Situatie van Kerken en Christenen in Syrië Het Midden Oosten is altijd een bijzondere regio geweest omdat het de geboorteplaats is van het Jodendom, christendom en de Islam. Christelijke gemeenschappen zijn een kleine minderheid in een groter geheel van een Islamitische samenleving. Een Christelijke aanwezigheid is essentieel voor het vreedzaam samenleven van de verschillende denominaties, culturen en beschavingen. Het onafgebroken getuigenis van de verschillende lokale kerken in de regio is voor de ganse wereld een bijzondere rijkdom en gaat terug naar de apostolische tijden. Christenen in de ganse regio staan onder druk en de uitdagingen voor de kerken zijn immens. Het moderne Syrië is een centrum voor de Kerk van Antiochië. Damascus is de stad van de drie patriarchaten: Orthodox, Syrisch Orthodox en Melkitische Grieks Katholiek. Tot kort voor de oorlog in Syrië woonden er ongeveer 22 miljoen mensen in Syrië, inclusief de 472.000 Palestijnse vluchtelingen die daar onder de bescherming leven van de Verenigde Naties. Tot voor de oorlog leefden er ook ongeveer 1,5 miljoen verplaatste personen uit Irak waarvan 10 procent christenen. Ongeveer 75% van de bevolking zijn Soenniet Moslims. De macht ligt echter bij de Alawi minderheid, welke een religieuze groepering is die zijn wortels heeft in de traditie van de Sjiieten. Zij vormen ongeveer 10 % van de bevolking. Zowel Soennieten als Sjiieten beschouwt de Alawi als een “non-muslim” sekte. Maar eerder had het Syrische parlement besloten dat de Alawi een deel is van de Islam. De Syrische grondwet zegt ook dat de president steeds een moslim moet zijn. Het aantal christenen bedraagt ongeveer 10% van de bevolking en dat zijn ongeveer 2 miljoen mensen. Ongeveer de helft daarvan behoort tot de Orthodoxe Kerk van Antiochië. Ongeveer 500.000 personen behoren tot de Syrische Orthodoxe Kerk en 1
125.000 tot de Armeens Apostolische Kerk. Voor de katholieken gaat het om ongeveer 400.000 personen en dat zijn dan 234.000 Melkieten, 62.000 Syrisch, 51.000 Maronieten, 25.000 Armeniërs, 12.000 Latijnen en 15.000 Chaldeeuwen. De rest van de Syrische bevolking, ongeveer 5 % zijn verdeeld onder de Druzen en de Sjiieten. Met de dood van vader Hafez al-Assad in juni 2000, kwam er een einde aan één van de langst dienende staatshoofden in de regio. Zijn zoon Bashar heeft hem opgevolgd en die initieerde enkele politieke veranderingen. Op dat moment hebben zowel mensenrechtenactivisten als ook een aantal parlementsleden al gesproken over een Arabische Lente (juli 2000 – februari 2001). De president had toen ook hervormingsgezinde technocraten aangesteld. Maar sinds 2001 werd die klok teruggedraaid tot het nu bekende resultaat. Met het gebeuren van 11 september 2001 in New York en Washington, heeft de Syrische regering samengewerkt met de VSA om het terrorisme te helpen blokkeren. Doordat Syrië tegen de invasie was van de VSA/GB in Irak in 2003, werden de relaties afgebouwd. Een dieptepunt kwam er bij de moord op Libanees Eerste Minister Rafiq Hariri in 2005, waarvan het Westen zei dat de Syrische geheime dienst daar achter zat. Het land kwam in een internationaal isolement terecht. Allerlei pogingen van derde landen zo o.m. Turkije om een dialoog op te starten tussen Israel en Syrië liepen op niets uit. Economisch is Syrië afhankelijk van landbouw, industrie, olie en toerisme. Het land heeft deze rijkdommen niet kunnen kapitaliseren en werkloosheid steeg met 11 % in 2008 en 8 % in 2009. Een veelomvattende corruptie, een laag niveau van investeringen en een zwak financieel systeem hebben de economie de das omgedaan. De Syrische Grondwet van 1973 garandeert de vrijheid van godsdienst in zoverre godsdienstige activiteiten het openbare leven niet verstoren. Toch heeft de regering maatregelen genomen om bepaalde aspecten van die vrijheid aan banden te 2
leggen. Zo bijvoorbeeld werden het Moslim Broederschap, de Salafisten en andere Islamitische bewegingen als ook de Getuigen van Jehova buiten de wet gesteld. Actualiteit Het Syrische conflict valt onder de categorie van “noninternational armed conflict” d.w.z. burgeroorlog. De autoriteiten voeren voornamelijk actie tegen de Soennieten. Christenen in Syrië vormen een belangrijke groep van de Syrische samenleving als zodanig. Zij lijden waar ook alle anderen nu lijden. Fysisch is het nu gewoon aartsgevaarlijk en mensen vertrekken. Het is sterven of verhuizen. Christenen maken daarop geen uitzondering. Oppressie neemt steeds toe. Er zijn vele incidenten tussen gewapende burgers met het regime. Er zijn ook vele pro regime milities actief, vaak met een sektarisch karakter. Sommige Christenen trachten zich gewapend te verdedigen tegen antiregime strijders. Dit gaat om zelfverdediging. Christenen trekken meestal naar verwanten in het nabije buitenland. Sommige rijke Christenen vestigen zich in Libanon. In de streek van Homs zijn de meeste Christenen weggetrokken. Het gaat om ongeveer 160.000 Christenen. Slechts 1.000 Christenen zijn er nog in Homs. Enkele uitzonderingen zoals Pater Frans Van der Lugt zijn gebleven. Pater Frans werkt bijna 50 jaar in Syrië. Christenen uit Aleppo zijn veelal naar het kustgebied getrokken of naar Libanon, vaak in de bergen daar. De meeste kerken in Aleppo werden verwoest. Rijken trekken weg. Armen blijven meestal achter. De spanningen in vluchtelingenkampen nemen eveneens toe. Daarom dat bijvoorbeeld de Turkse overheid een kamp voorzien voor Christenen, en een tweede kamp enkel voor de Koerden en andere minderheden. Sommige kampen zijn overbevolkt, zoals Zataari in Jordanië.
3
15 april 2013 - Mgr. Samir Nassar, Maronitische Aartsbisschop van Damascus: de christenen in Syrië moeten kiezen tussen twee bittere kelken: sterven of vertrekken. Volgens hem zijn er 223 ziekenhuizen in Syrië gesloten en dokters zijn op de vlucht geslagen. Duizenden mensen zoeken toevlucht in de kerken. Volgens Mgr. Nassar is de internationale gemeenschap niet geïnteresseerd in het lot van de christenen in het land. 15 april 2013 – Maronitische Kardinaal Béchera Raï, Patriarch van Antiochië: regeringen moeten zich engageren voor een diplomatieke oplossing voor het conflict in Syrië. De kardinaal zelf weigert partij te kiezen in het conflict. Hij pleit voor versterking van de banden tussen de verschillende kerken en met de moslims om het fundamentalisme te counteren. 15 april – vernietiging van Franciscanenkerk en -klooster in Deir Ezzor, Mesopotamië. Er verbleven verzetsstrijders in de gebouwen en het Syrische leger heeft deze vernietigd. Alle christenen hebben nu de stad verlaten. De Syrische Orthodoxe Kerk heeft haar kerken zien verloren gaan in Harasta, Arbin, Zabadani, Deraa, Aleppo, Damascus en Raqqa. 17 april 2013 – Grieks-melkitische patriarch Gregorius III Laham van Damascus: volgens de patriarch zijn sinds het conflict naar schatting 400.000 Syrische christenen (25% van het totaal aantal) gevlucht zowel in binnen – als in buitenland. Dorpen werden “gezuiverd” van hun christelijke bewoners en 44 kerken en andere christelijke gebouwen zoals scholen zijn beschadigd of vernietigd. Er is een groeiend islamitisch fundamentalisme. Het gevolg is toename van emigratie van christenen. In het verleden was Syrië een veilige thuishaven voor christenen uit andere landen zoals Libanon en Irak. Verschillende islamitische tradities zijn elkaar aan het bevechten. 19 april 2013 – Latijnse vicaris van Aleppo, Georges Abou Khazen: stop wapenleveringen aan strijdende partijen; naar een wapenstilstand en onderhandelingen. 4
19 april 2013 – De Syrisch katholieke patriarch Ignace Youssif III Younan is op bezoek geweest bij Paus Franciscus. De situatie van de christenen in Syrië stond centraal. In Syrië leven naar schatting 65.000 Syrische katholieken. 22 april 2013 – Ontvoering van twee Syrische aartsbisschoppen: de Syrisch-orthodoxe metropoliet Mar Gregorius Yohanna Ibrahim en de Grieks-orthodoxe aartsbisschop Boulos Yazigi werden ontvoerd na een humanitaire missie in rebellengebied ten westen van Aleppo. Naar alle waarschijnlijkheid om te onderhandelen over de vrijlating van twee ontvoerde priesters. Ontvoeringen zijn niet uitzonderlijk maar het is de eerste keer dat vooraanstaande kerkleiders daar het slachtoffer van zijn. 23 april 2013 – Christelijk Forum: 21 kerkleiders uit het MiddenOosten hebben een oproep gelanceerd tot alle inwoners van de regio om elke vorm van geweld en extremisme te verwerpen. Zij zijn geschokt door het bloedig geweld in Syrië en de vernieling, de moeilijke levensomstandigheden en het lot van de duizenden vluchtelingen. 24 april 2013 – Mgr. Antoine Audo, de Chaldeeuwse bisschop van Aleppo en voorzitter van Caritas: de plaag van ontvoeringen heeft weinig te maken met godsdienst. Sinds het uitbreken van het conflict zijn er al 2.000 mensen ontvoerd, inclusief christenen. Het gaat voornamelijk om het afpersen van geld. 27 april 2013 – Pastorale Brief van John X, de Grieks Orthodoxe Patriarch van Antiochië: brief n.a.v. de Palmzondag en begin van de Goede Week voor de Orthodoxe Kerken. Oproep aan internationale gemeenschap al het nodige te doen voor de vrijlating van de twee ontvoerde bisschoppen. Tevens vraagt de Patriarch het dringend optreden van de internationale gemeenschap om tot een snelle oplossing van het conflict te komen. 2 mei 2013 – Syrisch Orthodoxe Metropoliet Kawak: Volgens de Metropoliet zou het noorden van Syrië onder Turkse controle staan 5
dus is het belangrijk met hen te praten. Turkse leiders dienen betrokken te worden in de mogelijke vrijlating van de twee ontvoerde bisschoppen. 6 mei 2013 – Vijf trapistinnen in een klein maronitisch dorpje nabij de Libanese grens in een gebied dat overwegend door sjiieten en alawieten wordt bewoond, weigeren hun klooster te verlaten ondanks het gevaar voor ontvoering en het altijd dreigende geweld. De Italiaanse zusters willen de plaatselijke bevolking niet in de steek laten. 7 mei 2013 – Metropoliet Timothée Matta Fadil Alkhouri van het Syrisch-orthodoxe patriarchaat van Antiochië: het blijft onduidelijk wie de ontvoerders zijn van de twee bisschoppen. Internationale en oecumenische contacten, alsook islamitische leiders, bundelen de krachten om de twee bisschoppen vrij te krijgen. Regionaal overleg Er is dringend nood voor kerkleiders van alle denominaties van de regio om een nieuwe gemeenschappelijke reflectie te houden over de hedendaagse uitdagingen. Daarom zullen de Wereldraad van Kerken en de Raad van Kerken voor het Midden Oosten, een internationaal oecumenisch overleg plannen, 22 – 25 mei 2013 in Beiroet, om zo tot één krachtig getuigenis te komen van de kerken en christenen in de regio niet in het minst in Syrië. De bedoeling is veelzijdig: een ruimte bieden om de zorgen en verwachtingen van de religieuze leiders van zich uit te spreken en te reflecteren; een gemeenschappelijke boodschap de wereld insturen over hoe zij de toekomst van het christendom zien en hun bijdrage voor rechtvaardigheid en vrede in de regio; nagaan wat andere kerken en christelijke organisaties van buiten de regio kunnen bijdragen; en om te komen tot nieuwe vormen van solidariteit. Uitdagingen voor de christenen in de regio zijn:
6
1. De rechten van minderheden en vrijheid van godsdienst moet gegarandeerd blijven in Syrië en in de ganse regio, nu en later. 2. De emigratie van christenen omwille van politieke en economische redenen stoppen en alternatieven aanbieden. 3. Vreedzaam beëindigen van de vele conflicten in de regio en goede contacten onderhouden met de moslims. 4. Programma’s promoten ten voordele van rechten van minderheden, interreligieuze samenwerking, vredesopbouw, opvoeding & training in mensenrechten. 5. De post conflict periode zal bijzonder moeizaam verlopen: naast opbouw van de infrastructuur, is er vooral de heropbouw van de “harten en de zielen” in het bijzonder voor de getraumatiseerde jeugd en de verschillende gemeenschappen. Solidariteit en gebed Christelijke kerken in Syrië roepen op om op 11 mei 2013 een “Gebedsdag voor de Vrede” te houden. De dag van vasten en gebed moet het geloof en de hoop van de christenen ter plaatse versterken. Ze vragen aandacht voor 4 zaken: (1) terugkeer van de vrede; (2) vrijlating van alle ontvoerden; (3) meer hulp en steun voor de kinderen die zwaar getraumatiseerd worden door de oorlog en (4) meer humanitaire steun voor de Syrische vluchtelingen – 30 % van de bevolking is op de vlucht. Metropoliet Gregorius Yohanna Ibrahim zei op Facebook (19 april 2013): “Hoop…is als een klein venster, maar hoe klein dit venster ook is, het opent een immense horizon van leven.”
Paul Lansu Pax Christi International Antwerpen, 8 mei 2013 7