Datum : 5 maart 2014 Uw BSN : Uw brief van : Uw kenmerk : Ons nummer : Behandeld door : Directie Onderwerp
Gemeenteraden van Oostzaan en Wormerland
: Onderzoek Berenschot ´Slim samenwerken in de regio´
Geachte raadsleden, In opdracht van de algemeen directeuren van OVER-gemeenten en de gemeente Zaanstad heeft Berenschot in 2013 onderzoek gedaan naar samenwerkingsmogelijkheden tussen OVER-gemeenten en de gemeente Zaanstad. Het onderzoek naar slim samenwerken richtte zich onder andere op mogelijke kostenbesparingen. De conclusie van Berenschot is dat samenwerking met name voordelen heeft op het terrein van verminderen van kwetsbaarheid en het verhogen van kwaliteit, en in veel mindere mate leidt tot kostenverlaging. Dat komt omdat zowel OVER-gemeenten als Zaanstad reeds een relatief klein ambtelijk apparaat hebben in vergelijking met andere gemeenten van vergelijkbare omvang. In de bijeenkomst van de gezamenlijke raadswerkgroep van de gemeenten Oostzaan en Wormerland van 18 februari 2014 zijn de uitkomsten van het onderzoek ‘Slim samenwerken in de regio’ besproken. Ter informatie sturen wij u de rapportage van het onderzoek van Berenschot en de door Berenschot uitgevoerde benchmark bij deze toe. Het bestuur van OVER-gemeenten heeft de directie van OVER-gemeenten de opdracht gegeven om een concept-samenwerkingsovereenkomst op te stellen om de geïdentificeerde ‘quick wins ’ en de basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) te verzilveren. In deze samenwerkingsovereenkomst worden afspraken gemaakt over zaken als: welke verwachtingen gelden over en weer; wie doet wat; tarieven en omzet et cetera. De conceptsamenwerkingsovereenkomst wordt ter vaststelling voorgelegd aan het bestuur van OVER-gemeenten.
Met vriendelijke groet, het bestuur van OVER-gemeenten voorzitter
P.C. Tange
OVER-gemeenten · Postbus 20 1530 AA Wormer · 075 - 651 21 00 www.over-gemeenten.nl ·
[email protected]
Rapportage onderzoek samenwerking ambtelijke organisaties ZaanstadOVER-gemeenten
Arno van Kempen Daniel Huisman 15 november 2013
Rapportage onderzoek samenwerking ambtelijke organisaties Zaanstad-OVER-gemeenten Inhoud
Pagina
1. Inleiding
1
1.1 Inleiding en leeswijzer 1.2 Onderzoeksvraag 1.3 Aanpak onderzoek
1 1 1
2. Nulmeting: benchmark
3
2.1 Inleiding 2.2 Benchmarkresultaten OVER-gemeenten 2.3 Benchmarkresultaten Zaanstad
3. Business cases 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11
Inleiding Samenwerkingsniveaus Randvoorwaarden Synergiemogelijkheden sociaal domein Synergiemogelijkheden Publiekszaken Synergiemogelijkheden Uitvoering Openbare Ruimte en Ingenieursbureau Synergiemogelijkheden Openbare Orde en Veiligheid Synergiemogelijkheden Bedrijfsvoering Samenvatting synergievoordelen Kwantificering synergiemogelijkheden Wat zijn de voordelen van samenwerking?
4. Bepalen optimale organisatievorm 4.1 4.2 4.3 4.4
Inleiding Samen denken Samen inkopen Samen werken
5. Conclusies en aanbeveling 5.1 Conclusies 5.2 Aanbeveling
3 3 4
6 6 7 7 8 9 10 13 13 16 17 18
20 20 20 21 23
26 26 26
1. Inleiding
1.1 Inleiding en leeswijzer Berenschot is gevraagd een onderzoek uit te voeren dat tot doel heeft het in beeld brengen van bezuinigingsmogelijkheden door nauwere samenwerking van Zaanstad met de Over-gemeenten. Bijgaand treft u onze rapportage aan. Deze rapportage kent de volgende opbouw. In het vervolg van dit hoofdstuk gaan wij in op de onderzoeksvraag en de onderzoeksaanpak. Hoofdstuk 2 bevat de belangrijkste uitkomsten van de uitgevoerde benchmark. Hoofdstuk 3 bevat de uitkomsten van fase 2 van het onderzoek. In hoofdstuk 4 gaan wij in de mogelijkheden om de samenwerking te organiseren. Wij sluiten af met de conclusies en aanbevelingen in hoofdstuk 5. 1.2 Onderzoeksvraag De opdracht behelst een onderzoek naar ambtelijke samenwerking in de regio ZaanstreekWaterland. Oostzaan, Wormerland en Zaanstad zijn buurgemeenten gelegen in de Zaanstreek. Oostzaan en Wormerland hebben samen één ambtelijke organisatie: de Over-gemeenten. De algemeen directeuren van Over-gemeenten en Zaanstad staan voor ingrijpende bezuinigingsopgaven op de organisaties, mede als gevolg van een efficiencykorting op apparaatskosten die de regering doorvertaalt naar de algemene uitkering. Dit brengt de noodzaak met zich mee dat gemeenten steeds meer taken en diensten gezamenlijk organiseren en hieruit kwaliteits- en efficiencyvoordelen weten te halen. Deze ambtelijk eindverantwoordelijken zoeken naar business cases om door middel van ambtelijke samenwerking bezuinigingen te realiseren op de apparaatsuitgaven. Hierbij dient in ieder geval antwoord te komen op onderstaande vragen: 1. Op welke clusters van taken is door ambtelijke samenwerking een reële besparing mogelijk ten opzicht van de begrotings- en/of realisatiecijfers 2012 van Oostzaan, Wormerland (samen: Over-gemeenten) en Zaanstad? 2. Wat zijn de randvoorwaarden en condities om deze besparing te realiseren? 3. Wat is de meest geëigende organisatievorm om de samenwerking vorm te geven? 1.3 Aanpak onderzoek De onderzoeksvragen zijn in drie fasen beantwoord. De nu volgende figuur laat zien wat deze drie fasen zijn en welke vraag we in welke fase beantwoorden.
48961
1
Fase 1: Nulmeting Benchmark ambtelijk apparaat en begrotingsanalyse
Fase 2: Business cases Business cases voor vier clusters
Antwoord op onderzoeksvragen 1 en 2: 1. Op welke clusters van taken is door ambtelijke samenwerking een reële besparing mogelijk? 2. Wat zijn de randvoorwaarden en condities om deze besparing te realiseren?
Fase 3: Afwegingskader organisatievormen
Antwoord op onderzoeksvraag 3: 3. Wat is de meest geëigende organisatievorm?
De drie fasen lichten we als volgt toe: 1. De eerste fase betreft een nulmeting van beide (ambtelijke) organisaties. Deze nulmeting bestaat uit twee onderdelen: Een benchmark van beide ambtelijke apparaten. De benchmark informeert over de omvang van uw formatie, onderverdeeld naar taken in het primair proces en de overhead, vergeleken met andere, vergelijkbare gemeenten. Tevens biedt het zicht op het uitbestedingspatroon en de financiën van uw gemeente. Een analyse van de begroting van de drie betrokken gemeenten. Doel van de begrotingsanalyse is inzicht te krijgen in de baten en lasten van de drie gemeenten en hoe deze zich verhouden tot andere, vergelijkbare gemeenten. Over de resultaten van de eerste fase is reeds separaat gerapporteerd. In hoofdstuk 2 vatten wij de belangrijkste resultaten van het benchmark onderzoek samen. 2. In fase 2 hebben we voor een vijftal taakgebieden via een business case methode onderzocht welke synergiemogelijkheden zijn bij samenwerking. 3. In de derde fase komen we tot een voorstel voor de meest geëigende organisatievorm.
48961
2
2. Nulmeting: benchmark
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk geven wij een samenvatting van de belangrijkste resultaten van het benchmark onderzoek. De benchmark informeert over de omvang van de formatie, onderverdeeld naar taken in het primair proces en de overhead, vergeleken met andere gemeenten. Sinds de start in 2002 hebben meer dan driehonderd gemeenten hieraan deelgenomen. Gezien de omvang van de gemeente Zaanstad, ruim 150.000 inwoners, vergelijken wij met gemeenten in grootteklasse E (meer dan100.000 inwoners) en de organisatie van OVER-gemeenten (Oostzaan en Wormerland te samen circa 25.000 inwoners). We merken hierbij op dat een benchmark slechts vergelijkingsinformatie biedt, geen oordeel. Wij hebben in dit onderzoek gekeken naar de omvang van de diverse functies, niet naar het kwaliteitsniveau. 2.2 Benchmarkresultaten OVER-gemeenten Wij concluderen dat OVER-gemeenten een relatief klein bruto ambtelijk apparaat hebben (-23%), vergeleken met andere gemeenten in dezelfde grootteklasse. De OVER-gemeenten zijn uitgegaan van de formatie per 1 januari 2013 (inclusief vacatures). De formatie voor uitvoerende taken is relatief laag (-26%). OVER-gemeenten hebben in vergelijking met de referentiegroep minder personeel hiervoor op de loonlijst staan en kennen een afwijkend uitbestedingspatroon. De volgende twee uitvoerende taken vallen op met een grotere formatie dan gemiddeld: ontwerpen ruimtelijke ordeningsplannen (+61%) en archief /div (+28%). Een logische verklaring voor de hogere formatie op archief / div is dat OVER-gemeenten drie archieven met bijbehorende inspecties van het archief door de archiefinspectie tellen. Het netto ambtelijk apparaat (de beleidskern) is eveneens kleiner dan gemiddeld (-20%), met uitzondering van Burgerzaken en Openbare orde en veiligheid. Daarbij kunnen allerlei factoren een rol spelen, zoals onder andere de goede sociale structuur van OVER-gemeenten. Ook speelt mee dat de milieutaken zijn ondergebracht bij de milieudienst Waterland, terwijl niet alle gemeenten in de grootteklasse al zijn aangesloten bij een regionale milieudienst. Bij Burgerzaken speelt mee dat OVER-gemeenten twee locaties kennen met ruime openingstijden. Daarnaast is de formatie van het snelloket, vanwege webcare eerstelijnsvragen, volledig ondergebracht bij Burgerzaken. De omvang van de overhead van OVER-gemeenten is op totaalniveau fors hoger dan gemiddeld. Het overheadpercentage is namelijk met 40,8% fors hoger dan bij andere gemeenten (gemiddeld 34,1%). Een kwart van de gemeenten in de referentiegroep heeft een percentage van onder de 30,1% (= de kwartielscore). Dat geldt voor alle overheadfuncties met uitzondering van Personeel en
De belangrijkste oorzaak voor deze hogere overheadformatie is de gekozen organisatievorm: twee afzonderlijke gemeenten met een eigen raad en college met één ambtelijke organisatie). De
48961
3
gekozen organisatievorm heeft met name gevolgen voor de omvang van de formatie van de volgende overheadfuncties:
Gemeentesecretaris/directie en lijnmanagement, vanwege het bedienen van twee besturen +2,3 fte;
Financiën en Control, vanwege het opstellen van begroting, jaarverslag en p&c-cyclus in drievoud +0,8 fte;
Juridische Zaken, vanwege 2 commissies + 2,3 fte;
Bestuurszaken en bestuursondersteuning, vanwege het bedienen van twee besturen +1,4 fte; .
Raadsgriffier en (bestuurs)ondersteuning vanwege twee griffies (+0,8 fte).
2.3 Benchmarkresultaten Zaanstad Wij concluderen dat de gemeente Zaanstad een relatief klein bruto ambtelijk apparaat heeft (-12%), vergeleken met andere gemeenten in dezelfde grootteklasse. De formatie voor uitvoerende taken is relatief laag (-16%). Ten aanzien van de uitvoerende taken stellen we vast dat de gemeente Zaanstad in vergelijking met de referentiegroep minder personeel hiervoor op de loonlijst heeft staan. De volgende twee uitvoerende taken vallen op met een grotere formatie dan gemiddeld: beheer zee- en binnenhavens en waterwegen (+49%) en wet milieubeheer (+79%). Een mogelijke verklaring voor de hogere formatie op beheer zee- en binnenhavens en waterwegen is de fysieke structuur van de gemeente als onderdeel van regio Waterland. Het netto ambtelijk apparaat (de beleidskern en de overhead) is eveneens kleiner dan gemiddeld (9%). De formatie van de primaire functies Burgerzaken, Economische zaken, Onderwijs, Cultuur en recreatie en Volksgezondheid en milieu is in de gemeente Zaanstad kleiner dan gemiddeld. Wel valt de hogere formatie op bij functie 580: Overige recreatieve voorzieningen, omdat alle formatie op de functie Cultuur en recreatie nu toebedeeld is aan de functie 580. Deze functie is als een soort overlooppost gebruikt. De formatie van de functies Openbare orde en veiligheid (+7%, 1,2 fte) en Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting (14%, 17,5 fte) is groter dan gemiddeld en de formatie van de functie Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening (+26%, 9,9 fte) is veel groter dan gemiddeld. Hierbij kunnen allerlei factoren een rol spelen, zoals de ambities van de gemeente Zaanstad en gemeentespecifieke kenmerken. De hogere formatie op Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening wordt met name veroorzaakt door de hogere formatie op functie 622: Huishoudelijke verzorging (WMO). Momenteel vindt er binnen het maatschappelijk domein een reorganisatie plaats, waar de WMO onderdeel van uitmaakt. De omvang van de overhead van de gemeente Zaanstad is op totaalniveau kleiner dan gemiddeld. Het overheadpercentage is met 31,2% namelijk relatief veel lager dan bij andere gemeenten (gemiddeld 33,0%) en ligt onder de kwartielscore van 31,4% (een kwart van de gemeenten in de referentiegroep heeft een percentage dat lager ligt dan dit getal). Dat geldt voor alle overheadfuncties met uitzondering van Gemeentesecretaris/ Directie, lijnmanagement (+7,9 fte), Personeel en Organisatie (+2,6 fte) en Bestuurszaken en bestuursondersteuning (+7,8 fte). De grootste afwijking naar beneden ten opzichte van het gemiddelde van de grootteklasse zit bij
48961
4
Informatisering en Automatisering (I&A). In het gesprek over de cijfers heeft de gemeente Zaanstad aangegeven dat een groot deel van de I&A-taken wordt c.q. is uitbesteed.
48961
5
3. Business cases
3.1 Inleiding Fase 2 richt zich - voor een geselecteerd aantal clusters van taken - op het beantwoorden van de volgende twee onderzoeksvragen: 1. Op welke clusters van taken is door ambtelijke samenwerking een reële besparing mogelijk ten opzicht van de begrotings- en/of realisatiecijfers 2012? 2. Wat zijn de randvoorwaarden en condities om deze besparing te realiseren? In fase 1 van dit onderzoek hebben wij een (algemene, globale) benchmark uitgevoerd van het ambtelijk apparaat van de betrokken ambtelijke organisaties. Op basis hiervan is besloten om in deze tweede fase de volgende domeinen/ taakgebieden nader te onderzoeken op synergiemogelijkheden: 1. Sociaal domein (Sociale dienst en WMO). 2. Publiekszaken/ dienstverlening. 3. Openbare ruimte en ingenieursbureau. 4. Openbare Orde en Veiligheid. 5. Bedrijfsvoering. Dit verdiepende onderzoek bestond per domein- uit twee onderdelen:
1. Om inzicht te krijgen in de huidige situatie qua inzet van formatie en financiële middelen hebben we - voor elk domein - een vragenlijst uitgezet. Deze vragenlijsten kennen steeds een vergelijkbare indeling, namelijk: Kosten/ budgetten; onderverdeeld in een aantal kostencategorieën, zoals personele kosten, materiële lasten, kapitaallasten en overheadkosten. Formatie- en bezettingscijfers. Hierbij inventariseerden we tevens in welke mate al wordt samengewerkt en uitbesteed. Op basis van de ingevulde vragenlijsten hebben we tevens per domein indien cijfers beschikbaar zijn- een (verdiepende) benchmark uitgevoerd met andere gemeenten.
2. Om inzicht te krijgen in de bezuinigings- c.q. synergiemogelijkheden door samenwerking heeft voor elk domein een workshop plaatsgevonden, met sleutelfiguren van het betreffende domein (van Zaanstad en OVER-gemeenten).
48961
6
3.2 Samenwerkingsniveaus In de volgende paragrafen gaan wij nader in op de synergiemogelijkheden die uit de workshops naar voren zijn gekomen. Deze synergiemogelijkheden hebben wij ingedeeld naar de verschillende niveaus zijn waarop de gemeenten c.q. de ambtelijke organisaties kunnen samenwerken. Wij lichten deze samenwerkingsniveaus als volgt kort toe:
Bij Samen denken & Samen inkopen gaat het om een vrijblijvende manier van samenwerken, waarbij op (min of meer) ad hoc basis afspraken worden gemaakt tussen de gemeenten. Er is daarbij sprake van geringe investeringen om de samenwerking tot stand te laten komen.
Bij Samen werken wordt de samenwerking meer geformaliseerd. Er komen bindende afspraken en (werk)processen van samenwerkende partijen worden op elkaar afgestemd. Hierbij kunnen organisaties taken voor elkaar gaan uitvoeren.
Bij Samen gaan worden formatie en taken overgedragen naar één gezamenlijke uitvoeringsorganisatie. Een variant hierop is (gezamenlijke) uitbesteding of verzelfstandiging van taken, bijvoorbeeld aan een gemeenschappelijke regeling of een private partij.
De volgende figuur geeft deze vier samenwerkingsniveaus schematisch weer.
3.3 Randvoorwaarden Om de geïdentificeerde synergiemogelijkheden te kunnen verzilveren gelden in het algemeen- de volgende randvoorwaarden:
Over-gemeenten en Zaanstad zullen zowel bestuurlijk als politiek moeten kunnen instemmen met de voorgenomen samenwerking. Argumenten hiervoor zijn: Het levert voordeel op voor de burger. Het is vrijwillig (maar niet vrijblijvend).
.
Het gaat vooral om slim samenwerken in plaats van uitbesteding van taken aan Zaanstad.
Een tweede randvoorwaarde is dat de ambtelijke organisatie van OVER-gemeenten de voordelen inziet van een (verdergaande vormen van) samenwerking met Zaanstad.
48961
7
Er zal harmonisatie/ standaardisatie van uitvoeringsregels en de informatiearchitectuur moeten plaatsvinden.
Om tijd- en plaats onafhankelijk te kunnen werken, zullen werkprocessen gedigitaliseerd moeten worden en zullen andere innovatieve ICT oplossingen ingezet moeten worden.
Er zal een duidelijke rolverdeling en afspraken (eigenaar, opdrachtgever, opdrachtnemer, klant) moeten komen, inclusief handhaving van deze rolverdeling.
In de nu volgende paragrafen benoemen wij per domein/ taakgebied nog een aantal specifieke randvoorwaarden en aandachtspunten.
3.4 Synergiemogelijkheden sociaal domein Wat betreft het sociaal domein hebben we in dit onderzoek de taakgebieden sociale zaken en WMO onder de loep genomen. Bestaande samenwerking Wat betreft het sociaal domein werken de drie gemeenten al relatief veel samen. Op het gebied van sociale zaken gaat het dan om:
De sociale dienst van Oostzaan wordt verzorgd door Zaanstad, inclusief bezwaar en beroep.
Oostzaan en Wormerland hebben beide de schuldhulpverlening uitbesteed aan Zaanstad.
Zaanstad voert daarnaast voor Wormerland een aantal andere taken uit, waaronder ICT, terugvorderingen, sociale recherche en financiële controles. Zaanstad voerde tot dit jaar ook bezwaar en beroep uit voor Wormerland; met ingang van 2014 gaat deze gemeente het weer zelf doen.
Daarnaast wordt in een groter verband (met o.a. 9 gemeenten) samengewerkt in het project werkgeversdienstverlening en zijn de drie gemeenten deelnemer in het SW-bedrijf Baanstede. Voor de uitvoering van de WMO wordt op de volgende wijze samengewerkt:
Er is gezamenlijke aanbesteding van huishoudelijke hulp, trapliften, vervangend openbaar vervoer, etc.;
Een medewerker jeugd van OVER-gemeenten is 1 dag per week gedetacheerd bij Zaanstad.
Verder vindt er gezamenlijk contact op cliëntniveau plaats en wordt op incidentele basis kennis gedeeld. Synergiemogelijkheden sociaal domein Een logische optie voor samenwerking is dat de gemeente Wormerland de sociale dienst integraal gaat uitbesteden aan Zaanstad, vergelijkbaar met Oostzaan. Uit een vergelijking van de kosten per
48961
8
BUIG-cliënt is naar voren gekomen dat Zaanstad de uitvoering van de sociale dienst van Oostzaan tegen relatief lage kosten uitvoert.1 De kosten per BUIG2.597 bedraagt en voor Zaanstad . 2 De sociale dienst van Wormerland is per WWB-cliënt dus goedkoper dan Zaanstad, waardoor uitbesteding vanuit financieel perspectief minder aantrekkelijk lijkt.
"
#
$
%
&
!
'
Naast voortzetten van wat nu al gezamenlijk wordt gedaan, zien we de volgende mogelijke kansen voor synergie. Subproces Sociale dienst/ WMO
Samen Denken
Samen Inkopen
Bij opzetten van één jeugdteam voor Oostzaan/Wormerland kijken naar de wijze waarop de 5 jeugdteams in Zaanstad georganiseerd worden
Samen werken (doen) Gezamenlijke ontwikkeling en
(
)
*
+
,
-
.
,
,
)
/
0
*
<
1
,
2
)
3
4
-
5
)
6
7
*
-
3
8
1
9
:
,
+
-
.
;
-
1
4
-
-
/
,
.
0
3
/
)
1
-
.
-
/
=
>
Opzetten van een pool van WMO consulenten van Zaanstad met OVER-gemeenten
3.5 Synergiemogelijkheden Publiekszaken De nu volgende tabel laat de synergiemogelijkheden zien voor Publiekszaken. Subproces
Samen Denken
Zaakgericht werken/ digitalisering/ processen
1
Samen nadenken over welke kansen aanwezig zijn om digitalisering (binnen OVERgemeenten) te vergroten en verbeteren.
Samen Inkopen
Samen werken (doen)
OVER-gemeenten willen gaan werken met het zaaksysteem Mozard. Zaanstad werkt reeds met dit systeem en kan voor OVER-gemeenten bij de leverancier mogelijk een schappelijke prijs afspreken.
Op dit terrein kan zowel samengewerkt worden bij de invoering als bij het beheer. Zaanstad heeft een voorsprong op OVER-gemeenten, waar OVERgemeenten van kunnen profiteren bij de invoering van zaakgericht werken. Het vervolgens samen uitvoeren van systeembeheer en functioneel beheer zorgt voor een verlaging van onderhoudskosten, vergroot de efficiëntie en verlaagt de kwetsbaarheid van OVER-
Met ingang van 1 januari 2010 zijn op grond van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan
gemeenten (BUIG) de gemeentelijke geldstromen voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de volgende wetten gebundeld: Wet werk en bijstand (WWB), Wet investeren in jongeren (WIJ), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) voor zover deze uitkeringen betrekking hebben op levensonderhoud voor startende ondernemers en de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK). 2
Bij de kosten per BUIG-cliënt gaat het om de totale kosten voor personeel en uitbesteding van de sociale
dienst (uitvoering, beleid en ondersteuning).
48961
9
Subproces
Samen Denken
Vergunningverlening
Het uitwisselen van kennis en best practices tussen de medewerkers van beide gemeenten; zorgen voor kruisbestuiving.
Samen Inkopen .
Samen werken (doen) gemeenten.
Het samenvoegen van de medewerkers Vergunningverlening werkend met één systeem (SBA) en werkwijze; wel met behoud van lokale kennis. Opties bekijken voor mogelijke samenwerking op het gebied van de Wabo en Blitzvergunningen.
Frontoffice
Kennisuitwisseling, bijvoorbeeld over vergroten klantgerichtheid in frontoffice; koppeling front- en backoffice, verbetering content FAQ op website en creëren van een lerende cyclus bij OVER-gemeenten over meest efficiënte communicatie met de burger
Poulevorming van medewerkers KCC op één locatie om kwetsbaarheid OVER-gemeenten (eenpitters) te verlagen. Beide gemeenten werken nu al met Centric
Beleid Burgerzaken
Uitwisselen best practices over omgaan met beleid in brede zin (uitvoering, ontwikkeling en regie) en vragen die spelen (zoals harmonisering, politieke invloed).
OVER-gemeenten huren capaciteit in. Zaanstad heeft eigen capaciteit. Samenwerking is hierbij mogelijk, wel met behoud van beleidsautonomie gemeenten.
In de workshop genoemde specifieke aandachtspunten en randvoorwaarden zijn:
Er liggen bij OVER-gemeenten kansen om meer te gaan digitaliseren en meer te doen met zaakgericht werken; OVER-gemeenten hebben een relatieve achterstand op dit gebied. Er zijn nu bovendien verschillende, aan elkaar gekoppelde systemen. Vereenvoudiging is wenselijk om de dienstverlening naar de burger te kunnen verbeteren. OVER-gemeenten zouden op dit punt kunnen profiteren van de ervaringen van Zaanstad met zaakgericht werken (Mozard systeem). De ervaring van Zaanstad leert dat het besparingen oplevert om over te gaan op één systeem, namelijk op systemen (vereenvoudiging architectuur), functioneel beheer, licentiekosten (pakketten) en onderhoudskosten. Randvoorwaarde is wel het harmoniseren van de betrokken bedrijfs- en werkprocessen.
Wormerland en Oostzaan hebben beide nog een eigen gemeentehuis met baliefunctie. De betrokken besturen willen dit handhaven.
3.6 Synergiemogelijkheden Uitvoering Openbare Ruimte en Ingenieursbureau De nu volgende tabel laat de synergiemogelijkheden zien voor Uitvoering Openbare Ruimte en het Ingenieursbureau.
48961
10
Deelproces
Samen Denken
Afvalbeheer
Groenbeheer
Samen Inkopen
Kennis en ervaringen uitwisselen ten aanzien van de relatie met HVC (Zaanstad en Wormerland) Kennisuitwisseling en ondersteuning bij het uiten verlengen van contacten met externen (minder papierwerk).
Kennis en ervaringen uitwisselen over goed (contract) beheer, regie en op beleidsontwikkeling (GRP, groen, openbare ruimte, VGAP, beeldkwaliteitsplan).
Samen werken (doen)
Het samen inkopen van producten en diensten; bijvoorbeeld HVC (Zaanstad en Wormerland); Oostzaan heeft Sita.
Werken met dezelfde systemen waar mogelijk.
Het gezamenlijk aanbesteden van opdrachten in het groenbeheer (bijvoorbeeld specialistisch werk) via stichting Rijk (waarbij OVER-gemeenten momenteel zijn aangesloten) of het inkoopbureau van Zaanstad.
3
Reinigingen
Kennis en ervaringen uitwisselen over goed (contract) beheer en op beleid.
Het gezamenlijk aanbesteden van reinigingsopdrachten via stichting Rijk of inkoopbureau van Zaanstad.
Rioolbeheer
Kennis en ervaringen uitwisselen over goed (contract) beheer en op beleid
Openbare verlichting Kennis en ervaringen uitwisselen ten aanzien van ontwikkelingen in het werkveld, beheer contacten met externen, verkeersmodellen en plannen. ?
Wegbeheer en gladheidsbestrijding
3
Samenwerking op het gebied van materieel. Zaanstad heeft eigen wagenpark, OVERgemeenten niet; Samenwerken op het gebied van beleid, het opstellen van beheerplannen en subsidieaanvragen; Onderzoeken hoe samenwerking op bestandsbeheer mogelijk is. OVER-gemeenten gebruiken wel een ander systeem als Zaanstad. Samen werken op formatie bij overcapaciteit, mede om kosten inhuur en uitbesteding en frictiekosten Zaanstad (als gevolg van de bezuinigingen) te minimaliseren. Samenwerking op materieel (wanneer Zaanstad overcapaciteit heeft) bijvoorbeeld veegmachines.
Het gezamenlijk aanbesteden van opdrachten binnen het rioolbeheer via stichting Rijk of inkoopbureau van Zaanstad. Gezamenlijk aanbesteden van opdrachten (zoals lampen ;
+
-
.
+
3
/
0
-
/
@
,
/
;
-
.
<
,
(
A
B
C
=
1
,
specialistisch werk elektrotechnisch werk) via stichting Rijk of inkoopbureau van Zaanstad. ?
D
Samenwerken op het integreren van bestandsbeheer en onderhoudscontracten. Zaanstad kijkt hier al samen met de provincie naar.
Integreren van bestandsbeheer en gezamenlijk een inspectieprogramma opstellen.
Stichting Rijk is het Regionaal Inkoopbureau IJmond en Kennemerland (RIJK). Per 1 januari 2013 nemen 14
kleine(re) gemeenten uit de regio IJmond en Kennemerland deel aan deze organisatie.
48961
11
Deelproces Verkeer en Vervoer
Samen Denken
Samen Inkopen
Uitwisselen best practices over omgaan met beleid in brede zin (uitvoering, ontwikkeling en regie) en vragen die spelen (zoals harmonisering, politieke invloed).
Voor beweegbare bruggen hebben beide gemeenten het onderhoud uitbesteed. Dit zou ook gezamenlijk kunnen worden uitbesteed.
Samen werken (doen)
?
Ingenieursbureau
Zaanstad heeft verkeerskundigen voor verkeersplannen en modellen en werkt regionaal samen. OVER-gemeenten zouden kunnen aansluiten. Samenwerken op inspectie van bruggen en een gezamenlijk beheerplan voor bruggen. Zaanstad heeft bouwkundigen in dienst. Deze specialisten zouden ook voor OVERgemeenten kunnen werken, bijvoorbeeld voor inspectie van vaste bruggen (in plaats van inhuur/ uitbesteding).
Bij OVER-gemeenten wordt veel uitbesteed, terwijl Zaanstad een eigen Ingenieursbureau heeft. OVERgemeenten zouden ingenieurstaken kunnen onderbrengen bij Zaanstad (in plaats van inhuur/ uitbesteding). Gebouwinspecties OVERgemeenten laten uitvoeren door medewerkers van Zaanstad, om inhuur te minimaliseren.
In de workshop genoemde aandachtspunten en randvoorwaarden zijn:
Bij beide gemeenten is er een sterke politieke behoefte om taken openbare ruimte zoveel als mogelijk onder te brengen bij de Baanstede. Baanstede doet voor Oostzaan en Wormerland bijvoorbeeld al het groenonderhoud (behalve het ingewikkelder groenonderhoud, zoals bomen en bermen). Bij Zaanstad zijn er wijkteams, waar minimaal 35 mensen van Baanstede aan het werk zijn. Oostzaan en Wormerland hebben geen tot weinig materieel; deze zijn namelijk in bezit van Baanstede. Zaanstad heeft meer eigen materieel. Doordat OVER-gemeenten relatief weinig materieel in bezit hebben, is hier geen kans voor samenwerking.
Voor het taakveld Rioolbeheer heeft Zaanstad samen andere gemeenten een onderzoek naar synergie in de waterketen lopen, onder leiding van Purmerend. De landelijke overheid heeft namelijk bepaald dat de regio in 2020 10% op de kosten moet besparen. Er wordt nu daarom gekeken naar samen inkopen, samen inspecties uitvoeren, etc.
Een mogelijke kans is samenwerking op bestandsbeheer. Zaanstad en OVER-gemeenten gebruiken verschillende pakketten, waar ze beiden tevreden over zijn. Bij samenwerking zou
48961
12
een keuze gemaakt moeten worden uit één van beide systemen. Vervolgens zullen gegevens geconverteerd moeten worden naar het geselecteerde systeem. Wij zien dit daarom niet als een
E
F
3.7 Synergiemogelijkheden Openbare Orde en Veiligheid De nu volgende tabel laat de synergiemogelijkheden zien voor Openbare Orde en Veiligheid Subproces
Samen Denken
G
,
3
=
Samen Inkopen
Samen werken (doen) C
Kennis en ervaringen uitwisselen over bijvoorbeeld inzet van
1
G
/
H
-
*
*
-
/
+
3
;
/
,
3
=
1
(
)
*
I
3
3
/
1
*
;
3
)
/
J
)
6
+
,
,
.
J
-
-
K
;
4
,
1
*
H
3
3
/
L
M
,
.
8
-
4
3
/
,
Boa van Wormerland opnemen binnen Zaanstad. Deze functie is nu kwetsbaar binnen OVER;
0
-
8
-
-
/
*
-
/
9
N
O
4
1
G
-
D
;
,
3
+
3
/
M
,
.
8
-
.
4
3
/
,
P
G
,
3
=
1
+
3
7
3
/
*
)
-
0
3
3
*
)
1
-
.
0
-
-
/
+
-
.
+
3
/
0
)
/
0
Q
>
In de workshop genoemde aandachtspunten en randvoorwaarden zijn:
Op het gebied van Openbare Orde en Veiligheid zoeken Zaanstad en OVER-gemeenten (op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau) elkaar al regelmatig op. Er is afstemming op beleid en er worden ervaringen/kennis uitgewisseld.
OVER-gemeenten hebben de inspecties/controles op bijvoorbeeld geluidsoverlast uitbesteed aan de milieudienst IJmond (contract van 5-7 jaar). Hun voorkeur gaat er naar uit om de inspecties/controles voor naleving van de drank- en horecawet ook door de milieudienst te laten uitvoeren (in plaats van dit bij Zaanstad onder te brengen).
Wat betreft samenwerking op het gebied van de B OVER-gemeenten en Zaanstad een verschillende aanpak hebben: in Zaanstad opereren zij in groepen en bij OVER-gemeenten alleen.
Ten aanzien van het thema Openbare Orde en Veiligheid geldt dat burgemeesters snel . Bij nauwere samenwerking zal dit geborgd moeten worden.
3.8 Synergiemogelijkheden Bedrijfsvoering De nu volgende tabel laat de synergiemogelijkheden zien voor Bedrijfsvoering.
48961
13
Subproces
Samen Denken
Samen Inkopen
Samen werken (doen)
Financiële administratie/ management rapportages
De financiële administratie van OVERgemeenten zou door Zaanstad kunnen worden gedaan. Zaanstad heeft een standaard rapportagetool zodat de managers direct rapportages kunnen opvragen (Click View). Hierdoor kunnen controllers zich meer richten op de P&C cyclus i.p.v. losse vragen om cijfers. Dit zou Zaanstad ook deels kunnen verzorgen voor OVERgemeenten.
K
Procesmanagement
;
P
<
-
*
0
-
J
)
-
+
3
/
P
.
,
2
-
1
8
3
;
P
/
3
0
-
8
-
/
*
9
:
J
(
1
)
/
-
1
1
;
l gemeenten momenteel vacatures hebben op functies gerelateerd aan lean, procesoptimalisatie, efficiency, etc.. Samenwerking kan mogelijk een (gedeeltelijke) oplossing bieden voor dit probleem. .
,
2
-
1
8
3
/
3
0
-
8
-
/
*
=
>
0
-
4
*
3
*
+
-
-
Interne controle
Er zijn mogelijkheden om op gebied van IC samen te werken. Zaanstad heeft een sterk team van professionals op het gebied van IC, terwijl OVERgemeenten op dit gebied opmerkingen van de accountant krijgen.
Salarisadministratie
OVER-gemeenten hebben de salarisadministratie uitbesteed; onderzocht kan worden of Zaanstad dit goedkoper zou kunnen.
P&O: eHRM
OVER-gemeenten hebben een voorsprong op het gebied van invoering van eHRM; Zaanstad zou kunnen profiteren van deze ervaring
Juridische zaken Facilitaire zaken/ inkoop
Mogelijkheden voor samenwerking zitten met name op het gebied van bezwaar en beroep en mediation. Gezamenlijke inkoop, b.v. facilitaire contracten
In de nu volgende tabel staan per overhead-onderdeel de aandachtspunten en randvoorwaarden vermeld zoals die in de workshop naar voren kwamen.
Onderdeel
Aandachtspunten/ randvoorwaarden
I&A
Zaanstad besteedt veel uit aan BT en heeft een hele complexe informatiearchitectuur, met 390 applicaties. Samenwerking zou een ingrijpende verandering betekenen voor OVER-gemeenten, omdat zij over zouden moeten stappen naar een nieuw, complexer applicatielandschap. Daarnaast wordt op bepaalde gebieden reeds onderzocht hoe men kan samenwerken, zoals zaakgericht werken. Wat betreft informatiebeveiliging zit Zaanstad in de kopgroep om de informatiebeveiliging te regelen bij overheden. OVER-gemeenten zouden kunnen profiteren van de ervaringen van Zaanstad op dit gebied.
48961
14
Onderdeel
Aandachtspunten/ randvoorwaarden
Procesmanagement
K
;
P
<
-
*
0
-
J
)
;
-
+
3
/
P
.
,
2
-
1
8
3
/
3
0
-
8
-
/
*
9
:
J
(
1
)
/
-
1
1
P
.
,
2
-
1
8
3
/
3
0
-
8
-
/
*
=
>
0
-
;
4
*
3
*
+
-
-
4
0
-
8
-
-
/
*
-
/
momenteel vacatures hebben op functies gerelateerd aan lean, procesoptimalisatie, efficiency, etc.. Dit geldt ook voor de gemeente Zaanstad: momenteel zijn er 4 medewerkers, terwijl de transities in het sociaal domein al om 5 mensen vragen. Er moet dus geconcurreerd worden voor goede mensen, vandaar dat samenwerken mogelijkheden kan bieden. DIV
Bij Zaanstad zijn er op het gebied van kanaalsturing en archivering nog mogelijkheden voor verbetering. Het scansysteem is state of the art. Zaanstad is nu bezig met het verder optimaliseren van processen, met name door digitalisering. Het inkoopproces tot aan bestellen is bijvoorbeeld nog niet gedigitaliseerd. In samenwerking met andere gemeenten wordt het proces nu beschreven en Capgemini gaat dan een module bouwen voor OneWorld. Bij OVER-gemeenten wordt nog veel gewerkt met papier. Er valt dus nog efficiëntiewinst te realiseren door het digitaliseren van processen.
Financiën & Control: Financiële administratie
De financiële administratie van OVER-gemeenten zou door Zaanstad kunnen worden gedaan. OVER-gemeenten zetten momenteel 3,4 fte in op de financiële administratie. Dat is 19% meer dan het gemiddelde in de referentiegroep (van gemeenten met 15.000 - 30.000). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat OVER-gemeenten de financiële administratie doen voor twee verschillende gemeenten. Zaanstad gebruikt OneWorld en OVER-gemeenten gebruikt Centric, wat betekent dat een conversie van gegevens zou moeten plaatsvinden. Om deze samenwerkingsoptie te concretiseren zou onderzocht moeten worden wat de licentiekosten zijn als Zaanstad de administratie gaat doen voor OVER-gemeenten. Randvoorwaarde is verder dat het facturatieproces van OVER-gemeenten gedigitaliseerd zou moeten worden om de administratie op afstand uit te kunnen voeren. Gezien deze randvoorwaarden zien wij dit niet als een quick win voor samenwerking.
Financiën & Control: Management rapportages
Zaanstad heeft een standaard rapportagetool zodat de managers direct rapportages kunnen opvragen (Click View). Hierdoor kunnen controllers zich meer richten op de P&C cyclus i.p.v. het ad hoc beantwoorden van vragen over cijfers. Dit zou Zaanstad ook deels kunnen verzorgen voor OVER-gemeenten.
Financiën & Control: Interne controle (IC)
Er zijn mogelijkheden om op gebied van IC samen te werken. In Zaanstad is dat gecentraliseerd met een team van professionals op het gebied van IC. Het gesprek met de accountant loopt daardoor soepeler. In OVER-gemeenten vindt nog discussie plaats hoe deze functie het beste georganiseerd kan worden (centraal of decentraal). De accountant heeft een opmerking gemaakt dat de IC functie verbeterd kan worden. Door samenwerking met Zaanstad zouden OVER-gemeenten dit kunnen adresseren.
Financiën/ P&O: Salarisadministratie
R
OVER-gemeenten hebben de salarisadministratie uitbesteed aan Driessen. Het kost nu ca. nstad dit goedkoper zou kunnen. S
T
U
T
T
T
U
V
;
-
/
H
,
(
7
(
/
/
-
/
,
/
-
.
H
,
-
7
-
/
,
D
I
3
3
P&O: Invoering eHRM
Zaanstad is op zoek naar een systeem dat eHRM (employee en management self service, digitaal personeelsdossier) ondersteunt. OVER-gemeenten heeft al in vergaande mate een digitale personeelsdossier (eHRM). Zaanstad zou kunnen profiteren van de ervaringen van OVERgemeenten.
P&O: Overig
Personeelsbeleid is op veel punten gelijk, dus op dit punt zou samengewerkt kunnen worden. Arbo is ook een mogelijkheid voor samenwerking. Het contract van OVER-gemeenten heeft een R
W
T
U
T
T
U A
,
8
+
3
/
0
+
3
/
;
,
4
(
8
-
)
1
<
)
-
.
J
)
6
-
-
/
J
-
4
3
/
0
.
)
6
7
-
D
3
2
*
,
.
-
/
;
,
,
.
+
,
4
(
8
-
1
*
-
J
(
/
;
-
4
-
/
H
,
(
-
/
er besparingen behaald kunnen worden. Juridische zaken
Hier zijn mogelijkheden voor samenwerking, met name op het gebied van bezwaar en beroep en mediation.
Communicatie
De communicatie boodschap die een gemeente naar buiten wilt brengen is sterk lokaal bepaald; bij een eventuele samenwerking zou hier nadrukkelijk rekening mee gehouden moeten worden
Facilitaire zaken
Zaanstad heeft een regieorganisatie en is bezig met een aanbesteding, waarbij de inzet is dat binnen het raamcontract ook andere partijen, zoals OVER-gemeenten, kunnen worden meegenomen. Binnen de kaders van dat contract kan bijvoorbeeld aangegeven worden dat
48961
15
Onderdeel
Aandachtspunten/ randvoorwaarden schoonmaak x m2 meter meer wordt of dat y meer beveiligingsbodes nodig zijn. De vraag is hierbij wel of het mogelijk is om het bij facilitaire zaken gebruikte Topdesk pakket op meerdere locaties naast elkaar te gebruiken. OVER-gemeenten besteden schoonmaak en beveiliging ook uit. Wormerland doet de catering zelf en bij Oostzaan is dit uitbesteed.
Inkoop
Inkoop is bij OVER-gemeenten decentraal geregeld. Bij grote trajecten wordt er gebruik gemaakt van een inkooporganisatie (Rijk). Zaanstad heeft wel een centrale inkoopfunctie en contractmanagement wordt hier steeds belangrijker. Er zijn in de regio gesprekken om met meerdere gemeenten samen centraal een inkoopfunctie op te zetten. Zaanstad en OVER-gemeenten zouden kunnen onderzoeken of het meerwaarde biedt om gezamenlijk in te kopen (in plaats van via de Rijk organisatie).
3.9 Samenvatting synergievoordelen De nu volgende figuur vat de synergiemogelijkheden voor samenwerking per taakgebied samen. Samen denken
Sociaal domein (sociale dienst en WMO)
Kennis en ervaring uitwisselen over opzetten jeugdteam
Publiekszaken/ zaakgericht werken
Overnemen workflows/ processen door OV; contentbeheer internet; modernisering GBA
Samen inkopen
Samen werken
Samen gaan
Gezamenlijk opzetten sociale wijkteams; pool van WMO consulenten maken Functioneel & technisch beheer zaaksysteem, website, digitalisering door Zaanstad
Gezamenlijke inkoop zaaksysteem (Mozard), website, digitalisering
Pool maken van vergunningverleners
Openbare ruimte
Kennis en ervaringen uitwisselen over goed (contract) beheer, regie en beleidsontwikkeling; gezamenlijke inspectieprogramX
Y
Z
[
Bestandsbeheer; gezamenlijke inspecties
Samen inkopen (St. Rijk)
Zaanstad doet veel zelf, terwijl OV relatief veel uitbesteden; ]
Y
Y
Bedrijfsvoering
48961
]
c
]
X
`
c
b
_
h
i
`
Z
]
Y
b
_
]
`
c
d
e
`
d
j
j
d
i
]
k
e
`
d
l
d
]
f
g
h
i
`
d
l
`
`
c
f
Y
`
j
j
m
n
d
naar Zaanstad, bijvoorbeeld beheer bruggen en ingenieurstaken
OOV
\
]
]
^
_
]
Y
eHRM invoeren, personeelsbeleid, afstemmen informatiearchitectuur, informatiebeveiliging, digitalisering
?
Gezamenlijke inkoop, b.v. facilitaire contracten
`
a
Y
Z
[
Lean/ procesmanagement; bezwaar & beroep; financiële administratie incl. management rapportages; AO/ IC
16
3.10
Kwantificering synergiemogelijkheden
In deze paragraaf gaan we de in de vorige paragrafen beschreven synergiemogelijkheden zoveel als mogelijk kwantificeren. Als inleiding merken wij hierbij het volgende op:
In het algemeen kunnen we stellen dat, naarmate er nauwer wordt samengewerkt, de structurele voordelen groter zouden moeten zijn; daarbij moeten er dan in de regel wel incidenteel meer kosten gemaakt worden om de samenwerking tot stand te brengen.
De figuur in de vorige paragraaf laat zien dat er in het onderzoek geen duidelijke taakgebieden naar voren kwamen waarvoor Samen gaan (de meest vergaande samenwerkingsvorm) relevant is. Juist voor Samen gaan geldt dat deze samenwerkingsvorm goed kwantificeerbaar is, omdat dit gaat over duidelijk afgebakende taakgebieden met een goed inzicht in de ingezette formatie.
De synergievoordelen van Samen denken zitten met name in het uitwisselen van kennis en ervaring en zijn daarmee lastig te kwantificeren. In het vervolg van deze in deze paragraaf laten wij deze synergievoordelen daarom verder buiten beschouwing.
Voor Samen inkopen geldt dat de betrokken organisaties reeds inkoopvoordelen realiseren: OVER-gemeenten via Stichting Rijk en Zaanstad via de eigen centrale inkoopfunctie. Het is (dus) maar zeer de vraag of OVER-gemeenten betere condities kunnen bedingen door in te kopen via de gemeente Zaanstad, in plaats van via Stichting Rijk.
De samenwerkingsvorm die dan overblijft is Samen werken. In het vervolg deze paragraaf gaan wij nader in op deze samenwerkingsvorm.
Een belangrijk deel van de geïdentificeerde synergievoordelen van Samen werken heeft betrekking op het maken van pools; van medewerkers. Uit de workshops kwam naar voren dat deze vorm van samenwerken met name als voordeel heeft dat het de kwetsbaarheid van OVER-gemeenten verlaagt en de kwaliteit verhoogt, door uitwisseling van kennis en ervaring. Het levert niet zozeer efficiëntie voordeel op. De nu volgende tabel geeft een samenvattend overzicht op welke taakgebieden pools van medewerkers gemaakt zouden kunnen worden.
Domeinen/ taakgebied
Synergievoordelen door pooling van medewerkers
Sociaal domein
Gezamenlijke ontwikkeling en uitvoering sociale wijkteams Pool van WMO consulenten
Publiekszaken
Pool van vergunningverleners
Openbare ruimte
Gezamenlijk inspecties uitvoeren
OOV
Pool van Boa
Bedrijfsvoering
Procesmanagement: uitwisseling van adviseurs op het gebied van lean, procesoptimalisatie, efficiency, etc.. AO/ IC: Zaanstad zou OVER-gemeenten kunnen helpen met het versterken van de IC functie Juridische zaken: samen oppakken van bezwaar en beroep en mediation
=
48961
1
17
Er zullen incidentele kosten gemaakt moeten worden om samenwerking door pooling van medewerkers tot stand te brengen. In de regel geldt dat deze incidentele kosten relatief beperkt zullen zijn en vooral bestaan uit tijd van medewerkers. Naast pooling van medewerkers zijn op het vlak van Samen werken een tweetal andere mogelijke interessante naar voren gekomen, zoals de nu volgende tabel laat zien.
E
F
Potentiele quick win ;
O overzetten inkoopcontracten van OVER-gemeenten op het gebied van Openbare Ruimte naar Zaanstad, bijvoorbeeld beheer bruggen en ingenieurstaken. /
-
.
H
,
-
7
-
/
:
5
)
/
5
)
/
=
+
3
/
Toelichting
Indicatie structurele besparing
De vraag is of Zaanstad deze diensten goedkoper kan leveren dan de huidige leveranciers van OVER-gemeenten. Per aan te besteden werk zal dat bekeken moeten worden.
Het totale inkoopvolume van OVERgemeenten op het gebied van Openbare 1 mln. per jaar. Uitgaande van 5% tot 10% van het jaarlijkse inkoopvolume zou samenwerking . Dit is uiteraard met name afhankelijk van de prijs die Zaanstad in rekening zou brengen aan OVER-gemeenten.
o
;
-
=
5
)
/
=
+
,
,
.
I
3
3
/
1
*
3
+
3
/
samenwerking op dit gebied is dat een deel van het werk wat wegvalt door de komende bezuinigingen mogelijk opgevangen kan worden door werk vanuit OVER-gemeenten op te pakken Samenwerking op het gebied van zaakgericht werken
OVER-gemeenten willen gaan werken met het zaaksysteem Mozard. Zaanstad werkt reeds met dit systeem.
R
T
S
R
B
(
)
8
*
-
R
2
)
.
2
3
)
S
1
T
@
U
T
T
*
,
*
T
,
P
7
(
/
/
-
/
4
-
+
-
.
-
/
De structurele besparing is minimaal 15K (i.v.m. lagere licentiekosten voor Mozard), mede afhankelijk van het aantal processen waarop wordt samengewerkt.
Het geheel overziende kunnen wij in het algemeen concluderen dat samenwerking van Zaanstad en OVER-gemeenten met name voordelen biedt op het terrein van vermindering van kwetsbaarheid en verhogen van kwaliteit, en in veel mindere mate tot kostenverlaging. Dat vloeit ook voort uit de benchmark resultaten die we in het vorige hoofdstuk presenteerden: zowel OVER-gemeenten als Zaanstad hebben immers een relatief klein ambtelijk apparaat. 3.11
Wat zijn de voordelen van samenwerking?
De centrale vraag van dit onderzoek richt zich primair op mogelijke bezuinigingen door samenwerking. In de vorige paragraaf constateerden wij dat het bezuinigingspotentieel door samenwerking relatief gering is. Er zijn echter meer motieven om met elkaar samen te gaan werken. De volgende motieven voor samenwerking zijn in het onderzoeksproces vanuit OVER-gemeenten genoemd: 1. Het verlagen van kwetsbaarheid in de organisatie. 2. Het realiseren van kostenreductie door schaalvergroting. 3. Het verhogen van de kwaliteit van (interne) dienstverlening. 4. Het verbeteren van het carrièreperspectief van medewerkers.
48961
18
Vanuit Zaanstad zijn als belangrijkste motieven genoemd: 1. Het voldoen aan doelstelling & taakstelling voor intergemeentelijke samenwerking. 2. Vanuit het taakgebied Openbare ruimte: het invullen van de overcapaciteit als gevolg van de bezuinigingen.
48961
19
4. Bepalen optimale organisatievorm
4.1 Inleiding In dit hoofdstuk beantwoorden we de derde onderzoeksvraag, namelijk wat de meest geëigende samenwerkingsvorm is. Op basis van de resultaten van fase 2 werken we een aantal (relevante) alternatieve organisatievormen uit. Deze vormen zijn gebaseerd op verschillende niveaus van samenwerking, al eerder in deze rapportage weergegeven, maar hier nog een keer herhaald:
4.2 Samen denken Bij de mogelijke onderwerpen, die aan de orde zijn voor een verdergaande samenwerking in termen e met name de volgende benoemd:
Samen denken Sociaal domein
Samen structuur jeugdteams bepalen
Publiekszaken/zaakgericht
Overnemen workflows/processen door OVER-gemeenten; contentbeheer
werken
internet; modernisering GBA
Openbare ruimte
Kennis en ervaring uitwisselen over goed (contract)beheer; regie en ;
J
Bedrijfsvoering
-
4
-
)
1
,
/
*
5
)
7
7
-
4
)
/
0
p
0
-
H
3
8
-
/
4
)
6
7
-
)
/
1
P
-
2
*
)
-
P
.
,
0
.
3
8
8
3
=
1
e-HRM invoeren; personeelsbeleid; afstemmen informatiearchitectuur; informatiebeveiliging; digitalisering
r
q
inventarisatie en afstemming van taken van Zaanstad en OVER-gemeenten zijn in dit verband de in de tabel hierboven genoemde onderwerpen naar voren gekomen. Wil een verdergaande samenwerking op deze taken goed slagen, is het aan te bevelen dit te doen met gebruik van het . Immers, in deze variant worden geen organisatorische structuren aangepast, noch nieuwe structuren gemaakt. Een ieder draagt bij aan deze vorm van samenwerking vanuit de eigen organisatie, zoals deze nu luidt. Om de afspraken niet te laten
F
48961
s
t
u
v
w
u
x
x
u
y
z
{
|
|
t
}
u
~
s
t
u
v
x
u
v
s
~
}
20
wegebben, is het goed om de samenwerkingsafspraken vast te leggen in een samenwerkingsconvenant4. Daarnaast neemt het proces van het opstellen van een samenwerkingsconvenant met zich mee dat er in dit stadium al wordt nagedacht over de (precieze) contouren van de samenwerking, zodat de wederzijdse verwachtingen al op elkaar kunnen worden ten aanzien van de volgende zaken afspraken met elkaar worden gemaakt:
F
Welke verwachtingen gelden er over en weer?
Wie doet wat?
Hoe wordt er gecommuniceerd?
Wordt er betaald voor elkaars diensten?
Etc.
Bij de opstelling van de afspraken in een samenwerkingsconvenant zal er gedifferentieerd kunnen worden al naar gelang de aard van de taken. Het instrument convenant leent zich hier heel goed voor.
"
verder te gaan samenwerken, is het aan te bevelen om te bezien of prioriteitstelling dient plaats te vinden. Dit geldt zeker als er onderling vrijwillige, maar niet vrijblijvende afspraken worden gemaakt. Naar verwachting zullen afspraken in deze zin voor zowel Zaanstad, maar zeker ook voor OVERgemeenten veel implementatiewerk met zich mee brengen. 4.3 Samen inkopen
"
we de volgende opties benoemd:
Samen inkopen Publiekszaken/zaakgericht
Gezamenlijke inkoop zaaksysteem (Mozard); website; digitalisering
werken Openbare ruimte
;
-
H
3
8
-
/
4
)
6
7
-
)
/
7
,
,
P
B
)
-
/
1
*
-
/
+
)
3
*
)
2
<
*
)
/
C
0
;
p
,
/
-
.
H
,
-
7
-
/
:
5
)
/
5
)
/
=
+
an
overzetten inkoopcontracten van OVER-gemeenten naar Zaanstad (bv bruggenbeheer, ingenieursbureau) Bedrijfsvoering
4
Gezamenlijke inkoop, bv. facilitaire contracten
Een convenant wordt ook wel intentieverklaring of bestuursakkoord genoemd.
48961
21
"
"
geldt dat een goed inkoopbeleid alleen is gegarandeerd als er goed voeding wordt gehouden met de eigen organisatie. De inkopende dienst moet weten wat er speelt in de organisatie voor wie er wordt ingekocht, welke eisen er worden gesteld aan de te leveren producten of diensten, etc.
#
"
a. b. c. d. e.
"
OVER-gemeenten koopt in via Zaanstad; OVER-gemeenten koopt in met Zaanstad; OVER-gemeenten koopt in bij Zaanstad; OVER-gemeenten en Zaanstad kopen in via Stichting RIJK; OVER-gemeenten en Zaanstad richten samen een inkooporganisatie op.
Ad a: OVER-gemeenten koopt in via Zaanstad In deze variant wordt er tussen OVER-gemeenten en Zaanstad een dienstverleningsovereenkomst (DVO) gesloten, waarin Zaanstad zich verplicht tegen vergoeding van OVER-gemeenten de activiteiten m.b.t. inkoop voor OVER-gemeenten te gaan verrichten. In feite functioneert de -gemeenten. Het is goed voorstelbaar dat voor het uitvoeren van deze taak er personeel overgaat van OVER-gemeenten naar Zaanstad. . Zaanstad zou hier kunnen opereren als een aankoopcentrale. Feitelijk koopt Zaanstad dan in en worden ook de contracten gesloten door Zaanstad. OVER-gemeenten kopen dan weer naar behoefte in van Zaanstad.
q
Ad b: OVER-gemeenten koopt in met Zaanstad Bij deze variant is er sprake van een gezamenlijke inkoop van Zaanstad èn OVER-gemeenten. Het kan dan natuurlijk alleen gaan om producten of diensten, die beide organisaties willen inkopen. Naar mate er meer wordt samengewerkt en meer wordt afgestemd, zal er ook meer sprake kunnen zijn van een gezamenlijke inkoop. De juridische borging kan in deze variant worden vormg egeven door middel van een specifiek op de in te kopen dienst of product te maken overeenkomst. Ad c: OVER-gemeenten koopt in bij Zaanstad In die situaties, waarin OVER-gemeenten producten of diensten wil inkopen en Zaanstad is bereid en in staat om deze te leveren, kunnen deze worden ingekocht bij de gemeente Zaanstad. Op basis van een dienstverleningsovereenkomst zal Zaanstad dan zelf producten of diensten gaan leveren aan OVER-gemeenten. Ook in deze variant is het dan voorstelbaar dat er zeker in geval van reguliere activiteiten personeel overgaat van OVER-gemeenten naar Zaanstad. OVER-gemeenten zal hier zelf goed de regels van het aanbestedingsrecht in de gaten moeten houden en draagt als aanbestedende partij hiervoor ook de administratieve zorg.
Ad d: OVER-gemeenten en Zaanstad kopen in via Stichting RIJK De aanbestedingen van OVER-gemeenten lopen op dit moment al via Stichting Regionaal Inkoopbureau IJmond en Kennemerland (Stichting RIJK). Stichting RIJK is een
48961
22
samenwerkingsorganisatie tussen een aantal gemeenten in Noord-Holland en sinds kort 3 gemeenten in Zuid-Holland. Het doel van de stichting is om financiële, kwalitatieve en procesmatige inkoopvoordelen voor haar leden te behalen. Daarnaast wordt inkoop als strategisch en tactisch instrument ingezet ter ondersteuning van de beleidsdoelstellingen van de gemeente. Alhoewel bij de Stichting RIJK de minder grote gemeenten zijn aangesloten, kan er voor worden gekozen om vanuit OVER-gemeenten èn Zaanstad gezamenlijk opdracht te geven aan de stichting om de inkoop voor hen beiden te regelen. Daarvoor dient Zaanstad dan wel toe te treden tot de stichting dan wel deelnemer te worden (in de vergadering van deelnemers) binnen de stichting, afhankelijk van hetgeen precies in de statuten van Stichting Rijk is opgenomen. Zij doet dit weliswaar op eigen titel, maar dat neemt niet weg dat gezamenlijke inkoopdoelen gezamenlijk door Zaanstad en OVER-gemeenten kunnen worden opgedragen aan de stichting RIJK. Ad e: OVER-gemeenten en Zaanstad richten samen een inkooporganisatie op Als laatste variant kan een eigen, nieuw te vormen inkooporganisatie worden genoemd. Dan wordt er gekozen voor het oprichten van een eigen (rechts)persoon, die de inkoopactiviteiten voor Zaanstad en OVER-gemeenten ter hand neemt. Het ligt daarmee voor de hand dat OVERgemeenten uit de Stichting RIJK treden en toetreden tot deze organisatie. Voor Zaanstad geldt dat de inkoopfunctie van Zaanstad moet worden overgeheveld naar de nieuw te vormen organisatie. Bij deze variant gaat het om een verbonden partij, bijvoorbeeld in de vorm van een gemeenschappelijke regeling. Dat betekent dat zowel OVER-gemeenten als Zaanstad een bestuurlijk èn een financieel belang blijven houden in deze nieuwe organisatie. Daarbij kan er goed sprake zijn van het door Zaanstad overhevelen van personeel en materieel. De aanbestedingsrechtelijke zaken komen in deze variant via de gemeenschappelijke regeling bij de nieuw op te richten organisatie te liggen.
4.4 Samen werken Wij zien de volg
"
Samen werken Sociaal domein
Gezamen 4
;
)
6
7
-
,
/
*
5
)
7
7
-
4
)
/
0
-
/
(
)
*
+
,
-
.
)
/
0
1
,
2
)
3
4
-
5
)
6
7
*
-
3
8
1
9
:
,
+
-
.
-
1
4
,
,
*
<
-
-
/
C
,
.
0
3
/
)
1
-
.
-
/
=
>
+
,
,
.
M
-
/
M
8
,
p
Opzetten van een pool van medewerkers van Zaanstad met OVER-gemeenten om kwetsbaarheid te verminderen. Publiekszaken/zaakgericht
Functioneel en technisch beheer zaaksysteem, website, digitalisering door
werken
Zaanstad
Vergunningverlening
Pool maken van vergunningverleners
Openbare ruimte
Bestandsbeheer; gezamenlijke inspecties
48961
23
Samen werken K
-
;
/
-
.
H
,
-
7
-
/
:
5
)
/
K
5
)
/
=
+
3
/
,
+
-
.
H
-
*
*
-
/
)
/
7
,
,
P
2
,
/
*
.
3
2
*
-
/
+
3
A
-
B
/
gemeenten naar Zaanstad (bv bruggenbeheer, ingenieursbureau) G
Openbare Orde en Veiligheid
,
,
4
+
3
K
/
O
=
1
Bedrijfsvoering
Lean procesmanagement; bezwaar en beroep; financiële administratie inclusief managementrapportages; AO/IC
"
"
F
"
"
a. Creëren van een pool van medewerkers vanuit de eigen organisaties; b. De taken gedifferentieerd onderbrengen bij één van beide gemeenten; c. De taken onderbrengen bij een nieuw op te richten organisatie. Ad a: Creëren van een pool van medewerkers vanuit de eigen organisaties
"
F
gebruikt te worden. Immers, door de (gezamenlijke) uitvoering zijn de klanten van de gemeenten rechtstreeks betrokken bij de activiteiten en kunnen er bijvoorbeeld in het geval van het verlenen van vergunningen of bij het ontstaan van schade. hier. worden gesloten met de desbetreffende samenwerkende gemeenten zodat zij kunnen optreden binnen én buiten het gebied van aanstelling.
"
"
Het is niet denkbeeldig dat medewerkers hier een nieuwe taak/functie krijgen. Daarom dienen de rechtspositionele gevolgen van deze constructie ook in beeld te worden gebracht. Voordat met deze vorm wordt begonnen, is het zaak een goed plan van aanpak op te stellen en goed te communiceren met de medewerkers en de OR. Ad b: De taken gedifferentieerd onderbrengen bij één van beide gemeenten
"
onderwerp onder te brengen bij één van beide gemeentelijke organisaties. In feite is dit een vorm
F
van de andere gemeentelijke organisatie is ook extra capaciteit nodig. Bij het onderbrengen van de activiteiten zal er in eerste instantie worden gekeken naar het overbrengen van het daarbij betrokken personeel van de latende gemeente. Daarna ontstaat er een inkooprelatie tussen de latende en de dienende gemeente, waarbij het aanbestedingsrecht van toepassing is. Op basis van een dienstverleningsovereenkomst kunnen de taken vervolgens worden afgenomen.
48961
24
Ad c: de taken onderbrengen bij een nieuw op te richten organisatie Deze vorm is in theorie aanwezig; hierbij wordt een nieuwe organisatie opgericht middels een gemeenschappelijke regeling om tezamen de taken te gaan ontwikkelen en/of uit te voeren. Gegeven de in het schema weergegeven kansrijke mogelijkheden, ligt deze vorm daarbij echter niet voor de hand en wordt hier verder buiten beschouwing gelaten.
48961
25
5. Conclusies en aanbeveling
5.1 Conclusies De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat samenwerking van Zaanstad en OVERgemeenten met name voordelen biedt op het terrein van verminderen van kwetsbaarheid en verhogen van kwaliteit, en in veel mindere mate leidt tot kostenverlaging. Dat vloeit ook voort uit de benchmark resultaten die we hoofdstuk 2 hebben gepresenteerd: zowel OVER-gemeenten als Zaanstad hebben een relatief klein bruto ambtelijk apparaat. Verder hebben wij geconcludeerd dat er een aantal quick wins zijn op het gebied van Samen denken, Samen inkopen en Samen werken; wij hebben geen quick wins geïdentificeerd ten aanzien van Samen gaan. 5.2 Aanbeveling Wij adviseren om in de komende periode een selectie te maken uit de quick wins en daarover met elkaar nadere afspraken te maken. Daarbij leert de ervaring dat de weg die gekozen wordt, wel doelgericht moet zijn en een reële kans biedt op tamelijk snel succes. Het risico is anders dat er veel tijd gaat zitten in overleggen, terwijl het te weinig concreet voordeel oplevert.
48961
26
Benchmark ambtelijk apparaat gemeenten en begrotingsanalyse OVER-gemeenten
Dr. M.P.M. Huijben Mevr. drs. A.H. Mouthaan Mevr. ir. N.M.C. Joubert
Juli 2013
48961
Benchmark ambtelijk apparaat gemeenten en begrotingsanalyse OVER-gemeenten Inhoud
Pagina
Managementsamenvatting
1
1. Inleiding
4
1.1 1.2 1.3 1.4
Vraagstelling Opbouw van de rapportage Onze visie op de aanpak Aanpak in stappen
2. Algemene conclusies 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
4 4 4 8
9
De omvang van het ambtelijk apparaat Verklaringen voor de verschillen tussen gemeenten De optimale omvang van een gemeente De omvang van overhead Ontwikkelingen formatie en inkomsten gemeenten
9 11 16 16 21
3. Specifieke conclusies over de situatie bij uw gemeente
25
3.1 Inleiding 3.2 De bruto-omvang van uw ambtelijk apparaat 3.3 De formatie voor uitvoerende werkzaamheden die uw ambtelijk apparaat zelf uitvoert 3.4 De netto formatieomvang van het ambtelijk apparaat 3.5 Conclusies voor uw gemeente 3.6 Overige resultaten 3.7 Aanbevelingen
4. Begrotingsanalyse 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
48961
Inleiding Aanpak Vergelijking van de gemeente Oostzaan met de grootteklasse Vergelijking van de gemeente Wormerland met de grootteklasse Vergelijking begroting en formatie Conclusies begrotingsanalyse
25 26 26 27 28 29 30
34 34 34 34 37 40 41
Bijlagen: A. Vergelijking deelnemers met populatie. B. Vragenlijst en toelichting. C. Gedetailleerde formatievergelijking van uw gemeente. D. Toedeling vacatures in benchmark E. Begrotingsanalyse Oostzaan F. Begrotingsanalyse Wormerland
48961
Managementsamenvatting
Vraagstelling De centrale vraag van dit onderzoek is: hoe verhoudt de omvang van uw ambtelijk apparaat zich tot dat van andere gemeenten? Dit benchmarkrapport heeft als doel objectieve vergelijkingsinformatie en inzicht te bieden. De resultaten moeten niet beschouwd worden als norm. Ze geven aan of verder onderzoek zinvol is en waarop dit onderzoek zich zou moeten richten. Methode benchmarkonderzoek ambtelijk apparaat Om bovenstaande vraag te beantwoorden, maken wij gebruik van ons benchmarkinstrument ambtelijk apparaat. Sinds de start in 2002 heeft driekwart van alle gemeenten hieraan deelgenomen. Bij het vergelijken van gegevens houden wij rekening met verschillen tussen gemeenten; in omvang en uitbesteding. In de benchmark maken wij daarom onderscheid in vijf grootteklassen. Wij hebben de OVER-gemeenten (24.931 inwoners) vergeleken met 29 gemeenten met een inwoneraantal tussen de 15.000 en 30.000. Naast de omvang van een gemeente houden wij ook rekening met het uitbestedingspatroon. Dat wil zeggen dat wij corrigeren voor taken waarbij er significante verschillen zijn in uitbesteding tussen gemeenten. Dit zijn uitvoerende taken, zoals onder andere het wegbeheer, de straatreiniging, de groenvoorziening en de uitvoering van de sociale dienst. De formatie die uw gemeente inzet op dergelijke taken hebben wij in mindering gebracht op de bruto formatie (= totale formatie) van uw gemeente. Wat resteert is de netto formatie. D vergeleken worden. In grote lijnen komt de netto formatie overeen met de beleidskern en de overhead van uw gemeente.
¡
¢
£
¤
¥
¦
¦
§
¨
¤
¦
©
Benchmarkuitkomsten De OVER-gemeenten is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Wormerland en Oostzaan en ondersteunt als serviceorganisatie deze beide gemeenten. Wij concluderen dat de OVER-gemeenten een relatief klein bruto ambtelijk apparaat hebben (-23%), vergeleken met andere gemeenten in dezelfde grootteklasse. De OVER-gemeenten zijn uitgegaan van de formatie per 1 januari 2013 (inclusief vacatures). In de benchmark zijn conform onze definitie de vacatures (5,11 fte) toebedeeld aan de functies/taken waar de vacatures oorspronkelijk zijn ontstaan (zie bijlage D). Binnen de OVER-gemeenten wordt ten aanzien van vacatures een ander beleid gehanteerd. Er wordt per vacature gekeken waar op dat moment binnen de organisatie prioriteiten liggen om vacatures in te vullen. De formatie voor uitvoerende taken is relatief laag (-26%). Het netto ambtelijk apparaat (de beleidskern) is eveneens kleiner dan gemiddeld (-20%). Het overheadpercentage is met 40,8% fors hoger dan bij andere gemeenten (gemiddeld 34,1%). Een kwart van de gemeenten in de referentiegroep heeft een percentage van onder de 30,1% (= de kwartielscore). Kijken we naar
1
andere delen van de publieke sector en naar de gemeenten met het laagste overheadpercentage, dan zou een percentage van tussen de 26% en 28% haalbaar kunnen zijn. Ten aanzien van de uitvoerende taken stellen we vast dat de OVER-gemeenten in vergelijking met de referentiegroep minder personeel hiervoor op de loonlijst hebben staan en een afwijkend uitbestedingspatroon kennen. De volgende twee uitvoerende taken vallen op met een grotere formatie dan gemiddeld: ontwerpen ruimtelijke ordeningsplannen (+61%) en archief /div (+28%). Een mogelijke verklaring voor de hogere formatie op archief / div is dat de OVER-gemeenten drie archieven met bijbehorende inspecties van het archief door de archiefinspectie tellen. De formatie van alle primaire functies, met uitzondering van Burgerzaken en Openbare orde en veiligheid, is in de OVER-gemeenten kleiner dan gemiddeld. Daarbij kunnen allerlei factoren een rol spelen, zoals onder andere de goede sociale structuur van de OVER-gemeenten. Ook speelt mee dat de milieutaken zijn ondergebracht bij de milieudienst Waterland, terwijl niet alle gemeenten in de grootteklasse al zijn aangesloten bij een regionale milieudienst. Bij Burgerzaken speelt mee dat de OVER-gemeenten twee locaties kennen met ruime openingstijden. Daarnaast is de formatie van het snelloket, vanwege webcare eerstelijnsvragen, volledig ondergebracht bij Burgerzaken. De omvang van de overhead van de OVER-gemeenten is op totaalniveau fors hoger dan gemiddeld. Dat geldt voor alle overheadfuncties met uitzondering van Personeel en Organisatie, de Facilitaire dienst Enerzijds speelt dat het totale ambtelijk apparaat, vanwege uitbesteding van taken, met 128 fte relatief klein is. Hierdoor hebben de OVER-gemeenten te maken met enige schaalnadelen in de bedrijfsvoering. Anderzijds speelt de gekozen organisatievorm (twee afzonderlijke gemeenten met een eigen raad en college met één ambtelijke organisatie) een rol in de hogere overheadformatie. De gekozen organisatievorm heeft met name gevolgen voor de omvang van de formatie van de volgende overheadfuncties: Gemeentesecretaris/directie en lijnmanagement (mogelijk vanwege het bedienen van twee besturen +2,3 fte), Financiën en Control (mogelijk vanwege het opstellen van begroting, jaarverslag en p&c-cyclus in drievoud +0,8 fte), Juridische Zaken (mogelijk vanwege 2 commissies + 2,3 fte) Bestuurszaken en bestuursondersteuning (mogelijk vanwege het bedienen van twee besturen +1,4 fte). Wij adviseren om deze overheadfuncties nader te analyseren, bijvoorbeeld met een Overhead Value Analyse.
§
§
¨
ª
¤
¡
¤
¡
«
¤
¥
¦
¡
¡
¦
ª
¨
©
¬
®
¡
¢
¨
¦
§
¤
¯
§
¬
Tot slot valt op dat de Raadsgriffier en (bestuurs)ondersteuning vanwege de gekozen organisatievorm ook groter is dan elders, vanwege twee griffies (+0,8 fte). Uit de begrotingsanalyse blijkt dat de afzonderlijke gemeenten ook hoger dan gemiddelde lasten per inwoner hebben op de functie bestuursondersteuning. Daarnaast blijkt uit de begrotingsanalyse dat de OVER-gemeenten (zowel Wormerland als Oostzaan) op de gemeentelijke hoofdtaken ook minder geld uitgeven per inwoner dan gemiddeld. Dit wordt met name veroorzaakt door de lager dan gemiddelde lasten op het financieel domein en het sociaal domein. Daar tegenover staan ook lager dan gemiddelde inkomsten per inwoner. Beiden gemeenten zijn voor wat betreft hun inkomsten voor een groter dan gemiddeld aandeel afhankelijk van inkomsten uit het gemeentefonds. Een benchmark biedt slechts vergelijkingsinformatie, geen oordeel. Wij hebben in dit onderzoek gekeken naar de omvang van de diverse functies, niet naar het kwaliteitsniveau. Mogelijke vervolgonderzoeken zijn: een formatieonderzoek naar de primaire functies die als afwijkend uit de 2
benchmark naar voren komen, wat moet resulteren in een daadwerkelijk oordeel over deze functies. En daarnaast een onderzoek gericht op de omvang, waarde, kwaliteit en inrichting van de overheadfuncties die als afwijkend uit de benchmark naar voren komen.
3
1. Inleiding
1.1 Vraagstelling Hoe verhoudt de omvang van het ambtelijk apparaat van uw gemeente zich tot dat van andere gemeenten? Dat is de centrale vraag van dit onderzoek. Het moet leiden tot inzicht in de formatieomvang van uw gemeente in vergelijking met die van andere gemeenten. Wij splitsen de totale omvang daartoe uit naar gemeentelijke taken. Doel van het onderzoek is het mogelijk te maken om binnen uw gemeente een objectieve discussie te voeren over de omvang van uw ambtelijke organisatie. Wij doen dat op basis van een benchmarkonderzoek naar de omvang van de totale ambtelijke organisatie. Sinds de start van de benchmark in 2002 hebben meer dan driehonderd gemeenten deelgenomen. Daarnaast hebben wij de overhead van ruim 1.700 organisaties in dertig sectoren gedetailleerd in beeld gebracht. Uw gemeente is één van de 99 gemeenten die in de afgelopen drie jaar aan de benchmark heeft deelgenomen. Tevens hebben wij de begroting van uw gemeente geanalyseerd. Doel van de begrotingsanalyse is inzicht te krijgen in de baten en lasten van uw gemeente en hoe deze zich verhouden tot andere gemeenten.
°
¦
¨
¤
£
¡
£
¡
ª
¤
°
¡
¤
«
¤
¥
±
¡
§
£
§
©
²
°
¤
¬
³
§
®
¡
£
¯
objectieve vergelijkingsinformatie. Benchmarkonderzoek kan uw veronderstellingen bevestigen of baas analyse te verrichten van de specifieke situatie in uw gemeente.
¢
²
¡
¨
¤
¥
¦
²
¤
©
¦
§
¬
´
£
¡
£
¤
§
¤
¨
¤
«
¤
°
§
¡
¨
µ
£
¡
¢
²
£
1.2 Opbouw van de rapportage In deze rapportage geven wij de resultaten van het onderzoek weer. Daartoe geven wij in dit hoofdstuk uitleg over onze visie op het onderzoek en de aanpak die wij hebben gevolgd. In hoofdstuk 2 presenteren wij de algemene conclusies van het onderzoek. De specifieke conclusies voor uw gemeente met betrekking tot het benchmarkonderzoek treft u aan in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 beschrijven we de resultaten van de begrotingsanalyse. In de bijlagen treft u onder meer een gedetailleerde vergelijking van uw gemeente aan. 1.3 Onze visie op de aanpak Verbeteren door te vergelijken, dat is wat ons betreft de kern van benchmarking. En juist dat maakt het vergelijken van het ambtelijk apparaat van gemeenten niet alleen tot een boeiend, maar ook tot een complex vraagstuk. Het aantal formatieplaatsen dat een gemeente nodig heeft om haar taken goed uit te kunnen voeren, is immers afhankelijk van tal van gemeentespecifieke factoren. Wij zetten nu onze visie op dit vraagstuk uiteen.
4
Indeling in hoofdtaken en taken Wij hanteren de functionele indeling in gemeentelijke hoofdtaken en taken, gebaseerd op het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) 1, als uitgangspunt in dit onderzoek. Wij gaan hierbij uit van de volgende negen hoofdtaken:
Algemeen bestuur. Openbare orde en veiligheid. Verkeer, vervoer en waterstaat. Economische zaken. Onderwijs. Cultuur en recreatie. Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening. Volksgezondheid en milieu. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.
Elk van deze hoofdtaken is onderverdeeld naar taken. Tussen gemeenten bestaan verschillen. Sommige gemeenten hebben taken samengevoegd of juist verder uitgesplitst in subtaken. Het voordeel van de indeling volgens het BBV is dat dit een uniform ankerpunt vormt. Wij realiseren ons dat de structuur van uw gemeentelijk apparaat niet een-op-een overeenkomt met deze indeling. Voor een goede vergelijking met andere gemeenten was het echter onontbeerlijk dat u de formatie van uw gemeente zo goed mogelijk aan deze hoofdtaken en taken heeft toegedeeld. Overhead Naast de indeling van de formatie in hoofdfuncties, vergelijken wij de formatie van de overhead. We hanteren daarbij de volgende indeling:
Gemeentesecretaris/directie, lijnmanagement. Personeel en Organisatie. Informatisering en Automatisering. Financiën en Control. Juridische Zaken. Bestuurszaken en bestuursondersteuning. Communicatie en Kwaliteitszorg. Facilitaire Dienst. Secretariaten in het 'primaire proces'.
Het gaat hierbij zowel om de centrale als de decentrale overheadafdelingen. Wij zetten de formatie van de gemeentelijke hoofdtaken en taken af tegen het aantal inwoners, aangezien dit de belangrijkste verklarende factor blijkt te zijn. De formatie van de overhead zetten wij af tegen de totale bruto formatie van de gemeente, aangezien dit voor deze taken de belangrijkste (werklast)bepalende factor is.
1
Dit biedt de beste basis voor een vergelijking tussen gemeenten, beter bijvoorbeeld dan programma-
begrotingen, aangezien deze tussen gemeenten nogal verschillen. 5
Verstorende factoren Er zijn tal van factoren die de vergelijking tussen gemeenten kunnen bemoeilijken, zoals: a. b. c. d.
gemeenten die taken uitvoeren voor andere gemeenten verzelfstandiging of uitbesteding van taken schaalgrootte van de gemeente centrumfunctie van de gemeente.
Wij geven nu aan hoe we met deze factoren omgaan. Ad a.
Gemeenten die taken uitvoeren voor andere gemeenten
Een gemeente kan taken verrichten voor omliggende gemeenten. Wanneer we hier geen rekening mee houden, lijkt het er ten onrechte op dat deze gemeente relatief veel ambtenaren heeft en de omliggende gemeente juist relatief weinig. We merken dat dit aan het toenemen is en hebben er daarom voor gecorrigeerd. Formatie voor taken die een gemeente uitvoert voor derden (andere gemeenten of externe partijen), trekken we af van de formatie. Overheadtaken die een gemeente laat uitvoeren door derden (andere gemeenten of externe partijen), tellen we op bij de formatie. Ad b.
Verzelfstandiging of uitbesteding van taken
De ene gemeente voert een taak geheel in eigen beheer uit (bijvoorbeeld het groenonderhoud of het zwembad), terwijl de andere gemeente dezelfde taak heeft uitbesteed, verzelfstandigd of ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling. Het vergelijken van de formatie voor deze taak gaat dan mank. Dit is een belangrijk punt, omdat tussen gemeenten grote verschillen kunnen bestaan in het uitbestedingspatroon. Wij gaan hier als volgt mee om:
Wij maken onderscheid tussen wat wij noemen het 'bruto ambtelijk apparaat' en het 'netto ambtelijk apparaat'. Het bruto ambtelijk apparaat is het totale ambtelijk apparaat van de gemeente2. In het netto ambtelijk apparaat corrigeren wij dit voor taken die gemeenten kunnen verzelfstandigen, uitbesteden of via een gemeenschappelijke regeling uitvoeren. Hierbij valt onder andere te denken aan: afvalverwijdering en -verwerking en parkeergarages. Voordeel van deze correctie is dat het netto ambtelijk apparaat beter vergelijkbaar is, aangezien de omvang ervan minder wordt verstoord door verschillen in uitbesteding. Kort gezegd, wij halen dus die taken uit het bruto ambtelijk apparaat die de vergelijking tussen gemeenten kunnen verstoren.
2
Zie de definitie in de toelichting op de vragenlijst. 6
In grote lijn komt het netto ambtelijk apparaat overeen met de beleidskern en de overhead van de gemeente. De lijst met uitvoerende taken omvat vrijwel alle uitvoerende taken van de gemeente3. Wij brengen niet alleen de formatie per gemeentelijke taak in beeld, maar ook de lasten en het saldo van de lasten en baten. Indien een taak is uitbesteed, geeft de formatie voor die taak geen goed beeld. In dat geval geven de kosten voor deze taak een beter beeld, aangezien daarin ook de kosten van uitbesteding zijn opgenomen. Ad c.
Schaalgrootte van de gemeente
Met schaalgrootte bedoelen wij de omvang van de gemeente. Een gemeente met 5.000 inwoners is nu eenmaal niet goed vergelijkbaar met een gemeente die meer dan 150.000 inwoners heeft. De problematiek verschilt en ook kan sprake zijn van efficiencyvoordelen of juist -nadelen. Om hier recht aan te doen, vergelijken wij uw gemeente niet alleen met het gemiddelde van alle deelnemende gemeenten, maar ook met gemeenten in uw grootteklasse. Wij gaan uit van vijf grootteklassen: Grootteklasse
Aantal inwoners
Aantal benchmarkdeelnemers
A
< 15.000
9
B
15.000 - 30.000
29
C
30.000 - 50.000
31
D
50.000 - 100.000
17
E
> 100.000
13
Totaal
99
Deze steekproef vormt een vrij goede afspiegeling van de totale populatie van Nederlandse gemeenten. Er is sprake van een kleine ondervertegenwoordiging van klasse A en B en een kleine oververtegenwoordiging in klasse C en E. Dit blijkt uit een vergelijking van de populatieopbouw met de steekproefopbouw. In bijlage A hebben wij hierover meer informatie opgenomen. Ad d.
Centrumfunctie van de gemeente
Met centrumfunctie bedoelen we de mate waarin de gemeente behalve aan haar eigen inwoners ook aan haar omgeving een bepaald voorzieningenniveau biedt. Het Ministerie van BZK heeft alle gemeenten ingedeeld in vier klassen4: 1. 2. 3. 4.
3
Sterke centrumfunctie. Redelijke centrumfunctie. Weinig centrumfunctie. Zonder centrumfunctie.
Wel hebben we een uitzondering gemaakt voor een aantal uitvoerende taken, zoals burgerzaken,
vergunningverlening en enkele kleine taken (bijvoorbeeld de VVV). Deze maken onderdeel uit van het netto ambtelijk apparaat. 4
Zie: Begrotingsanalyse 2013, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 7
Uit onze analyse blijkt dat er een sterk verband bestaat tussen de omvang van een gemeente en haar centrumfunctie. Dat betekent dat gemeenten in dezelfde grootteklasse in het algemeen goed vergelijkbaar zijn wat betreft het voorzieningenniveau dat zij hun omgeving bieden. Wij houden dan ook niet afzonderlijk rekening met de factor centrumfunctie 5. Verklarende factoren Naast de verstorende factoren (waarvoor wij in de benchmark dus zo goed mogelijk corrigeren) is ook sprake van verklarende factoren. Dit zijn aanvullende verklaringen voor een relatief hoge of lage formatie bij een bepaalde taak waar wij niet voor corrigeren. Om te helpen bij het vinden van dergelijke verklaringen, hebben wij outputindicatoren in de vragenlijst opgenomen. Belangrijk daarbij is dat we ons realiseren dat dit slechts een deel van het verhaal is. Een substantieel deel van de verschillen tussen gemeenten komt namelijk voort uit moeilijk te kwantificeren factoren (bijvoorbeeld verschil in ambitie of andere gemeentespecifieke kenmerken). We willen met deze outputindicatoren dan ook niet de suggestie wekken dat we een gemeente is van uw gemeentelijke situatie en die van uw
ª
§
§
£
¡
§
§
°
°
¡
©
¨
ª
¡
¨
¡
¢
±
£
¨
¡
°
²
£
¥
¨
²
°
§
¤
¤
©
¬
¶
°
¡
£
°
¤
²
¡
¤
¦
¤
¬
1.4 Aanpak in stappen Wij hebben de volgende onderzoeksaanpak gevolgd: 1. De onderzoeksmethode uit voorgaande jaren hebben wij als uitgangspunt gebruikt. Deze aanpak is in nauwe samenspraak met de deelnemers ontwikkeld. Daarnaast is de vragenlijst aangepast aan recente ontwikkelingen. 2. Het toesturen van de conceptvragenlijst, de toelichting en de visienotitie aan de deelnemende gemeenten. 3. De deelnemende gemeenten hebben de vragenlijst ingevuld. Zij konden zich daarbij telefonisch laten ondersteunen door onze adviseurs. Hoewel de vragenlijst uitgebreid was, hebben de gemeenten deze zorgvuldig ingevuld. 4. Het controleren van de vragenlijsten op volledigheid en consistentie, om ze daarna te analyseren. 5. Het voeren van gesprekken met alle deelnemende gemeenten. Doel hiervan was: het verifiëren van de ingevulde gegevens en het bespreken van verklaringen voor de verschillen. 6. Het opstellen van deze rapportage.
5
Door het sterke verband tussen beide variabelen is het statistisch ook niet mogelijk om het afzonderlijk effect
te bepalen van de variabele centrumfunctie. 8
2. Algemene conclusies
Wij presenteren nu de algemene conclusies van het benchmarkonderzoek. Achtereenvolgens gaan wij in op de: omvang van het ambtelijk apparaat verklaringen voor de verschillen tussen gemeenten optimale omvang van een gemeente omvang van de overhead ontwikkelingen formatie en inkomsten gemeenten.
2.1 De omvang van het ambtelijk apparaat Omvang totale ambtelijk apparaat: enorme verschillen 6 De gemiddelde omvang van het ambtelijk apparaat van gemeenten bedraagt 7,4 fte per 1.000 inwoners. Tussen gemeenten bestaan grote verschillen: de totale omvang van het ambtelijk apparaat varieert tussen de 4,4 en 12,9 fte per 1.000 inwoners. Deze verschillen worden verklaard door een combinatie van factoren. Eén van deze factoren is het verschil in het uitbestedings- en verzelfstandigingspatroon van gemeenten. Wij hebben daarom een 'netto ambtelijk apparaat'7 ontwikkeld om hiervoor te corrigeren (zie paragraaf 1.3). Dit maakt het netto ambtelijk apparaat tot een goede maatstaf om gemeenten te vergelijken. Netto-omvang ambtelijk apparaat: opnieuw enorme verschillen De gemiddelde omvang van het netto ambtelijk apparaat van gemeenten bedraagt 4,2 fte per 1.000 inwoners. Ook hierin bestaan tussen gemeenten grote verschillen. De netto-omvang van het ambtelijk apparaat varieert tussen de 2,7 en 6,1 fte per 1.000 inwoners. De kwartielscore bedraagt 3,7 fte per 1.000 inwoners. Een kwart van de gemeenten zit hieronder. De verdeling van de formatie over gemeentelijke taken Van de negen gemeentelijke hoofdtaken zetten gemeenten het grootste deel van hun netto ambtelijk apparaat in op zes taken. Wij geven nu per taak aan welk deel van de beleidskern daarmee gemoeid is (gemiddelde van alle deelnemende gemeenten): 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Burgerzaken Verkeer, vervoer en waterstaat Cultuur en recreatie Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Volksgezondheid en milieu Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
6
Met het totale ambtelijk apparaat bedoelen wij het bruto ambtelijk apparaat.
7
Voor een toelichting op het netto ambtelijk apparaat verwijzen wij naar paragraaf 1.3.
13% 9% 9% 10% 10% 35%
9
In totaal is dus 86% van het netto ambtelijk apparaat gemoeid met deze zes hoofdtaken. Met de overige drie hoofdtaken is gemiddeld per taak circa 5% van de formatie gemoeid. Dit betreft de taken:
Openbare orde en veiligheid. Economische zaken. Onderwijs.
Grote gemeenten hebben per inwoner een grotere totale formatie, een grotere netto formatie en meer uitvoerende ambtenaren. Zowel de totale formatie als de netto formatie van grote gemeenten is groter dan die van kleine gemeenten. Voorts hebben grote gemeenten meer uitvoerende ambtenaren op de loonlijst staan. Wij presenteren de gemiddelde totale omvang ambtelijk apparaat en de gemiddelde netto-omvang ambtelijk apparaat per grootteklasse en per 1.000 inwoners in onderstaande tabel. Totale ambtelijk apparaat (gemiddelde)
Netto ambtelijk apparaat
< 15.000 inwoners
6,2
3,9
15.000 - 30.000 inwoners
6,7
4,0
30.000 - 50.000 inwoners
7,0
3,9
50.000 - 100.000 inwoners
8,4
4,4
>100.000 inwoners
9,5
5,1
Totaal
7,4
4,2
Grote gemeenten hebben vanwege hun schaalomvang een aantal taken zelf op de loonlijst staan, zoals een GGD-instelling, een kredietbank of een openbaar vervoerbedrijf, terwijl kleine gemeenten dit op andere wijze hebben georganiseerd. Het is daarom niet verrassend dat het totale ambtelijk apparaat van een grote gemeente per inwoner groter is. Ook het netto ambtelijk apparaat van grote gemeenten (>100.000 inwoners) is groter dan dat van kleine gemeenten. Grafisch ziet dit er als volgt uit:
Fte per 1.000 inwoners
Netto ambtelijk apparaat 7 6 5
5,1
4 3
3,9
4,0
3,9
4,4
2 1 0 < 15.000 inwoners
15.000 - 30.000 30.000 - 50.000 50.000 - 100.000 inwoners inwoners inwoners
>100.000 inwoners
Omvang gemeente
10
2.2 Verklaringen voor de verschillen tussen gemeenten Hoe zijn de verschillen in het netto ambtelijk apparaat van gemeenten te verklaren? Hoe kan het dat een 100.000+ gemeente per inwoner meer formatie heeft dan een kleinere gemeente? Onze conclusie is dat dit wordt verklaard door een combinatie van vijf factoren. Wij presenteren deze nu in volgorde van hun invloed: 1. 2. 3. 4. 5.
Intensiteit van de vraagstukken. Complexiteit van de vraagstukken. Ambities van raad, college en ambtelijk apparaat. Schaalnadelen. Zuinigheid van raad, college en ambtelijk apparaat.
Ad 1.
Intensiteit van de vraagstukken
De belangrijkste verklarende factor voor de verschillen in de omvang van het netto ambtelijk apparaat van gemeenten is de intensiteit van de vraagstukken waarmee zij worden geconfronteerd. De belangrijkste oorzaak daarvan is simpelweg de omvang van de gemeente: de intensiteit van de vraagstukken is in grote gemeenten groter dan in kleine gemeenten. Dat heeft twee oorzaken: ·
Sociale structuur. De sociale en maatschappelijke problematiek is in grote gemeenten omvangrijker dan in kleine gemeenten. Zo is het percentage bijstandsontvangers in een grote gemeente aanmerkelijk groter dan in kleine gemeenten8. De hoogte van dit percentage heeft een significante invloed op de omvang van het ambtelijk apparaat. Voorts is in grote gemeenten (vooral de G259) sprake van een concentratie van lage inkomens en etnische minderheden en blijven in deze gemeenten de prestaties van leerlingen in het basisonderwijs achter bij de rest van Nederland. Verder hebben grote gemeenten een aanzuigende werking op onder meer daklozen en drugsverslaafden. Ook de problematiek ten aanzien van onveiligheid is in grote gemeenten omvangrijker.
·
Centrumfunctie. Naarmate gemeenten groter worden, vervullen zij steeds meer een centrumfunctie: zij bieden naast de eigen inwoners ook inwoners uit de omgeving een bepaald voorzieningenniveau. Dit trekt burgers aan vanuit omliggende gemeenten waar deze voorzieningen niet zijn. Te denken valt aan musea, theaters, sportvoorzieningen en scholen. Dit heeft consequenties voor het beleid op deze, maar ook andere terreinen. Het stelt bijvoorbeeld nog hogere eisen aan de bereikbaarheid dan al nodig was voor de eigen inwoners.
8
Het gemiddeld percentage personen met een WWB-uitkering voor de gemeenten tot 15.000 inwoners
bedraagt 0,98% oplopend tot 2,64% bij de 100.000+ gemeenten (bron: CBS, 2011). 9
Bron: Betrekkelijke betrokkenheid. Studies in sociale cohesie. Sociaal en Cultureel Rapport 2008. SCP, 2008. 11
Ad 2.
Complexiteit van de vraagstukken
Naast de intensiteit van de vraagstukken heeft ook de complexiteit van de vraagstukken een belangrijke invloed op de formatieomvang. Grote gemeenten hebben te maken met relatief complexere vraagstukken. Dit hangt samen met een aantal zaken:
Bevolkingsdichtheid. Mensen wonen dicht op elkaar. Dit maakt het aanleggen van een nieuwe weg, een busbaan of het ontwikkelen van een nieuw stationsgebied tot een veel moeilijker opgave dan in een kleine gemeente. Het oude moet worden afgebroken, het nieuwe wordt opgebouwd en tussentijds moet het leven gewoon door kunnen gaan. Voorts vraagt het van een grote gemeente meer aandacht en creativiteit om bereikbaar te blijven, terwijl dit probleem in een kleine gemeente minder speelt.
Mondigheid. In grote gemeenten hebben de burgers hun mondigheid beter georganiseerd. De gemeente krijgt daardoor te maken met vele belangengroepen, waarmee nieuw beleid moet worden afgestemd. En belangengroepen die het er niet mee eens zijn, vinden gemakkelijk juridische wegen om alsnog hun gelijk te halen.
Historie. De meeste grote gemeenten bestaan al een tijdje en bij de opzet ervan, vaak eeuwen geleden, heeft men te weinig rekening gehouden met de invloed op de gemeentelijke formatie anno nu. Anders had men waarschijnlijk wel gekozen voor bredere toegangswegen, bredere straten, meer parkeerplekken, een aparte busbaan, een groter stationsgebied, et cetera. Kleine gemeenten hebben in het algemeen minder last van dit soort historische keuzen.
Ad 3.
Ambities van raad, college en ambtelijk apparaat
De ambities van raad, college en ambtelijk apparaat blijken van grote invloed te zijn op de omvang van het netto ambtelijk apparaat. Tussen gemeenten bestaan opvallend genoeg grote verschillen in deze ambities. De ene gemeente neemt genoegen met een 7 voor de dienstverlening en weegt zorgvuldig af welke ambities reëel zijn met de huidige omvang van het apparaat. Terwijl bij andere gemeenten raad, college en apparaat elkaar opzwepen tot vernieuwing op vernieuwing. Alles gebeurt tegelijk: de bibliotheek van de toekomst, het theater van de toekomst, et cetera. Grotere gemeenten (60.000+) zijn duidelijk ambitieuzer dan kleinere gemeenten en hebben minder oog voor de consequenties van deze ambities voor de werklast. Het college van een kleine gemeente is eerder geneigd om de raad voor een keuze te stellen: óf een nieuw theater óf een nieuw bibliotheekconcept. Ad 4.
Schaalnadelen
Schaalnadelen bij gemeenten komen voort uit het volgende:
Meer tijd nodig voor beleidsontwikkeling, veel overleg. Grote gemeenten klagen over de enorme hoeveelheid tijd die nodig is om beleid te ontwikkelen. Integraal en interactief zijn de sleutelwoorden. In een kleine gemeente vraagt dit al veel afstemming en naarmate de gemeente groter wordt, neemt dit meer dan evenredig toe. Dit resulteert in veel overleg.
12
Het ziekteverzuim is hoger. Het ziekteverzuim bij grote gemeenten is hoger dan bij kleine gemeenten. Dat heeft uiteraard diverse oorzaken. Twee factoren zijn volgens ons van bijzonder belang. Ten eerste tonen veel medewerkers in kleine gemeenten een bijzonder grote betrokkenheid. Meer dan hun collega's in grote gemeenten ervaren zij zich als onmisbaar. Ten tweede zijn het vooral de grote gemeenten die een hoge werkdruk ervaren. Zelf geven zij aan dat de oorzaak daarvan vooral gelegen is in hun hoge ambities en het ontbreken van een kwantificering van de personele inzet die nodig is om deze te realiseren. Daardoor maakt men geen keuzen, maar wil men alles tegelijk doen. In de volgende grafiek is het huidige verzuim van gemeenten afgezet tegen de norm, uitgesplitst naar gemeentegrootte 10. Daaruit blijkt dat bij veel gemeenten een reductie van 0,6 tot 1,7 procentpunt mogelijk is. Voor een gemeente met 40.000 inwoners betekent dit een besparing van ruim 3 fte bij een gemiddeld verzuim.
Ziekteverzuim gemeenten 2012 versus norm (excl. zwangerschapsverlof) 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%
5,1%
4,8%
4,7% 4,1%
3,7%
4,2%
5,1% 4,5%
4,4%
2,4%
Ziekteverzuim
Nieuwe norm
Het contact met de burger moet georganiseerd worden. Een grote gemeente moet een wijkaanpak ontwikkelen om de burger te betrekken in het beleid, terwijl dit in een kleine gemeente meer vanzelfsprekend is. Zo zijn er grotere gemeenten die een aparte dienst Wijkbeheer hebben, die voornamelijk gericht is op het onderhouden van contacten met burgers. In een kleinere gemeente is zo'n dienst er niet, omdat direct contact tussen burger en politiek eenvoudiger te organiseren is.
Een hoger percentage overhead. Zeer grote gemeenten en zeer kleine gemeenten hebben een wat hoger percentage overhead. Gemeenten tussen de 30.000 en 100.000 inwoners hebben het laagste percentage overhead. De verschillen zijn echter beperkt.
10
Bron: A+O fonds Gemeenten, 2012. Zie voor een nadere toelichting op de nieuwe verzuimnorm ook: De
Korte, Huijben, Nijssen, Davits, Nieuwe norm voor ziekteverzuim gemeenten, A+O Magazine, december 2006. 13
Overhead exclusief overige belastingen 40% 35% 30%
34,6%
34,1%
32,2%
33,0%
32,8%
>100.000 inwoners
Totaal
30,6%
25% 20% 15% 10% 5% 0% < 15.000 inwoners
15.000 30.000 inwoners
30.000 50.000 inwoners
50.000 100.000 inwoners
Omvang gemeente Ad 5.
Zuinigheid van raad, college en ambtelijk apparaat
De vijfde factor die van belangrijke invloed is op de netto-omvang van het ambtelijk apparaat, is de zuinigheid van de raad, het college en het ambtelijk apparaat. Ook hierin bestaan tussen gemeenten grote verschillen. Wat is daarvan de oorzaak? Dat heeft te maken met het gegeven dat zuinig zijn twee dingen vereist: 1. Reden of noodzaak tot zuinig zijn. De ene gemeente blijkt veel meer belang te hechten aan een lage OZB voor de burgers dan de andere gemeente. Zo'n gemeente heeft dus ook meer reden om zuinig te zijn. Verder speelt ook de financiering vanuit het gemeentefonds een belangrijke rol. De inkomsten van gemeenten vertonen een U-curve: de allerkleinste en de allergrootste gemeenten ontvangen per inwoner de grootste uitkering vanuit het gemeentefonds. Deze gemeenten heffen ook de hoogste OZB per inwoner. Wij presenteren dit in de volgende grafiek11:
11
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek. 14
Gemeentelijke inkomsten in 2013 2.500
¼
Euro's / inwoner
Totaal ¼
2.000 Gemeentefonds
1.500
¼
¼
OZB
1.000 500
¼
¼
Overige eigen middelen
-
Omvang gemeente 2. Inzicht in de formatieomvang per taak. De ene gemeente heeft een veel beter inzicht in de opbouw van haar formatie dan de andere gemeente. Zo is bij kleine gemeenten de formatieopbouw veel transparanter dan bij grote gemeenten. Het ambtelijk apparaat van 100.000+ gemeenten omvat vaak enkele duizenden fte, terwijl een gemeente met 20.000 inwoners een apparaat heeft van circa 140 fte. De gemeentesecretaris van zo'n gemeente kent zijn medewerkers persoonlijk. Dit lijkt ertoe te leiden dat een kleine gemeente meer oog heeft voor de consequenties van nieuwe taken en ambities voor de omvang van het apparaat. Het managementteam van een kleine gemeente stelt zich eerder de vraag: moeten wij deze vacature wel invullen? Moeten we de formatie wel uitbreiden of kunnen we elders een taak inkrimpen? De raad en het college van een grote gemeente zijn minder gevoelig voor argumenten betreff
«
®
®
¤
ª
«
£
£
£
±
¤
£
¤
²
¡
¡
¯
£
£
®
¤
§
¨
¤
º
¯
¡
¢
¡
²
¦
§
§
ª
·
¸
¹
»
Welke factoren hebben geen invloed op het netto ambtelijk apparaat, terwijl dit wel te verwachten was? Het is niet alleen interessant om te bekijken welke factoren invloed hebben op de omvang van het netto ambtelijk apparaat. Boeiend zijn ook de factoren die daarop nauwelijks of geen invloed blijken te hebben, terwijl dit wel de algemene verwachting was. Wij concluderen dat de fysieke structuur van een gemeente nauwelijks invloed heeft op de omvang van het totale apparaat. Wij hebben daartoe het effect onderzocht van de volgende factoren: de totale oppervlakte, de oppervlakte van binnenwateren, het aantal woonkernen, het aantal vierkante meter groen en het aantal kilometer wegen. Overigens kan wel sprake zijn van een effect op bepaalde subtaken. De relatie die wij onderzocht hebben, is die met de totale omvang van het ambtelijk apparaat.
15
2.3 De optimale omvang van een gemeente De ideale schaal voor een gemeentelijke organisatie is afhankelijk van de invalshoek die je hanteert. Vanuit de bedrijfsvoering en de kosten hebben we aangetoond dat bij organisaties met driehonderd arbeidsplaatsen geen schaalvoordelen meer te behalen zijn in de bedrijfsvoering. Dat optimum geldt voor zowel de private als de publieke sector. Gemeenten met driehonderd arbeidsplaatsen zijn gemeenten met ongeveer 40.000 inwoners. Dat efficiëntie toeneemt naarmate de schaal groter wordt, is helaas een wijdverbreid misverstand. Zowel de theorie (van de toe- en afnemende meeropbrengsten) als onze praktijkonderzoeken geven aan dat schaalvoordelen op een gegeven moment ophouden en zelfs kunnen veranderen in schaalnadelen. Het plan uit het regeerakkoord dat gemeenten naar een schaal van 100.000 inwoners toe moeten, zal dan ook leiden tot hogere kosten. 100.000 inwoners is namelijk voorbij het optimum. Dat zijn complexe organisaties met 800 tot 900 fte. Qua bedrijfsvoering levert dat nadelen op. Hoe groter de schaal, hoe meer geld het gaat kosten. De loonkosten zijn hoger, omdat de salarisschalen hoger zijn. Het ziekteverzuim is er hoger. En wat verder kostenopdrijvend kan werken, is dat de ene deelgemeente hetzelfde voorzieningenniveau wenst als de andere deelgemeente. Het bepalen van een goede schaal voor een gemeente is maatwerk. Je zult per gemeente moeten kijken wat de opgaven zijn en welke schaal daarbij hoort. Vanuit deze invalshoek zie je inderdaad dat de kleinste gemeenten het moeilijker krijgen met de extra taken. Om een goede schaal voor een gemeente te bepalen, moet je dus beide invalshoeken analyseren: kosten en aantal ambtenaren enerzijds en maatschappelijke opgaven anderzijds. 2.4 De omvang van overhead Grote verschillen in relatieve omvang overhead. Kwartielscore: 30,1%. Tussen de gemeenten waarvan wij de overhead hebben onderzocht, blijken grote verschillen te bestaan in de relatieve omvang daarvan. De verhouding aantal fte overhead / totaal aantal fte van de gemeente varieert tussen de 21% en 47%. Het gemiddelde bedraagt 32,8%12. Het percentage ligt iets lager voor gemeenten met een omvang tussen de 30.000 en 100.000 inwoners. De kwartielscore bedraagt 30,1%. Een kwart van alle gemeenten zit hieronder. In de navolgende tabel geven wij de omvang van de overhead per grootteklasse weer. Daarnaast geven wij aan hoeveel de formatie voor Belastingen bedraagt. Wij brengen de formatie voor ½
§
¨
¤
¡
°
¦
¤
¡
®
§
£
µ
£
¤
£
¡
¤
°
¥
¯
²
¡
©
«
£
¤
¡
¨
¬
³
§
¡
¨
£
¯
±
²
ª
¤
¡
§
§
ondergebracht bij de afdeling Financiën en Control.
12
Exclusief de formatie voor Belastingen. 16
1. Overhead exclusief Belastingen
2. Formatie voor Belastingen
3 Overhead inclusief Belastingen
< 15.000 inwoners
34,6%
0,5%
35,1%
15.000 - 30.000 inwoners
34,1%
1,0%
35,1%
30.000 - 50.000 inwoners
32,2%
0,8%
33,0%
50.000 - 100.000 inwoners
30,6%
0,7%
31,3%
>100.000 inwoners
33,0%
0,7%
33,8%
Totaal
32,8%
0,8%
33,6%
Overhead door de jaren heen Wanneer wij de overhead exclusief Belastingen vergelijken door de jaren heen dan is het beeld als volgt:
Overhead exclusief overige Belastingen 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% < 15.000
15 - 30.000 2009
30 - 50.000 2010
50 - 100.000
2011
2012
>100.000
Totaal
2013
Aantal inwoners Over het geheel is in de afgelopen jaren sprake van een lichte afname van de overhead. Overhead relatief hoog vergeleken met andere sectoren 13
Sinds 2001 heeft Berenschot de overhead onderzocht van in totaal ruim 1.700 organisaties . Daaruit blijkt dat tussen diverse delen van de openbare sector grote verschillen bestaan in de omvang van de overhead. We zien een substantieel lagere overhead voor de meer uitvoerende organisaties en een hogere overhead voor de meer beleidsmatig en politiek georiënteerde organisaties. Duidelijk is ook dat gemeenten qua omvang van de overhead aan de bovenkant zitten. In de volgende grafiek hebben wij dit weergegeven.
13
Zie ook: Huijben, M.P.M. en Geurtsen, A.(2008), Heeft iemand de overhead gezien? Een beproefde methode
om de overhead te managen, Den Haag: Academic Service. 17
2005-2013 Grote verschillen in omvang overhead tussen gemeenten Ook tussen gemeenten bestaan grote verschillen in de omvang van de overhead. Deze verschillen zijn slechts voor een beperkt deel terug te voeren op daadwerkelijke werklastbepalende factoren. Voor het overige zijn ze niet te verklaren op grond van rationele factoren, maar spelen minder rationele verklaringen een rol, zoals de mate van financiële druk, de cultuur, of inefficiënties in bepaalde processen. Een organisatie kan grip op haar overhead krijgen door een goede aansturing en inrichting van de overheadfuncties. De verschillen in de omvang van de overhead tussen en binnen sectoren roept de vraag op hoe deze zijn te verklaren. Hierna presenteren we een model voor het verklaren van de omvang van de overhead van publieke organisaties 14.
14
¾
¿
À
Á
Â
Ã
Â
Ä
Á
Å
Æ
Ç
È
¿
É
Ê
Ç
Ë
Â
Ì
Æ
É
Ã
Ë
È
Í
¾
Ä
Ç
É
Æ
Ç
Á
Î
Ï
Ç
Ð
Á
Á
É
Î
Ç
Ç
É
Î
Ñ
Ò
Ó
Ô
Ï
Ò
Õ
Á
Å
Ö
Á
É
Ã
×
Ø
Ù
Ù
Ú
http://dissertations.ub.rug.nl/faculties/feb/2011/m.p.m.huijben/ 18
11,9%
12,1%
13,6%
12,3%
14,5%
14,4%
15,0%
15,8%
15,1%
17,0%
17,3%
15,8%
18,2%
17,7%
19,2%
18,6%
19,9%
19,9%
19,2%
22,3%
20,0%
22,5%
22,7%
22,4%
23,9%
23,8%
25,8%
28,8%
25,2%
32,8%
29,5%
35,3%
36,1%
41,9%
50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
Omvang generieke overheadformatie per sector (fte overhead / fte totaal)
Verklaringen voor de omvang van de overhead van publieke organisaties
Het centrale idee van het model is dat de omvang van de overhead van een organisatie bepaald wordt door een combinatie van beïnvloedbare organisatiekenmerken, niet-beïnvloedbare organisatiekenmerken, omgevingskenmerken, de waarde van de overhead en de aansturing en inrichting ervan. Daarin zijn de aansturing en inrichting een belangrijk aangrijpingspunt voor het wijzigen van de beïnvloedbare factoren. In de waarde van overhead is een onderscheid waarneembaar tussen de waarde voor de organisatie als geheel (bijdrage aan de organisatiedoelen) en de waarde voor de interne afnemers (ondersteuning van medewerkers in de lijn). De afweging tussen de kosten en waarde van overheadfuncties, kan inzichtelijk worden gemaakt door middel van een Overhead Value Analyse (OVA). Een OVA brengt enerzijds de kosten per subfunctie in beeld en anderzijds de waarde van deze subfuncties, op basis van interviews met aanbieders en interne afnemers van de overheaddiensten. Bij de aansturing en inrichting van de overhead blijken twee aspecten met name bepalend te zijn: enerzijds de keuze voor het centraal danwel decentraal beleggen van taken en anderzijds de inrichting van de gebruikersinterface. Daarbij is ook het onderscheid relevant tussen aansturing (managementcontrol, structureel ingrijpen) en inrichting (redesign, eenmalig fundamenteel ingrijpen). De aansturing van de overhead Ten aanzien van de aansturing van de overheaddiensten, zijn vanuit de theorie grofweg drie modellen denkbaar:
Centrale sturing. De afname is verplicht voor gebruikers, zonder dat deze invloed hebben op de omvang en aard daarvan. Er is sprake van sturing op input.
Centrale sturing met interface. De afname wordt gebudgetteerd in overleg tussen leveranciers en afnemers van deze diensten. Er is sprake van een leverings- en afnameplicht, maar over de omvang en kwaliteit van de diensten wordt periodiek onderhandeld.
19
Interne marktwerking. De aanbieder stelt een tarief per eenheid vast. De interne gebruikers hebben de vrijheid om een afweging te maken tussen interne en externe aankoop. Ook kan de leverancier diensten buiten de organisatie aanbieden. Er is sprake van sturing op output. Een verdergaande variant hiervan is outsourcing. In dat geval wordt de overheaddienst ingekocht op de externe markt.
In onze optiek is model 2 vaak het meest passend voor het aansturen van overheaddiensten binnen publieke organisaties. Voor een deel van de activiteiten kan onder bepaalde voorwaarden model 3 (interne marktwerking) de voorkeur hebben. Verder is het goed om te kijken naar de verhouding tussen centrale en decentrale staven. Wij zijn voorstander van centrale staven, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om een dienst decentraal te beleggen. Op dit moment zien we bij middelgrote en grote gemeenten nog vrij veel decentrale afdelingen. Dat heeft nadelen, omdat daardoor veel meer onderlinge afstemming nodig is en het ontbreekt vaak aan uniformiteit tussen organisatieonderdelen, wat niet efficiënt is. Wij zien dat ook grote organisaties goed toekunnen met vrijwel volledig gecentraliseerde stafdiensten voor bijvoorbeeld Personeel & Organisatie, Financiën & Control en Communicatie. Dat
¡
¨
¤
§
£
¤
£
¥
¡
¤
±
ª
©
¤
°
®
²
¡
¨
°
£
£
¤
°
°
¬
¤
®
¡
¢
®
§
£
£
jaarlijks de tevredenheid te peilen van de lijnmanagers en hun wensen mee te nemen bij aanpassingen in de dienstverlening voor het volgend jaar. Daarnaast is het belangrijk dat de ª
¤
§
¨
¤
§
¥
¯
¡
ª
«
¤
®
©
¯
¡
¢
¦
£
£
¡
¨
§
ª
¤
¡
¨
µ
®
¡
¢
®
§
£
£
£
¤
§
functionarissen een deel van hun tijd fysiek bij de locaties aanwezig zijn. Met centraliseren bedoelen wij derhalve het hiërarchisch centraliseren van stafafdelingen en het geven van uniforme kaders voor het uitvoeren van de werkzaamheden. De daadwerkelijke uitvoering kan deels op de diverse locaties plaatsvinden. Daarnaast blijkt dat managers hun beslissingen over overhead vaak baseren op veronderstellingen die onjuist zijn. Het zijn schijnargumenten die steevast een rol spelen in de discussie. We noemen er twee. Û
¤
¨
¤
°
²
¤
¡
¨
¥
£
§
¡
¤
¡
¤
¯
«
£
±
²
ª
¤
¡
¨
¡
¨
°
«
°
©
¬
Ü
argument dat managers met regelmaat aanvoeren als verklaring voor en legitimatie van een hoge overhead. We laten zien dat het verband tussen de omvang en de kwaliteit van overheadfuncties in de praktijk nauwelijks aanwezig is. Ook een kleine overhead kan een uitstekende kwaliteit leveren, zowel naar professionele maatstaven als naar het oordeel van de interne klanten in de lijn van de organisatie. Alleen organisaties met een extreem lage of extreem hoge overhead, ondervinden daarvan nadelen. Het tweede argument dat managers vaak hanteren, is dat van de verwachte schaalvoordelen bij schaalvergroting. Dit speelt doorgaans een belangrijke rol bij schaalvergrotingsoperaties en fusies, maar wordt in het algemeen te makkelijk gebruikt. We hebben aangetoond dat kleine organisaties wel te maken hebben met schaalnadelen, maar dat organisaties vanaf een omvang van circa driehonderd arbeidsplaatsen gemiddeld gesproken nauwelijks nog schaalvoordelen kunnen boeken. Gemiddeld gesproken, hebben zeer grote organisaties eenzelfde overheadpercentage als kleinere organisaties, met uitzondering dus van de zeer kleine.
20
Wel kan een individuele organisatie die een sterke groei doormaakt, de kans grijpen haar relatieve overhead te reduceren door deze niet mee te laten groeien. Voor meer informatie over de schijnargumenten verwijzen wij naar onze publicatie Heeft iemand de overhead gezien?15 Het onderzoek leidt voorts tot de volgende inzichten omtrent de inrichting van overheadfuncties:
Schaalvergroting leidt niet tot schaalvoordelen in de overhead, met uitzondering van de kleine organisaties. Vanuit dat perspectief kunnen kanttekeningen worden geplaatst, wanneer bij het inrichten van Shared Service Centra wordt uitgegaan van het realiseren van schaalvoordelen.
Er is geen verband tussen de omvang van de overhead en de productiviteit in het primair proces. Wel is er een verband tussen de omzet per directe medewerker bij zakelijke dienstverleners en de omvang van de overhead. Dit betekent dat enige financiële druk leidt tot een lagere overhead en dat dit niet per se negatieve gevolgen hoeft te hebben voor de productiviteit van de organisatie.
Het centraal positioneren van overheadafdelingen kan ook bij een grote organisatie goed werken.
Dit vereist wel dat de interface met de interne afnemers zorgvuldig georganiseerd is en dat helder beleid is geformuleerd omtrent de taken en het dienstverleningsniveau van de overheadafdelingen. Belangrijk voordeel van de centrale positionering is dat de overhead goed zichtbaar is, wat ook tegendruk creëert.
De aansturing en inrichting van overheadfuncties dient zodanig te worden vormgegeven, dat dit niet te complex wordt en dat de overheadafdelingen scherp gehouden worden.
Benchmarkonderzoek in combinatie met een OVA kan enerzijds helpen om overcapaciteit in beeld te brengen en anderzijds maatregelen te nemen ter verhoging van de waarde van de overheaddiensten. Zonder dergelijke onderzoeken hebben organisaties daar kennelijk onvoldoende zicht op. Het is raadzaam eerst een benchmarkonderzoek te doen en pas daarna de OVA, zodat de OVA zich kan toespitsen op overheaddiensten die afwijkend uit de benchmark naar voren komen. Daarnaast kunnen er andere aanleidingen zijn om een OVA toe te passen, zoals kwaliteitsproblemen.
2.5 Ontwikkelingen formatie en inkomsten gemeenten In deze paragraaf gaan wij in op ontwikkelingen in de formatie en inkomsten van gemeenten. A. Formatie gemeenten is sinds 2002 vrij stabiel In 2002 zijn we met deze benchmark begonnen. Op de volgende pagina presenteren wij de ontwikkeling van de bruto formatie per 1.000 inwoners sindsdien. Tevens presenteren wij het verloop van de netto formatie en uitvoerende formatie sinds 2007. In de periode tot 2006 hanteerden wij een iets andere definitie voor deze twee maatstaven, wat de vergelijking bemoeilijkt.
15
Zie: Doen wij wel aan hypes mee? Vier trends brengen ons terug naar 1850.
http://www.managementsite.nl/27593/strategie-bestuur/hypes-managementmodellen.html. 21
We zien dat de bruto formatie tussen 2002 en 2006 iets is afgenomen en tot 2011 weer is toegenomen tot het oude niveau. In 2012 en 2013 zien we de bruto formatie wederom wat afnemen. Deze afname doet zich vooral voor bij de uitvoerende taken. De afname bij de netto formatie is heel beperkt. Bij de interpretatie van de cijfers is van belang dat gemeenten enerzijds steeds meer taken uitvoeren, die vanuit het Rijk zijn gedecentraliseerd. Anderzijds worden meer taken uitbesteed en is sprake van bezuinigingen.
Formatie per 1.000 inwoners
Bruto formatie 9 8
7,9
7,8
7,8
7,5
7,5
7,6
7,8
7,9
7,9
7,3
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
7,5
7,4
2012
2013
7 6 5 4 3 2 1 0
De ontwikkeling van de bruto formatie sinds de start van onze benchmark in 2002 is als volgt:
Ontwikkeling bruto ambtelijk apparaat Fte per 1.000 inwoners
14
12,8
12 10 8
8,9 8,4
8,3 6,8
6,2
7,0 6,7
7,0
15.000 30.000
30.000 50.000
9,5 7,9 7,4
6 4 2 0 < 15.000
2002
50.000 100.000
>100.000
Totaal
2013
Omvang gemeente
22
Formatie per 1.000 inwoners
Formatie voor uitvoerende taken 6 5 4 3 2 1 0
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2012
2013
Formatie per 1.000 inwoners
Aantal inwoners
Netto formatie 6 5 4 3 2 1 0
2007
2008
2009
2010
2011
Aantal inwoners
23
B. Ontwikkelingen algemene uitkering gemeentefonds en heffingen: afnemende groei De economische crisis heeft tot een behoorlijke verslechtering van de financiële positie van gemeenten geleid. Kijken we naar de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit heffingen, dan zijn de gevolgen op korte termijn beperkt. We zien namelijk dat de groei in 2013 6,3 miljard in 2012, zie onderstaand figuur). ¼
¤
¦
¯
¡
ª
«
¤
Ý
Þ
ß
Ý
¡
¨
°
¨
¤
°
£
¼
à
Ý
á
µ
â
¡
§
¢
£
¡
Ý
Þ
ß
ã
¤
¦
¯
¡
ª
«
¤
Ý
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is gedaald van 8,0 miljard in 201 miljard in 2013. De opbrengsten uit gemeentelijke heffingen nemen met 3,0% toe tot een stijging ten opzichte van vorig jaar. ¼
Bedragen in miljarden euro's
ß
¼
30
¼
25
Ý
¼
¼
ß
ä
µ
å
8,55 miljard;
Ontwikkeling inkomsten gemeenten
Heffingen ¼
20 Gemeentefonds
¼
15
¼
Totaal
10 5
¼
¼
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Voor de toekomst is de situatie echter onzeker. Zo wordt voor de langere termijn rekening gehouden met een forse korting op het gemeentefonds. Ook andere inkomsten zullen naar verwachting afnemen, zoals de resultaten uit bouwgrondexploitatie, het Wmo-budget, specifieke uitkeringen en de vergoeding voor betaalde bijstandsuitkeringen 16. Bovendien zijn, als gevolg van de economische crisis, de uitgaven behoorlijk opgelopen. De komende jaren zullen veel gemeenten aldus fors moeten bezuinigen. In dat verband zijn verschillende initiatieven in gang gezet om ook in de toekomst de begroting sluitend te krijgen. Voorbeelden formatie, kerntakendiscussies en het verkennen van uitbestedings- en samenwerkingsvarianten. Uit dit rapport blijkt dat deze laatste optie alleen zinvol is, indien uit een businesscase blijkt dat dit daadwerkelijk voordelen heeft, die opwegen tegen de nadelen. ¯
16
¡
¢
«
¤
£
¤
¨
¤
¨
ª
¡
©
¨
µ
£
¯
£
°
£
Sterkere steden en evenwichtige overheidsfinanciën. Een discussiebijdrage van de kring van de
gemeentesecretarissen van de 100.000+ steden. www.vng.nl. 24
3. Specifieke conclusies over de situatie bij uw gemeente
3.1 Inleiding In dit hoofdstuk geven wij aan hoe de formatieomvang van uw ambtelijk apparaat zich verhoudt tot die van andere gemeenten. Wij gaan daartoe achtereenvolgens in op: 1. de bruto-omvang van uw ambtelijk apparaat, ofwel de totale omvang van uw ambtelijk apparaat 2. de formatie voor uitvoerende werkzaamheden die uw ambtelijk apparaat zelf uitvoert 3. de netto-omvang van uw ambtelijk apparaat. Deze is onder te verdelen in: æ
æ
de formatie voor het 'primaire proces' (de gemeentelijke taken) de formatie voor overhead (de zogenaamde PIOFACH-taken).
Zoals gezegd, is de bruto formatieomvang geen goede maatstaf om de vergelijking met andere gemeenten te maken, aangezien deze sterk wordt vertekend door verschillen in het uitbestedingspatroon van gemeenten. Daarom brengen wij deze verschillen in het uitbestedingspatroon afzonderlijk in beeld. Wanneer we de bruto-omvang verminderen met de formatie voor uitvoerende werkzaamheden, resulteert de netto-omvang van het ambtelijk apparaat. Dit is een maatstaf die tussen gemeenten wel goed vergelijkbaar is. Wij maken de vergelijking met:
het gemiddelde van gemeenten in uw grootteklasse het gemiddelde van alle deelnemende gemeenten de kwartielscore van gemeenten in uw grootteklasse (een kwart van de gemeenten in uw grootteklasse heeft minder formatie ingezet dan dit getal).
Wij vinden dat de vergelijking van uw gemeente met gemeenten in uw grootteklasse het beste beeld geeft. Gezien de grote spreiding in de formatie tussen gemeenten, is het daarbij goed om niet alleen naar het gemiddelde te kijken, maar ook naar de kwartielscore. Immers, een kwart van de gemeenten in uw grootteklasse zit hier qua formatie onder. De vergelijking met de totale groep gemeenten hebben wij opgenomen om aan te geven in welke mate uw grootteklasse verschilt van het gemiddelde van alle gemeenten. Voor gedetailleerde informatie verwijzen wij naar de uitgebreide cijferbijlage (bijlage C). In de tabellen in dit hoofdstuk zijn de waarden van uw gemeenten telkens voorzien van een kleurcodering. Deze codering geeft de afwijking aan ten opzichte van het gemiddelde van uw grootteklasse. De legenda is als volgt: Kleiner dan gemiddeld Ongeveer gemiddeld Groter dan gemiddeld Veel groter dan gemiddeld
25
3.2 De bruto-omvang van uw ambtelijk apparaat In onderstaande tabel vergelijken wij de bruto-omvang van uw ambtelijk apparaat met dat van andere gemeenten. De cijfers luiden in fte per 1.000 inwoners17.
Bruto-omvang ambtelijk apparaat
OVER-gemeenten
Gemiddelde van gemeenten in grootteklasse B
Gemiddelde van alle gemeenten
5,1
6,7
7,4
3.3 De formatie voor uitvoerende werkzaamheden die uw ambtelijk apparaat zelf uitvoert In de volgende tabel vergelijken wij de formatie voor uitvoerende werkzaamheden die uw ambtelijk apparaat zelf uitvoert met die van andere gemeenten. De cijfers luiden in fte per 1.000 inwoners. Het gaat hierbij onder andere om taken als: afvalverwijdering en -verwerking, het beheer van parkeergarages en het beheer van sportlocaties. Het totaaloverzicht van deze taken hebben wij opgenomen in bijlage C. De ene gemeente voert deze taken geheel zelf uit, terwijl andere gemeenten deze taken hebben verzelfstandigd, uitbesteed of ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling. De tabel biedt inzicht in het uitbestedingspatroon van uw gemeente vergeleken met dat van andere gemeenten. Anders gezegd, het geeft antwoord op de vraag of uw gemeente relatief veel of weinig ambtenaren op de loonlijst heeft staan die belast zijn met uitvoerende taken.
Formatie voor uitvoerende werkzaamheden die het ambtelijk apparaat zelf uitvoert
OVER-gemeenten
Gemiddelde van gemeenten in grootteklasse B
Gemiddelde van alle gemeenten
1,9
2,6
3,2
In bijlage C vergelijken wij het uitbestedingspatroon van uw gemeente per taak met dat van andere gemeenten in uw grootteklasse. Daarin hebben wij de taken waarbij uw gemeente een opvallende keuze heeft gemaakt (namelijk anders dan de meerderheid) gearceerd. Tevens vergelijken wij per taak de omvang van de formatie. Om redenen van vergelijkbaarheid vergelijken wij uitsluitend de taken die uw gemeente geheel zelf uitvoert met andere gemeenten die deze taak ook geheel zelf uitvoeren.
17
Gemiddeld omvat een fte een werkweek van 36 uur. Een klein aantal gemeenten heeft een iets kortere of
een iets langere werkweek. 26
3.4 De netto formatieomvang van het ambtelijk apparaat In onderstaande tabel vergelijken wij de netto-omvang van uw ambtelijk apparaat met dat van andere gemeenten. De cijfers luiden in fte per 1.000 inwoners.
Netto-omvang ambtelijk apparaat
OVER-gemeenten
Gemiddelde van gemeenten in grootteklasse B
Gemiddelde van alle gemeenten
Kwartielscore van gemeenten in grootteklasse B
3,2
4,0
4,2
3,6
De netto formatieomvang omvat de formatie voor het primaire proces en de formatie voor de overhead. Wij gaan hier nu achtereenvolgens op in. 1. Formatie voor het 'primaire proces' (de gemeentelijke taken) In de volgende tabel vergelijken wij de formatie van het primaire proces (de gemeentelijke taken) van uw gemeente met die van andere gemeenten. Wij hebben dit uitgesplitst naar de gemeentelijke hoofdtaken. De cijfers luiden in fte per 1.000 inwoners. In bijlage C hebben wij dit uitgesplitst naar taken. OVER-gemeenten
Gemiddelde van gemeenten in grootteklasse B
Gemiddelde van alle gemeenten
Kwartielscore van gemeenten in grootteklasse B
Burgerzaken
0,35
0,29
0,28
0,26
Openbare orde en veiligheid
0,12
0,11
0,11
0,10
Verkeer, vervoer en waterstaat
0,06
0,17
0,18
0,15
Economische zaken
0,00
0,05
0,07
0,05
Onderwijs
0,06
0,09
0,11
0,08
Cultuur en recreatie
0,10
0,19
0,20
0,18
Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening
0,18
0,23
0,22
0,21
Volksgezondheid en milieu
0,06
0,22
0,21
0,20
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
0,53
0,79
0,73
0,71
2. Formatie voor de overhead In de volgende tabel vergelijken wij de formatieomvang van de overhead in uw gemeente met die van andere gemeenten. Het gaat daarbij om zowel de centrale als de decentrale overhead. Met de decentrale overhead bedoelen we: de overhead in de diensten of sectoren. Wij drukken de omvang van de overhead uit als percentage van de totale bruto formatie van uw gemeente. De werklast van de overhead is immers vooral afhankelijk van de totale formatieomvang van de gemeente. Daarom is dit voor de overhead een betere maatstaf dan het aantal inwoners.
27
OVER-gemeenten
Gemiddelde van gemeenten in grootteklasse B
Gemiddelde van alle gemeenten
Kwartielscore van gemeenten in grootteklasse B
6,5%
4,7%
4,6%
4,1%
2,9%
2,7%
2,4%
2,4%
4,3%
3,2%
3,4%
2,8%
Financiën en Control
7,5%
6,9%
7,1%
6,1%
Juridische Zaken
3,4%
1,6%
1,5%
1,4%
Bestuurszaken en bestuursondersteuning
3,5%
2,4%
2,3%
2,1%
Communicatie en Kwaliteitszorg
3,5%
2,1%
2,0%
1,9%
Facilitaire dienst (incl. uitvoerende taken)
9,3%
9,2%
7,8%
8,1%
Secretariaten in het 'primaire proces'
0,0%
1,3%
1,7%
1,2%
Totaal overhead
40,8%
34,1%
32,8%
30,1%
Gemeentesecretaris/ Directie, lijnmanagement Personeel en Organisatie Informatisering en Automatisering
3.5 Conclusies voor uw gemeente De OVER-gemeenten is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Wormerland en Oostzaan en ondersteunt als serviceorganisatie deze beide gemeenten. Wij concluderen dat de OVER-gemeenten een relatief klein bruto ambtelijk apparaat hebben (-23%), vergeleken met andere gemeenten in dezelfde grootteklasse. De OVER-gemeenten zijn uitgegaan van de formatie per 1 januari 2013 (inclusief vacatures). In de benchmark zijn conform onze definitie de vacatures (5,11 fte) toebedeeld aan de functies/taken waar de vacatures oorspronkelijk zijn ontstaan (zie bijlage D). Binnen de OVER-gemeenten wordt ten aanzien van vacatures een ander beleid gehanteerd. Er wordt per vacature gekeken waar op dat moment binnen de organisatie prioriteiten liggen om vacatures in te vullen. De formatie voor uitvoerende taken is relatief laag (-26%). Het netto ambtelijk apparaat (de beleidskern) is eveneens kleiner dan gemiddeld (-20%). Het overheadpercentage is met 40,8% fors hoger dan bij andere gemeenten (gemiddeld 34,1%). Een kwart van de gemeenten in de referentiegroep heeft een percentage van onder de 30,1% (= de kwartielscore). Kijken we naar andere delen van de publieke sector en naar de gemeenten met het laagste overheadpercentage, dan zou een percentage van tussen de 26% en 28% haalbaar kunnen zijn. Ten aanzien van de uitvoerende taken stellen we vast dat de OVER-gemeenten in vergelijking met de referentiegroep minder personeel hiervoor op de loonlijst hebben staan en een afwijkend uitbestedingspatroon kennen. De volgende twee uitvoerende taken vallen op met een grotere formatie dan gemiddeld: ontwerpen ruimtelijke ordeningsplannen (+61%) en archief /div (+28%).
28
Een mogelijke verklaring voor de hogere formatie op archief / div is dat de OVER-gemeenten drie archieven met bijbehorende inspecties van het archief door de archiefinspectie tellen. De formatie van alle primaire functies, met uitzondering van Burgerzaken en Openbare orde en veiligheid, is in de OVER-gemeenten kleiner dan gemiddeld. Daarbij kunnen allerlei factoren een rol spelen, zoals onder andere de goede sociale structuur van de OVER-gemeenten. Ook speelt mee dat de milieutaken zijn ondergebracht bij de milieudienst Waterland, terwijl niet alle gemeenten in de grootteklasse al zijn aangesloten bij een regionale milieudienst. Bij Burgerzaken speelt mee dat de OVER-gemeenten twee locaties kennen met ruime openingstijden. Daarnaast is de formatie van het snelloket, vanwege webcare eerstelijnsvragen, volledig ondergebracht bij Burgerzaken. De omvang van de overhead van de OVER-gemeenten is op totaalniveau fors hoger dan gemiddeld. Dat geldt voor alle overheadfuncties met uitzondering van Personeel en Organisatie, de ç
ª
¡
§
¡
¤
¡
£
¡
¨
¤
§
§
¨
ª
¤
¡
¤
¡
«
¤
¥
¦
¡
¡
¦
ª
¨
©
¬
®
¡
¢
¨
¦
§
¤
¯
§
¬
Enerzijds speelt dat het totale ambtelijk apparaat, vanwege uitbesteding van taken, met 128 fte relatief klein is. Hierdoor hebben de OVER-gemeenten te maken met enige schaalnadelen in de bedrijfsvoering. Anderzijds speelt de gekozen organisatievorm (twee afzonderlijke gemeenten met een eigen raad en college met één ambtelijke organisatie) een rol in de hogere overheadformatie. De gekozen organisatievorm heeft met name gevolgen voor de omvang van de formatie van de volgende overheadfuncties: Gemeentesecretaris/directie en lijnmanagement (mogelijk vanwege het bedienen van twee besturen +2,3 fte), Financiën en Control (mogelijk vanwege het opstellen van begroting, jaarverslag en p&c-cyclus in drievoud +0,8 fte), Juridische Zaken (mogelijk vanwege 2 commissies + 2,3 fte) Bestuurszaken en bestuursondersteuning (mogelijk vanwege het bedienen van twee besturen +1,4 fte). Wij adviseren om deze overheadfuncties nader te analyseren, bijvoorbeeld met een Overhead Value Analyse. Tot slot valt op dat de Raadsgriffier en (bestuurs)ondersteuning vanwege de gekozen organisatievorm ook groter is dan elders, vanwege twee griffies (+0,8 fte). Een benchmark biedt slechts vergelijkingsinformatie, geen oordeel. Wij hebben in dit onderzoek gekeken naar de omvang van de diverse functies, niet naar het kwaliteitsniveau. Mogelijke vervolgonderzoeken zijn: een formatieonderzoek naar de primaire functies die als afwijkend uit de benchmark naar voren komen, wat moet resulteren in een daadwerkelijk oordeel over deze functies. En daarnaast een onderzoek gericht op de omvang, waarde, kwaliteit en inrichting van de overheadfuncties die als afwijkend uit de benchmark naar voren komen. 3.6 Overige resultaten In bijlage C treft u de uitgebreide resultaten van uw gemeente aan. Daarin hebben wij tevens vergelijkingsinformatie opgenomen over:
de formatie op subtaakniveau de kosten en baten de opbouw naar salarisniveaus het ziekteverzuim per afdeling.
29
3.7 Aanbevelingen De aanbevelingen die volgen uit een benchmarkonderzoek zijn, noodzakelijkerwijs, enigszins algemeen van aard. Benchmarkonderzoek leidt wel tot punten , zoals weergegeven in de hiervoor staande tabellen. De uitkomsten van een benchmarkonderzoek alleen zijn ons inziens onvoldoende om er onmiddellijk concrete acties op te baseren, aangezien de benchmark niet leidt tot een oordeel over uw gemeente. Wel biedt het focus voor eventueel vervolgonderzoek en geeft het aan op welke terreinen nader onderzoek op voorhand niet nodig is (tenzij er andere indicaties zijn uiteraard). ¥
®
¨
©
Vervolgonderzoek overhead In onze optiek is het belangrijk om een norm vast te stellen voor de omvang van de overhead. De waarde van een norm is dat deze een grens aangeeft: hier moeten we het mee doen. De kwartielscore kan als indicatie daartoe dienen. Om daadwerkelijk tot een norm en concrete maatregelen te komen, is aanvullend onderzoek nodig. Benchmarking biedt géén finaal oordeel. Daarvoor houdt een benchmarkonderzoek alléén namelijk onvoldoende rekening met de specifieke situatie van uw gemeente. Wij behandelen nu een aantal veelvoorkomende vervolgonderzoeken, namelijk: a. Overhead Value Analyse. b. Analyse van de aansturing en inrichting van overheadfuncties. c. Lean Six Sigma. Wij lichten deze nu toe. Ad a.
Overhead Value Analyse (OVA)
Dit onderzoek heeft als doel om tot een oordeel te komen door de omvang van de overhead niet alleen af te zetten tegen de benchmark, maar ook tegen de toegevoegde waarde volgens de interne klant en de gewenste ondersteuningsgraad. Daarnaast stelt de OVA ook vast in hoeverre de organisatiestructuur en omstandigheden die specifiek zijn voor uw gemeente van invloed zijn op de benodigde overhead. Aan de hand van de OVA is te bepalen waar binnen de overhead sprake is van knelpunten en verbetermogelijkheden. Bijvoorbeeld in de afstemming tussen vraag en aanbod, samenwerking of £
°
¡
¨
¤
¡
¨
ª
«
¡
¡
ª
«
¤
¡
°
¬
¨
¤
£
¤
¨
¤
£
¥
¡
¤
§
¤
©
£
«
£
£
toegevoegde waarde ervan bepaald en het gewenste ondersteuningsniveau. Dit gebeurt aan de hand van een documentanalyse, een kwantitatief onderzoek en verdiepende gesprekken/groepsbijeenkomsten. Nadat de OVA is uitgevoerd, kunnen we heel concreet en onderbouwd aangeven waar en in welke mate de overhead aangepast kan worden qua aard en omvang.
30
Need to have
Verbeteren gebruikswaarde
Geen wijzigingen
Gebruikswaarde laag
Gebruikswaarde hoog
Product kritisch bezien
stoppen
Nice to have Ad b.
Het onderzoeken van de aansturing en inrichting van de overheadfuncties
Dit is relevant indien de veronderstelling bestaat dat de structuur en de wijze waarop het contact tussen interne aanbieders en lijnmanagers is georganiseerd voor verbetering vatbaar is (zie ook de opmerkingen daarover in hoofdstuk 2). Daarbij kan eventueel een onderscheid in staftaken worden gemaakt.
Voor de generieke taken spreekt het voor zich dat deze bij voorkeur centraal worden georganiseerd. Voor de specifieke taken (advies en ondersteuning) is zowel centrale als decentrale positionering mogelijk. Dit aansturings- en inrichtingsonderzoek resulteert in een heldere en onderbouwde ¨
ª
«
¡
£
¡
°
¤
²
¨
¨
ª
¤
§
£
ª
¤
§
¤
¬
è
¨
¨
²
§
¤
¤
«
¤
¡
°
£
¥
¡
¤
±
ª
©
¤
²
¨
¨
interne aanbieders en interne afnemers van overheaddiensten, zodanig dat de kloof tussen beide zo klein mogelijk wordt. Ad c.
Lean Six Sigma (LSS)
Een andere veel toegepaste methode om na de benchmark gericht de efficiency en kwaliteit te verbeteren is Lean Six Sigma. LSS is een krachtige methode om processen gestructureerd te verbeteren. Doelstelling daarbij is doorgaans het verkorten van de doorlooptijd, het verlagen van kosten en/of het verhogen van de kwaliteit. LSS redeneert sterk vanuit het doel van een proces. De 31
aanpak richt zich op het identificeren en elimineren van verspilling binnen een proces. Verspilling wordt omschreven als alles wat niet direct bijdraagt aan het behalen van het doel. Onderstaande figuur toont de acht vormen van verspilling.
Wij voeren Leantrajecten uit aan de hand van de volgende vijf fasen: Fase
Omschrijving
Definitie
Bepalen doel van het proces. Proces op hoofdlijnen beschrijven.
Meten
Meten huidige procesprestatie. Gedetailleerde beschrijving van alle processtappen, doorloop- en bewerkingstijden en verantwoordelijkheden per stap.
Analyseren
Identificeren van knelpunten of vormen verspilling. Oorzaken vinden en statistisch aantonen.
Implementeren
Oplossingen vinden voor geconstateerde knelpunten en vormen van verspilling. Selectie van haalbare oplossingen. Toets in een pilot (wat is de nieuwe procesprestatie?). Beschrijvingen van het verbeterde proces.
Controleren
Borgen van het nieuwe proces. Monitoren procesprestaties.
Belangrijk bij het uitvoeren van een Leantraject is support van het management, en deelname van de mensen uit het proces zelf.
32
Vervolgonderzoek primair proces In onze optiek is het belangrijk dat gemeenten vooral eerst zelf aan de slag gaan om de afwijkingen in het primair proces te verklaren, vanuit de kennis over de eigen gemeente. Het is raadzaam, ook met het oog op de interne communicatie, om daartoe op basis van deze benchmark en aanvullende bronnen een beknopte notitie op te stellen, waarin op hoofdlijnen wordt aangegeven hoe de afwijkingen te verklaren zijn en welke vervolgacties eventueel nodig zijn. Dat draagt ertoe bij dat de discussie meer op hoofdlijnen wordt gevoerd. Het vellen van een oordeel over primaire taken vereist doorgaans een formatieonderzoek 18, een diepergaand onderzoek, waarin ook gekeken wordt naar de unieke kenmerken, ambities en werkwijze van uw gemeente. Een dergelijk onderzoek bestaat uit het bespreken van de benchmarkresultaten in een interviewronde met sleutelfiguren uit de organisatie, in combinatie met deskonderzoek gericht op het helder krijgen van de gemeentelijke ambities en relevante kenmerken. Daarnaast kiezen gemeenten onder druk van bezuinigingsopgaven en decentralisatie van taken steeds vaker voor samenwerking met andere gemeenten, maar ook met andere overheden, zoals waterschappen. De keuze voor samenwerking wordt vaak beargumenteerd op basis van de Kwetsbaarheid, het verhogen van Kwaliteit en het verlagen van Kosten. Een benchmark van uw gemeente biedt een eerste stap in een haalbaarheidsonderzoek, ook wel businesscase genoemd, naar mogelijke samenwerking (met buurtgemeenten). Mocht u benieuwd zijn naar het voor u best denkbare samenwerkingsarrangement dan helpen wij u graag verder in het Expertisecentrum Arrangementbouw 19. In dit expertisecentrum heeft Berenschot zijn kennis en ervaring met het ontwikkelen en (helpen) inrichten van samenwerkingsarrangementen gebundeld. De analysen moeten ertoe bijdragen dat zo veel mogelijk op basis van feiten wordt besloten. ¯
°
£
¥
£
¡
é
©
¨
©
·
«
¤
¡
£
Naast deze verdiepende onderzoeken, is er vanuit gemeenten momenteel vooral vraag naar begeleiding van strategische heroriëntaties en naar zware verandermanagers om deze strategische verandering, dan wel krimp, te begeleiden. Tot slot is de eerder beschreven Leanmethode ook goed toepasbaar op onderdelen van het primair proces.
18
http://www.berenschot.nl/expertise-diensten/expertise-diensten/benchmarks/formatieonderzoek/
19
http://www.berenschot.nl/thema'/expertisecentrum/ 33
4. Begrotingsanalyse
4.1 Inleiding Naast een vergelijking van de formatie hebben wij tevens een begrotingsanalyse uitgevoerd voor de gemeente Oostzaan en de gemeente Wormerland. Doel van de begrotingsanalyse is inzicht te bieden in de baten en lasten van uw gemeente en hoe deze zich verhouden tot andere gemeenten. In dit hoofdstuk presenteren wij de resultaten van de begrotingsanalyse op hoofdlijnen. In bijlage E en F vindt u een meer gedetailleerde vergelijking. Achtereenvolgend gaan wij in op de aanpak en een vergelijking met andere gemeenten. Ook confronteren we de resultaten van de begrotingsanalyse met de resultaten van de benchmark ambtelijk apparaat. Tot slot presenteren wij onze conclusies. 4.2 Aanpak Structuur Evenals de benchmark ambtelijk apparaat is de begrotingsanalyse gestoeld op de BBV-indeling (Besluit Begroting en Verantwoording). Daarbij hebben wij de onderliggende indeling in hoofdtaken (zoals bijv. Economische Zaken) en taken (bijv. Handel en Ambacht) geordend in 16 beleidsrelevante clusters die in te delen zijn in 4 domeinen financieel, fysiek, sociaal en algemeen bestuurlijk. Per cluster gaan wij in op de baten, lasten en het saldo. Het referentiejaar is 2013. De analyse is gebaseerd op cijfers van het CBS. In deze cijfers zijn de mutaties in reserves die verband houden met de BBV-hoofdfuncties niet direct aan deze functies toegerekend en aldus niet meegenomen in de begrotingsanalyse. Referentiegemeenten Wij hebben de gemeente Oostzaan vergeleken met gemeenten in grootteklasse A: minder dan 15.000 inwoners en de gemeente Wormerland met grootteklasse B: 15.000-30.000 inwoners. 4.3 Vergelijking van de gemeente Oostzaan met de grootteklasse 4.3.1 Vergelijking van de lasten Wanneer we de totale lasten per inwoner van de gemeente Oostzaan vergelijken met het gemiddelde van de grootteklasse dan constateren we dat deze 19% lager zijn (zie volgende tabel). Dit hangt samen met lagere lasten in het financieel domein (-92%, met name bouwgrondexploitatie), het sociaal domein (-24%) en het fysiek domein (-18%). De lasten per inwoner op het algemeen bestuurlijk domein zijn 31% hoger dan gemiddeld in de grootteklasse.
34
Lasten per inwoner Gemiddeld Afw ijking Uw in grootte% uw gemeente klasse gemeente
Algemeen Bestuurlijk Domein Cluster: Bestuursorganen Cluster: Bevolkingszaken Cluster: Overige/ algemene ondersteuning Cluster: Openbare orde en veiligheid
ê
ë
42 35 318 83
ë
ë
ë
Fysiek Domein
ê
ë
ë
ë
ë
ë
ë
Sociaal Domein
ë
ë
ë
ë
ê
536
ë
Cluster: Wegen en w ater Cluster: Groen Cluster: VHROSV Cluster: Reiniging Cluster: Riolering Cluster: Fysiek milieu Cluster: Oudheid
ê
477
172 67 80 94 100 24 -
ë
ë
ë
ë
ë
ë
ë
ê
ë
ë
ë
ë
Financieel-Economisch Domein
ë
ë
ë
ë
ê
89 53 119 103
-53% -34% 168% -19%
655
-18%
173 123 130 96 97 36 15
0% -46% -38% -3% 3% -34% 0%
884
-24%
149 102 315 303
-44% 78% -56% -13%
204
-92%
204
-92%
2.106
-19%
ê
15 ë
Totaal
83 181 139 265
ê
Cluster: Eigen inkomsten/ uitgaven
31%
ê
668
Cluster: Educatie Cluster: Kunst en ontspanning Cluster: Werk en inkomen Cluster: Maatschappelijke zorg
364
ë
15 1.697
ê
Dergelijke verschillen met het gemiddelde van de grootteklasse kunnen onder andere worden verklaard uit verschillen in beleid van de gemeenten, zoals het al dan niet voeren van een actief grondbeleid en verschillen in kenmerken van gemeenten, zoals de sociale structuur. De hogere uitgaven in het algemeen bestuurlijk domein hangen vooral samen met de hogere uitgaven met betrekking tot bestuursondersteuning (+168%). In het sociaal domein zijn de lasten per inwoner lager dan gemiddeld voor de grootteklasse. Verklaring hiervoor is dat de gemeente Oostzaan een goede sociale structuur heeft (zie onderstaande tabel).
35
Sociaal Domein Sociale structuur
Goed
Aantal bijstandontvangers
55
Aantal uitkeringsontvangers
477
Verhouding huishoudens met laag inkomen/totaal aantal huishoudens
Legenda:
24%
zw ak matig redelijk goed
Binnen het sociaal domein vallen daarnaast verschillen binnen het cluster Kunst en ontspanning op. De totale uitgaven binnen dit cluster zijn 78% hoger dan gemiddeld voor de grootteklasse. Wanneer we verder inzoomen op de uitgavenposten dan valt op dat de gemeente Oostzaan meer uitgeeft aan kunst ( 137 per inwoner versus 8 gemiddeld) (zie bijlage E). ¼
¼
4.3.2 Vergelijking van de inkomsten Uit de vergelijking van de gemeente Oostzaan met het gemiddelde van de gemeenten in de grootteklasse blijkt dat de inkomsten per inwoner van de gemeente Oostzaan lager zijn dan gemiddeld. De gemeente Oostzaan ontvangt iets minder inkomsten per inwoner uit het gemeentefonds dan gemiddeld voor de grootteklasse. De lagere inkomsten per inwoner worden vooral veroorzaakt doordat de gemeente Oostzaan geen inkomsten heeft op bouwgrondexploitatie. INKOMSTEN
ì
í
î
ï
ð
ñ
ò
ó
í
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ù
ù
ú
Gemiddeld in uw Gemiddeld groottealle Uw gemeente gemeenten klasse Algemene uitkering gemeentefonds 7.101 42.552 Nutsbedrijven, leningen & overige financiele middelen 695 5.460 Belastingen 2.193 10.601 Retributies 2.840 9.790 Bouw grondexploitatie 12.148 Overige inkomsten 2.862 38.098 Totaal 15.691 118.649 21.330 û
û
û
û
û
û
û
ý
û
û
ý
û
û
ý
û
ÿ
ý
û
û
û
û
û
û
û
ü
ý
û
û
þ
ÿ
ü
ÿ
ü
Inkom sten per inw oner Gemiddeld in uw Gemiddeld Uw groottealle gemeente gemeenten klasse Algemene uitkering 777 gemeentefonds 1.035 Nutsbedrijven, 76leningen & 133 overige financiele middelen Belastingen240 258 Retributies 311 238 Bouw grondexploitatie 295 Overige inkomsten 313 (inclusief 926 specifieke uitkeringen) 1.717 2.885 2.056 û
û
û
û
û
û
û
û
û
û
û
û
û
û
û
û
û
û
ü
û
û
ü
þ
ü
ÿ
û
Het volgende figuur geeft een overzicht van de opbouw van de inkomsten van de gemeente Oostzaan in vergelijking met de grootteklasse. We constateren dat het aandeel van de inkomsten van Oostzaan dat afkomstig is uit het gemeentefonds iets groter is dan het gemiddeld aandeel voor de grootteklasse. Het aandeel van uw inkomsten dat afkomstig is uit belastingen en retributies is ook groter dan het gemiddeld aandeel voor de grootteklasse.
36
!
"
#
$
"
*
+
"
#
!
$
%
"
$
&
'
(
"
%
)
*
$
&
'
(
"
)
4.4 Vergelijking van de gemeente Wormerland met de grootteklasse 4.4.1 Vergelijking van de lasten We constateren dat dat de gemiddelde lasten per inwoner van de gemeente Wormerland 21% lager zijn dan het gemiddelde van de grootteklasse (zie volgende tabel). Dit ligt met name aan de lagere lasten per inwoner in het financieel domein (-95%, met name bouwgrondexploitatie) en het sociaal domein (-23%). Verder constateren we dat de lasten per inwoner op het algemeen bestuurlijk domein bij de gemeente Wormerland 24% hoger zijn dan gemiddeld in de grootteklasse.
37
Lasten per inwoner Gemiddeld Afw ijking Uw in grootte% uw gemeente klasse gemeente
Algemeen Bestuurlijk Domein Cluster: Bestuursorganen Cluster: Bevolkingszaken Cluster: Overige/ algemene ondersteuning Cluster: Openbare orde en veiligheid
ê
ë
33 41 146 101
ë
ë
ë
Fysiek Domein
ê
ë
ë
ë
ë
ë
ë
Sociaal Domein
ë
ë
ë
ë
ê
571
ë
Cluster: Wegen en w ater Cluster: Groen Cluster: VHROSV Cluster: Reiniging Cluster: Riolering Cluster: Fysiek milieu Cluster: Oudheid
ê
322
154 125 90 95 85 23 5
ë
ë
ë
ë
ë
ë
ë
ê
ë
ë
ë
ë
Financieel-Economisch Domein
ë
ë
ë
ë
ê
62 41 74 82
-46% 0% 98% 24%
593
-4%
176 115 102 86 85 29 12
-13% 9% -11% 10% -1% -22% -61%
910
-23%
126 111 343 318
-21% -28% -32% -10%
282
-95%
282
-95%
2.045
-21%
ê
13 ë
Totaal
100 81 232 286
ê
Cluster: Eigen inkomsten/ uitgaven
24%
ê
703
Cluster: Educatie Cluster: Kunst en ontspanning Cluster: Werk en inkomen Cluster: Maatschappelijke zorg
259
ë
13 1.609
ê
Zoals reeds vermeld kunnen deze verschillen met het gemiddelde van de grootteklasse onder andere worden verklaard uit verschillen in beleid van de gemeenten, zoals het al dan niet voeren van een actief grondbeleid en verschillen in kenmerken van gemeenten, zoals de sociale structuur. De hogere uitgaven in het algemeen bestuurlijk domein hangen vooral samen met de hogere uitgaven met betrekking tot bestuursondersteuning (+124%) (zie bijlage F). De lagere lasten per inwoner in het sociaal domein zijn in lijn met de goede sociale structuur van de gemeente Wormerland (zie onderstaande tabel).
38
Sociaal Domein Sociale structuur
Goed
Aantal bijstandontvangers
178
Aantal uitkeringsontvangers
876
Verhouding huishoudens met laag inkomen/totaal aantal huishoudens
Legenda:
26%
zw ak matig redelijk goed
Binnen het fysiek domein vallen daarnaast verschillen binnen het cluster Wegen en water op. De totale uitgaven binnen dit cluster zijn 13% lager dan gemiddeld voor de grootteklasse. Wanneer we verder inzoomen op de uitgavenposten dan valt op dat Wormerland per inwoner 172% meer dan gemiddeld uitgeeft op de functie Verkeersmaatregelen te land, 272% meer op de functie binnenhavens en waterwegen en 467% meer op de functie veerdiensten (zie bijlage F). Deze verschillen kunnen verklaard worden door de gemeentespecifieke fysieke kenmerken (regio Waterland). 4.4.2 Vergelijking van de inkomsten Uit de vergelijking blijkt dat de inkomsten per inwoner van de gemeente Wormerland lager zijn dan gemiddeld voor uw grootteklasse. Wormerland ontvangt iets minder inkomsten per inwoner uit het gemeentefonds dan gemiddeld voor de grootteklasse. De lagere inkomsten per inwoner worden vooral veroorzaakt doordat de gemeente Wormerland slechts beperkte inkomsten heeft op bouwgrondexploitatie. INKOMSTEN
,
-
.
/
0
1
2
3
-
4
5
6
7
8
9
9
9
:
Gemiddeld Gemiddeld in uw alle grootteklasse Uw gemeente gemeenten Algemene uitkering gemeentefonds 12.610 42.552 Nutsbedrijven, leningen & overige financiele middelen 1.238 5.460 Belastingen 2.682 10.601 Retributies 4.158 9.790 Bouw grondexploitatie 55 12.148 Overige inkomsten 5.182 38.098 Totaal 25.925 118.649 47.302 ;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
<
=
>
?
@
?
>
A
@
@
C
>
D
A
;
@
>
;
@
>
A
D
>
E
C
<
<
<
<
F
<
F
<
?
Inkom sten per inw oner Gemiddeld Gemiddeld in uw Uw alle grootteklasse gemeente gemeenten Algemene uitkering 801 gemeentefonds 1.035 Nutsbedrijven, 79leningen & 133 overige financiele middelen Belastingen170 258 Retributies 264 238 Bouw grondexploitatie 3 295 Overige inkomsten 329 (inclusief 926 specifieke uitkeringen) 1.646 2.885 2.109 ;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
;
=
;
<
=
=
B
E
F
A
;
E
E
B
;
E
D
D
;
@
F
<
;
De volgende figuur geeft een overzicht van de opbouw van de inkomsten van de gemeente Wormerland in vergelijking met de grootteklasse. We constateren dat het aandeel van de inkomsten van Wormerland dat afkomstig is uit het gemeentefonds groter is dan het gemiddeld aandeel voor de grootteklasse. Het aandeel van de inkomsten van Wormerland dat afkomstig is uit retributies is ook groter dan het gemiddeld aandeel voor de grootteklasse.
39
!
*
"
#
$
"
!
*
G
#
$
+
H
"
%
G
"
$
&
'
(
"
%
*
)
$
&
'
(
"
)
4.5 Vergelijking begroting en formatie In onderstaande tabel laten we zien hoe de omvang van de formatie zich verhoudt tot de resultaten van de begrotingsanalyse. BBV-taakvelden
Formatie t.o.v. grootteklasse
Lasten begroting t.o.v. grootteklasse Oostzaan
Lasten begroting t.o.v. grootteklasse Wormerland
Algemeen bestuur/ Burgerzaken
Veel groter dan gemiddeld
Groter dan gemiddeld
Veel groter dan gemiddeld
Openbare orde en veiligheid
Groter dan gemiddeld
Verkeer, vervoer en waterstaat
Kleiner dan gemiddeld
Groter dan gemiddeld Kleiner dan gemiddeld
Economische zaken
Kleiner dan gemiddeld Kleiner dan gemiddeld Kleiner dan gemiddeld
Onderwijs
Kleiner dan gemiddeld Kleiner dan gemiddeld Kleiner dan gemiddeld
Cultuur en recreatie
Kleiner dan gemiddeld
Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening
Kleiner dan gemiddeld Kleiner dan gemiddeld Kleiner dan gemiddeld
Volksgezondheid en milieu
Kleiner dan gemiddeld
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Kleiner dan gemiddeld Kleiner dan gemiddeld Kleiner dan gemiddeld
Gemiddeld
Gemiddeld
Gemiddeld
Gemiddeld
Gemiddeld
Gemiddeld
Hieruit blijkt dat de OVER-gemeenten een veel groter dan gemiddelde formatie inzetten op Burgerzaken. De gemeente Oostzaan heeft groter dan gemiddelde lasten op het BBV-taakveld 40
algemeen bestuur en de gemeente Wormerland veel groter dan gemiddelde lasten op dit taakveld. Het BBV-taakveld algemeen bestuur bevat meer dan alleen de kosten van Burgerzaken. Ook de kosten van bestuurondersteuning vallen onder dit BBV-taakveld. De formatie van OVER-gemeenten op bestuurszaken en bestuurondersteuning is veel groter dan gemiddeld. Dit is deels verklaarbaar vanuit de organisatievorm waarvoor OVER-gemeenten gekozen heeft. We constateren echter dat de kosten voor bestuurondersteuning van de twee gemeenten afzonderlijk ook hoger dan gemiddeld zijn. Daarnaast zetten de OVER-gemeenten een groter dan gemiddelde formatie in op Openbare orde en veiligheid. De lasten op dit taakveld van de gemeente Wormerland zijn kleiner dan gemiddeld en van de gemeente Oostzaan juist groter dan gemiddeld. Nader onderzoek is nodig om vast te stellen in welke mate de formatie van de OVER-gemeenten zich inzet voor de gemeente Oostzaan en in welke mate voor de gemeente Wormerland. We constateren tevens dat de OVER-gemeenten op de taakvelden Verkeer, vervoer en waterstaat, Cultuur en recreatie en Volksgezondheid en milieu een kleiner dan gemiddelde formatie inzetten. De lasten op deze taakvelden van zowel Oostzaan als Wormerland zijn gemiddeld. Dit zou kunnen duiden op een schaalvoordeel voor wat betreft de inzet van formatie op deze taakvelden als gevolg van samenwerking. Om conclusies te kunnen trekken en verklaringen voor de ogenschijnlijke verschillen te zoeken is verdiepend onderzoek nodig. Een doorlichting van de functies die een afwijkend beeld vertonen kan meer inzicht bieden. 4.6 Conclusies begrotingsanalyse Uit de begrotingsanalyse blijkt dat zowel Wormerland als Oostzaan lager dan gemiddelde lasten per inwoner hebben. Dit hangt vooral samen met lager dan gemiddelde lasten op het financieel domein en het sociaal domein. Daar tegenover staan ook lager dan gemiddelde inkomsten per inwoner. Beiden gemeenten zijn voor wat betreft hun inkomsten voor een groter dan gemiddeld aandeel afhankelijk van inkomsten uit het gemeentefonds. De groter dan gemiddelde afhankelijkheid van het gemeentefond onderschrijft het belang van voldoende financiële buffers om tegenvallers op te vangen, zoals korting op de uitkering uit het gemeentefonds. Wij adviseren om vanuit een meerjarenperspectief te toetsen of de financiële buffers toereikend zijn en dit continu te blijven monitoren.
41
Bijlage A Vergelijking deelnemers met populatie
42
Vergelijking deelnemers met populatie
Nederland Aantal gemeenten A
< 15.000
B
15.000 - 30.000
C
30.000
D E
Onderzoek
Procentueel
Aantal gemeenten
Procentueel
88
22%
9
9%
160
39%
29
29%
87
21%
31
31%
50.000 - 100.000
47
12%
17
17%
> 100.000
26
6%
13
13%
408
100%
99
100%
I
50.000
Totaal
* Peildatum 1 januari 2013
48961
1
Bijlage B Vragenlijst en toelichting
48961
Benchmark ambtelijk apparaat
Vragenlijst totale omvang ambtelijk apparaat Peildatum: 1 januari 2013
Deze vragenlijst omvat zes categorieën vragen: A.
Algemene gegevens
B.
Vragen over de totale omvang van het ambtelijk apparaat (inclusief uitvoerende taken)
C.
Vragen over de formatie per taak
D.
Vragen over de salarisopbouw van het ambtelijk apparaat (optioneel)
E.
Ziekteverzuim (optioneel)
F.
Inhuur (optioneel)
Wij raden u aan eerst de bijgevoegde notitie en de toelichting op deze vragenlijst te lezen. In deze elektronische vragenlijst kunt u alleen gegevens invoeren in de witte cellen. Indien u een antwoord wilt toelichten, dan kunt u dit doen in het tabblad 'Opmerkingen'.
Veel succes met het invullen van de vragenlijst!
A.
ALGEMENE GEGEVENS
1.
Naam gemeente
OVER-gemeenten
2.
Naam contactpersoon
Annamaria Bettelli & Jeroen Former
3.
Telefoonnummer contactpersoon
075-6512206
4.
Wat is de basisstructuur van uw gemeente?
Directiemodel
5.
Hoeveel inwoners telt uw gemeente per 1/1/2013?
24.931
B.
VRAGEN OVER DE TOTALE OMVANG VAN HET AMBTELIJK APPARAAT
6.
Wat is het totaal aantal formatieplaatsen van het ambtelijk apparaat van uw gemeente per 1/1/2013?
128,07 fte
Zie de definitie in de toelichting! Wij noemen dit het 'bruto ambtelijk apparaat'. 7.
Wat is het totaal aantal formatieplaatsen (primair proces en overhead) dat taken uitvoert voor derden
fte
(andere gemeenten / organisaties) per 1/1/2013? Om welke taken gaat dit?
8.
Wat is het totaal aantal formatieplaatsen dat bij derden (andere gemeenten / organisaties) overheadtaken
fte
verricht voor uw gemeente per 1/1/2013? Om welke specifieke overheadtaken gaat dit?
Invulformat Vanaf hier kunt u de formatiecijfers ook invullen in het Invulformat (volgende tabblad). De formatie wordt dan uit het invulformat overgenomen in deze hoofdvragenlijst. U kunt in dit format per afdeling de formatie per benchmarktaak invullen. Veel gemeenten vinden dit prettig. U bent hiertoe niet verplicht. De niet-formatieve gegevens vult u gewoon in deze vragenlijst in. 9.
In de navolgende tabel noemen wij een aantal specifieke uitvoerende taken van de gemeente. De ene gemeente voert deze taken geheel zelf uit, terwijl deze binnen andere gemeenten zijn verzelfstandigd, uitbesteed of deel uitmaken van een gemeenschappelijke regeling. Geef voor elk van deze taken aan of uw ambtelijk apparaat deze taken ZELF uitvoert of niet. LET OP: Het gaat om de daadwerkelijke uitvoering van de taak. Niet om het beleid, de regie of de contractvorming. Voorbeeld: indien uw gemeente de parkeergarages heeft uitbesteed, vult u in 'nee'. Bij de vraag hoeveel fte dit deel uitmaakt van uw ambtelijk apparaat hoeft u dan niets in te vullen. Dat is immers 0. Indien het personeel van de parkeergarages op de loonlijst van uw gemeente staat, vult u in 'ja'. Vul dan in hoeveel fte dit omvat.
Doel van deze vraag is: het vergelijkbaar maken van de formatie van uw ambtelijk apparaat met dat van andere gemeenten. Wij doen dat door uit uw ambtelijk apparaat die taken te halen die bij andere gemeenten mogelijk zijn verzelfstandigd, uitbesteed of deel uitmaken van een gemeenschappelijke regeling. Op basis daarvan berekenen wij een 'netto ambtelijk apparaat'. De omvang daarvan is beter vergelijkbaar met andere gemeenten. Wij realiseren ons dat deze lijst uitvoerende taken geen volledig overzicht biedt van taken die kunnen worden uitbesteed. Wel bevat de lijst de 'grote brokken' die de analyse kunnen vertekenen.
1
Benchmark ambtelijk apparaat
Verricht uw ambtelijk apparaat deze
Indien 'ja' of 'deels':
uitvoerende taken ZELF ?
voor hoeveel fte maakt
Vul een 'x' in.
dit deel uit van uw
Uitvoerende taken
ambtelijk apparaat? ja
1
2
Brandweer (preventie, preparatie, repressie) APV, stadswacht/toezicht openbare ruimte (alleen handhaving/toezicht) Uitvoering wegbeheer/-onderhoud
deels x
nee
6,94 fte
Uitvoering straatreiniging
x
fte
Uitvoering openbaar vervoer
x
fte
Beheer parkeergarages, -meters en -automaten
x
fte
Parkeertoezicht
x
fte
x
Marktmeesters
x
Scholen (directie en personeel)
x
fte
x
fte
x
Bibliotheken (directie en personeel) x
Beheer sportlocaties buiten
x
fte
x
fte
Musea (directie en personeel)
x
fte
Beheer historisch/stadsarchief
x
fte
Beheer en onderhoud monumenten
x
fte
Muziekschool (directie en personeel)
x
fte
Theaters (directie en personeel)
x x
fte 0,56 fte
Uitvoering groenvoorziening
x
1,00 fte
Sociale dienst (alle uitvoerende taken; zie toelichting)
x
3,06 fte
Kredietbank (directie en personeel)/schuldhulpverlening
x
fte
Reïntegratiebedrijf (directie en personeel)
x
fte
Sociale werkvoorziening (directie, ambtelijk personeel)
x
fte
Uitvoering sociale recherche
x
fte
UWV Werkbedrijf (gehele UWV-W)
x
fte
Centrum voor Jeugd en Gezin (alle uitvoerende taken)
x
fte
Uitvoering Wet Inburgering / Vreemdelingenwet
x
Uitvoering Wet Maatschappelijke Ondersteuning
x
0,50 fte 3,58 fte
Welzijnsinstellingen (directie en personeel)
x
fte
Uitvoeren ambulancevervoer
x
fte
Uitvoeren basisgezondheidszorg
x
fte
Uitvoeren afvalinzameling en -verwerking
x
fte
Riolering en gemalen, uitvoerende taken
x
Wet Milieubeheer (alleen handhaving en toezicht)
8
fte 0,88 fte
Beheer zwembaden (incl. zwemonderwijzers)
Beheer multifunctionele locaties
7
0,50 fte x
Beheer sportlocaties binnen
6
fte 0,16 fte
Salarisadministratie onderwijspersoneel Onderhoud schoolgebouwen
5
1,25 fte
x
Beheer zee- en binnenhavens en waterwegen/brugwachters
3 4
3,23 fte
x
2,57 fte x
fte
Beheer begraafplaatsen
x
2,52 fte
Ontwerpen ruimtelijke ordeningsplannen
x
1,15 fte
Ingenieursbureau
x
Bouw en woningtoezicht (alleen handhaving en toezicht)
6,65 fte x
Gebruiksvergunningen (alleen handhaving en toezicht)
2,15 fte x
fte
Uitvoeren woz-taxaties
x
fte
Aanslagoplegging en inning OZB
x
fte
Afhandeling beroep en bezwaar OZB
x
Belastingen (OZB):
Totaal OZB-inzet
fte -
fte
Uitvoerende taken van Facilitaire Dienst: Postverzorging, drukkerij, repro
x
Archief / Documentaire Informatievoorziening (bibliotheek)
x
Receptie, telefooncentrale
x
1,42 fte 6,38 fte 2,00 fte
Gebouwbeheer, schoonmaak
x
0,34 fte
Restauratieve voorzieningen
x
0,58 fte
Beveiliging/bodes
x
Totaal uitvoerende taken Facilitaire Dienst TOTAAL UITVOERENDE TAKEN
1,04 fte 11,76 fte 48,46 fte
De 'netto' omvang van uw ambtelijk apparaat wordt als volgt berekend : Bruto omvang ambtelijk apparaat
128,07 fte
Minus: taken die uw gemeente doet voor andere gemeenten / organisaties
-
fte
Plus: overheadtaken die derden verrichten voor uw gemeente
-
fte
Minus: correctie voor uitvoerende taken in uw ambtelijk apparaat
48,46 fte
Netto omvang ambtelijk apparaat
79,61 fte
2
Benchmark ambtelijk apparaat
C.
VRAGEN OVER DE FORMATIE PER TAAK
Hieronder treft u een overzicht aan van de gemeentelijke functies volgens het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten, aangevuld met een overzicht van overheadtaken. Geef per hoofdfunctie en per subfunctie aan wat de omvang van het ambtelijk apparaat van uw gemeente op dat terrein is. Ga daarbij uit van de netto omvang. Dus: exclusief de in vraag B9 genoemde uitvoerende taken. Let op: de totale formatie van alle hoofdfuncties dient dus op te tellen tot de netto omvang van het ambtelijk apparaat! Aan het einde van onderdeel C van de vragenlijst controleert het programma of het totaal aan fte met de hierboven berekende netto omvang van het ambtelijk apparaat overeenstemt. Controleer ook of de som van de formatie per functie gelijk is aan de formatie per hoofdfunctie. Totaal BBV Hoofdfuncties en subfuncties
Totaal
hoofdfunctie subfunctie
Raadsgriffier en (bestuurs)ondersteuning
2,74 fte
Raadsgriffier
1,52 fte
(Bestuurs)ondersteuning griffier, raad en rekenkamer (006)
1,22 fte
Overige belastingen (niet OZB) Overhead (centraal en decentraal!)
-
fte
40,47 fte
Gemeentesecretaris/Directie
2,00 fte
Lijnmanagement (Niet de stafhoofden! Deze vult u in bij onderstaande categorieën)
6,33 fte
Personeel en Organisatie (incl. P&O-secretariaten)
3,66 fte
Informatisering en Automatisering (incl. I&A-secretariaten)
5,50 fte
Financiën en Control (incl. F&C taken binnen bedrijfsbureaus en secretariaat F&C)
9,64 fte
Juridische Zaken (incl. secretariaten van Juridische Zaken)
4,31 fte
Bestuurszaken en Bestuursondersteuning
4,44 fte
Communicatie en Kwaliteitszorg (incl. secretariaten van Communicatie)
4,43 fte
Facilitaire Dienst (incl. secretariaten Facilitaire Dienst, excl. Uitvoering interne zaken)
0,16 fte
Alle secretariaten in het 'primaire proces' Heeft u uw begrotingscijfers 2013 aangeleverd aan het CBS en wilt u
Tel hier dus naast de centrale staven ook de overheadafdelingen in de diensten/sectoren mee!
fte Ja
dat wij deze overnemen? (dan hoeft u dit niet in te vullen) J
K
Y
Algemeen bestuur
8,69 fte
Z
L
[
M
O
N
K
O
Q
P
\
Q
L
R
V
T
S
T
]
U
V
V
V
K
J
_
Z
W
O
M
K
N
Q
X
\
V
T
]
_
^
^
001 Bestuursorganen (hier geen fte's invullen) 002 Bestuursondersteuning college van burgemeester en wethouders (hier geen fte's invullen, dit valt onder de overhead: Bestuurszaken en bestuursondersteuning) 003 Burgerzaken (niet: de hele publieksbalie, zie toelichting) 004 Baten secretarieleges burgerzaken (hier geen fte's invullen)
8,69 fte
005 Bestuurlijke samenwerking (hier geen fte's invullen, dit valt onder de overhead) 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) (hier geen fte's invullen, dit valt onder ondersteuning raadsgriffier) 1 Openbare orde en veiligheid
3,00 fte
_
0,89 fte
140 Openbare orde en veiligheid (incl. vergunningverlening)
2,11 fte
2 Verkeer, vervoer en waterstaat
_
^
120 Brandweer en rampenbestrijding (beleid)
1,54 fte
_
^
_
^
210 Wegen, straten en pleinen
0,57 fte
211 Verkeersmaatregelen te land
0,52 fte
212 Openbaar vervoer
0,22 fte
214 Parkeren
0,23 fte
^
215 Baten parkeerbelasting (hier geen fte's invullen) 220 Zeehavens
fte
221 Binnenhavens en waterwegen
fte
223 Veerdiensten
fte
230 Luchtvaart
fte
240 Waterkering, afwatering en landaanwinning
fte
3 Economische zaken
0,10 fte
310 Handel en ambacht
_
_
^
^
0,10 fte
311 Baten marktgelden (hier geen fte's invullen) 320 Industrie
fte
330 Nutsbedrijven
fte
340 Agrarische productie en ontginning
fte
341 Overige agrarische zaken, jacht en visserij
fte
4 Onderwijs 4xx Regulier onderwijs 482 Volwasseneducatie
1,52 fte
_
_
^
^
1,52 fte fte
3
Benchmark ambtelijk apparaat
5 Cultuur en recreatie
2,43 fte
_
_
^
510 Openbaar bibliotheekwerk
0,20 fte
511 Vormings- en ontwikkelingswerk
0,20 fte
530 Sport
0,20 fte
531 Groene sportvelden en terreinen
^
fte
540 Kunst
0,40 fte
541 Oudheidkunde/musea
0,10 fte
550 Natuurbescherming
0,53 fte
560 Openbaar groen en openluchtrecreatie
0,40 fte
580 Overige recreatieve voorzieningen
0,40 fte
6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 4,56 fte 610 t/m Sociale voorzieningen (bijstandsverlening, werkgelegenheid, inkomensvoorzieningen, sociale 614 + 623 zekerheidsregelingen, minimabeleid)
_
_
^
^
1,53 fte
620 Maatschappelijke begeleiding en advies
0,40 fte
621 Vreemdelingen 622 Huishoudelijke verzorging / WMO-beleid
0,10 fte 0,76 fte
630 Sociaal cultureel werk
0,60 fte
641 Tehuizen
fte
650 Kinderdagopvang
0,50 fte
651 Dagopvang gehandicapten
0,33 fte
652 Voorzieningen gehandicapten
0,34 fte
7 Volksgezondheid en milieu
1,45 fte
_
_
^
711 Ambulancevervoer
^
fte
712 Verpleeginrichtingen
fte
714 Openbare gezondheidszorg
0,10 fte
715 + 716 Jeugdgezondheidszorg (uniform en maatwerk deel)
0,70 fte
721 Afvalverwijdering en -verwerking 722 + 729 Rioleringzorg (riolering en waterzuivering, huishoudelijk/bedrijfsafvalwater, hemelwater, t/m731 grondwater)
fte 0,35 fte
723 Milieubeheer (incl. vergunningverlening)
0,30 fte
724 Lijkbezorging
fte
725 Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffingen (hier geen fte's invullen) 726 Baten rioolrechten (hier geen fte's invullen) 727 Baten rioolheffing huishoudelijk/bedrijfsafvalwater (hier geen fte's invullen) 728 Baten rioolheffing grond- en hemelwater (hier geen fte's invullen) 732 Baten begraafplaatsrechten (hier geen fte's invullen) 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
13,11 fte
_
_
^
810 Ruimtelijke ordening
3,59 fte
820 Woningexploitatie / woningbouw
0,40 fte
821 Stads- en dorpsvernieuwing
1,29 fte
822 Overige volkshuisvesting
0,40 fte
823 Bouwvergunningen
6,63 fte
830 Bouwgrondexploitatie
0,80 fte
^
9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen. Bij deze hoofdfunctie hoeft u niets in te vullen. De formatie voor treasury en de inning van belastingen (inclusief baat-, forensen-, honden-, reclame- en precariobelastingen) neemt u op bij het onderdeel Overige Belastingen (zie regel 168). CONTROLE
Let op: als alle optellingen kloppen, zijn de onderstaande drie getallen aan elkaar gelijk!
Totaal van de optelling hoofdfuncties
79,61
Totaal van de optelling functies
79,61
Netto omvang ambtelijk apparaat (zie cel K152)
79,61
4
Benchmark ambtelijk apparaat
D.
VRAGEN OVER DE SALARISOPBOUW VAN HET AMBTELIJK APPARAAT (OPTIONEEL)
Geef in onderstaande tabel aan hoe de salarisopbouw is van het totale ambtelijk apparaat van uw gemeente. Ga uit van de 'bruto-omvang' van het ambtelijk apparaat (oftewel de totale omvang van de formatie van de gemeente). Het kan zijn dat medewerkers feitelijk in een hogere schaal zitten, dan de functie is ingedeeld (uit arbeidsmarktoverwegingen, of vanwege een 'uitloopschaal'). Daarom maken wij onderscheid tussen twee kolommen. Let op: Laat beide kolommen optellen tot de totale omvang van de formatie van uw gemeente. Functionele schaal
Schaal
Feitelijke schaal
1
fte
2
fte
3
fte
4
fte
5
1,00
1,00
fte
6
24,46
24,46
fte
7
17,53
17,53
fte
8
16,05
16,05
fte
9
5,56
5,56
fte
10
42,67
41,67
fte
1,00
fte
10,12
10,12
fte
12
2,08
2,08
fte
13
6,60
6,60
fte
2,00
2,00
fte
10A 11 11A
fte
14
fte
15 16
fte
17
fte
18
fte
TOTAAL
E.
128,07
128,07
fte
VRAGEN OVER DE VERZUIMCIJFERS OP AFDELINGSNIVEAU (OPTIONEEL)
Definitie ziekteverzuim: gemiddeld percentage ziekteverzuim in 2012, inclusief langdurig verzuim, exclusief zwangerschapsverlof. Definitie meldingsfrequentie: gemiddeld aantal ziektemeldingen per medewerker per jaar in 2012. Verzuimcijfers ZiekteMeldingsverzuim % frequentie
Toelichting
Publiekszaken
Burgerzaken, overige frontoffice functies
Sociale dienst
Volledige sociale dienst
Buitendienst/wijkbeheer
Volledige buitendienst: o.a. wegbeheer en onderhoud, groenvoorziening, straatreiniging
Brandweer
Commandant en 'zijn' medewerkers. Niet: vrijwilligers.
Ruimtelijke en economische ontwikkeling
'Harde kant' van het gemeentelijk beleid: ruimtelijke en/of economische ontwikkeling
Maatschappelijke ontwikkeling
'Zachte kant' van het gemeentelijk beleid: zorg, onderwijs, welzijn, educatie, participatie
Directie, griffie, overhead Secretaris/Directie
Niet: overig management.
Griffie Overhead, exclusief Facilitaire Dienst
Griffier en ondersteuning
Facilitaire Dienst/interne zaken
Post, archief, repro, receptie, gebouwbeheer, restauratie, bodes, etc.
P&O, I&A, F&C, Communicatie, JZ, BZ/BO. Niet: Facilitaire Dienst/interne zaken.
Gehele organisatie
F.
8,6%
0,84
INHUUR (OPTIONEEL) 128,07
Totale formatie (= bruto formatie per 1/1/2013) Werkelijke bezetting (gemiddeld in 2012) Inhuur (totaalbedrag in 2012)
b
154.992
`
fte
(Overgenomen uit cel K40)
in %
(Zie toelichting)
a
b
(Zie toelichting)
In hoeverre geven de kosten die u hebt ingevoerd bij inhuur een betrouwbaar beeld van de werkelijke totale kosten aan inhuur? Met andere woorden: in hoeverre acht u de registratie van uw gemeente op dit punt betrouwbaar? Rapportcijfer
(1 t/m 10)
Licht uw antwoord toe:
Hartelijk dank voor het invullen van deze vragenlijst! Neemt u deel aan de optionele onderdelen? Vul deze dan ook in. Mail de vragenlijst terug aan Bahamin Khossravi:
[email protected]
Bewaar zelf een kopie van de vragenlijst. Indien u vragen heeft kunt u altijd bellen (zie tabblad Contact).
5
Benchmark ambtelijk apparaat
Vragenlijst Outputindicatoren - optioneel onderdeel (deelname kosteloos) OUTPUTINDICATOREN Onderstaande outputindicatoren kunnen helpen bij het verklaren van afwijkingen in de formatiebenchmark. Belangrijk is dat we ons realiseren dat dit slechts een deel van het verhaal is. Een substantieel deel van de verschillen komt namelijk voort uit moeilijk te kwantificeren factoren (bijv. verschil in ambitie). We willen dan ook niet de suggestie wekken dat we een gemeente volledig in cijfers kunnen 'vangen'. 0 Algemeen bestuur 003 Burgerzaken Aantal verstrekte identiteitsbewijzen (paspoort en identiteitskaart) in 2012
5715
Aantal verstrekte rijbewijzen in 2012
1885
1 Openbare orde en veiligheid 120 Brandweer en rampenbestrijding Aantal uitrukken in 2012 (brandmeldingen, hulpverleningen, automatische brandmeldingen)
228
Aantal vergunningsplichtige objecten (gebruiksvergunningen) per 1/1/2013
66
Aantal vrijwillige brandweerlieden per 1/1/2013
100
140 Overige beschermende maatregelen Aantal verleende APV-vergunningen in 2012
279
2 Verkeer, vervoer en waterstaat 211 Verkeersmaatregelen te land Aantal verleende parkeervergunningen en -ontheffingen in 2012
695
4 Onderwijs 4xx Regulier onderwijs Aantal aanvragen onderwijshuisvesting in 2012
10
Aantal beschikkingen leerlingenvervoer per 1/1/2013
140
5 Cultuur en recreatie 530 Sport Aantal binnensportaccommodaties (zoals sporthallen en gymlokalen) in gemeentelijk beheer per 1/1/2013
3
Aantal zwembaden in gemeentelijk beheer per 1/1/2013
0
Aantal verstrekte subsidies aan sportverenigingen in 2012
26
541 Oudheidkunde/musea Aantal rijksmonumenten per 1/1/2013
70
550 + 560 Natuurbescherming + Openbaar Groen en openluchtrecreatie Aantal hectare gras/bermen/gazons per 1/1/2013
49
6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 610 Bijstandsverlening Aantal uitgestroomde bijstandsontvangers in 2012
54
Aantal lopende onderzoeken naar misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB per 1/1/2013
0
611 Werkgelegenheid Aantal lopende reïntegratietrajecten per 1/1/2013 Aantal cliënten IOAW en IOAZ per 1/1/2013
3
614 Gemeentelijk minimabeleid Aantal aanvragen bijzondere bijstand plus ambtshalve toekenningen in 2012
217
Aantal cliënten schuldhulpverlening per 1/1/2013
12
622 Huishoudelijke verzorging Aantal WMO-cliënten per 1/1/2013
485
652 Voorzieningen gehandicapten Aantal aanvragen woonvoorzieningen in 2012
117
Aantal aanvragen vervoersvoorzieningen in 2012
134
Aantal aanvragen rolstoelvoorzieningen in 2012
67
7 Volksgezondheid en milieu 722 Riolering en waterzuivering Aantal km riool (vrijverval, persleiding en drukriolering) per 1/1/2013
202
Aantal pompen/gemalen per 1/1/2013
591
723 Milieubeheer Aantal afgehandelde milieuklachten (op het gebied van stank, geluid, stof, visuele hinder, bedrijfsafval, bodem- en waterverontreiniging, overig) in 2012 Aantal verleende milieuvergunningen in 2012
86 12
724 Lijkbezorging Aantal begrafenissen/crematies in eigen gemeente in 2012
109
6/7
Benchmark ambtelijk apparaat 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 810 Ruimtelijke ordening Aantal structuurvisies in ontwikkeling per 1/1/2013
2
Aantal bestemmingsplannen in ontwikkeling per 1/1/2013
24
Aantal verzoeken om planschade in 2012
12
820 Woningexploitatie/woningbouw (uitvoering) Aantal in aanbouw genomen woningen in 2012
67
822+823 Overige volkshuisvesting + Bouwvergunningen Aantal verleende welstandsadviezen in 2012
146
9 Financiering en alg. dekkingsmiddelen 930 Uitvoering wet WOZ Aantal woz-beschikkingen in 2012
12500
Hartelijk dank voor het invullen van deze vragenlijst!
7/7
Toelichting op de vragenlijst Ten behoeve van het vergelijkend onderzoek naar de omvang van het ambtelijk apparaat van gemeenten
Dr. M.P.M. Huijben Dr. J.J.A. Posseth Mevr. drs. A.H. Mouthaan B. Khossravi MSc
Toelichting op de vragenlijst
In deze toelichting gaan wij eerst in op een aantal algemene punten voor het invullen van de vragenlijst. Daarna lichten wij de verschillende onderdelen van de vragenlijst toe. Algemene instructies 1. Invulinstructie
Bepaal eerst de totale formatieomvang van uw gemeente. Dit is de bruto omvang van uw ambtelijk apparaat.
Bepaal vervolgens de netto omvang van uw ambtelijk apparaat: c
c
c
Hiertoe vermindert u allereerst de bruto formatie met de formatie voor taken die uw gemeente uitvoert voor derden (andere gemeenten/organisaties) (vraag B.7). Vervolgens telt u daarbij de overheadformatie op voor taken die derden (andere gemeenten/ organisaties) uitvoeren voor uw gemeente (vraag B.8). Tot slot vermindert u de bruto omvang met de correctie voor uitvoerende taken in uw ambtelijk apparaat (vraag B.9). d
e
Verdeel daarna deze netto formatieomvang zo goed mogelijk over de taken. Wij adviseren u daarbij zo veel mogelijk uit te gaan van uw personeelsadministratiesysteem. Onze ervaring is dat dit een zuiverder beeld geeft dan informatie uit bijvoorbeeld de begroting. Indien u toch de begroting als uitgangspunt neemt, houd dan goed rekening met verschil in uurtarieven, toerekening van indirecte uren en andere verstorende factoren. Het programma is beveiligd. U kunt uitsluitend in de witte cellen antwoorden invullen. Deze beveiliging is nodig om de resultaten te kunnen verwerken. Indien u behoefte heeft om uw antwoorden toe te lichten, . f
g
h
i
j
h
k
j
f
l
k
f
m
n
h
l
h
o
n
k
k
g
p
p
q
g
f
d
r
s
t
n
u
i
l
h
v
n
h
e
Vul bij het onderdeel hoofdfuncties en functies alle formatie in, behalve de formatie die u hebt ingevuld bij de uitvoerende taken. Anders ontstaat een dubbeltelling. Vul bij het onderdeel overhead alle formatie van de centrale en decentrale overheadfuncties in. Onder decentrale overhead verstaan wij de overheadfuncties in de diensten of sectoren. Het afdelingssecretariaat van een bepaalde overheadfunctie telt u mee bij de betreffende afdeling. 2. Beter een schatting, dan geen antwoord Wij realiseren ons dat de indeling in deze vragenlijst niet één-op-één overeenkomt met de structuur van uw gemeente. Toch is het van belang dat u de opzet van deze vragenlijst volgt. Dit vanwege de vergelijkbaarheid. Vaak zal het lastig zijn om precies aan te geven hoeveel formatie met een hoofdfunctie of functie gemoeid is. Wanneer dit niet precies bekend is, maak dan een schatting. Zorg wel dat het totaal optelt tot de totale formatie van uw gemeente.
1
Toelichting op de vragenlijst
A.
Algemene gegevens
1 t/m 5 Geen opmerkingen. B.
Vragen over de totale omvang van het ambtelijk apparaat
6.
Het gaat hier om de vastgestelde formatie van uw gemeente per 1/1/2013, ongeacht of de formatieplaats wordt vervuld door iemand met een vast contract, een tijdelijk contract of een inhuurcontract. Dit is dus inclusief vacatures. Uitgangspunt is het vastgestelde formatieplan (dus niet de werkelijke bezetting). Het gaat uitsluitend om personeel werkzaam binnen het gemeentelijk apparaat. En niet om personeel werkzaam bij een op afstand geplaatste instelling. d
e
Het gaat uitsluitend om volledig betaalde formatieplaatsen. Wij tellen niet mee: wsw ers, vrijwilligers en stagiaires. d
Onder de omvang van het ambtelijk apparaat valt/vallen niet: c
c
c
c
c
c
Raadsleden. Voormalig personeel (uitkeringsgerechtigd, pensioengerechtigd, ziekengeldgerechtigd). Bovenformatieven (zitten dus niet in de vastgestelde formatie). Vrijwilligers (zoals de vrijwillige brandweer). De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand. Structureel bij derden gedetacheerde medewerkers. Onder de omvang van het ambtelijk apparaat valt/vallen wel:
c
Personeel van instellingen die niet op afstand zijn geplaatst, maar onderdeel uitmaken van het gemeentelijk apparaat. d
c
e
Brandweer en onderwijzend personeel, voorzover op de loonlijst van de gemeente. Dit maakt wel deel uit van het bruto ambtelijk apparaat, maar dit halen wij er vervolgens weer uit bij de bepaling van het netto ambtelijk apparaat.
7 en 8. Sommige gemeenten verrichten taken (primair proces en overhead) voor derden (andere gemeenten/organisaties). Wij corrigeren hiervoor. Formatie voor taken die een gemeente uitvoert voor derden (andere gemeenten/ organisaties), trekken we af van de bruto formatie. Overheadtaken die een gemeente laat uitvoeren door derden (andere gemeenten/ organisaties), tellen we op bij de bruto formatie. Vervolgens deelt u deze toe aan de betreffende overheadtaken.
2
9.
Deze vraag biedt inzicht in de uitvoerende taken van gemeenten. Het ambtelijk apparaat van de ene gemeente omvat bijvoorbeeld een museum, een kredietbank of een bibliotheek. Bij een andere gemeente vallen deze taken juist buiten het ambtelijk apparaat, bijvoorbeeld als onderdeel van een instelling. Het vergelijken van de formatie van deze gemeenten is dan het vergelijken van appels met peren. Deze vraag is bedoeld om te corrigeren voor dergelijke taken, die soms zijn verzelfstandigd of uitbesteed, maar soms ook niet. Het resultaat hiervan is het netto ambtelijk apparaat. Dit is tussen gemeenten beter vergelijkbaar. De lijst met uitvoerende taken is niet volledig. Indien een uitvoerende taak niet in de lijst staat, neemt u deze op bij de gemeentelijke hoofdtaken.
Een aantal uitvoerende taken lichten wij hieronder nader toe. Brandweer (preventie, preparatie, repressie) (exclusief de overhead van de brandweer)
w
De formatie van de brandweerorganisatie. Dat wil zeggen: de exclusief overheadfuncties m.b.t. de brandweer. Dit vult u in bij het onderdeel overhead). Hieronder vallen dus niet gemeenteambtenaren die het brandveiligheidsbeleid van de gemeente formuleren. Deze vallen onder het netto ambtelijk apparaat (nr. 120). Ook de medewerkers handhaving gebruiksvergunningen vallen hier niet onder. Deze vult x
y
y
{
x
z
{
{
|
|
~
z
{
}
~
{
z
{
|
z
{
{
y
~
|
~
~
~
~
~
{
{
{
~
{
Vrijwilligers neemt u hier ook niet op. Deze laat u buiten beschouwing. Uitvoering wegbeheer en -onderhoud
Alle formatie die zich bezighoudt met het beheer en onderhoud van wegen, straten, pleinen, bruggen, etc.
Uitvoering straatreiniging
Alle formatie die zich bezighoudt met het reinigen van wegen, straten, pleinen (waaronder zwerfvuil).
APV, stadswacht/toezicht openbare ruimte Alle formatie die zich bezighoudt met algemeen plaatselijke (alleen handhaving en toezicht) verordening en het houden van toezicht de openbare ruimte (niet parkeertoezicht of marktmeesters; die staan apart vermeld). Hier vult u alleen de formatie in voor handhaving en toezicht. De formatie voor vergunningverlening neemt u hier niet op. Deze neemt u op bij onderdeel C. Sociale dienst
Alle formatie die zich bezighoudt met de uitvoering van de Wet werk en bijstand: bijstandsverlening werkgelegenheidsbevordering (bijvoorbeeld sociale activering) inkomensvoorzieningen vanuit het Rijk (bijvoorbeeld IOAW, IOAZ, WWIK) socialezekerheidsregelingen (bijvoorbeeld eenmalige uitkeringen echte minima) gemeentelijk minimabeleid (bijvoorbeeld kwijtschelding lokale belastingen). Het gaat hierbij om de formatie die zich bezighoudt met de uitvoering en uitkeringsadministratie (zoals klantmanagers, consulenten, medewerkers terugvordering en verhaal). Het gaat hierbij niet om de beleidsmedewerkers. Deze vult u in bij hoofdfunctie 6: Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening.
Welzijnsinstellingen (directie en personeel)
Alle formatie van de welzijnsinstellingen. Dat wil zeggen de directeur en al zijn medewerkers.
Wet milieubeheer
Hier vult u alleen de formatie in voor handhaving en toezicht. De formatie voor vergunningverlening neemt u hier niet op. Deze neemt u op bij onderdeel C.
3
Ingenieursbureau
Voorbereiding en aanbesteding infrastructurele werken en inrichting openbare ruimte. Toezicht op de uitvoering ervan (geen handhaving).
Bouw- en woningtoezicht Gebruiksvergunningen
Bij deze uitvoerende taken vult u de formatie in voor handhaving en toezicht. De formatie voor vergunningverlening neemt u hier niet op. Deze neemt u op bij onderdeel C.
Belastingen (OZB) Uitvoeren WOZ-taxaties
Het gaat hier uitsluitend om de formatie die gemoeid is met het uitvoeren van de WOZ-taxaties, niet om alle overige WOZ-taken (zoals het bijhouden van het bestand).
Aanslagoplegging en inning OZB
Formatie die zich bezighoudt met de aanslagoplegging en inning van de OZB.
Afhandeling beroep en bezwaar OZB
Formatie die zich bezighoudt met de afhandeling van beroep en bezwaar in het kader van de OZB.
Uitvoerende taken van de Facilitaire Dienst Postverzorging, drukkerij, repro (inclusief postregistratie)
De formatie die zich bezighoudt met de uitvoering van deze taken neemt u hier op. De formatie van de overige facilitaire taken neemt u op bij het onderdeel acilitaire bij de overhead. De formatie die u hier invult, betreft de formatie die zich bezighoudt met deze taken binnen het gemeentehuis/gemeentekantoor (niet daarbuiten).
Archief/documentaire informatievoorziening
~
{
}
Receptie, telefooncentrale Gebouwbeheer, schoonmaak Restauratieve voorzieningen Beveiliging/bodes
De formatie die zich bezighoudt met het beheer van het wagenpark en de gemeentewerf deelt u naar rato toe aan de uitvoerende taken: uitvoering wegbeheer en -onderhoud, uitvoering straatreiniging en uitvoering groenvoorziening. C.
Vragen over de formatie per functie
Raadsgriffier en (bestuurs)ondersteuning Raadsgriffier en (bestuurs)ondersteuning
Toelichting
Raadsgriffier
Uitsluitend de formatie van de raadsgriffier.
Ondersteuning raadsgriffier, raad en rekenkamer(functie) (functie 006)
De formatie van de ondersteuning van de griffie, raad en rekenkamerfunctie (functie 006).
Overige belastingen (niet-OZB) Overige belastingen (exclusief de taken die onder vraag B.9 zijn genoemd)
De formatie voor alle belastingen, exclusief de formatie voor uitvoerende taken die bij vraag B.9 is opgenomen. Het betreft onder andere parkeerbelasting, hondenbelasting, precario, rioolheffing, afvalstoffenheffing en toeristenbelasting. De deurwaarder in dienst van de gemeente valt hier ook onder. Ook de formatie voor beleidsmatige taken op het gebied van belastingen neemt u hier op.
4
Overhead Vul bij dit onderdeel alle formatie van zowel de centrale als de decentrale overheadafdelingen in. Onder decentrale overhead verstaan wij de staffuncties in de diensten of sectoren. Het afdelingssecretariaat van een bepaalde overheadfunctie telt u mee bij de betreffende afdeling. De formatie van een stafdirecteur/directeur middelen verdeelt u naar rato van het aantal fte's over de overheadafdelingen. Overhead (centraal en decentraal!)
Toelichting
Gemeentesecretaris/directie
Uitsluitend de formatie van de gemeentesecretaris en de directie. Niet de formatie van hun secretariaat. Dit valt onder bestuurszaken en bestuursondersteuning.
Lijnmanagement
Onder lijnmanagement verstaan wij alle functionarissen met als hoofdtaak een rol als leidinggevende te vervullen in de lijn van de organisatie. Zij hebben een hiërarchische verantwoordelijkheid. Indicatoren daarvoor zijn het houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken of deelname aan MT. Coördinatoren, projectleiders, opzichters en meewerkend voormannen rekenen wij niet tot het lijnmanagement. Het is daarbij niet de bedoeling dat u managers opknipt in managementtaken en taken die tot het primaire proces behoren. Functionarissen die aan bovenstaande definitie voldoen, rekent u volledig tot het management. Wanneer een lijnmanager behorend tot de derde laag een substantieel deel van zijn/haar tijd aantoonbaar productieve uren maakt, deelt u deze tijd toe aan het primair proces. Productieve uren blijken uit de begroting/realisatie of zijn bijvoorbeeld vastgelegd in een target. Leidinggevenden van overheadafdelingen (stafhoofden) dienen te worden toegerekend aan de desbetreffende afdelingen.
Personeel en Organisatie
Hoofd, beleidsmedewerkers Personeel en Organisatie (incl. intern organisatieadvies), personeelsconsulenten, HRM-adviseurs, medewerkers personeelsadministratie (incl. functioneel applicatiebeheer), arbocoördinatie/BHV-coördinatie, interne opleidingen, loopbaanadvies, P&O-secretariaten (inclusief ORondersteuning, niet tijdsbesteding OR-leden).
Informatisering en Automatisering
Hoofd, beleidsmedewerkers Informatisering en Automatisering, systeem- en netwerkbeheer (incl. technisch beheer internet/intranet niet de inhoud), werkplekondersteuning, helpdesk, technisch applicatiebeheer (niet functioneel applicatiebeheer), applicatieontwikkeling, ICT-projectmanagement, I&A-secretariaten. Ten aanzien van applicatiebeheer hanteren wij de volgende scheidslijn: technisch en algemeen applicatiebeheer is wel overhead; functioneel applicatiebeheer ten behoeve van specifieke producten die worden gebruikt in het primair proces is geen overhead. Applicatiebeheer ten behoeve van specifieke producten die worden gebruikt in één van de overheadafdelingen, rekenen wij tot die overheadafdeling. Technisch en algemeen applicatiebeheer: het gaat hier om het technisch goed laten functioneren van de software. Functioneel applicatiebeheer: het gaat hier om het helpen van gebruikers bij het werken met de software. Dit betreft het applicatiebeheer ten behoeve van specifieke producten.
5
Overhead (centraal en decentraal!)
Toelichting
Informatisering en Automatisering (vervolg)
Medewerkers internet/intranet: het gaat hier om de medewerkers die zich bezighouden met het technisch beheer en onderhoud van de internetsite en het intranet. Het gaat daarbij niet om de inhoud van de site. De inhoud valt onder Communicatie en Kwaliteitszorg .
Financiën en Control (incl. F&C-taken van decentrale bedrijfsbureaus)
Hoofd, controllers, beleidsmedewerkers Financiën en Control, planning en control (ook projectcontrol), rapportage en analyse, AO/IC, interne accountantsdienst/ EDP-audit, salarisadministratie, administratie (financiële administratie/projectadministratie), treasury/verzekeringen, formatie voor rechtmatigheidsonderzoek, btw-compensatiefonds, Walvis, F&C-secretariaten.
Juridische Zaken
Hoofd, juridisch medewerkers, secretariaat juridische afdeling(en). Uitsluitend juridische zaken die niet direct aan een product zijn te relateren. Concreet betekent dit dat het veelal alleen gaat om de centrale juridische staf. Beroep en bezwaar rekenen wij hier niet toe. De ondersteuning van de Commissie Beroep en Bezwaar valt hier wel onder.
Bestuurszaken en bestuursondersteuning
Hoofd, bestuursondersteuning college van B&W en directie, bestuurlijke samenwerking, beleidscoördinatie, voorbereiding overleggen/commissies gemeentetop, secretariaat bestuur/ bestuurszaken, internationale samenwerking. Ook de formatie voor een afdeling Onderzoek en Statistiek neemt u hier op.
Communicatie en Kwaliteitszorg
Hoofd, interne communicatie (personeelsblad), externe communicatie, beantwoorden publieksvragen, beheer internet en intranet (de inhoud, niet de techniek), medewerkers Kwaliteitszorg (centrale systeem- en kwaliteitsaudits), secretariaat communicatieafdelingen en afdelingen Kwaliteitszorg.
Facilitaire Dienst (exclusief de taken die onder vraag B.9 zijn genoemd)
Hoofd, magazijnbeheer (voor kantoorpanden), beleidsmatige taken, secretariaten facilitaire afdelingen, centrale inkoop (kantoorbenodigdheden en centrale inkoopfunctie/aanbesteding, exclusief inkoop in het primair proces).
Alle secretariaten in het primaire proces
Alle secretariaten in de diensten en sectoren, evenals de afdelingen Tekstverwerking. Niet: de secretariaten van de overheadafdelingen (anders ontstaat een dubbeltelling).
Hoofdfuncties en functies (productgroepen) Deze indeling is gebaseerd op het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De functionele indeling hanteren wij hierbij als uitgangspunt. 0
Algemeen bestuur
Toelichting
001 Bestuursorganen
Hier geen fte's invullen.
002 Bestuursondersteuning college van burgemeester en wethouders
Hier geen fte's invullen.
003 Burgerzaken
Burgerlijke stand, bevolkingsregistratie, rijbewijzen, reisdocumenten, verkiezingen, referenda, huisnummering, straatnaamgeving, kadastrale informatie. Dus niet de hele publieksbalie of KCC. Deze formatie wordt verdeeld over de functies waar dit betrekking op heeft, bijvoorbeeld WMO (622) en bouwvergunningen (823).
004 Baten secretieleges burgerzaken
Hier geen fte's invullen.
005 Bestuurlijke samenwerking
Hier geen fte's invullen.
006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie)
Hier geen fte's invullen. De formatie die zich hiermee bezighoudt, vult u in bij het onderdeel raadsgriffier en (bestuurs)ondersteuning.
6
1
Openbare orde en veiligheid
120 Brandweer en rampenbestrijding
Toelichting Beleidsmatige taken van uw gemeente op het terrein van gemeentelijke en regionale brandweer, rampenbestrijding, rampenplan, voorlichting publiek.
140 Overige beschermende maatregelen Beleidsmatige taken van uw gemeente m.b.t. politie, stadswacht, criminaliteitspreventie, explosieven (ruiming of opsporing), reddingwezen, MKZ, BSE, dierenbescherming, vervoer gevaarlijke stoffen, Wet wapens en munitie, bureau Halt, gevonden voorwerpen, toezicht op collecten, doodschouw. Taken op het gebied van APV (inclusief vergunningverlening). Handhaving APV neemt u hier niet op, maar bij onderdeel B (uitvoerende taken). Het gaat hierbij niet om stadswacht en toezicht openbare ruimte. Deze vult u in bij onderdeel B (uitvoerende taken).
2
Verkeer, vervoer en waterstaat
Toelichting
210 Wegen, straten en pleinen
Beleidsmatige taken op het gebied van het beheer en onderhoud door uw gemeente van wegen, straten en pleinen, bruggen, spoorwegovergangen, voorzieningen voor het openbaar vervoer, de openbare verlichting, straatreiniging, gladheidbestrijding, openbare klokken, taxistandplaatsen, wachtgelegenheden voor openbaar vervoer (abri's), kwaliteitsbeoordeling van het wegennet en registratie van openbare wegen buiten de bebouwde kom.
211 Verkeersmaatregelen te land
Het opstellen van verkeersplannen (zoals voor verkeerscirculatie), verkeersregelingen (verkeerslichten, -zuilen, -borden, plaatsnaamborden en dergelijke), verkeersmaatregelen (voorlichting, verkeersonderricht, verkeersonderzoek, etc.), verkeerstellingen en verkeersvergunningen.
212 Openbaar vervoer
Beleidsmatige taken op het gebied van openbaar vervoer, zoals bus, tram, metro en taxivervoer.
214 Parkeren
Beleidsmatige taken op het terrein van parkeervoorzieningen (open en besloten parkeervoorzieningen, parkeerpolitie, parkeermeters). Ook vergunningverlening.
215 Baten parkeerbelasting
Hier geen fte's invullen. De formatie die zich hiermee bezighoudt, vult u in bij de functie verige belastingen (bovenaan onderdeel C van de vragenlijst).
x
220 Zeehavens
Beleidsmatige taken van uw gemeente op het terrein van zeehavens (o.a. vaarwegen, verkeersmaatregelen voor op het water, loodsdiensten, beschikbaarheid radarinstallaties en radardiensten).
221 Binnenhavens en waterwegen
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende binnenhavens en waterwegen, met uitzondering van binnenhavens die hoofdzakelijk het karakter hebben van jachthavens (zie hiervoor functie 560). Het gaat hierbij onder andere om vaarwegen en loodsdiensten.
223 Veerdiensten
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende de gemeentelijke veerdiensten en particuliere overzetveren.
230 Luchtvaart
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende luchtvaartterreinen en inkomensoverdracht aan luchtvaartinstellingen. Niet: vliegvelden die uitsluitend bestemd zijn voor het sportvliegen (zie hiervoor functie 560).
7
2
Verkeer, vervoer en waterstaat
Toelichting
240 Waterkering, afwatering en landaanwinning
Beleidsmatige taken van uw gemeente op dit terrein (bijvoorbeeld opstellen waterbeleidsplan). Waaronder: zeedijken, dijkwachten, zorg voor afwatering (o.a. met behulp van waterlozingen, watergemalen, afwateringssluizen), landaanwinningswerken, sloten, beschoeiingen.
3
Toelichting
Economische zaken
310 Handel en ambacht
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende straatmarkten, accommodaties voor handel en ambacht (veilingen, winkels, hotels, bedrijfspanden), beurzen, winkelweken, steun aan bedrijven en fondsen voor de middenstand. Niet de marktmeesters; deze vult u in bij de uitvoerende taken.
320 Industrie
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende industrieterreinen, gebouwen, industriële activiteiten en overige industriële aangelegenheden. Het gaat hier ook om winning van zand en grind door gemeente, industriebanken, deelnemingen in industriële ondernemingen.
330 Nutsbedrijven
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende nutsbedrijven, zoals elektriciteits-, gas-, drinkwater- en warmtevoorziening, centraleantennebedrijven.
340 Agrarische productie en ontginning
Beleidsmatige taken van uw gemeente op het gebied van gemeentelijke agrarische bedrijven of door de gemeente gesubsidieerde agrarische bedrijven. Waaronder: gemeentelijk landbouwbedrijf, tuinbouwcentrum, bosbedrijf, proeftuinen, bijenteelt, gemeentelijke ontginningswerken.
341 Overige agrarische zaken, jacht en visserij
Beleidsmatige taken van uw gemeente op het gebied van jacht, visserij en agrarische zaken, zoals borgstellingfondsen voor tuinbouw, bestrijding plantenziekten, insecten, land- en tuinbouwvoorlichting, veterinair toezicht, slachthuizen, afvoer kadavers, tentoonstellingen, financiering vissersvloot, verbetering van de visstand.
4
Onderwijs
Toelichting
4xx
Regulier onderwijs
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende primair (inclusief speciaal), voortgezet, beroeps- en hoger onderwijs. Inclusief leerlingenvervoer, leerplichttaken en huisvestingstaken.
482
Volwasseneneducatie
Beleidsmatige taken van uw gemeente voor vormen van onderwijs die bestemd zijn voor personen waarvoor het volgen van onderwijs niet de hoofdactiviteit is. Waaronder educatie en alfabetiseringsonderwijs, deeltijd voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, deeltijd voorbereidend beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs (leerlingwezen), vormingsonderwijs aan vormingsinstituten (voor jeugdigen en jong volwassenen); enzovoorts.
8
5
Cultuur en recreatie
Toelichting
510
Openbaar bibliotheekwerk
Beleidsmatige taken van uw gemeente op dit terrein. Waaronder: openbare bibliotheken, leeszalen, discotheek (de muziekverzameling), filmotheek en fonotheek.
511
Vormings- en ontwikkelingswerk
Beleidsmatige taken van uw gemeente op dit terrein. Waaronder: kunstzinnig vorming, muziek- en dansscholen, bewustwordingsprojecten derde wereld, dodenherdenking en gesprekscentra.
530
Sport
Beleidsmatige taken van uw gemeente op dit terrein. Waaronder: sportbevordering, sportverenigingen, sportmanifestaties, schoolsportdagen, accommodaties voor sportbeoefening, recreatieve sportbeoefening.
531
Groene sportvelden en terreinen
Beleidsmatige taken die verband houden met (kunst)grasvelden, inclusief gebouwen zoals kleedkamers of de kantine die uitsluitend ten dienste staan van het gebruik van deze sportterreinen. Niet: groene sportvelden en -terreinen bij scholen (valt onder functie 4xx).
540
Kunst
Beleidsmatige taken van uw gemeente op dit terrein. Waaronder: subsidiëring voorzieningen (zoals schouwburgen en openluchtpodia) en gezelschappen, kunstbeoefening, kunstbevordering, podiumkunsten, tentoonstellingen op het gebied van kunst.
541
Oudheidkunde/musea
Beleidsmatige taken van uw gemeente op het gebied van het verzamelen, conserveren, systematisch rangschikken en voor ieder toegankelijk maken van uitingsvormen van culturele of natuurlijke oorsprong. Waaronder gemeentelijke monumenten, musea, expositieruimten, historische gebouwen, archiefbewaarplaatsen, heemkunde.
550
Natuurbescherming
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende natuur- en landschapsbescherming, zoals natuurreservaten, bossen, boomplantdagen, natuurwachten.
560
Openbaar groen en openluchtrecreatie
Beleidsmatige taken van uw gemeente op het gebied van openbaar groen en openluchtreactie, zoals plantsoenen, parken, recreatievoorzieningen, kinderboerderijen, dierentuinen, jachthavens, recreatiestranden, visvijvers, kampeerterreinen, bevordering toerisme, volksfeesten, VVV, evenementen.
580
Overige recreatieve voorzieningen
Beleidsmatige taken van uw gemeente op dit terrein. Waaronder: speeltuinen, trapveldjes, plaatselijke en regionale media, subsidiëring hobbyclubs en gezelligheidsverenigingen, beheer van congresgebouw en andere accommodaties.
9
6
Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening
Toelichting
610 t/m 614
Sociale voorzieningen
Het gaat hierbij om alle beleidsmatige taken op het gebied van: bijstandsverlening werkgelegenheid (bijvoorbeeld sociale werkvoorziening, werkgelegenheidsinitiatieven, werkgelegenheidsprojecten) inkomensvoorziening (bijvoorbeeld IOAZ) overige sociale zekerheidsregelingen (bijvoorbeeld eenmalige uitkeringen gebaseerd op de relevante socialezekerheidswetten en -regelingen) gemeentelijk minimabeleid (bijvoorbeeld bijzondere bijstand, kwijtschelding lokale belastingen). Het gaat hierbij om de formatie die zich met beleidsmatige taken bezighoudt. Het gaat hierbij niet om consulenten, administratief medewerkers en klantmanagers. Deze heeft u al bij onderdeel B (uitvoerende taken) opgenomen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de beleidsmedewerkers en adviseurs.
620
Maatschappelijke begeleiding en advies
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende het algemeen maatschappelijk werk, maatschappelijk werk gericht op specifieke groepen, indicatiecommissies, verslavingszorg, gezinsverzorging en maatschappelijke opvang (o.a. blijf-van-mijn-lijfhuizen), maatschappelijk advies en informatie.
621
Vreemdelingen
Beleidsmatige taken van uw gemeente op het gebied van integratie van etnische minderheden, Vreemdelingenwet, inburgering en integratie nieuwkomers (en oudkomers), opvang en zorg asielzoekers.
622
Huishoudelijke verzorging/WMObeleid
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende alle WMO-taken.
630
Sociaal-cultureel werk
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende sociaal-cultureel werk, buurt- en clubhuiswerk, samenlevingsopbouwwerk, (exploitatie van) gemeenschapshuizen en jeugd- en jongerenwerk (o.a. scouting).
641
Tehuizen
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende de huisvesting van specifieke doelgroepen, zoals tehuizen voor lichamelijk en/of zintuiglijk gehandicapten, tehuizen voor daklozen, bejaardenoorden, sociale kindertehuizen, internaten.
650
Kinderdagopvang
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende kinderdagopvang, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang.
651
Dagopvang gehandicapten
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende dagverblijven verstandelijk en/of lichamelijk gehandicapten.
652
Voorzieningen gehandicapten
Beleidsmatige taken op het gebied van voorzieningen voor gehandicapten, waaronder collectief vervoer, aanpassingen aan de woning, individuele vervoersvoorzieningen.
10
7
Volksgezondheid en milieu
Toelichting
711
Ambulancevervoer
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende de exploitatie van de gemeentelijke ambulancedienst/ziekenvervoer.
712
Verpleeginrichtingen
Beleidsmatige taken van uw gemeente met betrekking tot ziekenhuizen, sanatoria, verpleegtehuizen, revalidatiecentra, kraaminrichtingen, etc.
714
Openbare gezondheidszorg
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende de openbare gezondheidszorg volgens de Wpg (exclusief de jeugdgezondheidszorg), waaronder epidemiologie, preventieprogramma's, openbare geestelijke gezondheidszorg, gemeentelijke gezondheidsdiensten, subsidie EHBO.
715+ Jeugdgezondheidszorg, uniform en 716 maatwerkdeel
Beleidsmatige taken van uw gemeente met betrekking tot het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg, volgens de Wpg en het Besluit jeugdgezondheidszorg, waaronder monitoring en signalering ontwikkeling gezondheid jeugdigen, screeningen, vaccinaties, voorlichting, advies, zorgmaatregelen.
721
Afvalverwijdering en -verwerking
Beleidsmatige taken van uw gemeente op het terrein van vuilophaal en -afvoer en vuilverwerking (vuilophaal, reinigingsdienst, vuilverwerking).
722
Riolering en waterzuivering
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende riolen en rioolgemalen, bestrijding verontreiniging oppervlaktewater, rioolwaterzuivering en bestrijding oppervlaktewaterverontreiniging.
723
Milieubeheer
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende duurzaamheid, de kwaliteit van de bodem en de atmosfeer. Waaronder: beheersing geluidshinder, bodemonderzoek en ongediertebestrijding. Hier vult u ook de formatie in voor vergunningverlening inzake Wet milieubeheer.
724
Lijkbezorging
Beleidsmatige taken van uw gemeente op dit terrein. Waaronder: begraafplaatsen, crematoria en rouwkamers. Inclusief begraafplaatsadministratie.
725
Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing
Hier geen invullen. De formatie die zich hiermee bezighoudt, vult u in bij de functie overige belastingen (bovenaan onderdeel C van de vragenlijst).
726
Baten rioolrechten
Hier geen invullen. De formatie die zich hiermee bezighoudt, vult u in bij de functie overige belastingen (bovenaan onderdeel C van de vragenlijst).
8
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Toelichting
810
Ruimtelijke ordening
Structuur- en bestemmingsplannen, voor zover niet behorend tot bouwgrondexploitatie. Ook formatie voor de landmeter en planschade neemt u hier op.
820
Woningexploitatie/woningbouw
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende zorg voor volkshuisvesting. Dit omvat woningexploitatie, woningbouw door instellingen en personen, woningverbetering, besluit geldelijke steun volkshuisvesting.
821
Stads- en dorpsvernieuwing
Beleidsmatige taken van uw gemeente op het gebied van stads- en dorpsvernieuwing, Wet stedelijke vernieuwing, opstellen van plannen, algemene voorbereiding en bijdragen in bouwgrondexploitatie van stads- en dorpsvernieuwingcomplexen.
}
~
}
~
11
8
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Toelichting
822
Overige volkshuisvesting
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende bouw-, woningen welstandstoezicht, schoonheidscommissies, uitvoering van Woningwet en Huisvestingswet, doorstroming, brandpreventie woningen, woningtelling, vangnetregeling huursubsidie, huisuitzettingen, splitsingsvergunningen, woonruimteverdeling, woonschepen en woonhavens, woonwagens en woonwagencentra. Ook taken op het gebied van het verlenen van sloopvergunningen, aanlegvergunningen, woonvergunningen, etc.
823
Bouwvergunningen
Beleidsmatige taken van uw gemeente betreffende bouwvergunningen. Hier vult u ook de formatie in die zich bezighoudt met bouwvergunningverlening. De formatie voor bouw- en woningtoezicht vult u in bij onderdeel B (uitvoerende taken).
830
Bouwgrondexploitatie
Beleidsmatige taken van uw gemeente op dit terrein. Betreft activiteiten waarbij ruwe onbebouwde gronden of gronden die gesaneerd en gereconstrueerd moeten worden, worden omgevormd tot bouwterreinen. Waaronder: grondverwerving, bouwrijp maken, woonrijp maken, financiering en administratie bouwgrondexploitatie, opstellen structuur- en bestemmingsplannen betrekking hebbend op bouwgrondexploitatie, erfpacht. Ook de formatie voor een , de BAG (Basisadministratie Adressen en Gebouwen)informatie en GEO-informatie neemt u hier op.
x
{
|
~
|
Wijkcoördinatoren/buurtregisseurs De formatie van deze functies verdeelt u over de beleidsfuncties waar deze functies inhoudelijk bij betrokken zijn. Wabo De formatie die gerekend kan worden tot de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) verdeelt u naar rato over de BBV-taken waar deze formatie betrekking op heeft.
12
Optionele onderdelen D.
Vragen over de salarisopbouw van het ambtelijk apparaat (optioneel)
Doel van deze vraag is om de salarisopbouw van uw gemeente te vergelijken met die van andere gemeenten. Voor het onderzoek naar de omvang van het ambtelijk apparaat is het niet noodzakelijk dat u deze vraag invult. Het levert echter wel interessante vergelijkingsinformatie op. E.
Ziekteverzuim (optioneel)
Doel van deze vraag is om de ziekteverzuimgegevens van uw gemeente te vergelijken met die van andere gemeenten. Voor het onderzoek naar de omvang van het ambtelijk apparaat is het niet noodzakelijk dat u deze vraag invult. Het levert echter wel interessante vergelijkingsinformatie op. Verzuimbeheersing gaat vooral leven wanneer een sectorhoofd of manager als verantwoordelijke op de verzuimcijfers aangesproken kan worden. Daardoor krijgt deze persoon belang bij het terugdringen van het ziekteverzuim. Daartoe is het belangrijk om verzuimcijfers op afdelingsniveau te vergelijken met gemeenten in dezelfde grootteklasse. Zodra deze gegevens beschikbaar zijn, kan namelijk de vraag worden gesteld: d
m
n
gem
i
n
g
n
h
h
o
k
n
n
h
k
f
g
k
l
m
h
n
g
f
n
q
l
h
v
Wijkbeheer een verzuim van 11% heeft, terwijl dat bij andere
e
In de vragenlijst hebben we de functionele indeling volgens het Besluit begroting en verantwoording gehanteerd. Deze is echter niet bruikbaar bij het in kaart brengen van de ziekteverzuimgegevens. We kiezen er daarom voor een alternatieve indeling toe te passen om de vergelijking toch te kunnen maken. Wij zijn hierbij uitgegaan van afdelingen die vaak bij gemeenten voorkomen. Het in de vragenlijst gepresenteerde overzicht van afdelingen is daarom niet volledig, maar omvat bij de meeste gemeenten wel een belangrijk deel van de totale formatie. De definitie van ziekteverzuim is: gemiddeld percentage ziekteverzuim in 2012, inclusief langdurig verzuim, exclusief zwangerschapsverlof. De definitie van meldingsfrequentie is het gemiddeld aantal ziektemeldingen per medewerker per jaar in 2012. F.
Inhuur (optioneel)
Onder inhuur verstaan wij alle kosten van de uitvoering van een taak door derden, waarbij de aansturing van de medewerkers die de taak uitvoeren binnen de ambtelijke organisatie plaatsvindt. Bijvoorbeeld: de uitvoering van de taak door een interim-manager of een uitzendkracht. Het gaat derhalve om mensen die tijdelijk een plek innemen binnen de hiërarchie van de gemeentelijke organisatie. Daartoe rekenen wij dus niet de kosten van uitbesteding, aangezien bij uitbesteding de medewerkers die de taak uitvoeren niet worden aangestuurd binnen de gemeentelijke organisatie, maar op basis van een uitbestedingscontract (bijvoorbeeld de uitbesteding van het groenonderhoud).
13
Wij onderscheiden de volgende twee vormen van inhuur:
Inhuur op reguliere taken. Als gevolg van ziekte, zwangerschapsverlof, openstaande vacatures of tijdelijke toename van de vraag naar producten of diensten. Deze vorm van inhuur heeft met name betrekking op de inhuur van uitzendkrachten, gedetacheerden en interim-managers. U o
j
j
u
k
n
n
h
d
j
h
k
l
n
m
m
u
n
n
h
p
n
s
g
g
q
f
n
k
l
f
e
l
h
Inhuur bij extra taken/projecten. Specifieke projectkennis of vaardigheden zijn niet of onvoldoende beschikbaar binnen de eigen organisatie.
Het totaalbedrag van deze twee posten vult u in bij inhuur. U hoeft dit niet uit te splitsen. Dit blijkt voor veel gemeenten namelijk niet goed mogelijk te zijn. De uitkomsten beogen daarom ook slechts een indicatie te geven van de mate van inhuur. De volgende vorm van inhuur laten wij buiten beschouwing:
Specialistische inhuur/onderzoek. Inhuur van derden is noodzakelijk omdat specifieke kennis niet of onvoldoende beschikbaar is binnen de organisatie. Deze vorm van inhuur heeft vooral , zoals betrekking op de i een rapportage of een advies. h
o
j
j
u
g
h
g
f
l
n
j
u
n
h
m
h
j
q
k
g
h
k
n
j
q
k
g
g
k
l
t
n
n
k
g
q
n
n
h
d
s
u
m
f
j
k
e
Onder de bezettingsgraad verstaan wij de gemiddelde feitelijke bezetting (in fte) ten opzichte van de formatie volgens het formatieplan. Bereken het gemiddelde over 2012. G.
Outputindicatoren (optioneel)
De indeling van de lijst met outputindicatoren volgt de functionele BBV-indeling. De selectie bestaat uit die outputindicatoren die het meest van invloed zijn op de formatie per functie. In de notitie hebben wij aangegeven op welke wijze wij met deze indicatoren omgaan. Voor het onderzoek naar de omvang van het ambtelijk apparaat is het niet noodzakelijk dat u deze vraag invult. Het kan wel interessante vergelijkingsinformatie voor u opleveren.
14
Toelichting op de vragenlijst Verdieping Overhead (zie voor deelname het inschrijfformulier) Deze vragenlijst gaat dieper in op de specifieke functies en kosten per onderdeel van de overhead. Welke formatie? Het gaat ten aanzien van de formatie om alle centrale en decentrale formatie van de genoemde overheadfuncties, inclusief vacatures. Een toelichting op de overheadfuncties treft u aan op pagina 5 t/m 7 van de toelichting op de vragenlijst omvang ambtelijk apparaat. Aanvullend daarop is nog het volgende van belang: Welke loonkosten? Wij gaan uit van het feitelijk bruto jaarsalaris, inclusief alle toeslagen, zoals overwerk, bonussen, vakantiegeld, sociale lasten en pensioenpremies over het gehele jaar 2012. Niet: de zogenaamde zoals opleidingsbudgetten en kosten voor werving en selectie. d
m
n
u
l
v
n
s
n
u
m
h
n
q
n
q
g
k
n
h
e
Inhuur en uitbesteding Het gaat daarbij om alle kosten van inhuur en uitbesteding, met uitzondering van de kosten die worden gemaakt ter vervanging van personeel dat behoort tot de vaste formatie (anders ontstaat een dubbeltelling). Wel worden kosten voor het structureel inhuren van mensen meegenomen, evenals kosten van het door middel van uitbesteding opvangen van pieken. Kosten voor het vervangen van een zieke medewerker of de inhuurkosten voor iemand die tijdelijk een vacature vervult waarvoor wordt geworven, worden niet meegerekend. Automatiseringskosten Onder de automatiseringskosten verstaan wij de (afschrijvings)kosten van hard- en software, licenties en overige computerfaciliteiten, bijvoorbeeld datacommunicatie. Huisvestingskosten Onder huisvestingskosten verstaan wij de totale kosten voor huisvesting: afschrijvingen/huur, onderhoud gebouwen, kapitaallasten, wettelijke heffingen, energie en water, schoonmaak en verzekeringen. Het gaat om de huisvestingskosten van de gemeentekantoren (dus niet: de brandweerkazerne en gemeentewerf).
15
Bijlage C Resultaten van uw gemeente
48961
Benchmark Ambtelijk Apparaat 379
OVER-gemeenten
Legenda celkleuringen A -0,05
24.931
Aantal inwoners
B
Grootteklasse
128,07 48,46 79,61
Bruto omvang ambtelijk apparaat Formatie voor uitvoerende taken Netto omvang ambtelijk apparaat
15.000-30.000 inwoners 0,05 Fte per 1.000 inwoners 0,20 Gemiddeld Afwijking Uw in grootte% uw gemeente klasse gemeente 5,14 6,70 -23% 1,94 2,62 -26% 3,19 4,01 -20%
B -0,25
C -0,15
0,25 1,00
0,15 0,50
Kleiner dan gemiddeld Ongeveer gemiddeld Groter dan gemiddeld Veel groter dan gemiddeld
Kwartielscore
3,62
UITVOERENDE WERKZAAMHEDEN Verricht uw ambtelijk apparaat deze uitvoerende werkzaamheden ZELF?
Ja 1
Brandweer (preventie, preparatie, repressie) APV, Stadswacht / toezicht openbare ruimte Uitvoering wegbeheer/-onderhoud Uitvoering straatreiniging Uitvoering openbaar vervoer Beheer parkeergarages, -meters en -automaten Parkeertoezicht Beheer zee- en binnenhavens en waterwegen 3 Marktmeesters 4 Scholen (directie en personeel) Salarisadministratie onderwijspersoneel Onderhoud schoolgebouwen 5 Bibliotheken (directie en personeel) Beheer sportlocaties binnen Beheer sportlocaties buiten Beheer zwembaden Musea (directie en personeel) Beheer historisch/stadsarchief Beheer en onderhoud monumenten Muziekschool (directie en personeel) Theaters (directie en personeel) Beheer multifunctionele locaties Uitvoering groenvoorziening 6 Sociale dienst (alle uitvoerende taken) Kredietbank (directie/personeel)/schuldhulpverlening Reïntegratiebedrijf (directie en personeel) Sociale werkvoorz. (directie, ambtelijk personeel) Uitvoering sociale recherche UWV Werkbedrijf (gehele UWV-W) Centrum voor Jeugd en Gezin Uitvoering Wet Inburgering / Vreemdelingenwet Uitvoering Wet Maatschappelijke Ondersteuning Welzijnsinstellingen (directie en personeel) 7 Uitvoeren ambulancevervoer Uitvoeren basisgezondheidszorg Uitvoeren afvalinzameling en -verwerking Riolering en gemalen, uitvoerende taken Wet Milieubeheer Beheer begraafplaatsen 8 Ontwerpen ruimtelijke ordeningsplannen Ingenieursbureau Bouw en woningtoezicht Gebruiksvergunningen Belastingen (OZB): Uitvoeren woz-taxaties Aanslagoplegging en inning OZB Afhandeling beroep en bezwaar OZB Totaal OZB-inzet Uitvoerende taken Facilitaire dienst: Postverzorging, drukkerij, repro Archief / Documentaire Informatievoorziening Receptie, telefooncentrale Gebouwbeheer, schoonmaak Restauratieve voorzieningen Beveiliging/bodes Totaal uitvoerende taken Facilitaire dienst TOTAAL UITVOERENDE TAKEN 2
Dit document is niet bestemd voor externe publicatie!
Deels
Nee
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x x x
IDEM, voor de gemeenten in uw grootteklasse (percentuele verdeling)
Fte
Ja
Deels
Nee
14% 24% 21% 41% 0% 3% 31% 7% 76% 0% 0% 14% 0% 34% 17% 24% 3% 7% 3% 3% 3% 14% 14% 55% 7% 3% 0% 3% 3% 14% 21% 69% 0% 0% 0% 10% 21% 45% 38% 14% 14% 83% 34%
17% 62% 72% 31% 3% 10% 7% 7% 7% 10% 0% 34% 7% 28% 34% 10% 0% 7% 21% 3% 3% 10% 72% 7% 14% 3% 3% 3% 0% 21% 21% 14% 10% 0% 3% 45% 59% 31% 41% 34% 28% 14% 17%
69% 14% 7% 28% 97% 86% 62% 86% 17% 90% 100% 52% 93% 38% 48% 66% 97% 86% 76% 93% 93% 76% 14% 38% 79% 93% 97% 93% 97% 66% 59% 17% 90% 100% 97% 45% 21% 24% 21% 52% 59% 3% 48%
-
31% 66% 48%
21% 3% 14%
48% 31% 38%
1,42 6,38 2,00 0,34 0,58 1,04 11,76 48,46
62% 86% 93% 10% 25% 59%
31% 14% 7% 66% 21% 38%
7% 0% 0% 24% 54% 3%
24%
20%
56%
3,23 1,25 6,94 0,16 0,50 0,88 0,56 1,00 3,06 0,50 3,58 2,57 2,52 1,15 6,65 2,15 -
Fte per 1.000 inwoners indien ambtelijk apparaat de taak geheel zelf uitvoert Uw Gemiddeld Afwijking Absolute gemeente in grootte% uw afwijking klasse gemeente (fte's) 0,19 0% 0,08 0% 0,28 0,23 21% 1,2 0,10 0% 0% 0,01 0% 0,03 0% 0,00 0% 0,01 0% 0% 0% 0,05 0% 0% 0,12 0% 0,08 0% 0,33 0% 0,13 0% 0,00 0% 0,05 0% 0,51 0% 0,12 0% 0,07 0% 0,64 0% 0,37 0% 0,14 0% 0,09 0% 0% 0,05 0% 0,00 0% 0,02 0% 0,02 0,02 19% 0,1 0,14 0,22 -34% -1,8 0% 0% 0% 0,51 0% 0,10 0% 0,09 0% 0,10 0,10 0% 0,0 0,05 0,03 61% 0,4 0,27 0,32 -17% -1,3 0,10 0% 0,02 0% -
0,26 0,08 0,04
0,06 0,04 0,03
0% 0% 0%
0,09 0,20 0,09 0,12 0,05 0,09
0% 28% -9% 0% 0% -53%
1,4 -0,2
-1,2
1
Benchmark Ambtelijk Apparaat
Formatie in uw gemeente
Raadsgriffier en (bestuurs)ondersteuning Raadsgriffier (Bestuurs)ondersteuning griffier, raad en rekenkamer (006) Overige belastingen
Overhead (centraal en decentraal) Gemeentesecretaris/Directie, lijnmanagement Personeel en Organisatie (incl. P&O-secretariaten) Informatisering en Automatisering (incl. I&A-secretariaten) Financiën en control (incl. F&C taken binnen bedrijfsbureaus en secretariaat F&C) Juridische Zaken (incl. secretariaten van Jurische Zaken) Bestuurszaken en bestuursondersteuning (incl. secretariaten bz en bo) Communicatie en Kwaliteitszorg (incl. secretariaten van Communicatie en Kwaliteitszorg) Facilitaire dienst (incl. secretariaten Facilitaire Dienst), incl. uitvoerende taken Alle secretariaten in het 'primaire proces'
2,74
fte 1,52 1,22
-
Fte per 1.000 inwoners Gemiddeld Afwijking Uw in grootte% uw gemeente klasse gemeente 0,11 0,08 38% 0,06 0,04 51% 0,05 0,04 25% -
52,23 8,33 3,66 5,50 9,64 4,31 4,44 4,43 11,92 -
0,07
0%
Absolute afwijking (fte's) 0,8 0,5 0,2
A A A
-1,6
A
Percentage van het bruto ambtelijk apparaat Gemiddeld Afwijking Absolute Uw in grootte% uw afwijking gemeente klasse gemeente (fte's) 40,8% 34,1% 19,6% 8,5 6,5% 4,7% 38,6% 2,3 2,9% 2,7% 4,1% 0,1 4,3% 3,2% 35,4% 1,4 7,5% 6,9% 8,6% 0,8 3,4% 1,6% 112,4% 2,3 3,5% 2,4% 46,3% 1,4 3,5% 2,1% 62,0% 1,7 9,3% 9,2% 1,7% 0,2 0,0% 1,3% 0,0% -1,7
A A A A A A A A A
HOOFDTAKEN EN TAKEN 0 Algemeen bestuur 001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning 003 Burgerzaken
Formatie in uw gemeente
8,69
Fte per 1.000 inwoners Gemiddeld Afwijking Uw in grootte% uw gemeente klasse gemeente 0,35 0,29 21%
Absolute afwijking (fte's) 1,5
C
004 Baten secretarieleges burgerzaken 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) 1 Openbare orde en veiligheid 120 Brandweer en rampenbestrijding (beleid) 140 Openbare orde en veiligheid
3,00
2 210 211 212 214 215 220 221 223 230 240
Verkeer, vervoer en waterstaat Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen te land Openbaar vervoer Parkeren Baten parkeerbelasting Zeehavens Binnenhavens en waterwegen Veerdiensten Luchtvaart Waterkering, afwatering en landaanwinning
1,54
3 310 311 320 330 340 341
Economische zaken Handel en ambacht Baten marktgelden Industrie Nutsbedrijven Agrarische productie en ontginning Overige agrarische zaken, jacht en visserij
0,10
4 Onderwijs 4xx Regulier onderwijs 482 Volwasseneducatie
1,52
5 510 511 530 531 540 541 550 560 580
Cultuur en recreatie Openbaar bibliotheekwerk Vormings- en ontwikkelingswerk Sport Groene sportvelden en terreinen Kunst Oudheidkunde/musea Natuurbescherming Openbaar groen en openluchtrecreatie Overige recreatieve voorzieningen
2,43
Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Maatschappelijke begeleiding en advies Vreemdelingen Huishoudelijke verzorging (WMO) Sociaal cultureel werk Tehuizen Kinderdagopvang Dagopvang gehandicapten Voorzieningen gehandicapten
4,56
6 610 t/m 614 620 621 622 630 641 650 651 652 7 711 712 714 715+716 721
Volksgezondheid en milieu Ambulancevervoer Verpleeginrichtingen Openbare gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg (uniform en maatwerk deel) Afvalverwijdering en -verwerking 722 + 729 Rioleringzorg (riolering en waterzuivering, huishoudelijk/bedrijfsafvalwater, hemelwater, t/m 731 grondwater).
1,45
fte
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Ruimtelijke ordening Woningexploitatie / woningbouw Stads- en dorpsvernieuwing Overige volkshuisvesting Bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie
Dit document is niet bestemd voor externe publicatie!
13,11
0,12 0,04 0,08
0,11 0,04 0,08
7% 0% 11%
0,2 0,0 0,2
C B B
0,57 0,52 0,22 0,23 -
0,06 0,02 0,02 0,01 0,01 -
0,17 0,09 0,06 0,00 0,01 0,00 0,00 0,00 0,01
-63% -75% -62% 306% 20% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
-2,7 -1,7 -0,9 0,2 0,0 0,0 0,0 -0,0 -0,0 -0,0 -0,2
C B B B B B B B B B B
0,10 -
0,00 0,00 -
0,05 0,04 0,01 0,00 0,01 0,00
-93% -89% 0% 0% 0% 0% 0%
-1,3 -0,8 0,0 -0,1 -0,1 -0,2 -0,1
C B
1,52 -
0,06 0,06 -
0,09 0,08 0,01
-31% -27% 0%
-0,7 -0,6 -0,1
C B B
0,20 0,20 0,20 0,40 0,10 0,53 0,40 0,40
0,10 0,01 0,01 0,01 0,02 0,00 0,02 0,02 0,02
0,19 0,00 0,01 0,03 0,01 0,01 0,01 0,01 0,08 0,02
-50% 127% -8% -75% 0% 37% -69% 69% -80% -32%
-2,4 0,1 -0,0 -0,6 -0,2 0,1 -0,2 0,2 -1,6 -0,2
C B B B B B B B B B
1,53 0,40 0,10 0,76 0,60 0,50 0,33 0,34
0,18 0,06 0,02 0,00 0,03 0,02 0,02 0,01 0,01
0,23 0,05 0,03 0,00 0,06 0,06 0,00 0,01 0,00 0,01
-20% 20% -46% -20% -47% -61% 0% 71% 8498% 35%
-1,1 0,3 -0,3 -0,0 -0,7 -0,9 -0,0 0,2 0,3 0,1
C B B B B B B B B B
0,10 0,70 -
0,06 0,00 0,03 -
0,22 0,00 0,00 0,01 0,01 0,03
-74% 0% 0% -71% 229% 0%
-4,1 -0,0 -0,0 -0,2 0,5 -0,8
C B B B B B
fte
fte
fte
fte
fte
fte
723 Milieubeheer 724 Lijkbezorging 8 810 820 821 822 823 830
0,89 2,11
B B B B
0,35
0,01
0,07
-79%
-1,3
B
0,30 -
0,01 -
0,09 0,01
-87% 0%
-2,0 -0,2
B B
3,59 0,40 1,29 0,40 6,63 0,80
0,53 0,14 0,02 0,05 0,02 0,27 0,03
0,79 0,20 0,04 0,02 0,11 0,18 0,23
-33% -29% -57% 147% -86% 45% -86%
-6,5 -1,5 -0,5 0,8 -2,4 2,1 -4,9
C B B B B B B
fte
2
Benchmark Ambtelijk Apparaat OUTPUTINDICATOREN 0 Algemeen bestuur
Output per 1.000 inwoners
003 Burgerzaken Aantal verstrekte identiteitsbewijzen (paspoort, identiteitskaart, bijschrijving kinderen) in 2012 Aantal verstrekte rijbewijzen in 2012
Uw gemeente 229 76
1 Openbare orde en veiligheid 120 Brandweer en rampenbestrijding Oppervlakte land (ha) (bron: CBS 2013) Oppervlakte bebouwing kernen (bron: CBS 2013) Oppervlakte bebouwing buitengebied (bron: CBS 2013) Omgevingsadressendichtheid (bron: CBS 2013) Kernen aantal (bron: CBS 2013) Kernen > 500 adressen (bron: CBS 2013) Aantal uitrukken in 2012 (brandmeldingen, hulpverleningen, automatische brandmeldingen) Aantal vergunningsplichtige objecten (gebruiksvergunningen) per 1/1/2013 Aantal vrijwillige brandweerlieden per 1/1/2013 140 Overige beschermende maatregelen Aantal verleende APV-vergunningen in 2012
Gemiddeld Afwijking in grootte% uw klasse gemeente 217 6% B 114 -34% B
201 5,0 1,3 510 0,40 0,08 9,1 2,6 4,0
276 5,0 2,1 395 0,26 0,11 8,7 3,9 1,7
-27% 0% -40% 29% 55% -24% 6% -33% 139%
B B B
11,2
8,3
35%
B
27,9
31,9
-13%
B
45 384
9 13 51
395% 0% 657%
3 Economische zaken 310 Handel en ambacht Klantenpotentieel lokaal (bron: CBS 2013) Klantenpotentieel regionaal (bron: CBS 2013) Bedrijfsvestigingen (bron: CBS 2013)
569 59 61
875 332 60
-35% -82% 1%
4 Onderwijs 4xx Regulier onderwijs Leerlingen speciaal onderwijs (bron: CBS 2013) Leerlingen voortgezet onderwijs (bron: CBS 2013) Aantal aanvragen onderwijshuisvesting in 2012 Aantal beschikkingen leerlingenvervoer per 1/1/2013
0,4 5,6
10,6 25,8 0,4 6,2
0% 0% 11% -10%
B B
0,12
0,20
-38%
B
1,0
0,05 1,2
0% -13%
B B
2,8
1,8
52%
B
2,0
4,6
-57%
B
2,2 -
3,9 0,5
-44% 0%
B B
9,4 54,4 0,12
8,6 63,8 6,7 0,53
9% -15% 0% -77%
B B
104,9 29,5 8,7 0,5
108,4 22,9 24,5 3,3
-3% 29% -64% -86%
B B
30,9
22,2
39%
19,5
26,7
-27%
B
4,7 5,4 2,7
8,1 10,0 5,9
-42% -46% -55%
B B B
8,1 23,7
8,1 13,8
0% 72%
B B
2 Verkeer, vervoer en waterstaat 211 Verkeersmaatregelen te land Aantal verleende parkeervergunningen en -ontheffingen in 2012 221 Binnenhavens en waterwegen Oppervlakte binnenwater (ha) (bron: CBS 2013) Oppervlakte buitenwater (bron: CBS 2013) Oeverlengte (bron: CBS 2013)
5 Cultuur en recreatie 530 Sport Aantal binnensportaccommodaties (zoals sporthallen en gymlokalen) in gemeentelijk beheer per 1/1/2013 Aantal zwembaden in gemeentelijk beheer per 1/1/2013 Aantal verstrekte subsidies aan sportverenigingen in 2012 541 Oudheidkunde/musea Aantal rijksmonumenten per 1/1/2013 550 + 560 Natuurbescherming + Openbaar Groen en openluchtrecreatie Aantal hectare gras/bermen/gazons per 1/1/2013 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 610 Bijstandsverlening Aantal uitgestroomde bijstandsontvangers in 2012 Aantal lopende onderzoeken naar misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB per 1/1/2013 611 Werkgelegenheid Bijstandsontvangers (bron: CBS 2013) Uitkeringsontvangers (bron: CBS 2013) Aantal lopende reïntegratietrajecten per 1/1/2013 Aantal cliënten IOAW en IOAZ per 1/1/2013 614 Gemeentelijk minimabeleid Lage inkomens (bron: CBS 2013) Eenouderhuishoudens (bron: CBS 2013) Aantal aanvragen bijzondere bijstand plus ambtshalve toekenningen in 2012 Aantal cliënten schuldhulpverlening per 1/1/2013 621 Vreemdelingen Minderheden (bron: CBS 2013) 622 Huishoudelijke verzorging (WMO) Aantal WMO-clienten per 1/1/2013 652 Voorzieningen gehandicapten Aantal aanvragen woonvoorzieningen in 2012 Aantal aanvragen vervoersvoorzieningen in 2012 Aantal aanvragen rolstoelvoorzieningen in 2012 7 Volksgezondheid en milieu 722 Riolering en waterzuivering Aantal km riool (vrijverval, persleiding en drukriolering) per 1/1/2013 Aantal pompen/gemalen per 1/1/2013 723 Milieubeheer Aantal afgehandelde milieuklachten (op het gebied van stank, geluid, stof, visuele hinder, bedrijfsafval, bodem- en waterverontreiniging, overig) in 2012 Aantal verleende milieuvergunningen in 2012 724 Lijkbezorging Aantal begrafenissen/crematies in eigen gemeente in 2012 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 810 Ruimtelijke ordening Aantal structuurplannen in ontwikkeling per 1/1/2013 Aantal bestemmingsplannen in ontwikkeling per 1/1/2013 Aantal verzoeken om planschade in 2012 820 Woningexploitatie/woningbouw (uitvoering) Aantal in aanbouw genomen woningen in 2012 822+823 Overige volkshuisvesting + Bouwvergunningen Woonruimten (bron: CBS 2013) Aantal verleende welstandsadviezen in 2012 9 Financiering en alg. dekkingsmiddelen 930 Uitvoering wet WOZ Aantal woz-beschikkingen in 2012 Wozwaarde niet woningen (mln) (bron: CBS 2013) Leeftijdsopbouw Jongeren (20-) (bron: CBS 2013) Ouderen (65+) (bron: CBS 2013) Ouderen (75-85) (bron: CBS 2013)
Dit document is niet bestemd voor externe publicatie!
3,4
1,9
78%
B
0,48
0,42
13%
B
4,4
4,4
0%
B
0,08 0,96 0,48
0,07 0,64 0,43
12% 50% 13%
B B
2,7
2,6
2%
B
434 5,9
455 10,0
-5% -41%
B
475 16,0
5% -31%
241 171 57
-1% 9% 0%
501 10,9
239 187 57
B
3
Benchmark Ambtelijk Apparaat
FUNCTIONELE SALARISSCHALEN
Salarisschaal 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 10A 11 11A 12 13 14 15 16 17 18 TOTAAL
Gemiddelde Functionele Functionele Absolute Functionele Afwijking schaal uw schaal in gemeente schaal grootteklasse uw gemeente fte in % in % % 0,0% 0,3% -0,3% 0,0% 0,1% -0,1% 0,0% 0,7% -0,7% 0,0% 5,4% -5,4% 1,00 0,8% 11,4% -10,6% 24,46 19,1% 9,0% 10,1% 17,53 13,7% 11,3% 2,4% 16,05 12,5% 14,2% -1,6% 5,56 4,3% 15,6% -11,2% 42,67 33,3% 14,9% 18,4% 0,0% 4,5% -4,5% 10,12 7,9% 5,8% 2,1% 0,0% 0,8% -0,8% 2,08 1,6% 3,9% -2,3% 6,60 5,2% 1,4% 3,8% 0,0% 0,8% -0,8% 2,00 1,6% 0,1% 1,5% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 128,07 100,0% 100,0% 0,0%
B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B
Gemiddelde Feitelijke Absolute Afwijking schaal in grootteklasse uw gemeente in % % 0,2% -0,2% 0,1% -0,1% 0,7% -0,7% 4,2% -4,2% 10,4% -9,6% 8,7% 10,4% 10,9% 2,8% 14,2% -1,7% 15,2% -10,9% 14,9% 17,6% 4,7% -3,9% 6,9% 1,0% 1,0% -1,0% 4,3% -2,7% 2,4% 2,8% 0,9% -0,9% 0,2% 1,3% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 100,0% 0,0%
B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B
FEITELIJKE SALARISSCHALEN Feitelijke schaal uw gemeente fte 1,00 24,46 17,53 16,05 5,56 41,67 1,00 10,12 2,08 6,60 2,00 128,07
Salarisschaal 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 10A 11 11A 12 13 14 15 16 17 18 TOTAAL
Feitelijke schaal in % 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,8% 19,1% 13,7% 12,5% 4,3% 32,5% 0,8% 7,9% 0,0% 1,6% 5,2% 0,0% 1,6% 0,0% 0,0% 0,0% 100,0%
Functionele schalen 35% 30% 25% 20%
15% 10% 5%
0% 1
2
3
4
5
6
7
8
9
Uw gemeente
10 10A 11 11A 12 13
14 15
16 17
18
16 17
18
Gemiddeld in grootteklasse
Feitelijke schalen 35% 30% 25% 20%
15% 10% 5%
0% 1
2
3
4
5
6
7
8
Uw gemeente
9
10 10A 11 11A 12 13
14 15
Gemiddeld in grootteklasse
ZIEKTEVERZUIM Gemiddeld Afwijking in grootte% uw klasse gemeente 5,1% 68% 1,46 -43%
Uw gemeente 8,6% 0,84
Verzuimpercentage (gehele organisatie) Meldingsfrequentie (gehele organisatie)
Verzuimpercentage (gehele organisatie
Meldingsfrequentie (gehele organisatie)
Ä
1,80 1,60 1,40 1,20 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0,00
9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%
Uw gemeente
Gemiddeld in grootteklasse
Uw gemeente
Gemiddeld Uw
in grootte-
Afwijking
gemeente
klasse
in (%)
¥
¥
³
¡
¦
¥
§
§
¨
¥
©
ª
«
¥
¡
¬
¥
¬
¡
¥
¡
´
¥
«
¬
¡
¥
®
¯
°
±
³
¡
¬
ª
¬
¥
¡
¼
¥
²
µ
¬
¥
¶
¶
À
¬
¡
À
º
Á
¥
µ
´
¨
Â
¿
º
Á
Ã
¶
²
¸
¥
¥
¡
³
µ
·
¡
¨
¡
¹
ª
¡
¥
¨
¥
º
³
¶
¶
¡
¡
¦
§
§
¨
¡
Dit document is niet bestemd voor externe publicatie!
µ
»
¥
¶
µ
¥
¼
¡
²
¥
´
³
µ
µ
55
µ
µ
¨
¥
¼
¡
¡
µ
¡
µ
¥
½
¥
¥
¡
µ
¡
£
¢
6
¥
afwijking
154.992
¥
Absolute
Uw gemeente Inhuurkosten
²
Gemiddeld in grootteklasse
Per inwoner
INHUUR
¤
Percentage verzuim Uw gemeente 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
¥
¾
¥
¥
¨
½
¥
¥
¨
¾
-89% ¥
¨
¥
¡
¥
¨
¬
¥
²
¥
¡
¬
¨
¥
²
¨
ª
-1.217.245 ¸
µ
«
¬
¿
¿
¸
minder
¥
¥
¨
¡
¹
ª
¡
¨
º
®
¯
°
±
¸
ª
4
Bijlage D Toedeling vacatures in benchmark
48961
Vacatureoverzicht Het aantal vacatures op de peildatum in de OVER-gemeenten betreft 5,11 fte. In de benchmark zijn de vacatures conform onze definitie toebedeeld aan de functies/taken waar de vacatures oorspronkelijk zijn ontstaan. Binnen de OVER-gemeenten wordt ten aanzien van vacatures een ander beleid gehanteerd. Er wordt per vacature gekeken waar op dat moment binnen de organisatie prioriteiten liggen om vacatures in te vullen. De gelden worden als het ware gebruikt voor een flexibele invulling (schil). Momenteel zijn een aantal van onderstaande vacatures niet Å
Æ
Æ
Å
Ç
È
É
Ê
È
Ë
Ì
Í
Ê
Ì
Î
Ï
È
Ð
Ñ
Ë
Å
È
Î
Ò
Ì
Ó
Ó
È
Î
Å
È
Ï
È
Ë
Å
È
Î
Ì
Î
È
È
Î
Ô
É
Ï
Æ
Î
Ì
Õ
Æ
Ó
Ì
È
Ö
É
È
Å
È
×
Ð
Æ
Ø
Æ
Ó
Ñ
É
È
Ù
Ô
Ó
Ú
Û
De vacatures zijn in de benchmark als volgt toebedeeld: ·
0,34 fte aan de overheadcategorie: Communicatie en kwaliteitszorg.
·
0,06 fte aan de uitvoerende taak: Beheer multifunctionele locaties.
·
0,50 fte aan de uitvoerende taak: Ingenieursbureau
·
0,44 fte aan de overheadcategorie: Bestuurszaken en Bestuursondersteuning
·
1,0 fte aan de BBV-functie 810: Ruimtelijke ordening
·
1,0 fte aan de uitvoerende taken van de Facilitaire dienst, verdeeld over postverzorging, repro, drukkerij, bodes, schoonmaak
·
0,33 fte aan de overheadcategorie: Communicatie en Kwaliteitszorg
·
0,11 fte aan de BBV-functie 140: Openbare orde en veiligheid
·
0,23 fte, waarvan 0,13 fte aan BBV-functie 821: Stads- en dorpsvernieuwing en 0,10 fte aan BBV-functie 610 t/m 614 + 623: Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening.
·
0,5 fte aan de uitvoerende taak van de Facilitaire dienst: Receptie/telefooncentrale
48961
Bijlage E Begrotingsanalyse Oostzaan
48961
Oostzaan
346
Legenda celkleuringen
Aantal inwoners Grootteklasse
BEGROTINGSCIJFERS (Bron: CBS) HOOFDTAKEN EN TAKEN 0 Algemeen bestuur 1 Openbare orde en veiligheid 2 Verkeer, vervoer en waterstaat 3 Economische zaken 4 Onderwijs
Ü
Ý
Cluster: Kunst en ontspanning Openbaar bibliotheekwerk Vormings- en ontwikkelingswerk Sport Kunst Overige recreatieve voorzieningen
ï
â
æ
ç
Ý
ß
ê
ï
ä
è
é
ê
ë
ì
í
í
í
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ï
Cluster: Werk en inkomen 610 Bijstandsverlening en inkomensvoorz. 611 Werkgelegenheid
ê
613 Overige sociale zekerheidsregelingen
ê
ê
758
ï
ê
ï
ê
2.904 2.872 32 761 456 305 -
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
760 760 -
ï
1.651 215 67 1.250 119
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
609 122 374 113 -
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
66
ê
ê
172
ï
2
ï
83
ï
ê
ï
ê
721 456 265 -
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
758 758 -
ï
1.014 215 67 619 113
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
377 119 325 113 180-
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
66
ê
ê
ê
ï
ê
83 50 33 -
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
83 83 -
ï
181 24 7 137 13
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ï
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
7
ê
ê
ê
5% -40% 1%
-34% -37% -4%
Saldo (lasten minus baten) per inwoner Gemiddeld Afwijking Uw in grootte% uw gemeente klasse gemeente 336 239 40% ï
ï
ï
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
-44% -44% 0%
ï
78% 9% 0% -84% 1707% -30%
ï
-67% 0%
0
0%
20
-64%
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ê
4-
ï
-23%
-19%
215
283
-24%
65
-69%
63
-18%
88 64 24
-53% -35% 0%
35 47 13-
-63% -37% -35%
ï
ï
ï
ê
ê
ï
ê
ê
281 278 4
ï
79 50 29 -
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
83 83 -
ï
111 24 7 68 12
ï
41 13 36 12 20-
10
ê
6%
197
45 28
ê
162
ï
172 101 53 18 -
ê
-17%
160
13 30 17-
ê
ï
96
-21%
42 42 -
ê
ï
106
51
ï
ï
ï
20
ï
149 149 0
-
83
ï
-19% -37% 55% 0%
129
5-
ï
ï
-56% -46%
172
ï
168% 205% -78%
315 166
79
ï
ï
0% 0% 0% -46% -14% 0% -54% -19% 0%
ï
ï
0% -29% 250% 0% 0% 0% 468% 0% 0%
123 16 4 89 15 0
ê
-44%
Kleiner dan gemiddeld Ongeveer gemiddeld Groter dan gemiddeld Veel groter dan gemiddeld
173 143 15 2 3 3 1 6
15 15
ê
-87%
-53% -36% 0%
102 22 7 47 8 18
ê
-1%
89 65 24
103 79 22 3
ê
-19%
-70%
119 103 16
ê
Afwijking % uw gemeente 51%
315
53 48 5
ê
43
ê
-
289
ê
139 89
ê
574
ï
ï
67 13 41 12 -
224
ï
318 314 4
-
149
ï
ï
172 101 54 18 -
ê
17
ï
342
35 30 5
ê
174
ï
ï
42 42 -
ê
103
ï
235
93
ï
ï
ï
292
ï
ï
93
ê
-
83
ï
2.572 2.540 32
413 254
ê
ï
ï
ï
1.573 924 488 161 -
ê
ï
1.965
116 274 158-
ê
Lasten per inwoner Gemiddeld Uw in groottegemeente klasse 394 261
ï
380 380 -
ê
î
1.458
469
ï
0,15 0,50
ï
185
ï
ï
392
ê
612 Inkomensvoorziening
50-
ï
3.127
1.274 816
ê
1.573
ï
ï
1.576 924 491 161 -
ê
721
ï
2.147
316 274 42
ê
ï
ï
380 380 -
ê
Cluster: Groen Groene sportvelden en terreinen Natuurbescherming Openbaar groen en openluchtrecreatie Lijkbezorging Baten begraafplaatsrechten
614 Gemeentelijk minimabeleid
å
850
Cluster: Oudheid 541 Oudheidkunde/musea
531 550 560 724 732
ä
2.667
ï
Cluster: Openbare orde en veiligheid 120 Brandweer en rampenbestrijding (beleid) 140 Openbare orde en veiligheid 160 Opsporing en ruiming conv. Explosieven
510 511 530 540 580
Þ
760
ï
ï
Cluster: Educatie 4xx Regulier onderwijs 482 Volwasseneducatie
ã
20
ï
Cluster: Overige/ algemene ondersteuning 002 Bestuursondersteuning 005 Bestuurlijke samenwerking
Cluster: Wegen en water Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen te land Openbaar vervoer Parkeren Baten parkeerbelasting Binnenhavens en waterwegen Veerdiensten Waterkering, afwatering en landaanwinning
â
1.576
ï
ï
210 211 212 214 215 221 223 240
á
761
ï
6 Sociale voorzieningen en maatsch. dienstverl.
Cluster: Bevolkingszaken 003 Burgerzaken 004 Baten secretarieleges burgerzaken
à
ï
ï
ï
Cluster: Bestuursorganen 001 Bestuursorganen 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie)
ß
ï
5 Cultuur en recreatie
8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Þ
Lasten Saldo uw gemeente uw gemeente 3.600 3.068
ï
7 Volksgezondheid en milieu
-0,15
9.139 10374 A
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
7
ê
ê
ê
117 101 15
141% 175% -77%
96 75 20 0
-17% -34% 42% 0%
161 138 14 2 2 32 0 6
7% -27% 272% 0% 0% 0% 755% 0% 0%
106 105 0
-21% -21% 0%
86 20 7 38 6 15
29% 17% 0% -80% 969% -16%
13 13
0% 0%
104 14 3 82 15 9-
-60% -5% 0% -56% -15% -131%
68 38
-33% -27%
10
-1%
-
0%
0
0%
19
-62%
Ü
HOOFDTAKEN EN TAKEN (VERVOLG)
620 621 622 623 630 641 650 651 652 711 712 714 715 716
Ý
ï
Cluster: Maatschappelijke zorg Maatschappelijke begeleiding en advies Vreemdelingen Huishoudelijke verzorging (WMO) Participatiebudget Sociaal cultureel werk Tehuizen Kinderdagopvang Dagopvang gehandicapten Voorzieningen gehandicapten Ambulancevervoer Verpleeginrichtingen Openbare gezondheidszorg Centra jeugd gezin (jeugdgezondh.) Centra voor jeugd en gezin (ond. WMO)
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ï
Cluster: Riolering Rioleringzorg (riolering en waterzuivering, huishoudelijk/bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater). Baten rioolrechten Baten rioolheffing huishoudelijk/bedrijfsafvalwater Baten rioolheffing grond- en hemelwater
220 230 310 311 320 330 340 341 830
à
á
â
ã
Þ
ä
å
â
æ
ç
Ý
ß
ê
ê
ï
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
Totaal ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
859 859 -
ä
è
é
ê
ë
ì
í
í
í
ê
ï
ê
ê
ï
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ï
15.508 15.508
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ï
ê
ê
ê
ï
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ï
70 20 70120 10.147 10.147
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
94 94 -
ê
ê
ï
ê
-
ê
ê
ê
ï
24 24
ê
ê
ï
80 14 3 63 -
ê
ê
ê
ê
ê
ï
15 2 13 1.697 1.697
303 30 1 102 28 34 0 15 0 48 0 0 18 18 8
ê
100
1.146-
349 132 67567 283-
ï
265 32 80 14 5 1 71 45 4 13
100
ê
197 197
ê
140 20 120
ï
2.013 281 585 1744 8 651 306 34 121
912
ê
730 132 23 575 -
Lasten per inwoner Gemiddeld Uw in groottegemeente klasse
234-
ê
-
î
172859 1.031-
ê
217 217
ê
Cluster: Eigen inkomsten/ uitgaven Zeehavens Luchtvaart Handel en ambacht Baten marktgelden Industrie Nutsbedrijven Agrarische productie en ontginning Overige agrarische zaken, jacht en visserij Bouwgrondexploitatie
ê
912 ê
Cluster: VHROSV Ruimtelijke ordening Woningexploitatie / woningbouw Stads- en dorpsvernieuwing Overige volkshuisvesting Bouwvergunningen
ï
2.419 296 727 127 44 8 651 411 34 121
912
ê
Cluster: Fysiek milieu 723 Milieubeheer
810 820 821 822 823
ß
Lasten Saldo uw gemeente uw gemeente
Cluster: Reiniging 721 Afvalverwijdering en -verwerking 725 Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffingen
729 731 726 727 728
Þ
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
Afwijking % uw gemeente
-3% -3% 0%
97
3%
90
11%
1 6
0% 0% 0%
36 36
-34% -34%
130 38 28 7 56 0
-38% -62% -91% 0% 12% 0%
2.106 2.106
ï
-13% 6% 0% -22% -51% -86% 0% -94% 0% 49% 0% 0% 150% -80% 73%
96 96 0
204 1 1 7 5 2 1 2 185
Saldo (lasten minus baten) per inwoner Gemiddeld Afwijking Uw in grootte% uw gemeente klasse gemeente
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ï
ê
ê
ï
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ï
ê
125-
ê
ê
ê
ï
22 22
ê
-19%
ê
100
ê
ï
ê
26-
ê
ê
ê
1994 113-
ê
-92% 0% 0% -67% 0% 0% 0% 0% 0% -93%
ï
220 31 64 25 1 71 33 4 13
ê
ï
38 14 762 31-
ê
ê
ê
ê
ê
ï
8 2 813 1.110 1.110
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ê
258 29 1 89 6 31 0 13 0 47 0 0 17 18 7
-15% 5% 0% -28% -131% -84% 0% -93% 0% 52% 0% 0% 94% -80% 83%
1088 98-
-81% 7% -15%
8-
-209%
88
13%
10026
-25% 0% 0%
35 35
-39% -39%
69 36 2 4 54 26-
-45% -60% -508% 0% 14% -17%
1100 6 11 1010 7-
169% 0% 0% -62% 0% 0% 23% 0% 0% 293%
1.206 1.206
-8%
ï
INKOMSTEN
3 6 7 8 9 11
ð
ñ
Algemene uitkering gemeentefonds Nutsbedrijven, leningen & overige financiele middelen Belastingen Retributies Bouwgrondexploitatie Overige inkomsten Totaal
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
ò
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ô
õ
ö
÷
ñ
ø
ú
û
ü
ü
ü
ý
Inkomsten per inwoner
ù
Uw gemeente 7.101 695 2.193 2.840 2.862 15.691
ê
ó
ê
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld alle in uw groottealle in uw grootteUw gemeenten klasse klasse gemeente gemeenten Algemene uitkering 42.552 777 gemeentefonds 1.035 Nutsbedrijven,76 leningen & overige financiele middelen 5.460 133 Belastingen 240 10.601 258 Retributies 311 9.790 238 Bouwgrondexploitatie 12.148 295 Overige inkomsten 38.098 313 (inclusief 926specifieke uitkeringen) 118.649 21.330 1.717 2.885 2.056 ê
ê
þ
ì
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ì
ë
ê
ê
ì
þ
í
ê
ê
ì
í
ì
í
í
ê
ê
ï
!
"
þ
ê
í
ÿ
ê
ê
ê
ê
ë
ê
þ
ï
þ
ê
ê
ê
ï
ê
ê
ê
ê
ï
ÿ
þ
ï
:
7
8
9
8
;
9
8
7
#
$
%
&
(
%
"
)
*
!
"
&
'
+
#
$
%
&
'
&
(
%
"
)
*
+
, $
*
"
#
-
.
,
$
%
%
"
#
-
.
5
*
6
%
%
/
-
&
0
/
$
-
&
0
/
"
(
&
"
(
&
/
$
1
"
$
%
2
3
$
-
5
1
"
$
%
2
3
$
-
4
*
"
!
$
&
4
BALANS (Jaarrekening 2012) Debet Materiele vaste activa Financiële vaste activa Immateriële vaste activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Overlopende activa
è
é
ê
ë
ì
ê
í
í
ê
ï
í
ì
ì
in %
î
ê
ì
ë
ê
ì
þ
ë
ë
þ
í
ê
ë
ê
43.140
0% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
Credit Eigen vermogen Algemene reserves Bestemmingsreserves Resultaat na bestemming Voorzieningen Onderhandse leningen van bin. fin. inst. Overige vaste schuld Kortlopende schuld Overlopende passiva
è
é
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ê
ï
ë
ì
í
í
í
î
8.941 3.239 5.643 58 121 30.060 9 2.855 1.154 43.140
in% 21% 8% 13% 0% 0% 70% 0% 7% 3%
*
"
!
$
&
Lasten per inwoner Gemiddeld
CLUSTERS
Cluster 1: Eigen inkomsten/ uitgaven
% uw
Uw
in grootte-
% uw
klasse
gemeente
gemeente
klasse
gemeente
15
Cluster 7: VHROSV
80
Cluster 13: Fysiek milieu Cluster 15: Bestuursorganen Cluster 16: Overig / algemene ondersteuning
<
Totaal Totaal check A
B
C
D
E
C
F
G
D
H
I
D
C
F
J
H
K
C
L
C
5
D
B
<
>
-19%
36
-34%
53
-34%
89
-53%
119
168%
2.106
-19%
<
# N
O
P
Q
R
S
T
U
V
N
O
P
Q
R
S
`
U
a
M
N
O
P
Q
R
S
b
U
c
W
X
R
M
N
O
P
Q
R
S
i
U
V
M
N
O
P
Q
R
S
k
U
l
M
N
O
P
Q
R
S
m
U
n
M
N
O
P
Q
R
S
o
U
p
M
N
O
P
Q
R
S
u
U
s
M
N
O
P
Q
R
S
v
U
r
M
N
O
P
Q
R
S
T
w
U
r
M
N
O
P
Q
R
S
T
T
U
a
M
N
O
P
Q
R
S
T
`
U
s
M
N
O
P
Q
R
S
T
b
U
z
M
N
O
P
Q
R
S
T
i
U
|
R
M
N
O
P
Q
R
S
T
k
U
|
R
M
N
O
P
Q
R
S
T
m
U
s
Y
R
W
S
^
Z
Y
Q
[
Y
P
\
W
d
e
<
1.110 1.110
ê
Z
R
^
ê
P
Y
Z
^
Q
R
[
f
Y
\
f
]
R
R
N
W
g
O
W
R
h
Q
X
[
-39%
35
-63%
88
-53%
117
141%
1.206 1.206
ê
^
S
_
j
O
O
d
^
Y
P
Q
W
Q
R
Y
X
R
R
=
E
C
F
G
D
H
I
D
C
F
K
C
L
5
5
G
~
~
Y
[
Y
Q
P
f
^
Y
Y
W
Y
X
r
s
j
e
t
p
R
W
W
[
N
R
S
R
W
W
j
Y
Y
W
X
X
W
Y
X
R
X
R
Y
R
f
R
Y
y
Y
^
S
x
R
^
[
Q
S
R
j
S
R
R
Y
_
R
W
N
W
X
e
R
W
j
C
~
C
G
D
K
F
I
I
B
B
C
@
A
A
{
P
W
R
_
Z
[
P
N
Q
_
\
Z
W
O
R
W
Y
O
S
W
N
X
S
R
O
P
P
X
W
h
[
]
^
S
^
Z
X
N
R
^
X
Y
Y
R
R
Y
\
R
Y
R
[
Y
j
R
S
P
Q
R
O
Y
W
Y
X
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
M
N
O
P
Q
R
S
`
U
a
W
X
R
M
N
O
P
Q
R
S
b
U
c
M
N
O
P
Q
R
S
i
U
V
M
N
O
P
Q
R
S
k
U
l
M
N
O
P
Q
R
S
m
U
n
M
N
O
P
Q
R
S
o
U
p
M
N
O
P
Q
R
S
u
U
s
M
N
O
P
Q
R
S
v
U
r
M
N
O
P
Q
R
S
T
w
U
r
M
N
O
P
Q
R
S
T
T
U
a
M
N
O
P
Q
R
S
T
`
U
s
M
N
O
P
Q
R
S
T
b
U
z
M
N
O
P
Q
R
S
T
i
U
|
R
M
N
O
P
Q
R
S
T
k
U
|
R
M
N
O
P
Q
R
S
T
m
U
s
Y
W
Y
Z
[
\
P
Q
R
Y
]
O
W
Q
X
^
_
R
Y
C
R
S
^
Z
R
^
Q
Y
P
W
d
e
Y
Z
^
[
f
\
f
R
R
N
W
g
Y
Z
R
h
[
S
X
j
O
d
^
Q
W
R
O
Y
P
Q
R
Y
[
Y
Q
P
f
^
Y
Y
W
Y
X
S
[
R
Y
q
r
s
j
e
t
p
=
O
W
[
N
R
R
W
S
W
j
Y
X
R
W
Y
W
R
X
X
W
R
Y
X
Y
R
Y
x
^
Q
R
S
}
O
f
R
Y
y
^
S
R
[
S
j
R
R
Y
_
R
W
N
W
X
e
R
W
j
=
C
{
P
W
R
Z
\
W
N
W
R
O
F
G
D
_
[
N
Z
W
Y
X
P
h
^
Z
R
Y
H
I
D
C
F
J
H
K
C
L
C
C
5
6
D
B
P
_
W
Q
O
R
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
M
N
O
P
Q
R
S
`
U
a
M
N
O
P
Q
R
S
b
U
c
X
M
N
O
P
Q
R
S
i
U
V
M
N
O
P
Q
R
S
k
U
l
M
N
O
P
Q
R
S
m
U
n
M
N
O
P
Q
R
S
o
U
p
M
N
O
P
Q
R
S
u
U
s
M
N
O
P
Q
R
S
v
U
r
M
N
O
P
Q
R
S
T
w
U
r
M
N
O
P
Q
R
S
T
T
U
a
M
N
O
P
Q
R
S
T
`
U
s
M
N
O
P
Q
R
S
T
b
U
z
M
N
O
P
Q
R
S
T
i
U
|
R
M
N
O
P
Q
R
S
T
k
U
|
R
M
N
O
P
Q
R
S
T
m
U
s
O
S
R
W
S
P
X
Y
[
]
W
Y
S
^
Z
X
N
[
^
X
Y
R
\
R
\
P
Y
R
Q
R
Y
Y
R
]
[
O
W
Y
Q
j
X
R
^
S
_
P
R
Q
R
O
Y
W
Y
X
Y
C
R
S
^
Z
R
^
Q
Y
P
d
W
e
Y
Z
^
[
f
\
f
R
R
N
W
g
Y
Z
R
h
[
S
X
j
O
O
d
^
Y
P
Q
W
Q
R
R
Y
[
Y
Q
P
f
^
Y
Y
W
Y
X
S
[
R
q
Y
r
s
j
e
t
p
}
}
O
R
W
j
W
[
N
R
S
W
Y
X
>
5
q
6
Y
E
R
=
I
[
D
S
R
W
Y
W
X
W
Y
X
R
X
R
Y
R
Y
x
^
Q
R
S
6
6
5
5
f
R
{
Y
P
W
y
R
_
Z
[
P
^
R
\
N
Q
S
Z
W
W
O
[
Y
O
N
W
X
S
R
h
[
j
R
R
Y
_
R
W
N
W
X
e
R
W
j
O
P
P
S
^
S
Z
X
R
^
Y
Y
R
Y
_
R
S
W
X
W
Y
]
^
N
X
R
\
R
Y
R
[
Y
j
R
S
P
Q
R
O
Y
W
Y
X
@
~
I
E
C
F
G
D
H
I
D
C
F
K
C
L
G
~
~
C
~
C
G
D
K
F
I
I
B
B
C
@
A
A
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
M
N
O
P
Q
R
S
`
U
a
W
X
R
M
N
O
P
Q
R
S
b
U
c
M
N
O
P
Q
R
S
i
U
V
M
N
O
P
Q
R
S
k
U
l
M
N
O
P
Q
R
S
m
U
n
M
N
O
P
Q
R
S
o
U
p
M
N
O
P
Q
R
S
u
U
s
M
N
O
P
Q
R
S
v
U
r
M
N
O
P
Q
R
S
T
w
U
r
M
N
O
P
Q
R
S
T
T
U
a
M
N
O
P
Q
R
S
T
`
U
s
M
N
O
P
Q
R
S
T
b
U
z
M
N
O
P
Q
R
S
T
i
U
|
R
M
N
O
P
Q
R
S
T
k
U
|
R
M
N
O
P
Q
R
S
T
m
U
s
Y
Z
[
\
P
Q
R
Y
]
O
W
Q
X
^
_
R
Y
C
R
S
^
Z
R
^
Q
Y
P
d
W
e
Y
^
Z
[
f
\
f
R
R
N
W
g
Y
Z
R
h
[
S
X
>
6
O
O
d
Y
^
P
Q
W
Q
R
R
Y
[
Y
Q
P
f
^
Y
Y
W
Y
X
}
6
j
5
S
[
R
Y
q
r
s
t
p
6
j
[
e
N
R
R
W
S
W
j
Y
X
R
W
Y
W
X
W
Y
X
}
O
W
R
X
R
Y
R
Y
x
^
Q
R
S
f
R
Y
y
^
S
R
[
S
j
R
R
Y
_
R
W
N
W
X
e
R
S
R
W
j
{
P
W
R
_
Z
[
P
\
N
Q
Z
O
W
W
O
Y
S
N
X
W
R
P
P
O
h
[
S
^
X
Z
^
R
Y
Y
R
Y
_
R
S
W
X
]
^
N
X
R
\
R
Y
R
[
Y
j
-81%
35
Y
Z
-10
7%
ê
281
ê
-209%
-17%
ê
42
ê
0%
-8
96
ê
13
ê
13
161
ê
22
ê
M
ê
79
ê
M
ê
172
ê
=
~
103
ê
-19
ê
-45%
=
0%
-26
ê
69
ê
@
3%
-60%
ê
-
ê
29%
104
97
ê
38
ê
C
C
0%
-21%
86
B
-38%
15
-15%
106
ê
41
ê
-33%
258
A
130
ê
111
ê
2.106
ê
@
-46%
ê
83
ê
169%
68
ê
220
ê
-11
ê
45
ê
?
123
8
ê
5
78%
-3%
ê
1.697
C
102
ê
1.697
ê
-44%
ê
318
ê
149
ê
42
ê
-13%
96
ê
35
ê
303
173
ê
24
ê
Cluster 14: Bevolkingszaken
-56%
ê
83
ê
-92%
315
ê
172
ê
204
ê
94
ê
Cluster 12: Openbare orde en veiligheid
ê
100
ê
Cluster 11: Wegen en water
ê
-
ê
Cluster 10: Reiniging
ê
67
ê
Cluster 9: Riolering
ê
181
ê
Cluster 8: Oudheid
ê
83
ê
Cluster 6: Groen
ê
265
ê
Cluster 5: Kunst en ontspanning
ê
139
ê
Cluster 4: Educatie
@
in grootte-
ê
Cluster 3: Maatschappelijke zorg
?
Uw gemeente ê
Cluster 2: Werk en inkomen
Saldo (lasten minus baten) per inwoner Gemiddeld Afwijking
Afwijking
P
Q
R
O
Y
W
Y
X
-8%
RISICOPROFIEL:
Oostzaan Uw gemeente
Sociaal Domein Sociale structuur
Goed
Aantal bijstandontvangers
55
Aantal uitkeringsontvangers
477
Verhouding huishoudens met laag inkomen/totaal aantal huishoudens
24%
Demografie Grijze druk (% inwoners > 64 jaar)
17%
% Chronisch zieken (Farmaceutische kosten groep)
21%
Financieel-Economisch Domein Aandeel algemene uitkering gemeentefonds van totale inkomsten
45%
Solvabiliteit Netto schuld/ inwoner Bruto (emu) schuld/ inkomsten Debt ratio
0,2 ê
3.729 210% 79%
Fysiek Domein Aandeel inkomsten OZB gebruikers van totale inkomsten
1%
Aandeel grondexploitatie van totale inkomsten
0%
Buffer Ranglijst Coelo
405
Bijlage F Begrotingsanalyse Wormerland
48961
346
Wormerland
Legenda celkleuringen
Aantal inwoners Grootteklasse
BEGROTINGSCIJFERS (Bron: CBS) HOOFDTAKEN EN TAKEN 0 Algemeen bestuur 1 Openbare orde en veiligheid 2 Verkeer, vervoer en waterstaat 3 Economische zaken 4 Onderwijs
Cluster: Kunst en ontspanning Openbaar bibliotheekwerk Vormings- en ontwikkelingswerk Sport Kunst Overige recreatieve voorzieningen
Cluster: Oudheid 541 Oudheidkunde/musea
531 550 560 724 732
Cluster: Groen Groene sportvelden en terreinen Natuurbescherming Openbaar groen en openluchtrecreatie Lijkbezorging Baten begraafplaatsrechten
Cluster: Werk en inkomen 610 Bijstandsverlening en inkomensvoorz. 611 Werkgelegenheid
1.596 1.193 403 -
1.581 1.581 -
1.271 199 76 481 132 383
364
1.140 199 76 469 132 264
-
81 13 5 31 8 24
23
-21%
Kleiner dan gemiddeld Ongeveer gemiddeld Groter dan gemiddeld Veel groter dan gemiddeld Saldo (lasten minus baten) per inwoner Gemiddeld Afwijking Uw in grootte% uw gemeente klasse gemeente 181 158 14%
-23%
24% 22% 31% 0%
-21% -20% 0%
-28% -42% -45% -50% 10% 93%
343 176
-32% -7%
144
-69%
-
0%
0
0%
23
2%
58%
267
303
-12%
52
-15%
61
-28%
61 47 14
-46% -30% -100%
25 36 11-
2% -1% 6%
72 62 11
69% 88% -41%
78 60 19 0
28% 26% 34% 0%
157 133 17 1 5 73 0 6
-5% -38% 201% 0% 0% 0% 407% 424% 0%
108 108 0
-10% -9% 0%
93 20 8 46 7 11
-22% -38% -43% -36% 19% 57%
10 10
-63% -63%
98 14 4 77 11 7-
-21% -47% 41% -15% 12% -80%
73 41
-17% -19%
10
-47%
122 116 6
100 75 25 -
150 82 52 14 2 -
98 98 -
72 13 5 30 8 17
5
5-
-22%
60 33
-5%
198
77 7 5 66 12 13-
158
4 4
28%
154
25 36 11-
78
-10%
33 33 0
108
44
44
126 126 0
115 16 5 83 11 -
98
-13% -41% 172% 0% 0% 0% 272% 467% 0%
-61% -61% 0% 9% 154% 28% -21% 9% 0%
2-
98% 124% -44%
150
-13%
0% -1% 12%
100
0%
176 141 19 1 5 4 1 6
12 12
-75%
-46% -31% -100%
111 22 9 61 8 13
-14%
62 48 14
82 62 20 0
24%
-73%
74 63 11
Afwijking % uw gemeente 25%
363
41 37 5
100 100 -
45
-
253
101 76 26 -
232 164
619
125 41 6 66 12 -
227
146 140 6
5 5
126
154 83 52 14 5 -
19
479
41 36 5
178
33 33 0
82
198
98
252
346
100
1.540 1.540 -
84
-
5
1.575 1.183 392 -
952 522
154
1.215 117 84 1.032 186 204-
101
1.927 1.829 98
2.361 1.290 813 227 31 -
60 60
4.210
397 568 171-
710
3.651 2.577
613 Overige sociale zekerheidsregelingen
Lasten per inwoner Gemiddeld Uw in groottegemeente klasse 221 177
522 521 1
2.433
686
0,15 0,50
690
2.306 2.208 98
1.967 653 96 1.032 186 -
1.540
73 73
31-
7.551
2.418 1.301 813 227 77 -
2.361
650 568 82
1.575
3.125
522 521 1
1.548
612 Inkomensvoorziening 614 Gemeentelijk minimabeleid
3.968
Cluster: Openbare orde en veiligheid 120 Brandweer en rampenbestrijding (beleid) 140 Openbare orde en veiligheid 160 Opsporing en ruiming conv. Explosieven
510 511 530 540 580
1.581
Cluster: Educatie 4xx Regulier onderwijs 482 Volwasseneducatie
75
Cluster: Overige/ algemene ondersteuning 002 Bestuursondersteuning 005 Bestuurlijke samenwerking
Cluster: Wegen en water Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen te land Openbaar vervoer Parkeren Baten parkeerbelasting Binnenhavens en waterwegen Veerdiensten Waterkering, afwatering en landaanwinning
2.418
210 211 212 214 215 221 223 240
1.596
6 Sociale voorzieningen en maatsch. dienstverl.
Cluster: Bevolkingszaken 003 Burgerzaken 004 Baten secretarieleges burgerzaken
Cluster: Bestuursorganen 001 Bestuursorganen 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie)
5 Cultuur en recreatie
8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
Lasten Saldo uw gemeente uw gemeente 3.478 2.846
7 Volksgezondheid en milieu
-0,15
15.750 22430 B
22
-
0%
0
0%
22
2%
HOOFDTAKEN EN TAKEN (VERVOLG)
620 621 622 623 630 641 650 651 652 711 712 714 715 716
Cluster: Maatschappelijke zorg Maatschappelijke begeleiding en advies Vreemdelingen Huishoudelijke verzorging (WMO) Participatiebudget Sociaal cultureel werk Tehuizen Kinderdagopvang Dagopvang gehandicapten Voorzieningen gehandicapten Ambulancevervoer Verpleeginrichtingen Openbare gezondheidszorg Centra jeugd gezin (jeugdgezondh.) Centra voor jeugd en gezin (ond. WMO)
Cluster: Riolering Rioleringzorg (riolering en waterzuivering, huishoudelijk/bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater). Baten rioolrechten Baten rioolheffing huishoudelijk/bedrijfsafvalwater Baten rioolheffing grond- en hemelwater
220 230 310 311 320 330 340 341 830
Totaal
1.490 1.490 -
25.340 25.340
41 75 198772 16.310 16.310
95 95 -
-
23 23
90 16 6 69 -
13 5 8 1.609 1.609
318 36 1 101 31 39 0 13 0 53 0 0 17 18 7
85
1.395-
614 243 63 916 608-
286 48 73 42 32 2 52 13 23 2
85
360 360
202 75 127
3.856 743 909 260 500 31 815 205 368 25
1.334
1.421 246 90 1.085 -
Lasten per inwoner Gemiddeld Uw in groottegemeente klasse
61-
-
1891.490 1.679-
360 360
Cluster: Eigen inkomsten/ uitgaven Zeehavens Luchtvaart Handel en ambacht Baten marktgelden Industrie Nutsbedrijven Agrarische productie en ontginning Overige agrarische zaken, jacht en visserij Bouwgrondexploitatie
1.334
Cluster: VHROSV Ruimtelijke ordening Woningexploitatie / woningbouw Stads- en dorpsvernieuwing Overige volkshuisvesting Bouwvergunningen
4.498 750 1.149 655 500 31 815 205 368 25
1.334
Cluster: Fysiek milieu 723 Milieubeheer
810 820 821 822 823
Lasten Saldo uw gemeente uw gemeente
Cluster: Reiniging 721 Afvalverwijdering en -verwerking 725 Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffingen
729731 726 727 728
Afwijking % uw gemeente
10% 10% 0%
85
-1%
83
2%
0 3
0% 0% 0%
29 29
-22% -22%
102 37 10 4 51 0
-11% -58% -43% 0% 35% 0%
2.045 2.045
-10% 32% 0% -28% 32% -18% 0% -85% 0% -3% 0% 0% -22% 33% -78%
86 86 -
282 2 0 10 5 2 1 1 262
Saldo (lasten minus baten) per inwoner Gemiddeld Afwijking Uw in grootte% uw gemeente klasse gemeente
89-
23 23
-21%
85
4-
1295 107-
-95% 0% 0% -54% 0% 0% 0% 0% 0% -97%
245 47 58 17 32 2 52 13 23 2
39 15 4 58 39-
3 5 165 1.036 1.036
272 35 1 88 8 35 0 11 0 52 0 0 16 18 7
-10% 33% 0% -34% 109% -9% 0% -83% 0% -1% 0% 0% -21% 33% -77%
1276 87-
-3% 25% -22%
10-
60%
80
6%
9012
2% 0% 0%
29 29
-20% -20%
61 33 3 3 48 26-
-36% -53% 48% 0% 20% -48%
40 0 8 12 12010-
160% 0% 0% -38% -30% 0% 55% 0% 0% 1758%
1.112 1.112
-7%
INKOMSTEN
Algemene uitkering gemeentefonds Nutsbedrijven, leningen & overige financiele middelen Belastingen Retributies Bouwgrondexploitatie Overige inkomsten Totaal
3 6 7 8 9 11 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
¡
¢
Uw gemeente 12.610 1.238 2.682 4.158 55 5.182 25.925
£
£
£
¤
Inkomsten per inwoner
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld alle in uw groottealle in uw grootteUw gemeenten klasse klasse gemeente gemeenten Algemene uitkering 42.552 801 gemeentefonds 1.035 Nutsbedrijven,79 leningen & overige financiele middelen 5.460 133 Belastingen 170 10.601 258 Retributies 264 9.790 238 Bouwgrondexploitatie 12.148 3 295 Overige inkomsten 38.098 329 (inclusief 926specifieke uitkeringen) 118.649 47.302 1.646 2.885 2.109
¥
¦
§
¦
¨
§
§
ª
«
¨
§
§
¨
«
¬
ª
¦
·
¸
¹
º
»
¼
½
·
¾
¿
À
½
º
½
½
·
¼
·
¸
¹
Â
Ã
Ä
¥
¥
¥
©
¬
¨
¬
¬
©
¬
«
«
§
º
»
¼
½
·
À
½
º
ß
à
à
½
á
à
ß
Å
Ä
Æ
Ä
Ç
È
É
Ê
Ä
Ë
È
Æ
â
¹
¹
¼
¼
½
¸
á
ã
»
»
Ä
Å
Ä
Ä
Æ
É
Ä
Ì
Í
Æ
Î
Ç
É
Ï
¿
à Â
Ñ
Ä
Î
Ë
È
Ò
Ó
Ä
Æ
Ã
Ä
Å
Ä
Æ
Ä
Ç
È
É
Ê
Ä
Ë
È
Æ
Ã
Ï Ã
Ð
¾
½
Á
Ã
·
½
À
Á
¶
¶
Ô
Â
Ä
Æ
È
Æ
Ã
Ä
Ä
Å
Ä
Ä
Æ
É
Ä
Ì
Í
Æ
Î
Ï
Æ
Ð
Ç
É
Ï
Ñ
Ä
Î
Ë
È
Ò
Ó
Ä
Æ
Ô
Â
Ä
Æ
È
Æ
Ã
Ä
Õ Í
Ó
Ä
Ë
È
Ã
Ä
Ì
È
Æ
Ö
Æ
×
È
Ä
Â
Ä Õ Í
µ
³
Å
È
Î
Î
Ä
Â
Ä
Ä
Ë
È
Ã
Ä
Ì
È
Æ
Ö
Æ
×
È
Ä
Â
Ä
Æ
Å
µ
Ø
³
Ó
°
Ä
Â
Ö
Ï
É
È
Æ
Ã
Ä
®
È
Î
Î
Ä
Â
Ä
Æ
°
Æ
Ø
Ä
Ù
Ä
Ø
Í
Â
Ö
Ï
É
È
Æ
Ã
Ä
Æ
° Þ
®
¯
´
°
°
Ù
²
¯
Ä
É
Ë
È
Ñ
Ç
É
È
Ä
Ï
É
Ë
È
Ñ
Ç
É
È
Ä
Ï
°
²
Ø
Í
Ç
Ú
Ã
Ë
Í
Æ
Î
Ä
Û
Ü
Â
Í
È
É
Ö
É
È
µ
°
Ä
²
²
³
²
Ç
Ú
Ã
Ë
Í
Æ
Î
Ä
Û
Ü
Â
Í
È
É
Ö
°
°
²
³
°
®
±
°
°
Ý
Ó
Ä
Ë
È
Ã
Ä
È
Æ
Ê
Í
Å
Ï
É
Ä
Æ
Ý
Ó
Ä
Ë
BALANS (Jaarrekening 2012) Debet Materiele vaste activa Financiële vaste activa Immateriële vaste activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Overlopende activa
¬
¥
§
in %
§
¨
«
ª
©
«
¦
¦
§
§
«
¬
ª
¬
ª
©
ª
40.322
0% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
Credit Eigen vermogen Algemene reserves Bestemmingsreserves Resultaat na bestemming Voorzieningen Onderhandse leningen van bin. fin. inst. Overige vaste schuld Kortlopende schuld Overlopende passiva
17.339 13.179 2.812 1.348 2.093 13.974 13 5.791 1.113 40.322
in% 43% 33% 7% 3% 5% 35% 0% 14% 3%
È
Ã
Ä
È
Æ
Ê
Í
Å
Ï
É
Ä
Æ
É
È
Ä
Æ
Lasten per inwoner Gemiddeld
CLUSTERS
Cluster 1: Eigen inkomsten/ uitgaven
Uw
in grootte-
% uw
gemeente
gemeente
klasse
gemeente
13
Cluster 14: Bevolkingszaken
Totaal check é
ê
ë
ì
ê
í
î
ë
ï
ð
ë
ê
í
ñ
ï
ò
ê
ó
ê
ê
146
²
Þ
é
²
ä
³
³
î
ë
ï
ð
ë
ê
í
ò
ê
®
0%
62
-46%
74
98%
2.045
-21%
150
ä
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ý
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
þ
ÿ
ù
þ
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ý
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
û
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
!
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
#
ù
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
#
ù
÷
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ù
ú
ø
1.036
ù
÷
þ
÷
ä
ø
ù
ù
ö
þ
ø
ÿ
ö
ö
ø
÷
þ
õ
þ
ù
ú
ú
ø
å
ø
÷
þ
ö
ù
þ
ù
ú
ù
ÿ
ÿ
þ
þ
ÿ
þ
ÿ
þ
ÿ
°
ù
ÿ
ù
ù
ø
ù
ú
°
ù
ú
ù
ú
ù
÷
"
þ
ù
õ
ø
þ
þ
ö
õ
þ
ÿ
ö
ú
ù
ù
ù
þ
õ
þ
ÿ
ù
þ
ö
÷
÷
ú
ù
ÿ
ù
ó
î
%
ê
%
&
ê
%
î
ë
ò
í
ð
ð
é
é
ê
'
&
ç
è
è
ù
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ý
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
þ
ÿ
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ý
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
û
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
!
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
#
ù
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
#
ù
÷
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ú
þ
ù
ÿ
þ
õ
ÿ
ù
÷
ù
ø
ù
ù
ö
þ
ù
ø
ÿ
ú
÷
ø
ù
ö
þ
ÿ
ù
ê
ù
ú
ù
ø
þ
÷
ù
ù
õ
þ
ù
ú
ÿ
°
°
®
°
°
ö
®
ö
ø
÷
þ
ø
ù
ù
ø
÷
þ
ÿ
°
ú
ù
°
°
$
°
±
²
þ
ù
õ
ù
ù
þ
ú
þ
þ
ÿ
þ
ÿ
þ
´
ù
ÿ
ÿ
ù
ù
ø
ù
ú
°
°
°
±
ù
ú
ù
ú
ù
ù
ù
þ
õ
þ
ÿ
ù
þ
°
´
²
ì
°
´ ®
ö
°
°
ê
í
î
ë
ï
ð
ë
ê
í
ñ
ï
ò
ê
ó
ê
ê
³
Þ
µ
ë
é
÷
"
þ
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ý
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ÿ
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ý
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
û
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
!
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
#
ù
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
#
ù
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
þ
ö
ù
þ
õ
ø
þ
ù
þ
ú
ù
ÿ
õ
ö
ú
þ
ù
÷
÷
ÿ
ù
þ
ÿ
ö
ú
õ
ù
ÿ
ù
÷
ù
ø
ù
ù
ö
þ
ù
ø
ÿ
ú
÷
ø
ù
ö
þ
ÿ
ù
ê
ù
ú
ù
ø
þ
÷
ù
ù
õ
þ
ù
ú
ÿ
°
ö
ø
þ
ù
°
°
´ ²
²
°
ö
÷
ø
ù
ø
÷
þ
ÿ
°
°
µ
¯
Þ
ú
ù
°
°
¯
²
®
þ
õ
ù
ù
þ
ú
þ
ÿ
°
ù
þ
þ
ÿ
þ
ÿ
°
$
®
ù
ÿ
ù
ù
ø
ù
ú
°
ù
ú
ù
ú
ù
ù
ù
þ
õ
þ
ÿ
ù
ú
ù
þ
°
°
$
²
ö
°
÷
"
þ
ù
÷
ø
þ
õ
þ
ö
õ
þ
ÿ
ö
ú
ù
ö
÷
÷
ú
ù
ÿ
ù
(
³
)
ç
&
%
ð
ì
ê
í
î
ë
ï
ð
ë
ê
°
³
í
ò
ê
°
ó
î
%
ê
%
&
³
±
µ
µ
ê
%
î
ë
ò
í
ð
ð
é
é
ê
'
ç
è
è
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ý
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
þ
ÿ
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ý
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
û
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
!
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
#
ù
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
#
ù
ô
õ
ö
÷
ø
ù
ú
û
ü
ú
þ
ÿ
ù
þ
õ
ÿ
ù
÷
ù
ø
ù
ù
ö
þ
ø
ÿ
÷
ø
ù
ö
þ
ÿ
ù
ê
ù
ú
ù
ø
þ
÷
ù
ù
õ
þ
ù
ú
ÿ
°
°
ö
ø
þ
ù
°
°
´
°
´
µ
²
®
ö
÷
ø
ù
ø
÷
þ
ÿ
°
Þ
ú
ù
°
°
$
ö
ù
þ
°
¯
±
þ
õ
ù
ù
ú
þ
þ
ÿ
þ
ÿ
þ
ÿ
°
ù
ÿ
ù
ù
ø
ù
ú
°
å
å
²
&
ù
°
ù
ú
ù
ú
ù
ù
ù
þ
õ
þ
ÿ
ù
þ
°
÷
"
þ
ù
þ
õ
þ
ù
ö
°
(
²
²
°
õ
÷
ø
þ
ö
ö
ÿ
ú
÷
÷
ú
ÿ
ù
ù
°
(
ù
ú
þ
ÿ
õ
ÿ
ù
ù
ù
ù
-63%
-10
60%
-12
-3%
157
-5%
78
28%
29
-20%
-7%
ù
õ
-36%
10
69%
°
þ
-21%
61
72
ù
ù
-22%
98
1.112
ù
-10%
93
1.112
108
2%
ù
-10%
-46%
1.036
-17%
272
61
122
ú
÷
ø
ù
ö
þ
160%
73
25
33
õ
25
ô
23
ô
100
#
°
²
µ
41
-12
°
²
ð
24% -22%
°
¯
%
82 29
-4
°
Þ µ
&
-13%
°
²
®
ç
176
4
°
å
)
10%
°
´
®
86
39
°
±
í
-1%
°
±
ê
85
77
°
´
ì
-61%
°
´
ë
12
72
2.045
²
²
ê
-11%
98
ê
²
é
102
°
¯
è
9%
245
-4
60
°
´
ç
115
3
°
µ
æ
-28%
1.609 ë
-21%
1.609
126 111
33 ä
-10%
41
Totaal
318
23
Cluster 16: Overig / algemene ondersteuning
101
Cluster 15: Bestuursorganen
-32%
154
-95%
343
95
Cluster 13: Fysiek milieu
282
85
Cluster 12: Openbare orde en veiligheid
5
Cluster 11: Wegen en water
90
Cluster 10: Reiniging
125
Cluster 9: Riolering
81
Cluster 8: Oudheid
100
Cluster 7: VHROSV
286
Cluster 6: Groen
232
Cluster 5: Kunst en ontspanning
è
% uw
klasse
Cluster 4: Educatie
ç
in grootte-
Cluster 3: Maatschappelijke zorg
æ
Uw gemeente
Cluster 2: Werk en inkomen
Saldo (lasten minus baten) per inwoner Gemiddeld Afwijking
Afwijking
ÿ
RISICOPROFIEL:
Wormerland Uw gemeente
Sociaal Domein Sociale structuur
Goed
Aantal bijstandontvangers
178
Aantal uitkeringsontvangers
876
Verhouding huishoudens met laag inkomen/totaal aantal huishoudens
26%
Demografie Grijze druk (% inwoners > 64 jaar)
19%
% Chronisch zieken (Farmaceutische kosten groep)
23%
Financieel-Economisch Domein Aandeel algemene uitkering gemeentefonds van totale inkomsten
49%
Solvabiliteit Netto schuld/ inwoner
0,4
1.326
Bruto (emu) schuld/ inkomsten
76%
Debt ratio
52%
Fysiek Domein Aandeel inkomsten OZB gebruikers van totale inkomsten
1%
Aandeel grondexploitatie van totale inkomsten
0%
Buffer Ranglijst Coelo
245