1
Veranderingen in het sociale domein en de rol van kerken Opzet 1. Een overzicht van de veranderingen in vogelvlucht. Er is meer aan de hand dan alleen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning waarover wordt gesproken. We hebben te maken met drie en eigenlijk met vier veranderingen die zich tegelijkertijd voltrekken. Ik ga niet tot in detail. 2. De reacties van belangenorganisaties op de plannen. 3. Wat hebben kerken in huis in relatie tot de Wmo? 4. De relatie van Kerken en Wmo. 5. Wat is er nodig? Daarna neemt Ernst Meyknecht het over om ons iets te vertellen over de veranderingen van de parochies en PCI’s en de manier waarop zij omgaan met de nieuwe Wmo. We zullen ernaar streven dat de helft van de ons gegeven tijd overblijft om met elkaar van gedachten te wisselen. Ik zou het dan graag met jullie willen hebben over wat jullie in jullie pastorale en diaconale praktijk reeds merken van de veranderingen en hoe jullie je eigen rol en de rol van de kerk zien.
Wet Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 Wet Langdurige Zorg Jeugdwet
Participatiewet
Wet Passend Onderwijs
Behandeling Tweede Kamer: 24 april 2014 Eerste Kamer: 8 juli 2014 Ingediend 7 maart 2014 Tweede Kamer: 17 oktober 2013 Eerste Kamer: 18 februari 2014 Tweede Kamer: 20 februari 2014 Eerste Kamer: 24 juni 2014 Tweede Kamer: 15 maart 2012 Eerste Kamer: 2 oktober 2012
Invoering 1 januari 2015
Waarom Zorg dichtbij Zorgkosten beperken Eigen Kracht en Eigen Netwerk
1 januari 2015 1 januari 2015
Beperken bestaande AWBZ
1 januari 2015
Meer mensen met een beperking aan een ‘gewone’ baan helpen
Vereenvoudigen van de zorg voor jongeren
1 augustus Meer leerlingen naar een 2014 ‘gewone’ school in de buurt. Waardoor ze meer kans krijgen op een vervolgopleiding en meedoen in de samenleving. Veranderingen in het sociaal domein in vogelvlucht: de vijf wetten.
2
1. Een overzicht van de veranderingen in vogelvlucht. Veel van wat ik hier vertel is ontleend aan informatie zoals die door Movisie wordt gepresenteerd. Ik probeer mij –in dit deel van de presentatie- even te onthouden van mogelijke kritiek die je zou kunnen hebben op alle veranderingen. Ik gebruik hierbij de infographics, waarmee gepoogd is de geschetste ontwikkelingen in één oogopslag in beeld te brengen. 1a. Van AWBZ naar Wmo. De Nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015zie infographic Ondersteuning Wmo 2015 Waarom: - Zorg dichtbij en georganiseerd rondom de cliënt, minder fragmentatie - Beperken zorgkosten - Meer nadruk op wat je zelf nog kunt doen of de mensen uit je omgeving. De transitie van AWBZ begeleiding vindt plaats per 1-1-2015. Tweede Kamer: 24 april 2014 Eerste Kamer: 8 juli 2014 In tegenstelling tot wat er in het regeerakkoord staat, zal ook de dagbesteding pas per 2015 volledig onder verantwoordelijkheid van gemeenten vallen. Er komt een overgangsregeling voor nieuwe aanvragen voor dagbesteding vanaf 2014. Uiteindelijk wordt alle extramurale zorg en ondersteuning uit de AWBZ geschrapt en naar gemeenten overgeheveld. Extramurale verpleging gaat naar de ZVW. Huishoudelijke verzorging wordt alleen toegankelijk voor mensen die dit zelf niet kunnen bekostigen en verdwijnt dus als basisvoorziening in de Wmo. In plaats van ‘compensatieplicht’ nu ‘maatwerkvoorziening’. Maatwerkvoorziening is aanvullend op wat iemand zelf kan bijdragen. De transitie gaat gepaard met een korting van 25% op het oorspronkelijke budget. De gemeente gaat vanaf 2015 nieuwe doelgroepen bedienen, die niet gewend zijn bij de gemeente aan te kloppen. Het gaat in totaal om meer dan 215.000 mensen, jongeren onder de 18 niet meegerekend.
3
4
1b. De Wet Langdurige Zorgzie infographic Hervorming langdurige zorg. De Nieuwe Wmo en de Wet Langdurige Zorg c.q. het beperken van de AWBZ zijn twee communicerende vaten. Waarom: - Beperken van de bestaande AWBZ tot een voorziening voor intramurale ouderen- en gehandicaptenzorg. Tweede Kamer: de Wet is op 7 maart naar de Tweede Kamer gestuurd. 1. De extramurale AWBZ vervalt in 2015. Gemeenten worden helemaal verantwoordelijk voor ondersteuning en begeleiding. Dit wordt wettelijk onderbouwd door een uitbreiding van het compensatiebeginsel in de Wmo. Circa 75% van het budget wordt naar gemeenten overgeheveld. 2. Voor extramurale dagbesteding is er afgesproken dat ook deze in 2015 volledig naar gemeenten overgaat. 3. Hulp bij het huishouden verandert per 2014. Nieuwe cliënten kunnen niet meer rekenen op het bestaande aanbod, omdat de aanspraak op huishoudelijke verzorging in de Wmo vervalt. Voor bestaande cliënten gaat de maatregel een jaar later in. Via de Wmo zal een maatwerkvoorziening worden aangeboden voor mensen die het echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen betalen. De gemeenten krijgen dan 60% van het huidige budget om deze maatwerkoplossingen te bieden. 4. Extramurale verpleging gaat van AWBZ naar Zorgverzekeringswet. 5. De langdurige GGZ (met behandeling) in de AWBZ wordt overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet. De zorgverzekeraars worden in 2017 financieel verantwoordelijk voor de GGZ. 6. De zorgzwaartepakketten 1 tot en met 4 komen deels onder verantwoordelijkheid van de gemeenten te vallen. Dit verloopt gefaseerd, zie punt 8-10. 7. De intramurale AWBZ-klassen ZZP (ZorgZwaartePakket) 1 en 2 vervallen per 1-1-2013 voor nieuwe cliënten vanaf 23 jaar in de sectoren Verpleging & Verzorging, GGZ en Gehandicaptenzorg en worden omgezet in corresponderende extramurale functies (hulp bij het huishouden, verpleging, verzorging en begeleiding). 8. Vervolgens vervalt voor nieuwe cliënten ook klasse ZZP 3; per 2014 voor de verpleging/verzorging van met name ouderen en per 2015 voor mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrisch probleem. 9. Per 2016 vervalt klasse ZZP 4 voor nieuwe cliënten en herindicaties voor ouderen (V&V) en mensen met een verstandelijke functiebeperking (scheiden wonen en zorg). 10. De kern-AWBZ die overblijft na de transitie in 2015 zal de Wet Langdurige Zorg genoemd worden.
5
6
1. Jeugdwet zie infographic Jeugdwet Met ingang van 2015 worden gemeenten door middel van de Jeugdwet verantwoordelijk voor alle jeugdzorg. Waarom: - Vereenvoudiging van de zorg voor jongeren beneden de 18 jaar. Tweede Kamer: 17 oktober 2013 Eerste Kamer: 18 februari 2014
Het gaat hier om de jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugd-ggz en zorg voor licht verstandelijk gehandicapte jongeren. Nadruk op preventie en uitgaan van eigen verantwoordelijkheden en eigen mogelijkheden van jeugdigen en hun ouders, met inzet van het sociale netwerk. Uitgangspunt is één gezin, één plan, één regisseur. (Ook raakvlakken bijvoorbeeld met werk en inkomen). De overheveling gaat gepaard met een korting van ongeveer 15% op het totale budget.
7
8
3. Participatiewet In 2015 wordt de Participatiewet van kracht voor nieuwe aanvragers. Waarom: - Meer mensen – ook die met een arbeidsbeperking- aan een baan te helpen. ( de gemeente heeft hiervoor twee instrumenten: loonkosten subsidie en beschut werk. De mensen die alleen maar kunnen werken in een beschutte omgeving komen in dienst van de gemeente.) Tweede Kamer: 20 februari 2014 Eerste Kamer: 24 juni 2014
In de wet worden de Wsw, Wajong en Wwb gebundeld. In 2015 geldt de wet voor alle cliënten op het terrein van werk en inkomen. Door de nieuwe wet wordt de toegang tot de Wsw gesloten m.i.v. 2014. Bedrijven worden gestimuleerd minimaal 5% arbeidsgehandicapten in hun personeelsbestand te hebben. Er vindt een efficiencykorting over zes jaar op de SW plaats. De totale korting bedraagt door invoering van de Participatiewet 200 miljoen. Het leveren van een tegenprestatie naar vermogen.
9
4. Wet Passend Onderwijszie infographic Passend Onderwijs. De wijzigingen hebben betrekking op de organisatie van de voorzieningen voor extra ondersteuning van leerlingen en de financiering daarvan. Doel van deze wetswijzigingen is dat voor alle leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte zo passend mogelijk onderwijs wordt gerealiseerd. Waarom: Het idee is dat als leerling zoveel mogelijk naar een gewone school in de buurt gaan ze de beste kansen hebben op een vervolgopleiding en meedoen in de samenleving. Tweede Kamer: 15 maart 2012 Eerste Kamer: 2 oktober 2012 Invoering van de wet: 1 augustus 2014 Kern: - zorgplicht (= juridisch begrip) voor scholen om passende ondersteuning te realiseren. De ‘rugzakjes’ voor leerlingen worden afgeschaft.
============================================================ Conclusie: Op 1 januari 2015 komen veel dingen samen en vooral voor mensen die al kwetsbaar zijn. Gezamenlijke richting van de vier veranderingen in het sociale domein: - Een omslag in de zorg naar ‘zorg dichtbij’. Dat wil zeggen ‘meer zorg in de buurt, meer samenwerking tussen aanbieders en houdbaar gefinancierde zorg, zodat ook latere generaties er nog gebruik van kunnen maken’. - Gemeenten kunnen , aldus het regeerakkoord, meer maatwerk bieden en inspelen op lokale omstandigheden en de zorgbehoeften van cliënten. - De omvang van de zorgkosten beperken. - Meer nadruk op wat mensen zelf kunnen en wat mensen in de omgeving kunnen.
10
11
2. De reacties van belangenorganisaties op de plannen. Eigenlijk keert niemand (gemeenten, zorgaanbieders en cliëntorganisaties) zich tegen de ingeslagen richting om het sociaal domein te organiseren. De kritiek die er is richt is zich op de korte tijd die er nog is tot de invoering en de kortingen op de budgetten. Ook patiëntenen cliëntenorganisatie onderschrijven het idee dat het anders moet. Reacties op de verschuiving van Wmo naar AWBZ: - De aansluiting tussen langdurige zorg en de Wmo. Nu dreigen er mensen tussen wal en schip te vallen. Bijvoorbeeld mensen die zelfstandig zouden kunnen wonen, maar waarvoor niet de een passende woning of de passende zorg beschikbaar is in een gemeente? (NPCF) - Rechtsongelijkheid (ANBO) - Beter regelen van de medezeggenschap en klachtenregeling. Nu te versnipperd (LOC) Reacties op de Jeugdwet: Zorgbelang Noord-Holland kan zich vinden in de Jeugdwet. Er leven wel vragen bij de cliëntenorganisaties zoals; Kunnen gemeenten het wel? Vooral waar het gaat om de gespecialiseerde jeugdGGZ. Zullen er geen verschillen tussen gemeenten gaan ontstaan. Wordt medezeggenschap/inspraak/klachtenopvang wel goed geregeld? Er wordt bezuinigd, kan dat wel? Komt er geen breuk in de hulpverlening in de overgang van oude naar de nieuwe situatie. Dus garandeer de benodigde zorg (Jeugdzorg Nederland). Wat betreft de Participatiewet richt de kritiek zich op het beschikbare geld en de het risico dat Wajongers en mensen uit de Sociale werkvoorziening de gewone mensen met een uitkering gaan verdringen. Tot zover de officiële reactie van diverse partijen. Conclusie: Er zijn veel goede voornemens. De vraag is of deze in de praktijk ook gerealiseerd kunnen worden en of uiteindelijk degenen die de zorg of ondersteuning echt nodig hebben deze nog zullen krijgen. Mijn zorg treft de verwachtingen waaraan ieder mens moet voldoen. Er wordt uitgegaan van ‘eigen kracht’ van mensen en het hebben van een ‘sociaal netwerk’. Belangrijke en mooie zaken en ook belangrijk om ernaar te streven. Maar voor sommigen is het niet hebben daarvan juist een gevolg van hun beperking. Daarin ligt hun grootste kwetsbaarheid. Daarop worden ze nu juist aangesproken. Ik maak mij ook zorgen over de mogelijke rechteloosheid en willekeur die kan ontstaan. Zal de kwetsbare burger in staat zijn om in het gesprek aan de keukentafel dat te krijgen wat hij/zij nodig heeft? En is er een duidelijke plek waar hij met zijn klachten terecht kan?
12
Collectieve belangenbehartiging wordt een stuk moeilijker omdat er niet één ministerie of zorgverzekeraar aangesproken kan worden maar de zorg verdeeld is over 403 gemeenten. Wie ziet toe op de kwaliteit van zorg? Al deze gemeente kopen individueel of in schimmige samenwerkingsverbanden zorg in bij zorgaanbieders. Wat betekenen de veranderingen van de zorg voor de hulp aan jongeren en volwassenen met een psychische beperking? De hele psychische zorg is overgeheveld naar de gemeente, ge-demedicaliseerd. Echter we weten ook steeds beter dat bepaalde psychische beperkingen een gevolg zijn van fysische/lichamelijke afwijkingen. Wie zorgt voor de man, vrouw, kind, jongen en meisje voor wie geen genezing is, die alleen met hulp en soms met veel hulp van anderen, het leven aankunnen?
Aanbevelingen voor lokaal beleid (Bron: Digitale raadpleging ‘Zorg naar gemeenten’)
Waar moet lokaal op ingespeeld worden om te komen tot een inclusieve samenleving? Welke doelgroepen verdienen extra aandacht? De aanbevelingen op een rij. Overschat de mogelijkheden voor oplossingen in eigen kring niet Wees erop alert dat: deel van de mensen niet om hulp durft te vragen als dat nodig is;
problematiek het meest kwetsbaar zijn op bovenstaande punten;
Stimuleer sociale contacten Het hebben van sociale contacten voorkomt eenzaamheid en biedt mensen een netwerk.
Zorg dat dagbesteding afgestemd is op de persoon De tevredenheid van mensen over passende dagbesteding wordt in belangrijke mate bepaald door de vraag of de invulling hiervan aansluit bij de wensen en beperkingen van de persoon zelf. aansluit bij de wensen, mogelijkheden en beperking van mensen. lligerswerk en (betaald) werk. Zet vrijwilligers in die mensen ondersteunen bij het regelen van financiële administratie Vanwege toenemende regelgeving en schuldenproblematiek neemt het aantal personen dat te maken krijgt met ondersteuning bij het regelen van geldzaken verder toe. bij de financiële administratie om hiermee professionele bewindvoering voor een aantal mensen te voorkomen.
13
Versterk mantelzorgondersteuning wordt wat de mantelzorger kan doen, maar ook wat hij daar zelf aan ondersteuning voor nodig heeft (desnoods in een apart gesprek). eb aandacht voor de verschillende soort respijtzorg, zoals logeren en opvang. Dagbesteding kan ook een vorm van respijt zijn voor de mantelzorger en maakt het vaak mogelijk dat mantelzorgers hun zorgtaken met werk kunnen blijven combineren. de kwaliteit van de ondersteuning van zorgvrijwilligers (goede matching en scholing van vrijwilligers). verblijfszorg voor als een situatie escaleert. (werkgever) het goede voorbeeld met mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid. Geef mensen de keuze tussen een volwaardig PGB en zorg in natura ondersteuning. Dus zorg ervoor dat kiezen voor een volwaardig PGB mogelijk blijft. Let bij inkoop van zorg en ondersteuning op de kwaliteiten van de professional1 1 Zie voor een bredere uitwerking van het thema inkoop de AVI handleiding ‘Inkoop en kwaliteit’. Het moet gaan om: doelgroepen is hierbij vereist. Professionals die mantelzorgers als partner in de zorg zien. versnippering van zorg over verschillende medewerkers te voorkomen.
Verbeter de bejegening en keuzevrijheid bij het Wmo-loket serieus. (vraaggericht in plaats van aanbodgericht). Let hierbij op verschillende doelgroepen. van voorlichting tot realisatie van de ondersteuningsvraag.
14
3. Wat hebben kerken in huis in relatie tot de Wmo? -
-
-
-
-
-
Kerken beschikken over een wijdvertakt netwerk. Kerken beschikken over gebouwen ook in dorpen en kernen waar bijna geen gemeentelijke voorzieningen meer zijn. In deze lokale kerken vinden nog steeds een veelheid van sociale activiteiten plaats. Als een eerste stap om binnen de Wmo actief te worden is het de moeite waard om deze activiteiten een keer in beeld te brengen. Dan gaat het om het in beeld brengen van allerlei informele contacten binnen de gemeente; activiteiten van allerlei mensen binnen de gemeente die daartoe aangesteld zijn als de pastor, diaconaal werker, diakenen, ouderlingen, contactdames, jeugdclubleiders etc; projecten waar we als kerken in participeren zoals de voedselbank, het inloophuis of schuldhulpverlening en besturen waaraan deelgenomen wordt. Binnen de kerk zijn een groot aantal vrijwilligers actief. Ze zijn daartoe sterk gemotiveerd en doen dat met een grote plichtgevoel. Daarnaast beschikken kerken ook over professionals om vrijwilligers aan te sturen en projecten op te zetten. De methode van werken van kerken is aanvullend op het werk van de Wmo. De aanpak binnen de Wmo is taakgericht, projectmatig en op cure c.q. behandelingsgericht. Het werk van de kerk is sterker mensgericht, procesmatig en gericht op care, zorg, presentie. Kerken kunnen een bijdrage leveren aan het probleem van ‘vraagverlegenheid’. Veel mensen die hulp nodig hebben, individuen, gezinnen, mantelzorgers durven zelf niet met hun probleem naar voren te komen. De problemen stapelen zich daardoor op. Vrijwilligers en functionarissen van de kerk komen op allerlei momenten bij mensen over de vloer en dan gaat het erom oren en ogen open te houden. En om mensen aan te sporen hulp te zoeken. Ook blijken mensen die actief zijn binnen de kerk ook actief buiten de kerk. Het iets doen voor een ander, zich verantwoordelijk weten voor wat er in de samenleving gebeurt zit in de genen van deze mensen en wordt gevoed door de christelijke boodschap. Kerken hebben ook een groot communicatienetwerk. Het is mogelijk via het netwerk van de Raad van Kerken en de deelnemende kerken een bericht op duizenden plaatsen te laten landen. Kerken beschikken hier en daar ook over fondsen om eigen activiteiten mee te financieren. Kerken en kerkmensen weten doordat hun vrijwilligers goed contact hebben met mensen uit kwetsbare groepen wat eraan de hand is in de samenleving. Kerken hebben een lange traditie waar het gaat over het omgaan met levensvragen.
Oproep aan alle kerken en kerkmensen die bij mensen over de vloer komen of groepen mensen helpen om de komende tijd allert te zijn of er geen mensen tussen wal en schip raken!
15
4. Relatie Kerken en Wmo In 2009 –dat is inmiddels vijf jaar geleden- heeft Hub Crijns in een inleiding over ‘De Wmo en de rol van kerken’ de volgende cijfers gegeven over de deelname van kerken aan de Wmo. a. Op te merken valt dat 20% van de parochies, kerkelijke gemeenten positief is over de WMO, actief is en zich inzet om betrokken te zijn, zelf een speler te worden. Deze kerken zien het als een herwaardering van de diaconale taak van de kerk in de samenleving, als een grote kans. b. Ongeveer 60% van de parochies en gemeenten is zich aan het oriënteren. Wat is de WMO? Heeft dat iets te maken met kerk en wat dan? Hoe kan kerk zich inzetten rond de WMO? Wat kunnen we met de WMO? Hoe zit het met relatie tussen overheid en kerk? Wie is waar voor verantwoordelijk? c. Ongeveer 20% van de parochies en gemeenten is negatief, zet zich af, wil er niets mee van doen hebben. Deze kerken verdenken er de overheid van om de eigen onmacht om te zetten naar partners in de samenleving en goedkoop gebruik te willen maken van de kerkelijke vrijwilligers. (Bron: Wmo en de rol van kerken, Hub Crijns, 20 februari 2009) In haar dissertatie ‘Nederland Participatieland’ heeft mevrouw Vreugdenhil documenten bestudeerd van diverse Protestantse Kerken, de Rooms-Katholieke Kerk en Evangelische Kerken en komt tot de conclusie dat “kerken de zorg, zowel voor de eigen leden als voor de mensen daarbuiten, in elk geval als één van hun doelen zien”. (Bron: Nederland Participatieland? M. Vreugdenhil, 2012). Twee studentes van de Christelijke Hogeschool Ede hebben in 2009 onderzoek gedaan naar de rol van de kerken binnen de Wmo in de gemeente Utrecht. De belangrijkste conclusie van het onderzoek is: “De Utrechtse Kerken en de gemeente Utrecht zien beide dat kerken een grote maatschappelijke betrokkenheid hebben, zowel binnen als buiten de kerk. … In de praktijk is nog weinig contact tussen de kerken.” (Bron: Kansen van de kerken binnen de Wmo in Utrecht, Movisie, 2009) Op een raadsinformatieavond in juni 2009 wordt de uitkomst van het rapport alsvolgt samengevat: “De uitkomst van het onderzoek is dubbel: aan de ene kant zijn veel kerken en organisaties enorm betrokken bij de stad: 90 (!) activiteiten werden in kaart gebracht. Anderzijds staan veel kerken helemaal naast wat er in de stad omgaat en weten niet hoe ze zich bij de noden van de stad kunnen laten betrekken.”(Bron: www.utrecht.christenunie.nl, 19 juni 2009). Dit is volgens mij een mooie samenvatting van de relatie tussen Wmo en kerken.
16
5. Wat is er nodig? -
-
Voortrekkers nodig. Durf jezelf als kerk neer te zetten. Werk vanuit een eigen visie op de maatschappij en de zorg voor de kwetsbaren: doe als kerken de dingen die je moeten doen vanuit de eigen maatschappelijke betrokkenheid en niet omdat de overheid het nuttig vindt. Geef bekendheid, maak zichtbaar aan overheid en organisaties, wat je doet. Wees trots op wie je bent en waar je voor staat. Iedereen heeft wat te bieden. Zoek als kerken elkaar op. Zoek de samenwerking. Hier ligt ook een rol voor de lokale Raad van Kerken. Er is niet zozeer behoefte aan allerlei nieuwe diaconale initiatieven. Wel zie ik dat bestaande initiatieven beter benut kunnen worden.
Tot slot op 25 april 2014 heeft OSMA uitgebreid over dit onderwerp gesproken. Ik citeer hier een aantal flarden uit het gesprek hierover: “Het meedoen van de kerken aan de Wmo is een kans voor de kerken om zich te profileren in de samenleving. Als je maatschappelijk als kerk iets wil betekenen moeten we dit oecumenisch doen. We kunnen dit niet alleen. Er zijn enorme noden. Met het aannemen van de Nieuwe Wmo is er een belangrijk momentum. We staan nu midden in een maatschappelijke ontwikkeling. Wat doen we als kerk? Willen we hierop inspelen? Willen wij eraan bijdragen dat het beter landt door noden te lenigen. Hoe krijgen we kerken, de kerkmensen, in beweging?”. Ook is meerdere malen gewezen dat het ook een taak van de kerken is om aandacht te vragen voor ‘zingeving’ binnen de hulpverlening. Daarnaast wil ik voor de volledigheid nog verwijzen naar het dit voorjaar gestarte project Zorgzame Kerk van Kerk in Actie. “Het project Zorgzame Kerk voedt, ondersteunt en begeleidt de herbezinning op de rol van de kerken in de samenleving en vertaling ervan naar hun pastorale en diaconale activiteiten. Zorg en zorgzaamheid behoren immers van oudsher tot het eigene van kerk zijn.” Geraadpleegde Bronnen Website Movisie Kerk en Wmo: de eerste vijf jaren (2007-2011). Een onderzoek naar de (kritische) particiaptie van kerken in de Wmo, Stichting Rotterdam, 2012. Nederland Particiaptieland? De ambitie van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de praktijk in buurten, mantelzorgrelaties en kerken, M. Vreugdenhil, Universiteit van Amsterdam, 2012. Kansen van de kerken binnen de Wmo in Utrecht, Movisie, mei 2009 De Wmo en de rol van Kerken. Inleiding van drs. Hub crijns tijdesn de Luce leergang Diaconaal Werk 2008-2010, februari 2009. Kor Berghuis Adviseur OSMA KTB-advies en projectmanagent. www.ktb-advies.nl 20 mei 2014.
17
Bijdrage Ernst Meyknecht over de veranderingen die de PCI’s op dit moment doormaken en hun rol met betrekking tot de Wmo. Discussie: - Wat komen jullie als pastores, diaken, oudsten of anderszins tegen aan noden? Wees zo concreet mogelijk. - Wat zie je als rol van de kerken binnen de Wmo? En wat heb je daarvoor nodig?