facultair magazine
nummer 02 april 2011
Erasmus School of Law
Geregeld
Onderwijsdecaan Suzan Stoter zoekt vier onderwijspioniers Richard Staring: “Strafbaarstelling ‘illegaal’ leidt tot meer criminaliteit” Xandra Kramer bijzonder hoogleraar ‘European Civil Procedure’
Hier gebeurt Het b e n jij erbij?
Geregeld, magazine Erasmus School of Law
> Colofon Geregeld Uitgave van Erasmus School of Law, Erasmus Universiteit Rotterdam Oplage: 1150 exemplaren Volgende editie: woensdag 24 juni 2011 (deadline kopij: maandag 30 mei 2011) Geregeld is ook digitaal beschikbaar. Zie voor de digitale versie de volgende link: www.esl.eur.nl/geregeld Redactie Tomas Arons Joan Groenendaal-Moeling Arnoud Houweling Thaddeus Müller Mildred Ramzan Khaibar Sarghandoy Niels van Zijl Hanz Zwart Vormgeving PanArt creatie en communicatie, Rhoon
ArbeidsrecHt bouwrecHt HAndelsrecHt insolventierecHt
Jij bent een goed jurist en je wilt een uitstekend advocaat worden. Daarom nemen wij jou mee in de wereld van onze cliënten, jouw cliënten! Samen met hen werk jij aan oplossingen voor hun problemen. Jij zorgt dat hun bedrijfsprocessen doorgaan. Dat maakt jou uitstekend!
intellectueel eigendom & ict mededingingsrecHt ondernemingsrecHt vAstgoed & bestuursrecHt
Wil jij erbij zijn? Maak dan kennis met Kneppelhout& Korthals Advocaten.
Druk Drukkerij Plusprint, Hoogvliet
> Inhoud Van de decaan
4
FRG wordt nu echt ESL
5
Onderwijsvernieuwing: vier docenten gezocht
6
Xandra Kramer op zoek naar Principles of European Civil Procedure
9
13 jaar Rotterdam Institute of Law and Economics 12 EITC-symposium ‘De rol van managementsystemen bij toezicht’
17
Richard Staring: Strafbaarstelling ‘illegaal’ leidt tot meer criminaliteit
18
Promoties: Aleksandar Momirov en Frank Fagan 21 Column Recht door zee
24
Personeelsnieuws
26
In Memoriam: Ger van der Tang
27
Facultaire agenda
28
Reacties kunnen gezonden worden aan: Redactie Geregeld t.a.v. Mildred Ramzan Kamer: L05-006 Postbus 1738 3000 DR Rotterdam of
[email protected] Adverteren? Wilt u adverteren in dit magazine, neem dan contact op met de afdeling Development: (010) 408 97 52, e-mailadres
[email protected]
vervoerrecHt verzekeringsrecHt
incorporated in Kneppelhout & Korthals
Wilt u ook een bijdrage leveren aan Geregeld? U bent van harte uitgenodigd om uw artikel te mailen naar bovenstaand e-mailadres!
Geregeld aflevering 2, april 2011
Van de decaan BV2013: een ambitieus programma voor de bedrijfsvoering Daarbij is meer samenwerking tussen de verschillende organisatieonderdelen (op centraal niveau en op facultair niveau) van groot belang. Dat van een reorganisatie geen sprake is, blijkt uit de doelstelling om de verhouding tussen wetenschappelijk personeel en het obp gelijk te houden en uit de investeringen die het College van Bestuur doet om BV2013 uit te voeren. In totaal bedragen die investeringen ruim 35 miljoen euro. Ongeveer twee derden daarvan zijn structurele investeringen (zoals investeringen in audiovisuele apparatuur en in ICT), die afgeschreven kunnen worden en die op termijn terugverdiend zullen worden; ongeveer een derde van het bedrag is een eenmalige investering om het programma BV2013 uit te kunnen voeren. Het gaat dan om de kosten van projectleiders, scholing en onvoorziene kosten. Als BV2013 een succes wordt, heeft onze faculteit daar groot profijt van. Het zal ervoor zorgen dat een elektronische leeromgeving tot stand komt die nodig is voor onze onderwijsplannen en dat de zalen die wij nodig hebben voor kleinschalig onderwijs voorzien
zijn van goede audiovisuele apparatuur. zoals smart boards (een elektronisch schoolbord) en webcams om onderwijssessies op te nemen. Het zal er bovendien voor zorgen dat wij weten wie onze studenten zijn en dat wij op elk moment kennis kunnen nemen van hun studievoortgang. BV2013 zal veel vergen van ons eigen obp. Het is denk ik goed dat het wetenschappelijk personeel daarvan op de hoogte is. Het doel van hun extra inspanningen is om de wetenschappelijke staf nog beter te ondersteunen bij hun taken op het gebied van onderwijs en onderzoek. Als u tot de weten schappelijke staf behoort: zij spannen zich dus extra in voor u en uw werkzaamheden. Waardering daarvoor is op zijn plaats. Als ik tot nu toe een ding heb geleerd tijdens mijn decanaat is het wel hoeveel extra werk en bureaucratisch gedoe wij als wetenschappelijke staf zouden hebben als het obp er niet was. Niet alleen waardering is op zijn plaats, maar ook een blijk daarvan.
Maarten Kroeze
Heeft u al gehoord van BV2013? Dit stukje is voor u bedoeld als dat niet zo is. BV 2013 staat voor Bedrijfsvoering 2013. Het is een project dat moet leiden tot ondersteuning van onderwijs en onderzoek op hoog niveau. In april 2010 is het project van start gegaan. Doel daarvan was vast te stellen hoe de bedrijfsvoering binnen de Erasmus Universiteit verbeterd zou kunnen worden. Tussen mei en november 2010 zijn zogenoemde action teams aan de slag gegaan op het terrein van Onderwijs- en onderzoeksfinanciering, Human resources, Finance, Marketing en communicatie, Campus services en ICT. De action teams bestonden uit vertegenwoordigers van de faculteiten en van shared service centra (dit zijn de vroegere stafdiensten die in 2008 zijn gereorganiseerd). De action teams hebben een groot aantal voorstellen voor verbetering van de ondersteuning van onderwijs en onderzoek aange dragen. Van november 2010 tot februari 2011 is bekeken hoe die voorstellen uitgevoerd zouden kunnen worden. Op 14 februari 2011 hebben het College van bestuur en de decanen van de faculteiten ingestemd met de start van het programma BV2013. Dit programma moet leiden tot uitvoering van de voorstellen tot verbetering.
Door: Maarten Kroeze
De ambities van BV2013 zijn dus groot. Het is soms al lastig om één ding tegelijk te veranderen. BV2013 moet binnen onze universiteit leiden tot een grote sprong voorwaarts bij de ondersteuning van onderwijs en onderzoek. Dat legt ook op het ondersteunend en beheerspersoneel (obp) van onze faculteit een groot beslag. Elke dag leveren collega’s uit onze faculteit een bijdrage aan de uitvoering van BV2013. Zij doen dat naast hun reguliere taken, die uiteraard gewoon doorgaan. Ik heb daarvoor bewondering. Terecht is de vraag gesteld of BV2013 niet een reorganisatie is. Ik heb die vraag zelf ook gesteld bij de voorbereiding van BV2013. Dat is niet het geval. Het doel is om te vernieuwen waar dat nodig is en om de huidige werkprocessen beter te organiseren en beter gebruik te maken van de mogelijkheden die ICT ons biedt.
Het College van Bestuur is akkoord gegaan met de officiële naamsverandering van Faculteit der Rechtsgeleerdheid naar Erasmus School of Law. Erasmus School of Law sluit aan bij de internationale oriëntatie van de faculteit en van de EUR. Per 1 mei verandert de naam in alle communicatie-uitingen. Uw e-mailadres is per 1 mei 2011 gewijzigd in
[email protected]. Er is gekozen voor law in het e-mailadres om aan te sluiten bij buitenlandse universiteiten.
Door: Xenia Hagemeijer
Om welke voorstellen gaat het? U moet bijvoorbeeld denken aan draadloos internet op de hele campus, ontwikkeling van een digitale leeromgeving, uniformering van netwerken binnen de EUR, verbetering van de studentenwerving, adequate informatie over onze studenten en hun studievoortgang, efficiëntere roostering van zalen, digitalisering van de facturenstroom, up-to-date financiële informatie, een tijdschrijfsysteem voor opdrachtonderzoek, betere opvang van internationale studenten, permanente educatie van het personeel, realisatie van een supermarkt en fietsenmaker op de campus, goedwerkende audiovisuele apparatuur in de collegezalen en betere ondersteuning daarbij, ruimere openingstijden van de UB, meer studieplekken en zo kan ik nog wel even doorgaan.
FRG wordt - nu écht - ESL
Vanaf 1 mei wordt de naam Faculteit der Rechtsgeleerdheid niet meer gevoerd in communicatie-uitingen.
Geregeld aflevering 2, april 2011
Onderwijsdecaan Suzan Stoter: “Vier docenten ge zocht die twee vakken willen helpen ombouwen”
wat veel en demotiverend werk met zich meebrengt. We hebben berekend dat voor het kunnen continueren van de huidige opleidingen een vak minimaal een slagingspercentage van 60 á 70% moet behalen. Gegeven het feit dat een groot deel van de studenten niet intrinsiek gemotiveerd lijkt om actief met het onderwijs bezig te zijn, leveren de huidige docenten dus een topprestatie, maar cijfermatig wordt dat niet (h)erkend. Daar moet iets aan worden gedaan, anders stapelen de problemen zich op en loopt de machine vast. De (financiële) handreiking die het College van Bestuur ons daartoe heeft geboden, biedt daartoe een mooie kans.”
“Voor de docenten is de onderwijsvernieuwing ook de kans om af te rekenen met een aantal problemen.” Wat wordt de aanpak?
Door: Hanz Zwart
“Vakken ombouwen naar een nieuw onderwijsconcept.” Anticiperend op de voorgenomen besluitvorming daar over, nodigt onderwijsdecaan Suzan Stoter alvast docenten uit om hierin het voortouw te gaan nemen. Financiële steun is er van het College van Bestuur en onderwijskundige expertise is er vanuit het Risbo. “Ik zoek vier docenten die enthousiast aan de slag willen om invulling te gaan geven aan het nieuwe onderwijsconcept. Deze vier docenten worden een expertisegroep en gaan hun ervaringen later delen met collega-docenten”, zegt Suzan Stoter. “In een speciale bijeenkomst in maart vertelde decaan Maarten Kroeze over de bedrijfseconomische noodzaak om onze bachelor opleidingen te hervormen, maar ook over de kans die we nu krijgen. Waar zusterfaculteiten kiezen voor massaal onderwijs en kostenreductie, daar kan ESL investeren in activerend en kleinschalig onderwijs en zo het verschil maken.”
Wat is er nieuw aan het project Studiesucces bachelor? Suzan Stoter: “Hoe gaat dat: beslissen over onderwijsvernieuwing en curriculumherziening? Veelal over de hoofden van de werkgroepdocenten heen.
Het onderwerp wordt doorgaans vooral besproken in besturen en met hoogleraren. Voor een deel gaat dat nu ook zo, maar ik vind het belangrijk dat we de mensen die de ervaring en de expertise hebben en die uiteindelijk uitvoering moeten geven aan het nieuwe
onderwijs op tijd betrekken. Het nieuwe programma moet niet alleen een programma zijn dat aantrekkelijk is voor studenten, maar docenten moeten er ook enthousiast van worden. Docenten staan op de werkvloer met hun voeten in de modder. Ze krijgen soms vragen van honderden studenten op zich af. Ze doen hun uiterste best om uitgekiend onderwijs te verzorgen onder soms moeilijke omstandigheden. Voor de docenten is de voorgenomen vernieuwing ook de kans om af te rekenen met een aantal problemen. Bijvoorbeeld het feit dat de helft van de studenten het onderwijs niet volgt en de andere helft onregelmatig. De consequentie is dat veel studenten het laten aankomen op het (her)tentamen,
Suzan Stoter: “Een maatregel die bijvoorbeeld niet voldoende werkt is simpelweg het onderwijs verplicht stellen. Docenten krijgen er werk (een registratietaak) bij, terwijl de groep wordt opgezadeld met ongemotiveerde studenten. Het is noodzakelijk dat het onderwijsconcept zo wordt ingericht dat studenten niet alleen aanwezig moeten maar vooral ook willen zijn omdat de leeractiviteit hen boeit, hen uitdaagt en noodzakelijk is voor het behalen van het tentamen. Motiverend en activerend onderwijs in kleine groepen (ongeveer van tien studenten) zal ertoe leiden dat er in de opleiding expliciete ruimte is voor het verbinden van de theorie met de praktijk, dat studenten met elkaar het leerproces doorlopen, dat er sociale binding ontstaat en dat er veel ruimte is voor interactie tussen de student en de docent. Daarnaast is het belangrijk om de opleidingen en de regels zo in te richten dat de vrijblijvendheid uit de studie verdwijnt. Onze docenten hebben een visie waarom het curriculum en het onderwijs is ingericht zoals het is ingericht en zetten zich in voor een optimale afstemming van de vakken. Het is dan niet de bedoeling dat studenten vakken in willekeurige volgorde gaan volgen of tentamenkansen zonder goede voorbereiding benutten vanwege wintersport of andere extracurriculaire activiteiten. Momenteel onderzoeken we samen met de regiegroep welke activerende onderwijsvormen/ concepten geschikt zijn voor onze juridische en criminologische opleiding. Belangrijk aandachtspunt daarbij is dat vernieuwen niet een doel op zich is, maar dat we vooral ook kijken naar wat we nu al aan goede Geregeld aflevering 2, april 2011
Prof. dr. Xandra Kramer op zoek naar Principles of European Civil Procedure en herkenbare onderwijsvormen hebben en zoeken naar een optimale combinatie. Decaan Maarten Kroeze heeft eerder kenbaar gemaakt dat het bestuur kiest voor een kort besluitvormingstraject en een ruime periode voor docenten om het nieuwe onderwijsconcept in te vullen en de vakken ‘om te bouwen’ met extra aandacht voor samenhang tussen de vakken. Het aantal voltijdstudenten zal daarvoor moeten worden begrensd.”
Hoe gaat het onderwijs eruit zien? “Kleinschalig en persoonlijk onderwijs geeft de kans om contact te hebben en te houden met studenten. We ontwerpen een onderwijsprogramma waarbij studenten zich actief ontwikkelen en (verder) gemotiveerd raken door de inhoud en de relatie met de praktijk. Studenten en docenten gaan we helpen met een heldere herkenbare structuur, organisatie, vorm en inhoud van het onderwijsprogramma. Vereist wordt het onderwijs serieel te programmeren zodat de concurrentie tussen de vakken in een blok verdwijnt en een vak de mogelijkheid heeft om de studenten volledig “naar binnen te trekken” en aan zich te binden. Het programma dient zo te zijn ingericht dat er een optimale coördinatie en afstemming binnen en tussen de vakken plaatsvindt. Bovendien dient er in het programma expliciet ruimte en aandacht te zijn voor het aanbrengen van samenhang en integratie tussen de verschillende vakken. Een logische opbouw voor de student, passend in de academische vorming. Het doel is dat studenten op deze manier gemotiveerd aan het onderwijs deelnemen en dat deze aanpak bijdraagt aan het werkplezier van docenten.”
“Ik zoek vier docenten die ideeën en een visie hebben en energie willen steken in het vormgeven van het nieuw te ontwerpen onderwijsconcept.” Wat voor docenten zoek je?
In januari jl. kende de NWO Xandra Kramer een maximale Vidi-subsidie van e 800.000 toe voor haar onderzoek 'Securing Quality in Cross-Border Enforcement: Towards European Principles of Civil Procedure?'. Per 1 februari werd Xandra benoemd tot hoogleraar op de bijzondere leerstoel ‘European Civil Procedure’. Alle reden voor een interview.
Wat wil je straks hebben bereikt? “De opleiding willen we in begrijpelijke, aantrekkelijke termen presenteren aan aankomende studenten. Studenten starten veelal met het beeld van advocaten en rechters met de studie. Het is echter belangrijk om de vakken veel breder te koppelen aan wat het recht zoal in de samenleving te bieden heeft. Het doel is het aanbieden van een kwalitatief goede academische opleiding voor gemotiveerde studenten die niet alleen kennis van en inzicht verwerven in de hoofdgebieden van het recht, maar waarin studenten ook de vaardigheden ontwikkelen om deze koppelen aan de praktijk. Door deze aanpak leren studenten verbindingen zien tussen rechtsgebieden en leren ze zien hoe het juridische bouwwerk in elkaar steekt en waarom dat zo is. Met ons nieuwe programma stimuleren we het ‘creatief ontwerpend denken’. Van concrete voorbeelden leren en die herleiden naar abstracte robuuste juridische bijdragen en andersom. Zo kloppen Rotterdamse studenten straks beter voorbereid op de poort van de academie en de beroepspraktijk.”
Door: Tomas Arons
“Op korte termijn zoek ik vier docenten die zich herkennen in de eerder geschetste problematiek. Mensen die ideeën en een visie hebben en die energie willen steken in het vormgeven van het nieuw te ontwerpen onderwijsconcept en als voorloper willen fungeren met hun vak. Het gaat onder meer om het leggen van verbindingen tussen de dogmatiek en de theorie met de praktijk, op een voor studenten aansprekende manier. Een mooi voorbeeld hiervan
is de wijze waarop de docenten van het vak Inleiding publiekrecht het mogelijk hebben gemaakt om een hele grote groep B1-studenten aan het werk te zetten op de Rotterdamse stembureaus tijdens de Provinciale Statenverkiezingen. Zo gaan de Grondwet, de Kieswet en de Provinciewet voor deze studenten leven, ze zien de constitutionele waarborgen direct terug in de praktijk en kunnen daarin zelf een rol vervullen. Het is belangrijk dat docenten met elkaar in gesprek gaan over de wijze waarop het nieuwe onderwijsconcept wordt ingevuld. Docenten die hiermee enthousiast aan de slag willen zou ik willen uitnodigen zich bij mij te melden. Graag zou ik starten met het faciliteren van twee keer twee docenten die in samenspraak en overleg met de huidige regiegroep met een vak aan de slag gaan. Deze vier pioniers zou ik dan vervolgens als expertgroep willen inzetten om hun ontwerpen en bevindingen en ervaringen tijdens ontbijtsessies te laten delen met meer docenten, zodat uiteindelijk een grotere groep, gesteund door eerdere ervaringen, de onderwijsvernieuwing kan voortzetten. Uiteraard is het de bedoeling dat de hoogleraren van de betreffende vakken betrokken zijn en worden in dat proces. Daarnaast denken we aan het instellen van een soort wetenschappelijke raad Studiesucces bachelor. Een andere mogelijkheid is om de opleidingscommissies een actieve(re) rol te geven. De focus ligt in ieder geval op het borgen van de kwaliteit van de opleiding, en de bijdrage van de vernieuwde vakken daaraan.”
Geregeld aflevering 2, april 2011
Kun je iets vertellen over wat deze leerstoel inhoudt?
Ga je naast onderzoek doen ook onderwijs geven op dit gebied?
Het Europees burgerlijk procesrecht is een deelgebied dat pas in de afgelopen tien jaar is opgekomen. Je zou kunnen zeggen dat het ergens tussen het internationaal privaatrecht (mijn ‘herkomst’) en het burgerlijk procesrecht in zit. Het burgerlijk procesrecht is van oudsher bij uitstek nationaal van aard, maar door de intensivering van het internationale rechtsverkeer wordt de roep om afstemming van deze regels groter. Civiele procedures tussen bedrijven en burgers onderling of tussen bedrijven en burgers worden enorm bemoeilijkt door de grote verschillen tussen landen en daarmee staat het onder meer in het EVRM verankerde recht op een effectieve toegang tot de rechter onder druk. Sinds ruim tien jaar heeft de Europese Unie in deze materie een (niet ongelimiteerde) bevoegdheid en
De komende jaren zal ik veel minder onderwijs geven in verband met een groot onderzoeksproject en andere activiteiten op onderwijsvlak binnen de faculteit. Wel blijf ik enkele colleges geven binnen het mijns inziens zeer belangrijke bachelorvak Grensoverschrijdend privaatrecht, en in verschillende Engelstalige mastervakken (Conflict of Laws, European Private International Law en Commercial Litigation). Ik heb nog altijd veel plezier in het geven van onderwijs. Zeker het Engelstalige masteronderwijs waarin je met wat kleinere groepen studenten uit verschillende windstreken wat intensiever aan de slag kunt, vind ik erg leuk.
“Door de intensivering van het internationale rechtsverkeer wordt de roep om afstemming van de regels van het Europees burgerlijk procesrecht groter.”
Dat is een moeilijke vraag. Naast een goed en aansprekend onderzoeksvoorstel, is je track record minstens zo belangrijk. En dat bouw je in de loop van de jaren op. Tijdens een voorlichting over de Vernieuwingsimpuls (Veni, Vidi, Vici) van NWO die ik een aantal jaar geleden volgde, werd in ieder geval duidelijk gemaakt dat alleen maar of vooral Nederlands(talig) onderzoek in ieder geval een ‘dead end’ is. Vooral de laatste vijf jaar heb ik meer op internationaal onderzoek ingezet. In de Veni-ronde van 2003 kreeg ik als beoordeling ‘subsidiabel, maar geen prioritering’. Daarna kreeg ik wel een EUR-fellowship, maar toch baalde ik ervan. Het heeft dan ook tot 2010 geduurd voordat ik weer een aanvraag bij NWO indiende, wetende dat Vidi toch weer echt andere koek is dan Veni, zeker als je wat meer traditioneel privaatrechtelijk juridisch onderzoek doet. Naast een internationaal profiel is een duidelijke focus in je onderzoek denk ik van belang. Je moet kijken of je een beetje een niche kunt vinden, en daar zichbaar je ‘oeuvre’ omheen kunt bouwen door middel van publicaties en ook door het spreken op internationale congressen. Maar dat houdt natuurlijk ook het risico van beperking in. Verder heb ik alle wijze lessen van ervaringsdeskundigen ter harte genomen bij het schrijven van mijn voorstel. Zorgen dat je samenvatting staat als een huis, de methode duidelijk is - ook voor niet-juristen! -, dat de relevantie goed is onderbouwd, je CV en publicatielijst interessant zijn, en dat jij je duidelijk als dé (gepassioneerde) expert presenteert (en dat natuurlijk ook bent). Dat laatste is ook vooral bij
sindsdien is er een reeks aan verordeningen op dit gebied tot stand gebracht. De meeste hiervan zijn overigens meer van internationaal-privaatrechtelijke aard: zij bevatten vooral coördinerende regels voor internationale gevallen (bv. Hoe zorg je ervoor dat een dagvaarding van de ene EU-lidstaat een verweerder woonachtig in een andere EU-lidstaat tijdig bereikt en in een taal die hij begrijpt?). Maar inmiddels is er ook een aantal verordeningen die voor bepaalde geschillen geüniformeerde Europese civiele procedures openstellen. Deze snelle opkomst en ontwikkeling van een Europees burgerlijk procesrecht noodzaakt tot bezinning op de fundamenten ervan en op hoe de tot nu toe nog vrij ad hoc regelgeving een meer coherent stelsel kan worden. Ook rijzen er vragen met betrekking tot onder meer de implementatie in de lidstaten, de verhouding tot het nationaal procesrecht, en de verhouding tot derdelanden. De leerstoel beoogt onderzoek te doen naar de juridische en beleidsmatige aspecten van het Europees burgerlijk procesrecht.
Onlangs kreeg je ook een Vidi-subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Hoe heb je je hiervoor gekwalificeerd?
het interview belangrijk. Verder heb ik het voorstel ook door enkele niet-juristen laten lezen. Die hadden soms verrassend treffend commentaar, dat ik graag ter harte heb genomen.
Waar gaat het Vidi-onderzoek kort gezegd over en hoe ga je het uitvoeren? De titel van het onderzoeksproject is ‘Securing Quality in Cross-Border Enforcement: Towards Principles of European Civil Procedure’. Het ziet kort gezegd op de vereisten waaraan de civiele rechtspraak in Europa zou moeten voldoen, met name in het licht van de grensoverschrijdende tenuitvoerlegging. Ik heb hiervoor aangegrepen het voornemen om het verlof tot tenuitvoerlegging (het ‘exequatur’) af te schaffen door aanpassing van één van de bestaande Europese instrumenten (de Brussel I verordening); inmiddels ligt het voorstel er. De versoepeling van de regels voor de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging is in beginsel toe te juichen, maar het is zeker met de uitgedijde Europese Unie van belang dat op een of andere wijze de inachtneming van minimumnormen van procesrecht wordt gegarandeerd. Het idee is om niet alleen naar de mogelijkheid van toetsing achteraf te kijken, maar ook een stapje terug te doen, en te kijken of het mogelijk is om Principles of European Civil Procedure te formuleren. Over de voorgenomen afschaffing van het exequatur is inmiddels overigens in de Tweede Kamer enige tumult ontstaan. Naar aanleiding daarvan heb ik als expert ook overleg met politici. Dat is natuurlijk leuk. Mijn onderzoek gaat officieel per 1 mei dit jaar van start. Over enkele maanden zullen ook twee AIO’s aan de slag gaan. Die ben ik op dit moment samen met Willem van Boom, Kristin Henrard (de laatste is tevens beoogd co-promotor van één van de AIO-projecten) en Laura van Bochove (AIO binnen mijn sectie) de selectie aan het doen. Er was veel animo voor, ik heb in totaal 46 sollicitaties binnen gekregen. Ik kijk uit naar de samenwerking.
“Om een Vidi te krijgen moet je, naast een internationaal profiel, toch een duidelijke focus in je onderzoek hebben, een beetje een niche vinden.” Heb je nog andere belangrijke bezigheden binnen of buiten de universiteit? Sinds 1 april ben ik voorzitter van de examencommissie. Naast de ‘lopende zaken’ ben ik samen met de vice-voorzitters - Sigrid Hemels en Richard Staring - en de andere leden van de examencommissie verantwoordelijk voor het nieuwe toetsingsbeleid. Deze rol vergt weer hele andere kwaliteiten en je leert de faculteit op een andere manier kennen. Dat is leerzaam en leuk. Ook zit ik op dit moment in allerlei andere commissies, maar dat is deels weer van voorbijgaande aard, en het hoort kennelijk bij de opstart van een nieuw hoogleraarschap. Wel zal ik mijn activiteiten in de komende jaren goed moeten managen met het oog op het Vidi-project. Daarnaast ben ik rechterplaatsvervanger bij de Rechtbank Rotterdam, maar mijn inzet is daar beperkt. Verder heb ik met twee kleine kinderen ook een druk en rijk privéleven.
Geregeld aflevering 2, april 2011
10
11
The Rotterdam Institute of Law and Economics, masterpiece of ESL
Michael Faure and Roger Van den Bergh, Photo: Roel van Dorsten (ClickVC)
Door: diverse auteurs, onder coördinatie van Marianne Breijer
Established in 1998 by Roger Van den Bergh, the Rotterdam Institute of Law and Economics has witnessed a spectacular growth, in both quantity and quality. Programme Management Officer Marianne Breijer provides a picture of the developments from the foundation until the EMLE Midterm Meeting, February 2011. The Rotterdam Institute of Law and Economics (RILE) was established in 1998 by Roger Van den Bergh, who came at that time to the Erasmus University Rotterdam to occupy the first full-time chair in Law and Economics in the Netherlands. Under his inspiring guidance, the institute has witnessed a spectacular growth. At the time of its establishment, the Institute consisted of five people. Meanwhile, the number of staff members has more than doubled. The success of the European Master Programme in Law and Economics (EMLE), which was awarded the Erasmus Mundus quality label, has greatly contributed to this growth. But also the European Doctorate in Law and Economics (EDLE) , which was also awarded the Erasmus Mundus quality label, has become an important pillar within the RILE. At this moment we have around 100 students in the EMLE programme each academic year and 35 PhD students are participating in the EDLE programme, of which currently twelve are directly supervised by the RILE. Under Erasmus Mundus, in the coming years
Erasmus Mundus recognition. Each year a number of Erasmus Mundus scholarships, both for students and academic staff, is offered by the European Commission. The programme provides students with an advanced understanding of the economic effects of divergent laws and prepares students for a professional career, for example, in public organisations, in multinational law firms or consultancy firms. Graduates are also well prepared for doctorate research in a PhD programme such as the EDLE. The RILE is not only the EMLE Erasmus Mundus coordinating centre (Acting Coordinator Alessio Pacces), but also responsible for the third country applications and selection, and Rotterdam is one of the main teaching units of the EMLE. In its first capacity, it coordinates the programme and the actions of the partners in such a way as to ensure conformity with the EM guidelines and reports regularly to the European Commission. The RILE organizes courses in the first and third term of the programme and supervises the EMLE students in writing their thesis during the third term. All RILE staff members are actively involved in teaching and supervision of students in the EMLE programme.
fifteen new PhD students will start annually, so that the total number of participants in the EDLE will reach approx. 80 in 2014. The RILE is embedded in the research programme ‘Behavioural Approaches to Contract and Tort’, which ranked very high in the last research evaluation.
European Master in Law and Economics (EMLE) The European Master in Law and Economics (EMLE) programme is a one-year Master programme that offers a unique opportunity for interdisciplinary studies of ‘Law and Economics’ at two or three European and non-European universities. The programme is organized by the universities of Hamburg, Rotterdam, Bologna, Aix-en-Provence, Ghent, Haifa, Mumbai, Vienna and Warsaw. After a thorough selection procedure, each academic year between 100 and 115 students take part in the EMLE programme. The EMLE has been recognized by the European Commission as an Erasmus Mundus Masters Course (EMMC) of ‘outstanding academic quality’. The EMLE has been awarded the prestigious Erasmus Mundus quality label (for five years) twice, in 2004 and again in 2009. Together with the European Doctorate in Law and Economics (EDLE), in which the Erasmus School of Law also participates, it so far has been the only programme at the Erasmus University Rotterdam enjoying an
‘The importance of education for the European future and European cooperation in the long term’. This address was followed by a keynote lecture by Jonathan Klick (‘Mobile phones and crime deterrence’), professor at the University of Pennsylvania Law School (USA) and at the Erasmus School of Law. An important part of the programme was the Academic Workshop, during which twelve papers were presented. For all these presentations, discussants were invited to comment. The presenters and discussants were all well recognized scholars in the field of law and economics, some of them being EMLE alumni and some of them being staff members in the EMLE Consortium. The afternoon sessions were devoted to professional workshops. They started with a keynote lecture by Heico Kerkmeester, representing the Dutch Administrative High Court for Trade and Industry, one of the Associated Members of the EMLE Consortium. His lecture was followed by nine sessions by Associate Members, presenting their firms and organisations, the importance of law and economics in their daily business and the opportunities for EMLE students to start a career with them. Students, graduates and representatives of the Associated Members were enthusiastic about this interaction. After the workshops, the students, graduates and alumni had the opportunity to continue networking with the Associated Members on an individual basis during an informal cocktail. During this cocktail, the first meeting of the Alumni launch committee took place, and a number of Alumni signed in to make sure that another Alumni Meeting will occur on the occasion of the next MTM in Ghent (2012). In the evening all MTM participants met in a dinner party, located in a restaurant in the Rotterdam Zoo. Highlight of the evening was the performance of our own EMLE Band ‘Del Mundus’ (with Louis Visscher on guitar!).
EMLE graduation ceremony Rotterdam Photo: Roel van Dorsten (ClickVC)
EMLE Midterm Meeting (11-12 February 2011) We are proud that in total 250 current EMLEs, graduates, alumni and staff members found their way to Rotterdam to attend the first EMLE Mid-Term Meeting (MTM) ‘new style’ on 11-12 February 2011. The opening speech was delivered by Maarten Kroeze, dean of the Erasmus School of Law. His speech was followed by one delivered by Jan Peter Balkenende, professor at the Erasmus School of Law and the Erasmus School of Economics. His address was on
EMLE Band ‘Del Mundus’ Geregeld aflevering 2, april 2011
12
13
On Saturday, the Graduation Ceremony for the 2009/2010 class was opened by an invited lecture by Anthony Ogus. Then the ‘best thesis winner’ of the 2009/2010 class, Hannah Duncombe, was invited to present her excellent thesis on ‘Teacher Incentives and Regulation of Education in the UK’. Next to that, all graduates 2009/2010 being present, around 60 out of 84 graduates (which is much more than in previous years), received their official documents, handed over by one of the staff members of one of the partners and a short personal word. This part of the programme was concluded by a lunch offered to all participants in this event.
courses in the field of Law and Economics. June and July are spent in Hamburg, where the students attend an intensive Summer School, jointly organized with the ‘Graduiertenkolleg The Economics of the Internationalisation of the Law’of the Faculty of Law in Hamburg.
In view of the rapidly growing number of PhD students within the EDLE programme and the limited time they have with their Erasmus Mundus scholarship (3 years), Ann-Sophie Vandenberghe has been appointed as EDLE PhD coordinator, to keep a good overview of their topics, progress, supervisors etc.
Upcoming PhD defences
The following PhD defences, supervised by the Rotterdam Institute of Law and Economics, will take place or have taken place.
7 April 2011 (09.30) Andrea Renda 'Law and Economics in the RIA-World'
14 April 2011 (11.30) Firat Bilgel 'The Law and Economics of Organ Procurement'
15 April 2011 (11.30) Katarina Svatikova 'Economic criteria for criminalization: Optimizing enforcement for environmental violations' EDLEs celebrating Queen’s Day in Utrecht
Best thesis presentation by Hannah Duncombe Photo: Roel van Dorsten (ClickVC)
European Doctorate in Law and Economics (EDLE) The European Doctorate in Law and Economics (EDLE) is an excellence programme sponsored by the European Commission under the Erasmus Mundus scheme. It offers the unique opportunity to study Law and Economics on a PhD-level in (at least) three different countries. The programme prepares economists and lawyers of high promise for an academic career in a research field of growing importance or for responsible positions in government, research organizations and international consulting groups. The members of the EDLE Consortium are Bologna, Hamburg, Rotterdam and Mumbai. Michael Faure is the managing director of the EDLE programme, whereas Luigi Franzoni of the University of Bologna is the Erasmus Mundus coordinator. Starting in October, all EDLE PhD students spend their first year in Bologna, where they will not only start their research, but also follow a number of
10 May 2011 (13.30)
The second year of the EDLE programme is spent in Rotterdam, where the students attend and present in the EDLE Seminar Series, and also take part in other activities, such as the seminars of the ‘Behavioural Approaches to Contract and Tort’ research programme, PhD lunch lectures, etc. The EDLE Seminar Series is concluded with ‘The Future of Law and Economics’, a joint seminar of the universities of Rotterdam, Maastricht and Paris, alternating organized in and by one of the three participating universities. The third (and if applicable fourth) year of the programme is (are) spent at the university to which the EDLE student is assigned.
Pieter Desmet, post-doc researcher at the RILE Institute, will defend his thesis on ‘The psychology of financial compensations’ at the Rotterdam School of Management.
9 June 2011 (13.30) Frank Fagan 'Temporary versus Permanent Legislation'
First EDLE graduate (2009) Sonja Keske and Prof. Roberto Pardolesi (LUISS, Rome)
All defences take place at the EUR Woudestein Campus, Senaatszaal.
Rotterdam Institute of Law and Economics contact details: Marianne Breijer (contactperson) Erasmus University Rotterdam Erasmus School of Law Burg. Oudlaan 50, room L5-084 P.O. Box 1738 NL-3000 DR Rotterdam
Email:
[email protected] Phone +31 (10) 408 2193 Fax +31 (10) 408 91 91
EDLE joint seminar in Paris Geregeld aflevering 2, april 2011
14
15
EITC-symposium ‘De rol van managementsystemen bij toezicht’ De brand in Moerdijk bij het bedrijf Chemie-Pack heeft de relatie tussen toezicht en risico’s weer nadrukkelijk onder de aandacht gebracht. Welk rol kunnen managementsystemen spelen bij het beheersen van risico’s en het naleven van regels? En hoe kan de overheid in haar formeel juridische rol als toezichthouder hiervan gebruik maken? Wat is eigenlijk de waarde van managementsystemen voor bedrijven als het gaat om het nemen van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid? Toezichthouders zien zich geplaatst voor een nieuwe uitdaging: het doorgronden van de interne processen van bedrijven. Dat is hard nodig om te kunnen anticiperen op niet beheerste risico’s.
Na het succesvolle symposium over systeemtoezicht in de procesindustrie dat wij vorig jaar samen met de Provincie Noord-Brabant organiseerden, staan wij dit jaar uitgebreid stil bij de relatie tussen managementsystemen en overheidstoezicht. Dit symposium is bedoeld voor een ieder die geïnteresseerd is in systeemtoezicht en compliance management vanuit de wetenschap of praktijk, zoals juristen, toezichthouders en handhavers van grote bedrijven, beleidsmedewerkers, compliance, KAM of SHEQ managers van bedrijven en politiek. Na afloop zal ook een bundel met bijdragen van de sprekers verschijnen.
Programma 8 juni 2011 14.10 Ontwikkelingen in systeemtoezicht Dr. ing. Martin de Bree MBA, onderzoeker Erasmus Instituut Toezicht & Compliance / directeur Next Step Management B.V. 14.35 Toezicht op risicobedrijven Drs. Jan ten Doeschate, voorzitter Regiegroep Landelijke Aanpak Toezicht Risicobeheersing Bedrijven / directielid Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving, Provincie NoordBrabant 15.00 Forumdiscussie onder leiding van de dagvoorzitter 16.00 Borrel
Aanmelden en annuleren Aan dit symposium zijn geen kosten verbonden. Wel is, vanwege het beperkte aantal plaatsen, aanmelding noodzakelijk. U kunt zich vanaf 1 april aanmelden via www.toezichtencompliance.nl.
Door: Shelly Wu
10.15 Ontvangst en registratie 10.45 Opening en welkom namens het Erasmus Instituut Toezicht & Compliance Dr. Judith van Erp, Erasmus Universiteit Rotterdam 11.00 Het belang van een gestructureerde aanpak van bedrijven bij het invullen van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid; 25 jaar praktijkervaring van procesverbetering en -beheersing naar compliance management Dipl. Ökon. Knut Schwalenberg, president AkzoNobel Industrial Chemicals / Dr. Henri Lopes Cardozo, manager QHSE&S, AkzoNobel Industrial Chemicals / VNCI 11.40 De rol van managementsystemen bij het beheersen van risico’s Prof. dr. Gerard Mertens, hoogleraar Financial accounting, Erasmus Rotterdam School of Management / Erasmus Instituut Toezicht & Compliance 12.10 Vragen/discussie 12.45 Lunch 13.45 De toekomst van ISOmanagementsysteemnormen Drs. Dick Hortensius, clustermanager NEN-Managementsystemen, NEN (NEderlandse Norm)
Geregeld aflevering 2, april 2011
17
Strafbaarstelling ‘illegaal’ leidt tot meer criminali teit
van aanhouding. Illegale vreemdelingen worden in toenemende mate aangehouden voor strafbare feiten. Dit wordt vooral verklaard door een restrictiever en stringenter ontmoedigingsbeleid waarbij illegalen op systematische wijze worden uitgesloten van de formele Nederlandse wereld van wonen en werken en afhankelijk worden van zwart werk en de steun van familie, vrienden en charitas. Strafbaarstelling van onrechtmatig verblijf betekent daarmee niet alleen letterlijk het criminaliseren van illegalen en hun ondersteuners, maar zal zich onherroepelijk vertalen in meer overlevingscriminaliteit onder onrechtmatig verblijvende vreemdelingen, eenvoudigweg omdat andere mogelijkheden op inkomstenverwerving zijn afgesloten. Ook bij het effect op de daling van de instroom kunnen vraagtekens worden geplaatst. Met de strafbaarstelling zouden illegalen beboet kunnen worden, maar in de praktijk zal dit de Nederlandse samenleving juist geld kosten. Van kale kippen is het lastig veren plukken, en bij daadwerkelijke handhaving van strafbaarstelling zal de verblijfsduur van illegalen toenemen en stijgt het aantal illegalen dat beslag legt op detentiecapaciteit. Dit zorgt niet alleen voor extra kosten, maar zal eveneens de aanpak van criminaliteit die door de samenleving als ernstiger wordt ervaren, verhinderen.
Door: Richard Staring
Illegaal verblijf wordt strafbaar en gaat met andere maatregelen tot een zeer substantiële daling van de instroom leiden, zo staat in het Regeerakkoord te lezen. Strafbaarstelling maakt het mogelijk illegalen boetes op te leggen, op te sluiten en sneller uit te zetten. De georganiseerde misdaad (mensenhandel, mensensmokkel) kan gemakkelijker worden bestreden en bovendien gaat er een afschrikwekkende werking vanuit, aldus minister Leers. Het is echter sterk de vraag of de doelen (afschrikking, misdaadbestrijding) die de overheid zich stelt met strafbaarstelling van onrechtmatig verblijf kunnen worden gerealiseerd, betoogt ESL-criminoloog prof. dr. Richard Staring in dit artikel. De voorgenomen strafbaarstelling impliceert dat het huidige beleid niet voldoet, maar nu al kunnen illegale vreemdelingen door de overheid worden aangehouden en in afwachting van uitzetting in vreemdelingenbewaring worden geplaatst. In de ‘Illegalennota’ (2004) heeft de toenmalige minister Verdonk de prioriteiten in de aanpak van illegaal verblijf bij criminele en overlastgevende illegalen gelegd, gevolgd door de profiteurs van onrechtmatig verblijvende vreemdelingen (huisjesmelkers, werkgevers). Onderaan staan de illegalen die relatief onzichtbaar wonen en werken in Nederland. Met de strafbaarstelling van onrechtmatig verblijf zal dit
onderscheid verdwijnen en zal de prioriteit vooral naar de gemakkelijkst uitzetbare groep van ‘reguliere illegalen’ verschuiven en niet naar de ‘criminele illegaal’. De afgelopen jaren is er veel wetenschappelijk onderzoek verricht naar illegale vreemdelingen in Nederland. Keer op keer laat dit onderzoek zien dat illegalen vooral voor onrechtmatig verblijf, het verrichten van (zwart) werk en overtredingen worden aangehouden en in beperkte mate voor strafbare feiten. Wel laten de aanhoudingscijfers van de politie met de jaren een verschuiving zien in de redenen
“Met de strafbaarstelling van onrechtmatig verblijf zal de prio riteit vooral naar de gemakkelijkst uitzetbare groep van ‘reguliere illegalen’ verschuiven en niet naar de ‘criminele illegaal’.” Met de strafbaarstelling zou, als gevolg van een aangenomen afschrikwekkende werking, ook het aantal illegalen moeten afnemen. Uit criminologisch onderzoek blijkt echter dat meer en langer straffen niet betekent dat mensen hun gedrag aanpassen; zeker niet als dit door de betrokkenen zelf niet als ‘crimineel’ wordt ervaren. Het is ook evident dat op detentie niet zonder meer uitzetting volgt omdat deze vreemdelingen lang niet altijd uitzetbaar zijn en dus weer op straat zullen belanden. Bovendien is strafbaarstelling van onrechtmatig verblijf slechts één van de vele factoren die van invloed zijn op de
“Angst voor uitzetting zal resul teren in het verder ondergronds gaan van illegaal verblijf met alle kwalijke gevolgen van dien” mobiliteit van mensen en dit verandert niets aan de politieke en sociaaleconomische omstandigheden in de landen van herkomst. Sterker nog, het is al lang duidelijk dat internationale migratiebewegingen een zekere mate van autonomie kennen, waarbij sociale netwerken van migranten die Nederland verbinden met andere Europese landen en het land van herkomst er zorg voor dragen dat nieuwkomers ondanks een restrictief toelatingsbeleid met succes het land inkomen. Strafbaarstelling zal daardoor niet tot een afname van het aantal illegalen in Nederland leiden, maar wel onherroepelijk ongewenste effecten met zich meebrengen. Waar de overheid zich wil inzetten voor de aanpak van (georganiseerde) criminaliteit, zullen illegalen die uitgebuit worden door mensensmok kelaars, huurbazen, werkgevers of pooiers uit angst voor aanhouding, detentie en uitzetting het wel uit hun hoofd laten om hiervan bij de politie aangifte te doen. Dezelfde angst zal resulteren in het verder ondergronds gaan van illegaal verblijf met alle kwalijke gevolgen van dien. Illegalen zullen medische zorg mijden, onrechtmatig in Nederland verblijvende ouders zullen hun pasgeboren baby’s niet meer bij de burgerlijke stand aangeven en zullen hun kinderen niet meer naar school sturen. Illegalen komen daarmee in een kwetsbaardere positie waarin huisvesting en arbeid tot een schaars goed verwordt en uitbuiting op de loer ligt. Het strafbaar stellen van onrechtmatig verblijf is disproportioneel want niet in maat met de ernst van het gepleegde feit. Deze ferme daad oogt stoer, maar lost niets op. Integendeel, waar het kabinet de veiligheid hoog in het vaandel heeft, creëert het met het criminaliseren van de naar schatting 130.000 illegalen louter meer onveiligheid in Nederland.
Auteur is bijzonder hoogleraar ‘Mobiliteit, toezicht en criminaliteit’ aan Erasmus School of Law. Van zijn hand (in samenwerking met José Aarts) verscheen onlangs bij Boom Juridische uitgevers de studie “Jong en illegaal in Nederland”, ISBN 978-90-8674-367-1.
Geregeld aflevering 2, april 2011
18
19
Tussen mr. en dr.: profielschets van een promovendus Mr. Aleksandar Momirov (30) Titel: Accountability of International Territorial Administrations: A Public Law Approach Promotor: Prof. dr. Ellen Hey Datum verdediging: donderdag 30 juni 2011 om 11.30 uur in de Senaatszaal Aleksandar Momirov is afkomstig uit Belgrado, Servië en studeerde Nederlands recht aan onze faculteit. Tijdens zijn studie is hij gaan werken bij het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag, waar hij zich voor de verdediging bezig heeft gehouden met verschillende zaken, waarvan de voornaamste waren de Gali (Sarajevo) en Blagojevi (Srebrenica) zaak. Zijn scriptie schreef hij bij prof. Ellen Hey, en hij ontving hiervoor in 2004 de scriptieprijs. Ellen Hey bood hem de mogelijkheid om als promovendus verder onderzoek te verrichten naar het onderwerp waarop hij was afgestudeerd en wat hem enorm boeide - en nog steeds boeit. Over zijn reden om aan het proefschrift te beginnen, zegt hij: “Het leek mij geweldig om ook de academische wereld van binnen te zien en de vrijheid te krijgen om mij bezig te houden met het onderwerp dat mij interesseert. Tijdens mijn aanstelling besefte ik pas hoe groot de vrijheid was die ik kreeg; een geweldige uitdaging.”
Wij zoeken 10 rechtenstudenten. facebook.com/FLLW
Het proefschrift is niet het enige waarmee Aleksandar tijdens zijn aanstelling druk is geweest. Hij heeft veel lesgegeven in diverse bachelorvakken. Daarnaast heeft hij artikelen gepubliceerd over zijn onderwerp en heeft hij zijn best gedaan om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen rondom het internationale strafrecht door in de begin periode incidenteel verbonden te zijn aan het Joegoslavië-tribunaal en later door casenotes te schrijven en gastcolleges en presentaties te verzorgen aan de universiteiten van Ankara en Skopje. Na zijn promotie blijft Aleksandar als universitair docent verbonden aan de Erasmus School of Law. Maar hij zal zich ook bezig houden met projecten buiten de universiteit. “Ik ben betrokken bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken in het kader van Nederlandse bijdragen aan missies in fragiele staten en daar hoop ik meer mee te doen. Verder ben ik van plan om me bezig te houden met projecten van en binnen internationale organisaties; daarmee wil ik een meer praktisch element inbouwen in mijn werk. Ook ga ik in professionele zin proberen om de banden tussen mijn werk hier en Servië - waar mijn familie woont en waar ik elke drie á vier maanden ben - aan te halen.” pag. 23 >>
Door: Laura van Bochove
Zijn proefschrift richt zich op het verantwoordingsdeficit binnen internationaal bestuurde gebieden; gebieden waar internationale entiteiten (bestuursmissies) ten koste van staten het volledige bestuur van een gebied overnemen. Aleksandar: “In deze situaties worden publieke taken, welke traditioneel aan staten toebehoren, uitgeoefend door bestuursmissies. Binnen het bestaande netwerk van internationaalrechtelijke instellingen en procedures kunnen bestuursmissies nauwelijks ter verantwoording worden geroepen voor de manier waarop zij de toegekende publieke machten uitoefenen. De mogelijke rol van publiekrechtelijke beginselen bij het conceptualiseren van dit verantwoordingsdeficit staat centraal in mijn onderzoek. De aanname is dat deze beginselen ook een rol kunnen - en, in normatieve zin, dienen te - spelen buiten hun traditionele staatsrechtelijke context, dat wil zeggen in situaties waar de staat effectief vervangen is door een internationale entiteit.” Aleksandar behandelt het onderwerp aan de hand van de drie meest representatieve voorbeelden van internationaal
bestuur van gebieden: het VN-bestuur van Oost-Timor (UNTAET, 19992002) en Kosovo (UNMIK, sinds 1999) en het internationale bestuur van Bosnië en Herzegovina (OHR, sinds 1995). In 2007 kreeg hij een Toptalent-beurs die het mogelijk maakte om enkele maanden in Kosovo door te brengen en daar onderzoek te doen en op een praktische manier bezig te zijn met zijn onderwerp. Zijn verblijf in Kosovo beschouwt hij als een van de hoogtepunten van het proefschrifttraject. Hij raadt collegapromovendi dan ook sterk aan om - als het even kan - de praktijk op te zoeken die gekoppeld is aan het proefschriftonderwerp.
Geregeld aflevering 2, april 2011
21
Frank Fagan M.A., LL.M Title: Temporary versus Permanent Legislation Supervisors: Prof. dr. Michael Faure and prof. Francesco Parisi Date of defense: Thursday 9 June 2011, at 13.30 in the Senaatszaal After working for several years in government relations and in the banking industry in New York City, Frank Fagan started a European Master in Law and Economics (EMLE). While writing his master’s thesis for the EMLE, he realized that he really enjoyed research and writing. He also liked the discussions and the community that surrounded him. About the European Doctorate in Law and Economics (EDLE), Frank, who is from Pittsburgh, Pennsylvania, says: “The architects of the EMLE and EDLE have truly built something special, and I was delighted to have the opportunity to continue with the EDLE.” The topic of his PhD thesis is ‘Temporary versus Permanent Legislation’. “Legislatures choose to legislate temporarily for strategic reasons, often to affect a change in current conditions. For example, temporary legislation might change the way an industry reveals information to the public, or change the way private citizens feel about certain restrictions to their privacy rights. Whatever change the legislature envisions after a law is passed, plays into the legislature’s choice to pass the law temporarily or permanently up front. It can get quite complicated and my thesis tries to unravel it!” Some of Frank’s best memories of the PhD-trajectory are of the time he spent in Bologna. “There was a library on Via Sauro that was absolutely stunning (and
air-conditioned!). Sometimes a space can inspire me while I write. I’d finish the day with an ice cream on Via Castiglione. An economics library on Alexanderplatz in Berlin had a similar effect. My wife was working toward her PhD at the Freie Universität, and I would work at that library when I visited. I got to know the librarian who had to have been at least 70. If he saw you reading Hume, he would hand you Marx. If he saw you reading Marx, he would hand you Hume!” Spending a good deal of time in the library is also something he would recommend PhDs who just started: “Take the time to read widely at the beginning so that you can place your research and yourself.” For the future, Frank would like to pursue a career in academics. The prospects are promising: one of his early chapters has recently been published in the European Journal of Law and Economics!
LAWTON ADVOCATEN MET RECHT STERK IN ROTTERDAM Maak kennis met ons via www.lawton.nl
Botersloot 163 3011 HE Rotterdam T: +31 (0) 10 2060450
Postbus 700 3000 AS Rotterdam F: +31 (0) 10 2060451
Lage Mosten 7 4822 NJ Breda T: +31 (0) 76 5490590
Postbus 3115 4800 DC Breda F: +31 (0) 76 5490591
Geregeld aflevering 2, april 2011
23
Column Recht door zee Op het eerste gezicht
Toen onze eerste zoon geboren werd, probeerde een van de dikke mannen, Hans, geregeld contact te maken met ons. Hij was geïnteresseerd in de nieuwe baby van de buurt, Max. Ik dacht dat zijn reactie het logische gevolg was van hoe wij de mannen hadden benaderd. Van het begin af aan groette ik hen. Mijn vrouw deed dat ook, op mijn aanraden, hoewel haar dat in het begin nog wat ongemakkelijk afging. Maar groeten bleek een schot in de roos te zijn. De mannen groetten ons vriendelijk terug, vooral Hans. Zijn gezicht klaarde helemaal op en hij liet een welgemeende glimlach zien, terwijl hij enthousiast naar ons zwaaide.
Door: Thaddeus Müller
West-Kruiskade
Binnenkort ga ik verhuizen naar een nieuwe woning in Oud Delfshaven. Ik merk dat ik in de negen jaar dat ik in het Oude Westen heb gewoond, gehecht ben geraakt aan deze buurt. Deze buurt is voor een criminoloog om diverse reden interessant. Het is sinds het begin van de veiligheidsmonitor (jaarlijks terugkerend bevolkingsonderzoek naar veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap, red.) één van de gebieden die het slechtst scoort. Er wordt gedeald, met name op en rond het Tiendplein en er hangen verschillende groepen jongeren tot ’s avonds laat op straat rond. Maar dit is één aspect van deze buurt. Wat ik waardeer is een ander aspect, namelijk het stedelijke karakter, dat tot uiting komt in de gezellige drukte en een grote sociaaleconomische en culturele menging. Of anders gesteld, er wonen arme en rijke mensen, die hun culturele oorsprong hebben in alle continenten van de wereld.
In mijn kleine woonbuurt word ik dagelijkse geconfronteerd met mensen die weinig geluk hebben gehad, weinig steun hebben gekend in hun jongere jaren, verslaafd zijn aan drugs en/of alcohol en blij zijn als ze de maand zonder al te veel problemen doorkomen. Vaak vereenzelvigen mensen deze stadsbewoners met verloedering en criminaliteit. Ze voelen zich onveilig in de nabijheid van deze personen. Omdat ik ze al jaren ken, weet ik dat andere bewoners niets te duchten hebben van deze arme sloebers. Stuk voor stuk heb ik ze leren kennen als goede mensen met een tragische levensloop, die je je grootste vijand niet gunt. Ter illustratie vertel ik hoe mijn gezin Hans heeft leren kennen in de afgelopen jaren. Toen wij in Rotterdam kwamen wonen, zo’n negen jaar geleden, was mijn vrouw hoogzwanger van onze
eerste zoon. Ze zei dat ze bang was voor de dikke mannen die buiten stonden met een blikje bier in hun handen. Ik had ze ook gezien, maar ik zag geen dreiging in hen. Mijn vrouw vertelde dat waar zij vandaan kwam (Canada) dronken mannen op straat een indicatie zijn van armoede, geweld en (seksuele) intimidatie. Ze was bang dat de mannen haar lastig zouden vallen. Ik lette extra op. Soms probeerden ze wat tegen mijn vrouw te zeggen. Dat was ook voor mij moeilijk te verstaan. Maar ik had het gevoel dat er geen kwaad in hen school. Een paar jaar later ging een kennis van ons kijken naar een koopwoning in onze buurt. Ook zij zag de mannen rondhangen. Ze vertelde ons dat ze vreesde voor de marktwaarde van de woning waarin zij geïnteresseerd was en besloot om een woning in een betere buurt, Blijdorp, te kopen.
Na enkele maanden groeten en korte gesprekjes voelde mijn vrouw zich meer op haar gemak in de omgeving van Hans. Negen jaar later woont hij nog steeds op dezelfde kamer. Hij ziet er wel slechter uit. Laatst zag ik hem voor het eerst in een scootmobiel zijn huis uit komen. Als Hans mijn jongens - ondertussen hebben we een tweede kind (Brix) gekregen - een tijd niet heeft gezien, vraagt hij hoe het met ze gaat. Ik ga dan even bij hem langs. We zwaaien voor zijn raam en hij doet het open. Meestal gaf hij ze een cadeautje of een snoepje. Een buurman die hem al jaren kent, vertelde hoe het zo ver was gekomen met Hans. Tijdens een nachtdienst ruim twintig jaar geleden kwam zijn ploegbaas op hem af en zei dat er iets ergs was gebeurd, met zijn zoon, die twee jaar oud was. Hans moest meteen naar huis gaan. Thuis aangekomen was zijn zoon overleden. Hij begon te drinken en raakte zijn vrouw, zijn werk en zijn huis kwijt. Hij leeft nu al ruim twintig jaar op zijn kamer. Als de zon schijnt, zit hij voor zijn huis en drinkt hij bier. Geregeld aflevering 2, april 2011
24
25
Heading Personeelsnieuws Nieuwe medewerkers Per 1 februari 2011 is mr. Richard Snoeij in dienst getreden als wetenschappelijk onderzoeker bij de capgroep Fiscaal recht, Internationaal belastingrecht. Richard is een geboren en getogen Rotterdammer. Hij heeft Fiscaal recht gestudeerd aan de Erasmus Universiteit (2003-2008). In 2007 heeft hij daarnaast enkele vakken Australisch belastingrecht gevolgd aan de University of Technology Sydney. Tijdens zijn studie is hij begonnen met het schrijven van wetenschappelijke artikelen op het gebied van (internationaal) belastingrecht. Na het afronden van zijn masteropleiding is hij op full-time basis als belastingadviseur bij PWC (Price Waterhouse Coopers) begonnen. Hij was hier al tijdens zijn studie werkzaam op het Wetenschappelijk Bureau. Zijn voortdurende interesse in de fiscale wetenschap, heeft hem uiteindelijk na 2,5 jaar full-time dienstverband bij PWC, weer teruggebracht bij de Universiteit en wel als wetenschappelijk onderzoeker. Daarnaast is hij een fanatiek hardloper en hij hoopt hij nog veel van de wereld te zien. Richard zit op kamer L4-009, e-mail
[email protected], telefoon 010-4081647.
Jubilea
Uit dienst
Op 1 juni 2011 viert prof. dr. mr. Wibren van der Burg zijn 25-jarig dienstjubileum en viert dr. Peter Camesasca zijn 12,5-jarig dienstjubileum. Van harte!
Per 1 april 2011 U.W. van den Broek, controller Resources Management Mr. C.C.D.M. Heijne, wetenschappelijk docent, Rechtstheorie Per 11 april 2011 Mr. J. Rijsdijk, wetenschappelijk onderzoeker, Staats- en bestuursrecht Per 1 mei 2011 M. Cerin, assistent helpdesk, afdeling LIA A.P. Kalloe, administratief medewerker Resources Management Mr. H. Logmans, wetenschappelijk docent, Handels- en ondernemingsrecht
Geboortes
Per 1 maart 2011 is mr. Aubrich Bakhuis in dienst gekomen als promovendus bij de capgroep Publiekrecht, sectie Staats- en bestuursrecht. Aubrich heeft vorig jaar de master Staats- en bestuursrecht afgerond. Tijdens zijn studie is hij van januari 2009 tot oktober 2010 als studentassistent werkzaam geweest bij de sectie Staats- en bestuursrecht. Als promovendus gaat hij zich richten op het onderzoek naar de gevolgen van de uitbreiding van het financieel en bestuurlijk toezicht van het Koninkrijk op de nieuwe landen Curaçao en Sint Maarten ten aanzien van hun autonomie en de waarborgfunctie van het Koninkrijk. De titel van zijn onderzoek luidt Curaçao en Sint Maarten: Onder verscherpt toezicht van het Koninkrijk der Nederlanden. Aubrich zit in kamer L06-032, e-mail
[email protected], telefoon 010-4081079. Per 1 maart 2011 is Froukje van Gastel Msc. in dienst getreden als Junior Onderzoeker bij de capgroep Publiekrecht, sectie Criminologie. In 2009 is zij begonnen aan de master Criminologie. Voordat zij aan deze master begon heeft zij een bachelor en master Sociologie aan de Universiteit van Tilburg behaald. Onder begeleiding van Judith van Erp is zij begonnen aan een scriptie met als onderwerp opsporingsberichtgeving. Tot 1 oktober a.s. zal zij zich samen met Judith van Erp en Dinand Webbink richten op een onderzoek voor Politie en Wetenschap naar de effectiviteit van opsporingsberichtgeving. Froukje zit in kamer L6-006, e-mail
[email protected], telefoon 010-4081549. Met ingang van 1 maart 2011 is prof. dr. Miguel de Jonckheere benoemd tot bijzonder hoogleraar op de leerstoel ‘Heffingen Lokale Overheden’ binnen de capgroep Fiscaal recht. Miguel de Jonckheere is als docent en wetenschapper verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel en is dé autoriteit op het gebied van lokale heffingen in België. Hij heeft al ruim 250 publicaties op zijn naam staan. Naast het hoogleraarschap wordt hij directeur van het Erasmus Studiecentrum voor Belastingen van Lokale overheden (ESBL). Met het aantrekken van De Jonckheere zet het ESBL een bewuste stap richting internationalisering en rechtsvergelijkend onderzoek op het gebied van lokale belastingheffing. In de volgende ‘Geregeld’ is een interview met hem te lezen. Zie voor meer informatie tevens www.esbl.nl.
Overige indiensttredingen Per 17 januari 2011 Mr. drs. K.M. Soekhlal, vaardighedendocent Per 1 februari 2011 Drs. P.T.M. Desmet, wetenschappelijk onderzoeker Algemene- en rechtseconomie Mr. M.K. Shahid, wetenschappelijk docent, Europees recht Per 1 maart 2011 M.C. Dwarkasing, controller Resources Management
5 februari 2011 Martina Gabriella, dochter van Alessandra Arcuri 14 februari 2011 Anne, dochter van Marian Hoeks 11 maart 2011 Anne Lydia, dochter van Huibert Logmans 22 maart 2011 Morris Thomas, zoon van Maarten Verbrugh
In Memoriam Ger van der Tang Op 29 maart 2011 overleed plots en onverwacht oudcollega Ger van der Tang. Op een mooie lentedag. Hij was in 2004 reeds met vervroegd pensioen gegaan maar had sindsdien niet stilgezeten. In 2006 publiceerde hij nog samen met Carla Zoethout in het Nederlands Juristenblad. En vlak voor zijn dood blijkt hij het manuscript voor een biografie Cornelis van der Linden en de Nederlandse Opera te hebben voltooid. Zoals gebruikelijk geschreven na zeer zorgvuldig en uitgebreid onderzoek. In de tussentijd schreef hij recensies in diverse regionale kranten en was hij een van de oprichters van het mannenkoor Bravi Bravi, dat ook optrad bij zijn herdenkingsdienst op 5 april jl. Een grote groep oud-collega’s was aanwezig bij deze indrukwekkende herdenkingsdienst. Deze korte activiteitenbeschrijving laat een breed scala aan interessen en activiteiten zien. Ger was afkomstig uit de sociale wetenschappen en kwam met hoogleraar Henc van Maarseveen vanaf het Ministerie van Binnenlandse Zaken mee naar de Faculteit Sociale Wetenschappen (waar toentertijd ook juridische vakken werden onderwezen), en later naar de Faculteit Rechtsgeleerdheid. Zijn onderzoeksinteresse betrof het vergelijkend staatsrecht, met name de grondwetsvergelijking. Samen met Van Maarseveen schreef hij reeds in de jaren ’70 van de vorige eeuw de boeken Written Constitutions: A Computarized Comparative Study en Over het Verschijnsel Grondwet. De eerste werd in die tijd al integraal in het Chinees vertaald. Na jarenlange
studie heeft hij al deze bijzonder brede kennis samengebracht in zijn proefschrift Grondwetsbegrip en Grondwetsidee, waarop hij op 26 november 1998 cum laude promoveerde. Enige jaren later ontving hij de Thorbecke Penning voor staatkunde voor zijn proefschrift, een prijs die in de twintigste eeuw slechts dertien maal eerder werd uitgereikt. Binnen de voormalige vakgroep Staats- en bestuursrecht was Ger een van de stuwende krachten achter het Centrum voor Constitutioneel Recht (CCR/ CCL), lange tijd een bindende factor in het onderzoek van de vakgroep. Als een van eerste leden van de European Group of Public Law (de zogenaamde Spetsesgroep) heeft hij internationaal een grote reputatie opgebouwd. ESL is nog steeds zeer actief binnen deze Groep en de bijbehorende European Public Law Organization. Ger heeft mede de basis hiervoor gelegd. Deze prestaties bleven niet onopgemerkt. Bij zijn gezamenlijk vertrek met Thom Holterman in 2004 kregen zij dan ook een symposium en bijbehorende bundel aangeboden, getiteld Van Constitutionalisme en Anarchisme. Naast grondwetsvergelijking ging zijn zeer grote belangstelling uit naar klassieke muziek en met name opera. Hij was niet alleen als onderzoeker en recensent geïnteresseerd in de muziek en de bijbehorende geschiedenis, ook was hij als zanger zeer actief. Vele collega’s hebben in de loop der tijd concerten bijgewoond waarop hij zong en ook zong hij regelmatig spontaan bij informele vakgroepsbijeenkomsten, waar iedereen warme herinneringen aan heeft. Een bijzonder man is heengegaan. Flora Goudappel
M.C. Dwarkasing Geregeld aflevering 2, april 2011
26
27
Facultaire agenda
Oraties 19 mei 2011 Oratie prof. mr. P. Huisman Aanvang 16.00 uur, Forumzaal
10 juni 2011 Oratie prof. mr. R.C.R. Siekmann Aanvang: 16.00 uur, Aula
Congressen/symposia/lezingen 19 mei 2011 Symposium Het aanhoudend recht op pluriform onderwijs voorafgaand aan de oratie van prof. Pieter Huisman Meer informatie via www.frg.eur.nl/aanhoudendrecht
20 mei 2011 Seminar ter gelegenheid van het afscheid prof. Anthony Ogus More information via
[email protected]
26 en 27 mei 2011 Conference Tension between universal and regional unification of private law, conflict between EU and the maritime and transport law conventions' georganiseerd door The Rotterdam Institute for Shipping & Transport Law, Erasmus Smart Port Rotterdam and Erasmus School of Law organize in collaboration is samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Zee- en Vervoerrecht (NVZV) Vereniging Publiek Vervoerrecht en Nederlandse Vereniging voor Internationaal Recht (NVIR). Voor meer informatie zie www.erasmusacademie.nl/tension.
8 juni 2011 Multidisciplinair EITC-symposium over de rol van managementsystemen bij toezicht Voor meer informatie zie www.toezichtencompliance.nl
24 juni 2011 Zesde symposium Juridische Argumentatie De kosten voor de deelnemers aan het symposium en de sprekers bedragen 150 euro. Voor studenten en promovendi bedragen de kosten ongeveer 80 euro. Meer informatie via tel. 010-4082194
1 juli 2011 Afscheidssymposium Prof. Richard De Mulder Recht, Technologie, Innovatie, Leiderschap en Integriteit: Het Nieuwe Paradigma voor Prestatie Meer informatie via www.frg.eur.nl/lawtechnology
Promoties 12 mei 2011 Promotie P.A.M. Seck Aanvang: 13.30 uur, Senaatszaal
9 juni 2011 Promotie F.J. Fagan Aanvang: 13.30 uur, Senaatszaal
30 juni 2011 Promotie: A. Momirov Aanvang: 11.30 uur, Senaatszaal
1 juli 2011 Promotie: M. Mussche Aanvang: 11.30 uur, Senaatszaal
Buluitreikingen Masterbul Rechtsgeleerdheid Vrijdag 27 mei 2011, aanvang 13.30 uur, Senaatszaal Vijdag 24 juni 2011, aanvang 13.30 uur, Senaatszaal
Masterbul Criminologie Vrijdag 27 mei 2011, aanvang 15.00 uur Vrijdag 1 juli 2011, aanvang 15.00 uur Meer informatie via www.frg.eur.nl
Masterbul Fiscaal recht Vrijdag 13 mei 2011, aanvang 13.30 uur, Senaatszaal Vrijdag 10 juni 2011, aanvang 13.30 uur, Senaatszaal Vrijdag 8 juli 2011, aanvang 13.30 uur, Senaatszaal
Masterbul Financieel recht Dinsdag 10 mei 2011, 9.00-17.00 uur Dinsdag 7 juni 2011, 9.00-17.00 uur Dinsdag 23 augustus 2011, 9.00-17.00 uur Meer informatie via www.frg.eur.nl
Cursusaanbod Erasmus Academie 9 mei 2011 Ontslagrecht anno 2011 (Arbeidsrecht) 13.00-17.45 uur
17 mei 2011 Totstandkoming van contracten en de vaststelling van hun rechtsgevolgen (Verbintenissen- en contractenrecht) 13.00-17.45 uur
19 mei 2011 Jeugdstraf(proces)recht anno 2011 (Straf(proces)recht) 13.00-17.45 uur
27 mei 2011 Het civiele kort geding (Burgerlijk (proces) recht) Meer informatie kunt u vinden op www.erasmusacademie.nl/recht 13.00-17.45 uur
Cursusaanbod OSR 11, 18, 25 mei en 1 juni 2011 VSO Fundamenten Ondernemingsrecht
17 en 24 juni 2011 VSO Bedrijfsovername Voor meer informatie kijk op www.osr.nl