GRAFISCHE BEDRIJFSFONDSEN
GBF
GRAFISCHE | BEDRIJFSFONDSEN | JAARVERSLAG 2007 | 59e BOEKJAAR
GBF
ZWAANSVLIET 3 1081 AP AMSTERDAM TELEFOON (020) 5 418 418 FAX (020) 6 442 911 INTERNET WWW.GBF.NL
GRAFISCHE
BEDRIJFSFONDSEN
|
JAARVERSLAG
2007
|
59E
BOEKJAAR
ZWAANSVLIET 3 1081 AP AMSTERDAM TELEFOON (020) 5 418 418 FAX (020) 6 442 911 INTERNET WWW.GBF.NL
INHOUD
PROFIEL GBF
4
KERNCIJFERS
5
VOORWOORD
7
VERSLAG VAN DE DIRECTIE Maatschappelijke ontwikkelingen
9
Brancheregelingen
11
Interne ontwikkelingen
12
Financiële positie GBF
15
Human Resource
15
Kerncijfers aangesloten instellingen
17
Werkgevers
18
Werknemers
18
Premie
18
Uitkeringen
18
Vermogenspositie aangesloten fondsen
19
Beleggingen
19
JAARREKENING 2007 Balans per 31 december 2007 na resultaatverdeling
21
Rekening van baten en lasten boekjaar 2007
22
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2007
23
Toelichting op de balans
24
Toelichting op de rekening van baten en lasten
26
ACCOUNTANTSVERKLARING
29
BIJLAGEN Bijlage I: aangesloten instellingen, bestuur en directie
31
Bijlage II: commissies en adviseurs
33
Bijlage III: leiding en OR
34
JAARVERSLAG 2007 | pag 3
PROFIEL GBF De Grafische Bedrijfsfondsen (GBF) is een uitvoeringsorganisatie voor pensioenregelingen en andere inkomensgerelateerde producten en diensten. Voor branches, ondernemingen en hun pensioenfondsen worden de administratie, communicatie, beheer van het vermogen en de beleids- en bestuursondersteuning verzorgd. De GBF is al vanaf 1949 actief op deze markt. De grootste opdrachtgever van de GBF is het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB) met circa 52.000 actieve deelnemers, 2.700 aangesloten werkgevers, 35.000 pensioenontvangers en een belegd vermogen van circa € 10 miljard. Het fonds behoort tot de top 10 van bedrijfstakpensioenfondsen in Nederland. De GBF beschouwt de pensioenmarkt als haar corebusiness. Voor de grafimedia en gelieerde branches worden naast pensioen ook VUTregelingen, spaarloon en een aantal andere sociale regelingen zoals aanvullingen op Gezondheidszorg en sociale uitkeringen verzorgd. PGB wil in samenwerking met ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen in de mediasector uiteindelijk komen tot één pensioenfonds voor de sector. In dat kader is in 2007 de werkingssfeer in overleg met sociale partners uitgebreid met het uitgeverijbedrijf. Uitgevers kunnen op ondernemingsniveau op basis van vrijwilligheid deelnemen. De GBF faciliteert deze strategie. MISSIE GBF De GBF wil voor branches, ondernemingen en hun pensioenfondsen in de mediasector de uitvoeringsorganisatie zijn voor pensioen en inkomensgerelateerde producten. Bestuurders van pensioenfondsen, werkgevers en werknemers kunnen rekenen op een solide, duurzaam en transparant beheer van het vermogen, een effectieve en efficiënte uitvoering van de (pensioen)administratie en communicatie en een hoogwaardige begeleiding bij de inrichting van beleid en bestuur. Door betrokkenheid, transparantie en professionaliteit wil de GBF de persoonlijke band met haar klanten blijven versterken waarbij relevante benchmarks worden verslagen. Vanuit deze missie zijn kernwaarden geformuleerd waaraan door directie, management en medewerkers invulling wordt gegeven. BETROKKEN EN KLANTGERICHT De GBF is goed ingevoerd in de branches waarin zij opereert. Door haar schaalgrootte wordt efficiënt en slagvaardig ingespeeld op wensen van klanten en worden tegelijkertijd korte lijnen naar individuele werkgevers, deelnemers en bestuurders onderhouden. De GBF investeert in duurzame relaties die zij ziet als basis voor een succesvolle toekomst. TRANSPARANT EN INTEGER Veel waarde wordt gehecht aan transparantie. Zowel voor wat betreft de beleidsverantwoording en de communicatie met belanghebbenden als voor wat betreft de inzage in de persoonlijke financiële situatie. Transparantie en integriteit zijn van toepassing op interne verhoudingen waar het bijvoorbeeld de relatie tussen de medewerkers onderling of management en medewerkers betreft. Anderzijds is zij ook van toepassing op externe verhoudingen zoals die met klanten, besturen en toezichthouders.
JAARVERSLAG 2007 | pag 4
PROFESSIONEEL De GBF investeert in innovatie van producten, werkwijzen en achterliggende processen. Door de organisatie worden relevante ontwikkelingen gevolgd en daar waar zinvol vertaald naar oplossingen voor klanten. Veel aandacht wordt daarbij besteed aan de opleiding van medewerkers. Bij de uitvoering van de werkzaamheden speelt het gebruik van moderne Informatie en Communicatie Technologie een belangrijke rol. RESULTAATGERICHT Bij de uitvoering van pensioenbeheer, vermogensbeheer en beleids- en bestuursondersteuning ligt de focus op het beter presteren dan relevante benchmarks. Voor pensioenbeheer zijn dat de kosten per deelnemer en de klanttevredenheid, voor vermogensbeheer de kosten voor beheer van het vermogen en de outperformance ten opzichte van een vooraf vastgestelde normportefeuille en voor de beleids- en bestuursondersteuning zijn dat afspraken die in het kader van een Service Level Agreement met opdrachtgevers worden gemaakt. GUNSTIGE PRIJS/KWALITEITVERHOUDING Het product- en dienstenaanbod past bij de opdrachtgevende branches. Er wordt rekening gehouden met de gewenste mogelijkheden voor flexibilisering en/of individualisering voor ondernemingen en werknemers. De regelingen worden in een gunstige prijs/kwaliteitverhouding uitgevoerd. Zo liggen de kosten per deelnemer voor het PGB en de kosten voor het vermogensbeheer onder het gemiddelde van andere bedrijfstakpensioenfondsen en wordt voor wat betreft het rendement op de beleggingen de afgelopen jaren structureel boven de benchmark gepresteerd. STRATEGIE Om het niveau van dienstverlening ook op langere termijn te kunnen blijven leveren is in het pensioendomein schaalvergroting noodzakelijk. De invoering van de nieuwe Pensioenwet en verdergaande professionalisering in het kader van Pension Fund Governance enerzijds en de Europese regelgeving anderzijds vragen van uitvoeringsorganisaties forse investeringen. Samenwerking tussen pensioenfondsen en pensioenuitvoeringsorganisaties krijgt daarmee een belangrijke impuls. De GBF wil daarom in overleg met sociale partners het draagvlak voor de combinatie PGB/GBF verbreden en mogelijkheden tot samenwerking verkennen. Gelet op de maatschappelijke en economische ontwikkelingen waarbij traditionele grenzen tussen de grafimedia en gelieerde branches door automatisering en internet vervagen, ligt de focus primair op marktontwikkeling binnen de bedrijfskolom Media. Een grotere schaal betekent zowel voor nieuwe als voor bestaande opdrachtgevers een gunstiger omvang voor vermogensbeheer waardoor tegen verantwoorde risico's een stabiele outperformance gerealiseerd kan worden. Daarnaast kan dat leiden tot lagere kosten en een breder draagvlak voor investeringen ten behoeve van noodzakelijke innovatie van de dienstverlening. Tot slot draagt schaalvergroting bij aan de aantrekkelijkheid van de organisatie als werkgever. De organisatie kan eenvoudiger de kwalitatief hoogwaardige medewerkers aantrekken die nodig zijn gezien de toenemende complexiteit en dynamiek op pensioenterrein en die voor langere tijd aan zich binden.
KERNCIJFERS GBF KERNCIJFERS
Aan het einde van resp. over de jaren 2003 t/m 2007
(Bedragen in duizenden euro's)
AANTALLEN Aangesloten werkgevers Deelnemende werknemers *
2007
2006
2005
2004
2003
2.717 51.836
2.791 52.801
2.857 54.970
2.870 56.250
2.969 58.915
BELEGGINGEN Beleggingen aangesloten instellingen
€ 10.314.000
€
9.838.000
€
9.342.000
€
7.627.000
€
7.077.000
UITKERINGEN Betaalde uitkeringen voor aangesloten instellingen incl. uitbetaalde spaargelden Reserveoverdrachten
€ €
371.000 18.000
€ €
362.000 13.000
€ €
414.000 10.000
€ €
348.000 13.000
€ €
407.000 17.000
PREMIES Premies en bijdragen Reserveovernamen
€ €
263.000 80.000
€ €
273.000 50.000
€ €
300.000 8.000 **
€ €
289.000 12.000
€ €
294.000 9.000
€
15.616 5,7 1,04 153
€
13.735 5,0 0,85
€
€
14.514 5,1 0,87
€
14.875 5,1 0,86
ADMINISTRATIEKOSTEN Aangesloten instellingen In % van premies en bijdragen In % van premieloon FWG Personeelsleden GBF Personeelsformatieplaatsen GBF incl. vacatures (fulltime-equivalenten)
156,2
13.256 4,4 0,80
153
169
188
189
154,3
163,5
179,1
187,6
*
Vanaf 2006 kunnen werknemers die ná 1 januari bij een grafimediawerkgever in dienst komen, als gevolg van wettelijke maatregelen in dat jaar niet deelnemen aan SGB. Het aantal deelnemers is exclusief deze groep 'nieuwe' werknemers. ** exclusief PCM € 463.000
JAARVERSLAG 2007 | pag 5
VOORWOORD
JAARVERSLAG 2007 | pag 6
VOORWOORD
De markt voor pensioenen en inkomensgerelateerde producten blijft sterk in beweging. De invoering van de Pensioenwet met daarin opgenomen een nieuw Financieel Toetsingskader (nFtk), uitgebreide communicatieverplichtingen en invulling van Pension Fund Governance (PFG) zorgt voor veel nieuwe uitdagingen voor pensioenuitvoeringsorganisaties, ook voor de GBF. Verder neemt de concurrentie tussen pensioenuitvoeringsorganisaties, verzekeraars en andere pensioenadvies- en administratiekantoren, mede als gevolg van de Europese regelgeving, merkbaar toe. De toenemende complexiteit en professionalisering, de aangebrachte scheiding tussen beleid en uitvoering en de transparantie voor wat betreft de prestaties op het gebied van pensioenbeheer, vermogensbeheer en communicatie, vormen voor bestuurders in toenemende mate aanleiding om zich op alternatieven te oriënteren. Er ontstaat druk op ondernemingspensioenfondsen en bedrijfstakpensioenfondsen om diensten uit te besteden, samen te werken of te fuseren om zo ook in de toekomst een aantrekkelijke prijs/kwaliteitverhouding aan belanghebbenden te kunnen bieden. GBF IN GUNSTIGE UITGANGSPOSITIE GBF heeft zich in bovengenoemd krachtenveld een gunstige uitgangspositie kunnen verwerven. De kosten per deelnemer liggen met € 79 per PGB-deelnemer (exclusief de gewezen deelnemer) per jaar in 2007 ruim onder het gemiddelde van (bedrijfstak)pensioenfondsen en ook voor wat betreft vermogensbeheer wordt voor het vierde jaar op rij boven de benchmark gepresteerd. Het beleggingsbeleid is erop gericht om binnen het risicobudget en de tactische beleidsruimte een structurele outperformance te behalen. In 2004 bedroeg de outperformance bij de belangrijkste klant PGB, bij een laag kostenniveau 0,1% bij een rendement van 7,7%, in 2005 1% bij een rendement van 15,9%, in 2006 0,2% bij een rendement van 8,5% en in 2007 0,2% bij een rendement van 5,5%. De organisatie heeft zich verder in korte tijd ontwikkeld tot een klantgerichte, flexibele uitvoerder die slagvaardig inspeelt op de snelle veranderingen in de pensioenwereld en die met haar productaanbod rekening houdt met gedifferentieerde wensen van (nieuwe) opdrachtgevers. Zo zijn in 2007 voor PGB nieuwe aanvullingsproducten geïntroduceerd (PGB Partnerpensioen Plus en Pensioensparen), is het uniforme pensioenoverzicht (UPO) tijdig en conform wettelijke vereisten verstrekt, is voor de sector uitgeverijbedrijf - waar werkgevers op vrijwillige basis aan PGB kunnen deelnemen - een model pensioenregeling ingericht waardoor de bestaande regelingen probleemloos kunnen worden overgenomen en is de wettelijk vereiste pensioencommunicatie bij entree, bij vertrek en bij c.q. na pensionering gereed voor invoering.
dige opdrachtgevers op in. De organisatie richt zich op de verwerving van nieuwe administratieopdrachten en nieuwe aansluitingen in grafimedia gelieerde branches binnen de bedrijfskolom Media. Daarnaast worden mogelijkheden verkend voor samenwerking met andere pensioenuitvoeringsorganisaties. VERBREDING MARKT In de loop van 2007 besloten Boom Uitgevers en een aantal kleine uitgeverijen hun regeling bij PGB onder te brengen. Met Wolters Noordhoff is een intentieovereenkomst gesloten. Verder besloten de ondernemingspensioenfondsen de Boer en Misset met ingang van 2008 tot aansluiting bij PGB. En tot slot werd met Nationale Nederlanden overeenstemming bereikt over de overname van een aantal doorsnee contracten voor werkgevers waaraan in het verleden dispensatie was verleend. Door de stijging van het aantal deelnemers wordt het draagvlak voor opdrachtgevers verbreed. PGB en GBF zijn met verschillende fondsen en ondernemingen over de uitvoering van de pensioenregeling in gesprek. Verwacht wordt dat in 2008 en 2009 in lijn met de uitgezette strategie een aantal belangrijke stappen naar verdere verbreding kunnen worden gezet. De in dit jaarverslag van de GBF opgenomen jaarrekening 2007 is door KPMG Accountants N.V. gecontroleerd en van een goedkeurende verklaring voorzien. De accountantsverklaring vindt u terug op pagina 29. Tot slot een woord van dank aan directie, adviseurs, medewerkers en ondernemingsraad voor hun inzet in het verslagjaar. Ook werkgevers en werknemers die hebben deelgenomen in besturen, commissies en deelnemersraden zijn wij erkentelijk. Datzelfde geldt voor de bereidwillige medewerking van werkgevers bij het verstrekken van informatie en gegevens om de administraties te kunnen voeren. Amsterdam, 7 mei 2008 Bestuur van de Stichting Grafische Bedrijfsfondsen Voorzitters: G. Poel T. Pietersma
Secretarissen: I.D.F. Beun G.F. van Linden
Na de jaren 2004 - 2006 waar de focus lag op het structureel verbeteren van de efficiency, de beleggingsperformance en het herinrichten van de organisatie, wordt vanaf 2007 toegewerkt naar verbreding van de basis voor bestaande opdrachtgevers. Daarvoor zijn in het verslagjaar ook systeemtechnisch en procesmatig investeringen gedaan. Met de steeds strengere toezichteisen, wettelijke informatieverplichtingen en het waarborgen van de kwaliteit van de pensioenvoorziening lopen de kosten voor pensioenuitvoering op. Meer fondsen zullen er de komende jaren dan ook voor kiezen om de uitvoering van de regelingen en het vermogensbeheer uit te besteden. De GBF speelt hier in overleg met hui-
JAARVERSLAG 2007 | pag 7
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
JAARVERSLAG 2007 | pag 8
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
GBF is uitvoerder van pensioenregelingen en andere inkomensgerelateerde producten en diensten zoals VUT, spaarloon en een aantal andere sociale regelingen zoals aanvullingen op Gezondheidszorg en sociale uitkeringen. De omzet van GBF gemeten in uitgevoerde activiteiten voor actieve deelnemers daalde licht in het verslagjaar. Het aantal actieve deelnemers (inclusief 4.578 nieuwe toetreders SGB per 1 januari 2008) nam af van 56.613 naar 56.414. De daling kan worden toegeschreven aan de voortschrijdende krimp van de grafimediabranche in combinatie met het effect van cao-afspraken om VUT-gerechtigden niet meer als actieve deelnemer aan te merken. De administratiekosten voor opdrachtgevers stegen in 2007 van € 13,7 miljoen naar € 15,6 miljoen. De kostenstijging doet zich voor bij de uitvoering van de pensioenregelingen. De invoering van de Pensioenwet, de voorbereiding van de Pension Fund Governance en het vermogensbeheer en de beleggingsadministratie hebben tot hogere kosten voor de uitvoeringsorganisatie geleid. In het verslag van de directie worden de financiële resultaten van 2007 verder weergegeven. Daaraan voorafgaand worden de belangrijkste ontwikkelingen in de externe en de interne omgeving en de ontwikkelingen bij opdrachtgevers geschetst. MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN Algemeen Het herstel van de economie zette in 2007 door. Ook in de grafimediabranche is sprake van een stijging van de omzet. De omzet in de branche steeg met 2,4 procent ten opzichte van 2006, grotendeels vanwege doorgevoerde prijsstijgingen. Ondanks de licht stijgende omzet daalde het aantal werkgevers en werknemers ook in 2007. De afname wordt vooral veroorzaakt door verdergaande technologische ontwikkelingen en toenemende internationale concurrentie. In het verslagjaar stonden de uitvoering van pensioen en andere sociale regelingen weer hoog op de maatschappelijke agenda. Belangrijke mijlpalen vormden de invoering van de nieuwe Pensioenwet die voor deelnemers meer zekerheid en duidelijkheid over hun pensioen moet brengen en de invulling van de Pension Fund Governance. Invoering Pensioenwet: meer zekerheid De Pensioenwet die per 1 januari 2007 van kracht is, heeft strategische consequenties voor pensioenfondsen. Zo is de vaste rekenrente van maximaal 4% waar pensioenfondsen traditioneel mee werkten, vervangen door de actuele marktrente. Omdat deze marktrente aan veranderingen onderhevig is, betekent dit dat ook de omvang van de voorziening pensioenverplichtingen kan fluctueren. De afstemming van de risico's van de beleggingen, die al op marktwaarde werden gewaardeerd, op de risico's van de verplichtingen is met de nieuwe regelgeving nog belangrijker dan het onder de oude wetgeving al was. De Nederlandsche Bank (DNB) monitort met een nieuw Financieel Toetsingskader de solvabiliteitspositie van pensioenfondsen. Om deelnemers meer zekerheid te bieden over hun onvoorwaardelijk toegezegde pensioenaanspraken mag de kans dat een pensioenfonds niet aan zijn verplichtingen kan voldoen, voortaan niet groter zijn dan 2,5%. Een dergelijke situatie zou zich statistisch gezien eens in de 40 jaar kunnen voordoen. Pensioenfondsen die onder de wettelijk toegestane grenzen dreigen uit te komen moeten hun financieel beleid herzien.
Naast de solvabiliteit wordt ook de continuïteit van fondsen gevolgd. Met de continuïteitstoets krijgt DNB inzicht in de financiële opzet van het fonds. Via een ALM-studie (Asset Liability Management) wordt, uitgaande van diverse scenario's, beoordeeld wat de effecten zijn van het premie-, toeslag- en beleggingsbeleid op de toekomstige vermogenspositie van het fonds. Om daar zelf meer sturing aan te geven en de effecten van beleidsbeslissingen frequenter en beter te kunnen inschatten, is een licentie van een ALM-model aangeschaft. Invoering Pensioenwet: meer duidelijkheid In de Pensioenwet komen verder ook de nieuwe informatieverplichtingen aan bod. De herziene verhoudingen tussen het pensioenfonds/uitvoeringsorganisatie, werkgever en werknemer zijn opnieuw vastgelegd. Aangegeven wordt wie, wanneer en op welke wijze geïnformeerd moet worden. Bovendien moet de pensioenuitvoerder nagaan of de door haar verstrekte informatie ook effectief en begrijpelijk is. Communicatieverplichtingen Het pensioenfonds/uitvoeringsorganisatie is verantwoordelijk voor de voorlichting over de uitvoering van de pensioenregeling. Jaarlijks moeten aan de hand van een communicatieplan de voorgenomen communicatieactiviteiten in kaart worden gebracht. In het plan wordt aangegeven hoe de informatieverstrekking over beleid, bestuur en organisatie plaatsvindt en hoe het pensioenfonds het pensioenbewustzijn van deelnemers denkt te verhogen. De communicatie moet juist, tijdig en begrijpelijk worden aangeboden. Uniform pensioenoverzicht De wet reguleert de communicatie met deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden in sterke mate. Het jaarlijkse uniforme pensioenoverzicht is volledig gestandaardiseerd, zowel het cijfermatige deel van het overzicht als de toelichting erop. De invoering van het jaarlijkse uniforme overzicht heeft reeds in het verslagjaar plaatsgevonden. De pensioenoverzichten mogen digitaal beschikbaar worden gesteld en downloadbaar worden aangeboden wanneer de deelnemer daarvoor toestemming geeft. Overige informatieverplichtingen Voor de communicatie bij entree en bij vertrek, de tussentijdse informatieverstrekking bij ‘life events’ zoals scheiding, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid e.d, de toekenningsbrief bij pensionering, het jaarlijks bericht na pensionering en algemene informatie over het pensioenfonds en verantwoording van beleid en bestuur, gelden vanaf 2008 nieuwe informatieverplichtingen. Deze zijn in 2007 voorbereid en zullen in 2008 worden geïmplementeerd. Speciale aandacht is er voor de toeslagverlening. Ieder pensioenfonds moet de toeslagregeling duidelijk vastleggen en uitleggen aan belanghebbenden. Om de voorwaardelijkheid ervan te benadrukken zijn voorgeschreven formuleringen van toepassing. Er wordt verder een keurmerk ontwikkeld waardoor deelnemers beter zicht krijgen op de toeslagprestaties en toeslagverwachting van fondsen. Het toeslaglabel wordt medio 2008 verwacht.
JAARVERSLAG 2007 | pag 9
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
Toezicht Naast DNB hebben pensioenfondsen en hun uitvoeringsorganisaties te maken met een nieuwe toezichthouder, de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De AFM toetst de communicatie 'principle based'. De toezichthouder zal vragen of het pensioenfonds beschikt over een communicatieplan, welke middelen worden ingezet en hoe het fonds heeft getoetst of de informatie is overgekomen. De AFM adviseert klanttevredenheiden marktonderzoek en testen door klantenpanels. De GBF zal beide instrumenten, die tot nu toe incidenteel werden gebruikt, vanaf 2008 structureel gaan inzetten.
woordingsorgaan. De leden hiervan worden voorgedragen door werknemers- en werkgeversorganisaties uit de branche. Het bestuur PGB voert in het kader van medezeggenschap voor wat betreft het beleid van het pensioenfonds minimaal twee keer per jaar overleg met de Deelnemersraad PGB.
Pension Fund Governance Naar aanleiding van de modernisering van de Corporate Governance zijn ook in de pensioensector principes opgesteld voor de governance. De GBF heeft PGB bij de invulling van deze Pension Fund Governance (PFG) in het verslagjaar geadviseerd en een begin gemaakt met de invoering.
Verantwoord beleggen De GBF heeft het PGB bestuur voorstellen gedaan om haar maatschappelijke verantwoordelijkheid bij haar beleggingsbeleid verder inhoud te geven. In deze ondersteuning naar het PGB bestuur zijn de volgende accenten aangebracht.
Scheiding tussen beleid en uitvoering Tussen het beleid van een pensioenfonds en de uitvoering van het beleid wordt een scheiding aangebracht. Het bestuur van een pensioenfonds is verantwoordelijk voor het pensioenbeleid. Daarnaast zorgt het bestuur ervoor dat de uitvoering van de pensioenregeling plaatsvindt conform de statuten en reglementen. De uitvoeringsorganisatie verzorgt de aan haar uitbestede pensioenadministratie, het vermogensbeheer, de communicatie en de beleids- en bestuursondersteuning. Bij de uitbesteding van deze diensten worden de taken en verantwoordelijkheden van de uitvoeringsorganisatie vastgelegd in een uitbestedingsovereenkomst, een Service Level Agreement (SLA). Op basis daarvan wordt periodiek gerapporteerd aan de opdrachtgever hoe de gemaakte afspraken worden gerealiseerd. De scheiding tussen beleid en uitvoering wordt ook in bestuurlijke zin doorgevoerd. De tot nu toe gebruikelijke personele unie tussen GBF en PGB wordt doorbroken. De organisaties kennen vanaf 2008 hun eigen besturen; aan PGB is vanaf die datum geen directie meer verbonden. Zonder de scheiding kunnen de verantwoordelijkheden die horen bij het besturen van een pensioenfonds en een uitvoeringsorganisatie door elkaar gaan lopen en is er een risico van minder transparante besluitvorming. Vooralsnog blijft de rechtsvorm (stichting) van beide organisaties intact. Gezien de krimpende bedrijfstak en de keuze voor het bedienen van meerdere klanten wordt in een later stadium nagegaan of aanpassing van de rechtsvorm bij de uitvoeringsorganisatie wenselijk is. Voor bestuurders is een deskundigheidsplan ontwikkeld en wordt een bestuurlijke omgeving gecreëerd om de dagelijkse regie te kunnen voeren over het pensioenfonds; datzelfde geldt om de uitbesteding van diensten en de monitoring van de uitvoeringsorganisatie professioneel te kunnen begeleiden. Verdere invulling PFG Aan PFG wordt verder invulling gegeven door het aanstellen van een Visitatiecommissie met onafhankelijke pensioenexperts. De Visitatiecommissie houdt intern toezicht op het functioneren van het bestuur en het pensioenfonds. Over het gevoerde beleid en de naleving van de principes van goed pensioenfondsbestuur wordt verder verantwoording afgelegd. Dit vindt plaats in het overleg tussen het bestuur en het nieuwe Verant-
JAARVERSLAG 2007 | pag 10
Tot slot wordt naast de al bestaande geschillenregeling een klachtenregeling ingericht. Een klacht betreft de manier waarop belanghebbenden door de uitvoeringsorganisatie zijn behandeld en een geschil heeft betrekking op de manier waarop de pensioenregeling is toegepast.
Als institutionele belegger heeft PGB, naast het behalen van een goed rendement, ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid waarín wordt belegd. Ondernemingen moeten de belangen van de beleggers duurzaam kunnen waarborgen. Naar aanleiding van de maatschappelijke discussie over verantwoord beleggen zijn de richtlijnen voor het beleggingsbeleid dat de GBF verzorgt in 2007 geëvalueerd en aangescherpt. Er worden geen beleggingen gedaan die in strijd zijn met internationale wet- of regelgeving. Bovendien vermijdt het fonds beleggingen in ondernemingen waarvan de productie gericht is op zaken die niet bij wet of internationaal verdrag verboden zijn maar die toch als 'verwerpelijk' kunnen worden beoordeeld. In aanvulling op dit al bestaande beleid is voor PGB aanvullend beleid ontwikkeld. Het fonds voegt een aparte portefeuille 'maatschappelijk verantwoorde beleggingen' toe aan de bestaande beleggingscategorieën ter grootte van 2% (ongeveer € 200 miljoen) van het belegd vermogen en de beleggingsportefeuille wordt halfjaarlijks nagelopen op risico's voor de zgn. ESG-kriteria (Environmental (milieu) Social (maatschappelijk) en Governance (goed ondernemingsbestuur)). Voor de scanning van de portefeuille worden de 10 Global Compact Principles van de Verenigde Naties als uitgangspunt genomen. Corporate Governance Onderdeel van de richtlijnen vormt ook een goede Corporate Governance. De overeen-gekomen code schrijft voor dat pensioenfondsen en hun uitvoeringsorganisaties zorgvuldig moeten beoordelen of er tijdens algemene aandeelhoudersvergaderingen (ava) van de stemrechten op aandelen gebruik zal worden gemaakt. Er zijn daarvoor 'best practices' geformuleerd. Voor PGB is eerder een driesporenbeleid ontwikkeld. Dit betreft het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen, het voeren van een dialoog met ondernemingen en het actief meedoen met juridische acties tegen bedrijven die de regelgeving overtreden. Dit beleid is ook in 2007 geëffectueerd. Algemene Pensioeninstelling Medio 2007 heeft de regering aangegeven te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om een Algemene Pensioeninstelling (API) naar Europese richtlijnen te kunnen oprichten zodat de Nederlandse pensioenfondsen ook internationaal een rol van betekenis kunnen spelen.
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
Over de resultaten van het onderzoek is in december 2007 gerapporteerd. In Europa bestaat door de vergrijzing veel aandacht voor pensioenen. Mede door de Europese richtlijn voor pensioeninstellingen wordt daarbij steeds meer gekeken naar mogelijkheden om pensioenregelingen van werknemers in andere landen te kunnen uitvoeren. Nederlandse pensioenfondsen kunnen ook optreden als uitvoerder van buitenlandse pensioenregelingen. Een algemene pensioeninstelling heeft echter meer ruimte om gebruik te maken van de mogelijkheden die de Europese richtlijn biedt. Ze kan bijvoorbeeld meer diensten en producten aanbieden dan een pensioenfonds. Een pensioenfonds wordt daarnaast als één financieel geheel gezien. Voor een algemene pensioeninstelling geldt dat niet. Zowel pensioenfondsen als verzekeraars kunnen een algemene pensioeninstelling oprichten. Voor een algemene pensioeninstelling is geen vaste vorm voorgeschreven waardoor ze goed kan inspelen op de wensen van de partijen. Net als bij pensioenfondsen en verzekeraars houdt DNB toezicht op de financiële situatie en de AFM op het gedrag van de instellingen. Uitwerking in de vorm van een wetsvoorstel moet nog plaatsvinden. De regering heeft in het kader van de taakafbakening inmiddels aangegeven, dat een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds geen API kan zijn. Risicomanagement Oog hebben voor de risico's van vandaag en morgen en het continu werken aan de beheersing van deze risico's is het centrale thema van het risicomanagementbeleid. Het beheersen van de risico's is altijd een belangrijk aandachtsgebied voor de organisatie en onze opdrachtgevers geweest. Door de toenemende complexiteit en de veelheid van interne en externe ontwikkelingen binnen de financiële dienstverlening is besloten om vanaf 2008 risicomanagement als afzonderlijke discipline in te richten. Hiermee kan naast een beter eigen risicomanagement een optimale ondersteuning aan onze opdrachtgevers op dit gebied worden gerealiseerd. In het kader van risicomanagement heeft medio 2007 een eerste sessie met het managementteam plaatsgevonden waarin alle relevante risicocategorieën opnieuw zijn beoordeeld. Voor de identificatie en analyse van de verschillende soorten risico's is aansluiting gezocht bij het COSOmodel. COSO (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission) is een wereldwijd toegepast framework voor risicomanagement. Voor wat betreft de risicocategorieën is aansluiting gezocht bij het FIRM-model. FIRM (Financiële Instellingen Risicoanalyse Model) is het door DNB ontwikkelde en gehanteerde risicomodel. Als uitvloeisel van deze risicoanalyse is vastgesteld welke aanvullende beheersmaatregelen wenselijk zijn. Vanaf 2008 zullen deze risk assessments op verschillende niveaus binnen de organisatie structureel worden uitgevoerd. Op basis van actieplannen zullen noodzakelijke verbeteringen worden doorgevoerd. Operationele risico's Met een SAS 70 (Statement on Auditing Standard No. 70)-verklaring kan een uitvoeringsorganisatie aantonen dat zij de operationele risico's van haar dienstverlening goed beheerst. Er zijn 2 typen verklaringen. Een type I-verklaring houdt in dat de beheersmaatregelen en de beheersstructuur in opzet aanwezig en adequaat zijn. Een type II-verklaring, met een geldigheid van maximaal 1 jaar, geeft aan dat de accountant heeft vastgesteld dat de beheersdoelstellingen ook daadwerkelijk zijn bereikt. In 2006 heeft de GBF een SAS 70 type I-verklaring ontvangen voor de uitvoering van haar processen. In 2007 werden voorbereidende werk-
zaamheden uitgevoerd om ook in aanmerking te kunnen komen voor de type II-verklaring. Over de periode 1 oktober 2007 tot en met 30 juni 2008 zal worden vastgesteld in welke mate de GBF haar beheersdoelstellingen heeft gerealiseerd. Naar verwachting wordt in het 3e kwartaal van 2008 de SAS 70 type II-verklaring afgegeven. Onder de scope van de verklaring vallen de processen bij beleggingen, bestuursondersteuning en pensioenbeheer. Compliance risico's De laatste jaren is er een sterke groei in omvang en complexiteit van regelgeving. De regelgeving moet door de uitvoeringsorganisatie op een juiste wijze worden nageleefd. Om hierin te kunnen voorzien zijn binnen de afdeling Beleids- en Bestuursondersteuning specialisten uit alle belangrijke disciplines actief. Het toetsen van de risico's in het nakomen van relevante wet- en regelgeving en de integriteit van de organisatie is onderdeel van het nieuw gestructureerde risicomanagement. Voorts geldt voor de medewerkers van de GBF een gedragscode. Bij het opstellen van de gedragscode is gebruik gemaakt van de modelcodes van de koepelorganisaties van pensioenfondsen. Daarmee voldoet de GBF aan alle wettelijke regels die in dit kader worden gesteld. Voor het toezicht op de naleving van deze gedragscode is intern een compliancefunctie ingesteld. Voor directie- en bestuursleden fungeert een externe accountant als Compliance Officer. BRANCHEREGELINGEN Na de invoering in 2006 van de als gevolg van cao-afspraken sterk gewijzigde brancheregelingen, is het aantal veranderingen in het verslagjaar beperkt gebleven. Pensioenregeling PGB PGB, van oudsher actief voor de grafische markt, wil tegen de achtergrond van de veranderingen in de grafische sector en in het kader van verdere verbreding van haar draagvlak, uitgroeien tot het pensioenloket voor het media-, communicatie- en uitgeverijbedrijf. Om in het pensioendomein te kunnen overleven is naar verwachting minimaal een schaalgrootte nodig van € 20 tot 25 miljard aan belegd vermogen. Als eerste stap is in 2007 in overleg met de werkgevers- en werknemersorganisaties uit het uitgeverijbedrijf overeengekomen dat uitgevers voor hun pensioen bij PGB terecht kunnen. De GBF beweegt zich als uitvoeringsorganisatie daardoor binnen de mediasector dus op twee deelmarkten: het grafimediabedrijf en vanaf 2007 het uitgeverijbedrijf. In het uitgeverijbedrijf vindt de uitvoering op ondernemingsniveau plaats op basis van vrijwilligheid. Voor PGB werden de aanvullingsproducten Partnerpensioen Plus en Pensioensparen ontwikkeld en geïntroduceerd. Met Partnerpensioen Plus kan de deelnemer desgewenst extra partnerpensioen tegen doorsneepremie verzekeren. Wanneer de deelnemer extra ouderdomspensioen wil verzekeren biedt het fonds de mogelijkheid van een aanvulling. Naast het al bestaande product Pensioeninkopen kan de deelnemer vanaf 2007 ook kiezen voor Pensioensparen. Bij pensioensparen worden met de premie of eenmalige koopsom geen pensioenaanspraken ingekocht maar de inleg wordt gestort in het Pensioenfonds PGB. De deelnemer belegt voor eigen rekening en risico. Omdat het rendement bij pensioensparen is gekoppeld aan het rendement van het pensioenfonds, profiteert de individuele spaarder van het rendement van het collectief.
JAARVERSLAG 2007 | pag 11
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
Uitruilmogelijkheden Vanaf 2008 wordt de deelnemer de mogelijkheid geboden om bij vertrek of pensioneren een deel van het ouderdomspensioen in te ruilen voor extra partnerpensioen. De nieuwe keuzemogelijkheid is ingepast in het reeds bestaande geautomatiseerde keuzetraject. Premie en deelname PGB heeft de premie voor de collectieve pensioenregeling voor de grafimedia in 2007 vastgesteld op 17,5% over de pensioengrondslag. In 2008 daalt de premie van 17,5% naar 17,0%. Beslissingen over de premie, het toeslagbeleid en de samenstelling van de beleggingsmix worden mede aan de hand van een integraal beleidskader genomen. Het beleidskader dat sinds 2006 wordt ingezet, zal in 2008 worden geëvalueerd. Eind 2007 heeft het pensioenfonds besloten om de minimum leeftijd voor deelname aan de pensioenregeling van 21 jaar te laten vervallen. VUT / prepensioen Vervroegde uittreding op grond van VUT- of prepensioenregelingen is alleen nog mogelijk voor werknemers die op 31 december 2004 55 jaar of ouder waren. De VUT-regeling is daar in 2006 op aangepast. In de VUT-regeling voor de grafimedia zijn in het verslagjaar geen wijzigingen doorgevoerd. Het bestuur FWG bood deelnemers geboren in 1948 de mogelijkheid om hun VUT-datum desgewenst te vervroegen. Het Prepensioenfonds voor de Dagbladjournalisten wordt met ingang van 2008 geliquideerd. Dat heeft het bestuur, na een positief advies van de Deelnemersraad van het fonds eind november 2007, besloten. De aanleidingen voor deze stap vormen de aangescherpte toezichtseisen van DNB en AFM en noodzakelijke professionalisering van pensioenbeleid. De kosten voor de uitvoering van de prepensioenregeling zouden daardoor de komende jaren gaan oplopen. Bovendien was als gevolg van de VUT-Pensioen-Levensloopwetgeving het draagvlak voor het fonds versmald tot dagbladjournalisten die in of voor 1949 geboren zijn. De aanspraken van deelnemers worden premievrij gemaakt en overgedragen aan Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB). De pensioenaanspraken volgen daarna de voorwaardelijke toeslagregeling van PGB. De bestaande VUT-regeling wordt voortgezet voor de geboortejaren tot en met 1949. Spaarloon Werknemers kunnen sinds 2006 kiezen tussen deelname aan een spaarloonregeling of deelname aan een levensloopregeling. Deelname aan beide regelingen tegelijkertijd is wettelijk niet mogelijk. De werknemer is vrij in zijn keuze voor een uitvoerder van de levensloopregeling. Wie voor levensloop kiest, ontvangt geen spaarloonbijdrage van de werkgever. De werkgever kan de 1,05% (met een maximum) gebruiken om het brutoloon te verhogen. Algemeen Sociaal Fonds Het Fonds Gezondheidszorg kende tot 1 januari 2008 in het kader van thuiszorg een vergoedingsregeling voor huishoudelijke hulp. In het kader van kostenbeheersing heeft het bestuur besloten om deze vergoedingsregeling vanaf 1 januari 2008 te laten vervallen. De vergoedingsregeling voor thuiszorg heeft alleen nog betrekking op de gezinsverzorging en persoonlijke verzorging.
JAARVERSLAG 2007 | pag 12
Voor wat betreft het Garantiefonds zijn in het verslagjaar bij cao nieuwe afspraken gemaakt over de uitkeringen die het fonds verstrekt. Werknemers die na 1 juli 2007 als gevolg van een reorganisatie worden ontslagen, kunnen aanspraak maken op een eenmalige ontslagvergoeding. Van deze regeling kan alleen gebruikt gemaakt worden op verzoek van de werkgever. Werknemers die na 1 juli 2007 worden ontslagen als gevolg van het faillissement van de werkgever komen bij werkloosheid veelal in aanmerking voor een periodieke aanvullende uitkering. INTERNE ONTWIKKELINGEN De krimpende grafimediabranche is voor bestuur en directie van GBF in 2003/2004 aanleiding geweest de strategie bij te stellen. De focus lag daarbij op het structureel verbeteren van de efficiency, een verbetering van de beleggingsperformance en het herinrichten van de organisatie. GBF heeft daardoor haar uitgangspositie in het concurrentieveld voor uitvoering van pensioenregelingen aanmerkelijk kunnen verbeteren. Efficiencywinst en verbetering beleggingsperformance Zo liggen de kosten voor pensioenbeheer van PGB ondanks toenemende complexiteit, professionalisering en de uitbreiding van dienstverlening in 2007 met € 6,3 miljoen nog onder het kostenniveau van 2003 (€ 6,5 miljoen). De GBF presteert daarmee ruim onder het gemiddelde kostenniveau van andere (bedrijfstak)pensioenfondsen. Ook voor wat betreft vermogensbeheer wordt voor het vierde jaar op rij boven de benchmark gepresteerd. Het beleid is erop gericht om binnen bepaalde risicogrenzen en de tactische beleidsruimte een structurele outperformance te behalen. In 2004 bedroeg de outperformance bij een laag kostenniveau 0,1% bij een rendement van 7,7%, in 2005 1% bij een rendement van 15,9% en in 2006 0,2% bij een rendement van 8,5% en in 2007 0,2% bij een rendement van 5,5%. Klantgerichte en flexibele organisatie De organisatie heeft zich ontwikkeld tot een klantgerichte, flexibele uitvoerder die slagvaardig inspeelt op de snelle veranderingen in de pensioenwereld en die in haar productaanbod rekening houdt met gedifferentieerde wensen en behoeften van (nieuwe) opdrachtgevers. GBF investeert voor het pensioenfonds in flexibilisering van haar pensioenproduct en pensioensystemen om in te kunnen blijven spelen op veranderende wensen en behoeften in haar omgeving. Zo zijn in 2007 voor PGB nieuwe aanvullingsproducten geïntroduceerd, is het uniforme pensioenoverzicht tijdig en conform wettelijke vereisten verstrekt, is voor de sector uitgeverijbedrijf een model pensioenregeling ingericht waardoor de bestaande regelingen probleemloos kunnen worden overgenomen en is de wettelijke vereiste pensioencommunicatie bij entree, vertrek, bij en na pensionering, gereed voor invoering. Focus op verbreding De focus bij de GBF ligt de komende jaren op verbreding van de basis voor bestaande opdrachtgevers. Daarvoor zijn in het verslagjaar ook systeemtechnisch en procesmatig investeringen gedaan. Met de steeds strengere toezichteisen, wettelijke informatieverplichtingen en het waarborgen van de kwaliteit van de pensioenvoorziening lopen de kosten voor pensioenuitvoering op. Meer fondsen zullen er de komende jaren dan ook voor kiezen om de uitvoering van de regelingen en het vermogensbeheer uit te besteden. De GBF speelt hier in overleg met huidige opdrachtgevers op in. De organisatie richt zich op de verwerving van nieuwe administratieopdrachten en nieuwe aansluitingen in grafimedia gelieerde branches binnen de bedrijfskolom Media. Daarnaast worden
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
de mogelijkheden verkend voor samenwerking met andere pensioenuitvoeringsorganisaties. In de loop van 2007 besloten Boom Uitgevers en een aantal kleine uitgeverijen hun regeling bij PGB onder te brengen. Met Wolters Noordhoff is een intentieovereenkomst gesloten. Verder besloten de ondernemingspensioenfondsen de Boer en Misset met ingang van 2008 tot aansluiting bij PGB. Met Nationale Nederlanden werd overeenstemming bereikt over de overname van een aantal doorsnee contracten voor werkgevers aan wie in het verleden dispensatie was verleend. Door de stijging van het aantal deelnemers wordt het draagvlak voor opdrachtgevers verbreed. PGB en GBF zijn met verschillende fondsen en ondernemingen over de uitvoering van de pensioenregeling in gesprek. Verwacht wordt dat in 2008 en 2009 in lijn met de uitgezette strategie een aantal belangrijke stappen naar verdere verbreding gezet kunnen worden. Informatisering en automatisering Voor de ontwikkeling van geautomatiseerde systemen binnen de GBF is 2007 een goed jaar geweest. In de eerste helft van het jaar is de PCMpensioenregeling in het pensioensysteem ingeregeld. Aan de hand van deze ervaring is er een draaiboek opgesteld waarmee andere nieuwe fondsregelingen in de toekomst snel en beheersbaar kunnen worden opgenomen. Webapplicatie MijnGBF voor werkgevers en voor werknemers Na het in productie nemen van de webapplicatie MijnGBF voor werkgevers in 2006 waar vrijwel alle werkgevers en hun administratiekantoren gebruik van maken, is in 2007 ook het systeem MijnGBF voor werknemers beschikbaar gekomen. In een beveiligde omgeving hebben werknemers direct toegang tot hun persoonlijke financiële gegevens. Met de applicatie kan de persoonlijke pensioensituatie en die van de eventuele partner worden gecheckt. Inclusief het pensioen van de overheid en eventueel buiten de grafimediabranche opgebouwd pensioen, zowel in bruto als in netto bedragen. In de ontwikkelde software zit een pensioenvergelijking tussen het te bereiken pensioen en het ambitieniveau van de brancheregeling. In MijnGBF kan ook de ontwikkeling van de spaarloonrekening worden geraadpleegd. Verder is een VUT-planner toegevoegd voor de deelnemers die nog gebruik kunnen maken van de regeling en kunnen werknemers die deelnemen aan het ASF, online tegemoetkomingen in het kader van het Fonds Gezondheidszorg aanvragen. Via MijnGBF kunnen deelnemers tot slot diverse transacties uitvoeren zoals opname van spaargeld, tussentijds deblokkeren van spaarloon, afsluiten van aanvullende verzekeringen e.d. Sinds de introductie in het voorjaar van 2007 heeft ongeveer 35% van de actieve deelnemerspopulatie de beveiligde website minimaal eenmaal bezocht. Het gemiddeld aantal werknemers dat MijnGBF per dag raadpleegt, ligt op 170. De webapplicatie voor werkgevers is verder verbeterd. De werkgevers kunnen in een beveiligde omgeving hun bedrijfsgegevens en werknemersgegevens online raadplegen, downloaden en muteren. Ook kunnen de jaaropgaven digitaal aangeleverd worden. Nagenoeg alle werkgevers en hun eventuele administratiekantoren maken gebruik van de nieuwe
software. Het gebruiksgemak en gebruiksnut worden goed gewaardeerd. Vrijwel alle werkgevers hebben een account. Dagelijks bezoeken gemiddeld 105 werkgevers of hun administratiekantoor de beveiligde site. De webapplicaties zullen de komende tijd verder worden uitgebouwd. Ook voor bestuurders wordt een beveiligde omgeving op basis van internettechnologie ingericht. De algemene website van de GBF is in 2007 gemoderniseerd. Het ontwerp en de navigatie- en zoekstructuur zijn aangepast aan de gebruikelijke standaarden van opmaak van internetpagina's. In 2007 bedroeg het gemiddeld aantal bezoekers vanuit Nederland circa 400 per dag. Het verslagjaar stond, naast de normale informatiseringsproductie, in het teken van verdere modernisering en professionalisering van de systeemontwikkeling. Het managen van projecten is geprofessionaliseerd door de invoering van een Handboek Projectmanagement en het herpositioneren van Projectmanagement in de organisatie. In het Handboek Systeemontwikkeling is een nieuwe ontwikkelmethodiek uitgewerkt. Daarmee is vastgelegd hoe in de toekomst, conform moderne standaarden, systemen worden ontwikkeld en gedocumenteerd. In 2007 is een Beleidsplan Informatisering en Automatisering opgesteld. Hierin is een route van ongeveer drie jaar aangegeven om de systeemarchitectuur, de productieomgeving en de ontwikkelomgeving verder te moderniseren. De eerste onderdelen hiervan zijn in 2007 gerealiseerd of in gang gezet. Uitbesteding aandelenportefeuille en beleggingsadministratie In het kader van verdere optimalisering van de performance is ervoor gekozen om 90% van de voor PGB beheerde aandelenportefeuille onder te brengen bij externe vermogensbeheerders. De verwachting is namelijk dat alleen gekwalificeerde en gespecialiseerde vermogensbeheerders in staat zijn om op langere termijn op specifieke markten extra rendement te realiseren. PGB kiest voor een wereldwijd netwerk van externe beheerders met verschillende mandaten. In een mandaat wordt de beleggingsmix vastgelegd, evenals de bandbreedte waarbinnen kan worden afgeweken en de index die gebruikt wordt om de beleggingsprestaties te beoordelen. GBF concentreert zich voor wat betreft aandelenbeheer op strategisch en tactisch aandelenbeleid, intern vermogensbeheer voor Europa exclusief Verenigd Koninkrijk en de selectie en het monitoren van externe vermogensbeheerders. De contracten met deze beheerders zijn vastgelegd in zgn. IMA's (Investment Management Agreement). Jaarlijks wordt van deze beheerders een SAS 70-verklaring (of daarop gelijkend) ontvangen. In het kader van concentratie op kerntaken werd eind 2006 ook besloten om de administratieve activiteiten voor het vermogensbeheer uit te besteden aan Kas Bank N.V. Door toegang tot de infrastructuur van Kas Bank N.V. is het mogelijk met diverse modules de midoffice-activiteiten met betrekking tot beleggingen verder te professionaliseren. Hierbij kan gedacht worden aan rapportage, riskmanagement, cashmanagement, portefeuilleanalyse en performance measurement. De afspraken met KasBank N.V. zijn vastgelegd in een SLA. Jaarlijks wordt van KasBank N.V. een SAS 70-verklaring en TPM (Third Party Mededeling) ontvangen. Zowel de uitbesteding van de aandelenportefeuille als de uitbesteding van de beleggings-administratie zijn in 2007 geëffectueerd. De organisatie is erin geslaagd om mede met behulp van de software van strate-
JAARVERSLAG 2007 | pag 13
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
gische partners de maandelijkse beleggingsrapportages en managementinformatie sterk te verbeteren. Service Level Agreement (SLA) GBF heeft haar afspraken met PGB vastgelegd in een SLA. Periodiek wordt gerapporteerd over de prestaties van de uitvoeringsorganisatie. Ook voor de overige fondsen wordt gewerkt aan serviceniveau afspraken. Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) De Pensioenwet verplicht pensioenfondsen een actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) vast te stellen. De Nederlandsche Bank (DNB) kan op basis van deze ABTN tot een oordeel komen over de manier waarop invulling gegeven wordt aan de wettelijke vereisten. De ABTN bevat verder een verklaring inzake de beleggingsbeginselen en een beschrijving van de sturingsmiddelen. Voor PGB is de nota geactualiseerd naar de stand van ultimo 2007. Communicatie GBF ziet communicatie met haar opdrachtgevers als een belangrijk beleidsinstrument om gestelde doelen te realiseren. Daartoe worden onder meer gerekend het bevorderen van een goede relatie tussen de fondsen en belanghebbenden, het juist, tijdig en adequaat informeren van werkgevers en deelnemers over actuele ontwikkelingen en de rechten en plichten die voortvloeien uit deelname aan de sociale regelingen en het in staat stellen van de doelgroepen om een afgewogen keuze te maken binnen gegeven mogelijkheden. Daarnaast moet communicatie gaan bijdragen aan de merkbekendheid en positionering van het pensioenfonds. Voor het pensioenfonds is in 2007 communicatiebeleid ontwikkeld, op basis waarvan een communicatieplan is opgesteld. Het plan bevat voor 2008 een veelomvattend communicatie uitvoeringsprogramma en een communicatiemonitor om de effecten van communicatie en de begrijpelijkheid ervan te kunnen evalueren. GBF staat bij haar communicatie een multichannel benadering voor. Deelnemers en werkgevers ontvangen informatie die is afgestemd op de persoonlijke omstandigheden of voorkeuren, derhalve persoonlijke communicatie. Daarbij bestaat de keus tussen persoonlijk contact of een laagdrempelig informatieaanbod via internet. Waar mogelijk zet GBF voor opdrachtgevers in op verdere ontwikkeling van het internetkanaal. De organisatie denkt hierbij aan het digitaal beschikbaar stellen en archiveren van pensioen- en spaarloonoverzichten, het inrichten van een apart loket voor gewezen deelnemers en gepensioneerden, de ontwikkeling van elektronische nieuwsbrieven en het zo mogelijk inzetten van elektronische transacties. In dit kader kan MijnGBF duidelijk toegevoegde waarde bieden. Massacommunicatie dient er verder voor om doelgroepen breed te informeren en te wijzen op het bestaan van mogelijkheden voor persoonlijke communicatie. Massacommunicatie vindt veelal plaats via jaarverslagen, een breed aanbod van brochures, de relatiebladen GBF-Nieuws en GBF-Direct en het Handboek GBF voor werkgevers. De informatievoorziening wordt gecompleteerd met regelmatige updates van de website.
JAARVERSLAG 2007 | pag 14
VUT- en pensioenvoorlichting Voor werknemers, die aan ASF deelnemen en voor wie de VUT-gerechtigde leeftijd in zicht komt, wordt een VUT-informatieweek georganiseerd. Tijdens zo'n week worden werknemers en hun partners voorbereid op het feit dat het niet meer deelnemen aan het arbeidsproces een verandering in de persoonlijke levenssfeer veroorzaakt. Een dagdeel wordt door medewerkers van GBF voorlichting gegeven over de grafimediaregelingen, sociale verzekeringen en van belang zijnde wettelijke voorzieningen. In het verslagjaar hebben 473 (v.j. 508) verzekerden/ partners een VUT-informatieweek bijgewoond. De informatieverstrekking zal in 2007 worden teruggebracht van vijf naar drie dagen. Deelnemers aan PGB of ASF worden, in het jaar voorafgaand aan het pensioen, eventueel met partner, uitgenodigd voor het bijwonen van een door GBF georganiseerde Pensioen-informatiedag. Die dag wordt door medewerkers van GBF actuele informatie verstrekt over grafimedia en wettelijke regelingen die specifiek bedoeld zijn voor personen die 65 jaar worden. In 2007 hebben 1.065 (v.j. 1006) verzekerden/partners een voorlichtingsdag bijgewoond. Communicatie en taakafbakening Het speelveld tussen verzekeraars en pensioenfondsen ligt vast in de Pensioenwet. Uitgangspunt is dat de basispensioenregelingen die pensioenfondsen binnen hun werkgebied aanbieden gebaseerd zijn op collectiviteit en solidariteit. Pensioenfondsen worden dus zowel in hun domein als in hun productaanbod beperkt. Van belang is verder dat verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen en hun uitvoeringsorganisaties, behoudens algemene informatie over andere producten, aan deelnemers slechts informatie mogen verschaffen over producten en diensten die een onderdeel zijn van de regeling. Fondsen zijn gehouden om er in het economisch verkeer voor te zorgen dat geen promotie met het merk of de naam wordt gemaakt door andere organisaties. In 2007 heeft de uitvoeringsorganisatie GBF een bestuurlijke boete gekregen voor het feit dat, naar de opvatting van DNB, via de website meer dan algemene informatie is verschaft over regelingen die niet door het bedrijfstakpensioenfonds worden uitgevoerd. Het betreft hier in het bijzonder informatie over de levensloopregeling. Als gevolg van de handhaving van de taakafbakening en marktordening door DNB kan ook de gecombineerde informatievoorziening van het pensioenfonds met de andere sociale fondsen via de website van de uitvoeringsorganisatie, relatiebladen en elektronische nieuwsbrieven op termijn onder spanning komen te staan. De GBF is tegen de beschikking van de DNB in beroep gegaan. De informatievoorziening is in afwachting van verdere besluitvorming op dit punt aangepast. Calamiteitenplan en uitwijktest GBF is een organisatie waar de primaire bedrijfsprocessen in hoge mate afhankelijk zijn van geautomatiseerde ondersteuning. Een stagnatie in de geautomatiseerde verwerking vormt dus een directe bedreiging voor de continuïteit van GBF. Vanuit deze gedachte is een plan opgesteld om die bedreiging het hoofd te kunnen bieden. Er is nagedacht welke calamiteitensituaties zich zouden kunnen voordoen. Dit heeft geleid tot de invoering van een aantal preventieve maatregelen waardoor de kans op het ontstaan van een calamiteitensituatie aanzienlijk is afgenomen.
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
De maatregelen zijn er primair op gericht om de geautomatiseerde gegevensverwerking binnen afgesproken termijnen weer in gebruik te nemen en om de (vervolg)schade van de calamiteit te beperken. Indien de verwachting is dat de schade niet binnen die termijnen hersteld kan worden, zal naar een meer permanente oplossing gezocht worden. Voor deze situatie is een continuïteitsplan ontwikkeld. In het continuïteitsplan zijn alle eisen en wensen vastgelegd waaraan vervangende middelen moeten voldoen.
uitgegaan van de voorbereiding van de PFG en verdere professionalisering van de organisatie.
In het calamiteitenplan is aangegeven hoe en binnen welke termijn de geautomatiseerde gegevensverwerking hersteld dient te worden. Dit plan is echter op zich geen waarborg dat de verwerking dan ook daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. In 2007 is daarom een uitwijktest gehouden. Daarbij is aangetoond dat binnen 48 uur de meest kritische bedrijfsapplicaties op uitwijklocaties weer in gebruik genomen kunnen worden. Ook de websites (www.gbf.nl en www.mijngbf.nl) zijn na een calamiteit binnen 48 uur weer operationeel.
Financieel resultaat Het financiële resultaat over 2007, het resultaat van de rekening van baten en lasten, van € 0,1 miljoen is toegevoegd aan de algemene reserve. Daarnaast kent de GBF een wettelijke reserve. Deze bedraagt per 31 december 2007 € 1,0 miljoen en dient te worden aangehouden vanwege de activering van ontwikkelingskosten inzake nieuwe software.
FINANCIËLE POSITIE GBF De kosten die door GBF bij opdrachtgevers in rekening worden gebracht, bedragen in 2007 € 15,6 miljoen. De totale kosten (exclusief de bijzondere baten en lasten) zijn, evenals voorgaande jaren, op basis van kostenverdeelsleutels aan de aangesloten instellingen in rekening gebracht. De kosten voor opdrachtgevers bedragen in 2007:
Doorberekende kosten per jaar in 2007 (x € 1.000,-)
Doorberekende kosten per deelnemer in 2007
Doorberekende kosten per deelnemer in 2006
Pensioenfonds PGB
€ 9.474
€
117
€
101
VUT-fonds FWG grafimedia
€ 2.733
€
55
€
50
VUT/prepensioen dagbladjournalisten
€
408
€
103
€
103
Spaarloonfonds SGB
€ 1.321
€
29
€
30
Algemeen Sociaal Fonds waaronder Garantiefonds en Fonds Gezondheidszorg
€ 1.680
€
39
€
23 *
Totale kosten GBF
€ 15.616
Toelichting : de activiteiten voor opdrachtgevers vallen uiteen in administratie, vermogensbeheer en beleids- en bestuursondersteuning. De integrale kosten voor deze activiteiten worden weergegeven in bovenstaand overzicht. * In 2006 heeft een correctie over 2005 plaatsgevonden in de doorberekening van de administratiekosten waardoor de kosten per deelnemer lager zijn dan in 2005.
In 2007 zijn de administratiekosten voor opdrachtgevers gestegen ten opzichte van 2006: van € 13,7 naar € 15,6 miljoen. De uitvoeringskosten per deelnemer voor pensioenbeheer en communicatie voor PGB stijgen. De stijging wordt veroorzaakt door de daling van het aantal deelnemers en het verder optimaliseren van systemen en processen. De systeemaanpassingen zijn nodig om in te kunnen spelen op gedifferentieerde behoeften van bestaande en toekomstige werkgevers en branches en om te kunnen voldoen aan de wettelijk verplichte pensioeninformatie naar deelnemers. Een kostenverhogend effect is verder
Ten opzichte van eind 2003, het moment waarop de organisatie haar strategie wijzigde, zijn de totale kosten voor opdrachtgevers zeer beperkt gestegen met 5%. De inflatie in die periode bedroeg bijna het dubbele. Voorts krijgen werkgevers en werknemers een uitgebreider en verder geprofessionaliseerd dienstenpakket.
Kosten in rekening gebracht bij derden De kosten die in rekening zijn gebracht bij derden stijgen van € 0,7 miljoen in 2006 naar € 1,0 miljoen in 2007. Deze stijging wordt veroorzaakt doordat de administratiekosten voor de Anw-verzekering en de activiteiten voor VerzuimExpert en het project Grafici Weer aan het Werk, direct bij PGB in rekening worden gebracht. De activiteiten voor de Plato-helpdesk zijn licht gedaald. HUMAN RESOURCE Algemeen De medewerkers vormen het belangrijkste kapitaal van de uitvoeringsorganisatie. Zij dragen dagelijks zorg voor de dienstverlening aan bestuurders, werkgevers en deelnemers. Er worden steeds hogere eisen gesteld aan hun kennis en vaardigheden. De overheid stelt hogere eisen aan communicatie met de deelnemers, het risicomanagement en de beheersmaatregelen. De concurrentie in de pensioenuitvoeringswereld, de ontwikkelingen op het gebied van ICT en ook andere functiegebieden, vragen continue aanpassingen binnen de organisatie. De medewerkers merken de effecten van deze veranderingen. Er wordt in toenemende mate een groot beroep gedaan op het ontwikkelen en verdiepen van competenties. Om op de ontwikkelingen in die veranderende omgeving te kunnen blijven inspelen blijft GBF investeren in kwaliteitsverbetering van de organisatie. Aandachtsgebieden daarbij zijn onder meer pensioen- en vermogensbeheer, risicomanagement en communicatie en marketing. In 2007 neemt het aantal formatieplaatsen per saldo met 2 fte's toe. De organisatie biedt medewerkers de mogelijkheid om via opleiding en training hun competenties op een hoger niveau te brengen. Ontwikkeling medewerkers In 2007 is er geïnvesteerd in het verdiepen van de pensioenkennis van de medewerkers. Ruim 30% van het personeel nam, en met succes, deel aan de basiscursus Pensioenen. In 2008 zal de kennis verder worden verdiept. Daarnaast volgt een aantal medewerkers een basiscursus loonadministratie. De cursussen zijn in samenspraak met externe partijen ontwikkeld en worden als incompany training aangeboden. Voor het toekomstig succes van de GBF zijn klantgerichte en servicegerichte medewerkers essentieel. De cultuur moet de missie en bedrijfsstrategie ondersteunen. Bij een klantgerichte organisatie hoort een cultuur die klanten wil helpen. Om de omslag in denken van een uitvoe-
JAARVERSLAG 2007 | pag 15
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
rings- en procesgerichte naar een klantgerichte organisatie verder te verankeren, is in het verslagjaar ruim aandacht geschonken aan de gedragscriteria en competenties die de cultuurverandering kunnen ondersteunen. Voor medewerkers zijn competentie gerichte ontwikkelingstrajecten gestart.
Het ziekteverzuimpercentage onder mannen is gestegen tot 4,2% (in 2006 2,3%) en bij de vrouwen gedaald tot 2,75% (in 2006 3,5%). Het ziekteverzuimpercentage is ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde en ligt ca. 1% lager in vergelijking met cijfers voor de regio Randstad. Ziekteverzuim
Performance Management-cyclus De eerste effecten van de performance management-cyclus die eind 2006 is ingevoerd worden zichtbaar. Het management merkt dat het maken van afspraken met de medewerkers aan het begin van het jaar en de tussentijdse bespreking van ontwikkelingen een goede basis leveren om op een open en constructieve wijze over het functioneren te praten en de behoeften van de organisatie en van de medewerker uit te wisselen en op elkaar af te stemmen. Om de dienstverlening in kwalitatieve en kwantitatieve zin te verbeteren wordt meer gestuurd op prestatie-indicatoren. Deze indicatoren zijn van belang voor de versterking van de duurzame concurrentievoordelen van de organisatie. De indicatoren worden in overleg met het management vastgesteld en vervolgens periodiek gemeten. Bezetting Het aantal fulltime formatieplaatsen eind 2007 komt uit op 156,2, eind 2006 was dat 154,3.
Formatie 31-12-2007
31-12-2006
man
vrouw
man
vrouw
medewerkers
108 (70%)
45 (30%)
106
47
vacatures
12 fte
10 fte
formatieplaatsen medewerkers uitgedrukt in fte's
156,2
154,3 fte
De gemiddelde leeftijd bij de GBF is ultimo 2007 46 jaar en 2 maanden. De gemiddelde duur van het dienstverband is 15 jaar en 9 maanden. De gemiddelde leeftijd stijgt. Dat kan enerzijds gezien worden als een positieve ontwikkeling, medewerkers willen zich voor langere tijd aan de GBF binden. Er zijn echter ook risico's aan verbonden. De competentieontwikkeling en arbeidsvitaliteit vragen meer aandacht. Voor de organisatie is het belangrijk om voor haar arbeidsmarktcommunicatie een campagne op te stellen om meer jongeren te interesseren voor het pensioenvak. In- en uitstroom In 2007 zijn 10 nieuwe medewerkers in dienst getreden. In totaal hebben 10 medewerkers de GBF verlaten, vorig jaar waren dat er 29. De grote uitstroom in 2006 was de laatste groep die als gevolg van de reorganisatie de GBF hebben verlaten. Op de peildatum 31 december 2007 heeft de GBF 153 medewerkers: 112 fulltimers en 41 parttimers. Ziekteverzuim In 2007 ligt het ziekteverzuim met 3,7% boven het lage niveau van 2006 (2,6%). Het verzuim in 2007 omvat meer langdurig zieken. De frequentie is licht gedaald van 2,1 in 2006 naar 1,8 in 2007.
JAARVERSLAG 2007 | pag 16
2007
2006
Ziekteverzuim
3,7%
2,63%
Meldingsfrequentie
1,8
2,1
Arbobeleid In 2007 is geïnvesteerd in de fysieke omstandigheden van de medewerkers en vooral daar waar vanuit de gehouden Risico Inventarisatie opmerkingen zijn gemaakt. Voor medewerkers die betrokken zijn bij de Bedrijfshulpverlening zijn extra scholingsdagen georganiseerd en zijn er oefeningen gehouden, waaronder een ontruiming. In het verslagjaar is tot slot nieuw beleid geformuleerd voor ongewenst gedrag. Ruwe omgangsvormen, agressie, pesten e.d. zijn problemen die de GBF uit haar organisatie wil weren. Besloten is daarom dat medewerkers die eventueel dergelijke problemen ervaren bij een vertrouwenspersoon terecht kunnen. Cao Medio 2007 is een nieuwe cao afgesloten voor een periode van 3 jaar, februari 2007 tot februari 2010. Er zijn afspraken gemaakt over structurele loonsverhogingen (per 1 februari 2007 3%, per 1 april 2008 2,75%, per 1 juni 2009 2,75% en een eenmalige uitkering van 0,5% in december 2009). In de cao is een 4-tal protocollen opgenomen, waaronder levensfase-bewust personeelsbeleid, thuiswerken, beloningssystematiek en variabel belonen en loopbaanbeleid. Gedurende de looptijd van de cao zullen deze protocollen worden uitgewerkt. Medezeggenschap Een organisatie die zich in een dynamische omgeving bevindt, heeft een goede Ondernemingsraad (OR) nodig. De GBF heeft met de OR die eind 2006 is gekozen een raad die in overleg met de bestuurder meedenkt en praat over de strategische keuzes, vanuit het perspectief van de werknemers. De OR heeft sinds 2007 een grotere verantwoordelijkheid gekregen in het HR-beleid en in overleg met de vakorganisaties een rol in de uitwerking van de protocollen die in de cao zijn opgenomen.
KERNCIJFERS AANGESLOTEN INSTELLINGEN
KERNCIJFERS AANGESLOTEN INSTELLINGEN Alle cijfers en bedragen die genoemd worden in het kader van de ontwikkelingen van de aangesloten instellingen zijn voor het jaar 2007 nog niet definitief vastgesteld. (Bedragen in miljoenen euro's) 2007 PGB
2006 PGB
2007 FWG
2006 2007 2006 FWG PPDBJ PPDBJ
2007 ASF
2006 ASF
2007 SGB
2006 SGB
2007 Totaal
2006 Totaal
VERMOGEN Vrije Reserves*
1.786
831
–
–
8
11
17
19
7
6
1.818
1.449
Vereist Eigen vermogen*
1.396
1.896
–
–
–
–
–
–
–
–
1.396
1.211
–
–
–
–
–
–
–
–
17
18
17
18
6.577
6.767
–
–
17
13
–
–
–
–
6.594
6.882
Voorziening VUT-verplichtingen
–
–
22
35
–
–
–
–
–
–
22
35
Spaarsaldi
–
–
–
–
–
–
–
–
238
232
238
232
9.975
9.471
22
41
33
51
29
26
255
249
10.314
9.838
269
590
–
–
1
1
1
–
9
10
280
601
5,5
8,5
1,0
0,7
3,5
2,8
2,2
0,9
3,5
4,2
–
–
0,09
0,19
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Premieloon
815
810
1.546
1.613
18
24
1.153
1.228
1.264
1.297
4.796
4.972
Premieopbrengsten **
153
144
80
97
1
1
8
9
21
22
263
273
247
230
90
91
2
1
10
13
22
27
371
362
Reserves inzake beleggingen* Voorziening pensioenverplichtingen*
BELEGGINGEN Balanswaarde beleggingen Totale beleggingsopbrengsten Totaal rendement in % Z-score LOON EN PREMIES
UITKERINGEN **
* Alle cijfers PGB en PPDBJ zijn aangepast aan nFTK ** Inclusief ontvangsten en uitbetalingen spaargelden SGB.
JAARVERSLAG 2007 | pag 17
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
WERKGEVERS Het ingezette herstel van de economie zette in 2007 door. Ook in de grafimediabranche is sprake van een stijging van de omzet met 2,4%. Ondanks deze stijging van de omzet daalde het aantal werkgevers en werknemers ook in 2007. De afname werd vooral veroorzaakt door verdergaande technologische ontwikkelingen en toenemende internationale concurrentie. Bij de aangesloten instellingen staan per 31 december 2007 2.717 werkgevers ingeschreven, 74 minder dan vorig jaar. De verdeling van het aantal werkgevers met deelnemers aan de verschillende fondsen aan het einde van het jaar is als volgt:
Werkgevers
2007
2006
PGB
2.663
2.690
FWG
2.592
2.685
SGB
2.584
2.680
ASF
2.659
2.738
21
28
2.717
2.791
PPDBJ
PREMIE In 2007 is € 263 miljoen (v.j. € 273 miljoen) aan premies en bijdragen in rekening gebracht. Het totale bedrag dat op 31 december 2007 nog openstaat inzake premies bedraagt € 13 miljoen (v.j. € 14,0 miljoen). Uitgedrukt in een percentage van de totaal in rekening gebrachte premies bedragen de openstaande premies 4,7%. In 2007 is voor 60 (v.j. 52) werkgevers het faillissement uitgesproken. Er zijn 3 (v.j. 3) surséances van betaling verleend. Er hebben geen werkgevers (v.j. 2) gebruik gemaakt van de Wet schuldsanering natuurlijke personen. Het totaalbedrag van faillissementsvorderingen van oudere jaren tot en met 2007 bedraagt ultimo 2007 € 30,1 miljoen (v.j. € 27,1 miljoen). In deze vordering is een bedrag begrepen van € 27,9 miljoen (v.j. € 25,1 miljoen) inzake uitkeringen van het Garantiefonds bij failliete werkgevers.
WERKNEMERS Aan het einde van 2007 waren 51.836 (v.j. 52.801) werknemers bij één of meer aangesloten GBF-instellingen verzekerd. Een afname van 965 of 1,8% (v.j. een afname van 3,9%). De onderstaande tabel geeft de verdeling van de deelnemers over de aangesloten instellingen weer waarbij per instelling ook het aantal werknemers is vermeld door of voor wie op vrijwillige basis wordt deelgenomen. In de genoemde aantallen zijn niet begrepen degenen die bij één of meer aangesloten instellingen verzekerd zijn gebleven na beëindiging van het dienstverband zoals premievrije deelnemers, gepensioneerden en vervroegd uitgetredenen. 31-12-2007
01-01-2007
Verzekerden
aantal
hiervan vrijwillige deelneming
aantal
hiervan vrijwillige deelneming
PGB
41.649
5.347
41.234
4.523
ASF
42.215
4.822
42.891
4.889
SGB
40.751
4.302
46.857
4.621
FWG
49.668
4.699
50.809
4.774
287
n.v.t.
390
n.v.t.
PPDBJ
De gemiddelde leeftijd van het deelnemingsplichtig personeel in het grafimediabedrijf bedroeg in het verslagjaar 41,7 jaar (v.j. 41,4 jaar) en is dus licht gestegen.
De sterke daling van het aantal deelnemers aan het SGB houdt voornamelijk verband met het feit dat, conform wettelijke regels, alleen werknemers die op 1 januari in dienst zijn bij de werkgever kunnen deelnemen aan het fonds. Het aantal deelnemers per 1 januari 2008 bedraagt 46.713, een daling ten opzichte van 1 januari 2007 van 0,3%. Voor PGB zijn de werknemers die wegens een bijzondere pensioenvoorziening collectief zijn vrijgesteld van deelneming niet meegeteld. Dat aantal nam met 345 af tot 391.
JAARVERSLAG 2007 | pag 18
UITKERINGEN In het verslagjaar is er voor een bedrag van € 371 miljoen (v.j. € 362 miljoen) uitgekeerd voor de aangesloten instellingen. PGB In 2007 is voor een bedrag van € 247 miljoen (v.j. € 230 miljoen) uitgekeerd. Ten opzichte van 2006 betekent dit een stijging van 7,0%. De stijging doet zich nagenoeg geheel voor bij de ouderdomspensioenen. De stijging wordt veroorzaakt doordat het aantal gepensioneerden toeneemt en de nieuwe pensioengerechtigden gemiddeld een hoger pensioen hebben opgebouwd. FWG De VUT-regeling voor de dagbladjournalisten heeft het karakter van een aanvullingsregeling op het prepensioen. Naarmate de jaren verstrijken is er sprake van een hogere prepensioen-opbouw. De aanvulling op de prepensioenuitkering vanuit de VUT-regeling neemt hierdoor af. De uitkering voor de dagbladjournalisten blijft echter gelijk ten opzichte van vorig jaar en bedraagt € 8,7 miljoen (v.j. € 8,7 miljoen). Dit komt omdat meer personen in het verslagjaar gebruik maken van de VUT-prepensioenregeling. De uitkeringen van de VUT-regeling voor grafici zijn gedaald tot € 77,9 miljoen (v.j. € 82,1 miljoen). Deze daling wordt veroorzaakt door een afname van het aantal personen dat een VUT-uitkering ontvangt en het eerder uittreden van personen waardoor zij een lagere uitkering ontvangen. ASF Doordat het basispakket van de zorgverzekeringen in Nederland vanaf 2006 ruimer van opzet is, zijn de vergoedingen voor prothesen en hulpmiddelen gedaald. De uitkeringslast van ASF-Gezondheidszorg neemt af van € 5,7 miljoen naar € 3,3 miljoen in 2007. De uitkeringen van ASF-Garantiefonds dalen van € 14,1 miljoen in 2006 naar € 10 miljoen in 2007. In 2007 is hiervan € 3,6 miljoen verhaalbaar
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
bij werkgevers en is € 0,1 miljoen. ontvangen aan faillissementsuitkeringen. De totale uitkeringslast voor 2007 bedraagt € 6,2 miljoen (v.j. € 7,4 miljoen). De daling wordt veroorzaakt door een versobering van de garantieregeling per 1 juli 2007. SGB Ten opzichte van voorgaand jaar zijn de uitbetalingen voor SGB gedaald naar € 22,4 miljoen (v.j. € 27,3 miljoen). Deze daling wordt grotendeels veroorzaakt doordat in 2006 fors gebruik is gemaakt van een éénmalige deblokkeringsmogelijkheid (de zogenaamde '1 september 2005 déblokkering'). PPDBJ De FWG-regeling heeft het karakter van een aanvullingsregeling op het prepensioen. Naarmate de jaren verstrijken is er sprake van een hogere prepensioenopbouw. Dit leidt tot een hogere uitkeringslast vanuit het prepensioenfonds. In 2007 is de uitkeringslast toegenomen tot € 1,5 miljoen (v.j. € 0,5 miljoen). Eind 2007 is besloten het fonds in verband met stijgende uitvoeringskosten te liquideren en de aanspraken over te dragen naar het pensioenfonds PGB. VERMOGENSPOSITIE AANGESLOTEN FONDSEN De vermogenspositie van de aangesloten fondsen heeft zich in het verslagjaar als volgt ontwikkeld. PGB De financiële positie van PGB is in 2007 verbeterd. Het pensioenvermogen groeide met € 265 miljoen van € 9,5 miljard naar € 9,8 miljard. Er is in 2007 sprake van een rendement van 5,5% (inclusief kosten externe vermogensbeheerders). De voorziening pensioenverplichtingen is gedaald met € 190 miljoen en komt uit op € 6,6 miljard. Dit wordt met name veroorzaakt door de waardering tegen marktrente welke is toegenomen waardoor de verplichtingen afnemen. De dekkingsgraad van het fonds stijgt als gevolg van deze ontwikkelingen van 138,2% naar 148,4%. FWG Binnen het FWG worden twee afzonderlijke VUT-regelingen uitgevoerd. Dit betreft een VUT-regeling voor de grafici en één voor de dagbladjournalisten. In de regeling voor de grafici bedragen de lopende verplichtingen van ingegane uitkeringen € 122 miljoen. Hiervan is € 28 miljoen beschikbaar. In de regeling voor de dagbladjournalisten bedragen de lopende verplichtingen van ingegane uitkeringen € 15 miljoen. Het beschikbare bedrag bedraagt € 5 miljoen. Tot de beëindiging van de VUT-regelingen zullen de verplichtingen worden gefinancierd via premieheffing. ASF Binnen het ASF worden meerdere regelingen, die voortvloeien uit caoafspraken, geadministreerd. Voor de verschillende regelingen worden afzonderlijk reserves of rekeningen aangehouden. De reserve van het fonds Algemene middelen is in het verslagjaar met € 3,3 miljoen afgenomen. Dit hield verband met de kosten voor de uitkeringen in het kader van het ASF-Garantiefonds (aanvulling bij werkloosheid) en kosten voor de regeling van ASF-Gezondheidszorg. In 2007 is de reserve van het ASF-Garantiefonds toegenomen in verband met een versobering van de regeling per 1 juli 2007.
SGB Per 31 december 2007 bedraagt de beleggingsreserve 7,3% (v.j. 7,8%) van de beleggingen. De verlaging van de beleggingsreserve wordt o.a. veroorzaakt door een verlaging van de totale beleggingen. Uitgedrukt in een percentage van de uitstaande spaargelden bedraagt de algemene reserve 2,9% (v.j. 2,8%). Deze reserve wordt aangehouden voor renteegalisatie. Het gemiddelde rentepercentage dat in het verslagjaar werd vergoed over de geblokkeerde spaarsaldi bedroeg 3,9% (v.j. 3,4%). PPDBJ Voor 2007 is bij de vaststelling van de voorziening prepensioenverplichtingen een marktrente gehanteerd van 4,5% (v.j. 4,1%). Vanuit de FWG-regeling worden de prepensioenuitkeringen aangevuld. Naarmate de jaren verstrijken is er sprake van een hogere prepensioenopbouw. De uitkeringslast voor het pre-pensioenfonds is in 2007 uitgekomen op € 1,5 miljoen (v.j. 0,5 miljoen). BELEGGINGEN De totale waarde van de beleggingsportefeuilles van de aangesloten instellingen is in 2007 toegenomen met € 476 miljoen tot € 10.314 miljoen, een stijging van 4,8%. De stijging is voor een belangrijk deel het gevolg van de positieve waardeontwikkelingen bij de beleggingscategorieën aandelen, onroerende zaken en commodities. De vastrentende waarden ondergingen een waardedaling door de gestegen rente in de eurozone en de kredietcrisis in de Verenigde Staten waardoor er slechts een licht positief totaalresultaat werd geboekt. De bedrijfsobligaties hebben hierbij een grotere waardedaling ondergaan dan staatsleningen. SGB, FWG en ASF hebben alleen staatsleningen in hun benchmark. Daar zij ook bedrijfsobligaties in hun portefeuille hebben vanwege het hogere directe rendement, verklaart dit de underperformance in het verslagjaar zoals onder vermeld. Van de toename is per saldo € 62 miljoen een gevolg van waardeoverdrachten van derden. Het saldo van premieinkomsten, uitkeringen en kosten was echter negatief. Het behaalde rendement van de portefeuille van PGB is in 2007 met ruim 5,5% hoger dan dat van de normportefeuille met ruim 5,3%. Het rendement inclusief de afdekking van het renterisico door het verschil in looptijd tussen beleggingen en verplichtingen bedraagt 3,0%. In het verslagjaar was 90% van de aandelenportefeuille in extern beheer bij regionaal gespecialiseerde managers. Het behaalde beleggingsrendement voor SGB bedraagt 3,5%. Voor vergelijkbare portefeuilles wordt in de markt een rendement gerealiseerd van 4,3%, gebaseerd op 1- tot 3-jarige staatsleningen voor de vastrentende waarden en de MSCI Euro-index voor de aandelen. Bij SGB is de opname van spaargelden weer tot reguliere niveaus gedaald en bevindt het fonds zich in een stabilisatiefase. Het beleggingsrendement bedraagt voor FWG 1,0% en voor ASF 2,2%. Voor de vergelijkbare portefeuilles werd in de markt een rendement gerealiseerd van resp. 3,3% (3- tot 5-jarige staatsleningen) en 3,7% (1tot 3-jarige staatsleningen). Voor het Prepensioenfonds voor de Dagbladjournalisten bedroeg het beleggingsrendement 3,4% (v.j. 2,8%). In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van de waarde ultimo 2006 en 2007 van het totale vermogen in de beleggingsportefeuilles van de aangesloten instellingen en de verdeling daarvan over de verschillende beleggingsonderdelen.
JAARVERSLAG 2007 | pag 19
VERSLAG VAN DE DIRECTIE
Soort beleggingen
Balanswaarde ultimo 2007
Balanswaarde ultimo 2006
%
%
(bedragen in miljoenen euro’s) Leningen 1
127
1
142
1
Obligaties 2
4.652
45
4.443
46
99
1
99
1
4.878
47
4.684
48
Deposito's Vastrentende waarden Onroerende zaken Aandelen Commodities Zakelijke waarden Totaal 3
743
7
714
7
4.492
44
4.290
44
201
2
150
1
5.436
53
5.154
52
10.314
100
9.838
100
1. De hypotheken en leningen op schuldbekentenis zijn samengevoegd in de post leningen. 2. Onder obligaties zijn ook andersoortige vastrentende producten en cash opgenomen. 3. De balanswaarde betreft de marktwaarde, de cijfers van 2006 zijn hierop aangepast.
Beleggingsmarkten De belangrijkste aandelenbeurzen gingen in het verslagjaar per saldo enigszins omhoog en de resultaten op de aandelenbeleggingen waren redelijk. Alleen op de beurzen in Japan en in enkele Europese landen vond een daling plaats. Grotere stijgingen waren er in Duitsland en in het Verre Oosten, waar de beurs in China bijna verdubbelde. Een forse stijging voltrok zich in het eerste halfjaar als gevolg van de goed draaiende wereldeconomie. Daarnaast zorgden ook de vele fusies en overnames voor een positief beleggingsklimaat. In het tweede halfjaar sloeg het beleggingssentiment om van positief naar negatief als gevolg van de dieper wordende kredietcrisis en de zorgen over de economische groei in de Verenigde Staten en gingen de beurzen omlaag. De kapitaalmarktrente ging in de eurozone, evenals vorig jaar, omhoog door de voortlevende inflatievrees. In Japan en vooral in de Verenigde Staten vond een daling plaats. De korte rente ging in de eurozone maar ook in Japan verder omhoog, terwijl die in Amerika daalde. De daling van de rente in de Verenigde Staten over de gehele rentecurve was een gevolg van de genoemde verslechterende economische ontwikkelingen. De obligatiemarkten, niet zijnde staatsleningen, hebben in het verslagjaar geleden onder de kredietcrisis. Het totale vastrentende resultaat was in het boekjaar nog licht positief. De onroerende zaken hebben per saldo in het boekjaar goed gepresteerd. De vastgoedparticipaties en het directe vastgoed zorgden voor het goede resultaat, de beursgenoteerde vastgoedfondsen ondergingen, na jaren van stijging, een aanzienlijke waardedaling.
JAARVERSLAG 2007 | pag 20
Nagenoeg alle valuta daalden in 2007 tegenover de euro, behalve de Canadese en Noorse munt. De Amerikaanse dollar en gerelateerde valuta daalden in het verslagjaar zelfs ruim 10% tegenover de euro. PGB dekt echter haar beleggingen in vreemde valuta strategisch geheel af. Wet- en regelgeving en fiscale kaders Wijzigingen in wet- en regelgeving hebben, zoals de afgelopen jaren het geval was, grote invloed op de door GBF beheerde fondsen en op het te voeren beleggingsbeleid. In 2007 zijn echter onder de nieuwe regering geen nieuwe grote wijzigingen doorgevoerd en het boekjaar kon derhalve op dit gebied gekenmerkt worden als een implementatiejaar. Voor PGB zijn per 1 januari 2007 het financiële toetsingskader en de nieuwe verslaggevingsregels ingegaan. De verplichtingen worden tegen een variabele marktrente in plaats van een vaste rekenrente verdisconteerd. Het verschil in rentegevoeligheid van de beleggingen en de pensioenverplichtingen wordt hierdoor zichtbaar gemaakt op de balans. Het nieuwe toetsingskader impliceert ook dat naast het grote belang van de financiële positie op de langere termijn, de financiële positie op de korte termijn beter beheersbaar moet zijn. De beleggingsstrategie is hierop ingericht en de beleggingen zijn meer aangesloten aan de pensioenverplichtingen door reducering van het renterisico, dat voortkomt uit het verschil in looptijd tussen de beleggingen en de verplichtingen. Hiervoor zijn interest rate swaps afgesloten. De financiële risico's zijn nog beter beheersbaar gemaakt, doordat onder andere het valutarisico volledig wordt afgedekt. SGB heeft, na de grote onttrekkingen in de afgelopen jaren door de vervroegde vrijval van spaargelden, een jaar van stabilisatie ondergaan. De levensloopregeling heeft door de geringe populariteit tot op heden weinig invloed op de instroom van spaargelden. FWG zal door de afschaffing van de fiscale faciliëring van vervroegd uittreden in de toekomst worden beëindigd. Amsterdam, 7 mei 2008 Directie van de Stichting Grafische Bedrijfsfondsen Mr. P.W.G. van Leeuwen LL M, algemeen directeur
JAARREKENING 2007
(Bedragen in duizenden euro's)
BALANS PER 31 DECEMBER 2007 NA RESULTAATVERDELING
ACTIVA
2007
2006
MATERIËLE VASTE ACTIVA Kantoorinventaris en hardware Vervoermiddelen
350 237
482 264
587
746
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Software
2.338
2.126
VORDERINGEN OP KORTE TERMIJN Aangesloten instellingen Vooruitbetaalde kosten Overige vorderingen
1.806 646 834
2.060 110 474
3.286
2.644
28.316
21.012
34.527
26.528
2007
2006
—
—
GELDMIDDELEN
PASSIVA
STICHTINGSKAPITAAL RESERVES Algemeen Wettelijk
VOORZIENINGEN VUT- en WAO-verplichtingen Reorganisatie
SCHULDEN OP KORTE TERMIJN Aangesloten instellingen Overige schulden
287 968
–
26 1.183
1.255
1.157
253 977
370 1.299
1.230
1.669
28.058 3.984
21.225 2.477
32.042
23.702
34.527
26.528
JAARVERSLAG 2007 | pag 21
JAARREKENING 2007
(Bedragen in duizenden euro's)
REKENING VAN BATEN EN LASTEN BOEKJAAR 2007
BATEN
2007
2006
15.616
13.735
15.616
13.735
15.616
13.735
15.616
13.735
Rentebaten
67
104
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
67
104
Vrijval reorganisatievoorziening
31
39
Buitengewoon resultaat
31
39
Resultaat
98
143
98 —
— 143
98
143
Doorberekende administratiekosten aangesloten instellingen
LASTEN
Totale kosten aangesloten instellingen
BIJZONDERE BATEN & LASTEN
De resultaatverdeling is als volgt: Algemene reserve Wettelijke reserve
JAARVERSLAG 2007 | pag 22
JAARREKENING 2007
(Bedragen in duizenden euro's)
TOELICHTING BEHORENDE TOT DE JAARREKENING 2007
WAARDERINGSGRONDSLAGEN
VOORZIENINGEN
ALGEMEEN Voor zover niet anders vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd op nominale waarde.
VUT- en WAO-verplichtingen Betreft een voorziening die onder meer wordt aangehouden voor toekomstige kosten die verband houden met aanvullingen op VUT- en WAO-uitkeringen van personeel.
ACTIVA Materiële vaste activa Deze worden gewaardeerd op aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingstermijnen zijn als volgt: hardware : 4 jaar kantoormachines : 5 jaar meubilair : 10 jaar vervoermiddelen : 5 jaar Immateriële vaste activa De applicatiesoftware wordt gewaardeerd op aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingstermijn bedraagt 5 jaar. Onder software zijn tevens begrepen de kosten van door de GBF zelf ontwikkelde software. Deze kosten betreffen de salarissen en sociale lasten van intern personeel. PASSIVA Reserves, Algemeen Het bestuur van de stichting besluit waarvoor deze reserve zal worden aangewend. De reserve wordt ondermeer aangehouden om de financiële gevolgen te kunnen opvangen die samenhangen met het in- en uittreden van opdrachtgevers. De reserve zal niet worden uitgekeerd en bedraagt maximaal ongeveer 10% van de bij de opdrachtgevers in rekening gebrachte jaarlijkse vergoedingen. Reserves, Wettelijk Een bedrag van 968 staat niet ter vrije beschikking van het bestuur, maar is benodigd voor een wettelijke reserve die voortkomt uit de activering van ontwikkelingskosten van software. Deze wettelijke reserve valt vrij naar gelang de boekwaarde van de geactiveerde ontwikkelingskosten vermindert.
Reorganisatie De voorziening is gebaseerd op een sociaal plan, dat door de directie in overleg met de vakbonden is opgesteld. Zowel het bestuur van de stichting als de leden van de vakbonden hebben dit plan goedgekeurd. De voorziening is gewaardeerd op contante waarde tegen een rekenrente van 3%. De mutatie in de voorziening loopt via het buitengewoon resultaat. Bepaling baten en lasten De baten en lasten worden opgenomen in het jaar waarop ze betrekking hebben. Het saldo van de rekening baten en lasten muteert op de algemene reserve tenzij een toevoeging aan de wettelijke reserve noodzakelijk is. Voor het personeel van de GBF zijn de pensioenen ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven. De GBF heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds, anders dan het voldoen van de toekomstige premies. Evenmin kan de GBF rechten doen gelden op eventuele overschotten in het pensioenfonds. Als gevolg hiervan is de pensioenregeling conform de richtlijn in deze jaarrekening verwerkt als een toegezegde-bijdrageregeling. Dit houdt in dat de bijdragen aan de pensioenregeling als last in de winst- en verliesrekening zijn opgenomen in de periode waarover de bijdragen zijn verschuldigd. De dekkingsgraad van het pensioenfonds bedraagt ultimo 2007 148,4%. Bezoldiging bestuurders De totale bezoldiging van de negen bestuurders bedroeg in het verslagjaar € 24.000 (v.j. € 20.000).
JAARVERSLAG 2007 | pag 23
JAARREKENING 2007
(Bedragen in duizenden euro's)
TOELICHTING OP DE BALANS
ACTIVA
2007
2006
KANTOORINVENTARIS EN HARDWARE Hardware Balanswaarde einde vorig boekjaar Aankopen Afschrijvingen
271 94 164
381 77 187
Overige kantoorinventaris Balanswaarde einde vorig boekjaar Aankopen Verkopen Afschrijvingen
–
–
Balanswaarde einde boekjaar VERVOERMIDDELEN Balanswaarde einde vorig boekjaar Aankopen Verkopen Afschrijvingen
– –
Balanswaarde einde boekjaar SOFTWARE Balanswaarde einde vorig boekjaar Aankopen en ontwikkelkosten Afschrijvingen Balanswaarde einde boekjaar
–
–
201
271
211 20 — 81
316 — 7 98
– –
149
211
350
482
264 115 67 76
165 216 56 61
– –
237
264
2.126 702 490
1.120 1.228 222
–
2.338
2.126
— 1.806
1.637 423
1.806
2.060
141 343 232 118
255 — 156 63
834
474
Deze is als volgt te specificeren: Aankopen 1.370 (v.j. 943) Ontwikkelkosten 968 (v.j. 1.183) VORDERINGEN AANGESLOTEN INSTELLINGEN Algemeen Sociaal Fonds voor de Grafische Bedrijven Stichting Prepensioenfonds voor de Dagbladjournalisten Balanswaarde einde boekjaar OVERIGE VORDERINGEN Swan Nederland B.V. Rekening Courant Nationale Nederlanden Stichting Administratie kantoor Zwaansvliet Diversen Balanswaarde einde boekjaar
JAARVERSLAG 2007 | pag 24
JAARREKENING 2007
(Bedragen in duizenden euro's)
TOELICHTING OP DE BALANS
PASSIVA
ALGEMENE RESERVE Balanswaarde einde vorig boekjaar Toevoeging/Onttrekking Overboeking van/naar wettelijke reserve
–
Balanswaarde einde boekjaar
WETTELIJKE RESERVE Balanswaarde einde vorig boekjaar Overboeking algemene reserve Toevoeging/Onttrekking
–
Balanswaarde einde boekjaar VOORZIENING VUT- EN WAO-VERPLICHTINGEN Balanswaarde einde vorig boekjaar Onttrekkingen
–
Balanswaarde einde boekjaar Waarvan verschuldigd binnen 1 jaar REORGANISATIEVOORZIENING Balanswaarde einde vorig boekjaar Onttrekkingen Vrijval
– –
2007
2006
26 98 215
–
99 — 125
287
–
26
1.183 215 —
915 125 143
968
1.183
370 117
–
518 148
253
370
22
126
1.299 291 31
– –
1.891 553 39
Balanswaarde einde boekjaar
977
1.299
Waarvan verschuldigd binnen 1 jaar
288
363
14.364 5.013 1.536
14.098 — 1.069
7.145
6.058
28.058
21.225
683 1.051 2.250
561 267 1.649
3.984
2.477
SCHULDEN AANGESLOTEN INSTELLINGEN Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven Algemeen Sociaal Fonds voor de Grafische Bedrijven Spaarloonfonds voor de Grafische Bedrijven Fonds Werktijdvermindering Oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven Balanswaarde einde boekjaar De premie-inkomsten van de aangesloten instellingen komen binnen bij de GBF. Op 13 januari 2008 is een bedrag van 29.000 aan de aangesloten instellingen betaald. OVERIGE SCHULDEN Loonheffing Crediteuren Vooruitontvangen en nog te betalen Balanswaarde einde boekjaar
JAARVERSLAG 2007 | pag 25
JAARREKENING 2007
(Bedragen in duizenden euro's)
TOELICHTING OP DE REKENING VAN BATEN EN LASTEN
BATEN
DOORBEREKENDE ADMINISTRATIEKOSTEN AANGESLOTEN INSTELLINGEN Doorberekening administratiekosten: Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven Algemeen Sociaal Fonds voor de Grafische Bedrijven * Spaarloonfonds voor de Grafische Bedrijven Fonds Werktijdvermindering Oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven Prepensioenfonds voor de Dagbladjournalisten * 2006 is inclusief een correctie 2005 van 370
2007
2006
9.474 1.680 1.321 3.069 72
8.370 999 1.426 2.870 70
15.616
13.735
LASTEN
ADMINISTRATIEKOSTEN Salarissen Af: geactiveerde salariskosten Sociale lasten Af: geactiveerde sociale lasten Uitzendkrachten Overige personeelskosten
– –
Personeelskosten
8.430 42 2.168 12 1.209 565
– –
7.899 314 2.143 85 895 434
12.318
10.972
Huisvestingskosten Afschrijving kantoorinventaris, hardware, software en vervoermiddelen Kantoorbehoeften / kleine aanschaffingen Kosten computer en kantoormachines Drukwerk Porti, telefoon en uitbetalingskosten Reis- en verblijfkosten Bestuur en vergaderingen Algemene kosten Adviseurs en accountants
873 812 25 1.627 93 365 93 135 326 353
804 567 30 1.318 57 386 87 148 183 449
Overige kosten
4.702
4.029
17.020
15.001
Totale kosten In rekening gebracht bij: Administratiekantoor Zwaansvliet GBF Advies BV Swan Nederland BV Administratiekosten ANW Verzuimexpert PGB Grafici weer aan het werk Pensioensparen PGB Administratiekosten Inkoopsommen FWG Overige doorberekende kosten: Invorderingskosten Administratiekosten ASF-Garantiefonds Totale kosten aangesloten instellingen
JAARVERSLAG 2007 | pag 26
– – – – – – –
209 — 297 273 89 75 10 14
– – – –
304 2 328 104 — — — —
– –
112 325
– –
108 420
15.616
13.735
JAARREKENING 2007
Amsterdam, 7 mei 2008 De directie: mr. P.W.G. van Leeuwen LL M, algemeen directeur
Aldus vastgesteld in de op 7 mei 2008 gehouden bestuursvergadering. Voorzitters: G. Poel T. Pietersma Secretarissen: I.D.F. Beun G.F. van Linden
JAARVERSLAG 2007 | pag 27
ACCOUNTANTSVERKLARING
JAARVERSLAG 2007 | pag 28
ACCOUNTANTSVERKLARING
Aan: het bestuur van Stichting Grafische Bedrijfsfondsen
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
ACCOUNTANTSVERKLARING VERKLARING BETREFFENDE DE JAARREKENING Wij hebben de jaarrekening 2007 van Stichting Grafische Bedrijfsfondsen te Amsterdam, bestaande uit de balans per 3 1 december 2007 en de staat van baten en lasten over 2007 met de toelichting gecontroleerd. VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET BESTUUR Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
OORDEEL Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Grafische Bedrijfsfondsen per 31 december 2007 en van het resultaat over 2007 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. VERKLARING BETREFFENDE ANDERE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN EN/OF VOORSCHRIFTEN VAN REGELGEVENDE INSTANTIES Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 15 juli 2008 KPMG Accountants N.V. A.J.H. Reijns RA
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE ACCOUNTANT Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
JAARVERSLAG 2007 | pag 29
JAARVERSLAG 2007 | pag 30
BIJLAGEN BJLAGE I: AANGESLOTEN INSTELLINGEN, BESTUUR EN DIRECTIE Per 31 december 2007
AANGESLOTEN INSTELLINGEN Stichting Algemeen Sociaal Fonds voor de Grafische Bedrijven (ASF) Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB) Stichting Spaarloonfonds voor de Grafische Bedrijven (SGB) Stichting Fonds Werktijdvermindering Oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven (FWG) Stichting Prepensioenfonds voor de Dagbladjournalisten (PPDBJ) BESTUUR GBF De heer T. Pietersma (daartoe aangewezen door FNV KIEM) is medio 2007, als opvolger van de heer J.H. de Vries, benoemd tot voorzitter van werknemerszijde van het (dagelijks) bestuur. Naast de heer De Vries traden tijdens het verslagjaar ook de heren M. Ungheretti en K.M. de Jong (beiden aangewezen door FNV KIEM) uit het bestuur als lid van werknemerszijde. Met het oog op de verkleining van het bestuur per 1 januari 2008 werden deze vacatures niet meer vervuld. De verkleining van het bestuur is het resultaat van de keuzes die gemaakt zijn bij het vormgeven van goed bestuur (PFG). Wij danken de afgetreden bestuursleden voor de wijze waarop zij hun bestuursfunctie vervuld hebben. Per 1 januari 2008 bestaat het bestuur uit vier leden, te weten: van werkgeverszijde: de heer G. Poel (voorzitter) en de heer I.D.F. Beun (secretaris), beiden aangewezen door het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen; van werknemerszijde: de heer T. Pietersma (voorzitter), aangewezen door FNV KIEM en een vacature (secretaris), aan te wijzen door CNV Media. In deze vacature werd per 1 maart 2008 voorzien door de aanwijzing van de heer G.F. van Linden. Er is geen dagelijks bestuur meer als afzonderlijk college. Per ultimo 2007 zag de samenstelling van de diverse colleges er als volgt uit: LEDEN VAN WERKGEVERSZIJDE aangewezen door het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen: G. Poel * voorzitter (fungerend in 2007) L.J. Hoogenboom * secretaris (fungerend in 2006) drs. L. Coenradie RA drs. R. Degenhardt W.F. Nak vacature vacature
LEDEN VAN WERKNEMERSZIJDE aangewezen door FNV Kunsten Informatie en Media: T. Pietersma* voorzitter (fungerend in 2006) A.F.A.H. Bergmans T.W. van den Broek vacature vacature vacature aangewezen door CNV Media: R. Leloux *
secretaris (fungerend in 2007)
DIRECTIE mr. P.W.G. van Leeuwen LL M drs. J.J. Tjeerdsma drs. D. Wieman
algemeen directeur directeur interne zaken directeur beleggingen
ACCOUNTANT KPMG Accountants N.V. KANTOOR Zwaansvliet 3, 1081 AP Amsterdam Postbus 7855, 1008 CA Amsterdam Telefoon: (020) 5 418 418 Fax: (020) 6 442 911 Internet: www.gbf.nl WERKGEVERSBESTUURSLEDEN van de Grafische Bedrijfsfondsen en aangesloten instellingen (exclusief Prepensioenfonds voor de Dagbladjournalisten)
drs. L. Coenradie RA drs. R. Degenhardt L.J. Hoogenboom W.F. Nak G. Poel R.W. Schets vacature vacature vacature ◆ bestuurslid
GBF
PGB
ASF
SGB
FWG
AKZ
◆ ◆ ▲ ◆ + – ◆ ◆ –
◆ ◆ ▲ ◆ + – ◆ ◆ ◆
◆ ◆ ▲ ◆ + ◆ – ◆ –
◆ ◆ ▲ ◆ + ◆ – ◆ –
◆ ◆ ▲ ◆ + ◆ – ◆ –
◆ ◆ ▲ ◆ + – ◆ ◆ –
+ voorzitter
▲ secretaris
* Leden van het dagelijks bestuur.
JAARVERSLAG 2007 | pag 31
BIJLAGEN
WERKNEMERSBESTUURSLEDEN van de Grafische Bedrijfsfondsen en aangesloten instellingen (exclusief Prepensioenfonds voor de Dagbladjournalisten)
A.F.A.H. Bergmans T.W. van den Broek R. Leloux T. Pietersma M.M. Visch vacature vacature vacature ◆ bestuurslid
GBF
PGB
ASF
SGB
FWG
AKZ
◆ ◆ ▲ + – ◆ ◆ ◆
◆ ◆ ▲ + ◆ ◆ ◆ ◆
◆ ◆ ▲ + – ◆ ◆ ◆
◆ ◆ ▲ + – ◆ ◆ ◆
◆ ◆ ▲ + – ◆ ◆ ◆
◆ ◆ ▲ + – ◆ ◆ ◆
+ voorzitter
▲ secretaris
BESTUUR Per 1 maart 2008 LEDEN VAN WERKGEVERSZIJDE aangewezen door het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen: G. Poel voorzitter (fungerend in 2009) I.D.F. Beun secretaris (fungerend in 2008) LEDEN VAN WERKNEMERSZIJDE aangewezen door FNV Kunsten Informatie en Media: T. Pietersma voorzitter (fungerend in 2008) aangewezen door CNV Media: G.F. van Linden
secretaris (fungerend in 2009)
JAARVERSLAG 2007 | pag 32
BIJLAGEN
BIJLAGE II: COMMISSIES EN ADVISEURS Per 31 december 2007
COMMISSIE VOOR DE BELEGGINGEN PGB/SGB T. Pietersma voorzitter (fungerend in 2006) G. Poel voorzitter (fungerend in 2007) L.J. Hoogenboom lid R. Leloux lid ADVISEURS: drs. M.J.M. Jochems drs. J.L.M.J. Klijnen J.H. Ubas COMMISSIE VAN BEZWAAR PGB/GESCHILLENCOMMISSIE SGB vacature voorzitter (fungerend in 2008) R.E. van Kesteren voorzitter (fungerend in 2007) mr. J.S. Dienske lid J. Spaargaren lid secretariaat: mw. mr. E.M. Kuijken (Kennedy Van der Laan Advocaten, Postbus 58188, 1040 HD Amsterdam) ACTUARIS (CERTIFICEREND) PGB Watson Wyatt B.V. MEDISCH ADVISEUR E. Sarlui
JAARVERSLAG 2007 | pag 33
BIJLAGEN
BIJLAGE III: LEIDING EN OR Per 31 december 2007
AFDELINGSMANAGERS drs. M.P. van den Berg drs. R.M. van den Berg A.W. Brand Actuaris AG A.A. van Bruggen J. Douma RA R. Kitsz D.M. van der Steeg
Human Resource Management Finance & Controlling Beleids- en Bestuursondersteuning Administratie & Procesbeheer Interne Accountantsdienst Facilitaire Dienst Klantenservice
ONDERNEMINGSRAAD J.G.H.M. Koninx M. Manshanden Y.A.M. Campschroer J.G. van der Kint R. Kohlberg E.J. Nilting vacature
voorzitter secretaris lid lid lid lid lid
JAARVERSLAG 2007 | pag 34
GRAFISCHE | BEDRIJFSFONDSEN | JAARVERSLAG 2007 | 59e BOEKJAAR
GBF
ZWAANSVLIET 3 1081 AP AMSTERDAM TELEFOON (020) 5 418 418 FAX (020) 6 442 911 INTERNET WWW.GBF.NL