Gezondheid & Leven studievariant Biomedische Wetenschappen / Gezondheidswetenschappen Bachelorgids 2006 - 2007
2
|
BSc Gezondheid & Leven
Inhoud
1
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.2 1.2.1 1.2.2 1.3 1.3.1 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6 1.4.7 1.4.8 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.6
Organisatie van de faculteit 6 Doelstelling van de faculteit 6 Bestuur van de faculteit 6 Medezeggenschapsorganen 7 Facultaire diensten 8 Convent van afdelingshoofden 9 Afdelingen 9 Onderwijs 11 Onderwijsinstituut 11 Opleidingen 11 Onderzoek 12 Onderzoeksinstituten en -scholen 12 Voorzieningen 13 Algemene VU informatie en voorzieningen 13 Openingstijden gebouwen 13 Restaurants 13 Servicepunt 13 Bagagekluizen 13 Fietsenstalling 13 Facultaire periodieken 13 Postvakken 14 Studentenorganisaties 14 GeoVUsie 14 Gyrinus natans 15 Underground 15 Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen Uitwisseling en internationalisering 15
2
School of Life Sciences
2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.5
Inleiding 17 Opleidingen en differentiaties 17 Bacheloropleidingen 17 Masteropleidingen 18 Oude doctoraalopleidingen 20 Jaarindeling en roosters 20 Jaarindeling onderwijs en herkansingsperioden opleidingen in Amsterdam Studielast 21 Roosters opleidingen Levenswetenschappen Amsterdam 21 Roosterwijzigingen 21 Vakanties en herkansingen 21 Aanmelding studieonderdelen en tentamens 22 Praktische regels ten aanzien van aanmelding 22 Goedkeuring vrije keuze 24 Goedkeuring masterprogramma’s 24 Toelating en ingangseisen 24
6-16
15 17-41
20
Inhoudsopgave
2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.6 2.7 2.7.1 2.7.2 2.7.3 2.7.4 2.7.5 2.8 2.8.1 2.8.2 2.8.3 2.8.4 2.8.5 2.8.6 2.8.7 2.8.8 2.8.9 2.9 2.9.1 2.9.2 2.9.3 2.9.4 2.9.5 2.10 2.11 2.11.1 2.11.2 2.11.3 2.11.4 2.11.5 2.12 2.12.1 2.12.2 2.12.3 2.13 2.13.1 2.13.2 2.13.3 2.13.4 2.13.5 2.13.6 2.13.7 2.13.8 2.13.9 2.14 2.14.1 2.14.2 2.14.3
Toelaging tot de opleiding 24 Ingangseisen cursussen 24 Toelating onderwijs hogere jaren 24 Onderwijs- en Examenregelingen 24 Regelingen met betrekking tot het onderwijs en de examens Examenonderdelen 25 Studievoortgang 25 Volgorde van tentamens 25 Richtlijnen voor stage en scriptie 26 Veiligheid 26 Regels en richtlijnen met betrekking tot tentamens 27 Aan- en afmelding 27 Mondeling tentamen 27 Maximaal aantal pogingen 27 Aanpassing gehandicapte studenten 27 Orde tijdens het tentamen 27 Deeltoetsen 28 Fraude 28 Uitslagen 28 Vrijstellingen 29 Afgifte getuigschriften 29 Examenprocedure 29 Diploma uitreiking 29 30 Judicium 30 Examendatum 30 Dossierverklaring 30 Studiesecretariaat Levenswetenschappen 31 Studiebegeleiding 31 Studieadviseurs 32 Studentendecanen en studentenpsychologen 32 Mentoren eerstejaars 32 Mastercoordinatoren en progammacoordinatoren 33 Scriptie- of stagebegeleider 33 Commissies 33 Examencommissies 35 Opleidingscommissies 37 Recht van Beroep 37 Overige studentenvoorzieningen Onderwijsruimten en studiezalen 37 37 Computerfaciliteiten VU Amsterdam 38 TIS 38 Blackboard 38 Boek- en syllabusverkoop Bibliotheek 39 39 Studiekosten 40 Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie 40 Inspraak Informatievoorzieningen en voorlichting 40 40 Infotheek 41 Informatiemedia 41 Studentvoorlichting
25
|
3
4
|
BSc Gezondheid & Leven
3
De opleiding Gezondheid & Leven
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16
Beschrijving 42 Doelstelling 42 Eindtermen 42 Examen van de opleiding 43 Programma 43 Opbouw van de opleiding 43 De opleiding in jaren 44 Het eerste jaar 44 46 Het tweede jaar 47 Het derde jaar 49 Onderwijsconcept Onderwijsvormen 50 Portfolio 52 Eindkwalificaties BSc opleiding GLW in relatie tot Dublin descriptoren Wetenschappelijke orientatie van de BSc opleiding GLW 54 55 Aansluiting op master-opleidingen 56 Roosters 57 Vakken elders 57 Studiebegeleiding 57 Studie en Loopbaanperspectief Regelingen 58 59 Specifieke richtlijnen; volgen van onderwijs Bachelorstage 60 63 Organisatie BSc opleiding G&L
4
Additionele informatie voor studenten Gezondheid & Leven in Zwolle
4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.3
Algemeen 66 66 Computervoorzieningen 66 Bibliotheek Audio-visuele middelen en mogelijkheden 67 67 Studieadviseur 67 Studentruimte studenten Gezondheids- en Levenswetenschappen Studiesecretariaat, studentenbalie, Studie-Informatiecentrum of Gemeenschappelijke Studentenadministratie: wat moet ik waar regelen in Zwolle? 68 68 Studiesecretariaat 68 Studentenbalie Vrije Universiteit 69 Gemeenschappelijke Studentenadministratie Windesheim 69 Studie-informatiecentrum (SIC) van Windesheim Algemene Voorzieningen 69
5
Examenonderdelen
5.1 5.2
Eerste jaar Gezondheid & Leven 72 Tweede en derde jaar Gezondheid & Leven
42-65
52
66-71
72-85 84
Inhoudsopgave
6
Literatuur
99-101
|
5
6
|
BSc Gezondheid & Leven
1 Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen 1.1
Organisatie van de faculteit
1.1.1
Doelstelling van de faculteit
De Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen (FALW) is eind 2001 ontstaan door het samengaan van de faculteit Aardwetenschappen, de faculteit Biologie en het Instituut voor Milieuvraagstukken. De missie van de faculteit der Aard- en Levenswetenschappen bestaat uit het verzorgen van kwalitatief hoogwaardige wetenschappelijke opleidingen op het gebied van de Aardwetenschappen, de Hydrologie, de Milieuwetenschappen, de Geoarcheologie, de Milieuwetenschappen en de Levenswetenschappen en uit het verrichten van kwalitatief hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek op deze terreinen. De opleidingen van de faculteit zijn ondergebracht in twee ‘Schools’. Binnen de ‘School for Earth and Environmental Sciences’ en de ‘School for Life Sciences’ worden studenten opgeleid, die op academisch niveau kunnen functioneren in deze vakgebieden. In de bacheloropleidingen krijgen studenten theoretische en praktische basiskennis en vaardigheden op het gekozen vakgebied. Na afronding van de bacheloropleiding zijn zij – afhankelijk van het gekozen studiepad - in staat een masteropleiding in de Aardwetenschappen, de Hydrologie, de Milieuwetenschappen, de Geoarcheologie of in de Levenswetenschappen te volgen. Ook kunnen zij met een bachelordiploma toetreden tot de arbeidsmarkt. Met een afgeronde masteropleiding moeten afgestudeerden in staat zijn tot een zelfstandige beroepsuitoefening of in aanmerking komen voor een vervolgopleiding tot wetenschappelijk onderzoeker, of kunnen functioneren als leraar of communicatiedeskundige op het vakgebied. Afgestudeerden moeten kunnen concurreren op de internationale arbeidsmarkt, voor functies binnen het bedrijfsleven en (semi-) overheid en binnen tweede fase-opleidingen aan (inter)nationale wetenschappelijke instellingen en instituten. De opleidingen richten zich, in het licht van de snelle en voortdurende veranderingen die zich binnen maatschappij en wetenschap voordoen, op het leren studeren en het zich eigen maken van een instelling die gericht is op een leven lang studeren. In het onderwijs wordt aandacht besteed aan de individuele en maatschappelijke ontplooiing van de student, ondermeer door het stimuleren van zelfstandigheid en onafhankelijkheid en het aanleren van communicatief gedrag en samenwerking. Tot de doelstellingen van de opleidingen hoort ook het verkrijgen van inzicht in het belang van de discipline in een brede historische, wijsgerige en maatschappelijke context. De opleidingen stimuleren bewustwording met betrekking tot de morele en ethische dimensies van wetenschappelijk onderzoek en de toepassing daarvan. De doelstellingen van de opleidingen zijn nader gedefinieerd in eindtermen op het gebied van kennis, vaardigheden en inzicht. Deze eindtermen zijn opgenomen in de Onderwijs- en Examenregelingen van de opleidingen Specifieke doelstellingen op cursusniveau zijn te vinden in de beschrijvingen van de studieonderdelen in het hoofdstuk Examenonderdelen. 1.1.2
Bestuur van de faculteit
De faculteit heeft een bestuur en een aantal medezeggenschapsorganen. Dit is geregeld in het Statuut van de Vrije Universiteit in aansluiting op de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW).
Faculteit der Aard- & Levenswetenschappen
|
7
Het faculteitsbestuur is onder meer belast met: • • • • • •
algemene leiding van de faculteit bestuur en inrichting van de faculteit voor het onderwijs en de wetenschapsbeoefening het vaststellen van de onderwijs- en examenregelingen en de regelmatige beoordeling daarvan het vaststellen van de algemene richtlijnen voor de wetenschapsbeoefening het vaststellen van het jaarlijkse onderzoekprogramma van de faculteit het houden van toezicht op de uitvoering van de onderwijs- en examenregelingen en op het jaarlijks onderzoekprogramma
Samenstelling faculteitsbestuur Decaan: prof.dr.ir. P. Vellinga Portefeuillehouder onderzoek: prof.dr. B. Oudega Portefeuillehouder onderwijs: prof. dr. J.F. Vandenberghe Een adviserende stem in de vergaderingen van het faculteitsbestuur hebben: dr. K.S. Kits (directeur onderwijs) dr. J.M.R.M. Neutelings (directeur bedrijfsvoering) mw. W. Koot (lid ondersteunend personeel) de heer M. de Kuster (student) voorzover het onderwijs- of onderzoeksaangelegenheden betreft: het hoofd van de School for Life Sciences, het hoofd van de School for Earth and Environmental Sciences of de directeuren van de facultaire onderzoeksinstituten. Voor meer informatie en de oorspronkelijke regelingen: • • • • • • •
WHW, artikelen 9.23 tot en met 9.28 Statuut VU, artikelen 6.2 tot en met 6.7 Faculteitsreglement MUB: de Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie (wijziging WHW), artikelen 9.11 tot en met 9.49 URVU (het Universiteitsreglement van de Vrije Universiteit) RMS (de Regeling Medezeggenschap Studenten) WOR (de Wet op de Ondernemingsraden)
1.1.3
Medezeggenschapsorganen
Facultaire studentenraad De facultaire studentenraad bestaat uit negen gekozen student-leden met een zittingstermijn van één jaar, ingaande op 1 september. De taken en bevoegdheden van de studentenraad zijn vastgelegd in de ‘Regeling Medezeggenschap Studenten’. Deze omvat onder meer: beleid met betrekking tot studentenaangelegenheden, dienstverlening aan en faciliteiten voor studenten, en arbozaken. Voor vragen of opmerkingen is de facultaire studentenraad bereikbaar via
[email protected] en op kamer M-112. Facultaire onderdeelcommissie
8
|
BSc Gezondheid & Leven
De facultaire onderdeelcommissie is ingesteld door de ondernemingsraad en bestaat uit negen gekozen personeelsleden. De taken en bevoegdheden van de ondernemingsraad en voor de facultaire onderdeelcommissie zijn vastgelegd in de ‘Wet op de Ondernemingsraden’. Deze omvat onder meer regelingen inzake sociaal beleid en bepaalde arbeidsvoorwaardelijke onderwerpen (arbozaken, werkoverleg en ander personeelsbeleid). De onderdeelcommissie bestaat uit: Dr. K. Beets, dhr. L. Bouwer, dhr. C. Dubbeldeman, drs. M. Groen, mw. dr. N. Harms, mw. drs. E. Salomé, dhr. F. Wolff, prof.dr. J. Smit, dr. H. Stel, mw. M. Wagner, mw. dr. R. van Walraven, dr. P. van der Werff. Facultaire Gezamenlijke Vergadering De facultaire Gezamenlijke Vergadering bestaat uit alle leden van de facultaire onderdeelcommissie en facultaire studentenraad. De taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in het Statuut VU en omvatten onder meer: instemmingsrecht op het faculteitsreglement, op onderdelen van de onderwijs- en examenregeling en op systemen van kwaliteitszorg en adviesrecht op de begroting/ jaarrekening. 1.1.4
Facultaire diensten
Bureau van de faculteit Het bureau van de faculteit biedt ondersteuning aan het bestuur van de faculteit bij de uitvoering van haar taken. De directeur bedrijfsvoering heeft de leiding over dit bureau. Directeur bedrijfsvoering: Dr. J.M.R.M. Neutelings Secretariaat en bestuursondersteuning tel. (020) 598 7001, kamer F-148 Onderwijsbureau Hoofd: mw.dr. A.M. Wagner, tel. (020) 598 7167, kamer E-119 Personeel en Organisatie Hoofd: mr C.L.M. van Veenendaal, tel. (020) 598 7244, kamer A-054 Financiële Zaken Hoofd: J. Roos, tel. (020) 598 7234, kamer A-013 Voorlichting en werving Hoofd: Dr. B. Andeweg, tel (020) 598 7339, kamer C-154. Onderwijsbureau De medewerkers van het onderwijsbureau houden zich bezig met de logistieke onderwijszaken zoals: coördinatie en organisatie van het onderwijs binnen de opleidingen, roostering, de onderwijsadministratie, ondersteuning van onderwijs- en examencommissies, studiebegeleiding en –voorlichting, en de kwaliteitsbewaking. Binnen het Onderwijsbureau werken de volgende personen:
Faculteit der Aard- & Levenswetenschappen
• • • • • •
|
9
Hoofd Onderwijsbureau: mw.dr. A.M. Wagner, tel. (020) 598 7167, kamer E-119; Studieadviseurs (opleidingen Levenswetenschappen), dr. H. Eenhoorn; Onderwijscoördinatoren: (opleidingen Levenswetenschappen): mw.dr. P.A.C.M. de Boer, tel. (020) 598 7011, kamer C-124; (opleidingen Aardwetenschappen): dr.ir. M. Bergwerff, kamer C-124, tel. (020) 598 7401; en mw. drs. A.L. Tasseron, kamer C-124, tel. (020) 598 7257. Studiesecretaresses: mw. A. Kist en mw. S. El Hamdi (opleidingen Levenswetenschappen), tel. (020) 598 7010, kamer C-118b, mw. M. Zadel –Vrind en mw. M. Duifs-Eshuis (opleidingen Aardwetenschappen), tel. (020) 598 7350/7302, kamer C-118a; Onderwijskundige: mw.drs. G.J.M. Dirksen-Tombe, tel. (020) 598 6987, kamer C-124a; Coördinator ICT en Onderwijs: mw.drs. E.J.M. van de Grint, tel. (020) 598 6987, kamer F-114, ICT applicatie ondersteuning, mw. K. van der Wilt, tel. (020) 598 6937, kamer F-114.
Bureau voorlichting en werving • • • •
Hoofd bureau Voorlichting en werving: dr. B. Andeweg (opleidingen Aardwetenschappen), tel. (020) 598 7339, kamer C-154; vacature (opleidingen Levenswetenschappen), tel. (020) 598 7190, kamer C-154; Coördinator Internationalisering: mw. drs. E. Salomé, tel. (020) 598 7301, kamer F-122; Intra- en internet: P. Strik, tel. (020) 598 9944, kamer C-154; Voorlichting Gezondheid en Leven (i.s.m.Windesheim): mw. A. Blanksma, tel. (020) 598 5579, kamer F-122.
Technische en ondersteunende diensten In de afdelingen van de Technische en Ondersteunende Diensten zijn de niet aan de (wetenschappelijke) afdelingen verbonden technische en administratieve medewerkers opgenomen. Zij ressorteren onder de directeur bedrijfsvoering van de faculteit. • • • • • • •
Computerafdeling, hoofd: ing. R. Mars, tel. (020) 598 9976, kamer F-238; Instrumentele Dienst, hoofd: D.M. van Harlingen, tel. (020) 598 7259, kamer F-021; Lab. Geochemische analyse, hoofd: dr. P.Z. Vroon, tel. (020) 598 7404, kamer M-452; Lab. Sedimentanalyse, hoofd: ing. M. Konert, tel. (020) 598 7378, kamer M-420; Gesteentebewerking, hoofd: mw. W. Koot, tel. (020) 598 7344, kamer F-421; Lab. Microanalyse, hoofd: drs. E.A.J. Burke, tel. (020) 598 7345, kamer F-338; Massaspectrometrie, hoofd: dr. G.R. Davies, tel. (020) 598 7329, kamer F-030.
1.1.5
Convent van afdelingshoofden
Het Convent van afdelingshoofden is een adviesorgaan voor het faculteitsbestuur. Het bestaat uit de hoofden van de wetenschappelijke afdelingen. 1.1.6
Afdelingen
Het onderwijs van de opleidingen wordt verzorgd door verschillende afdelingen binnen de Faculteit Aard- en Levenswetenschappen. Een afdeling verzorgt het onderwijs en het onderzoek in een bepaald vakgebied. Zij bestaat uit wetenschappelijk personeel, ondersteunend en beheerspersoneel, die bijdragen aan het onderwijs- en/of onderzoekprogramma van de afdeling. Een afdeling wordt geleid door het afdelingshoofd; dit is vrijwel altijd een hoogleraar. Het wetenschappelijk personeel van een afdeling heeft een taak als onderzoeker en als docent. Een aantal van deze docenten overlegt in de curriculum- en opleidingscommissies met de studenten over het onderwijs. Daarnaast zit een
10
|
BSc Gezondheid & Leven
aantal docenten in de examencommissie. De Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen heeft de volgende afdelingen: Biologie en Samenleving Hoofd: mw.prof.dr. J.F.G. Bunders, tel. (020) 598 7030, kamer A-068 Chemie en Biologie Hoofd: prof.dr. A. Brouwer, tel. (020) 598 9535, kamer C-529 Dieroecologie Hoofd: prof.dr. N.M. van Straalen, tel. (020) 598 7070, kamer B-027 Ecologie en Ecofysiologie van Planten Hoofd: dr. J.A.C. Verkleij, tel. (020) 598 7054, kamer A-217 Economie en Technologie Hoofd: dr. M.W. Hofkes (a.i.), tel. 020-5989563, kamer C-530 Experimentele Neurofysiologie Hoofd: prof.dr A.B. Brussaard, tel (020) 598 7098, kamer B-338 Functionele Genoomanalyse Hoofd: prof.dr. M. Verhage, tel. (020) 598 6936, kamer A-435 Genetica Waarnemend hoofd: Dr. A.R. Stuitje, tel (020) 598 7138, kamer M-554 Geoarcheologie Hoofd: prof.dr. H. Kars, tel. (020) 598 6438, kamer O-439 Gezondheid en Leven Hoofd: prof.dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor Hydrologie en Geo-Milieuwetenschappen Hoofd: prof.dr. A.J. Dolman, tel. (020) 598 7358, kamer F-464 Isotopengeochemie Hoofd: prof.dr. P.A.M. Andriessen, tel. (020) 598 7340, kamer H-325 Kwartairgeologie en Geomorfologie Hoofd: prof.dr. J.F. Vandenberghe, tel. (020) 598 7368, kamer F-414 Milieubeleidsanalyse Hoofd: prof.dr. F. Biermann, tel. (020) 598 9959, kamer C-522 Moleculaire Celfysiologie Hoofd: prof.dr. H.V. Westerhoff, tel. (020) 598 7230, kamer M-236 Moleculaire en Cellulaire Neurobiologie Hoofd: prof.dr. A.B. Smit, tel (020) 598 7121, kamer C-340 Moleculaire Microbiologie Hoofd: prof.dr. B. Oudega, tel. (020) 598 7177, kamer M-548 Ontwikkelingsbiologie van het Zenuwstelsel Hoofd: prof.dr. M. Gahr, tel. (020) 598 7126, kamer B-262 Paleoecologie en Paleoklimatologie Hoofd: prof.dr. D. Kroon, tel. (020) 598 7261, kamer E-359 Petrologie Hoofd: prof.dr. G.R. Davies, tel (020 5987329, kamer F-030 Ruimtelijke Analyse en Beleid Hoofd: dr. R. Janssen (a.i.), tel. (020) 598 9512, kamer A-570 Sedimentologie Hoofd: dr. A.R. Fortuin (a.i.), tel. (020) 598 7351, kamer E-237 Structuurbiologie Hoofd: prof.dr. H. Lill, tel. (020) 598 7146, kamer M-538 Systeemecologie
Faculteit der Aard- & Levenswetenschappen
|
11
Hoofd: prof.dr. M.A.P.A. Aerts, tel. (020) 598 7211, kamer A-154 Tektoniek Hoofd: prof.dr. S.A.P.L Cloetingh, tel. (020) 598 7341, kamer E-160 Theoretische Biologie Hoofd: prof.dr. S.A.L.M. Kooijman, tel. (020) 598 7130, kamer B-121 Voeding en Gezondheid Hoofd: prof.dr.ir. J.C. Seidell, tel. (020) 598 46995, kamer O-552 Uitgebreide beschrijvingen van onderzoek en onderwijs van de afzonderlijke afdelingen zijn terug te vinden in het volgende hoofdstuk, voor zover relevant voor de opleiding(en) in deze studiegids. 1.2
Onderwijs
1.2.1
Onderwijsinstituut
Ter bevordering van de onderwijsverzorging kent de faculteit een onderwijsinstituut. Het instituut bevat 2 scholen, die elk onder leiding staan van een hoofd. • •
School for Life Sciences, hoofd: dr. K.S. Kits, kamer B-130; School for Earth and Environmental Sciences, hoofd: dr. C. Biermann, kamer E-152
Het onderwijsinstituut staat onder leiding van de onderwijsdirectie. De onderwijsdirectie adviseert het faculteitsbestuur omtrent het te voeren onderwijsbeleid, de onderwijsorganisatie en de benodigde onderwijsvoorzieningen, en houdt toezicht op de uitvoering van de onderwijs- en examenregelingen en de evaluatie hiervan. Daarnaast is directie belast met toezicht op de verdeling van onderwijstaken, het bevorderen van de onderwijskwaliteit en de onderwijsvoorlichting. De directie bestaat uit de volgende leden. Eén van de beide hoofden van de scholen fungeert als onderwijsdirecteur van de faculteit. • • •
dr. K.S. Kits (onderwijsdirecteur) dr. C. Biermann dr. M.A. van Drunen
1.2.2
Opleidingen
De faculteit verzorgt onderwijs en doet onderzoek in zeer uiteenlopende studie- en wetenschapsgebieden. In het academisch jaar 2005-2006 zullen de volgende opleidingen door FALW worden aangeboden: Bacheloropleidingen • • • •
Aardwetenschappen (inclusief Geoarcheologie) Algemene Gezondheidswetenschappen - studievariant Gezondheid en Leven Biologie Bio-medische wetenschappen - studievariant Gezondheid en Leven
Masteropleidingen •
Beleid, management en ondernemerschap voor natuur- en levenswetenschappen
12
|
• • • • • • • • • •
Biologie Bio-medische wetenschappen Biomolecular Sciences Earth Sciences (inclusief Geoarchaeology) Ecology Environment and Resource Management Geo-environmental Sciences Gezondheidswetenschappen Hydrology Neurosciences
BSc Gezondheid & Leven
Binnen de masteropleidingen Biologie, Bio-medische wetenschappen en Earth Sciences kan bovendien gekozen worden voor een opleiding in de wetenschapscommunicatie, of de lerarenopleiding. 1.3
Onderzoek
1.3.1
Onderzoeksinstituten en -scholen
De Faculteit participeert in een groot aantal en frequent wisselend aantal interfacultaire, interuniversitaire en zelfs internationale onderzoeksverbanden. Sommige daarvan hebben een tijdelijk karakter en andere zijn structureel van aard. De belangrijkste zijn: Onderzoekscholen: SENSE: Socio-Economic and Natural Sciences of the Environment NSG: Netherlands research school in Sedimentary Geology ARCHON: Archeologie Onderzoekschool Nederland ONWA: Onderzoekschool Neurowetenschappen Amsterdam BCA: Onderzoekschool Biocentrum Amsterdam ICG: Interuniversitair Centrum voor Geo-oecologisch onderzoek Daarnaast participeert de FALW in een aantal interfacultaire onderzoeks-instituten waaronder: -ION - Interfacultair onderzoekinstituut voor Neurowetenschappen -IMBW- Interfacultair Onderzoekinstituut voor Moleculaire Wetenschappen Op dit moment wordt een aantal nieuwe initiatieven ontplooid, die we geen interfacultaire instituten meer noemen maar die wel een vergelijkbare plaats in de organisatie innemen.: 1. Centrum voor Neurogenomics and Cognitive Research (CNCR) 2. Centrum voor Research van Complexe Systemen (CRCS, Biocomplexiteit)* 3. Centrum voor Bio-informatica (IBIVU) 4. Centre for Drug Discovery (CDD)* 5. Climate Centre VUA (CCVUA) en daarmee gerelateerde Centrum voor Aardobservatie 6. Centrum voor Geo-biologie en Ecogenomics* 7. Centrum voor innovatie en maatschappelijk ondernemen (CIMO) 8. Centrum voor Archeologie (FALW+Letteren) 9. Spinlab (Centrum van FALW en FEW) 10. Centrum voor Wetenschapscommunicatie (FALW, Letteren en FEW)
Faculteit der Aard- & Levenswetenschappen
1.4
Voorzieningen
1.4.1
Algemene VU informatie en voorzieningen
|
13
Algemene informatie over de Vrije Universiteit en haar voorzieningen voor studenten is niet langer in de studiegids opgenomen. Al deze informatie is niettemin terug te vinden op de website van de universiteit; http://www.vu.nl 1.4.2
Openingstijden gebouwen VU-Amsterdam
Bezijden de opleiding Gezondheid & Leven(G&L) die waarvan het eerstejaarsonderwijs ook in Zwolle (i.s.m. de Hogeschool Windesheim) wordt verzorgd, zijn de FALW opleidingen gehuisvest in het gebouw Wiskunde en Natuurwetenschappen. De openingstijden van het W&N-gebouw zijn: maandag t/m vrijdag van 7.00 tot 22.30 uur; zaterdag gesloten. Gebouw Medische Faculteit; openingstijden: maandag t/m vrijdag van 7.00 tot 22.00 uur, zaterdag op aanvraag open. Op zon- en feestdagen en tussen kerst en nieuwjaar zijn alle gebouwen gesloten. 1.4.3
Restaurants gebouw Wiskunde en Natuurwetenschappen
Op de begane grond van het W&N-gebouw en het gebouw van de Medische Faculteit staan restaurants tot uw beschikking. U kunt hier terecht voor een uitgebreide keuze aan lunchartikelen. Openingstijden W&N van 8.30 tot 16.00 uur; openingstijden Medische Faculteit van 9.30 tot 15.30 uur. 1.4.4
Servicepunt gebouw Wiskunde en Natuurwetenschappen
Onder verantwoording van de Gebouwendienst van de VU, afdeling Civiele Zaken W&N, wordt in de hal M-0 het Servicepunt verzorgd. Alle zaken die het gehele gebouw betreffen, kunnen daar worden geregeld; melding storing kopieerapparaten, aanvraag AV-voorzieningen, gebruik telefoonapparatuur en fietsenstallingen, aanschaf van telefoon- en kopieerkaarten. Tel. (020) 598 5888. 1.4.5
Bagagekluizen gebouw Wiskunde en Natuurwetenschappen
Op diverse plaatsen in het W&N gebouw zijn bagagekluizen geplaatst. De gebruiksmogelijkheden worden ter plekke aangegeven. Meestal wordt een borg gevraagd. 1.4.6
Fietsenstalling gebouw Wiskunde en Natuurwetenschappen
De fietsenstalling bevindt zich onder de D-vleugel in de kelder. Er is ook een afgesloten ruimte, een sleutel is verkrijgbaar bij het Servicepunt. 1.4.7
Facultaire periodieken
De Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen kent de volgende periodieken: ALWeer, het mededelingenblad van de faculteit dat wekelijks (op maandag) verschijnt en af te halen is uit bakjes, bij de postnis op de F-1 gang, C-1 gang en in de A-0 gang. ALWeer is ook te lezen op het internet; http://www.falw.vu.nl>nieuws>Alweer. In ALWeer staan mededelingen over cursussen, tentamens, roosterwijzigingen en activiteiten in en rond de faculteit. Berichten voor ALWeer kun je (voorzien van naam) in het postvakje kopij ALWeer in de postkamer deponeren, dan wel per e-mail aan de redactie sturen:
[email protected]
14
|
BSc Gezondheid & Leven
Geoscoop, het aardwetenschappelijke kwartaalmagazine met informatie over onderzoek en onderwijs, over de technische afdelingen en de laboratoria, over het wel en wee van de faculteit en met berichten uit de faculteitsraad. 1.4.8
Postvakken
Bij de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen hebben alle hoogleraren, de wetenschappelijke afdelingen, de technische en administratieve afdelingen, studentenverenigingen en studenten een postvak in de postnis (naast F-140). Postvakjes voor individuele docenten zijn te vinden in de betreffende gang van de afdeling. 1.5
Studentenorganisaties
1.5.1
GeoVUsie
GeoVUsie, de studievereniging van de opleidingen Aardwetenschappen, is toegankelijk voor alle studenten die aan deze faculteit studeren en telt zo’n 250 leden. De contributie voor leden bedraagt EUR 30 voor je gehele studietijd. Iedereen kan donateur worden. De activiteiten van GeoVUsie concentreren zich rond een aantal commissies: •
• • • • • • • • • •
Geoflex b.v. b.v., organisator van aardwetenschappelijke excursies: elk jaar een meerdaagse excursie naar het buitenland en één of meerdere binnenlandexcursies. Ook organiseert de Geoflex wekelijks een aarwetenschappelijke lezing door een staflid of iemand van buiten de universiteit, of een film; SBB-commissie (Studenten Belangen Behartiging), op dit moment voornamelijk bezig met het bijhouden van het tentamenarchief; Feestcommissie, verantwoordelijk voor de organisatie van feesten en de wekelijkse borrel (donderdorst); SI-commissie, die ieder jaar opnieuw de Sociale Introductie van de eerstejaars op zich neemt, zowel tijdens de IDEE-week in augustus als tijdens het altijd gezellige introductieweekend in het laatste weekend van september. Een tweede taak is het helpen op open dagen; Sportcommissie, organiseert sportieve evenementen van allerlei aard, zoals het zeilweekend en het van Alebeek toernooi; Geocult, zorgt voor de culturele activiteiten binnen de studievereniging, zoals de IKEAexcursie en de jaarlijkse filmnacht; VIP-commissie (Vinger-in-de-Pap-commissie), deze bestaat uit oude GeoVUsie-rotten die altijd bereid zijn om adviezen te geven en waar nodig een helpende hand toe te steken. GAT-cie (Geluid, Apparatuur en Techniek-commissie), levert de technische ondersteuning bij vele GeoVUsie activiteiten. GeoVizier, produceert ieder jaar een gids met onmisbare tips en handige informatie voor het eerstejaars Spanje-veldwerk. Daarnaast zorgt de GeoVizier voor een alternatieve studiegids met informatie over vakken, docenten, studenten en de faculteit; GeoWeb-cie, onderhoudt de website; Jaarboek-commissie, produceert ieder jaar (in samenwerking met alle stukjes-schrijvende mensen) een prachtig jaarboek met een overzicht van alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in het afgelopen verenigingsjaar.
Als de gelegenheid zich voordoet, organiseert GeoVUsie symposia en congressen; GeoVUsie draagt zorg voor gezamenlijke inkoop van studieboeken, alsmede van hamers, kompassen, loepen en andere benodigdheden bij de studie. Voor meer informatie zie http://www.falw.vu.nl > studenten > studentenorganisaties > GeoVusie.
Faculteit der Aard- & Levenswetenschappen
|
15
GeoVUsie is bereikbaar via
[email protected] of te vinden in M-138. 1.5.2
Gyrinus natans
Gyrinus natans, de studievereniging van de opleidingen Levenswetenschappen, is in 1953 opgericht om elkaar te helpen studeren, studenten voor te bereiden op de arbeidsmarkt waarin zij na hun afstuderen terecht zullen komen en natuurlijk niet te vergeten voor de gezelligheid tijdens en na de studieperiode. Gyrinus natans is een vereniging die bestaat uit studenten en medewerkers. De vereniging kent 10 commissies. Het Alcoholaat verzorgt samen met de Tegenstelling twee keer per week een borrel in ons eigen café ‘De Tegenstelling’ en borrels voor afgestudeerden en gepromoveerden. De Feestcie organiseert meerdere feesten binnen en buiten de VU. Bovendien wordt er elke maand een speciale borrel gehouden in de Stelling. Ook zijn er meerdere kampen per jaar, verzorgd door de Kampcie. Verder zijn er jaarlijks terugkerende activiteiten zoals de Filmnacht en de Culture maaltijd, waarbij allochtone studenten en medewerkers gerechten uit hun land van afkomst bereiden en serveren. Verder hebben we nog de Natuurcie die onder andere uitjes naar natuurgebieden organiseert.Gyrinus biedt door het gevarieerde aanbod van activiteiten aan iedereen de ruimte en zorgt er zo voor dat een bonte verzameling van mensen samenwerkt en één en hetzelfde doel nastreeft: gezelligheid. Meer hierover is te lezen op de webpagina: www.bio.vu.nl/gyrinus Het lidmaatschap dat korting geeft op Gyrinusactiviteiten, bedraagt slechts EUR 5,-. Voor inlichtingen, e-mail
[email protected], of kom langs in de Gyrinuskamer, C-153. 1.5.3
Underground
UNDERGROUND is de studievereniging van de opleiding Archeologie. Voor studenten van de opleiding regelt Underground de boekverkoop. Daarnaast worden er regelmatig borrels, feesten en excursies georganiseerd. Nadere informatie is te vinden op de website van de vereniging www. studieverenigingunderground.tk. 1.5.4
Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen
Het Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen, kortweg SOAL, bestaat uit studenten aardwetenschappen, biologie, biomedische wetenschappen, gezondheidswetenschappen en GLW. De studenten uit de verschillende opleidingen zetten zich samen in voor verbetering van het onderwijs en de gang van zaken in de diverse studierichtingen aan de faculteit. Ze beslissen mee over het nieuwe onderwijsprogramma en evalueren de diverse vakken. Studenten kunnen met vragen en opmerkingen terecht bij het SOAL. Het SOAL is gehuisvest in M-112 en heeft een postvakje in de nis op de F1-gang (studentenraad), e-mailen kan naar
[email protected]. Meer informatie is te vinden op http://www.falw.vu.nl/student onder studentenorganisaties. 1.6
Uitwisseling en internationalisering
Studeren in het buitenland is aantrekkelijk. Om te beginnen zal het je curriculum vitae sieren en de kansen op de arbeidsmarkt ongetwijfeld vergroten. De kennismaking met een ander land en met een andere cultuur, een ander studentenleven en een ander onderwijssysteem zal je een andere invalshoek aanreiken op de Nederlandse gewoonten. Voor veel studenten betekent een buitenlands verblijf ook een persoonlijke groei: je moet op eigen kracht varen in een vreemd land en alles wat je wilt maar geregeld zien te krijgen. Wanneer je hebt besloten een gedeelte van je studie aan een buitenlandse
16
|
BSc Gezondheid & Leven
onderwijsinstelling of organisatie door te brengen, kun je natuurlijk ook gebruik maken van de bestaande uitwisselingprogramma’s, zoals het Socrates-Erasmus of Leonardo da Vinci programma voor verblijf binnen Europa, GLOBE voor buiten Europa, of het ISEP programma voor de V.S. De ervaring leert dat je minimaal een jaar van tevoren met de voorbereidingen voor een buitenlands studieverblijf moet starten. Informatie over beurzen, programma’s en andere zaken waarop je moet letten, zoals goedkeuring van de examencommissie voor de onderdelen die je in het buitenland gaat volgen, wordt gegeven door de contactpersoon internationalisering van de faculteit, mw. drs. E. Salomé-Munnik. Zij is bereikbaar tussen 9.00 en 12.00 uur op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag in kamer F-122, of per email:
[email protected]. Je kunt dan ook een overzicht krijgen van alle universiteiten waarmee FALW uitwisselingsovereenkomsten heeft en hoeveel studentenplaatsen er voor VU studenten beschikbaar zijn. Daarnaast wordt informatie verstrekt door Bureau Internationalisering aan de grote balie in het hoofdgebouw van de VU. De openingstijden zijn van 10.00 tot 17.00 uur. Bureau Internationalisering heeft ook een website (www.internationaloffice. vu.nl) met recente informatie over programma’s, culturele verdragen en de brochure “Studeren in het Buitenland” online.
School of Life Sciences
|
17
2 School of Life Sciences 2.1
Inleiding
Binnen de faculteit ALW zijn de opleidingen op het terrein der Levenswetenschappen ondergebracht in een aparte School of Life Sciences. Het onderwijs binnen de opleidingen wordt voor een groot deel georganiseerd en verzorgd door afdelingen van de faculteit ALW. Voor de opleidingen Bio-medische Wetenschappen en Algemene Gezondheidswetenschappen wordt ook een belangrijk deel van het onderwijs verzorgd door het VUmc. Daarnaast participeren de faculteiten Bewegingswetenschappen, Psychologie en Pedagogiek, Sociaal-Culturele Wetenschappen en Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde in de opleiding Algemene Gezondheidswetenschappen. Vanaf 1 september 2005 biedt de faculteit een nieuwe studievarian aan van Biomedische Wetenschappen en van Gezondheidswetenschappen, de brede opleiding ‘Gezondheid & Leven’. Van deze wetenschappelijke opleiding wordt (in samenwerking met de Hogeschool Windesheim) het eerste jaar tevens in Zwolle aangeboden. De faculteit ALW is penvoerder van alle genoemde opleidingen. 2.2
Opleidingen en differentiaties
2.2.1
Bacheloropleidingen
Bachelor Biologie De biologie bestudeert natuur en levensvormen, mensen, dieren, planten en micro-organismen, op verschillende niveaus, variërend van microniveau (bijv. DNA) tot macroniveau (bijv. levensgemeenschappen, ecosystemen). De opleiding is driejarig en kan worden voortgezet met een masteropleiding. Bachelor Bio-medische Wetenschappen In de Bio-medische wetenschappen staat de zieke en gezonde mens centraal en wordt aandacht besteed aan fundamenteel en toegepast (preklinisch) onderzoek naar ontstaan, verloop en verspreiding van ziekten alsmede de mogelijkheden om hierop in te grijpen. De opleiding is verwant aan Biologie en Algemene Gezondheidswetenschappen. De opleiding is driejarig en kan worden voortgezet met een masteropleiding. Bachelor Algemene Gezondheidswetenschappen Binnen deze driejarige opleiding wordt, in de brede zin, alles bestudeerd wat te maken heeft met volksgezondheid en gezondheidszorg. Algemene Gezondheidswetenschappen is een interdisciplinaire opleiding waarin aspecten van diverse wetenschappen zijn gebundeld: biomedische wetenschappen, geneeskunde, bewegingswetenschappen, psychologie, pedagogiek, sociaal-culturele wetenschappen en economie. De opleiding is driejarig en kan worden voortgezet met een masteropleiding.
18
|
BSc Gezondheid & Leven
Bachelor Gezondheid & Leven, studievariant Biomedische Wetenschappen/Gezondheiswetenschappen Binnen deze driejarige opleiding wordt, in de brede zin, alles bestudeerd wat te maken heeft met gezondheid, gezondheidsproblemen en gezondheidszorg. Het is een interdisciplinaire opleiding waarin aspecten van diverse wetenschappen zijn gebundeld: biomedische wetenschappen, gezondheidswetenschappen, biologie en sociaal-culturele en gedragswetenschappen. De opleiding is driejarig en kan worden voortgezet met diverse masteropleidingen. De opleiding is een studievariant van biomedische wetenschappen en gezondheidswetenschappen. 2.2.2
Masteropleidingen
Vanuit de bacheloropleidingen Biologie, Bio-medische Wetenschappen en Algemene Gezondheidswetenschappen aan de VU bestaan doorstroomrechten naar een aantal masteropleidingen. Voor de bachelor Biologie zijn dit: • Master Biologie (doorstroommaster) • Master Ecology • Master Biomolecular Sciences • Master Neuroscience • Master Management, Policy-Analysis and Entrepreneurship in Health and Life Sciences Voor de bachelor Bio-medische Wetenschappen zijn dit: • Master Bio-medische Wetenschappen (doorstroommaster) • Master Biomolecular Sciences • Master Neuroscience • Master Management, Policy-Analysis and Entrepreneurship in Health and Life Sciences • Master Oncology Voor de bachelor Algemene Gezondheidswetenschappen zijn dit: • Master Gezondheidswetenschappen (doorstroommaster) • Master Bio-medische wetenschappen, de differentiatie Public Health Research. Voor de bachelor Gezondheid & Leven zijn dit: • Master Gezondheidswetenschappen (doorstroommaster) • Master Bio-medische Wetenschappen (doorstroommaster) • Master Bewegingswetenschappen* • Master Biomolecular Sciences* • Master Neuroscience* • Master Management, Policy-Analysis and Entrepreneurship in Health and Life Sciences* • Master Ecology* Voor de masteropleidingen aangeduid met een * zullen aanvullende eisen worden gesteld in de vorm van specifieke keuzevakken in de bacheloropleiding.
Met uitzondering van Oncology zijn alle masteropleidingen aan de faculteit ALW ondergebracht. De master Oncology is ondergebracht bij het VUmc en wordt in een aparte studiegids beschreven. De bachelor- en masteropleidingen worden in aparte studiegidsen beschreven. Uitgebreide informatie is ook te vinden op de facultaire website: http://www.falw.vu.nl
School of Life Sciences
|
19
Master Biologie Brede algemene, tweejarige masteropleiding met verschillende differentiaties. In 2005/2006 worden de volgende differentiaties aangeboden: • • • • • •
Ecologie Cell Biology Ontwikkeling en Gedrag Plantenwetenschappen Maatschappijgerichte variant Communicatie en Educatie variant
Alle differentiaties zijn 1-jarige trajecten. Differentiaties kunnen met elkaar worden gecombineerd, met uitzondering van de C-, E- en M-varianten. Deze varianten kunnen niet onderling worden gecombineerd, maar alleen met een vakinhoudelijke variant.
Master Bio-medische Wetenschappen Brede algemene, tweejarige Masteropleiding met verschillende differentiaties. In 2005/2006 worden de volgende differentiaties aangeboden: • • • • • • • •
Cell Biology Hart en Vaatziekten Immunologie Infectieziekten Ontwikkeling en Gedrag Public Health Research (alleen voor Gezondheidswetenschappers) Maatschappijgerichte variant Communicatie en Educatie variant
Alle differentiaties zijn 1-jarige trajecten. Differentiaties kunnen met elkaar worden gecombineerd, met uitzondering van de C-, E- en M-varianten. Deze varianten kunnen niet onderling worden gecombineerd, maar alleen met een vakinhoudelijke variant.
Master Gezondheidswetenschappen Brede algemene, éénjarige masteropleiding met verschillende differentiaties. In 2005/2006 worden de volgende differentiaties aangeboden: • • • • •
Beleid en Organisatie van de Gezondheidszorg Preventie en Volksgezondheid Infectieziekten en Volksgezondheid International Public Health Voeding en Gezondheid
Master Ecology Deze tweejarige specialistische master is gericht op de ecologie en heeft een typisch onderzoeksprofiel. Echter ook aspecten zoals ruimtelijke vraagstukken of natuurbeheer kunnen in deze master aan bod komen, waardoor de opleiding een maatschappijgericht accent krijgt.
20
|
BSc Gezondheid & Leven
Master Biomolecular Sciences Deze tweejarige specialistische Engelstalige master is gericht op specialisatie in alle aspecten van de biomoleculaire wetenschappen. De master heeft een typisch onderzoeksprofiel. De master kent twee varianten: • •
Cell Biology Systems Biology (top master variant)
Master Neuroscience Deze tweejarige specialistische master is gericht op specialisatie in alle aspecten van de neurowetenschappen. De master heeft een typisch onderzoeksprofiel, maar studenten kunnen kiezen voor meer toegepaste aspecten zoals verslavingsonderzoek waarin ook aandacht is voor onderzoeksmanagement. Master Management, Policy-Analysis and Entrepreneurship in Health and Life Sciences Deze tweejarige specialistische master kan met een onderzoekers - of een maatschappijgericht profiel ingevuld worden en betreft een opleiding waarbij bèta en gammadisciplines worden geïntegreerd. De master leidt op tot ondernemer, organisatiedeskundige of adviseur. De opleiding heeft een nieuwe naam, de oude was Beleid, management en ondernemerschap voor natuur- en levenswetenschappers. 2.2.3
Oude doctoraalopleidingen
Met de invoering van de bachelor-masterstructuur is een einde gekomen aan de oude structuur van de opleiding met een propedeuse en doctoraal. Er is nog een kleine groep studenten die de ‘oude’ vierjarige opleiding volgt. Deze studenten zijn vóór september 1999 begonnen met de studie. Deze opleidingen eindigen op 31 augustus 2006. 2.3
Jaarindeling en roosters
2.3.1
Jaarindeling onderwijs en herkansingsperioden opleidingen Amsterdam *
* voor G&L in Zwolle geldt een andere indeling, zie Hs 3 & 4 Het reguliere onderwijs start op woensdag 6 september 2006, week 36. Het reguliere onderwijs bestaat uit cursussen die in verschillende onderwijsperioden zijn gepland. In de meeste gevallen worden de cursussen in blokvorm gegeven. Dit betekent dat gedurende een bepaalde periode maar één cursus tegelijkertijd wordt gegeven. Er zijn echter ook enkele perioden waar meerdere cursussen tegelijkertijd gegeven worden, waarbij colleges en/of practica en werkgroepen van de verschillende cursussen door elkaar heen lopen. Als dit meerdere verplichte cursussen binnen één studiejaar betreft, zal de roostering van de cursussen uiteraard onderling worden afgestemd. Cursussen beginnen meestal op maandag, maar er zijn uitzonderingen. Cursussen met een studiebelasting die afwijkt van 6 stp beginnen en/of eindigen soms op een andere werkdag, bij parallelle programmering beginnen cursussen vaak daags na elkaar. Dus is het verstandig tijdig het cursusrooster te raadplegen. De eind- en deeltentamina zijn op verschillende momenten gepland; ook
School of Life Sciences
|
21
hiervoor is het raadzaam tijdig het cursus- of tentamenrooster te raadplegen. Het einde van de onderwijsperiode voor alle studiejaren in de bacheloropleidingen ivalt begin juli 2007. Voor masterstudenten is de einddatum in principe variabel in verband met de individuele planning van de stages en scriptie. De planning van stages en scripties in het masterprogramma is niet gebonden aan de onderwijsperiode en kan ook plaatsvinden tijdens de perioden rond kerst en nieuwjaar en gedurende de zomer. 2.3.2
Studielast
Een studiejaar bestaat uit 60 studiepunten, wat overeenkomt met 1680 studiebelastingsuren per jaar. Een studiepunt komt dus overeen met 28 uur studietijd. Binnen ieder blok van vier weken wordt onderwijs gegeven met een gemiddelde studielast van 6 stp. Voor de BSc opleiding G&L worden 4 blokken van 10 weken gehanteerd, waarnaast lijnonderwijs wordt gegeven. Cursussen hebben een studielast van 10 / 6 / 4 ECTS. Er is een minimum aantal studiepunten nodig voor het examen. Voor de bacheloropleidingen is dit 180 studiepunten, voor de één- en tweejarige masteropleidingen respectievelijk 60 en 120 studiepunten. 2.3.3
Roosters Opleidingen Levenswetenschappen Amsterdam
Een jaarrooster met daarin alle cursusonderdelen is in papieren vorm beschikbaar in de vakkenkast bij het studiesecretariaat (C-1 gang) en via de studentenpagina van de facultaire website (http:// www.falw.vu.nl > Studenten). De roosters van de cursussen zijn vanaf begin augustus te vinden op de website http://www.falw. vu.nl >Studenten. Dit betreft alleen de (voorlopige) roosters van cursussen in de komende maanden. Er kunnen echter in deze roosters nog wijzigingen optreden i.v.m. het niet beschikbaar zijn van de juiste zalen op het juiste moment. Vooral voor tentamina en herkansingen geldt dat de planning daarvan op centraal niveau gedaan wordt en het dus niet mogelijk is in een zeer vroeg stadium aan te geven wanneer het precieze tijdstip is. Definitieve roosters zijn uiterlijk 14 dagen voor de aanvang van de desbetreffende cursus in zodanige vorm beschikbaar dat de deelnemers daarin kunnen lezen op welke tijden en locaties zij aanwezig moeten zijn. Studenten moeten bij voorbaat uitgaan van een 40-urige cursusweek, met onderwijs tussen 8:30 en 17:30 uur. De definitieve cursusroosters worden beschikbaar gesteld via de website, Blackboard (het elektronische cursusinformatiesysteem) en/of als een papieren versie. De papieren versie ligt in de vakkenkast bij het studiesecretariaat in de C-1 gang. Alleen de studenten die zich hebben opgegeven voor een cursus hebben toegang tot Blackboardsite van de betreffende cursus. Tweemaal per jaar, in januari en augustus, wordt een rooster voor het komende half jaar van de schriftelijke tentamina en de herkansingen met tijd en plaats (voor zover bekend) gepubliceerd op de facultaire website (http://www. falw.vu.nl > Studenten). Het rooster is ook te vinden in de vakkenkast bij het studiesecretariaat in de C-1 gang. De data zijn tevens beschikbaar via TIS. Aanmelding voor cursussen, tentamina en herkansingen kan uitsluitend via TIS. 2.3.4
Roosterwijzigingen
Door omstandigheden is het onvermijdelijk dat er, nadat een rooster in alle details is vastgelegd en bekend gemaakt, soms roosterwijzigingen worden doorgevoerd. Roosterwijzigingen worden doorgaans meegedeeld via een mededeling op het eerste college, op Blackboard of via de e-mail. 2.3.5
Vakanties en herkansingen
22
|
BSc Gezondheid & Leven
De studenten dienen er rekening mee te houden dat ze in principe de volle werktijd (8.30-17.30 uur) reserveren voor het volgen van de onderdelen. Er zullen problemen ontstaan wanneer een deel van een cursus wordt gemist, bijvoorbeeld wegens ziekte. Teveel tijd missen leidt er gemakkelijk toe dat een cursus een volgend jaar moet worden overgedaan. Er zijn geen vaste vakantieperioden voor masterstudenten die stage lopen of hun scriptie schrijven, zij kunnen dit afstemmen op hun eigen rooster. Afwezigheid, om welke reden dan ook, dient echter altijd van tevoren te worden afgesproken met de begeleider. Wanneer een stage of scriptie wordt onderbroken door vakantie of het volgen van ander onderwijs, dient de stage of scriptie met een gelijke periode te worden verlengd. Het aantal studiepunten dat wordt toegekend aan een stage of scriptie wordt bepaald door het netto aantal studielasturen van de werkelijk besteedde tijd (1 stp=28 studielastuur). 2.4
Aanmelding studieonderdelen en tentamina
2.4.1
Praktische regels ten aanzien van aanmelding
Voor het aan- en afmelden van cursussen en tentamina binnen de opleidingen Levenswetenschappen wordt gebruik gemaakt van TIS. Hierbij gelden de volgende regels. Bachelorfase Alle studenten dienen zich voor alle cursussen en tentamina in te schrijven via TIS. Uitzonderingen hierop zijn de reguliere eerstejaars studenten. Zij zijn van september t/m oktober automatisch ingeschreven bij alle studieonderdelen van het eerste jaar. Tijdens het eerste studieonderdeel zullen deze studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Vanaf november gelden voor de reguliere eerstejaars dezelfde regels als voor alle andere studenten. Pre-masterfase Studenten die voorafgaande aan hun masteropleiding een premasterfase volgen dienen zich voor alle cursussen en tentamina in te schrijven via TIS. Zij zijn van september t/m oktober automatisch ingeschreven voor de met hen afgesproken studieonderdelen. Tijdens de eerste cursus zullen deze studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Daarna gelden voor hen dezelfde regels als voor alle andere studenten. Masterfase Alle studenten dienen zich voor alle cursussen en tentamina in te schrijven via TIS. Uitzonderingen hierop zijn masterstudenten die geen doorstromers zijn, maar nieuw ingeschreven studenten. Deze studenten wordt bij de toelatingsprocedure gevraagd hun keuze voor september en oktober kenbaar te maken; voor deze vakken worden zij ingeschreven. Tijdens de eerste cursus zullen deze studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Daarna gelden voor hen dezelfde regels als voor alle andere studenten. Inschrijftermijnen Voor alle studenten geldt dat inschrijving via TIS plaats kan vinden vanaf de maand juli voorafgaande aan het studiejaar voor de cursussen tot en met de Kerst en vanaf de maand oktober in een lopend studiejaar voor de cursussen na de Kerst. Inschrijven kan tot uiterlijk 4 weken voor de aanvang van een cursus* en tot uiterlijk 1 week voor een tentamen. Herkansers die niet aan een cursus deelnemen maar wel aan het bijbehorende
School of Life Sciences
|
23
tentamen geven zich alleen via TIS voor dat tentamen op, ook tot 1 week voor de tentamendatum. * een uitzondering hierop zijn een aantal veldwerken en excursies. Bij deze onderdelen zullen de studenten er bijtijds op gewezen worden dat ze zich eerder moeten opgeven. Dit geldt ook voor een (zeer beperkt) aantal cursussen waarvoor een maximum aantal deelnemers geldt.
Wanneer - bv. door technische problemen - inschrijving of afmelding via TIS niet mogelijk is dient de student dit kenbaar te maken bij het studiesecretariaat. Hiervoor gelden echter dezelfde termijnen als bij elektronische opgave. Afmelden Afmelden voor een cursus kan uitsluitend via TIS tot 4 weken voor aanvang van de cursus, dan wel tot 1 week voor aanvang van een tentamen. Uitzondering hierop zijn de nieuw ingeschreven eerstejaars en (pre)master studenten die zich in de periode september t/m oktober uitsluitend via het studiesecretariaat kunnen afmelden. Vanaf november gelden voor hen dezelfde regels als voor de andere studenten. Sancties Wanneer een student niet is ingeschreven via TIS wordt hij of zij alleen toegelaten tot de betreffende cursus of tentamen wanneer de faciliteiten dat toestaan. Bij een cursus met practicum of werkgroepen zal dat veelal niet mogelijk zijn omdat op basis van opgegeven aantallen groepsindelingen zijn gemaakt, student-assistenten zijn aangesteld en practicum materiaal is besteld. Toelating tot een cursus of tentamen nadat de inschrijftermijn is verlopen is ter beoordeling van het hoofd Onderwijsbureau, mevr. dr. A.M. Wagner, of voor G&L-Zwolle studenten ter beoordeling van het hoofd secretariaat G&L. Wanneer deelname in principe nog wel mogelijk is wordt 15 euro administratiekosten bij de student in rekening gebracht. Wanneer een student inmiddels al aan een tentamen heeft deelgenomen wordt het cijfer pas bekend gemaakt en geadministreerd als de administratiekosten zijn betaald. Wanneer een student zich wel voor een cursus heeft opgegeven, maar niet op die cursus verschijnt kan de faculteit administratiekosten en de kosten voor een syllabus in rekening brengen. Als een student die staat ingeschreven voor een tentamen niet deelneemt aan dit tentamen zonder zich te hebben afgemeld wordt het eindcijfer 1 ingevoerd. Uitgebreide informatie over de TIS-procedure en de sancties bij niet naleven van de regels zijn te vinden op de facultaire website http://www.vu.nl > Studenten > Reglementen Overtekening en loting Bij een beperkt aantal keuzecursussen is een maximaal aantal deelnemers vermeld (zie de beschrijvingen van de examenonderdelen achterin de studiegids). Bij overtekening wordt geloot. Deze loting vindt plaats tot 8 weken voor aanvang van de cursus. Het is van belang om op tijd in te schrijven voor een cursus waarbij geloot zal worden. De termijn van lotingscursussen is anders dan die van niet-lotingscursussen om studenten die niet zijn ingeloot de kans te geven zich voor een andere cursus op te geven. Om aan de loting te kunnen meedoen moet uiteraard aan de ingangseisen van de betreffende cursus zijn voldaan. Minimaal aantal deelnemers Bij een beperkt aantal keuzecursussen is een minimaal aantal deelnemers vermeld (zie de beschrijvingen van de examenonderdelen achterin de studiegids). Wanneer het minimum aantal deelnemers niet wordt gehaald zal de cursus geen doorgang vinden.
24
|
2.4.2
Goedkeuring vrije keuze
BSc Gezondheid & Leven
Van de keuzecursussen mag er in het derde jaar van de bacheloropleiding tot 12 studiepunten buiten het aanbod van de eigen opleiding worden gevolgd. De studenten moet wel vooraf toestemming aanvragen bij de examencommissie. Voorwaarde is dat cursussen op academisch niveau zijn en worden gegeven aan een erkende universiteit. Overigens wordt in alle gevallen aangeraden om vooraf advies te vragen aan de studieadviseur. Voor adressen van de examencommissie, raadpleeg de paragraaf ‘Commissies’, elders in dit hoofdstuk 2.4.3
Goedkeuring masterprogramma’s
Voor de masteropleiding geldt dat de student zelf een programma samenstelt op basis van de gestelde eisen en de eigen wensen van de student op het gebied van keuzevakken, stages en de scriptie. Dit vakkenpakket moet in het eerste jaar van de masteropleiding, vóór 1 november worden ingeleverd bij de studieadviseur (in geval van de masteropleidingen biologie en biomedische wetenschappen) of mastercoördinator (in geval van de specialistische masteropleidingen en de algemene master Gezondheidswetenschappen). Via hen zal het studieplan ter goedkeuring worden voorgelegd aan de examencommissie. Studenten die pas achteraf goedkeuring vragen voor hun examenprogramma lopen een groot risico dat reeds gevolgde onderdelen niet worden goedgekeurd en derhalve niet meetellen voor hun diploma. De benodigde formulieren zijn verkrijgbaar bij het studiesecretariaat in de C1- gang en tevens te downloaden via de facultaire website http://www.falw.vu.nl. Nadere informatie is te vinden in de OERen van de betreffende opleidingen. 2.5
Toelating en ingangseisen
2.5.1
Toelating tot de opleiding
Voor vooropleidingseisen en colloquium doctum wordt verwezen naar de opleidingsspecifieke hoofdstukken. 2.5.2
Ingangseisen cursussen
De ingangseisen voor cursussen staan vermeld bij de betreffende cursus in het hoofdstuk ’Examenonderdelen’. Wanneer er niet aan de ingangseis van een cursus is voldaan wordt geen toegang gegeven. 2.5.3
Toelating onderwijs hogere jaren
Onder strikte voorwaarden is het toegestaan om aan cursussen in hogere jaren deel te nemen zonder alle cursussen in het voorgaande jaar te hebben gehaald. De voorwaarden staan vermeld in het opleidingspecifieke hoofdstuk. 2.6
Onderwijs- en Examenregelingen
Voor elke opleiding binnen de faculteit bestaat een Onderwijs- en Examenregeling (OER) waarin formeel het onderwijsprogramma en de regelingen over het onderwijs en de examens zijn vastgelegd. Via het internet (http://www.falw.vu.nl > studenten > Reglementen > Onderwijs- en examenregelingen) de OER van elke opleiding te raadplegen en te downloaden. Indien er verschillen zouden bestaan tussen de OER en deze studiegids, geldt de regelgeving zoals beschreven in de OER.
School of Life Sciences
2.7
Regelingen met betrekking tot het onderwijs en de examens
2.7.1
Examenonderdelen
|
25
De examenonderdelen worden gevormd door cursussen, capita, scripties en stages. De diverse examenonderdelen hebben elk een unieke administratiecode en een vaststaand aantal studiepunten. Alleen het eindcijfer wordt door de administratie geregistreerd. De examinator van het examenonderdeel (docent) kan besluiten dat een eindcijfer is opgebouwd uit beoordelingen voor verschillende onderdelen, zoals een tentamen, een verslag. Ook bepaald hij welk aandeel elk onderdeel heeft in het tot stand komen van het eindcijfer. Elk onderdeel wordt apart getoetst en krijgt een eindcijfer. Dit kan een afsluitende toets (tentamen) zijn aan het eind van de cursus of het afronden van een opdracht. Het kan ook voorkomen dat het eindcijfer is opgebouwd uit deelcijfers, afkomstig uit deeltentamina en/of practicumtoetsen of uit waarderingscijfers voor opdrachten. Ook kan de aanwezigheid bij de aangeboden onderwijsvormen een voorwaarde zijn voor het met succes afronden van een examenonderdeel (aanwezigheidsplicht). Pas wanneer aan alle voorwaarden is voldaan, krijgt de student een eindcijfer voor een examenonderdeel. Een bachelor- of masterexamen is het geheel van alle examenonderdelen, en vormt in principe de optelsom van alle tentamina. 2.7.2
Studievoortgang
Met behulp van TIS is het voor iedere student mogelijk om gedurende het gehele jaar zelf de studievoortgang te controleren. Overzichten op papier worden om die reden niet langer door de faculteit twee maal per jaar toegestuurd. Het is raadzaam met enige regelmaat te controleren hoe je studieregistratie er voor staat, of er mogelijk fouten zijn opgetreden in de cijferregistratie, of cijfers niet zijn geregistreerd, omdat je bijvoorbeeld nog niet 15 EURO betaald hebt na te laat of verzuimd aanmelden voor tentamina. Indien je vermoedt dat er dingen niet kloppen, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met het studiesecretariaat. De examencommissie stelt zich met enige regelmaat van de studievoortgang op de hoogte, bijvoorbeeld in geval van controle op toelatingseisen met betrekking tot veldwerken of andere studieonderdelen, of toelating tot masteronderwijs. Daarnaast houdt de studieadviseur de studievoortgang van studenten in de gaten. Namens het college van bestuur en de examencommissie geeft de studieadviseur aan het eind van het studiejaar een (niet)bindend studieadvies aan de eerstejaars. Dit advies is gebaseerd op de studievoortgang. De student heeft ook een eigen verantwoordelijkheid in het bijhouden van zijn voortgang en het ondernemen van actie wanneer vertraging dreigt op te treden. Bijvoorbeeld als dit betekent dat er een wijziging van een examenprogramma nodig is. 2.7.3
Volgorde van tentamina
Voor de bacheloropleidingen gelden de volgende regels: • •
Studenten worden toegelaten tot onderwijs in het tweede studiejaar wanneer zij voor alle examenonderdelen uit het eerste studiejaar zijn geslaagd. Hierbij geldt het examenprogramma volgens de OER uit het jaar van aanvang van de studie. De examencommissie laat de tweedejaars student toe tot het volgen van onderdelen in het tweede studiejaar wanneer hij/zij minimaal 48 studiepunten uit het eerste jaar heeft behaald. Wanneer minder dan 48, maar meer dan 24 studiepunten uit het eerste jaar zijn behaald geldt een beperkte toelating: toelating geldt alleen voor die tweedejaarsonderdelen die niet samenvallen met nog af te leggen onderdelen uit het eerste jaar. Deze studenten
26
• • • •
•
|
BSc Gezondheid & Leven
wordt aangeraden samen met de studieadviseur een studieplan voor het tweede jaar op te stellen. Tweedejaarsstudenten die 24 studiepunten of minder hebben behaald uit het eerste studiejaar worden niet toegelaten tot tweedejaars onderdelen. De voorlopige toelating tot het onderwijs in het tweede studiejaar geldt voor maximaal één jaar. Wanneer een student na twee jaar inschrijving de onderdelen van het eerste studiejaar niet heeft behaald, dient hij/zij aan de dan geldende eisen voor het eerste jaar te voldoen. Studenten worden toegelaten tot onderwijs in het derde studiejaar wanneer zij voor alle examenonderdelen uit het eerste en tweede studiejaar zijn geslaagd. Hierbij geldt het examenprogramma volgens de OER uit het tweede jaar van de studie. De examencommissie laat de derdejaarsstudent voorlopig toe tot het volgen van onderdelen in het derde studiejaar wanneer hij/zij voor alle examenonderdelen uit het eerste jaar geslaagd is en minimaal 48 studiepunten uit het tweede jaar heeft behaald. Wanneer minder dan 48, maar meer dan 24 studiepunten uit het tweede jaar zijn behaald geldt een beperkte toelating: toelating geldt alleen voor die derdejaarsonderdelen die niet samenvallen met nog af te leggen onderdelen uit het tweede jaar. Derdejaarsstudenten die 24 studiepunten of minder hebben behaald uit het tweede studiejaar worden niet toegelaten tot derdejaars onderdelen. De voorlopige toelating tot het onderwijs in het derde studiejaar geldt voor maximaal één jaar.
Voor de masteropleidingen gelden de volgende regels: •
• • 2.7.4
Vierdejaars studenten van het cohort 2002 binnen de bacheloropleidingen Levenswetenschappen aan de VU die nog niet het bachelordiploma hebben gehaald krijgen toestemming onderwijs binnen de masteropleidingen te volgen als zij minimaal 168 studiepunten binnen de bacheloropleidingen hebben gehaald. Dit geldt alleen voor de masteropleidingen binnen de Levenswetenschappen waarvoor de genoemde bacheloropleidingen toelating geven. De beperkte toelating geldt voor maximaal 1 jaar. Studenten die eerder zijn begonnen met de bacheloropleiding of studenten die minder studiepunten hebben gehaald moeten eerst de bacheloropleiding afronden alvorens ze worden toegelaten tot te masteropleiding. Voor premaster studenten geldt dat zij tenminste 48 ECTS hebben behaald, en in ieder geval de vakken ‘Cellen en genen’ en ‘Epidemiologie: methoden en statistiek’ gehaald moeten hebben. Richtlijnen voor stage en scriptie
Zowel in de bachelor- als in de masteropleiding vormen stages een onderdeel van het curriculum. In de hoofdstukken die de opleidingen beschrijven staat meer over de inhoud en lengte van de stages. Daarnaast bestaat er voor zowel de stages in bachelor- als de masteropleiding een aparte stage (en scriptie) handleiding. Deze handleidingen staan uitgeschreven in de hoofdstukken betreffende de bachelor- en masteropleidingen. 2.7.5
Veiligheid
In verband met de veiligheid is het verplicht om tijdens practica een witte jas en, in een aantal gevallen, een veiligheidsbril te dragen. Informatie over veiligheid is te vinden op http://www.falw. vu.nl >Studenten>Bacheloropleiding>Info alle opleidingen. Hier staan onder andere de veiligheidsen milieuvoorschriften voor practica. Daarnaast is er een handboek afvalstoffen opgesteld voor alle medewerkers en studenten. Via een stoffenlijst, afvalinformatiebladen en een overzicht van locaties wordt de beoogde afvalinzameling inzichtelijk gemaakt. De digitale versie kan geraadpleegd worden op het internet: http://www.vu.nl/arbo-en-milieu/pdfen/HandboekAfvalstoffen.pdf. De veiligheid op laboratoria wordt nauwlettend in de gaten gehouden door de facultaire Commissie voor Veilig-
School of Life Sciences
|
27
heid en Milieu. 2.8
Regels en richtlijnen met betrekking tot tentamina
2.8.1
Aan- en afmelding
Voor het aan- en afmelden van tentamina binnen de opleidingen Levenswetenschappen wordt gebruik gemaakt van TIS. Zie de richtlijnen onder de paragraaf ‘Aanmelding studieonderdelen en tentamina’. 2.8.2
Mondeling tentamen
Het tentamen kan in sommige gevallen ook mondeling worden afgenomen, bijvoorbeeld wanneer er maar een beperkt aantal studenten aan een onderdeel deelneemt. Met de betrokken docent en eventueel de studiebegeleider dient dit te worden overlegd. De student maakt mondeling een afspraak met de desbetreffende docent over tijd en plaats. Voor de beoordeling neemt de student een leeg tentamenbriefje (in de vakkenkast tegenover het studiesecretariaat) mee 2.8.3
Maximaal aantal pogingen
Elk tentamen mag zonder voorafgaande toestemming van de examencommissie ten hoogste vier maal worden afgelegd. Wanneer het maximum van vier tentamina is bereikt, zonder dat het examenonderdeel met succes is afgerond, beoordeelt de examencommissie of en onder welke voorwaarden de kandidaat toelating krijgt tot een toekomstig tentamen. Een verzoek tot toelating moet schriftelijk worden ingediend. Wanneer persoonlijke redenen ten grondslag liggen aan het verzoek wordt geadviseerd eerst langs de studieadviseur te gaan. De studieadviseur kan de situatie beoordelen en het verzoek eventueel laten vergezellen van een advies. 2.8.4
Aanpassing gehandicapte studenten
Aan gehandicapte studenten wordt op verzoek de gelegenheid geboden de tentamina op een zoveel mogelijk aan hun handicap aangepaste wijze af te leggen. Contactpersonen hiervoor zijn de studieadviseurs. 2.8.5
Orde tijdens het tentamen
• • •
De docent laat bij het tentamen de deelnemerslijst door de student paraferen; De surveillant is gerechtigd de collegekaart te controleren; Het is verplicht vóór de aanvang van het tentamen tassen, boeken, dictaten, elektronische communicatieapparatuur (zoals zaktelefoons) en dergelijke in een afgesloten tas te plaatsen in de gangpaden van de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen, met uitzondering van die onderwijsmaterialen waarvan expliciet gemeld staat dat ze gebruikt mogen worden bij dat betreffende tentamen; Het is niet toegestaan na aanvang van het officieel vastgelegde tijdstip de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen te betreden. Kandidaten die te laat komen kunnen door de examinator of surveillant worden uitgesloten van deelname; Tijdens het tentamen is het dragen van kleding welke het gehele of het grootste deel van het gezicht bedekt niet toegestaan; Tijdens het tentamen is het nuttigen van drank en etenswaren in de regel niet toegestaan; Aanwijzingen van de examencommissie of examinator, die voor het begin van het examen of tentamen zijn gepubliceerd, en ook aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddel-
• • • •
28
|
•
lijk na afloop daarvan gegeven worden, dienen door de examinandus te worden opgevolgd; Na afloop dienen zowel het tentamen als alle andere verstrekte papieren te worden ingeleverd.
2.8.6
Deeltoetsen
BSc Gezondheid & Leven
Tentamengelegenheden staan aangegeven in het lesrooster. De examinator kan een tentamen splitsen in deeltoetsen. Deeltoetsen hebben geen formele status. Een docent kan m.b.t. deeltoetsen dus specifieke regels hanteren, maar dient deze tevoren duidelijk aan de studenten te hebben gecommuniceerd. 2.8.7
Fraude
Wanneer voorafgaande, tijdens of na afloop van een tentamen of een opdracht die deel uitmaakt van de beoordeling bij een deelnemer fraude wordt geconstateerd, wordt dit gemeld bij de examencommissie. De examencommissie kan: • • •
het tentamen laten vervallen; de betrokken student maximaal een jaar het recht ontnemen een of meer aan te wijzen tentamina of examens aan de universiteit af te leggen; eventuele aanvullende sancties opleggen.
2.8.8
Uitslagen
Een examenonderdeel is met voldoende resultaat afgelegd als het door de betreffende examinator op een schaal van 1,0 tot 10,0 is beoordeeld met een cijfer 6,0 of hoger. Eindbeoordelingen in het bereik van 5,0 en 6,0 zijn niet toegestaan en worden door de examinator in gehele punten vastgesteld. Wanneer een student een tentamen meer dan éénmaal aflegt, geldt het hoogste cijfer. Bekendmaking van uitslagen van schriftelijke tentamina Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 20 werkdagen na afloop van een schriftelijk tentamen, wordt de uitslag vastgesteld door de examencommissie c.q. examinator. Het studiesecretariaat verwerkt de uitslagen tot een uitslagenlijst zonder persoonskenmerken (alleen studentnummers) en hangt deze lijst op het mededelingenbord in de C-1- gang bij het studiesecretariaat. Na verwerking worden de cijfers ook bekendgemaakt via TIS. Er worden geen aparte tentamenbriefjes per student verstrekt. Bekendmaking van uitslagen van mondelinge tentamina De uitslag van mondelinge tentamina is direct na afloop van het tentamen bekend. De docent vult het tentamenbriefje in dat de student heeft meegenomen en houdt zelf een doorslag. De student levert het briefje vervolgens in bij het studiesecretariaat en houdt ook zelf een doorslag. Cijfers stages en scripties Bij afronding van stages en scripties wordt het onderdeel beoordeeld conform het beoordelingsformulier. De formulieren zijn te vinden in de infotheek en te downloaden van de facultaire website. Alleen wanneer het beoordelingsformulier volledig is ingevuld en getekend en met een kopie van het verslag wordt ingeleverd, wordt het cijfer geregistreerd. Inzagerecht De student wordt, op diens verzoek, na het bekend worden van de tentamenuitslag inzage gegeven in het beoordeelde werk en in de gestelde vragen c.q. de gegeven opdrachten. Sommige docenten organiseren daarvoor een speciale (centrale) bijeenkomst, deze wordt aangekondigd via de uitsla-
School of Life Sciences
|
29
genlijst of via de Blackboardsite van de cursus. 2.8.9
Vrijstellingen
Studenten die menen wegens een eerdere opleiding in aanmerking te komen voor een vrijstelling van een verplicht vak, kunnen zich met een gemotiveerd verzoek wenden tot de examencommissie. De aanvragers dienen informatie te kunnen overhandigen over de inhoud, studielast en het niveau van het vak op grond waarvan vrijstelling wordt gevraagd en over de instelling waar dit vak is bestudeerd. Studenten wordt met klem geadviseerd eerst langs de studieadviseur te gaan. De studieadviseur kan bekijken of de aanvraag reëel is en de aanvraag vergezellen van een advies. De examencommissie zal zelf advies inwinnen bij de contactdocent. Zie voor adressen en contactpersonen van de verschillende examencommissies, de paragraaf ‘Examencommissies’ 2.9
Afgifte getuigschriften
2.9.1
Examenprocedure
Alle opleidingen worden afgesloten met het examen. Het examenprogramma wordt per studiejaar beschreven in de studiegids en is officieel vastgelegd in de OER. Het examen is met succes afgelegd wanneer alle examenonderdelen met succes zijn afgerond. Als bewijs hiervan ontvangt men een getuigschrift (diploma). Examenprocedure: • • • • • •
Voor de examens geldt dat het examen slechts kan worden aangevraagd onder overlegging van een goedkeuring van het programma door de examencommissie (dit wordt waargenomen door de studieadviseurs). Het examen dient men uiterlijk vier weken voor de examendatum aan te vragen bij het studiesecretariaat van de opleidingen Levenswetenschappen, studentenbalie C-118b. Op het moment van aanvraag dienen op 2 na alle cijfers bekend te zijn. Het laatste cijfer kan eventueel uiterlijk drie weken voor de examendatum worden ingeleverd. Voor het examen van 31 augustus kunnen op deze dag tot 12.00 uur nog de laatste cijfers worden ingeleverd. De buluitreiking van deze datum is tijdens de examenzitting in september. Drie weken vóór de examendatum wordt namens de examencommissie gecontroleerd wie van de aanvragers is geslaagd (dit is de controledatum); De bul wordt uitsluitend uitgereikt aan de kandidaten die op de controledatum aan de exameneisen hebben voldaan. Voor de vierjarige opleidingen is de laatste examendatum voor het doctoraaldiploma 31 augustus 2007.
Op de voorzijde van het diploma is de opleiding vermeld. De cijfers van de onderdelen zijn met studiepunten vermeld op een aparte cijferlijst die bij het diploma wordt uitgereikt. 2.9.2
Diploma uitreiking
De kandidaten ontvangen ongeveer een week van tevoren een uitnodiging voor de diploma uitreiking. De diploma uitreiking vindt plaatst in een (college)zaal, waarbij een aantal examenkandidaten tegelijkertijd in dezelfde sessie bijeenkomt. Wanneer veel studenten afstuderen, in de maanden augustus en september, zijn er meerdere sessies. De studenten kunnen een beperkt aantal familieleden of kennissen meebrengen naar de uitreiking. Elke examenkandidaat wordt kort toegesproken. Tijdens de sessies met weinig kandidaten kan de toespraak worden verzorgd door een spreker naar keuze van
30
|
BSc Gezondheid & Leven
de kandidaat (zoals een stagebegeleider), tijdens de grote sessie is dat helaas niet mogelijk. 2.9.3
Judicium
Wanneer de geëxamineerde tijdens het afleggen van het afsluitend examen blijk heeft gegeven van bijzondere bekwaamheid, kan dit op het getuigschrift worden vermeld met de woorden ‘cum laude’. Voor het toekennen van het judicium ‘cum laude’ aan het bachelorexamen gelden de volgende voorwaarden: • •
het gemiddelde van alle examenonderdelen bedraagt ten minste 8,0; geen van de examenonderdelen heeft een cijfer lager dan een 7,0.
Voor het toekennen van het judicium ‘cum laude’ aan het masterexamen geldt de volgende voorwaarde: •
geen van de examenonderdelen heeft een cijfer lager dan een 8,0.
Indien aan een student vrijstelling is verleend op één of meer onderdelen bepaalt de examencommissie of dit een ‘cum laude’ rechtvaardigt, indien voor de overige onderdelen wordt voldaan aan de eerder genoemde voorwaarden. De examencommissie kan aan het ‘oude’ doctoraalexamen het judicium ‘cum laude’ slechts toekennen wanneer in de differentiatiefase niet meer dan vier zevens behaald zijn en de overige cijfers minimaal 8,0 zijn en wanneer in de specialisatiefase geen cijfer lager dan een 8,0 behaald is. Aan de verkorte programma’s van instromers met een voltooid hbo-diploma wordt geen judicium toegekend. 2.9.4
Examendatum
Elke maand is er gelegenheid tot het afleggen van het examen, voor de uitreiking geldt dat deze om de twee maanden plaatsvindt. De data worden aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt door het studiesecretariaat. 2.9.5
Dossierverklaring
Bij beëindiging van de studie vóór het halen van het examen, is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de examencommissie, als ten minste twee studieonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen die met goed gevolg zijn afgerond vermeld. 2.10
Studiesecretariaat Levenswetenschappen
Het studiesecretariaat Levenswetenschappen is een onderdeel van het Onderwijsbureau FALW. De studiesecretaresses zijn mw. A. Kist en mw. A.E. Jansen Adres: De Boelelaan 1085, 1081 HV Amsterdam, kamer C-118b, tel. (020) 598 6939 of (020) 598 47010, e-mail:
[email protected] Het studiesecretariaat is geopend op maandag t/m donderdag van 11:00 - 13:00 uur. Vrijdags is het studiesecretariaat gesloten. Alleen tijdens openingstijden kunnen studenten terecht voor examenaanvragen, vragen omtrent hun resultaten en diploma’s en adreswijzigingen. Voor het afgeven van cijferbriefjes en verslagen kan ook gebruik gemaakt worden van de postbus naast de ingang van het studiesecretariaat. Om studenten adequaat van op hun persoon afgestemde informatie te kunnen voorzien maakt het studiesecretariaat gebruik van de persoonlijke informatie in het VU studentenadministratiesy-
School of Life Sciences
|
31
steem. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van de juiste persoonlijke informatie. Adreswijziging, verandering in de burgerlijke staat, verandering of beëindiging van de inschrijving, langdurige studieonderbreking en dergelijke moeten studenten zo snel mogelijk door geven aan de afdeling Studentenadministratie en Studentenbalie in het hoofdgebouw. 2.11
Studiebegeleiding
2.11.1 Studieadviseurs* voor studiebegeleiding G&L zie Hs. 3 en 4
De studieadviseurs verstrekken nadere informatie over de diverse studieprogramma’s binnen de opleiding, individuele vrijstellingsregelingen en speciale studieregelingen. De studieadviseurs informeren en adviseren zowel aankomende studenten als de examencommissie over de toelating tot de opleiding met diploma’s anders dan de vwo diploma’s die rechtstreeks toegang geven tot de opleiding. Zij zijn contactpersoon voor Colloquium Doctum en toelatingstoetsen. Zij geven loopbaanvoorlichtingen helpen studenten bij de keuze van vakkencombinaties. Daarnaast bieden zij hulp bij studieproblemen en studievertraging. Zo nodig overleggen zij met de desbetreffende docenten of verwijzen door naar andere instanties binnen de VU, zoals studentendecanen, studentenpsychologen of naar cursussen van het Onderwijscentrum-VU of het Opleidingscentrum Studie en Loopbaan. Wanneer studenten door omstandigheden een achterstand in hun studie oplopen waardoor zij niet in staat zij aan het examenprogramma te voldoen, stellen zij samen met de student een studieplan op. Het studieplan wordt als advies voorgelegd aan de examencommissie. Daarnaast geven zij de examencommissie advies over de toelating tot de opleiding, verlenen van vrijstellingen, opheffing blokkades en toekenning extra herkansingsmogelijkheden. De studieadviseurs zijn: •
•
Drs. H. Eenhoorn kamer C-148a, tel. (020) 598 7012, e-mail
[email protected]. Hij adviseert de studenten in de bachelor- en masteropleidingen Biologie en Bio-medische wetenschappen en de hbo/hlo-instromers Biologie en Bio-medische wetenschappen. Hij heeft spreekuur op dinsdag en donderdag van 12:00 - 14:00 uur. Buiten deze tijden uitsluitend volgens afspraak. Mw. Drs. G.J.M. Dirksen-de Tombe, kamer C-148a, tel. (020) 598 6987, e-mail liesbeth.
[email protected]. Zij adviseert de studenten in de bachelor- en masteropleiding Gezondheidswetenschappen en de hbo-instromers Gezondheidswetenschappen. Zij heeft spreekuur op dinsdag en donderdag van 12:00 - 14:00 uur. Buiten deze tijden uitsluitend volgens afspraak.
De studieadviseurs zijn er voor de bachelorstudenten Biologie, Biomedische wetenschappen en Gezondheidswetenschappen. Daarnaast is dhr. Eenhoorn er ook voor de studenten in de algemene masteropleidingen Biologie en Biomedische wetenschappen. Voor hen behandelt hij naast bovengenoemde zaken ook: • •
advies aan de examencommissie t.b.v. het studieplan dat elke masterstudent aan het begin van zijn masteropleiding moet opstellen beoordeling van de stage- en scriptieaanvragen
Studenten in de overige masteropleidingen kunnen voor bovengenoemde zaken in eerste instantie terecht bij de mastercoördinator of programmacoördinator. Maar zij kunnen bij persoonlijke problemen uiteraard ook bij de studieadviseur terecht.
32
|
BSc Gezondheid & Leven
2.11.2 Studentendecanen en studentenpsychologen De studieadviseur kan helpen bij studieproblemen of adviseren bij studievertraging. Zo nodig verwijst de studieadviseur naar andere instanties, zoals de afdeling Studentendecanen of de afdeling Studentenpsychologen aan de VU. Drs. H. Boswijk, tel. (020) 598 5020, e-mail: h.boswijk@dienst. vu.nl is de studentendecaan voor de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen. 2.11.3 Mentoren / Tutoren eerstejaars Vanaf het begin van hun studie worden studenten begeleid bij hun eerste stappen die ze op de universiteit zetten. Tijdens de introductieweek worden de nieuwe eerstejaars ingedeeld in groepjes van ongeveer twaalf personen. Elke groep krijgt twee studentmentoren toegewezen. Deze studentmentoren laten de eerstejaars kennismaken met de faculteit, de universiteit en het studentenleven. Tijdens de eerste cursus van het jaar, worden de studenten in groepen ingedeeld in groepen die wordt begeleidt door een docent. Deze docent functioneert als stafmentor gedurende het eerste jaar. De stafmentor heeft de student in die eerste weken goed leren kennen en is daardoor een laagdrempelig aanspreekpunt voor de student. Voor studenten van de opleiding G&L in Zwolle geldt dat deze mentor-rol wordt ingevuld door de tutor, die in groepen van 6-10 studenten en op individuele basis coaching van de studenten verzorgt. 2.11.4 Mastercoördinatoren en programmacoördinatoren Elke specialistische masteropleiding wordt gecoördineerd door een mastercoördinator, elke differentiatie wordt gecoördineerd door een programmacoördinator. Deze coördinatoren geven studenten informatie over de opleiding, over de studiemogelijkheden en over stage- en scriptieonderwerpen. Zij zijn ook het eerste aanspreekpunt van studenten bij studieproblemen binnen de opleidingen. Zo nodig worden studenten doorverwezen naar de studieadviseur of andere instanties. De coördinatoren adviseren de examencommissie over toelating tot de opleiding, vakkenpakketten en vrijstellingen. De mastercoördinatoren beoordelen voor de studenten in de specialistisch masteropleidingen en algemene masteropleiding Gezondheidswetenschappen voorts de volgende zaken: • •
advies aan de examencommissie t.b.v. het studieplan dat elke masterstudent aan het begin van zijn masteropleiding moet opstellen beoordeling van de stage- en scriptieaanvragen
De namen van de coördinatoren staan hieronder, uitgebreidere informatie staat vermeld bij de beschrijvingen van de verschillende masteropleidingen en differentiaties. Mastercoördinatoren Drs. H. Eenhoorn, master Biomedische wetenschappen en master Biologie Dr. W. Smeets, master Neuroscience Dr. K. Krab, master Biomolecular Sciences, diff. Systems biology Dr. H.S. van Walraven, master Biomolecular Sciences, diff. Molecular cell biology Dr. M. Zweekhorst, master Management, Policy-Analysis and Entrepreneurship in Health and Life Sciences
School of Life Sciences
|
33
Dr. P.M. van Bodegom, master Ecology Dr. M.C. Adriaanse, master Gezondheidswetenschappen Programmacoördinatoren Prof.dr. R.E. Koes, Dr. P.M. van Bodegom, Dr. R.O. Stiedl, Dr. H.S. van Walraven, Prof.dr.Y. van Kooyk, Dr. A. van Lambalgen, Dr. B.M. Bakker, Dr. M.C. Adriaanse, Dr. M. Campos Ponce, Dr. J. Broerse, Ir. J. Neter, Dr. M. Zweekhorst, Drs. M. Kapteijn, Prof.dr. J.T.J.M. Willems,
diff. Plantenwetenschappen diff.Ecology diff. Brain and behavior diff. Cell biology diff. Immunology diff. Hart en vaatziekten diff. Infectieziekten diff. Beleid en organisatie van de gezondheidszorg, diff. Preventie en volksgezondheid en diff. Public health research diff. Infectieziekten en volksgezondheid diff. International public health diff. Voeding en gezondheid diff. M diff. E diff. C
2.11.5 Scriptie- of stagebegeleider Wanneer studenten stage lopen of een scriptie schrijven, gebeurt dit onder supervisie van 1 of 2 docenten. De eisen die aan de docenten gesteld worden staan vermeld in de stage- en scriptiehandleiding (zie elders in dit hoofdstuk en op de facultaire internetpagina voor studenten). Zo moet de begeleider die als eindverantwoordelijke is aangesteld, een aanstelling hebben als docent, universitair docent (UD), universitair hoofddocent (UHD) of hoogleraar. Bij een scriptie is 1 docent voldoende. Bij een stage zijn minimaal 2 docenten verantwoordelijk, beide met een aanstelling als docent, universitair docent (UD), universitair hoofddocent (UHD) of hoogleraar. Minimaal 1 van de stagebegeleiders moet een aanstelling hebben aan de VU of het VUMC Alleen indien de stage wordt uitgevoerd op een niet-universitair instituut kan de rol van de tweede verantwoordelijke docent worden overgenomen dooreen extern begeleider i.e. een medewerker van het gastinstituut. Bij bachelorstages is de eindverantwoordelijke begeleider altijd een VU-docent , UD, - UHD, of - hoogleraar. De stagecoördinator kent daarnaast de studieplannen goed en bewaakt de procedures. In alle gevallen kan de dagelijkse begeleiding worden uitgevoerd door een lid van het wetenschappelijk personeel die geen docentaanstelling heeft. De dagelijks begeleider kan dan echter geen verantwoordelijkheid als stagedocent dragen. 2.12
Commissies
2.12.1 Examencommissies Het faculteitsbestuur heeft voor de opleidingen een examencommissie ingesteld. De examencommissie: • wijst examinatoren aan en kan aan hen richtlijnen geven m.b.t. de beoordeling van tentamina; • stelt de regels vast m.b.t. de goede gang van zaken bij tentamina en examens en stelt de uitslag van de examens vast; • beoordeelt examenprogramma’s van studenten die om welke reden dan ook afwijken van de examenprogramma’s zoals die zijn opgenomen in de OERen;
34
|
• •
beoordeelt studieprogramma’s; beoordeelt aanvragen voor vrijstellingen, deelname aan onderwijs en tentamina
BSc Gezondheid & Leven
Alvorens een besluit te nemen wint de examencommissie veelal informatie en advies in bij de studieadviseur, mastercoördinatoren, programmacoördinatoren, docenten en studentendecanen. Studenten wordt geadviseerd om voordat zij een verzoek indienen bij de examencommissie eerst de studieadviseur, de mastercoördinator of programmacoördinator te consulteren om te bezien of hun aanvraag kans van slagen heeft en/of hun aanvraag te kunnen onderbouwen met een studieplan. Correspondentie naar de examencommissie kan gericht worden aan de ambtelijk secretaris. De commissies vergaderen gemiddeld eens in de 6 weken. Voor meer informatie over de verschillende procedures bij aanvragen voor de examencommissie wordt verwezen naar de paragrafen ‘Regelingen met betrekking tot het onderwijs en de examens’ en ‘Regels en richtlijnen met betrekking tot tentamina’. Binnen de Levenswetenschappen bestaan de volgende examencommissies Bachelor en master Biologie en master Ecology Dr. K.S. Kits (voorzitter) Dr. A.H. de Boer Prof. Dr. H. Lill Prof. Dr. J. Rozema Adres: Examencommissie Biologie en Ecology Faculteit ALW, Vrije Universiteit t.a.v. mw.dr. P.A.C.M. de Boer, ambtelijk secretaris De Boelelaan 1083 1081 HV Amsterdam Bachelor en master Bio-medische Wetenschappen Dr. K.S. Kits (voorzitter) Mw. Dr. B.M. Bakker Prof. Dr. R.H.J. Beelen Prof. Dr. B. Oudega Adres: Examencommissie Bio-medische wetenschappen Faculteit ALW, Vrije Universiteit t.a.v. mw.dr. P.A.C.M. de Boer, ambtelijk secretaris De Boelelaan 1083 1081 HV Amsterdam Bachelor en master Algemene Gezondheidswetenschappen Dr. K.S. Kits (voorzitter) Prof. Dr. ir. J.C. Seidell Prof. Dr. M. Lindeboom Dr. H.N. Plomp Adres: Examencommissie Algemene Gezondheidswetenschappen Faculteit ALW, Vrije Universiteit t.a.v. mw.dr. P.A.C.M. de Boer, ambtelijk secretaris De Boelelaan 1083
School of Life Sciences
|
35
1081 HV Amsterdam Bachelor Gezondheid & Leven Prof.dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor (voorzitter) Dr. K. S. Kits 2 vacatures Master Management, Policy-Analysis and Entrepreneurship in Health and Life Sciences Mw.prof.dr. J.F.G. Bunders-Aelen (voorzitter) Prof.dr. J.T. de Cock-Buning Prof.dr. E.J. Ruitenberg Prof.dr. E. Claassen Adres: Examencommissie Management, Policy-Analysis and Entrepreneurship in Health and Life Sciences Faculteit ALW, Vrije Universiteit t.a.v. mw. drs. C.M. Heuvelman, ambtelijk secretaris De Boelelaan 1083 1081 HV Amsterdam Master Neuroscience Prof. Dr. A.B. Brussaard (voorzitter) Prof. Dr. M.P. Witter Prof. Dr. D.I. Boomsma Adres: Examencommissie Neuroscience Faculteit ALW, Vrije Universiteit Prof. Dr. A.B. Brussaard De Boelelaan 1083 1081 HV Amsterdam 2.12.2 Opleidingscommissies Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. In de opleidingscommissie zitten een gelijk aantal stafleden en studentleden; in beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in de opleidingscommissie van die opleiding. De opleidingscommissie heeft tot taak: • • •
adviseren over het onderwijs, waaronder de Onderwijs- en Examenregeling; het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de Onderwijs- en Examenregeling; het desgevraagd of uit eigen beweging uitbrengen van advies over alle aangelegenheden betreffende onderwijs in de desbetreffende opleiding.
Binnen de Levenswetenschappen bestaan de volgende opleidingscommissies: Bachelor Bio-medische wetenschappen Docentleden Prof.dr. A.N.M. Schoffelmeer Dr. A. van Lambalgen Dr. C. Zonneveld (vz)
36
|
BSc Gezondheid & Leven
Mw. dr. H.S. van Walraven 5 Studentleden Master Bio-medische wetenschappen Docentleden Prof.dr. Y van Kooyk Prof.dr. A.B. Brussaard Prof.dr. R. Scheper Mw. dr. J.E.W. Broerse 2 Studentleden + 2 vacatures Bachelor Biologie Docentleden Dr. J.A.C. Verkleij Prof. Dr. H.A. Verhoef (vz) 5 Studentleden Master Biologie Docentleden Dr. A.R. Stuitje Prof.dr. A.B. Smit Studentleden 2 vacatures Bachelor Algemene Gezondheidswetenschappen Docentleden Prof.dr.ir. J. Seidell (vz) Mw.dr. N. Harms Prof.dr. M. Lindeboom Dr. M. van Tulder Drs. M.C. Adriaanse Dr. M Zweekhorst 5 Studentleden Master Algemene Gezondheidswetenschappen Docentleden Prof.dr. M.C. Cornell Prof.dr. M. Lindeboom Prof.dr. G. van der Wal 2 Studentleden Bachelor Gezondheid & Leven Docentleden Dr. N. Harms (vz) Prof.dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor Dr. J. J. Koksma Ir. M. Ridder prof.dr. J. Twisk Studentleden 3 vacatures > Studentenvertegenwoordiging G&L
School of Life Sciences
|
37
2.12.3 Recht van Beroep Tegen de beslissingen van de examencommissie of examinatoren of tegen behandeling tijdens het afleggen van tentamina, waardoor men in zijn belang meent te zijn getroffen, is tot dertig dagen na bekendmaking van de uitslag schriftelijk beroep mogelijk bij het College van Beroep voor de Examens. Verder wordt verwezen naar het Studentenstatuut VU, meer informatie hierover is te verkrijgen bij het Centrum voor Studie en Loopbaan. 2.13
Overige studentenvoorzieningen
2.13.1 Onderwijsruimten en studiezalen De onderwijsruimten die worden gebruikt bevinden zich deels in het bètagebouw en deels bij andere faculteiten. In drukke perioden is het soms noodzakelijk om uit te wijken naar andere gebouwen. De grote collegezalen in het bètagebouw voor de meeste eerste- en tweedejaarscursussen zijn: D107, KC-137 en KC-159. Kleinere collegezalen zijn onder andere C-121 en C-147. Daarnaast wordt veel onderwijs gegeven in werkgroepzalen zoals de zalen op de P-0 gang, de R-2 gang en de C2 gang, of elders. De practicumzalen zijn C-022, O-026, O-027 en O-049. De computerpractica worden gegeven in de computerzalen die zich in de T-4 gang bevinden. Deze zijn toegankelijk voor de individuele studenten buiten voor de practica gereserveerde tijden. Grote studiezalen zijn te vinden in de bibliotheken. Daarnaast kan in het W&N gebouw als studieruimte onder meer de zitgelegenheid in de G-nul gang naar de kantine en de M-ruimte naast de receptie worden gebruikt. 2.13.2 Computerfaciliteiten VU Amsterdam De faculteit stelt computervoorzieningen ter beschikking aan studenten. Er zijn 115 computers beschikbaar, voor de opleidingen Biologie, Biomedische wetenschappen en Gezondheidswetenschappen. Een groot aantal cursussen kent een onderdeel waarin de computer wordt gebruikt als aanvulling op het lesmateriaal. Derhalve is een groot deel van de computers tijdens cursussen in gebruik. De overigen kunnen vrij door de studenten gebruikt worden. Studenten worden aan het begin en tijdens hun studie voorgelicht over RSI preventie. Account voor toegang op het facultaire netwerk en e-mailadres Alle studenten krijgen bij de aanvang van de studie een gebruikersaccount met een persoonlijk e-mailadres. Dit wordt verzorgd door de Computergroep, kamer F-122. Het account is actief gedurende de tijd dat de student aan de faculteit is verbonden en geeft op de VU kosteloos toegang tot het netwerk van computers en printers en maakt het mogelijk van buitenaf in te bellen en in te loggen. Studenten ondertekenen bij het ontvangen van het gebruikersaccount een verklaring dat zij zich zullen houden aan de bij de faculteit geldende gedragscode voor computergebruik. Computer thuis Een eigen computer thuis is essentieel omdat de facultaire computers ook worden ingezet voor cursorisch onderwijs. De faculteit heeft haar eigen inbelpunt in Amsterdam; het nummer daarvan krijgen de studenten tijdens hun eerste cursus. Hiermee zijn alle faciliteiten inclusief e-mail en internet ook thuis te gebruiken. Alleen telefoonkosten zijn voor eigen rekening. Meer informatie is te vinden op de website http://www.falw.vu/helpdesk/ > E-mail > E-mail thuis Computerservice Voor vragen over het gebruik van computers is er iedere dag (student)assistentie op de compu-
38
|
BSc Gezondheid & Leven
terzaal aanwezig tussen 11.00 en 14.00. Buiten die tijden kunnen studenten in geval van urgente problemen de Helpdesk van de Computerdienst bereiken via het e-mailadres
[email protected]. De Helpdesk bevindt zich in kamer F-222, tel. (020) 598 7040. De website van de Helpdesk is te bereiken via de facultaire website: http://www.falw.vu/helpdesk. Op de website zijn diverse handleidingen en instructies te vinden. 2.13.3 TIS Voor raadplegen van uitslagen, en het aan- en afmelden van cursussen en tentamina wordt gebruik gemaakt van het Tentamen Informatie Systeem TIS (zie hiervoor ook de regels ten aanzien van de aanmelding voor cursussen en tentamina). Aanmelding voor tentamina en cursussen via TIS is mogelijk via de computer thuis of de computerzalen van de faculteit, door een internetbrowser te gebruiken en naar de internetpagina van TIS te gaan http://tis.vu.nl. Om toegang te krijgen tot TIS is een studentnummer en een pincode nodig. Elke student met een geldige inschrijving aan de Vrije Universiteit ontvangt per brief zijn/haar VUnet-ID. Ben je je VU-net-id kwijt of heb je de brief met je VU-net-id niet ontvangen, dan kun je langskomen bij de centrale studentenbalie, ruimte 0A-11 in het Hoofdgebouw. Neem voor legitimatie wel je studentenkaart of paspoort mee. Meer informatie over het gebruik van TIS is te vinden op de centrale VU website http://www.vu.nl/student > digitale services > centrale applicaties > TIS 2.13.4 Blackboard De faculteit maakt gebruik van de digitale leeromgeving ‘Blackboard’. Een digitale leeromgeving is een programma waarmee de docent een website aanmaakt ter ondersteuning van zijn/haar onderwijs. Het gebruik van Blackboard is eenvoudig: om een cursuswebsite te bezoeken heeft een student slechts een internetaansluiting en een browser nodig. De student kan dan op elk tijdstip en vanaf elke plaats via internet werken met Blackboard, op de VU in de computerzaal maar ook vanaf thuis. Blackboard biedt studenten de mogelijkheid om met elkaar te communiceren en samen te werken aan opdrachten. Ook het inleveren van opdrachten kan online gebeuren. Andere toepassingen zijn informatie over de cursus, actuele mededelingen, college sheets, discussiegroepen, links naar relevante websites, opdrachten die naar de docent gestuurd moeten worden, die ze vervolgens nakijkt en van commentaar voorziet. Welke elementen van Blackboard worden gebruikt hangt af van de betreffende cursus. De docenten van de cursus beheren de cursussite in Blackboard. Studenten die zich op tijd via TIS hebben aangemeld voor een cursus, krijgen toegang tot de cursuswebsite. De docent is de eerste contactpersoon bij problemen met de cursuswebsite. Informatie en uitleg over Blackboard staat op http://www.falw.vu.nl > Studenten> Bacheloropleiding > Info alle opleidingen. 2.13.5 Boek- en syllabusverkoop De studieboeken en syllabi die nodig zijn voor het volgen van cursussen staan vermeld bij de cursusbeschrijvingen en in de literatuurlijst. Voor de cursussen binnen de Levenswetenschappen worden de gemeenschappelijke boekbestellingen geregeld door de Boekencommissie van de faculteitsvereniging Gyrinus Natans. Zij kunnen studenten de studieboeken met korting (tot 10%) verkopen. Voor informatie over bestellingen kan men terecht bij de vereniging (e-mail:
[email protected] ). De boekencommissie neemt zelf contact op met de groepen die boeken nodig hebben, onder meer via de studentenmailinglist (e-mail aan alle studenten). Er wordt eens in de paar maanden een boekverkoop georganiseerd. Studenten kunnen ook zelf hun boeken kopen bij de boekhandel, maar zij krijgen dan geen korting.
School of Life Sciences
|
39
VU Boekhandel in het hoofdgebouw: (020) 6598355 e-mail:
[email protected]. Openingstijden van de boekhandel: maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 19.00 uur en zaterdag van 10.00 tot 15.30 uur. Syllabi worden bij aanvang van het desbetreffende onderwijs verkocht in de VU-boekhandel (soms ook in de college- of practicumzaal). In het cursusrooster of op de blackboardsite van de cursus zal worden aangegeven wanneer en waar syllabi worden verkocht. 2.13.6 Bibliotheek Binnen de universiteit zijn verschillende bibliotheken gehuisvest. De Bètabibliotheek bevindt zich op de zesde verdieping van het gebouw Wiskunde en Natuurwetenschappen, ingang De Boelelaan 1083. In de Bètabibliotheek vindt men de boeken- en tijdschriftencollecties Aardwetenschappen, Biologie, Milieuwetenschappen (IVM), Algemene Vorming, Natuur-en Sterrenkunde, Scheikunde, Informatica en Wiskunde. De collecties staan in open opstelling en kunnen voor het grootste gedeelte zonder tussenkomst van het bibliotheekpersoneel worden geraadpleegd. Boeken en kaarten kan men lenen op vertoon van de studentenchipkaart. Tijdschriften worden niet uitgeleend, maar kunnen in de bibliotheek gekopieerd worden. Het zoeken naar een boek of (gedrukt) tijdschrift gebeurt m.b.v. de online publiekscatalogus (opc). In dit systeem kan worden gezocht op titel, auteur, trefwoord of systematische code (Library of Congress Classification en National Library of Medicine Classification). Op de UBVU-website kunnen tijdschriftartikelen worden gevonden m.b.v. elektronische bibliografieën zoals Web of Science en PubMed. Vakreferenten: dhr. M.G. Gerzon (
[email protected]) en mw. A.A. de Maesschalck (
[email protected]) kamer P-620, tel. (020) 5985238. Zie voor uitgebreide informatie over o.a. het lenen, het bibliotheekreglement, de overige bibliotheken van de VU, de studiezalen, enz. de UBVU-website (http://www.ubvu.vu.nl). 2.13.7 Studiekosten De inschrijving aan de VU is niet afhankelijk van enige andere financiële bijdrage dan het collegegeld of het examengeld. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, materialen en practicumbenodigdheden ten behoeve van het onderwijs en de tentamina van de opleiding zijn voor rekening van de student of de extraneus. Deze studiekosten bedragen jaarlijks ongeveer 650 euro: • • • • •
boeken en/of syllabi (verplichte en aanbevolen); handleidingen e.d.; witte jas; snijsetje (opleidingen Biologie en Biomedische wetenschappen); WA- en ongevallenverzekering.
Voor de materiële zaken geldt dat ze pas na informatie door de betreffende docenten of de boekencommissie moeten worden aangeschaft om miskopen te voorkomen. Meestal is er een gezamenlijke inkoop met aanmerkelijke prijsvoordelen via de boekencommissie van de studentenvereniging Gyrinus Natans. Een eigen computer is bijna onmisbaar, zeker voor het schrijven van verslagen. Een microscoop hoeft niet te worden aangeschaft. Excursies en stages De algemene richtlijnen betreffende subsidie voor studenten die zijn ingeschreven voor verplichte veldwerken en/of excursies aan de VU zijn als volgt: De reiskosten worden gesubsidieerd tot maximaal
40
|
BSc Gezondheid & Leven
50% van de kosten (soms tot maximaal 70%). De verblijfkosten worden voor 50% gesubsidieerd tot een maximum van € 9,- per dag. Reis- en verblijfkosten in het kader van stages binnen de faculteiten Aard- en Levenswetenschappen en Geneeskunde worden door de desbetreffende afdeling of vakgroep vergoed. Reis- en verblijfkosten ten behoeve van geheel externe stages worden niet vergoed. 2.13.8 Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Ten behoeve van de interne kwaliteitszorg gebruikt de faculteit de volgende factoren en instrumenten: • • •
De opleidingscommissie adviseert de onderwijsdirectie m.b.t. de inhoud van het programma en de afstemming van de diverse onderdelen. De onderwijscoördinatoren en studieadviseurs adviseren deze commissie m.b.t. de studeerbaarheid van het programma; De opleidingscommissie bewaakt de uitvoering van de OER met betrekking tot de kwaliteit en de organisatie van het onderwijs en adviseert de onderwijsdirectie m.b.t. onderwijsaangelegenheden; De examencommissie bewaakt de uitvoering van de OER met betrekking tot tentamina en examens.
Studenten hebben een belangrijke rol in de beoordeling van de onderwijskwaliteit. Zij geven op onderdeelniveau een oordeel over het door hen gevolgde onderwijs middels standaard evaluatieformulieren van het VU Onderwijscentrum. Deze evaluaties vinden regelmatig plaats. De evaluatierapporten van het Onderwijscentrum hebben een strikt vertrouwelijk karakter; zij worden toegezonden aan het hoofd van de School of Life Sciences. Het hoofd ziet erop toe dat deze rapporten worden toegezonden aan de leden van de opleidingscommissies. Indien de schriftelijke evaluatie daar aanleiding toe geeft, bespreekt het hoofd de uitkomsten van de cursusevaluatie(s) met de betreffende docent(en) en afdelingshoofd(en) en betrekt daarbij ook de resultaten van de behandeling in de opleidingscommissie(s). 2.13.9 Inspraak Studenten hebben een stem bij de invulling van het onderwijsprogramma. Op facultair niveau bestaat de facultaire studentenraad (FSR), op opleidingsniveau bestaat het Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen (SOAL). SOAL bestaat uit studenten biologie, biomedische wetenschappen, gezondheidswetenschappen en aardwetenschappen. De studenten zetten zich in voor verbetering van het onderwijs en de gang van zaken in de diverse studierichtingen aan de faculteit, adviseren over het nieuwe onderwijsprogramma en evalueren het onderwijs. De FSR draagt de student-leden van de opleidingscommissies voor. Zij worden benoemd door het faculteitsbestuur. Studenten kunnen met vragen en opmerkingen terecht bij het SOAL. SOAL is gehuisvest in M112. Er hangt een postbus op de begane grond van de faculteit op de kruising van de A- en de B-gang. Meer informatie over FSR en SOAL is te vinden op http://www.falw.vu.nl > Studenten > Studentenorganisaties. 2.14
Informatievoorzieningen en voorlichting
2.14.1 Infotheek In de Infotheek (C-148) kunnen studenten allerlei informatie verzamelen. Studiegidsen van een aantal andere faculteiten kunnen hier worden ingezien. Er is informatie te vinden over keuzevakken elders. Daarnaast zijn er informatiemappen met stageplaatsen. Ook liggen hier de formulieren voor het aanvragen van stages en scripties en overzichten van de examenprogramma’s die gelden voor het aanvragen van het diploma. Er staan computers om informatie te zoeken op het internet en om via
School of Life Sciences
|
41
TIS aanmeldingen te doen voor cursussen en tentamina of om studieresultaten te bekijken. 2.14.2 Informatiemedia Studenten e-mail Alle studenten krijgen een internetaccount bij de faculteit. Via de e-mail wordt geselecteerde informatie toegezonden. Het is belangrijk voor studenten om hun e-mail regelmatig te checken voor individuele of algemene studie-informatie. Algemene informatie wordt vaak via de mailinglist worden aangeboden. De studentenlist verzendt aan alle studenten en heeft het adres:
[email protected]. De beheerder (moderator) bepaalt of een bericht geschikt is om aan iedereen toe te zenden. Website De facultaire website http://www.falw.vu.nl geeft veel informatie over alles wat er in de faculteit gebeurt. Specifieke informatie voor studenten is te vinden onder de link ‘studenten’. Ook deze studiegids is er geactualiseerd te raadplegen. Correcties en mededelingen Mededelingen over aanvullingen en/of wijzigingen van de gegevens in deze studiegids en correcties op college- en/of tentamenroosters worden via zoveel mogelijk kanalen bekendgemaakt: via de publicatieborden in de C-1- gang, via een mailing naar alle facultaire studenten e-mail adressen, de facultaire internetsite en de blackboardsite van de cursus. 2.14.3 Studentenvoorlichting Op verschillende momenten tijdens de opleiding worden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd door de studiebegeleiders en master- en programmacoördinatoren. Tijdens deze bijeenkomsten wordt informatie gegeven over onderwerpen die op dat moment van belang zijn voor de student. De bijeenkomsten worden aangekondigd via het publicatiebord in de C-1- gang bij het studiesecretariaat en via de cursusroosters. Daarnaast wordt de voor studenten relevante informatie via de e-mail onder de aandacht gebracht. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de vaste voorlichtingsbijeenkomsten. De definitieve data worden in overleg met de cursusleider gepland en zullen zo veel mogelijk aansluitend zijn op het lopende onderwijs.
42
|
BSc Gezondheid & Leven
3 De opleiding Gezondheid & Leven 3.1
Beschrijving
De opleiding Gezondheid & Leven (G&L) is een studievariant van Biomedische Wetenschappen (BMW) en Algemene Gezondheidswetenschappen (AGW). Dit betekent dat studenten G&L danwel een BMW-diploma danwel een AGW-diploma krijgen, waarop staat aangegeven dat zij de GLW-variant hebben gevolgd. Studenten schrijven zich in voor de opleiding van hun voorkeur en mogen daarna, bij eventuele heroverweging van de te volgen route, zich eenmalig opnieuw inschrijven. De opleiding wordt aan de VU in Amsterdam aangeboden. Daarnaast is er de mogelijkheid het eerste jaar van de opleiding in Zwolle te volgen op de lokatie van de Hogeschool Windesheim, en dan de opleiding in Amsterdam te vervolgen in het tweede jaar. In het cursusjaar 2006-2007 zijn er 3 cohorten G&L, twee G&L cohorten in Amsterdam (jaar 1 en 2), en een in Zwolle (jaar 1). eventueel overstappen in het eerste jaar tussen de lokaties Amsterdam en Zwolle is alleen mogelijk bij voldoende capaciteit op de lokatie van voorkeur en compatibiliteit van het onderwijsrooster. Dit wordt op individuele basis vastgesteld, in overleg met directeur en onderwijscoördinator. De afdeling Gezondheid & Leven maakt onderdeel uit van het Instituut voor Gezondheidswetenschappen. 3.1.1
Doelstellingen
Met de opleiding wordt ten eerste beoogd zodanige kennis, vaardigheid en inzicht te verwerven op het gebied van de Biomedische Wetenschappen en Gezondheidswetenschappen dat de afgestudeerde in aanmerking kan komen voor een specialistische masteropleiding in deze richtingen. Dit kan een onderzoeksrichting zijn, maar ook een opleiding op het gebied van Communicatie en Educatie of een meer maatschappijgerichte opleiding. Belangrijke aspecten hierbij zijn het leren samenwerken en communiceren met collega’s van diverse disciplines en vakgebieden. 3.1.2
Eindtermen
De bachelor beschikt over een academische attitude en academische vaardigheden, wat impliceert dat de bachelor in staat is tot: 1.
2. 3. 4. 5. 6.
het opzoeken van levenswetenschappelijke informatie (Nederlands- en Engelstalige literatuur, statistische gegevens e.d.), gebruikmakend van wetenschappelijke bibliotheken en het internet, deze informatie te verwerken en er kritisch en creatief mee om te gaan en het belang ervan te beoordelen; het ordenen van informatie, het onderscheiden van hoofd- en bijzaken, en het leggen van verbanden tussen gegevens die uit verschillende vakgebieden afkomstig zijn; het opstellen van een eenvoudig onderzoeksplan, waarin globaal opzet, uitvoering en analyse van het onderzoek beschreven worden; schriftelijke verslaggeving in het Nederlands en mondelinge presentatie van onderzoek in het Nederlands; evaluatie van het eigen functioneren, zowel door zelfreflectie als in gesprek met anderen; het verkrijgen van kennis van en inzicht in de wijze waarop biomedische en gezondheidsvraagstukken van belang zijn voor de maatschappij en wat de maatschappelijke, sociaal-
De opleiding Gezondheid & Leven
|
43
economische en ethische implicaties zijn van deze vraagstukken. Eindtermen van de BSc opleiding- vakinhoudelijke aspecten: 1. 2. 3.
4. 5. 6 7 8 9. 3.1.3
Een breed overzicht hebben van het vakgebied der Levenswetenschappen. Kennis hebben van de gezondheidszorg en inzicht in de relatie ‘gezondheid en cultuur’. Basiskennis hebben op de terreinen biochemie en celbiologie (inzicht in moleculaire en cellulaire processen), genetica, evolutiebiologie (ontstaan en ontwikkeling van leven, in het bijzonder van de mens), microbiologie, immunologie, fysiologie (het functioneren op supracellulair niveau en de regulatie daarvan door neuronale en hormonale systemen), en van de bouw en functie van de belangrijkste weefsels, organen en orgaansystemen alsmede inzicht in de theorie omtrent hun werking en de interactie tussen milieu en organisme. Inzicht hebben in de begrippen gezondheid en ziekte, basiskennis van de problematiek van ziek zijn op verschillende niveaus: het ontstaan, verspreiding en verloop van ziekten, behandelstrategieën, preventie, relatie met leefstijl, psyche en sociale omgeving. Beheersen van elementaire laboratoriumvaardigheden In staat zijn tot het ontsluiten van datasets en het analyseren daarvan en beheersing van kwantitatieve methodes die daarbij van belang zijn. Kunnen meewerken aan wetenschappelijk onderzoek. Beheersen van sociale vaardigheden om in een groep te kunnen samenwerken, discussiëren en overleggen. Zicht hebben op wetenschappelijke methodieken en de plaats van de wetenschapper in de samenleving. Examen van de opleiding
De bacheloropleiding G&L maakt onderdeel uit van de opleidingen Biomedische Wetenschappen en Gezondheidswetenschappen in Amsterdam, als studievariant van deze opleidingen. Na een vast programma in het eerste jaar, wordt in het tweede en derde jaar door de student een Major in biomedische of gezondheidswetenschappelijke richting ontwikkeld, afhankelijk van zijn/haar voorkeur. In de bacheloropleiding Gezondheid & Leven kan het examen Bachelor of Science in Biomedische Wetenschappen of in Gezondheidswetenschappen worden afgelegd. De afstudeervariant Gezondheid & Leven wordt als extra aantekening bij het diploma gevoegd. Aan de eisen van het bachelorexamen wordt voldaan wanneer alle examenonderdelen zijn afgelegd met voldoende resultaat. De examenonderdelen staan vermeld in de OER. Meer informatie over de OER en het aanvragen van het getuigschrift is te vinden in het hoofdstuk ‘School of Life Sciences’. De OER is ook te downloaden via de facultaire website http://www.falw.vu.nl > Studenten 3.2
Programma
3.2.1
Opbouw van de opleiding
Het eerste jaar van de bacheloropleiding heeft als primaire doelstellingen: oriëntatie en verwijzing. Het brede vakkenpakket van basis- en thematische modules zal naast het ontwikkelen van de benodigde basiskennis, een eerste oriëntatie geven op het bedrijven van wetenschap en een verkenning naar de grenzen van levenswetenschappen. Het tweede en derde jaar richten zich op verdieping en differentiatie in vakinhoudelijke zin. Dit vertaalt zich in een programma van veelal thematisch georganiseerde keuzemodules van een hoger inhoudelijk niveau dan het basisonderwijs in het eerste jaar. Door het BSc-programma heen is er aandacht voor brede academische vorming, gericht op het verkrijgen van inzicht in de maatschappelijke betekenis van de levenswetenschappen, en de samenhang met andere wetenschappen. Voorts is de academische vorming gericht op het
44
|
BSc Gezondheid & Leven
verwerven van vaardigheden zoals het mondeling en schriftelijk presenteren van eigen of groepswerk, informatievaardigheden en een kritische en interdisciplinaire attitude. Eerste fase van de bacheloropleiding De student kan zich tijdens het eerste studiejaar oriënteren op de gekozen opleiding. De inhoud van het eerste jaar betreft: (i) het normaal functioneren van de gezonde mens (vakinhouden: fysiologie, functionele anatomie, genetica, en de biologie van ontwikkeling en veroudering e.d.); (ii) gezondheid en daaraan gerelateerde problematiek: een eerste benadering van bedreigingen, dysfuncties en pathologieen van de mens die endogeen dan wel in interactie met de sociale, biotische en fysieke omgeving optreden; de wijze waarop de samenleving daarmee omgaat, e.d., en (iii) achtergrond, uitvoering en doelstelling van wetenschappelijk onderzoek en de plaats van de wetenschap in de maatschappij; dit element bevat zowel meer filosofische als praktische academische vorming. Tweede fase van de bacheloropleiding Het tweede en derde studiejaar vormen de tweede fase van de bacheloropleiding. Deze fase vindt uitsluitend in Amsterdam plaats en is gericht op verdieping en differentiatie, die mede ten dienste staan van oriëntatie en voorbereiding op de verschillende masteropleidingen. Binnen het portfoliotutorsysteem (zie onder) zal dan ook expliciet aandacht aan studie- en loopbaanoriëntatie worden gegeven. De academische vorming en de ontwikkeling van onderzoekscompetenties worden vervolgd. Het tweede jaar en een deel van het derde jaar bestaan vooral uit modulair onderwijs over belangrijke levenswetenschappelijke onderwerpen (vergrijzing, stress, beweging, sport en recreatie, verslaving, medicijngebruik, voeding, bevolkingsgroei, gezondheidszorg, volksgezondheid etc.). De themata zullen vanuit verschillende disciplines - biologie, geneeskunde, sociologie, psychologie, bewegingswetenschappen - worden behandeld. Daarnaast zal een aantal cursussen dieper ingaan op de wetenschappelijke aspecten van het functioneren van het lichaam bij ziekte. Het tweede deel van het derde jaar zal bestemd zijn voor de bachelorstage, een onderzoeks- of praktijkopdracht, die zal resulteren in een werkstuk (de ‘bachelor thesis’) waarmee de ontwikkeling van het individuele uitstroomprofiel van de student wordt afgerond. 3.2.2
De opleiding in jaren
Hieronder volgt in meer detail de inhoud van de drie jaren van de opleiding. Daarbij ligt het accent op de onderwerpen die in het modulair onderwijs aan de orde komen. Daarnaast zal een tutor- en portfoliosysteem worden geïntegreerd met het modulaire onderwijs. De onderwijsmodules zijn aangeduid aan de hand van de belangrijkste themata of onderwerpen die in die modules aan de orde komen. Het eerste jaar vindt zowel plaats in Amsterdam als in Zwolle. Voor het tweede en derde jaar kan de student ook kiezen voor modules van bacheloropleidingen BMW en AGW aan de VU in Amsterdam. 3.2.3
Het eerste jaar
Het eerste jaar bestaat uit een verplicht curriculum van hoofdzakelijk thematische modules, dat wordt gelardeerd met een aantal basismodules. In de basismodules worden die onderwerpen behandeld, die voor de vier thematische modules van belang zijn, zoals moleculaire bouwstenen, cellen, vorm en functie van het menselijk lichaam etc. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan algemeen vormende vakken zoals wetenschap en maatschappij, en methodologie van onderzoek. De vier thematische modules omvatten alle organisatieniveaus van gezondheid en leven (van genen en cellen tot maatschappij en ecosysteem), te weten: - Humane Levenscyclus, - Gedrag en Gezond-
De opleiding Gezondheid & Leven
|
45
heid - Bedreiging en Bescherming - Mens en Ecosysteem. In deze modules zullen naast de biologische en biomedische elementen ook gezondheidswetenschappelijke en andere interdisciplinaire facetten worden belicht, die bij de desbetreffende themata een rol spelen. Overzicht van het onderwijs in het eerste jaar G&L 1e semester thematische modules: 1e 10 weken 2e 10 weken
Humane Levenscyclus Gedrag & Gezondheid
basismodules:
Bouwstenen van het Leven Methodologie
6 ECTS 4 ECTS
1e 10 weken 2e 10 weken
Bedreiging & Bescherming Mens & Ecosysteem
10 ECTS 10 ECTS
basismodules:
Vorm & Functie Wetenschap als Proces
2e semester
9 ECTS 10 ECTS
thematische modules:
6 ECTS 4 ECTS
door hele jaar heen (10 bijeenkomsten): academische vaardigheden:
1 ECTS Digitaal portfolio ----------------------------------------------------totaal beide semesters 60 ECTS
Het basis- en thematisch onderwijsaanbod in het eerste jaar van de opleiding staat in het kader van de eerstejaars doelstellingen: basisonderwijs, oriëntatie, verwijzing en selectie. Deze brede opzet operationaliseert het oriënterende karakter van het eerste jaar. Het eerste jaar geeft een goed overzicht over het vakgebied en het multidisciplinaire karakter daarvan, de relatie van G&L met de bèta- en gamma-wetenschappen en de plaats van de levenswetenschappen in de samenleving. In hoofdstuk 5 (Examenonderdelen) is een korte beschrijving van alle modules gegeven. De thematische benadering geeft ruimte voor probleem- en opdrachtgestuurd onderwijs hetgeen goed aansluit op het studiehuis van het VWO. Naast deze thematische aanpak komen in het methodologisch basisonderwijs (‘Methodologie’, ‘Wetenschap als proces’) algemene vorming en academische- en communicatieve vaardigheden aan de orde, eveneens vooral in probleem- en opdracht gestuurde onderwijsvormen. Hieronder vallen wetenschapsfilosofische en wetenschapssociologische vragen, informatieverwerving via de vakbibliotheek en het internet, computervaardigheden en presenteren van en communiceren over onderzoek. Algemeen biologische principes en praktische laboratoriumvaardigheden komen in het basisonderwijs ‘Bouwstenen van het leven’ en ‘Vorm en Functie’ in een meer traditionele onderwijsvorm aan de orde. Het eerste jaar zal een goed beeld van de zwaarte van de studie geven en van de hoeveelheid tijd die de student bereid moet zijn in de studie te steken. De gedachte, en de ervaring met de andere levens-
46
|
BSc Gezondheid & Leven
wetenschappelijke opleidingen aan de VU, is dan ook dat studenten die het eerste jaar halen in staat zijn de rest van de studie te halen, mits zij zich daartoe de normale inspanning getroosten. Voor studenten die concluderen niet op hun plaats te zijn in G&L bestaat de mogelijkheid om tijdens of aan het eind van het eerste jaar over te stappen naar een andere WO-bachelor in de Levenswetenschappen of een HBO-bachelor. 3.2.4
Het tweede jaar
Het onderwijs in het tweede en derde jaar vindt voor alle studenten G&L in Amsterdam plaats, Het onderwijs in het tweede jaar heeft niveau 2 en bestaat voor 20% uit verplichte modules (12 ECTS) en voor 80% uit keuzecursussen of individueel onderwijs (capita selecta). Verplicht zijn “Methodologie van onderzoek” (inclusief statistiek) en “Oriëntatie op Onderzoek”. Centraal hierin staan het leren doen en verslaan van onderzoek (schriftelijk, poster presentatie) en het toepassen van methodologische en statistische kennis (proefopzet, empirische cyclus, wetenschapstheorie) om een onderzoek te analyseren en beoordelen. Daarnaast is er, zowel binnen deze modules als binnen de keuzecursussen aandacht voor brede academische vorming, zoals inzicht in de ontwikkeling van de wetenschap, ethische aspecten en maatschappelijke betekenis van de eigen discipline, het op niveau verzamelen en lezen van literatuur en het presenteren van eigen of groepswerk (zowel mondeling als schriftelijk). Het keuzeonderwijs betreft een scala aan modules op biomedisch en gezondheidswetenschappelijk terrein, vaak in thematische vorm en met een geïntegreerde benadering waarbij zowel de biomedische als gezondheidswetenschappelijke aspecten aan de orde komen. Cursussen hebben doorgaans een omvang van 6 ECTS. Naast de geprogrammeerde modules kunnen studenten in het tweede jaar eventueel individueel onderwijs volgen. Deze mogelijkheid wordt geboden voor themata capita selecta - die passen in het profiel van de student maar onvoldoende in het geprogrammeerde onderwijs aan bod komen. De student maakt hiertoe op individuele basis - of in kleine groepen - afspraken over inhoud van het thema en vorm van de leeractiviteiten met de begeleidende docent. Capita selecta zullen een sterke mate van zelfwerkzaamheid van de student vragen. ‘Oriëntatie op studie en loopbaan’ (1 ECTS) is gericht op de ontwikkeling van het profiel van de student en is nauw verbonden met de begeleiding in het kader van het portfolio dat vanaf het begin van het eerste jaar door de student opgebouwd wordt (1 à 2 ECTS / jaar). Overzicht van het onderwijs in het tweede jaar G&L Verplichte modules G&L - Methodologie van onderzoek II - Oriëntatie op onderzoek Keuzemodules G&L -
Preklinische Neurowetenschappen Management en Beleid in de Gezondheidszorg Mens en Evolutie Immunologie - G&L Ziektepreventie Humane Ontwikkeling Medical Genomics Jeugdgezondheidszorg
De opleiding Gezondheid & Leven
|
47
Keuzemodules Gezondheidswetenschappelijke modules: -
Zorg in maatschappelijke context Neuronale en hormonale regulatie Preventie Interculturalisatie van de zorg Voeding en gezondheid
Biomedische modules -
Biochemie Beleid en kennismanagement Neurobiologie Humane Anatomie en Fysiologie Medische biochemie Medische farmacologie Pathologie Moleculaire Ontwikkelingsbiologie Neurofysiologie Ontwikkeling en gedrag
3.2.5
Het derde jaar
Het derde jaar staat in het teken van de voorlopige voltooiing van de wetenschappelijke vorming en de profilering van het curriculum van de student. Het verplicht onderwijs (6 ECTS) betreft een vervolg in de methodologie, naar keuze te richten op de meer experimentele, bio-medische benadering (de cursus Experimentele Methodologie) of de meer sociaal-wetenschappelijke methodologie van de gezondheidswetenschappelijke benadering (de cursus Epidemiologie en demografie). De totale omvang van het methodologisch onderwijs in de opleiding komt daarmee op 26 ECTS. Het modulair keuzeonderwijs, de individuele door de tutor begeleide capita selecta en de stage stellen de student in staat zijn profiel te voltooien. Keuze kan worden gemaakt uit modules met een medisch-biologisch, biologisch, gezondheidswetenschappelijk of sociaal wetenschappelijk karakter. Een voorlopig overzicht van de aan te bieden modules vindt u hieronder. Daarnaast zijn er, net als in het tweede jaar, mogelijkheden voor individueel begeleid onderwijs. De resulterende profielen zijn zo uiteindelijk zeer divers ingekleurd. Oriëntatie op Studie en Loopbaan (1 ECTS) wordt in het derde jaar voortgezet, met als doelstelling de studenten te begeleiden in het maken van een keuze voor een masteropleiding of beroep. De bachelorstage vormt de afsluiting van het 3e jaar. De bachelorstage bepaalt in sterke mate het profiel van de student en markeert de overgang naar de masterfase. Tijdens de 24-ECTS stageperiode bekwaamt de student zich in de verschillende aspecten van wetenschappelijk onderzoek op een door de student zelf gekozen terrein. De student dient daarbij zo mogelijk de verschillende fasen van een onderzoek (formulering van vraagstelling en hypothese, de keuze van de daarbij passende onderzoeksmethodiek, de feitelijke uitvoering van het onderzoek en het verzamelen en ordenen van de gegevens, de analyse van de gevens en het vastleggen in een onderzoeksverslag) te doorlopen. Indien vanwege de looptijd van een onderzoek (vaak meer dan 4 maanden) dit niet mogelijk is dan dient de student in elk geval gedegen kennis te nemen van de fasen die hij niet zelf uitvoert. Tevens wordt deze periode gebruikt om diverse algemene en academische vaardigheden verder te ontwikkelen, zoals literatuur zoeken en verwerken, bijhouden van een (lab)journaal, methodologie
48
|
BSc Gezondheid & Leven
en statistiek, schriftelijk en mondeling rapporteren, gebruik maken van audiovisuele hulpmiddelen. De student wordt hierbij begeleid door een vaste docent. Aan het eind van de stageperiode is een laatste bijeenkomst in het kader van Oriëntatie op Studie en Loopbaan waarin gereflecteerd wordt op de ervaringen tijdens de bachelorstage en waarna de student de definitieve keus voor een vervolgopleiding of de stap naar de arbeidsmarkt kan maken. Overzicht van het onderwijs in het derde jaar G&L (Amsterdam) Keuzemodules G&L -
Ziekte en Therapie (Hart- en vaatziekten) Humane Neurofysiologie Epidemiologie en Demografie Infectieziekten Farmacologie en Drug Design Menselijk gedrag in biologisch perspectief
Keuzemodules Biomedische modules: -
Functional Genomics Oncologie Integratieve Tumorcelbiologie Medische microbiologie Neurofysiologie Moleculaire neurobiologie Moleculaire cel- en microbiologie Structuurbiologie
Keuzemodules Gezondheidswetenschappen: -
Gezondheidseconomie (niveau 2) Gezondheidsgeografie Ergonomie Internationale volksgezondheid Seksualiteit, reproductie en gezondheid Drugs en verslaving Neuronale en psychologische pathologieën
Keuzemodules Biologie: -
Systeemecologie Toegepaste ecologie Ecotoxicologie Evolutie van de mens Evolutionaire genetica
Keuzemodules Life Sciences (algemeen): -
Oriëntatie op onderwijs Ethiek van Levenswetenschappen
De opleiding Gezondheid & Leven
-
|
49
Computerkunde
evt. Capita selecta Oriëntatie op studie en loopbaan (verplicht) Bachelorstage (verplicht, vakgebied naar keuze) 3.3
Onderwijsconcept
Het onderwijsconcept van Gezondheid & Leven kenmerkt zich door studentgecentreerd en vraaggestuurd onderwijs. Het doel van studentgecentreerd onderwijs is het bevorderen van actief studeergedrag. Ook in vraaggestuurd onderwijs wordt een actieve(re) rol van de student verwacht: de student is eigenaar, ontwerper en producent van zijn eigen leerweg. De student maakt keuzes vanuit zijn persoonlijke motivatie en zijn relatie tot de opleiding en het beroepsbeeld. De studenten ontwikkelen op deze manier een academisch werk- en denkniveau, dat aansluit bij het onderzoeks- en werkveld. Zij zijn in staat om zelfstandig kennis te verwerven, taken uit te voeren en problemen op te lossen. Hiervoor is het nodig dat zij via reflectie op hun leerproces relevante kennis, inzichten en vaardigheden opdoen om een overgang van kennis naar kundigheid te bewerkstelligen. Dit onderwijsconcept komt tot uiting in de programmering van het onderwijs en de keuze van de onderwijsvormen/werkvormen. Het onderwijs is grotendeels thematisch georganiseerd. Vanaf het tweede studiejaar hebben studenten een grote keuzevrijheid en kunnen zij hun eigen uitstroomprofiel samenstellen. Voorts legt de student gedurende zijn studie een portfolio aan, waarmee hij zijn academische ontwikkeling vastlegt. Elke student krijgt een tutor om hem in dat proces te begeleiden. Het eerste studiejaar is een oriëntatiejaar, waarin de student zich breed gaat oriënteren op zijn studie en de mogelijke uitstroomprofielen. Alle vakken zijn in dat jaar verplicht en in die eerste fase kent de opleiding dan ook nog een aanbodgestuurd karakter De verschillende onderwerpen worden thematisch aangeboden in 4 grote blokken. In elk blok wordt aandacht besteed aan het aanleren van academische vaardigheden. Studenten oefenen zich in logisch denken, het goed formuleren van vraagstellingen, het systematisch zoeken naar oplossingen, het kritisch evalueren van mogelijke antwoorden en het goed schriftelijk en mondeling presenteren. Door de thematische opzet wordt elk onderwerp geïntegreerd benaderd. In het tweede en derde jaar bepaalt de student zelf in grote mate de invulling van het profiel. In het tweede jaar is 20% van het onderwijs verplicht, in het derde jaar is dat nog 10%. Om de student te ondersteunen in zijn leerproces en het maken van keuzes wordt een tutorsysteem ingevoerd. De tutor helpt de student bij reflectie op zijn leerproces, het maken van bewuste keuzes en het bewaken van de samenhang in het curriculum. Het portfolio-tutor systeem samen met adequate ingangseisen voor de verschillende onderwijsmodules draagt bij aan het maken van verantwoorde keuzes en garandeert een verantwoorde opbouw van het curriculum. Met name in de tweedejaars module ‘Oriëntatie op onderzoek’ en de derdejaars stage wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden, waartoe een wetenschappelijke opleiding primair opleidt. De student oriënteert zich op het uitstroomprofiel van een onderzoeker en krijgt inzicht in de kennis en vaardigheden, die hij op dit gebied al heeft en die hij nog moet ontwikkelen. Om zich te ontwikkelen tot een volwaardig wetenschappelijke onderzoeker zal hij vervolgens een op onderzoek gerichte Masteropleiding moeten volgen. Niet alle studenten zullen, kunnen of willen doorstromen naar een Masteropleiding. Afhankelijk van motivatie, interesse en ambitie kan de student ervoor kiezen meer nadruk te leggen op kennis en vaardigheden die passen bij een uitstroomprofiel naar een bepaald werkveld. Dit is een belangrijke vernieuwing in het wetenschappelijk onderwijs, waar een aanbod gestuurd curriculum in de
50
|
BSc Gezondheid & Leven
meeste gevallen de samenhang in de opleiding bepaalt. Vraagsturing wordt voor de student als leidend principe gehanteerd om een eigen profiel op te bouwen. Hoewel deze onderwijsvorm geen vastomlijnde, gebaande paden kent, is de keuzevrijheid niet onbegrensd. In het eerste jaar van de studie wordt een brede basis gelegd. Vervolgens bouwt de student een eigen profiel op met voldoende diepgang en differentiatie of specialisatie, waarmee hij / zij kan doorstromen naar vervolgonderwijs (een Master) of een goede uitgangspositie op de arbeidsmarkt verwerft. De student legt zijn / haar studieprofiel ter goedkeuring voor aan de examencommissie van de opleiding. De eindkwalificaties (zie 4.1.2) van de opleiding bieden het kader waarbinnen studenten keuzes kunnen maken en waaraan de examencommissie zal toetsen. 3.4
Onderwijsvormen
Modulair onderwijs Het studieprogramma van de bachelor G&L is opgebouwd uit een aantal verplichte basismodules en na het eerste jaar voornamelijk uit keuzemodules. Door middel van deze modules verwerven studenten kennis over en inzicht in de verschillende themata van het vakgebied G&L en leren deze kennis toepassen. Tegelijkertijd ontwikkelen zij de vaardigheden die daarvoor nodig zijn (zie boven). Afhankelijk van de inhoud van de module worden verschillende werkvormen gebruikt: zelfstudie, hoor- en responsiecolleges, projectgroepen, werkstukken en praktische opdrachten, practica, computer ondersteund onderwijs (coo). Individueel onderwijs Individueel onderwijs vindt plaats binnen een drietal onderwijselementen van de opleiding: 1. 2. 3.
de vakinhoudelijke begeleiding bij onderzoeksprojecten (zoals in Oriëntatie op Onderzoek) het capita selecta onderwijs de stage van de student
Bij het capita selecta onderwijs bepalen student en docent in overleg de werkvorm, inhoud en doelstellingen van het onderwijs. De docent geeft de vakinhoudelijke ondersteuning en beoordeelt of de doelstellingen worden bereikt. Er zullen steeds verschillende contactmomenten tussen docent en student plaatsvinden waarin de student feedback op zijn vorderingen krijgt. Capita selecta zijn bedoeld voor themata en doelstellingen die in het geprogrammeerde aanbod onvoldoende of niet op het gewenste niveau aan de orde komen. Bij onderzoeksprojecten en in het bijzonder de bachelorstage heeft de student een docent als persoonlijk begeleider die de vakinhoudelijke begeleiding verzorgt. Bij de bachelorstage geeft de docent tevens feedback aangaande de methodologische aspecten van het project en de doelstellingen met betrekking tot academische vaardigheden zoals discussie over het onderzoek, verslaglegging en andere vormen van presentatie. ICT Binnen deze opleiding zal ICT ingezet worden om het studentgecentreerde karakter en de vraagsturing te ondersteunen. Hierbij gaat het om het optimaliseren van de organisatie en de uitvoering van het onderwijs, het flexibiliseren van de plaats en het moment van leren, het stimuleren van samenwerken en discussie, en het structureren, beheren en demonstreren van het eigen leertraject. Concreet komt dat neer op het gebruik van Blackboard als digitale leeromgeving voor alle cursussen, het gebruik van digitale zelftoetsen, het inzetten van vakspecifiek COO en het gebruik van van een digitaal portfolio (zie onder)
De opleiding Gezondheid & Leven
|
51
E-learning, het leren met behulp van ICT, is een goede aanvulling op bestaande onderwijshulpmiddelen. E-learning is echter geen alternatief voor contactonderwijs, de meest geschikte onderwijsvorm voor de potentiële groep studenten voor deze bachelor (in het algemeen VWO-abituriënten). De interactie tussen studenten en tussen studenten en docenten is van belang om te leren samenwerken en een kritisch houding te ontwikkelen. Daarnaast speelt het sociale aspect een belangrijke rol. In een marktonderzoek hebben potentiële studenten aangegeven dat zij de voorkeur geven aan contactonderwijs. Toetsing Bij de verdere voorbereiding van de opleiding zal veel aandacht geschonken worden aan de ontwikkeling van een transparant beoordelingssysteem. De doelstellingen van de toetsing, gerelateerd aan de beoogde leereffecten, alsmede de toetsvorm worden per onderdeel vastgelegd. Er dient een verantwoorde balans te zijn tussen toetsing op kennis en inzicht, toepassingsvaardigheden, algemene vaardigheden en attitudes. Daarbij dient het einddoel te zijn dat studenten een wetenschappelijke vorming hebben gehad die hen in staat stelt te begrijpen en te weten, begrip en kennis te kunnen toepassen in een inhoudelijke context, en toepassingsvaardigheden te kunnen gebruiken in een sociale context. Toetsing zal op verschillende manieren plaatsvinden: door middel van schriftelijke tentamina, beoordeling van opdrachten en projecten, verslagen, presentaties, e.d. Ook het portfolio (zie onder) zal een expliciete rol spelen in de beoordeling van de vorderingen en ontwikkeling van de student. De gemaakte producten worden beoordeeld in de modules, het portfolio is gericht op reflectie, het verbinden van de behaalde leerdoelen met de eigen keuzes. Het tutorsysteem Het framework voor het studentgecentreerde karakter van de opleiding is de combinatie van het digitale portfolio en een tutorsysteem. Als tutoren fungeren docenten van de opleiding. De taak van de tutoren is om begeleiding en sturing aan de student te bieden. Deze taak komt met name tot uiting in de rol die de tutor heeft als begeleider van de student bij de invulling en inrichting van het portfolio. Daarbij begeleidt de tutor de student in: 1. 2. 3.
de inhoudelijke invulling (projectvoorstellen, opdracht- en projectverslagen, reviews en beoordelingen, impact assessments, (zelf)reflectieverslagen, persoonlijk profiel e.d.), de organisatie van dit leertraject (Op welke wijze worden bovengenoemde onderdelen verkregen? Welke personen spelen daarbij welke rol?), en de ontwikkeling van het persoonlijk profiel van de student.
In deze taak is het geven van feedback (reflectie) een belangrijk aspect, waarbij feedback niet alleen in de eindfase van een bepaald onderdeel aan de orde is, maar ook in de ontwikkelfase. De tutor geeft persoonlijke begeleiding aan 6-10 studenten in de vorm van een tutor-groep. Het contact tussen tutor en studenten vindt deels in groepsverband plaats, deels op individuele basis. In de tutorgroep geven de studenten elkaar ook feedback in de vorm van peer-reviews. Bij die onderdelen waar de tutor ook de vakinhoudelijke begeleiding doet, heeft de tutor de rol van expert-reviewer. De tutor begeleidt zijn studentengroep gedurende langere tijd, minimaal één jaar. De mogelijkheid tot wisseling maakt het systeem minder persoonafhankelijk. Iedere docent zal zijn eigen accenten plaatsen en de studenten iets unieks bieden. Dit vergroot het leerrendement. Tutor-wisseling garandeert de aanwezigheid van verschillende vakinhoudelijke expertises. Het tutorsysteem vangt aan bij het begin van de studie en loopt tot het eind van de opleiding door .
52
|
3.5
Portfolio
BSc Gezondheid & Leven
De vraagsturing van de opleiding maakt het noodzakelijk dat de student een eigen portfolio bijhoudt. De student dient zijn eigen leerproces, ontwikkeling en samengestelde uitstroomprofiel te kunnen verantwoorden. Het portfolio is een digitaal verwerkte selectie van illustratief materiaal dat een beeld geeft van de wijze waarop de student verschillende taken heeft uitgevoerd. Het portfolio geeft ook inzicht in de wijze waarop deze producten zijn ontstaan, in de rol van de student in het (groeps)proces dat aan de producten ten grondslag ligt en in het belang van deze producten in het kader van het eigen leertraject. De student maakt - met behulp van feedback van docenten, tutoren en medestudenten - een analyse (reflectie) van de eigen ontwikkeling en onderbouwt die ontwikkeling met verwijzingen naar materiaal in het portfolio. Het portfolio als zodanig wordt niet (met een cijfer) beoordeeld: de produkten in het portfolio zijn reeds beoordeeld door de docent van de cursus waar het produkt onderdeel van uitmaakt. De tutor treedt dan ook niet op als beoordelaar maar als procesbegeleider, en bespreekt het portfolio inclusief de reflectie met de student. Aan het eind van de bachelor vindt een eindgesprek plaats met de tutor. In totaal zal ongeveer 1 à 2 ECTS per jaar besteed worden aan voorbereiding en evaluatie van het portfolio (afgezien van het vervaardigen van de produkten in het portfolio). Deze ruimte is doorgaans niet apart geprogrammeerd. De activiteiten vinden plaats binnen het kader van de verschillende onderwijsonderdelen. Het digitale portfolio is een hulpmiddel om de volgende doelen te bereiken: -
De verantwoordelijkheid voor het leren (cq het te volgen leertraject) leggen bij de student De studenten intensief begeleiden bij hun ontwikkeling mbv tutoren in een coachende rol De studenten leren reflecteren op hun studiegedrag en leerresultaten De studenten bewust maken van eigen keuzes in hun leertraject Het bevorderen van de interactie tussen docenten en studenten en studenten onderling Het aanleggen van een dossier/archief van producten, dat inzicht geeft in de ontwikkeling en het niveau van de student.
Het portfolio is daarmee een belangrijk instrument bij het vraaggestuurde en studentgecentreerde karakter van de opleiding. Het portfolio is het persoonlijk eigendom van de student. 3.6
Eindkwalificaties BSc opleiding G&L in relatie tot de Dublin descriptoren
Verwerven van kennis en inzicht Het niveau van de BSc-opleiding wordt wat betreft kennis en inzicht in de breedte gegarandeerd door de spreiding van de thematische, basis- en differentierende cursussen van het eerste en tweede jaar over de verschillende organisatieniveaus en disciplines, en door de omvang van het biomedisch en gezondheidswetenschappelijke vakgebied. Het opgenomen overzicht van vakken voltstaat om dit nader te onderbouwen. In het algemeen wordt de voorkeur gegeven aan Engelstalige handboeken aangevuld met syllabi en cursushandleidingen. De voorkeur voor Engelstalige tekstboeken heeft een aantal achtergronden: het is essentieel dat de studenten leren om Engelstalige vakliteratuur moeiteloos te lezen, didactisch zijn deze boeken doorgaans goed, ze zijn over het algemeen (veel meer dan syllabi) volledig en daardoor ook geschikt als naslagwerk. Het niveau van de opleiding wordt verder gegarandeerd doordat vrijwel alle docenten naast onderwijs een belangrijke taak in het onderzoek hebben. Toepassing van kennis en inzicht Teneinde studenten te leren kennis en inzicht toe te passen, zijn in bijna alle onderwijsmodules
De opleiding Gezondheid & Leven
|
53
projecten, werkstukken en practica opgenomen. In veel gevallen – maar niet altijd – gaat het daarbij om onderzoeksprojecten of opdrachten. De frequentie waarmee deze onderwijsvormen worden gebruikt neemt toe tijdens de loop van de studie. De bachelorstage is volledig gericht op het ‘zelfstandig onder begeleiding’ verrichten van onderzoek. De bachelorthesis is een verslag van dit onderzoek met de opbouw van een wetenschappelijk artikel. Het aspect oordeelsvorming komt op tweeërlei wijze expliciet aan de orde. In verschillende cursussen wordt aandacht geschonken aan het verzamelen van relevante gegevens. Dit begint in de thematische cursussen van het eerste jaar en wordt in toenemende mate van studenten gevraagd, tot en met literatuur verzamelen en verwerken voor de bachelorthesis. In het eerste en tweede jaar wordt dit begeleid met onderwijs in bibliotheek- en database-gebruik. Naast deze op vakinhoud gerichte opdrachten, wordt in de cursussen “Wetenschap als Proces”, “Wijsgerige Vorming”, “Oriëntatie op Onderzoek” en “Methodologie van onderzoek” op andersoortige wijze aandacht geschonken aan oordeelsvorming. In Wetenschap als Proces nemen studenten – na een training daartoe – interviews af van onderzoekers teneinde op die wijze inzicht in de rol van de wetenschapper in de maatschappij te krijgen, alsmede in de wijze waarop onderzoekers wetenschap beoefenen. Studenten dienen hierover een oordeel te vormen, afgezet tegen wetenschapstheoretische en ethische overwegingen. In het methodologie onderwijs wordt studenten gevraagd een oordeel te vormen over de status van uitspraken en theorieën zoals die in handboeken te vinden zijn, door de bron (de primaire literatuur) van deze uitspraken en theorieën na te gaan. Het gebruik van een portfolio past naadloos in deze context en faciliteert het ontwikkelen van zelfstandige oordeelsvorming. Met name de aspecten van zelfreflectie en peerreview zijn in dit opzicht relevant. Communicatie - mondeling of schriftelijk verslag uit brengen, overleggen binnen een groep en informatie uitwisselen via digitale media - komt in een meerderheid van de cursussen aan de orde. Al het onderwijs is ondergebracht in de digitale leeromgeving Blackboard waarbinnen studenten met elkaar en met de docenten digitaal informatie uitwisselen. In alle onderwijsmodules met opdrachten, projecten, werkgroepen e.d. wordt mondelinge en schriftelijke verslaglegging geoefend. Binnen het kader van werkgroepen en opdracht- of probleemgestuurd onderwijs wordt studenten geleerd onderling te overleggen en worden ook rollen als die van voorzitter en notulist geoefend. Ook t.a.v. de verschillende vormen van communicatie vormt het portfolio een faciliterend instrument. De bacheloropleiding is er op gericht de vaardigheid te ontwikkelen zelfstandig te kunnen leren en kennis verwerven. Ook dit is een van de redenen dat een bachelorstage is opgenomen in het curriculum. De derdejaars cursussen leggen een grotere mate van zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid voor het leerproces bij de student dan de eerste twee jaren dit doen. Van belang is in dit verband ook het portfolio dat studenten vanaf het eerste jaar moeten bijhouden. De opleiding in internationaal perspectief De opleiding is primair gericht op Nederlandse studenten en is Nederlandstalig. Bij de inrichting van het curriculum van de opleiding is gekozen voor een moderne invulling. Dit wil zeggen dat het onderwijs wordt gedragen door onderzoeksafdelingen die een vooraanstaande rol spelen in het internationaal wetenschappelijk onderzoek. De in dit onderzoek vigerende themata vinden derhalve ook hun neerslag in het onderwijs. Het ‘internationale aspect’ van de opleiding komt tot uiting in het vrijwel uitsluitend gebruiken van Engelstalige leerboeken en, met name in het derde bachelorjaar, primaire en secundaire internationale wetenschappelijke literatuur. Op deze wijze wordt een naar internationale maatstaven adequaat niveau bereikt. Veelal wordt ook Engels als voertaal gebruikt op de wetenschappelijke afdelingen waar studenten hun bachelorstage lopen; omdat op veel afdelingen buitenlandse gastonderzoekers aanwezig zijn, vinden werkbesprekingen en dus ook onderzoekspresentaties van stagestudenten vaak in het Engels plaats.
54
|
3.7
Wetenschappelijke oriëntatie van de BSc opleiding G&L
BSc Gezondheid & Leven
Onderwijs De BSc-opleiding is naar aard en inhoud een wetenschappelijke opleiding die een basis vormt voor het kunnen begrijpen, beoordelen en doen van wetenschappelijk onderzoek in de bio-medische en gezondheidswetenschappen. Om deze reden is dan ook relatief veel ruimte voor de bachelorstage gereserveerd (24 ECTS). Niettemin kan de BSc-opleiding ten aanzien van de aspecten ‘beoordelen en doen’ van wetenschappelijk onderzoek niet meer dan een eerste aanzet geven. Op basis daarvan echter kunnen in de MSc-opleiding deze aspecten worden uitgebouwd. Een verwijzing naar de hierboven gegeven beschrijving van de doelstellingen, de eindtermen, het niveau van de opleiding en het programma van de opleiding moge volstaan om het wetenschappelijk karakter nader te onderbouwen. Voorts geeft de afgeronde BSc-opleiding, afhankelijk van het gekozen profiel toegang tot verschillende wetenschappelijke MSc-opleidingen. Onderzoek in Zwolle Het oprichten van het Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht Zwolle is een initiatief van de Hogeschool Windesheim, de Vrije Universiteit en het VU Medisch Centrum. Op 28 juni 2005 vond het startsymposium plaats. Het Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht Zwolle (OPOZ) wil een expertisecentrum zijn voor het ontwikkelen, toepassen, delen en evalueren van kennis met betrekking tot de preventie van overgewicht bij 0 tot 19 jarigen in de regio Zwolle. Het centrum kiest voor een multidisciplinaire benadering gericht op het veranderen van inactiviteit, beweeg- en voedinggedrag. De doelstelling is drieledig: 1. 2. 3.
Het ontwikkelen met partners van wetenschappelijke, maatschappijgerichte kennis via onderzoek, Het delen van kennis via het reguliere onderwijs binnen VU-Windesheim. Het ontsluiten van kennis / evidence zodat professionele instellingen hun maatschappelijke dienstverlening kunnen optimaliseren.
Het centrum wil zich laten voorstaan op innovatie, kwaliteit, doelmatigheid en onafhankelijkheid met betrekking tot het ontwikkelen van kennis. Partners Het onderzoekscentrum realiseert haar onderzoeksdoelstelling samen met partners. De partnerkeuze wordt ingegeven door hun specifieke bijdrage aan de missie van het centrum, maar ook door de positie in het netwerk van instellingen die een relatie hebben naar de uiteindelijke doelgroep. Het centrum neemt geen taken en verantwoordelijkheden van anderen over als het gaat om preventie en behandeling, maar verbindt de onderzoeksexpertise met programma’s van instellingen. Medewerkers van instellingen kunnen bij het centrum promoveren; de infrastructuur is daarvoor aanwezig. Het is voor hen een aantrekkelijke gedachte omdat daarmee de instellingen hun kennis binnenshuis vergroten. De onderwijsdoelstelling wordt gerealiseerd in samenwerking met interne partners. Bij het ontwikkelen van het onderzoeksprogramma zijn decanen, lectoren en docenten betrokken; bij het opzetten en uitvoeren van onderzoek zijn studenten betrokken in het kader van afstudeerscripties en stages; ze worden begeleid door hun docenten. Ook docenten kunnen promoveren bij het centrum. De kennis die bij het centrum ontwikkeld wordt zal aan opleidingen en faculteiten worden aangeboden
De opleiding Gezondheid & Leven
|
55
in de vorm van colleges, modules en eventueel een minor. Maatschappelijke dienstverlening maakt het mogelijk om samen met instellingen in de regio, dicht bij de leefomgeving van kinderen en jongeren, kennis toe te passen bij interventies. Door interventies op verschillende niveaus van preventie op elkaar af te stemmen en op elkaar te laten aansluiten zal automatisch de ketenzorg versterkt worden. Strategie Intern: Het onderzoekscentrum vervult een functie voor faculteiten en opleidingen die: • zich willen profileren op het domein gezondheid, leven en bewegen • medewerkers willen stimuleren deel te nemen aan onderzoek • medewerkers de gelegenheid willen bieden te promoveren • studenten onderzoekscompetenties willen laten ontwikkelen Extern: Het centrum vervult een functie voor instellingen die zich richten op de gezondheid van 0 tot 19 jarigen en daarbij belang hechten aan: • de wetenschappelijke aanpak van programmaontwikkeling • de community-based aanpak van programmaontwikkeling • de multidisciplinaire, ketengerichte aanpak van programmaontwikkeling • de implementatie van kennis met het oog op kwaliteit van leven en leefstijl • de regio Zwolle als voorbeeld voor een aanpak naar een gezonde regio • het welbevinden van kinderen en jongeren • kosteneffectiviteit van zorg Voor studenten van de bachelor Gezondheid & Leven is vanaf het eerste jaar behoefte aan onderzoeksopdrachten bij het centrum voor groepen studenten. Voor studenten die in Amsterdam studeren biedt het mogelijkheid op een vrij unieke manier onderzoek te doen in een multidisciplinaire setting in de regio. Begeleiding blijft vooralsnog bij de faculteit . Het College van Bestuur is in strategisch en in financieel opzicht eindverantwoordelijkheid voor het Onderzoekscentrum. Het centrum wordt in haar opstartfase en inhoudelijk gepositioneerd bij het Instituut voor Gezondheidswetenschappen (IGW) van de Faculteit Aard en Levenswetenschappen (FALW). Deze verankering maakt het mogelijk voor het centrum onderzoek op te zetten vanuit een wetenschappelijke infrastructuur en subsidies aan te vragen bij wetenschappelijk georiënteerde fondsen. Het biedt medewerkers de gelegenheid te promoveren. De bachelor Gezondheid & Leven maakt eveneens deel uit van het Instituut voor Gezondheidswetenschappen en biedt daardoor extra mogelijkheid tot synergie in de opstartfase van zowel het onderzoekscentrum als de bachelor. 3.8
Aansluiting op de master-opleidingen
Studenten, die de bacheloropleiding G&L succesvol hebben afgerond, kunnen als instromers gebruik maken van het huidige opleidingenaanbod van de VU op (bio)medisch en (sociaal)medisch terrein, dat aansluit aan hun opleiding . Dit betreft een cluster van opleidingen, te weten: -
Gezondheidswetenschappen Biomedische Wetenschappen Bewegingswetenschappen
56
|
-
Medische Natuurwetenschappen Biologie Beleid, management en ondernemerschap Biomolecular Sciences Neurosciences Oncology
BSc Gezondheid & Leven
Primair zijn Gezondheidswetenschappen en Biomedische Wetenschappen van de faculteit ALW doorstroommasters voor de bachelor opleiding G&L. De belangrijkste richtingen van de MScopleiding Gezondheidswetenschappen, i.c. ‘Preventie & Communicatie’ ‘Beleid en Management in de Gezondheidszorg’ en ‘Volksgezondheid’ (de laatste inclusief Epidemiologie), sluiten goed aan bij het aandachtsveld van de opleiding G&L. Hetzelfde geldt voor de opleiding Biomedische Wetenschappen, die primair is gericht op het opleiden van deskundigen op het terrein van het preklinische onderzoek met als belangrijkste specialisatierichtingen momenteel de oncologie, de immunologie, hart- en vaatziekten, infectieziekten, de moleculaire biologie, de genetica en de neurowetenschappen. Ook op het terrein van biomedisch beleid en management, waarin duidelijk gamma componenten naar voren komen, is een potentieel uitstroom profiel van de bachelor G&L Algemene masters als potentiële vervolgmasters zijn: Biologie, Medische Natuurwetenschappen en Bewegingswetenschappen. Daarvan sluit de Biologie aan bij een accent op milieu en de relatie mens-ecosysteem. Medische Natuurwetenschappen is verwant aan Bio-medische Wetenschappen, maar legt een sterker accent op de fysisch-chemische aspecten van de bestudering van leven. Deze opleiding leidt vooral op voor wetenschappelijk onderzoek op het terrein van biomoleculaire processen en structuren (daarmee een deel van het werkveld van de Biomedische Wetenschappen overlappend), de bioinformatica en de medische biofysica (radiologie, beeldvormende technieken. e.d.). Ook beoogt deze opleiding, net als Biomedische Wetenschappen, een output te leveren in de richting van biomedisch beleid. De studie Bewegingswetenschappen richt zich op het menselijk bewegen en de daarmee samenhangende sociale en pathologische problematiek. Belangrijke aandachtsgebieden zijn daarbij de sport, het veld van ‘arbeid en beweging’ en ‘bewegen in een therapeutische context’. Deze onderwerpen, samen met het terrein van arbeidsomstandigheden en voorlichting zijn ook onderwerp van de opleiding Gezondheid & Leven en kunnen daardoor ook als potentiële vervolgmaster fungeren. Voor een dergelijke route dient voor de invulling van het vakkenpakket overleg te worden gepleegd met de onderwijscoördinatoren van G&L en Bewegingswetenschappen. 3.9
Roosters
Definitieve roosters zijn uiterlijk 7 dagen voor de aanvang in zodanige vorm beschikbaar dat de deelnemers daarin kunnen lezen op welke tijden en locaties zij aanwezig moeten zijn. Studenten moeten bij voorbaat uitgaan van een 40-urige cursusweek, met onderwijs tussen 8:30 en 17:30 uur. De definitieve cursusroosters worden via Blackboard (het elektronische cursusinformatiesysteem) beschikbaar gesteld en tevens als een papieren versie door de cursusleiders. Doordat roostering op de lokatie Windesheim-Zwolle door de Centrale Roostering steeds opnieuw uitgevoerd wordt per blok van 10 weken, zijn er geen gedetailleerde roostergegevens op jaar- of halfjaarbasis beschikbaar. Studenten moeten de roosters voorafgaand aan een nieuwe cursus zelf ophalen of downloaden; tevens zijn deze beschikbaar in syllabi / cursushandleidingen. Andere examenonderdelen, zoals stages en scripties, hebben geen rooster.
De opleiding Gezondheid & Leven
3.10
|
57
Vakken elders
Sommige studenten willen vakken volgen aan een andere faculteit. Dit kan als de student zich inschrijft voor de studie waarbinnen het vak gegeven wordt. Het kan ook zijn dat een student een vak wil volgen als onderdeel van de studie Gezondheid & Leven. In dat geval moet met het volgende rekening worden gehouden: Als een student een vak elders wil doen en dat vak wil opvoeren in het examenprogramma (bv. als keuzecursus in het 3e jaar) moet daarvoor vooraf toestemming gevraagd worden bij de Examencommissie. Dit kan door een schriftelijk verzoek te richten aan de ambtelijk secretaris van de examencommissie, secretariaat G&L. In het verzoek dient vermeld te worden: de naam van het vak dat de student wil volgen, de plaats waar het gegeven wordt en de reden waarom de student dat vak in het examenprogramma wil opnemen. Als het verzoek toegekend wordt, zal het tentamencijfer voor dat vak gewoon bij het studiesecretariaat ALW worden geregistreerd. Natuurlijk kan het ook zijn dat een student elders een vak wil volgen zonder dat vak te willen opvoeren. In dat geval moet de student zich aanmelden bij het studiesecretariaat van de betreffende faculteit. Houdt er echter rekening mee dat er voor veel opleidingen en studieonderdelen na september een inschrijvingsstop bestaat. Het is dus verstandig om voorafgaande aan elk studiejaar goed te bedenken of je elders vakken wilt gaan volgen. Er zijn ook interfacultaire keuzevakken, die speciaal ontworpen zijn voor deelname van studenten uit alle faculteiten, bv. het Interfacultaire keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken (zie cursusbeschrijving bij het hoofdstuk Examenonderdelen). 3.11
Studiebegeleiding
Studieadviseurs De studieadviseurs verstrekken nadere informatie over de diverse studieprogramma’s binnen de opleiding, individuele vrijstellingsregelingen en speciale studieregelingen. Zij geven loopbaanvoorlichting, helpen studenten bij het opstellen van studieplannen en de keuze van vakkencombinaties. Daarnaast bieden zij hulp bij studieproblemen en studievertraging. Zo nodig overleggen zij met de desbetreffende docenten of verwijzen door naar andere instanties binnen de VU, zoals studentendecanen, studentenpsychologen of naar cursussen van het Onderwijscentrum-VU of het Opleidingscentrum Studie en Loopbaan. Studenten kunnen zich ook rechtstreeks tot deze instanties wenden wenden (zie voor adressen en nadere info de algemene VU website http://www.vu.nl > Studenten). De studieadviseur voor de bachelorstudenten Gezondheid & Leven in Zwolle is Ir. Monique Ridder (zie 4.1.4). Studieadvies in het eerste jaar De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, iedere student die voor het eerste jaar staat ingeschreven voor een voltijdse bacheloropleiding in het hoger onderwijs, vóór 1 juli van dat jaar advies uit over het al dan niet voortzetten van zijn/haar studie binnen of buiten de opleiding. 3.12
Studie en Loopbaanperspectief
Arbeidsmarkt en werkgelegenheid Overzicht arbeidsmarkt Veel afgestudeerden vervolgen hun bacheloropleiding met een masteropleiding op hun interessegebied en worden daarna wetenschappelijk onderzoeker in die gekozen specialisatierichting. Daarbij
58
|
BSc Gezondheid & Leven
komt men onder meer als wetenschappelijk medisch-biologisch onderzoeker te werken bij een van de volgende richtingen: • Universiteit; • Instituut; • Universitair Medische Centrum; • (Farmaceutisch) bedrijf; • Adviesbureau. Daarnaast zijn er diverse andere beroepsrichtingen mogelijk. een deel van de afgestudeerden komt in de sector Biomedisch Beleid en Management terecht en een deel in Voorlichting en Educatie. Het betreft onder meer: •
•
Commerciële- of managementfuncties; bijvoorbeeld in het opzetten en begeleiden van klinisch onderzoek; Redacties van tijdschriften, kranten en andere periodieken; Een eigen bedrijf; Leraar in het middelbaar onderwijs; Voorlichting en educatie op het gebied van gezondheid of milieu (bijvoorbeeld uitgeverijen, museale sector, omroep); Werken in het buitenland, bijvoorbeeld ontwikkelingssamenwerking.
3.13
Regelingen
• • • •
Toelatingsvoorwaarden bacheloropleiding Automatisch toegelaten tot de opleiding zijn aankomende studenten met een VWO diploma met het profiel: Natuur en Gezondheid, Natuur en Techniek + Biologie 1, Economie en Maatschappij + biologie 1 en scheikunde 1. In de overige gevallen (HBO/WO propaedeuse of HBO/WO afgerond, VWO ‘oude stijl’ e.d.) beslist de Toelatingscommissie G&L over zowel toelating als vrijstelling. De Toelatingscommissie G&L bestaat uit: Prof.dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor Dr. J. J. Koksma
hoogleraar-directeur G&L docent G&L
Toelatingsonderzoek Voor hen die niet voldoen aan een van de hierboven gestelde eisen én 21 jaar of ouder zijn, bestaat de mogelijkheid een universitair toelatingsonderzoek, het zogeheten colloquium doctum, te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Studentendecanen, tel. (020) 5985024. Bij het toelatingsonderzoek, worden de volgende eisen gesteld: • • • • • •
Scheikunde, vwo-eindexamenniveau en –inhoud als in N&G profiel; Biologie, vwo-eindexamenniveau en –inhoud als in N&G profiel; Wiskunde A1,2 of B1, vwo-eindexamenniveau en –inhoud; Natuurkunde, havo-eindexamenniveau en –inhoud; Engels, havo-eindexamenniveau en –inhoud; Nederlands, het staatsexamen NT2.
Overige regelingen
De opleiding Gezondheid & Leven
|
59
Voor overige regelingen zoals, regelingen ten aanzien van cursusdeelname en tentamina, de OER, aanvraag van getuigschriften wordt verwezen naar het hoofdstuk ‘School of Life Sciences’. Voor specifieke regelingen wordt verwezen naar de hoofdstukken betreffende de verschillende studiejaren. 3.14
Specifieke richtlijnen; volgen van onderwijs
Voor de diverse cursussen gelden niveau indelingen die helpen bij het samenstellen van een uitgebalanceerd en verantwoord eigen profiel: Niveau indeling cursussen Gezondheid en Leven Het doel van de niveau-indeling is om de kwaliteit van het programma van de studenten te bewaken en om de toelating tot de cursussen te regelen. De niveaus zijn echter niet strikt gekoppeld aan studiejaren, en er hoeven niet in ieder vak cursussen op alle niveaus aangeboden te worden. Hieronder volgt een korte opsomming van de vereiste vaardigheden en kennis per niveau: Niveau 1: basisniveau; inleidende cursussen Vakinhoudelijk: Brede introductie in het vakgebied: aanleren taal van het vakgebied, basisbegrippen, introductie fundamentele of algemene theorieën van het vakgebied, relaties met andere vakgebieden, aanbieden referentiekader. Academische vorming: Aanleren van basale academische vaardigheden: schriftelijke en mondelinge verslaglegging van bijzondere opdrachten; basale onderzoeksvaardigheden (labvaardigheden, opzet en analyse experimenten) Algemene software (Word, Excell, database), literatuur zoeken; instructie en kleinschalige oefening van academische vaardigheden, kennismaking met contextaspecten van het vak Literatuur: inleidende leerboeken Niveau 2: verdieping en/of interdisciplinaire benadering Vakinhoudelijk: Inzoomen op deelgebieden van het vakgebied, in de disciplinaire relaties van het vakgebied, stateof-the art met betrekking tot kennis/inzichten/theorieën, lopende wetenschappelijke debatten, aanleren van specifieke methode en technieken Academische vorming: Zelfstandig mondeling en schriftelijk rapporteren; opzet en analyse van een bepaald onderzoek, statistische verwerking en toetsing, gebruik Power Point, maatschappelijke/filosofische/ethische reflectie Literatuur: textbooks op subdisciplineniveau, overzichtsartikelen Niveau 3: specialisatie Vakinhoudelijk: Uitdiepen van een of meerdere casus (deels zelfstandig), theorievorming op basis van onderzoeksgegevens, theorie toepassen, aanzet tot specialisatie Academische vorming:
60
|
BSc Gezondheid & Leven
Eigen bijdrage leveren aan vraagstelling en formulering onderzoeksvoorstel, opzoeken, selecteren en evalueren van wetenschappelijke informatie over een onderwerp, vergelijken van verschillende wetenschappelijke hypothesen en theorieën, verslaglegging met inbegrip van plaatsing in de context van de literatuur. Literatuur: gespecialiseerde boeken, primaire en secundaire wetenschappelijke literatuur Rol van niveau-indeling bij ingangseisen op cursusniveau Per cursus wordt aangegeven welke cursussen op een lager niveau als ingangseis gelden. Een cursus op een hoger niveau kan nooit een ingangseis zijn, een cursus van hetzelfde niveau zal als regel niet als ingangseis worden gesteld. In het algemeen zal een niveau 1-cursus derhalve geen andere voorkennis dan op VWO-niveau vooronderstellen. Wel zullen, teneinde een logische, didactische opbouw van het eerste jaar te verkrijgen, de verplichte cursussen later in het studiejaar voortbouwen op de eerder aangeboden cursussen. Het afsluitende derde jaar kent onderwijs op niveau 3. Dit niveau is differentiërend en specialiserend. Dit onderwijs bestaat uit “advanced courses” en de bachelorstage die wordt afgesloten met een thesis. Voor niveau 3 zullen gespecificeerde niveau 1 en 2 cursussen als ingangseis gelden. Niveaueisen van het bachelorprogramma Het individuele programma van de bachelorstudent G&L moet voldoen aan de volgende eisen: • minimaal 60 ECTS niveau 1 • minimaal 42 ECTS niveau 2 • minimaal 48 ECTS niveau 3 (waaronder de BSc-stage van 24 ECTS) ------------------------------------------- + 150 ECTS Van de overige 30 ECTS dienen 18 van niveau 2 of 3 te zijn en zijn de overige 12 vrij. Deze eisen zijn mede gebaseerd op een analyse van de ingangseisen (wat betreft inhoud, omvang en niveau) van de verschillende MSc opleidingen op het terrein der life sciences van de VU. Met inachtneming van het verplichte onderwijs (60 ECTS niveau 1 en het methodologisch onderwijs op niveau 2 en 3) zijn bij de bovengenoemde eisen de ingangseisen van alle VU-MSc programma’s levenswetenschappen zeer goed haalbaar. 3.15
Bachelorstage
Tijdens het onderdeel Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij krijgen studenten voorlichting over de bachelorstages (gang van zaken, inhoud etc.). Het doel van de stage is verdieping van de onderzoeksvaardigheden met als product een onderzoeksverslag. Tijdens de stage bewijst de student dat hij een probleem op wetenschappelijke wijze kan aanpakken, oplossen en beschrijven en het is tevens een eerste oriëntatie op een toekomstig beroep. Onderzoeksstages vinden meestal plaats binnen de participerende afdelingen van de eigen faculteiten, in het bijzonder FALW en VUmc, maar kunnen bv. ook bij de faculteiten Psychologie en Pedagogiek, Sociale en Culturele Wetenschappen, Bewegingswetenschappen of andere onderzoeksinstituten of instellingen als ziekenhuizen of GGD’s gedaan worden. De studenten worden door de coördinator van de bachelorstages geholpen bij het zoeken naar onderwerpen en plaatsen voor een stage, studenten mogen zelf ook onderwerpen ter goedkeuring aanbrengen, dit kan een plek binnen maar ook buiten de VU zijn.
De opleiding Gezondheid & Leven
|
61
Uitgebreide informatie over het onderzoek van de verschillende afdelingen is te vinden op de facultaire website http://www.falw.vu.nl > Onderzoeksinstituten of Onderzoekscentra. Tevens is een aparte site ingericht waar afdelingen stageplaatsen en –onderwerpen kunnen plaatsen, te vinden onder Studenten> Bachelor (of master) opleidingen > Info alle opleidingen. Informatie over bio-medisch onderzoek is ook te vinden op de website van het Vumc, http://www/ vumc.nl > Onderzoek. Specifieke richtlijnen: stagehandleiding Gang van zaken Docenten en studenten moeten zorgen voor de volgende handelingen: • de stage wordt in de vorm van een projectvoorstel door de student aangemeld bij de stagecoördinator Bachelorstage • het afsprakenformulier wordt ingevuld voor aanvang van de stage: • binnen 6 weken vindt een voortgangsevaluatie plaats • het beoordelingsformulier wordt ingevuld aan het einde van de stage: • de beoordeling wordt middels een cijferbriefje vergezeld van het ingevulde en ondertekende beoordelingsformulier doorgegeven aan de stagecoördinator De genoemde formulieren worden uitgereikt aan de betrokken studenten, in het eerste deel van het derde studiejaar. Docenten Er zijn minimaal twee personen verantwoordelijk voor de begeleiding van de stage: de dagelijkse begeleider en een andere docent. De andere docent kan b.v. het afdelingshoofd zijn, maar de stagecoördinator is ook een mogelijkheid. Projectvoorstel Bij de aanvang van iedere stage dient door de student een projectvoorstel geschreven te worden, dat met de begeleidend docent besproken wordt. Hierin worden opgenomen: • Naam en e-mail student • Titel stageonderwerp • Naam dagelijkse begeleider en tweede beoordelaar en naam en adres van de afdeling • Doelstelling/hypothese • Technieken en methodes die gebruikt worden • Tijdsplanning Afsprakenformulier Aan het begin van de stage wordt een afsprakenformulier ingevuld. De student en docent behouden beiden een kopie van dit formulier. Afspraken worden o.a. gemaakt over • begin- en einddatum (inclusief verslag en beoordeling) • begeleiding: naast de dagelijks begeleider dient een tweede docent als medebeoordelaar betrokken te zijn • overleg met de dagelijks begeleider (minimaal één maal per week). De mogelijkheid tot dagelijks contact wordt in principe verondersteld. Indien de dagelijkse begeleider onervaren is (AIO of OIO) wordt ook regelmatig overleg met diens begeleider (1 à 2 keer per maand) verwacht. Beschikbare faciliteiten. In principe worden alle voorzieningen voor de stage (apparatuur, werkplek, materialen, reizen t.b.v. de stage, kosten presentaties en verslag) door de afdeling waar de student stage loopt verstrekt.
62
|
BSc Gezondheid & Leven
Normstelling van de stage Van een student mag worden verwacht dat deze tijdens een stage leert onder goede begeleiding zelfstandig onderzoek te doen over een tevoren duidelijk aangegeven probleem- en vraagstelling. Een stage dient voldoende ruimte te bieden voor het zelfstandig uitvoeren van onderzoek, een stagestudent mag niet alleen worden ingezet voor routinematige analyses. Anderzijds dient er voldoende duidelijkheid te zijn over de wijze waarop het onderzoek kan worden uitgevoerd in de vorm van een globale fasering en planning van de activiteiten. Onder het uitvoeren van het onderzoek wordt mede begrepen de theoretische voorbereiding, het literatuuronderzoek, het schrijven van een verslag, het houden van een werkbespreking en het participeren in de wetenschappelijke activiteiten van de afdeling. De werktijden zijn de normale 8-urige werktijden zoals die worden gehanteerd op de betrokken afdeling, bijv. van 9.00-17.30 uur. Verslag en presentatie Het stageverslag heeft de opbouw van een wetenschappelijke publicatie zoals deze gebruikelijk is in het vakgebied van de stage en wordt geschreven in het Nederlands. Bij “niet natte” stages (beleids/maatschapijgericht) kan het verslag ook het karakter van een beleids/ discussienota krijgen. Er dienen afspraken gemaakt te worden over de wijze van becommentariëren en beoordelen en het uiterlijke tijdstip van inleveren. Er wordt een concept aan de begeleid(st)er voorgelegd. De docent hoort een concept binnen enkele dagen na te kijken, het commentaar is schriftelijk met een mondelinge toelichting. Er wordt uitgegaan van één correctieronde. Het onderzoek met verslag is het intellectuele eigendom van de afdeling. De student is medeauteur bij publicatie van de resultaten indien de omvang en de kwaliteit dit rechtvaardigen. Een stageverslag wordt getypt en minimaal in tweevoud bij de afdeling ingeleverd. Beoordelingsformulier Het beoordelingsformulier wordt door de begeleidende docent en de tweede beoordelaar ingevuld door het gewenste aan te kruisen. Voor elk onderdeel wordt een deelcijfer toegekend. Het totaalcijfer wordt berekend aan de hand van een vooraf vastgestelde verdeelsleutel. Tussentijds vindt er eveneens een beoordeling plaats aan de hand van dit formulier, zodat de student weet hoe zij/ hij er voor staat en dit eventueel kan verbeteren. De eindbeoordeling vindt plaats in aanwezigheid van dagelijks begeleider, tweede beoordelaar en student. Bij de eindbeoordeling wordt ook de tussentijdse beoordeling meegenomen ter vergelijking. Het eindresultaat wordt middels een cijferbriefje vergezeld van het ingevulde en ondertekende beoordelingsformulier doorgegeven aan de stagecoordinator. Proefperiode en welslagen van de stage Zo snel mogelijk, uiterlijk binnen zes weken na de aanvang van iedere stage, moet tijdens een gesprek tussen student, dagelijks begeleider en tweede beoordelaar worden beoordeeld of de stage redelijkerwijs tot een goed einde kan worden gebracht. Hier wordt expliciet een beslissing over genomen. Indien er geen uitzicht is op een positief resultaat, dan meldt de docent dit onverwijld aan de coördinator van het onderdeel Bachelorstage. Deze neemt hierover contact op met de student en bemiddelt over een eventuele voortzetting of plaatsing elders. Wanneer met instemming van beide partijen de stage wordt voortgezet, is er sprake van een leercontract waarbij de student met voldoende inzet en het nakomen van de gemaakte afspraken mag rekenen op een voldoende. Bij problemen met de beoordeling, bijvoorbeeld bij wanprestatie van student of begeleider, bemiddelt de stagecoördinator. De student kan in beroep gaan bij de examencommissie.
De opleiding Gezondheid & Leven
|
63
Het bereiken van wetenschappelijke resultaten is geen criterium voor het welslagen van de stage, het bereiken van een academisch denkniveau daarentegen wel; uiteraard dienen het verslag en de presentatie daarbij van voldoende kwaliteit te zijn. Het verslag beslaat een werkperiode, geen afgerond onderzoeksproject. Tijdsduur en omvang stage De stage kent een omvang van 24 ECTS, en een stageduur van ongeveer 20 weken. Als regel wordt voor stageverslag en praatje ca. 4 weken uitgetrokken. Het schrijven van het verslag valt geheel binnen de stagetijd. Aanvullende bepalingen De werkzaamheden van een stagiair kunnen niet dienen als vervanging van de werkzaamheden van een werknemer van de stagegever. De stagegever dient aansprakelijkheid te aanvaarden voor letsel, ongeval of schade welke de stagiair oploopt tijdens of in verband met zijn aanwezigheid bij de stage-instelling dan wel bij de uitvoering van zijn werkzaamheden in zoverre dit letsel, ongeval of deze schade valt onder de wettelijke aansprakelijkheid van de stage-instelling of zijn medewerkers. De stagiair dient een particuliere WA-verzekering afgesloten te hebben, ter dekking van de eventuele kosten voortvloeiend uit een gebeurtenis waarvoor hij/zij wettelijk aansprakelijk wordt geacht. De Vrije Universiteit aanvaardt geen enkele wettelijke aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door toedoen van de stagiair, noch voor schade van de stagiair. 3.16
Organisatie BSc opleiding Gezondheid & Leven
Prof.dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor nnb Dr. J. J. Koksma Mevr. E.-C. van de Pol nnb
hoogleraar-directeur onderwijscoördinator docent managementassistent (Amsterdam) managementassistent (Zwolle)
Ir. M. Ridder Afke Blanksma
studie-adviseur voorlichting en werving G&L
Examencommissie Prof.dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor Dr. R. Bosscher Dr. K. S. Kits Prof.dr. J. Twisk
(voorzitter)
Toelatingscommissie Prof.dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor Dr. J. J. Koksma Onderwijscommissie Dr. N. Harms
(voorzitter)
64
|
BSc Gezondheid & Leven
Prof. dr. J. Twisk Dr. J. J. Koksma Ir. M. Ridder studentleden: 4 vacatures Kerngroep Jaar 1: Onderwijsontwikkeling Prof.dr. R. Aerts Dr. R. Bosscher Prof.dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor Drs. L. van de Grint Dr. N. Harms Dr. R. E. van Kesteren Dr. K. S. Kits Dr. J. J. Koksma Prof.dr. H. Lill Mevr. E.C. van de Pol Drs. H. Prins Ir. M. Ridder Prof. dr.ir. J. Seidell Prof. dr. J. Twisk Kerngroep Jaar 2: Onderwijsontwikkeling Dr. M. de Boer Prof. dr. T. de Cock-Buning Prof. dr. A.B. Brussaard Prof.dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor Drs. L. van de Grint Dr. N. Harms Dr. K. S. Kits Dr. J. J. Koksma Mevr. E.C. van de Pol Prof.dr.ir. J. Seidell Dr. I. Steenhuis Prof. dr. J. Twisk Dr. M. Visser Kerngroep Jaar 3: Onderwijsontwikkeling Prof.dr. M. van Eck van der Sluijs - van de Bor Dr. J. J. Koksma Mevr. E.C. van de Pol verdere samenstelling op basis van Kerngroep Jaar 2 (niet definitief).
De opleiding Gezondheid & Leven
|
65
66
|
BSc Gezondheid & Leven
4 Additionele informatie voor eerstejaars studenten Gezondheid & Leven in Zwolle 4.1
Algemeen
Naast de informatie in hoofdstuk 2 en 3, is voor de eerstejaars studenten Gezondheid & Leven (G&L) in Zwolle ook de informatie in dit hoofdstuk van belang. Voor hen geldt een aantal extra voorzieningen. Afdeling Gezondheid & Leven op lokatie Windesheim/Zwolle Prof. dr. Margot van Eck van der Sluys - van de Bor Onderwijscoördinator (nnb) Dr. J. J. Koksma Management-assistent (nnb) 4.1.1
Hoogleraar-directeur Docent Secretariaat
E-303 E-309 E-309 E-305
Computervoorzieningen
De VU studenten in Zwolle (van de opleidingen Bedrijfswetenschappen en Gezondheid & Leven) hebben de beschikking over twee eigen computerzalen (F-115 / F-117). Met behulp van je inlognaam en password kun je gebruik maken van de computers. Elke student heeft opslagruimte op het netwerk van VU-Windesheim en krijgt een e-mailadres. Naast collegespecifieke software kan in de zalen gebruik worden gemaakt van standaard software als Word, Excel, PowerPoint, Access, diverse programmeertalen, grafische software en statistische pakketten. Ook bieden de computers toegang tot elektronische bestanden en tijdschriften en tot de catalogus van de VU bibliotheek, een lijst van bedrijfsjaarverslagen en een lijst met verplichte literatuur. De computers zijn aangesloten op het Internet en door middel van het tentameninformatiesysteem (TIS) kun je je studieresultaten inzien. Als de computerzalen niet gebruikt worden voor onderwijs, kunnen studenten in deze zalen terecht. Tijdens collegeperiodes zijn de computerzalen op maandag t/m vrijdag open van 8.30 tot 17.00 uur. Met vragen of problemen, het aanschaffen van diskettes/cd-rom’s en het raadplegen van handleidingen kun je terecht bij ICT-helpdesk, kamer T-213, tweede verdieping van het T-gebouw. Openingstijden: van maandag t/m vrijdag van 8.15 tot 17.15 uur en op vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur. E-mail:
[email protected]. Wanneer beide zalen gebruikt worden voor onderwijs, kunnen studenten terecht op de diverse studielandschappen verspreid door het gebouw, die eveneens uitgerust zijn met computers. Tijdens onderwijsactiviteiten zijn de computers niet voor persoonlijk gebruik beschikbaar. De campus van Windesheim heeft een draadloos netwerk, dit betekent dat je op elke gewenste plek met je laptop kunt inloggen op het netwerk. Via dit systeem kun je echter niet bij de speciale programma’s en databases waar je als VU-student vanaf de computerruimte toegang toe hebt. 4.1.2
Bibliotheek
In het Mediacentrum vind je een ruime collectie boeken en tijdschriften op het gebied van geneeskunde, medische biologie en gezondheidswetenschappen. Daarnaast heb je dia´s, videobanden,
Additionele informatie studenten Zwolle
|
67
audiocassettes, diskettes, folders, cd-rom’s en een aantal landelijke dagbladen tot je beschikking. Je hebt er toegang tot het Internet en tot verschillende databanken. In het Mediacentrum kun je ook videobanden en cd-rom’s bekijken. Het mediacentrum heeft een eigen website op het intranet voor studenten en medewerkers. Op deze site krijg je een overzicht van alle informatiebronnen binnen Windesheim. Studenten Gezondheid & Leven kunnen met hun Windesheimpas boeken lenen bij het Mediacentrum. Vubis, de bibliotheekcatalogus Vubis, de bibliotheekcatalogus van Windesheim, kun je raadplegen via de computers in het Mediacentrum of via het intranet. Hierin vind je de complete collectie die via het Mediacentrum beschikbaar is. Picarta Om het totale bezit van de bibliotheken van de Nederlandse Universiteiten en hogescholen alsmede de Koninklijke Bibliotheek te doorzoeken kun je het zoekprogramma Picarta raadplegen. Als je vanuit huis in Picarta wilt zoeken, kun je contact opnemen met het Mediacentrum via onderstaand mailadres. Attenderingsbulletins, literatuuronderzoek en cursussen Aan de hand van een persoonlijk interesseprofiel kun je je door het Mediacentrum laten attenderen op voor jou relevante informatie. Ook kunnen informatiebemiddelaars een literatuuronderzoek voor je uitvoeren. Wil je leren effectief en efficiënt informatie te verzamelen, beoordelen en bewerken? Dan kun je via het Mediacentrum een korte cursus volgen op dit gebied. Het Mediacentrum bevindt zich op de begane grond van gebouw B. Openingstijden: van maandag tot en met donderdag van 08.00 uur tot 19.30 uur en op vrijdag van 08.00 uur tot 17.00 uur. Telefoon 038 - 469 92 17, e-mail:
[email protected]. 4.1.3
Audio- visuele middelen en mogelijkheden
Studenten van VU-Windesheim kunnen gebruik maken van diverse audiovisuele apparaten en computers, zoals fotoapparatuur, overhead en filmprojectoren, camcorders, geluidsapparatuur en laptops. De apparaten zijn, na toestemming van de opleiding, te leen bij de Audiovisuele (AV) uitleenbalie op de begane grond van het C-gebouw naast de kantoorboekhandel. 4.1.4
Studieadviseur
De studieadviseur in Zwolle is mevr. Ir. Monique Ridder. Zij houdt zich bezig met het geven van voorlichting, informatie en hulp aan studenten. Zij geeft onder andere informatie over vakken, planning, buitenland, et cetera. Ook biedt zij hulp als door bijzondere persoonlijke omstandigheden studievertraging ontstaat. De studieadviseur bewaakt ook de studievoortgang. Als er reden voor is, roept zij studenten op voor een gesprek. Mevr. Ridder heeft spreekuur op vaste tijden. Je kunt zonder afspraak naar het spreekuur komen. Je kunt ook een afspraak maken voor een gesprek via het studiesecretariaat G&L. De studieadviseur is bereikbaar via
[email protected] 4.1.5
Studentruimte studenten Gezondheid & Leven
Zoals beschreven in het vorige hoofdstuk bestaat er voor studenten van de FALW-opleidingen Biologie, Biomedische Wetenschappen en Algemene Gezondheidswetenschappen in Amsterdam de Faculteitsvereniging Gyrinus natans en de Facultaire Studentenraad FSR (zie par. 1.5.2 en 1.1.3 respectievelijk). Deze organen representeren vanaf september 2005 eveneens de nieuwe VU-G&L
68
|
BSc Gezondheid & Leven
studenten in Zwolle, maar in de praktijk zal de afstand Zwolle-Amsterdam het contact met deze organen bemoeilijken. In het cursusjaar 2005-2006 is door het eerste cohort G&L studenten in Zwolle de studentenvereniging Anguilla opgericht. In Zwolle is er voor de G&L-studentenvereniging Anguilla een ruimte beschikbaar (zie onder). Tevens kunnen de bestuursleden van Anguilla als contactpersoon fungeren met de FSR in Amsterdam. Naast het organiseren van activiteiten, regelt Anguilla ook de studieboeken voor haar leden. Voor meer informatie over Anguilla, zie hs. 3. Naast de studentenvereniging Anguilla, is er ook een studentenvertegenwoordiging opgericht in Zwolle, waar studenten terecht kunnen met evt. vragen, opmerkingen en klachten over het onderwijs. Vanuit deze G&L-studentenvertegenwoordiging zijn ook commissieleden aangesteld voor de onderwijscommissie van de BSc G&L. Via deze vertegenwoordiging hebben studenten een stem in de organisatie van de opleiding en kunnen zij meedenken over de voortdurende evaluatie en kwaliteitsverbetering van het onderwijs (zie voor taakomschrijving en leden opleidingscommissies FALW par. 2.12). Voor het cursusjaar 2006-2007 is een studentruimte beschikbaar, E-237, voor VU-G&L studenten en studenten HBO verpleegkunde. Deze ruimte is te gebruiken door alle leden van Anguilla, en voor de bestuursleden is er telefoon, computer en internet beschikbaar. 4.2
Studiesecretariaat, studentenbalie, Studie-Informatiecentrum of Gemeenschappelijke Studentenadministratie: wat moet ik waar regelen in Zwolle?
4.2.1
Studiesecretariaat
Het studiesecretariaat is het centrale punt voor een student. De medewerkers van het studiesecretariaat kunnen vragen beantwoorden over verschillende zaken met betrekking tot het onderwijs. Bij het studiesecretariaat kun je terecht voor de volgende zaken: • • • • • • • • •
rooster inschrijven en afmelden voor tentamina via TISVU uitslagen tentamina vragen over TISVU aanvragen getuigschriften aanvragen vrijstellingen aanvragen toestemming in te schrijven voor de masteropleiding Ad Valvas maken van een afspraak met de studieadviseur
Het studiesecretariaat is gehuisvest in kamer E-305, Campus 2 –6, 8017 CA Zwolle. 4.2.2
Studentenbalie Vrije Universiteit
Studenten Gezondheid & Leven in Zwolle staan officieel ingeschreven bij de VU in Amsterdam. Bij de volgende zaken moet je contact opnemen met de studentenbalie in Amsterdam. • inschrijving • uitschrijving • betalen collegegeld • aanvragen bewijs betaald collegegeld • informatie over colloquium doctum • wijzigen van adres- en persoonsgegevens Dit kan via de website van de studentenbalie (www.vu.nl). Hier kun je ook de benodigde formulie-
Additionele informatie studenten Zwolle
|
69
ren vinden. Adres: Studentenbalie Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, Servicecentrum, 0A-11, 1081 HV Amsterdam, tel. (020) 598 5020. Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 10.00 uur tot 17.00 uur. 4.2.3
Gemeenschappelijke Studentenadministratie Windesheim
Je adresgegevens worden ook verstrekt aan de Gemeenschappelijke Studentenadministratie (GSA) van Windesheim. Deze verzorgt hiermee o.a. je inlogaccount van Windesheim, waarmee je gebruik kunt maken van de mediatheek en het computernetwerk. GSA, kamer G-118, telefoon 038-4699120. Openingstijden: dinsdag t/m vrijdag van 10.00-16.00 uur. 4.2.4
Studie-Informatiecentrum (SIC) van Windesheim
In het Studie-Informatiecentrum kun je informatie vinden over studeren en alles wat daarmee samenhangt. Bij bepaalde informatievragen verwijst het Studie-Informatiecentrum door naar een decaan, een studie- en beroepskeuzeadviseur of een voorlichter. Bij het Studie-Informatiecentrum is informatie te krijgen over: Opleidingen De brochures van opleidingen (landelijk); studiegidsen van Windesheim opleidingen; naslagwerken over ‘onderwijsland’. Er zijn ook computerprogramma’s beschikbaar die kunnen helpen bij het maken van een studie- en beroepskeuze. Internationalisering Informatie voor Nederlandse studenten die naar het buitenland willen: beurzen, taalreizen, studie, stage. Er zijn computerprogramma’s beschikbaar die kunnen helpen bij het vinden van fondsen voor buitenlandse stages. Voor meer informatie voor VU studenten kan contact worden opgenomen met het Bureau Internationalisering van de VU in Amsterdam. Arbeidsmarkt en beroep Informatiemateriaal over verschillende beroepssectoren; brochures over “werk en loopbaan” en het vacatureoverzicht: een weekblad met alle vacatures uit landelijke en regionale bladen en kranten. Studentenvoorzieningen Informatie over: sport, studentenpastoraat, studeren met een handicap, wonen (huisvesting), studentenvakbond en de stad Zwolle. Wet- en regelgeving Informatie over: belastingen, sociale zekerheid en onderwijs. Het Studie-Informatiecentrum is op werkdagen geopend van 10.00 tot 16.00 uur. tel. 038 - 469 96 99 (van 8.30 tot 17.00 uur), e-mail:
[email protected]. 4.3
Algemene voorzieningen in Zwolle
In het onderstaande hoofdstuk vind je een korte opsomming van de meest gevraagde voorzieningen en bezochte diensten en de manier waarop deze bereikbaar zijn. Uitgebreide informatie vind je op de website van Windesheim www.windesheim.nl.
70
|
BSc Gezondheid & Leven
Advies en begeleiding Naast de studieadviseur zijn er nog andere mensen op Windesheim aanwezig die bij eventuele problemen kunnen helpen. Studentenpsychologen De studentenpsychologen van Windesheim zijn M. van der Wees, G. Griemink en A. Faber: gebouw G, kamer G240 en G242 (achter de tentamenzaal G-220), tel. 038 469 92 46. Vertrouwenspersonen Mw. W.J.M. Vos-van Kolck, Mw. C. Goosen en de heer R. Hermans, kamer G-202, tel. 038-4699900,
[email protected] Vertrouwensstudenten
[email protected]. Ombudsman Dhr. B.M.J. Hermans, kamer 0E-66, De Boelelaan 1105, kamer 0E-66 (bg, gang linksom na het Servicecentrum) tel. (020) 598 5313, e-mail:
[email protected]. Vermeld in het e-mailbericht je telefoonnummer en je e-mailadres. Een uitnodiging voor een gesprek volgt dan zo spoedig mogelijk. Kijk ook op: www.vu.nl/studenten Inschrijven en financiën Studentenbalie Vrije Universiteit www.vu.nl/student Studiefinanciering Alle folders en formulieren van de Informatie Beheer Groep met betrekking tot studiefinanciering zijn te vinden bij het Studie-Informatiecentrum. Met vragen over de tempobeurs en de prestatiebeurs kun je terecht bij de studentendecaan. Je kunt ook rechtstreeks bij de IB-groep terecht. Adres: Regiokantoor IB-groep Zwolle, Hanzelaan 280, 8017 JJ Zwolle, tel. 050 599 7755. Naast je studie - Questio, Centrum voor studie en loopbaan Heb je twijfels over je studiekeuze? Twijfel je tussen studeren of werken? Questio is het studiekeuzeen loopbaanadviescentrum van de hogeschool en garandeert onafhankelijke keuzebegeleiding. In het eerste oriënterend gesprek wordt bekeken wat er in jouw geval nodig is. Aan gesprekken, trainingen en testen zijn kosten verbonden. Adres: Informatiecentrum van Windesheim en vraag naar Questio begeleiding. Tel. 038 - 469 94 89, e-mail:
[email protected]. Openingstijden: 09.00 uur - 17.00 uur - Sport Respoc organiseert instuifactiviteiten, sportcursussen en sporttoernooien en -evenementen. Je kunt hierbij gebruik maken van verschillende sportzalen, een fitnesscentrum, een overdekt zwembad, atletiekbanen en een klimmuur. De instuifavonden zijn vrijblijvend te bezoeken met een geldige Respoc-sportpas. Een sportcursus bestaat uit 8 lessen. Hiervoor wordt soms een extra bijdrage gevraagd afhankelijk van de gekozen cursus. Je kunt je inschrijven bij de balie van het fitnesscentrum, tevens kantoor van de Respoc (A-071). Meenemen voor inschrijving: een recente pasfoto of goede kopie daarvan, een kopie van je collegekaart en je pinpas. - Servicejobs Servicejobs Windesheim is het banenbemiddelingsbureau en centrum voor arbeidsbemiddeling en loopbaanadvisering op Windesheim. Servicejobs bemiddelt en begeleidt (bijna) gediplomeerden
Additionele informatie studenten Zwolle
|
71
die op zoek zijn naar een passende baan en langer-afgestudeerden die aan een nieuwe uitdaging toe zijn. Adres: Servicejobs Windesheim, kantoor C-080, tel. (038) 466 95 24, fax: (038) 466 92 89, e-mail:
[email protected], www.servicejobs.nl - Studentenpastoraat Bij het studentenpastoraat kun je terecht als je je verder wilt ontwikkelen op het gebied van geloof en beroep, leven of cultuur. Je kunt deelnemen aan gespreksgroepen en thema-avonden van het studentenpastoraat. Elke derde zondag van de maand is er een oecumenische kerkdienst speciaal voor en met medewerking van studenten. Ook kun je een individueel gesprek hebben met de studentenpredikant. Deelname aan activiteiten staat open voor iedereen, ongeacht kerkelijke achtergrond of kerkelijke betrokkenheid. Het studentenpastoraat is geen vereniging waar je lid van kunt worden, maar een voorziening waar je per activiteit aan kunt deelnemen. Tel: 038-4699225. - Stiltecentrum Het Stiltecentrum is bedoeld voor een moment van rust. Je kunt deze ruimte gebruiken voor meditatie, voor een gebed, om even rustig te lezen, tot jezelf te komen of om een gesprek met een kleine groep te houden. Elke dag wordt er in het Stiltecentrum een korte tekst voorgelezen gevolgd door een moment van stilte. De tekst is bedoeld als gedachte voor de dag. Het geheel duurt zeven minuten (12.53 uur tot 13.00 uur). Je vindt het Stiltecentrum in C-003, bij de kantine in het Cgebouw. - Restaurants De Campus telt een aantal restaurants en kantines in gebouw A, B, D, T en H. In de hoofdkantine in gebouw C kun je ´s avonds voor circa 4 euro een warme maaltijd krijgen. Cateraar Team Spirit verzorgt soep, broodjes, maaltijden en snacks. In alle gebouwen staan koffie-, thee-, frisdrank- en snackautomaten. Openingstijden: kantine C-gebouw: 8.00 uur tot 20.00 uur (warme maaltijd van 16.30 uur tot 19.00 uur). Overige kantines (T/D/A en H) van 10.00 uur tot 14.00 uur - Boekhandel Westerhof Op de hoek van gebouw G zit Boekhandel Westerhof. In de boekhandel kun je terecht voor boeken, kranten, tijdschriften en kaarten. Maandagmorgen en tussen de middag gesloten. Tel. 038 - 460 08 53. Studieboeken voor de opleiding G&L worden door de student gekocht bij het secretariaat G&L aan het begin van module in kwestie. - Kantoorboekhandel In de kantoorboekhandel in gebouw C zijn studiematerialen, kaarten en kantoorbenodigdheden te koop. Tel. 038 - 469 92 03. Openingstijden: 9.00 – 17.00. - Kopieerapparaten en repro Op Windesheim zijn verschillende kopieerfaciliteiten beschikbaar. Je kunt kopiëren bij de kopieermachines die je vindt in de verschillende gebouwen. Hiervoor kun je je studentenchipkaart opladen bij de oplaadautomaten. Voor grotere hoeveelheden kopieerwerk, kleurenkopieën of inbindwerk kun je gebruik maken van het kopieercentrum dat op de begane grond van het C-gebouw gevestigd is. Openingstijden: 9.00 – 17.00 uur. Tel. 038 - 469 92 83. - Openingstijden gebouwen De gebouwen zijn van maandag tot en met vrijdag van 7.00 uur tot 22.00 uur geopend. Op vrijdag zijn ze van 7.00 uur tot 21.00 uur geopend en op zaterdag van 8.30 uur tot 16.30 uur.
72
|
BSc Gezondheid & Leven
5 Examenonderdelen 5.1
Eerste jaar Gezondheids- en Levenswetenschappen
naam
Humane Levenscyclus
code
487000
studiepunten 9 ECTS docenten
Prof.dr. M. van Eck van der Sluijs-van de Bor Dr. J.J. Koksma Dr. A.R. Stuitje Dr. J. Kooter Dr. J. van Minnen Drs. H.G. Priester Dr. C.M. Renders Prof.dr. D. Deeg
periode
september-november 2006 (Zwolle), januari-februari 2007 (Amsterdam)
doel
Het verkrijgen van inzicht in de lichamelijke en geestelijke aspecten van de levenscyclus van de mens.
inhoud
De levenscyclus van de mens kan worden opgevat als een continu proces dat begint bij de bevruchting en eindigt in het post-reproductieve leven. In deze module worden de verschillende levensfasen behandeld: 1) bevruchting en implantatie, 2) embryonale ontwikkeling, 3) foetale groei en geboorte, 4) lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van het kind, 5) puberteit, 6) volwassenheid, 7) veroudering. Aangezien de risico’s voor de verstoring van deze cyclus (mutatis mutandis voor de bedreiging van de gezondheid) voor mannen en vrouwen verschillend zijn, zal in deze module veel aandacht worden besteed aan de rol die het geslacht speelt bij fysiologische, hormonale en gedragsaspecten in de verschillende levensfasen.
eindtermen
A. Kennis 1. De student is in staat de levenscyclus van de mens (van de bevruchting tot de dood) te beschrijven, waarbij hij/zij in staat is zowel de lichamelijke als de geestelijke aspecten te benoemen. 2. De student kan aangeven wanneer deze cyclus niet normaal verloopt. 3. De student bezit kennis van de seksespecifieke factoren van de humane levenscyclus. B. Vaardigheden 4. De student kan met een microscoop werken. 5. De student kan een betoog opbouwen en debatteren met medestudenten. 6. De student kan een hypothese opstellen en toetsen. De verkregen onder-
Examenonderdelen
|
73
zoeksresultaten kunnen mondeling en schriftelijk worden gepresenteerd. literatuur
Lewis, R: Human Genetics, 6th ed., McGraw-Hill Martini, F. H. : Fundamentals of Anatomy and Physiology Sadler T.W.: Langman’s Medical Embryology Diverse artikelen
toetsing
Deze vindt plaats door middel van een aantal opdrachten gedurende de cursus en een toets aan het einde van de cursus. De toets bestaat uit multiple choice en open eind vragen. Het gemiddeld cijfer voor de opdrachten vormt 30% van het eindcijfer; de toets 70%.
werkwijze
hoorcolleges, zelfstudieopdrachten, werkcolleges, werkgroepen, en practica
naam
Bouwstenen van het leven
code
487001
studiepunten 6 ECTS docenten
Prof. dr. H. Lill Dr. D. Bald Dr. R. van Walraven
periode
november-december 2006 (Zwolle), sept-okt 2006 (Amsterdam)
doel
Kennis maken met de bouwstenen van biochemisch relevante macromoleculen. Inzicht in structurele opbouw en functie van nucleïnezuren, eiwitten en membranen. Kennis en toepassing van methoden gebruikelijk in het biochemisch onderzoek.
inhoud
De colleges behandelen eerst structuur en functie van biologisch relevante moleculen. Dan ligt bijzondere aandacht op de rol van nucleïnezuren in de informatieverwerking in cellen en op structuur en functie van enzymen. Tenslotte worden biologische membranen behandeld. Bij het practicum worden enkele biochemische en biofysische technieken behandeld en toegepast. In werkcolleges wordt de theorie verduidelijkt en op biologische en biochemische vraagstukken toegepast.
eindtermen
De student kan: bouwstenen van macromoleculen herkennen en de krachten die hun vorm en structuur bepalen opnoemen de opbouw van nucleïnezuren en hun rol in replicatie, transcriptie en translatie omschrijven de structurele aspecten van eiwitten opnoemen structurele eiwitten opnoemen en hun rol in cellen omschrijven aan de hand van voorbeelden in grote lijnen beschrijven met welke mechanismen enzymen werken begrippen gebruikelijk in enzym-kinetiek, -thermodynamica, en -regulatie opnoemen, omschrijven en praktisch toepassen de opbouw en rol van biologische membranen beschrijven
74
|
BSc Gezondheid & Leven
-
mechanismen en drijvende krachten van transport over membranen beschrijven met courante computer applicaties (MS Excel, Chart) gegevens opnemen en verwerken verscheidene biochemische en biofysische technieken praktisch toepassen (gelfiltratie, centrifugatie, gelelektroforese, spectrofotometrie) maatregels m.b.t. biologische veiligheid opnoemen en toepassen
De student kent: de opbouw en definiërende eigenschappen van koolhydraten, aminozuren, nucleïnezuren en lipiden de algemene structuur en structurele elementen van nucleïnezuren en eiwitten en de interacties die deze structuren bepalen de 1ste en de 2de hoofdwet van de thermodynamica de betekenis van de toestandsfuncties energie, enthalpie, entropie, Gibbsenergie en elektrochemisch potentiaal verschil literatuur
Alberts et al.: Essential Cell Biology, 2nd ed., Taylor & Francis Group Syllabus
toetsing
Schriftelijk tentamen over hoorcolleges met open eind vragen op parate kennis en inzicht, 3 verslagen over opdrachten, per opdracht 1 presentatie, elektronische multiple choice ingangstoets voor practicum ter controle van voorbereiding. Tentamen, 50 %; verslag 50 %
werkwijze
hoorcolleges, werkcolleges, practica, opdrachtgestuurd onderwijs
naam
Gedrag en Gezondheid
code
487002
studiepunten 10 ECTS docenten
Prof. dr. J. Seidell Dr. I. Steenhuis Dr. M. Adriaanse Dr. T. Visscher Drs. H. Prins
periode
maart-april 2007
doelen
De student verkrijgt kennis en inzicht in gezondheid en factoren die daarmee samenhangen. De student leert welke gedragingen van invloed zijn op gezondheid en kan deze gedragingen analyseren en aangrijpingspunten voor interventies vaststellen.
inhoud
In het begin van de cursus worden de begrippen gedrag en gezondheid nader uitgewerkt. Zo wordt onder andere gekeken naar de psychologische en sociale basis van gedrag. Vervolgens wordt het Precede/Procede model geïntroduceerd. Met
Examenonderdelen
|
75
behulp van dit model kun je op planmatige wijze interventies ter bevordering van de gezondheid ontwikkelen en evalueren. Veel aandacht wordt hierbij besteed aan de analyse van gezondheidsgedrag en omgeving. Tijdens de cursus wordt het Precede/ Procede model stapsgewijs doorlopen. De leerstof wordt behandeld aan de hand van casuïstiek. Daarnaast wordt in groepen aan een project gewerkt, waarbij aan de hand van het Precede/Procede model een gezondheidsprobleem (bijvoorbeeld overgewicht, kanker of hart—en vaatziekten) wordt uitgewerkt. literatuur
Health Program Planning: An Educational and Ecological Approach, 4th edition. Lawrence W. Green & Marshall Kreuter. 2005. ISBN 0072556838 Artikelen, verspreid via Blackboard
toetsing
Schriftelijke toets passend bij het probleemgestuurde onderwijs; beoordeling projectresultaat
werkwijze
Het onderwijs is probleemgestuurd van aard en bestaat uit twee vormen, namelijk probleemgestuurd onderwijs (PGO) en projectonderwijs (PO). De inhoud van beide vormen is op elkaar afgestemd. Het PGO vindt plaats aan de hand van casuïstiek. De casuïstiek sluit aan bij bovengenoemde inhoud. PGO vindt plaats in groepen van 12 studenten onder begeleiding van een docent. Via het gezamenlijk analyseren van de casus en formuleren van leervragen, het individueel zoeken naar antwoorden in de literatuur en terugrapporteren aan medestudenten wordt de benodigde kennis opgedaan en toegepast. Hoorcolleges ondersteunen het PGO; zij zullen vooral gegeven worden door ‘gastsprekers’ die uitweiden over hun expertise, gerelateerd aan het onderwerp dat de studenten op dat moment onder handen hebben. Bij het PO werken de studenten in groepen van 6 aan een groepspaper. Hierin staat een bepaald gezondheidsprobleem centraal. Resultaten van het groepsproject worden aan het eind van de cursus gepresenteerd. Iedere groep krijgt een eigen opdracht en zal (deels) begeleid worden.
opmerkingen Onderwijs wordt ondersteund door electronische leeromgeving naam
Methodologie
code
487003
studiepunten 4 ECTS docenten
Prof. dr. J. Twisk
periode
oktober-november 2006 (Zwolle), december 2006 - februari 2007 (Amsterdam)
doelen
Kennismaking met epidemiologisch onderzoek en (bio)statistiek. Het accent ligt op een inleiding in de methoden en hun toepassingen. De cursus dient als basis voor methodologisch en statistisch onderwijs in de rest van de opleiding. Na afloop van de cursus begrijpt de student elementaire begrippen uit zowel de epidemiologie als de (bio)statistiek en is de student in staat ‘eenvoudige’ statistische analyses zelfstandig uit te voeren en de resultaten op een goede manier te interpreteren.
76
|
inhoud
BSc Gezondheid & Leven
De volgende onderwerpen komen aan bod: - Vormen van epidemiologisch onderzoek - Randomised controlled trial - Bronnen van vertekening - Betrouwbaarheid van een meetinstrument - Verschillende soorten variabelen - Descriptieve statistiek - Inleiding in de verklarende statistiek
literatuur
LM Bouter en MCIM van Dongen. Epidemiologisch onderzoek, opzet en interpretatie, vierde herzien druk, 2002, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten. Kirkwood BR, Sterne JAC. Essential medical statistics, Second edition, 2003, Blackwell Science.
toetsing
open boek tentamen (70%) en practicumopdracht (30%)
werkwijze
hoorcolleges, werkgroepen, practica
naam
Bedreiging en Bescherming
code
487004
studiepunten 10 ECTS docenten
Dr. N. Harms e.a.
periode
oktober-november 2006 (Amsterdam), januari-februari 2007 (Zwolle)
doelen
Studenten kennis en inzicht bij te brengen van diverse biologische processen verantwoordelijk voor het in stand houden van het ‘milieu interieur’ en van enkele hierbij relevante deeldisciplines van de gezondheidswetenschappen
inhoud
Uitgaande van een tweetal bedreigingen: I een bacteriële infectie ziekte (een externe bedreiging) en II damkanker (multifactoriële en soms ook erfelijke bedreiging) worden diverse biologische processen behandeld. a. b.
I. infectie, mens-microbe interactie en immuun respons, antibiotica II. cel cyclus, apoptose, regulatie en cellulaire communicatie, boodschapper moleculen, receptoren, signaal transductie
Bij elk van deze bedreigingen zal een gezondheidwetenschappelijk aspect worden behandeld: c. preventie d. epidemiologie eindtermen
De student kan: a.
Examenonderdelen
|
77
de cel structuur van een microorganisme beschrijven microbiele groei beschrijven enkele mens-microbe interacties beschrijven de basis concepten van innate en adaptieve immuniteit (antigeen herkenning, ontwikkeling receptoren, de complete respons bijvoorbeeld bij infectie) beschrijven de werking van enkele antibiotica uitleggen b. uitleggen hoe de celcyclus verloopt en hoe die gecontroleerd wordt uitleggen wat apoptose is en hoe dat wordt gereguleerd voorbeelden geven van cellulaire communicatie en deze uitleggen effecten van ioniserende straling en toxische stoffen op cellen en weefsels uitleggen c. aan de hand van praktijkvoorbeelden doel en motief van preventie aangeven de volgende begrippen onderscheiden: primaire, secundaire en tertiaire preventie; de stappen beschrijven voor een screenings programma aan de hand van praktijkvoorbeelden doel en motief van preventie aangeven d. de begrippen onderscheiden: expositie, risicofactoren, mortaliteit, morbiditeit, incidentie, prevalentie en relatief risico. registratie van infectieziekten en kankergevallen opzoeken Vaardigheden: -het maken van een conceptmap -presentatie -het schrijven van een practicum verslag -samenwerken -literatuur studie -aseptisch werken -in histologische preparaten van de darm verschillende typen cellen herkennen en benoemen en gezonde cellen onderscheiden literatuur
Alberts et al.: Essential Cell Biology, 2nd ed., Taylor & Francis Group Brock, Biology of Microorganisms, MT Madigan et al, 11th edition, Pearson syllabus
toetsing
deel I zal getoetst worden door een practicum verslag en een tentamen deel II zal getoetst worden door een projectverslag, een presentatie en een toets.
werkwijze
practica, hoorcollege, werkgroepen
78
|
BSc Gezondheid & Leven
naam
Vorm en Functie
code
487005
studiepunten 6 ECTS docenten
Dr. R. E. van Kesteren Dr. J. van Minnen Dr. A. J. G. M. van de Ven
periode
december 2006 - maart 2007 (Zwolle), november-december 2006 (Amsterdam)
doelen
Inzicht verkrijgen in de opbouw van het menselijk lichaam op het niveau van cellen, weefsels, organen en orgaansystemen, en het verkrijgen van kennis en begrip van de functies van verschillende orgaansystemen, met de nadruk op hart en bloedvaten, spieren, longen en hersenen.
inhoud
a. De cel als functionele eenheid (opbouw van cellen, celorganellen, celtypen en celfuncties, cellulaire communicatie, celverbanden en weefsels). b. Functionele organisatie van het zenuwstelsel (anatomie van het zenuwstelsel, zenuwcellen, informatiecodering, synaptische transmissie, neuronale en synaptische plasticiteit, de rol van de hersenen in verslaving). c. Functionele organisatie van hart en bloedvaten, skeletspieren en het ademhalingssysteem (anatomie van hart, spieren en longen, ATP metabolisme, de cariorespiratoire respons, hartcyclus, bloeddruk, ademhaling en gasuitwisseling). d. Microscoopprakticum cellen en weefsels. e. Demonstartieprakticum hersenanatomie. f. Prakticum anatomie van het hart. g. Practicum inspanningsfysiologie.
eindtermen
a. De student kent de opbouw van cellen in het algemeen alsmede de belangrijkste celtypen en hun specialisaties, kan de functies van de belangrijktste celorganellen benoemen, en weet hoe weefsels zijn opgebouwd en uit welke celtypen ze bestaan. b. De student kent de opbouw en de werking van het zenuwstelsel, en begrijpt de regulerende rol van het zenuwstelsel, almede hoe ontregeling van het zenuwstelsel bijdraagt aan de ontwikkeling van hersenziektes (verslaving als voorbeeld). c. De student kent de opbouw en de werking van het cardiorespiratoire systeem en skeletspeieren, en begrijpt hoe deze systemen dooe inspanning worden beïnvloed. d. De student kan met een microscoop werken. e. De student kent de opbouw van de menselijke hersenen. f. De student kent de bouw en de werking van het hart. g. De student kan zelf een aantal fysiologische parameters meten. h. De student kan eenvoudige primaire wetenschappelijke artikelen lezen, begrijpen, en aan anderen presenteren.
literatuur
Martini, F. H. : Fundamentals of Anatomy and Physiology uitgereikte literatuur
toetsing
tentamen en verslag
werkwijze
hoorcollege, PGO, practica
Examenonderdelen
naam
Mens en Ecosysteem
code
487006
|
79
studiepunten 10 ECTS docenten periode doelen
Prof. dr. R. Aerts (cursusleider), dr. E. Dorrepaal, drs. Jenny Ordonez mei-juni 2007 (Zwolle en Amsterdam) Inzicht geven in: - het funktioneren van ecosystemen; - de rol van de mens bij het funktioneren van ecosystemen - duurzaam gebruik van ecosystemen door de mens (voedselproduktie, drinkwater, brandstof, transport) - effekt van agrarische produktiemethoden (bestrijdingsmiddelen, bemesting, emissies) op de menselijke gezondheid - ecosysteemeigenschappen en menselijke gezondheid (malaria, bilharzia e.d.) - klimaatverandering en menselijke gezondheid
inhoud
1) Theoretisch deel (gegeven als combinaties van colleges, werkcolleges, opdrachten en e-learning) Basis: het boek Environmental Science, door D.D.Chiras (7th edition, 2006) Te behandelen onderwerpen: 1) Algemene inleiding: Hoe kan de mens duurzaam leven op aarde De menselijke attitude t.a.v. duurzaamheid Nederland als voorbeeld voor planvorming t.a.v. duurzame ontwikkeling Milieubescherming en duurzaamheid Tegemoetkomen aan menselijke behoeften en tegelijkertijd het milieu beschermen 2) Basisprincipes van de ecologie: hoe functioneren ecosystemen ? De mens en de natuur: vitale verbindingen Ecologie: de studie van natuurlijke systemen Het functioneren van ecosystemen 3) Basisprincipes van de ecologie: biomen en aquatische milieus Weer en klimaat De biomen en hun gebruik door de mens Aquatische milieus en hun gebruik door de mens 4) Basisprincipes van de ecologie: zelfregulerende mechanismen binnen ecosystemen Homeostase; het behoud van evenwicht Natuurlijke successie Evolutie: de reaktie op verandering Menselijke invloeden op ecosystemen 5) Humane ecologie: onze veranderende relatie met het milieu Menselijke evolutie op hoofdlijnen Menselijke culturele ontwikkeling: onze veranderende relatie met de natuur Het populatie-, resources- en vervuiling model De duurzame maatschappij: de volgende stap 6) De menselijke populatie: het meten van de groei en de gevolgen van die groei De groeiende menselijke populatie Basisprincipes van populaties en populatiegroei
80
|
BSc Gezondheid & Leven
7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14) 15) 16) 17) -
De toekomstige groei van de wereldbevolking: voorspellingen en zorgen Stabilisatie van de menselijke populatie: strategieën voor duurzaamheid Hoe bereiken we een duurzame menselijke populatie: de uitdagingen Strategieën voor een duurzame menselijke populatie Het creëren van duurzame systemen om de wereldbevolking te voeden Honger, ondervoeding, voedselvoorziening en het milieu Bodems en hun rol in de voedselvoorziening Barrieres voor duurzame landbouwkundige ontwikkelingen Oplossingen voor duurzame landbouwkundige ontwikkelingen Het behoud van biologische diversiteit De huidige afname van biodiversiteit Oorzaken van extinctie en afname van biodiversiteit Waarom is het voor de mens belangrijk om biodiversiteit te beschermen Graslanden, bossen en wild: duurzame beheersstrategiën De ‘tragedy of the commons’ Graslanden en graslandbeheer Bossen en bosbeheer Wild en wildbeheer Water als vitale resource voor de mens De hydrologische cyclus Watermanagement in relatie tot vraag en aanbod Overstromingen: problemen en oplossingen Wetlands, estuaria, kustlijnen en rivieren Niet-vernieuwbare energiebronnen Het menselijke energiegebruik Fossiele brandstoffen: een analyse van onze opties Fossiele brandstoffen: toekomstperspectieven in relatie tot gezondheid Kernenergie en gezondheidsrisico’s Basisprincipes van de toxicologie en risico-analyses Basisprincipes van de toxicologie Mutaties, kanker en aangeboren afwijkingen Reproductie en toxische stoffen Hormonen in het milieu Naar een duurzame oplossing Regionale luchtvervuiling en lawaai: leven en werken in een gezond milieu Luchtvervuiling maakt geen onderscheid De gezondheidseffecten van luchtvervuiling Het beheersen van luchtvervuiling Lawaai: de vergeten vervuilingsbron Luchtvervuiling binnenshuis en effecten daarvan op de gezondheid Mondiale luchtvervuiling Ozondepletie en huidkanker Zure regen en drinkwaterkwaliteit Een warmer klimaat en ziektes Watervervuiling Vervuiling van het oppervlaktewater Effecten op de gezondheid Plagen en pesticides Chemische pesticides en hun effekten op de gezondheid Biologische plaagbestrijding
Examenonderdelen
|
81
Praktisch deel: 1) Experimenteel praktikum waarbij de nadruk ligt op het opstellen van goede hypotheses, een werkplan en het schriftelijk en mondeling presenteren. 2) Computerpraktika over: a) de regulatie van (menselijke ) populaties en hun interaktie; b) Voedselproduktie c) Heidebeheer 3) Excursies naar verschillende typen Nederlandse levensgemeenschappen die in meer of mindere mate door de mens worden beinvloed a. Oostvaardersplassen b. Dwingelderveld c. Duinen eindtermen
De student: - weet hoe ecosystemen funktioneren en hoe de mens dit funktioneren beinvloedt; - heeft inzicht in hoe ecosystemen duurzaam geexploiteerd kunnen worden; - heeft inzicht in de relatie tussen het funktioneren en exploiteren van ecosystemen enerzijds en de menselijke gezondheid anderzijds; - heeft een voldoende niveau bereikt op het gebied van mondelinge presentaties en het schrijven van essays; - heeft inzicht in het gebruik van computermodellen in de ecologie.
literatuur
Environmental Science; (7th edition, 2006) van Daniel D. Chiras. Jones and Bartlett Publishers. ISBN 0-7637-0860-7
toetsing
De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen over de gehele stof die behandeld is tijdens de cursus. Verder worden er beoordelingen gegeven over de mondelinge presentaties en de opdrachten. Het eindcijfer komt als volgt tot stand: Schriftelijk tentamen 70% Praktikum+verslag 20% Presentaties 10% N.B. De praktika (experimenteel en computer), de excursies, de opdrachten en de presentaties zijn verplichte onderdelen van de cursus.
werkwijze
De cursus bestaat uit een theoretisch deel waarbij colleges en werkcolleges worden gehouden over de stof uit het boek van Chiras. Hieraan zijn ook opdrachten en presentaties gekoppeld. Verder is er een experimenteel praktikum, een computerpraktikum en een aantal excursies.
naam
Wetenschap als Proces
code
487017
studiepunten 4 ECTS docenten
Dr. J. J. Koksma
periode
april - juni 2007 (Amsterdam en Zwolle)
82
|
doelen
BSc Gezondheid & Leven
In de cursus “Wetenschap als proces” probeert de student grip te krijgen op wat wetenschap eigenlijk ‘is’. Denkbeelden over wetenschap en wetenschappelijkheid zijn vaak statisch en absoluut, gericht op de producten van wetenschap. Tijdens deze cursus komt een meer dynamisch beeld van wetenschap naar voren, gericht op het wetenschappelijke proces. Tijdens de cursus leert de student kritisch te beschouwen hoe onderzoek gedaan wordt, waar wetenschappelijke vragen vandaan komen, hoe onderzoek gestuurd en gefinancierd wordt en wat de maatschappelijke consequenties zijn van wetenschappelijk onderzoek. Het verkrijgen van inzicht in het wetenschappelijke proces helpt de student na te denken over zijn studie en zijn toekomstige positie als wetenschapper of betrokkene bij wetenschappelijk onderzoek
inhoud
1. Wat is wetenschap? 2. Van hypothese tot experiment 3. Wetenschapssociologie 4. Wetenschapsfilosofie 5. Wetenschap en politiek 6. Wetenschap en maatschappij 7. Wetenschap en ethiek
toetsing
Vier opdrachten (onder voorbehoud). Elk onderdeel dient voldoende te zijn. Het betreft: (1) een verslag over een klein experiment; (2) een essay; (3) een interviewverslag en presentatie.
werkwijze
De cursus is opdracht-gestuurd, gevat in een viertal activiteiten: -
eindtermen
zelfstudie activiteit: individuele opdrachten groepsactiviteiten:samenwerking in kleine groepen(2/3 studenten) begeleide bijeenkomsten: bijeenkomst met werkgroep (ca. 12 studenten) o.b.v. groepsdocent documentaire-avonden, docu + groepsdiscussie
De student kan o.a. Uitleggen wat een benadering wetenschappelijk maakt Een hypothese formuleren, en daaruit toetsimplicaties afleiden De rol van wetenschappelijke normen in het wetenschappelijke proces uitleggen Uitleggen wat men verstaat onder ‘theoriegeladen waarneming’ De wetenschapsvisie van Kuh, Popper en van de ‘Wiener Kreis’ verwoorden Uitleggen hoe nieuwe kennis zich ontwikkelt tot tekstboekkennis Beschrijven hoe wetenschappers invloed hebben op beleid en besluitvorming Uitleggen waarin fundamenteel en toegepast onderzoek van elkaar verschillen Beargumenteren in welke situaties maatschappelijke sturing van onderzoek wenselijk/ onwenselijk en mogelijk is Een semi-gestructureerd interview voorbereiden en afnemen
literatuur
G. Allen & J. Baker. 2001. Biology. Scientific process and social issues. Fitzgerald Science Press Inc. Syllabus Aanvullende literatuur
Examenonderdelen
naam
Digitaal Portfolio
code
487006
|
83
studiepunten 1 ECTS docenten
tutoren: n.n.b.
periode
gehele 1e jaar, in totaal 10 bijeenkomsten
doelen
Studenten: Leggen een digitaal portfolio aan met hun studievoortgang en de ontwikkeling van academische vaardigheden. Studenten schrijven een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), waarin zij hun studie plannen en motiveren welke keuzes zij maken in het vervolg van hun studie. Krijgen ondersteuning bij de ontwikkeling van algemene academische vaardigheden, die zij vervolgens kunnen toepassen tijdens hun studie.
inhoud
Studenten leggen gedurende hun studie hun studievoortgang en ontwikkeling van academische vaardigheden vast in een digitaal portfolio. Tijdens zogenaamde tutorbijeenkomsten wordt de student begeleid bij het werken aan het portfolio en het schrijven van een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP). Ook wordt in de tutorbijeenkomsten aandacht besteed aan een aantal basisvaardigheden zoals studievaardigheden, presentatie- en schrijfvaardigheden en samenwerken in groepen. Daarbij wordt steeds een relatie gelegd naar de opdrachten die in andere modules gedaan worden. Studenten leren reflecteren op hun eigen ontwikkeling en maken gerichte keuzes in het vervolgtraject van hun studie.
toetsing
eindgesprek over digitaal portfolio en POP
werkwijze
Er wordt gewerkt in tutorgroepen (van 6 – 10 studenten) o.l.v. een docent/begeleider. Er zijn in het eerste jaar in totaal 8 groepsbijeenkomsten, waarvan 2 onbegeleid. Daarnaast heeft elke studenten 2 individuele gesprekken met de begeleider. Studenten bereiden de bijeenkomsten voor m.b.v. opdrachten
opmerkingen Voor het portfolio onderwijs komt informatie op blackboard beschikbaar. Het portfolio biedt een overzicht van de hele studie. Resultaten van elke module worden vastgelegd in het portfolio.
84
|
5.2
Tweede en derde jaar Gezondheids- en Levenswetenschappen
BSc Gezondheid & Leven
naam
Preklinische Neurowetenschappen
code
487016
studiepunten 6 ECTS docenten
Prof.dr. A.B.Brussaard Dr. J.J. Koksma Drs. E. Wansink
gastdocenten Prof.dr. A.B.Smit Prof.dr. M. Verhage Prof.dr. W. Hoogendijk periode
september 2006
doel
Inzicht geven in: - het normaal funktioneren van het centraal zenuwstelsel van de mens, met een nadruk op substraat-gebonden kennis inclusief en beginnende bij het synaptische nivo, en verlopend via de neuronale netwerken tot en met het neuronale systeem nivo. - specifieke aandacht voor preklinisch onderzoek aan hersenziekten
inhoud
Theoretisch deel (gegeven als combinaties van colleges, werkcolleges en e-learning) Basis: Studie boek Psychopharmacology (Meyer & Quenzer) en Blokboek met verdiepingsonderwerpen en additonele onderwerpen. Practisch deel: hersenziekte database bouwen, literatuur-database bouwen, minireview schrijven, excursie naar CNCR in Amsterdam. Onderwerpen & preklinische context: 1. integratieve neurowetenschappen 2. neuroanatomie en functional imaging 3. synaptische transmissie en plasticiteit 4. moleculaire neurobiologie en transgene dierexperimenten 5. diergedrag, leren en geheugen 6. neuropsychiatrische aandoeningen en emotie 7. cognitie, attentie en ADHD 8. verslaving 9. slaap en depressie 10. verouderingsziekten Aanpak theoretisch deel: - Studenten zijn verplicht tot voorbereiding per hoorcollege aan de hand van het bestuderen van een artikel en/of boekhoofdstuk - Oefenvragen per hoofdstuk via blackboard Praktisch deel: 1) Achtergrond/entree ondersteuning computerpraktika over de werking van
Examenonderdelen
|
85
zenuwcellen op cellulair en synaptisch nivo, opfris element (extra) 2) opdrachten over neuroanatomie aan de hand van digitale 3-D hersenatlas van de mens en muis 3) OGO opdrachten meta-analyse, literatuur screenen en schrijven minireview 4) Excursie naar het CNCR - muisgedrag faciliteit, - brain slice EEG recordings - life cell imaging - proteomics faciliteit - microarray faciliteit - DNA sequencing eindtermen
De student: - weet hoe het menselijk brein functioneert: van gen tot aan gedrag - raakt bekend met kernbegrippen in relatie tot de te behandelen onderwerpen - raakt geoefend in het genereren van korte meta-analyse overzichten - raakt bekend met de principes van proefdierkundig onderzoek - krijgt inzicht in wetenschappelijke aanpak van hedendaags neurobiologische onderzoeksgroepen van CNCR op de VU Amsterdam
literatuur
Boek: Psychopharmacology, Drugs, The Brain and Behavior - Jerrold S. Meyer & Linda F. Quenzer, Sinauer Associates, 2005 edition; ISBN 0-87893-534-7 Syllabus
toetsing
minireview en tentamen
werkwijze
hoorcolleges, zelfstudieopdrachten, werkcolleges
naam
Methodologie II
code
487014
studiepunten 6 ECTS docenten Prof.dr. J. Twisk periode
oktober 2006
doel
Na afloop van de cursus is de student in staat om met behulp van statistische regressie technieken een antwoord te krijgen op een gezondheidswetenschappelijke vraag. Verder is de student is in staat om zelfstandig regressie analyses uit te voeren met behulp van het statistische programma SPSS.
inhoud
De cursus is een vervolg op de cursus Methodologie en statistiek uit het eerste jaar. In die cursus werden een aantal statische technieken geïntroduceerd, die in deze cursus worden uitgebreid met regressie technieken. Er wordt met name aandacht besteed aan de keuze van de juiste techniek, de interpretatie van de resultaten, en de samenhang tussen eenvoudige technieken en de regressie technieken. In de cursus komen de volgende onderwerpen aan bod: • lineare regressie analyse
86
|
BSc Gezondheid & Leven
• •
logistische regressie analyse cox-regressie analyse
literatuur
Sheets behorende bij de colleges Boek Kirkwood (achtergrond informatie), uit 1e jaars module Methodologie I
toetsing
schriftelijk tentamen
werkwijze
hoorcolleges, computerpractica
naam
Management en Beleid in de Gezondheidszorg
code
487011
studiepunten 6 ECTS docenten
Prof.dr. Tj. De Cock Buning (cursusleider), Francisca Caron-Flinterman, e.a.
periode
november 2006
doel
Inzicht geven in: de structuur van het openbaar bestuur, beleidsprocessen, beleidstheorie en verschillende visies op beleid, interactieve beleidsprocessen, diverse managementmodellen en theorieën, de beginselen van kennismanagement en projectmanagement. Ervaring opdoen met: het analyseren van beleid en beleidsopties, projectmatig werken in een team, enkele praktische vaardigheden zoals onderzoeksopzet maken, literatuurstudie, kritisch analyseren, argumenteren, en schriftelijk en mondeling presenteren.
inhoud
Theoretisch deel: Werkcolleges waarin diverse beleids- en managementaspecten aan de orde komen. Deze aspecten worden geïllustreerd aan de hand van concrete casussen uit de gezondheidszorg en het gezondheidsonderzoek. Te behandelen onderwerpen zijn: Beleidsmodellen en beleidsprocessen Beleidsvoorbereiding en –analyse: beleidstheorie, causaalanalyse, etc. Interactieve beleidsvorming Managementmodellen en –theorieën Kennismanagement Projectmanagement Wat komt er bij kijken als je zelf aan het stuur van beleid zou gaan staan? Een beleidsmedewerker moet behalve kennis over de gezondheidszorg ook weten hoe het beleidsspel, dat Nederland regeert, gespeeld wordt. Hoe zit een beleidscyclus in elkaar? Wanneer is wetenschappelijke kennis belangrijk en wanneer wordt het politiek? En wat is je rol als adviseur of beleidsambtenaar dan? In deze cursus krijg je in het eerste deel colleges over diverse beleids- en managemen-
Examenonderdelen
|
87
taspecten, die geïllustreerd worden aan de hand van casussen uit de gezondheidszorg en het gezondheidsonderzoek met een focus op doelmatig geneesmiddelenbeleid. Daarbij maak je specifiek kennis met onderwerpen als de beleidstheorie, causaalanalyse, interactief beleid, kennismanagement, managementstijlen en projectmanagement. Dit deel wordt afgesloten met een tentamen. Praktisch deel: Projectopdracht waarin de analyse van een actueel, maatschappelijk ‘medisch’ of ‘volksgezondheids’ vraagstuk in relatie tot (overheids)beleid centraal staat. Voorbeelden zijn de privatisering in de zorg of moeder-kind-transmissie van HIV, onderwerpen die al tijdens het eerste deel van de cursus aan de hand van mediabronnen (bijv. kranten) worden gekozen. Op deze wijze creëren wij een leersituatie die nauw aansluit bij de praktijk van beleidsmatig onderzoek en projectmatig werken. Onderdeel van de projectopdracht zijn: Kritische analyse van problematiek, huidige beleid en verschillende beleidsopties rond het gekozen vraagstuk Schrijven van een beleidsadviesrapport met resultaten van de analyse, conclusies en aanbevelingen Mondelinge presentatie van eindrapport literatuur
Syllabus wordt verkocht tijdens het eerste college. Prijs ca. 15 euro
toetsing
tentamen, projectopdracht
werkwijze
projectwerk, werkcollege, zelfstudie
naam
Mens & Evolutie
code
487013
studiepunten 6 ECTS docenten
Prof.dr. N. van Straalen Dr. C. Zonneveld Dr. J. J. Koksma
periode
december 2006
doel
In deze cursus geven we een algemene inleiding in de evolutietheorie, en bespreken van de relevantie van die theorie voor ziekte en gezondheid.
inhoud
De evolutietheorie neemt binnen de biologie een centrale positie in. Omdat de (bio)medische wetenschappen sterk geworteld zijn in de moderne biologie zijn evolutionaire overwegingen ook voor de medische wetenschappen van groot belang. Dit blijkt onder meer wanneer we willen begrijpen waarom het menselijk lichaam niet perfect is, rudimentaire organen heeft, en vatbaar is voor veel ziektes. Ook voor het begrijpen van regionale verschillen in genfrequenties is een evolutionair perspectief onontbeerlijk. Een evolutionair raamwerk biedt verder mogelijkheden functionele vragen te stellen over verschillende gedragsaspecten, en verschillen tussen man en
88
|
BSc Gezondheid & Leven
vrouw. Tot slot komt de evolutionaire afstamming van de mens aan bod te behandelen onderwerpen basisconcepten van de evolutietheorie populatiegenetica afstamming van de mens evolutionaire oorsprong van gedrag van de mens evolutionaire aspecten van ziekte en gezondheid eindtermen
De student is na afloop van de cursus in staat is om - de sleutelconcepten van de evolutietheorie zelf te verwoorden (natuurlijke selectie; seksuele selectie; adaptatie; mutatie; verwantenselectie; wederkerig altruïsme; tradeoff; convergente evolutie; homologieën; constraints; allelfrequenties; selectiecoëfficiënt; erfelijkheid; groepselectie; genetische verwantschap) - uit te leggen welke gegevens de evolutietheorie ondersteunen (datering; fossielen; anatomische gegevens; ontogenetische gegevens; vergelijkende methode) - fylogenetische stambomen te interpreteren - de evolutionaire afstamming van de mens globaal te kunnen weergeven (Australopithecus; Homo habilis, H. ergaster, H. erectus, H. neanderthalensis; H. sapiens) - van een klein aantal relevante soorten (Australopithecus, Homo ergaster/erectus, neanderthalensis en sapiens) een ruwe datering te geven - de specifieke kenmerken van de mens te kunnen benoemen, en aan te kunnen geven welke selectieve krachten mogelijk menselijke adaptaties hebben gevormd (bipedaliteit; grote hersenen & hoge intelligentie; taal; theory of mind; cultuur) - de cruciale momenten in de evolutionaire geschiedenis van de mensachtigen in de tijd te kunnen ordenen (bipedaliteit; toename hersenvolume, gebruik stenen werktuigen, ontstaan paarbinding, verandering dieet; beheersing vuur, verlies vacht; ontstaan gesproken taal; modern gedrag (cultuur); verspreiding uit Africa; ontstaan landbouw) - de evolutionaire ontwikkeling van cognitie bij de mens te kunnen schetsen - evolutionaire aspecten van de levencyclus van de mens te bediscussiëren (veroudering; menopauze; conflict moeder-kind) - evolutionaire aspecten van het menselijke gedrag te kunnen bediscussiëren - uit te leggen waarom het ontstaan van landbouw een cruciaal belang is geweest voor ziekte en gezondheid bij de mens - de selectieve waarde van ziektesymptomen te duiden - de evolutionaire aspecten van ziektes te bespreken
literatuur
Scott Freeman and Jon C. Herron, 2003. Evolutionary Analysis, 3rd edition. Prentice Hall Voor specifieke onderwerpen zullen artikelen worden gebruikt
toetsing
(onder voorbehoud) schriftelijk tentamen; essay; referaat
werkwijze
De stof zal in een beperkt aantal hoorcolleges worden toegelicht, en vervolgens in werkcolleges worden uitgediept. Aan de hand van recente artikelen gaat de student zich nader in één onderwerp verdiepen; over dit onderwerp geeft de student een referaat. Tot slot zal de student zich dmv zelfstudie op het tentamen voorbereiden.
Examenonderdelen
naam
Immunologie
code
487009
|
89
studiepunten 6 ECTS periode
januari 2007
doel
• Inzicht verkrijgen in de mechanismen die ten grondslag liggen aan de normale en pathologische immuunreacties in vivo; • Inzicht verkrijgen in de ontwikkeling en het functioneren van de immuuncellen betrokken bij de “innate immunity” en “adaptive immunity”; • Kennismaken met immunologische onderzoeksmethoden alsmede het herkennen en aantonen van specifieke immuun cellen door middel van computerondersteunend onderwijs alsmede immunologische practica op het gebied van histologie, immunochemie en celbiologie; • Kennismaken met onderzoeksvraagstellingen gerelateerd aan de verkregen inzichten; • Leren beoordelen van literatuur over een bepaald immunologisch onderwerp en hieruit in werkgroepvorm de hoofdpunten kunnen oppikken.
inhoud
De student kan: •Een onderscheid maken tussen de cellen betrokken bij de immunologische bescherming na een infectie en/of vaccinatie; •Basis concepten in innate immunity en in de adaptieve immuniteit (antigeen herkenning, ontwikkeling receptoren, de complete respons bijvoorbeeld bij infectie) kunnen beschrijven; •Binnen de specifieke afweer de humorale en de cellulaire afweer kunnen onderscheiden; •Aangeven hoe het lymfoïde systeem (weefsels en organen) zijn ingeschakeld in de specifieke afweer; •Aangeven hoe tolerantie (eigen) en afweer (vreemd) wordt aangeleerd in de immunologie; •Uit de proefopzet destilleren wat voor celtypen een bepaalde functie uitoefenen;
literatuur
Delen uit Janeway et al: Immunobiology 6e druk; Syllabus; literatuur
toetsing
tentamen
werkwijze
Hoorcolleges; Werkcolleges, waarbij literatuur in een kleine groep (met hoge interactie) wordt besproken; Practica.
naam
Ziektepreventie
code
487014
studiepunten 6 ECTS
90
|
BSc Gezondheid & Leven
docenten
Dr. I. Steenhuis Prof. dr. J. Seidell Dr. M. Adriaanse Dr. T. Visscher
periode
februari 2007
doel
De student verkrijgt kennis en inzicht in interventies ter voorkoming van ziekte. De student is in staat om interventies uit de praktijk te beoordelen en aanbevelingen ter verbetering te doen.
inhoud
De cursus bouwt voort op de kennis en inzichten die zijn opgedaan tijdens de eerstejaarscursus ‘ Gedrag en Gezondheid’ . Tijdens de cursus wordt dieper ingegaan op verklaringen voor gezond en ongezond gedrag, en staan theorieën en strategieën ter beïnvloeding van dat gedrag centraal. Tevens wordt ingegaan op de effectiviteit van verschillende preventieve interventies. Ook komen ethische aspecten bij de implementatie van preventieve interventies aan bod. De cursus heeft daarnaast praktijkgedeelte, waarbij een bestaande interventie nader bekeken wordt en er door studenten aanbevelingen ter verbetering van de interventie gedaan moeten worden. Voor dit onderdeel wordt samengewerkt met praktijkorganisaties zoals bijvoorbeeld de GGD.
literatuur
artikelen verspreid via blackboard
toetsing
schriftelijk tentamen en een groepspaper (over het praktijkgedeelte)
werkwijze
Het onderwijs zal gegeven worden door middel van hoorcolleges, werkcolleges en projectonderwijs. Bij het projectonderwijs moet een bestaande interventie geanalyseerd worden en moeten aanbevelingen ter verbetering van de interventie worden opgesteld voor de organisatie die de interventie uitvoert. Studenten bezoeken deze organisatie tijdens de cursus minimaal 1 keer.
opmerkingen
Het onderwijs wordt ondersteund door digitale leeromgeving. Voorkennis: eerstejaars module Gedrag & Gezondheid
naam
Orientatie op onderzoek
code
487015
studiepunten 6 ECTS peride
maart 2007
inhoud
samen met studenten Biomedische wetenschappen
Examenonderdelen
naam
Humane Ontwikkeling
code
487014
|
91
studiepunten 6 ECTS docenten
Prof.dr. R. Koes Prof.dr. M. van Eck van der Sluijs – van de Bor (cursusleider) e.a.
periode
april 2007
doel
Inzicht geven in: De normale embryonale en foetale ontwikkeling van de mens De genetische aansturing van deze ontwikkeling De teratogene effecten op aanleg en ontwikkeling van organen van genotsmiddelen en geneesmiddelen die door de moeder vlak voor de conceptie en/of tijdens de zwangerschap zijn gebruikt Morbiditeit en mortaliteit ten gevolge van aanleg- en ontwikkelingsstoornissen van organen
inhoud
Te behandelen onderwerpen: De embryonale en foetale ontwikkeling van verschillende vitale organen (o.a. hart en hersenen) De genetische aansturing van deze processen De teratogene effecten van genots- en geneesmiddelen op de aanleg en ontwikkeling van vitale organen Morbiditeit en mortaliteit ten gevolge van een gestoorde aanleg en ontwikkeling van vitale organen
eindtermen
De student Heeft inzicht in de embryonale en foetale ontwikkeling van verschillende vitale organen. Heeft inzicht in de genetische aansturing van bovengenoemde processen. Heeft inzicht in teratogene effecten van het moederlijk gebruik van genotsen geneesmiddelen tijdens de zwangerschap. Heeft kennis van de consequenties van een gestoorde aanleg en ontwikkeling van bovengenoemde organen voor de gezondheid van de mens.
literatuur
Langman’s Embryology (zie Humane Levenscyclus G&L-1)
toetsing
uitwerking van een aantal opdrachten tijdens de cursus en een schriftelijk tentamen
werkwijze
Het onderwijs zal gegeven worden door middel van hoorcolleges, werkcolleges en projectonderwijs. Bij het projectonderwijs moet een bestaande interventie geanalyseerd worden en moeten aanbevelingen ter verbetering van de interventie worden opgesteld voor de organisatie die de interventie uitvoert. Studenten bezoeken deze organisatie tijdens de cursus minimaal 1 keer.
opmerkingen
Cursus wordt aanbevolen voor master-opleidingen: Gezondheidswetenschappen en
92
|
BSc Gezondheid & Leven
Biomedische wetenschappen Ingangseis voor module: Humane Levenscyclus & Bouwstenen van het Leven (G&L-1) naam
Medical Genomics
code
487012
studiepunten 6 ECTS docenten
dr. J.M. Kooter; prof.dr. M. Verhage (cursusleider,
[email protected]); dr A.J. Groffen; prof dr P. Heutink; prof.dr. A.B. Smit; dr. R.J.M. van Spanning
periode
mei 2007
doel
(A) De hoofddoelen zijn: • het verkrijgen van inzicht in de samenstelling en organisatie van het genoom en de benaderingen om dat te analyseren. • het analyseren van verschillen en overeenkomsten binnen het genoom en tussen genomen van verschillende individuen of species en het inzichtelijk maken hoe die verschillen en overeenkomsten de basis vormen voor verschillen en overeenkomsten in het funktioneren van cellen en het gedrag van organismen • het verkrijgen van inzicht in hoe genoom-elementen bijdragen tot complexe biologische funkties of het ontstaan van ziektes. (B) Voor deze hoofddoelen worden de volgende vaardigheden bijgebracht: • het vinden en gebruiken van databases waarin DNA-sequenties, transcriptomics, proteomics en metabolomics profielen in kaart zijn gebracht, • het benutten van informatie uit genfunctie-onderzoek dat is uitgevoerd in verschillende modelorganismen, • het identificeren van genetische diversiteit en variaties die bijdragen tot het onstaan van ziekte of de kwetsbaarheid hiervoor. (C) Ten slotte heeft de cursus het doel de student te laten kennismaken met een aantal belangrijkse toepassingen en afgeleiden van genoomanalyse: • de transcriptomics, de proteomics en de metabolomics, ook voor diagnostische doeleinden • methodes om het genoom van modelorganismen te wijzigen teneinde fysiologische of pathologische processen op te helderen • de genetische basis van gedrag en gedragsafwijkingen • medische toepassingen van genomics (vergelijken zieke en gezonde weefsels, diagnose; uitzicht op therapie, pharmacogenomics) • biotechnologische en ecologische toepassingen van genomics • ethische aspecten aan genomics en genetische modificatie De cursus bestaat uit twee korte ‘opfris’ colleges afgerond met een toets om een goed ingangsniveau te garanderen. Het hoofdbestanddeel van de cursus omvat 14 modules die elk bestaan uit hoorcolleges en een computerpracticum. Tenslotte is er tijd voor het afronden van opdrachten en voorbereiden van het tentamen.
inhoud
literatuur
syllabus genomics
toetsing
Tentamen en ingeleverde werkopdrachten. Het eindcijfer wordt bepaald uit het
Examenonderdelen
|
93
gewogen gemiddelde van de scores voor het tentamen (60%) en de werkopdrachten (samen 40%) Studenten kunnen alleen slagen nadat zij alle computerpraktica hebben volbracht. werkwijze
hoorcolleges, werkcolleges, zelfstudie, computerpractica
naam
Jeugdgezondheidszorg
code
487010
studiepunten 6 ECTS docenten
Dr. T. Visscher Prof. dr. M. van Eck van der Sluijs – van de Bor
periode
juni 2007
doel
1. De student verwerft inzicht in de factoren die de gezondheid op de kinderleeftijd bedreigen. 2. De student verwerft kennis van programma’s ter bevordering van de gezondheid van kinderen. 3. De student verwerft inzicht in de organisatie van de Jeugdgezondheidszorg in Nederland. 4. De student kan de effectiviteit van preventieprogramma’s beoordelen. 5. De student heeft kennis van de gezondheid van de Nederlandse jeugd in mondiaal perspectief.
inhoud
In vergelijking tot het verleden en tot de Derde Wereld, zijn kinderen in Nederland gezond. Dit is enerzijds te danken aan een goede voedingssituatie van de moeder tijdens de zwangerschap en van het kind na de geboorte en anderzijds aan goede voorzieningen ter voorkoming van ernstige infecties bij kinderen, zoals het Rijksvaccinatieprogramma. De Jeugdgezondheidszorg richt zich met name op het in een vroege fase detecteren van factoren die de gezondheid van het kind bedreigen, zoals groei- en ontwikkelingsstoornissen, overgewicht, en situatieve bedreigingen. In deze module zullen deze aspecten nader worden belicht. Tevens zullen de interventiemogelijkheden worden besproken.
eindtermen
De student heeft kennis van: 1. Factoren die de gezondheid van een kind bedreigen 2. De gezondheidstoestand van een Nederlands kind in mondiaal perspectief 3. Het Rijksvaccinatieprogramma 4. Doel en organisatie van de Jeugdgezondheidsgezorg 5. Effectiviteit en Economische aspecten van de Jeugdgezondheidszorg
literatuur
Schaapveld K, Hirasing RA. Preventiegids. Een praktisch overzicht van preventieprogramma’s voor huisartsen, verloskundigen en medewerkers van de jeugdgezond heidszorg. Assen: Van Gorcum & Comp, 1997. Boudewijnse et al., Nederlands leerboek Jeugdgezondheidszorg Deel A.Organisatie, 6e druk.
94
|
BSc Gezondheid & Leven
toetsing
Tentamen en opdrachten.
werkwijze
Hoorcolleges, werkgroepen, probleem gestuurd onderwijs
Major structuur 2e en 3e jaar Gezondheid & Leven In het kader van de doorstroomrechten gekoppeld aan bachelorvariant G&L geldt dat studenten gekwalificeerd moeten kunnen zijn, op basis van hun profiel, voor een van twee doorstroommasters, i.e. danwel voor de masteropleiding Gezondheidswetenschappen (Health Sciences), danwel voor Biomedische Wetenschappen (Biomedical Sciences). Kwalificatie voor de doorstroommasters garandeert in de praktijk veelal ook kwalificatie voor specialistische masters. Aanvullende eisen ten aanzien van het vakkenpakket kunnen echter vereist zijn voor de specialistische masters. Om de kwalificatie voor een geprefereerde masteropleiding te garanderen zal de profiel-opbouw van de individuele studenten ondersteund worden door een Major-Minor-structuur, en worden gemonitord en vormgegeven door een zogenaamd tutor-portfoliosysteem. In zijn digitaal portfolio beargumenteert de student de keuzes die ten grondslag liggen aan zijn profiel. In de individuele gesprekken met zijn persoonlijke tutor wordt deze argumentatie besproken, waardoor onevenwichtigheden in het pakket kunnen worden voorkomen. Elk profiel moet de uiteindelijke goedkeuring van de examencommissie BMW of AGW kunnen wegdragen. De Major-Minor structuur garandeert de doorstroomrechten van de bacheloropleiding GLW. De student opteert voor een biomedische of een gezondheidswetenschappelijke major. Om een dergelijke major te verkrijgen, dient de student 6 tweede- en derdejaars modules van 6 ects en een wetenschappelijke stage van 24 ects in die richting succesvol te hebben afgerond (4 modules van niveau 2, en 2 modules van niveau 3). De major heeft dus een omvang van 36 + 24 = 60 ects. Deze 60 ects moet, samen met de brede basis gelegd in het 1e jaar en met een totaal van 20 ects methodologisch onderwijs (Meth. I en II, WaP, Orientatie op Onderzoek; resp. 4, 6, 4 en 6 ects) volstaan als kwalifcatie voor de betreffende doorstroommasters. Aan vrije ruimte is aanwezig (z.o.z): Totaal BSc GLW 180 ects Major (biomed./gez.wet.) 60 ects e 52 ects Brede 1 jaar Methodologisch onderwijs 20 ects ----------------------------------------------vrije ruimte 48 ects
(60 - 8 ects Meth. en WaP)
Deze vrije ruimte kan gebruikt worden door de student om aan eventuele additionele toelatingseisen te voldoen, gekoppeld aan de specialistische masteropleidingen van de VU. Bij het ter perse gaan van deze studiegids waren de vakinhouden van cursussen uit het 3e jaars curriculum niet afdoende gespecificeerd (voor cursusjaar 2006-2007 en 2007-2008 respectievelijk) om deze op te nemen in de studiegids 2005-2006. Het voorlopige overzicht van het 3e jaars curriculum is alsvolgt:
Examenonderdelen
Overzicht van het onderwijs in het tweede jaar GLW Overzicht van het onderwijs in het tweede jaar GLW (Amsterdam) Verplichte modules GLW (Amsterdam) - Methodologie van onderzoek II - Oriëntatie op onderzoek Keuzemodules GLW -
Preklinische Neurowetenschappen Management en Beleid in de Gezondheidszorg Mens en Evolutie Immunologie - GLW Ziektepreventie Humane Ontwikkeling Medical Genomics Jeugdgezondheidszorg
Keuzemodules BMW / AGW Gezondheidswetenschappelijke modules: -
Zorg in maatschappelijke context Neuronale en hormonale regulatie Preventie Interculturalisatie van de zorg Voeding en gezondheid
Biomedische modules -
Biochemie Beleid en kennismanagement Neurobiologie Humane Anatomie en Fysiologie Medische biochemie Medische farmacologie Pathologie Moleculaire Ontwikkelingsbiologie Neurofysiologie Ontwikkeling en gedrag
Keuzemodules Amsterdam Gezondheidswetenschappelijke modules: -
Zorg in maatschappelijke context Neuronale en hormonale regulatie Preventie
|
95
96
|
-
Interculturalisatie van de zorg Voeding en gezondheid
BSc Gezondheid & Leven
Biomedische modules -
Biochemie Beleid en kennismanagement Neurobiologie Humane Anatomie Medische biochemie Medische farmacologie Pathologie
Overzicht van het onderwijs in het derde jaar GLW Verplichte modules Zwolle -
Epidemiologie en Demografie Experimenteel Onderzoek
Keuzemodules Zwolle -
Menselijk gedrag vanuit biologisch perspectief Sport, beweging en gezondheid Xenobiotica en humane toxicology Welvaartsziekten Hart- en vaatziekten Infectieziekten Beleid en beheer in de gezondheidszorg Gezondheidscommunicatie
Keuzemodules Amsterdam Biomedische modules: -
Functional Genomics Oncologie Integratieve Tumorcelbiologie Medische microbiologie Neurofysiologie Moleculaire neurobiologie Moleculaire cel- en microbiologie Structuurbiologie
Gezondheidswetenschappenlijke modules: -
Gezondheidseconomie (niveau 2) Gezondheidsgeografie Ergonomie Internationale volksgezondheid
Examenonderdelen
-
Seksualiteit, reproductie en gezondheid Drugs en verslaving Neuronale en psychologische pathologieën
Biologische modules -
Systeemecologie Toegepaste ecologie Ecotoxicologie Evolutie van de mens Evolutionaire genetica
Algemene Life Sciences modules -
Oriëntatie op onderwijs Ethiek van Levenswetenschappen Computerkunde
Capita selecta Oriëntatie op studie en loopbaan (verplicht) Bachelorstage (verplicht, vakgebied naar keuze)
|
97
Literatuur
|
99
6 Literatuur Eerste jaar Gezondheids- en Levenswetenschappen
487000
Humane Levenscyclus Lewis, R: Human Genetics, 6th ed., McGraw-Hill Martini, F. H. : Fundamentals of Anatomy and Physiology Sadler, T. W.: Langman’s Medical Embryology
487001
Bouwstenen van het Leven Alberts et al.: Essential Cell Biology, 2nd ed., Taylor & Francis Group
487002
Gedrag & Gezondheid Green, L.W & Kreuter, M.: Health Program Planning: An educational and ecological approach, 4th ed
487003
Methodologie LM Bouter en MCIM van Dongen. Epidemiologisch onderzoek, opzet en interpretatie, vierde herzien druk, 2002, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten. Kirkwood BR, Sterne JAC. Essential medical statistics, Second edition, 2003, Blackwell Science.
487004
Bedreiging & Bescherming Alberts et al.: Essential Cell Biology, 2nd ed., Taylor & Francis Group Brock, Biology of Microorganisms, MT Madigan et al, 11th edition, Pearson
487005
Vorm & Functie Martini, F. H. : Fundamentals of Anatomy and Physiology
487006
Mens & Ecosysteem Chiras, D. D.: Environmental Science, creating a sustainable future (7th edition). Jones and Bartlett Publishers
470016
Wetenschap als Proces G. Allen & J. Baker. 2001. Biology. Scientific process and social issues. Fitzgerald
100
|
BSc Gezondheid & Leven
Science Press Inc. onder voorbehoud: boek naar keuze uit leeslijst cursus sterk aangeraden: Biologisch Woordenboek Medisch Woordenboek
Tweede jaar Gezondheids- en Levenswetenschappen
487008
Humane Ontwikkeling Sadler, T. W.: Langman’s Medical Embryology
487009
Immunologie Janeway et al: Immunobiology, 6e druk
487010
Jeugdgezondheidszorg Schaapveld, Hirasing: Preventiegids; een praktisch overzicht van preventieprogramma’s voor huisartsen, verloskundigen en medewerkers van de jeugdgezondheidszorg. Assen: Van Gorcum & Comp, 1997 Boudewijnse et al., nederlands leerboek Jeugdgezondheidszorg Deel A. Organisatie, 6e druk
487011
Managment en Beleid in de Gezondheidszorg syllabus MBG
487012
Medical Genomics syllabus Genomics
487013
Mens en Evolutie Freeman, S. & Herron, J.C.: Evolutionary analysis, 3rd edition, 2003
487014
Methodologie II Kirkwood BR, Sterne JAC. Essential medical statistics, Second edition, 2003, Blackwell Science.
Literatuur
487015
Orientatie op Onderzoek zie BMW-module www.falw.vu.nl
487016
Preklinische Neurowetenschappen Meyer & Quenzer: Psychopharmacology
487018
Ziektepreventie artikelen verspreid via blackboard
|
101