Gouda stad van kerken kapellen en torens
Inhoud Inleiding Wandelroute (met beschrijving per monument) Kaart binnenstad met route Verantwoording Lijst met sponsors
pag. î t/m 4 pag. 4 t/m 23 pag. î î pag 24 pag. 3 van de omslag
Colofon 'Gouda: stad van kerken, kapellen en torens' is een uitgave van de Stichting Open Monumentendag Gouda ter gelegenheid van de Open Monumentendag op 14 september 1991. - Redactie - Tekst - Foto's - Omslag -
Kaart binnenstad Lay-out en druk Verkrijgbaar bij Oplage
N. D. B. Habermehl en J. W. s'Jacob N. D. B. Habermehl Gemeente Gouda, Afdeling Voorlichting; Streekarchief Hollands Midden, Gouda; VVV-Gouda; Archief Hervormde Gemeente Gouda; Stedelijke Musea, Gouda Hendrick Cornelisz van der Vliet (1611 /12-1675), Interieur Sint-Janskerk te Gouda, olieverfschilderij 1662. Schilderij is in het bezit van The National Gallery of Victoria te Melbourne, Australië Gemeente Gouda, Afdeling Landmeetkunde en Kadaster Drukkerij Verzijl BV, Gouda/Schoonhoven VVV-Gouda, Markt 27, 2801 JJ Gouda 1 e druk, 3000 exemplaren (1991)
Niets uit deze uitgave mag worden openbaar gemaakt en/of vermenigvuldigd door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Open Monumentendag Gouda. In deze reeks van uitgaven van de Stichting Open Monumentendag Gouda zijn reeds verschenen - Gouda Monumentaal (1e druk 1987; 2e druk 1988) - Gouda Waterstad (1e druk 1988) - Gouda Restaureert (1e druk 1989; 2e druk 1991; 3e druk 1991) - Gouda, het Tolhuis en zijn omgeving (1e druk 1990; 2e druk 1990)
GOUDA: STAD VAN KERKEN, KAPELLEN EN TORENS Onder redactie van N. D. B. Habermehl en J. W. s'Jacob Tekst: N.D.B. Habermehl
Inleiding Gouda heeft door de eeuwen heen in het toch al roerige kerkelijk leven in ons land een bijzondere - zo niet eigenzinnige - plaats ingenomen. Vaak laaiden de emoties hoog op als gevolg van tegenstellingen op godsdienstig gebied. De spanningen die daarmee gepaard gingen, zijn thans niet meer voelbaar. Wat ons rest is een veelkleurig palet van kerkgenootschappen en een reeks van gebouwen waarin eens de gelovigen massaal ter kerke gingen en een aàrital gèvalfen nog steeds gaàh.-Kérkën, kapellen en torens bepalen dan ook tot op de dag van vandaag in belangrijke mate het Goudse stadsbeeld. Alvorens nader op de geschiedenis van deze overwegend monumentale bouwwerken in te gaan, wordt eerst kort stilgestaan bij het kerkelijk leven te Gouda in de loop der eeuwen. Daarbij is niet het streven naar volledigheid uitgangspunt geweest, maar het scheppen van een historisch kader voor de thans nog aanwezige gebouwen. In de middeleeuwen stond de kerk centraal in het leven van de mensen. Vandaar dat zelfs de kleine agrarische gemeenschap die gedurende de twaalfde eeuw was ontstaan in de ontginning Bloemendaal (thans een Goudse stadswijk) een eigen bedehuis had. Nadat rond 1250, als gevolg van het doortrekken van de Gouwe, de verbinding tussen de Hollandsche IJssel en de Oude Rijn tot stand was gekomen, trokken de bewoners van deze nederzetting met het oog op de scheepvaart naar de Gouwemond. Hoewel de huizen werden verlaten, bleven de Gouwenaars nog vele jaren in Bloemendaal ter kerke gaan. Pas rond 1278, Gouda had toen al enkele jaren stadsrechten, verwierf de ongetwijfeld reeds voor die tijd
Sint-Janskerk vóór de brand van 1552.
aanwezige kapel, gewijd aan Johannes de Doper, de status van parochiekerk. Naarmate het stadje groter werd, vond uitbreiding van de Sint-Janskerk plaats. Het nog jonge Gouda maakte een voorspoedige ontwikkeling door De welvaart nam toe en dientengevolge steeg het inwonertal. Al spoedig kampte het stadsbestuur met ruimtegebrek. Vandaar dat werd besloten een groter gebied te omwallen. In 1350 was deze eerste - ruim bemeten - uitleg een feit De uiterst besmettelijke builenpest die kort daarop een ware slachting onder de Goudse inwoners aanrichtte, maakte abrupt een einde aan deze bevolkingsgroei. Een deel van het omwalde gebied, met name aan de rand van de stad, bleef voorlopig onbebouwd. Aan het einde van de 14de eeuw ontstond als reactie op pest, die werd géz:iéh als één strarvan Göd, in combinatie met ontwikkelingen binnen de Roomskatholieke Kerk, een religieuze beweging die bekendheid kreeg onder naam Moderne Devotie ( eigentijdse vroomheid). In veel steden, waaronder Gouda, ontstonden gemeenschappelijke huizen waarvan de bewoners na verloop van tijd een kloosterregel aannamen. Mede onder invloed van deze beweging telde Gouda rond 1500 tien kloosters, het merendeel gesitueerd aan de rand van de stad. Wat ons hiervan rest zijn de uit circa 1450 daterende Agnietenkapel die behoorde tot het gelijknamige vrouwenconvent, de kort na de wijding in 1504 aan het naburige Collatiehuis overgedragen Jeruzalemkapel en Huize Groeneweg, het voormalige Cellebroedersklooster.
GOUDA
Kloosterkaart van de hand van Jacob van Deventer, circa 1560.
1
Naast de vele kloosters telde Gouda in de 15de eeuw de nodige kapellen, veelal verbonden aan een gasthuis waarin zwervers, arme zieken en onvermogende bejaarden onderdak vonden. Voorbeelden hiervan zijn de Gasthuiskapel en de lutherse kerk, voorheen de kapel van het Sint-Joost- of zakkedragersgilde. Voorts is de stad nog in het gelukkige bezit van twee uit diezelfde periode daterende torens, de Vrouwetoren en de Barbaratoren, die eens deel uitmaakten van een kapel.
bestemming of werden gesloopt. Het stadsbestuur sloot de Sint-Janskerk nadat deze was geplunderd. In de zomer van 1573 werd de kerk aan de Gereformeerde gemeente toegewezen. Datzelfde jaar verboden de Staten van Holland de openbare uitoefening van de Rooms-katholieke godsdienst.
Sint-Janskerk, 1736. (foto Wim Scholten).
Barbarakapel, 1566.
In de loop van de 16de eeuw kreeg Gouda in toenemende mate te kampen met een economische teruggang die ook zijn weerslag had op het geestelijk leven. De financiële positie van de kloosters verslechterde met als gevolg dat het aantal kloosterlingen terugliep. Bovendien verminderde het geestelijk elan. Desondanks bracht de Goudse bevolking een zwaar financieel offer om de Sint-Janskerk, die in 1552 door blikseminslag zwaar beschadigd was, te herbouwen en opnieuw in te richten. Gelukkig ging de beeldenstorm die in 1566 in ons land woedde aan Gouda voorbij. De schitterende glas-in-lood-ramen, waarvan een aantal vervaardigd werd door de gebroeders Crabeth, bleven daardoor gespaard. Op 21 juni 1572 viel Gouda zonder bloedvergieten in handen van de geuzen die onder bevel stonden van Adriaan van Swieten. Voor de vele aanhangers van het Rooms-katholieke geloof braken onzekere tijden aan. Weliswaar zegde Van Swieten toe dat er vrijheid van godsdienst zou heersen, maar in de praktijk kwam daar niet veel van terecht. Met name de kloosterlingen hadden veel te lijden van het soms brute optreden van de geuzen. Het merendeel van hen verliet Gouda in de hoop elders een veilig onderkomen te vinden. De kloosters en de daarbij behorende bezittingen werden door het stadsbestuur in beslag genomen. De gebouwen kregen een andere
2
Vanaf 1610 ontwikkelde Gouda zich tot een Remonstrants bolwerk. Dit zeer tot ongenoegen van de meer rechtzinnige leden binnen de Gereformeerde gemeente, de contra-remonstranten. Rond de jaarwisseling van 1614/1615 hielden de contra-remonstranten hun eerste - heimelijke - bijeenkomst binnen de stadsmuren. Met behulp van prins Maurits en de Staten van Holland kregen zij in 1618 de Gasthuiskapel toegewezen voor het houden van hun kerkdiensten. Een jaar later reeds namen de contraremonstranten bezit van de Sint-Janskerk. Behalve voor de rooms-katholieken, lutheranen en doopsgezinden braken nu ook moeilijke tijden aan voor de remonstranten. De rooms-katholieken zochten hun toevlucht tot schuilkerken waarvan de huidige Oudkatholieke kerk aan de Hoge Gouwe een treffend en tevens fraai voorbeeld is. Het was hen oogluikend toegestaan daarin - tegen betaling - bijeenkomsten te houden. Na enige omzwervingen wist de lutherse gemeente in 1680 beslag te leggen op de voormalige Sint-Joostkapel aan de Lage Gouwe. Dit in 1957 grondig gerestaureerde kerkgebouw doet nog steeds als zodanig dienst. Van de doopsgezinden of mennonieten is bekend dat zij in 1643 bijeenkwamen in een kerkje op het Verbrande Erf aan de Groeneweg. In 1656 verhuisden de doopsgezinden naar een pand aan de Turfmarkt. Het ledental liep in de 18de eeuw zo sterk terug dat het kerkgebouw in 1798 verkocht moest worden. Nadat voor de remonstranten de rust enigszins was teruggekeerd, kochten zij een woning op de hoek van de Hoge Gouwe en de Keizerstraat. Het achterste deel van het gebouw werd ingericht tot kerk, terwijl de voorkant een bestemming kreeg als predikantswoning. n 1870 werd de kerk afge1
braken waarna op dezelfde plaats een nieuw gebouw verrees met een karakteristiek portaalgebouwtje dat thans nog aanwezig is. De Waalse gemeente kreeg in 1625 van het stadsbestuur de Gasthuiskapel als kerk toegewezen. In 1817 was het aantal leden zo gering dat besloten werd de Waalse gemeente te Gouda op te heffen.
.,
v7-°"1 /
-
J
'
+ J.
.J
iii
De 19de eeuw kenmerkte zich door felle tegenstellingen op godsdienstig terrein. Ook Gouda werd hiermee geconfronteerd. In 1836 hielden de 'afgescheidenen' van de Hervormde Gemeente hun eerste bijeenkomst in een woning aan de Korte Tiendeweg. Uit deze beweging kwamen de Christelijke Afgescheiden Gemeente en de Gereformeerde Gemeente onder het Kruis voort die in 1863 samengingen onder de naam Christelijke Afgescheiden Gemeente. In 1869 werd de naam gewijzigd in Christelijke Gereformeerde Gemeente. Hun kerkgebouw was gelegen aan de Kattensingel. Onder de naam 'dolerenden' trad in 1887 opnieuw een groep uit de Hervormde Gemeente. Zij vormde de Nederduitsch Gereformeerde Kerk en kwam eerst in een zaaltje en later in een kerk aan de Turfmarkt bijeen. Omdat de 'dolerenden' zich verwant voelden met de christelijke gereformeerden, gingen beide gemeentes in 1892 samen onder naam Gereformeerde Kerk. Desondanks bleef tot 1907 een scheiding aanwezig tussen de kerk aan de Kattensingel (kerk A) en de kerk aan de Turfmarkt (kerk B). Een klein deel van de gemeente ging niet mee met de 'vereniging van 1892'. Zij vormde een eigen Christelijk Gereformeerde Kerk, thans gehuisvest aan de Turfmarkt. Toen bleek dat de beide kerkgebouwen te klein waren geworden, werd in 1931 de kerk aan de Turfmarkt afgebroken, waarna op dezelfde plaats een nieuw - veel groter - bedehuis verrees. De kerk aan de Kattensingel werd verkocht.
...!
f D lutherse kerk, circa 1860.
Eind 17de eeuw sympathiseerden twee Roomskatholieke staties ( standplaats van een priester in het gebied van de Hollandse missie), 'De Tol' en Sint-Jan Baptist, beide gelegen aan de Hoge Gouwe, met de ideeën van het Jansenisme. Deze stroming stond afwijzend tegen het kerkcentralisme van Rome. Later maakten deze staties deel uit van de Oudkatholieke Kerk. Vanwege het geringe aantal parochianen van 'De Tol' werd in 1830 besloten de statie samen te voegen met die van Sint-Jan Baptist. Het leven in 1734 werd bepaald door spanningen en angstgevoelens die ook hun weerslag hadden op kerkelijk gebied. In april van dat jaar ontstond er onrust in de Gereformeerde gemeente te Gouda door het optreden van de 'hattemisten', aanhangers van de leer van dominee Pontiaan van Hattem die in 1683 op beschuldiging van onrechtzinnigheid in de leer uit zijn ambt was ontzet. Zij kwamen bijeen in de apotheek van Abraham Ducel aan de Lage Gouwe. De kerkeraad schakelde de stedelijke overheid in om de 'hattemisten' tot de orde te roepen, zonder veel resultaat overigens. Na 1735 wordt in Gouda niets meer van de 'hattemisten' vernomen; vermoedelijk werden zij niet meer als een gevaar gezien voor de heersende orthodoxie.
Gereformeerde kerk circa 1930.
Veel aandacht besteedde de Hervormde Gemeente aan de armen onder haar lidmaten. Dat daarbij het godsdienstige element niet uit het oog werd verloren, spreekt voor zich. Een opmerkelijke combinatie van beide elementen werd gevonden door het inrichten van een kerk speciaal voor de minder bedeelde gemeenteleden. Deze aan de Peperstraat gelegen Armenkerk werd in 1842 in gebruik genomen. De
3
kerkdiensten werden druk bezocht; voor een belangrijk deel omdat dit van invloed was op de hoogte van de uitkering door de diaconie, maar ook omdat de preken waren afgestemd op het - geringe ontwikkelingsniveau van de kerkgangers. Met het toenemen van de welvaart veranderde het karakter van de kerkdiensten. In 1953 werd het gebouw verkocht. Nadat met de komst van de Fransen in 1795 de belemmeringen op de uitoefening van de Roomskatholieke eredienst waren weggenomen, maakte deze kerk een snelle ontwikkeling door. In 1814 werden de statie 'De Braesem' en die van de Jezuïeten samengevoegd. Enkele jaren later vond de energieke pastoor Sem voor deze nieuwgevormde statie een onderkomen in de Gasthuiskapel die door de opheffing van de Waalse gemeente was vrijgekomen. Drie jaar na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 werd de statie verheven tot parochiekerk. De volgende stap was de bouw van een nieuwe kerk aan de Kleiweg die oktober 1879 werd ingewijd. Een lang bestaan was dit kerkgebouw niet beschoren; in 1964 reeds werd het gesloopt. De statie der minderbroeders werd in 1856 eveneens verheven tot parochiekerk. Ook deze parochie kreeg - in 1904 - een nieuw bedehuis: de Gouwekerk. Evenals in veel andere steden hebben de joden ook in Gouda een synagoge gehad. Hoewel de Joodse gemeenschap nog zeer klein was, werd in 1798 het kerkgebouw van de doopsgezinden aan de Turfmarkt gekocht. Wegens bouwvalligheid werd dit bedehuis in 1823 afgebroken. Een nieuwe synagoge verrees op deze plaats. De Tweede Wereldoorlog maakte een abrupt einde aan de Joodse gemeenschap. Slechts enkelen wisten de verschrikkingen van de concentratiekampen te overleven. Na de oorlog was de Joodse gemeente dan ook te klein om nog een eigen synagoge te kunnen onderhouden. Vandaar dat het gebouw in 1950 werd verkocht aan de Vrije Evangelische Gemeente, die het nog steeds in gebruik heeft. Eind 19de eeuw deden twee kerkgenootschappen hun intrede in Gouda. Het Leger des Heils vestigde zich in 1892 in een voormalig danshuis aan de Rozendaal. De praktisch ingestelde heilssoldaten hebben zich tot op de dag van vandaag verdienstelijk gemaakt voor de eenzamen en de sociaal zwakkeren in de samenleving. Thans is het Leger des Heils gevestigd in een monumentaal pand aan de Turfmarkt. Het andere kerkgenootschap is de Vergadering van Gelovigen waarvan de leden nog steeds in de Peperstraat bijeenkomen. De samenkomsten worden niet geleid door een vaste voorganger De ontwikkelingen in de 20ste eeuw op kerkelijk gebied kunnen na hetgeen zich in de daaraan voorafgaande eeuw heeft afgespeeld als betrekkelijk rustig worden gekenschetst. Uit een tweetal 'gezelschappen', waarvan de leden afkomstig waren uit
4
verschillende kerken van Gereformeerde signatuur, kwam in 1908 de Gereformeerde Gemeente voort. De bijeenkomsten werden tot 1937 gehouden in een kerkzaal aan de Turfmarkt en na die tijd in de nieuw gebouwde kerk aan het Stationsplein. Een scheuring die de gemeente in twee bijna gelijke delen deed uiteenvallen, vond in 1953 plaats. Negen jaar eerder, in 1944, was de Gereformeerde Kerk reeds geconfronteerd met een scheuring. Als gevolg van de ontvolking van de binnenstad werden een paar kerken afgebroken en kregen enkele andere bedehuizen een nieuwe - niet religieuze - bestemming. Buiten de singels daarentegen verrezen nieuwe kerkgebouwen. Desondanks kan Gouda nog bogen op een aantal monumentale kerken in de oude binnenstad die hun functie trouw zijn gebleven. De nu volgende wandelroute voert langs een aantal van deze (voormalige) kerkgebouwen. Wandelroute · Vertrekpunt is het fraaie middeleeuwse Stadhuis, schitterend gelegen in het hart van de stad. Komend uit het Stadhuis slaat u linksaf en loopt tot aan de gevelwand van de Markt die u volgt tot de Korte Tiendeweg die u rechtsaf inslaat. Op 19 mei 1836 vond in deze anders zo rustige straat een volksoploop plaats voor het pand nummer 18 waar de 'afgescheidenen' (van de Hervormde Gemeente) hun eerste bijeenkomst hielden. Na af loop van de dienst vonden ongeregeldheden plaats; de deelnemers werden uitgejouwd en lastig gevallen. De politie, die inmiddels was gewaarschuwd, herstelde de rust en zorgde ervoor dat de nog aanwezige mensen via de achterdeur de woning veilig konden verlaten. Voor de bewoner van het huis, de schrijnwerker P Wachtendonk, kwam deze in de ogen van de overheid onwettige bijeenkomst te staan op een boete van 8 gulden. Desondanks bleven de bijeenkomsten van de 'afgescheidenen' hier en ook elders in de stad doorgang vinden. Pas in 1842 kregen zij daartoe officieel toestemming. Keren wij terug naar deze eeuw en vervolgen onze weg om aan het einde linksaf te slaan, de Lange Tiendeweg in. Deze winkelstraat, een van Gouda's oudste wegen, volgt u tot aan de Groeneweg die u rechtsaf inslaat. Bij de Koepoort aangekomen, slaat u deze linksaf in om via De Baan, Muilenpoort en wederom Groeneweg het karakteristieke complex Huize Groeneweg (1) - het voormalig Cellebroedersklooster - van alle zijden te bewonderen. De Cellebroeders kwamen voort uit een broederschap die zich tot doel stelde het verplegen van pestlijders en het begraven van mensen die aan deze ziekte waren gestorven. De eerste vermelding van de Cellebroeders te Gouda dateert uit 1395 toen zij een huis in de Rozendaal betrokken. Aanvankelijk leefden de broeders zonder een bepaalde regel. In 1464 namen zij de regel van Augustinus aan. Hiermee werd hun huis tot klooster gemaakt. De broeders voorzagen in hun levensonderhoud door het
Kleiwegkerk, circa 1910.
5
vragen van aalmoezen en het verrichten van handenarbeid. Dit alles naast hun taak om in tijden van pest de zieken te verplegen en de gestorvenen te begraven. In 1534 werd langs de Groeneweg een nieuw gebouw neergezet, een teken dat van een zekere bloei kan worden gesproken. Hierin kwam in de tweede helft van de 16de eeuw verandering. Het leven binnen de kloostermuren verliep minder gedisciplineerd dan voorheen. De broeders werden in 1556 zelfs beschuldigd van 'drincken en clincken', terwijl zij tevens bezoek van lichte vrouwen zouden ontvangen. Nadat de geuzen op 21 juni 1572 bezit van Gouda hadden genomen, vertrokken de laatste nog aanwezige Cellebroeders en vielen de gebouwen toe aan de stad. Een jaar later werd het complex bestemd tot Latijnse school. Vele generaties - vooral welgestelde - Gouwenaars volgden hier hun oplei-
Huize Groeneweg.
6
ding. In 1849 werd de Latijnse school omgevormd tot gymnasium dat daarop werd gehuisvest in de Doelen. In het gebouw aan de Groeneweg werd de Werkinrichting tot Wering der Bedelarij gevestigd. Doel van deze Inrichting was bedelaars zinvolle arbeid te laten verrichten in ruil voor eten en een gering loon waarvan echter de helft moest worden afgedragen. Vanaf 1865 was ook permanente bewoning mogelijk. Na de oorlog kreeg de Inrichting het karakter van een bejaardentehuis. Vandaar dat in 1954 de naam werd veranderd in Huize Groeneweg. Het gebouw verkeerde in het begin van de jaren zeventig in een zodanig slechte staat dat restauratie geboden was. Pas in 1982 werd hiertoe overgegaan. In het gebouw zijn appartementen aangebracht waarin overwegend jonge mensen wonen. Wat in tact bleef was de regentenkamer met het kostbare goudleer-behang.
Vervolgens slaat u linksaf de Patersteeg in. Links van u bevindt zich het voormalige Weeshuis dat in 1642 is gebouwd op het terrein van het Margaretaklooster, het eerste Goudse vrouwenklooster, dat in 1572 door de geuzen werd geplunderd en in brand gestoken. Aan het einde van de steeg rechts ligt de Jeruzalemkapel (2). Nadat hij behouden van een reis naar Jeruzalem in Gouda was teruggekeerd, liet priester Gijsbert Raet op eigen kosten een twaalfzijdige kapel bouwen waarvan de vorm teruggaat op de Heilige Grafkerk. Veel aandacht besteedde hij aan de inrichting ervan. Zo bevatte de kapel een altaar met daarboven een geschilderd drieluik. Voorts was er een gouden kazuifel (deel van een misgewaad) en een zilveren kruis met relikwieën. Bovendien bevond zich in de kapel een monument ter gedachtenis aan het Heilige Graf dat was versierd met beschilderde houten panelen. De in 1504 gewijde kapel werd een jaar later overgedragen aan de broeders van het naburige Collatiehuis. Na zijn dood in 1516 werd Raet overeenkomstig zijn wens in de kapel begraven. Een fraaie grafzerk, versierd met geëmailleerde koperen platen, bedekte zijn graf. Na de omwenteling van 1572 kwam de kapel in handen van het stadsbestuur. Het gebouw werd korte tijd later toegewezen aan de armmeesters die er vergaderden en er hun aalmoezen uitdeelden. Thans heeft Kunstcentrum Burgvliet de Jeruzalemkapel in gebruik als expositieruimte.
Jeruzalemkapel.
Plafond Jeruzalemkapel. (foto VVV-Gouda/ Annemarie van den Berg-Mooy).
U komt uit op het Willem Vroesenplein dat u oversteekt en vervolgt de wandeling via de Koorbrug, die haar naam ontleent aan het koor van de nabijgelegen kerk, en de straat met de toepasselijke naam: Achter de Kerk. Aan uw rechterhand bevindt zich de monumentale laat-gotische Sint-Janskerk (3).
Zijbeuken Sint-Janskerk. (toto VVV-Gouda/W.G. van Mastrigt).
7
Rond 1250 bouwden de eerste bewoners van het dorpje aan de Gouwemond een kapel langs de Tiendeweg. Zes à acht jaar nadat Gouda in 1272 stadsrechten had gekregen, verwierf dit bedehuis de status van parochiekerk. Rampen markeren de geschiedenis van de SintJanskerk. Gouda werd in 1361 geteisterd door een brand die de kerk zwaar beschadigde. Het herstel dat daarop plaatsvond, was weinig solide want in 1404 moest het kerkgebouw wegens bouwvalligheid voor een deel worden gesloopt. Het nieuwe gebouw, een hallenkerk met een stomp koor, werd zes jaar later, in 1410, in gebruik genomen. Bij de stadsbrand van 1438 ging de kerk geheel in vlammen op. Vrijwel onmiddellijk werd de herbouw ter hand genomen. Nieuw waren in vergelijking met het grondplan van de vorige kerk de extra zijbeuken. Van 1485 tot 1510 vond de vergroting van het koor en de aanleg van het transept plaats. Tengevolge van de uitbreiding van het kerkgebouw werd de Tiendeweg omgebogen naar de Markt. Ruim veertig jaar later sloeg het noodlot opnieuw toe. Op 12 januari 1552 werd de toren tijdens een hevig onweer door de bliksem getroffen waarbij ook de kerk zware schade opliep. Tijdens het herstel van de kerk in 1555 werd het eerste glas-in-lood-raam geplaatst waarop de doop van Jezus door Johannes is afgebeeld. De Beeldenstorm die in 1566 overal Sint-Janstoren. (foto VVV-Gouda/Ton v.d. Klauw).
Vieringtoren Sint-Janskerk. (foto VVV-Gouda/Ton v.d. Klauw).
8
in ons land woedde en veel schade aan de kerkgebouwen toebracht, ging aan Gouda voorbij. Na de komst van de geuzen in 1572 vond een plundering van het kerkinterieur plaats. In reactie hierop besloot het stadsbestuur het bedehuis voorlopig te sluiten. Een jaar later werd de kerk weer vrijgegeven, zij het voor de protestantse eredienst. Het aanbrengen van de glas-in-lood-ramen ging door, ook nadat de calvinisten bezit van de kerk hadden genomen. De laatste bouwkundige voorziening was de verhoging van het middenschip in de jaren 1590 tot 1593. Daarbij werden stenen gebruikt van de in 1590 afgebroken kapel van het Magdalenaconvent. Afgezien van enkele kleine aanpassingen en de bouw in 1934 van de Van der Vormkapel achter het koor, bedoeld om de glasvensters van het voormalige Regulierenconvent een passende plaats te geven, is er vanaf die tijd weinig veranderd. 1 n de 20ste eeuw kreeg het onderhoud van het gebouw en vooral van de unieke glas-in-lood-ramen veel aandacht. Onder leiding van ir. J. L. Schouten werden van 1899 tot 1936 de kerkramen gerestaureerd. 1 n 1964 begon een grondige restauratie van zowel de kerk als de toren die tot 1980 duurde. Een volgend project, de conservering van de ramen, startte in 1981 en werd acht jaar later afgerond.
Interieur Sint-Janskerk.
Via de Torenstraat komt u uit op de Dubbele Buurt die u linksaf inslaat. Aansluitend komt u op de Oosthaven met aan het begin, op nummer 9, de fraaie Gasthuiskapel ( 4 ). Geen gebouw in Gouda heeft zoveel verschillende kerkgenootschappen onderdak geboden als deze kapel. Van origine maakte dit bedehuis deel uit van het Catharinagasthuis. Zieken voor wie het onmogelijk was de Sint-Jan te bezoeken, konden hier ter kerke gaan. Naarmate het gasthuis in omvang toenam, groeide de behoefte aan een grotere kapel. Vandaar dat het gebouw in de 16de eeuw werd doorgetrokken tot aan de Haven. Nadat de geuzen in 1572 bezit van Gouda hadden genomen, bood de kapel korte tijd onderdak aan de gereformeerden. Vervolgens werd het gebouw gebruikt als bergplaats en voorraadschuur. n 1610 herkreeg de kapel haar oude functie van bedehuis, nu als bijkerk van de Sint-Jan. Op het hoogtepunt 1
van de godsdiensttwisten in 1618 kregen de contra-remonstranten de kapel toegewezen. Zij · verbleven hier maar kort want toen een jaar later de strijd in hun voordeel was beslecht, verlieten zij het gebouw om in de Sint-Jan te kerken. De kapel werd in 1624 toegewezen aan de Frans-sprekende contra-remonstranten, de Waalse gemeente. In 1665 kreeg de kapel een nieuwe voorgevel. Dit ging ten koste van de toren die niet werd herbouwd. Het aantal leden van de Waalse gemeente liep in het begin van de 19de eeuw zo sterk terug dat in 1817 tot opheffing werd overgegaan. Kort daarop kregen de rooms-katholieken de kapel toegewezen voor het houden van hun erediensten. Toen de katholieken in 1879 een nieuw gebouwde kerk aan de Kleiweg betrokken, verkochten zij de kapel aan een bierbrouwer die het gebouw gebruikte als opslagplaats voor biervaten. Het gemeentebestuur tekende protest aan tegen deze gang van zaken omdat het meende dat de kapel eigendom van de stad was. Uiteindelijk
9
moest de rechter uitkomst bieden. Deze wees het gebouw toe aan de stad. Hierop werd de koop ongedaan gemaakt waarna de weduwe van de inmiddels overleden brouwer de biervaten uit de kapel liet halen. Na een verbouwing vonden het stadsarchief en de Librije in 1892
Gasthuiskapel
10
onderdak in het gebouw waar zij tot 1967 gehuisvest bleven. Van 1979 tot 1980 werd de kapel tijdens een grondige restauratie weer in de originele staat teruggebracht. Thans doet het gebouw dienst als expositieruimte van het museum Catharinagasthuis.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Huize Groeneweg (voormalige Cellebroedersklooster) Jeruzalemkapel Sint-Janskerk Gasthuiskapel Kleine kerk (Armenkerk) Barbaratoren Vergaderlokaal Vergadering van .Gelovigen Gouwekerk Portaalgebouw Remonstrantse kerk
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Oud-katholieke kerk Christelijk Gereformeerde kerk Turfmarktkerk Vrouwetoren Agnietenkapel Kerk Vrije Evangelische Gemeente (voormalige synagoge) Gebouw Leger des Hei Is lutherse kerk
Kleine kerk.
î2
steld die tot taak kreeg een Armenkerk in te richten. Nog datzelfde jaar werd een pand in de Peperstraat aangekocht. Na een grondige verbouwing vond op zondag 4 december de eerste dienst plaats. Voorganger was ds. G. van Warmelo die op een voor de toehoorders begrijpelijke wijze preekte over Matthéüs 11 vers 5b: 'Den armen wordt het evangelie verkondigd'. De diensten in de Armenkerk werden goed bezocht. Hieraan lag mede een economisch motief ten grondslag aangezien de door de Kerk bedeelden een hogere uitkering kregen als zij de dienst bijwoonden. Door middel van door de diaconie afgegeven genummerde blikken plaatjes, die voor de aanvang van de dienst bij de koster moesten worden ingeleverd, vond controle plaats. Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog _(ml 4-1918) kwam aan dit systeem een einde. Het begrip Armenkerk had hiermee afgedaan. Geleidelijk raakte de naam Kleine kerk in zwang en werd het gebouw ook voor andere doeleinden gebruikt dan de zondagse kerkdiensten zoals catechisatie en godsdienstonderwijs. Verder maakten de vrijzinnige hervormden van 1937 tot 1953 gebruik van het kerkgebouw In 1953 werd het bedehuis verkocht. Thans is het gebouw in gebruik als opslagplaats.
Interieur Gasthuiskapel. (foto VVV-Gouda/ Annemarie van den Berg-Mooy).
Bij de Nood-Godsbrug aangekomen, steekt u deze over en slaat linksaf de Westhaven in. In de muur van de brug op de hoek van de Westhaven bevindt zich een bronzen plaquette die de herinnering aan de Nood-Godskapel levend houdt. Deze kapel werd in 1381 langs en voor een deel in de Haven gebouwd ten behoeve van de varenslieden die Gouda aandeden. In de kapel bevond zich een beeld van Maria met het van het kruis afgenomen lichaam van Jezus op haar schoot (Nood Gods). Op 17 september 1576 werd de Nood-Godskapel geveild en kort daarop afgebroken. Het pand Westhaven 43 werd rond 1870 bewoond door de Remonstrantse predikant J N. Scheltema. Aan het einde van de Westhaven ziet u aan uw linkerhand het Tolhuis waarin van 1837 tot aan zijn dood in 1850 G. van Warmelo, predikant bij de Hervormde Gemeente, met zijn gezin woonde. U slaat rechtsaf de Veerstal in om bij de Peperstraat aangekomen deze eveneens rechtsaf in te slaan. Aan uw linkerhand ziet u op nummer 128 de Kleine kerk (5). In de eerste helft van de 19de eeuw telde de Hervormde Gemeente een groot aantal armen onder haar lidmaten. Velen van hen durfden zich vanwege hun schamele kleding niet in de Sint-Janskerk te vertonen. Bovendien was hun ontwikkeling te gering om de preken te kunnen begrijpen. In 1842 werd een commissie inge-
Bij het Zwaansgat aangekomen, slaat u deze steeg linksaf in, steekt rechtdoor het binnenterrein over om bij de Bogen aangekomen rechtsaf te slaan. U vervolgt de wandeling via de Raam, het verlengde van de Bogen, tot de Kuiperstraat die u rechtsaf inslaat. Aan het begin van deze straat bevindt zich de Barbaratoren (6).
Oorspronkelijk hoorde de Barbaratoren bij een kapel waaraan volgens een uit 1488 daterende aantekening tevens een gasthuis was verbonden. Naast bedehuis deed de kapel dienst als school voor 'arme dochterkens'. Kort na de omwenteling van 1572 legde het stadsbestuur beslag op de kapel om deze, met uitzondering van de toren, in 1581 aan een particulier te verkopen. Rond 1690 werden op de plaats van het schip drie woningen gebouwd. Het koor bleef in gebruik als paardestal tot ook hier de slopershamer toesloeg. Thans is van de oor. spronkelijke kapel, op een enkel bouwfragment na, niets meer over. De ranke uit baksteen opgetrokken toren met zijn blinde vensters en vierkante spits daarentegen heeft vrijwel ongeschonden de eeuwen doorstaan. Opmerkelijk is het uurwerk dat slechts één wijzer heeft. Volgens overlevering bleef op zekere dag het raderwerk vanwege een defect doorslaan. Aan
13
dit voorval zou de toren zijn bfjnaarn 'Malletoren· ontlenen. In de oorlog is de uit 1605 daterende klok door de Duitsers weggehaald. Een nieuwe klok, die de hele en halve uren aangeeft, werd in 1957 geplaatst. Een grondige restauratie van de uit het begin van de 16de eeuw daterende toren vond plaats in 1988.
Vergaderlokaal van de Vergadering van Gelovigen.
Barbaratoren. (foto VVV-Gouda/Ton v.d. Klauw).
Nadat u de toren bent gepasseerd, slaat u linksaf de Keizerstraat in. Via de Komijnsteeg komt u wederom in de Peperstraat, met op nummer 20 het
Vergaderlokaal van de Vergadering van Gelovigen (7). Het Vergaderlokaal in zijn huidige vorm dateert uit 1897 zoals een in de voorgevel aangebrachte steen aangeeft. Oorspronkelijk was het pand eigendom van de Goudse koopman in manufacturen Pieter de Raadt. Vandaar dat ook wel werd gesproken van de kerk van De Raadt. De bijeenkomsten worden gehouden op de grondslag van Matthéüs 18 vers 20 'Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden'. Kenmerkend voor de samenkomsten is het ontbreken van een vaste voorganger. Een ieder van de mannelijke gelovigen die daartoe de behoefte gevoelt, kan het woord voeren.
l4
U vervolgt de Peperstraat tot aan de Hoge Gouwe die u linskaf inslaat. Na korte tijd passeert u de Gouwekerk (8).
Met de komst van pater Gregorius Simpernel naar Gouda in 1633 begint de ·geschiedenis van de Sint-Jozefparochie. De-mis werd in de 17de en 18de eeuw opgedragen in een schuilkerk die verborgen lag achter enkele woonhuizen aan de Gouwe. In 1767 viel dit bedehuis volledig ten prooi aan de vlammen. Twee jaar later reeds stond er een nieuw kerkgebouw. Een hoogtepunt vormde de verheffing tot parochiekerk genaamd Sint-Jozef in 1856. De voor de kerk gelegen huizen werden in 1877 afgebroken waardoor een voorplein ontstond. Vervolgens kreeg de kerk een nieuwe voorgevel, geheel in overeenstemming met de aard van het gebouw. Omdat de kerk na verloop van tijd te klein was geworden, gingen de gedachten uit naar een nieuw bedehuis. Uiteindelijk resulteerde dat in de bouw van de thans nog aanwezige neo-gotische Gouwekerk van 1902 tot 1904, naar een ontwerp van de Goudse
De weg volgend, treft u eerst op de hoek met de Keizerstraat het Portaalgebouw van de Remonstrantse kerk (9) aan.
Gouwekerk.
architiect C. P W. Dessing. Met de ontvolking van de binnenstad na 1945 liep het aantal kerkgangers snel terug. Uiteindelijk besloot het kerkbestuur het gebouw af te stoten. In september 1972 werd de laatste mis in de Gouwekerk opgedragen. Na een felle discussie waarin de vraag afbraak of hergebruik centraal stond, kocht de Stichting Johan Maasbach Wereldzending de kerk.
Interieur Gouwe kerk.
(foto VVV-Gouda/Tom Prosé).
Portaalgebouw van de Remonstrantse kerk.
Lange tijd was Gouda het bolwerk van de remonstranten in Holland. In 1618 kwam hieraan een einde door persoonlijk ingrijpen van prins Maurits. Vanaf dat jaar maakten de contraremonstranten de dienst uit op kerkelijk gebied. Het werd de remonstranten verboden kerkdiensten te houden en hun predikanten werden afgezetDesondanks kwamen zij waar dat maar enigszins mogelijk was bijeen: in huizen, buiten de stadsmuren, in lijnbanen, ja zelfs op het ijs. In 1629 kochten de remonstranten in de Keizerstraat een huis dat doorliep tot aan de Raam. Hiervan werd het achterste deel ingericht tot een 'predikplaats', terwijl het voorhuis dienst deed als pastorie. Deze kerk werd in 1870 afgebroken waarna op dezelfde plaats een nieuw bedehuis verrees met een karakteristiek portaalgebouwtje als entree. 1 n 1967 stond de Remonstrantse Gemeente voor de moeilijke keus: behoud van een predikantsplaats of van de kerk. Gekozen werd voor de predikantsplaats. Het gebouw deed daarna nog dienst als opslagplaats om tenslotte in 1988 te worden gesloopt met uitzondering van het portaalgebouwtje dat thans op restauratie wacht.
15
Vervolgens passeert u het pand nummer 73, waarachter de voormalige Oud-katholieke schuilkerk 'De Tol' heeft gelegen. Onder pastoor Sebastiaan Verwel vatte de statie 'De Tol' sympathieën op voor het Jansenisme. In de loop van de 18de eeuw werd de schuilkerk, gewijd aan Willibrord, ingericht tot een waar museum met prachtige altaarversierselen en meer dan zestig schilderijen. De bouwkundige staat van het kerkgebouw daarentegen liet veel te wensen over, terwijl de financiële positie van de statie slecht was. Bovendien liep het aantal leden terug. In 1830 werd dan ook besloten de statie op de heffen en de leden onder te brengen bij de eveneens aan de Gouwe gelegen Oud-katholieke statie Sint-Jan Baptist. Twee huizen verder, op nummer 77, is de loge van de Vrijmetselarij gevestigd. De Goudse loge 'De Ware Broedertrouw' hield bij de oprichting in 1802
Oud-Katholieke kerk.
16
haar bijeenkomsten in de Sint-Jorisdoelen aan de Lange Tiendeweg. In 1804 reeds moest naar een andere lokaliteit worden omgezien. Na de nodige omzwervingen werd in 1854 het tegenwoordige gebouw aangekocht. Verschillende aanpassingen vonden in de loop der jaren plaats waarvan de meest ingrijpende in 1927. Na de inval van de Duitsers in 1940 werden de bijeenkomsten noodgedwongen gestopt om deze na de bevrijding te hervatten. Het gebouw dat in 1945 in een deerlijke staat verkeerde, werd in de daaropvolgende jaren grondig opgeknapt. Tegenover de Sint-Joostbrug ligt het huis met nummer 97 waarin van 1851 tot aan zijn dood in 1894 de Hervormde predikant dr. M. A G. Vorstman woonde. Verder passeert u de Oud-katholieke kerk (10), gelegen achter de panden met de nummers 107-113.
Onder leiding van pastoor Petrus Purmerent nam de belangstelling voor het Rooms-katholieke geloof in Gouda zodanig toe dat een nieuwe - ruimere - vergaderplaats nodig was. Vandaar dat in 1630 werd overgegaan tot de aankoop van een huis .aan de Gouwe schuin tegenover de Sint-Joostbrug. Kort hierop werden nog enkele panden op de Raam aangekocht. In dit complex vestigde Purmerent een schuilkerk aangezien het uitoefenen van de Rooms-katholieke godsdienst - zeker in het openbaar - was verboden. Onder pastoor Jacobus Cats schaarde de statie, Sint-Jan Baptist geheten, zich achter de ideeën van de Jansenisten. Cats werd opgevolgd door lgnatius Walvis die een zware strijd te voeren kreeg met de Jezuïeten. Ondanks een zwakke gezondheid en moeilijke werkomstandigheden, publiceerde hij in 1714 de Beschrijving der stad Gouda. Hoewel gedateerd en op een aantal punten
achterhaald, kan nog steeds worden gesproken van een standaardwerk. Theodorus van der Croon, bijgenaamd 'de bidder', volgde Walvis na diens overlijden op. Hij werd in 1733 tot bisschop gekozen, maar bleef in Gouda resideren. In 1830 werd de andere Oud-katholieke statie 'De Tol' opgeheven en gingen de daaraan verbonden leden over naar de statie Sint-Jan Baptist. Van 1863 tot 1868 vond een ingrijpende verbouwing plaats waaraan het complex zijn huidige aanzien te danken heeft. De drie woningen langs de Gouwe werden vervangen door twee waardoor ruimte vrijkwam om de smalle gang die naar de kerk leidde aanzienlijk te verbreden en van een passend portaal te voorzien. Boven de kerkingang werd een kosterswoning gebouwd. Ook het interieur van de kerk onderging in deze jaren een ingrijpende wijziging. Sedertdien is het aanzien van de Oudkatholieke kerk ongewijzigd gebleven.
Interieur Oud-katholieke kerk.
17
Interieur Christelijk Gereformeerde
kerk.
Uw weg vervolgend, passeert u de Christelijk Gereformeerde kerk (11 ) op nummer 141 . Een deel van de christelijke gereformeerden te Gouda wees het samengaan met de 'dolerenden' in 1892 af. Zij institueerden begin 1894 de Christelijk Gereformeerde Kerk. Aanvankelijk hielden zij hun bijeenkomsten in de zaal 'Oranje en Nederland' aan de Turfmarkt. Na van diverse andere gebouwen gebruik te hebben gemaakt, lieten de christelijk gereformeerden in 1928 een kerk bouwen op de huidige lokatie, achter de woning aan de Gouwe die thans dienst doet als kosterswoning.
Bij de Crabethbrug aangekomen, vernoemd naar de beroemde Goudse glazenier Dirk Crabeth die in het pand Hoge Gouwe 153 heeft gewoond, steekt u deze over en vervolgt de wandeling langs de Turfmarkt met direct aan het begin, op nummer 142, het Admiraalshuis dat jarenlang in gebruik was als kosterij. In het daarachter gelegen gebouw 'Calvijn' hield van 1925 tot 1962 de Gereformeerde Bond in de Nederlands Hervormde Kerk zijn bijeenkomsten. Daarna was de kerkzaal tot 197 4 in gebruik bij de Gereformeerde Kerk onderhoudende artikel 31. Halverwege de Turfmarkt, op nummer 60, bevindt zich de Turfmarktkerk (12).
18
In 1887 trad opnieuw een groepering uit de Hervormde Gemeente te Gouda. Deze 'dolerenden' vormden de Nederduitsch Gereformeerde Kerk. Zij kwamen bijeen in de zaal 'Oranje en Nederland' aan de Turfmarkt. Al spoedig lieten de Nederduitsch gereformeerden op enkele meters afstand van deze zaal een eigen kerk bouwen. In 1892 verenigden zij zich met de christelijke gereformeerden, die voortkwamen uit de 'afscheiding' van 1835, tot de Gereformeerde Kerk. Behalve dat het bedehuis aan de Kattensingel voortaan Kerk A en het gebouw aan de Turfmarkt Kerk B werd genoemd, veranderde er weinig. Deze beide kerkgebouwen bleken in 1931 te klein geworden. Vandaar dat het pand aan de Kattensingel werd verkocht en het bedehuis aan de Turfmarkt afgebroken, waarna op de plaats van het oude gebouw een nieuwe - veel grotere - kerk verrees. Onder leiding van dominee G. Koenekoop trad in 1944 een aantal leden uit de Gereformeerde Kerk. Deze groepering, zich noemende Gereformeerde Kerk onderhoudénde artikel 31, kwam achtereenvolgens bijeen in de Remonstrantse kerk, zaal 'Oranje en Nederland', gebouw 'Calvijn' achter het Admiraalshuis en tenslotte in een eigen kerk in Bloemendaal. De Turfmarktkerk bleef het bedehuis van de Gereformeerde Kerk. Onlangs is het kerkgebouw grondig gerenoveerd.
Op de plaats van het naast de kerk gelegen vergadercentrum 'Het Brandpunt' lag tot in het midd~n van de jaren zestig van deze eeuw de zaal 'Ora~je en Nederland' waarin onder meer de leden van pe Nederduitsch Gereformeerde Kerk, de Christelijk Gereformeerde Kerk, De Gereformeerde Gemeerite en de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) bijeenk\~amen toen zij nog niet in het bezit waren van eîm eigen kerkgebouw. Bij de Vrouwesteeg aangekom~n, slaat u deze linksaf in. Aan het einde bevindt zich de Vrouwetoren (13).
leek te staan. Tot slot werd de spits rechtop gezet. Twee eeuwen verstreken voordat opnieuw maatregelen moesten worden getroffen. In 1957 bleek het uit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk de spits te verwijderen. Vijf jaar later werd de toren gerestaureerd en van een nieuwe spits voorzien.
U slaat bij de toren rechtsaf om via de Nieuwehaven, en in het verlengde daarvan de Kleiwegstraat, uit te komen op de Kleiweg die u eveneens rechtsaf inslaat. Op de plaats waar thans Vroom en Dreesmann is gelegen, stond tot 1964 de Kleiwegkerk. Dit bedehuis van de parochie Onze Lieve Vrouwe Hemelvaart werd van 1876 tot 1879 gebouwd. Wegens geldgebrek kon de toren pas in 1902 worden voltooid. Het imposante kerkgebouw is geen lang leven beschoren geweest. Vanwege de ontvolking van de binnenstad werd in 1958 besloten de twee 'binnenstadsparochies' samen te voegen en de Kleiwegkerk te slopen ten gunste van nieuwbouw in de buitenwijken van de stad. U slaat linksaf de Nieuwstraat in en loopt vervolgens via de Nieuwe Markt om de Agnietenkapel (14) heen.
Agnietenkapel.
Vrouwetoren. (foto VVV-Gouda/Tom
Prosé).
Deze toren maakte oorspronkelijk deel uit van de Onze-Lieve-Vrouwekapel die tussen 1489 en 1494 werd gebouwd. Op werkdagen kregen arme meisjes onderricht in dit bedehuis. Na de overgang van Gouda naar prins Willem van Oranje in 1572 hadden de protestanten de kapel korte tijd in gebruik voor het houden van hun erediensten. Vervolgens werd de kapel afgebroken met uitzondering van de toren. In 1754 bleek de toren zodanig te zijn verzakt dat ingrijpen noodzakelijk was. Hendrik Kuijter, meester-vijzelaar te Amsterdam, versterkte eerst de fundering om vervolgens twee steunberen aan te brengen. Daarop liet hij zoveel stenen aanmetselen dat de toren weer rechtop
20
Rond 1400 werd het Agnietenconvent gesticht waarvan ook een kapel deel uitmaakte. Tot echte bloei is dit vrouwenklooster nooit gekomen. Telde het convent omstreeks 1500 nog 96 inwoners, in de periode die daarop volgde daalde dit aantal tot circa 20 in 1572. Vermoedelijk lag aan deze daling 'de ellendige toestand van dit arme ende miserabel scamel convent' ten grondslag. De komst van de geuzen in 1572 betekende de genadeslag voor het convent. De kloostergemeenschap werd verbroken en op de Markt vond een openlijke verbranding plaats van de altaren en beelden. Kort daarop verkocht het stadsbestuur een deel van de gebouwen aan particulieren. Eind 16de eeuw trokken veel Vlaamse wevers naar Gouda. Zij kregen de Agnietenkapel toegewezen omdat deze voldoende ruimte bood voor hun grote weefgetouwen. In 1653 werd de Bank van Lening in
de kapel gevestigd hetgeen met een ingrijpende verbouwing gepaard ging. De grote vensters werden dichtgemetseld om vervolgens drie balklagen met vloeren aan te brengen. Per verdieping werden kleine kruisvensters aangebracht, terwijl de zolder dakkapellen kreeg. Na de sluiting van de Bank in 1924 waren in de kapel onder meer gevestigd de Arbeidsbeurs, de Distributiedienst, een noodpostkantoor en het Kunstcentrum 'Burgvliet'. Wegens instortingsgevaar stond het gebouw een aantal jaren leeg tot in 1972 de restauratie een aanvang nam. Drie jaar later werd de kapel opgeleverd. Thans doet het gebouw dienst als ontvangst-, vergader- en expositieruimte.
Via de Sint Anthoniestraat, die de herinnering bewaart aan de in het laatste kwart van de 16de eeuw afgebroken Anthoniuskapel en -gasthuis, komt u wederom op de Kleiweg die u schuin oversteekt. U loopt nu de Blauwstraat in met in het verlengde daarvan de Turfmarkt. Halverwege passeert u nummer 23, de Kerk van de Vrije Evangelische Gemeente (15).
Kerk van de Vrije Evangelische Gemeente.
Deze kerk vormde eertijds het godsdienstig middelpunt van de Joodse gemeenschap. Reeds in 1795 hielden de joden bijeenkomsten in een huis aan de Lange Groenendaal. Drie jaar later, in 1798, kochten zij de Doopsgezinde kerk aan de Turfmarkt die door de grote terugloop van het aantal gemeenteleden buiten gebruik was geraakt. Het gebouw toonde nogal wat gebreken zodat in 1823 tot afbraak werd besloten. Een nieuwe synagoge verrees op dezelfde plek. In de eerste helft van de 19de eeuw groeide de gemeente aanzienlijk. Van 1862 tot 1940 daarentegen liep het aantal joden te Gouda met 40% terug. Tijdens de oorlog werden vrijwel alle te Gouda woonachtige joden gedeporteerd. Slechts enkelen overleefden en keerden terug. De Joodse gemeenschap was dientengevolgde zo klein geworden dat in 1950 werd besloten de sjoel te verkopen aan de Vrije Evangelische Gemeente. Een uitdrukkelijke voorwaarde bij de verkoop was dat de Hebreeuwse tekst op het kerkgebouw door de koopster moest worden verwijderd of door bedekking aan het oog worden onttrokken. Vandaar dat niets aan het gebouw meer herinnert aan de synagoge die deze kerk eens was.
Gebouw van het Leger des Hei Is.
21
Aan het eind van de Turfmarkt, op nummer 111, passeert u het Gebouw van het Leger des Heils
(16). Op 20 augustus 1892, vijf jaar nadat de Engelse straatpredikant William Booth het Leger des Heils had opgericht, begonnen kapitein Meyering en luitenant Lokhorst met het houden van bijeenkomsten in een voormalige danszaal in de Rozendaal. Hun activiteiten bleven niet onopgemerkt want na enkele weken hadden ze reeds tachtig sympathisanten om zich heen verzameld. In 1910 nam het Leger een zaal in de Sint Anthoniestraat in gebruik. Vandaar verplaatste het korps in 1926 zijn activiteiten naar het pand Turfmarkt 111, van origine twee huizen die in 1762 door burgemeester Dirk Verrijst waren samengevoegd en van een nieuwe monumentale - gevel voorzien. In de oorlog werd het Leger door de Duitsers opgeheven. De bezetter kon echter niet verhinderen dat het korps bleef voortbestaan in de vorm van een geloofsgemeenschap zonder rangen en onderscheidingstekens. Na de bevrijding hervatte het Leger zijn activiteiten met hernieuwde energie. Het Goudse korps is belast met de opvang van mensen die daaraan behoefte hebben. Daarnaast worden ouderen en eenzamen bezocht. Thans telt het korps veertig officieren en soldaten en beschikt het over een eigen - zij het bescheiden - muziekkorps.
De eerste bijeenkomst van de lutheranen te Gouda vond begin 1623 plaats in het huis 'De Vergulde Arend', gelegen aan Achter de Vismarkt. Enkele malen werd van (schuil)kerk verwisseld tot het kerkbestuur in 1680 de voormalige Sint-Joostkapel aankocht. Deze kapel was na de omwenteling in 1572 in het bezit van de stad gekomen en deed dienst als turfschuur en opslagplaats voor brandemmers. Twee jaar waren nodig om het gebouw in een goede staat te brengen. Ter verfraaiing van de kerk vervaardigde Willem Tombergius tien glasin-lood-ramen. Bii de restauratie van 1838 werden de vensters vergroot. Ter dekking van de kosten verkocht het kerkbestuur de nu niet meer passende gebrandschilderde ramen. Ruim dertig jaar later, in 1869, werd de toren afgebroken hetgeen voor het kerkbestuur aanleiding was de voorgevel aan te passen. Tegelijkertijd werd de zijgevel van het kerkgebouw bepleisterd. In 1926 onderging het interieur van de kerk een aanzienlijke wijziging. De laatste restauratie, die in 1957 plaatsvond, was de meest ingrijpende in het bestaan van de kerk. Het gebouw werd vrijwel geheel afgebroken en vervolgens weer opgebouwd. Door het aanbrengen van een blind raam en een torentje kreeg de voorgevel een geheel ander aanzien.
U slaat linksaf en vervolgt de weg langs de Lage Gouwe. Op de hoek met de Lange Groenendaal bevindt zich een winkel die in de jaren rond 1734, toen er een apotheek in was gevestigd, een belangrijke ontmoetingsplaats vormde voor de Goudse 'hattemisten'. De lutherse kerk (17) ligt op de andere hoek.
Interieur lutherse kerk. (foto VVV-Gouda/Cok Graafland).
22
lutherse kerk. (foto VVV-Gouda/Tom Prosé).
U vervolgt de weg tot Achter de Vismarkt die u linksaf inslaat om via de Vissteeg weer uit te komen op de Lage Gouwe die u eveneens linksaf inslaat. Het pand genummerd 4-6 deed voorheen dienst als Rooms-katholieke kerk. Onder pastoor Theodorus Witsenburg, een Gouwenaar van geboorte, betrokken de parochianen van de derde statie in het begin van de 18de eeuw een groter kerkgebouw op de toenmalige Vismarkt, thans Lage Gouwe geheten, dat naar het uithangbord 'De Braesem' werd genoemd. De slechte economische omstandigheden in de periode van 1795 tot 1813, veroorzaakt door de Franse overheersing, hadden tot gevolg dat het onderhoud van het gebouw achterwege bleef. Wat restte was een vervallen en bekrompen kerkje Vandaar dat het bedehuis met de bijbehorende pastorie in 1814 werd verkocht en de parochianen werden ingedeeld bij de Jezuïetenstatie aan de Keizerstraat. U slaat linksaf de Wijdstraat in. Voor u ziet u het Stadhuis, eerst het startpunt, nu het eindpunt van de wandeling.
23
Verantwoording De in deze uitgave vermelde informatie over de kerken, kapellen en torens te Gouda is ontleend aan een groot aantal publicaties. Het meest geraadpleegd zijn: Abels, PHA.M, N.D.B. Habermehl en A.PF Wouters ed, In en om de Sint-Jan. Bijdragen tot de Goudse kerkgeschiedenis (Delft 1989); Als een lelie tussen de doornen. 100 jaar uit de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk van Gouda (Gouda z.j. [1987]); Berg, Bianca van den, Gouda Nostra (Gouda zj [1990]); Bokhoven, P. en 1. Arentz, Herdenkingsrede ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan der Loge 'De Ware Broedertrouw' (Gouda 1952); Carlier, JH, Het Fraterhuis of Collatiehuis op de Jeruzalemstraat, Die Goude 5 (1947) 50- 77; De vergaarbak der ketters. Religie en verdraagzaamheid in Gouda (Gouda 1988); Dolder-de Wit, HA van, Kroniek van de Hervorming in Gouda (Gouda 1987); Geselschap, J, De Vrouwentoren te Gouda, Zuid-Holland 8 (1962) 35-38; Goudsche Courant, diverse jaargangen; Habermehl, N.D.B, Gouda Monumentaal (Gouda 1987); Habermehl, N.D.B, Gouda Waterstad (Gouda 1988); Habermehl, N.D.B, Gouda Restaureert (Gouda 1989); Habermehl, N.D.B, Gouda, het Tolhuis en zijn omgeving (Gouda 1990); Heel, Dalmatius van, De minderbroeders te Gouda (2 dln.; Gouda 1947); Herstelde Koekkoek, Lidewij, Van ankers, togen en karbelen. Over de architectuur van het Catharina Gasthuis en De Moriaan (Gouda 1987); Kraats, SH van der en J. Smit, Mededeelingen over de voorgeschiedenis van het tegenwoordige Librije- en archiefgebouw aan de Oosthaven te Gouda, Die Goude 4 (1943) 130-142; Mark-Hoevers, Suzan van der, Huize Groeneweg. De historie van een eeuwenoud gebouw in Gouda (Gouda 1986); Muylwijk, PO, Een paar belangrijke eeuwen in Gouda's historie (Gouda 1948); Nieuwe Zuid-Hollander, diverse jaargangen; Pas, G.O., J. de Visser en A.C. Witvliet, Het braambos niet verteerd. 1908 - Gereformeerde Gemeente Gouda - 1983 (Gouda 1985); Rijksen, AAJ , Gespiegeld in kerkeglas. Hollands leed en vreugd in de glasschilderingen van de St.-Janskerk te Gouda (Lochem 1947); Scheygrond, A., J.E.J. Geselschap en L.B. Korstanje ed , Gouda zeven eeuwen stad. Hoofdstukken uit de geschiedenis van Gouda (Gouda 1972); Scheygrond, A., Goudsche straatnamen (2e druk; Alphen aan den Rijn 1979); Scheygrond, A., De namen der Goudse straten, wi;ken, bruggen, sluizen, waterlopen en poorten (Alphen aan den Rijn 1981 ); Scheygrond, A., L.B. Korstanje en J.GWF. Bik ed, Die Goude 1932-1982 (Alphen aan den Rijn 1982); Sterenborg, T, De restauratie van de SintJanskerk te Gouda 1964-1980 (Gouda 1980); Taal, J, De Goudse kloosters in de middeleeuwen (Hilversum 1960); Walvis, 1, Beschrijving der stad Gouda (2 dln., Gouda en Leiden 1714: herdruk Nieuwendijk 1972). Materiaal is mij verstrekt door en/of waardevolle adviezen heb ik ontvangen van PHAM. Abels, B. van den Berg, HA van Dolder-de Wit en J. du Pré, waarvoor mijn dank.
24
Financiële en/of materiële bijdragen aan de Stichting Open Monumentendag Gouda zijn gegeven door - Bontenbal Bouw BV., Reeuwijk - Dynamic Communication, Gouda - De heer G. Th. Steenland, Gouda - Zuid-Hollandse Glascentrale, Boskoop - Schildersbedrijf Prévoo BV., Gouda - Van Lierop & Zn. BV., Alphen a/d Rijn - Architectenbureau Abken BV., Nieuwegein - Morel Ernst & Young Registeraccountants, Gouda - Architectenbureau Campman Tennekes De Jong, Gouda - KPMG Klynveld Accountants. Gouda - Kamer van Koophandel voor Midden-Holland, Gouda - Van Nieuwpoort Beheer BV., Gouda - Bob C. van Beek BV., Architect, Oegstgeest - Euromail, Gouda - Restaurant 'De Mallemolen', Gouda - J. van Meeteren Wafels BV, Moordrecht - Bouw- en Aann. Mij 'Woerden' BV., Woerden - BV Vlietland Makelaardij O G. Gouda. - Bouwbureau en Aann. Bedrijf De Wilde BV, Gouda - Aann. Bedrijf Vrielak Bouw BV, Stolwijk - Drukkerij Verzijl BV, Gouda/Schoonhoven - Hendriks Bouwbedrijf Eindhoven BV, Eindhoven - TRN Groep, Gouda - Bouwgroep 'Ouwe Gouwe', Gouda - Woningbouwvereniging 'Ter Gouw', Gouda - Stichting 'Gouda, Hart van Holland' - Koninklijke Woudenberg Ameide, Ameide - Gemeente Gouda - Woningcorporatie 'De Samenwerking', Gouda - Aann. Bedrijf Gebr. Den Hoed & Zn. Bergambacht - Verenigde Aannemers- en steenhouwersbedrijven Van der Sluijs en Van Dijk BV, Dordrecht - Aann. Bedrijf Pl. Hoogendoorn BV., Gouda - Goudse Verzekeringen BV, Gouda - Degenaar Schoonmaakservice BV, Gouda - Enige bedrijven/instellingen die onbekend wensten te blijven Deze lijst is half juni 1991 afgesloten Aan allen, genoemd of ongenoemd, betuigt het bestuur van de Stichting Open Monumentendag Gouda zijn dank