Gereformeerde Basisschool ‘Het Zwaluwnest’
Schoolgids 2014 - 2015
INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave ___________________________________________________________________ 3 Voorwoord ______________________________________________________________________ 4 Het Zwaluwnest___________________________________________________________________ 5 Bestuur en directie ________________________________________________________________ 5 College van Bestuur ______________________________________________________________ 5 Schooldirectie __________________________________________________________________ 6 De schoolcommissie _____________________________________________________________ 6 De medezeggenschapsraad (MR) ___________________________________________________ 6 Het team ________________________________________________________________________ 7 Waar de school voor staat __________________________________________________________ 7 Pedagogisch beleid ________________________________________________________________ 8 Organisatie van het onderwijs ______________________________________________________ 10 Onderwijsactiviteiten Onderbouw _________________________________________________ 13 Onderwijsactiviteiten midden- en bovenbouw________________________________________ 15 Overgang basisonderwijs-voortgezet onderwijs _______________________________________ 17 Resultaten van het onderwijs _______________________________________________________ 17 Passend Onderwijs _______________________________________________________________ 18 Zorg voor de leerling ______________________________________________________________ 20 Onderwijsondersteuning ___________________________________________________________ 24 Ouders en school: Samen optrekken, goed voor onze kinderen! ____________________________ 27 Activiteitencommissie ___________________________________________________________ 30 Gebedsgroep __________________________________________________________________ 30 Tussenschoolse opvang __________________________________________________________ 30 Buitenschoolse opvang __________________________________________________________ 31 Verenigingsbijdrage VGPO HAAL _____________________________________________________ 31 Ouderbijdrage ___________________________________________________________________ 31 Verzekering _____________________________________________________________________ 32 Veiligheid _______________________________________________________________________ 32 Schorsen en verwijderen van leerlingen _______________________________________________ 35 Meldcode Kindermishandeling ______________________________________________________ 35 Klachtenregeling _________________________________________________________________ 36 Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs ____________________________________________ 36 Leerplicht _______________________________________________________________________ 37 Praktische zaken _________________________________________________________________ 39 Lestijden _____________________________________________________________________ 39 Buitenspelen bij de midden- en bovenbouw _________________________________________ 39 Aanmelden nieuwe kinderen _____________________________________________________ 39 Ouderportaal __________________________________________________________________ 39 Activiteiten _____________________________________________________________________ 41 Website ________________________________________________________________________ 42 Sponsoring ______________________________________________________________________ 42 Adressen _______________________________________________________________________ 43 3
Voorwoord
Beste ouder / verzorger en of belangstellende, De basisschooltijd is een belangrijke periode in het leven van uw kind. Hier wordt de basis gelegd voor een heel leven. Een goede school kiezen is geen gemakkelijke opgave. Scholen verschillen in werkwijze, sfeer en ook in resultaten. In onze schoolgids geven we u informatie over het Zwaluwnest. Doel is u zo volledig mogelijk te informeren. We beschrijven waar wij voor staan, hoe wij ons onderwijs inrichten en hoe wij de leerlingzorg vorm geven. De schoolgids is via onze site, www.gbshetzwaluwnest.nl te downloaden. Elk gezin krijgt bij de start op Het Zwaluwnest een papieren versie van de gids. Naast de schoolgids verschijnt er ieder jaar ook een bijlage, die u waarschijnlijk vaker zult gebruiken: de informatiegids. Deze informatiegids bevat veel praktische gegevens: de namen en adressen van de kinderen, van commissieleden en van de leerkrachten. Daarnaast vindt u verschillende roosters van de school. Mocht u naar aanleiding van deze gids vragen hebben, neemt u dan gerust contact op met een van de leerkrachten of de directie van de school.
Met vriendelijke groet, Eelke Westrik (
[email protected])
4
HET ZWALUWNEST Het Zwaluwnest is een gereformeerde basisschool. Het onderwijs op onze school ligt in het verlengde van de christelijke opvoeding die ouders hun kinderen (willen) bieden. Wij willen in ons onderwijs aansluiten bij deze opvoeding thuis. Het onderwijs en de opvoeding zijn taken die we onder Gods zegen mogen uitvoeren. We kunnen dat niet uit eigen kracht. Dagelijks gebed, onderling vertrouwen en goede communicatie zijn daarbij belangrijke elementen. In onze schoolnaam zit de volgende gedachte verweven: jonge zwaluwen en hun ouders: kinderen/gezin; nest: gezin/school/pedagogische omgeving/veilige plek; welkom in Gods huis/bescherming door de Here.
BESTUUR EN DIRECTIE Onze school is één van de zes scholen, die uitgaan van de Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs HAAL (VGPO HAAL). Op 1 januari 1998 vond er een fusie plaats tussen de schoolverenigingen: Hilversum, Almere, Amersfoort en Leusden. Er is een Raad van Toezicht en een College van Bestuur voor de zes scholen. Daarnaast functioneert er per school een schoolcommissie en een MR. Op 5 mei 2011 is de Stichting Bijbelgetrouw Onderwijs Haal opgericht. EBS De Oase is gefuseerd met GBS de Waterspiegel en is omgevormd tot een zelfstandige dependance van GBS De Waterspiegel met eigen identiteit en leiding. Ook EBS De Parel is in deze stichting opgenomen. Formeel gezien bestaat VGPO HAAL nu uit 6 basisscholen, praktisch gezien werken acht scholen met elkaar samen.
COLLEGE VAN BESTUUR
Het College van Bestuur is het bevoegd gezag en houdt zich bezig met beleidszaken en de grote lijnen. College van Bestuur Voorzitter: M. van der Ploeg
E-mail:
[email protected]
Raad van Toezicht Kantoor: Burg. De Beaufortweg 16 3833 AG Leusden 033 – 4324258 E-mail:
[email protected]
Voorzitter: Klaas Bovenhuis Laakboulevard 328 3825 KL Amersfoort 033 – 2858678 E-mail:
[email protected]
5
SCHOOLDIRECTIE De locatiedirecteur is verantwoordelijk voor het algehele beleid en uitvoering daarvan op schoolniveau. Bovenschoolse zaken en het algemene beleid vallen onder het College van Bestuur. Locatiedirecteur: Eelke Westrik Pastorielaan 75 3828 EZ Hoogland 033 4572099
[email protected] DE SCHOOLCOMMISSIE
De schoolcommissie wordt gevormd door ouders die lid zijn van de schoolvereniging en gekozen worden door de leden van de schoolvereniging. Enkele belangrijke aandachtspunten hierbij zijn: Identiteit (waarborgen, doordenken en stimuleren van onderling gesprek over identiteit); Ouderbetrokkenheid; Contact met directie en schoolteam; Vertegenwoordiging Zwaluwnest op Algemene Ledenvergadering van HAAL DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (MR)
Een aantal ouders en een aantal personeelsleden zit in de Medezeggenschapsraad. Samen behartigen ze zaken die direct met de school te maken hebben. Zij denken en praten mee over zaken die de school aangaan en hebben in een aantal zaken instemmings- of adviesrecht. Op de foto staan de MR-leden van de oudergeleding. Van links naar rechts staan de volgenden leden op de foto; Gerlinde Wassink, Margreet Beeftink, Hillie van den Berg en Inge Luiten (voorzitter).
6
HET TEAM Als school hechten we waarde aan een goed functionerend team. Dit heeft zijn weerslag op al het werken binnen de school. Wanneer we van de kinderen verwachten dat zij goed met elkaar omgaan, moeten wij als leerkrachten daarin een voorbeeld geven. Elke maandag beginnen we in de personeelskamer met gebed. We vragen de Here om kracht en wijsheid voor ons werk. Elke vrijdag sluiten we de week af met een dankgebed. Drie maal per maand is er een vergadering voor het personeel. Dat kan een Personeelsvergadering (beleidszaken), een bouwvergadering (organisatorische vergadering per bouw) of een zorgvergadering zijn (bespreken van de leerlingen zorg). Daarnaast zijn er 5 - 7 studiedagen voor het personeel. Ook kunnen individuele leerkrachten studiedagen hebben.
AFWEZIGHEID GROEPSLEERKRACHT De school doet er alles aan om er voor te zorgen dat bij afwezigheid of ziekte van een leerkracht de kinderen gewoon naar school blijven gaan. Toch kan het in bijzondere gevallen gebeuren dat opvang niet mogelijk is. In die situatie zijn de kinderen vrij. Ouders worden hiervan zo snel mogelijk op de hoogte gesteld. STAGIAIRES Jaarlijks begeleiden we enkele studenten van de Gereformeerde Hogeschool uit Zwolle en de Christelijke Hogeschool Ede. We vinden het van belang dat studenten de kans krijgen om op onze school stage te lopen. De stage coördinator heeft hierin een coördinerende rol. Naast PABO-stagiaires maken we gebruik van stagiaires van de opleiding voor onderwijsassistent, MBO Amersfoort en ROC Midden Nederland.
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT Het Zwaluwnest is een Gereformeerde Basisschool. De school is daarmee een verlengstuk van thuis. Wat thuis en school verbindt is dat we thuis en op school de kinderen eerbied voor onze Schepper willen bijbrengen en respect voor wat Hij geschapen heeft. Anders gezegd: ‘God liefhebben en je naaste als jezelf’. Die houding willen we, net als de ouders thuis, als schoolteam voorleven aan de kinderen. Het pedagogische klimaat moet zichtbaar zijn in de wijze waarop de kinderen met elkaar omgaan, hoe ze spelen, praten en werken. De grondhouding daarbij is dat God Zijn kinderen liefheeft en daarom is het goed om elkaar te laten merken dat we die liefde willen doorgeven. Dit leven we de kinderen voor en op deze manier creëren we een veilige en prettige werkomgeving. We hebben onze missie samengevat in een slogan: 7
Met Bijbels lef de wereld tegemoet Dit betekent dat wij, met de Bijbel als basis, eigentijds en kwalitatief goed onderwijs willen geven door in te spelen op lef, creativiteit, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en ontmoeting waarbij kinderen zich naar hun talenten ontwikkelen, plezier hebben, zich veilig voelen en geborgen weten. Om dit doel te bereiken: leven we de kinderen zo goed mogelijk voor (niet volmaakt, met vallen en opstaan); vertellen we verhalen uit de bijbel en de kerkgeschiedenis; bidden we met de kinderen; we leren de kinderen ook zelf of met elkaar te bidden; zingen we psalmen, gezangen en lofliederen; organiseren we (samen met ouders en kinderen) verschillende vieringen om God te eren, elkaar op te bouwen en te versterken en volgeling te zijn van Gods Zoon, Jezus Christus; hebben we gesprekken met de kinderen over wat het betekent om een kind van God te zijn; laten we de kinderen zien dat het belangrijk is om er voor een ander te zijn; richten we ons onderwijs zo in, dat we iets van Gods macht en liefde kunnen laten zien in de verschillende vakken die gegeven worden; leren we kinderen een bijdrage te leveren aan hun omgeving (rentmeesterschap). De volgende aspecten vormen voor ons de kern van onze onderwijsvisie: De kinderen zijn unieke schepselen van Onze Hemelse Vader. Daarom sluiten we aan bij de individuele mogelijkheden van de kinderen. Wanneer ze moeite hebben met de aangeboden leerstof of wanneer ze meer aan kunnen, houden we daar in onze lessen rekening mee. Ons onderwijs moet aansluiten bij het niveau van de kinderen. Het zelfstandig werken vinden we belangrijk in ons onderwijs. Het loopt als een rode draad door ons onderwijs, vanaf de jongste kinderen tot aan de oudste kinderen. Opvoeden is kinderen brengen tot zelfstandigheid, waardoor ze leren een juiste keuze te kunnen maken en daar zelf verantwoordelijk voor te zijn. De sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen is minstens zo belangrijk als de prestaties en de resultaten van de kinderen. Wanneer kinderen zich veilig voelen, kunnen ze pas tot goede prestaties komen. Daarom is het voor de ontwikkeling van de kinderen goed dat beide onderdelen van het onderwijs goed in beeld komen.
PEDAGOGISCH BELEI D Het pedagogisch klimaat bepaalt voor een groot gedeelte de sfeer op een school. Het pedagogisch klimaat heeft binnen ‘Het Zwaluwnest’ een centrale plek. Leerkrachten, vrijwilligers, ouders/verzorgers en de directie zetten zich in om een goed pedagogisch klimaat te creëren. Op school krijgen kinderen binnen en buiten de klas vrijheid om zelf keuzes te maken en verantwoordelijkheid te dragen. Binnen deze vrijheid hebben kinderen duidelijke en consequente regels nodig om op een goede manier verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Binnen ons pedagogisch klimaat streven we de volgende doelen na:
Het kind weet zich geborgen en voelt zich veilig binnen en buiten de klas; Het kind voelt zich mede verantwoordelijk voor de veiligheid binnen de groep; Het kind voelt zich geaccepteerd als persoon binnen de groep en op school; 8
Het kind voelt zich gewaardeerd binnen de groep en de school; De kinderen voelen en krijgen de mogelijkheid om zich te ontwikkelen in zijn of haar talenten; De kinderen hebben inzicht en vertrouwen in zijn of haar eigen vaardigheden; De kinderen kunnen een ander aanspreken op ongewenst gedrag; Het kind toont respect voor de mening en het karakter van een ander groepslid; Het kind is bereid tot samenwerking; Het kind leert zich in te leven in verschillende situaties; Het kind leert inzien dat elke leeftijdsgenoot: anders is, uniek is, waardevol is en dat elk kind geliefd is door God.
Om tot dit gewenste resultaat te komen is er een aantal acties ondernomen: Wij zetten een aantal methoden in ten behoeve van de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen: o Leefstijl. In deze methode wordt er regelmatig aandacht besteed aan verschillende thema’s die bijdrage aan het welzijn en de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind. o De Kanjertraining. Doel hiervan is om de sfeer in de klas en op school goed te houden (preventief) of te verbeteren (curatief). Subdoelen zijn: bevordering van vertrouwen en veiligheid in de klas; versterking van sociale vaardigheden bij de leerlingen; beheersing door de leerlingen van verschillende oplossingsstrategieën in conflicten; bewustwording van de eigenheid bij de leerlingen; verantwoordelijkheid nemen; bevordering van actief burgerschap en sociale integratie. o Grip op de Groep. Met deze methode bevorderen we in het begin van een schooljaar de groepsvorming in de klassen. Dit is op het Zwaluwnest belangrijk omdat we elk schooljaar genoodzaakt zijn om de klassen anders in te delen. De leerkrachten hebben een training gevolgd om op een goede manier te kunnen werken met deze methodes. Met vaste regelmaat wordt er een enquête afgenomen onder leerlingen, leerkrachten en ouders/verzorgers. In deze enquête staan onder andere vragen over het pedagogisch klimaat. Met deze antwoorden zijn we aan de slag gegaan en daaruit zijn verschillende acties ontstaan. Op school is een pestprotocol aanwezig met daarin handreikingen om pestgedrag te voorkomen, te verhelpen of op te lossen.
De leerkracht heeft een voorbeeldfunctie voor kinderen. We verwachten van elk leerkracht dat hij/zij: door zijn / haar houding een voorbeeld voor ieder kind is; laat zien hoe belangrijk het is om er voor een ander te zijn; een voorbeeld is / wil zijn in het volgen van Jezus.
9
ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS We werken op onze school volgens het leerstofjaarklassensysteem, d.w.z. dat de kinderen in een groep in principe de leerstof doorwerken die bij de groep hoort. Kinderen voor wie het tempo te hoog of te laag ligt, krijgen werk dat is aangepast aan hun capaciteit. Daarbij kunnen we denken aan aanpassing van de leerstof, een andere vorm van instructie of intensieve begeleiding. Zo kan het voorkomen dat kinderen op verschillende niveaus werken in een groep. Dit gaat allemaal in nauw overleg met Interne begeleiders en ouders. We zijn voorstander van dat kinderen bij hun eigen leeftijdsgenoten in de groep zitten, ook al functioneren ze cognitief niet op hetzelfde niveau. Om onze onderwijskundige en pedagogische visie gestalte te geven, hebben we in de afgelopen jaren ons op tal van terreinen (verder) ontwikkeld: ONTWIKKELINGSGERICHT WERKEN IN GROEP 1 EN 2 We sluiten waar mogelijk aan bij de mogelijkheden van het kind. Dat betekent dat we ons richten op wat het kind kan. Dat bevestigt het kind in zijn eigenheid. Kinderen worden uitgedaagd om zelf actief mee te denken en te werken op alle leergebieden. De leerkracht is de begeleider van het leerproces. Daarnaast zal ze ook als kennisdrager haar kennis overdragen op de kinderen. Dit alles is het spel van laten ontdekken en leren en het overdragen van kennis. Om de kinderen goed te kunnen volgen in hun ontwikkeling werken we met het leerlingvolgsysteem KIJK! KIJK! Is een observatiesysteem die het mogelijk maakt het jonge kind te volgen in zijn haar ontwikkeling. Met behulp van KIJK! Is een leerkracht goed in staat om te beoordelen of het kind achter, gelijk, of voor loopt op zijn / haar ontwikkeling. Naast de observatiefunctie biedt KIJK! de leerkracht houvast bij het aanbieden van de juiste leerstof. WERKEN AAN ZELFSTANDIGHEID IN GROEP 3 – 8 We willen kinderen meer eigenaar laten worden van hun eigen leren. Kinderen kunnen al veel zelf. Onder andere door inzet van het directe instructiemodel komen we tegemoet aan verschillen in de groep. Kinderen die weinig of geen uitleg nodig hebben, kunnen snel aan de slag. Kinderen die meer begeleiding nodig hebben krijgen extra (verlengde) instructie aan de instructietafel. Om tijdens het zelfstandig werken voldoende rust en regelmaat in te bouwen, werken we met een groepsstem (praten voor de hele groep), een buurman stem (praten met je buurman) en een denkstem (we praten niet). DIRECTE INSTRUCTIE Leerkrachten geven klassikaal ‘Directie Instructie’. Dat betekent dat we kort en bondig de leerstof uitleggen. Dan wordt gevraagd wie er aan het werk kan. Aan een kleine groep wordt er dan verlengde instructie gegeven. Kinderen die moeilijk tot leren komen krijgen responsieve instructie aan de instructietafel. Dat betekent dat met hen wordt besproken en overlegd wat ze wel en niet moeten doen. We willen de kinderen leren hier zelf zicht op te krijgen, zodat ze overzicht houden over hun werk. DAG- EN WEEKTAKEN We leren de kinderen vanaf medio groep 3 te werken met dagtaken. Daarop staat wat ze die morgen moeten leren en maken. Dit breiden we elk jaar uit totdat kinderen in de bovenbouw een weektaak krijgen. THEMATISCH WERKEN Het onderwijs in wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs) geven we op thematische wijze. Thematisch werken biedt samenhang in het ontdekken van en over onze wereld. Aan de hand van een thema werken wij aan verschillende betekenisvolle activiteiten om zo 10
samenhang te creëren in wereld oriënterende onderwerpen. Nieuwe kennis wordt in de context geplaatst. Hierdoor leren kinderen verbanden zien. Het gaat dus niet om het leren van losse feitjes. Door nieuwe kennis en vaardigheden te verbinden al eerder opgedane kennis, blijft kennis beter hangen. Daarnaast is het zo dat de leerling de leerstof beter onthoudt als hij het zelf ontdekt. Hierbij maken we komend cursusjaar gebruik van de thema’s van Topondernemers, aansluitend bij de kerndoelen voor wereldoriëntatie. DE LEERKRACHT Bij het creëren van een rijke leeromgeving heeft de leerkracht verschillende rollen. - Ontwerper van de leeromgeving. - Expert als het gaat om de inhoud, de leerstof. - Cultuurdrager - Coach, die de kinderen stimuleert om het beste uit zichzelf te halen. Een onderzoekende houding is een voorwaarde om deze rollen goed te kunnen vervullen. Vier kenmerken van deze houding zijn: nieuwsgierigheid, sensitiviteit, goede vragen kunnen stellen en goed waarnemen en noteren. Elke leerkracht heeft unieke persoonlijkheidskenmerken, overtuigingen en waarden en normen. Veel persoonlijkheidskenmerken spelen een rol bij het leraarschap, zoals flexibiliteit, stressbestendigheid, sociabiliteit, zorgvuldigheid, nauwkeurigheid, creativiteit en verantwoordelijkheid. Kortom, kinderen hebben een professionele leerkracht nodig, van wie je kunt leren. Deze leerkracht legt niet alles uit, maar richt zich op het leerproces van zijn leerlingen. TOPONDERNEMERS Het Zwaluwnest maakt bij het thematisch werken gebruik van ‘Topondernemers’. Topondernemers biedt: - Diverse soorten uitnodigende materialen en activiteiten, ook m.b.t. ICT. - Verschillende contexten die de nieuwsgierigheid opwekken. - Ruimte voor inbreng van de leerling, voor eigen wensen, oplossingen en creativiteit. - Ruimte om samen te werken. - Mogelijkheden voor experimenten en onderzoeken. - Ruimte voor verschillende leerstijlen en leervormen Deze mogelijkheden sluiten aan bij het thematisch werken. CONCREET We werken gedurende 6 weken aan een thema. Dit verloopt via een drietal fasen: • in de eerste fase wordt het thema neergezet; het wordt duidelijk waar de groep het over gaat hebben, leerkracht en leerlingen oriënteren zich op de subthema’s en de onderzoeksvragen worden helder; • gedurende de tweede fase worden de diverse onderzoeksplannen en de daaraan verbonden activiteiten uitgevoerd; • en in de laatste fase worden de onderzoeksactiviteiten afgerond en vinden evaluaties en presentaties plaats.
11
BURGERSCHAP Onze school heeft er voor gekozen om de kinderen te onderwijzen binnen een eigen ‘veilige’ setting vanuit de visie dat de opvoeding thuis ondersteund wordt door het onderwijs op school en in de kerkelijke gemeenten. Deze setting brengt met zich mee dat de kinderen op onze school nauwelijks natuurlijke ontmoetingen hebben met kinderen die een andere levensbeschouwing hebben. Daarom doen we aan burgerschapsvorming met bijzondere aandacht voor de relatie tussen eigenheid van onderwijs op basis van christelijke levensbeschouwing en als voorbereiding op het participeren in een plurale, multiculturele en multireligieuze samenleving. Juist omdat onze kinderen de waarde leren van het christelijke geloof, kunnen ze ook beseffen dat andere geloofsovertuigingen voor anderen evenzeer van waarde zijn. In potentie creëert dit meer begrip voor andere religies dan wanneer je de waarde van religie niet persoonlijk hebt leren kennen. Vanuit dit uitgangspunt gaan we met name in de bovenbouw op zoek naar ontmoetingen binnen de samenleving om op die manier de kinderen te leren hoe ze binnen de maatschappij hun eigen plek kunnen krijgen. We zoeken naar evenwichtige verhouding tussen aanpassingsgerichtheid (zich voegen naar het algemeen belang, de gelden regels, de gemeenschap) en het leren kritisch en zelfstandig na te denken over de eigen gemeenschap(pen), de samenleving en de eigen rol daarin. Op onze school leren we de kinderen om navolgers te worden van Jezus. Jezus had ook oog voor de mensen in moeilijke omstandigheden. Als we dit vertalen naar onze tijd, dan zou dat bijzondere aandacht betekenen voor zwervers, daklozen, verslaafden en fraudeurs. Binnen onze visie op burgerschap willen werken aan de attitude om Jezus na te volgen. Binnen onze school betrekken we kinderen actief bij de samenleving waar ze deel vanuit maken, zodat ze zich verantwoordelijk gaan voelen voor de wereld om hen heen. Dit begint al in hun eigen groep en wordt verder doorontwikkeld richting school en samenleving. Burgerschapskunde brengt onze jonge burgers basiskennis, vaardigheden en attitude bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Het gaat er dus om dat leerlingen niet alleen verantwoordelijk leren zijn voor zichzelf maar ook voor hun omgeving en het algemeen belang. Democratie heeft een eigen blijk in het politieke stelsel; het maakt mogelijk dat iedere burger een bijdrage kan leveren aan bestuur van de samenleving. Binnen dit kader vinden we het belangrijk dat kinderen kennis krijgen van begrippen als: gelijkheidsbeginsel, vrijheidsbeginsel, mensenrechten en rechtssysteem. Daarnaast is het belangrijk voor de jonge burgers om democratische procedures (meerderheid, minderheid, parlementaire democratie) te leren kennen. Kinderen oefenen bij ons op school vaardigheden als informatie verwerken, de dialoog zoeken, debatteren en presenteren in een soort minidemocratie. Op deze manier wordt een attitude gevormd waar bij de begrippen: respect, vertrouwen, solidariteit en verantwoordelijkheid een plek krijgen. De jonge burger leert op school om z’n eigen plek te verwerven en behouden binnen de samenleving waar hij/zij deelgenoot van is. Op een aantal manieren geven wij invulling aan Burgerschap: Binnen Het Zwaluwnest functioneert een leerlingenraad. Hieraan nemen 6 kinderen deel. Deze kinderen worden op democratische wijze, via verkiezingen, gekozen. In de lessen maken we de kinderen bekend met staatsinrichting, schenken aandacht aan culturele verschillen en creëren bewust ontmoetingen met anderen. We willen de kinderen leren vanuit hun eigen identiteit (kind van God, volgeling van Jezus) het contact te zoeken met anderen. Door lessen Leefstijl en Kanjertraining leren we kinderen zich gedragen overeenkomstig christelijke waarden en normen. 12
ONDERWIJSACTIVITEITEN ONDERBOUW In onze kleutergroepen sluiten we zoveel mogelijk aan bij de mogelijkheden van het kind. We werken met thema’s uit de belevingswereld van de kinderen. We bedenken samen betekenisvolle activiteiten. Door kinderen nieuwsgierig te maken, raken ze betrokken bij de activiteiten. Als ze zich veilig voelen en betrokken zijn, zullen kinderen vaardigheden leren beheersen. Kinderen worden op deze manier uitgedaagd om zelf actief mee te denken en te werken op alle leergebieden. De leerkracht is de begeleider van het leerproces. Daarnaast zal ze ook als kennisdrager haar kennis overdragen op de kinderen. Dit alles is het spel van laten ontdekken en leren en het overdragen van kennis. Spelen in de hoeken en op het schoolplein neemt een prominente plaats in in de dagindeling bij de kleuters. Spelen is belangrijk voor de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Kinderen leren zo hun wereld verkennen, ze leren zichzelf kennen en ontwikkelen en daarnaast de mensen en kinderen om hen heen BIJBELONDERWIJS Iedere schooldag beginnen we na de inloop en het spelen met zingen, bidden en als regel ook met het vertellen uit de Bijbel. In groep 2 wordt het Bijbelverhaal in elk geval één keer per week op een creatieve manier verwerkt: knutselen, toneelspel en dergelijk. We werken hierbij met de methode Levend Water. Met een bepaalde regelmaat hebben wij maandopeningen en vieringen van christelijke feesten. Hierbij zijn ook ouders en andere belangstellende van harte welkom. De Bijbelverhalen vertellen we volgens een rooster dat we uitdelen aan de ouders. Elke week leren kinderen een christelijk lied. TAAL/KRINGGESPREKKEN In de kleutergroep besteden we veel aandacht aan de taalontwikkeling. We stimuleren de taalontwikkeling door verschillende activiteiten: voorlezen en bekijken van boeken, opzegversjes en rijmpjes, luister -en spreekoefeningen, praatplaten en kringgesprekken. De kringgesprekken worden op verschillende momenten van de dag gevoerd zodat de kinderen hun ervaringen en belevenissen kunnen vertellen. Een belangrijk doel hiervan is dat kinderen hun gedachten onder woorden kunnen brengen, hun woordenschat vergroten, zinnen leren formuleren, andere kinderen hun belevenissen horen vertellen en leren luisteren naar elkaar. De kinderen mogen ook zelf speelgoed meenemen om te laten zien en om erover te vertellen. Ook vinden er kringgesprekken en activiteiten plaats waarbij er gericht gesproken wordt over een bepaald thema. De kleine kring is een variatie op de grote kringgesprekken. In de kleine kring voert de leerkracht met 5 á 6 kinderen een leergesprek. Op deze manier krijgen de kinderen meer aandacht en zo nodig extra begeleiding en kan een bepaald onderwerp verder worden uitgediept. De andere kinderen spelen ondertussen zelfstandig in de hoeken met ontwikkelingsmateriaal. In alle groepen is een lees/schrijfhoek waarin kinderen boeken kunnen lezen, letters stempelen, letters overtrekken, werkbladen maken, letters knippen uit bladen en woorden schrijven of stempelen om het spel in de andere hoeken te ondersteunen. Kinderen die spontaan met het lezen bezig gaan, ondersteunen we en stimuleren we door het actief gebruiken van letters en taal tijdens hun spel. De methode ‘Veilig Leren Lezen’ wordt vanaf groep 3 gebruikt. Het leesproces wordt vanuit globale woorden opgezet. Bij de aanvangsgroep wordt er veel voorgelezen, worden taalspelletjes gedaan en in de kleine kring of individueel worden veel platenboeken bekeken en besproken om de actieve en passieve woordenschat te vergroten.
13
REKENEN De omgeving waarin de kleuters spelen, biedt de kinderen allerlei aanleidingen om te gaan tellen, vergelijken, passen, meten en wegen en hierover met anderen te praten. Het accent van het rekenonderwijs in de kleutergroepen ligt dan ook op eenvoudige en praktische wiskunde in alledaagse situaties. De verschillende wiskundige onderdelen (ruimtelijke oriëntatie, hoeveelheid, volgorde, rekenbegrippen) komen zowel in de grote – en kleine kring als in de rekenhoek aan de orde. SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Naast spelen en leren is ook de omgang met elkaar een belangrijk element dat veel aandacht krijgt. De kleuters leren rekening houden met elkaar en leren elkaar op een positieve manier te benaderen. We beginnen bij de basisvaardigheden als ‘mag ik meedoen’, ‘mag ik dit van je lenen’ en ‘sorry’ zeggen. Binnen de afspraken van de groep leren de kinderen elkaar accepteren. De kinderen worden gestimuleerd om hun emoties te tonen, te verwoorden en daar op een positieve manier mee om te gaan, passend bij hun (ontwikkelings-)leeftijd. De sociaal emotionele thema’s komen wekelijks (methodisch) aan de orde door het gebruik van de methodes Leefstijl en Kanjertraining. Hierbij denken we aan de volgende onderwerpen: wie ben ik, zelfvertrouwen, gevoelens als boos, bang, blij en verdrietig en aan samen spelen. De spelletjes en afspraken die hier uit voort komen worden dagelijks als regels in de groep gehanteerd. BEWEGINGSONDERWIJS Kleuters bewegen graag. Dat is van belang voor hun ontwikkeling. Elke dag is daarom veel tijd ingeroosterd voor het bewegingsonderwijs. We gaan hiervoor naar het speellokaal of naar buiten. In het speellokaal worden kring – en zangspelletjes gedaan. Ook wordt er een doorgaande leerlijn gevolgd waarbij de kinderen verschillende motorische ontwikkelingen leren beheersen. Als leerkracht kunnen we op deze manier observeren hoe ver de kinderen zijn in hun ontwikkeling op het gebied van de grote motoriek. U kunt hierbij denken aan: rollen, vangen, springen, hinkelen, huppelen, klimmen en glijden. Buiten wordt gespeeld met het buitenspelmateriaal (karren, steps, touwen, klossen, hoepels, scheppen) en op het klimtoestel. EXPRESSIE De expressieactiviteiten vinden zoveel mogelijk plaats binnen een thema. Tijdens de materiaalles krijgen de kleuters de mogelijkheid om over het thema-onderwerp te knutselen, te tekenen, te verven, te kleien, te borduren, te knippen of te plakken. Maar ook in de huishoek, bouwhoek of themahoek kan het thema worden uitgespeeld. Bij de inloop heeft de leerkracht gekozen waar de kinderen moeten spelen/werken en daarnaast zijn er ook momenten dat de leerlingen zelf mogen kiezen waar ze willen spelen. Dat kan de motivatie vergroten. De leerkracht stimuleert en daagt de kinderen uit om zich verder te ontwikkelen door een brede keus en een variatie in de mogelijkheden aan te brengen. Daarnaast worden de kinderen in groep 1 gestimuleerd om in ieder geval één werkje in de week te maken om mee naar huis te nemen ( of in de portfoliomap te stoppen) en in groep 2 twee werkjes. We vinden het belangrijk dat kinderen hun eigen creativiteit en fantasie kwijt kunnen in de beeldende vorming en tijdens drama en spel. We bieden daarvoor veel ruimte en uitdaging. De muzikale vorming is eveneens een belangrijk onderdeel. De kleuters leren veel liedjes en leren naar muziek te luisteren. We werken veel met maat en ritme en we gebruiken muziekinstrumenten. Ook combineren we de muzikale vorming regelmatig met bewegingsonderwijs. De leerkrachten gebruiken verschillende muziekboeken als ideeënboek.
14
PORTFOLIO Tijdens de hele kleuterperiode houden we een portfoliomap van de kinderen bij. Hiermee wordt inzichtelijk hoe de ontwikkeling van het kind verloopt. In deze map verzamelen we werk, tekeningen en foto’s van de kinderen. SCHRIJVEN Bij kleuters wordt veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van de grote en kleine motoriek. Er is ook aandacht voor de juiste schrijfhouding en potlood- en schaargreep. Voorbereidende schrijfoefeningen komen aan de orde in de lees/schrijfhoek. OBSERVEREN Om alle kinderen op hun eigen niveau uit te dagen en te helpen verder te ontwikkelen is observeren van wezenlijk belang. De leerkrachten in de kleutergroepen gebruiken hiervoor de methode KIJK. Verschillende ontwikkelgebieden worden geobserveerd en geregistreerd. Dit gebeurt dagelijks bij de activiteiten die de kinderen doen. Twee keer per jaar (januari en juni) registreert de leerkracht dit digitaal. In dezelfde periode krijgt uw kind de portfolio mee naar huis waarin u een verslag van de registratie terug vindt. Naast KIJK gebruiken we ook in groep 2 kleutertoetsen van CITO. Op taal- en rekengebied worden de kinderen in groep 2 getoetst. ONDERWIJSACTIVITEITEN MIDDEN- EN BOVENBOUW BIJBELONDERWIJS Iedere schooldag wordt begonnen met zingen, bidden en als regel ook met het vertellen uit de Bijbel. Met een bepaalde regelmaat doen wij dat als school met maandopeningen en vieringen van de christelijke feesten. Hierbij zijn ook ouders en andere belangstellende welkom. In elke groep worden verhalen uit de Bijbel verteld volgens een rooster. Er worden ook psalmen geleerd (zie de psalmlijst) en er worden met de kinderen kringgesprekken gevoerd. In groep 7 en 8 maken de kinderen kennis met kerkgeschiedenis. In de groepen 3 – 8 werken we met de Bijbelgetrouwe methode Levend Water (www.bijbelonderwijs.nl ). De methode is eigentijds vormgegeven qua werkvormen en lay-out. In de methode heeft de Bijbelvertelling een belangrijke plaats. Daarnaast wil het kinderen aan het denken zetten over wat voor plaats Gods woord (Bijbel) in hun leven heeft. De Bijbel speelt als Gods Woord een belangrijke rol binnen het onderwijs op onze school. Niet alleen als leidraad voor de bijbelvertelling, maar vooral als basis voor heel ons functioneren. REKENEN Vanaf het schooljaar 2013-2014 werken we met de rekenmethode ‘Alles telt’. Dit is een actuele rekenmethode die het mogelijk maakt binnen de methode zelf te differentiëren naar verschillende niveaus. Hierdoor kunnen leerlingen die onder- of bovengemiddeld presteren langer met de hele groep mee doen. De methode maakt op een mooie manier gebruik van ICT-mogelijkheden. TAAL/SPELLING/LEZEN Vanaf groep 4 maken wij gebruik van de methode Taaljournaal. Deze methode sluit goed aan bij de onderwijskundige visie van de school. Deze methode gebruiken wij ook voor ons spellingsonderwijs. Hierbij krijgen de kinderen woordpakketten aangeboden met woorden uit dezelfde spellingscategorie. Het aanvankelijk leesproces wordt in groep 3 vormgegeven met de methode Veilig Leren Lezen. Vanaf groep 4 werken we de methode Lekker Lezen. Voor het begrijpend en studerend lezen maken we gebruik van de methode Nieuwsbegrip.
15
AARDRIJKSKUNDE, GESCHIEDENIS EN NATUURONDERWIJS Voor deze vakken werken we met de methode Topondernemers. Hierbij werken we thematisch aan deze vakgebieden die nu geïntegreerd zijn. Voorheen werden deze vakken los van elkaar gegeven, maar nu leren we de kinderen meer de samenhang zien tussen de verschillende vakken. Door middel van opdrachtkaarten gaan de kinderen aan de slag. Dit kan individueel of in een groepje zijn. Een nieuw thema wordt steeds met verschillende groepen gezamenlijk ingeleid. Op deze manier willen we er voor zorgen dat we als leerkrachten samen met de kinderen gemotiveerd en enthousiast aan een nieuw thema beginnen. De leerstof is steeds gekoppeld aan twee jaargroepen; groep 3 en 4, groep 5 en 6, groep 7 en 8. VERKEER We werken op school met verkeersmethode ‘Wegwijs’. De methode gaat uit van de rol van het kind in het verkeer. De kinderen krijgen theoretische lessen waarin ze de regels leren die ze in de praktijk zullen toepassen. Daarom worden er ook praktijklessen gegeven. In groep 7 doen de kinderen schriftelijk en praktisch verkeersexamen en in groep 8 krijgen de kinderen herhalingsstof. Zodoende worden de kinderen weerbaar gemaakt in het verkeer. Ze krijgen zelf de verantwoordelijkheid om veilig door het verkeer te rijden. We hebben een verkeerstaakgroep. Enkele taken van deze groep zijn: Zicht houden op de veilige routes van en naar school Contact onderhouden met het wijkbeheer, scholen en de ouders inzake verkeersveiligheid School ondersteunen met verkeersactiviteiten. De verkeerscoördinator zal hierin een belangrijke rol spelen. ENGELSE TAAL Op Het Zwaluwnest wordt vanaf seizoen 2014/2015 Engels gegeven van groep 1 t/m 8 We geven Engels vanaf groep 1 omdat: uit onderzoek is gebleken dat jonge kinderen een hoge taalgevoeligheid hebben en hierdoor een vreemde taal makkelijker aanleren; de kinderen op een steeds jongere leeftijd in aanraking komen met de Engelse taal; (Denk hierbij aan alle multimedia waar ook jonge kinderen al steeds meer mee te maken krijgen.) de kinderen basisvaardigheden aan willen leren om te kunnen functioneren in onze internationale samenleving; de kinderen een goede voorbereiding op het vervolgonderwijs bieden. We hebben gekozen voor de methode ‘Take it easy’. Deze methode werkt met een native speaker op het digitale schoolbord. De Engelse taal wordt aangeboden in een zinvolle context: spontane taalverwerving via filmpjes, liedjes, karaoke, spel en muziekclips komen de leerlingen in aanraking met spannende, grappige of gevoelige “real life” situaties waarin de voertaal Engels is.
SCHRIJVEN We gebruiken in de verschillende groepen een werkboekje van de methode ‘Pennenstreken’. Tot en met groep 7 moeten de kinderen bij de verschillende vakken schrijven volgens de methode. In groep 8 stimuleren we de kinderen tot het ontwikkelen van een eigen handschrift. 16
EXPRESSIE Binnen ons middagprogramma is er veel aandacht voor expressie. De kinderen gaan twee keer in de week aan de slag binnen een atelier. De kinderen zijn tijdens deze ateliers steeds groepsdoorbrekend aan het werk. OVERGANG BASISONDERWIJS-VOORTGEZET ONDERWIJS Vooral in groep 8 is de overgang van Basisonderwijs naar Voortgezet Onderwijs erg belangrijk. De groepsleerkracht komt in overleg met het team tot een advies voor de schoolkeuze. In november, tijdens de spreekavonden wordt aan de ouders al verteld wat het voorlopig schooladvies is. Daarnaast krijgen de kinderen het GPC-schooleindonderzoek. De overheid vindt het belangrijk dat het schooladvies het zwaarst weegt en dat de overgang naar het Voorgezet Onderwijs niet meer ‘leunt’ op het eindonderzoek. Daarom wordt het GPC-schooleindonderzoek in dit schooljaar afgenomen in april (in het GPC-schooleindonderzoek wordt gekeken naar de schoolvorderingen en de intelligentie, maar ook naar de werkhouding en hoe het kind tegen zichzelf aankijkt). De groepsleerkracht bespreekt het advies van de school met de ouders. Halverwege groep 8 is er gelegenheid om informatieavonden en open dagen bij te wonen die door het Voortgezet Onderwijs worden georganiseerd. Als ouders en school samen wordt er geprobeerd tot een definitieve schoolkeuze te komen. Soms is er extra onderzoek nodig, om het beeld nog wat scherper te krijgen. Halverwege groep 8 is er gelegenheid om informatiebijeenkomsten en open dagen bij te wonen die door het Voortgezet Onderwijs worden georganiseerd. RESULTATEN VAN HET O NDERWIJS De uitstroomresultaten van ons onderwijs in het afgelopen schooljaren zijn als volgt:
Uitgestroomd naar: Gymnasium VWO+ HAVO/VWO I-AVO VMBO TL / HAVO VMBO TL VMBO TL met LWOO VMBO Kader VMBO Kader met LWOO
2013 – 2014
2012 – 2013
2011 – 2012
1 8 7 2 7
3% 24% 21% 6% 21%
7 3 13 1 8
18% 8% 34% 3% 21%
4 2 16 0 0
11% 6% 46% 0% 0%
3 1
9% 3%
3 1
8% 3%
8 2
23% 6%
0 4
0% 12%
0 2
0% 5%
1 2
3% 6%
Groep 8 maakt van het seizoen 2014 / 2015 de Cito-eindtoets (voorheen werd het Schooleindonderzoek van het GPC afgenomen). Dit is, naast het schooladvies op basis van het leerlingenvolgsysteem en de waarnemingen van de leerkracht, een hulpmiddel om het advies naar het voortgezet onderwijs te onderbouwen. Daarnaast gebruikt de Onderwijsinspectie de Citoeindtoets om te controleren of de kinderen op Het Zwaluwnest zich naar hun vermogen ontwikkelen.
17
Omdat we in het recente verleden de GPC-toets hebben gebruikt geven we hier nog een korte toelichting op: De GPC-eindtoets bestaat uit twee onderdelen. Enerzijds worden de schoolvorderingen op taal, rekenen en studievaardigheden gemeten. Anderzijds wordt de intelligentie van de kinderen gemeten. Beide worden in een cijfer uitgedrukt. De verhouding tussen deze beide cijfers wordt vervolgens vergeleken met het landelijk gemiddelde (van scholen die de GPC-eindtoets afnemen) en wordt uitgedrukt in een ‘afwijkingsscore’ van het gemiddelde. Als de afwijkingsscore tussen -0,5, en +0,5 zit, ontwikkelen de kinderen zich naar hun vermogen. De afwijkingsscore was de afgelopen jaren als volgt: Schooljaar 2013 – 2014 2012 – 2013 2011 – 2012 2010 – 2011
Afwijkingsscore + 0,42 - 0,19 - 0,71 - 0,43
Betekenis Boven gemiddelde ontwikkeling Gemiddelde ontwikkeling Onder gemiddelde ontwikkeling Gemiddelde ontwikkeling
PASSEND ONDERWIJS
SWV DE EEM Samenwerkingsverband (SWV) de Eem is een vereniging van 32 samenwerkende schoolbesturen primair onderwijs voor passend onderwijs in de gemeenten Amersfoort, Baarn, BunschotenSpakenburg (Eemdijk), Leusden (Achterveld), Soest (Soesterberg) en Woudenberg. SWV DE EEM BIEDT HULP De school en de ouders bepalen samen, in lijn van de mogelijkheden van, kind (en ouders) en school wat het beste onderwijsaanbod is. Lukt dat niet? Dan biedt SWV de Eem hulp bij passend onderwijs. EEN PASSEND ONDERWIJSAANBOD VOOR ELK KIND SWV de Eem wil voor elk kind een passend onderwijsaanbod met de juiste ondersteuning voor een optimale ontwikkeling. Het zal scholen stimuleren, faciliteren en coachen bij het inzetten van de juiste voorzieningen zo dicht mogelijk bij het kind op school. De onderwijsondersteuner speelt hierbij een centrale rol. De komende jaren wil SWV de Eem, samen met de scholen en ouders, dit bereiken door: • een stevig fundament in het regulier onderwijs middels de basisondersteuning; • een duidelijke ondersteuningsroute in de regio; • efficiënte en gerichte toewijzing van extra onderwijsondersteuning; • een dekkend netwerk aan voorzieningen in regio de Eem; • een open en transparante samenwerking met ouders en verzorgers; • samenwerking met ketenpartners en goede afstemming van verantwoordelijkheid.
18
INFORMATIE PUNT PASSEND ONDERWIJS VOOR OUDERS Met de invoering van passend onderwijs leven er ook allerlei vragen. Vragen als: “Hoe krijg ik de hulp geregeld die mijn kind nodig heeft?” of “Op welke school kan ik mijn kind met een beperking nu het beste aanmelden?” In gesprek met de school krijg je vast antwoord op je vragen. Maar heb je extra informatie nodig dan of wil je praten met iemand die meedenkt over de oplossing van jouw probleem dan kan je terecht bij het Informatie Punt Passend Onderwijs voor Ouders. Informatie Punt Passend Onderwijs voor Ouders Bel of mail met vragen, T 033 760 11 91 of E
[email protected] Telefonisch Maandagmiddag:
13:30
uur -
spreekuur/inloop: 16:00 uur
Donderdagochtend: 09:00 uur – 12:00 uur www.swvdeeem.nl
19
ZORG VOOR DE LEERLIN G HANDELING GERICHT WERKEN Op Het zwaluwnest richten we ons onderwijs in op basis van 7 uitgangspunten. De maniere van werken die uit deze uitgangspunten voortvloeit noemen we HandelingsGerichtWerken. We gaan uit van de volgden uitganspunten: 1. Onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal. Wat heeft een leerling nodig om een bepaald doel te halen. 2. Het gaat om afstemming en wisselwerking. Leerlingen verschillen, en… groepen, … leerkrachten, … scholen en ouders verschillen ook. 3. De leerkracht doet ertoe. De verantwoordelijkheid van de zorg ligt bij de leerkracht. 4. Positieve aspecten zijn van groot belang. Aandacht voor positieve aspecten beschermt een leerkracht tegen een te negatief beeld van een kind, groep, ouders of van onszelf als leerkracht of team. 5. Het team werkt constructief samen. Goede communicatie is bepalend in een effectieve betrokkenheid. Ieder krijgt de kans om mee te denken.
6. Ons handelen is doelgericht. Zonder doel geen richting, geen effectieve feedback en geen mogelijkheden om je werk te evalueren. 7. De werkwijze is systematisch, in stappen en transparant. Op school zeggen we wat we doen en doen we wat we zeggen. Handelingsgericht werken past in een koers die recht doet aan verschillen tussen leerlingen. HGW veronderstelt ook dat leerkrachten accepteren en erkennen dat die verschillen er zijn én op verschillende terreinen. En dat dit nogal wat betekent voor een leerkracht. Werken volgens het gedachtegoed van HGW betekent kort samengevat dat de volgende vraag wordt gesteld: wat heeft deze leerling de komende periode nodig van deze ouders, in deze groep, bij deze leerkracht op deze school ? De leerkracht denkt niet in de eerste plaats: welk probleem heeft dit kind ? Hij of zij denkt meer in vragen als: wat heeft dit kind nodig van zijn omgeving, school en thuis? ELK KIND ZIJN EIGEN ONDERWIJSBEHOEFTEN. Wij willen ons onderwijs in de groep zoveel mogelijk afstemmen op de onderwijsbehoeften van elk kind. De meeste kinderen ontwikkelen zich overeenkomstig hun leeftijdsniveau. Maar er zijn ook kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Daaronder verstaan we bijvoorbeeld leerlingen die hoogbegaafd zijn, die een motorische achterstand hebben, die leerproblemen hebben op bijvoorbeeld het gebied van rekenen of lezen, of die door hun gedrag in hun ontwikkeling belemmerd worden. Voor deze kinderen wordt in een plan vastgelegd op welke wijze het onderwijs – in of buiten de groep - wordt afgestemd op hun specifieke behoeften. 20
Als de school geen onderwijs op maat zal kunnen bieden aan deze leerlingen wordt contact gezocht met de schoolbegeleider en vindt er eventueel een doorverwijzing plaats naar het speciaal onderwijs. De eerste signalering van specifieke onderwijsbehoeften van een kind vindt plaats door ouders en/of een leerkracht. De leerkracht zal vervolgens afwegen of extra aandacht nodig is. Is die aandacht nodig dan zal de leerkracht door observaties een hulpvraag kunnen formuleren. Deze vraag wordt besproken met de Intern Begeleider en/of ingebracht op een zorgvergadering waar collega’s over de gesignaleerde problemen kunnen meedenken en adviezen kunnen formuleren. De ouders worden hiervan altijd op de hoogte gebracht. ZORGBLOKKEN Het schooljaar is verdeeld in 4 zorgblokken. In een zorgblok heeft de Intern Begeleider een groepsbespreking met de leerkracht over alle leerlingen in de groep. De groep wordt besproken aan de hand van een groepsoverzicht. Daarin worden de algemene en specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen genoteerd. In dit gesprek worden de onderwijsbehoeften besproken. Met deze gegevens maakt de leerkracht een groepsplan voor de verschillende vakken. Voor heel specifieke onderwijsbehoeften wordt een individueel handelingsplan gemaakt. Ook wordt er gekeken welke extra hulp er in of buiten de groep gegeven wordt door de remedial teacher of onderwijsassistent. In deze periode brengt de Intern Begeleider een groepsbezoek en wordt er een gesprek gehouden met de leerkracht waar 1 of meerdere leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte uitgebreid worden besproken, eventueel samen met de ouders van de leerling. Aan het eind van een zorgblok wordt een zorgvergadering gehouden , waarin de leerkrachten leerlingen van hun groep met elkaar bespreken en wordt gekeken welke leerlingen nog extra hulp nodig hebben en welke leerlingen niet. VOLGEN VAN DE ONTWIKKELING Van elke leerling wordt een leerling-dossier bijgehouden waarin de behaalde leerresultaten staan. Dit invullen gebeurt aan de hand van observaties en toetsen. In dit zogenaamde Leerling Volg Systeem (LVS) kan de leerkracht aflezen welke leerlingen speciale aandacht en/of hulp nodig hebben. Dagelijks controleert de leerkracht het werk van de kinderen om, waar nodig, extra hulp te geven. Ook kennen onze taal- en rekenmethodes methodegebonden toetsen. In de onderbouw worden twee keer per jaar de LVS kaarten ingevuld, hierin worden de observatie gegevens geregistreerd. Vanaf groep 3 worden enkele keren per jaar niet-methode gebonden toetsen afgenomen. De resultaten worden op de individuele LVS kaarten en op groepsoverzichten ingevuld. Er wordt twee keer een rapport meegegeven voor de leerlingen van de groepen 3 tot en met 8. Daarop wordt via cijfers en letters aangegeven wat de leervorderingen van de kinderen zijn. Een aantal keren per jaar worden spreekavonden georganiseerd. In november/december en mei houden we spreekavonden waar alle ouders worden uitgenodigd. Voor de andere avonden kunnen ouders zich inschrijven of worden door de leerkracht uitgenodigd. Hier worden ook de LVS-kaarten besproken en kunnen de ouders het werk van hun kinderen bekijken. De Intern Begeleider en de Remedial Teacher hebben in ieder geval drie keer per jaar met de groepsleerkracht apart een gesprek, waarin de hele groep wordt besproken en in het bijzonder de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. ZORGFEDERATIE KOMPAS
21
De Zorgfederatie KOMPAS bestaat uit 30 gereformeerde scholen in Gelderland, Utrecht en Noord-Holland, waarvan twee scholen voor speciaal basisonderwijs in Amersfoort. Onze school maakt hier deel van uit. De zorgfederatie draagt gezamenlijke verantwoordelijkheid voor optimale zorg voor alle leerlingen. Het uitgangspunt is om de kinderen op onze eigen school de zorg te bieden, die ze nodig hebben. Mochten we als school constateren, dat we niet de zorg kunnen bieden, die een bepaald kind nodig heeft, dan kan er binnen de zorgfederatie doorverwezen worden naar de speciale scholen voor basisonderwijs. De zorgfederatie heeft middelen beschikbaar en zet deze in volgens het zorgplan. Dit zorgplan kan op school worden ingezien. HET 10 –STAPPENPLAN Als er extra zorg voor een leerling nodig is, hanteren we het volgende 10-stappenplan: 1. De leerkracht signaleert een probleem en legt dit vast. 2. De leerkracht geeft het betreffende kind extra hulp binnen de groep. 3. Levert stap 2 niet het gewenste resultaat op, dan wordt het kind besproken met de Intern Begeleider en/of in de teamvergadering. Als het probleem niet voldoende helder is, wordt er extra onderzoek binnen de school gedaan. De ouders worden van de genomen stappen op de hoogte gesteld en worden vanaf nu regelmatig geïnformeerd. 4. Er wordt een handelingsplan opgesteld en er wordt extra hulp gegeven binnen of buiten de groep door de leerkracht of remedial teacher. 5. Er vindt een evaluatie plaats van het handelingsplan. Afhankelijk van de geboekte resultaten wordt de extra hulp voortgezet of beëindigd. 6. Als de hulp, die in de school gegeven is, ontoereikend blijkt te zijn, kan de schoolbezoeker geconsulteerd worden. De ouders worden daarvan op de hoogte gesteld. Een andere mogelijkheid is (i.p.v. bovenstaande, of als vervolgstap) dat de school in overleg met de ouders het kind aanmeldt bij het Zorgteam Kompas. De ouders moeten daarvoor schriftelijk toestemming geven. De aanmelding kan gebeuren tijdens het reguliere schoolbezoek. Als een snellere voortgang nodig is, kan telefonisch of via de website de procedure versneld worden. 7. Het onderzoek of de ondersteuning die door het Zorgteam Kompas is geadviseerd, wordt uitgevoerd. Dit kan gedaan worden door de schoolbegeleider of middels trajectbegeleiding van het Zorgteam. Daarnaast is het mogelijk om andere deskundigen in te zetten zoals bijvoorbeeld een maatschappelijk werker. Deze inzet wordt na een periode geëvalueerd. 8. Er vindt een evaluatie plaats van het handelingsplan. Afhankelijk van de geboekte resultaten wordt de extra hulp voortgezet of beëindigd. 9. Als de voorgaande stappen niet leiden tot verbetering, dan kan de betreffende leerling aangemeld worden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Ter voorbereiding wordt een Onderwijskundig Rapport opgesteld. Dit wordt via de schoolbegeleider voor advies aan het Zorgteam Kompas voorgelegd. Wanneer het om problematiek gaat die onder één van de clusterscholen valt, wordt een aanmelding bij de commissie van Indicatiestelling (CvI) gedaan. Ook dan wordt een Onderwijskundig Rapport opgesteld. De schoolbegeleider wordt daarover geïnformeerd. 10. Het Onderwijskundig Rapport wordt met het advies van het Zorgteam ingediend bij de PCL. Deze commissie beoordeelt of de aangemelde leerlingen toegelaten kunnen worden op de speciale school voor basisonderwijs. In de beoordeling wordt het advies van het Zorgteam Kompas betrokken. Het is ook mogelijk dat de PCL adviseert om de leerling op de basisschool te laten blijven, maar dat de leerling regelmatig extra begeleiding krijgt. De PCL kan ook adviseren om de leerling naar 22
een andere basisschool te laten gaan binnen de federatie, omdat de betreffende school een specialisme in huis heeft, dat de huidige school niet kan bieden. Deze stappen kunnen alleen genomen worden met instemming van de ouders. Wanneer een leerling m.b.v. remedial teaching te weinig vooruitgang boekt en uitgebreider moet worden onderzocht, melden we hem aan bij het Zorgloket. Op de zorgvergadering wordt besloten of een kind wordt aangemeld. Hiervoor is toestemming nodig van de ouders. Het zorgloket beslist of er ambulante begeleiding of een nader onderzoek nodig is.
23
ONDERWIJSONDERSTEUNI NG Naast de leerkrachten werken op Het Zwaluwnest een aantal onderwijsondersteunende mensen. REMEDIAL TEACHER Een leerkracht kan een leerling aanmelden voor remedial teaching. De Remedial Teacher neemt een leerling of een groepje leerlingen apart. Deze bepaalt op aangeven van de leerkracht wat er met de leerling geoefend wordt. In een handelingsplan of groepsplan geeft de leerkracht aan wat de doelen voor de leerling zijn. Als er extra zorg nodig is, bepaalt de leerkracht of hij/zij zelf deze zorg kan geven of dat het beter is dat deze door de Remedial Teacher gegeven wordt. Indien de Remedial Teacher met de leerling zal gaan werken, houdt zij de groepsleerkracht op de hoogte van de ontwikkeling via het logboek in Parnassys. ONDERWIJSASSISTENT Ook een Onderwijsassistent werkt op aangeven van de leerkracht met een leerling of een groepje leerlingen apart. De leerkracht zorgt ervoor dat er voor de onderwijsassistent werk klaar ligt. De leerkracht of Remedial Teacher maakt het plan van aanpak voor de onderwijsassistent. Soms is het zo dat de onderwijsassistent voor de groep staat en dat de leerkracht met een kind of een groepje kinderen gaat werken. Ook kan de onderwijsassistent hand- en spandiensten voor de leerkracht verrichten, zoals kopieerwerk, invoeren van afgenomen toetsen en dergelijke. INTERNE BEGELEIDING De Intern Begeleider coördineert de leerlingenzorg en begeleidt de leerkrachten hierin. Het takenpakket omvat onder meer het coördineren van de leerlingenzorg, zoals het maken en bijhouden van de toetskalender, het coördineren van Remedial Teaching en de inzet van de onderwijsassistenten. Daarnaast doet de Intern Begeleider groepsbezoeken bij de leerkrachten en bespreekt met hen wat hem in de les opvalt. Aan het einde van een zorgblok heeft de Intern Begeleider groepsgesprekken met de leerkrachten, waarbij de toetsresultaten en de zorg voor leerlingen doorgenomen worden. SPECIALIST MEERBEGAAFDEN Er is één leerkracht binnen de school die zich toelegt op coördinatie zorg voor meerbegaafde leerlingen. Deze leerkracht adviseert de Intern Begeleider en de leerkracht. Hij/zij neemt intern onderzoek af en komt met adviezen richting Plusklas en/of verdiepingsgroep GEDRAGSSPECIALIST De gedragsspecialist maakt beleid op het gebeid van pedagogisch klimaat. Daarnaast adviseert zij andere leerkrachten en kan ze collega’s hulp en raad bieden in voorkomende gevallen. De gedragspecialist zorgt voor deskundige, direct oproepbare ondersteuning en draagt tevens in preventieve zin bij aan de sociaal-emotionele vorming van de leerlingen in school. Taakprofiel van een gedragsspecialist:
In kaart brengen van gedragsproblematiek van leerlingen en hiervoor in samenspraak met groepsleerkracht en intern begeleider begeleiden bij het opstellen van adequate handelingsplannen. Evalueren van het proces middels regelmatige berichtgeving in teambijeenkomsten. Ondersteunen en coachen van collega’s t.a.v. leerlingengedrag naar aanleiding van hulpvragen en het ondersteunen van ouders bij hulpvraag van hen. 24
PLUSKLAS HAAL De Plusklas is bedoeld voor hoogbegaafde kinderen van de verschillende HAAL scholen. De hoogbegaafde kinderen worden aangemeld door de Intern Begeleider, dit gaat in overleg met leerkracht en de ouders. Voor hoogbegaafde kinderen is het goed om ontwikkelingsgelijken te ontmoeten en nieuwe vaardigheden te leren en/of te ontwikkelen. De activiteiten in de Plusklas zijn gericht op het eigen maken van verschillende leerstrategieën, ontwikkelen en/ of uitbouwen van sociale vaardigheden en het bevorderen van het creatief denkvermogen. Dit gebeurt aan de hand van verschillende projecten, bespreken van actuele onderwerpen en het doen van groepsspellen en andere uitdagende spelletjes. De Plusklas is één ochtend in de week. Per schooljaar wordt een keuze gemaakt welke kinderen mogen deelnemen aan de plusklas en wordt er een keuze gemaakt of de Plusklas leerling nog een jaar mee mag draaien.
VERDIEPINGSGROEP Kinderen die niet in aanmerking komen voor de Plusklas, maar wel meer aan kunnen op cognitief gebied, kunnen worden geplaatst in de verdiepingsgroep. De leerkracht meldt deze kinderen aan en de Intern Begeleiders bepalen welke kinderen toegelaten worden. Hierbij wordt gekeken naar het welbevinden, de werkhouding, het niveauverschil t.o.v. basisgroep, stagnatie ontwikkeling / onderpresteren, groepsspecifieke factoren (o.a. groepsgrootte / groepssamenstelling / leerkracht) De bedoeling van de verdiepingsgroep is het aanbieden van een aanvullend inhoudelijk programma en een andere manier van begeleiding die de ontwikkeling, het plezier in school en de zelfbeleving van de kinderen ten goede komt. Er is een verdiepingsgroep voor rekenen en een voor taal. Deze kinderen maken minder van de basisstof zodat ze kunnen werken aan de opdrachten van de verdiepingsgroep. Een keer in de 2 weken komen de leerlingen bij de onderwijsassistent die de verdiepingsgroep leidt. Hier wordt hun gemaakte werk besproken en nieuw werk uitgelegd. Tevens is er altijd een prikkelende groepsactiviteit. SCHOOLLOGOPEDIE In groep 2 worden alle kinderen gescreend door de schoollogopediste (na toestemming hiervoor van de ouders). De screening is een korte observatie, waarbij wordt gelet op het spraak- en taalgebruik van het kind, op de stem, op de vloeiendheid van het spreken, het gehoor en de mondgewoonten (duimzuigen, slikken en mondademen). De resultaten worden met de leerkracht besproken. Bij veel kinderen worden geen bijzonderheden aangetroffen: de ouders krijgen dan verder geen bericht thuis. Voor sommige leerlingen wordt een controle of nader logopedisch onderzoek en behandeling geadviseerd. Hierover ontvangen de ouders een resultaatbrief thuis. Nader onderzoek en behandeling kan wekelijks (half uur) plaatsvinden op school onder schooltijd. De kosten hiervoor worden door een aantal verzekeraars vergoed. Indien gewenst kunt u dit zelf navragen bij uw zorgverzekeraar. Voor nadere informatie kunt u terecht bij Verpalen & Neyssen Logopedie (www.schoollogopedie.nl, tel.: 070-3819050/06-54994559) of bij de leerkracht. SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK U kunt terecht bij het schoolmaatschappelijk werk met allerlei vragen rondom de sociaal- emotionele en de gedragsmatige ontwikkeling van uw kind. Wanneer u daarover met de schoolmaatschappelijk werkster van onze school wilt praten kan dat. Haar naam is Mw. Barrie Modderman en is telefonisch bereikbaar op 06 14207756. We houden u op de hoogte van de spreekuren die eens per maand gehouden worden op school. 25
SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK HOUDT HET VOLGENDE IN: schoolmaatschappelijk werk ondersteunt de onderwijsleersituatie schoolmaatschappelijk werk verbreedt de leerlingenzorg op scholen op de gebieden preventie en hulpverlening schoolmaatschappelijk vervult een brugfunctie tussen kind, ouders, school en (jeugd)zorginstellingen Schoolmaatschappelijk werk is een onafhankelijke functie en valt niet binnen de organisatie van de school. De schoolmaatschappelijk werker is dus geen lid van het team. WEERBAARHEIDSTRAINING Bij voldoende aanmeldingen geeft de schoolmaatschappelijk werkster vanaf groep 5 op onze school een weerbaarheidstraining. Leerkrachten benaderen hiervoor ouders van kinderen die zij in aanmerking vinden komen voor de training. Deze ouders kunnen hun kind dan aanmelden. Er kunnen maximaal 6 kinderen meedoen. De kosten voor deze training zijn € 100,- en dienen door de ouders zelf betaald te worden.
26
OUDERS EN SCHOOL : SAMEN OPTREKKEN, G OED VOOR ONZE KINDEREN! We willen allemaal het beste voor onze kinderen. Op school betekent dit dat de kinderen, passend bij hun eigen niveau, zo goed mogelijk leren en zich ontwikkelen. Ouders en school hebben daarin een gezamenlijk belang. Hiervoor is het belangrijk dat ouders en school elkaar vertrouwen en goed contact met elkaar hebben: weten van elkaar wat we belangrijk vinden in opvoeding van en omgang met de kinderen en daarover met elkaar afstemmen. Dit gezamenlijk belang gaat niet alleen over het individuele kind, maar strekt zich uit tot de klas van het kind en de school als geheel. School en ouders zijn partners van elkaar die, elk vanuit hun eigen perspectief en verantwoordelijkheid, met elkaar meedenken en meeleven. Daarbij respecteren we elkaars eindverantwoordelijkheden: ouders zijn eindverantwoordelijk voor de opvoeding thuis, school is eindverantwoordelijk voor het onderwijs en opvoeding op school. Ouders en school nemen beiden initiatieven om met elkaar in gesprek te gaan, niet alleen als we samen een probleem op moeten lossen maar ook wanneer alles goed gaat. VERSCHILLENDE FASES Ouders en school maken samen verschillende fases door: 1. 2. 3. 4.
Keuzetraject van de ouders Het eerste kind komt op school De kinderen zitten op school Het laatste kind gaat van school af
Onderstaand worden deze fases beschreven en wordt aangegeven op welke wijze wij hier vorm aan willen geven. Keuzetraject van de ouders Voor het eerste kind maken ouders veelal een bewuste keuze voor een school. Hiervoor oriënteren zij zich op een school. Omdat het Zwaluwnest een gereformeerde school is die bijbelgetrouw onderwijs geeft, verwachten wij dat vooral christelijke ouders zich op ons oriënteren. Doel
Wijze waarop
Het Zwaluwnest komt in beeld bij ouders die bijbelgetrouw onderwijs voor hun kinderen zoeken Potentiele ouders krijgen een realistisch beeld van het Zwaluwnest Mond op mond: ouders en teamleden spreken in hun omgeving positief en realistisch over het Zwaluwnest De inhoud van onze website is up-to-date, realistisch en aantrekkelijk Onze website wordt via google snel gevonden Wanneer de ouders geen lid zijn van een 3G-kerk, is er een toelatingsgesprek gevoerd.
Het eerste kind komt op school Nadat ouders de keuze voor het Zwaluwnest gemaakt hebben, hebben zij hun kind bij ons aangemeld. Wanneer het kind 4 jaar is geworden, komt het bij ons op school. Doel
Ouders zijn op tijd en volledig geïnformeerd over wat er voor hun eerste kind komen gaat Met de ouders is, naast praktische informatie, gesproken over de invulling van het partnerschap tussen hen en de school. 27
Wijze waarop
Na aanmelding hebben de ouders een bevestiging en een informatiegids ontvangen. Tevens hebben de ouders een account in ParnasSys gekregen, waardoor zij de Vogelvlucht ontvangen. De leerkracht van de A-groep heeft de ouders thuis bezocht en hier praktische informatie gegeven. Voordat het kind naar school gaat, heeft het een dagdeel kennis gemaakt op school.
28
De kinderen zitten op school De kinderen zitten acht jaar op school. Wanneer ouders meer kinderen op school hebben, zijn ouders en school dus vele jaren op elkaar betrokken. In het belang van de kinderen, willen we in die periode in nauwe verbondenheid met elkaar optrekken. Doel
Wijze waarop
Het wederzijds partnerschap op drie niveaus tot ontwikkeling brengen: o Niveau van het kind; o Niveau van de klas; o Niveau van de school als geheel. Niveau van het kind Regelmatig contact tussen leerkracht en ouders, bijv. bij het halen en brengen van de kinderen, telefonisch- of mailcontact. Rapport of portfolio van het kind, 2 keer per schooljaar Spreekavonden n.a.v. de rapporten of adviezen voor het Voortgezet Onderwijs Afgesproken gesprekken op initiatief van ouders of van school Ouderportaal ParnasSys Huiswerk maken met de eigen kinderen Niveau van de klas In Vogelvlucht, tweewekelijks periodiek. Koffie-ochtenden door de schoolcommissie (eventueel aangevuld met betreffende leerkracht. Informatieavond aan het begin van het schooljaar Inzet van ouders bij onderwijs (bijv. ateliers) en klasseactiviteiten (bijv. excursies, vieringen). Open lesochtenden, waarbij ouders een deel van een les kunnen bijwonen Niveau van de school als geheel Website: up-to-date, realistisch en aantrekkelijk Deelname van ouders in commissies (identiteit, schoolcommissie, activiteiten, medezeggenschapsraad ed.) Ouderavonden door de school of schoolcommissie Inzet van ouders bij overige schoolactiviteiten (bijv. de school kan ouders vragen een specifieke expertise op school in te zetten) Gebedsgroep (wekelijks gebed voor zaken in en om de school) De school kan ouders om feedback vragen, bijv. door een oudertevredenheidspeiling of een ouder panel. Jaarlijkse informatiegids
Het laatste kind gaat van school af Als het laatste kind van school af gaat, eindigt de periode van samen optrekken. Doel
Wijze waarop
Ouders en school nemen op een voor beide goede wijze afscheid van elkaar Vaak is de afscheidsavond met de musical ook de laatste keer dat de ouders een schoolactiviteit bezoeken.
29
ACTIVITEITENCOMMISSIE De Activiteitencommissie helpt school bij het organiseren van buitenschoolse activiteiten. Dit zijn activiteiten die niet tot het onderwijsproces behoren, maar die wel aan de school gebonden zijn. Het gaat om de volgende activiteiten: Sinterklaasfeest Schoolreisje (eens per 2 jaar) Avondvierdaagse Coördinatie sportactiviteiten (voetbaltoernooi, schaaktoernooi) Organisatie schoolfotograaf Overige zaken op initiatief van Activiteitencommissie of op verzoek van de school (in onderlinge afstemming) GEBEDSGROEP Een groep ouders komt regelmatig in de school bij elkaar om te bidden voor de school. Ze hebben een aantal gebedspunten waar ze met elkaar over praten en die ze de Here kunnen voorleggen. TUSSENSCHOOLSE OPVANG De middagpauze duurt vijf kwartier, zodat de kinderen de gelegenheid hebben thuis te eten. Voor veel kinderen is het goed om even uit de schoolomgeving te zijn en thuis tot rust te komen. We stimuleren de kinderen uit het voedingsgebied Vathorst zoveel mogelijk thuis te laten eten. Omdat dat niet in alle gezinnen mogelijk is, is op Het Zwaluwnest gelegenheid om de kinderen te laten overblijven. Het is belangrijk dat het overblijven in een prettige sfeer verloopt. Elke dag zijn er vaste (betaalde) overblijfkrachten die volgens een rooster meedraaien. De overblijfkrachten weten wat de regels zijn en kennen de kinderen. Van de kinderen wordt verwacht dat zij zich aan die regels houden. Aan het overblijven zijn kosten verbonden, die ten goede komen aan de overblijfkrachten en spelmateriaal. De TSO-coördinatoren zijn Caroline Kulen, Janita de Groot en Marjan de Putter. Hun mailadres is
[email protected]. In de informatiegids, alsmede de website, vindt u meer informatie. Als u gebruik maakt van de TSO dient u per automatische incasso te betalen. Dit wordt gedaan om de vrijwilligers die de TSO coördineren, zo weinig mogelijk administratief te belasten.
30
BUITENSCHOOLSE OPVANG Voor de buitenschoolse opvang (BSO) zijn wij een samenwerking aangegaan met Stichting KOALAH. Deze stichting is vanuit VGPO HAAL opgericht met het doel christelijke kinderopvang te verzorgen. BSO Het Zwaluwnest sluit aan bij GBS Het Zwaluwnest, zowel in identiteit en pedagogische benadering als in praktisch opzicht. Samenwerken en afstemmen met als doel een doorgaande lijn biedt een meerwaarde voor de ontwikkeling van kinderen. Het betreft naschoolse opvang in een verticale BSO-groep (4 – 12 – jarigen). De BSO is open op maandag-, dinsdag- en donderdagmiddag van 15.15 uur tot uiterlijk 18.30 uur en is gehuisvest in een multifunctionele ruimte op de begane grond. In vakanties en op studiedagen van de school is de BSO de hele dag geopend. Stichting KOALAH is ingeschreven in het landelijk register kinderopvang (LRK) en voldoet aan de eisen uit de wet kinderopvang. Daardoor hebben ouders recht op kinderopvangtoeslag. Op de website www.koalah.nl vindt u het aanbod met een aanmeldingsformulier van BSO Het Zwaluwnest. Voor meer informatie en aanmeldingen kunt u rechtstreeks contact opnemen met Stichting KOALAH via
[email protected]. Stichting KOALAH Annet Driebergen BSO Het Zwaluwnest
Burg. de Beaufortweg 16 3833 AG Leusden 033-462 70 08 (ma en do van 9 -15 uur) 06-444 53 833
[email protected]
VERENIGINGSBIJDRAGE VGPO HAAL Het Zwaluwnest is onderdeel van de scholengroep HAAL die scholen heeft in Hilversum, Almere, Amersfoort en Leusden (HAAL). De leden van de vereniging betalen contributie die voor het cursusjaar 2014-2015 vastgesteld is op € 37,50 per jaar. De niet-leden betalen een verenigingsbijdrage die op hetzelfde bedrag is vastgesteld. Van dit bedrag wordt o.a. het methodisch materiaal voor Bijbelonderwijs “Levend Water’ betaald en het lidmaatschap van LVGS (landelijk verband Gereformeerde schoolverenigingen). Deze bijdrage valt onder de vrijwillige bijdragen. Daarnaast is er nog een ouderbijdrage voor de school.
OUDERBIJDRAGE Er zijn op school activiteiten waarvoor vanuit de overheid geen vergoeding wordt gegeven. Te denken valt bijvoorbeeld aan excursies, het schoolreisje, kamp groep 8 en gezellige dingen op school die de sfeer verhogen. Om dat mogelijk te maken wordt er op vrijwillige basis aan de ouders een bijdrage gevraagd. De hoogte van dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld. We stimuleren de ouders om dit geld te betalen. De hoogte van de ouderbijdrage is als volgt: 1e kind: 32,50,- euro e 2 kind 27,50- euro 3e kind: 22,50,- euro U krijgt via de mail een nota van de schoolcommissie.
31
VERZEKERING Via het de Besturenraad heeft het bestuur voor de school een aansprakelijkheid verzekering afgesloten. Deze verzekering dekt de aansprakelijkheid van schoolbestuurders, personeelsleden en ouderparticipanten voor zover zij handelen als bestuurder, personeelslid of ouder (bijv. als overblijfmoeder, leesmoeder, begeleider tijdens een schoolreisje enz.). De kinderen zijn niet verzekerd. Wanneer een leerling schade veroorzaakt en daarvoor aansprakelijk is, valt dit niet onder de aansprakelijkheid verzekering van de school. De schade kan worden verhaald op de ouder(s) van het schadeveroorzakende kind. De meeste ouders hebben hiervoor een gezinsWA- verzekering afgesloten. De schade wordt wel door de school aansprakelijkheid verzekering gedekt, wanneer schade (mede) te wijten is aan nalatigheid van bijvoorbeeld een pleinwacht. Ook is niet verzekerd de schade, die ontstaat na een ongeval. Voor uitstapjes en schoolreisjes is er een doorlopende reisverzekering afgesloten voor kinderen en leerkrachten.
VEILIGHEID De kinderen moeten zich veilig voelen op school. Daarbij zijn de begrippen 'orde' 'regelmaat' en 'rust' van groot belang. De school heeft daarom de volgende maatregelen genomen: De school wil een open school zijn voor de ouders. Als er iets is, wacht er niet te lang mee om het door te geven aan de groepsleerkracht Binnen de school zijn duidelijke afspraken en regels. In de school is een ontruimingsplan in geval van brand of bij andere calamiteiten. De school heeft een regeling getroffen ter voorkoming van ongewenste intimiteiten. Alle betrokkenen bij de school kunnen zich wenden tot de vertrouwenspersoon van de school. Op de school hanteren wij een pestprotocol. VERANTWOORDELIJKHEDEN VOOR- EN NA SCHOOLTIJD Om 8.20 uur gaat de eerste schoolbel. Dan gaan de deuren open en zijn de kinderen welkom op school. Vanaf 8.20 neemt school de verantwoordelijkheid over tot 15 minuten na schooltijd. Na schooltijd is er altijd één leerkracht aanwezig op het plein totdat die 15 minuten voorbij zijn. Wanneer een leerling niet wordt opgehaald, blijft de school verantwoordelijk voor de zorg van het kind, totdat één van de ouders/opvoeders het kind ophaalt. Wanneer de kinderen tussen de middag thuis eten, vervalt de verantwoordelijkheid van de school tussen 12.00 – 13.10 uur. LEERLINGBELEID EN VEILIGHEID Op school willen we zorg dragen voor een veilige omgeving voor alle kinderen en medewerkers. Een structurele aanpak is in de eerste plaats gericht op leerlingen en gaat uit van drie strategieën. Deze kunnen niet los van elkaar worden gezien. Bevorderen van een sociaal klimaat Leerlingen voelen zich thuis op scholen, waar de leerkracht hen serieus neemt, met respect behandelt en blijft accepteren. Ook waarderen zij het als leraren gezag uitoefenen en duidelijke gedragsregels hanteren Intensieve begeleiding van kinderen met gedragsproblemen
32
Als leerlingen zich lastig(er) gaan gedragen, is het goed om actief in te grijpen en niet af te wachten tot dit gedrag vanzelf overdrijft. Juist adequaat reageren kan voorkomen dat problemen ernstiger worden. Inspringen op acute situaties Als zich ernstige incidenten voordoen, moet hierop onmiddellijk worden ingesprongen door de leerkracht, de directie, het schoolteam of eventueel externe instanties zoals de jeugdhulpverlening. Daarbij zijn duidelijke maatregelen nodig. Datzelfde geldt voor situaties waarin probleemleerlingen hardnekkig volharden in agressief en gewelddadig gedrag. Ongewenst gedrag moet duidelijk worden afgekeurd zonder dat het kind wordt afgewezen. We hopen dat er op onze school geen leerlingen behoeven te worden verwijderd voor kortere of lange termijn, maar in sommige situaties is het voor de leerling en de school beter. Een leerling die de rust of veiligheid op school ernstig verstoort, kan worden verwijderd. Het moet gaan om herhaald wangedrag, dat onmiskenbaar een negatieve invloed heeft op andere leerlingen en een goede gang van zaken ernstig belemmert. Hierbij hanteren we het beleid ‘leerlingenbeleid en veiligheid’ dat binnen de HAALscholen is vastgesteld. De volledige regeling is bij de schooldirectie op te vragen.
GEWELD EN AGRESSIE Op verschillende manieren kan de school in aanraking komen met agressie en geweld: Het kind kan bedreigd worden door geweld en agressie in eigen omgeving. Het kind kan zich gewelddadig of agressief uiten naar anderen. Ouders die zich gewelddadig of agressief naar school toe gedragen. Een leerkracht gedraagt zich gewelddadig of agressief. Onder geweld en agressie verstaan we: het gebruik van lichamelijk geweld zoals slaan en schoppen het gebruik verbaal geweld zoals schelden, en persoonlijke beledigende taal. De school is tegen het gebruik van geweld en agressie en zal, als zich dat voordoet, zich hier ook met maatregelen tegen verzetten. Als geconstateerd wordt dat een kind te maken heeft met een situatie in de thuissituatie waarin geweld en agressie worden gebruikt, dan zal de school dit melden aan de vertrouwenspersoon van de school. In overleg met de vertrouwenspersoon kan besloten worden het meld- en adviespunt kindermishandeling in te schakelen. Als een kind zich bij herhaling gewelddadig of agressief uit, is een leerkracht verplicht dit te melden aan de locatiedirecteur. Daar zullen afspraken gemaakt worden over eventueel te nemen maatregelen naar aanleiding van de ernst van de situatie. Wat wel en niet toelaatbaar is in deze situatie staat omschreven in de gedragscode van de school. Als ouders zich gewelddadig of agressief naar school toe gedragen meldt de leerkracht dit in elk geval aan de locatiedirecteur en de vertrouwenspersoon. In overleg zullen die gepaste maatregelen nemen om herhaling te voorkomen. In het geval dat er strafbare handelingen hebben plaatsgevonden wordt een aanklacht bij de politie ingediend. Als er klachten komen over gewelddadig of agressief gedrag van een leerkracht ten opzichte van een kind, ouders of collega’s, dan wordt dit aangemeld bij de contactpersoon of de vertrouwenspersoon. In overleg met de school worden gepaste maatregelen genomen. Indien daar aanleiding voor is wordt aangifte bij de politie gedaan. 33
CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN (CJG) Vragen over school, vriendschappen, eten, gezondheid, opvoeding, pesten of geld? Het CJG wil meedenken met vragen rondom opgroeien en opvoeden. Zowel ouders als jongeren en kinderen kunnen een beroep doen op het CJG. In het CJG werken de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar van GGD Midden-Nederland en andere organisaties, zoals het maatschappelijk werk, nauw met elkaar samen. Elke gemeente heeft een eigen CJG. Het CJG is bereikbaar via de mail of telefoon. U kunt ook binnenlopen op het inloopspreekuur. Adres, telefoonnummers en spreekuurtijden (zowel inloop als telefonisch) zijn te vinden op de website van het CJG van uw gemeente: www.cjgnaamvangemeente.nl. De GGD is kernpartner binnen het CJG.
DE GGD VOOR KINDEREN IN HET BASISONDERWIJS De afdeling Jeugdgezondheidszorg van GGD Midden-Nederland werkt preventief aan een gezonde groei en ontwikkeling van kinderen en jongeren van 0 tot 19 jaar. De GGD onderzoekt alle kinderen op verschillende leeftijden om zodoende mogelijke problemen in het opgroeien tijdig op te sporen. Mochten er problemen gesignaleerd zijn, dan helpt de GGD bij het bewandelen van de juiste weg. Aan elke school is een jeugdgezondheidszorgteam van de GGD verbonden. Dit team bestaat uit een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige en een assistente JGZ. Gezondheidsonderzoeken U krijgt als ouder van ons bericht als uw kind aan de beurt is voor een onderzoek. De standaard preventieve onderzoeken vinden plaats op school. In principe is het eerste onderzoek in groep 2 van het basisonderwijs, daarna in groep 7. Na het onderzoek wordt u schriftelijk geïnformeerd over de bevindingen. Hierbij staat ook vermeld of nog een vervolgafspraak met een jeugdarts of jeugdverpleegkundige wordt aangeboden. U krijgt dan een uitnodiging om samen met uw kind naar het spreekuur te komen. Spreekuur jeugdarts / jeugdverpleegkundige De spreekuren vinden plaats in het wijkgebouw. Alle ouders en kinderen kunnen gebruikmaken van het spreekuur. U kunt er terecht met vragen over de ontwikkeling of gezondheid van de kinderen of voor onderzoek of een gesprek. U kunt gebruikmaken van het spreekuur, als: u zelf vragen hebt over de ontwikkeling of gezondheid van uw kind. het consultatiebureau aangeeft dat onderzoek of een gesprek gewenst is. de leerkracht zich zorgen maakt, in overleg met u een afspraak op het spreekuur voorstelt en dit doorgeeft aan de GGD. het onderzoek op school aanleiding geeft tot extra onderzoek of een gesprek. In het eerste geval maakt u zelf een afspraak door te bellen met de GGD. In de overige drie gevallen ontvangt u een uitnodiging van de GGD. Telefonisch spreekuur voor opvoed- en gezondheidsvragen Heeft u een vraag over de opvoeding of de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u contact opnemen met de GGD Midden-Nederland. U wordt dan (zo mogelijk dezelfde dag nog) door een jeugdverpleegkundige teruggebeld. U kunt de GGD maandag t/m vrijdag tijdens kantoortijden bereiken op telefoonnummer (033) 460 00 46. De GGD biedt ook opvoedondersteuning via de email:
[email protected] en de mogelijkheid om te twitteren met de jeugdarts via @deschoolarts.
34
VACCINATIES DTP EN BMR In het jaar dat uw kind negen jaar wordt, krijgt u een oproep om uw kind te laten vaccineren. Kinderen krijgen twee vaccinaties. De DTP prik tegen difterie, tetanus en polio en de BMR-prik tegen bof, mazelen en rode hond.
MEER INFORMATIE: www.ggdmn.nl of mail naar
[email protected]
SCHORSEN EN VERWIJDE REN VAN LEERLINGEN We hopen dat er op onze school geen leerlingen behoeven te worden verwijderd, maar in sommige situaties is het voor de leerling en de school beter. Een leerling die de rust of veiligheid op school ernstig verstoort, kan worden verwijderd. Het moet gaan om herhaald wangedrag, dat onmiskenbaar een negatieve invloed heeft op de andere leerlingen en een goede gang van zaken ernstig belemmert. De beslissing over toelating, schorsing en verwijdering van de leerlingen berust bij het bevoegd gezag (het Algemeen Bestuur). Voordat wordt besloten tot schorsing en/of verwijdering hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleerkracht. Definitieve verwijdering van een leerling vindt niet plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Indien aantoonbaar gedurende acht weken zonder succes is gezocht naar een zodanige school of instelling waarnaar kan worden verwezen, kan in afwijking van de vorige volzin tot definitieve verwijdering worden overgegaan. De school moet eerst het voornemen tot verwijdering kenbaar maken aan de ouders. De ouders kunnen tegen de verwijdering een bezwaarschrift indienen bij het Algemeen Bestuur. Bij een negatieve beslissing kunnen de ouders via een kort geding proberen verwijdering tegen te gaan. De school heeft hiervoor een beleidsdocument opgesteld. Het heeft ook linken met het pestprotocol van de school.
MELDCODE KINDERMISHA NDELING Op het Zwaluwnest hanteren wij de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. In deze code staat beschreven hoe wij handelen wanneer we signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling menen waar te nemen. De meldcode is op school verkrijgbaar.
35
KLACHTENREGELING Als school vinden we het belangrijk dat u uw opmerkingen klachten ergens kwijt kunt. Als u ergens niet tevreden over bent, gaat u in de eerste plaats naar de persoon die daar direct bij betrokken is. Als het probleem niet is opgelost, kan de opmerking of klacht worden voorgelegd aan: · IB-er (alleen leerling-zaken) · Directie · College van bestuur (wanneer u er met de schooldirectie niet uitkomt) Het bestuur is aangesloten bij de landelijke Klachtencommissie voor het gereformeerd onderwijs. Mocht de interne procedure (tot een oplossing komen binnen school) geen resultaat opleveren, dan kunt u zich wenden tot de externe vertrouwenspersoon (VP) die speciaal voor school is aangesteld. Soms is het lastig om te zien welke weg bij een klacht of opmerking het beste bewandeld kan worden. Daarom hebben we in school een contactpersoon aangesteld die u daarbij wil helpen. De contactpersoon (CP) luistert naar u en gaat met u na wat u in uw geval het beste kunt doen. Als het nodig is, brengt de contactpersoon u in contact met de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is een onafhankelijke partij die zo nodig kan helpen bij het formuleren van een klacht. De klacht moet worden ingediend bij het Algemeen Bestuur of rechtstreeks bij de Klachtencommissie. Wanneer de klacht om mogelijk strafbare feiten gaat, kan de vertrouwenspersoon u steunen bij het doen van aangifte bij politie en justitie. Overigens hebben personeelsleden van school (en ook de contactpersoon) meldplicht en heeft het bevoegd gezag (Algemeen bestuur) aangifteplicht wanneer er vermoeden is van een seksueel misdrijf. De kinderen moeten zich veilig voelen op school. Daarbij zijn de begrippen 'orde' 'regelmaat' en 'rust' van groot belang. De volledige klachtenregeling (met een toelichting erbij) is op school in te zien. De regeling staat ook op de website van HAAL (www.haal.nl). Daarnaast is er in verband met de kwetsbaarheid van sommige zaken, de mogelijkheid om bij de contactpersoon of bij de vertrouwenspersoon een exemplaar van de klachtenregeling aan te vragen. De adresgegevens van de contactpersoon en van de vertrouwenspersoon staan vermeld in de bijlage van de schoolgids. Elke jaar krijgen de kinderen een folder, waarin het werk van de contactpersoon wordt uitgelegd.
GESCHILLENCOMMISSIES BIJZONDER ONDERWIJS Iedere richting in het bijzonder onderwijs heeft eigen klachtencommissies en commissies van beroep. Om de expertise te bundelen en de onafhankelijkheid van deze commissies te benadrukken hebben de verschillende besturenorganisaties samenwerking gezocht. Dat heeft geresulteerd in een gezamenlijk secretariaatsadres en een eigen website, waar u de informatie over de commissies kunt vinden. De adressen voor de Commissies van Beroep en de Klachtencommissies van het LVGS zijn: Commissie van Beroep Kometenstraat 131, 1223 CJ Hilversum Email:
[email protected]
Klachtencommissie Marinus Postlaan 23 8264 PB Kampen Email:
[email protected] 36
Het secretariaat van de geschillencommissies zorgt voor de procedureel goede begeleiding en behandeling van beroepsprocedures en klachten. De behandeling vindt plaats door de eigen Commissie van Beroep en Klachtencommissie van het LVGS. Op de website www.geschillencommissiesbijzonderonderwijs.nl vindt u de informatie die nodig is om een klacht of beroep in te kunnen stellen en relevante reglementen.
LEERPLICHT Als uw kind 4 jaar is, mag het naar school. Er zijn kinderen die door de vele indrukken die ze op school op doen, erg moe worden. Zij kunnen hierdoor soms niet hele dagen op school komen. In overleg met de juf/meester kunt u uw kind bepaalde momenten thuis houden. Vanaf zijn/haar 5e verjaardag is het kind leerplichtig. Totdat uw kind zes jaar wordt, mag u uw kind 5 uren per week thuis houden. Dat is natuurlijk niet wenselijk, maar als u het echt noodzakelijk vindt, kan het. Als u uw kind meer uren per week thuis wilt houden, dan heeft u speciale toestemming van de directeur of directeur Onderwijs nodig. Dat kan maximaal voor 5 uren. Totaal komt dat dus neer op 10 uren per week. U moet dat wel bespreken met de directeur of directeur Onderwijs. AFWEZIGHEID Ongeoorloofd verzuim komt de laatste jaren op onze school niet of nauwelijks voor. In alle groepen wordt elke dag de presentielijst ingevuld. Bij afwezigheid wordt nagegaan of de leerling geoorloofd afwezig is. Bij ongeoorloofd verzuim neemt de directie zo mogelijk nog dezelfde dag contact op met de ouders/verzorgers van het betreffende kind, met als doel om het verzuim ongedaan te maken. Als het verzuim langer dan een dag duurt, worden de maatregelen m.b.t. ongeoorloofd verzuim van kracht. ONGEOORLOOFD VERZUIM Als een kind ongeoorloofd afwezig is, wordt er na gegaan wat de oorzaak is. Betreft het een oorzaak die op school ligt, dan wordt er alles aan gedaan om het knelpunt weg te nemen. Ligt de oorzaak buiten school, dan wordt de leerplichtambtenaar van de gemeente ingeschakeld. De school, de ouders/verzorgers en de leerplichtambtenaar proberen tot een oplossing te komen. GEOORLOOFD VERZUIM Als uw kind 4 jaar is, mag het naar school. Omdat kinderen veel indrukken op doen en niet altijd hele dagen op school volhouden, kunt u in overleg met de juf uw kind bepaalde momenten thuis houden. Vanaf zijn/haar 5e verjaardag is het kind leerplichtig. Tot uw kind zes jaar wordt, mag u uw kind 5 uren per week thuis houden. Dat is natuurlijk niet wenselijk, maar als u het echt noodzakelijk vindt, kan het. Als u uw kind meer uren per week wilt thuis houden, dan heeft u speciale toestemming van de locatiedirecteur nodig. Dat kan ook maximaal voor 5 uren. Totaal komt dat dus neer op 10 uren per week. U moet dat wel bespreken met de school. Is uw kind 6 jaar, dan geldt dit niet meer. Extra vrij: Scholen moeten kinderen vrij geven voor de dagen waarop ze vanwege geloofs- of levensovertuiging niet op school kunnen zijn. Dat geldt ook voor dagen met belangrijke familieverplichtingen, zoals begrafenis of huwelijk.
37
VAKANTIE U moet zich houden aan de vastgestelde schoolvakanties. Dat geldt ook voor wintersportvakanties of bezoek van buitenlandse kinderen aan hun eigen land. In heel bijzondere gevallen mag de directeur een leerling vrij geven om met zijn ouders op vakantie te gaan. Dat mag hoog één keer per jaar, voor een periode van ten hoogste 10 dagen. Dat geldt alleen voor ouders die door hun beroep niet in de schoolvakanties op vakantie kunnen nemen. U moet dan en verklaring van uw werkgever laten zien waaruit blijkt dat u niet op een ander moment met vakantie kunt. De directeur mag geen toestemming geven als het gaat om de eerste twee weken na de grote vakantie. Er mag dus bijvoorbeeld geen vrij worden gegeven in verband met: goedkopere vakanties – inclusief wintersport – buiten het seizoen; door anderen betaalde vakanties, midweek of weekeindvakanties; al jaren niet op vakantie geweest; reeds tickets gekocht of reserveringen gedaan; sportactiviteiten van het kind; familiebezoek in het buitenland; een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan; eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte; reeds een ander kind in het gezin vrij is. GEWICHTIGE OMSTANDIGHEDEN: MEER DAN 10 SCHOOLDAGEN PER JAAR Een verzoek om extra verlof voor langer dan 10 schooldagen per jaar (op grond van art. 14 lid 3 van de leerplichtwet) dient minimaal 1 maand tevoren via de locatiedirecteur bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. Dit verlof wordt verleend wanneer; De ouders een verklaring van een arts of een maatschappelijk werk(st)er kunnen overleggen waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden. REGELING BIJ AFWEZIGHEID VAN DE LEERKRACHT De school doet er alles aan om ervoor te zorgen dat bij afwezigheid of ziekte van een leerkracht de kinderen gewoon naar school blijven gaan. Toch kan het in bijzondere gevallen gebeuren dat opvang niet mogelijk is. In die situatie zijn de kinderen vrij. Ouders worden hiervan zo snel mogelijk op de hoogte gesteld. AFSPRAKEN BIJ TUSSENTIJDSE WISSELING VAN BASISSCHOOL De schoolbesturen in Amersfoort hebben een afspraak gemaakt over het wisselen van school tijdens het schooljaar. Uit ervaring blijkt dat tussentijds wisselen meestal niet in het belang van de leerling is. Afgesproken is daarom dat besturen hier alleen meewerken als: er sprake is van een verhuizing; de oude school niet het onderwijs kan bieden dat de leerling nodig heeft. De directeuren van de oude én de nieuwe school zijn het daar dan over eens; er sprake is van een onoplosbaar conflict tussen ouders en de school. In dat geval bepaalt de school waarvan de leerling vertrekt de exacte datum waarop dat gebeurt, waarbij het de voorkeur geniet dat dit na een vakantie plaatsvindt. Dit in overleg met de ouders/verzorgers en de ontvangende school.
38
Wanneer ouders contact opnemen met een school over de plaatsing van een leerling lopende het schooljaar, dan verwijst de directeur de ouders/verzorgers altijd terug naar de eigen school, daarbij verwijzend naar bovenstaande afspraken. De besturen vinden keuzevrijheid van ouders belangrijk; wisselen van school kan daarom wel aan het einde van het schooljaar.
PRAKTISCHE ZAKEN LESTIJDEN Groep A-groep A/1-groepen 2-4
5-8
Dag Ma, di, do, vr Ma, di, do vr Ma, di, do wo vr Ma, di, do, vr wo
’s morgens 8.30 – 12.00 8.30 – 12.00 8.30 – 12.00 8.30 – 12.00 8.30 – 12.00 8.30 – 12.30 8.30 – 12.00 8.30 – 12.00 8.30 – 12.30
‘s middags 13.15 – 15-15 Vrij 13.15 – 15-15 Vrij 13.15 – 15-15 Vrij Vrij 13.15 – 15-15 vrij
BUITENSPELEN BIJ DE MIDDEN- EN BOVENBOUW We hebben de pauze ’s morgens voor de midden- en bovenbouw gesplitst. De middenbouw gaat van 10.00 tot 10.20 uur en de bovenbouw gaat van 10.25 – 10.45 uur. De leerkrachten lopen met elkaar buiten. Afspraken en regels zijn hetzelfde als bij het overblijven.
AANMELDEN NIEUWE KINDEREN Wanneer u kinderen wilt aanmelden die tussen 1 augustus 2014 en 31 mei 2015 4 jaar worden, wilt u dat dan vóór 1 april 2014 doen? We kunnen ons dan goed voorbereiden op het nieuwe seizoen. U kunt via onze website of telefonisch 033- 4720820 een aanmeldingsformulier aanvragen. Kinderen die minder dan zes weken voor de zomervakantie vier jaar worden, worden met ingang van het schooljaar 2015-2016 geplaatst. Na aanmelding van uw kind ontvangt u van ons een bevestiging. Wanneer uw kind vier jaar wordt, maakt de aanstaande leerkracht een afspraak voor een kennismakingsbezoek bij u thuis. Dit geeft de gelegenheid om kennis te maken en vragen te beantwoorden. Vervolgens mag uw kind voor zijn vierde verjaardag één dagdeel meedraaien in de klas om zo kennis te maken met de klasgenoten. De dag na de vierde verjaardag mag uw kind “echt” naar school. In de laatste zes weken van het schooljaar vindt er geen instroom meer plaats. Wanneer uw kind in die periode vier jaar wordt mag het na zomervakantie naar school. OUDERPORTAAL Ons leerlingenadministratiesysteem ParnasSys heeft een ouderportaal. Wanneer uw kind op school komt, ontvangt u per mail leen inlogcode voor dit ouderportaal. Hierin kunt u zien welke administratieve gegevens wij van uw kind hebben; indien nodig kunt u via het ouderportaal wijzigingen doorgeven. Daarnaast kunt u de toetsresultaten van uw kind zien zodra de leerkracht 39
deze heeft ingevoerd. De rapporten en de eventuele hulpplannen van de kinderen zijn in te zien. Mocht u de inlogcodes kwijt zijn, stuur dan een mailtje naar Anneke Vroom (
[email protected]). Zij stuurt u dan een nieuwe inlogcode. AFSCHEID Het is een goede gewoonte dat een afscheidsfeest wordt georganiseerd vanwege het feit dat groep 8 de school verlaat. De laatste jaren is er steeds een musical opgevoerd. De ouders worden zo veel mogelijk bij de voorbereiding van dit feest betrokken. We hebben de kinderen 8 jaar lang mogen vertellen van Gods liefde. Ook tijdens het afscheidsfeest willen we laten blijken dat God centraal staat in ons leven en voor de kinderen zal blijven zorgen. FIETSEN Er is een fietsenstalling op school. Deze stalling is niet afgesloten en er vindt geen toezicht plaats. Het is dus belangrijk dat iedereen zijn/haar fiets op slot zet en de fietssleutel in een bakje in de klas doet. De leerkracht kan dat wel regelen. Verder mogen de kinderen in de pauze niet aan de fietsen komen. De kinderen zetten hun fiets met het voorwiel in het rek. Kinderen die een fiets met brede banden hebben mogen hun fiets helemaal achteraan in het fietsenhok neerzetten. De school is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan de fietsen van de kinderen. GYMKLEDING We zijn in het gelukkige bezit van een speellokaal. Dat wordt gebruikt voor de kleutergym. Alle kleuters hebben gymschoenen zonder veters. Gymkleren zijn ook voor de kleuters van belang. Voor de kinderen vanaf groep 3 zijn gymkleren verplicht. Schoenen zijn ook noodzakelijk. Het dragen van gewone schoolkleding zoals lange broek of trui is niet toegestaan. Houdt u zelf in de gaten dat de gymkleding wel eens gewassen moet worden? De kinderen van de groepen 3 t/m 8 gymmen in de sportzalen in het middengedeelte. JARIG Met verjaardagen van familieleden zoals ouders en grootouders mogen de kinderen van groep 1, 2 en 3 een plaat kleuren. Het is prettig dat ze tijdig een briefje meenemen met daarop de datum en wie er jarig is. Jarige kinderen mogen hun klasgenoten trakteren. De jarige krijgt een kaart van de juffen en meesters. Ze mogen 1 of 2 kinderen kiezen om in de pauze langs de leerkrachten uit hun eigen bouw te gaan. LIEDEREN Jaarlijks wordt een lijst met liederen opgesteld die de kinderen gedurende het schooljaar leren. Deze liederen staan op de schoolkalender. RED EEN KIND We werken in een cursusjaar met projecten. Eén project betreft een sponsorkind dat we via ‘Redt een kind’ onderhouden. Daarnaast hebben we de mogelijkheid voor andere projecten.
40
ACTIVITEITEN SCHOOLFOTOGRAAF SCHOOLREISJE Eens in de twee jaar gaan de groepen 1 t/m 7 op schoolreis. Ook dit schooljaar gaan we op schoolreis. De kinderen uit groep 1 en 2 blijven in de buurt en de oudere kinderen gaan wat verder weg. Omdat de kosten wat hoger uitvallen, vindt de reis niet elk jaar plaats. De reizen vinden meestal plaats in april of mei. Voor de kinderen uit groep 8 organiseren we een schoolkamp. Op de dag van de schoolreisjes bedenken we voor groep 8 een leuke invulling. KAMP GROEP 8 Het kamp van groep 8 wordt gehouden aan het einde van het schooljaar. Van tevoren maken we een programma dat we ook aan de kinderen meegeven. U bent dan helemaal op de hoogte van er gedaan zal worden. Overdag is er veel sport en spel, de kinderen helpen actief mee met koken en afwassen, ’s avonds zijn er avondsluitingen en de kinderen verzorgen de feestavond. De kosten van het kamp zijn verwerkt in de ouderbijdrage. SCHOOLBIBLIOTHEEK Door middel van een uitleensysteem kunnen de kinderen uit de verschillende groepen boeken lenen die ze thuis en/of op school kunnen lezen. Elk jaar worden er nieuwe boeken aangeschaft. Naast de leesboeken zijn er ook informatieve boeken. SINTERKLAAS Het Sinterklaasfeest gaat onze school niet voorbij. In de groepen 1 t/m 4 verschijnt hij in levende lijve, vergezeld van een aantal knechten. Het feest voor de kleuters vindt plaats in het speellokaal. Ouders mogen het feest ook meemaken. In groep 3 en 4 komt Sinterklaas ook binnen. Dit programma is iets korter en is zonder ouders. In de bovenbouw kopen de kinderen iets voor elkaar. Ze maken een surprise met een gedicht erbij. SPORTIEF Als school nemen we deel aan de avondvierdaagse in Vathorst. Ouders nemen de organisatie hiervan op zich. De groepen 7 en 8 doen mee aan de sportdag van de Gereformeerde basisscholen in Amersfoort. Als school doen we één of meer keren per jaar mee met een toernooi dat door externe vereniging wordt georganiseerd, bijvoorbeeld zaalvoetbal, dammen, volleybal, korfbal. EXCURSIES Naar aanleiding van wat er op school is verteld of gedaan, gaan groepen kinderen soms ergens op bezoek. Dat kan in de buurt zijn, soms ook wat verder weg. Er worden altijd ouders gevraagd om mee te begeleiden. Het geld van de ouderbijdrage wordt gebruikt als er toegang betaald moet worden. Wanneer de kinderen met de auto vervoerd worden kunnen de kosten daarvoor gedeclareerd worden bij de schoolcommissie. Per leerling is er jaarlijks 6 euro vanuit de ouderbijdrage beschikbaar voor excursies. De vervoerskosten worden daar ook van betaald. SCHOOLZWEMMEN In Amersfoort bestaat het schoolzwemmen niet meer. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het regelen van zwemles, buiten schooltijd. Ouders die dit niet kunnen betalen, kunnen een beroep doen op het Jeugd Sport en Cultuur Fonds, via de sociale dienst van de gemeente Amersfoort. Dit geldt 41
voor ouders die niet meer dan 110% procent van het wettelijk sociaal minimum verdienen. Alleen voor kinderen tussen 6 en 16 jaar kan een bijdrage worden aangevraagd.
WEBSITE Op onze website www.gbshetzwaluwnest.nl vindt u veel informatie over de school. Ook proberen we u via de site mee te laten leven met tal van activiteiten. Mocht u geen foto’s of namen van uw kind op de site van school willen, dan kunt u dit aangeven bij de directie van de school. We zorgen er dan voor dat uw kind niet op de site van school te zien of te lezen is. Heeft u dit eenmaal gedaan, dan hoeft u dit niet nogmaals te doen. Regel is dat kinderen niet alleen op de foto staan.
SPONSORING Om aan extra middelen te komen kan de school aan sponsoring doen. Twee duidelijke regels zijn dat bij eventuele tegenprestatie door het bedrijf geen gebruik gemaakt wordt van het inschakelen van kinderen en dat de MR gekend moet worden in de besluitvorming. Niet elk bedrijf komt in aanmerking voor sponsoring. Er zal daarbij duidelijk rekening gehouden worden met het eigen karakter van de school.
42
ADRESSEN Actuele adresgegevens vindt u in de informatiegids van de school. Om de privacy van de kinderen te waarborgen hebben we geen gegevens van kinderen en ouders opgenomen in de schoolgids. SCHOOLGEBOUW Darthuizerberg 133 3825 BN Amersfoort 033 – 4 720 820 E-mail:
[email protected]
www.gbshetzwaluwnest.nl
KANTOOR VGPO HAAL Burg. De Beaufortweg 16 3833 AG Leusden 033 – 432 42 59
[email protected] VERTROUWENSPERSONEN KLACHTENREGELING Tanja van der Vinne Assendorperstraat 383 8012 DN Zwolle 038 – 4256619 (werk) 038 – 4290818 (thuis) 06 – 12953302 (mobiel) CONTACTPERSONEN KLACHTENREGELING Jannette van Rhee (teamlid), Tel. 033 – 4681250 Inge Flokstra (ouder), tel. 033 - 2010234 KLACHTENCOMMISSIE Landelijke Klachtencommissie Gereformeerd Onderwijs p/a Concent, commissie van beroep Postbus 166 8000 AD Zwolle
43