TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN VILv Nr. 19 • oktober 2012
Gert Sablon (nieuwe voorzitter VILv)
Rien Hoeyberghs (nieuwe preses VTK)
Faculteit Ingenieurswetenschappen op de brug naar een goede samenwerking: weer een GeniaaL!
ALUMNI INGENIEURS K.U.LEUVEN
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104
Voorwoord
Beste collega-ingenieurs, beste medewerkers en vrienden van de faculteit, Het academiejaar is intussen goed van start gegaan. Het aantal inschrijvingen van nieuwe studenten (generatiestudenten) ingenieurwetenschappen zit in de lift. De ouderejaarsstudenten blikken met heimwee terug op hun summer course of stage – lees bijvoorbeeld het verslag van Bram Kerkhofs over zijn stage bij Jan De Nul. Samen met de nieuwe studenten verwelkomen we een nieuw presidium en een nieuwe VILv-voorzitter. En we nemen met dankbaarheid afscheid van enkele emeriti, o.a. Jean Berlamont en Marcel Smets die in GeniaaL terug- en vooruitblikken. We zijn er ook trots op dat twee onderzoekers een ERC-Grant in de wacht hebben gesleept en zo de ingenieurswetenschappen een intensieve boost kunnen geven. Als je leest over hun projecten, besef je eens te meer dat ingenieurs in heel verschillende disciplines toch altijd weer het leven van de mensen of de werking van producten en systemen beter maken. Zo ook de sprekers op het Arenbergsymposium in het kader van de Van Cauterenleerstoel, op woensdagnamiddag 28 november, rond het thema ‘Gouden afval: de grondstoffen van morgen’. Zonder oneerbiedig te willen klinken: net als emeriti hun kennis doorgeven aan de volgende generatie, zouden we de schatten die te vinden zijn in de technologische snufjes van vandaag moeten ‘opdelven’ om te (her)gebruiken. Daar worden we allemaal rijker van. Graag tot dan! Michiel Steyaert, decaan Faculteit Ingenieurswetenschappen
Beste collega – alumni, Verandering, ‘Change’, het werd 4 jaar geleden door presidentskandidaat Barack Obama intensief gepredikt. En zie, we hebben er hier in België goed naar geluisterd. Een nieuwe decaan voor onze faculteit, uiteraard een nieuwe preses, maar ook mezelf, een nieuwe voorzitter voor de Alumni Ingenieurs van de KU Leuven. En hier eindigt het absoluut niet. Als we de stap van de faculteit naar de universiteit zetten - u hebt het wellicht niet gemist in het recente nieuwsoverzicht – dan breidt onze Alma Mater zich gevoelig uit met een aantal nieuwe campussen, waardoor ze met voorsprong marktleider wordt in Vlaanderen. Ook voor ons, ingenieurs, is dit een interessante evolutie, want er komt een nieuwe faculteit bij die onze collega’s uit de huidige hogescholen, de vroegere industrieel ingenieurs, zal verwelkomen. Gaan we nog een beetje verder kijken, dan zien we ook in Vlaanderen heel wat verandering. Er liggen nu zoveel zonnepanelen dat de subsidies drastisch naar beneden zijn gehaald. Olie, gas en elektriciteit zijn een pak duurder geworden, en als het even tegen zit lopen we zelfs het risico op stroomuitval komende winter (volgens kwatongen dan toch). Gelukkig zijn er nog zekerheden ook – kom misschien eens luisteren naar een van onze forumavonden over al deze thema’s, je leest de details over onderwerpen en sprekers verder in dit nummer van Geniaal. Gegroet en tot gauw. Gert Sablon, voorzitter Vilv – Alumni Ingenieurs KU Leuven
INHOUD nieuws uit de faculteit eminente emeriti ERC Starting Grant voor jonge onderzoekers doctoraat Luna Imperiali Pistorius versus Borlée reünie 1954
3- 5 6-7 8-9 10-11 12-13 14
Forumavonden 2012-2013 Europese websites toegankelijk dankzij Leuvense software Jan De Nul: een stage om trots op te zijn zomercursus over energie VTK werkt geniaal samen met bedrijven presidium
15 16 18-19 20-21 22-23 24
Nieuws Prijzen, onderscheidingen, … • Twee onderzoekers van het Departement Werktuigkunde hebben een prestigieuze ERC Starting Grant toegewezen gekregen: Johan Meyers, docent en verbonden aan de Afdeling Toegepaste Mechanica en Energieconversie, en Hans Van Oosterwyck, hoogleraar en verbonden aan de Afdeling Biomechanica. De ERC-grants worden toegekend aan jonge toponderzoekers die in Europa werken; het enige criterium voor de selectie is uitmuntendheid. • Op 18 september 2012 vond in de Brusselse Concert Noble de ondertekening plaats van een Memorandum of Understanding, met EC Commissaris Neelie Kroes als vertegenwoordiger van de Europese Commissie, Herman Bruyninckx, hoogleraar aan het Departement Werktuigkunde en coördinator van het European Robotics Research Network (EURON), en Berndt Liepert (CEO Kuka Labs) als vertegenwoordiger van de robotica-industrie in Europa. De bedoeling van dit MoU is om op Europese schaal alle stakeholders van robotica samen te brengen in de organisatie euRobotics IVZW met KU Leuven als stichtend lid, zodat de Europese Commissie een enkel aanspreekpunt (een Public-Private Partnership, PPP) heeft voor alle Research, Development en Innovation. • De VUB-leerstoel voor het academiejaar 2012-2013 werd toegekend aan Johan Suykens, hoogleraar aan het Departement Elektrotechniek (ESAT). Hij zal een lezingenreeks verzorgen rond ‘Data-driven modelling: an integrative approach’. • Professor Marcel Smets, verbonden aan het Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, volgt Jean-Pierre Orfeuil op als voorzitter van de Conseil scientifique et d’orientation (CSO) van het Institut pour la ville en mouvement (IVM) in Parijs. Het IVM wil bijdragen aan innovatieve oplossingen op het vlak van stedelijke planning en architectuur. Professor Smets heeft zich altijd ingezet voor het proces van stedelijke transformatie, in het bijzonder als Vlaams Bouwmeester, een functie die hij van 2005 tot 2010 uitoefende. • Steven Cappa, doctoraatsonderzoeker bij de Afdeling Productietechnieken, Machinebouw en Automatisering van het Departement Werktuigkunde, heeft de Euspen Challenge 2012 gewonnen bij ASML in Veldhoven (Nederland). Euspen is de ‘European Society for Precision Engineering and Nanotechnology. Met de Euspen Challenge wil de organisatie uitmuntende studenten uit Europa vinden die de toekomstige leiders kunnen worden in het domein van precisie engineering en nanotechnologie. In het voorjaar van 2012 werden in 9 Europese landen voorcompetities gehouden om de meest innovatieve nationale studenten te selecteren. Van 17 tot 19 juli 2012 werden de 24 nationale winnaars verzameld bij ASML in Veldhoven om in een internationale competitie te strijden voor de titel van winnaar van de Euspen International Challenge 2012. (ASML produceert complexe lithografiemachines voor chipproducenten). Zij kregen de opdracht een nieuw en hoogtechnologisch hulpmiddel te ontwerpen voor personen met een beenamputatie om zich binnenshuis makkelijk te kunnen verplaatsen zonder hulp van derden, zodat ze meer zelfstandig kunnen leven. Een internationale jury, bestaande uit vooraanstaande industriëlen en academici, selecteerde de winnende teams. Samen met Michal Radziwon (DK) en Lander Valle Ruiz (ES), werd Steven Cappa van de KU Leuven beloond met de eerste prijs en uitgeroepen tot winnaar van de Euspen International Challenge 2012. • Doctorandus Pieter Tielens, verbonden aan de Onderzoeksgroep ESAT-ELECTA, mocht tijdens de Power-gen Europe beurs in Keulen de European Talent Award for Innovative Energy Systems in ontvangst nemen voor zijn masterproef Frequency Control by Wind Power Plants in an Isolated Power System (promotor Johan Driesen). • Op 14 september hebben KU Leuven en UGent samen met TNO en Umicore een ‘Urban Mining’ Beneluxplatform voorgesteld in het kader van het prestigieuze European Institute of Innovation and Technology (EIT). Deze vier partners willen samenwerken aan een kennis- en innovatiecentrum (KIC) ‘Raw Materials’.
Nieuwe voorzitter Departement Elektrotechniek Georges Gielen werd verkozen tot departementsvoorzitter van Elektrotechniek. Zijn mandaat gaat in op 1 augustus 2012 voor een termijn van vier jaar.
Nieuwe professoren Werden aangesteld in het ZAP-kader vanaf academiejaar 2012-2013: • Sofie Pollin, Departement Elektrotechniek • Pieter Vansteenwegen, Departement Werktuigkunde • Marian Verhelst, Departement Elektrotechniek
Arenbergsymposium (Van Cauterenleerstoel) Op woensdagnamiddag 28 november organiseert de Faculteit de jaarlijkse studiedag dankzij de Van Cauterenleerstoel. Het thema dit jaar is: ‘Gouden afval: de grondstoffen van morgen’. Sprekers van de universiteit en uit het bedrijfsleven zullen nieuwe inzichten bieden op de problematiek rond natuurlijke grondstoffen versus technologisch afval. Een onmisbaar event dus voor wie begaan is met het gebruiken, verbruiken en hergebruiken van grondstoffen en materialen. We verwelkomen gastsprekers als Helga Vanthournout van McKinsey, Frederik Verhaeghe van Umicore, Thomas Poelmans van World PC, Tom Devoldere van TP Vision en Julian Allwood van de University of Cambridge. Meer informatie binnenkort op https://eng.kuleuven.be/vancauterenleerstoel/2012/
In memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: • Lodewijk ‘Louis’ Moris, erelector aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Hij overleed in Leuven op 19 augustus 2012. • Michel Gewillig, erehoofddocent deeltijds aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Hij overleed in Bertem op 21 september 2012.
3
Masterproefprijzen Op vrijdag 6 juli 2012 hebben vertegenwoordigers van bedrijven masterproefprijzen uitgereikt tijdens de plechtige proclamatie van de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Met gepaste trots stellen we de laureaten voor van de prijzen van Alcatel-Lucent, AnSem, ArcelorMittal, Atlas Copco, Besix, de Industriële Adviesraad van CIT, Elia, IMEC, LMS, Luciad, Materialise en VASCO Data Security. • Alcatel-Lucent Uitreiking door: Jos van Sas, director external affairs Bell Labs, voor: ‘Enhanced Privacy in Social Application Platforms’ Tom Reynaert Promotor: Frank Piessens • AnSem Uitreiking door: Stefan Gogaert, chief strategy officer, voor: ‘A pixel level A/D converter for extreme parallelism, high frame rate and high dynamic range image sensors’ Hans Reyserhove Promotor: Georges Gielen • ArcelorMittal Uitreiking door: Elke Osselaer, management development, voor: ‘Interlaag hybridisatie van staalvezel en zelfversterkte composieten’ Pieter De Cuyper Promotoren: Ignaas Verpoest & Larissa Gorbatikh • Atlas Copco Uitgereikt door: Wim Bouwen, manager R&D and shared engineering services at Atlas Copco Airpower, voor: ‘Strategische shuttlepositionering voor een badmintonspelende robot’ Haroen Vermylen Promotor: Luc De Raedt 4
• BESIX Uitgereikt door: Jean Polet, deputy general manager, voor: ‘De invloed van op- en afwaartse buffering op de riolering en waterloop te Turnhout’ Kristof De Vleeschauwer en Jelle Weustenraad Promotor: Patrick Willems • Industriële adviesraad van CIT Uitreiking door: Achiel Ossaer, voorzitter, voor: ‘Ontrafelen van membraanvervuiling in membraanbioreactoren (MBRs) door filtratie- en bioflocculatie-experimenten’ Glenn Van De Staey Promotor: Ilse Smets • Elia Uitreiking door: Hubert Lemmens, chief innovation officer, voor: ‘Stochastische optimalisatiemethode voor actieve vraagsturing van PHEVs’ Willem Leterme Promotor: Ronnie Belmans • IMEC Uitreiking door: Jo De Boeck, senior vice-president smart systems and energy technology, voor: - ‘Diëlektrische karakterisatie van bio-weefsels bij millimetergolf frequenties’ Bart Embrechts en David Grillet Promotoren: Bart Nauwelaers en Dominique Schreurs - ‘Integrating optics in digital lab-on-a-chip technology’ Thom Van Grimbergen Promotoren: Robert Pues en Jeroen Lammertyn • LMS Uitreiking door: Herman Van der Auweraer, corporate director research and technology development, voor: ‘Automatic code generation of implicit Runge-Kutta integrators with continuous output for fast embedded optimization’ Rien Quirynen Promotor: Moritz Diehl
• Luciad Uitreiking door: Bart Adams, software engineering manager, voor: ‘Stochastische visibiliteit in rendering algoritmes’ Björn Engelen Promotor: Philip Dutré • Materialise Uitreiking door: Fried Vancraen, chief executive officer, voor: ‘The effect of spatial transformations of diffusion-weighted images on fibre tracking’ Daan Christiaens Promotoren: Frederik Maes en Paul Suetens • VASCO Data Security Uitreiking door: Jan Valcke, chief operating officer en Frederik Mennes, manager security competence center, voor: ‘Ontwerp en implementatie van een anoniem e-cash systeem voor computationeel beperkte platformen’ Marijn Scheir Promotoren: Bart Preneel, Ingrid Verbauwhede, Johan Driesen
Ijkingstoets 5
Op woensdag 4 juli 2012 konden laatstejaars secundair onderwijs die aan een opleiding burgerlijk ingenieur, burgerlijk ingenieur-architect, bio-ingenieur, wiskunde of fysica willen beginnen, deelnemen aan een ijkingstoets wiskunde. Met deze test konden ze nagaan of zo over voldoende wiskundige voorkennis en vaardigheden beschikken om deze studies aan te vatten.
226 leerlingen hebben op 4 juli aan de test deelgenomen, waarvan 18 in Kortrijk en 208 in Leuven. De deelnemers kregen 4 uur de tijd om 30 multiple choice vragen op te lossen. De thema’s die aan bod kwamen waren redeneren, begrippenkennis, wiskundige vaardigheden, ruimtelijk inzicht, combinatievragen, wiskundige vraagstukken in een fysicacontext en modelleren. Op 10 juli ontvingen alle deelnemers een e-mail met een link om hun resultaten individueel te kunnen bekijken. 53,5% van de leerlingen is geslaagd voor de test. Het gemiddelde cijfer dat behaald werd was 10,1 op 20. De vragen van de ijkingstoets werden na afloop van de test op de ijkingstoetswebsite gepubliceerd, zodat leerlingen die niet konden deelnemen ze ook kunnen terugvinden. (http://set.kuleuven.be/ijkingstoets). Leerkrachten kunnen ook de oplossingen opvragen. Het hele proces van de ijkingstoets - van het ontwerp van de vragen, over de registratie en de organisatie tot de verwerking is zeer vlot verlopen. Deze eerste ijkingstoets heeft dan ook waardevolle informatie opgeleverd voor het verder uitbouwen van dit soort test in de toekomst.
Eminente emeriti Dit academiejaar nemen we afscheid van vier professoren die met emeritaat gaan: Mieke Branders (monitoraat), Omer Vanderbiest (Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde), Jean Berlamont (Burgerlijke Bouwkunde) en Marcel Smets (Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening). De twee laatstgenoemden wilden wel even ‘geniaal’ terugblikken.
Jean Berlamont Onderzoeksdomein: hydraulica
6
Carrière: Mijn diploma bouwkundig ingenieur heb ik behaald in Gent in 1969 en mijn doctoraat in 1975. Dat was toen, tenminste voor een bouwkundige, uitzonderlijk. Ondertussen was ik al als lector gestart aan de KU Leuven; gewoon hoogleraar ben ik in 1982 geworden. Aan het Departement Burgerlijke Bouwkunde heb ik vanaf nul een onderzoeksgroep en een labo Hydraulica kunnen uitbouwen; nu zijn er 4 ZAP-leden en een 20-tal onderzoekers. Ik heb ook heel wat aan administratieve dienstverlening gedaan als voorzitter van de departementale en later de facultaire onderwijscommissie, academisch secretaris, vicedecaan, decaan, tweemaal departementsvoorzitter, als voorzitter van VLIRUOD en als directeur International Office KU Leuven.
Memorabele momenten: Ik vind eigenlijk elke goedgekeurde paper voor een conferentie of een journal een memorabel moment. Als ik denk aan gebeurtenissen die mij het meest bijgebleven zijn dan is dat misschien de studiereis van het facultair personeel naar een baggerschip. Het contact met de ingenieursrealiteit was ook voor deze niet-technische mensen ongemeen boeiend. Favoriet moment van het academiejaar: Dat is ongetwijfeld de tijd net na de deliberatie. Het hectische van de zittijd examenvragen opstellen, examens afnemen, puntenadministratie, deliberatie – is dan voorbij. Rust op de campus, rust in de stad. Het perfecte moment om nog een en ander af te werken vooraleer op vakantie te gaan. Toekomstplannen: Ik verdwijn nog niet van de radar, ik word emeritus met opdracht. Zetelen in commissies en jury’s hoort daarbij, alsook het inbrengen van expertise in een aantal projecten. Het zal natuurlijk een stuk rustiger worden. Ik krijg veel meer tijd. Tijd voor de kleinkinderen. Tijd om te reizen: ik heb tijdens mijn carrière veel gereisd, maar zelden de tijd gehad om de steden in kwestie echt te bezoeken. Nu wil ik met mijn vrouw een aantal van die reizen opnieuw maken, als toerist. Verder zal er ook meer tijd zijn voor het luisteren naar klassieke muziek, Mozart, Bach en Haydn vooral. Ook meer tijd om te lezen, ik hou van epische romans en af en toe een goede politieroman. Ook boeken over de geschiedenis van de techniek kunnen mij boeien. Het is werkelijk fantastisch om te zien wat er in het verleden met minder middelen, maar met erg veel creativiteit kon verwezenlijkt worden. De resultaten daarvan zijn dingen waar we nog steeds naar opkijken. Denk bv. aan het kanaliseren van de Thames en het aanleggen van de riolering van Londen in de Victoriaanse tijd: dat is een project geweest van enkele tientallen jaren. Het was het begin van de sanitatie van Londen, wat een grote stap geweest is in de ontwikkeling van de stad. Boodschap: Engineering is en blijft nog altijd een prachtig beroep, waarin je de link tussen wetenschap, ontwikkeling en realisatie kunt leggen. Zonder belerend te willen klinken, zou ik toch de studenten willen aansporen om niet teveel op korte termijn met de studie bezig te zijn. Met korte termijn bedoel ik een semester, tot aan de examens. Het is heel belangrijk dat studenten al tijdens hun studie bezig zijn met wat ze later in hun carrière met die studie zullen kunnen doen. Dat zal hen helpen om zich te focussen op het toegepaste karakter van ingenieurswetenschap en om die ingenieurs te worden die de maatschappij nodig heeft.
Memorabele momenten: Beklijvend is het om je vroegere medewerkers zo goed te zien presteren in hun - soms internationale - projecten. Ook ben ik twee keer promotor mogen zijn van een eredoctoraat, voor Rafael Moneo en Manuel de Solà-Morales. Ik vond dit heel mooie momenten omdat de universiteit daar de kans krijgt om, met haar klassiek moreel gezag en het nodige decorum, de waardering aan een persoon en zijn/haar werk uit te drukken. Favoriet moment van het academiejaar: Dat is de laatste les van het semester omdat ze tot een soort introspectie bij jezelf leidt. Je wordt door de studenten geëvalueerd, maar evengoed vraag je jezelf af “deed ik het goed?” Bijzonder vond ik dit jaar bij mijn allerlaatste les van het semester én van mijn carrière – ik had daar bewust geen ophef over gemaakt – dat een drietal Chinese studenten mij enkele vragen kwamen stellen en aansluitend ook hun waardering voor mijn lessen uitdrukten. Het is trouwens opmerkelijk hoe de studentengroep door de jaren heen is geëvolueerd. Voor mijn lessen stedenbouw ben ik gestart in een exclusief Vlaamse context. Die studentengroep is gaandeweg opmerkelijk geïnternationaliseerd: een interessante ontwikkeling.
Marcel Smets Onderzoeksdomein: stedenbouwkundig ontwerp en theorie van de stedenbouw Carrière: Ik ben in Gent afgestudeerd als ingenieur-architect en ben daarna in Delft bouwkundig ingenieur in de stedenbouw geworden. Kort na mijn doctoraat, dat ik behaalde aan de KU Leuven, ben ik hier mijn academische carrière gestart. Als academicus heb ik altijd veel belang gehecht aan internationale samenwerking. Een voorbeeld daarvan is het ILAUD waarvan ik in 1976 medeoprichter was en dat voor een uitwisseling avant la lettre zorgde tussen Leuven, Venetië, Barcelona, Oslo en de USA (MIT). Meer recent is er de samenwerking met Delft, Venetië en Barcelona in het kader van één van onze Europese postgraduaatdiploma’s. Ook mijn aanstelling als gasthoogleraar aan de Harvard Graduate School of Design is een uiting van deze internationale oriëntering. De grote luxe van een academische loopbaan is dat je verschillende levens tegelijkertijd kunt leven: je kunt de academische vrijheid nuttig gebruiken door de betrokkenheid in projecten, wat je dan weer in staat stelt je lessen te stofferen met heel concrete voorbeelden en inzichten. Met het Projectteam Stadsontwerp hebben we Leuvense projecten zoals de Vaartkom en de stationsomgeving uitgewerkt, alsook het ‘Hart van Antwerpen’-project. Gelijkaardige projecten voerden we ook uit in Rouen en Genua. In dit kader is ook het interuniversitair Centrum voor Stedenbouwkundige Geschiedschrijving dat ik in de jaren ‘80 mee oprichtte, het vermelden waard. En natuurlijk is er mijn mandaat van Vlaams Bouwmeester, van 2005 tot 2010.
Toekomstplannen: Uiteraard zal ik de doctoraten die bezig zijn, blijven opvolgen. Verder heb ik mij de 3*1/3-regel voorgenomen: 1/3 voor projecten, 1/3 om te schrijven en 1/3 voor gezin en familie. Projecten heb ik momenteel bv. nog in Nantes en Parijs lopen. Wat het schrijven betreft, droom ik ervan tijd genoeg te hebben om een soort van disciplinaire synthese te schrijven. Een klein vakboekje waarin de belangrijke dingen op een precieze en beknopte manier worden verwoord. Thematische presentaties waar ik nog toe uitgenodigd wordt, kunnen telkens aanleiding geven tot een nieuw hoofdstukje. Boodschap: Het eerste antwoord dat mij op deze vraag te binnen schiet is dat studenten mij misschien wel meer geleerd hebben dan omgekeerd. Maar als ik de studenten toch iets moet ‘meegeven’, zou ik erop willen aandringen dat ze moeten trachten door te dringen tot de essentie van de dingen. Je mag niet te gemakkelijk tevreden zijn. De universiteit is zoveel meer dan lesjes studeren, het is een wetenschapswereld die je zelf moet ontdekken. Je zult het betere in jezelf tegenkomen, als je dat doet. Liliane Pintelon
7
Twee jonge professoren on een prestigieuze ERC Start Twee onderzoekers van het Departement Werktuigkunde kregen een ERC Starting Grant. Deze topbeurzen worden toegekend aan jonge, talentvolle onderzoekers die werken binnen Europa. Het enige selectiecriterium is uitmuntendheid binnen je vakdomein. De Faculteit Ingenieurswetenschappen is dan ook zeer trots dat twee van haar onderzoekers dit jaar de maximumbeurs van 1.500.000 euro in de wacht sleepten: Johan Meyers van de Afdeling Toegepaste Mechanica en Energieconversie en Hans Van Oosterwyck van de Afdeling Biomechanica.
Johan Meyers: Active Wind Farms: Optimization and Control of Atmospheric Energy Extraction in Gigawatt Wind Farms
8
Het project van Johan Meyers, ‘ActiveWindFarms’, streeft naar het optimaliseren van de opbrengst van grote windturbineparken. Een probleem bij grote parken is dat de individuele turbines die stroomafwaarts staan, 40 tot 80% onder hun maximale mogelijkheden presteren. Dit komt doordat deze turbines in het zog staan van de andere en doordat in grote parken de volledige atmosferische grenslaag wordt afgeremd. Deze grenslaag omvat de luchtstroming over het aardoppervlak
tot ongeveer 1 km hoogte en het lijkt wel alsof de lucht liever rond het windturbinepark gaat dan erdoorheen. ‘ActiveWindFarms’ wil dit probleem van de afremmende grenslaag zo goed mogelijk aanpakken door de verschillende windturbines op een slimme, individuele manier aan te sturen. Het doel daarvan is om zo meer energie uit de turbines te halen of ook om een betere energiekwaliteit met minder schommelingen te bekomen. Wetenschappelijke disciplines die aan bod komen zijn vooral fluïdummechanica en numerieke simulatie, maar ook meteorologie, structuurmechanica en elektriciteit zullen worden toegepast in dit project. Er zal gewerkt worden met grote, sterke simulatiepakketten om de luchtstromingen te berekenen. Hier worden dan algoritmes ingebouwd voor de controle en het optimaliseren van de nodige parameters. Johan Meyers en zijn onderzoeksgroep hebben een grote expertise in het simuleren en toepassen van algoritmes voor optimale controle. Voor het uitvoeren van experimenten - want simulaties alleen zijn uiteraard niet voldoende - zal worden samengewerkt met de onderzoeksgroep van Charles Meneveau aan de Johns Hopkins University (US). Binnen de KU Leuven ondersteunt deze ERC Grant eveneens de ontwikkeling van een heus windenergieteam. Parallel met deze ERC Grant start er namelijk een IDO project, gefinancierd door KU Leuven. Hierin werkt de onderzoeksgroep van Johan Meyers samen met een groep van klimatologie geleid door Nicole Van Lipzig, een groep van ESAT met Johan Driesen en een groep rond structuurmechanica met Wim Desmet aan een interdisciplinair onderzoek naar grote windturbineparken. Het ERC is voor Johan Meyers een erg interessante financieringsbron omdat er meteen veel geld gaat naar één project. Met de 1,5 miljoen euro die Johan Meyers binnenhaalde, kan hij vier doctoraatsstudenten financieren en ook twee postdocs. Johan Meyers is voor dit project voornamelijk op zoek naar ingenieurs met ervaring in het gebruik van numerieke technieken binnen de fluïdummechanica voor de simulatie van de luchtstromingen. Daarnaast zijn ook de toegepaste wiskundigen een interessant profiel voor het project, met name voor de uitwerking van het wiskundige optimalisatieproces. De eerste doctoraatsstudent start al op 1 oktober. Johan Meyers is erg tevreden en wil een aanvraag voor deze ERC Grant ten zeerste aanbevelen aan zijn collega-onderzoekers.
tvangen ting Grant ‘Als je een goed dossier hebt en overtuigd bent van een sterk verhaal, moet je er durven voor gaan’, meent hij. ‘Het is wel hard werken, je moet je er voor 100% in smijten, maar het levert sowieso iets op. Ook al haal je de uiteindelijke beurs niet, de procedure alleen al helpt je om je ideeën verder aan te scherpen. Uit het proces en de feedback die je krijgt, leer je enorm veel.’ ‘Het behalen van deze beurs heeft niet meteen mijn leven veranderd, toch is het een heel sterke bevestiging van de kwaliteit van mijn werk. Het verbetert ook de uitstraling van de onderzoeksgroep naar potentiële doctoraatsstudenten toe.’ Maar het grootste voordeel van het verkrijgen van deze beurs, vindt Johan, is dat hij in de komende jaren minder aanvragen zal hoeven schrijven, zodat hij zelf meer tijd zal hebben om het onderzoek te leiden en er ook in te participeren en zo zijn wetenschappelijke ‘scherpte’ te behouden.
Hans Van Oosterwyck: MAtrix – In silico and in vitro Models of Angiogenesis: unravelling the role of the extracellular matrix Met het verkrijgen van deze ERC Grant kan het voor Hans Van Oosterwyck nu helemaal beginnen. Deze middelen geven hem de kans om zijn ideeën op een meer zelfstandige manier uit te werken en om zo zijn eigen doelstellingen te bereiken. MAtrix gaat over angiogenese, dit is de vorming van nieuwe bloedvaten vanuit bestaande. Het is een erg belangrijk biologisch proces, aangezien bloedvaten onze cellen voorzien van voldoende zuurstof en voedingsstoffen. Angiogenese is noodzakelijk en positief, denk maar aan wondheling, waarbij de vorming van nieuwe bloedvaten een cruciale stap is in de helingsrespons. Soms kan angiogenese echter ook ongewenst zijn, bv. wanneer een tumor bloedvaten vanuit de omgeving aantrekt, en hierdoor de kans op uitzaaiingen verhoogt. In dit project staat het beter leren begrijpen van angiogenese centraal, om zo op termijn het angiogeneseproces te kunnen stimuleren of juist tegen te gaan of te normaliseren, afhankelijk van de situatie. Angiogenese is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de migratie van endotheelcellen (de cellen die het bloedvat vormen) en hun mechanische interactie met de extracellulaire matrix - zeg maar de substantie waarin de cellen zich bevinden. Hierop zal het project focussen: hoe kan de vorming van nieuwe bloedvaten worden beïnvloed door in te spelen op zijn mechanische omgeving? Het angiogeneseproces zal op een kwantitatieve manier bestudeerd worden door enerzijds de krachten tijdens celmigratie te berekenen, en anderzijds hun effect op celgedrag na te gaan.
9
De grootste uitdaging binnen zijn project ziet Hans Van Oosterwyck in de wisselwerking tussen mechanica en biologie, en het wiskundig vertalen van de onderliggende mechanismen in computermodellen, die gebruik zullen maken van de discrete elementen methode. Daarnaast zorgt ook het interdisciplinair karakter voor extra complexiteit. De computermodellen moeten immers gevoed worden door experimentele data. Hiervoor zullen endotheelcellen in vitro gekweekt worden in biopolymeren, die dienst doen als een artificiële extracellulaire matrix. Via lichtmicroscopie kan vervolgens de vorming van nieuwe bloedvaten ‘live’ gevolgd worden. Om alle noodzakelijke methodieken op punt te stellen zal het onderzoeksteam intensief samenwerken met collega’s binnen en buiten onze faculteit. Hans Van Oosterwyck zal op dit project drie doctoraatsstudenten aanwerven en één postdoc. Het project zal starten op 1 november met de aanwerving van twee nieuwe mensen. Na een jaar inwerken zullen ook de twee resterende mandaten worden ingevuld. Het is een uitdaging om op zoek te gaan naar deze nieuwe onderzoekers: ze moeten interdisciplinair willen en durven denken en een analytische geest combineren met expertise in ofwel modelleringtechnieken, ofwel experimentele technieken. Hans Van Oosterwyck houdt aan dit hele verhaal vooral een gevoel van mentale rust over: deze beurs biedt hem immers de nodige middelen om mechanismen op het grensvlak van mechanica en biologie grondig uit te spitten en samenwerkingen verder uit te bouwen. Hoewel de studie van angiogenese niet rechtstreeks in de lijn ligt van zijn eerdere werk over botregeneratie en botengineering, is dit fundamentelere onderzoek erg belangrijk. Botregeneratie zou immers nooit mogelijk zijn zonder nieuwe bloedvaten. Christel Heylen
Grafeenlagen bouw De Nobelprijs fysica werd in 2010 uitgereikt aan Andre Geim en Konstantin Novoselov voor hun baanbrekende experimenten rond het tweedimensionale materiaal grafeen. Dit is een cryptische beschrijving van een materiaal dat we in het dagelijkse leven veelvuldig tegenkomen, vaak zonder het te weten. Zo is grafeen de bouwsteen van grafiet, de stof die we met een potlood uitspreiden over een blad papier. Maar grafeen biedt ook fascinerende mogelijkheden binnen de elektronica. Aan het Departement Chemische Ingenieurstechnieken (CIT) bestudeerde Luna Imperiali tijdens haar doctoraat de mogelijkheid om grafeengebaseerde lagen te assembleren met een wateroppervlak als tweedimensionaal sjabloon.
10
Grafeen bestaat uit een flexibele laag koolstof die slechts één atoom dik is (Figuur 1). Ter vergelijking, een blad papier met dezelfde geometrische verhoudingen zou meters lang zijn. Deze hoogst tweedimensionale geometrie ligt aan de basis van de vele aantrekkelijke eigenschappen van grafeen en zijn afgeleiden: de lagen zijn extreem sterk maar buigzaam en vertonen uitzonderlijke elektrische en optische eigenschappen die belangrijk zijn voor een brede waaier van toepassingen in de highspeed elektronica en fotonica. Eén van de meest tot de verbeelding sprekende toekomstige toepassingen van grafeen is in transparante buigzame elektrodes voor gebruik in een nieuwe generatie van opvouwbare aanraakschermen. Het gebruik van grafeenlagen in hoogtechnologische producten is echter een stap waarvoor eerst nog twee hindernissen moeten worden overwonnen. Ten eerste is het belangrijk een productiemethode te ontwikkelen die zowel kosteneffectief als eenvoudig opschaalbaar is. En ten tweede, om efficiënte toestellen te maken moeten deze grafeenlagen in structuren geassembleerd worden die dezelfde gewenste eigenschappen behouden als die van de enkelvoudige bouwsteen. Dit assemblageproces is verre van eenvoudig en is gewoonlijk de meest cruciale stap voor alle materialen gebaseerd op nano- en microdeeltjes. Net zoals in een koor, waar de afzonderlijke goede zangers elkaar moeten coördineren en naar elkaar moeten luisteren om goed te presteren in een groep, zo moeten ook de afzonderlijke deeltjes volgens hun kenmerkende aard samengesteld worden om een werkende structuur te creëren. In het geval van grafeen, waar de meest interessante eigenschappen te wijten zijn aan de typische tweedimensionale structuur, is het cruciaal deze tweedimensionaliteit te bewaren in de geassembleerde structuur.
Figuur 1: Schematische weergave van een grafeenlaag.
Dit vormt de basis van het experimentele onderzoek geleid door Luna Imperiali tijdens haar doctoraat in de groep van professor Jan Vermant aan het Departement CIT, waarin ze onderzocht of het mogelijk is om een wateroppervlak als sjabloon te gebruiken om grafeengebaseerde lagen samen te stellen. De geoxideerde variant van grafeen, met name grafeenoxide, werd gekozen omdat met grafeenoxide weinig moeilijkheden werd ondervonden wat de productiemethode en het assemblageproces betreft. Zo kunnen lagen grafeenoxide eenvoudig in grote hoeveelheden verkregen worden uit grafiet. De zuurstofgroepen op de koolstofruggengraat van de lagen maken de lagen bovendien deels hydrofiel, waardoor ze zoals bladeren in een vijver drijven op het wateroppervlak. Meer specifiek bekeek Luna onder welke voorwaarden het wateroppervlak kan gebruikt worden om dunne films van grafeenoxide te maken. Hieruit bleek dat de drijvende lagen tegen elkaar aan gedrukt kunnen worden tot extreem stabiele en compacte structuren (Figuur 2).
Figuur 2: Dunne buigzame film van grafeenoxide lagen gevormd op een wateroppervlak.
wen op water De meniscus van het wateroppervlak houdt de deeltjes dicht bijeen waardoor deze grensvlakstructuur extreem sterk is. Tegen de verwachtingen in behoudt de grensvlakfilm de flexibiliteit van een enkelvoudige grafeenlaag tot dit punt dat, wanneer hij sterk wordt samengedrukt, de film rimpelt in plaats van te breken, net zoals een elastisch membraan (Figuur 2). Zowel de sterkte als de buigzaamheid van de structuur zijn essentieel voor een aantal toepassingen. Door deze mechanische integriteit is het namelijk mogelijk om grootschalige films rechtstreeks van het wateroppervlak naar een geschikt substraat over te brengen. Dankzij chemische reductie kunnen we transparante geleidende films bekomen, met potentiële toepassing in de elektronica en fotonica (Figuur 3).
Figuur 4: Door grafeenoxidelagen gepantserde druppels. Die eigenschappen zijn aantrekkelijk voor een brede waaier aan toepassingen, niet alleen in de fotonica en elektronica, maar ook voor katalyse waar dergelijke geleidende poreuze structuren kunnen dienen als selectieve reactieplaatsen. Annelies Malfliet Luna Imperiali 11
Figuur 3: Transparante geleidende film gemaakt uit grafeenlagen
Het gebruik van vloeibare grensvlakken als hulpmiddel voor het samenstellen van grafeenlagen opent de deur naar vele boeiende toepassingen. De kennis opgedaan voor vlakke wateroppervlakken kan vervolgens toegepast worden op gekromde grensvlakken tussen twee onmengbare vloeistoffen, zoals olie en water. Door het vermogen van de grafeenlagen om op vloeibare grensvlakken te adsorberen, is het mogelijk om oliedruppels te stabiliseren door een pantser van samengepakte grafeenoxidelagen (Figuur 4). Vanuit dit oogpunt kunnen multifasesystemen fungeren als patronen om complexe structuren met grafeengebaseerde lagen op te bouwen. Deze aanpak is vooral interessant om sponsachtige structuren te vormen. Dergelijke grafeensponsen worden gekarakteriseerd door extreem lage dichtheden gecombineerd met hoge mechanische sterkte. De grafeenoxidelagen kunnen ook gereduceerd worden om geleidende schuimen te maken.
Luna Imperiali studeerde Materials Engineering aan de Universita’ di Napoli Federico II in Italië en aan de Universitat Politecnica de Catalunya in Spanje. In 2009 verhuisde ze naar Leuven om aan een doctoraat te werken in het Laboratorium voor Toegepaste Reologie en Kunststofverwerking aan het Departement Chemische Ingenieurstechnieken. Het werk hier beschreven vormt een deel van haar doctoraatsonderzoek ‘Self-assembly of nanoparticles at fluid interfaces’ ontwikkeld binnen het Europese project ‘Nanodirect’ (7th FP).
Pistorius versus Borlée: een ingenieurs- en sporter Terugblik op de Olympische Spelen, Londen, 2012: atletiek, 400 meter, mannen met Kevin en Jonathan Borlée. Ze hadden aangekondigd voor de medailles te gaan. Het draaide iets anders uit. Oorzaak: niet meer snel genoeg in de halve finales wat de kans om ‘de slechte banen’ te loten voor de finale aanzienlijk vergroot. Er zijn twee zulke banen: die aan de binnenkant met de scherpste bochten, en die aan de buitenkant waar je er heel lang geen idee van hebt hoe de koers zich ontwikkelt. Er stonden twee Belgen in de finale, één per slechte baan. De één vertrok te snel, de ander te traag – naar eigen zeggen. Hun startreactietijd in acht genomen, liepen ze exact even snel. Of het anders had kunnen uitdraaien?
Terug naar de halve finales. Jonathan Borlée startte in baan vier met voor hem in baan vijf Oscar Pistorius. Voor diegenen die zich de koers niet meer herinneren: Jonathan Borlée was Oscar Pistorius gepasseerd na ongeveer 50 meter (en maakte dus ongeveer 7 meter goed in het eerste achtste van de wedstrijd). 12
En? De ene atleet start snel, de andere start traag. Ok. Ware het niet dat Oscar Pistorius de Blade Runner is: hij is geboren zonder onderbenen en loopt al heel zijn leven op prothesen. Met deze prothesen kun je niet snel(ler) starten. Het zijn als het ware veren die energetisch opgeladen moeten worden. In het excuses-voor-na-de-koers-boekje van Oscar Pistorius is bijgevolg ‘te snel gestart doordat die voor mij ook te snel gestart is’ geschrapt.
En die mag meedoen? Oscar Pistorius heeft de toestemming van de internationale atletiekfederatie IAAF om deel te nemen aan wedstrijden voor valide atleten – ook aan kampioenschappen, maar niet exclusief aan valide competitie. Voor het verlenen van deze toestemming is men echter niet over één nacht ijs gegaan aangezien het bij reglement verboden is om gebruik te maken van mechanische hulpmiddelen. Het kamp Pistorius moest dus aantonen dat de prothesen geen mechanisch voordeel opleveren in vergelijking met de ‘reguliere’ onderbenen.
En wat hebben ingenieurs hiermee te maken? Biomechanica, modelleren, materiaalkunde, optimalisatie. Eerst het verhaal afmaken: de wetenschappers werden erbij gehaald met de vraag of de prothesen voordeel opleveren. De eerste studie meldde van wel1. De tegenstudie2 meldde van niet of dat er alleszins ook nadelen zijn en dat de som van voordelen plus nadelen geen wezenlijk voordeel oplevert.
Conclusie: er kan niet sluitend wetenschappelijk worden aangetoond dat lopen op prothesen de loper mechanisch voordeel oplevert.
Wat is er onderzocht? Eigenlijk is dit wel een goede conclusie: de biomechanische analysetechnieken in de tijdsspanne van de gevoerde onderzoeken kunnen wellicht geen sluitend antwoord bieden. Alleszins niet eentje waar geen speld tussen te krijgen is. De onderzoekers hebben het bewegingspatroon van Oscar Pistorius opgemeten. Hiervoor worden reflecterende leds op de huid geplakt om de lichaamssegmenten aan te duiden en de beweging van de botten te registreren. (Merk hierbij op dat spieren relatief ten opzichte van de botten bewegen waardoor de metingen fouten zullen bevatten.) De positie van deze leds wordt opgemeten met camera’s. Op basis van een onderliggend model dat een beschrijving bevat van het skelet, de gewrichten en de spieren kan berekend worden hoe de lichaamssegmenten versneld worden en wat de krachtwerking op de gewrichten is. (Merk hierbij op dat het onderliggende model een veralgemeend model is dat zowat voor elke mens wordt gebruikt.) De onderbenen zijn wel –oef- vervangen door veren en dempers. Het patroon van Oscar Pistorius is dan vergeleken met dat van enkele andere lopers om te bekijken of dat afwijkt van het ‘normale’. Hieruit bleek dat de inertie – de weerstand tegen verandering van beweging – lager is voor de prothesen dan voor onderbenen. Als gevolg moet er minder arbeid geleverd worden om het been op te tillen en te versnellen. Daarenboven zijn de gewrichtsmomenten in knie en heup lager, wat wijst op een mindere belasting van de spieren die deze gewrichten aansturen1.
…En de hiaten? Om de zekerheid van de analyse te vergroten, zou Oscar Pistorius met zichzelf moeten vergeleken worden. Met andere woorden: het zou meer betrouwbare resultaten opleveren als je de resultaten van een ‘Oscar Pistorius-model met prothesen’ zou vergelijken met deze van een ‘Oscar Pistorius-model met onderbenen’.
svisie
13
Samengevat
Opmeten van de beweging van die laatste is uiteraard onmogelijk. Berekenen dan maar? Theoretisch gezien kan de beweging worden teruggerekend als de krachten gekend zijn. Helaas treden er een aantal moeilijkheden op in het modelleringsaspect hierbij: zoals het contact met de grond beschrijven bijvoorbeeld, maar ook rond de definitie van het optimale doel waaraan de simulatie moet voldoen. Het meest voor de hand liggende zou ‘zo snel mogelijk’ lopen zijn aangezien het om wedstrijdsituaties gaat. Daarenboven is er de numerieke kwestie: het probleem is te groot om ‘zo maar eventjes uit te rekenen’ en het is niet evident de beste oplossing te vinden. Om de (virtuele) uitkomst nog minder onzeker te krijgen, is het gebruik van subjectspecifieke modellen of dus een gepersonaliseerde beschrijving van skelet en spieren aangewezen. Helaas, de technieken hiervoor staan nog niet op punt maar er wordt hard aan gewerkt (ook bij ons).
Hans Vandeweghe gebruikte in De Standaard (6 augustus 2012) Skippy als metafoor om het optreden van Oscar Pistorius in Londen met het nodige cynisme te beschrijven. Hij scoort daar een punt. Vanuit wetenschappelijk standpunt kunnen de analyses zoals ze nu ter beschikking zijn wellicht tot een meer besluitend resultaat leiden mits de nodige investeringen van tijd (en middelen). Ondertussen moet de internationale atletiekfederatie zich maar eens over het volgende bezinnen – desnoods met de analytische geest van een ingenieur erbij: kan Oscar Pistorius voldoende anticiperen op een wedstrijdsituatie? En: sluit deelname aan de Olympische Spelen deelname aan de Paralympische Spelen (en omgekeerd) niet uit, kwestie van een kat een kat te noemen?
Conclusie Of dit ons een medaille gekost heeft? Nee, maar het is wel een zeer interessante case. AVC (heeft zowel affiniteit met het onderzoeksgebied als met de sport in kwestie)
1
Bruggeman et al. 2008 Sports Techn. 2 Kram et al. 2010 J Appl Physiol
Noot: Oscar Pistorius verloor tijdens de Paralympische spelen zijn titel op de 200m en volgens hem was dit te wijten aan de belachelijk lange prothesen van zijn winnende tegenstander.
30 mei in Brugge: promotie 1954 bijeen op historische Sint-Janssite Het was mooi weer toen dertig deelnemers op de middag aankwamen op de site Oud Sint-Jan, één van de meest bezochte plaatsen in Brugge, vlakbij het Oud Sint-Janshospitaal. Het werd de perfecte locatie voor deze dag: met ruim terras vlak bij het water met een aanlegplaats voor de rondvaartboten. Onder de zonnigste hemel van het hele voorjaar werd het een prettig weerzien voor alle deelnemers: collega’s die in 1954 Leuven verlieten met hun gegeerd ingenieursdiploma, en hun echtgenotes. Met 58 jaar diploma vertegenwoordigen wij intussen een heel stuk uit de geschiedenis van onze in 2012 nu al 140- jarige Leuvense Alumnivereniging. Op die traditie werd dan ook het glas van een uitmuntend VILv-aperitief geheven. Vandaag antwoorden er nog zesentwintig van de drieënveertig die afstudeerden in 1954 op onze uitnodigingen, en er waren effectief toch twintig namen van de oorspronkelijke ‘Mannschaft’ present: - dertien collega’s en zeven eega’s van vrienden die wegvielen. Een tiental collega’s had zich laten verontschuldigen. Met onze meegekomen echtgenotes zaten we met z’n dertigen aan tafel.
14
Na het hoofdgerecht werd de traditionele speech van Jos omwille van zijn heesheid met stijl en klank door Paul Van Beveren overgenomen. Het was een mooi overzicht van alle voorbije jubileumbijeenkomsten, een gemeende commemoratie van de overleden promotiegenoten van wie de echtgenote aanwezig was, waaronder André De Clercq die ons in februari verliet, en de herinnering aan de afwezige vrienden. Ook een terechte hulde aan de ‘spirit’ van onze promotie was hier op haar plaats. Daarna volgde de afwisselend nostalgische en humoristische fotosessie, een groot werk van collega Fons Pauwels, met 213 foto’s uit 194958 van onze groep als studenten, ingenieurs en koppels, uitgebreid met onze scharniermomenten in de volgende decennia. Die puike topprestatie van Fons Pauwels duurde meer dan één uur... En dat er veel commentaar was, hoeft niet gezegd. De vertoning verliep naadloos – Murphy kreeg geen kans bij een Siska Van Beveren aan het toetsenbord. Daarna begon een tocht van 50 minuten op de Reien - in een Brugge dat er onder het zalig zonlicht van deze dag stralend uitzag. Wanneer wij vier dagen later de 1000 boten van de feestvloot van de jubilerende Queen Elisabeth II de Theems zagen afvaren hadden wij haar graag ons weer in Brugge gegund, in plaats van de druilerige Londense hemel van die zondag. Eenmaal weergekeerd op ons Sint-Jansterras konden wij, een uurtje later, bij een frisse pint verder nakaarten tot wij afscheid gingen nemen. Graag tot de volgende keer. Paul Van Beveren en Jos Deknopper
Forumavonden 2012-2013 13 november 2012: Hoe verwarm ik morgen mijn huis? VILv-coördinator:
Eric Van den Bulck
In de hype rond groene energie worden we geconfronteerd met vele nieuwe technieken. Met deze forumavond willen we dieper ingaan op de manier waarop industriële en particuliere woningen verwarmd zullen worden in de (nabije) toekomst. Geothermie lijkt één van de veelbelovende oplossingen: aardwarmte is onuitputtelijk en permanent beschikbaar. We steken ook ons licht op bij onze oosterburen en horen welke technologische hoogstandjes zij aan het ontwikkelen zijn.
Sprekers: dr. ir. Leen Peeters, zelfstanding consulent en deeltijds professor VUB • ing. Laurent Vercruysse, technisch directeur Viessmann België • Wim Smet, gedelegeerd bestuurder Smet Boring NV • professor Dirk Saelens, Afdeling Bouwfysica KU Leuven Start:
Locatie:
19.30 u., broodjes vanaf 18.30 u.
Thermotechnisch Instituut
19 februari 2013: Engineering Your Health: utopie of realiteit? VILv-coördinator:
Patrick Pype
Hoewel niet altijd onderkend door de maatschappij, valt de bijdrage van vele ingenieurs tot de vooruitgang in de geneeskunde niet te onderschatten. De gebundelde krachten van de Ingenieursfaculteit, de Faculteit Geneeskunde, imec en UZ Leuven zorgen zelf voor heel wat mooie voorbeelden en toepassingen op dit vlak. Verschillende aspecten zullen op deze forumavond aan bod komen, waaronder de miniaturisatie van elektronische schakelingen op basis van laagvermogenplatformen die resulteren in autonome implantaten die voor verschillende doeleinden ingezet kunnen worden. Daarnaast natuurlijk ook de geavanceerde beeldverwerkingstechnieken die meer en meer artsen en chirurgen helpen bij diagnose, voorbereiding, planning en uitvoering van ingrepen. Zeker en vast de moeite waard om te komen luisteren en kijken.
Start:
Locatie:
19.30 u., broodjes vanaf 18.30 u.
Auditorium Arenbergkasteel
23 april 2013: Het grote energiedebat - wie doet het licht weer aan? VILv-coördinator:
Gert Sablon
Op 23 april plannen we het grote energiedebat voor Vlaanderen. We menen immers dat het debat de jongste jaren niet steeds even correct gevoerd werd. Recent werden zonnepanelen massaal gepromoot en gesubsidieerd. Ondertussen wil de overheid andere beleidskeuzes maken. Welke zijn de toekomstgerichte keuzes die zowel economisch, technologisch, ecologisch als geopolitiek duurzaam zijn?
Start:
19.30 u., broodjes vanaf 18.30 u.
Locatie:
Thermotechnisch Instituut
15
.eu: Europese websites toegankelijk dankzij Leuvense software Er zijn heel wat alumni die ooit les gehad hebben van professor Pierre Verbaeten. Maar niet alleen bij alumni is professor Verbaeten een gekende naam, ook ver daarbuiten is hij gekend als de ‘vader van het Belgische internet’. Inderdaad, hij heeft een belangrijke rol gespeeld bij de uitbouw van het DNS systeem (Domain Name System) voor Belgische én Europese domeinen. Tijd voor een kort gesprek.
Lang voor het internet commercieel beschikbaar werd in België in 1994, heeft professor Verbaeten er al in 1989 voor gezorgd dat het .be ‘top level domain’ geactiveerd werd en dat bijgevolg .be domeinnamen konden worden geregistreerd. Het was op dat moment vooral de bedoeling dat nieuwe domeinnamen gemakkelijker konden worden aangemaakt en gebruikt voor wereldwijd e-mailverkeer, voornamelijk door de wetenschappelijke wereld.
dns.be speelde een voortrekkersrol in deze samenwerking. Zo is de software die gebruikt wordt binnen EURid van Leuvense makelij: ze is gebaseerd op de software die binnen dns.be ontwikkeld werd. Momenteel heeft EURid een 60-tal personen in dienst, waarvan een beperkt aantal in 3 lokale vestigingen in Pisa, Praag en Stockholm. In het lastenboek was onder andere bepaald dat de ondersteuning in alle officiële talen van de EU moet gebeuren en oorspronkelijk was het dan ook de bedoeling dat meertalige, technische profielen zouden kunnen worden aangetrokken via deze gedecentraliseerde zetels. Niettemin blijkt achteraf dat meertalige profielen het makkelijkst in Brussel te vinden zijn. Ook al spelen domeinnamen een belangrijke rol voor de bereikbaarheid van websites, toch is noch dns.be noch EURid verantwoordelijk voor de inhoud van websites. Beide organisaties zullen dan ook niet zomaar overgaan tot het schrappen van domeinnamen. Dit kan enkel na een rechterlijke beslissing of wanneer bijvoorbeeld blijkt dat een .eu aanvrager toch niet in Europa gevestigd is.
16
dns.be beheert ondertussen 1,32 miljoen .be-domeinnamen en heeft aangekondigd in de toekomst ook de .vlaanderen domeinnaam te zullen beheren. .vlaanderen is één van de meer dan 1900 ‘generic top level domain’ namen die aangevraagd werden bij ICANN en naar alle waarschijnlijk zal worden goedgekeurd in de loop van 2013. Begin dit jaar konden aanvragen voor een ‘generic top level domain’ gebeuren voor een éénmalige kost van $185.000 plus een jaarlijkse fee van $25.000. Onder de aanvragen zitten naast merknamen zoals .apple, .amazon en .google ook geografische aanvragen (voor België: .vlaanderen, .brussels en .gent)
Na 10 jaar werd de werklast voor het toekennen en de daarmee gepaard gaande administratie en vereiste controles te groot en heeft professor Verbaeten in 2000 besloten de verantwoordelijkheid voor de registratie van .be domeinnamen over te dragen aan dns.be, een vzw met 4 leden: Agoria, ISAPA, Beltug en professor Verbaeten zelf. Professor Verbaeten is daarnaast ook lid van het strategisch comité van dns.be. Het BIPT, dat formeel verantwoordelijk is voor het beheer van ‘nummerreeksen’ en dus ook voor IP-adressen gebruikt op Belgische bodem, is ook vertegenwoordigd in dat strategisch comité. Niettemin is er geen formeel akkoord tussen de Belgische overheid en dns.be. dns.be heeft in 2005 een belangrijke rol gespeeld bij de oprichting van EURid, de organisatie verantwoordelijk voor het .eu topleveldomein. Als één van de grootste economische spelers wereldwijd, ambieerde de Europese Commissie immers een eigen .eu extensie. Om deze extensie te beheren werd een lastenboek uitgeschreven, dat uiteindelijk gewonnen werd door een samenwerkingsverband tussen dns.be en ondermeer de Tsjechische, Sloveense, Italiaanse en Zweedse topleveldomeinbeheerders.
Recent kreeg ook de beveiliging van DNS meer aandacht. Immers, als je het IP-adres opvraagt van kuleuven.be (en daartoe dient DNS tenslotte), is er geen volledig sluitende controle mogelijk of het antwoord dat je ontvangt, wel degelijk het correcte IP-adres is van de KU Leuven site, en niet dat van een man in the middle die zich wil voordoen als KU Leuven. Sinds 2010 hebben zowel EURid als dns.be DNSSEC geïmplementeerd: Domain Name System Security Extensions. Iedereen met een .eu of .be website, kan dus zijn registrar (DNS-registratie verloopt immers via een 2-trapsproces en niet rechtsreeks bij dns.be of EURid) vragen om DNSSEC te implementeren voor zijn domeinnaam. Niettemin is er slechts een beperkte groep van registrars die deze dienst aanbiedt. Het vergt inderdaad toch wel enige technische competentie om deze nieuwe standaard degelijk en correct te implementeren. Iris De Coster
17
Jan De Nul: een stage om trots
De Jan De Nul Group is een Belgisch bedrijf en één van de grootste baggermaatschappijen ter wereld. Het bedrijf werd opgericht in 1938 in Hofstade bij Aalst door Jan De Nul en was in eerste instantie actief in civiele werken en maritieme constructie. In 1951 trad het bedrijf toe tot de baggersector. Het baggeren evolueerde tot de voornaamste activiteit van Jan De Nul Group. Daarnaast voeren ze ook landaanwinningswerken uit, het aanleggen van pijpleidingen in zee, berging van schepen enzovoort. Bram Kerkhofs liep deze zomer stage bij dit bedrijf. Hij vertrok naar Pula in Kroatië waar er vier nieuwe schepen gebouwd moesten worden. Wat houdt de stage precies in die je bij Jan de Nul aan het doen bent?
18
De bedoeling van de stage is vooral dat je proeft van de baggerwereld en de werking van het schip. Het project waar ik geplaatst ben, was de nieuwbouw van twee zusterschepen. Het interessante hieraan was dat het éne project 5 maanden achterstond op het andere. Hierdoor kon je de verschillende stadia van het schip zien en lijkt alles wat sneller vooruit te gaan. Het schip wordt niet door Jan De Nul nv zelf gebouwd, maar wordt uitbesteed aan een scheepswerf. Alles wat zij doen op het schip moet goedgekeurd worden door de eigenaar (Jan De Nul) en een classificatiebureau (dat bepaalt of het schip aan de normen voldoet). In grote lijnen bestaan mijn taken uit 50% praktisch en 50% theoretisch werk. Het praktische is controles uitvoeren van gedane werken. Dit is bijvoorbeeld lassen controleren op hun dikte en afwerking, tanks controleren op waterdichtheid, controle van een bepaald hydraulisch systeem op lekkage,… Een dergelijke controle gebeurt meestal met een entourage van drie tot zes man: één tot drie van Jan de Nul, één van het classificatiebureau en de ploegbaas met eventueel een arbeider. Deze controles kunnen kort zijn: bijvoorbeeld een dynamische belastingstest van een davit (die plaatst de reddingsboten in de zee). Hierbij wordt een gewicht aan de davit gehangen dat 1,3 keer het gewicht van een volle reddingsboot vertegenwoordigt. Dit wordt naar beneden gelaten en drie keer plotseling onderbroken. Hierbij moet er op gelet worden of er achteraf scheurtjes zijn in de lassen of het metaal. Een lange controle kan bijvoorbeeld het nakijken van lassen zijn. Hierbij moet er in holtes door mangaten geklommen en gekropen worden. Dan wordt er in elk hoekje of kantje gekeken of de las wel dik en volledig genoeg (zonder gaten) gelegd is. Om deze ruimtes te bereiken moet je vaak vele ladders en stellingen trotseren en het toppunt is dat de temperatuur hier tot 70°C kan oplopen. De zon staat continu op het schip en de verluchting is zeer slecht. De lassers krijgen soms zuurstofflessen mee want zij moeten er 8 uur in werken, maar wij niet. Dit zijn controles waar er niet bepaald om gevochten wordt. Maar al bij al is het wel een avontuur. Voor het theoretische gedeelte krijg je een begeleider toegewezen die ook ingenieur is. Hij stelt opdrachten voor en je mag kiezen welke je doet. Bij mij was dat het berekenen van de bunkertijd van HFO (dit is de duur van het tanken van Heavy Fuel Oil: brandstof dus). Dit is zeer interessant aangezien de viscositeit erg afhangt van de temperatuur en de drukval over kleppen, frictiefactor, Reynoldsgetal,…. De andere opdracht was het berekenen van de krachten op de stutten door een ongeplande bocht in een hogedrukpijp.
Het interessantste aan de beide opdrachten is dat je helemaal zelfstandig moet werken, en je dus alles zelf moet bepalen zoals de randvoorwaarden en vereenvoudigingen en je moet zelf veel initiatief nemen om zaken uit te zoeken. Hierbij zie je vaak dat ‘simpele’ berekeningen vaak onvoldoende zijn en er bijna in elk geval een simulatie nodig is om meer betrouwbare uitkomsten te bekomen. Maar als eerste benadering zijn de ‘simpele’ berekeningen vaak een goede indicatie.
Hoe ziet een dag eruit? Om 7 uur is iedereen op het kantoor aan de scheepswerf. Dan worden er vooral mails nagekeken en andere kleine dingen afgehandeld die de dag ervoor niet klaar waren. Om 7.30 uur is er een kleine vergadering over de controles die die dag gedaan worden. Om 8 uur beginnen de eerste controles en om 10.30 uur is er een pauze zodat er wat gegeten kan worden. Om 11.15 uur begint de volgende reeks controles en rond 14.45 uur vertrekt iedereen naar het restaurant om te gaan lunchen. De arbeiders gaan naar huis om 15 uur dus na de lunch wordt er vooral aan de theoretische opdrachten gewerkt tot 19 uur wanneer het werk eindigt. Dan gaan we naar het strand of naar een terras waar we ons nog wat amuseren en daarna gaan we slapen. De week duurt van maandag tot zaterdag, maar zondag ben je vrij.
op te zijn
Waar werk je precies? De scheepswerf bevindt zich in Kroatië, in Pula. Toen één van de schepen in het droogdok ging was het de bedoeling dat we mee voeren tot in Rijeka en daar een 10-tal dagen zouden verblijven, maar omdat er nog niet genoeg accommodatie was op het schip kon dit niet doorgaan. Uiteindelijk zijn we op de laatste dag met een taxi tot daar gereden om dan mee terug te varen.
Hoe bevalt het land je? Zijn er bijzonderheden aan het land? Eigenlijk ben je hier om je stage te doen en ben je niet op vakantie. Hoewel: na 19 uur en op zondag is het vakantiegevoel niet weg te cijferen. Het is bijna elke dag rond de 32-33°C en ’s avonds wemelt het van de toeristen op de terrasjes en stranden. Er zijn straatmuzikanten, levende standbeelden, shows op het plein, een filmfestival, optredens in de arena (amfitheater),… Op zondag zijn we naar omringende stadjes en natuurparken geweest, maar we eindigden altijd op een strand waar er wat slaap werd ingehaald van de vermoeiende week en de zaterdag in de disco.
Hoe ben je op het idee gekomen en wat ging er allemaal aan vooraf (sollicitatiegesprek, motivatiebrief, de taal leren..?) Eigenlijk is het helemaal niet zo moeilijk: neem op tijd initiatief. Ik had in oktober een mail gestuurd met mijn cv en motivatiebrief. Ze vroegen aan mij welke periode ik het liefst wilde gaan en in januari kreeg ik het bericht dat ik naar Kroatië mocht gaan voor 6 weken. Het enige wat ze verwachten, is dat je voldoende gemotiveerd bent, Engels spreekt en wilt bijleren.
Met hoeveel studenten ben je op stage en kende je daar vooraf al mensen van? Ik kende op voorhand niemand. Het zal later ook niet anders zijn als je gaat werken bij een bedrijf.
Ik deelde een appartement met een ingenieursstudent uit Gent. Later is ook de elektricien in ons appartement komen wonen. Het is interessant om de mensen hier te ontmoeten. Op het schip is er een hiërarchie en er zijn twee personen (de kapitein en de hoofdmachinist) die professioneel veel in contact komen met ingenieurs. De anderen (1e, 2e stuurman, 1e, 2e machinist, …) komen zelden in contact met ingenieurs. Deze laatsten nemen alles vaak goed op en vinden het fijn als er vragen zijn zoals: ‘waarom doen ze dit niet zus of zo’ en leggen dan graag uit waarom. Terwijl de eerste twee een meer vooringenomen houding hebben ten opzichte van ingenieurs. Zij beschouwen zo’n vraag eerder als een correctie en geven dan de indruk dat wij als studenten hen de les niet moeten spellen. Maar daar leer je na een tijd mee omgaan zodat de vooringenomenheid wat afneemt.
Heb je een speciale anekdote die je wilt delen? Na het werk zijn er heel wat dingen gebeurd waarop ik trots en minder trots kan zijn, maar ik ga mezelf hier niet belachelijk maken. We waren met vier mensen van Jan De Nul en twee Nederlanders (broer en zus) van onze leeftijd die we hadden leren kennen, in de disco. Op een gegeven moment kwam er een meisje met een hoed al dansend naar ons toe. Ze droeg de hoed op zo’n manier dat haar gezicht niet zichtbaar was. Niemand had haar zien aankomen en op een gegeven moment stond ze wat te schuren (maar vrij braaf) met de broer. Ik was wat nieuwsgierig naar dit mysterieus meisje en probeerde haar gezicht te zien. Toen ik het te zien kreeg begon ik spontaan te lachen. Ik vertelde aan mijn medestudent dat hij ook eens moest gaan kijken. Niemand vertelde aan de broer wat er aan de hand was en hij had dan ook niets door. Toen zij tijdens het dansen zich uiteindelijk omdraaide werd het zelfzekere ‘score-face’ van de broer vervangen door een blik van ‘ik dans met een 55-jarige’, wat dus ook zo was.
Kan je het aanraden aan andere studenten? Waarom? Als je wat zin hebt voor avontuur en tijdens de vakantie iets nuttigs wilt doen in het buitenland waarvoor je studiepunten krijgt, is dit zeker een aanrader! Elien Hendrickx
19
BEST Leuven verwelkomt 22 Europese over energie, in samenwerking met ESAT
7 juli 2012, het Theokot in Heverlee zit vol met meisjes en jongens vanuit heel Europa, die elkaar voor de eerste keer zien maar die na de komende 2 weken met tranen van elkaar afscheid zullen nemen. Komend van verschillende culturele en academische achtergronden, zijn ze hier voor één ding en dat is de jaarlijkse Summer Course georganiseerd door BEST Leuven waar ze dit jaar het fijne zullen leren over het ‘hot issue’ energie en het beste van de Belgische en Leuvense cultuur zullen proeven.
20
BEST...? Board of European Students of Technology, beter bekend als BEST, is een groeiende non-profitorganisatie die sinds 1989 communicatie-, samenwerkings- en uitwisselingsmogelijkheden biedt aan studenten over heel Europa. BEST bestaat uit 93 lokale BEST-groepen die in 32 landen een krachtig, jong en innovatief studentennetwerk vormen. Sinds 2000 heeft BEST een lokale groep verbonden aan de KU Leuven. Momenteel tellen wij een 30-tal actieve leden (zowel bachelor-, master-, als doctoraatsstudenten) van de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Binnen het Leuvense studentenleven vormt BEST Leuven bovendien een werkgroep binnen VTK.
It’s all about energy BEST organiseert doorheel het hele jaar ‘Courses on Technology’. BEST Leuven heeft sinds haar ontstaan al 11 zomercursussen georganiseerd en de jongste editie vond deze zomer plaats van 7 tot 20 juli met als hoofdthema energie.
De voorbereidingen voor deze twee-weken-durende cursus werden al in het begin van het academiejaar gestart om onze gasten het beste te kunnen bieden voor een prijs van maximaal 45 euro. Behalve alle nodige logistieke regelingen werd er een academisch programma samengesteld in nauw overleg met gastprofessoren van het departement ESAT (afdeling Electa) aan de KU Leuven en de deelnemende partners. Het lessenpakket bestond uit introducties tot energie-uitdagingen, elektriciteitsnetten, fotovoltaïsche energie, elektrische voertuigen, smart en supergrids, elektriciteitsmarkten en regulatory affairs. Deze lessen werden bovendien aangevuld met meer praktische sessies zoals bedrijfsbezoeken, workshops en case studies gebracht door onze partnerbedrijven: VITO (EnergyVille), Siemens, CG en Sia Partners. Naast al deze educatieve activiteiten kwamen onze internationale gasten ook niets te kort op sociaal en cultureel vlak. Op de eerste avond leerden ze de nodige woordenschat en fietsvaardigheden om de volgende twee weken in Leuven te kunnen overleven. Ze brachten ook een bezoekje aan Brussel, Brugge en Gent en ze hebben de kans gehad om het echte Belgische weer te ervaren. Traditiegetrouw werd er ook een internationale avond georganiseerd, een hoogtepunt van Europese cultuur!
studenten op hun zomercursus
21
Alle deelnemers brachten drank en eten mee van hun eigen streek, terwijl de Leuvense organisatoren voor een divers aanbod van Belgische bieren en chocolade zorgden. Dit resulteerde uiteraard in een avond die we niet snel zullen vergeten... tot de volgende editie toch!
BEST for you? In het academiejaar 2012-2013 zet BEST Leuven onder leiding van haar nieuwe en gemotiveerde board de traditie verder met traditionele maar ook nieuwe activiteiten voor de Leuvense ingenieursstudenten: “Behalve de Summer Course, organiseren wij ook de lokale ronde van European BEST Engineering Competition (EBEC), een Cultural Exchange met BEST groepen van Grenoble (Frankrijk) en Patras (Griekenland), het sociaal gedeelte van het ATHENS programma en veel meer. Wil je meer informatie over onze activiteiten of samenwerkingsmogelijkheden, contacteer ons dan via
[email protected]” Svetlana Pak
VTK werkt geniaal samen met bedrijven Om studenten te bereiken, biedt VTK Bedrijvenrelaties heel wat verschillende mogelijkheden aan bedrijven. We delen deze opties in in twee groepen: branding en recruitment.
22
Branding
Recruitment
Bij branding zorgen we voor naambekendheid van het bedrijf bij de studenten door het logo op verschillende plaatsen zichtbaar te maken. Posters voor TD’s, pokerchamps, een quiz,... een banner op een TD of in het Theokot ophangen,.. heel wat promomateriaal is hiervoor beschikbaar en meestal hebben de geïnteresseerde studenten de poster of banner met daarop het logo ook gezien. Ofwel kan een bedrijf een specifiek evenement uitkiezen zoals het VTK Galabal, VTK Revue, het promotiefeest op het einde van het jaar, de 24-urenloop, ... om te sponsoren in ruil voor de plaatsing van het bedrijfslogo op het promomateriaal. Van de ‘partners van VTK’ plaatsen we ook het logo in het ‘aankondigingenblad’ ’t Bakske en op de site. Een andere manier om aan product placement te doen is het voorzien van prijzen voor een quiz, een pokerchamp of een andere wedstrijd.
Als een bedrijf actief op zoek is naar afstuderende ingenieurs of stagiairs, zijn er heel wat evenementen waar bedrijven in contact kunnen komen met hun potentiële werknemers. Om de start van het jaar goed in te zetten, organiseren we de BR-launch. Op deze avond kunnen bedrijven een presentatie geven en tussen deze presentaties op informele wijze contact leggen met de studenten. Zowel de vertegenwoordigers van bedrijven als de studenten nemen namelijk deel aan een ontspannende activiteit. Vorig jaar was dit een wijnproeverij, dit jaar een cocktailworkshop. Het grootste evenement waarvan de meeste mensen waarschijnlijk al gehoord hebben, is de VTK Jobfair. Hier zijn een 70-tal bedrijven aanwezig en zowat alle laatstejaarsstudenten komen langs om de verschillende standjes te bekijken. De bedrijven krijgen ook de mogelijkheid om een presentatie te geven voor een kleinere groep. Jobfair beslaat een volledige dag en wij voorzien dan ook een lunch en drank. Sinds vorig jaar vindt de Jobfair plaats in de Brabanthallen.
Een paar weken na de Jobfair presenteren we de interviewdagen. Dan kunnen geïnteresseerde studenten een bedrijf kiezen waarbij ze effectief willen solliciteren en de bedrijven kunnen kiezen welke studenten ze willen interviewen. Een iets kleiner, maar niet onbelangrijk event is de stagefair, waar verschillende bedrijven stages aanbieden aan studenten. Aangezien een industriële of een werkervaringsstage een keuzevak is dat door veel studenten wordt gekozen, is dit ook een zeer interessant event voor zowel bedrijven als studenten. Vaak zien we dat studenten later zullen kiezen voor het bedrijf waar ze een stage hebben gevolgd.
Bedrijven kunnen ook het cv-boek kopen. Studenten sturen ons hun cv door als ze dat willen, en dit komt zo terecht bij de geïnteresseerde bedrijven. Naast dit cv-boek voor bedrijven, is er ook de Bedrijfsgids voor de studenten waarin bedrijven informatie over hun selectieprocedure, mogelijke jobaanbiedingen en dergelijke kunnen geven. Een heel directe manier van communicatie tussen bedrijven en studenten is (e)-mailing. Bedrijven kunnen studenten informatie doorsturen via VTK Bedrijvenrelaties.
Basic Bovenop de activiteiten die wijzelf organiseren, bieden we ook bedrijven de mogelijkheid om workshops of lezingen te geven. Hierbij zorgt VTK Bedrijvenrelaties dan voor logistieke ondersteuning en promo of publiciteit..
Online recruitment Vanaf dit jaar wil VTK Bedrijvenrelaties iets nieuws aanbieden op het vlak van online recruitment. Niet alleen is er een nieuwe website (www.vtk.be), die dienst doet als database voor bedrijven, evenementen, vacatures en stageplaatsen, maar bedrijven kunnen nu ook zelf een bedrijfspagina aanmaken. Hierop is heel wat informatie te vinden over het bedrijf zoals geschiedenis, selectieprocedure en zoveel meer. Studenten kunnen makkelijk in de database zoeken op basis van een bedrijfsnaam of afstudeerrichting,... Bedrijfsevenementen, vacatures, stageplaatsen en dergelijke zullen direct zichtbaar zijn op deze pagina.
Het goede oude drukwerk bestaat ook nog als communicatiekanaal bij studenten. De werkgroep communicatie van VTK geeft elke week ’t Bakske uit om de studenten op de hoogte te houden van het reilen en zeilen van VTK. Daarin kunnen bedrijven een advertentie plaatsen of ze kunnen het logo op de voorpagina laten zetten. En vier keer per jaar geeft VTK een echt tijdschrift uit, Ir.Reëel, waarin natuurlijk ook ruimte kan gemaakt worden voor een advertentie of publireportage. Voor elke boodschap blijft dus een mix van kanalen bestaan. Meer informatie over VTK Bedrijvenrelaties vind je op www.vtk.be en via
[email protected]. Sarah Jacobs
23
Van links naar rechts, achterste rij: Sébastien Slap Kai Zhang Jorn Hendrickx Manu De Block Emily Haest Marvin Claes Inge Gielis Luka Ramaekers Pieter Maene Wout Van der Veken Sophie Marien
Nero Pieters Roel Van Ballaer Dieter Maes Rob Geuens Pieter Willemsen Bram Gotink Kristof Dens Jeroen Van Hemelen Nicolas Butzen Niels Avonds
middelste rij:
eerste rij:
Niet op de foto:
Sarah Jacobs Elien Hendrickx Lauren De Meyer Daan Wendelen Stijn Meul Nils Charels Tom Van der Voorde Philippe Blondeel Sam Verbueken Axel Van de Walle Jeroen Rijnders
Sven Dewilde Michelle Driesen Niels Gevers Robin Ska Rien Hoeyberghs Hannelore Andries Katja Huys Sebastien Cantillon Heleen Van den Noorgate
Sander Van Gorp Jef Mannaerts Thomas Boets Maarten Vander Cruyssen Maarten Demarsin Judith Samyn Kristof Marien Daniel Slenders
COLOFON ‘GeniaaL’ is een tijdschrift van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en VILv - Alumni Ingenieurs KU Leuven, met bijdragen van medewerkers van de faculteit, alumni en studenten. ‘GeniaaL’ verschijnt viermaal per jaar: in januari, april, juli en oktober.
verantwoordelijke uitgever: Michiel Steyaert redactie: Annemie Caproens, Jelle De Borger, Iris De Coster, Christel Heylen, Annelies Malfliet, Liliane Pintelon, Gert Sablon, Michiel Steyaert, Anke Van Campen, Yves Willems, VTK-Communicatie
redactieadres: GeniaaL Faculteit Ingenieurswetenschappen Jelle De Borger Kasteelpark Arenberg 1 bus 2200 3001 HEVERLEE tel. + 32 16 32 16 89 fax + 32 16 32 19 82
[email protected] www.eng.kuleuven.be
grafisch ontwerp: altera.be drukwerk: Artoos Oudestraat 19 1910 KAMPENHOUT tel. + 32 16 61 83 59