Dossier: Christenen en ontwapening Kerken kunnen meer doen om wapenwedloop te verminderen De wereld wordt meegezogen in een hallucinante, maar onzichtbare wapenwedloop. De voorbije tien jaar stegen de uitgaven voor bewapening met de helft. Hoe moeten christenen daarmee omgaan? Ter gelegenheid van Wapenstilstand legde Tertio die vraag voor aan Stijn Van Bever en Paul Lansu van Pax Christi Internationaal, theoloog en legeraalmoezenier Wim Smit en de Leuvense hoogleraar Ethiek Johan Verstraeten. De rode draad is dat kerken op dat terrein actief zijn, maar nog veel meer kunnen doen. “Zij kunnen wereldwijd het verschil maken”, onderstreept Verstraeten. Vredesbewegingen krijgen geen greep op wapenhandel Hoe bouw je aan duurzame vrede terwijl de wapenindustrie floreert? Essentieel is de bevolking informeren en sensibiliseren. Omdat wapenhandel internationaal verloopt, zijn overleg over grenzen heen onontbeerlijk. Vredesbeweging Pax Christi duwde mee de kar voor het verbod op landmijnen en clusterbommen, maar krijgt geen greep op de wapenhandel. Het gezaghebbende Internationale Onderzoeksinstituut voor de Vrede in Stockholm (Sipri) becijferde dat de militaire uitgaven, mede door de oorlogen in Kosovo, Afghanistan en Irak, de voorbije tien jaar met de helft stegen tot een recordbedrag van 1.531 miljard dollar in 2009. Hoe gaan de vredesbewegingen, waaronder Pax Christi Internationaal dat actief is in vijftig landen, te werk in hun strijd voor duurzame vrede? Tertio ging daarover praten met Stijn Van Bever van de dienst Geweldpreventie van Pax Christi Vlaanderen, en met Paul Lansu, de inhoudelijke coördinator van Pax Christi Internationaal. Sensibilisering verloopt moeizaam “Informeren is essentieel”, zegt Van Bever. “Enerzijds informeren wij het publiek en de politici over de evolutie van de bewapening en de wapenproductie, maar anderzijds ondersteunen wij beleidsverantwoordelijken met onze knowhow. Het blijft, zeker in tijden van crisis, moeilijk de dooddoener ‘de wapenindustrie geeft mensen werk’ te counteren. Alleen in crisissituaties, zoals de moordraid van Hans Van Themsche in mei 2006 in Antwerpen, beseffen mensen wat een onheil wapens kunnen aanrichten.” De publieke opinie sensibiliseren blijft moeilijk, want maar weinigen liggen wakker van dat onderwerp. “Nochtans besteden religies en de katholieke kerk in het bijzonder daar grote aandacht aan”, vult Lansu aan. “Sinds 1967 lanceert de paus op Nieuwjaar zijn vredesboodschap. Die inhoudelijk sterke teksten zijn erg lezenswaardig. Maar door de gebrekkige communicatie, ook in de kerk, krijgt die boodschap bij ons nauwelijks aandacht. Wat een contrast met het Verenigd Koninkrijk waar ze op de Vredeszondag, het derde weekend van januari, op de inhoud daarvan diepgaand reflecteren.” Dag voor vrede In 1982 riepen de Verenigde Naties 21 september uit tot de Internationale Dag voor de Vrede. Samuel Kobia, de voormalige algemeen secretaris van de Wereldraad van kerken, nam in 2004 het initiatief op die dag een internationale gebedsdag voor de vrede te houden. Die gebedsdag betekent ook in ons land het startschot voor de Vredesweek, de belangrijkste sensibiliseringcampagne in ons land. Dit jaar luidde het thema ‘Werken aan het klimaat, voor vrede!’ en volgend jaar staat de
wanverhouding tussen de budgetten van bewapening en die van ontwikkelingssamenwerking centraal. Hoewel de bewustmaking een werk van lange adem blijft, wordt toch vooruitgang geboekt. Na jarenlang lobbywerk van de vredesbewegingen, waaronder Pax Christi, richtte het parlement in 2004 het Vlaams Vredesinstituut op. Dat doet wetenschappelijk onderzoek over vredesvraagstukken. Internationale dialoog en ontmoeting De wapenproductie en de wapenhandel gebeuren mondiaal. Het zwaartepunt van de werking van de vredesbewegingen, zo ook van Pax Christi, ligt op het internationale niveau. De vereniging is geëngageerd in enkele wereldwijde fora. “Sinds de oprichting in 2000 zijn wij actief in het Göteborgproces”, vertelt Lansu. Dat oecumenische initiatief houdt de dialoog tussen de academische wereld, de wapenindustrie, de kerken en de internationale vredesbewegingen gaande met de bedoeling tot een strikte code voor de wapenhandel te komen. Vorige maand woonde Lansu in Hilversum het 47ste congres bij van de Conference on Christian Approaches to Defence and Disarmament (CCADD). In dat open discussieplatform voor christenen vanuit diverse achtergronden ontmoeten academici, diplomaten, topmilitairen, mensen uit de vredesbewegingen en de Wereldraad van kerken elkaar. “Luisteren naar elkaars argumenten en open discussies laten je toe je eigen positie scherper te stellen.” Doorbraak bij landmijnen en clustermunitie Door de internationale contacten en de overlegmomenten zijn christenen wereldwijd betrokken bij ontwapeningbesprekingen. De voorbije jaren was er in de dossiers van de landmijnen en de clusterbommen een doorbraak. Die wapens maken vooral slachtoffers onder burgers en maken op grote schaal velden onbruikbaar. Nog vele jaren na het einde van militaire conflicten terroriseert dat wapentuig hele regio’s omdat het bij de minste aanraking ontploft. In 1997 werd in de Canadese hoofdstad de Ottawaconventie ondertekend die een verbod uitvaardigde op het gebruik, de productie en de opslag van landmijnen. Die conventie werd een bindende internationale wet nadat veertig landen die in 1998 ondertekenden. Vandaag is die conventie door 154 landen geratificeerd, maar de grootste producenten van landmijnen – de Verenigde Staten, Rusland en China – horen daar nog altijd niet bij. In december 2008 werd in de Noorse hoofdstad Oslo de conventie ondertekend die de aanmaak en het gebruik van clustermunitie verbiedt. “Ook dat akkoord kwam tot stand na jarenlang lobbywerk van de internationale vredesbewegingen met een prominente inbreng van de Heilige Stoel”, onderstreept Lansu. Ethisch beleggen als hefboom Die conventie werd op 1 augustus dit jaar een bindende internationale wet na de ratificering door dertig landen. Maar ook nu doen de belangrijkste producenten van dit soort wapens niet mee: Frankrijk, Rusland, China en Brazilië. Van Bever woont op dit moment een internationale conferentie bij in Laos – het meest gebombardeerde land ter wereld – waar een campagne wordt uitgewerkt die ook de laatstgenoemde landen ertoe moet overhalen het verdrag tegen clustermunitie te ondertekenen. “Ethisch beleggen vormt een hefboom om investeringen in de fabrieken waar die wapens worden gemaakt, onmogelijk te maken. Wij ijveren voor meer financiële transparantie en de bekendmaking van de namen van wie in zulke fabrieken investeert. Een ander punt is controleren of het verdrag wordt nageleefd. Ook daar is nog veel werk aan de winkel.”
Verloopt het proces van de ontwapening niet te traag? “Bij de landmijnen liet de toepassing van het verbod lang op zich wachten,” benadrukt Van Bever, “maar clustermunitie was zes jaar na de oprichting van een internationale coalitie van niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) al verboden. Dat is toch heel snel.” Ook in het dossier van de nucleaire ontwapening kwam er wat schot in de zaak na het aantreden van Barack Obama als president van de Verenigde Staten. “Een eerste concrete stap is het terugtrekken van de tactische kernwapens uit West-Europa. Die zijn opgeslagen in België, Nederland, Duitsland, Italië en Turkije”, zegt Lansu. “Onze optie is een ‘global zero’ voor nucleaire wapens.” Het heikele punt blijft de internationale wapenhandel waarop niemand vat lijkt te krijgen. “Je kunt immers niet alle wapens uit de wereld bannen”, onderstreept Lansu. “In bepaalde gevallen zijn die nodig om de burgers te beschermen. Zo had een preventief militair optreden in 1994 in Rwanda de genocide wellicht kunnen vermijden. Binnen de kerken en de christelijke vredesbewegingen zie je twee stromingen: naast diegenen die onder geen beding wapens willen gebruiken, willen anderen het gebruik onder strikte voorwaarden toelaten. De voorbije jaren won de geweldloze benadering aan belang, maar mede door die interne spanning klinkt de stem van de kerken niet altijd krachtig genoeg.” Wegen op besluitvorming De vredesbewegingen hebben geen andere keuze dan druk te blijven uitoefenen op politici en regeringen om de wapenhandel onder controle te krijgen. “Ondanks onze inbreng bij het smeden van internationale coalities en onze rijke spiritualiteit blijft de slagkracht beperkt”, besluit Lansu. “Ikzelf werd als priester door de kerk vrijgesteld en verder telt de staf van Pax Christi Internationaal zes permanente medewerkers en zes stagiaires uit het buitenland. Dat is te weinig om voluit professioneel te werken en te wegen op de besluitvorming. Wij blijven afhankelijk van giften, projecten en de inbreng van de lidorganisaties.” Hoogleraar Ethiek Johan Verstraeten (K.U.Leuven): ‘Internationaal orgaan moet wapenhandel controleren’ Johan Verstraeten van de onderzoekseenheid Theologische Ethiek van de K.U.Leuven pleit voor een internationaal orgaan dat de wapenhandel controleert. Kerken moeten veel meer het voortouw nemen in de strijd tegen de wapenwedloop. “Wapens zijn geen gewone objecten die je op de vrije markt verhandelt of te grabbel gooit”, zegt de Leuvense hoogleraar Ethiek Johan Verstraeten. “Het is ethisch verantwoord bepaalde wapens te produceren ter verdediging of ter bescherming van mensen als die volgens de bepalingen van het internationaal recht worden bedreigd met een genocide of misdaden tegen de menselijkheid.” Voor de Leuvense ethicus zijn wapens een publiek goed dat onder de controle moet staan van de Verenigde Naties (VN). “De VN staan ook boven de soevereine staten wanneer die hun burgers willekeurig behandelen.” Hoofdrol voor kerken Verstraeten is ervan overtuigd dat internationaal politiek overleg de bewapeningsspiraal een halt kan toeroepen. “Er gaat vandaag teveel geld naar bewapening ten koste van het algemeen welzijn. Het is best denkbaar dat, zoals bij de patenten, een performant agentschap van de VN controle uitoefent op de wapenhandel en geleidelijk de voorraden vermindert. Door de transparantie kunnen de grootmachten de werking van dat agentschap, en bijgevolg ook elkaar, controleren. Als men dat echt
wil, kan de wapenwedloop wel degelijk worden stopgezet.” De Leuvense hoogleraar ziet bij het streven naar een wapenloze wereld een hoofdrol weggelegd voor de kerken. Christelijke verenigingen en vredesorganisaties hadden een belangrijk aandeel in het verbod op de productie, de verspreiding en het gebruik van landmijnen en clusterbommen. “Maar er kan nog veel meer gebeuren. De kerken schieten in hun opdracht schromelijk tekort. Ten tijde van de pausen Paulus VI en Johannes XXIII nam de katholieke kerk de leiding in de strijd tegen de wapenwedloop. Maar vandaag is die zodanig geobsedeerd door de ‘pro life’-agenda dat zij te weinig oog heeft voor de wapenwedloop die op termijn het leven van miljarden mensen bedreigt. Waar is de diplomatieke dienst van het Vaticaan mee bezig? Zijn discours is veel te braaf geworden. De kracht van de middelen die hij heeft, worden onvoldoende benut om het tij te keren.” Ook in het verleden maakten christenen bij herhaling het verschil. “De quakers stonden mee aan de basis van het afschaffen van de slavernij en nog altijd streven de mennonieten naar een geweldloze samenleving. De tijd is rijp voor een bewustmakingscampagne bij katholieke politici”, besluit Verstraeten. “Ook moeten de christelijke kerken en de andere godsdiensten de handen in elkaar slaan. Ik ben ervan overtuigd dat zij samen de bewapeningsspiraal een halt kunnen toeroepen.” Dialoog kan wapenwedloop stoppen “Niet de vrede, maar het militair denken staat centraal in de internationale politiek”, zegt theoloog en legeraalmoezenier Wim Smit. “Alleen een echte dialoog kan de wapenwedloop stoppen." "Na de aanslagen van 11 september 2001 stond de strijd tegen het internationaal terrorisme jarenlang centraal in de internationale politiek”, zegt theoloog en legeraalmoezenier Wim Smit die op dit ogenblik in Afghanistan verblijft. De toenmalige Amerikaanse president, George W. Bush, kapittelde Iran, Irak en Noord-Korea als de ‘As van het Kwaad’ omdat zij het terrorisme zouden steunen. “In die strijd werden ongezien grote middelen ingezet, zonder veel tastbare resultaten. En nog altijd werd die enge visie niet bijgestuurd en gaat nog altijd veel geld naar de militaire strijd tegen het terrorisme, onder andere in Afghanistan. Bovendien leidt dat streven naar een utopisch ‘waterdicht’ veiligheidsnet ertoe dat men blind is voor de fundamentele rechten van burgers.” Smit onderstreept de nood aan een internationale dialoog. “Alleen die kan de lont uit het kruitvat halen en de wapenwedloop stoppen. Maar het realiteitsbesef gebiedt dat alleen dialogeren de vrede niet altijd dichterbij brengt. Dat hangt af van de intenties van de partijen en soms zijn andere middelen geoorloofd. Zo komen we bij het rechtvaardige oorlogsdenken dat zich onderscheidt van het pacifisme. Het grote knelpunt is dat het internationale politieke denken nog altijd sterk is doordrongen van het militarisme. Veel te snel wordt naar de wapens gegrepen. Al te weinig dringt het besef door dat een vredevol alternatief voor een militair optreden veel minder kost en meer duurzame resultaten biedt voor de bevolking.” Onzichtbare wapenwedloop houdt aan Met een recordomzet van 1.531 miljard dollar in 2009 floreert de wapenindustrie. Wereldwijd zijn de grootste handelaars de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. In ons land doet het Waalse overheidsbedrijf gouden zaken en zit ook de Vlaamse wapenindustrie in de lift, maar de controle faalt over de hele lijn. De vijf permanente leden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, de Verenigde Staten,
China, Rusland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, hebben als primaire opdracht vrede en veiligheid in de wereld te bewaren. Paradoxaal genoeg zijn ze de grootste wapenproducenten. Met 30 procent van de totale wapenexport blijven de Verenigde Staten de grootste wapenleverancier. Recentelijk werd nog voor zestig miljard dollar aan gevechtsvliegtuigen en helikopters aan SaoediArabië geleverd “om de Iraanse dreiging tegen te gaan”. China groeit militair Rusland gaf een lening van 2,2 miljard dollar aan de regering van president Hugo Chavez in Venezuela voor de aankoop van militair materieel, bovenop de bestellingen voor vier miljard dollar sinds 2005. In Frankrijk groeide de wapenexport vorig jaar naar 8 miljard euro – een stijging met 21 procent. Bovendien investeren onze zuiderburen, ondanks de crisis, een recordbedrag van 19 miljard euro in hun leger. Zelfs de Scandinavische landen die een groot prestige genieten in vredesopbouw, hebben een fors uitgebouwde wapenindustrie. Het Midden-Oosten lijkt één groot wapenarsenaal, maar vooral de situatie in Zuid-Oost-Azië baart de Zweedse onderzoekers van het Internationale Onderzoeksinstituut voor de Vrede in Stockholm (Sipri) zorgen. De groeiende militaire macht van China veroorzaakt een domino-effect. De aankoop van conventionele wapens door de Chinese regering steeg de voorbije tien jaar van tien naar tachtig miljard dollar. In een reactie besteedden ook de buurlanden meer geld aan bewapening. In Singapore namen de legeraankopen toe met 146 procent en in Maleisië met 722 procent. Wapens zijn geen speelgoed, maar worden vroeg of laat gebruikt. FN grootste Waalse producent De wapenindustrie is big business en in die sector heerst een moordende concurrentie. Wie een aandeel in de markt heeft, wil dat onder geen beding prijsgeven. Dat weten wij Belgen maar te goed. Want in ons land wordt noch de Europese Gedragscode uit 1998, noch de strenge wapenwet correct toegepast. In 1991 viel de regering-Martens VIII over de wapenleveringen aan Saoedi-Arabië en in 2003 leidde een wapenlevering aan Nepal bijna tot de val van de paarsgroene regering-Verhofstadt I. De uitweg was dat voortaan de deelstaten bevoegd waren voor het toekennen van exportvergunningen. Daardoor kreeg vooral Wallonië vrij spel. Sindsdien verdubbelde de legale wapenexport vanuit ons land. Wallonië haalde in 2009 het recordbedrag van 805 miljoen euro. Het leeuwenaandeel komt voor rekening van FN Herstal, dat sinds 1997 volledig eigendom is van de Waalse regering. Dat bedrijf geeft 1.600 mensen werk, naast de vele honderden jobs bij de toeleveringsbedrijven in de buurt. In november 2009 keurde Waals minister-president Rudy Demotte (PS) een omstreden exportvergunning goed voor wapens aan Libië “uit algemeen belang”. Niet alleen moest FN Herstal zijn contractuele verplichtingen nakomen, maar voor de arbeiders was, zo luidde het klassieke argument, de werkloosheid het enige alternatief. Recentelijk kreeg FN Herstal een order voor 1.600 gesofisticeerde SCAR-wapens (Special Combat Assault Rifle) voor het Amerikaanse leger, met perspectief op de bestelling van 10.000 bijkomende exemplaren, goed voor 15 miljoen euro. Het SCAR-wapen illustreert de snelle technologische ontwikkeling in de defensie-industrie. Het heeft een schootsafstand van minstens een kilometer met de snelheid van het geluid en een verwisselbare loop naargelang de gevechtssituatie. Ook kun je er een granaatwerper opschroeven. Dat uithangbord van de Belgische technologie is wellicht het meest efficiënte dodelijke wapen ter wereld.
Vlaamse wapenexport stijgt sterk Volgens het jaarrapport van het Vlaams Vredesinstituut steeg de vergunde wapenexport sinds 2005 met 82 procent naar 282,2 miljoen euro in 2009. 78 procent was bestemd voor de industrie in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk. De helft betrof visualisatieschermen voor militaire toepassingen, zoals boordcomputers voor vliegtuigen. Vooral het bedrijf Barco gooit hoge ogen met visualisatieschermen voor F16’s en legervoertuigen. Andere belangrijke militaire exportproducten zijn militaire voertuigen, elektronica en vliegtuigonderdelen. Opmerkelijk is dat Vlaanderen in meer dan driekwart van de gevallen niet weet waar de wapens uiteindelijk terechtkomen. De bedrijven vermelden op hun vergunningsaanvraag nooit de eindgebruiker. Opmerkelijk is de stijging van het aandeel van de industriële bedrijven: van 60 procent in 2007 naar 78 procent in 2009. In 2009 werden amper twee vergunningsaanvragen geweigerd: voor telecommunicatieapparatuur voor het Israëlische leger. Maar als diezelfde apparatuur via de Verenigde Staten in Israël zou zijn terechtgekomen, had niemand dat geweten. Verzet neemt toe In tegenstelling tot Wallonië waar niemand de wapenindustrie een strobreed in de weg legt, groeit in Vlaanderen het verzet tegen die lakse toepassing van de wapenwet. Vlaams parlementslid Bart Caron (Groen!) dient een ontwerp van decreet in (zie blz. 1) om te voorkomen “dat Vlaanderen het walhalla blijft van malafide wapenhandelaars”. Ook de Vlaamse meerderheidspartij SP.A eist bij monde van volksvertegenwoordiger Jan Roegiers strengere regels. Weldra wordt het debat gevoerd in het Vlaams parlement. Teksten: Koenraad De Wolf |