Opleidingsspecifieke bijlage bij de Onderwijs- en Examen Regeling (OER) 2015-2016
voor de Bachelor of Science opleiding
Gezondheidswetenschappen (GZW)
BMS-OSC.2015.2981.Wds Opleidingspecifieke bijlage GZW 2015-2016
pag. 1
Inhoudsopgave 1. a. b. c. d.
Doelen en eindtermen van de opleiding Doelen van de opleiding Eindtermen van de opleiding Niveau van de opleiding Masteropleidingen die aansluiten
2. 1. 2. 3. 4.
Inhoud en inrichting van de opleiding Programma Studielast Specifieke kenmerken opleiding Honoursprogramma
3. a. b. c. d.
Examens/ tentamens (incl. vorm en beoordeling) Examen Vorm en beoordeling tentamens Voorkenniseisen Cum Laude
4.
Overgangsregelingen
5. a. b. c. d. e. f. g.
Algemene informatie Toelating tot de opleiding Taal opleiding Internationale samenwerking Vrije ruimte Samenstelling Opleidingscommissie (OLC) Samenstelling Examencommissie Inrichting van de praktische oefeningen
6.
Bindend studieadvies
BMS-OSC.2015.2981.Wds Opleidingspecifieke bijlage GZW 2015-2016
pag. 2
1.
Doelen en eindtermen van de opleiding
a.
Doelen van de opleiding
De bachelor of science opleiding gezondheidswetenschappen is een wetenschappelijke en toepassingsgerichte basisopleiding algemene gezondheidswetenschappen die zich primair richt op het verbeteren van processen in patiëntgerichte zorgorganisaties. Gezondheidswetenschappen aan de UT is een multidisciplinaire 3-jarige opleiding waarbij biomedische, psycho-sociale, bestuurlijke, organisatorische en maatschappelijke aspecten van gezondheid, ziekte en gezondheidszorg worden gecombineerd. Management van technologie en innovatie in de gezondheidszorg zijn de centrale thema’s van de opleiding. Studenten leren hoe zij medisch-technische interventies kunnen evalueren en hoe zij (mede op basis van die resultaten) organisatorische interventies voor de gezondheidszorg dienen te ontwerpen of evalueren. Zij kunnen hun kennis en (academische) vaardigheden inzetten om bij te dragen aan een doelmatiger en een meer patiëntgerichte gezondheidszorg. De uiteindelijke doelen zijn een betere kwaliteit van leven voor de patiënt en een duurzaam zorgstelsel . De opleiding heeft als doel om studenten kennis, inzicht en vaardigheden te geven op de gebieden: ziekte en gezondheid management en organisatie bestuur en beleid onderzoeksmethodologie. Integratie van bovengenoemde kennis en vaardigheden vindt plaats in zogenaamde integratieprojecten. De bacheloropleiding bereidt de studenten voor op een masteropleiding Health Sciences of een aanverwante masteropleiding in binnen- of buitenland. Daarnaast voorziet de opleiding de afgestudeerde bachelorstudent van voldoende startkwalificaties voor een praktijkfunctie als onderzoeker, beleidsmedewerker, kwaliteitsmedewerker consultant of projectleider binnen een zorgorganisatie (profit en non-profit).
b.
Eindtermen van de opleiding
De eindkwalificaties zijn opgesteld aan de hand van de Criteria voor Academische Bachelor- en 1 Mastercurricula van de 3TU (ook bekend als “Meijerscriteria” ). Hierin worden zeven competentiegebieden onderscheiden die een technologisch academicus karakteriseren. In het competentieprofiel spelen naast theorievorming ook ontwerpen en toepassen een belangrijke rol. Het gaat niet alleen om de analyse, modellering, verklaring of interpretatie van fenomenen, maar ook om de synthese van kennis ten behoeve van ontwerpen van interventies in een concrete maatschappelijke context. Daarom zijn voorstellingsvermogen, creativiteit, probleemoplossend- en integratief vermogen belangrijke kenmerken van de academisch gevormde Gezondheidswetenschapper. Onder de zeven overkoepelende en gerelateerde competenties zijn alle doelstellingen in termen van kennis, vaardigheden en attitudes, van de bacheloropleiding Gezondheidwetenschappen ondergebracht.
1
Meijers, A.W.W. e.a. (2005). Criteria voor Academische Bachelor en Master Curricula. TU/e: Eindhoven.
BMS-OSC.2015.2981.Wds Opleidingspecifieke bijlage GZW 2015-2016
pag. 3
De zeven competentiegebieden staan niet op zichzelf, juist hun samenhang en integratie geeft betekenis aan het competentieprofiel. Deze samenhang wordt weergegeven in de onderstaande figuur. Domein • Competent in de Wetenschappelijke Discipline: Gezondheidswetenschappen en Zorgtechnologie • Competent in Onderzoeken: Health Services Research • Competent in Ontwerpen Werkwijze • Competent in Wetenschappelijke Benadering • Intellectuele Basisvaardigheden • Competent in Samenwerken en Communiceren Context • Temporele en Maatschappelijke Context
Domein Wat? Competent in discipline GZW en Zorgtechnologie
Competent in onderzoeken Competent in ontwerpen
Competent in intellectuele basisvaardigheden Competent in samenwerken en communiceren
Werkwijze Hoe? Competent in wetenschappelijke benadering
Context Waar?
BMS-OSC.2015.2981.Wds Opleidingspecifieke bijlage GZW 2015-2016
pag. 4
WD - Wetenschappelijke Discipline: GZW en zorgtechnologie De student GZW is vertrouwd met de wetenschappelijke basiskennis en heeft enige vaardigheid in het gebied van gezondheidswetenschappen. De student kan... a) gezondheidsproblemen van individuen en groepen analyseren en houdt daarbij actief rekening met hun biologische, gedragsmatige, sociale en maatschappelijke context; b) determinanten van gezondheid en ziekte toepassen in onderzoek en ontwerp; c) de basisterminologie en definities van de (klinische) epidemiologie toepassen; d) gezondheidsvraagstukken vanuit een multidisciplinair perspectief analyseren; e) chronische aandoeningen duiden en analyseren in termen van oorzaken en co-morbiditeit, het medisch beleid (disease management) waaronder polyfarmacie, voeding en de impact en psychosociale aspecten die samenhangen met chronificatie; f) basisterminologie en definities van moderne zorgtechnologie herkennen en benoemen OZ - Onderzoeken: Health services research De student kan... a) basistheorieën en onderliggende disciplinaire kennis uit de health services research (i.c. gezondheidsonderzoek en gezondheidszorgonderzoek) toepassen; b) evidence-based benaderingen toepassen in analyse en evaluatie van medische, sociale - en gedragswetenschappelijke interventies; c) de basistheorieën uit de health technology assessment toepassen in praktijksituaties; d) gezondheidsbeleid en interventies beschrijven, analyseren en evalueren; e) onderzoeksmethoden en -gegevens toepassen om relevante onderzoeksuitkomsten uit andere disciplines te identificeren, lokaliseren, becommentariëren en evalueren; f) relevante informatie uit uiteenlopende bronnen handmatig en elektronisch verzamelen, analyseren en integreren; g) de grondbeginselen van onderzoek toepassen op een eenvoudig, praktisch gezondheidsvraagstuk; ONT - Ontwerpen De student kan... a) basistheorieën uit maatschappelijke, sociale en gedraggerelateerde disciplines toepassen bij het ontwerpen van interventies b) de principes van HSR bij de ontwikkeling van interventies in organisaties toepassen; c) gangbare begrippen uit de evidence-based medicine met betrekking tot medische en/of gezondheid- en gedragsinterventies toepassen; d) voorstellen ontwerpen voor de implementatie van gezondheidsbeleid en organisatieverandering; e) voorstellen ontwerpen voor strategische planning en marketing van zorgproducten en diensten; f) voorstellen ontwerpen voor kwaliteitsverbetering en optimalisering van de gezondheidszorg; g) de basistheorieën van operations management toepassen in eenvoudige situaties; h) voorstellen ontwikkelen voor de bekostiging van nieuwe zorgarrangementen en/of invoering van (medische) technologie; WB - Wetenschappelijke Benadering De student kan... a) rationalistische en constructivistische theorieën van causaliteit met betrekking tot gezondheid toepassen; b) argumenten uit een aantal concurrerende theorieën met betrekking tot gezondheid en gezondheid gerelateerde onderwerpen integreren tot een coherente visie; c) verschillende gezondheidszorgsystemen en de manieren waarop deze gestalte krijgen BMS-OSC.2015.2981.Wds Opleidingspecifieke bijlage GZW 2015-2016
pag. 5
vergelijken en op waarde schatten; d) een eenvoudig wetenschappelijk rapport schrijven; IB - Intellectuele Basisvaardigheden De student kan... a) de belangrijkste elementen van het beleid, de organisatie en de structuur van de gezondheidszorg identificeren en kritisch beschouwen; b) vraagstukken rond de verdeling van schaarse middelen bij planning van gezondheidsinterventies analyseren; c) ethische en wettelijke aspecten betrekken bij analyse, beleidsvorming, -uitvoering en evaluatie; d) basisprincipes van programmaplanning (ontwikkeling, budgettering, management en evaluatie) toepassen; e) zelfstandig werken f) de eigen kennis- en vaardighedenhiaten inschatten en weet kanalen te vinden om daarin te voorzien; S&C - Samenwerken en Communiceren De student kan... a) in een debat de wetenschappelijke, ethische, economische en politieke aspecten van gezondheids(zorg) interventies begrijpen; b) informatietechnologie gebruiken om gegevens op te slaan, te verzamelen en te (re-) produceren door gebruik van software voor tekstverwerking, presentatie, statistiek; c) schriftelijk en mondeling ideeën en argumenten uiteenzetten in rapporten, notities of formele presentaties en seminars, zowel voor een publiek van professionals als voor leken; d) projectmatig werken e) effectief werken in een team (plannen, time management, teamrollen, samenwerken) en verantwoordelijkheid nemen voor het eigen aandeel daarin TMP - Temporele en Maatschappelijke Context De student kan... a) gezondheidsproblemen duiden in termen van tijd en plaats; b) de belangrijkste technologische trends in de gezondheidszorg benoemen (o.a. personalized medicine, genomics/proteomics en nanomedicine); c) de belangrijkste belemmeringen bij de invoering van nieuwe medische of informatie- en communicatietechnologie analyseren; d) ethische principes inschatten en toepassen bij de planning, implementatie en evaluatie van gezondheid gerelateerde vraagstukken e) de complexiteit van interacties tussen verschillende niveaus bij de invoering van nieuwe medische technologie analyseren; f) een vergelijking maken tussen verschillende contexten, bijvoorbeeld de individuele en institutionele context; de nationale en internationale context; g) sociaaleconomische, individuele en culturele verschillen ten aanzien van gezondheid interpreteren;
c.
Niveau van de opleiding
Overeenkomstig het gestelde in artikel 3.1 van de OER sluiten de eindtermen van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bacheloropleiding. Zoals hierboven in 1b. beschreven zijn de eindtermen opgesteld aan de hand van de Criteria voor Academische Bachelor- en Mastercurricula van de 3TU, die voor de niveaubeschrijving gelijkwaardig zijn aan de zgn. Dublin Descriptoren. BMS-OSC.2015.2981.Wds Opleidingspecifieke bijlage GZW 2015-2016
pag. 6
d.
Masteropleidingen die aansluiten
Een met goed gevolg afgesloten examen van de bachelor of science opleiding Gezondheidswetenschappen geeft in ieder geval directe toegang tot de éénjarige master of science opleiding Health Sciences aan de Universiteit Twente. Tevens biedt de opleiding mogelijke directe toegang tot andere Master opleidingen aan de Universiteit Twente. Voor meer informatie zie de doorstroommatrix.
2. Inhoud en inrichting van de opleiding a.
Programma
De bacheloropleiding heeft een omvang van drie studiejaren (B1, B2 en B3) van elk 60 EC (totale omvang 180 EC =5040 uren), zie ook WHW 7.4a lid 1). De opleiding wordt voltijds verzorgd en wordt afgerond met het bachelorexamen na 3 jaar. Het onderwijsrooster van de bacheloropleiding omvat per studiejaar twee semesters met ieder twee kwartielen van tien weken elk. Nadere details omtrent de toetsing zijn te vinden in Osiris en/of worden door de examinator tijdig (conform artikel 4.4.3 van de OER) bekend gemaakt op Blackboard, conform het gestelde in artikel 4 van de Regels en Richtlijnen Examencommissies (onderdeel C van dit Statuut).
b.
Studielast
In tabel 1 zijn opgenomen de onderwijseenheden, die deel uit maken van de opleiding. In deze tabel staat aangegeven: o de studielast van de opleiding en van elke afzonderlijke onderwijseenheid (kolom “EC”); o of tentamens mondeling, schriftelijk dan wel op andere wijze worden afgelegd. Hiervoor worden in de kolom “toetsvorm” de volgende coderingen gebezigd: PSS
=
praktische oefeningen of opdrachten, schriftelijke en of mondelinge verslaglegging daarvan, schriftelijke toets;
Tabel 1: Onderwijsprogramma 2015-2016 BSc Gezondheidswetenschappen Kwar- Code tiel B1: 1e jaar
B2: 2e jaar
B3: 3e jaar
1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4
Module naam
201500139 201500141 201300105 201300106 201400079 201500128 xxxxxxxxxx 201400085
Structuur en organisatie van de Gezondheidszorg Gezondheid, ziekte en preventie Gezondheidszorgonderzoek Optimalisatie van Zorg Health Economics & Accounting Klinisch Wetenschappelijk Onderzoek N.n.b. Technologie en samenleving Minor Minor 201500116 Bacheloropdracht* Bacheloropdracht
Totaal
EC
Toetsvorm
15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15
PSS PSS PSS PSS PSS PSS PSS PSS PSS PSS PSS PSS
180
* De afstudeerfase voor GZW bestaat uit de Bachelorclass en de Bacheloropdracht samen 30 EC.
BMS-OSC.2015.2981.Wds Opleidingspecifieke bijlage GZW 2015-2016
pag. 7
Nadere informatie over het onderwijsrooster en het tentamenrooster is te vinden via de onderwijspagina van GZW op de BMS-website. Voor meer informatie over de inhoud van de onderwijseenheden wordt verwezen naar Osiris en Blackboard. c. Specifieke kenmerken opleiding De opleiding wordt voltijds verzorgd. d. Honoursprogramma Studenten met hoge scores kunnen worden geselecteerd voor deelname aan UT-excellentie honours programma’s, leidend tot een extra aantekening op het diploma supplement. Deelname aan een excellentie programma impliceert een extra werklast, naast het reguliere studieprogramma gedurende een bepaalde tijd. Voordracht voor deelname aan het excellentie traject is gemandateerd aan de studieadviseur. Voor meer informatie verwijzen wij naar de website http://www.utwente.nl/excellentie/honoursprogramma/
3. a.
Examens/ tentamens (incl. vorm en beoordeling) Examen
Succesvolle afronding van alle in het programma genoemde modules leidt tot afronding van het BSc GZW examen.
b.
Vorm en beoordeling tentamens
Iedere module wordt afgesloten met een tentamencijfer. Een tentamencijfer bestaat uit verschillende (deel)toetsen. Gedurende de module worden verschillende toetsvormen gebruikt die samen leiden tot één integraal modulecijfer. De toetsvormen worden weergegeven in een toetsschema waarin opgenomen wordt wat de weging van de toetsen zijn, welke compensatiemogelijkheden er zijn en op welke wijze gerepareerd (door middel van bijvoorbeeld: toets-herkansingen, extra opdrachten, mondelinge toetsen etc.) kan worden. o Het module tentamen cijfer wordt pas toegekend als alle module delen zijn afgerond en beoordeeld. o Deelname aan praktische oefeningen is verplicht met het oog op het afleggen van het betreffende toetsen/tentamen (WHW 7.13, lid 2t en artikel 3.2, lid dit statuut): zie de kolom “toetsvorm”; Bepalen module eindcijfer: 1. Het uiteindelijke eindcijfer van een module wordt bepaald op basis van het van te voren, op blackboard, gepubliceerde toetsschema aangeleverd door de module coördinator. Het eindcijfer moet tenminste 5,5 zijn om de module met voldoende resultaat af te kunnen sluiten. 2. De modulecoördinator bepaalt in het toetsschema welke onderwijseenheden tenminste voldoende moeten zijn en welke compensatieregelingen mogelijk worden toegepast. 3. Wanneer het cijfer van een onderdeel gelijk is aan NV (niet verschenen), wordt er geen eindcijfer berekend of is het eindcijfer onvoldoende. 4. Uiterlijk 10 werkdagen na afronding van de module vindt er een rapportvergadering plaats en worden de resultaten van de studenten besproken binnen het moduleteam in samenwerking met de studieadviseur.
c.
Voorkenniseisen 1. Ingeval er sprake is van voorkenniseisen, zijn deze opgenomen in het studieprogramma. 2. Om deel te kunnen nemen aan het tweede jaar dient men aan de BSA eisen te voldoen, 3. Om te mogen starten met de Bacheloropdracht dient de student minimaal 120 EC (module 1
BMS-OSC.2015.2981.Wds Opleidingspecifieke bijlage GZW 2015-2016
pag. 8
tot en met 8) afgerond te hebben.
d.
Cum Laude 1. Ingeval de student bij het afleggen van het bachelorexamen blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid, kan dit op het diploma met de woorden "met lof" worden vermeld. Uitzonderlijke bekwaamheid is aanwezig wanneer aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan: a. het gemiddelde der beoordelingscijfers, behaald voor modules van het bachelorexamen, bedraagt tenminste een 8; b. elke module dient te zijn afgesloten met minimaal een 7 of hoger; c. voor maximaal een derde van de totale omvang van de opleiding is een vrijstelling verleend; d. enkel gebruik gemaakt is van de aangeboden reparaties binnen de modules; e. er geen voldoendes zijn herkanst; f. het eindcijfer voor de afsluitende onderwijseenheid (Bacheloropdracht) bedraagt minimaal een 9. g. de bacheloropleiding is afgerond binnen vier jaar, tenzij bijzondere omstandigheden, ter beoordeling van de examencommissie, een grotere overschrijding rechtvaardigen. Tot de bijzondere omstandigheden worden in ieder geval gerekend de omstandigheden die worden erkend bij de toekenning van afstudeersteun. 2. Indien niet geheel aan deze richtlijnen is voldaan kan de voorzitter van de afstudeercommissie of de bachelorcoördinator een voorstel tot toekenning van het predicaat “met lof” voorleggen aan de examencommissie. In dat geval dienen de bijzondere omstandigheden en de uitzonderlijkheid van de prestatie extra te worden beargumenteerd.
4
Overgangsregelingen
Vanaf studiejaar 2013-2014 is het Twents Onderwijs Model ingevoerd voor GZW. Alle studenten vanaf dit cohort volgen het onderwijs conform de Inrichting van de opleiding vermeld in art. 2 van de opleidingsspecifieke bijlage. 1. Indien het in de artikel 6 van deze bijlage opgenomen studieprogramma is gewijzigd, dan wel dat één van de andere in het algemeen gedeelte of deze opleidingsbijlage opgenomen artikelen wijziging ondergaat, wordt door de opleidingsdirecteur een overgangsregeling vastgesteld en bekendgemaakt. 2. In artikel 8.4 van het algemeen gedeelte is vastgelegd aan welke voorwaarden een overgangsregeling moet voldoen conform de eisen van TOM. 3. De overgangsregeling wordt gepubliceerd op de website van de opleiding Gezondheidswetenschappen.
B3: Overgangsregelingen tentamens GZW Cohort 2012, Studiejaar 2015-2016 • •
•
Voor alle vervallen cursussen uit de B2 GZW van 2014-2015 geldt dat er twee herkansingen aangeboden worden in het studiejaar 2015-2016. Een student die meerdere cursussen uit een bepaalde leerlijn niet gehaald heeft wordt geadviseerd om de vervangende module te volgen. Neem hiervoor contact op met de studieadviseur. Cursussen waar meerdere opleidingen bij betrokken zijn en waarbij de cursus niet in de B1 of B2 valt kunnen opnieuw gevolgd worden bij de desbetreffende opleiding.
Alle studenten van cohort 2012 dienen contact op te nemen met de studieadviseur indien er door de BMS-OSC.2015.2981.Wds Opleidingspecifieke bijlage GZW 2015-2016
pag. 9
wijzigingen studievertraging opgelopen wordt.
Cum Laude Gezondheidswetenschappen Cohort 2012 (en ouder) 1. Ingeval de student bij het afleggen van het bachelorexamen van cohort 2012 (en ouder) blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid, kan dit op het diploma met de woorden "met lof" worden vermeld. Uitzonderlijke bekwaamheid is aanwezig wanneer aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan: a. het gemiddelde der beoordelingscijfers, behaald voor onderwijseenheden van het bachelorexamen (B2- en B3-programma), bedraagt tenminste 8; b. bij het bepalen van bovenbedoeld gemiddelde worden de onderwijseenheden waarvoor geen oordeel in de vorm van een cijfer is gegeven dan wel een vrijstelling is verleend buiten beschouwing gelaten; c. geen enkel examenonderdeel in het B2-/B3-programma is met een onvoldoende beoordeeld en ten hoogste één examenonderdeel is beoordeeld met het cijfer 6; d. voor maximaal een derde van de totale omvang van het post-propedeutisch deel van de opleiding is een vrijstelling verleend; e. het eindcijfer voor de afsluitende onderwijseenheid (opdracht, thesis, bachelor-referaat) bedraagt minimaal een 9. f. de bacheloropleiding is afgerond binnen vier jaar, tenzij bijzondere omstandigheden, ter beoordeling van de examencommissie, een grotere overschrijding rechtvaardigen. Tot de bijzondere omstandigheden worden in ieder geval gerekend de omstandigheden die worden erkend bij de toekenning van afstudeersteun. 2. Indien niet geheel aan deze richtlijnen is voldaan kan de voorzitter van de afstudeer-commissie of de bachelorcoördinator een voorstel tot toekenning van het predicaat “met lof” voorleggen aan de examencommissie. In dat geval dienen de bijzondere omstandigheden en de uitzonderlijkheid van de prestatie extra te worden beargumenteerd.
5.
Algemene informatie
a.
Toelating tot de opleiding
Ten aanzien van de toelating tot de opleiding, zoals geregeld in Paragraaf 2 van het gemeenschappelijk deel van deze OER en het daarin vermelde document getiteld “Colloquium Doctum en andere toelatingsregelingen voor toelating tot bachelor opleidingen”, zijn er geen aanvullende bepalingen.
b.
Taal opleiding
1. De bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen is Nederlandstalig met diverse Engelstalige onderwijseenheden als leidende voertaal. 2. Studiematerialen, met name studieboeken, zijn veelal Engelstalig. 3. Er zijn onderwijseenheden en modules waarbij docenten Engelstalig zijn. In die gevallen moet de student Engels spreken of kan worden gevraagd om schriftelijke producten in het Engels aan te leveren. De toetsing binnen deze modules zal daarom conform de voertaal van module zijn. De rapportage van de bacheloropdracht kan in de Nederlandse of Engelse taal worden gesteld. Indien overeengekomen wordt dat de rapportage in een andere taal dan de Nederlandse plaatsvindt, wordt dit aan het begin - bij het formuleren - van de bacheloropdracht vastgelegd. Bij een rapportage van de bacheloropdracht in een andere dan de Nederlandse taal is een samenvatting in het Nederlands verplicht.
BMS-OSC.2015.2981.Wds Opleidingspecifieke bijlage GZW 2015-2016
pag. 10
c.
Internationale samenwerking
Zie paragraaf 4b. hierboven.
d.
Vrije ruimte e
Studenten hebben in het 3 jaar (B3) de mogelijkheid om in het kader van vrije ruimte als minor modules op de UT te volgen of cursussen te volgen bij andere universiteiten in zowel het binnen- als in het buitenland. Indien een cursus aan een andere universiteit in Nederland gevolgd wordt dient goedkeuring gevraagd te worden aan de opleiding. De mogelijkheden voor de invulling van deze minor staan op de website van de universiteit. http://www.utwente.nl/onderwijs/keuzeruimte/minor/ Bij twijfel over de minorruimte dient ten aller tijde de minorcoördinator van Gezondheidswetenschappen (nog aan te wijzen door de OLD) gecontacteerd te worden. In vele gevallen dient de opleiding akkoord te geven over de invulling van de minor. Medio november 2015 zal de opleiding een voorlichting organiseren voor de dan tweedejaars over de invulling van de minor. Informatie over studeren in het buitenland is te vinden op Blackboard > Organizations > Study abroad.
Eisen gesteld aan invulling van de vrije ruimte en de te maken keuzes e
Studenten die in het 3 jaar (B3) willen starten met de Minor dienen minimaal 90 EC afgerond te hebben waarvan minimaal 45 EC in het eerste jaar en minimaal de modules Health Economics and Accounting en Klinisch wetenschappelijk onderzoek van het tweede jaar. Nadere informatie over de inrichting van deze minor is te vinden op bbbbbbbbbb.
e.
Samenstelling Opleidingscommissie (OLC)
De leden van de opleidingscommissie, bestaande uit docenten en studenten van de opleiding GZW, worden (twee)jaarlijks door de decaan benoemd (faculteitsreglement art. 13). De meest recente samenstelling van de commissie is te vinden op de webpagina van de opleidingscommissie. Contact met de commissie gaat via het secretariaat van de commissie: mail naar
[email protected] of bel het secretariaat van de onderwijsondersteuning (tel. 3200).
f.
Samenstelling Examencommissie
De leden van de examencommissie worden (twee)jaarlijks door de decaan benoemd (faculteitsreglement art.12). Uitgebreide informatie voor studenten, waaronder de samenstelling van de commissie en de procedure voor het indienen van een verzoek aan de commissie, is te vinden op de webpagina. Voor correspondentie met de commissie mail naar
[email protected].
g.
Inrichting van de praktische oefeningen
Praktische oefeningen maken deel uit van een onderwijseenheid waarvoor een verantwoordelijk examinator is. De inrichting van de praktische oefening(en) staat in grote lijnen beschreven in Osiris en op meer gedetailleerd niveau bij aanvang van het onderwijs op Blackboard. Voor de Bacheloropdracht (totale omvang, inclusief de Bachelorclass, 30 EC = 840 uur) wordt voor elke opdracht een bachelorcommissie samengesteld conform artikel 22 van de Regels en Richtlijnen Examencommissies, deze opdracht bestaat bij GZW uit een praktijkgericht onderzoek – in principe in groepsverband - op basis van een door de opleiding en vaak mede met een externe opdrachtgever gedefinieerde opdracht. De Bacheloropdracht is een praktische oefening en tegelijk een proeve van bekwaamheid, waar de BMS-OSC.2015.2981.Wds Opleidingspecifieke bijlage GZW 2015-2016
pag. 11
student de eerder verworven kwalificaties integreert. De student is zelf verantwoordelijk voor de aanpak, planning en uitvoering van de Bacheloropdracht. De opdracht begint met het maken van een plan van aanpak/onderzoeksvoorstel. De opdracht wordt afgerond met één eindverslag dat schriftelijk en mondeling wordt gepresenteerd en beoordeeld en een individueel reflectieverslag. Het doel is het beschrijven van een probleem, het proces en analyse, en aanbevelingen voor mogelijke oplossingen. Meer informatie over de Bacheloropdracht staat op de Blackboard site van de Bacheloropdracht GZW.
6.
Bindend studieadvies
Een positief BSA wordt gegeven als minimaal drie modules volledig zijn afgerond. Het wel al dan niet behalen van het BSA wordt meegenomen in de rapportvergadering zoals in paragraaf 3.b.4 te lezen is.
BMS-OSC.2015.2981.Wds Opleidingspecifieke bijlage GZW 2015-2016
pag. 12