Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie
Witteveen+Bos Louis Armstrongweg 6 postbus 10095 1301 AB Almere telefoon 036 548 29 00 telefax 036 533 38 83
gemeente Venray
Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 12-2-09 EW
referentie
projectcode
status
VEN37-1/
VEN37-1
definitief
projectleider
projectdirecteur
datum
ir. J.W. Hartemink
prof.dr.ir. F.H.L.R. Clemens
27 januari 2009
autorisatie
naam
paraaf
goedgekeurd
Witteveen+Bos Louis Armstrongweg 6
Het kwaliteitsmanagementsysteem van Witteveen+Bos is gecertificeerd volgens ISO 9001 : 2000
postbus 10095 1301 AB Almere telefoon 036 548 29 00 telefax 036 533 38 83
© Witteveen+Bos Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van Witteveen+Bos Raadgevende ingenieurs B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
INHOUDSOPGAVE
blz.
1. INLEIDING 1.1. Aanleiding 1.2. Doelstelling 1.3. Afbakening 1.4. Procedures 1.5. Leeswijzer
1 1 1 1 1 1
2. EVALUATIE RIOLERINGSBELEID 2005-2008 2.1. Inleiding 2 2.2. Doelstellingen en speerpunten: wat hadden we ons voorgenomen? 2.3. Evaluatie: wat hebben we uitgevoerd? 2.4. Projecten en maatregelen 2.4.1. Rioolvergrotingen 2.4.2. Afkoppelen en emissiereductie 2.4.3. Optimalisatiestudie 2.4.4. Rioolvervanging en relining 2.5. Exploitatiekosten, de beheersbegroting 2.5.1. Onderhoudskosten 2.5.2. Inspectiekosten 2.5.3. Organisatiekosten 2.6. Investeringen en kapitaallasten 2.7. Inkomsten 2.8. Saldo en egalisatiereserve 2.9. Benchmark riolering: Waar staan we? 2.10. Conclusies evaluatie
2
3. ONTWIKKELINGEN 3.1. Inleiding 8 3.2. Beleid 8 3.2.1. Wet gemeentelijke watertaken: van één naar drie zorgplichten 3.2.2. Kader Richtlijn Water 3.2.3. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) 4. TOEKOMSTVISIE EN ACTIVITEITENPROGRAMMA 2009-2014 4.1. Inleiding 10 4.2. Beleid 10 4.3. In te zetten middelen en uit te voeren maatregelen 4.3.1. Afkoppelen 4.3.2. Aanpassing verordening rioolheffing 4.3.3. Masterplan Loobeekdal 4.3.4. Voorkomen van wateroverlast 4.3.5. Vergroten inzicht in feitelijk functioneren 4.4. Beheer 12 4.5. Aanleg riolering in nieuwbouwwijken 4.6. Instrumenten 4.7. Financiën 4.8. Communicatie 5. MIDDELEN EN KOSTENDEKKING 5.1. Inleiding 14 5.2. Kosten 14
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
2 3 4 4 4 5 5 5 5 5 6 6 6 7 7 7 8
8 8 9 10
11 11 11 12 12 12 12 13 13 13 14
5.3.
Kostendekking 5.3.1. Uitgangspunten 5.3.2. Heffingseenheden 5.3.3. Ontwikkeling rioolheffing 5.3.4. Differentiatie in rioolheffing
laatste bladzijde
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
15 15 15 15 16
18
1. INLEIDING 1.1. Aanleiding In 2005 is door de gemeente Venray het tweede gemeentelijk rioleringsplan (GRP) opgesteld met daarin de hoofdlijnen voor het rioleringsbeleid in de gemeente. De looptijd van dit GRP is tien jaar, van 2005 tot en met 2014. In het GRP 2005-2014 is vastgelegd dat het GRP tussentijds geëvalueerd en zo nodig bijgesteld moet worden, voor de eerste maal in 2009. 1.2. Doelstelling Doelstelling van deze rapportage is het evalueren van het gevoerde beleid over de periode 2005-2008 en van de daarvoor uitgevoerde activiteiten in de afgelopen periode en het in beeld brengen van de ontwikkelingen in en om het vakgebied, die tot bijstelling van het beleid kunnen leiden, om uiteindelijk te komen tot bijstelling van het beleid en de daaruit voortkomende activiteiten. Voor de daarvoor benodigde middelen wordt een kostendekkingvoorstel gedaan. Als specifieke doelstelling is meegenomen dat in deze rapportage de kaderrichtlijn water maatregelen worden beschreven. 1.3. Afbakening Deze tussentijdse evaluatie betreft alleen het GRP 2005-2014 van de gemeente Venray. Het rioleringsbeleid voor de dorpen Blitterswijck, Geysteren en Wanssum, die in het kader van een gemeentelijke herindeling per 1 januari 2010 worden samengevoegd met de gemeente Venray, wordt nog niet beoordeeld. De dorpen maken op dit moment nog onderdeel uit van de gemeente Meerlo-Wanssum die voor haar beheergebied een geldig gemeentelijk rioleringsplan heeft met een looptijd tot 2012. Uit een quick-scan van het rioleringsplan Meerlo-Wanssum is gebleken dat de uitgangspunten die zijn gehanteerd vrijwel overeen komen met die voor het GRP van Venray. Het volgende gemeentelijk rioleringsplan zal de kaders vaststellen voor de riolering van de totale nieuwe gemeente. Daarom wordt verwacht dat een samenvoeging van het rioleringsbeheer van beide gemeenten niet tot ingrijpende aanpassingen zal leiden. 1.4. Procedures Het vaststellen van deze tussentijdse evaluatie van het Gemeentelijk Rioleringsplan is een besluit dat door de gemeenteraad wordt genomen. Er is overleg gevoerd met Provincie Limburg, waterschap Peel en Maalvallei en het waterschapsbedrijf Limburg. Na vaststelling zal deze rapportage worden gezonden naar: - het waterschapsbedrijf Limburg; - het waterschap Peel en Maasvallei; - de VROM-Inspectie. 1.5. Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de belangrijkste doelen van het GRP 2005-2014 besproken en de beheeractiviteiten die daaruit voortkwamen geëvalueerd. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de stand van het rioolbeheer in Venray. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de beleidsontwikkelingen van de afgelopen jaren behandeld. In hoofdstuk 4 wordt een voorstel gedaan voor de bijstelling van het te voeren beleid naar aanleiding van de evaluatie en de ontwikkelingen in de beleidsomgeving. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de vereiste middelen om het rioleringsbeheer uit te kunnen voeren. In de bijlage is het kostendekkingsplan weergegeven.
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
1
2. EVALUATIE RIOLERINGSBELEID 2005-2008 2.1. Inleiding In het gemeentelijk rioleringsplan 2005-2014 is het rioleringsbeleid voor de planperiode vastgelegd. Deze tussentijdse evaluatie laat zien waar we staan bij de uitvoering van dat beleid. Allereerst worden de belangrijkste beleidsdoelen voor de evaluatie gerecapituleerd, waarbij wordt ingegaan op de haalbaarheid en wenselijkheid van de doelen gezien de ontwikkelingen in het vakgebied. Vervolgens wordt concreet gerapporteerd over de benoemde projecten en maatregelen, de organisatie en de financiën. Dit wordt aangevuld met een korte beschouwing over de resultaten van de Benchmark riolering waaraan de gemeente in 2008 heeft meegedaan.
2.2. Doelstellingen en speerpunten: wat hadden we ons voorgenomen? Voor de planperiode heeft Venray de volgende speerpunten voor het rioleringsbeleid geformuleerd: wateroverlast - het rioolstelsel van Venray moet binnen vijf jaar voldoen aan de hydraulische toets met een bui die een herhalingstijd heeft van twee jaar (bui 08 uit de Leidraad Riolering). reductie vuilemissie (milieumaatregelen) - om te voldoen aan de basisinspanning wordt in het eerste deel van de planperiode (t/m 2009) 2,5 procent van het aangesloten verharde oppervlak, afgekoppeld en een bergbezinkbassin gerealiseerd; - alle panden in het buitengebied zullen, waar dat doelmatig is, worden aangesloten op de riolering; - in nieuwbouwgebieden met woonfunctie wordt gestreefd naar 100 procent afkoppelen van verhard oppervlak. doelmatigheid en transparantie - om overlast voor de burger te beperken en kosten te minimaliseren wordt de uitvoering van werkzaamheden maximaal gecombineerd met andere activiteiten in de buitenruimte; - over het gevoerde en te voeren beleid wordt helder gecommuniceerd met bevolking en belangengroeperingen. samenwerking In de planperiode zal de samenwerking met de watersysteem- en de zuiveringsbeheerder verder worden verbreed. In het bijzonder waar het gaat om de optimalisatie van de afvalwaterketen èn de gevolgen van landelijke en Europese regelgeving voor de emissies uit het rioolstelsel van Venray is samenwerking een absoluut noodzakelijke voorwaarde. inzicht in functioneren Om meer inzicht te krijgen in het werkelijk functioneren van de riolering wordt een meetplan uitgevoerd. financiering In de periode na 2015 zullen veel meer riolen vervangen moeten worden dan nu het geval is. In de kostenberekeningen is rekening gehouden met fondsvorming, zodat wanneer de tijd daar is voldoende middelen beschikbaar zijn.
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
2
2.3.
Evaluatie: wat hebben we uitgevoerd?
wateroverlast Door het uitvoeren van een aantal (hydraulische) maatregelen èn het versneld afkoppelen van verhard oppervlak zal de gemeente per 2010 voldoen aan de hydraulische eisen. Daarmee voldoet Venray aan de gestelde eisen wat betreft wateroverlast vanuit de riolering. De hevige buien, die de afgelopen jaren zijn gevallen, hebben in de gemeente wel op een paar locaties voor enige wateroverlast gezorgd, met name rond de Matterhornlaan en in het noordoostelijk deel van Landweert. Het gaat hierbij om regenbuien die veel zwaarder zijn dan de buien met een voorkomen van eenmaal per twee jaar, het beschermingsniveau waaraan het stelsel in Venray moet voldoen. reductie vuilemissie (milieumaatregelen) Het afkoppelen van verhard oppervlak is sneller gegaan dan in het GRP aangenomen. Uitgangspunt was dat er tot 2010 2,5 procent afgekoppeld zou worden, zodat met de aanleg van een bergbezinkbassin, de basisinspanning per 2010 kon worden bereikt. Het jaarlijkse afkoppelpercentage ligt echter hoger dan verwacht waardoor het mogelijk is om 5 procent verhard oppervlak af te koppelen voor het eind van 2009. Er kan meegelift worden met het woningbouwprogramma waardoor meer afvoerend oppervlak afgekoppeld kon worden. In Venray is in de periode 2005-2008 per jaar 1 procent van het verharde oppervlak afgekoppeld, wat overeenkomt met 26.600 m2. Hiervan wordt ca 0,5 procent gerealiseerd door de gemeente Venray en wordt ca 0,5 procent verkregen door mee te liften met het woningbouwprogramma. Dit betekent dat de emissiedoelstellingen op een meer doelmatige wijze kunnen worden bereikt. Het waterschap Peel- en Maasvallei heeft aangegeven dat de gemeente de voor de basisinspanning geplande randvoorziening niet meer behoeft aan te leggen. Om de basisinspanning te bereiken moet in het rioolstelsel van Venray nog slechts de rioolvergroting aan de Westsingel worden uitgevoerd, die voor 2009 op de planning staat. In zijn 2005 alle percelen in het buitengebied, die nog ongezuiverd loosden, aangesloten op de riolering. doelmatigheid en transparantie In de afgelopen periode is er bij de uitvoering van de verschillende rioleringsprojecten op informatieavonden uitvoerig met de betrokken burgers overlegd en via nieuwsbrieven en internet gecommuniceerd. Ook het toepassen van afkoppeltechnieken maakt het nog meer noodzakelijk met om burgers en bedrijven in en om het plangebied te communiceren. Over afkoppelen is informatie op de gemeentelijke internetsite te vinden en er zijn flyers gemaakt. De werkwijze, die zo is ontstaan, zal ook in de toekomst bij het uitvoeren van rioleringsprojecten worden voortgezet. De noodzaak voor een algemeen communicatieplan is hiermee verdwenen. Het algemeen communicatieplan zal dan ook niet meer worden uitgevoerd. samenwerking De samenwerking van de gemeente met het waterschap en het waterschapsbedrijf verloopt goed. In samenwerking met de laatste partij is een optimalisatiestudie voor het gehele afvalwatersysteem uitgevoerd, waarmee een optimale afstemming van activiteiten in de afvalwaterketen wordt bereikt. inzicht in functioneren Het meetplan riolering is nog niet uitgevoerd omdat de prioriteit de afgelopen periode is gelegd bij de uitvoering van maatregelen als afkoppelen en het uitvoeren van een optimalisatiestudie. De noodzaak voor de uitvoering van het meetplan blijft bestaan, daarom zal nog in 2009 gestart worden met de uitvoering er van.
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
3
financiering Met de fondsvorming was volgens plan nog maar een beperkte aanvang gemaakt. Het verschil tussen inkomsten en uitgaven ten behoeve van de riolering heeft in de afgelopen periode geleid tot een positieve egalisatiereserve van circa EUR 400.000.- Volgens het kostendekkingsplan uit 2005 hadden we nu ca EUR 75.000,- negatief moeten staan. De financiële situatie is dus beter dan voorzien. 2.4.
Projecten en maatregelen
2.4.1. Rioolvergrotingen De verbeteringsmaatregelen om het rioolstelsel aan bui 08, herhalingstijd 2 jaar, te laten voldoen, zijn in uitvoering en zullen nog tot 2010 worden uitgevoerd. Tijdens het opzetten van het GRP 2005 waren enkele rioolvergrotingen uit het eerste GRP nog niet uitgevoerd. Oude Oostrumseweg (180 m ∅500 mm) en Westsingel (504 m ∅800 mm en 1.016 m ∅500 mm) waren nog niet uitgevoerd in 2005. De Oude Oostrumseweg is in 2006 gereconstrueerd en de reconstructie van de Westsingel zal in het voorjaar van 2009 van start gaan. 2.4.2. Afkoppelen en emissiereductie In 2005 was de gemeenteraad voorstander van afkoppelen boven maatregelen in of aan het rioolstelsel om te voldoen aan emissie eisen. Uiteindelijk werd gekozen voor 2,5 procent afkoppelen met de aanleg van één bergbezinkbassin, omdat het niet mogelijk werd geacht om 5 procent verhard oppervlak af te koppelen voor het eind van 2009. Het jaarlijkse afkoppelpercentage ligt echter hoger dan verwacht waardoor het mogelijk is om 5 procent verhard oppervlak af te koppelen voor het eind van 2009. Er kan meegelift worden met het woningbouwprogramma waardoor meer afvoerend oppervlak afgekoppeld kon worden. In Venray is in de periode 2005-2008 per jaar 1 procent van het verharde oppervlak afgekoppeld, wat overeenkomt met 26.600 m2. Hiervan wordt 0,5 procent gerealiseerd door de gemeente Venray en wordt 0,5 procent verkregen door mee te liften met het woningbouwprogramma. De gemeenteraad heeft om deze reden, met instemming van het waterschap, in 2007 besloten om het bergbezinkbassin niet aan te leggen en met de vrijgekomen middelen een subsidieregeling te starten voor particulieren, die hemelwater afkoppelen van het riool op eigen terrein. Met de subsidieregeling is een bedrag van €100.000.- per jaar voor een periode van vier jaar gemoeid. In deze periode kan voor dit bedrag minimaal 31.000 m2 door particulieren afgekoppeld worden. De regeling is op 30 maart 2008 ingegaan. In tabel 2.1 is een overzicht opgenomen van de resultaten tot januari 2009. Tabel 2.1 overzicht afkoppelsubsidie Aanmeldingen in 2008
47
2
m afgekoppeld
6750
subsidie in €
30.000
Totale kosten in €
33.000
In 9 maanden tijd is bijna de jaarhoeveelheid van 7750 m2 gehaald. Kostentechnisch is het resultaat echter nog veel bevredigender. Door meer aanvragen af te handelen in minder tijd zijn de overheadkosten slechts een tiende van de daadwerkelijk uitgekeerde subsidie. Voor het afkoppelen van openbare ruimte (de gemeentelijke afkoppelprojecten) zijn verschillende technieken toegepast. De meest gangbare technieken zijn Wadi’s (een laagte in het terrein die onder water loopt), infiltratieriolen en waterdoorlatende verharding. Bij de meeste projecten is gekozen voor de aanleg van een “lekke” rioolbuis voor de afvoer van hemelwater (het zogenaamde permeabel riool), die tegelijkertijd functioneert als infiltratie of drainagevoorziening richting grondwater. Zo’n infiltratieriool is bijvoorbeeld in 2007 in Veltum (Laurahof, Isabellahof, Lidwinahof, Cunerahof en Claudiahof) aangelegd. Ook in andere delen van Venray wordt er infiltratieriool aangelegd (Langstraat). Meestal wordt dit gecombineerd met de aanleg van een Wadi. Daarnaast is in de Mambostraat de standaard klinkerbestrating vervangen door waterdoorlatende verharding aangevuld met goed drainerend zand waarin draina-
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
4
ge is opgenomen. Bij hevige regenval ontstaat plasvorming op de straat. Daarom wordt deze methode in het vervolg in Venray niet meer toegepast. 2.4.3. Optimalisatiestudie In de periode 2005-2008 heeft de gemeente Venray samen met Waterschapsbedrijf Limburg een optimalisatiestudie (OAS) voor de afvalwaterketen uitgevoerd. Met de OAS wordt er ook in kaart gebracht wat er nodig is om aan de Kader Richtlijn Water (KRW) doelen te voldoen. Op basis van de uitkomsten is indicatief bepaald dat dit neer komt op het afkoppelen van circa 60-65 procent van het per 2005 op de riolering aangesloten afvoerend oppervlak. De waterkwaliteitsbeheerder heeft in 2008 in het Nieuw Limburgs Peil het waterkwaliteitsspoor vorm gegeven. De gemeente Venray is begonnen met het berekenen en afwegen van de maatregelen voor het waterkwaliteitspoor omdat Venray tussen 2009 en 2015 investeringen zal moeten doen als gevolg van de KRW. 2.4.4. Rioolvervanging en relining In de periode 2005-2008 is circa 1,5 km riolering vervangen of gerelined. Jaarlijks wordt er aan de hand van rioolinspecties bepaald of een riool gerelined moet worden of zelf vervangen. 2.5. Exploitatiekosten, de beheersbegroting In tabel 2. staan de geplande exploitatiekosten uit het kostendekkingsplan, dat bij het GRP 2005 hoort, met de gerealiseerde kosten uit de gemeentelijke administratie van Venray vergeleken. tabel 2.1. Geplande versus gerealiseerde exploitatiekosten in EUR 2005
Totaal
gepl. gereal.
2006
2007
935.008 1.061.365 1.038.656 1.119.666 1.032.075 1.223.951
2008
totaal
958.452 1.165.958
3.993.481 4.541.650
Over de periode 2005-2008 is er een overschrijding van de exploitatiekosten met circa EUR 550.000,De verschillen, zowel over- als onderschrijdingen, worden in de navolgende paragrafen verklaard. 2.5.1. Onderhoudskosten De overschrijding op deze post wordt verklaard uit het feit dat 30% van de kosten voor het straatvegen ten laste van het rioolrecht worden gebracht waarmee bij het opstellen van het kostendekkingsplan geen rekening is gehouden. Hierbij zijn 4 jaar lang jaarlijks voor € 150.000,- aan onderhoudskosten vergeten in het originele kostendekkingsplan. Dit is de belangrijkste verklaring voor de afwijkende exploitatiekosten. Hoewel de rechter bij juridische toetsing van begrotingen van diverse gemeenten in Nederland het toerekenen van een deel van de veegkosten aan het rioolrecht heeft toegestaan, is de onderbouwing in het geval van Venray discutabel om twee redenen. Het aandeel voor de riolering in de kosten voor het straatvegen is hoger dan de totale reinigingskosten van de riolering, waarmee de doelmatigheid van straatvegen om te besparen op rioolreiniging in twijfel mag worden getrokken. Anderzijds zal door het steeds verder voortschrijdende afkoppelen steeds minder straatoppervlak naar de riolering afwateren. Indien de straten niet meer geveegd worden dan is het verhogen van de kolken reinigingfrequentie van 2 naar 4 keer per jaar voldoende. De kosten van deze twee extra reinigingen bedragen €30.000. Een bijdrage aan het vegen van € 30.000 is derhalve te billijken. Een grotere bijdrage is niet vanuit rioolbeheer te verantwoorden.
2.5.2. Inspectiekosten Administratief worden de inspectiekosten niet onderscheiden van de reinigingskosten. Hierdoor kan geen goed beeld worden gevormd van de uitgaven die zijn gedaan ten behoeve van reiniging zonder
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
5
de inspectie. De totale kosten voor de periode 2005-2008 liggen lager dan de prognose. De reden hiervoor is de gunstig verlopen aanbesteding van het meerjarig inspectiebestek. 2.5.3. Organisatiekosten De kosten ten laste van projecten nemen daardoor evenredig toe. De organisatie is uitgebreid met 1 FTE. De kosten voor organisatie zijn € 368.068 (prijspeil 2004). De in de administratie geboekte organisatiekosten zijn minder hoog uitgevallen, omdat een deel van de uren van de extra FTE op projecten gezet worden. 2.6. Investeringen en kapitaallasten In tabel 2.2 zijn de investeringen weergegeven voor de periode 2005-2008. De geplande investeringen zijn de som van de vervangings- en verbeteringskosten uit het kostendekkingsplan van GRP 2005. De gerealiseerde investeringen komen uit het budgetoverzicht van de gemeente Venray. De totale investeringen zijn lager dan gepland. De voornaamste verschillen worden hieronder verklaard. tabel 2.2. Geplande versus gerealiseerde investeringen 2005
investeringen
gepl. gereal.
2006
1.102.583 2.272.955 907.833 973.452
2007
1.554.388 1.242.177
2008
1.338.070 1.280.100
totaal
6.267.996 4.403.562
vervangingskosten Uit de administratie kunnen de uitgaven ten behoeve van de vervanging van riolen en gemalen over de periode 2005-2008 niet worden afgeleid. Voor de riolen zijn de kosten ten laste van het budget “reparatie” gebracht. Ook enkele gemalen zijn vervangen uit beheersgelden. verbeteringskosten De verbeteringskosten zijn minder hoog uitgevallen omdat het voor 2006 geplande bergbezinkbassin niet is aangelegd. De kosten voor afkoppelen zijn vrijwel gelijk aan de prognose. Echter doordat er meegelift kon worden met het woningbouwprogramma, is er wel veel meer verhard oppervlak afgekoppeld. In 2008 zijn de kosten voor afkoppelen hoger omdat de afkoppelsubsidie beschikbaar is gekomen voor inwoners van Venray. kapitaallasten Ondanks de lagere investeringen in de afgelopen jaren zijn de kapitaallasten hoger dan geprognosticeerd (zie tabel 2.3). Dit wordt veroorzaakt door een herziening van de afschrijvingsmethode die is doorgevoerd vanwege regelgeving van het Rijk (Besluit Begroting en Verantwoording). Deze herschikking leidt op korte termijn tot hogere, maar op de langere termijn tot lagere kosten. tabel 2.3. Geplande versus gerealiseerde kapitaallasten 2005 1
Kapitaallasten gepl. gereal.2
2006
2007
1.746.338 1.930.051 1.986.717 1.788.881 1.881.915 1.947.891
2008
totaal
1.990.722 7.653.828 2.090.667 7.709.354
2.7. Inkomsten De inkomsten uit het rioolrecht zijn de afgelopen jaren licht hoger geweest dan in het GRP aangenomen (zie tabel 2.4), dit ondanks het achterblijven van het aantal heffingseenheden (zie 6). De reden hiervoor zijn extra inkomsten door niet verwachte incidentele lozingen zoals bronneringswater bij bouwprojecten.
1
kapitaallasten oud, kapitaallasten vervanging en kapitaallasten verbetering
2
rente en afschrijving
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
6
tabel 2.4. Geplande versus gerealiseerde inkomsten 2005
inkomsten
gepl. gereal.
2006
2007
2008
totaal
2.473.992 2.565.663 2.749.816 2.926.216 2.444.217 2.577.702 2.808.783 2.976.401
10.715.687 10.807.103
tabel 2.5. Aantal heffingseenheden rioolrecht per eenheid heffingseenheden kwijtscheldingen heffingseenheden inkomsten heffingseenheden totaal prognose heffingseenheden GRP
2005
2006
2007
2008
€147,79 284 16.539 16.822 16.768
€155,99 231 16.525 16.756 16.893
€164,64 253 17.060 17.313 17.631
€173,77 243 17.128 17.371 18.219
2.8. Saldo en egalisatiereserve Het totaal aan uitgaven en investeringen was de laatste jaren lager dan geprognosticeerd in het GRP, terwijl de inkomsten iets hoger waren dan gepland. De uitkomst is dat de egalisatiereserve hoger staat dan gepland. De stand per 1 januari 2009 is € 424.186,- positief. 2.9. Benchmark riolering: Waar staan we? In 2005 heeft de gemeente Venray meegedraaid in het onderzoek “Benchmark rioleringszorg” dat werd uitgevoerd onder toezicht van de Stichting Rioned. De belangrijkste conclusies uit het benchmarkonderzoek zijn als volgt: -
-
-
Uit de scores van de kritische prestatie-indicatoren blijkt dat de rioleringszorg in de gemeente Venray een hoog niveau heeft. Alleen op het gebied “toestand en functioneren” (aantal knelpunten) wordt (nog) slecht gescoord. De gemeente heeft duidelijk gekozen voor een regierol ten aanzien van de rioleringszorg. Ondanks een lager dan gemiddeld aantal fte's (gerelateerd aan de lengte van de riolering) opereert de organisatie klant- en doelgericht en is efficiënt. Opvallend zijn de hoge kapitaallasten per inwoner. Aanbevolen wordt de methodiek van financiering te evalueren en daarbij met name te letten op de hoog oplopende rentelasten.
Deze conclusies zijn eind 2005 geformuleerd, toen de maatregelen voor de verbetering van het functioneren nog uitgevoerd moesten worden. Inmiddels zijn vrijwel alle hydraulische knelpunten weggewerkt. Het behaalde serviceniveau geeft geen aanleiding om het aantal fte’s uit te breiden. Mogelijk dat dit bij een uitbreiding van het areaal met drie dorpen wel aan de orde komt. Voor wat betreft de hoge kapitaalslasten per inwoner kunnen we stellen dat we in Venray een lange afschrijvingstermijn toepassen. Dit zorgt voor een lagere stijging van het rioolrecht. Doordat het afbetalen wel langer duurt zullen de kosten over langere termijn (60 jaar) wel hoger uitvallen. Het toepassen van een langere afschrijvingstermijn heeft te maken met een betere bodemstabiliteit dan in andere delen van Nederland. In 2010 moet elke gemeente verplicht meedoen aan de Benchmark rioleringszorg. Dan zal Venray de rioleringszorg ook weer doorlichten.
2.10. Conclusies evaluatie Conclusies Het rioolbeheer in de gemeente Venray staat er goed voor. De afgelopen jaren is volgens planning gewerkt, waarbij met name door het grote succes van het afkoppelen van verhard oppervlak flinke maatschappelijke winst is behaald. Het uitgevoerde Benchmark onderzoek laat zien dat de gemeente temidden van andere gemeenten er goed voor staat. Belangrijk aandachtspunt is wel de relatief kleine Witteveen+Bos organisatie die zich met het rioleringsbeheer bezig houdt. 7 VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
3. ONTWIKKELINGEN 3.1. Inleiding De laatste jaren is er op verschillende overheidsniveaus een aantal ontwikkelingen geweest die van grote invloed zijn op het rioleringsbeleid en die aanleiding zijn om de beleidsuitgangspunten voor het rioleringsbeleid in Venray gedeeltelijk te heroverwegen. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste ontwikkelingen en hun (mogelijke) gevolgen voor het rioleringsbeleid beschreven. 3.2.
Beleid
3.2.1. Wet gemeentelijke watertaken: van één naar drie zorgplichten Op 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken in werking getreden. In deze wet, die een wijziging op de Gemeentewet, de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer inhoudt, wordt een tweetal nieuwe zorgplichten voor gemeenten vastgelegd. De bestaande zorgplicht riolering (afvalwater) van de gemeente is nu aangevuld met een zorgplicht voor het afvloeiend hemelwater en grondwater. Voorkeursvolgorde omgaan met afvalwater 1. het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt; 2. verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt; 3. afvalwaterstromen worden gescheiden gehouden, tenzij het niet gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater; 4. huishoudelijk afvalwater en, voor zover doelmatig en kostenefficiënt, afvalwater dat daarmee wat biologische afbreekbaarheid betreft overeenkomt worden ingezameld en naar een afvalwaterzuiveringinrichting (awzi) getransporteerd; 5. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel 4 zo nodig na retentie of zuivering bij de bron, wordt hergebruikt; 6. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel 4 lokaal, zo nodig na retentie of zuivering bij de bron, in het milieu wordt gebracht 7. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel 4 naar een awzi wordt getransporteerd.
Met de inwerkingtreding van deze wet, is er ook een nieuwe belastingbevoegdheid. Tot 2010 kunnen gemeenten rioolrecht heffen. Vanaf 2010 kan alleen de nieuwe belasting geheven worden. Hiervoor dient het kostendekkingsplan te worden aangepast. De nieuwe belastingbevoegdheid is de rioolheffing. Hieraan zijn de kosten verbonden voor het inzamelen van afvalwater, inzamelen van hemelwater en treffen van maatregelen om nadelige gevolgen van grondwaterstanden te voorkomen. De rioolheffing kan als twee afzonderlijke belastingen geheven worden: één voor afvalwater en één voor hemelwater en grondwater. 3.2.2. Kader Richtlijn Water De Europese Kaderrichtlijn Water was al van kracht bij het opstellen van het GRP. Echter de invulling daarvan voor de provincie Limburg is meer recent gereed gekomen. In praktijk betekent deze invulling dat de lozingen vanuit gemengde riolering op beken en andere wateren met een hoog ecologisch potentieel zeer sterk gereduceerd moeten worden. De modelmatige invulling van dit beleid is gebeurd bij de optimalisatiestudie in 2006. Naar het zich laat aanzien moet voor 2027, het laatste ijkjaar van de KRW, 60 tot 65 procent van het afvoerend oppervlak van het gemengde stelsel afgekoppeld worden, danwel een combinatie van een lager percentage afkoppelen met de aanleg van groene bergingen achter één of meer overstorten.
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
8
3.2.3. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) In 2004 is het BBV van kracht geworden, waarin wordt vastgelegd hoe gemeenten en provincies begrotings- en verantwoordingsstukken op moeten stellen. De toepassing van de regelgeving heeft met name voor de financiële verantwoording van het rioleringsbeleid voor veel discussies en vragen gezorgd. Uiteindelijk heeft dat er toe geleid dat in juli 2007, door de commissie BBV speciaal voor het rioleringsbeheer een aparte notitie is opgesteld met daarin zowel dwingende voorschriften als adviezen voor de inrichting van kostendekkingsplannen en de jaarlijkse rapportages. Het financiële beleid rondom riolering en rioleringsbeheer in Venray zoals dat was vastgelegd in het GRP voldoet niet aan de eisen van het BBV. Vandaar dat de afgelopen periode het financiële beleid is aangepast. Het gaat hier met name om het afschrijvingsbeleid. Per 1 januari 2009 zal het rioolfonds worden omgezet naar een egalisatiereserve.
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
9
4. TOEKOMSTVISIE EN ACTIVITEITENPROGRAMMA 2009-2014 4.1. Inleiding Het rioleringsbeleid voor Venray zoals dat is vastgelegd in het GRP 2005-2014 is grotendeels succesvol geweest. Toch is op een aantal punten bijstelling gewenst. Met de hier voorgestelde aanpassing in de strategie kan worden voldaan aan de eisen die voortkomen uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en wordt ook op de lange termijn een degelijk beheer van de riolering in Venray gegarandeerd. 4.2. Beleid De volgende beleidsuitgangspunten en doelen uit het GRP blijven onverkort staan: -
Het rioolstelsel van Venray zal voor 2010 voldoen aan de hydraulische eis, waarbij een bui die één maal per twee jaar voorkomt niet leidt tot wateroverlast (bui 08 uit de Leidraad Riolering); het rioolstelsel zal voor 2010 voldoen aan de eisen van de basisinspanning; in nieuwbouwgebieden met een woonfunctie wordt gestreefd naar 100% afkoppelen van het verharde oppervlak; om overlast voor de burger te beperken en kosten te minimaliseren wordt de uitvoering van werkzaamheden maximaal gecombineerd met andere activiteiten in de buitenruimte; over het gevoerde en te voeren beleid wordt helder gecommuniceerd met bevolking en belangengroeperingen.
Nieuw zijn de volgende zaken: hemelwaterbeleid en afkoppelen Daarnaast wordt het beleid met betrekking tot afkoppelen in bestaand stedelijk gebied versterkt. Het afkoppelen zal doorgaan tot 2027 om te kunnen voldoen aan de eisen van de KRW. Hiervoor dient er jaarlijks 0,5 % van het afvoerend verharde oppervlak afgekoppeld te worden van het gemengde rioolstelsel. Om dit te kunnen bereiken is afkoppelen van openbaar oppervlak niet voldoende, maar zal ook het afkoppelen van particuliere oppervlakken maximaal moeten worden bevorderd. Bij verordening zal worden vastgelegd dat hemelwater in principe niet meer op de riolering mag worden geloosd. Voor nieuwbouw geldt dat voor 100% en per direct, voor bestaande bouw wordt een overgangsperiode vastgelegd. Bij bestaande bouw mag er vanaf 2015 niet meer dan 50% van het dakoppervlak aangesloten zijn op de riolering. Voor particulieren geldt dat het hemelwater van tuinverharding en terras voor 100% in de tuin geïnfiltreerd dient te worden. Bedrijfsmatige terreinverharding, die mogelijk vervuild is, mag afwateren naar de riolering. Hier is echter wel de hemelwaterheffing op van toepassing; grondwater De nieuwe zorgplicht voor het grondwater in de gebouwde omgeving van Venray zal niet leiden tot ingrijpende veranderingen. Vrijwel overal in Venray staat het grondwaterpeil op zodanig laag niveau dat burgers en bedrijven daarvan geen hinder ondervinden. Mocht in de toekomst blijken dat te hoge of te lage grondwaterstanden de leefomgeving negatief beïnvloeden dan zal de gemeente in openbaar gebied voorzieningen (zoals drainage en afvoerriolen) aanleggen waarop burgers overtollig grondwater kunnen lozen, zodat zij het grondwaterprobleem op eigen terrein op kunnen lossen. Vooralsnog worden hiervoor geen grote investeringen verwacht. Voor het beschrijven van de reikwijdte van de grondwaterzorgplicht, zoals vermeld in de nieuwe wet gemeentelijke watertaken, zullen we gezond boeren verstand omzetten in regelgeving (verordening). In een verordening wordt vastgelegd dat in gebieden met een woonbestemming en winkel- en bedrijfsgebieden een grondwaterstand van 0,7m onder maaiveld (gemeten van de kruin van de weg)acceptabel is. Een hogere grondwaterstand is incidenteel toegestaan. Indien deze grondwaterstand mee dan 30 dagen per jaar of een aaneengesloten periode van 15 dagen wordt overschreden is er sprake van structurele overlast. Indien deze overlast optreedt bij meer dan vijf woningen of gebouwen is het doelmatig om hiervoor een voorziening te treffen.
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
10
4.3.
In te zetten middelen en uit te voeren maatregelen
4.3.1. Afkoppelen Om aan de eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water te voldoen moet de emissie uit riooloverstorten in Venray teruggedrongen worden. Dit kan gerealiseerd worden door de berging in het riool te vergroten (door grotere buizen in het riool of groene buffers achter de riooloverstorten) of door het afkoppelen van verharde oppervlakken. Voor Venray is gekozen voor de volgende aanpak: -
per jaar wordt 0,75 % van de openbare ruimte afgekoppeld; bij verordening worden particuliere eigenaren verplicht 50% van hun verharde oppervlak af te koppelen voor 2015; de subsidie, die per 2008 is ingesteld voor particulieren die op eigen terrein afkoppelen, wordt afgebouwd en eindigt uiterlijk in 2011, de totale subsidiesom blijft € 400.000,- ; om particulieren ook op de lange termijn te stimuleren af te koppelen wordt in 2009 de rioolheffingsverordening wordt aangepast; de riooloverstorten binnen het masterplan Loobeekdal worden voor 2015 aangepakt. Er wordt ingezet op de aanleg van groene berging achter één of meer overstorten per 2014 in het Loobeekdal.
In het bij het GRP 2005-2014 horende rapport “Afkoppelkansenkaart” staan de richtlijnen voor het afkoppelen van verhard oppervlak en is aangegeven welk verhard oppervlak afgekoppeld kan en mag worden. Er dient afgekoppeld te worden volgens de ‘Beslisbomen verantwoord afkoppelen van regenwater’ van het Zuiveringsschap Limburg. 4.3.2. Aanpassing verordening rioolheffing De bestaande rioolrechtverordening zal worden omgezet in een verordening rioolheffingen, waarin de heffing in vier delen wordt gesplitst (zie afbeelding 4.1) : - een aansluitheffing afvalwater, die in principe voor ieder pand in Venray geldt; - een afvoerheffing afvalwater, die is gekoppeld aan het aantal lozingseenheden of de gezinssamenstelling. Deze heffing is gelijk aan de huidige regeling; - een vastrecht voor hemelwater, waarmee de kosten worden gedekt, die moeten worden gemaakt voor de voorzieningen in openbaar gebied ten behoeve van de inzameling en afvoer van hemelwater; - een afvoerheffing hemelwater, gerelateerd aan de grootte van het aangesloten afvoerend oppervlak van percelen. Door 100% af te koppelen kunnen particulieren deze heffing tot nul reduceren.
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
11
afbeelding 4.1 opbouw rioolheffing
Opbouw rioolheffing BeÏnvloedbaar door afkoppelen
aansluitheffing afvalwater afvoerheffing afvalwater aansluitheffing hemelwater afvoerheffing hemelwater
4.3.3. Masterplan Loobeekdal Uit de OAS is gebleken dat er circa 60-65% afgekoppeld moet worden om de KRW doelen via afkoppelen te realiseren. Omdat het niet haalbaar is een dergelijk groot percentage afkoppelen te realiseren voor 2027 zullen er ook beperkt andere maatregelen nodig zijn. In het masterplan Loobeekdal zullen maatregelen getroffen worden bij de overstorten (groene buffers) die samen met afkoppelprojecten in het bemalingsgebied van deze overstorten er toe leiden dat dit deel van de gemeente in 2015 voldoet aan de KRW doelstelling. 4.3.4. Voorkomen van wateroverlast In 2009 zal het project “Westsingel” worden uitgevoerd waarmee het rioolstelsel van Venray voldoet aan de hydraulische eisen, zodat de kans op wateroverlast vanuit de riolering beperkt wordt tot het vastgestelde beschermingsniveau. Nabij de Matterhornlaan zal het rioolstelsel gewijzigd worden om wateroverlast bij hevige buien te voorkomen. In het noordoostelijk deel van Landweert zal door afkoppelen wateroverlast bestreden worden. 4.3.5. Vergroten inzicht in feitelijk functioneren In 2009 zal een begin worden gemaakt met de uitvoering van het meetprogramma aan de riolering. Op deze wijze wordt inzicht verkregen in het werkelijk functioneren van de riolering, zodat bepaald kan worden of de aanleg van groene buffers noodzakelijk is en zo ja waar die het best kunnen worden aangelegd. 4.4. Beheer De evaluatie over de beheeractiviteiten van de afgelopen periode heeft geen aanleiding gegeven het beheer bij te stellen. 4.5. Aanleg riolering in nieuwbouwwijken In nieuwbouwwijken heeft vrijvervalriolering altijd de voorkeur, dus er komen geen of zo weinig mogelijk gemalen. Nieuwbouw is altijd voorzien van een gescheiden stelsel. Het hemelwater van het openbare
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
12
gebied wordt bij voorkeur in de wijk geïnfiltreerd. Waarmogelijk gebeurt dit met wadi’s, maar ondergrondse infiltratie via buizen is ook mogelijk. Op particulier gebied wordt het hemelwater geïnfiltreerd op de eigen kavel. Alleen als dat niet mogelijk is, zullen openbare voorzieningen worden aangelegd waarop kan worden aangesloten. Dit geldt ook voor inbreidingen in bestaand gebied. 4.6. Instrumenten Om het beleid te effectueren zullen in 2009 de volgende verordeningen worden opgesteld of gewijzigd: - hemelwaterverordening; - grondwaterverordening; - verordening rioolheffingen. De beoogde ingangsdatum voor alle verordeningen is 1 januari 2010. 4.7. Financiën De interpretatie van de BBV van de provincie Limburg heeft geleid tot een wijziging van de afschrijvingsmethodiek. Het kostendekkingsplan, dat bij het GRP behoort, gaat nog uit van een afschrijving op investeringen van 10 jaar annuïtair en vervolgens 50 jaar lineair. Met ingang van 1 januari 2007 is dat gewijzigd in 60 jaar lineair. Dit leidt er toe dat de kapitaallasten de eerste tien jaar hoger zijn dan in het GRP berekend is. Overigens zijn de afschrijvingen op alle bestaande investeringen ook boekhoudkundig omgezet, wat heeft geleid tot hogere kapitaallasten in 2008. Het beleid van Venray is dat bij investeringen in het jaar van de investering een half jaar rentekosten worden geraamd. Per 1 januari 2010 zal het rioolfonds worden omgezet naar een reserve.
4.8. Communicatie Het grootschalig afkoppelen bij vrijwel alle vervangingsinvesteringen in de riolering heeft geleid tot een toename van de communicatie inspanningen bij de uitvoering van projecten. Dit zal de komende periode worden voortgezet. Daarnaast zal de introductie van de nieuwe verordening rioolheffingen, met daarin de hemelwaterheffing, uitgebreid ondersteund worden met een publiekscampagne.
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
13
5. MIDDELEN EN KOSTENDEKKING 5.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de middelen die nodig zijn om het rioleringsbeheer uit te kunnen voeren door het GRP kostendekkend te maken. In de bijlage is een volledig kostendekkingsplan opgenomen. 5.2. Kosten Aan de hand van de administratie van de gemeente Venray over de periode 2005 tot en met 2008 zijn de werkelijke kosten voor deze periode ingevuld. Ten opzichte van de planning in 2005 hebben er enkele veranderingen plaatsgevonden om het kostenoverzicht beter te laten aansluiten op de administratie en de begroting van de gemeente Venray. inspectiekosten De inspectiekosten bestaan uit de inspectie en het reinigen van de riolering en de stortkosten van het vrijkomende slib. Conform het bestaande kostendekkingsplan is het langjarig gemiddelde uit het beheersysteem ingevoerd. Hierbij is uitgegaan van jaarlijkse kosten EUR 12.600,- voor inspectie, EUR 36.800,- voor reinigen en EUR 12.600,- voor stortkosten. onderhoudskosten De onderhoudkosten zijn de kosten voor reparaties, schoonhouden, onderzoek, kolken zuigen, stortkosten kolken, onderhoud gemalen en bergingsvijvers. Aan de hand van het gemiddelde van de afgelopen periode zijn de kosten voor de verdere looptijd bepaald. Om het kostendekkingsplan te laten aansluiten op de kostenplaatsen in de begroting van de gemeente Venray is er voor gekozen om het reinigen onder onderhoudskosten te veranderen in schoonhouden. De bijdrage vanuit het rioolrecht aan het schoonhouden van wegen wordt per 1 januari 2010 verlaagd tot € 30.000,-. vervangingskosten De vrijvervalriolen, persleidingen en de civiele onderdelen van gemalen en drukriolering hebben een gemiddelde levensduur van 60 jaar. De elektromechanische onderdelen van drukriolering en gemalen hebben een gemiddelde levensduur van 15 jaar. In de vervangingskosten van riolering zit 50 % van de verhardingskosten opgenomen. In 50 % van de projecten is het mogelijk de planning van onderhoud aan wegen en riolen gelijk te trekken. verbeteringskosten De verbeteringskosten zijn aangepast met de kosten van niet uitgevoerde maatregelen en nieuw uit te voeren maatregelen. Om de KRW doelen te halen blijft de gemeente tot en met 2027 afkoppelen voor EUR 135.000,- per jaar. Ook zullen er in 2014 binnen de reconstructie van de het Loobeekdal een drietal groene buffers worden aangelegd. Hiervoor is EUR 1.000.000,- gereserveerd binnen het GRP, het restantbedrag van EUR 500.000,- zal via subsidies (synergiegelden) beschikbaar moeten komen. organisatiekosten De organisatiekosten omvatten de kosten voor personeel en organisatie en de doorbelaste organisatiekosten. Voor de doorbelaste organisatiekosten is uitgegaan van EUR 57.209,- en voor de personeel en organisatiekosten EUR 296.000,-. kapitaallasten De werkelijke kapitaallasten van 2005 tot en met 2007 en de begrote kapitaallasten van 2008 zijn opgenomen in de berekeningen van het rioolrecht. De kapitaallasten bestaan uit drie onderdelen: 1. kapitaallasten op investeringen voor 2005; 2. kapitaallasten op investeringen gedaan in de periode 2005-2008;
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
14
3. prognoses voor de kapitaallasten op investeringen na 2008. Zowel de verbeteringsmaatregelen als vervangingskosten worden via kapitaallasten gefinancierd. Door het niet of later uitvoeren van verbeteringsmaatregelen en het niet of later vervangen van riolering worden de kapitaallasten minder dan geprognosticeerd. exploitatiekosten Onder de exploitatiekosten vallen de kosten voor water, energie, telefoon, verzekeringen, contributies en donaties, kantinekosten en huur/lease. Het jaarlijkse bedrag van EUR 121.000,- dat hiervoor stond is ongemoeid gebleven. 5.3.
Kostendekking
5.3.1. Uitgangspunten In het kostendekkingsplan worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: - rentepercentage 5%; - inflatie 2%; - omzetbelasting 19% - er wordt lineair afgeschreven, waarbij in het jaar van investeren wordt begonnen rentedoorbelasting. Als afschrijvingstermijnen worden gehanteerd: - (vrijverval) riolering en permeoriolen - persleidingen - drukrioleringsgemalen - gemalen elektrisch/mechanisch - gemalen civieltechnisch
60 jaar 60 jaar 15 jaar 15 jaar 60 jaar
5.3.2. Heffingseenheden Uit de evaluatie is gebleken dat het aantal heffingseenheden achterloopt op de prognoses. De toename die bij het opstellen van het GRP nog werd voorzien zal niet gehaald worden. Voor de doorrekening wordt daarom nu voor de langere termijn uitgegaan van netto 17.350 heffingseenheden voor de rioolheffing. In tabel 5.1 wordt de prognose van het aantal heffingseenheden weergegeven. Tabel 5.1 ontwikkeling heffingseenheden jaar
aantal heffingseenheden
2009 2010 2011 2012 2013
17.200 17.250 17.300 17.350 17.350
5.3.3. Ontwikkeling rioolheffing De voorgestelde bijstelling van het beleid is niet van invloed op de hoogte van de rioolheffing zoals die is voorgesteld in het GRP 2005(zie ook tabel 5.2). Met de geplande stijging van het tarief kunnen de kosten tot en met 2014 worden gedekt. In bijlage I is het volledige kostendekkingsplan opgenomen. Tabel 5.2 ontwikkeling rioolheffing planperiode jaar
2009 2010 2011
rioolheffing in €
183,41 193,58 204,32
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
15
jaar
rioolheffing in €
2012 2013 2014
215,65 227,61 240,13
5.3.4. Differentiatie in rioolheffing Bij de rioolheffing in tabel 5.2 is uitgegaan van zogenaamde heffingeenheden. Voor het grootste deel bestaan deze heffingseenheden uit meerpersoonshuishoudens. In de huidige rioolrechtverordening wordt onderscheid gemaakt tussen rioolrecht voor eigenaren, het zogenaamde aansluitrecht, en een rioolrecht voor gebruikers. Deze laatste wordt onderverdeeld is eenpersoonshuishoudens, meerpersoonshuishoudens en bedrijven. Voor bedrijfsmatige lozingen geldt een tarief per 500 m3 geloosd afvalwater. In de nieuwe rioolheffingsverordening, die per 1 januari 2010 van kracht wordt, zal de volgende onderverdeling worden aangebracht: 1. aansluitrecht afvalwater € 40,3 2. afvoerrecht afvalwater per eenheid van 500 m € 112,3. aansluitrecht hemelwater € 40,4. afvoerrecht hemelwater per eenheid van 200 m2 € 1,50 De totale heffing voor een meerpersoonshuishouden in 2010 wordt daarmee € 194,-. In de loop van de tijd neemt het afvoerrecht hemelwater toe tot € 21,08 per eenheid van 200m 2 in 2027. De hoogte van dit bedrag wordt bepaald door de investeringen die de gemeente tot 2027 moet doen om te voldoen aan de eisen uit de KRW. Als huishoudens besluiten af te koppelen betekent dit minder investeringen voor de gemeente en daarmee het vervallen van het onderdeel afvoerrecht. Bij de berekening van de hoogte van het afvoerrecht is uitgegaan van 14.000 woningen en 100 bedrijven die aangesloten zijn op een gemengd rioolstelsel. In de afbeeldingen 5.1 tot en met 5.3 is de verdeling van de verschillende onderdelen van de rioolheffing aangegeven voor de jaren 2010, 2014 en 2027 voor een meerpersoonshuishouden dat niet afgekoppeld is. Hierin is zichtbaar dat het afvoerrecht hemelwater door de jaren heen een steeds groter deel wordt van de totale heffing. Een huishouden dat in 2010 afkoppelt heeft in 2027 € 175,- bespaard. afbeelding 5.1 verdeling rioolheffing voor meerpersoonshuishouden
Opbouw rioolheffing 2010 1,46 40
40
aansluitrecht afvalwater afvoerrecht afvalwater aansluitrecht hemelwater afvoerrecht hemelwater
112
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
16
afbeelding 5.2 verdeling rioolheffing voor meerpersoonshuishouden Opbouw rioolheffing 2014 € 4,53 = 1,89% € 49,08 = 20,44%
€ 49,08 = 20,44%
aansluitrecht afvalwater afvoerrecht afvalwater aansluitrecht hemelwater afvoerrecht hemelwater
€ 137,43 = 57,23%
afbeelding 5.3 verdeling rioolheffing voor meerpersoonshuishouden Opbouw rioolheffing 2027 € 21,08 = 5,81% € 71,15 = 19,62%
€ 71,15 = 19,62%
aansluitrecht afvalwater afvoerrecht afvalwater aansluitrecht hemelwater afvoerrecht hemelwater
€ 199,23 = 54,94%
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
17
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
18
6. VERKLARENDE WORDENLIJST
RWZI CIW GRP GVK HWA IT-riool KRW retentie
Rioolwaterzuiveringsinstallaties; Commissie Integraal Waterbeheer; Gemeentelijk rioleringsplan; Glasvezel versterkt kunststof; Hemelwater afvoer; Infiltratie transport riool; Europese kaderrichtlijn water; Tijdelijk vasthouden/bergen van water om het water vertraagd af te voeren;
termen
definities
aansluitvergunning
vergunning Wvo die wordt afgegeven door het zuiveringsschap voor de aansluiting op de afvalwaterzuiveringinrichting (RWZI) een wijziging van de structuur van de buiswand als gevolg van (bio)chemische of mechanische processen alle water waarvan de houder zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen (opmerking: hieronder wordt dus ook afvloeiend regenwater begrepen) het naar de riolering afwaterende oppervlak term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren voor een Wvo- of aansluitvergunningaanvraag opgesteld document (tekening + toelichting en berekeningen) met de huidige situatie van de riolering en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt verwijderd reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slib afzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden de inhoud van de riolering uitgedrukt in m3 of mm de vermindering van berging door permanente vulling in de riolering als gevolg van verzakkingen en het transport van het afvalwater de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het (DWA) rioolstelsel wordt afgevoerd riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen zie vuilwaterrioolstelsel onderdeel van het tweesporenbeleid van waterkwaliteitsbeheerders gericht op het tot een bepaald niveau terugbrengen van de emissies (vuiluitworp) uit een rioolstelsel, ongeacht de werkelijke waterkwaliteit rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel, meestal op oppervlaktewater rioolstelsel, waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd rioolstelsel, waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd waarbij van de leer van de praktische toepassing van waterbeweging
aantasting afvalwater
afvoerend oppervlak basisinspanning
basisrioleringsplan
bemalingsgebied bergbezinkbassin
berging bergingsverlies droogweerafvoer drukriolering dwa-rioolstelsel emissiespoor
externe overstort gemengd rioolstelsel gescheiden rioolstelsel
hydraulisch
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
19
termen
hydraulische berekening ingrijpmaatstaf inspectie lekkage onderhoud onderzoek
overstorting overstortput pompovercapaciteit
randvoorziening
regenwaterriool regenwaterrioolstelsel renovatie
reparatie riolering riool
rioolwaterzuiveringinrichting (RWZI) RWA-riool RWA-rioolstelsel verbeterd gescheiden
verbeteren vervangen
visuele inspectie
vrijvervalriool
definities
gebruik wordt gemaakt het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel grenstoestand waarbij ingrijpen in de actuele toestand noodzakelijk is en waarbij maatregelen moeten worden opgesteld het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand het intreden of uittreden van water via voegen, scheuren, langs inlaten of door de buiswand herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering de lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater rioolput voorzien van een overstortdrempel het deel van de pompcapaciteit dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het (poc) andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel die als doel heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen riool alleen bestemt voor de inzameling en het transport van neerslag rioolstelsel alleen bestemt voor de inzameling en het transport van neerslag herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een ingrijpende toestandswijziging wordt doorgevoerd om zo op technische staat van nieuwe aanleg te komen herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een beperkte toestandswijziging wordt doorgevoerd het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater rioolput constructie toegang gevend tot het riool stelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg) het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater zie regenwaterriool zie regenwaterrioolstelsel rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grotere regenbuien naar gescheiden rioolstelsel oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilende deel van de neerslag wordt ‘geborgen’ in de riolering en naar de zuivering afgevoerd het aanpassen van het oorspronkelijke functioneren herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren (reinigen) van de onderhoudstoestand van de onderdelen van de riolering riool waardoor afvalwater door middel van de zwaartekracht wordt getransporteerd
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
20
termen
definities
vuilemissie vuiluitworp
zie vuiluitworp het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel op het oppervlaktewater via overstorten. Hierbij kan gedacht worden aan biologisch afbreekbare stoffen die bij afbraak in het water zuurstof verbruiken (BZV/CZV) aan stikstof en fosfaten en aan zware metalen riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag rioolstelsel voor de inzameling en het transport van huishoudelijk- en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag grenstoestand waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek nodig is afstand tussen de maximaal in de riolering optredende waterstand bij een vastgestelde maatgevende bui en het maaiveld het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau doelstelling voor de kwaliteit van een oppervlaktewater nodig om dat water een bepaalde functie te kunnen laten vervullen het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of schade wordt ondervonden de wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw- of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid het intreden van zand via buisverbindingen of scheuren
vuilwaterriool vuilwaterrioolstelsel waarschuwingsmaatstaf waking water op straat waterkwaliteitsdoelstelling wateroverlast wortelingroei zandinloop
Witteveen+Bos VEN37-1 Gemeentelijk Rioleringsplan 2005 tot en met 2014 tussentijdse evaluatie versie 30-1 concept d.d. 30 januari 2009
21