Gezondheidscentra
Jaarverslag 2013
gezondheidszorg: optimaal en persoonlijk
Inhoudsopgave SAG Jaarverslag 2013 | 1
Inhoudsopgave Jaarverslag 2013 Hoofdstuk 1
Inleiding
3
Hoofdstuk 2
Missie en visie
4
2.1
Missie
4
2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5
Visie Toegankelijk Integraal Deskundig Menselijke maat Partnerschap
4 4 4 5 5 5
Hoofdstuk 3
Patiëntenzorg en dienstverlening
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.1.7
Basiszorg Kwaliteit, veiligheid, doelmatigheid en transparantie Doelgroepgerichte zorg Innovatie en onderzoek Preventie en gezonde leefstijl Farmaceutische zorg Diagnostiek Samenwerking
6 6 9 10 10 10 10 11
3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4
Zorgprogramma’s Zorgketens Gestructureerde zorg aan ouderen Eerstelijns GGZ Kind, jeugd en gezin
11 11 11 11 12
3.3
Gebieds- en populatiegerichte zorg
12
6
2 | Jaarverslag 2013
Inhoudsopgave Jaarverslag 2013 Hoofdstuk 4
Organisatie en bedrijfsvoering
15
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11
15 16 16 16 18 18 18 18 18 19 19
Personeel Communicatie Expertisecentrum Programma’s en projecten Zorgstaf ICT Financiën Facilitaire Dienstverlening OR Raad van Bestuur Raad van Toezicht
Hoofdstuk 1 | Inleiding | 3
Hoofdstuk 1 | Inleiding Kwaliteit als medicijn Het jaar 2013 was in veel opzichten het jaar van de Eerstelijn. Geen beleidsinitiatief of transitie kan om de Eerstelijn heen, of men het wil of niet. De Eerstelijn staat van oudsher dicht bij mensen. De begrippen ‘huisarts’ en ‘thuiszorg’ geven dit al aan. We staan met elkaar voor de uitdaging om de intensieve zorg waarop bezuinigd wordt, op te vangen in de wijk. Als SAG hebben we deels al voorgesorteerd op deze ontwikkelingen en deels worden we gevraagd mee te denken en te doen in de stad of landelijk. De huisarts wordt steeds meer gezien als de expert van de context. Veel wordt er ook bedacht over onze hoofden heen of is nog onduidelijk. Daardoor hebben we ervoor gekozen om in 2013 zicht te krijgen op onze uitgangspositie en de ontwikkeling van een toekomstbesten dige koers. Keuzes maken we met elkaar om ze ook te doen slagen in de praktijk.
Er is een extern onderzoek onder stakeholders gehouden, waaruit blijkt dat de SAG van belang is voor Amsterdammers vanwege haar mensgerichtheid en kwaliteit van gezondheidszorg en ontwikkelvermogen. Ook zijn onderwerpen aangedragen waar maatschappelijk duurzaam perspectief in zit en waar ook een verdienmodel voor mogelijk is. Focus en wendbaarheid zijn daarbij van belang. Nieuwe vormen van partnerschap ook. De SAG heeft de toekomst. Een passende organisatievorm en het juiste elan komen daar ook bij kijken. Intern voorsorteren op deze ontwikkelingen stond hoog op de agenda. Er is in 2013 volop geïnvesteerd in zelfzorg, interactiviteit, opleiding en informatievoorziening. Met een aantal nieuwe centra in de stad dragen we niet alleen bij aan toegankelijkheid en moderne dienstverlening, maar ook aan een prettige werkomgeving van onze collega’s. Raad van Bestuur
4 | Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 2 | Missie en visie Over de SAG
2.2 Visie
De Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra bestaat uit 15 gezondheidscentra. De gezondheidscentra, die verspreid liggen over Amsterdam, bieden zorg aan zo’n 85.000 patiënten. Op de SAG gezondheidscentra werken meer dan 500 zorgverleners, van huisartsen tot fysiotherapeuten en van diëtisten tot praktijk- en JGZverpleegkundigen. Samen verzorgen zij een compleet aanbod van eerstelijnszorg dicht bij huis.
De SAG is opgericht vanuit het idee dat iedereen in zijn eigen omgeving een beroep moet kunnen doen op een goede gezondheidzorg in de volle breedte. Die maatschappelijke doelstelling staat ook na 40 jaar nog steeds recht overeind, en heeft geleid tot een breed zorgaanbod dat perfect is afgestemd op onze wijkbewoners. Elke wijk heeft andere bewoners, en dus legt elk gezondheids centrum zijn eigen accenten. Maar ondanks die verschillen hebben alle centra één ding gemeen: een aantal belangrijke kernwaarden. Onze de zorg is laagdrempelig, integraal, van hoge kwaliteit, op menselijke maat en gebaseerd op partnerschap.
2.1 Missie SAG gezondheidszorg: optimaal en persoonlijk Dat is wat SAG te bieden heeft, vanaf de start van het eerste gezondheidscentrum, zo’n 40 jaar geleden. Stevig geworteld in de wijk geloven wij in gezondheidszorg met een menselijk gezicht. Wij kennen onze patiënten, en zij kennen ons – dat vinden wij belangrijk. Daarom heeft elk gezondheidscentrum één voordeur waarachter mensen alles kunnen vinden wat ze aan zorg nodig hebben, in elke levensfase en op elk gebied. Daarbij is ons doel onze patiënt zo gezond mogelijk te houden en zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen. De SAG is er voor en door mensen. ‘Optimaal en persoonlijk’ geldt daarom niet alleen voor onze patiënten, maar ook voor alle medewerkers. Zij zijn het immers die dagelijks contact met de patiënten hebben en zowel voor als achter de schermen een bijdrage leveren aan die gezondheidszorg die goed en professioneel is. De SAG wil mensen binden en boeien. De SAG streeft naar duurzame relatie. Daarom zetten we volop in op professionalisering, organisatie betrokkenheid en loopbaanperspectief. Bij de SAG werken mensen die willen investeren en innoveren.
2.2.1 Toegankelijk Wij vinden het belangrijk dat iedereen zo bij ons binnen kan lopen en direct bij de juiste zorgverlener terechtkomt. Daarom zijn de gezondheidscentra laagdrempelig en toegankelijk voor iedereen en is er één loket voor alle diensten, of het nu gaat om de huisarts, de praktijkondersteuner, de maatschappelijk werker of de psycholoog. Het gezondheidscentrum is een belangrijke schakel in de wijk. Hier is alle zorg binnen handbereik, van een eenvoudige hulpvraag tot complexe chronische zorg.
2.2.2. Integraal Gezondheid is niet alleen een zaak van het lichaam. Met emotionele en mentale aspecten wordt evenzeer rekening gehouden, evenals met de leefomgeving en sociaal-economische omstandigheden. Iedereen staat in relatie met zijn omgeving, dus gezondheids problemen hangen vaak samen met zaken als leefstijl, opvoedings problemen, werkloosheid, schulden of psychische problemen. Daarom kiezen wij bij de SAG voor een integrale aanpak waarbij professionals uit verschillende disciplines samenwerken.
Hoofdstuk 2 | Missie en Visie | 5
2.2.3 Deskundig
2.2.5 Partnerschap
Kwalitatief goede zorg staat of valt met goed opgeleide professionals. Daarom staat deskundigheid bij ons hoog in het vaandel. Wij besteden veel tijd aan opleiding, na- en bijscholing van onze medewerkers. Diezelfde deskundigheid vragen wij ook van de partners waar we mee samenwerken, aangezien wij het belangrijk vinden dat onze bewoners in alle opzichten kunnen rekenen op goede zorg en dienstverlening. Door op alle niveaus in te zetten op deskundigheid en vakmanschap, brengen we samen met andere professionals zinnige en zuinige zorg in onze wijken binnen handbereik.
Bij de SAG houd je als patiënt zoveel mogelijk zelf de regie. Er is sprake van partnerschap: een situatie waarbij zorgverlener en patiënt samen in goed overleg de koers uitzetten. Daarnaast zetten we in op zelfredzaamheid: de patiënt is verantwoordelijk voor het bevorderen van de eigen gezondheid, maar kan waar nodig een beroep doen op de professionals van het gezondheidscentrum. Zo blijven mensen maximaal zelfstandig, terwijl ze toch de zorg krijgen die ze nodig hebben. De stem van de patiënten klinkt ook duidelijk door in ons zorgaanbod. Zo zijn 14 van de 15 gezondheidscentra NHGgeaccrediteerd en in het bezit van het ECB-Kwaliteitslabel, wat inhoudt dat de zorg aan de hoogste kwaliteitscriteria voldoet. Beide standaarden zijn in nauw overleg met patiënten tot stand gekomen en worden continu geactualiseerd.
2.2.4 Menselijke maat Zorg gaat om mensen, dus leveren wij zorg op menselijke maat. De individuele patiënt en zijn of haar behoeften staat bij ons centraal. Bij de SAG hoeft iemand niet langs tien zorgverleners of drie keer terug te komen voor een onderzoek. Door een goede coördinatie zijn diensten goed op elkaar afgestemd en krijgen mensen precies de zorg die ze nodig hebben, van min-9 maanden tot honderd plus. Zorg op menselijke maat betekent ook dat we de zorg afstemmen op de behoeften van de wijk als geheel. Hiervoor maken we jaarlijks een wijkscan.
6 | Jaarverslag 2013
Hoofdstuk 3 | Patiëntenzorg en dienstverlening Patiënten staan bij de SAG op de eerste plaats. Logisch dus dat hun behoeften bepalend zijn voor onze zorg- en dienstverlening. Elke patiënt is een individu, en daarom heeft elke patiënt andere zorg nodig. Optimale zorg houdt voor ons in dat wij kunnen voorzien in die verschillende behoeften en doen wat nodig is voor die specifieke patiënt. Dat betekent vaak maatwerk. Maar omdat er ook groepen patiënten zijn die kampen met gelijksoortige klachten en problemen, hebben we naast de individuele basiszorg ook zorgprogramma’s voor specifieke groepen. Daarbij wordt de medewerking van de patiënt zelf steeds belangrijker. Daarom was patiëntenparticipatie een belangrijk speerpunt in 2013. Dat houdt in dat we het zelfmanagement stimuleren en patiënten zoveel mogelijk betrekken bij hun eigen zorg en de ontwikkeling en verbetering van ons zorgaanbod.
3.1 Basiszorg 3.1.1 Kwaliteit, veiligheid, doelmatigheid en transparantie Het leveren van goede basiszorg is voor de SAG onze ‘corebusiness’. Dat doen we o.a. door veel aandacht te besteden aan zaken als kwaliteit, veiligheid, doelmatigheid en transparantie. Deze begrippen hebben alles met elkaar te maken en door ze op een goede manier met elkaar te verbinden krijgen we een stevig en gezond aanbod van zorg en diensten. De begrippen overlappen elkaar op onderdelen, maar er zijn wel bepaalde accenten leggen. Kwaliteit Een van de manieren om de kwaliteit van het zorgaanbod te verhogen, is het uitbreiden van de mogelijkheden om diagnostische testen te laten uitvoeren in de gezondheidscentra. In 2013 is daarom de Stuurgroep Diagnostiek in het leven geroepen die zich ervoor inzet meer
diagnostiek in de eerste lijn te organiseren. Prettig voor de patiënt, omdat die dan voor een diagnostische test niet meer naar het ziekenhuis hoeft, maar gewoon op zijn eigen gezondheidscentrum terecht kan. Er zijn oriënterende gesprekken gevoerd met een eerstelijn partner SHO om te kijken wat er wenselijk en nodig is. Zo is besloten dat we o.a. het aantal prikpunten op locatie fors willen uitbreiden en dat SHO de fundusfotografie voor diabetespatiënten in de gezondheidscentra gaat faciliteren, regelen en verwerken. In 2013 is ook het gebruik van telemedicine verder versterkt. Met telemedicine kunnen huisartsen ICT inzetten om specialisten te raadplegen. Zo is het bijv. mogelijk om een huidarts te consulteren over een foto van een huidafwijking. De specialist krijgt die foto via een beveiligde website toegestuurd en geeft via dezelfde weg zijn reactie. Een snelle en goedkope manier van uitwisselen van informatie tussen de eerste en de tweede lijn, die ook een stuk gemak voor de patiënt betekent. De toepassingsmogelijkheden voor deze vorm van consultatie en samenwerking worden steeds verder uitgebreid. In gezondheidscentrum Helmersstraat is eind 2013 een proef met een patiëntenportal gestart. Om de kwaliteit van de communicatie met de patiënten verder te verhogen is in 2013 de website van de SAG verder aangepast. Hierbij was er o.a. speciale aandacht voor laaggeletterden. Ook zijn er narrowcastingschermen geplaatst in alle gezondheidscentra. Hierop staat informatie te lezen over allerlei zaken die met gezondheid(szorg) te maken hebben. Elk centrum vult de inhoud op eigen wijze in. De afgelopen jaren zijn diverse stuurgroepen opgericht met daarin
Hoofdstuk 3 | Patiëntenzorg en dienstverlening | 7
deskundigen die ervoor moeten zorgen dat de kwaliteit van de dienstverlening op hun vakgebied verder verbetert. Zo zijn er Stuurgroepen Chronische ziekten, Ouderenzorg, ICT en een Stuurgroep Academisch Netwerk Huisartsengeneeskunde. De diverse stuurgroepen zijn in 2013 verschillende keren bij elkaar geweest. Voor Diabetes en CVRM zijn protocollen en ICT-applicaties geactualiseerd. De Stuurgroep Ouderenzorg heeft geconstateerd dat de meeste medewerkers van de SAG nog onvoldoende weten van kwetsbare ouderen. Daarom heeft de Stuurgroep een conferentie georganiseerd om de medewerkers meer inzicht te geven in de problematiek van deze ouderen en ze handvatten te bieden voor het verder verbeteren van de zorg voor deze groep.
maatwerk is, en dat je per patiënt goed moet kijken wat deze zelf kan en wat niet (gepersonaliseerde zorg).
Het vergroten van de deskundigheid van de professionals is een belangrijk instrument om de kwaliteit van de dienstverlening van de SAG op een hoger plan te brengen. Dit is een doorgaand proces, dus is er ook in 2013 het nodige gebeurd op het gebied van na- en bijscholing. Zo zijn de POH’s bijvoorbeeld bijgeschoold op het gebied motivational interviewing. Ook de intervisie binnen deze groep is in 2013 goed opgezet. Zelfmanagement (ook wel zelfzorg genoemd) is een belangrijk onderwerp in de gezondheidszorg, en dus ook bij de SAG. Het bevorderen van zelfredzaamheid is een goede zaak, omdat mensen daarmee zoveel mogelijk de controle over hun eigen leven behouden. Dat betekent voor ons als SAG: zoeken naar een evenwicht tussen zorg en zelfmanagement. We proberen een gezonde balans te vinden waarbij patiënten kunnen rekenen op zorg die nodig is, maar waarbij ze niet meer zorg krijgen dan noodzakelijk is. De gedachten hierover zijn nog niet uitgekristalliseerd, maar duidelijk is wel dat zelfredzaamheid
Veiligheid Veiligheid is een belangrijk onderwerp in de gezondheidszorg. Voor patiënten, maar ook voor medewerkers. Fouten zijn helaas nooit helemaal uit te sluiten, dus is het belangrijk om een goede procedure te hebben voor het geval ze gemaakt worden. Daarom werkt de SAG sinds enkele jaren met een procedure om op een goede manier om te gaan met incidenten: Veilig Incidenten Melden (VIM). Deze procedure is erop gericht om incidenten en bijna incidenten te analyseren en te bespreken zodat we kunnen kijken hoe fouten in de toekomst voorkomen kunnen worden en daardoor de kwaliteit van de dienstverlening verder verbeterd kan worden. Dat bevalt goed. Sommige centra werkten er al sinds 2011 mee. In 2013 is deze manier van werken in meerdere centra uitgerold. In 2014 zal de procedure verder ingebed worden in een SAG-breed kwaliteitsmonitoringsysteem. Over 2013 hebben zes gezondheidscentra hun VIM-meldingen gerapporteerd t.b.v. het SAG jaarverslag. Zeker vier andere gezondheidscentra hanteren de VIM-procedure structureel. Alle meldingen behoren tot de categorieën ‘proces’ en ‘medisch inhoudelijk handelen’. Het gaat hierbij om onjuiste diagnosestelling (5), triage (2), afspraken (4), organisatie (2), eigen handelen (3), contact leggen (2), registratie/administratie (2), verwijzing (1), behandeling (1) en onjuiste uitvoering van klinische taak (1). In 2013 zijn in totaal acht klachten gemeld. Al deze klachten werden op locatie door de centra zelf afgehandeld. In één geval was korte
8 | Jaarverslag 2013
inmenging vanuit SAG-kantoor noodzakelijk onder meer omdat hierbij ICT-procedures meegenomen moesten worden.
Doelmatigheid Het is belangrijk dat medische handelingen het effect hebben dat ze beogen. Het vergroten van de doelmatigheid staat dan ook hoog op de agenda. Daar wordt op verschillende manieren aan gewerkt. Een van de dingen die in 2013 is gedaan, is het schrijven van een Verbeterplan Doelmatig Voorschrijven. Doel van dit plan is te zorgen dat de kwaliteit van het voorschrijfgedrag omhoog gaat, zodat er zo goed en goedkoop mogelijk wordt voorgeschreven maar iedereen wel krijgt wat hij of zij nodig heeft. Dat houdt in dat waar mogelijk, generieke en dus goedkopere middelen voorgeschreven worden. De kwaliteit en doelmatigheid wordt verder verhoogd door het Academisch Netwerk Huisartsengeneeskunde. In dit platform werken het ANH van de VU en de gezondheidscentra van de SAG nauw samen aan wetenschappelijk onderzoek binnen de gezondheidscentra. Kenmerkend voor deze samenwerking is de nauwe link tussen wetenschappelijke theorie en de praktijk op de werkvloer. Er is echt sprake van kruisbestuiving, wat de doelmatigheid aantoonbaar bevordert. Gezien de goede resultaten is deze samenwerking in 2013 enthousiast voortgezet. Een nieuw aspect in de samenwerking is dat de SAG een contract met het NIVEL heeft afgesloten om alle gegevens van de gezondheidscentra te delen. Dat gebeurt gepseudonimiseerd. Alle medewerkers in de eerste lijn, van huisartsen tot paramedici en apothekers, leveren nu hun gegevens aan voor de Zorgregistratie Eerstelijn. Daar krijgen zij gerichte spiegelinformatie voor terug. Met deze gegevens in de hand
kan de SAG weer een nieuwe verbeterslag maken in kwaliteit en doelmatigheid van haar dienstverlening. De Health Communicator is een instrument om de doelmatigheid van het gesprek in de spreekkamer te vergroten. Na de landelijke primeur voor Gezondheidscentrum Banne Buiksloot met de Health Communicator is deze zuil in 2013 ook in gezondheidscentrum Slotermeer geplaatst. Deze zuil in de wachtkamer informeert patiënten in hun eigen taal over relevante gezondheidsonderwerpen en biedt de mogelijkheid om het consult voor te bereiden aan de hand van digitale vragenlijsten. Het plan om de Health Communicator ook in andere gezondheidscentra te introduceren, heeft vertraging opgelopen. De koppeling tussen Health Communicator en HIS vraagt verdere verbetering, waardoor medewerkers er sneller mee kunnen werken. Prioriteit is op dit moment dat, naast de POH, ook andere disciplines ermee gaan werken. Te zijner tijd zal er ook een mobiele toepassing komen waardoor het mogelijk wordt de Health Communicator ook tijdens huisbezoeken is te gebruiken. Transparantie Bij kwalitatief goede, doelmatige en veilige zorg hoort ook: transparantie. Bij de SAG staan we voor wat we doen, dus daar willen we graag helder over zijn. Transparantie is voor ons een must, zeker in het kader van de Geïntegreerde Eerstelijns Zorg (GEZ). De structurele samenwerking met verschillende disciplines uit de eerste lijn heeft ook in 2013 weer geleid tot goede resultaten. We scoren met 90 punten ruim boven de norm die Achmea als minimumeis had gesteld (nl. 80 punten). Die goede score is het resultaat van de grote betrokkenheid en deskundigheid van onze medewerkers over de hele linie. State of the art registreren en coderen is ook een expliciete
Hoofdstuk 3 | Patiëntenzorg en dienstverlening | 9
doelstelling. De SAG haalt deze doelstellingen ruimschoots. Wat een prestatie is, omdat 70% van de praktijken in Nederland nog niet aan alle normen voldoet. SAG haalt hiermee extra variabiliseringsgelden binnen.
met de noodzakelijke voorbereidingen voor het daadwerkelijk opstarten van deze nieuwe organisatie.
3.1.2 Doelgroepgerichte zorg Naast de basiszorg verlenen we bij de SAG ook zorg die is gericht op speciale groepen. Het gaat hierbij om patiënten die in grote lijnen dezelfde chronische klachten hebben, deels behorend bij drie chronische ziekten, nl. COPD, diabetes, en hart- en vaatziekten maar juist ook om andere medische problemen. Door de kennis en ervaring voor deze groepen te bundelen, komen we tot betere zorg. Deze zorg omvat ook groepen mensen in een speciale leeftijdscategorie, zoals ouderen of kinderen, of zorg voor mensen met psychische problemen (GGZ). De zorg voor deze groepen is in het verslagjaar verder uitgebouwd. Het opsporen en begeleiden van kwetsbare ouderen was in 2013 een belangrijk aandachtspunt. Deze zorg is hard nodig, maar het feit dat er wel geld is voor de opsporing, maar eigenlijk niet voor de begeleiding, is wel een serieuze complicatie. Op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) gaat veel veranderen in 2014. De SAG is daarom in het verslagjaar volop bezig geweest om daarop voor te sorteren. Zo hebben we samen met InGeest en Arkin een nieuwe organisatie voorbereid: Alliantie GGZ. De Autoriteit Consumenten Markt heeft geen bezwaar aan getekend, zodat we in december 2013 goedkeuring voor de oprichting van deze organisatie hebben verkregen. Inmiddels zijn we druk bezig
Elke centrum stelt zijn aanbod van zorg en diensten zoveel mogelijk af op de wijkbewoners. Dat geldt ook voor de chronische zorg en de jeugdzorg. In een aantal gezondheidscentra (bijv. Banne Buiksloot, Haveneiland en Osdorp) is in samenwerking met De Oase met een POH GGZ Jeugd gestart. In de doelgroepgerichte zorg vervult ook de wijkverpleegkundige een belangrijke rol. De SAG heeft twee Zichtbare Schakels in dienst. In 2013 heeft de SAG meegedaan aan het Platform Versterking Wijkverpleging, een bestuurlijk overleg met de thuiszorgorganisaties en de Huisartsenkring, bedoeld om de wijkverpleging weer meer handen en voeten te geven en te integreren in wijkzorgteams. Het was lang onduidelijk wie er organisatorisch en financieel verantwoordelijk was voor de wijkverpleegkundige, maar in 2013 is dan toch de knoop doorgehakt. Besloten is dat de wijkverpleegkundige voortaan onder de zorgverzekeringswet gaat vallen, wat inhoudt dat de financiering daarvoor in Amsterdam grotendeels bij Achmea komt te liggen. 2013 was ook het jaar waarin samen met de gemeente is gewerkt aan het opzetten van proeftuinen voor verpleging en verzorging. Deze proeftuinen zijn bedoeld om ervaring op te doen met eerstelijnsteams in de wijk, bestaande uit allerlei disciplines, van wijkverpleging tot welzijnsorganisaties en huisartsen. Het was de bedoeling dat de proeftuinen al in 2013 van start zouden gaan, maar onduidelijkheid over de financiering heeft ervoor gezorgd dat die datum is opgeschoven naar april 2014.
10 | Jaarverslag 2013
3.1.3 Innovatie en onderzoek
3.1.5 Farmaceutische zorg
Op het gebied van innovatie en onderzoek heeft het Academisch Netwerk Huisartsengeneeskunde inmiddels een stevige plek veroverd. Deze samenwerking tussen gezondheidscentra en academische wereld zorgt voor een georganiseerde stroom van gegevens via een database, die theorie en praktijk dichter bij elkaar brengt, wat uiteindelijk moet leiden tot betere zorg. De samenwerking strekt zich uit tot alle gezondheidscentra van de SAG, waarin vier centra fungeren als kernontwikkelcentra. In december 2013 is er een speciale conferentie gehouden voor centrummanagers en locatieverantwoordelijke huisartsen. Het onderwerp was: de uitkomst van een stakeholdersonderzoek naar de positie van de SAG en naar toekomstbestendige mogelijkheden. De hamvraag: moeten we als SAG vooral vernieuwen door het opvoeren van de productie (meer patiënten) of moeten we juist meer inzetten op innovatie? Vanuit het bewezen track record wordt het accent gelegd op het laatste. Om dit verder te verkennen gaat de SAG onder meer met Achmea in gesprek over nauwere samenwerking op het gebied van innovatie en contractering.
Huisartsen van de SAG werken nauw samen met apothekers aan een goed medicatiebeleid, bijvoorbeeld in het polyfarmacieoverleg dat zes keer per jaar plaatsvindt. Voor dit overleg bekijkt de apotheker het medicijngebruik van patiënten die zes of meer medicijnen gebruiken. Mocht hij reden zien om aan te bel te trekken bij de huisarts omdat iemand bijvoorbeeld te veel of juist te weinig medicijnen gebruikt, of een verkeerde combinatie, dan doet hij dat ook. Die aanpak blijkt zeer nuttig te zijn omdat er relevante dingen boven water komen over het medicijngebruik die anders over het hoofd gezien zouden worden. De apothekers spelen ook een belangrijke rol bij het terugkoppelen van door andere artsen voorgeschreven medicatie naar de huisarts. Zo blijft de huisarts beter op de hoogte van wat een patiënt verder nog voorgeschreven krijgt, bijvoorbeeld door de specialist. Dat inzicht in het totale medicijngebruik heeft echt toegevoegde waarde. In 90% van de gevallen klopt alles, maar in 10% van de gevallen komen er dingen naar boven waar op z’n minst vragen bij te stellen zijn, en dat gebeurt dan ook. Vandaar dat deze service in het verslagjaar is voortgezet. Naast dit specifieke overleg werken apothekers en huisartsen lokaal ook al jaren samen in het farmacotherapeutisch overleg (FTO).
3.1.4 Preventie en gezonde leefstijl Voorkomen is voor iedereen beter dan genezen, vandaar dat preventie en een gezonde leefstijl belangrijke agendapunten zijn. Om die reden is er dit jaar veel aandacht uitgegaan naar het panelmanagement CVRM: het opsporen en in kaart brengen van patiënten met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. De bedoeling van dit project is om vast te stellen of een systematische aanpak van het opsporen van mensen met een verhoogd risico op HVZ leidt tot betere zorg voor deze groep dan alleen uitgaan van case finding. In 2013 zijn de benodigde voorbereidingen getroffen, zodat het onderzoek in 2014 echt van start kan gaan.
3.1.6 Diagnostiek De tendens om meer diagnostiek over te hevelen naar de eerste lijn, zet onverminderd door. Dat is prettig voor patiënten omdat zij dan niet meer naar het ziekenhuis hoeven voor onderzoek, maar het gewoon bij hun eigen gezondheidscentrum om de hoek kunnen laten uitvoeren door mensen die ze kennen. Bovendien is het ook doelmatiger omdat onnodige doorverwijzing wordt voorkomen we hiervoor lagere tarieven kunnen hanteren. De diagnostische mogelijkheden op de centra breiden zich steeds verder uit. In 2013 is de
Hoofdstuk 3 | Patiëntenzorg en dienstverlening | 11
SAG meer samen gaan werken met de SHO. Die samenwerking betekent o.a. het verder uitbreiden van functieonderzoeken, zoals echo’s en fundusfoto’s. Ook de beoordeling en consultatie door medisch specialisten is verder uitgebreid.
De nieuwe bekostigingsstructuur van de huisartsenzorg per 1 januari 2015 heeft ook consequenties voor de inrichting van deze chronische zorg. 2014 zal een overgangsjaar worden, vandaar dat de SAG al in 2013 heeft voorgesorteerd op de nieuwe regels door het op poten zetten van plannen voor de toekomstige zorg. Onzekerheid over de uiteindelijke financiering maakt het wel lastig hier goed op in te spelen.
3.1.7 Samenwerking Naast de traditionele samenwerking met bijv. wijkverpleging of thuiszorg, vindt er steeds meer overleg en samenwerking plaats met ziekenhuizen. Deze ‘transmurale’ samenwerking is een belangrijk instrument in het verder verbeteren van bijv. de ketenzorg. De SAG is mede initiator van deze samenwerking en heeft in het verslagjaar dan ook actief meegeholpen aan het opzetten van deze zogenoemde transmurale platforms. In deze platforms overleggen eerste en tweede lijn over hun afzonderlijke en gedeelde verantwoordelijkheden ten aanzien van chronische zorg, en wordt gekeken naar de beste manieren om elkaar aan te vullen en te versterken. Zo maken professionals uit de eerste en tweede lijn samen afspraken over de verwijs- en terugverwijscriteria rondom een aantal chronische ziekten. De platforms draaien nog niet officieel, maar zijn met de meeste Amsterdamse ziekenhuizen wel in een vergevorderd stadium.
3.2 Zorgprogramma’s Voor bepaalde groepen hebben we bij de SAG speciale zorg programma’s ontwikkeld: chronisch zieken, ouderen, GGZ en jeugd. In al die programma’s speelt de praktijkondersteuner (POH) een sleutelrol.
3.2.1 Zorgketens De SAG streeft naar goede ketenzorg. Voor diabetes staat deze zorg al enige tijd goed op de kaart. In het kader van de GEZ is er hard gewerkt om ook voor andere chronische ziekten gestructureerde zorg te leveren.
3.2.2 Gestructureerde zorg aan ouderen Een groep die ook in 2013 veel aandacht kreeg, zijn de ouderen. De laatste jaren hebben we als SAG sterk ingezet op het bieden van goede, integrale zorg aan ouderen. Dat gebeurt o.a. door de module Kwetsbare Ouderen, deelname in het stedelijk overleg Zorgketen Dementie Amsterdam, de geriatrische netwerken van de VU en het AMC, de HKA Stuurgroep Ouderenzorg en de inzet van de speciale POH Ouderenzorg. Voor de POH’s betekent deze begeleiding een aanzienlijke taakverzwaring. In de dementieketen leveren POH’s casemanagement. Inmiddels moeten we constateren dat onze pogingen om kwetsbare ouderen op te sporen zijn geslaagd, maar dat we helaas onvoldoende middelen hebben om deze mensen ook alle zorg te bieden die zij nodig hebben. Onze medewerkers staan voor de uitdaging om in dit spanningsveld te zoeken naar een goed evenwicht.
3.2.3 Eerstelijns GGZ Vanaf 2014 gaat er veel veranderen in de GGZ en zal de zorg voor deze groep patiënten veel meer bij de huisarts komen te liggen. In het verslagjaar werkte de SAG nog ‘gewoon’ op de oude manier met de POH GGZ, maar daarnaast er is ook het nodige werk verzet om alvast voor te sorteren op de toekomst. Er is een Stuurgroep GGZ in het leven geroepen die heeft gekeken wat de basis GGZ betekent
12 | Jaarverslag 2013
voor huisartsen en hoe dat praktisch goed geregeld kan worden. Zo zijn we samen met Arkin en InGeest bezig geweest een Alliantie (werknaam) voor te bereiden om de generalistische basiszorg te ontwikkelen die we vanaf 2014 moeten kunnen bieden. Bij de voorbereidende werkzaamheden houden we goed in het oog dat de zorgverlening aan deze groep patiënten ook in de toekomst overeen zal moeten stemmen met de voor ons belangrijke uitgangpunten en kernwaarden zoals gepersonaliseerde zorg, een goede kwaliteit van de relatie tussen zorgverleners en patiënten, doelmatigheid en de oriëntatie op duurzaam maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. De voorbereidingen voor de Alliantie omvatten onder meer het opstellen van overeenkomsten en het informeren van de medewerkers over de gevolgen van de nieuwe regeling en de mogelijkheden om daarop te antici peren. Veel aandacht ging uit naar het traject met de ACM (Autoriteit Consument & Markt) voor het verkrijgen van de benodigde goedkeuring voor deze samenwerking. Die is inmiddels verleend. Het is de bedoeling de activiteiten die de tweede lijn aanbiedt dichter bij de huisartsen te positioneren. De SAG is blij dat de basiszorg GGZ in de nieuwe opzet ook echt een eerstelijnsorganisatie wordt, maar is tevens bezorgd over de verwachte toename van hulpvragen bij de huisarts, waarvoor vanwege de geplande bezuinigingen onvoldoende begeleiding zal zijn.
3.2.4 Kind, jeugd en gezin Ouders en kinderen vormen van oudsher een belangrijke doelgroep van de SAG. Voor ons staat voorop dat gezinnen alle hulp moeten krijgen die zij nodig hebben, van gewone consultatiebureauzorg tot ondersteuning bij serieuze psychische problemen. De beste garantie dat wij die benodigde zorg kunnen leveren is dat onze professionals nauw samenwerken. Daarom hebben we de ouder- en kindzorg in
alle gezondheidscentra onder een dak. De consultatiebureaus die tekenen voor de zorg voor de 0 tot 4 jarigen, maken deel uit van een Ouder- en Kind Centrum (OKC ). De nauwe samenwerking tussen de betrokken professionals en het feit dat de huisarts ook op het OKC werkzaam is, maakt dat de zorg voor ouders en kinderen goed functioneert. De dienstverlening is verder uitgebreid. Naast het OKC is voor de doelgroep 0 -19 jarigen de dienstverlening van De Oase (zie elders) met een POH GGZ Jeugd verder uitgebreid. Zo is deze ondertussen aanwezig op IJburg (Haveneiland), in Noord (Banne Buiksluit), Centrum (De Keyzer), Oost (Zeeburg) en in Nieuw-West (Osdorp, De Vaart en Slotermeer). De Vaart en Slotermeer hebben daarnaast nog een wijkverpleegkundige Zichtbare Schakel Jeugd. Het SAG JGZ preventieprogramma Rondom de Geboorte is voor alle Amsterdammers binnen de doelgroep vanaf min 10 maanden toegankelijk, al dan niet met eigen bijdrage. De SAG JGZ participeert in een ontwikkelgroep inzake de decentralisatie Jeugdzorg.
3.3 Gebieds- en populatiegericht zorg De gebieds- en populatiegerichte gezondheidszorg is in opkomst. Dat betekent dat de zorg optimaal wordt afgestemd op de wijk bewoners. In veel steden en dorpen is dat een nieuwe trend, maar bij de SAG doen we dat al heel lang zo. Wij zijn al vanaf onze oprichting stevig geworteld in de wijk, waardoor het leggen van de verbinding tussen cure, care en community voor ons heel vanzelfsprekend is. Gezien onze ervaring met zorg die echt is afgestemd op het gebied en de populatie, fungeren wij als trekker van een paar grote projecten waarbij met veel succes gewerkt wordt aan een brede geïntegreerde eerstelijnszorg en de verbinding tussen cure, care en wonen. Het gaat om IJ-office en Beter Samen in Noord. Deze projecten liepen ook in 2013 door.
Hoofdstuk 3 | Patiëntenzorg en dienstverlening | 13
IJ-office IJ-office draait om een integrale en gebiedsgerichte aanpak voor zorg en welzijn. Vanaf de start van IJburg werkt de SAG hier samen met allerlei partijen op het gebied van wonen, werken en leven. Wij vervullen daarbij de functie van regisseur omdat we, vanuit de poortwachtersfunctie en generalistische blik, gewend zijn om dingen in hun samenhang te zien en snel te schakelen tussen verschillende gebieden, doelgroepen, hulpverleners en soorten zorg.
meervoudig complexe vragen. Ten tweede heeft er klanttevredenheidsonderzoek plaatsgevonden onder gezinnen met verschillende problemen (multiproblem gezinnen) en extramuraliserende GGZcliënten. Bij de eerste groep zijn de kosteneffectiviteit, de kwaliteit van leven en de zelfredzaamheid toegenomen als gevolg van de geïntegreerde aanpak. Bij de tweede groep is de kosteneffectiviteit toegenomen, maar de kwaliteit van leven niet. De reden daarvoor is dat mensen bij zelfstandig wonen minder recht hadden op dagbesteding, nl. 16 i.p.v. 32 uur. En dat terwijl zij juist meer behoefte hadden aan dagbesteding, omdat ze zelfstandig woonden en niet meer in een instelling. Om deze problematiek aan de kaak te stellen heeft de SAG landelijk aandacht gevraagd voor de bekostiging van de dagbesteding. Naar de mening van de SAG staat de huidige bekostiging haaks op het beleid dat wordt nagestreefd en zou iedereen op IJburg een nuttige dagbesteding of een kernactiviteit moeten hebben. Intussen zoeken we zelf naar een oplossing voor deze groep, die onder de huidige regels tussen wal en schip dreigt te vallen. Ten derde bleek uit de onderzoekscijfers dat de manier waarop de zorg op IJburg is georganiseerd, in vergelijking met 27 andere vormen van netwerkorganisaties, verreweg de beste aanpak is. Ten vierde is er een ICT-logboek ontwikkeld door de IJburgers zelf, waarmee zij kunnen communiceren met mantelzorgers en professionals. Dit moet nog verder ingericht worden, maar de basis is gelegd. De opbrengsten van het project zijn ook op een inventational van ZonMW gepresenteerd. De boodschap: uit oogpunt van diversiteit scoort het IJ-office hoog, omdat de zorg niet alleen gericht is op bepaalde nauw omschreven doelgroepen, maar er wordt gestreefd naar een breed pakket waarmee bewoners van deze wijk met meervoudige problemen uit de voeten kunnen. En dat werkt!
Er zijn twee belangrijke principes die we hierbij hanteren: 1.1.1: één cliënt, één casemanager, één aanpak. Volgens dit principe wordt de zorg die elke bewoner nodig heeft, vastgelegd in een integraal plan dat wordt bijgehouden door één coördinator. Dat zorgt ervoor dat iedereen precies die zorg krijgt die hij of zij nodig heeft, en wel via de kortst mogelijke weg. 2-1-0: van tweede naar eerste naar nulde lijn Onder het motto ‘normaliseren waar kan, specialiseren waar moet’, werken we eraan de zorg zo laag mogelijk in de lijn plaats te laten vinden. Dit principe zorgt ervoor dat de patiënt mag rekenen op de benodigde hulp, maar dat ook zijn zelfmanagement zoveel mogelijk gestimuleerd wordt. Onderzoek heeft aangetoond dat het werkt: er is sprake van lagere kosten en een hoger welbevinden van patiënten en betrokken. In 2013 hebben we het ZonMw-traject afgesloten. Het project heeft een aantal concrete resultaten en producten opgeleverd. Zo is om te beginnen de werking van IJ-office geoptimaliseerd. Er is sprake van een nieuwe werkwijze voor triage en doorgeleiding van cliënten met
14 | Jaarverslag 2013
Beter Samen In Noord In dit driejarige project werkt de SAG samen met andere zorgaanbieders op het gebied van zorg en welzijn om versnippering in het zorgaanbod en het langs elkaar heen werken tegen te gaan. Vorig jaar is daarmee een doorstart gemaakt. De eerste resultaten zijn positief. De betere afstemming leidt tot minder uitval, beter resultaat en lagere kosten. Onderdeel van het project is het trainen van professionals in de aanpak 1.1.1. en 2-1-0 om hen te helpen dit verder in te richten en vorm te geven. De inzet is vooral gericht op kwetsbare ouderen en sociale minima, en is ook bedoeld om de maatschappelijke participatie te bevorderen en de kwaliteit van leven in het gebied te verhogen. Ontzorgen en ontdubbelen zijn daarbij belangrijke begrippen. Te vaak werken verschillende partijen nog langs elkaar heen, met teveel of juist te weinig zorg als resultaat. Het gaat erom dat precies die zorg geboden wordt die iemand nodig heeft en dat mensen niet onnodig gemedicaliseerd worden. Zelfmanagement en het voeren van de eigen regie staan dus hoog in het vaandel. Maar op het moment dat iemand ergens hulp bij nodig heeft, is het wel belangrijk dat hij of zij er ook op kan rekenen dat die geleverd wordt. Hulp op maat dus. En dat kunnen we alleen bereiken door de krachten te bundelen samen met zorgverzekeraars, gemeente en stadsdeel.
Over 2013 zijn diverse concrete resultaten van deze aanpak te melden. Zo hebben zich voor dit project al ruim 500 bewoners in Noord ingeschreven. Bij een aantal van hen is via de zelfredzaamheidmatrix onderzocht in hoeverre zij zelfredzaam zijn en in staat hun problemen het hoofd te bieden en in welke mate zij ondersteuning of begeleiding nodig hebben, bijvoorbeeld via casemanagement. Daarnaast is in gezondheidscentrum Banne Buiksloot een triagepunt ingericht voor meervoudig complexe vragen. Bij dit triagepunt verrichten medewerkers van verschillende kerndisciplines in een kernteam, onder leiding van een leidinggevend huisarts, de analyse van patiënten en zorgen zij zonodig voor toewijzing aan een casemanager. Medewerkers van het maatschappelijk werk, POH GGZ, POH Ouderenzorg en de wijkverpleegkundige werken nauw samen om te kijken hoe iemand het beste ondersteund kan worden en op weg geholpen naar zelfredzaamheid. De processen zijn verder geoptimaliseerd. Verschillende POH’s zijn opgeleid tot casemanager. De structurele financiering van deze werkwijze waarbij het casemanagement door de POH wordt uitgevoerd, is nog niet geregeld, waardoor deze opzet vooralsnog uit projectgeld wordt bekostigd.
Hoofdstuk 4 | Organisatie en bedrijfsvoering | 15
Hoofdstuk 4 | Organisatie en bedrijfsvoering De SAG is voortdurend bezig de kwaliteit van haar dienstverlening te verbeteren. Dat merken niet alleen onze patiënten en cliënten, maar ook onze medewerkers, leveranciers en andere stakeholders. Een goede dienstverlening vraagt om de inzet van alle medewerkers. Zij zijn het die voor en achter de schermen het beleid van de SAG handen en voeten geven. Hoe soepeler de zaken georganiseerd zijn, hoe makkelijker en beter de dienstverlening verloopt. Daarom wordt er in de volle breedte van de organisatie hard gewerkt aan het maken van verbeterslagen in de bedrijfsvoering. Ook in 2013 is er op dit gebied weer veel werk verzet, en het resultaat tekent zich duidelijk af.
4.1 Personeel P&O heeft in 2013 weer flink wat nieuwe dingen op stapel gezet. We noemen de belangrijkste. Er zijn verschillende nieuwe regelingen verschenen voor het personeelshandboek. Het gaat om de herplaatsingsregeling, melding registratie bedrijfsongevallen en procedure hepatitis B voor nieuwe medewerkers. In het verslagjaar zijn de voorbereidingen getroffen voor de nieuwe werkkostenregeling en is het OR-traject doorlopen. Deze maatregel die vanuit het ministerie van Financiën is uitgevaardigd gaat over nieuwe regels rondom vergoedingen en verstrekkingen aan mede werkers, zoals de reiskostenvergoeding, mobiele telefonie, een bloemetje voor bijzondere gebeurtenissen etc. De werkkosten regeling heeft ook gevolgen voor het fietsenplan van de SAG. Het concept ligt klaar, maar de invoering van de regeling is uitgesteld tot 1 januari 2015.
Qua opleidingen lag in 2013 de nadruk op het op poten zetten van de triageopleiding voor doktersassistenten. Het eerste, inhoude lijke deel, heeft zijn beslag gekregen via internet en drie workshops op locatie, waarbij gespreksvaardigheden voor triage aan de orde kwamen. Drie doktersassistenten zijn gestart met een tweejarige opleiding tot praktijkondersteuner. Er is een concept opleidingsplan ingediend voor het scholingsaanbod van de SAG, compleet met budgetten voor elk centrum en een centraal budget. Naar verwachting zal dit plan in 2014 worden goedgekeurd en ingevoerd. Verder zijn er voorbereidingen getroffen voor de wijziging en verbetering van de waarneempool voor dokters assistenten. Een belangrijke verbetering in de nieuwe plannen is dat de poolmedewerkers worden toegewezen aan een gezondheidscentrum en deel gaan uitmaken van een team. Een groot voordeel hiervan is ook dat de leidinggevende, de centrummanager, voortaan niet meer op afstand staat maar op de werkvloer rondloopt. Tegelijkertijd moet ook de flexibiliteit van de deelnemers in de pool gewaarborgd worden. Daarom is het de bedoeling om clusters te maken zodat de assistenten flexibel binnen de SAG kunnen worden ingezet. Ook de praktische zaken, zoals het maken van roosters, zijn in ontwikkeling. Wellicht wordt het mogelijk om mensen online in te roosteren. De plannen voor het wijzigen van de pool liggen bij de OR en worden naar verwachting in 2014 ingevoerd. We hadden dit jaar totaal 20 vacatures voor de hele SAG. De meeste zijn door verloop ontstaan, drie vacatures vanwege toename van patiënten in het nieuwe gezondheidscentrum Pampuslaan. Er waren twee vacatures voor de functie centrummanager en één voor de afdeling Financiën.
16 | Jaarverslag 2013
De overige waren voor de huisartsenzorg. Voor de functie van centrummanager was er een overweldigend aantal reacties, vermoedelijk te wijten aan de crisis. De functies voor praktijkondersteuners blijven moeilijk vervulbaar, terwijl vacatures voor doktersassistenten soms makkelijker vervuld werden, o.a. door de doorstroom van stagiairs. Op één na is er voor alle vacatures invulling gevonden. Wat het verzuim betreft: dat was hoog. 5,42% t.o.v. 3,7% vorig jaar. De reden daarvoor is een flink aantal langdurig zieken. Er is een vitaliteitsonderzoek gehouden onder het personeel. De respons was 60%. De score was ten opzichte van landelijke referenten bovengemiddeld hoog. Opleiding en loopbaanbeleid hieromtrent vereisen extra aandacht.
4.2 Communicatie Wij vinden het belangrijk dat de informatie van de SAG voor iedereen begrijpelijk is. Daarom is er veel werk verzet op het gebied van het aanpassen van de communicatie-uitingen aan laaggeletterden. In de Staatsliedenbuurt loopt een speciale pilot over dit onderwerp. Ook zijn alle gezondheidscentra in 2013 voorzien van narrowcastingschermen. Verder is er in 2013 een begin gemaakt met een medewerkersportal. Het doel van dit intranet is dat alle medewerkers goed geïnformeerd zijn over alle relevante zaken. De nieuwsbrief is in het verslagjaar diverse malen verschenen. Ook was er weer het jaarlijkse feest voor de medewerkers van de SAG waarbij mensen elkaar konden ontmoeten en elkaar konden vertellen waar ze mee bezig waren. Dit heeft de onderlinge band en kennis over elkaars bezigheden verder versterkt.
4.3 Expertisecentrum Het Expertisecentrum is bedoeld om de gezondheidscentra te ondersteunen op het gebied van beleidsontwikkeling, kwaliteitsmonitoring, programmamanagement, projectleiding, communicatie en PR. Het
Expertisecentrum initieert daarnaast SAG-brede innovaties en verbeter slagen. Dat betekent dat het Expertisecentrum de gezondheidscentra op allerlei manieren helpt om hun werk zo goed mogelijk te doen. Om dat te bereiken zitten de leden van het Expertisecentrum in verschillende stuurgroepen en zijn ze nauw betrokken bij de POH’s en bij diverse projecten. Tot de taken behoren zaken als informatie-uitwisseling, verzameling van gegevens, ondersteuning en deels implementatie. Zo bieden ze bijvoorbeeld ondersteuning bij de GEZ module, terugkoppeling van gegevens en het verstrekken van spiegelinformatie. Dit zijn allemaal manieren om het primaire proces te ondersteunen. Het Expertisecentrum heeft in 2013 versterking gekregen. De taken van de nieuwe medewerker zijn vooral gericht op de basis GGZ, zelf management, diagnostiek en populatiegericht aanbod op IJburg en in Noord.
4.4. Programma’s en projecten In een organisatie als de SAG lopen voor en achter de schermen veel programma’s en projecten om de zorg en de dienstverlening op alle fronten te optimaliseren. Een greep uit het aanbod. •
et bevorderen van zelfmanagement van patiënten heeft veel H aandacht gekregen. Dat gebeurt o.a. via het Nuts Ohra project. De SAG heeft subsidie gekregen voor het project ‘Het hart terug in de zorg’. Dit project is gericht op POH’s en moet hen helpen het zelfmanagement bij mensen met multiproblematiek te vergroten, en tevens hun eigen werk leuker te maken. Hiervoor is de training motivational interviewing opgezet. In deze training krijgen de POH’s handvatten om het gesprek met patiënten op zo’n manier te voeren dat zij gemotiveerd worden om zoveel mogelijk dingen zelf te gaan doen en meer grip te krijgen op hun
Hoofdstuk 4 | Organisatie en bedrijfsvoering | 17
eigen behandeling. Daarbij is de kunst ervoor te zorgen dat de wens voor zelfmanagement echt uit de patiënt zelf komt, en dat het niet door de POH wordt ‘opgelegd’, want dan werkt het niet. Belangrijk aandachtspunt daarbij is ook dat de POH in het gesprek gericht probeert om factoren op te sporen die de gezondheid van mensen negatief beïnvloeden, zoals stress en eenzaamheid. Dit is een belangrijk project dat POH’s kan helpen om hun werk op een andere manier uit te voeren die zowel stimulerend is voor patiënten als voor henzelf. Het bevorderen van zelfmanagement is echt een nieuwe aanpak die een andere manier van denken vergt. Dat betekent een grote omslag voor de medewerkers, aangezien ‘zorgen voor’ in hun genen zit. Tegelijkertijd geloven we als SAG wel in die nieuwe aanpak, vandaar dat we hier in 2014 volop mee verder willen gaan. De verwachting is dat dan ook duidelijk wordt wat de resultaten van deze aanpak zijn.
integraal aanbod van zorg dat helemaal is toegespitst op de wijk. In Osdorp gaan de teams zich waarschijnlijk richten op leefstijl ondersteuning, huiselijk geweld en kinder- en ouderenmishandeling.
•
et zelfmanagement wordt verder bevorderd door de samen H werking met Karify. De SAG ontwikkelt samen met deze organisatie voor e-health in 2013 het persoonlijk gezondheidsdossier. Dit is bedoeld om de zelfredzaamheid van patiënten te vergroten en hen meer controle te geven over hun eigen ziekte en behandeling. We richten ons in eerste instantie op de GGZ en chronisch zieken (diabetes en COPD). Het gezondheidsdossier stelt patiënten in staat om actief met e-health aan de slag te gaan. Zo kunnen mensen bijvoorbeeld online afspraken maken, herhaalmedicatie regelen of een e-consult voeren.
•
e zijn samen met andere organisaties bezig om proeftuinen op te W zetten voor verpleging en verzorging. Het is de bedoeling om multi disciplinaire wijkteams in te richten die kunnen tekenen voor een
•
e Stuurgroepen lopen goed. De Stuurgroep Ouderenzorg heeft in D december een conferentie georganiseerd voor medewerkers van de SAG met als doel: met verschillende disciplines een gezamenlijke visie ontwikkelen op ouderenzorg. Deze visie zal in 2014 verder worden uitgerold.
•
In het verslagjaar is er beleid ontwikkeld over het vanuit de nieuwe wetgeving opzetten van een cliëntenraad en over de patiëntenparticipatie. Dit wordt in 2014 gerealiseerd. De SAG staat een andere wijze van patiëntenparticipatie voor.
•
e wijkverpleegkundige van de Zichtbare Schakel was ook in het D verslagjaar van onschatbare waarde. De hulp aan volwassenen kreeg o.a. verder gestalte. Een multidisciplinair overleg is opgezet en loopt goed, vooral in gezondheidscentrum Osdorp. Er bestaat een goede samenwerking met welzijnsorganisaties, de POH GGZ, fysiotherapeuten en andere hulpverleners. De kracht bestaat o.a. uit de korte lijnen. Het is de bedoeling ook De Oase bij het overleg te betrekken. De wijkverpleegkundige Zichtbare Schakel Jeugd was betrokken bij het onderzoeksproject Dikke Kinderen van de VUmc (bedoeld om de zorgstandaard obesitas voor kinderen te implementeren) en bracht onder meer deze kinderen in kaart en volgde hen. Ouders, kinderen en pubers hebben bij haar een laagdrempelige toegang tot aanvullende hulp. De Zichtbare Schakel Jeugd is een waardevolle, directe lijn voor huisartsen als het gaat om het bieden van hulp aan ouders en kinderen en jongeren.
18 | Jaarverslag 2013
4.5 Zorgstaf De Zorgstaf is een adviesorgaan van de Raad van Bestuur en geeft advies over allerlei zaken die in het zorgaanbodplan van de SAG staan. Zo heeft de Zorgstaf zich in 2013 beziggehouden met allerlei onderwerpen die in de gezondheidszorg leven, zoals zelfmanagement en e-health. De Zorgstaf vormt ook de jury voor de jaarlijkse SAG Kwaliteitsprijsvraag.
4.6 ICT Het accent lag op de migratie van het hostingsysteem en het upgraden van de applicaties. Het nieuwe contract met de leverancier heeft naast verbeterde prestaties ook tot achterstand in planning en kostenoverschrijding geleid. Samen met het Expertisecentrum is er hard gewerkt aan business intelligence, zodat aan waarde toevoeging aan onze HIS data wordt voldaan. Database Mondriaan inzake Academische werkplaats VU is gerealiseerd, evenals een contract met het Nivel voor een landelijke benchmark geïntegreerde Eerstelijn. Samen met gezondheidscentrum Helmersstraat is de pilot Patiëntenportal gestart. Dit loopt door in 2014. Dit gezondheidscentrum heeft ook een SMS service gekregen. Er zijn workshops e-health en patiëntenportaal gegeven. Verder is er gewerkt aan het opzetten van het medewerkersportaal. Ook is er een nieuwe medewerker informatievoorziening voor twee dagen in de week aangesteld.
het artsenbezoek. Verder is het aantal kleine ingrepen (M&I) lager dan gepland en hebben we investeringen gedaan in nieuwbouw. De veranderingen die in 2012 zijn ingezet om bepaalde werk processen te optimaliseren, hebben hun vruchten afgeworpen. De meeste processen staan nu goed op de rit, achterstanden zijn weggewerkt en er is sprake van consolidatie. Verder is een nieuwe rapportage in ontwikkeling die bedoeld is om meer inzicht te bieden in een resultaatsbijdrage per dienst. Het kan een beter prognose leveren wat de verschillende diensten opleveren, zodat duidelijk wordt wat de ‘opbrengst’ wordt van de verschillende diensten en producten. Dit inzicht zal leiden tot verdere verbetering van de werkprocessen en dienstverlening van de SAG. Dit project zal ook in 2014 nog doorlopen. In de personele sfeer is de afdeling uitgebreid met een senior-medewerkster.
4.8 Facilitaire dienstverlening Naast regulier beheer en onderhoud heeft er een grootscheepse verbouwing plaatsgevonden in gezondheidscentrum Banne Buiksloot. Gezondheidscentrum De Koempoelan is verhuisd en is nu Gezondheidscentrum Oosthoek geworden. Ook is er een nieuw gezondheidscentrum geopend in Watergraafsmeer, zij het in een tijdelijke vestiging bij het Willem Dreeshuis, totdat de nieuwbouw eind 2015 klaar is.
4.7 Financiën
4.9 OR
Uit financieel oogpunt is 2013 lager afgesloten dan begroot, omdat er wat hobbels te nemen waren in de kostensfeer. Zo is bijv. de CAO van 2011 en 2012 vastgesteld, wat heeft geleid tot extra uitkeringen in de salarissfeer. Ook is het eigen risico toegenomen, waardoor patiënten en cliënten toch wat terughoudender zijn geworden in
Er is een nieuwe OR geïnstalleerd. De zes leden vertegenwoordigen verschillende disciplines binnen de SAG: een centrummanager, een medewerker bedrijfsbureau, een POH, twee huisartsen en een dokters assistent. Zij worden ondersteund door de ambtelijk secretaris. De OR heeft in 2013 tien keer vergaderd, waarvan vijf reguliere overleg
vergaderingen en de OR heeft eenmaal een themabijeenkomst georganiseerd in aanwezigheid van de Raad van Bestuur en er is een keer een artikel 24-bijeenkomst gehouden. Naast de reguliere zaken zijn er ook bijzondere onderwerpen opgepakt. Zo is er onderzoek uitgevoerd naar de werkdruk van de backoffice. Verder heeft de OR zich uitgesproken over de waarneempool en over de vraag hoe medewerkers via het ontwikkelplatform meer betrokken kunnen worden bij innovatie. Verder heeft de OR zich in het verslagjaar nadrukkelijk beraden op de invulling van maatschappelijk verantwoord ondernemen, wat ertoe heeft geleid dat dit ook in de missie en visie van de SAG doorgevoerd.
4.10 Raad van Bestuur In 2013 lag de focus op de aankomende grote transities. Jeugdzorg, Ouderenzorg, GGZ en de nieuwe huisartsenbekostiging waren grote thema’s. Daarnaast heeft de Raad van Bestuur zich ook beziggehouden met de doorontwikkeling van het aansturingsmodel via een modulaire aanpak voor leidinggevenden en managers, op onderwerpen als ondernemerschap en verdienmodel. Daarnaast heeft de Raad van Bestuur extern onderzoek onder stakeholders laten uitvoeren door BOOZ&Co over de vraag hoe zij de SAG ervaren en hoe een toekomstbestendige SAG eruit zou moeten zien. Dat heeft geresulteerd in de constatering dat de SAG een positief imago heeft en als innovatief en kwalitatief te boek staat. Daarnaast zijn er verschillende accenten gelegd t.b.v. de doorontwikkeling van de inhoud en de organisatie. Eind december zijn de bevindingen gedeeld op een visiedag met leidinggevenden, managers en sleutelfiguren en is een ontwikkeltraject voor 2014 uitgezet dat moet resulteren in een meerjarenplan. Op bestuurlijk niveau werkt de SAG ook aan branding. Zo zijn er verschillende publicaties over de SAG verschenen in relevante tijdschriften zoals Lucide en VOZ.
Hoofdstuk 4 | Organisatie en bedrijfsvoering | 19
4.11 Raad van Toezicht Bij de Raad van Toezicht zijn medio 2013 twee nieuwe toezichthouders gekomen vanwege het einde van de zittingsperiode van de vorige twee leden. De leden hebben respectievelijk een macro-economisch profiel en bedrijfseconomische expertise. Dit vult de Raad van Toezicht goed aan qua mix van disciplines. Naast de gangbare vijf reguliere bijeenkomsten is er een themabijeenkomst geweest met de OR over duurzaam ondernemerschap. De gesprekken over mogelijke alliantievorming met een collega-organisatie zijn stopgezet wegens onvoldoende intern draagvlak bij de andere partij. Het verzoek van een welzijnspartij tot overname heeft ook de aandacht gevraagd. In 2013 hebben de komende veranderingen in de GGZ prominent op de agenda van de Raad van Toezicht gestaan, evenals het externe omgevings onderzoek als opmaat naar een meerjarenplan. Het jaar is inhoudelijk sterk en financieel tegenvallend positief afgesloten.
20 | Jaarverslag 2013