificatiecode - Hoeveelheid van het toegepaste middel - Veiligheidstermijn van het middel - Reden van toepassing - Naam uitvoerende Het etiket/ kistkaart/ sticker wordt direct na het sorteren aangebracht op het fust en bevat minimaal de volgende gegevens: - Naam adres woonplaats gegevens - Klasse - Gewicht - Land van oorsprong - Sortering - “L” + partij- identificatiecode - indien van toepassing vermelding “Dit product bevat ggo’s”. Het etiket/ kistkaart/ sticker wordt direct na het sorteren aangebracht op het fust en bevat minimaal de volgende gegevens: - Naam adres woonplaats gegevens - Klasse - Gewicht - Land van oorsprong - Sortering - “L” + lotnummer - Indien van toepassing, vermelding “Dit product bevat ggo’s”.
Versie 2
Basis Hoger
H
B
H
10) Opslag § §
Indien product nog niet is geëtiketteerd wordt op het product een fysieke identificatie op het product aangebracht Registratie per dag van alle partij- identificatiecodes en lotnummers die in opslag staan om te worden verzonden.
B H
11) Transport § § § §
Registratie NAW-gegevens transporteur Toewijzen van een partij-identificatiecode aan een afleveradres Toewijzen van een lotnummer/ gehele partij aan één afleveradres. Afleverbon mee met fysiek product met registratie van: - NAW gegevens - Partij-identificatiecode - Hoeveelheid
© Q-Point BV Januari 2003
B B H B
Pagina XXII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid teelt vollegrond §
§ §
Afleverbon mee met fysiek product met registratie van: - Datum - NAW-gegevens - Ras - Partij-identificatiecode en Lotnummers - Hoeveelheid - Klasse - Sortering Transporteursverklaring maken en laten ondertekenen i.v.m. hygiëne tijdens transport Registratie van schoonmelding van vrachtauto
© Q-Point BV Januari 2003
Versie 2
Basis Hoger
H
B H
Pagina XXIII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Bijlage VI Richtlijnen traceerbaarheid handel B = Basis niveau
H = Hoger niveau
Richtlijnen traceerbaarheid Handel 2) §
§ §
§ § § § § § § § §
Basis Hoger
Algemeen Indien niet de gehele productie traceerbaar wordt gemaakt wordt beschreven welke producten wel traceerbaar worden gemaakt. Bovendien worden traceerbare producten in tijd en plaats gescheiden van niet deelnemende producten. De partijen product zijn in alle stadia van het voortbrengingsproces (ontvangst, opslag, order picken en verzending) traceerbaar. Binnen het bedrijf worden procedures en werkinstructies opgesteld om de volgende zaken effectief te borgen: - Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden ten aanzien van traceerbaarheid, recall en het blokkeren van producten - Effectieve partijscheiding (fysiek en administratief) - Eenduidige en unieke productidentificatie binnen het bedrijf - Documentatie - Interne audit traceerbaarheid en test van traceerbaarheids systeem en recall procedure De procedures en werkinstructies worden door alle betrokken medewerkers begrepen en zijn volledig in de bedrijfsvoering geïmplementeerd Alle registraties worden op een dusdanige manier gevoerd zodat ze leesbaar en juist zijn. Alle registraties die in het kader van traceerbaarheid worden gedaan, worden op een dusdanige manier opgeslagen dat beschadiging of verlies wordt voorkomen en blijven minimaal 5 jaar bewaard. De opgevraagde gegevens zijn schriftelijk (op papier) te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De opgevraagde gegevens zijn digitaal te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De benodigde informatie – van klant naar inkoop en bijbehorende administraties (koelinggegevens, partijgegevens) – dient binnen 8 uur beschikbaar te zijn (recall 1e aanleg) De benodigde informatie – van inkooppartij/ bedrijfsruimte naar andere ingekochte partijen – dient binnen 24 uur beschikbaar te zijn (recall 2e aanleg) De benodigde informatie – van klant naar inkoop en bijbehorende administraties (koelinggegevens, partijgegevens) – dient binnen 4 uur beschikbaar te zijn (recall 1e aanleg) De benodigde informatie – van inkooppartij/ bedrijfsruimte naar andere ingekochte partijen – dient binnen 8 uur beschikbaar te zijn (recall 2e aanleg)
© Q-Point BV Januari 2003
B
B
B
B B B B H B B H H
Pagina XXIV
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid Handel §
§
§ § § §
3) § § § §
§ § § § §
De bedrijfsruimten bij de handel krijgen elk een unieke code. Hierbij worden minimaal de volgende ruimten onderscheiden: - Ontvangstruimte - Opslag (iedere koelcel of ruimte krijgt aparte code) - Opslagplaats geblokkeerde producten - Expeditie De onderscheiden bedrijfsruimten worden voorzien van een duidelijk zichtbare visuele identificatie. De bedrijfsruimten bij de handel krijgen elk een unieke code. Hierbij worden minimaal de volgende ruimten onderscheiden: - Ontvangstruimte - Opslag (inclusief palletplaatsen) - Opslagplaats geblokkeerde producten - Expeditie (inclusief dockplaatsen) De onderscheiden bedrijfsruimten worden voorzien van een duidelijk zichtbare visuele identificatie. Geblokkeerde of afgekeurde producten worden in de daarvoor aangewezen ruimte geplaatst en voorzien van een formulier met reden van blokkade. Er vindt registratie plaats van de bestemming van geblokkeerde of afgekeurde producten gekoppeld aan de unieke partij identificatiecode inclusief registratie van het gewicht. Eventuele partijen product die retour komen (zowel intern van het bedrijf als van extern) worden voorzien van een nieuwe unieke partij- identificatiecode gekoppeld aan de originele code alvorens herbestemming plaats vindt Het traceerbaarheidssysteem alsmede de recall procedure wordt jaarlijks getest en waar nodig aangepast met verbeteringen.
Versie 2
Basis Hoger
B
H
B B
B B
Ontvangst AGF Registratie van hoeveelheid en soort AGF en leverdatum Registratie van de NAW-gegevens van de leverancier (teler of telersvereniging) Aanmaken interne partij-identificatiecode gekoppeld aan: - Leverdatum van de partij - NAW-gegevens leverancier. Aanmaken interne partij-identificatiecode gekoppeld aan: - Partij-identificatiecode van de leverancier - Leverdatum partij - NAW-gegevens leverancier ( + eventueel telersnummer of kcb nummer) Aanbrengen partij- identificatiecode op iedere pallet (logistieke eenheid) Aanbrengen partij- identificatiecode op iedere krat/ doos (handelseenheid) Opvraagbaarheid van registratie gewasbeschermingsmiddelen met productnaam, dosis en datum van toepassing bij de kweker Opvraagbaarheid van registratie ggo/ non-ggo certificaat AGF Registratie/ Overnemen op nieuw label, van eventuele ggo- identiteit op label geleverde AGF
© Q-Point BV Januari 2003
B B B
H B H H H B Pagina XXV
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid Handel § § § § § § §
4) § § §
5) § § §
§ § §
4) § § § § §
Eventueel registratie van (inkoop) contractnummer Registratie van de controlegegevens van de leverspecificaties met de inkoopspecificaties (kwaliteitscontrole) Het aantoonbaar apart houden van afwijkende partijen en registratie van de geconstateerde afwijkingen Registratie van de NAW-gegevens van de transporteur Het toekennen van partij- identificatiecodes aan opslagplaats Het toekennen van partij- identificatiecodes aan opslagplaatsnummers Het bijhouden van een voorraadbalans per product m.b.v. partijidentificatiecodes
Versie 2
Basis Hoger B H B B B H H
Opslag Registratie per dag van alle partij- identificatiecodes gekoppeld aan ordernummer die in opslag staan om te worden verzonden. Registratie van temperatuur per opslagplaatsnummer Partijen product die retour komen oftewel externe retouren worden herkenbaar geblokkeerd opgeslagen en fysiek gescheiden van andere partijen
H B B
Order picken Aanmaken nieuw ordernummer voor elke nieuwe (samengestelde) order. Registratie van alle partij- identificatiecodes waaruit de nieuwe order is samengesteld inclusief hoeveelheden Aanmaken van lotnummers voor afsplitsingen van ingekochte partijen met koppeling naar de originele partij- identificatiecodes. Registratie van de gegevens: - Originele partij- identificatiecode teler - Hoeveelheid - Naam leverancier (indien afwijkend van teler) Registratie van alle lotnummers waaruit de nieuwe order is samengesteld Aanbrengen leverbon met ordernummer op iedere pallet Aanbrengen leverbon met ordernummer en alle partij- identificatiecodes en lotnummers waaruit het ordernummer is samengesteld op iedere pallet
B B
B
H B H
Transport Het toewijzen van een ordernummer aan een afleveradres Het toewijzen van een ordernummer aan kenteken van de vrachtauto Afleverbon mee met fysiek product met registratie van: - NAW-gegevens klant/klantnummer - Ordernummer Afleverbon mee met fysiek product met registratie van: - NAW-gegevens klant/klantnummer - Ordernummer en onderliggende partij- identificatiecodes en lotnummers Registratie schoonmelding vrachtauto
© Q-Point BV Januari 2003
B B B
H B Pagina XXVI
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid Handel §
Versie 2
Basis Hoger
Historie van de belading van vrachtauto
© Q-Point BV Januari 2003
H
Pagina XXVII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Bijlage VII Richtlijnen traceerbaarheid kleinverpakker B = Basis niveau
H = Hoger niveau
Basis Hoger
Richtlijnen traceerbaarheid kleinverpakker 6) §
§ §
§ § § § § § § § §
Algemeen Indien niet de gehele productie traceerbaar wordt gemaakt wordt beschreven welke producten wel traceerbaar worden gemaakt. Bovendien worden traceerbare producten in tijd en plaats gescheiden van niet deelnemende producten. De partijen product zijn in alle stadia van het voortbrengingsproces (ontvangst, opslag, sorteren, (samenvoegen,) verpakken/etiketteren, opslag kleinverpakkingen, order picken en verzending) traceerbaar. Binnen het bedrijf worden procedures en werkinstructies opgesteld om de volgende zaken effectief te borgen: - Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden ten aanzien van traceerbaarheid, recall en het blokkeren van producten - Effectieve partijscheiding (fysiek en administratief) - Eenduidige en unieke productidentificatie binnen het bedrijf - Documentatie - Interne audit traceerbaarheid en test van traceerbaarheids systeem en recall procedure De procedures en werkinstructies worden door alle betrokken medewerkers begrepen en zijn volledig in de bedrijfsvoering geïmplementeerd Alle registraties worden op een dusdanige manier gevoerd zodat ze leesbaar en juist zijn. Alle registraties die in het kader van traceerbaarheid worden gedaan, worden op een dusdanige manier opgeslagen dat beschadiging of verlies wordt voorkomen en blijven minimaal 5 jaar bewaard. De opgevraagde gegevens zijn schriftelijk (op papier) te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De opgevraagde gegevens zijn digitaal te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De benodigde informatie – van klant naar inkoop en bijbehorende administraties (koelinggegevens, partijgegevens) – dient binnen 8 uur beschikbaar te zijn (recall 1e aanleg) De benodigde informatie – van inkooppartij/ bedrijfsruimte naar andere ingekochte partijen – dient binnen 24 uur beschikbaar te zijn (recall 2e aanleg) De benodigde informatie – van klant naar inkoop en bijbehorende administraties (koelinggegevens, partijgegevens) – dient binnen 4 uur beschikbaar te zijn (recall 1e aanleg) De benodigde informatie – van inkooppartij/ bedrijfsruimte naar andere ingekochte partijen – dient binnen 8 uur beschikbaar te zijn (recall 2e aanleg)
© Q-Point BV Januari 2003
B
B
B
B B B B H B B
Pagina XXVIII
H H
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid kleinverpakker § §
§
§ § § §
7) § § § §
§
De inrichting van de locatie is erop gericht om contaminatie van producten te voorkomen. De bedrijfsruimten bij de handel krijgen elk een unieke code. Hierbij worden minimaal de volgende ruimten onderscheiden: - Ontvangstruimte - Sorteerruimte - Verpakkingsruimte - Opslag (iedere koelcel of ruimte krijgt aparte code) - Opslagplaats geblokkeerde producten - Expeditie De onderscheiden bedrijfsruimten worden voorzien van een duidelijk zichtbare visuele identificatie. De bedrijfsruimten bij de handel krijgen elk een unieke code. Hierbij worden minimaal de volgende ruimten onderscheiden: - Ontvangstruimte - Sorteerruimte - Verpakkingsruimte - Opslag (inclusief palletplaatsen) - Opslagplaats geblokkeerde producten - Expeditie (inclusief dockplaatsen) De onderscheiden bedrijfsruimten worden voorzien van een duidelijk zichtbare visuele identificatie. Geblokkeerde of afgekeurde producten worden in de daarvoor aangewezen ruimte geplaatst en voorzien van een formulier met reden van blokkade. Er vindt registratie plaats van de bestemming van geblokkeerde of afgekeurde producten gekoppeld aan de unieke partij identificatiecode inclusief registratie van het gewicht. Eventuele partijen product die retour komen (zowel intern van het bedrijf als van extern) worden voorzien van een nieuwe unieke partij identificatiecode gekoppeld aan de originele code alvorens herbestemming plaats vindt Het traceerbaarheids systeem alsmede de recall procedure wordt jaarlijks getest en waar nodig aangepast met verbeteringen.
Versie 2
Basis Hoger
H
B
H
B B
B B
Ontvangst GF Registratie van hoeveelheid en soort GF en leverdatum Registratie van de NAW-gegevens van de leverancier (teler of telersvereniging) Aanmaken interne partij-identificatiecode gekoppeld aan: - Leverdatum van de partij - NAW gegevens leverancier. Aanmaken interne partij-identificatiecode gekoppeld aan: - Partij-identificatiecode van de leverancier - Leverdatum partij - NAW-gegevens leverancier ( + eventueel telersnummer of kcb- nummer) Aanbrengen partij- identificatiecode op iedere pallet (logistieke eenheid)
© Q-Point BV Januari 2003
B B B
H B Pagina XXIX
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid kleinverpakker § § § § § § § § §
8) § § §
Aanbrengen partij- identificatiecode op iedere krat/ doos (handelseenheid) Opvraagbaarheid van registratie gewasbeschermingsmiddelen met productnaam, dosis en datum van toepassing bij de kweker Opvraagbaarheid van registratie ggo/ non-ggo certificaat GF Registratie/ Overnemen op nieuw label, van eventuele ggo identiteit op label geleverde GF Registratie van de controlegegevens van de leverspecificaties met de inkoopspecificaties (kwaliteitscontrole) Registratie van de NAW-gegevens van de transporteur Het toekennen van partij- identificatiecodes aan opslagplaats Het toekennen van partij- identificatiecodes aan opslagplaatsnummers Het bijhouden van een voorraadbalans per product m.b.v. partij identificatiecodes
Versie 2
Basis Hoger H H H B H B B H H
Opslag Registratie per dag van alle partij- identificatiecodes en lotnummers die in opslag staan om te worden verzonden. Registratie van temperatuur per opslagplaatsnummer Partijen product die retour komen oftewel externe retouren worden herkenbaar geblokkeerd opgeslagen en fysiek gescheiden van andere partijen
H B B
12) Sorteren §
Aanmaken lotnummers voor afsplitsingen van ingekochte partijen met koppeling naar de interne partij- identificatiecode. Registratie per lotnummer van de gegevens: - Originele partij- identificatiecode (voor inkoop) - Hoeveelheid - Sortering - Telersnummer of kcb-nummer De lotnummers worden aangemaakt voor aanvang van het sorteerproces 1 . § Aanmaken lotnummer per dag per product voor restproduct (afval/ uitval).Registratie van: - Interne partij- identificatiecodes - Datum van aanmaken lotnummer § Er wordt iedere dag dat op het bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt gesorteerd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke interne partij- identificatiecode(s) de bijbehorende lotnummers - na sorteren- zijn ontstaan en het totale gewicht van het product dat bij de betreffende partij-identificatiecode /lotnummer hoort.
B
B
B
1
Indien van toepassing © Q-Point BV Januari 2003
Pagina XXX
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid kleinverpakker §
§
Er wordt iedere dag dat op he t bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt gesorteerd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke interne partij identificatiecode(s) de bijbehorende lotcodes zijn ontstaan het totale gewicht van het product dat bij de betreffende code hoort. Het etiket/ kistkaart/ sticker wordt direct na het sorteren aangebracht op het fust en bevat minimaal het lotnummer en datum.
Versie 2
Basis Hoger
H
B
13) Samenvoegen §
De opmaak van de lotnummers voor samenvoegen is uniek opgebouwd t.o.v. lotnummers die ontstaan bij sorteren. § Aanmaken lotnummers voor samenvoegen van ingekochte partijen/ uitgesorteerde lotnummers met koppeling naar het interne partijidentificatiecode/ lotnummer. Registratie per lotnummer van de gegevens: - Hoeveelheid De lotnummers worden aangemaakt voor aanvang van het samenvoegen1 . § Aanmaken lotnummers voor samenvoegen van ingekochte partijen/ uitgesorteerde lotnummers met koppeling naar de interne partijidentificatiecodes. Registratie per lotnummer van de gegevens: - Hoeveelheid - Originele partij- identificatiecode bij toeleverancier - KCB-nummer of telersnummer De lotnummers worden aangemaakt voor aanvang van het samenvoegen2 . § Er wordt iedere dag dat op het bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt samengevoegd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke interne partij- identificatiecode(s)/lotnummers de nieuwe lotnummers - na samenvoegen- zijn ontstaan en het totale gewicht van het product dat bij de betreffende lotnummer hoort. § Er wordt iedere dag dat op het bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt samengevoegd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke interne partij- identificatiecode(s) de bijbehorende lotnummers zijn ontstaan het totale gewicht van het product dat bij de betreffende nummer hoort. § Het etiket/ kistkaart/ sticker wordt direct na het sorteren aangebracht op het fust en bevat minimaal het lotnummer en datum.
B
B
H
B
H
B
14) Verpakken etiketteren § §
Aanmaken nieuwe verpakkingscode voor elke nieuwe dag/ artikelcode combinatie met koppeling naar de interne partij identificatiecodes en of lotnummers. Registratie van de hoeveelheid verpakkingen waaruit de verpakkingscode bestaat.
B B
1
Indien van toepassing Indien van toepassing © Q-Point BV Januari 2003 2
Pagina XXXI
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Basis Hoger
Richtlijnen traceerbaarheid kleinverpakker §
Aanmaken nieuwe verpakkingscode bij elke overgang va n partij identificatiecodes lotnummer dat wordt gebruikt als ingrediënt, met koppeling naar de gebruikte combinatie partij identificatiecodes / lotnummers. § Registratie van alle verpakkingscodes die gemaakt zijn aan de hand van partijidentificatiecodes / lotnummer § Registratie van de hoeveelheid verpakkingen waaruit de verpakkingscode bestaat. § De sticker/ opdruk wordt direct na het verpakken aangebracht op de kleinverpakking en bevat minimaal de volgende gegevens: - NAW-gegevens (evt. met KCB-nummer indien aanwezig) - Klasse - Gewicht - Land van oorsprong - Sortering (indien van toepassing) - (“L” +) verpakkingscode - indien van toepassing: vermelding “dit product bevat ggo’s” § De pallets worden voorzien van een palletsticker direct na het verpakken en bevat minimaal de volgende gegevens: - NAW-gegevens (of een door een officiële dienst toegekend of erkend identificatiesymbool met de term “verpakker en/of verzender” of iets gelijkswaardigs dicht bij de code vermeld/ KCB-nummer indien gewenst) - Product - (“L” +) verpakkingscode - Aantal / hoeveelheid kleinverpakkingen Indien op een pallet meerdere verpakkingscodes staan wordt van iedere verpakkingscode een aparte sticker geplakt § De pallets worden voorzien van een palletsticker direct na het verpakken en bevat minimaal de volgende gegevens: - NAW-gegevens (of een door een officiële dienst toegekend of erkend identificatiesymbool met de term “verpakker en/of verzender” of iets gelijkswaardigs dicht bij de code vermeld/ KCB-nummer indien gewenst) - Product - (“L” +) verpakkingscode - Aantal / hoeveelheid kleinverpakkingen - Lotnummers/ partij- identificatiecodes waaruit de verpakkingscode is opgebouwd. Indien op een pallet meerdere verpakkingscodes staan wordt van iedere verpakkingscode een aparte sticker geplakt en wordt teve ns aangegeven op de sticker hoeveel verpakkingscodes op de pallet aanwezig zijn.
H H H
B
B
H
15) Opslag kleinverpakkingen/ gereed product § §
Registratie per dag van alle partij- identificatiecodes gekoppeld aan ordernummer die in opslag staan om te worden verzonden. Registratie van temperatuur per opslagplaatsnummer
© Q-Point BV Januari 2003
H B Pagina XXXII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid kleinverpakker
Versie 2
Basis Hoger
16) Order picken § § §
§ § §
8) § § § § § §
Aanmaken nieuw order nummer voor elke nieuwe (samengestelde) order. Registratie van alle partij identificatiecodes / verpakkingscodes waaruit de nieuwe order is samengesteld inc lusief hoeveelheden Aanmaken van lotnummers voor afsplitsingen van ingekochte partijen met koppeling naar het originele partij identificatiecodes1 . Registratie van de gegevens: - Originele partij- identificatiecode teler - Hoeveelheid - Naam leverancier (indien afwijkend van teler) Registratie van alle lotnummers waaruit de nieuwe order is samengesteld Aanbrengen leverbon met ordernummer op iedere pallet Aanbrengen leverbon met ordernummer en alle partij identificatiecodes en lotnummers waaruit het ordernummer is samengesteld op iedere pallet
B B
B
H B H
Transport Het toewijzen van een ordernummer aan een afleveradres Het toewijzen van een ordernummer aan kenteken van de vrachtauto Afleverbon mee met fysiek product met registratie van: - NAW gegevens klant/klantnummer - Ordernummer Afleverbon mee met fysiek product met registratie van: - NAW gegevens klant/klantnummer - Ordernummer en onderliggende partij identificatiecodes en lotnummers Registratie schoonmelding vrachtauto Historie van de belading van vrachtauto
B B B
H B H
1
Indien niet kleinverpakt © Q-Point BV Januari 2003
Pagina XXXIII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Bijlage VIII Richtlijnen traceerbaarheid snijderij B = Basis niveau
H = Hoger niveau
Basis Hoger
Richtlijnen traceerbaarheid snijderij 9) §
§
§
§ § § § § § § § §
Algemeen Indien niet de gehele productie traceerbaar wordt gemaakt wordt beschreven welke producten wel traceerbaar worden gemaakt. Bovendien worden traceerbare producten in tijd en plaats gescheiden van niet deelnemende producten. De partijen product zijn in alle stadia van het voortbrengingsproces (ontvangst, opslag, sorteren, wassen, snijden, samenvoegen, verpakken/etiketteren, opslag kleinverpakkingen, order picken en verzending) traceerbaar. Binnen het bedrijf worden procedures en werkinstructies opgesteld om de volgende zaken effectief te borgen: - Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden ten aanzien van traceerbaarheid, recall en het blokkeren van producten - Effectieve partijscheiding (fysiek en administratief) - Eenduidige en unieke productidentificatie binnen het bedrijf - Documentatie - Interne audit traceerbaarheid en test van traceerbaarheids systeem en recall procedure De procedures en werkinstructies worden door alle betrokken medewerkers begrepen en zijn volledig in de bedrijfsvoering geïmplementeerd Alle registraties worden op een dusdanige manier gevoerd zodat ze leesbaar en juist zijn. Alle registraties die in het kader van traceerbaarheid worden gedaan, worden op een dusdanige manier opgeslagen dat beschadiging of verlies wordt voorkomen en blijven minimaal 5 jaar bewaard. De opgevraagde gege vens zijn schriftelijk (op papier) te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De opgevraagde gegevens zijn digitaal te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De benodigde informatie – van klant naar inkoop en bijbehorende administraties (koelinggegevens, partijgegevens) – dient binnen 4 uur beschikbaar te zijn (recall 1e aanleg) De benodigde informatie – van inkooppartij/ bedrijfsruimte naar andere ingekochte partijen – dient binnen 8 uur beschikbaar te zijn (recall 2e aanleg) De benodigde informatie – van klant naar inkoop en bijbehorende administraties (koelinggegevens, partijgegevens) – dient binnen 2 uur beschikbaar te zijn (recall 1e aanleg) De benodigde informatie – van inkooppartij/ bedrijfsruimte naar andere ingekochte partijen – dient binnen 4 uur beschikbaar te zijn (recall 2e aanleg)
© Q-Point BV Januari 2003
B
B
B
B B B B H B B
Pagina XXXIV
H H
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid snijderij § §
§
§ § § § §
1
De inrichting van de locatie is erop gericht om contaminatie van producten te voorkomen. De bedrijfsruimten bij de snijderij krijgen elk een unieke code. Hierbij worden minimaal de volgende ruimten onderscheiden: - Ontvangstruimte - Opslag (iedere koelcel of ruimte krijgt aparte code) - Sorteerlijn1 - Waterbad(en) 2 - Snijlijn3 - Samenvoegingslijn - Verpakkingslijn/etiketteringslijn - Opslag kleinverpakking - Opslagplaats geblokkeerde producten - Expeditie De onderscheiden bedrijfsruimten worden voorzien van een duidelijk zichtbare visuele identificatie. De bedrijfsruimten bij de snijderij krijgen elk een unieke code. Hierbij worden minimaal de volgende ruimten onderscheiden: - Ontvangstruimte - Opslag (inclusief palletplaatsen) - Sorteerlijn4 - Waterbad(en) - Snijlijn - Samenvoegingslijn - Verpakkingslijn/etiketteringslijn - Opslag kleinverpakking - Opslagplaats geblokkeerde producten - Expeditie (dockplaatsen) De onderscheiden bedrijfsruimten worden voorzien van een duidelijk zichtbare visuele identificatie. Lay-out (overzicht) mogelijke routes van het af te leggen proces Lay-out (overzicht) gevolgde routes van het doorlopen proces Registratie van het onderhoud (snijapparatuur etc.) Geblokkeerde of afgekeurde producten worden in de daarvoor aangewezen ruimte geplaatst en voorzien van een formulier met reden van blokkade. Er vindt registratie plaats van de bestemming van geblokkeerde of afgekeurde producten gekoppeld aan de unieke partij identificatiecode inclusief registratie van het gewicht.
Versie 2
Basis Hoger
H
B
H
B H B B B
Indien van toepassing per waterbad dient aantoonbaar te zijn welke interne partij-identificatiecode en lotnummers in welk waterbad geweest zijn 3 per snijlijn dient aantoonbaar te zijn welke interne partij-identificatiecode en lotnummers door welke snijlijn geweest zijn 4 Indien van toepassing © Q-Point BV Pagina XXXV Januari 2003 2
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid snijderij § § §
Eventuele partijen product die retour komen (zowel intern van het bedrijf als van extern) worden voorzien van een nieuwe unieke partij identificatiecode gekoppeld aan de originele code alvorens herbestemming plaats vindt Registratie van herbewerkingen1 Het traceerbaarheids systeem alsmede de recall procedure wordt jaarlijks getest en waar nodig aangepast met verbeteringen.
Versie 2
Basis Hoger
B B B
1a) Ontvangst AGF § § § §
§ § § § § § § § § § §
Registratie van hoeveelheid en soort AGF + leverdatum partij Registratie van de NAW-gegevens van de leverancier (teler/telersvereniging/handelsbedrijf) Aanmaken interne partij-identificatiecode gekoppeld aan: - Leverdatum van de partij - NAW gegevens leverancier. Aanmaken interne partij-identificatiecode gekoppeld aan: - Partij-identificatiecode leverancier - Leverdatum van de partij - NAW-gegevens leverancier (+ telersnummer + KCB-nummer handelaar) Aanbrengen partij identificatiecode op iedere pallet (logistieke eenheid) Aanbrengen partij identificatiecode op iedere krat/ doos (handelseenheid) Opvraagbaarheid van registratie gewasbeschermingsmiddelen met productnaam, dosis en datum van toepassing bij de teler Opvraagbaarheid van registratie ggo/ non-ggo certificaat AGF Registratie/ Overnemen op nieuw label, van eventuele ggo identiteit op label geleverde AGF Registratie van de controlegegevens van de leverspecificaties met de inkoopspecificaties (kwaliteitscontrole) Het aantoonbaar apart houden van afwijkende partijen en registratie van de geconstateerde afwijkingen Registratie van de NAW-gegevens van de transporteur Het toekennen van partij- identificatiecode aan opslagplaats Het toekennen van partij- identificatiecode aan opslagplaatsnummers Het bijhouden van een voorraadbalans per product m.b.v. partijidentificatiecode
B B B
H B H H H B H B B B H H
1b) Ontvangst gesneden AGF § § §
Registratie van hoeveelheid en soort AGF + leverdatum partij Registratie van de NAW-gegevens van de leverancier (teler/telersvereniging/handelsbedrijf) Aanmaken interne partij-identificatiecode gekoppeld aan: - Leverdatum van de partij - NAW gegevens leverancier.
B B B
5
Indien van toepassing © Q-Point BV Januari 2003
Pagina XXXVI
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid snijderij §
§ § § § § § § § § §
Aanmaken interne partij-identificatiecode gekoppeld aan: - Partij-identificatiecode leverancier - Leverdatum van de partij - NAW gegevens leverancier (+ telersnummer + KCB- nummer handelaar) Aanbrengen partij identificatiecode op iedere pallet/ bak (logistieke eenheid) Aanbrengen partij identificatiecode op iedere krat/ doos (handelseenheid) Opvraagbaarheid van registratie gewasbeschermingsmiddelen met productnaam, dosis en datum van toepassing bij de teler Opvraagbaarheid van registratie ggo/ non-ggo certificaat AGF Registratie van de controlegegevens van de leverspecificaties met de inkoopspecificaties (kwaliteitscontrole) Het aantoonbaar apart houden van afwijkende partijen en registratie van de geconstateerde afwijkingen Registratie van de NAW-gegevens van de transporteur Het toekennen van partij- identificatiecode aan opslagplaats Het toekennen van partij- identificatiecode aan opslagplaatsnummers Het bijhouden van een voorraadbalans per product m.b.v. partijidentificatiecode
Versie 2
Basis Hoger
H B H H H H B B B H H
2) Opslag § §
Registratie per dag van alle partij- identificatiecodes en lotnummers die in opslag staan om te worden verzonden. Registratie van temperatuur per opslagplaatscode
H B
3) Sorteren (indien het voorkomt) §
Aanmaken lotnummers voor afsplitsingen van ingekochte partijen met koppeling naar het interne partij- identificatiecode. Registratie per lotnummer van de gegevens: - Originele partij- identificatiecode (voor inkoop) - Hoeveelheid - Sortering - Telersnummer of KCB-nummer De lotnummers worden aangemaakt voor aanvang van het sorteerproces 1 . § Aanmaken lotnummer per dag per product voor restproduct (afval/ uitval). Registratie van: - interne partij- identificatiecode - datum van aanmaken lotnummer
1
B
B
Indien van toepassing
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina XXXVII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Basis Hoger
Richtlijnen traceerbaarheid snijderij §
§
§
4) § §
§
5) § §
Er wordt iedere dag dat op het bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt gesorteerd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke interne partij- identificatiecode, de bijbehorende lotnummers -na sorteren- zijn ontstaan en het totale gewicht van het product dat bij het betreffende partij-identificatiecode /lotnummer hoort. Er wordt iedere dag dat op het bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt gesorteerd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke interne partij- identificatiecode de bijbehorende lotnummers zijn ontstaan en het totale gewicht van het product dat bij de betreffende code hoort. Het etiket/ kistkaart/ sticker wordt direct na het sorteren aangebracht op het fust en bevat minimaal het lotnummer en datum.
B
H
B
Wassen / schonen Registratie van interne partij-identificatiecode en bijbehorende lotnummers per productielijn (bad, goot of band) Registratie leegmelding productielijn Keuzemogelijkheid: - water continu verversen bij iedere partij - zuiveren en ontsmetten op basis van risico- inventarisatie Indien het water wordt hergebruikt alvorens het eerst te ontsmetten wordt de maximale gebruiksduur vastgesteld op basis van een bedrijfseigen risicoinventarisatie. Melding hergebruik water zonder ontsmetting wordt geregistreerd.
B B
B
Snijden Registratie van interne partij-identificatiecode en bijbehorende lotnummers per snijlijn Registratie leegmelding snij lijn
B B
6) Wassen § §
§
Registratie van interne partij-identificatiecode en bijbehorende lotnummers per productielijn (bad, goot of band) Registratie leegmelding productielijn Keuzemogelijkheid: - water continu verversen bij iedere partij - zuiveren en ontsmetten op basis van risico- inventarisatie Indien het water wordt hergebruikt alvorens het eerst te ontsmetten wordt de maximale gebruiksduur vastgesteld op basis van een bedrijfseigen risicoinventarisatie. Melding hergebruik water zonder ontsmetting wordt geregistreerd.
© Q-Point BV Januari 2003
B B
B
Pagina XXXVIII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid snijderij 7)
De opmaak van de lotnummers voor samenvoegen is uniek opgebouwd t.o.v. lotnummers die ontstaan bij sorteren. § Aanmaken lotnummers voor samenvoegen van ingekochte partijen/ uitgesorteerde lotnummers met koppeling naar het interne partijidentificatiecode/ lotnummer. Registratie per lotnummer van de gegevens: - Hoeveelheid De lotnummers worden aangemaakt voor aanvang van het samenvoegen1 . § Aanmaken lotnummers voor samenvoegen van ingekochte partijen/ uitgesorteerde lotnummers met koppeling naar het interne partijidentificatiecode. Registratie per lotnummer van de gegevens: - Hoeveelheid - Originele partij- identificatiecode bij toeleverancier - KCB nummer of telersnummer De lotnummers worden aangemaakt voor aanvang van het samenvoegen2 . § Er wordt iedere dag dat op het bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt samengevoegd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke interne partij- identificatiecode(s)/ lotnummers de nieuwe lotnummers –na samenvoegen- zijn ontstaan en het totale gewicht van het product dat bij de betreffende lotnummer hoort. § Er wordt iedere dag dat op het bedrijf (of onder verantwoordelijkheid van het bedrijf) wordt samengevoegd een overzicht samengesteld waarop valt te herleiden uit welke interne partij- identificatiecode(s) de bijbehorende lotnummers zijn ontstaan en het totale gewicht van het product dat bij de betreffende nummer hoort. 3 § Het etiket/ kistkaart/ sticker wordt direct na het sorteren aangebracht op het fust en bevat minimaal het lotnummer en datum.
§ § § §
1
Basis Hoger
Samenvoegen – drogen – samenvoegen
§
8)
Versie 2
B
B
H
B
H
B
Verpakken/ etiketteren Aanmaken nieuwe verpakkingscode voor elke nieuwe dag/ artikelcode combinatie met koppeling naar de interne partij- identificatiecode en of lotnummers. Registratie van de hoeveelheid verpakkingen waaruit de verpakkingscode bestaat. Aanmaken nieuwe verpakkingscode bij elke overgang van partijidentificatiecode lotnummer dat wordt gebruikt als ingrediënt, met koppeling naar de gebruikte combinatie partij- identificatiecode / lotnummers. Registratie van alle verpakkingscodes die gemaakt zijn aan de hand van een partij- identificatiecode/ lotnummer
B B
Indien van toepassing Indien van toepassing 3 De vlekwerking is kleiner door hele partijen te gebruiken, dit om de omvang van de recalls te beperken. © Q-Point BV Pagina XXXIX Januari 2003 2
H H
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid snijderij
Versie 2
Basis Hoger
§
Registratie van de hoeveelheid verpakkingen waaruit de verpakkingscode bestaat. § De sticker/ opdruk wordt direct na het verpakken aangebracht op de kleinverpakking en bevat minimaal de volgende gegevens: - NAW-gegevens - Klasse - Gewicht - Land van oorsprong - Sortering (indien van toepassing) - “L” + verpakkingscode - indien van toepassing: vermelding “dit product bevat ggo’s” § De pallets worden voorzien van een palletsticker direct na het verpakken en bevat minimaal de volgende gegevens: - NAW- gegevens - Product - “L” + verpakkingscode - Aantal / hoeveelheid kleinverpakkingen Indien op een pallet meerdere verpakkingscodes staan wordt van iedere verpakkingscode een aparte sticker geplakt § De pallets worden voorzien van een palletsticker direct na het verpakken en bevat minimaal de volgende gegevens: - NAW-gegevens - Product - “L” + verpakkingscode - Aantal / hoeveelheid kleinverpakkingen - Lotnummers/ partij- identificatiecode waaruit de verpakkingscode is opgebouwd. Indien op een pallet meerdere verpakkingscodes staan wordt van iedere verpakkingscode een aparte sticker geplakt en wordt tevens aangegeven op de sticker hoeveel verpakkingscodes op de pallet aanwezig zijn. 9) § §
H
B
B
H
Opslag kleinverpakking Registratie per dag van alle partij- identificatiecodes gekoppeld aan ordernummer die in opslag staan om te worden verzonden. Registratie van temperatuur per opslagplaatsnummer
H B
10) Order picken § §
Aanmaken nieuwe partij- identificatiecode voor elke nieuwe (samengestelde) order. Registratie van gehele partij- identificatiecode waaruit de nieuwe order is samengesteld inclusief hoeveelheden
© Q-Point BV Januari 2003
B B
Pagina XL
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid snijderij §
§ § 11) § § § § § §
Aanmaken van lotnummers voor afsplitsingen van ingekochte partijen met koppeling naar de originele partij- identificatiecode. Registratie van de gegevens: - Originele partij- identificatiecode teler - Hoeveelheid - Naam leverancier (indien afwijkend van teler) Registratie van alle lotnummers waaruit de nieuwe order is samengesteld Aanbrengen leverbon met ordernummer op iedere pallet
Versie 2
Basis Hoger
H
H B
Transport Het toewijzen van een ordernummer aan een afleveradres Het toewijzen van een ordernummer aan kenteken van de vrachtauto Afleverbon mee met fysiek product met registratie van: - NAW-gegevens klant/klantnummer - Ordernummer Afleverbon mee met fysiek product met registratie van: - NAW-gegevens klant/klantnummer - Ordernummer en onderliggende partij- identificatiecodes en lotnummers Registratie schoonmelding vrachtauto Historie van de belading van vrachtauto
© Q-Point BV Januari 2003
B B B
H B H
Pagina XLI
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Bijlage IX Richtlijnen traceerbaarheid distributiecentrum B = Basis niveau
H = Hoger niveau
Richtlijnen traceerbaarheid distributiecentrum
Basis Hoger
10) Algemeen §
§ §
§ § § § § § § § §
Indien niet de gehele productie traceerbaar wordt gemaakt wordt beschreven welke producten wel traceerbaar worden gemaakt. Bovendien worden traceerbare producten in tijd en plaats gescheiden van niet deelnemende producten. De partijen product zijn in alle stadia van het voortbrengingsproces (ontvangst, opslag, order picken en verzending) traceerbaar. Binnen het bedrijf worden procedures en werkinstructies opgesteld om de volgende zaken effectief te borgen: - Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden ten aanzien van traceerbaarheid, recall en het blokkeren van producten - Effectieve partijscheiding (fysiek en administratief) - Eenduidige en unieke productidentificatie binnen het bedrijf - Documentatie - Interne audit traceerbaarheid en test van traceerbaarheids systeem en recall procedure De procedures en werkinstructies worden door alle betrokken medewerkers begrepen en zijn volledig in de bedrijfsvoering geïmplementeerd Alle registraties worden op een dusdanige manier gevoerd zodat ze leesbaar en juist zijn. Alle registraties die in het kader van traceerbaarheid worden gedaan, worden op een dusdanige manier opgeslagen dat beschadiging of verlies wordt voorkomen en blijve n minimaal 5 jaar bewaard. De opgevraagde gegevens zijn schriftelijk (op papier) te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De opgevraagde gegevens zijn digitaal te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De benodigde informatie – van klant naar inkoop en bijbehorende administraties (koelinggegevens, partijgegevens) – dient binnen 4 uur beschikbaar te zijn (recall 1e aanleg) De benodigde informatie – van inkooppartij/ bedrijfsruimte naar andere ingekochte partijen – dient binnen 8 uur beschikbaar te zijn (recall 2e aanleg) De benodigde informatie – van klant naar inkoop en bijbehorende administraties (koelinggegevens, partijgegevens) – dient binnen 2 uur beschikbaar te zijn (recall 1e aanleg) De benodigde informatie – van inkooppartij/ bedrijfsruimte naar andere ingekochte partijen – dient binnen 4 uur beschikbaar te zijn (recall 2e aanleg)
© Q-Point BV Januari 2003
B
B
B
B B B B H B B H H
Pagina XLII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid distributiecentrum §
§
§ § § §
De bedrijfsruimten bij de handel krijgen elk een unieke code. Hierbij worden minimaal de volgende ruimten onderscheiden: - Ontvangstruimte - Opslag (iedere koelcel of ruimte krijgt aparte code) - Opslagplaats geblokkeerde producten - Expeditie De onderscheiden bedrijfsruimten worden voorzien van een duidelijk zichtbare visuele identificatie. De bedrijfsruimten bij de hand el krijgen elk een unieke code. Hierbij worden minimaal de volgende ruimten onderscheiden: - Ontvangstruimte - Opslag (inclusief palletplaatsen) - Opslagplaats geblokkeerde producten - Expeditie (inclusief dockplaatsen) De onderscheiden bedrijfsruimten worden voorzien van een duidelijk zichtbare visuele identificatie. Geblokkeerde of afgekeurde producten worden in de daarvoor aangewezen ruimte geplaatst en voorzien van een formulier met reden van blokkade. Er vindt registratie plaats van de bestemming van geblokkeerde of afgekeurde producten gekoppeld aan de unieke partij identificatiecode inclusief registratie van het gewicht. Eventuele partijen product die retour komen (zowel intern van het bedrijf als van extern) worden voorzien van een nieuwe unieke partij identificatiecode gekoppeld aan de originele code alvorens herbestemming plaats vindt Het traceerbaarheids systeem alsmede de recall procedure wordt jaarlijks getest en waar nodig aangepast met verbeteringen.
Versie 2
Basis Hoger
B
H
B B
B B
11) Ontvangst AGF § § § §
§ § § § §
Registratie va n hoeveelheid en soort AGF en leverdatum Registratie van de NAW-gegevens van de leverancier (teler, telersvereniging, handelaar, kleinverpakker of snijderij) Aanmaken interne partij-identificatiecode gekoppeld aan: - Leverdatum van de partij - NAW gegevens leverancier. Aanmaken interne partij identificatiecode gekoppeld aan: - partij- identificatiecode van de leverancier - leverdatum partij - NAW gegevens leverancier ( + eventueel telersnummer of kcb nummer) Aanbrengen partij identificatiecode op iedere pallet (logistieke eenheid) Aanbrengen partij identificatiecode op iedere krat/ doos (handelseenheid) Opvraagbaarheid van registratie gewasbeschermingsmiddelen met productnaam, dosis en datum van toepassing bij de kweker Opvraagbaarheid van registratie ggo/ non-ggo certificaat AGF Registratie/ Overnemen op nieuw label, van eventuele ggo identiteit op label geleverde AGF
© Q-Point BV Januari 2003
B B B
H B H H H B Pagina XLIII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid distributiecentrum § § § § § §
Registratie van de controlegegevens van de leverspecificaties met de inkoopspecificaties (kwaliteitscontrole) Het aantoonbaar apart houden van afwijkende partijen en registratie van de geconstateerde afwijkingen Registratie van de NAW-gegevens van de transporteur Het toekennen van partij- identificatiecodes aan opslagplaats Het toekennen van partij- identificatiecodes aan opslagplaatsnummers Het bijhouden van een voorraadbalans per product m.b.v. partijidentificatiecodes
Versie 2
Basis Hoger
H B B B H H
12) Opslag § §
Registratie per dag van alle partij identificatie codes gekoppeld aan ordernummer die in opslag staan om te worden verzonden. Registratie van temperatuur per opslagplaatsnummer
H B
13) Order picken § § §
§
§ § 4) § § § § § §
Aanmaken nieuw order nummer voor elke nieuwe (samengestelde) order. Registratie van alle partij identificatiecodes waaruit de nieuwe order is samengesteld inclusief hoeveelheden Aanmaken van lotnummers voor afsplitsingen van ingekochte partijen met koppeling naar de originele partij- identificatiecode. Registratie van de gegevens: - Hoeveelheid Aanmaken van lotnummers voor afsplitsingen van ingekochte partijen met koppeling naar de originele partij- identificatiecode. Registratie van de gegevens: - Hoeveelheid - Naam leverancier Registratie van alle lotnummers waaruit de nieuwe order is samengesteld Aanbrengen leverbon met ordernummer/ unieke code op iedere pallet
B B
B
H
H B
Transport Het toewijzen van een ordernummer aan een afleveradres Het toewijzen van een ordernummer aan kenteken van de vrachtauto Afleverbon mee met fysiek product met registratie van: - NAW gegevens - Ordernummer Afleverbon mee met fysiek product met registratie van: - NAW gegevens - Ordernummer en onderliggende partij- en lotnummers Registratie schoonmelding vrachtauto Historie van de belading van vrachtauto
© Q-Point BV Januari 2003
B B B
H B H Pagina XLIV
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Bijlage X Richtlijnen traceerbaarheid supermarktoutlet B = Basis niveau
H = Hoger niveau
Richtlijnen traceerbaarheid supermarktoutlet
Basis Hoger
14) Algemeen §
§ §
§ § § § § §
§
Indien niet de gehele productie traceerbaar wordt gemaakt wordt beschreven welke producten wel traceerbaar worden gemaakt. Bovendien worden traceerbare producten in tijd en plaats gescheiden van niet deelnemende producten. De partijen product zijn traceerbaar van ontvangst, opslag tot het moment van uitstalling op de winkelvloer. Binnen het bedrijf worden procedures en werkinstructies opgesteld om de volgende zaken effectief te borgen: - Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden ten aanzien van traceerbaarheid, recall en het blokkeren van producten - Effectieve partijscheiding (fysiek en administratief) - Eenduidige en unieke productidentificatie binnen het bedrijf - Documentatie - Interne audit traceerbaarheid en test van traceerbaarheids systeem en recall procedure De procedures en werkinstructies worden door alle betrokken medewerkers begrepen en zijn volledig in de bedrijfsvoering geïmplementeerd Alle registraties worden op een dusdanige manier gevoerd zodat ze leesbaar en juist zijn. Alle registraties die in het kader van traceerbaarheid worden gedaan, worden op een dusdanige manier opgeslagen dat beschadiging of verlies wordt voorkomen en blijven minimaal 5 jaar bewaard. De opgevraagde gegevens zijn schriftelijk (op papier) te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De opgevraagde gegevens zijn digitaal te overhandigen binnen de daarvoor gestelde tijdslimiet De bedrijfsruimten bij de supermarkt krijgen elk een unieke code. Hierbij worden minimaal de volgende ruimten onderscheiden: - Ontvangstruimte - Opslag (indien van toepassing, iedere koelcel of ruimte krijgt aparte code) - Opslagruimte geblokkeerde producten - Uitstalling winkel De onderscheiden bedrijfsruimten worden voorzien van een duidelijk zichtbare visuele identificatie. Indien niet voorzien wordt in een aparte ruimte voor geblokkeerde producten wordt eventueel geblokkeerd product apart gezet en wordt de partij voorzien van een blokkadeformulier dat duidelijk zichtbaar is
© Q-Point BV Januari 2003
B
B
B
B B B B H
B
B
Pagina XLV
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Richtlijnen traceerbaarheid supermarktoutlet §
Geblokkeerde partijen of partijen waarvoor een recall verzoek binnen komt worden binnen 1 uur van de winkelvloer gehaald
Versie 2
Basis Hoger
B
1) Ontvangst AGF § § § § § § §
Registratie van hoeveelheid en soort AGF + leverdatum partij Registratie van de NAW-gegevens van de leverancier (DC) Aanbrengen levernummer (van het DC) op iedere krat Voorraadbalans per dag bijhouden aan de hand van de aanwezige en aangekomen leveringsnummers (van het DC) Registratie van de controlegegevens van de leverspecificaties met de inkoopspecificaties (kwaliteitscontrole) Het aantoonbaar apart houden van afwijkende partijen en registratie van de geconstateerde afwijkingen Registratie van de NAW-gegevens van de transporteur en kenteken.
B B B B H B B
2) Opslag § §
Registratie van ordernummers aan opslagplaats Registratie van temperatuur per opslagplaatscode
B B
3) Uitstalling § §
Kistkaart bewaren zodra producten uitgestald worden Registratie van alle kistkaarten op datum
B H
4) Afwegen (indien onverpakte AGF)
5) §
Betaling Gegevens van scandata (kassa) koppelen aan de ordernummers van het DC op basis van de gegevens van outlet
© Q-Point BV Januari 2003
H
Pagina XLVI
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Bijlage XI Aanbevelingen voor Optimalisering van Traceerbaarheid in de Keten Vaste Keten = VK
Flexibele Keten (of deels vaste keten) = FK
Aanbevelingen voor optimalisatie van traceerbaarheid in de keten
§ § §
§
§
§
Alle registraties die hier genoemd worden, worden minimaal 5 jaar bewaard. De schakel die op een bepaald moment wettelijk of fysiek aansprakelijk is voor een bepaalde partij product is ook verantwoordelijk voor de traceerbaarheidsinformatie. Iedere schakel in de keten heeft een overzicht van de gehele mogelijke keten. Deze keten wordt onder een gemeenschappelijk uniek referentienummer bekend gemaakt indien de schakel levert aan meerdere vaste ketens. De originele partij die bij de teler ontstaat door de combinatie van locatie/ oogstdatum wordt mag worden samengevoegd met partijen van dezelfde teler van een andere oogstdatum na de teler. De nieuw ontstane partij wordt opnieuw voorzien van een nieuwe unieke partij identificatiecode waaruit eenduidig valt op te maken dat de betreffende partij een samengevoegde partij is. Aangegeven wordt uit welke partijen de nieuwe partij is ontstaan. Deze gegevens worden in iedere navolgende schakel overgenomen. Het is toegestaan de partij op te splitsen (gehele partij houdt wel maar 1 klant!). De nieuw ontstane partijen worden opnieuw voorzien van nieuwe unieke partij identificatiecodes waaruit eenduidig valt op te maken dat de betreffende partijen afsplitsingen zijn van een andere partij. Aangegeven wordt uit welke partij de nieuwe partij is ontstaan. Deze gegevens worden in iedere navolgende schakel overgenomen. De originele partij die bij de teler ontstaat bij oogst mag niet worden samengevoegd met andere partijen en wordt telkens als één geheel verkocht tot aan de verwerking bij kleinverpakker of snijderij.
© Q-Point BV Januari 2003
Handel
Klein Snijderij verpakker
VK, FK
VK, FK
VK, FK
VK,FK
VK,FK
VK,FK
VK
VK
VK
VK
VK
VK
VK
VK
VK
FK
FK
Pagina XLVII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Aanbevelingen voor optimalisatie van traceerbaarheid in de keten §
§
§
§
§
De originele partij die bij de teler ontstaat bij oogst mag worden opgesplitst op enig moment in de keten. De nieuw ontstane partijen worden opnieuw voorzien van nieuwe unieke partij identificatiecodes, waaruit eenduid ig valt op te maken dat de betreffende partijen afsplitsingen zijn van een andere partij. Voorwaarde is dat de opgesplitste partij daarna niet meer met andere partijen wordt samengevoegd. Het afgesplitste gedeelte dat niet naar kleinverpakker of snijderij volgt verder de regels die van toepassing zijn voor partijen uit flexibele ketens die alleen via de handel naar de klant gaan. De originele partij die bij de teler ontstaat bij oogst mag worden samengevoegd met andere originele partijen van telers bij oogst. De nieuw ontstane partij wordt opnieuw voorzien van een unieke partij identificatiecode waaruit eenduidig valt op te maken dat de betreffende partij een samengevoegde partij is. Voorwaarde hiervoor is dat de partij daarna niet meer in de keten wordt opgesplitst voordat hij bij het distributiecentrum van de retailer aankomt. De originele partij die bij de teler ontstaat bij oogst mag worden opgesplitst tot meerdere nieuwe partijen. De nieuw ontstane partijen worden opnieuw voorzien van unieke partij identificatiecodes, waaruit eenduidig valt op te maken dat de betreffende partijen afsplitsingen zijn van een andere partij. Voorwaarde hiervoor is dat de partij daarna niet meer in de keten wordt opgesplitst voordat hij bij het distributiecent rum van de retailer aankomt De opbouw van de unieke codering van de geleverde partij wordt met de teler afgesproken en blijft van oogstmoment tot aan de verwerking hetzelfde. De minimale gegevens op het label zijn beschreven in de richtlijnen voor traceerbaarheid voor de soorten schakels. De opbouw van de unieke codering wordt analoog aan de opgestelde richtlijnen zoals beschreven in de guidelines van Fresh Produce Traceability Project van UCC/EAN international. Met behulp van de volgende AI’s: - nog nader in te vullen
Versie 2
Handel
Klein Snijderij verpakker
FK
FK
VK
VK
VK
FK,VK
FK,VK
FK,VK
FK
FK
De optimalisering van traceerbaarheid in het ketennetwerk is grotendeels afhankelijk van het feit of er met vaste partners in de keten wordt samengewerkt. Hieronder worden een aantal adviezen beschreven voor de situatie in een ketennetwerk met vaste partners en voor een flexibele keten met beperkt vaste relaties of daghandel. Deze zijn tevens beschreven voor drie groepen; handel, kleinverpakker en snijderij. Per regel wordt aangegeven in welke situaties dit van toepassing is.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina XLVIII
“Praktische implementatie Tracking & Tracing in de groenten en fruit”
Versie 2
Uitgangspunten: § Werken met een reactief systeem. § Centrale data opslag voor een complete sector in het geval van flexibele keten is nu nog niet aan de orde. In het beschreven systeem wordt een oplossing gevonden in het meegeven van de reactieve informatie aan de fysieke goederenstroom. Daarnaast wordt deze informatie decentraal opgeslagen en aangevuld waar nodig. Nadeel bij flexibele ketens is dat downstream tracing na de eerste afnemer en tracking wordt bemoeilijkt. § Werken met een datastandaard die in een flexibele keten is geaccepteerd in de gehele groenten- en fruitsector en retail, of wordt geaccepteerd en gedragen door de betrokken partijen in een vaste keten.
© Q-Point BV Januari 2003
Pagina XLIX