Jaarverslag 2010
Jaarverslag 2010 14e boekjaar
Stichting Pensioenfonds Corporate Express Statutair gevestigd te Maastricht (Stichtingenregister Amsterdam nr. 41079169) Kantooradres: Hoogoorddreef 62 1101 BE AMSTERDAM
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
1
Jaarverslag
3 Kerncijfers 4 Personalia 5 Verslag van het bestuur 18 Verklaring verantwoordingsorgaan Jaarrekening 20 Balans per 31 december 22 Staat van baten en lasten 23 Kasstroomoverzicht Toelichting algemeen 24 Activiteiten 24 Pensioenregeling 25 Toeslagen 25 Financiering en premie 26 Herverzekering 26 Grondslagen algemeen 27 Grondslagen voor waardering van activa en passiva 28 Grondslagen voor resultaatbepaling 29 Mutatie technische voorziening 29 Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Toelichting balans 30 Activa
I n h o u ds o p g av e
35 Passiva 37 Overige informatie 37 Beleggingsportefeuille 38 Mutatie technische voorziening 38 Niet in de balans opgenomen verplichtingen 38 Risicobeheer Toelichting staat van baten en lasten 44 Baten en lasten pensioenactiviteiten 50 Baten en lasten beleggingsactiviteiten 52 Overige informatie OVERIGE GEGEVENS 53 Resultaatverdeling 53 Gebeurtenissen na balansdatum 54 Actuariële verklaring 55 Controleverklaring 56 Bijlage begrippenlijst ten en lasten
2
Jaarverslag 2010
KERNCIJFERS
Aantallen
2010
2009
2008
2007
2006
Deelnemers *)
814
839
1.302
1.389
1.381
Gewezen deelnemers 1) 5.181
5.443
5.684
7.366
7.521
Pensioengerechtigden 4.594
4.606
4.558
4.557
4.597
109
114
116
77
FLUIT-gerechtigden
103
Bedragen in miljoenen euro Surplus eigen vermogen (v.a. 2007) / Algemene reserve (2006)
11,6
17,7
-53,5
178,1
109,5
Technische Voorziening 2) 610,0
559,7
556,9
511,7
523,2
Gehanteerde markt-/rekenrente 3,4%
3,8%
3,6%
4,8%
4,0%
86,3
73,7
Vereist eigen vermogen (v.a. 2007) / Reserve voor beleggingsrisico’s, inclusief herwaarderingsreserve (2006)
89,7
92,1
167,5
Bruto premies en koopsommen
5,8
5,7
5,6
4,0
2,1
Beleggingsopbrengsten (totaal en na kosten)
75,6
112,0
-160,3
10,8
53,0
Uitkeringen (na aftrek van herverzekering) 3)
35,0
34,2
36,2
33,8
32,9
Totaal belegd vermogen 4) 711,3
657,5
577,1
778,1
793,8
3,8
3,1
2,3
3,0
20,1
Stichting Pensioenfonds Corporate Express 707,5
654,4
574,8
775,1
773,7
Dekkingsgraad 116,6%
117,5%
103,6%
152,8%
153%
Beleggingen voor risico van deelnemers Beleggingen voor risico van de
Rendementspercentage beleggingen (op basis van balanswaarde): - direct beleggingsrendement **) 3,0%
3,5%
3,6%
3,1%
2,7%
- totaal beleggingsrendement ***) 12,0%
20,5%
-21,1%
1,6%
7,3%
1)
in 2008 is het aantal gewezen deelnemers met 1.665 afgenomen door de afkoop van de kleine pensioenen
2)
vastgesteld op grond van FTK (v.a. 2007) en Actuariële Principes voor Pensioenfondsen (2006)
3)
inclusief 1 1,8 miljoen door afkoop van de kleine pensioenen in 2008
4) vanaf 2008 inclusief de onder activa opgenomen ‘vorderingen en overlopende activa’, ‘liquide middelen’ en ‘herverzekeringsdeel technische
voorziening’ en de onder passiva vermelde ‘schulden en overlopende passiva’ en ‘derivaten’
*) inclusief deelnemers met vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid **) voor kosten ***) inclusief ongerealiseerde marktwaarderingen
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
3
P E R S ON A L I A
Het bestuur pe r 1 M E I 2 0 1 1 Benoemd door de Raad van Bestuur van Staples Nederland Holding B.V. Bestuursleden Plaatsvervangende bestuursleden Drs. M.Th.J. Graven Drs. W. van Dijk MTL, voorzitter Tetterode-Nederland B.V. Staples Nederland Holding B.V. Mw. H. Lieftink Drs. G. Nijhuis MBA, secretaris Staples Nederland Holding B.V. Staples Nederland Holding B.V. Mr. Drs. M.J.M. Haker, plv. voorzitter Staples Nederland Holding B.V. T.J.W. van Varik RA Staples Nederland Holding B.V. Gekozen door de COR van Staples Nederland Holding B.V. Bestuursleden Plaatsvervangende bestuursleden Drs. R.A.P.H. de Wolf RA Drs. Ir. E.A. ten Have Tetterode-Nederland B.V. Staples Nederland Holding B.V. Drs. H.C. Brauckmann A. J. Kraster FC, plv. secretaris Staples Nederland Holding B.V. Pensioengerechtigden E.R.R. Heuff Pensioengerechtigden Drs. F. Bogaardt Pensioengerechtigden Deelnemersraad Actieve deelnemers Pensioengerechtigden H.J. Vader, voorzitter Ing. G.J. van der Kolk, secretaris F. Chr. Engelberts Staples Nederland Holding B.V. P.F. Lankhout Mw. E. Kuiper Staples Nederland B.V. D. de Rooij Gewezen deelnemers G. Kee, plv.voorzitter Tetterode-Nederland B.V. vacature Verantwoordingsorgaan Drs. G.M.H. Peters, voorzitter namens de aangesloten ondernemingen R.W. Prommenschenckel RC namens de actieve deelnemers M. Tipker, secretaris namens de pensioengerechtigden
Drs. B.N. Smith RC MGM Drs. J.H.H. Tuijp AAG C. Th. de Wuffel
Beleggingscommissie Accountant Drs. G. Nijhuis MBA, voorzitter Ernst & Young Accountants LLP J. Visser RA Drs. M.Th.J. Graven Certificerend actuaris A.J. Kraster FC Towers Watson B.V. Mr. H. Barbas Drs. L.K. Dijkstra, extern deskundige Adviserend actuaris Drs. B.P.H. Puijn RBA, extern deskundige Towers Watson B.V. Mr. Dr. F.J. Ballendux, extern deskundige
Pensioenbeheer P.A.H. Martens, directeur
4
Visitatiecommissie
Jaarverslag 2010
Beleggingsadviseur Mercer Investment Consulting
Versla g v a n het best u u r
Voor u ligt het jaarverslag 2010 van de Stichting
De beleggingen voor risico van de deelnemers uit
Pensioenfonds Corporate Express, opgesteld volgens
hoofde van de modules Beschikbare Premie en
de bepalingen vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek,
Pensioenplus worden beheerd en geadministreerd
boek 2, titel 9.
door ABN AMRO Pension Services.
Organisatie
Het Nederlands Compliance Instituut treedt op als
Het bestuur bestaat uit 8 leden, van wie 4 namens de
compliance officer.
werkgever, 2 namens de werknemers en 2 namens de pensioengerechtigden. Een werkgeverslid treedt op als voorzitter en een ander werkgeverslid is
Belangrijkste ontwikkelingen binnen het fonds
als vice-voorzitter aangesteld. Een werkgeverslid is als secretaris aangesteld en een werknemers-
Aangesloten ondernemingen
of gepensioneerdenlid is tot plaatsvervangend
Als nasleep van de beëindiging van de
secretaris benoemd. Daarnaast zijn er minimaal 3
uitvoeringsovereenkomst met Veenman B.V.
plaatsvervangende bestuursleden.
per 31 december 2008 heeft er een zaak bij de
Per jaar vinden in de regel 4 bestuursvergaderingen
kantonrechter gediend in verband met de niet
plaats. In 2010 hebben 4 bestuursvergaderingen
volledige betaling van de over het jaar 2008
plaatsgevonden.
verschuldigde premie. Wij zijn in het gelijk gesteld. Veenman B.V. heeft de nog verschuldigde premie
Voor de uitvoering van het door het bestuur
verhoogd met wettelijke rente aan ons overgemaakt.
vastgestelde beleggingsbeleid is een
Begin 2011 heeft Veenman B.V. hoger beroep
beleggingscommissie gevormd die bestaat uit
aangetekend bij het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage.
een aantal interne en externe deskundigen.
De uitslag van dit beroep wordt niet eerder verwacht
Mercer Investment Consulting treedt op als
dan in het najaar van 2011.
beleggingsadviseur. Wijziging in de samenstelling van het bestuur De dagelijkse uitvoering van het door het bestuur
In het najaar 2010 zijn de heren Drs. F. Bogaardt en
vastgestelde beleid wordt verzorgd door de
Drs. H.C. Brauckmann als bestuurslid respectievelijk
voorzitter, de secretaris en de directeur van het
plaatsvervangend bestuurslid namens de
pensioenfonds.
gepensioneerden benoemd.
De medewerkers van het pensioenbureau van het
De volgende bestuursleden zijn per december 2010
pensioenfonds zijn in dienst van Staples Nederland
afgetreden:
Holding B.V. Het betreft per 31 december 2010 3 personen (2,4 op fulltime basis). De kosten van deze werknemers worden volledig doorbelast aan het pensioenfonds.
de heer S.T. van der Veen, na 3 zittingsperioden van 3 jaren, en de heren M.C. Westland, Ir. T.H. van Bilsen MTL en Drs. A.C. Tuinebreijer, als gevolg van de vermindering van het aantal plaatsvervangende
Ernst & Young Accountants LLP is als externe
bestuursleden.
accountant aangesteld en Towers Watson B.V. als certificerend en adviserend actuaris.
De heer Mr. R.H. Hoving heeft eind maart 2011 de onderneming verlaten en heeft op 18 maart 2011
De uitvoering van de taken op het gebied van
de voorzittershamer overgedragen aan de heer
de pensioenrechtenvaststelling, uitkeringen en
Drs. W. van Dijk MTL. De functie van plaats-
financiële administratie zijn uitbesteed aan Blue Sky
vervangende voorzitter is overgenomen door
Group B.V.
de heer Mr. Drs. M.J.M. Haker, die per 18 maart 2011 tot werkgeversbestuurslid is benoemd.
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
5
Wijziging in de samenstelling
Herstelplan
van de beleggingscommissie
Het pensioenfonds heeft ingevolge artikel 138
De heer Mr. H. Barbas is per 1 juli 2010 benoemd als
van de Pensioenwet een langetermijnherstelplan
opvolger van de heer J. Wijn.
bij De Nederlandsche Bank (DNB) ingediend. Het herstelplan is erop gericht dat binnen 15 jaar het
Wijziging in de samenstelling
reservetekort wordt opgeheven en het pensioenfonds
van de deelnemersraad
weer beschikt over het vereist eigen vermogen. Het
Mevrouw E. Kuiper is als opvolger van de heer
pensioenfonds heeft ingevolge artikel 140 van de
T. Hordijk benoemd.
Pensioenwet tevens een kortetermijnherstelplan bij
De heer H.B. Albers heeft de deelnemersraad verlaten.
DNB ingediend. Het herstelplan is erop gericht dat
Zijn opvolger is nog niet bekend.
binnen een termijn van drie jaar het dekkingstekort wordt opgeheven en het pensioenfonds weer
Wij danken alle (plaatsvervangende) bestuursleden
beschikt over het minimaal vereist eigen vermogen.
en het deelnemersraadslid hartelijk voor de bijdrage
Mocht het herstel achterblijven bij de verwachting,
die zij gedurende vele jaren, in enkele gevallen zelfs
dan zal worden overgegaan op de maximum
ruim 10, aan de voorspoedige ontwikkeling van ons
hersteltermijn voor opheffing van het dekkingstekort
pensioenfonds hebben geleverd.
van vijf jaar. De hersteltermijn vangt aan op 1 januari 2009. Er wordt uitgegaan van bestaand premiebeleid,
Communicatie
toeslagenbeleid en beleggingsbeleid.
Evenals de afgelopen jaren hebben de actieve
Door een sneller herstel van de financiële markten,
deelnemers een Uniform Pensioenoverzicht en de
de gedeeltelijke toeslagverlening en een extra
gepensioneerden een Pensioenoverzicht ontvangen.
premiestorting van de aangesloten ondernemingen
Het vereenvoudigde “Jaarverslag in het kort 2009”
is het herstel aanzienlijk sneller verlopen dan
is wederom goed ontvangen. Ook in 2011 zal er naast
was aangenomen. Volgens het herstelplan zou
het formele “Jaarverslag 2010” weer een “Jaarverslag
de dekkingsgraad per 31 december 2010 uitkomen
in het kort 2010” worden samengesteld.
op 107%, terwijl de feitelijke dekkingsgraad per
Gedurende het jaar 2010 is het gedeelte van onze
31 december 2010 116,6% bedroeg.
internetsite voor onze Engelstalige deelnemers verder uitgebreid.
Governance en medezeggenschap Met ingang van 2007 zijn de bepalingen in de
Compliance
Pensioenwet voor goed bestuur en medezeggenschap
Onze compliance officer heeft in de rapportage
in werking getreden. Wat betreft goed
over de naleving van de Gedragscode Stichting
pensioenfondsbestuur verwijst de wet naar de in 2005
Pensioenfonds Corporate Express over de periode
opgestelde Principes voor goed pensioenfondsbestuur
1 januari tot en met 31 december 2010 geconstateerd
van de Stichting van de Arbeid. Deze Principes betreffen
dat geen van de verbonden personen en insiders in
voor een deel het functioneren van het bestuur
strijd met de Gedragscode heeft gehandeld.
zelf, zoals zorgvuldigheid, openheid in termen van
Naast de Gedragscode is sinds 2009 als onderdeel van
transparantie van bevoegdheden en beleid, heldere
het Integriteitsbeleid de “Regeling Misstanden” van
communicatie, toegankelijkheid voor klachten en
kracht. Door de toepassing van de Compliance Chart
deskundigheid van het bestuur. Ook in 2010 is hieraan
wordt er regelmatig een update gemaakt van de
uitvoering gegeven. Dit betreft in het bijzonder het
status van de diverse onderdelen die deel uitmaken
goed functioneren van het verantwoordingsorgaan
van het Integriteitsbeleid.
en van intern toezicht via een visitatiecommissie. De medezeggenschap is in ons fonds al in 2003 gerealiseerd door het instellen van de deelnemersraad.
6
Jaarverslag 2010
Deelnemersraad
eindtermen wordt een onderscheid gemaakt tussen
In 2010 is de deelnemersraad in totaal drie maal bij
kennis en oordeelsvorming. Bij wijze van handreiking
elkaar gekomen en hebben zij over de volgende
zijn in het plan van aanpak ook normen voor andere
onderwerpen advies gegeven: Jaarverslag 2009
functionarissen aangegeven, zoals voor leden van
Mogelijkheid van personele unie van de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan
deelnemersraden en verantwoordingsorganen. Deze normen zijn afgeleid van de eindtermen. Daarnaast voorziet het plan in de ontwikkeling van methoden
Voorstel aanpassing samenstelling bestuur
voor toetsing van deskundigheid en certificering van
Aanpassing Technische Voorziening
opleidingen.
per 31 december 2010 Aanpassing van de Actuariële- en bedrijfstechnische nota Indexering franchisebedragen 2011 en vaststelling toeslagen 2011 Vaststelling definitieve premie 2010 en voorlopige premie 2011
In het voorjaar van 2010 is zowel de collectieve als de individuele toets door alle bestuursleden uitgevoerd. De resultaten zijn tijdens de heide- en studiedag van 19 mei 2010 uitvoerig aan de orde geweest. In september 2010 is het deskundigheidsplan geactualiseerd. De uitvoering is direct ter hand genomen. Voor een aantal (plaatsvervangende) bestuursleden is een nieuw opleidingsplan opgesteld.
Verantwoordingsorgaan
Voor zover het benodigde kennisniveau niet voldoende
Gedurende het jaar 2010 is het verantwoordingsorgaan
was is dit inmiddels op het gewenste peil gebracht.
verscheidene malen bijeengekomen. Het resultaat van
De nieuwe (plaatsvervangende) bestuursleden maken
het onderzoek van de visitatiecommissie, het jaarverslag
gebruik van de opleidingsmogelijkheden van de Towers
2009 en de toekomstverkenning zijn onder andere aan
Watson Academy. Ook voor 2011 is weer een studiedag
de orde gekomen.
gepland.
Visitatiecommissie
Toezicht
Begin 2010 heeft de volledige visitatie plaatsgevonden. Aan de hand van de 20 aanbevelingen heeft het bestuur
De Nederlandsche Bank
een actielijst samengesteld waarvan de voortgang in het
Het bestuur onderschrijft de noodzaak van goed
najaar van 2010 met de visitatiecommissie is besproken.
extern toezicht op de pensioensector en hecht waarde
Het merendeel van de aanbevelingen is inmiddels
aan een goede, open relatie met de toezichthouder(s).
uitgevoerd en voor de resterende onderwerpen is een
Het bestuur stelt regelmatig contact met De
tijdspad gemaakt.
Nederlandsche Bank (DNB) op prijs. Op grond van de wettelijke voorschriften zijn het
Deskundigheid
jaarverslag en de Actuariële- en bedrijfstechnische
Deskundigheid van pensioenfondsbesturen is
nota (ABTN) ter kennis gebracht van DNB. Verder
al verschillende jaren een onderwerp dat in de
heeft het bestuur kennisgenomen van de verschillende
belangstelling staat. In de bestaande regelgeving is
circulaires van DNB en daaraan uitvoering gegeven.
het een uitgangspunt dat een bestuur als geheel ten
Het afgelopen jaar zijn aan het fonds geen
minste voldoende deskundig moet zijn op de acht
dwangsommen of boetes opgelegd. Er zijn door
door De Nederlandsche Bank (DNB) geformuleerde
DNB geen aanwijzingen aan het fonds gegeven,
beleidsterreinen. Pensioenfondsen moeten over een
noch is een bewindvoerder aangesteld of is
deskundigheidsplan beschikken. In dit plan is vastgelegd
bevoegdheidsuitoefening van organen van het fonds
op welke wijze de gewenste deskundigheid bevorderd
gebonden aan toestemming van de toezichthouder.
en gewaarborgd wordt.
In verband met de vervaardiging van het korte- en
In het plan zijn de zogenoemde ‘eindtermen’
langetermijnherstelplan heeft er constructief overleg
opgenomen waar een bestuurder respectievelijk na
plaatsgevonden met onze toezichthouder.
één jaar en na drie jaar aan moet voldoen. In deze
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
7
Autoriteit Financiële Markten
Een klacht wordt in eerste instantie behandeld door de
Ons communicatiebeleid is vastgelegd in het
administrateur van het fonds, waarna beroep bij het
communicatieplan. Dit plan is aangepast aan de
bestuur mogelijk is. Als een klager het niet eens is met
actuele ontwikkelingen in 2010. In mei 2009 is aan
het oordeel van het bestuur, kan de betrokkene zich
zowel alle actieve en gewezen deelnemers als aan de
wenden tot de Ombudsman Pensioenen. Daarnaast
pensioengerechtigden een toelichting gegeven op de
bestaat de mogelijkheid van de gang naar de rechter.
gevolgen van de financiële crisis. Het bestuur heeft
In 2010 zijn geen formele klachten ingediend.
besloten om al met ingang van 2009 het zogenaamde toeslagenlabel te gebruiken. Voor de deelnemers aan
Toeslagen
de Beschikbare Premieregeling en de per 1 januari
Het fonds streeft ernaar de opgebouwde
2008 bevroren module Pensioenplus is uitvoering
pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks
gegeven aan onze zorgplicht met betrekking tot
aan te passen aan de ontwikkeling van het CBS-
de toetsing van de actuele beleggingsmix aan
loonindexcijfer (“CAO-lonen per maand, inclusief
de gewenste mix op basis van het betreffende
bijzondere beloningen, van particuliere bedrijven”).
beleggingsprofiel.
Het fonds streeft ernaar de opgebouwde
Alle actieve deelnemers hebben vóór 1 oktober 2010
pensioenrechten voor de gewezen deelnemers en de
het Uniform Pensioenoverzicht 2010 ontvangen.
ingegane pensioenen jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van het CBS-prijsindexcijfer (“CPI voor alle
Dekkingsgraad
huishoudens, afgeleid”).
De dekkingsgraad op grond van het Financiële Toetsingskader (FTK) bedraagt ultimo 2010 116,6%.
Situatie per 1 januari 2010
Het vermogen is 1 101,3 miljoen hoger dan de
In de bestuursvergadering van 11 december 2009 heeft
technische voorziening (TV). Volgens het FTK bedraagt
het bestuur tevens besloten een voorlopige toeslag te
het vereiste eigen vermogen ultimo 2010 1 89,7 miljoen.
verlenen aan de : actieve deelnemers
Gelet op de richtlijnen van DNB is er ultimo 2010 geen sprake meer van een onderdekking of een
van 1,27% over de per 31 december 2009
reservetekort.
opgebouwde pensioenen. Het percentage komt overeen met 50% van de ontwikkeling van het
Continuïteitsanalyse
loonindexcijfer over de periode van oktober 2008
In het kader van het herstelplan is begin 2009 een
tot oktober 2009.
nieuwe continuïteitsanalyse uitgevoerd, waarbij
gewezen deelnemers
rekening is gehouden met de actuele economische
van 0,20% over de per 31 december 2009
veronderstellingen en de geschatte dekkingsgraad per
opgebouwde pensioenen. Het percentage komt
ultimo december 2008. De resultaten van deze analyse
overeen met 50% van de ontwikkeling van het
vormen onder meer de basis voor de vaststelling van
betreffende prijsindexcijfer over de periode van
het zogenaamde Toeslagenlabel dat met ingang van 2009 in alle uitingen aan de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden wordt gebruikt.
oktober 2008 tot oktober 2009. pensioengerechtigden Van 0,20% over de per 31 december 2009 uit te keren pensioenen, inclusief de definitieve toeslag
Klachten- en geschillenregeling
voor 2009. Het percentage komt overeen met
In de klachten- en geschillenregeling van het fonds is
50% van de ontwikkeling van het betreffende
vastgelegd dat een belanghebbende een klacht kan
prijsindexcijfer over de periode van oktober 2008
indienen.
tot oktober 2009.
Dit kan als de betrokkene het niet eens is met de wijze toegepast of van mening is onjuist behandeld te zijn.
Situatie per 1 januari 2011 In de bestuursvergadering van 10 december 2010
De klachtenregistratie van het fonds betreft niet alleen
heeft het bestuur tevens besloten een voorlopige
formele klachten, maar ook kritische vragen en signalen
toeslag te verlenen aan de:
waarop de statuten of het pensioenreglement worden
van belanghebbenden.
8
Jaarverslag 2010
1,528 1,418 1,331
A dmi n istratiek o ste n
1,308
1,067
0,28
0,21
0,25
0,26
0,21
in miljoen euro percentage van de pensioenverplichtingen
2009
2010
2008
2007
2006
2,758 2,604 2,335
B ele g g i n g sk o ste n
2,229
1,724
in miljoen euro
0,40
0,39
2010
2009
actieve deelnemers van 0,64% over de per 31 december 2010
2008
0,29
0,29
0,30
2007
percentage van het totale fondsvermogen
2006
prijsindexcijfer over de periode van oktober 2009 tot oktober 2010.
opgebouwde pensioenen. Het percentage komt overeen met 100% van de ontwikkeling van het
Het bestuur zal na de eerste helft van het jaar 2011
loonindexcijfer over de periode van oktober 2009
aan de hand van de actuele dekkingsgraad bezien of
tot oktober 2010. De aangesloten ondernemingen
er een mogelijkheid is om alsnog de per 1 januari 2011
hebben 75% van de daaraan verbonden kosten
verleende toeslagen geheel of gedeeltelijk aan te
voor hun rekening genomen.
vullen tot de volledige toeslagen. Overwogen wordt om
gewezen deelnemers van 0,35% over de per 31 december 2010
dit uit te voeren zodra de dekkingsgraad het niveau van 130% heeft overschreden.
opgebouwde pensioenen. Het percentage komt overeen met 25% van de ontwikkeling van het
Financiering en premie
betreffende prijsindexcijfer over de periode van
De (zuivere) kostendekkende premie voor 2010
oktober 2009 tot oktober 2010.
bedraagt 1 5,867 miljoen. Rekening houdend met
pensioengerechtigden
een rekenrente die is gebaseerd op de verwachte
van 0,35% over de per 31 december 2010 uit te
waarde van het toekomstig rendement bedraagt de
keren pensioenen. Het percentage komt overeen
gedempte premie 1 4,715 miljoen.
met 25% van de ontwikkeling van het betreffende Stichting Pensioenfonds Corporate Express
9
Pensioengerechtigden en uitkeringen
2010
2009
2008
2007
2006
Aantal pensioengerechtigden per 31 december FLUIT-gerechtigden
103
109
114
116
77
Ouderdomspensioen 2.821
2.823
2.755
2.734
2.713
Partnerpensioen 1.627
1.680
1.625
1.635
1.640
Wezenpensioen
29
34
34
35
39
Arbeidsongeschiktheidspensioen
117
124
134
148
165
4.697
4.715
4.672
4.673
4.674
25,63
25,71
25,49
25,15 7,61
Uitkeringen na aftrek van herverzekering (x 1 miljoen euro) Ouderdomspensioen 26,61 Partnerpensioen
7,62
7,87
7,87
7,60
Wezenpensioen
0,08
0,09
0,09
0,09
0,08
Arbeidsongeschiktheidspensioen
0,41
0,52
0,24
0,35
-0,33
Andere uitkeringen
0,24
0,11
2,24
0,28
0,34
Netto uitkeringen 34,96
34,22
36,15
33,81
32,85
De ontvangen feitelijke premie bedraagt 1 5,774
Pensioenreglementen en statuten
miljoen. Het verschil wordt grotendeels veroorzaakt
De pensioenreglementen en de statuten hebben geen
door een aanvullende (onverplichte) extra
wijzigingen ondergaan.
premiebetaling door de aangesloten ondernemingen. Het verschil tussen de (zuiver) kostendekkende
Risicomanagement
premie en de ontvangen feitelijke premie wordt
Het bestuur heeft haar beleid verwoord in de
veroorzaakt door de mutaties in de loop van 2010,
Actuariële- en bedrijfstechnische nota (ABTN).
de extra incidentele koopsommen en de extra kosten
De risico’s die daarin genoemd worden zijn:
verbonden aan de eerdere gebruikmaking van de
1. Beleggingsrisico’s
FLUIT.
- Matching-/renterisico
- Marktrisico
- Kredietrisico
Kosten
2. Verzekeringstechnische risico’s Pensioenuitvoeringskosten
3. Omgevingsrisico
De totale kosten voor de pensioenuitvoering
4. Operationele risico’s
zijn 1 1,308 miljoen, dit is circa 0,21% van de
- Uitbestedingsrisico
verplichtingen (2009: 1 1,528 miljoen respectievelijk
- IT-risico
circa 0,28%).
- Integriteitsrisico
- Juridisch risico
Beleggingskosten De beleggingskosten bedragen in totaal 1 2,758
Hierna volgt een nadere toelichting op de
miljoen, dit is circa 0,39% van het totaal belegd
voornaamste risico’s die door het bestuur zijn
vermogen (2009: 1 2,604 miljoen respectievelijk
onderkend, alsmede op het beleid van het bestuur
circa 0,40%).
voor het beperken van de risico’s: 1. Beleggingsrisico’s 2. Verzekeringstechnische risico’s 3. Operationele risico’s.
10
Jaarverslag 2010
Beleggingsrisico’s
van de premie en de berekening van de Technische Voorziening (TV). Met ingang van 2010 heeft het
Vastgoed- en aandelenrisico
fonds de TV berekend op basis van de zogenaamde
Het vastgoed- en aandelenrisico is het risico dat door
prognosetafel AG 2010-2060 met correcties voor
de ontwikkeling van marktprijzen (veroorzaakt
ervaringssterfte. Hierdoor wordt rekening gehouden
door factoren die samenhangen met een individuele
met de jongste inzichten met betrekking tot de
belegging, de uitgevende instelling of generieke
toekomstige verbetering van de levensverwachting.
factoren) waardewijzigingen plaatsvinden.
Vooruitlopend op de nieuwe AG-prognosetafels is de
Wijzigingen in marktomstandigheden hebben altijd
voorziening pensioenvoorziening per 31 december
direct invloed op het beleggingsresultaat, omdat alle
2009 in verband met de gestegen levensverwachting
beleggingen worden gewaardeerd op marktwaarde
verhoogd met 3,0%. Door de toepassing van
waarbij waardewijzigingen onmiddellijk worden
de in augustus 2010 gepubliceerde nieuwe
verwerkt in het saldo van baten en lasten. Het
AG-prognosetafels is de TV per 31 december 2010 met
vastgoed- en aandelenrisico wordt beheerst door
5% extra verhoogd.
het aanbrengen van een goede spreiding binnen de portefeuille (diversificatie). Periodiek vindt een
Operationele risico’s
gedetailleerde risico/rendements analyse plaats van de
Het operationeel risico is het risico dat optreedt bij de
beleggingsportefeuille.
uitvoering van de pensioen- en beleggingsactiviteiten, als gevolg van niet afdoende of falende interne
Valutarisico
processen, menselijk gedrag en systemen of als gevolg
Het fonds belegt ook buiten het eurogebied,
van externe gebeurtenissen.
waardoor het fonds gevoelig is voor koers-
Dit risico wordt beperkt door de SAS70 Type II-
schommelingen van de betreffende valuta ten
rapportage die het fonds van de diverse uitvoerders
opzichte van de euro. Om dit niet renderende risico
heeft ontvangen.
te beperken, dekt het fonds alle vastrentende beleggingen in vreemde valuta af naar de euro.
Voor een nadere toelichting op de risico’s en het
Voor alle overige beleggingen wordt in de regel de
beheersingsbeleid wordt verwezen naar de paragraaf
Amerikaanse dollar, het Britse pond en de Japanse
Risicobeheer van de jaarrekening.
yen voor 50% afgedekt naar de euro. Hierbij worden de beleggingen in opkomende markten en het Verre
Beleggingen
Oosten (exclusief Japan) gezien als beleggingen in dollars.
Terugblik economische ontwikkelingen Het economische herstel dat in 2009 is ingezet,
Kredietrisico
is gedurende 2010 gecontinueerd. Mede dankzij
Het fonds sluit contracten af met tegenpartijen.
het ruimere monetaire beleid, konden alle grote
Hierdoor loopt het fonds een risico, indien deze
volwassen markten een positieve economische groei
tegenpartijen hun verplichtingen tegenover het fonds
rapporteren over geheel 2010. Vooral de eerste
niet nakomen. Het tegenpartijrisico verbonden aan
maanden van 2010 lieten een duidelijk herstel zien.
de inzet van afgeleide financiële instrumenten wordt
Het groeitempo vertraagde enigszins gedurende de
op marktconforme wijze beheerst door het storten
zomermaanden en de vrees voor een ‘double dip’ was
van onderpand bij bepaalde marktbewegingen.
nog niet verdwenen. Echter, gedurende de laatste
Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van verschillende
twee kwartalen van het jaar verraste de groei van de
tegenpartijen met een goede reputatie waardoor dit
Verenigde Staten en Duitsland in positieve zin.
risico wordt beperkt. Van de volwassen markten laat Europa de laagste Verzekeringstechnische risico’s
economische groei zien en gedurende het jaar namen
Het belangrijkste verzekeringstechnische risico is het
de zorgen over de begrotingstekorten van de Zuid-
langlevenrisico. Dit is het risico dat deelnemers langer
Europese landen toe. Dit is duidelijk te zien aan de
blijven leven dan verondersteld bij de vaststelling
renteopslag die perifere landen (Portugal, Ierland,
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
11
Italië, Griekenland en Spanje) betalen bovenop Duitse
de fundamenteel zwakkere concurrentiepositie
Staatsobligaties.
van deze landen hier debet aan, anderzijds werden sommige landen geplaagd door het ineenstorten
Als gevolg van het ruime monetaire beleid
van de vastgoedsector. De renteverschillen tussen
en de aanhoudende lage inflatie daalde de
Duitse leningen en andere landen liepen op tot ‘pre
kapitaalmarktrente in 2010. Aan het begin van het
Euro’ tijdperk waarden. Buiten de Euro nam de twijfel
jaar bedroeg de rente op 10-jaars staatsobligaties
over de houdbaarheid van tekorten in landen als het
ongeveer 3,4% om vervolgens in september het
Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten ook toe.
zeer lage niveau van 2,1% te bereiken. Door onder andere de positieve groeicijfers uit Noord-Amerika en
Aandelenmarkten
Duitsland stegen de rentes in de laatste maanden van
De aandelenmarkten in ontwikkelde landen stegen
het jaar weer naar 3%. Per saldo is de 10-jaars rente
in 2010. Dit herstel liep tot aan het einde van het
in 2010 met ongeveer 0,4% gedaald.
jaar bijna onafgebroken door, in de verwachting dat de winst van bedrijven zich voorspoedig zou
Het rendement op Europese staatsobligaties over
ontwikkelen. Ook aandelenmarkten van opkomende
2010 bedroeg ongeveer 1% (met gemiddelde duratie
landen liepen gedurende het gehele jaar op.
van circa 5). Onder andere door het verbeterde economisch klimaat, het ruime monetaire beleid
Vastgoedmarkten
alsmede de lage rente op staatsobligaties, presteerden
Aandelen in vastgoedfondsen volgden in grote lijn
de bedrijfsobligaties relatief goed. Investment
de trend op de algemene aandelenmarkten. Na een
grade bedrijfsobligaties lieten een rendement zien
zwak eerste kwartaal trad er een zeer sterk herstel
van ongeveer 5%. De categorieën High Yield Bonds
op in het tweede en derde kwartaal. Azië en Europa
en Emerging Market Debt lieten een nog hoger
profiteerden het meest van de ommezwaai. Amerika
rendement zien van 20% in Euro. In locale valuta’s
volgde ook, maar gematigder en wat later. In Euro
bedroeg dit rendement ongeveer 14%.
termen leverde de (specifiek) gehanteerde vastgoed
De swap rente, die wordt gebruikt om de
benchmark een rendement van 37% op. Wel werd in
verplichtingen van het fonds te waarderen, daalde in
de vastgoedmarkt nog ernstig rekening gehouden
de eerste acht maanden van 2010 tot zeer lage niveaus
met lagere taxatiewaarden van vastgoed. Zo leed niet-
voor alle looptijden. Dit resulteerde in hogere contant
beursgenoteerd vastgoed nog onder voortgaande
gemaakte waarde van de pensioenverplichtingen. In
afwaarderingen.
de laatste maanden van het jaar stegen zowel de swap rentes alsook de obligatie rentes.
Grondstoffenmarkten Ondanks het herstel van de aandelenmarkten zijn ook
Markt ontwikkelingen
zilver, goud en andere commodities in trek. Beleggers kopen goud om hun portefeuille te beschermen tegen
Obligatiemarkten
verdere waardedalingen van belangrijke valuta,
Het fenomeen dat de (lange) swap rente onder
waardoor de prijs aan het eind van het jaar oploopt tot
de rente voor (Duitse) staatsleningen lag, bleef
een absoluut record van US$ 1.420 per ounce, ofwel
ook de eerste 8 maanden van 2010 zichtbaar. Voor
een stijging van ruim 29%. De prijs van zilver steeg nog
pensioenfondsen betekende dat een drukkend effect
harder naar US$ 30 per ounce, een toename van 82%!
op de dekkingsgraad. Vanaf september 2010 steeg
De olieprijs laat een veel gematigder stijging zien van
de swap rente echter weer tot boven de rente voor
circa 11%.
(Duitse) staatsleningen. Valutamarkten
12
Opvallend was de verschuiving van aandacht van
De zorgen over de begrotingstekorten binnen de
kredietrisico's binnen bedrijfsleningen naar het in
Eurozone komen ook tot uiting in het koersverloop
gebreke blijven van overheden. Binnen het Euro
van de Euro. Gedurende 2010 daalde de Euro 6,5% ten
gebied kwamen staatsleningen van een aantal
opzichte van de US Dollar. Tegenover de Japanse Yen
overheden zwaar onder druk te staan. Enerzijds was
daalde de Euro ruim 20%. Deze koersontwikkelingen
Jaarverslag 2010
12,0
i n pr o ce n te n
f o n dsre n deme n T T O TA A L
20,5
7,5
1,6
2010
2009
2008 2008
3,5
gemiddeld
2006
2007
43,2 37,6
26,8 21,2
18,7
i n pr o ce n te n
F o n dsre n deme n t per cate g o rie
-21,1
16,4
13,4
2010
9,4
2009
ed
go
st Va
n
len
e ard
de
n Aa
nd
nte
e str Va
a ew
ies
dit
o mm
Co
hebben een positieve invloed gehad op de
Vastrentende waarden
rendementen van beleggingen buiten de Eurozone.
De vastrentende portefeuille bestaat uit diverse onderdelen. Ruim een kwart wordt belegd in een
Beleggingsresultaat en het gevoerde beleid in 2010
aantal indexleningen uitgegeven door Europese AAAlanden, waarbij de coupon gekoppeld is aan de Euro
Totaal Rendement
inflatie. Deze beleggingen leverden in 2010 met 6,2%
Het fonds sloot het jaar af met een positief
een behoorlijk resultaat op.
rendement van 12,0%. Dit is 0,5% beter dan de intern gehanteerde benchmark.
Het beheer van de vastrentende portefeuille is in
Deze positieve bijdrage komt voornamelijk vanuit de
de loop van het jaar aangepast. Eind 2010 bestaat
renteswaps die zijn afgesloten om het renterisico ten
deze feitelijk uit twee portefeuilles. Eén portefeuille
opzichte van de verplichtingen te reduceren alsmede
bestaat uit een combinatie van Euro staatsleningen en
uit de grondstoffenportefeuille.
bedrijfsleningen met een hoge kredietwaardigheid.
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
13
58,4
34,3 30,3
i n pr o ce n te n
A S S E T all o catie
54,0
8,5
ed
go
st Va
2010
7,4
4,8
len
ies
dit
o mm
2009
-0,3
-1,6 n
ate
riv
De
Co
91,2
i n pr o ce n te n
90,0
a ew
d
ten
ren
st Va
all o catie v astre n te n de waarde n
en
ard
de
n Aa
4,2
2010
8,6 0,3
1,1
1,1
s en tie n ing ga e len bli nds e o s o e d f erd atie han ote lig der en n ob on g e s g e ur eri Be Ov
0,4
n
eke
oth
p Hy
7,3
n
ede
go
te ank
’s
sito
po
e +D
2009
B
Aan het einde van het 1ste kwartaal is afscheid
Aandelen en vastgoed
genomen van Emerging Markets leningen en High
De aandelenportefeuille bestaat uit twee
Yield obligaties. De tweede portefeuille bestaat uit
wereldwijde portefeuilles en twee ‘satelliet’
een (US georiënteerde) bedrijfsleningen portefeuille
portefeuilles in het Verre Oosten en Emerging
en een aparte renteswap portefeuille waarmee het
Markets. De aandelenportefeuille rendeerde met
renterisico ten opzichte van de verplichtingen wordt
18,7% aanzienlijk minder dan de interne benchmark
verlaagd.
van 22,1%.
Eind 2010 was circa 75% van het renterisico van de nominale verplichtingen afgedekt.
Vastgoed rendeerde ook over geheel 2010 positief,
De totale vastrentende portefeuille (inclusief
met 26,8%. Dit is wel 1,3% lager dan de interne
renteswaps) behaalde een rendement van 9,4%,
benchmark.
dit is 0,4% beter dan de intern gehanteerde benchmark.
14
Jaarverslag 2010
45,1
40,8
31,6
16,7
16,2
6,7 4,7
i n pr o ce n te n
A ll o catie aa n dele n n aar R E G I O
24,5
2,8
a
rop
Eu
en
tat
eS
d nig
da
an
Jap
g eri
ten
ic
cif
Pa
ark
Ov
re Ve
m de
n
me
ko
Op
39,6
2010
4,1
2009
na
Ca
4,2
2,6
39,3
27,4 25,2 23,3
11,5
i n pr o ce n te n
V A S T g o ed n aar re g i o
21,2
11,4
2010 0,9
0,3
a
rop
Eu
e igd
ten
Sta
ic
cif
Pa
ren Ve
ic
cif
Pa
)
an
ap
l. J
c (ex
2009
g
eri
Ov
Commodities
Valuta
Het fonds participeert in twee effecten waarvan het
De waardeschommelingen in de portefeuille als
rendement is gekoppeld aan commodity markten. In
gevolg van vreemde valuta posities in de zakelijke
beginsel zijn deze gerelateerd aan een algemene
waarden portefeuille worden gedempt door een
commodity index, maar door enigszins afwijkende
strategische valutabescherming van 50%. Dit beleid
‘trading rules’ wordt getracht een beter rendement te
zorgt er enerzijds voor dat absolute volatiliteit wordt
behalen. Het fonds slaagde ook dit jaar in deze opzet.
verkleind, anderzijds blijkt dat in tijden van extreme
Het rendement bedroeg 21,2% in 2010, beduidend
onrust de US Dollar nog altijd als safe haven wordt
hoger dan de interne benchmark van 16,6%.
gezien. Een volledige afdekking van het (US Dollar) risico is volatiliteits- en kostentechnisch niet optimaal gebleken.
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
15
Overige ontwikkelingen
Om een goed inzicht te verkrijgen in het totale
Het fonds is voornemens de directe afhankelijkheid
speelveld van alle stakeholders, de verschillende
van de financiële positie van de aandelenmarkten
mogelijkheden, de rangschikking van voorkeur
structureel te verminderen. Naast beleggingen
en de eventuele gevolgen, is aan een stuurgroep
in commodities en infrastructuur is het fonds
bestaande uit een 4-tal bestuursleden gevraagd om
het afgelopen jaar een bescheiden belegging in
een projectgroep te vormen met de opdracht het
volatiliteit (beweeglijkheid van de aandelenmarkt
bovengenoemde inzichtelijk te maken.
koersen) gestart. Gelet op de marktomstandigheden
Daarnaast heeft Staples Inc. aan de bij ons fonds
is in eerste instantie gekozen voor een fonds waarbij
aangesloten ondernemingen te kennen gegeven
geprofiteerd wordt van het gegeven dat de feitelijke
op korte termijn te willen onderzoeken welke
volatiliteit gemiddeld lager is dan de verwachte
mogelijkheden er zijn om de fluctuerende jaarverslag-
volatiliteit.
technische effecten van de in Nederland gedane
Het fonds heeft in februari 2010 ook ‘long’ volatiliteit
pensioentoezeggingen aanzienlijk te verkleinen c.q.
aangekocht. De waarde van deze belegging stijgt
te elimineren.
naarmate de volatiliteit op aandelenbeurzen
Het bestuur heeft besloten om bij te dragen aan deze
toeneemt. Dit gebeurt vaak in onzekere en
onderzoeksvraag, waarbij het uitgangspunt is dat de
hectische tijden, als de rente op staatsobligaties en
bestaande rechten en het tot op heden gerealiseerde
aandelenkoersen daalt. De crisis rond Griekenland
ambitieniveau gehandhaafd moeten blijven.
in mei 2010 is een voorbeeld van een periode waarin
De stuurgroep heeft in maart 2010 een
deze belegging zeer sterk in waarde is gestegen en
tussenrapportage gegeven. De conclusie naar
zodoende de volatiliteit van de dekkingsgraad heeft
aanleiding van de onderzoeksvraag van Staples Inc.
verminderd.
is dat het voorlopig niet opportuun is om acties te nemen. Daarnaast is de stuurgroep gevraagd om
Dit type beleggingsbeslissingen wordt ondersteund
voorstellen te doen om de continuïteit en kwaliteit in
door de opzet van risicorapportages die de
de aansturing van het pensioenfonds te waarborgen.
beleggingscommissie vanaf medio 2009 tot haar
Om de operationele risico's op het gebied van het
beschikking heeft. Alle beleggingen worden mede
vermogensbeheer te verkleinen is in september 2010
beoordeeld in het licht van hun bijdrage aan de
een selectiecommissie gestart met een onderzoek
beweeglijkheid van de dekkingsgraad en de kans dat
naar de aanstelling van een fiduciair manager
het fonds terugvalt tot onder de minimum vereiste
vermogensbeheer.
dekkingsgraad of de dekkingsgraad die in het
De uitkomst van het selectieproces is in de
herstelplan in het vooruitzicht is gesteld.
bestuursvergadering van 18 maart 2011 aan het bestuur voorgelegd.
Vooralsnog is het fonds terughoudend om een
Het bestuur heeft besloten om de contract-
aanvang te maken met uitbreiding in de richting
onderhandelingen met de nummer 1 van de
van illiquide beleggingen, zoals in risicovolle
geselecteerde fiduciair managers te voeren.
schuldposities en uitbreidingen in infrastructurele
Aangenomen dat alles voorspoedig verloopt zal
beleggingen.
de fiduciair manager de activiteiten naar verwachting aan het einde van het 2de kwartaal van 2011 starten.
16
Toekomstverkenning
De bestaande beleggingscommissie zal worden
Sinds eind 2008 staat het onderwerp
omgevormd tot de beleggings- en controlecommissie.
“Toekomstverkenning pensioenfonds” op onze
De taken zullen worden vastgelegd in een
agenda. In de afgelopen bestuursvergaderingen is
afzonderlijk reglement dat naar verwachting medio
hieraan regelmatig aandacht besteed.
2011 door het bestuur zal worden goedgekeurd.
Jaarverslag 2010
Ontwikkelingen in 2011 In de eerste maanden van 2011 was er slechts op beperkte schaal sprake van een verbetering van de aandelenmarkten. De rente op de vastrentende markten is wereldwijd gestegen waardoor de waarde van deze beleggingen is gedaald. Daar staat tegenover dat de waarde van de pensioenverplichtingen ook is gedaald. Wij hebben hierop ingespeeld door de renteafdekking in de maanden januari tot en met april 2011 terug te brengen naar 60%. Deze beslissing heeft bijgedragen aan de verdere stijging van de dekkingsgraad ten opzichte van de situatie van eind december 2010. Mede op grond van de aanbevelingen uit het rapport van de Commissie Frijns heeft het risicobeheer in zijn algemeenheid extra aandacht gekregen. Naast de aanstelling van de fiduciair manager vermogensbeheer is er ook een externe risk manager actief. Hierdoor is de kwetsbaarheid van het pensioenfonds met behoud van de geuite ambitie op een zo laag mogelijk niveau gebracht. Ook in 2011 zal veel aandacht worden besteed aan de deskundigheidsbevordering van alle disciplines die bij een efficiënte en professionele uitvoering van het pensioenfonds zijn betrokken. Wij zijn verheugd dat ondanks de noodzakelijke forse verhogingen van de technische voorzieningen besloten kon worden om voor 2010 een gedeeltelijke toeslag op de pensioenrechten te verlenen. Amsterdam, 17 juni 2011 Drs. W. van Dijk MTL, voorzitter Drs. G. Nijhuis MBA, secretaris
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
17
Verklari n g v a n het v era n tw o o rdi n g s o r g aa n
Het verantwoordingsorgaan (VO) heeft op
Ad 4: het beleggingsbeleid
20 mei 2011 overlegd met het bestuur, de directeur
Ook in 2010 is het beleid volgens de uitgangspunten
van het fonds en de certificerende actuaris. Tijdens
van de ABTN naar behoren uitgevoerd.
dit overleg zijn onder meer besproken het concept-
Bij de uitvoering in de dagelijkse praktijk krijgt naar
jaarverslag 2010, het concept-actuarieel rapport en
het oordeel van het VO de risicobeheersing voldoende
het concept-accountantsverslag. Mede op basis van
aandacht.
de uitgebreide toelichting die is verkregen heeft het VO zich een beeld gevormd van de uitoefening van het beleid van het bestuur over 2010.
Amsterdam, 20 mei 2011
Het VO geeft hierbij over de hieronder genoemde
Drs. G.M.H. Peters, voorzitter
4 beleidsterreinen, waar het bestuur verantwoordelijk
R.W. Prommenschenckel RC
voor is, haar oordeel.
M. Tipker, secretaris
1. het pensioenbeleid 2. het premiebeleid 3. het toeslagbeleid 4. het beleggingsbeleid Over het gevoerde beleid op deze gebieden zal één voor één een oordeel worden gegeven. In het algemeen kan worden gesteld dat ook over 2010 het gevoerde beleid evenwichtig en samenhangend is. Ad 1: het pensioenbeleid In 2010 waren er geen wijzigingen van regelingtechnische aard. De status van het project "Toekomstverkenning pensioenfonds" is voor het VO duidelijk. Het overleg met het bestuur over onder meer de verwachtingen voor de nabije toekomst, zal worden geïntensiveerd. Ad 2: het premiebeleid Ook over 2010 is, uitgaande van een marktrente, wederom nagenoeg de kostendekkende premie ontvangen. Het VO kan zich vinden in dit beleid. Ad 3: het toeslagbeleid Uitgaande van de dekkingsgraad ultimo 2009 (117,5%) heeft het bestuur kunnen besluiten vanaf januari 2010 toeslagen te verlenen ter grootte van 50% van de ontwikkeling van de reglementaire indexcijfers. Het VO vindt dit een juiste uitvoering van het beleid.
18
Jaarverslag 2010
J A A R R E K E N I NG
Stichting Stichting Pensioenfonds Pensioenfonds Corporate Buhrmann Express
19
B ala n s per 3 1 december n a v e r we r k i n g r esu lta at ( bed r a g e n i n du i z e n de n eu r o ’ s )
A cti v a
2 0 1 0
2009
Beleggingen voor risico pensioenfonds • Vastgoedbeleggingen (1)
59.094
48.038
• Aandelen (2)
237.106
197.371
• Vastrentende waarden (3)
386.472
379.579
• Overige beleggingen (4)
33.303
27.472
• Derivaten (5)
1.744
3.726
Totaal beleggingen voor risico pensioenfonds
717.719
656.186
3.766
3.134
Herverzekeringsdeel technische voorziening (7)
15.506
5.415
Vorderingen en overlopende activa (8)
1.364
917
Liquide middelen (9)
973
1.025
739.328
666.677
Beleggingen voor risico deelnemers (6)
Totaal activa
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op pagina 30 tot en met 34.
20
Jaarverslag 2010
B ala n s per 3 1 december ( B E D RAG E N I n du i z e n de n eu r o ' S )
P assi v a
2 0 1 0
2009
• Overige reserves
101.299
97.762
Technische voorziening voor risico pensioenfonds (11)
606.214
556.597
Technische voorziening voor risico deelnemers (12)
3.766
3.134
Derivaten (5)
12.900
5.990
Schulden en overlopende passiva (13)
15.149
3.194
739.328
666.677
Stichtingskapitaal en reserves (10)
Totaal passiva
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op pagina's 31, 35 en 36.
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
21
S taat v a n bate n e n laste n ( B E D RAG E N I n du i z e n de n eu r o ' S )
2 0 1 0
2009
BATEN EN LASTEN PENSIOENACTIVITEITEN Premies voor risico pensioenfonds (14)
5.398
5.229
Premies voor risico deelnemers (14)
376
511
-988
-618
-
-159
• Pensioenopbouw (16)
-4.239
-5.195
• Toeslagen (17)
-2.020
-8.616
• Rentetoevoeging (18)
-6.963
-13.620
• Wijziging marktrente (19)
-38.057
6.381 35.645
Waardeoverdrachten voor risico pensioenfonds, per saldo (15) Waardeoverdrachten voor risico deelnemers, per saldo (15) Mutatie technische voorziening voor risico pensioenfonds
• Onttrekking pensioenuitkeringen en
pensioenuitvoeringskosten (20)
36.885
• Pensioenrechten waardeoverdrachten, per saldo (21)
1.144
686
• Wijziging actuariële grondslagen (22)
-26.291
-16.197
• Overige mutaties technische voorziening (23)
-10.076
-1.042
voor risico pensioenfonds
-49.617
-1.958
Pensioenuitkeringen (24)
-36.217
-34.746
voor risico deelnemers (25)
-632
-877
Herverzekeringen (26)
11.046
7
Pensioenuitvoeringskosten (27)
-1.308
-1.528
Overige baten en lasten pensioenactiviteiten (28)
-112
-263
Totaal mutatie technische voorziening
Mutatie technische voorziening
Totaal baten en lasten pensioenactiviteiten
-72.054
-34.402
BATEN EN LASTEN BELEGGINGSACTIVITEITEN Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds (29)
75.235
111.375
Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers (30)
356
584
Totaal baten en lasten beleggingsactiviteiten
75.591
111.959
3.537
77.557
Resultaat
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op pagina 44 tot en met 51.
22
Jaarverslag 2010
K asstr o o m o v erzicht ( B E D RAG E N I n du i z e n de n eu r o ' S )
2 0 1 0
2009
KASSTROOM UIT PENSIOENACTIVITEITEN Ontvangen premies
5.171
8.002
Ontvangen waardeoverdrachten
370
208
Uitkeringen uit herverzekering
1.165
528
Betaalde pensioenuitkeringen
-36.107
-35.310
Betaalde waardeoverdrachten
-1.500
-12.396
Betaalde premies herverzekering
-305
-489
Ontvangen winstaandeel herverzekering
-
568
Betaalde pensioenuitvoeringskosten
-1.394
-1.977
Overige mutaties uit pensioenactiviteiten
-112
-263
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten
-32.712
-41.129
KASSTROOM UIT BELEGGINGSACTIVITEITEN Verkopen beleggingen
425.074
569.310
Ontvangen directe beleggingsopbrengsten
20.997
19.351
Gerealiseerde waardeverandering derivaten
-1.582
11.122
Aankopen beleggingen
-414.227
-553.891
Mutatie tegoeden en schulden kredietinstellingen
4.203
-3.556
Betaalde kosten van vermogensbeheer
-1.805
-1.630
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
32.660
40.706
-52
-423
Mutatie liquide middelen
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
23
T o elichti n g al g emee n
Activiteiten
Overbruggingspensioen
Het doel van Stichting Pensioenfonds Corporate
Overbruggingspensioen wordt alleen nog
Express, statutair gevestigd te Maastricht
opgebouwd door deelnemers aan de V-regeling
(hierna: het pensioenfonds), is het verlenen
en gaat standaard in op de eerste dag van de
van pensioenaanspraken en het doen van
maand waarin de deelnemer 62 jaar wordt. Het
pensioenuitkeringen aan (aspirant-)deelnemers,
overbruggingspensioen is een pensioenregeling
gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, een
op basis van eindloon. Voor ieder deelnemersjaar
en ander overeenkomstig de pensioenreglementen.
wordt 7% van het laatste pensioengevend salaris
Het beleid en de kernactiviteiten van het bestuur zijn
opgebouwd met een maximum van 70%. Deelnemers
beschreven in de Actuariële- en bedrijfstechnische
die deelnemen aan de N-regeling en op 1 januari
nota (ABTN).
2006 ouder dan 50 jaar waren, hebben recht op het opgebouwde overbruggingspensioen bij het bereiken
Pensioenregeling
van de leeftijd van 62 jaar.
De pensioenregeling van het pensioenfonds geldt voor alle werknemers met een dienstverband bij één
Partnerpensioen
van de aangesloten ondernemingen.
Het partnerpensioen geldt voor de nagelaten partner van een deelnemer. Het partnerpensioen
Ouderdomspensioen
bedraagt voor de N-regeling 70% van het te
Het ouderdomspensioen kan worden opgebouwd
bereiken ouderdomspensioen. Voor de deelnemers
vanaf 21 jaar en gaat standaard in op de eerste dag
in de V-regeling wordt bij de vaststelling van het
van de maand waarin de deelnemer 65 jaar wordt.
partnerpensioen ook rekening gehouden met de
De deelnemers kunnen binnen bepaalde grenzen
inbouw van de AOW waardoor het percentage
kiezen wanneer zij met pensioen gaan, en wel op
afhankelijk is van de hoogte van het pensioengevend
zijn vroegst vanaf de leeftijd van 60 jaar. Tevens
jaarsalaris. Iedere deelnemer die getrouwd is, een
bestaat de mogelijkheid om met deeltijdpensioen
wettelijk geregistreerd partnerschap of een door het
te gaan. Dat kan vanaf de leeftijd van 60 jaar.
pensioenfonds erkend samenlevingsverband heeft,
Het ouderdomspensioen is een toegezegde
is automatisch voor dit partnerpensioen verzekerd.
pensioenregeling op basis van (voorwaardelijk)
Bij overlijden van de deelnemer vóór het bereiken
geïndexeerd middelloon. In de middelloonregeling
van de leeftijd van 65 jaar wordt verondersteld
is het ouderdomspensioen gebaseerd op het
dat de deelneming zou hebben voortgeduurd
gemiddelde salaris tijdens de loopbaan en
tot de pensioendatum met behoud van het laatst
bedraagt voor ieder deelnemersjaar 1,625% voor
vastgestelde pensioengevend salaris. Bij ingang
de V-regeling en 2,00% voor de N-regeling van de
van het ouderdomspensioen bestaat eenmalig de
pensioengrondslag zoals die geldt op 1 januari van
keuze van omzetting van (een deel van) het recht
het betreffende jaar. De pensioengrondslag is gelijk
op partnerpensioen of ouderdomspensioen in een
aan het vaste jaarsalaris inclusief vakantietoeslag
verhoging van het ouderdomspensioen respectievelijk
verminderd met de franchise. Het pensioengevend
partnerpensioen.
salaris is gemaximeerd. Wezenpensioen Beschikbare-premieregeling
Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot de
De beschikbare-premieregeling is een
21-jarige leeftijd. Het wezenpensioen bedraagt voor
excedentregeling voor deelnemers die een salaris
elk gerechtigd kind in de N-regeling 14% van het
hebben dat boven het grensbedrag uitkomt. Via deze
(bereikbare) ouderdomspensioen met een maximum
excedentregeling wordt over het salarisdeel boven dit
van 70% in het geval van meerdere kinderen. Voor de
bedrag een premie beschikbaar gesteld voor aankoop
V-regeling wordt het wezenpensioen bepaald aan de
van extra pensioen. De premie is een percentage van
hand van een tabel waarbij het aantal kinderen ook
het pensioengevend salaris boven het grensbedrag.
een rol speelt. Het wezenpensioen wordt verdubbeld indien er geen (bijzonder) partnerpensioen (meer) wordt uitgekeerd.
24
Jaarverslag 2010
Arbeidsongeschiktheidspensioen
dekkingsgraad van 110% of lager geen toeslag
Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in na het
toegekend en wordt bij tussenliggende waarden van
einde van het tweede ziektejaar. Het pensioen wordt
de dekkingsgraad de toeslag pro rata vastgesteld.
uitgekeerd zolang de arbeidsongeschiktheid duurt,
Indien de omstandigheden dit naar het oordeel van
maar uiterlijk tot de normpensioendatum. Dit is de
het bestuur noodzakelijk maken, kan het bestuur
eerste dag van de maand waarin de deelnemer
afwijken van de leidraad. De (voorwaardelijke)
65 jaar wordt. Het arbeidsongeschiktheidspensioen
toeslagverlening wordt gefinancierd uit de
is gelijk aan een percentage van het deel van het
overrendementen en het eigen vermogen. Een
pensioengevend salaris dat uitgaat boven het
eventuele aanvulling op de toeslagverhoging van de
maximum WIA-loon. Deelnemers die onder de
actieve deelnemers tot een maximum van de toeslag
WIA meer dan 35% arbeidsongeschikt worden,
van 1% is hierop een uitzondering. Bovendien wordt
hebben recht op premievrije voortzetting van de
geen bestemmingsreserve voor toekomstige toeslagen
pensioenopbouw tot de pensioendatum.
gevormd.
Voor alle deelnemers is een WGAarbeidsongeschiktheidspensioen verzekerd.
Financiering en premie De aangesloten onderneming is het pensioenfonds
Pensioenspaarregeling
jaarlijks een premie verschuldigd voor de in dat jaar
Tot 1 januari 2008 bestond voor alle deelnemers
te verwerven reglementaire aanspraken. Bij bepaling
de mogelijkheid om op vrijwillige basis de niet
van de premie wordt geen rekening gehouden
benutte pensioenspaarruimte te gebruiken door een
met een opslag ter financiering van eventuele
percentage van het pensioengevend salaris te storten
voorwaardelijke onderdelen, waaronder de toeslagen.
in de pensioenspaarregeling.
Uitzondering hierop is een eventuele aanvulling op de
Het opgebouwde kapitaal wordt op pensioendatum
toeslagverhoging van de actieve deelnemers tot een
of bij eerder vertrek omgezet in een verhoging van
maximum van de totale toeslag van 1%.
(het recht op) ouderdomspensioen. Premiestelling vindt plaats op basis van een
Toeslagen
kostendekkende premie met gebruikmaking van
Het pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde
een gedempte rentevoet. Bij vaststelling van deze
pensioenrechten van de actieve deelnemers jaarlijks
zogenaamde gedempte premie is de gehanteerde
aan te passen aan de ontwikkeling van de loonindex
rekenrente gelijk aan het verwachte toekomstige
zoals gepubliceerd door het CBS voor CAO-lonen
rendement in plaats van de actuele marktrente. Bij
per maand inclusief bijzondere beloningen van
het bepalen van het toekomstige rendement wordt
particuliere bedrijven.
uitgegaan van een door het pensioenfonds opgestelde (en onderbouwde) verwachting.
Het pensioenfonds streeft ernaar de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) en de
De kostendekkende premie bevat de volgende
ingegane pensioenen jaarlijks aan te passen aan de
componenten:
ontwikkeling van de prijsindex voor alle huishoudens de actuarieel benodigde premie voor de inkoop
afgeleid, zoals gepubliceerd door het CBS.
van de onvoorwaardelijke pensioenen;
De toeslagverlening heeft een voorwaardelijk
een solvabiliteitsopslag voor het in stand houden
karakter. Dit betekent dat geen recht op toeslagen
van de benodigde reserves; een opslag voor pensioenuitvoeringskosten
bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst toeslagen kunnen worden verleend. Het
(inclusief excassokosten).
bestuur beslist jaarlijks of de pensioenaanspraken worden aangepast. Daarbij hanteert het bestuur
In het geval van een reservetekort dan wel
een beleidsstaffel als leidraad. Volgens de staffel
dekkingstekort zal het pensioenfonds een lange- dan
wordt bij een dekkingsgraad hoger dan 130%
wel kortetermijnherstelplan indienen bij DNB. De
een volledige toeslag verleend, wordt bij een
aangesloten onderneming kan in het kader van een
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
25
eventueel herstelplan bijdragen aan het herstel van
Grondslagen algemeen
de financiële positie van het pensioenfonds, maar is hiertoe niet verplicht.
Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met
Het pensioenfonds heeft een premiekortinggrens
de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen
gedefinieerd, die wordt bereikt indien: de technische voorzieningen en het vereist eigen
in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, met
van een reserve herwaardering volgens artikel 146
vermogen volledig door waarden zijn gedekt én de uitgevoerde continuïteitsanalyse aantoont
gebruikmaking van de vrijstelling inzake de vorming van de Pensioenwet, en in overeenstemming met de
dat de gewekte verwachting ten aanzien van
Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, in het bijzonder
de toeslagverlening nu en in de toekomst naar
Richtlijn 610 Pensioenfondsen (RJ 610).
verwachting kan worden waargemaakt én de verwachte dekkingsgraad structureel boven de
De jaarrekening luidt in euro’s.
evenwichtssituatie blijft. Gebruik van schattingen en veronderstellingen
Herverzekering
Bij het opstellen van de jaarrekening is het gebruik
Het pensioenfonds heeft een herverzekerings-
van schattingen en veronderstellingen noodzakelijk.
overeenkomst afgesloten ter dekking van
De schattingen en veronderstellingen zijn vooral van
het overlijdensrisico en het risico van arbeids-
invloed op de waardering van de beleggingen en de
ongeschiktheid (excedent-arbeidsongeschiktheids-
technische voorziening.
pensioen, WGA-arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling).
Verwerking De belangrijkste activa en verplichtingen van het
Het overlijdensrisico is verzekerd op basis van
pensioenfonds zijn de beleggingen en de technische
risicokapitalen, gelijk aan de contante waarde van
voorziening. De beleggingen bestaan volledig uit
een direct ingaand partnerpensioen, verminderd
financiële activa en derivaten. Deze worden in de
met de voor de deelnemer gevormde voorziening
balans opgenomen respectievelijk van de balans
met betrekking tot ouderdomspensioen en
verwijderd op transactiedatum (datum van koop of
partnerpensioen en verminderd met een eigen
verkoop). Dit is het moment waarop de toekomstige
behoud van 1 70.000.
economische voordelen en de risico’s verbonden aan het financiële instrument worden overgedragen.
De dekking van het excedent-arbeidsongeschiktheids-
Pensioenverplichtingen worden in de balans
pensioen omvat een jaarlijkse rente ter grootte van
opgenomen op het moment van toekenning of
70% van het verschil tussen het pensioengevend salaris
overdracht van de pensioenrechten. Zij worden van
van de deelnemer en de maximale uitkeringsgrondslag
de balans verwijderd op het moment van uitkering of
van de WIA, verminderd met een eigen behoud van
overdracht van de pensioenrechten.
20% van het arbeidsongeschiktheidspensioen, met een maximum van 1 15.000 per deelnemer.
Saldering Een financieel actief en een financiële verplichting
De dekking van de premievrijstelling omvat een
worden gesaldeerd en als nettobedrag in de balans
jaarlijkse rente ter grootte van een gelijkblijvende
opgenomen indien sprake is van een wettelijke
premie die benodigd is voor de toekomstige
of contractuele bevoegdheid om het actief en
pensioenopbouw op basis van de huidige
de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te
pensioengrondslag.
wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
26
Jaarverslag 2010
Waardering beleggingen
vastrentende beleggingen wordt bepaald door te
Beleggingen (voor risico pensioenfonds en voor
ontvangen rente en aflossingen contant te maken op
risico deelnemers) worden gewaardeerd tegen
basis van actuele marktrente, rekening houdend met
marktwaarde. De marktwaarde is het bedrag
het risicoprofiel en de looptijd van de belegging.
waarvoor een actief of een verplichting kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde, tot
Overige beleggingen
een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk
De hieronder opgenomen commodityfondsen worden
zijn. De marktwaarde is gebaseerd op actuele
gewaardeerd op het aandeel in de marktwaarde van
marktprijzen, tenzij anders vermeld.
de onderliggende activa en verplichtingen.
Waardeveranderingen beleggingen
Derivaten
Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen
Derivaten zijn afgeleide financiële instrumenten,
gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveran-
waarvan de waarde afhankelijk is van een of meer
deringen van beleggingen, inclusief derivaten.
onderliggende primaire financiële instrumenten.
Alle waardeveranderingen, inclusief valutakoers-
Derivaten bevatten rechten en verplichtingen
verschillen, worden als opbrengst beleggingen direct
waardoor een of meer van de financiële risico’s
in de staat van baten en lasten opgenomen.
waaraan de onderliggende primaire financiële instrumenten onderhevig zijn tussen partijen worden
Vreemde valuta
overgedragen. Derivaten leiden bij het aangaan
Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden
van de transactie niet of tot een relatief gering
omgerekend naar euro’s tegen de koers per
vermogensbeslag. Basisvormen van derivaten zijn
balansdatum. Transacties in vreemde valuta worden
swaps, forwards, futures en opties. Het onderliggende
omgerekend tegen de koers op transactiedatum.
primaire financiële instrument kan onder meer
Valutakoersverschillen bij de omrekening van activa
een renteproduct, een valutaproduct of een
en verplichtingen worden in de staat van baten en
aandelenproduct zijn.
lasten opgenomen onder de post waarop de activa en verplichtingen betrekking hebben.
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
Derivaten worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor beursgenoteerde contracten is dit de beursprijs per balansdatum. Voor niet-beursgenoteerde contracten is de waardering gebaseerd op recente marktinformatie, als input voor de gehanteerde
Vastgoed
gangbare waarderingsmodellen, voornamelijk
De marktwaarde van aandelen van vastgoedfondsen
discounted cashflow models.
is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. Beleggingen in niet-beursgenoteerde participaties
Herverzekeringsdeel technische voorziening
in vastgoedfondsen worden gewaardeerd tegen de
Herverzekeringscontracten worden opgenomen
geschatte verkoopwaarde.
voor de actuarieel bepaalde contante waarde van de verzekerde uitkeringen, volgens de grondslagen van
Aandelen
het pensioenfonds.
De marktwaarde van aandelen is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. Indien aandelen niet-
Vorderingen
beursgenoteerd zijn of indien de koersvorming niet
Vorderingen worden gewaardeerd tegen
representatief is, wordt de marktwaarde getaxeerd.
verkrijgingsprijs onder aftrek van eventuele
De taxatie is gebaseerd op recente marktinformatie.
bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid.
Vastrentende waarden De marktwaarde van beursgenoteerde vastrentende
Liquide middelen
waarden is gebaseerd op de beurskoers per
Liquide middelen worden opgenomen voor de
balansdatum. De marktwaarde van andere directe
verkrijgingsprijs.
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
27
Technische voorziening voor risico pensioenfonds
verschil leeftijd man en vrouw drie jaar
De technische voorziening wordt actuarieel
(ongewijzigd);
berekend en wordt vastgesteld op basis van de
administratiekosten en excassokosten 3,0% van
nominaal verworven pensioenrechten, voor zover
de technische voorziening (2009: administratie-
zij onvoorwaardelijk zijn. Dit betekent dat de
kosten: contante waarde nominale bedragen;
voorwaardelijke toekomstige toeslagen niet in de
excassokosten: 1,0% van de voorziening).
voorziening zijn begrepen, maar de op balansdatum toegezegde toeslagen wel in de voorziening worden
Uit de door DNB vastgestelde en gepubliceerde
opgenomen. De pensioenverplichtingen worden
rentetermijnstructuur ultimo 2010 kan voor het
contant gemaakt tegen de nominale marktrente per
pensioenfonds een gemiddelde marktrente van 3,4%
balansdatum volgens de rentetermijnstructuur zoals
worden afgeleid (2009: 3,8%).
gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (DNB). Ultimo 2010 is overgegaan op de nieuwe door het De voorziening met betrekking tot ouderdoms-
Actuarieel Genootschap uitgebrachte generatietafels
pensioen, partnerpensioen en wezenpensioen
en zijn de correctiefactoren opnieuw vastgesteld.
is de contante waarde van de beste inschatting
Vooruitlopend op de nieuwe AG-prognosetafels was
van de toekomstige uitgaande kasstromen die
de technische voorziening in 2009 in verband met
voortvloeien uit de tot balansdatum opgebouwde
de gestegen levensverwachting reeds verhoogd met
onvoorwaardelijke pensioenrechten. Daarin is
3,0%, gebaseerd op een schatting van het effect op
begrepen de toekomstige premievrije pensioen-
de technische voorziening. Inclusief de voorlopige
opbouw van arbeidsongeschikte deelnemers.
aanpassing van 3,0% heeft de toepassing van de nieuwe AG-prognosetafels in totaal geleid tot een
De voorziening met betrekking tot arbeids-
verhoging van de pensioenverplichtingen met 8,0%.
ongeschiktheidspensioen is de contante waarde van de verwachte uitgaande kasstromen die voortvloeien
Technische voorziening voor risico deelnemers
uit de verplichtingen aan bij het pensioenfonds
De technische voorziening voor risico deelnemers
aangemelde arbeidsongeschikte deelnemers, nog niet
heeft betrekking op de beschikbare-premieregeling.
aangemelde arbeidsongeschikte deelnemers en zieke
De voorziening wordt gewaardeerd op de
deelnemers die naar verwachting arbeidsongeschikt
balanswaarde van de daarmee samenhangende
zullen worden verklaard. Bij de vaststelling van
beleggingen. Uiterlijk op de ingangsdatum van het
de voorziening voor de arbeidsongeschikte
pensioen wordt het opgebouwde kapitaal omgezet
deelnemers wordt geen rekening gehouden met
in pensioenrechten en opgenomen in de technische
revalideringskansen. Voor zieke deelnemers wordt
voorziening voor risico pensioenfonds.
een voorziening (IBNR) opgenomen ter grootte van 2 maal de opslag in de premie.
Schulden Schulden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs.
De belangrijkste actuariële grondslagen zijn: marktrente rentetermijnstructuur DNB
levensverwachting volgens AG-prognosetafels
Algemeen
2010-2060 (2009: AG-prognosetafels 2005-2050)
De grondslagen voor resultaatbepaling vloeien voor
met correctiefactoren op de sterftekansen
het merendeel voort uit de voor de beleggingen
gebaseerd op de Towers Watson-ervaringssterfte
en de technische voorziening gehanteerde
afzonderlijk voor hoofdverzekerde en
waarderingsgrondslagen. Voor een aantal posten
medeverzekerde;
worden de grondslagen voor resultaatbepaling
actieve deelnemers en gewezen deelnemers:
28
Grondslagen voor resultaatbepaling
(ongewijzigd);
hierna (nader) uiteengezet.
volgens onbepaalde partnersysteem waarbij
factoren volgens het bepaalde partnersysteem
Premies
worden gehanteerd; gepensioneerden: bepaalde
Premies worden ten gunste van het resultaat gebracht
partner (ongewijzigd);
in de periode waarin de daarmee samenhangende
Jaarverslag 2010
pensioenrechten worden opgebouwd.
Onttrekking pensioenuitkeringen en
Premiekortingen en extra premies worden verwerkt in
pensioenuitvoeringskosten
de periode waarin aan de daarvoor overeengekomen
De vrijval van de technische voorziening wordt ten
voorwaarden wordt voldaan.
gunste van de staat van baten en lasten gebracht in de periode waarin de lasten bij de berekening van de
Waardeoverdrachten
voorziening waren voorzien.
Waardeoverdrachten worden in de staat van baten en lasten opgenomen op het moment van overdracht
Pensioenrechten waardeoverdrachten
van de pensioenverplichtingen.
De met waardeoverdrachten samenhangende toevoeging en onttrekking aan de technische
Mutatie technische voorziening
voorziening worden in de rekening van baten en lasten opgenomen op het moment van overdracht
Pensioenopbouw
van de pensioenverplichtingen.
De pensioenopbouw met betrekking tot ouderdomspensioen en partnerpensioen wordt
Wijziging actuariële grondslagen
toegerekend aan de periode waarin de opbouw van
Het effect van wijzigingen in de actuariële
de pensioenrechten plaatsvindt. De verplichtingen
grondslagen op de technische voorziening wordt
met betrekking tot arbeidsongeschiktheidspensioen
primo verslagperiode in de staat van baten en lasten
worden opgenomen in de periode waarin
opgenomen.
deze ontstaan. De toekomstige premievrije pensioenopbouw van arbeidsongeschikte deelnemers
Pensioenuitkeringen
wordt ten laste van het resultaat gebracht in de
Pensioenuitkeringen worden in de staat van baten
periode waarin de arbeidsongeschiktheid ontstaat.
en lasten opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben.
Toeslagen De toevoeging aan de technische voorziening uit
Herverzekeringen
hoofde van toeslagverlening wordt in de staat van
Herverzekeringsuitkeringen worden in de staat van
baten en lasten opgenomen in de periode waarin het
baten en lasten opgenomen in de periode waarop
bestuursbesluit wordt genomen.
zij betrekking hebben. Winstaandelen worden ten gunste van het resultaat gebracht in de periode
Rentetoevoeging technische voorziening
waarin zij bekend worden.
De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de nominale marktrente op basis van de
Kosten
door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur.
Kosten worden ten laste van het resultaat gebracht in
Aan de technische voorziening wordt rente
de periode waarop zij betrekking hebben.
toegevoegd op basis van de éénjaarsrente volgens deze rentetermijnstructuur primo verslagperiode.
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht
De rentetoevoeging wordt berekend over het
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de
gemiddelde van de stand van de voorziening primo
directe methode. Dit houdt in dat alle ontvangsten
periode en de stand van de voorziening ultimo
en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd.
periode, de laatste exclusief het effect van de
Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen
toeslagverlening.
uit pensioenactiviteiten en kasstromen uit beleggingsactiviteiten.
Wijziging marktrente Het effect van de verandering van de marktrente op
Kasstromen in vreemde valuta worden omgerekend
de technische voorziening wordt ultimo
tegen de koers op transactiedatum.
verslagperiode in de staat van baten en lasten opgenomen.
Onder liquide middelen wordt verstaan banktegoeden die niet het karakter hebben van beleggingen. Stichting Pensioenfonds Corporate Express
29
T o elichti n g bala n s ( B E D RAG E N I n du i z e n de n eu r o ' S )
acti v a
2010
2009
59.094
48.038
Europa
23.392
18.878
Verenigde Staten
16.166
12.101
1 Vastgoedbeleggingen Totaal De portefeuille bestaat geheel uit beursgenoteerde beleggingen in vastgoedfondsen. De samenstelling naar regio is als volgt:
Japan
6.766
5.462
Pacific exclusief Japan
12.560
11.173
Overig
210
424
Totaal
59.094
48.038
225.074
186.992
2 Aandelen Beursgenoteerd Niet-beursgenoteerd
12.032
10.379
Totaal
237.106
197.371
Europa
58.196
62.428
Verenigde Staten
106.795
80.505
Canada
6.721
5.184
Japan
15.831
9.239
De samenstelling naar regio is als volgt:
Overig Pacific
9.976
8.002
Opkomende markten
39.587
32.013
Totaal
237.106
197.371
347.661
346.012
Hypothecaire leningen
1.203
1.354
3 Vastrentende waarden Beursgenoteerde obligaties en beursgenoteerde obligatiefondsen
Overige onderhandse leningen
4.207
4.375
Banktegoeden in rekening-courant
33.401
27.838
Totaal
386.472
379.579
De specificatie naar rentetype is als volgt:
30
Inflation index linked
99.569
95.832
Vaste rente
243.600
255.013
Variabele rente
43.303
28.734
Totaal
386.472
379.579
Jaarverslag 2010
2010
2009
Korter dan één jaar
40.895
34.970
Vanaf één jaar tot vijf jaar
30.608
32.395
Langer dan vijf jaar
314.969
312.214
Totaal
386.472
379.579
AAA rating
171.335
168.655
AA rating
20.469
32.687
A rating
75.294
72.702
BBB rating
59.037
47.751
Lagere rating dan BBB
597
13.127
Geen rating
59.740
44.657
Totaal
386.472
379.579
Europa
317.781
305.866
Verenigde Staten
68.691
63.827
Opkomende markten
-
9.886
386.472
379.579
33.303
27.472
Valutaderivaten
1.741
72
Aandelenderivaten
3
14
Rentederivaten
-
3.640
Totaal
1.744
3.726
Valutaderivaten
250
5.990
Aandelenderivaten
2
-
Rentederivaten
12.648
-
Totaal
12.900
5.990
De resterende looptijd gebaseerd op de contractuele aflossingsdata is als volgt:
De kredietwaardigheid van de portefeuille kan als volgt worden weergegeven:
De samenstelling naar regio is als volgt:
Totaal 4
Overige beleggingen
Totaal Onder overige beleggingen zijn commoditycertificaten en commoditynotes opgenomen. 5
Derivaten
Derivaten met een positieve marktwaarde zijn als een actiefpost in de balans opgenomen en derivaten met een negatieve marktwaarde zijn onder de verplichtingen opgenomen. Derivaten activa
Derivaten passiva
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
31
Het volgende overzicht geeft inzicht in de portefeuille derivaten per balansdatum:
C o n t r a ct-
2 0 1 0 M a r k t-
C o n t r a ct-
2009 M a r k t-
om va n g w a a r de om va n g w a a r de
Valutatermijncontracten Verkocht
184.037
1.491
150.782
-5.918
1
197
14
-12.648
173.890
3.640
Aandelenfutures Gekocht
241
Interest rate swaps Gekocht
227.520
Obligatiefutures Gekocht
-
-
1.812
-
Verkocht
6.336
-
3.206
-
De portefeuille gekochte interest rate swaps is als volgt samengesteld naar looptijden:
C o n t r a ct-
2 0 1 0 M a r k t-
C o n t r a ct-
2009 M a r k t-
om va n g w a a r de om va n g w a a r de
Looptijd tot februari 2021
-
-
90.000
3.828
Looptijd tot mei 2022
88.900
-2.663
-
-
Looptijd tot augustus 2029
-
-
83.890
-188
Looptijd tot mei 2030
88.620
-3.790
-
-
Looptijd tot augustus 2040
50.000
-6.195
-
-
227.520
-12.648
173.890
3.640
De andere contracten hebben een looptijd korter dan een jaar. De futures zijn beursgenoteerde contracten en alle overige derivatencontracten zijn niet-beursgenoteerd. 6
Beleggingen voor risico deelnemers
2010
2009
Onder beleggingen voor risico deelnemers zijn de beleggingen uit hoofde van de beschikbare-premieregeling en de pensioenspaarregeling opgenomen. De ingelegde bedragen zijn belegd voor risico van de deelnemers. Vastgoed
309
248
Aandelen
2.029
1.603
Vastrentende waarden
1.428
1.283
Totaal
3.766
3.134
De portefeuille bestaat geheel uit beursgenoteerde beleggingsfondsen en spaarrekeningen.
32
Jaarverslag 2010
7
Herverzekeringsdeel technische voorziening
2010
2 0 0 9
Onder herverzekeringsdeel technische voorziening is de gekapitaliseerde waarde van de herverzekeringscontracten opgenomen. Risicoverzekering
617
120
Garantiecontracten
14.889
5.295
Totaal
15.506
5.415
Stand begin van het jaar
5.415
5.544
Herverzekerde rechten
582
-
Rentetoevoeging
70
133
Wijziging marktrente
303
51
Uitkeringen herverzekering
-486
-462
Wijzigingen actuariële grondslagen
258
158
Overige mutaties
-8
-9
6.134
5.145
Opname bestaande herverzekeringscontracten
9.372
-
Balanswaarde eind van het jaar
15.506
5.145
De mutaties kunnen als volgt worden weergegeven:
Het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico zijn gedeeltelijk herverzekerd. Een gedeelte van het ouderdomspensioen en partnerpensioen met betrekking tot in het verleden gedane pensioentoezeggingen is ondergebracht bij diverse verzekeringsmaatschappijen. Het betreft garantiecontracten die premievrij zijn. De uit de pensioentoezeggingen resulterende uitkeringen worden door de verzekeringsmaatschappijen aan het pensioenfonds uitgekeerd. Ultimo verslagjaar zijn twee garantiecontracten die een rechtsvoorganger heeft afgesloten bij verzekeringsmaatschappijen in de balans opgenomen. Deze contracten hebben eveneens uitsluitend betrekking op gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Deze verzekeraars betalen de pensioenuitkeringen rechtstreeks aan de pensioengerechtigden. Indien sprake is van een toeslagverlening door het pensioenfonds, betaalt het pensioenfonds de hiervoor benodigde koopsom aan de desbetreffende verzekeraars ten behoeve van de verhoging van de pensioenrechten. De toeslagverlening heeft een voorwaardelijk karakter. Per ultimo 2010 is hiervoor 1 9,372 miljoen opgenomen. De ter vergelijking opgenomen cijfers van 2009 zijn niet aangepast. De actuariële waarde per ultimo 2009 bedroeg naar schatting 1 11 miljoen. Het herverzekeringsdeel technische voorziening heeft een langlopend karakter.
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
33
8 Vorderingen en overlopende activa
2010
2009
Werkgevers
329
254
Herverzekeraar
95
-
Waardeoverdrachten
-
11
Overige vorderingen en overlopende activa
227
138
Totaal vorderingen pensioenen
651
403
Af te wikkelen beleggingstransacties
404
264
Dividendbelasting
279
250
Overige vorderingen en overlopende activa
30
-
Totaal vorderingen beleggingen
713
514
Totaal
1.364
917
2010
2009
973
1.025
973
1.025
De vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. 9 Liquide middelen Liquide middelen worden onderscheiden van banktegoeden die het karakter hebben van beleggingen of direct beschikbaar zijn om te worden belegd. Deze posten zijn begrepen in vastrentende waarden. Banktegoeden in rekening-courant Totaal
De liquide middelen zijn vrij opeisbaar.
34
Jaarverslag 2010
P assi v a
2010
2009
Stand begin van het jaar
97.762
20.205
Resultaat
3.537
77.557
Stand eind van het jaar
101.299
97.762
Actieve deelnemers
50.613
43.235
Arbeidsongeschikte deelnemers
14.427
14.638
Gewezen deelnemers
131.591
127.804
Ingegaan ouderdomspensioen (inclusief flexibele uittreding)
318.734
288.508
Ingegaan partnerpensioen
85.701
77.410
10 Stichtingskapitaal en reserves Overige reserves
Het stichtingskapitaal bedraagt (ongewijzigd) 1 453,78 en is gestort bij oprichting. De vermogenspositie wordt toegelicht in de risicoparagraaf op pagina 38 tot en met 43. 11 Technische voorziening voor risico pensioenfonds De technische voorziening is als volgt samengesteld:
Ingegaan wezenpensioen
507
339
Ingegaan arbeidsongeschiktheidspensioen
4.641
4.663
Totaal
606.214
556.597
Stand begin van het jaar
556.597
554.639
Pensioenopbouw actieve deelnemers
4.239
5.195
Arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrije pensioenopbouw arbeidsongeschikten
-363
-377
De mutaties in de voorziening zijn als volgt:
Inkomende waardeoverdrachten
455
405
Uitgaande waardeoverdrachten
-1.599
-1.091
Rentetoevoeging
6.963
13.620
Wijziging marktrente
38.057
-6.381
Toeslagverlening
2.020
8.616
Onttrekking voor pensioenuitkeringen
-35.816
-34.963
Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
-1.069
-682
Wijziging actuariële grondslagen
26.291
16.197
Actuariële resultaten
1.018
1.058
Omzetting pensioenspaarkapitaal in pensioenrechten
49
56
Overige mutaties
-
305
596.842
556.597
Opname herverzekerde pensioenverplichtingen bestaande contracten
9.372
-
Stand eind van het jaar
606.214
556.597
Ultimo verslagjaar zijn de pensioenverplichtingen die een rechtsvoorganger heeft verzekerd bij twee verzekeringsmaatschappijen in de balans opgenomen. Verwezen wordt naar de toelichting op de actiefpost herverzekeringsdeel technische voorziening hiervoor. De technische voorziening heeft een langlopend karakter. Stichting Pensioenfonds Corporate Express
35
12 Technische voorziening voor risico deelnemers
2010
2009
Stand begin van het jaar
3.134
2.257
Inleg premies
376
511
Uitgaande waardeoverdrachten
-
-159
Beleggingsopbrengsten
356
584
Omzetting in pensioenrechten
-69
-58
Overige mutaties
-31
-1
Stand eind van het jaar
3.766
3.134
De mutaties kunnen als volgt worden weergegeven:
13 Schulden en overlopende passiva
2010
2009
Werkgevers
177
705
Pensioenuitkeringen
567
466
Belastingen en premies sociale verzekeringen
750
741
Waardeoverdrachten
3
156
Overige schulden en overlopende passiva
389
386
Totaal schulden en overlopende passiva pensioenen
1.886
2.454
Kredietinstellingen
10.000
-
Af te wikkelen beleggingstransacties
3.078
473
Overige schulden en overlopende passiva
185
267
Totaal schulden en overlopende passiva beleggingen
13.263
740
Totaal
15.149
3.194
Het onder kredietinstellingen opgenomen bedrag betreft een kortlopende lening, tijdelijk benodigd ten behoeve van de financiering van beleggingen. De schulden hebben een resterende looptijd korter dan een jaar.
36
Jaarverslag 2010
O v eri g e i n f o rmatie
Beleggingsportefeuille De totale beleggingsportefeuille bedraagt 1 696.035 duizend (2009: 1 653.104 duizend) en is als volgt samengesteld:
2010
2009
Vastgoedbeleggingen
59.094
48.038
Aandelen
237.106
197.371
Vastrentende waarden
386.472
379.579
Overige beleggingen
33.303
27.472
Derivaten activa
1.744
3.726
Derivaten passiva
-12.900
-5.990
Vorderingen
713
514
Schulden
-13.263
-740
Totaal voor risico pensioenfonds
692.269
649.970
Totaal voor risico deelnemers
3.766
3.134
Totaal
696.035
653.104
O v e r i g e
T ota a l
Mutaties beleggingen Va st g oed A a n de l e n Va st-
r e n te n de be l e g g i n g e n
w a a r de n
2010
Balanswaarde begin van het jaar 48.038
197.371
379.579
27.472
Aankopen 16.708
65.389
334.212
-
416.309
Verkopen -16.391
-58.994
-349.383
-
-424.768
Waardeveranderingen 10.739
33.340
16.501
5.831
66.411
5.563
5.563
Mutatie liquiditeiten Balanswaarde eind van het jaar 59.094
237.106
652.460
386.472
33.303
715.975
2 0 0 9
Balanswaarde begin van het jaar 33.469
146.459
362.050
21.123
563.101
Aankopen 21.578
67.728
446.437
9.635
545.378
Verkopen -19.493
-64.023
-458.770
-6.842
-549.128
Waardeveranderingen 12.484
47.207
26.306
3.556
89.553
Mutatie liquiditeiten Balanswaarde eind van het jaar
48.038
197.371
3.556 379.579
27.472
3.556 652.460
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
37
Mutaties beleggingen voor risico deelnemers
2010
2009
Balanswaarde begin van het jaar
3.134
2.257
Aankopen
523
1.077
Verkopen
-446
-738
Waardeveranderingen
321
538
Mutatie spaarrekeningen
234
-
Balanswaarde eind van het jaar
3.766
3.134
Derivaten zijn niet in dit overzicht opgenomen.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Het pensioenfonds heeft een overeenkomst betreffende pensioenuitvoering afgesloten voor de periode tot en met 31 december 2011. De totale verplichting voor de resterende looptijd bedraagt 1 804 duizend (2009: 1 617 duizend).
Risicobeheer In het bestuursverslag worden de belangrijkste risico’s die het pensioenfonds loopt besproken en wordt ingegaan op het beleid dat wordt gevoerd om deze risico’s te beheersen. In deze paragraaf van de jaarrekening worden alleen de financiële risico’s beschreven en gekwantificeerd. Het belangrijkste risico van het pensioenfonds is het solvabiliteitsrisico. Dit is het risico dat het fonds op lange termijn de pensioenverplichtingen niet kan nakomen. De solvabiliteit wordt gemeten aan de hand van het verschil tussen het aanwezig eigen vermogen en het vereist eigen vermogen. Daarnaast wordt de dekkingsgraad als solvabiliteitsratio gehanteerd. Het vereist eigen vermogen wordt berekend op basis van een scenarioanalyse zoals gebruikt in de standaardmethode voor de solvabiliteitstoets van DNB. Dit scenario geeft een schatting van het neerwaartse risico bij een horizon van één jaar met een betrouwbaarheidsniveau van 97,5%. Dit betekent dat het vereist eigen vermogen zodanig wordt berekend dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat binnen een termijn van één jaar de waarde van de netto activa lager is dan de waarde van de pensioenverplichtingen.
38
Jaarverslag 2010
Het surplus van het aanwezig eigen vermogen ten opzichte van het vereist eigen vermogen, berekend op basis van de feitelijke beleggingsportefeuille bedraagt 1 11.564 duizend (2009: 1 11.476 duizend gebaseerd op de strategische beleggingsportefeuille):
2010
2009
Vereiste buffers Rentemismatchrisico
16.623
19.754
Vastgoedrisico en aandelenrisico
73.584
69.538
Valutarisico
26.776
23.144
Commodityrisico
9.635
9.643
Kredietrisico
5.446
4.103
17.286
14.159
Verzekeringstechnisch risico Liquiditeitsrisico
Concentratierisico
- -
-
Operationeel risico
-
-
Totaal
149.350
140.341
Diversificatie van risico’s
-59.615
-54.055
Totaal vereist eigen vermogen
89.735
86.286
Aanwezig eigen vermogen
101.299
97.762
11.564
11.476
Surplus
De dekkingsgraad is de verhouding tussen de netto activa en de technische voorziening. De dekkingsgraad bedraagt 116,6% (2009: 117,5%). De met het vereist eigen vermogen overeenkomende dekkingsgraad bedraagt 115,0% (2009: 115,4%). Het minimaal vereist eigen vermogen, uitgaande van een vereiste dekkingsgraad van 104,0%, bedraagt 1 23.874 duizend (2009: ongeveer 1 22.375 duizend). De ontwikkeling van de dekkingsgraad kan als volgt worden geanalyseerd:
2010
2009
Dekkingsgraad begin van het jaar
117,5%
103,6%
Premies
-0,1%
1,1%
Pensioenuitkeringen
1,1%
0,3%
Resultaat beleggingen
13,5%
20,1%
Rentetoevoeging technische voorziening
-1,5%
-2,5%
Wijziging marktrente technische voorziening
-7,5%
1,2%
Toeslagverlening pensioenrechten
-0,5%
-1,6%
Wijziging actuariële grondslagen
-5,5%
-2,9%
Overig
-0,4%
-0,4%
Dekkingsgraad eind van het jaar
116,6%
117,5%
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
39
Voor het bepalen van de reële dekkingsgraad worden de pensioenverplichtingen contant gemaakt tegen de reële rente. De reële rente wordt berekend door de nominale marktrente te verminderen met de geschatte inflatiecomponent. Deze benaderingswijze wordt gebruikt omdat de reële rentetermijnstructuur niet rechtstreeks kan worden gebaseerd op marktinformatie. De reële dekkingsgraad bedraagt 87,0% (2009: 86,0%) en is gebaseerd op een afgeleide reële marktrente van 1,2% (2009: 1,3%). Voortgang herstelplan Het pensioenfonds heeft ingevolge artikel 138 van de Pensioenwet een langetermijnherstelplan bij DNB ingediend. Het herstelplan is erop gericht dat binnen 15 jaar het reservetekort wordt opgeheven en het pensioenfonds weer beschikt over het vereist eigen vermogen. Het pensioenfonds heeft ingevolge artikel 140 van de Pensioenwet tevens een kortetermijnherstelplan bij DNB ingediend. Het herstelplan is erop gericht dat binnen een termijn van drie jaar het dekkingstekort wordt opgeheven en het pensioenfonds weer beschikt over het minimaal vereist eigen vermogen. Er wordt uitgegaan van bestaand premiebeleid, toeslagenbeleid en beleggingsbeleid. Door een sneller herstel van de financiële markten en opnieuw een extra premiestorting van de aangesloten ondernemingen is het herstel aanzienlijk sneller verlopen dan was aangenomen. Volgens het herstelplan zou de dekkingsgraad per 31 december 2010 uitkomen op 107,0%, terwijl de feitelijke dekkingsgraad per 31 december 2010 116,6% bedraagt. De ontwikkeling van de dekkingsgraad in het verslagjaar ten opzichte van de prognose in het herstelplan is als volgt: R E ALI S AT I E
H E R S T E L - R E ALI S AT I E
HERSTEL-
P LAN
P LAN
Dekkingsgraad begin van het jaar
2 0 1 0
2009
117,5%
104,6%
103,6%
102,0%
Premies
-0,1%
-0,2%
1,0%
-0,2%
Pensioenuitkeringen
1,1%
0,3%
0,3%
0,1%
Resultaat beleggingen
13,5%
5,1%
20,1%
5,1%
Rentetoevoeging technische voorziening
-1,5%
-2,8%
-2,5%
-2,5%
Wijziging marktrente technische voorziening
-7,5%
0,0%
1,2%
0,0%
Toeslagverlening pensioenrechten
-0,5%
0,0%
-1,6%
0,0%
Wijziging actuariële grondslagen
-5,5%
0,0%
-2,9%
0,0%
Overig
-0,4%
0,0%
-1,8%
0,1%
Dekkingsgraad eind van het jaar
116,6%
107,0%
117,5%
104,6%
Het resultaat op de beleggingen ten opzichte van de rentetoevoeging aan de technische voorziening in het verslagjaar heeft geresulteerd in een verbetering van de dekkingsgraad ten opzichte van de prognose in het herstelplan. Hiertegenover staat het negatieve effect van de daling van de marktrente. Verder wordt de dekkingsgraad in 2010 negatief beïnvloed door de (verdere) verbetering van de levensverwachting, die in het herstelplan niet was voorzien.
40
Jaarverslag 2010
Rentemismatchrisico Rentemismatchrisico is het verschil in rentegevoeligheid tussen de portefeuille vastrentende waarden (voornamelijk obligaties) en de technische voorziening. De rentegevoeligheid van de pensioenverplichtingen is als gevolg van de langere looptijden hoger dan die van de portefeuille obligaties. Een daling van de marktrente leidt tot een stijging van de technische voorziening, die slechts voor een deel wordt gecompenseerd door een stijging van de waarde van de portefeuille obligaties. De rentegevoeligheid kan worden gemeten aan de hand van de modified duration. Dit is de met de contante waarde van rente en aflossing gewogen gemiddelde looptijd in jaren. De duration mismatch is het verschil tussen de duration van de pensioenverplichtingen en de naar omvang (ten opzichte van de pensioenverplichtingen) gewogen duration van de vastrentende waarden. De modified duration van de portefeuille vastrentende waarden, de technische voorziening en de duration mismatch zijn als volgt:
2010
2009
Vastrentende waarden inclusief rentederivaten
15,3
12,2
Gewogen ten opzichte van technische voorziening
9,8
8,4
Technische voorziening
12,2
11,2
Mismatch
2,4
2,8
Als de marktrente (rentetermijnstructuur) met één procentpunt stijgt, daalt de waarde van de vastrentende waarden en de technische voorziening ongeveer met de modified duration als percentage. Bij een rentestijging daalt de waarde van de beleggingen minder dan de technische voorziening, waardoor de dekkingsgraad verbetert. Bij een rentedaling stijgt de waarde van de beleggingen minder dan de technische voorziening, waardoor de dekkingsgraad verslechtert. Een daling van de nominale marktrente met één procentpunt resulteert in een daling van de dekkingsgraad met ongeveer 3 procentpunten (2009: ongeveer 3 procentpunten). Hierbij is het effect van een renteverandering op de waarde van vastgoed en aandelen buiten beschouwing gelaten. Hiervoor is ervan uitgegaan dat de marktrente voor alle looptijden in gelijke mate stijgt of daalt. Er kan echter sprake zijn van verschillen in de rentebeweging voor verschillende looptijden. De lange rente kan bijvoorbeeld sterker stijgen of dalen dan de korte rente. Veranderingen in de rentecurve worden niet gemeten aan de hand van de modified duration, maar hebben wel invloed op de rentemismatch. Vastgoedrisico en aandelenrisico Vastgoedrisico is het risico dat de waarde van vastgoed en vastgoedaandelen verandert als gevolg van veranderingen in de desbetreffende marktprijzen. Informatie over de spreiding van de portefeuille naar categorie en regio is opgenomen in de toelichting op de balanspost vastgoed. De portefeuille vastgoed maakt ongeveer 8% (2009: ongeveer 7%) uit van de totale beleggingen. Een waardedaling van de beleggingen met 10% resulteert in een daling van de nominale dekkingsgraad met ongeveer 1 procentpunt (2009: ongeveer 1 procentpunt). Aandelenrisico is het risico dat de waarde van aandelen verandert als gevolg van veranderingen in de desbetreffende marktprijzen. Informatie over de spreiding van de portefeuille naar regio is opgenomen in de toelichting op de balanspost aandelen. De aandelenportefeuille maakt ongeveer 34% (2009: ongeveer 30%) uit van de totale beleggingsportefeuille. Een waardedaling van de portefeuille met 10% resulteert in een daling van de nominale dekkingsgraad met ongeveer 3 procentpunten (2009: ongeveer 3 procentpunten).
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
41
Valutarisico Valutarisico is het risico dat de waarde van beleggingen verandert als gevolg van veranderingen in valutakoersen. Van de beleggingen luidt omgerekend 1 318.604 duizend (2009: 1 266.078 duizend) in een andere valuta dan de euro. De valutapositie (uitgedrukt in euro’s) kan als volgt worden geanalyseerd: Va st g oed A a n de l e n Va st-
Overig
T ota a l Va l uta - Netto
r e n te n de de r i vate n pos i t i e w a a r de n
2010
Amerikaanse dollar
15.949
100.075
68.691
33.303
218.018
-153.548
64.470
Japanse yen
6.766
15.831
-
-
22.597
-11.425
11.172
Britse pond
9.050
29.527
-
-
38.577
-19.064
19.513
Overige valuta
15.793
23.619
-
-
39.412
-
39.412
Totaal
47.558
169.052
68.691
33.303
318.604
-184.037
134.567
13.334
80.343
65.413
27.472
186.562
-127.822
58.740
2009
Amerikaanse dollar Japanse yen
5.462
9.240
-
-
14.702
-7.303
7.399
Britse pond
6.439
25.308
-
-
31.747
-15.657
16.090
Overige valuta
12.023
21.044
-
-
33.067
-
33.067
Totaal
37.258
135.935
65.413
27.472
266.078
-150.782
115.296
Commodityrisico Commodityrisico is het risico dat de waarde van commoditybeleggingen verandert als gevolg van veranderingen in de marktprijzen van de onderliggende grondstoffen. Deze onder overige beleggingen opgenomen portefeuille maakt ongeveer 5% (2009: ongeveer 4%) uit van de totale beleggingen. Een waardedaling van de beleggingen met 10% resulteert in een daling van de nominale dekkingsgraad met minder dan 1 procentpunt (2009: minder dan 1 procentpunt). Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat tegenpartijen hun contractuele verplichtingen aan het pensioenfonds of de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds participeert niet nakomen. Informatie over de kredietwaardigheid van de portefeuille op basis van credit ratings en over de spreiding van de portefeuille naar regio is opgenomen in de toelichting op de balanspost vastrentende waarden. Ongeveer 44% (2009: ongeveer 44%) van de totale portefeuille heeft de hoogste rating AAA. Verzekeringstechnisch risico Het belangrijkste verzekeringstechnisch risico is het langlevenrisico. Dit is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld bij de vaststelling van de premie en de berekening van de technische voorziening. Door toepassing van de AG-prognosetafels 2010-2060 met correcties voor ervaringssterfte wordt rekening gehouden met een toekomstige verbetering van de levensverwachting.
42
Jaarverslag 2010
Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat onvoldoende liquide middelen beschikbaar zijn om op korte termijn aan de verplichtingen (voornamelijk de pensioenuitkeringen) te kunnen voldoen. Dit risico is onder normale omstandigheden nagenoeg afwezig, omdat de pensioenuitkeringen voor een belangrijk deel kunnen worden voldaan uit de ontvangen premies en directe beleggingsopbrengsten en bovendien verreweg het grootste deel van de beleggingsportefeuille bestaat uit liquide vermogenstitels. Dit neemt niet weg dat ingenomen derivatenposities kunnen leiden tot de contractuele verplichting tot bijstorting. Concentratierisico Concentratierisico kan optreden als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Het standaardmodel is opgesteld onder de aanname dat sprake is van goed gediversifieerde portefeuilles. Is dat in werkelijkheid niet het geval - en er sprake is van concentratie van een portefeuille in naam, belegging, regio’s, sectoren, risico of tegenpartijen - dan wordt hoogstwaarschijnlijk het risico onderschat. Dit kan zich vertalen in een additionele opslag op het vereist eigen vermogen. Operationeel risico Het operationeel risico is het risico dat optreedt bij de uitvoering van de pensioen- en beleggingsactiviteiten, als gevolg van niet afdoende of falende interne processen, menselijk gedrag en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Dit risico wordt beperkt door de SAS70 Type II-rapportage die het fonds van de diverse uitvoerders heeft ontvangen. Naast deze financiële risico’s waarvoor buffers moeten worden gevormd, wordt het indexeringsrisico onderkend. Indexeringsrisico De toeslagverlening heeft een voorwaardelijk karakter. Het bestuur van het pensioenfonds stelt jaarlijks de toeslagverlening vast met inachtneming van de financiële positie van het pensioenfonds. Indexeringsrisico is het risico dat de ambitie met betrekking tot de toeslagverlening niet wordt gerealiseerd als gevolg van tegenvallend rendement op de beleggingen, daling van de marktrente en demografische ontwikkelingen.
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
43
T o elichti n g staat v a n bate n e n laste n ( bed r a g e n i n du i z e n de n eu r o ’ s )
Baten en lasten pensioenactiviteiten 14 Premies
2010
2009
5.398
5.229
Collectieve pensioenregeling Beschikbare-premieregeling
376
511
Totaal
5.774
5.740
Van de premies 2010 betreft een bedrag van EUR 260 duizend extra premie ten behoeve van de financiering van een deel van de toeslagverlening van de pensioenrechten van actieve deelnemers per 1 januari 2011. Voor de toeslagverlening per 1 januari 2010 is geen extra premie berekend. In de premiebaten 2009 is begrepen een extra premie van EUR 560 duizend ten behoeve van verhoging van de pensioenrechten van de actieve deelnemers per 1 januari 2009. In 2009 is deze extra premie verrekend met de premie voor het onderhavige verslagjaar, waardoor de premiebaten 2009 met hetzelfde bedrag zijn verminderd. De (zuivere) kostendekkende premie en de gedempte kostendekkende premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet bedragen respectievelijk 1 5.867 duizend (2009: 1 6.779 duizend) en 1 4.715 duizend (2009: 1 4.944 duizend). Het verschil tussen de feitelijke premie en de kostendekkende premie wordt vooral veroorzaakt door het verschil tussen de marktrente volgens de rentetermijnstructuur en het gehanteerde verwachte rendement. De gedempte premie is gebaseerd op een verwacht rendement van 5,0% (2009: 5,0%). In het kader van de evenwichtige belangenbehartiging hebben de aangesloten ondernemingen voor het jaar 2010 een aanvullende premie betaald ter grootte van 50% van het verschil tussen de kostendekkende en gedempte premie. De kostendekkende premie en de gedempte premie zijn als volgt samengesteld:
Koste n de k k e n de Gedempte
p r em i e p r em i e
2 0 1 0
4.239
3.232
Inleg Beschikbare-premieregeling
376
376
Toegezegde toeslagverlening
260
260
Opslag voor pensioenuitvoeringskosten (inclusief excassokosten)
346
346
Solvabiliteitsopslag
646
501
Voorwaardelijke toekomstige toeslagverlening
-
-
Totaal
5.867
4.715
Pensioenopbouw inclusief risicodekking
5.164
3.545
Inleg Beschikbare-premieregeling
511
511
2 0 0 9
44
Pensioenopbouw inclusief risicodekking
Toegezegde toeslagverlening
-
-
Opslag voor pensioenuitvoeringskosten (inclusief excassokosten)
417
417
Solvabiliteitsopslag
687
471
Voorwaardelijke toekomstige toeslagverlening
-
-
Totaal
6.779
4.944
Jaarverslag 2010
15 Waardeoverdrachten Hieronder is opgenomen het saldo van inkomende bedragen uit hoofde van overgenomen pensioenverplichtingen en uitgaande bedragen uit hoofde van overgedragen pensioenverplichtingen.
2010
2009
Inkomende waardeoverdrachten
370
208
Uitgaande waardeoverdrachten
-1.358
-826
Waardeoverdrachten voor risico pensioenfonds
-988
-618
Inkomende waardeoverdrachten
-
-
Uitgaande waardeoverdrachten
-
-159
Waardeoverdrachten voor risico deelnemers
-
-159
Totaal
-988
-777
16 Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de technische voorziening van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en partnerpensioen.
2010
2009
Totaal
-4.239
-5.195
2010
2009
Actieve deelnemers
-278
-827
Gewezen deelnemers
-380
-1.923
Pensioengerechtigden
-1.362
-5.866
Totaal
-2.020
-8.616
17 Toeslagen
De pensioenrechten van de actieve deelnemers zijn per 1 januari 2011 verhoogd met 0,64% (1 januari 2010: 1,27%). De premievrije pensioenrechten en de ingegane pensioenen zijn per 1 januari 2011 verhoogd met 0,35% (1 januari 2010: 0,20%). Een deel van de toeslagverlening per 1 januari 2009 is in 2009 in de technische voorziening verwerkt.
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
45
18 Rentetoevoeging technische voorziening
De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de marktrente per balansdatum op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. Aan de technische voorziening wordt rente toegevoegd op basis van de éénjaarsrente volgens deze rentetermijn-structuur primo verslagperiode.
2010
2009
Totaal
-6.963
-13.620
De in het verslagjaar aan de technische voorziening toegevoegde rente is gebaseerd op een éénjaarsrente van 1,3% (2009: 2,5%). 19 Wijziging marktrente De waarde van de pensioenverplichtingen verandert onder invloed van veranderingen in de marktrente.
2010
2009
Totaal
-38.057
6.381
In 2010 is de afgeleide marktrente gedaald van 3,8% tot 3,4% en in 2009 gestegen van 3,6% tot 3,8%. 20 Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Toekomstige pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de technische voorziening. De hieronder opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen en kosten van de verslagperiode.
2010
2009
Onttrekking pensioenuitkeringen
35.816
34.963
Onttrekking pensioenuitvoeringskosten
1.069
682
Totaal
36.885
35.645
21 Pensioenrechten waardeoverdrachten Hieronder zijn opgenomen de toevoeging aan de technische voorziening uit hoofde van pensioenrechten met betrekking tot inkomende waardeoverdrachten en de onttrekking aan de technische voorziening uit hoofde van pensioenrechten met betrekking tot uitgaande waardeoverdrachten.
46
2010
2009
Pensioenrechten inkomende waardeoverdrachten
-455
-405
Pensioenrechten uitgaande waardeoverdrachten
1.599
1.091
Totaal
1.144
686
Jaarverslag 2010
22 Wijzigingen actuariële grondslagen De actuariële grondslagen zijn de uitgangspunten en veronderstellingen waarop de berekening van de technische voorziening is gebaseerd. Onder wijziging actuariële grondslagen is het effect van aanpassing van de bestandsgrondslagen, economische grondslagen en kostengrondslagen op de voorziening opgenomen.
2010
2009
Overgang op AG-prognosetafels 2010-2060
-26.474
-
Wijziging correctie ervaringssterfte
-1.136
-
Voorlopige schatting effect verbetering levensverwachting
-
-16.197
Levensverwachting
-27.610
-16.197
Kostenvoorziening
1.319
-
Totaal
-26.291
-16.197
De wijziging actuariële grondslagen in 2010 betreft de overgang op de nieuwe door het Actuarieel Genootschap uitgebrachte generatietafels. Hierop worden correcties toegepast in verband met hogere overlevingskansen van de populatie van het pensioenfonds ten opzichte van de overlevingskansen van de totale bevolking. Deze correctiefactoren zijn in 2010 eveneens opnieuw vastgesteld. Vooruitlopend op de nieuwe AG-prognosetafels was de technische voorziening in 2009 in verband met de gestegen levensverwachting reeds verhoogd met 3,0%, gebaseerd op een schatting van het effect op de pensioenverplichtingen. Inclusief de voorlopige aanpassing van 3,0% heeft de toepassing van de nieuwe AG-prognosetafels in totaal geleid tot een verhoging van de pensioenverplichtingen met 8,0%. 23 Overige mutaties technische voorziening
2010
2009
Actuariële resultaten
-1.018
-1.058
en premievrije pensioenopbouw arbeidsongeschikten
363
377
Omzetting pensioenspaarkapitaal in pensioenrechten
-49
-56
Overig
-
-305
Totaal
-704
-1042
Opname herverzekerde pensioenverplichtingen bestaande contracten
-9.372
-
Totaal
-10.076
-1.042
-729
1.704
Langlevenrisico
472
-3.368
Sterfte, per saldo
-257
-1.664
Arbeidsongeschiktheid
-220
410
Flexibele keuzemogelijkheden
-516
-164
Overig
-25
360
Totaal
-1.018
-1.058
Arbeidsongeschiktheidspensioen
De actuariële resultaten zijn als volgt samengesteld Kortlevenrisico
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
47
24 Pensioenuitkeringen
2010
2009
Ouderdomspensioen (inclusief overbruggingspensioen)
-26.913
-25.925
Partnerpensioen
-8.376
-7.949
Wezenpensioen
-83
-88
Arbeidsongeschiktheidspensioen
-606
-670
Totaal periodieke pensioenuitkeringen
-35.978
-34.632
Totaal afkopen pensioenen
-239
-114
-36.217
-34.746
2010
2009
Inleg
-376
-511
Totaal
25 Mutatie technische voorziening voor risico deelnemers
Uitgaande waardeoverdrachten
-
159
Beleggingsopbrengsten
-356
-584
Omzetting in pensioenrechten
69
58
Overig
31
1
Totaal
-632
-877
2010
2009
Premies herverzekering
-305
-489
Uitkeringen herverzekering
1.260
528
Winstaandeel herverzekeraar
-
97
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorziening
719
-129 7
26 Herverzekeringen
1.674
Opname bestaande herverzekeringscontracten
9.372
-
Totaal
11.046
7
Ultimo verslagjaar zijn twee bestaande herverzekeringscontracten in de balans opgenomen. Verwezen wordt naar de toelichting op de actiefpost herverzekeringsdeel technische voorziening hiervoor.
48
Jaarverslag 2010
27 Pensioenuitvoeringskosten Dit betreft de kosten met betrekking tot de uitvoering van de pensioenregeling. De kosten van vermogensbeheer zijn hierin niet begrepen.
2010
2009
Kosten pensioenuitvoering en bestuursondersteuning
-1.256
-1.448
Overige kosten
-52
-80
Totaal
-1.308
-1.528
28 Overige baten en lasten pensioenactiviteiten
2010
2009
Compensatie premie zorgverzekering
-65
-116
Toeslagen pensioenrechten contracten verzekeraars
-57
-181
Totaal overige lasten
-122
-297
Overige baten
10
34
Totaal
-112
-263
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
49
Baten en lasten beleggingsactiviteiten 29 Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds Onder beleggingsopbrengsten zijn opgenomen de op de verslagperiode betrekking hebbende: directe beleggingsopbrengsten (dividend en rente); indirecte beleggingsopbrengsten (waardeveranderingen inclusief valutakoersverschillen); kosten van vermogensbeheer (inclusief kosten ten laste van beleggingsinstellingen).
D i r ect
W a a r de -
T ota a l
v e r a n de r i n g
2010
Vastgoedbeleggingen
1.792
10.739
12.531
Aandelen
3.431
34.082
37.513
Aandelenderivaten
-
96
96
Vastrentende waarden
14.395
16.649
31.044
Rentederivaten
1.373
3.303
4.676
Overige beleggingen
-
6.006
6.006
Valutaderivaten
-
-13.873
-13.873
Totaal vóór kosten
20.991
57.002
77.993
Kosten van vermogensbeheer
-2.758
Totaal
75.235
2009
Vastgoedbeleggingen
1.539
12.484
14.023
Aandelen
3.427
47.207
50.634
Aandelenderivaten
-
1.123
1.123
Vastrentende waarden
14.503
26.306
40.809
Rentederivaten
3.499
-1.609
1.890
Overige beleggingen
-
3.556
3.556
Valutaderivaten
-
923
923
Totaal vóór kosten
22.968
89.990
112.958
Kosten van vermogensbeheer
-1.583
Totaal
111.375
Met ingang van het verslagjaar worden de ten laste van beleggingsfondsen komende kosten (voornamelijk beheersvergoedingen managers) gepresenteerd onder kosten van vermogensbeheer. Voorheen waren deze indirecte beleggingskosten begrepen in de indirecte beleggingsopbrengsten. Door deze presentatiewijziging wordt het inzicht in de totale kosten van vermogensbeheer verbeterd. Met ingang van het verslagjaar 2011 zal in het kader van een grotere transparantie een nadere uitwerking worden gegeven. De vergelijkende cijfers van 2009 zijn aangepast. De transactiekosten binnen de beleggingsfondsen zijn voor zowel 2010 als 2009 (onveranderd) niet hierin begrepen.
50
Jaarverslag 2010
30 Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers
2010
2009
Directe beleggingsopbrengsten
35
46
Waardeveranderingen
321
538
Totaal
356
584
De kosten van vermogensbeheer (inclusief transactiekosten en kosten ten laste van beleggingsfondsen) zijn begrepen in de waardeveranderingen.
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
51
O v eri g e i n f o rmatie
Verbonden partijen
Toezichthouder
De aangesloten onderneming en de bestuursleden
Evenals vorig jaar is geen sprake van door DNB
worden aangemerkt als verbonden partijen.
genomen corrigerende maatregelen ingevolge
Tussen het pensioenfonds en de aangesloten
artikel 96 Pensioenwet, anders dan de vigerende
ondernemingen is een uitvoeringsovereenkomst
herstelplannen (kortetermijnherstelplan en
inzake de financiering en de uitvoering van de
langetermijnherstelplan).
pensioenregeling gesloten. Een samenvatting van de uitvoeringsovereenkomst is opgenomen in de paragraaf Financiering en premie van de algemene
Amsterdam, 17 juni 2011
toelichting op pagina 25. Drs. W. van Dijk MTL Onderstaande ondernemingen waren in 2010
Drs. G. Nijhuis MBA
aangesloten bij de Stichting Pensioenfonds Corporate
Mr. Drs. M.J.M. Haker
Express, dit geldt echter niet in alle gevallen voor alle
T.J.W. van Varik RA
medewerkers:
Drs. Ir. E.A. ten Have A.J. Kraster FC
Staples Nederland Holding B.V., Amsterdam
E.R.R. Heuff
Staples Nederland B.V. (Advantage), Almere
Drs. F. Bogaardt
Tetterode-Nederland B.V., Amsterdam Het pensioenfonds heeft geen leningen verstrekt aan bestuursleden en heeft ook anderszins geen vorderingen op bestuursleden. Inzake de beloning van bestuurders wordt verwezen naar de paragraaf Bezoldiging bestuurders hierna.
Medewerkers Het pensioenfonds heeft geen personeel in dienst.
Bezoldiging bestuurders De bestuurders van het pensioenfonds ontvangen geen bezoldiging.
Honorarium accountant De accountantskosten zoals bedoeld in artikel 382a Titel 9, Boek 2 BW bedragen 1 33 duizend (2009: 1 40 duizend). De kosten hebben nagenoeg volledig betrekking op de controle van de jaarrekening.
Belastingen Het pensioenfonds is op grond van de aard van de activiteiten vrijgesteld van belastingheffing voor de vennootschapsbelasting.
52
Jaarverslag 2010
OV E R I G E G E G E V E N S
Resultaatverdeling Het saldo over het boekjaar 2010 bedroeg 1 3.537 duizend. Het bestuur heeft besloten om dit bedrag toe te voegen aan het eigen vermogen. Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na de balansdatum.
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
53
A C T U A R I Ë L E V E R K L A R I NG
Opdracht
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een
Door Stichting Pensioenfonds Corporate Express te
redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de
Maastricht is aan Towers Watson B.V. de opdracht
resultaten geen onjuistheden van materieel belang
verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring
bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de
als bedoeld in de Pensioenwet over het jaarverslag 2010.
waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen,
Gegevens
mede in aanmerking nemend het financieel beleid van
De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd,
het pensioenfonds.
zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het
De beschreven werkzaamheden en de uitvoering
pensioenfonds.
daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen
Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de
en gebruiken, en vormen naar mijn mening een
beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij
deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening.
Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de
In overeenstemming met de richtlijn ‘Samenwerking
beschreven berekeningregels en uitgangspunten, als
tussen accountant en actuaris ter zake van de controle
geheel bezien, toereikend vastgesteld.
van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen’ heeft de accountant van het pensioenfonds mij
Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de
geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien
balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk vereist
van de betrouwbaarheid en de volledigheid van
eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf
de administratieve basisgegevens en de overige
is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot
uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van
balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit.
belang zijn.
Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot
Werkzaamheden
en met 140 van de Pensioenwet.
Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de
De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds
Pensioenwet.
Corporate Express is naar mijn mening voldoende, daarmee in aanmerking genomen dat de mogelijkheden
De door het pensioenfonds verstrekte administratieve
tot het realiseren van de beoogde toeslagen beperkt
basisgegevens en de bevindingen van de accountant
zijn.
ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden
Purmerend, 17 juni 2011
heb aanvaard. Drs. H. Zaghdoudi AAG Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: heb ik onder meer onderzocht of de technische
voorzieningen, het minimaal vereist eigen
vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend
zijn vastgesteld; en
• heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogens
54
positie van het pensioenfonds.
Jaarverslag 2010
Verbonden aan Towers Watson B.V.
C o n tr o le v erklari n g
Verklaring betreffende de jaarrekening
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking
Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen
die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening
jaarrekening 2010 voor het jaar eindigend op
en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het
31 december 2010 van Stichting Pensioenfonds
opzetten van controle-werkzaamheden die passend
Corporate Express te Maastricht gecontroleerd.
zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen
Deze jaarrekening bestaat uit de balans per
hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking
31 december 2010 en de winst-en-verliesrekening
te brengen over de effectiviteit van de interne
over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen
beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens
een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor
het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte
financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting
Verantwoordelijkheid van het bestuur
gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk
algehele beeld van de jaarrekening.
voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen
te geven, alsmede voor het opstellen van het
controle-informatie voldoende en geschikt is om een
jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9
onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en Richtlijn voor de Jaarverslaggeving
Oordeel betreffende de jaarrekening
610 Pensioenfondsen. Het bestuur is tevens
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw
verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing
beeld van de grootte en samenstelling van het
als het noodzakelijk acht om het opmaken van de
vermogen van Stichting Pensioenfonds Corporate
jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van
Express per 31 december 2010 en van het resultaat
materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
over 2010 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en met Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 610
Verantwoordelijkheid van de accountant
Pensioenfondsen.
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden.
Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden
Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende
wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar
ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig
aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor
plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van
zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel
zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen
9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid
afwijkingen van materieel belang bevat.
1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden
zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de
ter verkrijging van controle-informatie over de
jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van
Den Haag, 17 juni 2011
de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de
Ernst & Young Accountants LLP
jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
w.g. S.B. Spiessens RA
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
55
BEGRIPPENLIJST 2010
Actuariële- en bedrijfstechnische nota (ABTN)
Beleggingsbeleid
Hierin zijn de financiële opzet van een pensioenfonds
Een pensioenfonds is verplicht om op solide
en de grondslagen waarop deze berust, gemotiveerd
wijze te beleggen. Het beleggingsbeleid van een
omschreven. De actuariële en bedrijfstechnische nota
pensioenfonds is enerzijds gericht op het zoveel
moet in ieder geval een beschrijving bevatten van
mogelijk uitsluiten van beleggingsrisico’s en
de financieringsmethode, de wijze van berekening
anderzijds op het behalen van een zo hoog mogelijk
van de bijdragen en van de toereikendheidstoets,
rendement. Bovendien moet de afstemming van de
alsmede een uiteenzetting van het beleggingsbeleid,
beleggingen op de verplichtingen juist zijn:
een organogram en een mandaatregeling. De
het pensioenfonds moet op het juiste moment aan
actuariële en bedrijfstechnische nota moet aan De
haar verplichtingen kunnen voldoen.
Nederlandsche Bank worden overgelegd.
Om optimaal aan deze uitgangspunten te voldoen is een juiste samenstelling van de beleggingsmix
Actuariële grondslagen
noodzakelijk, die met behulp van een ALM-studie kan
Gegevens als sterftekansen, arbeidsongeschiktheids-
worden vastgesteld.
kansen, rekenrente en kosten die gemaakt worden om pensioen uit te keren. Ook het vermogen dat nodig
Benchmark (index)
is om alle pensioenen te kunnen uitkeren, wordt met
Een objectieve maatstaf voor zowel de samenstelling
deze gegevens berekend.
als de performance van het belegde vermogen. Een benchmarkindex is een mandje van bijvoorbeeld een
ALM-studie (Asset Liability Management-studie)
aantal aandelen.
Studie waarbij men de beleggingsmix, de
In beginsel bepaalt de totale waarde van alle
verplichtingen en het premiebeleid op elkaar afstemt.
uitstaande aandelen de waarde van een index;
Het uitvoeren van een studie helpt bij de keuze tot
fluctuaties in de waarde van de index worden
het maken van de juiste beleggingsmix en dient als
derhalve veroorzaakt door koersfluctuaties van de in
basis voor het beleid. Een ALM-studie bestaat uit het in
de index opgenomen aandelen.
kaart brengen van de financiële stromen, de simulatie
Bekende voorbeelden van indices zijn AEX en MSCI.
van toekomstige financiële posities, de samenhang met de economische omgeving en de vergelijking van
Beschikbare premieregeling
beleidsvarianten.
Pensioenregeling waarin de hoogte van de verzekerde pensioenen afhankelijk is van de
Annuïteit
krachtens de regeling beschikbare premie en de
Een serie gelijkblijvende betalingen die bestaan uit
daarmee te behalen beleggingsopbrengsten. Met
een rente- en een aflossingsdeel en die dienen om
behulp van actuariële grondslagen en methoden
een schuld mee af te lossen. Doordat er met elke
wordt bij pensionering de precieze hoogte van het
betaling steeds een deel van de schuld wordt afgelost,
pensioen vastgesteld.
neemt de schuldrest en dus ook de rentevergoeding over die schuldrest geleidelijk af. Omdat de som van
Beurswaarde
rente- en aflossingsdeel steeds gelijk is, neemt het
De waarde van obligaties en aandelen tegen de op
aflossingsdeel in de betalingen steeds verder toe
enig moment geldende beurskoersen.
tijdens de terugbetalingperiode. Compliance Autoriteit Financiële Markten (AFM)
De naleving van de wet- en regelgeving, alsmede het
De AFM houdt toezicht op het gedrag van iedereen
werken volgens de normen en regels die het fonds
die actief is op de markt van sparen, lenen, beleggen
zelf heeft opgesteld.
en verzekeren.
56
Jaarverslag 2010
Commodities
Derivaten
Beleggingen in goederen en grondstoffen.
Financiële producten die alleen kunnen bestaan bij de gratie van een ander product ofwel de onderliggende
Contante waarde
waarde. De prijsontwikkeling is (mede) afhankelijk
Het bedrag dat op dit moment nodig is om in de
van de prijsontwikkeling van de onderliggende
toekomst een uitkering te kunnen doen, waarbij
waarde. Een ander woord voor derivaten is afgeleid
rekening is gehouden met de actuariële grondslagen.
product, zoals opties, futures en termijncontracten. Het zijn verhandelbare rechten en/of plichten.
Continuïteitsanalyse Zie toereikendheidstoets.
Direct rendement/totaal rendement Direct rendement heeft betrekking op de directe
Corporate c.q. Pension Fund Governance
opbrengsten uit beleggingen in de vorm van rente,
Het stelsel van verantwoordelijkheden van alle
dividend en huren, uitgedrukt in een percentage
partijen die bij het besturen van een onderneming/
van de waarde van die beleggingen. In het begrip
pensioenfonds betrokken zijn, zoals directie, bestuur,
totaal rendement wordt ook de waardeverandering
commissarissen en aandeelhouders, bankiers en
van de beleggingen meegenomen. Bij het effectief
andere kapitaalverschaffers.
rendement op vastrentende beleggingen wordt ook nog rekening gehouden met het patroon van de nog
CPI
te ontvangen aflossingen en rentebetalingen.
Afkorting voor Consumentenprijsindex. Het CPI wordt maandelijks berekend en gepubliceerd
De Nederlandsche Bank (DNB)
door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het
Orgaan dat toezicht houdt op pensioenfondsen en
meet de gemiddelde prijsveranderingen in de loop der
verzekeraars. Het toezicht op pensioenfondsen is
tijd van goederen en diensten die huishoudens voor
geregeld in de Pensioenwet. De Pensioenwet heeft
hun levensonderhoud aanschaffen. Zie ook onder
als doel het beschermen van de pensioenaanspraken
Indexatie.
van (gewezen) deelnemers. DNB houdt ook toezicht op pensioenregelingen die door een werkgever
Custody
bij een pensioenfonds of een verzekeraar worden
De bewaarneming van effecten.
ondergebracht.
Waar op een bankrekening geldbedragen worden geadministreerd, worden door een
Duration
effectenbewaarder (custodian) de fysieke stukken,
Het cijfer dat aangeeft met hoeveel procent de
zoals aandelen en obligaties bewaard.
waarde van een obligatie (portefeuille) stijgt of daalt bij een daling of stijging van één procent
Deelnemersraad
van de rente. De duration kan gebruikt worden als
Een adviesorgaan voor het bestuur van
rentegevoeligheidsmeter. Hoe hoger de duration
het pensioenfonds dat is samengesteld uit
des te groter zal de waardeverandering zijn bij een
vertegenwoordigers van werknemers, gewezen
rentewijziging.
deelnemers met een premievrije aanspraak (zgn. slapers) en van pensioengerechtigden.
Emerging Markets (Opkomende Markten) Landen waarvan de aandelenmarkt en de
Dekkingsgraad
obligatiemarkt nog niet volledig zijn ontwikkeld;
De verhouding van de contante waarde van het
bijvoorbeeld China en India.
belegde vermogen en de contante waarde van de pensioenverplichtingen. Dit percentage geeft aan
Emerging Market Debt
de mate waarin het fonds buffers heeft om in de
Beleggingen in obligaties uitgegeven door overheden
toekomst aan haar verplichtingen te kunnen voldoen.
en bedrijven in opkomende markten.
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
57
Factor A
Herstelplan
Of wel pensioenaangroei. Dit is dat deel van het
Plan van aanpak gericht op het herstel van het
in een jaar opgebouwde pensioen dat volgens
dekkingstekort of het reservetekort bij een
de Belastingdienst mag worden gebruikt om de
pensioenfonds. Binnen drie maanden na het ontstaan
jaarruimte vast te stellen.
van de situatie van onderdekking dient het bestuur van het pensioenfonds een herstelplan bij
Fiduciair manager
De Nederlandsche Bank (DNB) te hebben ingediend.
Fiduciair management is een integrale benadering
Het herstelplan dient zodanige maatregelen te
van vermogensbeheer die ervoor zorgt dat
omvatten, dat de situatie van onderdekking binnen
alle vermogensbeheeractiviteiten optimaal op
een jaar is beëindigd.
elkaar worden afgestemd. De fiduciair manager
De termijn die in het herstelplan mag worden
begeleidt het pensioenfondsbestuur bij het
aangehouden voor herstel van het reservetekort
vaststellen van het beleggingsbeleid, het voeren
bedraagt maximaal vijf jaar.
van risicomanagement en het samenstellen van een optimale beleggingsportefeuille. Door
High yield
middel van een frequente rapportage houdt het
Bedrijfsobligaties worden onderverdeeld in twee
pensioenfondsbestuur volledig grip op alle processen.
categorieën: 1. AAA tot en met BBB worden aangemerkt als
Financiële Toetsingskader (FTK)
investment grade beleggingen;
Voorschriften voor de premiehoogte en de omvang
2. BB tot en met C krijgen het predikaat ‘sub-
van de reserves, als onderdeel van de Pensioenwet die
investment grade’ of ‘high yield’.
op 1 januari 2007 van kracht is geworden.
Tegenover deze lagere rating staat een relatief hoog verwacht rendement. Een bijkomend voordeel is dat
Franchise
emissies die net buiten de categorie investment grade
Het deel van het salaris waarover geen pensioen wordt
vallen vaak extra rendement opleveren in verhouding
opgebouwd. Gepensioneerden krijgen hiervoor in de
tot het risico.
plaats de AOW van de Sociale Verzekeringsbank. Integriteitsbeleid Gedempte premie
Integriteit staat voor integer handelen en dat is zoiets
Dit is de kostendekkende premie waarbij rekening
als ‘doen wat van je verwacht wordt’. Daarbij gelden
wordt gehouden met een rekenrente die is gebaseerd
dan de waarden en normen van 'goed burgerschap'
op de verwachte waarde van het toekomstige
zoals onafhankelijk, loyaal, betrouwbaar, dienstbaar
rendement.
en onkreukbaar.
Deels zijn deze waarden en normen uitgewerkt in
Gemiddeld salaris pensioenregeling
gedragscodes die concreter aangeven wat wel moet
Een pensioenregeling waarbij het aan het einde van
en niet mag.
de deelneming toe te kennen pensioen gerelateerd is aan het gemiddelde pensioensalaris over de gehele
Kostendekkende premie
periode van deelneming in de regeling. Ook wel:
Dit is de actuarieel benodigde premie voor de
opbouwpensioenregeling of middelloonregeling.
inkoop van het onvoorwaardelijk deel van de uit het pensioenreglement voortvloeiende
Gewezen deelnemer (ook wel slaper genoemd)
pensioenverplichting, een opslag voor solvabiliteit en
Iemand is een gewezen deelnemer als de deelname
een opslag voor uitvoeringskosten.
aan de pensioenregeling is gestopt doordat hij/zij niet langer bij een onderneming van Staples werkt.
58
Jaarverslag 2010
Mandaat
Overschottennotitie
Het mandaat vermogensbeheer, ook wel
Een notitie waarin de procedure is vastgelegd in de
beleggingsrichtlijnen of beleggingsinstructie
situatie waarin er een overschot is geconstateerd. Er
genoemd, bevat de beleggingstechnische afspraken
is sprake van een overschot zodra de dekkingsgraad
over het beheer van het vermogen. Het mandaat
meer bedraagt dan 150%.
wordt vastgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur en bevat alle restricties waarbinnen een
Pensioenaanspraak
vermogensbeheerder mag beleggen.
Een recht op toekomstige pensioenuitkeringen. De aanspraak op pensioen wordt onderscheiden van het
Marktrente
ingegane pensioen.
Onder de marktrente verstaan we de rente die bij het verstrekken van een lening of krediet overeenkomt
Pensioengerechtigde
met de gemiddelde rente voor vergelijkbare leningen
Degene, die krachtens de bepalingen van de statuten
of kredieten.
en het reglement periodieke pensioenuitkeringen ontvangt.
Marktwaarde Waarde van een beleggingsobject als het op dit
Pensioengrondslag
moment zou worden verkocht.
Het deel van het (vaste) jaarsalaris dat resteert na aftrek van de franchise. Over de pensioengrondslag
Nominale waarde
worden de pensioenaanspraken verleend.
De hoofdsom, waarover rente wordt betaald en die uiteindelijk wordt terugbetaald aan de uitlener. Door
Pensioenwet
rentebewegingen in de markt kan de marktwaarde
De Pensioenwet heeft als doel het beschermen
afwijken van de nominale hoofdsom.
van de pensioenaanspraken van de werknemers. Verder regelt de Pensioenwet het toezicht op
Obligatie
pensioenfondsen en verzekeraars door DNB.
Schuldpapier van een overheid of onderneming met een vaste of variabele rente en een vaste looptijd
Performance
waarna de schuld zal worden afgelost.
Het totale rendement over het jaar verkregen uit de beleggingen.
Outperformance Het verschil tussen het behaalde rendement en het
Rekenrente
rendement van de benchmark (positief of negatief).
Het rentepercentage dat in aanmerking wordt
Dit verschil geeft aan hoeveel waarde is toegevoegd
genomen bij de berekening van de contante waarde
door middel van actief beheer.
van de pensioenverplichtingen.
Overlevingstafels
Rendement
Tabellen opgesteld door het Actuarieel Genootschap
Het positieve of negatieve resultaat dat een
op basis van waarnemingen in een bepaalde periode,
pensioenfonds of vermogensbeheerder behaalt met
aangevend per leeftijd de kans om binnen het jaar
de belegging van daartoe beschikbare middelen.
te overlijden. Het Pensioenfonds Corporate Express gebruikt de zgn. Prognosetafels 2010 - 2060 met
Risk manager
correcties voor ervaringssterfte waardoor al rekening
De functionaris die controles op het beleggingsproces,
wordt gehouden met een toekomstige verbetering
het resultaat en de kwaliteit van waarderingen
van de levensverwachting als het gaat om het
uitvoert. Hiermee krijgt het bestuur het gewenste
resterende langlevenrisico.
inzicht op de operationele risico’s van het onder haar verantwoording gevoerde beleggingsbeleid.
Stichting Pensioenfonds Corporate Express
59
Solvabiliteit
Valuta hedging
De mate waarin een pensioenfonds op langere termijn
Het afdekken van valutarisico door middel van
aan haar totale verplichtingen kan voldoen.
valutatermijntransacties.
Swap (valuta/rente)
Vastrentende waarden
Een valuta-/renteswap is een ruiltransactie die
Verzamelnaam voor beleggingen waarop in beginsel
geschiedt op de internationale financiële markt,
een vaste rentevergoeding en een vaste looptijd
waarbij partijen de valuta-/rentebetalingen
geldt. Voorbeelden van vastrentende waarden zijn
gedurende de looptijd of een deel van de looptijd,
obligaties, onderhandse leningen en hypotheken.
tegen elkaar ruilen. Na het verstrijken van deze tijd worden ze weer teruggenomen en hebben beide
Verantwoordingsorgaan
partijen hiervan kunnen profiteren.
De Pensioenwet verplicht pensioenfondsen tot het instellen van een verantwoordingsorgaan waarin
Technische voorziening (TV)
actieve deelnemers, pensioengerechtigden en de
Het bedrag dat naar verwachting nodig is om alle
werkgever vertegenwoordigd zijn.
lopende in de toekomst aan pensioengerechtigden
Zij hebben als taak het controleren van het handelen
uit te keren bedragen te kunnen dekken.
van het bestuur met betrekking tot het beleid, de wijze waarop het beleid is uitgevoerd en de naleving
Toereikendheidstoets (Continuïteitsanalyse)
van de bij of krachtens de wet vastgestelde principes
Toets die door de actuaris in het kader van de
voor Goed Pensioenfondsbestuur.
actuariële verslaglegging ten behoeve van een pensioenfonds wordt opgesteld over de
Visitatiecommissie
toereikendheid van de aangehouden activa
Het pensioenfonds draagt zorg voor de organisatie
(bezittingen) om de aangegane pensioen-
van het interne toezicht. Het gaat daarbij om het
verplichtingen op de langere termijn, dus ook
beoordelen van de beleids- en bestuursprocedures, de
in tijden van tegenspoed, te kunnen nakomen.
interne beheersing, de manier waarop de uitvoering van de regeling wordt bestuurd en aangestuurd
Toeslagen
en de manier waarop wordt omgegaan met
Verhoging van ingegane pensioenen
risicomanagement. Het interne toezicht wordt bij ons
(na pensioeningang) en/of (premievrije)
fonds uitgevoerd door de visitatiecommissie.
pensioenaanspraken (voor pensioeningang) met een percentage dat gelijk blijft of gelijk is aan een
Volatiliteit
indexcijfer.
In de financiële markten is de volatiliteit de mate van
Als indexcijfer wordt vaak het consumenten-
beweeglijkheid van de koers van een aandeel of een
prijsindexcijfer (CPI) gehanteerd. Indien bij een
ander financieel product zoals een aandelenindex of
gemiddeld-salaris pensioenregeling jaarlijks
valuta.
de pensioensalarissen uit het verleden worden geïndexeerd, bijvoorbeeld met de algemene
Waarde-overdracht
loonindex volgens het CBS, is sprake van een
Het overhevelen van de contante waarde van de bij de
geïndexeerd gemiddeld salaris pensioenregeling.
oude werkgever opgebouwde pensioenaanspraken naar de pensioenverzekeraar van de nieuwe
Toeslagenlabel
werkgever, voor inkoop van (geïndexeerde)
Informatie over de toeslagverlening welke is
pensioenaanspraken om aldus pensioenverlies te
uitgedrukt in een beeldende en kwalitatieve maatstaf.
voorkomen.
De (gewezen) deelnemer en de pensioengerechtigde kunnen door middel van het toeslagenlabel in één oogopslag zien of en op welke manier de toeslag op zijn aanspraak wordt verleend.
60
Jaarverslag 2010