®
Grip op CareLink Een praktisch stappenplan voor het gebruik van CareLink Personal
Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan I 1
Inhoudsopgave grip op carelink Een praktisch stappenplan.................................... 1 Voorbereiding & CareLink®-instellingen....... 2-7 Basishandelingen.................................................. 8-9 Hypo- en hyperglykemiën..............................10-17 Verbeterpunten behandeling...................... 18-19
Grip op CareLink® - Een praktisch stappenplan voor het gebruik van CareLink® Personal Deze handleiding is ontwikkeld in samenwerking met een groep professionele zorgverleners die allemaal ervaren zijn in het gebruik van CareLink®. De handleiding beschrijft één van de manieren waarop CareLink® Personal kan worden gebruikt voor het verbeteren van insulinepomptherapie voor zowel patiënten die gebruik maken van continue glucosemonitoring (CGM) als patiënten die geen gebruik maken van CGM. De afbeelding toont een stappenplan die u bij het gebruik van CareLink® kunt toepassen. De verschillende stappen worden verderop in deze handleiding uitgebreider uitgelegd.
VOORBEREIDING & CareLink®-INSTELLINGEN
Basishandelingen Wat gaat er goed? & aandachtspunten
HYPO- & HYPERGLYKEMIËN
Patronen & mogelijke oorzaken
Verbeterpunten Behandeling Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan I 1
Voorbereiding Lees uw insulinepomp thuis uit
VOORBEREIDING & CareLink®-INSTELLINGEN
Basishandelingen Wat gaat er goed? & aandachtspunten
HYPO- & HYPERGLYKEMIËN
Zorg ervoor dat u uw insulinepomp thuis uitleest voorafgaand aan uw polibezoek. Op deze manier hoeft u niet naar het ziekenhuis om uw insulinepomp uit te lezen en kunt u zelf uw rapporten genereren. Bespreek met uw arts of diabetesverpleegkundige hoe vaak u uw insulinepomp het beste kunt uploaden. Rapporten bekijken met het stappenplan Naast het thuis uploaden van uw insulinepomp kunt u uw rapporten bekijken. Gebruik hiervoor het stappenplan en het invulformulier. Het invulfomulier dient u naar uw diabetesverpleegkundige te sturen voorafgaand aan uw polibezoek. Een voorbeeld van het invulformulier vindt u op pag. 20
Patronen & mogelijke oorzaken
CareLink®-INSTELLINGEN: voorkeuren Verbeterpunten Behandeling
Standaardvoorkeuren Bij de standaardvoorkeuren kunt u o.a. de volgende voorkeuren instellen: • BG*-eenheden: selecteer de gewenste eenheid voor het weergeven van uw bloedglucosemeetwaarden in dit systeem. Kies hier voor mmol/l (millimol per liter). • B G-streefbereik Hoog: het systeem gebruikt het BG-streefbereik Hoog om in rapporten de bovengrens aan te geven van het normale bereik voor uw bloedglucosemeetwaarden. Voer de bloedglucosemeetwaarde in waarboven volgens uw arts of diabetesverpleegkundige bij u sprake is van een te hoge bloedglucosespiegel – uw BG-bovengrens. Als startinstelling kunt u een bovengrens van 11,1 mmol/l hanteren. * BG = Bloedglucose
2 I Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan
• BG-streefbereik Laag: het systeem gebruikt het BGstreefbereik Laag om in rapporten de ondergrens aan te geven van het normale bereik voor uw bloedglucosemeetwaarden. Voer de bloedglucosemeetwaarde in waaronder volgens uw arts of diabetesverpleegkundige bij u sprake is van een lage bloedglucosespiegel – uw BG-ondergrens. Als startinstelling kunt u een ondergrens van 4,0 mmol/l hanteren. • H ypo-drempel: voer de bloedglucosemeetwaarde in waaronder volgens uw arts of diabetesverpleegkundige bij u sprake is van hypoglykemie – uw hypo-drempel. Als startinstelling kunt u een ondergrens van 3,9 mmol/l hanteren. • K H-eenheden: selecteer de gewenste eenheid voor het invoeren en weergeven van koolhydraten in dit systeem. Kies hier voor Gram.
Opmerking De waarden voor uw BG-streefbereik Hoog en Laag in de rapporten hoeven niet hetzelfde te zijn als het streefbereik in uw insulinepomp. Raadpleeg uw arts of diabetesverpleegkundige voor de bepaling van uw boven-, ondergrens en hypo-drempel.
Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan I 3
Voorkeuren dagtijdvakken
VOORBEREIDING & CareLink®-INSTELLINGEN
Basishandelingen Wat gaat er goed? & aandachtspunten
HYPO- & HYPERGLYKEMIËN
Patronen & mogelijke oorzaken
Verbeterpunten Behandeling
4 I Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan
U kunt de begintijd invoeren voor elk van de acht tijdvakken die worden gebruikt in het rapport "BG modale dag per tijdvak". Dit is een handig rapport om eventuele hypo- en hyperglykemiën te herkennen indien u geen glucosesensor gebruikt. U kunt de tijdvakken instellen zoals u wilt, als ze maar in chronologische volgorde blijven staan: tijdvak 1 begint vóór tijdvak 2, tijdvak 2 begint vóór tijdvak 3, enzovoort. De volgorde van de begintijden moet gehandhaafd blijven. Voorkeuren dagtijdvakken - geavanceerd U kunt alle tijdvakken en streefbereiken invoeren die worden gebruikt voor het rapport "Sensoroverlay per maaltijd". Dit is een handig rapport om eventuele hypo- en hyperglykemiën te herkennen voor en na de maaltijd indien u een glucosesensor gebruikt. Bij de SG-streefbereiken kunt u voor elk van de drie maaltijdvakken een streefbereik Voor en Na de maaltijd invoeren. Voor de tijdvakken "Avond" en "Nacht" geldt één enkel streefbereik. U kunt de tijdvakken instellen zoals u wilt, als ze maar in chronologische volgorde blijven staan. Overleg met uw arts of diabetesverpleegkundige hoe u uw tijdvakken het beste kan instellen.
Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan I 5
CareLink®-INSTELLINGEN: RAPPORTEN GENEREREN Groepsrapportage en rapportageperiode
VOORBEREIDING & CareLink®-INSTELLINGEN
U kunt de rapporten die u wilt bekijken eenvoudig genereren door gebruik te maken van de functie Groepsrapportage. U vinkt de gewenste rapporten aan, u klikt op "Starten" en vervolgens worden alle geselecterde rapporten in één PDF rapport weergegeven. Deze PDF kunt u op het scherm bekijken, uitprinten en/of opslaan.
Basishandelingen
We raden aan als rapportageperiode "Laatste 2 weken" te gebruiken, aangezien het lastig is gegevens langer dan twee weken te bekijken en hiermee kunt u ook wekelijkse patronen zien. Daarnaast is het belangrijk om alleen een periode met gegegevens te selecteren, dus het meest handige is om de rapporten te genereren direct nadat u uw insulinepomp heeft geupload.
Wat gaat er goed? & aandachtspunten
HYPO- & HYPERGLYKEMIËN
Patronen & mogelijke oorzaken
Verbeterpunten Behandeling
6 I Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan
Rapporten selectie indien u geen glucosesensor draagt
Rapporten selectie indien u een glucosesensor draagt
Indien u geen glucosesensor draagt zijn er een aantal handige rapporten om te bekijken. Voor het volgen van het stappenplan hebben we de volgende vier rapporten voor u geselecteerd: "Samenvatting, Dagoverzicht, Tijdvakken modale dag en Apparaatinstellingen".
Indien u een glucosesensor draagt zijn er een aantal handige rapporten om te bekijken. Voor het volgen van het stappenplan hebben we de volgende vijf rapporten voor u geselecteerd: "Samenvatting, Dagoverzicht, Apparaatinstellingen, Sensoroverlay per dag en Sensor-overlay per maaltijd".
Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan I 7
BASISHANDELINGEN Gebruik het rapport "Samenvatting" om de volgende basishandelingen te bekijken:
VOORBEREIDING & CareLink®-INSTELLINGEN
Basishandelingen Wat gaat er goed? & aandachtspunten
HYPO- & HYPERGLYKEMIËN
Patronen & mogelijke oorzaken
1. Aantal BG-metingen Het aantal BG-metingen is belangrijk om te kunnen vaststellen wanneer uw bloedglucose te hoog of te laag is en om eventuele patronen hierin te kunnen bepalen. Indien u de sensor gebruikt: de nauwkeurigheid van de sensor is afhankelijk van correcte en voldoende kalibraties. 2. Aantal Bolussen Het aantal bolussen is belangrijk omdat er voor elke koolhydraatinname (eten en drinken) gebolust dient te worden. 3. Bolus Wizard® (BW) Voor elke bolus dient u de BW te gebruiken met de juiste BW instellingen.
Verbeterpunten Behandeling
4. Verwisseling infusieset (infuusset) Indien u uw infusieset niet verwisseld volgens voorschrift (om de 2-3 dagen* verwisselen), kan niet de juiste hoeveelheid en werking van de insuline worden gegarandeerd . 5. Gebruik glucosesensor (alleen voor patiënten die een sensor dragen) Indien u de sensor te weinig draagt zullen de voordelen van het gebruik van de CGM functies op uw insulinepomp beperkt zijn. Daarnaast krijgt u minder inzicht in glucosepatronen en – fluctuaties. Advies is dat de sensor minimaal 5 volledige dagen per week gedragen wordt. * De U.S. Centers for Disease Control and Prevention (CDC - Amerikaanse centra voor ziektepreventie) raden aan de infusieset één keer per 48 à 72 uur te vervangen
8 I Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan
Samenvatting 31-jan – 13-feb-2012
Pomp: Paradigm Veo - 554
(14 dagen)
HbA1c: Geen gegevens
Opmerking Overleg met uw arts of diabetesverpleegkundige welke criteria voor uw basishandelingen gelden, afgestemd op uw dagelijkse activiteiten en persoonlijke behoefte.
Meter: Paradigm-systeem Meter: Paradigm-systeem
Sensor: In gebruik
Glucose - hoog/laag/gemiddeld (mmol/l) Binnen bereik
Statistieken di BG/SG 31-jan Gemiddeld 5,6 Hoog 6,7 Laag 4,4 Standaarddev. 0,8 Aantal 6 meetwaarden Aantal hypo0 overschrijdingen
Buiten bereik
Meter (BG)
Sensor (SG)
Streefbereik
Hypo
Verdeling
wo 1-feb 6,1 12,8 2,4 2,8
do 2-feb 6,7 11,0 3,7 2,4
vr 3-feb 10,0 20,9 3,7 6,4
za 4-feb 9,7 27,0 6,1 7,7
zo 5-feb 11,5 20,0 5,7 6,1
9
9
5
6
6
8/62
12/288
8/288
9/264
8/237
13/282
12/184
8/288
2
0
0
0
0
0/0
1/2
0/1
2/3
0/0
0/0
0/0
0/0
Opmerking kijk eerst naar de basishandelingen waarvan u vindt dat ze goed gaan. Vervolgens naar de handelingen die u zou moeten verbeteren.
ma di wo do vr za zo ma Gemiddelde 6-feb 7-feb 8-feb 9-feb 10-feb 11-feb 12-feb 13-feb of totaal 11,1/10,3 5,7/8,2 9,5/8,8 6,7/5,4 5,7/7,4 10,1/6,5 12,4/10,5 15,7/13,2 9,0/8,6 21,4/17,8 10,3/15,0 17,6/16,4 13,6/13,1 12,1/12,2 26,3/22,0 28,0/16,2 29,9/20,9 29,9/22,0 5,7/5,6 2,6/3,1 5,1/3,0 2,5/2,2 3,8/3,3 3,6/3,3 6,0/4,6 6,4/3,9 2,4/2,2 6,0/3,2 2,0/3,4 4,2/2,7 3,8/3,1 2,6/2,7 8,2/3,6 7,7/2,7 7,9/4,8 6,3/4,2
1
119/1.893 5/6
5
Insulinetoediening (eenheden)
1. Aantal BG-metingen 5. G ebruik glucosesensor (alleen voor patiënten die een sensor dragen)
Totaal (E) Bolus (%) Basaal (%) als ≥ 50
Insulinetotaal Basale insuline Bolusinsuline Aantal bolussen Gem. bolus Vulhoeveelheid Aantal Laag: pompstop
di 31-jan 11,7 5,8 5,9
wo 1-feb 19,1 5,8 13,3
do 2-feb 13,1 5,0 8,1
vr 3-feb 19,1 5,8 13,3
za 4-feb 23,0 5,8 17,2
zo 5-feb 15,5 5,8 9,7
ma 6-feb 18,4 5,8 12,6
di 7-feb 20,0 5,8 14,2
wo 8-feb 16,2 5,8 10,4
do 9-feb 15,9 5,0 10,9
vr 10-feb 14,0 5,8 8,2
za 11-feb 23,6 4,4 19,2
zo 12-feb 28,1 5,7 22,4
ma 13-feb 17,1 5,8 11,3
Gemiddelde of totaal 18,2 5,6 12,6
4
4
5
5
5
4
8
7
5
4
4
9
10
7
5,79
1,48
3,32
1,62
2,66
3,44 5,3
2,42
1,58 5,4
2,03
2,08 10,2
2,72
2,05
2,13
2,24 6,2
1,61 3,5
2,18 6,12
98
206
122
142
203
141
142
220
114
158
126
279
231
77
2. Aantal Bolussen 2
4. Verwisseling infusieset (infuusset)
4
Logboek
KH (gram) Lichaamsbew. (min) Infusiesetverv.
161 N.v.t. 0
Pagina: 1
Afgedrukt: 1-2-13, 10:25
Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan I 9
HYPO- EN HYPERGLYKEMIËN
VOORBEREIDING & CareLink®-INSTELLINGEN
De volgende stap is het opsporen van patronen van hypo- en hyperglykemiën (momenten dat uw bloedglucose vaker te laag of te hoog is) en het vaststellen van een mogelijke oorzaak voor elk van deze problemen. Patronen vastellen
Basishandelingen Wat gaat er goed? & aandachtspunten
Kijk bij het vaststellen van patronen naar: Hypoglykemiën (bloedglucosewaarde lager dan 3,9 mmol/L)* • Herkent u een patroon van hypoglykemiën in de nacht? • Herkent u een patroon van hypoglykemiën vóór de maaltijd?
HYPO- & HYPERGLYKEMIËN
Patronen & mogelijke oorzaken
• Herkent u een patroon van hypoglykemiën na de maaltijd? Hyperglykemiën (bloedglucosewaarde hoger dan 11,1 mmol/L)* • Herkent u een patroon van hyperglykemiën in de nacht?
Verbeterpunten Behandeling
• Herkent u een patroon van hyperglykemiën vóór de maaltijd? • Herkent u een patroon van hyperglykemiën 2 uur na de maaltijd?
* Standards of Medical Care in Diabetes 2012, DIABETES CARE, VOLUME 35, SUPPLEMENT 1, JANUARY 2012 10 I Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan
Stel de patronen vast - indien u uw bloedglucoseregulatie controleert met een bloedglucosemeter Hiervoor kunt u het onderstaande rapport "BG modale dag per tijdvak" gebruiken. Dit rapport toont de bloedglucosetrends per periode van de dag: vóór en na de maaltijden, avond en nacht. U kunt patronen van hypo- en hyperglykemiën vaststellen door na te gaan in welke tijdvakken u vaker te hoog of te laag zit. BG modale dag per tijdvak 3-jan – 16-jan-2013 (14 dagen)
HbA1c: Geen gegevens
1. BG-meetwaarden voor elk tijdvak
Hoog/laag/gemiddeld per tijdvak (mmol/l) Binnen bereik
1
Buiten bereik
Hypo
Streefbereik
Gem.
Hypo-grens
In de bovenste grafiek ziet u uw gemiddelde, hoogste en laagste BG-meetwaarde voor elk tijdvak. Hiermee kunt u zien in welke tijdvakken u gemiddeld vaker te hoog of te laag zit. Daarnaast kunt u zien in welke tijdvakken er grote verschillen zijn tussen uw laagste en hoogste BG-meetwaarde. 2. BG-meetwaarden over de rapportageperiode
Meetwaarden (mmol/l) Buiten grafiekbereik
Streefbereik
Gem.
Hypo-grens
2
In de middelste grafiek vindt u al uw BG-meetwaarden over de rapportageperiode op de tijdstippen dat u een BG-meting hebt uitgevoerd. Daarnaast ziet u uw streefbereik van normale bloedglucosewaarden in het groene gebied. Dit is afhankelijk van wat u bij "voorkeuren" hebt ingesteld.
Overzicht (BG in mmol/l)
3
1
3. Overzicht bloedglucose
2
3
4
5
6 Na avondeten 12,4 12,4
Vóór ontbijt
Na ontbijt
BG-gemiddelde
9,5
11,7
8,9
9,6
Vóór avondeten 18,2
BG hoog
13,6
30,1
18,1
16,5
32,9
Vóór lunch
Na lunch
7
8
Avond
Nacht
9,2
12,8
Gemiddelde / totaal 11,5
24,9
22,5
32,9
BG laag
3,6
2,6
3,9
2,6
4,4
12,4
2,9
3,6
Standaarddev.
3,6
8,5
4,9
4,1
8,2
N.v.t.
6,7
6,5
7,1
Aantal meetwaarden
8
9
11
14
14
1
13
5
75,0
Aantal hypo's
0
1
0
1
0
0
2
0
4
2,6
In de onderste tabel ziet u een aantal bloedglucose statistieken, zoals uw BG-gemiddelde, uw hoogste en laagste BG-meetwaarde en het aantal BG-meetwaarden verdeeld over acht tijdvakken.
Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan I 11 Pagina: 1
Afgedrukt: 31-1-13, 15:08
Stel de patronen vast - indien u een glucosesensor gebruikt
VOORBEREIDING & CareLink®-INSTELLINGEN
Gebruik het rapport "Sensor-overlay per dag" en "Sensor-overlay per maaltijd" om eventuele patronen vast te stellen van hypo- en hyperglykemiën met behulp van uw Sensor-overlay per dag 7-feb – 13-feb-2012 sensorglucosewaarden. (7 dagen) HbA1c: Geen gegevens
Basishandelingen Wat gaat er goed? & aandachtspunten
HYPO- & HYPERGLYKEMIËN
Patronen & mogelijke oorzaken
Verbeterpunten Behandeling
12 I Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan
Het rapport "Sensor-overlay per dag" legt uw sensorglucosewaarden van elke dag over elkaar heen en laat uw gemiddelde sensorglucoseverloop zien van de afgelopen 7 dagen. U kunt eventuele patronen van hypo- en hyperglykemiën vaststellen door na te gaan wanneer u gemiddeld vaker te hoog of te laag zit. Daarnaast kunt u zien welke dagen afwijken van uw gemiddelde sensorglucoseverloop. Het rapport "Sensor-overlay per maaltijd" legt uw sensorglucosewaarden van elke dag over elkaar heen en laat uw gemiddelde sensorglucoseverloop zien van de afgelopen 7 dagen vóór en na elke maaltijd. Hiermee kunt u eventuele patronen van hypo- en hyperglykemiën vóór en na de maaltijden vaststellen.
Sensorgegevens (mmol/l) 7-2-12
8-2-12
Aantal sensorwaarden SG hoog (mmol/l) SG laag (mmol/l) SG gemiddeld (mmol/l) Standaarddev. Gem. absolute afwijking % Aantal geldige kalibraties
9-2-12
10-2-12
11-2-12
12-2-12
13-2-12
ma 13 feb 288 20,9 3,9 13,2 4,8
Gem.
di 7 feb 288 15,0 3,1 8,2 3,4
wo 8 feb 288 16,4 3,0 8,8 2,7
do 9 feb 264 13,1 2,2 5,4 3,1
vr 10 feb 237 12,2 3,3 7,4 2,7
za 11 feb 282 22,0 3,3 6,5 3,6
zo 12 feb 184 16,2 4,6 10,5 2,7
Gemiddelde / totaal 1.831 22,0 2,2 8,5 4,2
11,1
10,5
19,5
13,8
10,9
12,9
9,1
12,2
3
3
3
3
4
3
4
23
Overzicht overschrijdingen di 7 feb Aantal overschrijdingen 4 Aantal overschrijdingen 2 naar boven hypoHbA1c:Aantal Geen gegevens2 overschrijdingen OOC boven grens OOC onder grens
wo 8 feb do 9 feb vr 10 feb Sensor-overlay per maaltijd 3 6 0 7-feb – 213-feb-2012 3 0
(7 dagen)
1,53 0,04
Overlay per maaltijd (mmol/l)
1
3
1,48 0,03
0,52 0,50
Ontbijt Verdeling duur (hh:mm)
za 11 feb 3
zo 12 feb 0
3
0 : 0,94 0,01
ma 13 feb 3
0
Gemiddelde / totaal 19
3
13
0
0
0
6
0,90 0,03
2,84 0,00
5,47 0,00
1,95 0,09
Avondeten
Lunch
Gem. 7-2 8-2 9-2
Boven 8,0 Binnen (3,9 - 8,0) Onder 3,9
11:55 10:10 1:55
50% 42% 8%
17:20 5:35 1:05
72% 23% 5%
4:45 6:00 11:15
22% 27% 51%
6:45 12:25 0:35
34% 63% 3%
4:10 16:10 3:10
18% 69% 13%
13:10 2:10 0:00
86% 14% 0%
19:10 4:50 0:00
80% 20% 0%
10-2 77:15 51% 11-2 57:20 37% 18:0012-212% 13-2
Pagina:1
Bereik SG-gemiddelde SG hoog SG laag Standaarddev. Aantal meetwaarden
Nacht 03:00 - 06:00 5,6 - 8,3 9,1 20,1 2,2 4,5 252
Afgedrukt:1-2-13, 10:25
Vóór ontbijt
Na ontbijt
Vóór lunch
Na lunch
3,9 - 7,2 7,0 11,9 2,5 3,1
5,6 - 8,9 6,3 14,9 2,2 3,4
3,9 - 7,2 8,5 13,8 3,8 2,8
5,6 - 8,9 6,2 11,1 3,2 2,6
84
168
72
144
Vóór avondeten 3,9 - 7,2 8,2 15,8 3,6 4,0 60
Avond 23:00 - 03:00 5,6 - 8,3 9,7 20,7 3,0 5,0
126
307
Onder streefbereik
Daggemiddelde per maaltijd (mmol/l)
di 7-feb wo 8-feb do 9-feb vr 10-feb
5,6 - 8,9 11,2 20,5 4,0 4,3
Na avondeten
Nacht
Vóór ontbijt
Na ontbijt
Vóór lunch
Na lunch
11,4 8,5 2,5 8,0
7,8 10,4 2,6 3,8
5,8 5,7 3,7 4,9
8,9 9,6 9,3 5,7
3,8 10,6 3,8 6,3
Vóór avondeten 4,8 14,2 6,5 N.v.t.
Binnen bereik
Na avondeten
Avond
10,8 7,2 10,2 11,4
8,3 3,4 11,8 6,1
Alle tijdvakken 8,5 20,7 2,2 4,4 1.213
Boven streefbereik Alle tijdvakken 8,1 7,5 6,5 6,8
Stel de mogelijke oorzaken vast Wanneer de patronen van hypo- en hyperglykemiën zijn vastgesteld, probeer dan na te gaan wat de mogelijke oorzaak zou kunnen zijn van deze patronen:
Wat is er gebeurd? Wat zou de oorzaak kunnen zijn?
Op pagina 14 en 15 staan de meest voorkomende bijdragende factoren voor een aantal hypo- en hyperglykemische patronen.
Opmerking • CareLink® laat alleen gegevens zien die door uw insulinepomp verzameld zijn. Dit betekent dat gegevens over maaltijden die u niet hebt ingevoerd, niet te zien zijn. • De weergegeven pompinstellingen zijn de pompinstellingen op het moment dat de pomp geüpload is naar CareLink®. Het betekent niet dat dit de instellingen waren gedurende de gehele rapportageperiode.
Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan I 13
Stel de mogelijke oorzaak vast van hypoglykemische patronen
VOORBEREIDING & CareLink®-INSTELLINGEN
Patronen
Veel voorkomende bijdragende factoren
Hypoglykemiën in de nacht
• Te hoge basale snelheid tijdens de nacht • Avondbolussen • Lichaamsbeweging zonder aangepaste insulinetoediening • Alcoholconsumptie zonder aangepaste insulinetoediening
Hypoglykemiën na de maaltijd
• Verkeerde telling van koolhydraten • Te lage koolhydraatratio • Handmatige bolussen in plaats van de Bolus Wizard® • Geen besef van actieve insuline en insulinestapeling • Te hoge basale snelheid •B olus tijdens dalende sensorwaarden (alleen voor patiënten met een glucosesensor) • Verkeerd bolustype (dual wave / normaal / square wave)
Hypoglykemiën voorafgegaan door een hyperglykemiën
• Te lage insulinegevoeligheid •H andmatige bolus gebruikt ter correctie van hyperglykemische episodes • Geen besef van actieve insuline en insulinestapeling • Meerdere bolussen ter correctie van hypoglykemie • Bolus tijdens waarschuwing dalende daal-/stijgsnelheid alleen voor patiënten met een glucosesensor
Hypoglykemiën vóór de maaltijd / overige hypoglykemiën
• Te hoge basale snelheid. • L ichaamsbeweging zonder aangepaste insulinetoediening •A lcoholconsumptie zonder aangepaste insulinetoediening
Basishandelingen Wat gaat er goed? & aandachtspunten
HYPO- & HYPERGLYKEMIËN
Patronen & mogelijke oorzaken
Verbeterpunten Behandeling
14 I Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan
Stel de mogelijke oorzaak vast van hyperglykemische patronen Patronen
Veel voorkomende bijdragende factoren
Hyperglykemiën in de nacht
• Te lage basale snelheid • Avondtussendoortje zonder bolus • Handmatige bolussen of wijzigingen van de door de Bolus Wizard® berekende bolusdoses voor avondtussendoortjes •V erkeerde koolhydraattelling voor avondtussendoortjes •A ngst voor een nachtelijke hypoglykemie • Infusieset niet vaak genoeg verwisseld •V erkeerd bolustype
Hyperglykemiën na de maaltijd
•V erkeerde koolhydraattelling • T e hoge koolhydraatratio •H andmatige bolussen in plaats van de Bolus Wizard® • T e lage basale snelheid •A ngst voor een hypoglykemie • Infusieset niet vaak genoeg verwisseld •B olus met waarschuwing voor stijgende daal-/stijgsnelheid? (Alleen voor patiënten met een glucosesensor)
Hyperglykemiën voorafgegaan door een hypoglykemiën
•O vercorrectie van een hypoglykemie episode met glucose •O vercorrectie van een hypoglykemie door het stoppen van de pomp
Hyperglykemiën vóór de maaltijd / overige hyperglykemiën
• T e lage basale snelheid • Ziekte • Stress •A ngst voor een hypoglykemie • Infusieset niet vaak genoeg verwisseld • Gebruik van medicatie die van invloed kan zijn op de glucosespiegel en/of de insulinegevoeligheid • E en premenstruele periode Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan I 15
VOORBEREIDING & CareLink®-INSTELLINGEN
Basishandelingen Wat gaat er goed? & aandachtspunten
Stel de mogelijke oorzaak vast - indien u uw bloedglucoseregulatie controleert met een bloedglucosemeter Wanneer u een idee heeft over wat de mogelijke oorzaak zou kunnen zijn, kunt u het rapport "Dagoverzicht" gebruiken om te controleren of uw idee klopt. In het "Dagoverzicht" wordt alle informatie, zoals BG-meetwaarden, insulinegebruik, koolhydraatinname en lichaamsbeweging (indien ingevoerd), weergegeven in één overzicht per geselecteerde dag. Dagoverzicht 11-jan-2013
In een tabel onderaan de pagina wordt de in de drie grafieken getoonde informatie samengevat.
Meter: Paradigm-systeem Meter: Paradigm-systeem Pomp: Paradigm Veo - 554
HbA1c: Geen gegevens Glucose (mmol/l) Paradigm-BG
HYPO- & HYPERGLYKEMIËN
Meter-BG
Sensor
Sensoralarm
Streefbereik
Hypo
Als u de pagina van boven naar beneden bekijkt, ziet u dat op alle drie grafieken het tijdstip van de dag is uitgelijnd. Wanneer u dus van de ene grafiek naar de andere kijkt, ziet u exact wat er op hetzelfde tijdstip voor alle elementen gebeurde.
Patronen & mogelijke oorzaken Insulinetoediening Pompalarm
Bolus
Square bolus
Basaal
Tijdelijk basaal
Stoppen
Laag: pompstop Injectie
Verbeterpunten Behandeling
Koolhydraten en lichaamsbeweging KH in gram
Overig
Lichaamsbeweging
Overzicht Glucose, BG/SG
Gemiddeld (mmol/l) 11,1/0,0 Hoog (mmol/l) 16,8/0,0 Laag (mmol/l) 6,8/0,0 Aantal meetwaarden 5/0 Aantal BG-hypo's 0 Aantal hypo0 overschrijdingen
Insuline
Totaal (E) Basaal (E) Bolus (E) Normaal (E) Square (E) Minuten gestopt Minuten tijdel. basaal Aantal alarmen Aantal injecties Aantal Laag: pompstop
18,9 5,8 31% 13,1 69% 13,1 0,0 0 0 0 0 0
Pagina: 1
16 I Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan
KH
Totaal KH (gram) Gemiddelde KH (gram) Aantal maaltijden
156 26 6
Lichaamsbeweging
Minuten totaal Gemiddelde intensiteit Minuten gemiddeld Aantal keren
-
Afgedrukt: 31-1-13, 15:08
Stel de mogelijke oorzaak vast - indien u een glucosesensor gebruikt Wanneer u een idee hebt over wat de mogelijke oorzaak zou kunnen zijn, gebruik dan het rapport "Dagoverzicht" om te controleren of uw idee klopt. In het "Dagoverzicht" wordt alle informatie, zoals BG-meetwaarden, sensorglucosewaarden, insulinegebruik, koolhydraatinname en lichaamsbeweging (indien ingevoerd), weergegeven in één overzicht per geselecteerde dag. In een tabel onderaan de pagina wordt de in de drie grafieken getoonde informatie samengevat.
Dagoverzicht 8-feb-2012 Sensor: In gebruik
HbA1c: Geen gegevens Glucose (mmol/l) Paradigm-BG
Meter-BG
Sensor
Sensoralarm
Streefbereik
Hypo
Als u de pagina van boven naar beneden bekijkt, ziet u dat op alle drie grafieken het tijdstip van de dag is uitgelijnd. Wanneer u dus van de ene grafiek naar de andere kijkt, ziet u exact wat er op hetzelfde tijdstip voor alle elementen gebeurde.
Insulinetoediening Pompalarm
Bolus
Square bolus
Basaal
Tijdelijk basaal
Stoppen
Laag: pompstop Injectie
Koolhydraten en lichaamsbeweging KH in gram
Overig
Lichaamsbeweging
Overzicht Glucose, BG/SG
Gemiddeld (mmol/l) 9,5/8,8 Hoog (mmol/l) 17,6/16,4 Laag (mmol/l) 5,1/3,0 Aantal meetwaarden 8/288 Aantal BG-hypo's 0 Aantal hypo1 overschrijdingen
Insuline
Totaal (E) Basaal (E) Bolus (E) Normaal (E) Square (E) Minuten gestopt Minuten tijdel. basaal Aantal alarmen Aantal injecties Aantal Laag: pompstop
16,2 5,8 36% 10,4 64% 10,4 0,0 0 0 0 0 0
Pagina: 1
KH
Totaal KH (gram) Gemiddelde KH (gram) Aantal maaltijden
114 28 4
Lichaamsbeweging
Minuten totaal Gemiddelde intensiteit Minuten gemiddeld Aantal keren
-
Afgedrukt: 1-2-13, 10:25
Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan I 17
VERBETERPUNTEN BEHANDELING Bedenk zelf een aantal punten hoe u uw bloedglucoseregulatie zou kunnen verbeteren.
VOORBEREIDING & CareLink®-INSTELLINGEN
Basishandelingen Wat gaat er goed? & aandachtspunten
HYPO- & HYPERGLYKEMIËN
Patronen & mogelijke oorzaken
Naast basishandelingen kunt u hierbij ook denken aan specifieke pompinstellingen zoals KH ratio, gemiste bolus en sensoralarmen. Behandelplan Het rapport "Apparaatinstellingen" toont de huidige instellingen van uw insulinepomp en kan worden gebruikt om zo nodig nieuwe instellingen vast te stellen. Bespreek uw ingevulde stappenplanformulier samen met uw arts of diabetesverpleegkundige en stel samen een behandelplan op. Vervolg stappen Bespreek de vervolgstappen met uw arts of diabetesverpleegkundige.
Verbeterpunten Behandeling
Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit het uploaden van uw insulinepomp na twee weken om de afgesproken veranderingen te evalueren.
Opmerking Bespreek met uw arts of diabetesverpleegkundige welke pompinstellingen u eventueel zelf mag aanpassen en welke u altijd in overleg met uw arts of diabetesverpleegkundige dient aan te passen. 18 I Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan
Het rapport "Apparaatinstelllingen" laat de geprogrammeerde pompinstellingen zien op het moment van uploaden.
Maximumbolus 10,0 E Apparaat: Paradigm Veo - 554 Versie: VER 2.5A1.1
Tijd gewijzigd: 9
Basale snelheid
Eenvoudige bolus 1,70 E
Tijdel. basaaltype Procent van basaal
(Actief)
BG-waarschuwing Uit
0,3
08:00
Insulinegevoeligheid mmol/l 5,3 – 7,3 6,3
14,6
Tijd 00:00–00:00
mmol/l/E 5,0
24-uurs gemiddelde
5,0
5,8 E 12-1-12 20:43
Gemiste bolus
Profielen 00:00
Glucose-streefwaarde
Tijd gram/eenheid Tijd 00:00–11:30 13 00:00–00:00 11:30–17:30 15 17:30–00:00 17 24-uurs gemiddelde 24-uurs gemiddelde
Standaard 24-h totaal Laatste wijziging
Boluswizard Aan Eenheid voor gram, mmol/l boluswizard Actieve-insulinetijd 4 uur
Dual/square Aan
Koolhydraat/insuline-ratio
Maximale basale snelheid 0,7 E/H Basale patronen Uit Standaard patroon
Sensor
Bolus
Apparaatinstellingen Apparaatinstellingen op 13-2-12 10:20
0,2
22:00
Uit
0,3
Glucosealarmen
Alarmopties
Glucosegrensmeldingen Aan Tijd Laag Hoog 00:00–00:00 4,4 – 13,3 Waarschuwing herhalen 0:20 1:00 (h:mm) Voorspellend alarm Uit Gevoeligheid (h:mm) ------Waarschuwing Uit stijgsnelheid Waarschuwing Uit daalsnelheid Laag: pompstop Uit
-------
Statistieken
Kalibratieherinnering 1:00 Kalibratieherinnering 0:30 herhalen Alarmen stil Uit Duur -------
OOC-bovengrens 10,0 mmol/l OOC-ondergrens 3,9 mmol/l
Communicatie Sensor Autokalibratie Zender-ID Zwak signaal
Aan Uit 2224834 0:30
Sensorgrafiek Time-out grafiek 0:04 Demo-modus Uit
Hulpprogramma's Tijdweergave 24-uurs Alarmtype Hoog Piepen Auto-uit Uit
Patroon A Patroon A 24-h totaal Laatste wijziging
0,0 E 14-11-10 16:08
Profielen 00:00
Laag reserv-waarsch. Eenheden (insuline) Hoeveelheid 25,0 E
Alarmklokken Uit Meters Aan: 967623, 967403 Afstandsbedieningen Uit Overige apparatuur Uit
0,0
Blokkade Uit programmeren Markeer Aan gebeurtenis-menu
Pagina: 1, apparaatinstellingen op 13-2-12 10:20
Afgedrukt: 1-2-13, 10:25
Pagina: 2, apparaatinstellingen op 13-2-12 10:20
Afgedrukt: 1-2-13, 10:25
Pagina: 3 apparaatinstellingen op 13-2-12 10:20
Afgedrukt: 1-2-13, 10:25
Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan I 19
Praktisch stappenplan - Invulformulier
WAT GAAT ER GOED?
Aandachtspunten
HYPO
HYPER
Basishandelingen Wat gaat er goed? & aandachtspunten
HYPO- & HYPERGLYKEMIËN
P
Patronen & mogelijke oorzaken O
Verbeterpunten Behandeling
V
Opmerkingen P = Patronen van hypo- en hyperglykemiën O = Mogelijke oorzaken van hypo- en hyperglykemiën V = Verbeterpunten behandeling 20 I Grip op CareLink® – een praktisch stappenplan
Heeft u nog vragen?
Onze MiniMed Care productspecialisten zijn voor vragen over CareLink® bereikbaar op werkdagen tussen 8.30-17.00 Nederland 0800-342 23 38 (gratis) Vanuit het buitenland 0031-(0)45-566 82 91 Veiligheidsinformatie
Europa Medtronic International Trading Sàrl Route du Molliau 31 Case postale CH-1131 Tolochenaz www.medtronic.eu Tel: +41 (0) 21 802 70 00 Fax: +41 (0) 21 802 79 00
Nederland Medtronic Trading NL B.V. Earl Bakkenstraat 10 NL-6422 PJ Heerlen www.medtronic-diabetes.nl
[email protected] Tel. 0800 342 23 38 Fax +31 (0) 45 566 82 99
België Medtronic Belgium N.V. Burgemeester Etienne Demunterlaan 5 BE-1090 Brussel www.medtronic-diabetes.be
[email protected] Tel. 0800 90805 Fax. +32 24606963 or +31 45668277
UC201400008NL ©2013 Medtronic. Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in Europa.
De inhoud van deze brochure is uitsluitend bedoeld voor informatieve doelen en is op geen enkele wijze bedoeld ter vervanging van professioneel medisch advies, diagnose of behandeling. Voor een goed gebruik van de CareLink® Personal Software wordt verwezen naar de gebruikershandleiding (Aan de slag brochure) die aan iedere gebruiker ter beschikking wordt gesteld en te downloaden is op www.medtronic-diabetes.nl. Raadpleeg altijd uw arts of zorgverlener als u vragen of opmerkingen heeft over uw gezondheid.