Gemeentelijk Rioleringsplan Deventer 2010-2015
www.deventer.nl
Inhoudsopgave SAMENVATTING 1. INLEIDING 1.1. Aanleiding 1.2. Doelstelling 1.3. Geldigheidsduur 1.4. Totstandkoming 1.5. Leeswijzer 2. WETTEN EN REGELS 2.1. Inleiding 2.2. Europees 2.3. Nationaal 2.4. Regionaal 2.5. Lokaal 2.6. Nieuwe wet- en regelgeving komende planperiode 2.7. Samenvatting 3. EVALUATIE GRP 2005-2010 EN UITGEVOERDE MAATREGELEN 3.1. Inleiding 3.2. Onderzoek en beleid 3.3. Beheer, onderhoud en uitvoering 3.4. Maatregelen 3.5. Overdracht waterpartijen 3.6. Vergunningen 3.7. Verordeningen 4. STRATEGIE EN UIT TE VOEREN MAATREGELEN 2010-2015 4.1. Inleiding 4.2. Doelen voor de planperiode 4.3. Beleidskeuzes stedelijk afvalwater, regen- en grondwater 4.4. Gevolgen Wabo en Waterwet voor vergunningverlening 4.5. Maatregelen 4.6. Onderhoudsmanagement gemalen 4.7. Afkoppelen verhard oppervlak 4.8. Meetnet grondwater en riolering 4.9. Benchmark riolering 4.10.Communicatie 5. FINANCIËN 5.1. Kosten 5.2. Investeringsprogramma 5.3. Inkomsten 5.4. Instandhouden kapitaalgoederen 5.5. Egalisatievoorziening 5.6. Kostendekking bijlagen I Afkortingen en begrippen II Tabel lozingswerken III Overzicht rioolvervangingen
2|
5 8 8 8 8 8 8 8 8 8 9 13 14 14 17 20 20 20 23 25 27 27 27 29 29 29 29 35 35 39 39 41 41 41 43 43 44 45 45 47 47
|3
4|
Samenvatting In de afgelopen jaren zijn diverse wetten gewijzigd. Zo heeft de gemeenten per 1 januari 2008 drie afzonderlijke zorgplichten gekregen voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Dit is een uitbreiding van de oude zorgplicht voor het stedelijk afvalwater, inclusief hemelwater. Naast deze verbrede zorgplicht spelen de Europese Kaderrichtlijn Water, het Nationaal Bestuursakkoord Wateractueel, herijking van het regenwaterbeleid, de Waterwet, de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) en de Wet op de informatieuitwisseling ondergrondse netten. De klimaatverandering vraagt aandacht. Er zullen naar verwachting vaker hevige regenbuien vallen. Dit ‘verbreed’ Gemeentelijk Rioleringsplan Deventer 2010-2015 gaat in op de consequenties van deze veranderingen voor de gemeente.
Terugblik In de afgelopen planperiode zijn in Deventer veel activiteiten uitge-
houdens op het rioolstelsel aangesloten. Bij de overgebleven circa
voerd. In 2005 startte de studie naar een optimale afstemming tussen
150 percelen moet de eigenaar zelf maatregelen treffen. In 2009
rioleringsmaatregelen en ingrepen op de rioolwaterzuiveringsinstalla-
zijn bovendien 35 verspreid liggende woonschepen aangesloten op
tie. Deze optimalisatiestudie had twee doelen: het realiseren van een
het gemeentelijke rioolstelsel. Het aansluitpercentage bedraagt daar-
zo goed mogelijk functionerende afvalwaterketen tegen de laagste
mee in Deventer 99,6%, waarmee de gemeente landelijk hoog scoort.
maatschappelijke kosten en zorgen dat de vuiluitworp naar het oppervlaktewater ging voldoen aan de wettelijke eisen. De studie heeft
In 2005-2009 is de voorgenomen grootschalige rioolvervanging
geleid tot een maatregelenpakket, dat tijdens de planperiode vrijwel
uitgevoerd. Er zijn onder meer gemalen gerenoveerd. In Bergweide,
geheel is uitgevoerd. Het geplande effluentfilter bij de rioolwaterzuive-
de Driebergenbuurt en Zandweerd werd de riolering vervangen of
ringsinstallatie is nog niet geplaatst. De totale kosten van het maat-
gerelined.
regelenpakket zijn circa € 1.000.000 lager dan waarmee in het GRP 2005-2010 rekening werd gehouden.
Met ingang van 2008 is de tariefstructuur in de rioolverordening voor bedrijven aangepast. Er is nu een evenwichtiger belastinghef-
Op 9 januari 2008 hebben het waterschap Groot Salland en de ge-
fing, waarbij bedrijven een hoger bedrag betalen naarmate ze meer
meente Deventer het afvalwaterakkoord ondertekend. Daarin spreken
water gebruiken. Er zijn negen klassen met een oplopend tarief per
de gemeente en het waterschap af intensief samen te werken om de
klasse. De verandering heeft geen invloed op de totale inkomsten
afvalwaterketen (het geheel van rioolstelsels en rioolwaterzuivering) op
uit het rioolrecht.
een maatschappelijk verantwoorde en duurzame manier in te richten en te beheren.
Hemelwater van daken, schone terreinen en wegoppervlakken kan worden afgekoppeld van gemengde rioolstelsels. De gemeente
Deventer werkt nauw samen met de waterschappen Groot Salland, Rijn
Deventer doet dat in gebieden waar ingrijpende veranderingen
en IJssel, Veluwe, waterleidingbedrijf Vitens en iets minder intensief
plaatsvinden, of waar afkoppelen relatief eenvoudig kan worden
met de provincie Overijssel en Rijkswaterstaat. Deze ‘waterpartners’
uitgevoerd. Bij rioolvervangingen wordt per project gekeken waar
hebben parallel aan het GRP 2005-2010 gezamenlijk het Waterplan De-
tegen redelijke kosten verhard oppervlak kan worden afgekoppeld.
venter opgesteld. Dit plan beschrijft het watersysteem en de waterketen
In de optimalisatiestudie is rekening gehouden met het afkoppelen
en richt zich op oppervlakte, grond- en afvalwater.
van 35 hectare verhard oppervlak. Dit is inmiddels voor een deel gerealiseerd, onder meer in de wijken Keizerslanden en Hoornwerk.
Rijkswaterstaat en waterschap Groot Salland hebben in respectievelijk
Om de effecten van de klimaatverandering te kunnen opvangen,
2006 en 2009 aansluit- en overstortvergunningen verleend. De vergun-
gaat de gemeente de komende jaren door met afkoppelen. Zwaar-
ning van Rijkswaterstaat heeft geleid tot een meet- en monitoringsplan
dere regenbuien kunnen dan worden opgevangen in het bestaande
in het stelsel van Deventer. Het meetsysteem werkt sinds 2008.
rioolstelsel, zonder dat de afvoercapaciteit moet worden vergroot.
In 2000 heeft de gemeente van de provincie Overijssel ontheffing gekregen van de verplichting circa 700 percelen in het buitengebied op de riolering aan te sluiten. Vanwege marktontwikkelingen heeft Deventer dit standpunt in 2004 herzien en in 2006 uiteindelijk alsnog 539 huis-
|5
6|
Doelstellingen Net als in het vorige GRP, hebben de gemeentelijke activiteiten bij het
De gemeente voert het beheer en het onderhoud over circa 90
inzamelen en het transporteren van stedelijk afvalwater en grondwater
stadsgemalen, 10 bergbezinkbassins en 700 drukrioolgemalen.
drie hoofddoelen:
Deventer gaat het beheer professionaliseren met een onderhoudsmanagementsysteem. Daardoor kan efficiënter worden gewerkt en
•
Duurzame bescherming van de volksgezondheid;
verbetert de kwaliteit van het onderhoud. Zo kan naar verwachting
•
Handhaven van een goede leefomgeving;
het aantal onnodige emissies worden beperkt.
•
Duurzame bescherming van natuur en milieu. De hoogte van het rioolrecht is voor 2009 vastgesteld op € 158,16.
Op basis van deze hoofddoelen heeft de gemeente een aantal beleids-
Daarmee zit de gemeente iets onder het gemiddelde in Nederland.
keuzes gemaakt op het gebied van stedelijk afvalwater, hemelwater en
Uit de meerjarige investeringsverkenningen voor de riolen en
grondwater:
gemalen blijkt dat voor de periode van 2015-2025 geen omvangrijke vervangingen nodig zijn. Scherpere regelgeving op het gebied van
• De gemeente heeft er in het verleden voor gekozen om de verant-
waterkwaliteit en de verbreding van de zorgplicht kan er toe leiden
woordelijkheid voor zowel de aanleg als beheer en onderhoud van
dat extra investeringen moeten worden gedaan. Naar verwachting
IBA´s (niet op het riool aangesloten percelen) bij de particulier
zal de rioolheffing hooguit licht stijgen.
te leggen. Bij deze percelen wordt geen rioolheffing geheven. Dat beleid wordt voortgezet; • In een aantal wijken waar de komende jaren nieuwbouw of herin-
Het rijk staat gemeenten toe een kwijtscheldingsbeleid te voeren. Deventer maakt van die mogelijkheid gebruik. Burgers kunnen op
richting plaatsvindt, wil de gemeente het hemelwater afkoppelen
grond van een aantal criteria voor kwijtschelding in aanmerking
van de gemengde rioolstelsels. Van de perceeleigenaren wordt
komen. Het aantal kwijtscheldingen bedroeg de afgelopen jaren ge-
verwacht dat zij binnen een voor elk plan te stellen termijn het
middeld ongeveer 3.000. Om dit te financieren, betalen de overige
hemelwater en afvalwater gescheiden aanbieden;
huishoudens circa € 12 per jaar extra.
• Er mag in geen geval regenwater op drukriolering worden aangeboden. Perceeleigenaren dienen eventueel in de loop van de tijd aangesloten hemelwater af te koppelen; • Nieuwbouw moet voldoen aan het bouwbesluit. Hemelwater en afvalwater worden op de erfgrens gescheiden aangevoerd. Bovendien moet hemelwater maximaal worden geïnfiltreerd op het eigen terrein; • Bij nieuwe woningen of bedrijven moet schoon verhard oppervlak zoveel mogelijk worden afgekoppeld naar oppervlaktewater, of moet het hemelwater in de bodem kunnen infiltreren. Om het hemelwater niet te verontreinigen, moeten zo min mogelijk uitloogbare materialen, zoals koper, lood en zink, worden gebruikt. De gemeente controleert de grondwaterstand met een grondwatermeetnet. Het bestaat uit 78 peilbuizen. Dit meetnet wordt in de toekomst opgenomen in het automatische meetnet voor overstorten van het gemengde rioolstelsel. In 2008 zijn hiervoor 25 meetplekken in het rioolstelsel en 7 neerslagmeters geïnstalleerd. Door nieuwe wetgeving heeft de gemeente de loketfunctie gekregen voor burgers met vragen of klachten over wateroverlast. Er wordt een protocol opgesteld voor de behandeling van klachten. Het waterloket wordt toegevoegd aan het Klant Contact Centrum (KCC).
|7
1. INLEIDING 1.1. Aanleiding
1.2. Doelstelling
Dit is het gemeentelijke afvalwater-, hemelwater- en grondwa-
Het GRP is een beleids- en strategisch plan met een investeringspro-
terplan van de gemeente Deventer 2010-2015. Het is het vierde
gramma voor vernieuwingen en beheer en onderhoud. De gemeente
Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) en het eerste waarin ook de zorg
geeft in het GRP een integrale visie op het gebied van verbreed
voor het ondiepe grondwater een plaats heeft gekregen. Althans
rioolrecht, stedelijk water en riolering. Dit bepaalt de strategie op
voor zover dit niet valt onder verantwoordelijkheid van de water-
deze terreinen.
schappen. Het GRP gaat over de inzameling en het transport van het huishoudelijke en bedrijfsmatige afvalwater en het overtollige hemelwater en grondwater.
1.3. Geldigheidsduur Het GRP beslaat de periode 2010 tot 2015. Het is een voortzetting op en een uitbreiding van het huidige GRP Deventer 2005-2010.
De gemeente is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de openbare ruimte en het woon- en leefmilieu. De voorzieningen voor stedelijk
1.4. Totstandkoming
afvalwater, regen- en grondwater dragen daaraan bij. Ze kunnen
De gemeenteraad stelt het Gemeentelijk Rioleringsplan vast. Vol-
maatschappelijke belangen waarborgen, zoals:
gens de eisen uit de Wet milieubeheer is het concept-GRP voor commentaar toegestuurd aan de waterkwaliteits- en waterkwantiteits-
• Bescherming van de volksgezondheid: de gemeente verwijdert het stedelijke afvalwater uit de directe leefomgeving; • Droge voeten: door de inzameling en verwerking van regenwater (en mogelijk grondwater) verwijdert de gemeente water uit de bebouwde omgeving; • Schoon water en een schone bodem: door de aanleg van
beheeders: de waterschappen Groot Salland, Rijn en IJssel, Veluwe en Rijkswaterstaat. Daarnaast is het GRP ter informatie toegestuurd naar het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel en drinkwatermaatschappij Vitens.
1.5. Leeswijzer
voorzieningen voorkomt de gemeente dat ongezuiverd stedelijk
Het GRP is in grote lijnen opgebouwd volgens de richtlijnen van de
afvalwater of verontreinigd regenwater op of in de bodem of het
Leidraad Riolering van de Stichting Rioned. Hoofdstuk 2 gaat in op
oppervlaktewater terecht komen.
de nieuwe wet- en regelgeving op Europees, landelijk, regionaal en lokaal niveau. In hoofdstuk 3 wordt het huidige GRP geëvalu-
Sinds 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging gemeen-
eerd. Daarbij wordt ingegaan op de doelen, de maatregelen en
telijke watertaken in werking. Door de nieuwe wetgeving heeft de
de bijbehorende kosten. Hoofdstuk 4 beschrijft de strategie en de
gemeente niet alleen de zorg over het stedelijk afvalwater, maar
bijbehorende maatregelen om de gewenste situatie te bereiken.
ook over het overtollige hemelwater en het ondiepe grondwater.
Hoofdstuk 5 gaat in op de kosten en investeringen. Hoofdstuk 6
De zorg voor het ondiepe grondwater houdt in dat de gemeente het
bevat de conclusies. In de bijlage is een lijst met veel gebruikte
eerste aanspreekpunt is voor burgers met grondwaterproblemen.
begrippen en afkortingen opgenomen. Daarnaast is er een bijlage met de (gemengde) overstorten in de gemeente, met coördinaten, drempelhoogte en drempelbreedte.
2. WETTEN EN REGELS 2.1. Inleiding
2.2. Europees
De afgelopen planperiode is nieuw beleid en regelgeving ingevoerd
Europese Kaderrichtlijn Water (KRW)
met consequenties voor afvalwater, hemelwater en grondwater. In
Sinds 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water van kracht. De richt-
de paragrafen 2.2 tot en met 2.7 worden de belangrijkste nieuwe
lijn is op 7 april 2005 in Nederland overgenomen via de Implemen-
ontwikkelingen in het beleid en de regelgeving beschreven, begin-
tatiewet EG-Kaderrichtlijn Water. De richtlijn richt zich op ecologisch
nend op Europees niveau en eindigend op gemeentelijk niveau.
gezond oppervlaktewater en op duurzaam waterverbruik. In 2015
Paragraaf 2.5 beschrijft de belangrijkste wijzigingen in beleid en re-
moeten de kwaliteit van het oppervlaktewater en van het grondwa-
gelgeving die naar verwachting de komende planperiode van kracht
ter in Europa in orde zijn. Daarbij is de ecologische potentie van het
worden en waarop dit GRP anticipeert.
water leidend. De kaderrichtlijn is alleen indirect van invloed op de
8|
gemeentelijke zorgplicht voor afvalwater, hemelwater en grondwater.
Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijnen van het nationale
Nederland is voor de KRW opgedeeld in vier stroomgebieden, te we-
waterbeleid en heeft voor de ruimtelijke aspecten de status van een
ten Rijndelta, Maas, Schelde en Eems. Aan de hand van de loop van
structuurvisie op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Belangrijke
de rivieren is Europa verdeeld in deelstroomgebieden. Deventer ligt
onderdelen van het Nationaal Waterplan zijn het nieuwe beleid op
in deelstroomgebied RijnOost. Dat beslaat onder meer de provincie
het gebied van waterveiligheid, het beleid voor het IJsselmeerge-
Overijssel, delen van de provincies Drenthe en Gelderland en delen
bied, het Noordzeebeleid en de Stroomgebiedbeheerplannen op
van de Duitse deelstaten Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen.
grond van de KRW.
De waterbeheerders in dit gebied stellen eind 2009 een Stroomgedie uiterlijk in 2015 uitgevoerd moeten zijn om de doelen te halen
Nationaal Bestuursakkoord Water - actueel (NBW-actueel 2008)
(resultaatsverplichting). Waterschap Groot Salland werkt hierbij
Er zijn structurele veranderingen in de aard en omvang van de na-
samen met de andere overheden in RijnOost, namelijk de water-
tionale waterproblematiek. De klimaatverandering met de bijbeho-
schappen Reest en Wieden, Velt en Vecht, Regge en Dinkel en Rijn
rende zeespiegelstijging en intensievere neerslag, de bodemdaling
en IJssel, de provincie Overijssel, Rijkswaterstaat en alle gemeenten
en de verstedelijking vragen om een nieuwe aanpak van het water-
in het beheergebied.
beleid. In februari 2001 sloten Rijk, Interprovinciaal Overleg (IPO),
biedsbeheersplan (SGBP) vast. In het SGBP staan de maatregelen
Unie van Waterschappen en Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Rol waterschappen
(VNG) daarom de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw.
Op grond van de KRW hebben de waterschappen Groot Salland en Rijn en IJssel ‘oppervlaktewaterlichamen van aanzienlijke omvang’
Deze samenwerking leidde in 2003 tot het Nationaal Bestuursak-
aangewezen. In Deventer zijn het er negen. De wateren zijn op basis
koord Water (NBW). Het NBW heeft betrekking op de waterkwan-
van hydromorfologische kenmerken zoals grootte, diepte, stromend
titeit, en anticipeert op veranderende omstandigheden zoals de
of stilstaand water, zout of zoet, en bodemsamenstelling ingedeeld
verwachte klimaatverandering, de zeespiegelstijging, de bodemda-
in watertypen. De specifieke kenmerken van het watertype zijn
ling en de toename van verhard oppervlak. In 2008 leidde de evalu-
bepalend voor het voorkomen van bepaalde plant- en diersoorten.
atie van het NBW tot het NBW-actueel. Het zwaartepunt verschuift
Omdat de chemische en ecologische eisen per watertype verschil-
daarbij van plannen naar uitvoering.
len, is het watertype belangrijk bij het beoordelen van de chemische en ecologische toestand ervan.
Uit het Nationaal Bestuursakkoord Water volgen drie beleidsopgaven voor het bebouwde gebied, die aansluiten bij het regenwaterbe-
Rol gemeenten
leid. Deze ‘stedelijke wateropgave’ heeft betrekking op het voorko-
De gemeenten en de provincie hebben vanuit de KRW een belangrij-
men van drie problemen:
ke taak, omdat de watermaatregelen consequenties hebben voor de ruimtelijke ordening. Gemeenten kunnen via hun vertegenwoordi-
• Overstroming vanuit het oppervlaktewater binnen stedelijk
gers invloed uitoefenen op de besluitvorming binnen het Regionaal Bestuurlijk Overleg.
gebied (waterschap leidend); • Overbelasting vanuit de riolering tijdens hevige regenbuien (gemeente leidend);
2.3. Nationaal
•
Grondwateroverlast (gemeente leidend).
Stedelijke wateropgave oppervlaktewater
Inleiding
In het NBW zijn werknormen afgesproken, die aangeven in welke
Nationaal is op een aantal terreinen nieuwe wetgeving van kracht
mate wateroverlast vanuit het oppervlaktewater acceptabel wordt
geworden:
geacht voor verschillende vormen van grondgebruik. In stedelijk gebied mag de kans op water in woningen door overstromingen niet
• Oppervlaktewater- en grondwaterkwaliteit: Implementatiewet EG-Kaderrichtlijn Water, zie paragraaf 2.2.; • Waterkwantiteit oppervlaktewater, grond en hemelwater: Natio-
groter zijn dan eenmaal per honderd jaar (T=100 jaar). De waterschappen toetsen of deze normen in de praktijk werkbaar zijn en wat de maatregelen kosten die nodig zijn om de norm te halen.
naal Bestuursakkoord Water (NBW), en NBW-actueel 2008; •
Hemelwater: Herijking regenwaterbeleid;
Stedelijke wateropgave riolering
•
Waterkwantiteit: ontwerp Nationaal Waterplan.
De gemeente moet onderzoeken op welke plaatsen in het verleden knelpunten zijn ontstaan door een te beperkte afvoercapaciteit
Het ontwerp Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota
van de riolering in combinatie met de hoogte van het oppervlakte-
Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande Nota’s
water. De gemeente moet ook nagaan hoe te grote risico’s kunnen
Waterhuishouding. Het plan is opgesteld op basis van het wetsvoor-
worden voorkomen, als in de toekomst zwaardere buien vallen. Het
stel Waterwet dat naar verwachting in 2009 in werking treedt. Het
rijk heeft geen normen opgelegd voor de afvoercapaciteit van de
|9
riolering: de gemeente moet zelf een afweging maken. Deventer
dichtbebouwd stedelijk gebied is het niet altijd mogelijk om
heeft in 2008 het rioolstelsel laten doorrekenen met de vier KNMI-
regenwater binnen de locatie in de bodem of het oppervlakte-
klimaatscenario´s. De uitkomsten van deze berekeningen worden in
water te brengen of te bergen. Regenwater moet dan in beginsel
hoofdstuk 4 besproken.
afzonderlijk van afvalwater worden ingezameld; 4. Integrale afweging op lokaal niveau: De gemeente bepaalt op
Stedelijke wateropgave grondwater
basis van een integrale afweging hoe regenwater wordt behan-
De grondwateropgave bestaat uit verschillende onderdelen. In
deld en volgens welke fasering eventuele veranderingen worden
het landelijk gebied gaat het naast verdroging om het reduceren
gerealiseerd.
van bodemdaling bij klei en veen. In het stedelijk gebied staat het voorkomen van overlast centraal. Grondwateroverlast in stedelijk
Bij de pijlers horen drie bestuurlijke uitgangspunten:
gebied is een complex probleem. Circa 43% van de Nederlandse
1. De doelmatigheid van maatregelen is het uitgangspunt. Er moet
gemeenten heeft overlast door te hoge (40%) of te lage (3%)
een goede balans zijn tussen maatregelen en termijnen. Een
(schijn)grond¬water¬standen. Het was in het verleden moeilijk
praktische invulling is cruciaal, om de kosten te beperken;
om de problemen op te lossen, door discussies over de verdeling
2. De verantwoordelijkheden van de verschillende partijen worden
van verantwoordelijkheden tussen gemeente en waterbeheerders.
duidelijk geformuleerd. In eerste instantie is degene bij wie het
Hierdoor was er weinig financiële armslag. Mede om deze reden
regenwater valt verantwoordelijk. Op twee terreinen: In de eer-
heeft het kabinet een wetsvoorstel voorbereid dat deze organisato-
ste plaats zo veel mogelijk voorkomen dat regenwater vervuilt
rische knelpunten weg neemt. Deze Wet verankering en bekostiging
raakt. En in de tweede plaats regenwater zo veel mogelijk ter
gemeentelijke watertaken geeft de gemeente per 1-1-2008 de zorg-
plaatse in de bodem infiltreren of op oppervlaktewater lozen;
plicht voor het oplossen van structurele nadelige gevolgen van de
3. De gemeente is regisseur. De integrale afweging wordt onder
grondwaterstand. De gemeente kan de extra kosten in de vorm van
regie van de gemeente gemaakt, in nauw overleg met de water-
een belasting financieren uit het ‘verbrede rioolrecht’. In Deventer
schappen, binnen de door de provincie gegeven kaders.
komt weinig grondwateroverlast voor. Voor dit herziene beleid was een aantal wijzigingen van wet- en
Herijking regenwaterbeleid
regelgeving nodig. Deze wijzigingen zijn doorgevoerd in de Wet
Het ministerie van VROM heeft via een beleidsbrief van 21 juni 2004
verankering en bekostiging gemeentelijk watertaken.
het landelijke regenwaterbeleid herzien. Er waren diverse aanleidingen, zoals de aandacht voor risicovolle overstorten, de klimaatverandering, de aandacht voor afstromend regenwater als diffuse
Nieuwe wetgeving per 2008
vervuilingsbron en de verwachte gevolgen van de KRW en NBW voor
Sinds 1 januari 2008 zijn de wetswijzigingen op het gebied van
het regenwater.
gemeentelijke watertaken en twee nieuwe besluiten voor het lozen op de riolering in werking. Dat zijn het Activiteitenbesluit (voor
De herijking heeft geresulteerd in een verdere invulling van het
inrichtingen) en het Besluit lozing afvalwater huishoudens.
regenwaterbeleid. Het doel is om duurzaam om te gaan met regenwater. Dat houdt in dat:
Drie zorgplichten Gemeenten krijgen een zorgplicht voor stedelijk afvalwater, hemel-
• Onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid van de mens en voor het milieu worden tegengegaan; • Wateroverlast in het stedelijk gebied en in de ontvangende watersystemen zo veel mogelijk wordt voorkomen.
water en grondwater die is gebaseerd op de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken. De inhoud van die zorgplichten verschilt. De gemeente moet voor 1 januari 2013 een GRP vaststellen, waarin de zorgplichten zijn uitgewerkt.
De maatregelen moeten tegen de laagste maatschappelijke kosten
Stedelijk afvalwater
worden uitgevoerd en inpasbaar zijn in stedelijk gebied.
Stedelijk afvalwater bevat in ieder geval huishoudelijk afvalwater en mogelijk alle andere vormen van afvalwater. De wetgever maakt
Het regenwaterbeleid steunt op vier pijlers, namelijk:
expliciet duidelijk dat gemeenten bedrijfsafvalwater (zoals proces-
1. Aanpak bij de bron: Voorkomen dat grondwater verontreinigd
water) niet hoeven te accepteren, maar dat de lozer zelf verant-
raakt door onder meer uitloging of afspoeling;
woordelijk kan worden gesteld voor de verwerking.
2. Regenwater vasthouden en bergen: Regenwater zo mogelijk waar het valt in de bodem infiltreren of in het oppervlaktewater
Hemelwater
brengen. Er moet daarom een goede verhouding zijn tussen het
De gemeente heeft een zorgplicht voor de doelmatige inzameling en
verharde oppervlak en de opnamecapaciteit van de bodem en
verwerking van regenwater dat de perceelseigenaar redelijker wijs
het ontvangende water;
niet zelf kan verwerken. Volgens het rijk is het regenwater in het al-
3. Regenwater gescheiden van afvalwater afvoeren: Vooral in
10 |
gemeen schoon genoeg voor directe lozing zonder zuivering (*). Het
is van belang dat verontreinigingen bij de bron worden aangepakt. De belangrijkste veranderingen in de regels zijn:
• De provincie en de waterschappen zijn ieder gedeeltelijk verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen voor de onttrekking van grondwater. Ze kunnen voorschriften voor de beëindi-
•
De perceelseigenaar moet het regenwater zo veel mogelijk op
ging van de onttrekking opnemen. Deze taak wordt veelal door
eigen perceel verwerken;
de waterschappen uitgevoerd
• De gemeente moet bepalen wanneer redelijkerwijs van de perceelseigenaar gevraagd mag worden om het regenwater zelf te
De Waterwet maakt het waterschap grondwaterbeheerder. De ge-
verwerken;
meente heeft de zorgplicht voor grondwater en is het loket voor de
• De gemeente kan in een verordening regels stellen aan de
burger. De provincie heeft de zorgplicht voor bedrijfsmatige onttrek-
manier waarop perceelseigenaren regenwater aanbieden. De
kingen groter dan 150.000 m³ per jaar. Bovendien is de provincie
gemeente bepaalt bovendien hoe ze regenwater inzamelt.
bevoegd gezag voor het onttrekken van grondwater dat bestemd is
Gemengd of gescheiden, afhankelijk van de omstandigheden. Er
voor menselijke consumptie, koude en warmteopslag en industriële
is geen afkoppelplicht.
onttrekkingen groter dan 500.000 m3 per jaar. Voor de overige onttrekkingen is het waterschap bevoegd gezag.
* Waterschap Groot Salland vindt deze visie discutabel. Factoren zoals de inrichting, het beheer en het onderhoud van het ter-
Besluit lozing afvalwater huishoudens
rein, de gebruikte materialen, de activiteiten en incidenten op
De wetgeving wordt vereenvoudigd en dat geldt ook voor de bijbe-
de verharding bepalen of regenwater voldoende ´schoon´ is.
horende AMvB’s (algemene maatregel van bestuur). De afspraak is dat deze zowel aan de Wm als aan de Wvo (en daarmee in de toekomst aan de Waterwet) worden gekoppeld en dat zowel de
Grondwater
water als de milieuaspecten in de regels worden opgenomen. De
Het rijk wil met de zorgplicht nieuwe grondwateroverlast voorko-
AMvB’s worden geordend op basis van de gebruiker en niet meer
men en patstellingen bij het oplossen van problemen doorbreken.
vanuit het gezichtspunt van de overheden. Het is de bedoeling om
De wet formuleert de zorgplicht als volgt: “De gemeenteraad of het
de bestaande AMvB’s voor lozingen samen te voegen tot drie rege-
college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor het in
lingen: één voor huishoudens, één voor inrichtingen en één voor
het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen tenein-
niet-inrichtingen.
de structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of
Het Besluit lozing afvalwater huishoudens is inmiddels van kracht.
te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig
Het is een gedeeltelijke vervanging van het ´Besluit Lozingsvoor-
is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort.”
schriften niet-inrichtingen Wet milieubeheer´, het ´Lozingenbesluit Wet bodembescherming´ en het ´Lozingenbesluit Wvo huishoude-
Gemeente heeft de regie
lijk afvalwater´. Het nieuwe besluit brengt alle voorschriften voor
Geen enkele instantie is verantwoordelijk en dus aansprakelijk
huishoudens samen. Het in de milieuwetgeving (Wm, Wvo, Wbb)
voor het gehele beheer van de grondwaterstand. Bij klachten over
opgenomen verbod om zonder individuele vergunning of ontheffing
grondwateroverlast maakt de gemeente een analyse van oorzaken,
afvalwater te lozen, geldt in het ´ontwerpbesluit lozing afvalwater
gevolgen en mogelijke maatregelen. De gemeente bepaalt deze
huishoudens´ niet meer voor particuliere huishoudens. Mits het
maatregelen zo veel mogelijk samen met alle betrokken partijen.
gaat om normaal huishoudelijk gebruik. Voor het lozen van de
Maatregelen voor transport van overtollig grondwater in het
meeste gebruikelijke afvalwaterstromen stelt het besluit geen con-
openbare gebied komen voor rekening van de gemeente. Ze kan dit
crete voorschriften. Er geldt wel een ‘vangnetbepaling’, waardoor
bekostigen uit de rioolheffing.
afvalwater alleen mag worden geloosd als de nadelige gevolgen voor bodem, oppervlaktewater, riolering en zuivering beperkt
In de nieuwe zorgplicht voor grondwater hebben de partijen hun
blijven. Er geldt een meldingsplicht voor alle nieuwe lozingen in de
eigen verantwoordelijkheid:
bodem of op het oppervlaktewater.
• De particulier is verantwoordelijk voor de goede staat van zijn
Regels voor lozers: voorkeursvolgorde
eigendom. Hij zorgt voor bouwkundige of waterhuishoudkun-
Er geldt bij het lozen van afvalwater een wettelijke voorkeursvolgorde.
dige voorzieningen op zijn terrein en aan de woning, zoals een
Gemeente en provincie gebruiken die om eisen te stellen aan lozingen:
vochtdichte vloer; • De gemeente is het aanspreekpunt voor de burger, behandelt klachten en zorgt voor een doelmatige aanpak van grondwaterproblemen; • Het waterschap zorgt voor de afvoer van eventueel door de
a. Het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt; b. Verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt; c. Afvalwaterstromen worden gescheiden gehouden. Dit is niet
gemeente ingezameld grondwater via het oppervlaktewater en be-
noodzakelijk als het niet-gescheiden houden geen nadelige
ïnvloedt via het peil van het oppervlaktewater de grondwaterstand;
gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater;
| 11
12 |
d. Huishoudelijk afvalwater en daarmee vergelijkbaar afvalwater
Waterschap Groot Salland geeft in de Strategische Nota Riolerings-
wordt ingezameld en naar een RWZI getransporteerd;
beleid 2007 haar visie op de bestaande en nieuwe gemeentelijke
e. Ander afvalwater dan bij d genoemd wordt hergebruikt, zo
rioolstelsels. Daarbij houdt het waterschap rekening met allerlei
nodig na zuivering bij de bron;
landelijke ontwikkelingen en inzichten. De nota is strategisch en
f. Ander afvalwater dan bij d genoemd (vooral hemelwater) wordt lo-
beleidsmatig van karakter en beperkt zich tot de hoofdlijnen van het
kaal in het milieu teruggebracht, zo nodig na zuivering bij de bron;
rioleringsbeleid. Vooral de behandeling van afstromend regenwater
g. Ander afvalwater dan bij d genoemd wordt als stedelijk afvalwater ingezameld en naar een RWZI getransporteerd.
krijgt aandacht. De belangrijkste technische uitgangspunten voor onder meer de verschillende typen rioolstelsels staan in een bijlage. Het waterschap werkt de uitgangspunten uit in een afzonderlijke
Extra eisen lozingen mogelijk
Technische Nota Riolering 2007. Deze is een onderbouwing, een
Naast de algemene voorschriften in het Besluit lozing afvalwa-
bouwsteen van het rioleringsbeleid. De nota werkt bovendien een
ter huishoudens en het Activiteitenbesluit, kan de gemeente zelf
aantal onderdelen van het beleid uit.
voorschriften (= individueel) opstellen. Dit kan zij doen in het kader van een doelmatig beheer van de riolering. Voor lozing van regen
Het waterschap is het niet eens met de opvatting van het rijk dat
en grondwater kan de gemeente ook een verordening (= collectief)
regenwater in het algemeen schoon genoeg is voor directe lozing op
opstellen. Hierdoor ontstaat een duidelijke koppeling tussen milieu-
oppervlaktewater. Uit uitgebreid eigen onderzoek van niet-schoon
vergunningverlening en handhaving en het GRP.
afvoerend verhard oppervlak (bedrijfsterrein, wegen, etc.) blijkt dat het afstromende regenwater verontreinigd is. De kwaliteit hangt
Rioolheffing
onder meer af van het type inrichting, beheer en onderhoud van
In 2008 en 2009 konden gemeenten hun kosten nog financieren
het terrein, gebruikte materialen, activiteiten en incidenten op de
vanuit het rioolrecht. Na 2009 kan dit alleen nog via de rioolhef-
verharding, voorlichting en toezicht. Regenwater is dus niet in alle
fing. De mogelijke heffingsmaatstaven veranderen niet. Nieuw is dat
gevallen ‘schoon’ genoeg of er zijn grote risico’s als gevolg van de
de gemeente ook de grondwatertaken uit de heffing kan betalen.
activiteiten, zodat rechtstreekse lozing in oppervlaktewater niet
De nieuwe rioolheffing is een belasting. Dit betekent dat er geen
verantwoord is.
rechtstreeks verband meer hoeft te zijn tussen de heffing en het profijt dat een belastingplichtige van de gemeentelijke voorzienin-
Waterschap Veluwe heeft haar beleid vastgelegd in het Stroom-
gen heeft.
gebiedsuitwerkingsplan Noordelijke IJsselvallei (een gedeeltelijke herziening van het Waterbeheersplan Veluwe periode 2007-2010),
Definities afvalwater
van maart 2007. Hierin wordt o.a. ingegaan op samenwerken in de
De Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken defini-
waterketen, het uitvoeren van optimalisatiestudies en het verder-
eert de volgende typen afvalwater (art. 1.1 Wm):
gaand afkoppelen van schoon verhard oppervlak.
• Huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden; • Bedrijfsafvalwater: afvalwater dat vrijkomt bij door de mens
Het Waterschap Rijn en IJssel heeft haar beleid vastgelegd in het Waterbeheersplan 2010-2015. Hierin staat het volgende: De basis-
bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was,
inspanning moet in 2010 in alle gemeenten zijn uitgevoerd. Voor de
ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater,
gemeentelijke rioolstelsels blijft het waterschap het beleid hanteren
afvloeiend hemelwater of grondwater is;
uit de bundel ‘Riolering en het Waterschap Rijn en IJssel’ (1999).
• Stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel
Hierin zijn de uitgangspunten m.b.t. rioleringsplannen, afkoppelen
daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grond-
en vergunningen en handhaving opgenomen. In de planperiode
water of ander afvalwater.
wordt, volgend op de basisinspanning, in een groot deel van de gemeenten een onderzoek uitgevoerd voor het starten van het waterkwaliteitsspoor. Daarnaast wordt gewerkt aan optimalisatie
2.4. Regionaal
van de afvalwaterketen in het gebied van een zuiveringskring. Een zuiveringskring bestaat uit een RWZI met bijbehorende transportleidingen en de aangesloten gemeentelijke rioolstelsels. Vóór 2012 zijn
De hoofdlijnen van het beleid zijn vastgelegd in de Waterbe-
in alle veertien zuiveringskringen optimalisatiestudies uitgevoerd.
heersplannen (WBP) 2002-2005 en 2006-2009 en zo nodig aangepast aan de nieuwste ontwikkelingen. Het Waterbeheersplan
Regionaal Bestuursakkoord Water
is mede gebaseerd op het Omgevingsvisie Overijssel (2009).
Gemeenten, waterschappen en de provincies moeten activiteiten uitvoeren vanuit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). De
Deventer ligt voor het grootse deel in het beheergebied van water-
organisaties leggen hiervoor via het Regionaal Bestuursakkoord
schap Groot Salland, en voor een klein deel in het beheergebied van
Water een gemeenschappelijke basis. Door het regionale akkoord
de waterschappen Veluwe (De Hoven) en Rijn en IJssel.
wordt de binding met het Nationaal Bestuursakkoord vergroot, is
| 13
er efficiencywinst door de gemeenschappelijke voorbereiding en
van belang voor het opvangen van regenwater in de bodem en in
uitvoering van de werkzaamheden en neemt de betrokkenheid van
oppervlaktewater en het waarborgen van een goede waterkwaliteit.
de maatschappij en bestuurders bij de aanpak van de wateropgaven
De partners willen burgers goed informeren en betrekken bij ont-
toe. In het Regionaal Bestuursakkoord Water zijn de volgende par-
wikkelingen in hun omgeving. De waterpartners maken afspraken
tijen vertegenwoordigd: de gemeenten Dalfsen, Deventer, Kampen,
om intensiever samen te werken. De bijbehorende maatregelen zijn
Olst-Wijhe, Raalte, Staphorst, Zwartewaterland en Zwolle, Water-
niet allemaal nieuw, want er gebeurt al veel.
schap Groot Salland en de Provincie Overijssel. Het waterplan heeft de vorm van een parapluplan. Ook uitvoerings-
2.5. Lokaal
plannen voor bepaalde onderdelen van het waterbeleid maken er deel van uit, zoals:
Visie Duurzaam Deventer Deventer wil in 2030 klimaatneutraal zijn. Dat wil zeggen dat De-
• De herinrichting van de beken en weteringen, waarbij natuur-
venter per saldo geen CO2 toevoegt aan de atmosfeer. Dat doel kan bereikt worden door energiebesparing, het vervangen van fossiele
vriendelijke oevers worden aangelegd; • Het stimuleren van projectontwikkelaars om duurzame materia-
energie door duurzaam opgewekt energie en het compenseren van
len te gebruiken;
restanten CO2-uitstoot (mitigatie).
• Het aanmoedigen van bewoners om water van de daken te
Naast al deze inspanningen moet onder andere rekening gehouden
• Het informeren van belanghebbenden over afkoppelen van
infiltreren in de tuin; worden met de klimaatverandering voor wat betreft de verwachte
verhard oppervlak.
grotere hoeveelheden regenwater (adaptatie). Bovendien heeft de Visie, naast een stevig klimaatbeleid, hoog
Afvalwaterakkoord
ingezet op verbetering van de biodiversiteit door de ecologische
Waterschap Groot Salland en de gemeente hebben op 9 januari
waarden in Deventer te behouden en waar mogelijk te versterken.
2008 hun handtekening gezet onder het afvalwaterakkoord. Ze
Daarbij past het beleid dat voldoende regenwater wordt vastgehou-
spraken af intensief en structureel samen te werken om de riool-
den en het grondwaterniveau op peil blijft en dat de waterkwaliteit
stelsels en de zuiveringstechnische werken op een maatschappelijk
verbetert. Dit is een voortzetting en intensivering van het milieupro-
verantwoorde en duurzame wijze in te richten en te beheren.
gramma 2007-2008. Op grond van dit programma moet op diverse manieren voor schoon afstromend hemelwater worden gezorgd,
2.6. Nieuwe wet- en regelgeving komende planperiode
zoals maatregelen bij de industrie, schone bouwmaterialen en beperking van de emissies uit de landbouw en het verkeer en vervoer. De Visie Duurzaam Deventer wordt uitgewerkt in een milieupro-
Inleiding
gramma 2010-2015 waarin projecten zullen worden opgenomen die
In de komende planperiode wordt naar verwachting een aantal
ook raakvlakken hebben met het beleid op het gebied van riolering
belangrijke nieuwe wetten en regels van kracht, namelijk:
en waterhuishouding.
•
Waterwet;
•
Wet algemene bepaling omgevingsrecht;
•
Wet op de informatieuitwisseling ondergrondse netten;
•
Besluit lozingen buiteninrichtingen.
Waterplan Het Waterplan Deventer ‘Samen werken aan waterwinst’ is op 10 januari 2007 vastgesteld. Het is een gezamenlijk product van de
Deze wet- en regelgeving is hierna beschreven.
waterschappen Groot Salland, Rijn en IJssel en Veluwe, waterbedrijf Vitens en de gemeente Deventer. Het plan beschrijft de ambities en
Waterwet
de doelen die deze waterpartners stellen voor de toekomst van het
De nieuwe Waterwet is eind 2006 bij de Tweede Kamer ingediend
water in Deventer. De bedoeling is om samen te werken aan gezond,
en op 27 januari 2009 aangenomen door de Eerste Kamer. De wet
schoon en veilig water, dat aantrekkelijk is voor de bewoners. Door
integreert en actualiseert bestaande waterwetgeving. De Waterwet
het maken van concrete afspraken over de uitvoering en de finan-
bundelt onder meer de huidige Wet op de waterhuishouding (Wwh),
ciering in de komende jaren, wordt dit doel omgezet in maatregelen.
de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) en de Grondwaterwet.
De waterpartners hebben afgesproken dat zij waterbeheer en ruimtelijke ordening vroegtijdig en proactief op elkaar gaan afstem-
Het wetsvoorstel noemt enkele zaken die direct invloed hebben op
men. Water is een van de vele vormen van ruimtegebruik. Meer
het takenpakket van de gemeente:
ruimte voor water en waterbewust inrichten en bouwen is vooral
14 |
• Indirecte lozingen op het oppervlaktewater via riolering of
De aanvrager van de omgevingsvergunning en de watervergunning,
zuivering worden voortaan vergunningsoplichting onder de Wet
kan terecht bij één uitvoeringsloket, vermoedelijk het omgevings-
milieubeheer. Dit houdt in dat ze onderdeel kunnen worden van
loket van de gemeente. Achter de schermen moet de coördinatie
de nieuwe omgevingsvergunning. Daarmee is de gemeente in
plaatsvinden. De bewindslieden gaan uit van een gecombineerde
veel gevallen vergunningverlener (staat ter discussie *);
aanvraag voor de verschillende vergunningen, het combineren van
• De gemeente wordt belast met de zorgplichten voor overtollig hemel-
overleg, het digitaliseren van informatiestromen, coördinatie tussen
water en grondwater binnen stedelijk gebied (verbrede zorgplicht);
omgevings- en watervergunning, en een goed afgestemde handha-
• De waterbeheerder kan de rioolbeheerder een heffing opleggen
ving. De gemeente krijgt er een stevige taak bij, ook wat betreft een
voor overstorten vanuit het riool (staat ter discussie); • De gemeente wordt belast met de lokale ruimtelijke inpassing van
aantal wateraspecten. De wet treedt vermoedelijk op 1 januari 2010 in werking.
maatregelen op het gebied van waterkwantiteit en waterkwaliteit. Het gevolg van deze wetgeving is dat de bevoegdheden en de werkEen aanvraag voor een Waterwetvergunning moet digitaal worden
wijze van gemeente, waterschap en provincie veranderen. Onder
ingediend bij het gemeentelijk omgevingloket, tenzij de betrokken
meer op de volgende punten:
partijen anders afspreken. De overheid ziet de gemeente als de poort naar de burger.
•
Waterschap wordt adviseur voor alle indirecte lozingen;
•
Waterschap wordt toezichthouder voor alle indirecte lozingen;
* In het voorontwerp Waterwet vallen de indirecte lozingen onder de
•
Taken tussen gemeente en provincie verschuiven;
Wet milieubeheer (Wm) respectievelijk de Wet algemene bepalin-
•
Gemeente wordt het loket, ook voor de Waterwet;
gen omgevingsrecht (Wabo). In bijna alle gevallen wordt de gemeen-
•
Meldingen en aanvragen moeten digitaal worden ingediend.
te bevoegd gezag: ze verleent de vergunning en is verantwoordelijk voor de handhaving. Het waterschap wordt adviseur. Dit vraagt om een intensieve samenwerking tussen gemeente en waterbeheerder.
Wet op de informatieuitwisseling ondergrondse netten Uit onderzoek blijkt dat de schade aan kabels of leidingen bij
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), (Omgevingsvergunning)
graafwerkzaamheden vaak ontstaat doordat de uitvoerder niet goed
Het Ministerie van VROM moderniseert de regelgeving. Een belang-
de Wet op de Informatieuitwisseling (“Grondroerdersregeling”). De
rijk onderdeel van deze modernisering is het project Omgevingsver-
kabel- en leidingbeheerder moet voor een goede registratie van zijn
gunning. Daarin worden de mogelijkheden onderzocht om binnen de
kabels of leidingen zorgen. In het wetsvoorstel staat dat het Kadas-
huidige wetgeving (delen) van het proces van vergunningverlening
ter in het vervolg de zogenaamde KLIC-melding gaat afhandelen.
te versnellen. Bovendien is het de bedoeling één omgevingsvergun-
Alle informatie moet actueel zijn en digitaal beschikbaar. Er geldt
ning mogelijk te maken met één (gemeentelijk) loket voor de burger.
een overgangsperiode van twee jaar.
weet waar de kabel of leiding ligt. Om deze reden werkt het rijk aan
Onder de omgevingsvergunning zullen ook vergunningen op beleidsterreinen van andere departementen vallen, zoals monumenten,
Besluit lozingen buiten inrichtingen
natuurbescherming, flora en fauna en water.
In 2009 wordt het Besluit lozing afvalwater buiten inrichtingen opgesteld. Deze algemene regels zijn onder andere belangrijk voor
Het wetsvoorstel bevat de volgende verdeling
lozingen uit overstorten en regenwateruitlaten, voor lozingen als
voor de bestaande vergunningen:
gevolg van gevelreiniging, etc. In februari 2009 is de concepttekst
• Het vergunningstelsel voor handelingen in het watersys-
verschenen. Vrij vertaald is het uitgangspunt van het besluit dat
teem wordt ondergebracht in de Waterwet. Dit betekent dat
iedereen nadelige gevolgen van een lozing voor het milieu zoveel
directe lozingen op oppervlaktewater (nu gereguleerd op
mogelijk moet voorkomen of beperken. Het besluit geeft expli-
basis van de Wvo) niet in de omgevingsvergunning worden
ciet aan op welke manier het lozen van afvalwater is toegestaan.
opgenomen, maar in de watervergunning. Bevoegd gezag
In andere gevallen is het lozen in oppervlaktewater, op of in de
wordt de waterbeheerder, veelal het waterschap;
bodem of in een voorziening voor de inzameling en het transport
• De regels voor indirecte lozingen (lozingen die niet rechtstreeks
van afvalwater, die geen vuilwaterriool is, verboden. Directe lozing
in het watersysteem plaatsvinden, maar via een rioolstelsel)
in het grondwater is evenmin toegestaan. Maatwerkvoorschriften
worden in de omgevingsvergunning of in het stelsel van alge-
zijn mogelijk waarbij onder voorwaarden de hierboven genoemde
mene regels op grond van de Wet milieubeheer gesteld. Deze lo-
verboden kunnen worden opgeheven.
zingen worden niet gereguleerd in de Waterwet. Op dit moment staan de regels nog gedeeltelijk in zowel de Wet milieubeheer als de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. De gemeente wordt veelal het bevoegd gezag en het waterschap krijgt als zuiveringsbeheerder adviesrecht.
| 15
16 |
2.7. Samenvatting wet en regelgeving tabel 2.1 Organisatorische raakvlakken met de rioleringszorg Organisatie en taken
Middelen
Betekenis voor gemeente Deventer
EU richtlijn stedelijk afvalwater (1991)
Alle lozers aansluiten op de riolering of individuele afvalwaterzuiveringsinstallatie.
EU Kaderrichtlijn water (2000)
Waterkwaliteits- en kwantiteitseisen aan stedelijk water op ecologisch niveau
Wet op waterhuishouding (Whh)
Opstellen waterbeheersplannen door waterschappen; Integrale aanpak; Betere effectiviteit en efficiëntie van het stedelijk waterbeheer.
Nota Waterhuishouding (NW) (vloeit voort uit Whh)
Inspanningsverplichting gemeente: 50% minder vuiluitworp uit rioolstelsel (NW3); Oppervlaktewater moet voldoen aan kwaliteitsnormen (NW4); Integrale gebiedsgerichte benadering.
Wet milieubeheer (Wm)
Wettelijke zorgplicht voor doelmatig inzamelen en transport van afvalwater binnen haar grenzen. Schrijven van GRP.
Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4) (vloeit voort uit Wm)
Stoppen met het afwentelen van milieulasten op de generaties na ons -> geen verdere vervuiling van de stad.
Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo)
Wettelijke verplichting tot het aanvragen van vergunningen voor het lozen van rioolwater op oppervlaktewater.
Wet bodembescherming (Wb)
Wettelijke verplichting tot het aanvragen van vergunningen voor het lozen van rioolwater in de bodem.
Woningwet
Aansluitverplichting eigenaar woning binnen 40 meter van gemeentelijk riool.
Beleidsnota WB21 – Hoofdstroomgebiedsvisie
Vasthouden- bergen- afvoeren; Uitvoeren van watertoets voor nieuwe ontwikkelingen.
Nationaal Bestuursakkoord Water 2 juli 2003 (NBW) (vloeit voort uit WB21, op basis van EU Kaderrichtlijn water)
Uitgangspunt: Nederlandse watersysteem is in 2015 op orde.
Wet op ruimtelijke ordening (Wro)
Opstellen bestemmingsplannen (incl. Natte paragraaf).
5de nota Ruimtelijke Ordening (5ro) (vloeit voort uit Wro)
Water combineren met andere stedelijke functies (wonen, werken, recreatie).
Watertoets (vloeit voort uit 5ro)
Beoordeling van alle van belang zijnde waterhuishoudkundige aspecten voor nieuwbouw.
Herijking regenwaterbeleid (21 juni 2004)
Gemeente is regisseur, verantwoordelijkheden beter vastgelegd.
Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken (1 januari 2008)
Gemeente treft maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand te voorkomen, voor zover niet de zorg van waterschap of provincie (verbrede zorgplicht); Gemeente heeft regierol en is aanspreekpunt; Rioolrecht wordt rioolheffing.
Waterwet (1 januari 2010)
Integrale wet die regels geeft met betrekking tot het beheer en gebruik van watersystemen. De nieuwe Waterwet dient om alle bestaande wetten op | één 17 het gebied van watersystemen te vervangen door omvattende wet. De te vervangen wetten zijn:
EUROPESE UNIE Opstellen overkoepelende wetgeving
RIJK Ontwikkelen beleid Vaststellen wetten en regelgeving Benoemen taken en bevoegdheden
Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken (1 januari 2008)
Organisatie en taken
Middelen Waterwet (1 januari 2010)
Organisatie en taken
Middelen
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Omgevingsvergunning, 22 januari 2009)
PROVINCIE Verantwoordelijk voor waterkwaliteitsbeheer en waterkwantiteitsbeheer Opstellen provinciaal waterhuishoudingsplan PROVINCIE Vergunningverlening + handhaving Verantwoordelijk voor waterkwaliteitsbeheer en waterkwantiteitsbeheer Opstellen provinciaal waterhuishoudingsplan Vergunningverlening + handhaving
Wet op de informatie-uitwisseling Wet algemene netten bepalingen ondergrondse omgevingsrecht (Omgevingsvergunning, 22 januari 2009) Provinciaal Waterhuishoudingsplan Wet op de informatie-uitwisseling ondergrondse netten
Ontwerp omgevingsvisie en uitwerking in omgevingsverordening. Provinciaal Waterhuishoudingsplan Omgevingsvisie Overijssel 2009 Deelstroomgebiedsvisie (Vecht-Zwarte Water, november 2003) (basis: Nationaal Bestuursakkoord Water) Ontwerp omgevingsvisie en uitwerking Aanbevelingen voor de ontwikkeling van in omgevingsverordening. een Gemeentelijk Waterplan (augustus Deelstroomgebiedsvisie (Vecht-Zwarte 2001) Water, november 2003) Convenant ‘Sanering verspreide (basis: Nationaal Bestuursakkoord huishoudelijke afvalwaterlozingen in Water) Overijssel’ Aanbevelingen voor de ontwikkeling van Grondwaterverordening (wordt een Gemeentelijk Waterplan (augustus onderdeel van omgevingsverordening) 2001)
Gemeente treft maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand te voorkomen, voor zover niet de zorg van waterschap of provincie (verbrede zorgplicht); Gemeente heeft regierol en is aanspreekpunt; Betekenis voor gemeente Deventer Rioolrecht wordt rioolheffing. -Integrale Wet op waterhuishouding; wetdedie regels geeft met betrekking tot het -beheer Wetenop de waterkering; gebruik van watersystemen. -De nieuwe Grondwaterwet; Waterwet dient om alle bestaande wetten op -het gebied Wet verontreiniging oppervlaktewateren; van watersystemen te vervangen door één -omvattende Wet verontreiniging zeewater;wetten zijn: wet. De te vervangen Betekenis voor gemeente Deventer Wet droogmakerijen en indijkingen; Wet beheer rijkswaterstaatswerken; Wet op de waterhuishouding; Waterstaatswet 1900. Wet op de waterkering; Grondwaterwet; Wet oppervlaktewateren; Regelt deverontreiniging omgevingsvergunning. De -omgevingsvergunning Wet verontreiniging zeewater; is één geïntegreerde vergunning -voor Wet droogmakerijen en indijkingen; bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en -milieuWet beheer rijkswaterstaatswerken; Waterstaatswet 1900. Kabel- en leidingenbeheerder is verplicht te zorgen Regelt de omgevingsvergunning. De infrastructuur. voor goede registratie ondergrondse omgevingsvergunning is één geïntegreerde Informatie dient digitaal beschikbaar te zijn.vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu Aansluiten buitengebied vóór 2005; Voldoen aan basisinspanning vóór 2005; Kabel- en leidingenbeheerder is verplicht te zorgen Rioolrecht voor financiering beheer riolering; voor goede registratie ondergrondse infrastructuur. Voldoen aan de functie-eisen oppervlaktewater. Informatie dient digitaal beschikbaar te zijn.
•Aansluiten bij ontwikkelingen rekening houden met buitengebied vóór 2005; voorkomen van wateroverlast. Voldoen aan basisinspanning vóór 2005;
Afkoppelen verhard oppervlak; Rioolrecht voor financiering beheer riolering; regenwater voor of extra berging in open water; •Infiltratie Realiseren wateroverlast. Voldoen aan normen de functie-eisen oppervlaktewater. Uitbreiding berging in het stelsel. Integrale toetsing stedelijk water (oppervlakte water, riolering en grondwater) op kwantiteit en kwaliteit. Afkoppelen verhard oppervlak; Infiltratie regenwater of extra berging in open water; Vormgeving sanering huishoudelijk afvalwater Uitbreiding berging in het stelsel. buitengebied. Inclusief ontheffingscriteria. Integrale toetsing stedelijk water (oppervlakte water, Verplichting tot het aanvragen van vergunning voor het riolering en grondwater) op kwantiteit en kwaliteit. onttrekken van grondwater.
Convenant ‘Sanering verspreide huishoudelijke afvalwaterlozingen in Overijssel’
Vormgeving sanering huishoudelijk afvalwater buitengebied. Inclusief ontheffingscriteria.
Grondwaterverordening (wordt Grondwaterverordening (onderdeel van omgevingsverordening) onderdeel van omgevingsverordening)
Verplichting tot het aanvragen van vergunning voor het onttrekken van grondwater.
Waterbeheersplan/wateropgaven op basis van Whh
Beleid grond- en oppervlaktewater ten opzichte van de omgeving: Opstellen waterplan Infiltreren waar mogelijk Op lange termijn beheer van al het stedelijk water Optimaliseren afvalwaterketen Minimaliseren vuiluitworp uit rioolstelsel
Toets waterkwaliteitsspoor
Toetsing overstorten op oppervlaktewaterkwaliteit
Strategische Nota Rioleringsbeleid (september 2007)
Achtergrondinformatie
OAS (optimalisatie afvalwatersysteem)
Afstemming maatregelen uit BRP met maatregelen aan zuiveringssysteem, leidend tot afvalwaterakkoord
Regionaal Bestuursakkoord Water
Versterken onderlinge samenwerking in de regio
WATERSCHAPPEN EN RWS
Uitvoeren beheerstaken van provincie Opstellen waterbeheersplan Verantwoordelijk voor afvalwaterzuivering Monitoren waterkwaliteit Vergunningverlening lozing op oppervlakte water Vaststellen wateropgave (verbeeld in waterkansenkaart) Opstellen gewenst grond- en oppervlaktewaterregime
REGIO 18 |
oppervlaktewaterregime OAS (optimalisatie afvalwatersysteem)
Afstemming maatregelen uit BRP met maatregelen aan zuiveringssysteem, leidend tot afvalwaterakkoord
Regionaal Bestuursakkoord Water
Versterken onderlinge samenwerking in de regio
Gemeentelijk rioleringsplan, vloeit voort uit Wm
Rioleringsbeleid en financiering
Basisrioleringsplan, OAS (optimalisatie afvalwatersysteem), afvalwaterakkoord
Opstellen rioleringsmaatregelen om aan de basisinspanning te voldoen, uitvoering maatregelen afvalwaterakkoord
Milieubeleidsvisie en Milieubeleidsprogramma 2007 – 2008
Bij vervanging van rioleringen zo mogelijk regenwater infiltreren Opstellen GRP 2005-2010 Waterkaart voor inventarisatie infiltratie mogelijkheden Voorbereiding waternotitie Tegengaan verdroging en verontreiniging oppervlaktewater en grondwater Sanering ongezuiverde lozingen buitengebied
Gemeentelijk waterplan
Beleidsplan voor oppervlaktewater, grondwater op gemeentelijk grondgebied
REGIO GEMEENTE Inzamelen en transport van afvalwater Vergunning verlening lozing op riool Opstellen Gemeentelijk Rioleringsplan, Basisrioleringsplan en Gemeentelijk Waterplan Vaststellen rioolrecht
| 19
3. EVALUATIE GRP 2005-2010 EN UITGEVOERDE MAATREGELEN 3.1. Inleiding
die is begin 2005 gestart en in november 2006 afgerond. De opzet
Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van beleidsvoornemens en
van de optimalisatiestudie was om door een integrale aanpak van de
activiteiten in de planperiode 2005 t/m 2009 en evalueert de destijds
afvalwaterketen in Deventer twee doelen te bereiken. De afvalwa-
voorgenomen maatregelen. De evaluatie is gesplitst in de paragrafen
terketen moest tegen de laagste maatschappelijke kosten zo goed
onderzoek en beleid, maatregelen en kosten en uitgaven.
mogelijk functioneren. Anderzijds moest de vuiluitworp naar het oppervlaktewater, zowel vanuit de gemeentelijke riolering als vanuit de
De hoofddoelen in het GRP 2005-2010 waren:
RWZI, gaan voldoen aan de wettelijke gestelde emissieeisen.
•
Inzamelen en transport afvalwater;
•
Beperken van overlast voor de omgeving;
Na afweging van diverse varianten is de volgende oplossing als
•
Streven naar een duurzaam milieu;
meest aantrekkelijke gekozen:
•
Kostenbeheersing. • Afkoppelen van 35 hectare schoon afvoerend oppervlak van de
3.2. Onderzoek en beleid
riolering in de Rivierenwijk, Keizerslanden en Pothoofd; • Sturing van de gemeentelijke rioolgemalen Pothoofd en Raambrug;
Optimalisatie Afvalwatersysteem Studie (OAS)
• Twee bergbezinkbassins die lozen op de Zandwetering (indirect)
De aanvoer naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Deventer is
en de vijver Rivierenwijk voorzien van een zuiverend lamellen-
afkomstig van de kernen Deventer, Schalkhaar, Diepenveen en Lettele en een groot gedeelte van het buitengebied. De gemeente Deventer
pakket; • Verhogen van de drempels van enkele overstorten die (in)direct
moest maatregelen nemen om de vuiluitworp vanuit rioolstelsels naar het oppervlaktewater terug te dringen, de zogenaamde “basisinspan-
lozen op de Zandwetering; •
Het realiseren van een effluentfilter bij de RWZI.
ning”. Aansluitend op het basisrioleringsplan in 2004 is gestart met een studie naar de afstemmingsmogelijkheden binnen de afvalwaterketen tussen de rioleringsmaatregelen en de maatregelen op de RWZI. De stu-
20 |
Door de afkoppelmaatregelen hoeft de RWZI minder afvalwater te
verwerken. De daling is naar verwachting 245 m³/uur ten opzichte
leerd. Deze apparatuur werd door het waterschap maandelijks
van de hydraulische capaciteit van 6.700 m³/uur. Door het tref-
uitgelezen en geanalyseerd. Eens per jaar werden de resultaten
fen van deze maatregelen voldoet de gemeente in 2010 aan de
met de gemeente besproken. Deze apparatuur en de methode van
basisinspanning. Tegelijk is zonder extra kosten de waterkwaliteit
uitlezing zijn verouderd. Daarom is in overleg met het WGS besloten
verbeterd, waarmee naar verwachting ook op dit punt aan de
een nieuw meetplan voor zowel Rijkswaterstaat, Waterschap Rijn en
verplichtingen is voldaan. De gemeente wil dit door monitoring
IJssel en Waterschap Groot Salland op te stellen.
aantonen. De investeringskosten van het “OAS” maatregelenpakket zijn circa € 1.000.000 lager dan het maatregelenpakket waarmee
Een andere aanleiding om het meetplan op te stellen zijn de eisen
in het GRP 2005-2010 rekening werd gehouden. Dat is te danken
vanuit de Wvo. De gemeente moet metingen doen aan de overstor-
aan de samenwerking tussen waterschap en gemeente. Was die er
ten op de IJssel (Rijkswaterstaat) en Bathmen (Waterschap Rijn
niet geweest, dan had de gemeente tegen aanzienlijk hogere kosten
en IJssel). In de nog te verlenen Wvo-vergunning voor Deventer,
extra maatregelen in de riolering moeten uitvoeren.
Schalkhaar, Diepenveen, Lettele en Okkenbroek zullen vergelijkbare voorwaarden staan. Vanuit de aansluit en overstortvergun-
Afvalwaterakkoord met Waterschap Groot Salland
ning van Rijkswaterstaat uit juli 2006 moest de gemeente binnen
Het waterschap Groot Salland en de gemeente Deventer hebben op
twaalf maanden na vergunningverlening een plan opleveren met de
9 januari 2008 hun handtekening gezet onder een afvalwaterak-
volgende punten:
koord. Met de ondertekening spreken waterschap en gemeente af intensief en structureel samen te werken om het geheel van
• Meten van waterstand ten opzichte van overstortdrempel, da-
rioolstelsels en afvalwaterzuivering op een maatschappelijk
tum, tijdstip en duur van overstortingen bij alle overstorten op
verantwoorde en duurzame wijze in te richten en te beheren. Dat
de IJssel;
heeft verschillende voordelen: de dienstverlening aan de burger
• Rapportage naar aanleiding van bijhouden logboek gemaalsto-
vindt plaats tegen zo laag mogelijke kosten, de lozingen op het oppervlaktewater nemen af en er is een efficiënte, doelgerichte
ringen; • Rapportage naar aanleiding van uitgevoerde en geplande ver-
en transparante bedrijfsvoering en uitvoering van taken mogelijk.
beteringsmaatregelen in het kader van de basisinspanning en
Samenwerking tussen waterschap en gemeente kan dus leiden tot
metingen.
een betere waterkwaliteit tegen lagere kosten. Het delen van kennis en het gezamenlijk inspelen op toekomstige ontwikkelingen in de
De gemeente heeft eind 2006 een meetplan opgesteld met de
afvalwaterketen speelt hierin een belangrijke rol.
volgende onderdelen:
Waterplan
•
De waterschappen Groot Salland, Rijn en IJssel en Veluwe en
• Een beschrijving van het systeem waaraan gemeten gaat wor-
waterleidingbedrijf Vitens zijn de waterpartners van de gemeente.
Doelstelling; den;
Samen hebben ze in het voorjaar van 2007 het Waterplan Deventer
•
De meetlocaties;
vastgesteld. Het plan beschrijft het watersysteem en de waterke-
•
De te meten parameters (per meetlocatie);
ten en richt zich op het oppervlaktewater, het grondwater en het
• De gewenste meetnauwkeurigheid en meetfrequentie
afvalwater. In het plan staan de doelen die de waterpartners stellen
(per parameter);
en de maatregelen die ze willen treffen. De maatregelen zijn niet
•
De periode waarover wordt gemeten;
allemaal nieuw, er gebeurt al veel. Wel wordt meer dan voorheen de
•
Het ontwerp van de meetinstallatie;
afstemming met andere beleidsvelden gezocht. Het doel is samen te
•
De gehanteerde methoden voor dataopslag;
werken aan gezond, schoon en veilig water, dat aantrekkelijk is voor
• Een beschrijving van de meetapparatuur;
de bewoners van Deventer.
Werkprotocollen. De IJssel valt buiten het plangebied van dit waterplan. Hoewel de
Het meetplan is afgestemd met de Waterschappen en Rijkswaterstaat.
IJssel beeldbepalend en onlosmakelijk verbonden is met Deventer,
In 2008 zijn volgens het meetplan 25 dataloggers geïnstalleerd om
hebben de knelpunten in het stadswater van Deventer en de daarbij
overstortmetingen te registreren en 7 dataloggers die neerslagme-
behorende maatregelen niet veel samenhang met de IJssel. De ont-
tingen vastleggen. Het gaat om 7 stuks bij overstorten op de IJssel
wikkelingen in de IJssel worden gedekt in een groter kader, namelijk
(eis RWS) en 18 bij overstorten op het oppervlaktewater (15 voor WGS
in Ruimte voor de Rivieren. Daarom is het plangebied van het Water-
en 3 voor het waterschap Rijn en IJssel). Eens per jaar verstrekt de
plan Deventer beperkt tot het stadswater in Deventer.
gemeente aan de genoemde waterkwaliteitsbeheerders een rapportage. De waterbeheerders gebruiken de resultaten om globaal na te
Metingen
gaan of het aantal geregistreerde overstortingen overeenkomt met de
Waterschap Groot Salland heeft in 2002 in opdracht van de ge-
weergegeven overstortingen in de Wvo-vergunningen. WGS gebruikt
meente meetapparatuur (dataloggers), in het rioolstelsel geïnstal-
de metingen om te controleren of het rioolstelsel naar behoren werkt.
| 21
Klimaatontwikkelingen De verwachting is dat er door de klimaatverandering vaker en meer
In 2006 heeft het KNMI vier nieuwe klimaatscenario’s opgesteld. Ze
intensieve buien gaan vallen. Dit heeft een negatief effect op het func-
maken gebruik van nieuwe informatie en rekenresultaten en vervan-
tioneren van het rioolstelsel. Het (gemengde) rioolstelsel van Deven-
gen de voorgaande scenario’s uit 2000. De nieuwe scenario’s hebben
ter is in 2008 doorgerekend met de vier KNMI´06 klimaatscenario´s.
de namen G, G+, W en W+. In tabel 3.1 zijn de scenario’s beschreven.
Hierbij is specifiek gekeken naar de effecten van de klimaatverande-
Het KNMI geeft aan dat de vier scenario’s stuk voor stuk aanneme-
ring op de vuiluitworp en water-op-straat.
Code
Naam
Toelichting
G
Gematigd
1°C temperatuurstijging op aarde in 2050 t.o.v. 1990 geen verandering in luchtstromingspatronen West Europa
G+
Gematigd +
1°C temperatuurstijging op aarde in 2050 t.o.v. 1990 + winters zachter en natter door meer westenwind + zomers warmer en droger door meer oostenwind
W
Warm
2°C temperatuurstijging op aarde in 2050 t.o.v. 1990 geen verandering in luchtstromingspatronen West Europa
W+
Warm +
2°C temperatuurstijging op aarde in 2050 t.o.v. 1990 + winters zachter en natter door meer westenwind + zomers warmer en droger door meer oostenwind
Tabel 3.1. Legenda voor de KNMI’06 klimaatscenario’s voor Nederland, bron: KNMI
22 |
lijk zijn, maar dat voor de vier scenario’s met de huidige kennis niet
teerd. Met deze reinigings- en inspectieprogramma’s worden alle
te zeggen is welk scenario het meest waarschijnlijk is. In het NBW-
rioolstrengen eenmaal per 10 tot 15 jaar bekeken. Aan de hand van
actueel is in 2008 gekozen voor scenario G.
deze programma’s worden de jaar- en meerjarenonderhoudsprogramma’s gemaakt.
Bij deze klimaatscenario’s moet worden opgemerkt dat niet alleen de verandering in neerslag invloed heeft op de vuiluitworp. Zo
Meldingen
zullen bijvoorbeeld verandering van afvoerend oppervlak, toe- of
Meldingen over allerlei gemeentelijke aangelegenheden komen
afname van de bevolking, verandering in waterverbruik en aanpas-
binnen bij het Klant Contact Centrum (KCC). Per onderwerp worden
singen aan het stelsel ook gevolgen hebben. Naast perioden van
de meldingen genoteerd. Voor wat betreft riolering worden onder
hevigere neerslag kan er ook sprake zijn van langdurige perioden
andere de volgende onderwerpen vermeld. Tussen haakjes is het
van droogte waardoor, vooral in gemengde systemen, een toename
gemiddeld aantal meldingen per jaar vermeld:
van de accumulatie van slib kan optreden met gevolgen voor de vuilemissie tijdens overstortingen. De temperatuurstijging zal ook
•
putten (90);
invloed hebben op biochemische omzettingsprocessen waardoor
•
gemalen (180);
bijvoorbeeld het effect van een overstort op oppervlaktewater
•
verstopping van huisaansluitingen (110);
ernstiger kan zijn dan tot nog toe is aangenomen. Door ontwik-
•
verstopping van kolken (130);
kelingen in de zuiveringstechniek (gekoppeld aan een toename van
•
wateroverlast in openbare ruimte (50);
de gemiddelde temperatuur) kunnen zuiveringen mogelijk grotere
•
stankoverlast (25);
vuilvrachten aan. En zo zijn er nog meer ontwikkelingen denkbaar.
•
ratten of andere knaagdieren (5).
Uit de uitgevoerde berekeningen aan het rioolstelsel van Deventer
In de periode 2005-2008 ging het voor het onderdeel riolering
komt naar voren dat vooral bij scenario W de overstortvolumes
jaarlijks om circa 590 meldingen. Vanaf 2008 worden de meldingen
sterk toenemen (tussen de 18 en 83% per overstort, gemiddeld
over gemalen afzonderlijk bijgehouden. Voorheen vielen ze onder
47%). Vooral bij de overstorten met de kleinere volumes neemt
de categorie ‘putten’. De meldingen worden door de gemeente
het overstortend volume sterker toe dan bij de overstorten met de
afgehandeld en jaarlijks geëvalueerd. Zo nodig wordt het beleid
grotere overstortende volumes. Bij de andere scenario´s ligt de
bijgesteld.
toename van de vuiluitworp in de orde van 5 tot 10%.
Rioolgemalen De kans op water-op-straat neemt ook toe. Ook hier is de toename
Installaties behoeven onderhoud en hebben een technische en
bij scenario W groter dan bij de andere scenario´s. Er is vooral
economische eindige levensduur. De gemeente heeft anno 2008 het
gekeken naar de kans dat er meer dan 50 m³ op straat komt. De
beheer over circa 90 stadsgemalen (rioolgemalen, bergbezinkbas-
kans dat dit in de periode tot 2050 toeneemt, varieert van 16% bij
sins en tunnelgemalen) en circa 700 drukrioolgemalen.
scenario G+ tot 38% bij scenario W. Op enkele plekken waar in de huidige situatie nog geen water-op-straat wordt berekend, komt dat
Het onderhoud van de gemalen is te scheiden in preventief onder-
met de zwaardere buien wel voor. Op locaties waar nu al water-op-
houd en storingsonderhoud. Gemalen worden één of meerdere
straat wordt berekend, neemt het volume toe. Het ligt dus in de ver-
malen per jaar preventief geïnspecteerd en gereinigd. Op basis van
wachting dat, zonder verdere maatregelen, het aantal plekken met
de inspectieresultaten en overige parameters zijn in de periode
water-op-straat stijgt. Waar nu al hinder is, neemt de wateroverlast
2005-2010 jaarlijks vier of vijf gemalen elektrisch en mechanisch
toe en komen de problemen vaker voor.
gerenoveerd.
3.3. Beheer, onderhoud en uitvoering
De pompen van de drukrioolinstallaties die in de jaren ’80 zijn aangelegd in het buitengebied van de voormalige gemeenten Diepenveen en Bathmen, zijn gefaseerd vervangen.
Beheer
Door in- en uitbreidingslocaties en verkeersontwikkelingen zijn er in
De riolering vraagt steeds meer zorg. Door de uit- en inbreidin-
de afgelopen planperiode acht nieuwe gemalen (vier tunnelgemalen
gen van de stad, de aanleg van drukriolering in het buitengebied
en vier rioolgemalen) bijgekomen. Er zijn ook 360 drukrioolgemalen
en de steeds mondiger wordende burger is het rioleringsbeheer
geplaatst, vooral in het buitengebied (zie volgende paragraaf).
complexer geworden. Het onderhoud van de totale riolering vraagt gespecialiseerde medewerkers om alle facetten van het riool te
Onderhoud riolering
kunnen beheren.
Eens in de 10 jaar wordt de riolering gereinigd en als de riolering ouder is dan 30 jaar ook geïnspecteerd. Jaarlijks wordt hiervoor
Jaarlijks wordt een deel van de riolering gereinigd en geïnspec-
een reinigings- en inspectieprogramma opgesteld. De resultaten
| 23
24 |
voeren onderhoud. Dit kan klein onderhoud zijn, zoals wortelfrezen,
Bij de uitwerking van afkoppelplannen houdt de gemeente rekening met:
of groot onderhoud, zoals het vervangen of relinen van de riolering.
•
Terrein- en grondwaterhoogtes;
De werkzaamheden worden gebundeld in een vervangings- en reli-
•
Samenstelling van de ondergrond (laten onderzoeken);
ningsprogramma. Tevens wordt op locaties waar de straat opnieuw
•
Aanwezigheid van kabels en leidingen;
wordt ingericht, gekeken naar de kwaliteit van de riolering. Zo nodig
• Eisen waterschap aan het te lozen hemelwater op oppervlaktewater.
van de inspectie vormen de basis voor de planning van het uit te
wordt de riolering vervangen tijdens de herinrichting van de weg. Voor particulieren is een folder over afkoppelen gemaakt. Er staan In de afgelopen planperiode is een aantal rioolstrengen vervangen
tips in over het gebruik van regenwater in de eigen tuin. Bij het
of voorzien van een kunststof kous (relinen). Voor dit laatste wordt
ontwikkelen van de folder en het verstrekken van informatie is de
gekozen als vervanging geen optie is. In totaal is circa 10 km kous
stichting De Ulebelt, Natuur- en Milieueducatie en kinderboerderij,
aangebracht. De kunststof kous verlengt de levensduur van de rio-
nauw betrokken.
lering met minimaal 50 jaar. Dit betekent dat de riolering tweemaal zo lang mee gaat als vooraf was gepland. Relinen is een goede
Aanleg riolering buitengebied en IBA´s
investering als vervanging niet aan de orde is.
De provincie Overijssel heeft de gemeente Deventer in 2000 ontheffing verleend van de plicht om circa 700 percelen in het buitengebied
In de periode 2005 – 2010 is nagenoeg het gehele voornemen tot
op de riolering aan te sluiten. Vanwege ontwikkelingen op de markt
grootschalige vervanging van riolering uitgevoerd. Riolering is
en in de omliggende gemeenten is in 2004 besloten om het eerder
vervangen in:
ingenomen standpunt te heroverwegen. Bewoners/eigenaren konden in veel gevallen alsnog een aansluiting op de riolering krijgen.
•
Bergweide deelgebied 3 fase 2;
•
Driebergenbuurt;
In 2004 en 2005 is de bewoners via een enquête gevraagd of ze
•
Bergweide bij derde havenarm;
een aansluiting wensten. De eigen bijdrage werd aanvankelijk
•
Tesschenmacherstraat (relining);
vastgesteld op € 3.500 en later verlaagd naar € 2000. In mei 2005
•
Zandweerd en Zwolsewijk;
werd het gemeentelijk beleid tijdens zeven informatieavonden
•
Diepenveenseweg tussen Hoge Hondstraat en Brinkgreverweg;
uitgelegd. Na afloop dienden de bewoners 523 aanvraagformulieren
•
Buiten Noordenberg.
in. Uiteindelijk zijn in 2006 539 huishoudens aangesloten. Bij de overgebleven 150 percelen is de eigenaar zelf verantwoordelijk voor
De geplande rioolvervanging van de Fesevurstraat is nog niet uitge-
de behandeling van de lozing. Vanaf 2008 controleren gemeente
voerd. Het wachten is op de ontwikkelingen van het gebied rond het
(bodemlozers) en waterschappen (oppervlaktewaterlozers) of de
voormalige St. Geertruidenziekenhuis. Het ziekenhuis is in 2008 ver-
lozingen aan de wettelijke eisen voldoen.
huisd naar de Rielerenk. Momenteel wordt gewerkt aan de invulling van het vrijgekomen gebied.
Woonschepen In 2009 zijn ongeveer 35 verspreid liggende woonschepen aangeslo-
3.4. Maatregelen
ten op het gemeentelijke rioolstelsel. Ze verpompen uitsluitend het huishoudelijke afvalwater. Eerder werd dit nog ongezuiverd in het oppervlaktewater geloosd. Vanaf 2009 treedt het waterschap Groot
Afkoppelen verhard oppervlak
Salland handhavend op tegen ongezuiverde lozingen.
Hemelwater van daken, schone terreinen en wegoppervlakken kunnen worden afgekoppeld van (gemengde) rioolstelsels. De ge-
Met de aansluiting van de percelen in het buitengebied en de woon-
meente doet dat alleen in gebieden waar ingrijpende veranderingen
schepen is het aansluitpercentage gestegen tot 99,6% waarmee de
plaatsvinden, zoals nieuwbouw, herstructurering en inbreiding. Ook
gemeente Deventer landelijk hoog scoort.
bij vervanging van het riool kan soms afkoppeling plaatsvinden. In de afvalwateroptimalisatiestudie (OAS) en in het afvalwaterakkoord
Vuiluitworpreductie
is een verhard oppervlak van circa 35 hectare opgenomen om te
In de wijk De Hoven zijn de drie overstorten als risicovol voor de
worden afgekoppeld. Dat plan is gedeeltelijk uitgevoerd.
volksgezondheid aangemerkt. Bij deze overstorten zijn hekken geplaatst. Ook kwamen er borden die aangegeven dat sprake is van
Afkoppelen is niet overal gewenst of mogelijk, bijvoorbeeld in de
riooloverstorten. Het waterschap heeft de watergang verdiept en
binnenstad en in wijken met weinig ruimte. Op een aantal plaatsen
de afvoer verbeterd. Daarmee zijn deze overstorten van de lijst met
is de grond zo dicht, dat infiltratie niet mogelijk is. De gemeente
risicovolle overstorten verdwenen. De gemaalcapaciteit van 163 m³/
koppelt alleen af in combinatie met (her)inrichtingswerkzaamheden.
uur in De Hoven is hoger dan de afnameverplichting van het waterschap Veluwe. Door de hoge pompovercapaciteit wordt nog niet aan de basisinspanning voldaan.
| 25
26 |
Het rioolstelsel van Bathmen voldoet inmiddels aan de basisinspanning.
In 2008 is de onkruidbestrijding uitgevoerd volgens de richtlijnen Duurzaam Onkruidbeheer (DOB). In 2007 is in een gedeelte van de
In de bergbezinksbassins van de Maasstraat en de Herman Boer-
stad de Water Als Vitaal Element (WAVE)-methode toegepast, waar-
haavelaan zijn lamellenpakketten aangebracht om het overgestorte
bij onkruid met water van 98ºC wordt bestreden. In 2008 volgde
afvalwater extra te laten bezinken. De verwachting is dat zo minder
een experiment met hete lucht. Eind 2008 is de aanpak geëvalu-
vervuiling in de vijver terecht komt. Ook het bergbezinkbassin Boer-
eerd. De eerste ervaringen geven aan dat het effect van beide me-
haavelaan is van lamellen voorzien. Dit bergbezinkbassin stort over
thoden vergelijkbaar is. Vanwege de kosten is de heteluchtmethode
op een vijver die uitkomt in de Zandwetering.
het meest interessant. In 2009 wordt deze methode toegepast in één volledige wijk. De resultaten worden gemonitoord. In 2010 en
Bij het gemaal Pothoofd is RTC (RealTime-Control) besturing geïn-
2011 worden de proeven uitgebreid naar de binnenstad en andere
stalleerd. Door verbindingsproblemen werkt dit systeem nog niet
wijken. Vervolgens wordt een keuze gemaakt.
naar tevredenheid. Doel is om de berging in het achterliggende stelsel beter te benutten.
Op (midden)geleiders wordt het onkruid niet meer chemisch bestreden, maar twee keer per jaar met een bosmaaier verwijderd.
3.5. Overdracht waterpartijen Een deel van de waterpartijen in Deventer is in eigendom van de
3.7. Verordeningen
gemeente. Mede vanwege nieuwe wetgeving wil waterschap Groot
De riolering wordt in stand gehouden met de opbrengst van het ri-
Salland zowel het beheer en het eigendom overnemen. In 2009 is
oolrecht. In de Verordening Rioolrecht wordt het rioolrecht als volgt
hierover een intentieverklaring ondertekend. Er moet nog overleg
beschreven: “Onder de naam “rioolrecht” wordt van de gebruiker
plaatsvinden over de condities voor de overdracht, zoals de eigen-
van een belastingobject dat direct of indirect is aangesloten op de
domssituatie. Op dit moment is het waterschap bevoegd gezag voor
waterleiding of waar water naar wordt toegevoerd dat is verkregen
de waterkwaliteit en een deel van de waterkwantiteit.
door middel van een eigen pompinstallatie, geheven een recht voor het afvalwater dat vanuit het belastingobject via de gemeentelijke
3.6. Vergunningen
riolering wordt afgevoerd.”
Waterschap Rijn en IJssel heeft in 2006 en 2007 vergunningen
De gemeenteraad stelt elk jaar de verordening vast. In 2008 is
verleend voor de overstorten in Bathmen. Waterschap Groot Salland
hierbij voor grootverbruikers een nieuwe tariefstructuur ingevoerd.
verleende vergunningen voor de overstorten in Lettele en Ok-
De nieuwe tariefstructuur sluit beter aan bij het daadwerkelijke
kenbroek. Na voltooiing van de optimalisatiestudie (OAS) heeft de
waterverbruik, zodat er een evenwichtiger verdeling van de groot-
gemeente in 2007 bij Waterschap Groot Salland en bij Rijkswater-
verbruikers over diverse klassen is. De nieuwe structuur heeft geen
staat aansluit- en overstortvergunningen aangevraagd. De vergun-
gevolgen voor de totale opbrengst van het rioolrecht.
ningaanvragen bij Waterschap Groot Salland zijn in 2009 definitief gemaakt. Ten slotte zijn voor de (verbeterd) gescheiden stelsels de vergunningen in 2008 aangevraagd en de aanvragen zijn in 2009 definitief gemaakt.
Onkruidbestrijding Op grond van de lozingsvergunningen moet de gemeente diverse activiteiten uitvoeren om de kwaliteit van afstromend hemelwater te verbeteren, zoals: • Beleid om het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen te beperken en op termijn mogelijk te beëindigen; • Een overzicht opstellen van de gebruikte bestrijdingsmiddelen en hun hoeveelheden op jaarbasis; • Beleid om de emissie van stoffen uit bouwmetalen te verminderen; • Vastleggen van te nemen en al genomen maatregelen en de eventuele resultaten; • Vastleggen van te nemen en al genomen maatregelen richting bedrijven en particulieren die verhard oppervlak en/of dakoppervlak hebben aangesloten op het rioolstelsel.
| 27
28 |
4. STRATEGIE EN UIT TE VOEREN MAATREGELEN 2010-2015 4.1. Inleiding In dit hoofdstuk worden eerst de doelen voor de komende planperi-
4.3. Beleidskeuzes stedelijk afvalwater, regen- en grondwater
ode beschreven en vervolgens de diverse beleidskeuzes. Tot besluit
De gemeente kan haar taken op vele manieren invullen. De nieuwe
wordt ingegaan op de strategie en de uit te voeren maatregelen om
beleidskeuzes houden vooral verband met stedelijk afvalwater,
de doelen te halen.
hemelwater en grondwater.
4.2. Doelen voor de planperiode
Afvalwaterzorgplicht
Net al in het vorige GRP worden drie hoofddoelen onderscheiden
In Deventer worden bij 150 percelen IBA’s (individuele systemen
voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater en
voor de behandeling van afvalwater) gebruikt. De eigenaar wilde
grondwater:
geen aansluiting op de drukriolering en is zelf verantwoordelijk voor het beheer van de voorziening. De gemeente sluit in- en uitbreidin-
• Duurzame bescherming volksgezondheid: de aanleg en het
gen aan op vuilwaterriolering en kan de droogweerafvoer aan-
beheer van voorzieningen voor de inzameling en het transport
sluiten op gemengde rioolstelsels. IBA´s kunnen in uitzonderlijke
van stedelijk afvalwater zorgt dat verontreinigd afvalwater uit
gevallen worden toegepast bij nieuwbouw in het buitengebied, als
de directe leefomgeving wordt verwijderd;
aansluiting op de riolering niet doelmatig is. Ook dan is de perceels-
• Handhaving goede leefomgeving: riolering en drainage zorgen
eigenaar verantwoordelijk voor aanleg en onderhoud. Vanwege die
waar nodig voor de ontwatering van de bebouwde omgeving. Er
eigen verantwoordelijkheid, betalen de eigenaren van IBA’s geen
wordt overlast voorkomen, door waar nodig ook het regenwater
rioolheffing. Dat beleid wordt voortgezet.
van daken, pleinen, wegen e.d. en het teveel aan grondwater in te zamelen en af te voeren; • Duurzame bescherming van natuur en milieu: door de aanleg
Regenwaterzorgplicht De nieuwe wetgeving geeft gemeenten de zorgplicht om hemelwa-
van riolering of individuele afvalwatersystemen wordt de directe
ter dat perceelseigenaren redelijkerwijs niet zelf kunnen verwerken,
ongezuiverde lozing van afvalwater op bodem of oppervlakte-
doelmatig in te zamelen en te verwerken.
water voorkomen.
Particulier terrein De algemene doelen worden in het kader van dit Gemeentelijk Rio-
Bij nieuwe ontwikkelingen op particulier terrein is in eerste instantie
leringsplan als volgt vertaald:
de eigenaar van het terrein verantwoordelijk voor de afvoer van het hemelwater. Het wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater of in
1. Inzameling van het binnen het gemeentelijk gebied geproduceerde stedelijk afvalwater; 2. Inzameling van het hemelwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de lokale waterhuishouding; 3. Transport van het ingezamelde stedelijke afvalwater naar het ontvangstpunt van de zuiveringsinstallatie; 4. Verwerken van hemelwater en het voorkómen van wateroverlast; 5. Zorgen dat het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert; 6. Streven naar een duurzaam milieu (bodem, oppervlaktewater) door lozing van zo weinig mogelijk vervuilende stoffen; 7. Voorkomen van overlast voor de gemeenschap (anders dan door wateroverlast);
de bodem geïnfiltreerd. Als het ingezamelde hemelwater te sterkt verontreinigd is en de verontreiniging niet kan worden voorkomen, moet het afvalwater ter plaatse te worden gezuiverd met bijvoorbeeld een IBA, een helofytenfilter, of een zuiveringsfilter. Alleen als van de perceelseigenaar redelijkerwijs niet kan worden gevraagd dat hij het hemelwater afvoert, treedt de gemeentelijke hemelwaterzorgplicht in werking. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als er geen oppervlaktewater in de buurt is of als de grondwaterstand zo hoog is dat infiltratie niet mogelijk is. Van een gemeentelijke zorgplicht is geen sprake als iemand een perceel geheel heeft verhard. De gemeentelijke hemelwaterzorgplicht bestaat er uit dat de eigenaar de mogelijkheid krijgt om het hemelwater bijvoorbeeld via een gemengd riool af te voeren. Ook al heeft het rijk een gescheiden inzameling als voorkeur.
Naast bovenstaande specificaties van algemene doelen geldt het volgende uitgangspunt: 8. Doelmatig beheer en een goed gebruik van de riolering.
| 29
Openbaar terrein Het gaat bij de zorg voor het beheer van afvloeiend hemelwater ook om
Er geldt wettelijk een voorkeursvolgorde voor de behandeling van
afvloeiend hemelwater van openbaar terrein. Er zijn drie situaties mogelijk:
hemelwater en afvalwater: a. Het ontstaan van afvalwater voorkomen of beperken;
• De gemeente zamelt geen hemelwater in (bijvoorbeeld buitengebied);
b. Verontreiniging van afvalwater voorkomen of beperken;
• De gemeente zamelt hemelwater en vuilwater in via een (verbeterd)
c. Afvalwaterstromen gescheiden houden, tenzij het niet geschei-
gescheiden systeem (bijvoorbeeld nieuwbouw); • De gemeente zamelt hemelwater en vuilwater in via een gemengd systeem (bestaand).
den houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater; d. Huishoudelijk afvalwater en daarmee vergelijkbaar afvalwater inzamelen en naar een RWZI transporteren;
Redelijkheid Bij het stellen van eisen aan perceeleigenaren staat redelijkheid centraal. De gemeente kan afkoppelen bijvoorbeeld alleen afdwingen als de kosten en baten in redelijke verhouding tot elkaar staan. Het is niet redelijk om van perceeleigenaren te verlangen dat ze afkoppelen, als verharde oppervlakken niet schoon zijn en/of redelijkerwijs niet schoon gehouden kunnen worden.
30 |
e. Ander afvalwater dan bedoeld onder d hergebruiken, zo nodig na zuivering bij de bron; f. Ander afvalwater dan bedoeld onder d (vooral hemelwater) lokaal in het milieu brengen, zo nodig na zuivering bij de bron; g. Ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d als stedelijk afvalwater inzamelen en transporteren naar een RWZI.
De gemeente heeft de volgende beleidskeuzes gemaakt:
aan dat burgers met grondwateroverlast bij de gemeente terecht kun-
• Deventer wil in een aantal wijken waar in de komende jaren
Net als in de oude wetgeving is de perceelseigenaar verantwoorde-
nen. De gemeente is het eerste aanspreekpunt (loket) voor de burger.
nieuwbouw of herinrichting plaatsvindt het hemelwater afkop-
lijk voor de staat van zijn woning en perceel. Hij of zij moet op eigen
pelen van de gemengde rioolstelsels. Van de perceeleigenaren
terrein zelf maatregelen treffen tegen grondwaterproblemen, tenzij
wordt verwacht dat zij binnen een voor elk plan te stellen termijn
deze problemen aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtma-
hemelwater en afvalwater gescheiden aanbieden. De gemeente
tig handelen of nalaten van de buur (overheid of particulier). Deze
deelt deze termijn schriftelijk aan de perceeleigenaren mee;
verantwoordelijkheid geldt ook voor de gemeente als eigenaar van
• De gemeente gaat kleinschalig afkoppelen van hemelwater door particulieren stimuleren; • Bij drukriolering mag in geen enkel geval hemelwater worden
de openbare ruimte. Bij grondwaterproblemen mag dus in de eerste plaats van de perceelseigenaar worden verwacht, dat hij de vereiste (waterhuishoudkundige en/of bouwkundige) maatregelen neemt.
aangeboden, omdat dit de werking van het drukrioleringssys-
Deze verantwoordelijkheid komt neer op het voldoen aan de bouw-
teem verstoort. Perceeleigenaren moeten eventueel op hun
regelgeving uit de Woningwet en de daarop gebaseerde regelgeving
riolering aangesloten hemelwater afkoppelen;
(het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening).
• Nieuwbouw moet voldoen aan het Bouwbesluit. Hemelwater en afvalwater worden op de erfgrens gescheiden aangevoerd.
In dit kader zijn de voorschriften rond de vochtdichtheid van
Bovendien moet hemelwater maximaal worden geïnfiltreerd op
verblijfsruimten van belang. De bouwregelgeving verplicht een eige-
het eigen terrein;
naar niet tot het waterdicht maken van ruimten beneden de begane
• De gemeente hanteert als uitgangspunt dat de eigenaar bij
grondvloer, tenzij in deze ruimten regelmatig mensen verblijven
nieuwbouw zorgt voor een infiltratievoorziening met een inhoud
(verblijfsgebied). Gemeenten hoeven daarom in hun beleid ook niet
van 10 mm berging op eigen terrein;
als uitgangspunt te nemen dat kelders of kruipruimten gevrijwaard
• Bij nieuwe woningen of bedrijven waarvan het perceel aan
zijn van grondwateroverlast, want dit zijn geen verblijfsruimten. De
oppervlaktewater grenst, moet schoon verhard oppervlak van
wetgeving geeft expliciet aan dat de particulier zelf via bouwkun-
bijvoorbeeld de daken zoveel mogelijk rechtstreeks afvoe-
dige en/of waterhuishoudkundige maatregelen en voorzieningen
ren naar dit oppervlaktewater. Perceelseigenaren moeten de
moet zorgen dat zijn gebouw voldoet aan eventuele extra eigen
gemeente op de hoogte stellen van de voorgenomen lozingssitu-
wensen. Deze passage is voor gemeenten van belang bij discus-
atie. De lozingspunten mogen het beheer en het onderhoud van
sies met particulieren over de aanpak van overlast in kelders of
watergangen niet belemmeren. Het aantal lozingpunten moet zo
kruipruimten.
klein mogelijk zijn; • Bij nieuwbouw en verbouw moeten zo min mogelijk uitloogbare
Eventuele gemeentelijke maatregelen in het openbaar gebied,
materialen en metalen zoals koper, lood en zink worden gebruikt,
zijn alleen aan de orde bij structureel nadelige gevolgen door de
om verspreiding van deze stoffen in oppervlaktewater of de bo-
grondwaterstand. Er moet dus sprake zijn van een probleem. Dat is
dem te voorkomen. De gemeente propageert Duurzaam Bouwen.
bij een hoge grondwaterstand niet per definitie het geval. Zo is er
• Deventer verleent medewerking aan of participeert in duurzame
in een woonboot in het algemeen geen sprake van vochtoverlast,
ontwikkelingen op het gebied van riolering en waterhuishou-
omdat deze waterdicht is gebouwd. Zo dienen vanuit de bouwregel-
ding. Een goed voorbeeld daarvan is op dit moment het partici-
geving ook verblijfsruimten vochtdicht te zijn, zodat vochtoverlast in
peren in een haalbaarheidsonderzoek DEUGD om energie uit het
gebouwen door hoge grondwaterstanden in principe is uitgesloten.
afvalwater van Steenbrugge te winnen.
Belangrijk is ook dat het probleem daadwerkelijk door grondwater wordt veroorzaakt. Vochtproblemen in woningen kunnen ook
Grondwaterzorgplicht
door andere oorzaken ontstaan, zoals bouwkundige gebreken, de inrichting van percelen, slechte ventilatie, de wijze van beplanting
In de nieuwe wetgeving krijgen gemeenten de zorgplicht voor grond-
en kapotte regenpijpen. Waterleidingen of rioolaansluitingen zijn
water. Ze moeten structurele negatieve effecten op bestemmingen
ook vaak de oorzaak. Het grondwaterprobleem moet bovendien een
door de grondwaterstand zo veel mogelijk voorkomen of beperken.
structureel karakter hebben. Bij incidentele grondwaterproblemen
Om dat te bereiken moeten ze in het openbare gemeentelijke gebied
heeft de gemeente dus geen taak. Zo is na extreme regenval de
doelmatige maatregelen treffen, voor zover dat niet de verantwoor-
grondwaterstand wellicht tijdelijk hoger, maar dat betekent niet dat
delijkheid is van het waterschap of van de provincie. De zorgplicht is
dit ook op langere termijn zo is. De wet laat een normaal maat-
een inspanningsplicht: De gemeente is niet verantwoordelijk voor de
schappelijk risico bij de perceelseigenaar, zodat incidentele gevallen
handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied.
van grondwateroverlast voor zijn/haar rekening blijven.
De zorgplicht werkt niet met terugwerkende kracht en leidt niet tot
Aanspreekpunt
aansprakelijkheid voor schades uit het verleden. De wetgeving geeft
De nieuwe wetgeving wijst de gemeente aan als overheidsorgaan
| 31
dat in principe aanspreekbaar is op grondwaterproblemen in be-
worden afgehandeld door de aangewezen partij: het water-
bouwd gebied. Dat is niet hetzelfde als ‘aansprakelijk’. Aanspreek-
schap, de provincie, het waterleidingbedrijf of de gemeente
baar zijn voor problemen betekent dat de burger met zijn grond-
zelf. In de optimale situatie zoekt de gemeente actief contact
waterproblemen bij de gemeente terecht kan. Het gaat er om dat
met bewoners over de grondwatersituatie in hun straat of wijk.
een burger die de gemeente met een probleem benadert, serieus
Waar andere maatregelen falen, zorgt de gemeente voor een
genomen wordt.
doelmatige inzameling en afvoer van overtollig grondwater, een taak die wettelijk verankerd is;
Grondwateroverlast stedelijk gebied
• Het rijk is verantwoordelijk voor de wettelijke verankering van
Voor het stedelijk gebied zijn de inspanningen vanuit het water-
de zorgplicht voor gemeenten en zorgt dat gemeenten de beno-
beheer voornamelijk gericht op het voorkomen van wateroverlast.
digde financiële middelen voor de invulling van die zorgplicht
Hoge grondwaterstanden kunnen natte kruipruimten en vocht-
kunnen genereren. Het rijk moet de noodzakelijke juridische,
problemen in huis opleveren. De benodigde ontwateringsdiepte is afhankelijk van het type stedelijk gebied. In onderstaande tabel
fiscale en financiële aanpassingen doen; • Het waterschap is als beheerder van het watersysteem
staan richtinggevende waarden. De minimale waarde mag niet
verantwoordelijk voor het oppervlaktewatersysteem. Onder
structureel worden overschreden (niet langer dan vier weken per
andere door het opstellen en actualiseren van peilbesluiten en
jaar, ofwel één meetwaarde per jaar bij de huidige vierwekelijkse
streefpeilen worden grondwaterproblemen in stedelijk gebied
uitleesronde).In verband met de verwachte klimaatsveranderingen
opgelost of voorkomen. Het waterschap brengt waar nodig
wordt de eis van de minimale ontwateringsdiepte in nieuwbouwgebieden scherper gesteld, zeker als gebouwd wordt in de lagere en nattere gebieden.
(grond)waterkennis in; • De provincie heeft een belangrijke rol in de preventie van (nieuwe) grondwateroverlast, onder andere door het bevorderen van een goede watertoets. Zij controleert of gemeenten in hun
De gemeente Deventer heeft een grondwatermeetnet waarin met 78
ruimtelijke plannen voldoende rekening houden met het water-
peilbuizen de grondwaterstand wordt gemonitord. De grondwater-
advies. Ook brengt de provincie in kaart wat de effecten zijn op
standen worden maandelijks handmatig gemeten en bijgehouden.
steden en dorpen als grondwaterwinningen stoppen. Bovendien
In de toekomst zal het grondwatermeetnet worden meegenomen in
neemt zij in vergunningen voor grondwateronttrekkingen de
het automatische meetnet.
plicht op dat vergunninghouders tijdig melden wanneer ze een winning stoppen;
De taakverdeling voor grondwater is als volgt: • de burger (huiseigenaar) is verantwoordelijk voor eigen bouwwer-
• Drinkwaterbedrijven en andere grote onttrekkers moeten hun voornemen om een onttrekking te stoppen op tijd melden bij de
ken en eigen grond. Zo moet zijn pand voldoen aan de waterdicht-
provincie. Bestaande en nieuwe onttrekkingen kunnen een bij-
heidseisen uit het bouwbesluit. Ook is hij zelf verantwoordelijk
drage leveren aan het oplossen van grondwateroverlast. Daarbij
voor ontwateringsvoorzieningen op het eigen terrein, waarbij
wordt gezocht naar duurzame toepassing van het overtollige
natuurlijk wel rekening moet worden gehouden met de buren;
grondwater. Provincies dienen hiervoor de criteria aan te geven
• De bouwpraktijk (van ontwerpers tot uitvoerders) houdt meer
in hun grondwater- en onttrekkingsbeleid.
rekening met het grondwater en realiseert waterbestendige woningen en gebouwen; • De diverse overheden (zie hieronder) zijn ervoor verantwoorde-
Loketfunctie grondwater Met de nieuwe wetgeving heeft de gemeente een loketfunctie gekre-
lijk dat burgers en de bouwpraktijk de eigen verantwoordelijk-
gen voor burgers met vragen en klachten over grondwater(overlast).
heid waar kunnen maken;
Binnen de gemeente dienen een of meer ambtenaren belast te wor-
• De gemeente heeft een centrale rol en opent een waterloket
den met het aannemen en bijhouden van de klachten, het reageren
waar burgers terecht kunnen met klachten en vragen over
op klachten en het uitzetten van onderzoek. De gemeente moet een
grondwater. De gemeente zorgt dat de vragen snel en goed
protocol opstellen voor de behandeling van klachten.
Tabel 4.1. Minimale ontwateringsdiepte type stedelijk gebied
minimale ontwateringsdiepte t.o.v. as weg
bestaand stedelijk gebied, wegen hoofdwegen nieuwe bebouwing met minimale ontwatering nieuwe standaard bebouwing met kruipruimte tuinen, openbaar groen, sportvelden e.d.
70 cm 100 cm 50 cm 70 cm 50 cm
32 |
Als er een klacht binnenkomt, maakt de gemeente een eerste be-
Riolering
oordeling van mogelijke oorzaken. Daarbij is het van belang dat dui-
De VNG en de Stichting Rioned hebben aangegeven dat niet aan-
delijk wordt dat het ‘grondwaterprobleem’ ook daadwerkelijk door
vaardbare vormen van water-op-straat in moeten worden aange-
grondwater wordt veroorzaakt. In de praktijk blijken veel vochtpro-
pakt. Het gaat dan bijvoorbeeld om:
blemen een andere oorzaak te hebben, zoals lekke drinkwaterleidingen of slecht functionerende huisaansluitingen. De ervaring leert dat burgers een adviserende en meedenkende rol van de gemeente bijzonder waarderen.
• Water dat vanaf de straat gebouwen in loopt (materiële schade, klachten hierover zijn in Deventer niet bekend); • Water dat in grote mate uit de riolering op straat stroomt met stank of gezondheidsrisico´s als gevolg (deze worden in Deven-
Na de melding van een klacht hanteert de gemeente de volgende procedure: • Er vindt een gesprek plaats tussen een medewerker en de klager. Hiervoor wordt bij de melding een afspraak gemaakt. De
ter niet gemeld); • Water-op-straat dat belangrijke verkeersaders blokkeert (belemmering voor hulpdiensten en economische schade. Hiervan is in Deventer vooral bij de spoortunnels regelmatig sprake).
klacht wordt ter plaatse onderzocht; • De medewerker koppelt de klacht terug naar relevante perso-
In het algemeen wordt het aanvaardbaar geacht als water bij hevige
nen, zoals backofficemedewerkers, andere afdelingen van de
buien enkele uren op straat staat, mits dit niet tot schade leidt.
gemeente en het waterschap;
Tijdelijk water tussen de stoepen is lastig, maar kan geen kwaad. De
• Als de klacht gegrond lijkt, doet de gemeente onderzoek. Zo nodig worden peilbuizen geplaatst en gedurende een bepaalde
hinder is vergelijkbaar met sneeuwval: de begaanbaarheid van de weg neemt tijdelijk af.
periode afgelezen; • De onderzoeksresultaten worden geëvalueerd en de klager •
In Deventer zijn klachten bekend over water in de tunnels onder
krijgt een terugmelding;
het spoor bij de Brinkgreverweg en de Veenweg. Doordat de afvoer
Gemeente of waterschap nemen zo nodig maatregelen.
van regenwater is verbeterd, komt nog slechts sporadisch overlast voor. Deze tunnels komen uit de hydraulische berekeningen aan
Het meldpunt van klachten over grondwater kan worden toe-
het rioolstelsel niet naar voren, omdat er in de tunnels zelf geen
gevoegd aan het huidige Klant Contact Centrum. Het KCC is dan
inspectieputten aanwezig zijn. Verder zijn er wel plekken bekend
geschikt voor alle watergerelateerde klachten.
waar water-op-straat regelmatig voor komt, maar dit zorgt vrijwel nergens voor regelmatig terugkerende overlast.
Stedelijke wateropgave Om in de toekomst water-op-straat te laten afnemen, of te zorgen
Oppervlaktewater
dat deze situaties niet toenemen door de verwachte klimaatsveran-
Waterschap Groot Salland heeft de stedelijke wateropgave voor
deringen, moet meer verhard oppervlak worden afgekoppeld van
het oppervlaktewater in Deventer bepaald. Er worden geen grote
gemengde rioolstelsels. Bij de herinrichting van wegen, bij renova-
knelpunten verwacht, ook niet wanneer rekening wordt gehouden
ties van woonwijken of bedrijventerreinen, bij sloop en nieuw- of
met zwaardere buien door klimaatsveranderingen.
verbouw moet steeds naar de mogelijkheden worden gekeken. Op een aantal plaatsen is de kans dat na een hevige bui de straten
Grondwater
blank staan relatief groot. Op bedrijventerrein Bergweide en in de
Deventer ontvangt weinig klachten over grondwater. De klachten die
woonwijk Borgele-Platvoet is de kans groter dan eens per jaar. In
er af en toe wel zijn, hebben veelal een andere oorzaak, zoals lekke
de wijken Zandweerd, Keizerslanden, Colmschate-Zuid en de kernen
riolering, lekke waterleiding of verstopt zittende duikers. Hierdoor
Diepenveen en Schalkhaar is de kans eens per jaar.
kunnen watergangen langdurig vol water staan, waardoor tijdelijk en plaatselijk grondwateroverlast mogelijk is. Bij hoge waterstanden
Bij het opstellen van het basisrioleringsplan Deventer is in 2003
hebben woningen langs de IJssel en in de binnenstad regelmatig
het afvoerend verhard oppervlak naar de gemengde rioolstelsels
grondwater in de kelders. De hoge waterstanden komen maar
geïnventariseerd. In het BRP zijn vervolgens aannamen gedaan over
gedurende relatief korte tijd voor en de overlast wordt veelal door
het afkoppelen van verhard oppervlak, vooral in de bemalingsgebie-
de bewoners zelf opgelost met pompjes of bouwkundige maatregelen.
den Rivierenwijk, Keizerslanden en Pothoofd. Dit is in de berekeningen als een percentage op het oude ´huidige´ oppervlak van 2003
De gemeente heeft een grondwatermeetnet met 78 peilbuizen.
meegenomen. In Bergweide en andere bemalingsgebieden is geen
Hieruit blijkt dat er geen plaatsen zijn waar langdurige (te) hoge
rekening gehouden met afkoppelen. In de komende planperiode
grondwaterstanden voorkomen.
wordt geïnventariseerd welke verharde oppervlakken de afgelopen jaren zijn afgekoppeld, en wat het huidige aangesloten verhard oppervlak is. Het rekenmodel wordt dan geactualiseerd, waardoor
| 33
34 |
gefundeerde uitspraken kunnen worden gedaan over de noodzaak
•
Raambuurt;
om rioolvervangingen de diameters van de buizen te vergroten. Daar-
•
Oranjekwartier en Tuindorp;
mee kan het aantal klachten en meldingen in de toekomst afnemen.
•
Rivierenwijk.
In eerste instantie wordt uitgegaan van de rekenresultaten uit het hydrodynamisch rekenprogramma InfoWorks. De berekeningen worden
De werkzaamheden zijn vooral in herstructureringsgebieden. Zie
vergeleken met bij de gemeente bekende water-op-straatlocaties. Ver-
verder tekening 110.08.01 die als bijlage bij dit GRP is gevoegd.
volgens kunnen aanbevelingen worden gedaan over de aanpak.
Verbeteringsmaatregelen riolering en waterkwaliteit
4.4. Gevolgen Wabo en Waterwet voor vergunningverlening
De gemeente investeert niet alleen in vervanging van riolering, maar ook in de verbetering van het rioolstelsel en de oppervlaktewaterkwaliteit. In 2009 begon de aanleg van het effluentfilter bij
Zoals in hoofdstuk 2 is vermeld, veranderen door gewijzigde wetge-
de RWZI Deventer als onderdeel van de OAS-studie (optimalisatie
ving de bevoegdheden en de werkwijze van gemeente, waterschap
afvalwatersysteem). De overige OAS-maatregelen zijn gedeeltelijk
en provincie. Dit heeft onder andere gevolgen voor de onderlinge
uitgevoerd.
samenwerking. De provincie Overijssel heeft het initiatief genomen om met een bestuurlijke intentieverklaring en één gezamenlijke
Op een aantal plekken in de gemeente is bij zware regenval sprake
dienstverleningsovereenkomst (DVO) de wijze van samenwerking
van wateroverlast. Er is een bedrag gereserveerd om maatregelen
te uniformeren. Daarbij is ‘samen doen’ het uitgangspunt. Dit
te kunnen treffen die de grootste wateroverlast oplossen. Dit kan
betekent dat optimaal gebruik wordt gemaakt van elkaars kennis
bijvoorbeeld door het afkoppelen van verhard oppervlak en/of het
en menskracht. De samenwerking zorgt voor een hogere kwaliteit
vergroten van de diameter van een riool. De Rielerkolk heeft onvol-
van de vergunningen (advisering) en het toezicht. Dit zal leiden tot
doende afvoercapaciteit, waardoor het oppervlaktewater in natte
een vermindering van de lozingen van afval- en hemelwater op de
periodes te hoog staat. De capaciteit wordt vergroot.
afvalwaterketen/riolering en minder emissies op het watersysteem. In De Hoven voldoet het gemengde rioolstelsel nog niet volledig aan
4.5. Maatregelen
de basisinspanning. In dit gebied wordt in de komende planperiode gemeten hoe vaak de riolering overstort. Bovendien is er een gezamenlijk onderzoek in het kader van het waterkwaliteitsspoor. Ge-
Vervanging en reliningen
meente en waterschap zullen samen maatregelen uitwerken om de
In de planperiode 2010-2015 wordt op basis van rioolinspecties ver-
waterkwaliteit te verbeteren. Wat betreft de basisinspanning wordt
der gegaan met de vervanging of relining van riolen. Meestal gaat
De Hoven opgenomen in de plannen voor geheel Deventer, om zo
het om riolen die ouder zijn dan 50 jaar, waar vaak sprake is van
effectief en efficiënt mogelijke maatregelen te kunnen nemen. Zo
lekkage in de voegen. Bij forse lekkage stroomt ook zand mee naar
wordt voorkomen dat dure maatregelen nodig zijn om de vuilworp
binnen waardoor op termijn de wegen verzakken.
van De Hoven te verminderen.
Het grootschalig vervangen of relinen van riolen wordt zoveel moge-
Binnen het waterkwaliteitsspoor is het nodig om de oppervlaktewa-
lijk gecombineerd met de herinrichting van de openbare weg. Als
terkwaliteit te verbeteren. Hierbij wordt naast De Hoven onder an-
een weg opnieuw wordt bestraat, is het vervangen van het onderlig-
dere gedacht aan oppervlaktewater in de wijk Colmschate-midden
gende riool namelijk aanzienlijk goedkoper. Is het volledig vervan-
en -zuid en de vijver aan de Maasstraat in de Rivierenwijk. Water-
gen van een weg niet aan de orde, dan kan het riool toch worden
schap Groot Salland onderzoekt of verbetering van de waterkwali-
verbeterd door de rioolstrengen inwendig te voorzien van een
teit op industrieterrein Kloosterlanden nodig is. Eventuele andere
kunststof kous (relining). De riolering gaat dan tweemaal zo lang
locaties worden in samenspraak met de waterschappen bepaald.
mee als vooraf was gepland. Relinen is daarom een goede investering waar vervanging niet aan de orde is.
Gemalen De rioolgemalen, tunnelgemalen en bergbezinkbassins binnen de
Het is de bedoeling om in de periode 2010 – 2015 grootschalig riole-
gemeente zijn door de jaren heen gefaseerd geïnstalleerd. De voor-
ring te vervangen/ relinen in:
malige gemeenten Bathmen, Deventer en Diepenveen hebben het onderhoud op verschillende manieren en met wisselende frequen-
•
Borgele;
ties uitgevoerd. Daardoor verschilt de kwaliteit van de installaties.
•
Brinkgreverweg/ Ceintuurbaan
Sommige gemalen vertonen vaker storingen dan vergelijkbare
•
Sluiswijk;
systemen.
•
Centrum;
•
Schrijversbuurt (Zandweerd-noordoost);
Recent is de technische staat van normaal toegankelijke objecten
•
Zandweerd-noordwest;
geïnventariseerd. De criteria voor deze inventarisatie zijn in het ver-
| 35
36 |
leden veelvuldig toegepast. Ze geven een zo volledig mogelijk beeld
kelder en vijzelgoten in slechte staat verkeert. Dit heeft tot corrosie
van de technische staat per installatie. Er is onder andere gekeken
en slijtage geleid. In de planperiode 2010-2015 wordt dit gedeelte
naar de staat van pompen, leidingwerk, schakel- en besturingskas-
opnieuw geconserveerd.
ten, toegang, luiken, veiligheid algemeen en valroosters. De ‘natte’ vuilwaterkelders zijn niet geïnspecteerd, omdat een reinigingsbe-
Met de in het kader van de Wvo-vergunningen gerealiseerde over-
drijf dit jaarlijks doet tijdens de periodieke schoonmaakwerkzaam-
stortmetingen zijn de monitoringsmogelijkheden van het rioolstelsel
heden. De gebreken die het reinigingsbedrijf aan onder meer de
toegenomen. Daaruit werd duidelijk welke overstorten frequent in
betonwanden van kelders heeft geconstateerd, zijn elders in dit
werking treden en hoe het waterniveau in het stelsel zich gedraagt.
document beschreven.
Uit die gegevens kan de werking van het stelsel en de rioolgemalen worden herleid. De meetdata worden geanalyseerd, om na te gaan
De gegevens uit de inventarisatie zijn in een spreadsheet samenge-
of er verbeteringen mogelijk zijn. De gemeente gebruikt de meetdata
voegd beoordeeld. Het merendeel van de objecten blijkt in relatief
ook om een plan voor verdere sturing van gemalen (RTC) te ontwikke-
goede technische staat te zijn. De in mindere staat verkerende
len en te implementeren. Door het meten en regelen (telemetrie, RTC)
objecten zullen in de lopende GRP-planperiode worden gereno-
in de riolering en de rioolwaterzuiveringsinstallatie kan de water-
veerd. De opgenomen kosten voor het renoveren van gemalen, zijn
kwaliteit worden verbeterd. De gemeente en het waterschap Groot
gebaseerd op ervaringen met renovaties in de afgelopen jaren. In
Salland zien kansen door het sturen van rioolgemalen.
de renovatiekosten zijn alle werktuigbouwkundige en elektrotechnische vervangingen opgenomen en de bouwkundige kosten die
Drukriolering
verband houden met de werktuigbouwkundige en elektrotechnische
In de jaren tachtig en negentig zijn in de voormalige gemeenten Die-
renovatie. De kosten voor bouwkundige renovaties van de bouwwer-
penveen en Bathmen delen van het buitengebied van drukriolering
ken zijn hierin niet verwerkt.
voorzien. Inmiddels zijn de installaties voor het overgrote deel gefaseerd vervangen. Gebaseerd op een economische levensduur van
Om in de toekomst de bedrijfszekerheid van de installaties te
20 jaar en een technische levensduur van 15 jaar, wordt 5% van alle
blijven garanderen en het noodzakelijke correctieve onderhoud te
drukriool pompinstallaties in de planperiode 2010-2015 aangepakt.
beperken, is in de spreadsheet ook een selectie gemaakt op basis
Alleen de elektrische en werktuigbouwkundige installaties worden
van economisch levensduur. Hieruit volgt dat er in de jaren 2009
vervangen, want de betonputten en de persleidingen hebben in het
en 2010 en de jaren 2019 en 2020 veel renovaties nodig zijn. In de
algemeen een langere levensduur.
tussenliggende jaren speelt dit bij veel minder objecten. Omdat de
In de perioden 2004 t/m 2007 zijn circa 600 drukrioleringsinstal-
technische staat van de objecten niet direct aanleiding geeft tot ver-
laties nieuw aangelegd of vervangen. Gebaseerd op de verwachte
vangingen, is er in deze GRP planperiode voor gekozen de gemalen
levensduur moet vanaf 2019 fors worden geïnvesteerd in vervan-
die in goede staat verkeren en weinig problemen vertonen later te
gingsonderhoud.
renoveren. Hierdoor worden het toekomstige vervangingsonder-
Het persleidingenstelsel voert het afvalwater af naar een aanliggend
houd en de daarvoor noodzakelijke investeringen beter gespreid.
dorp of stadsdeel. Als de afvoerstreng te lang is, zijn op essentiële knooppunten in het persrioolstelsel tussengemalen opgenomen die
Naast het vervangingsonderhoud is er aandacht nodig voor het
het afvalwater verder transporteren. Aangezien het persrioolstel-
landelijk voorkomende probleem van vezelmaterialen zoals schoon-
sel een gesloten systeem is, ontstaat er H2S-vorming. Dit gas tast in
maakdoekjes in het rioolwater. Vooral de gemalen Keizerslanden,
de tussengemalen materialen en betonwanden aan. Vijf in de jaren
Doornenburg en Roessinkpad kampen zeer frequent met storingen
tachtig aangelegde tussengemalen worden in de komende periode
door de opeenhoping van dit vuil in de ontvangkelders, ondanks een
vervangen. Daarbij wordt gekozen voor kunststof putten.
verhoogde reinigingsfrequentie. De gemeente zoekt een oplossing, zoals andere pomptechnieken, het plaatsen van voorvanginstallaties
Kleppen en schuiven
en/of grotere ontvangkelders.
In het rioolstelsel van de gemeente zijn op diverse plaatsen kleppen en schuiven aanwezig. Een deel van de schuiven dateert nog uit de
Uit de rapportages van frequente reinigings- en onderhoudsronden
tijd dat het rioolstelsel werd schoongemaakt door oppervlaktewater
blijkt dat een aantal gemalen wat grotere gebreken vertoont. Zo
in te laten.
zijn de wanden van rioolgemaal Doornenburg ernstig aangetast. Door zuren in het afvalwater wordt het cementsteen weggevreten,
De huidige functies van schuiven zijn:
waardoor wapening vrijkomt en corrodeert. Ook bij vijzelgemaal
•
Hoogwaterkering (IJssel);
Pothoofd zijn er problemen. Bij de bouw in de jaren zeventig werd
•
Onderhoud rioolgemalen;
gekozen voor een gietijzeren geprefabriceerde ontvangkelder en vij-
•
Afsluiten randvoorzieningen;
zelgoten. Het gemaal is in 2008 elektrisch en werktuigbouwkundig
• Peilbeheer binnengrachten/watergangen (geen verbinding met het rioolstelsel);
gerenoveerd. Tijdens de inspecties die daaraan vooraf gingen, bleek dat de conservering van de gietijzeren geprefabriceerde ontvang-
•
Afsluiten van delen van het stelsel.
| 37
38 |
Kleppen zijn onbedienbare objecten. De algemene functie is het regelen
In het systeem kunnen de gegevens van objecten in de openbare
van ´eenrichtingsverkeer´ in een rioolbuis. De kleppen voorkomen:
ruimte goed worden vastgelegd en beheerd. Dit systeem onder-
•
steunt daarmee diverse werkprocessen, namelijk:
Het inlopen van oppervlaktewater;
• Het onderlopen van particuliere terreinen (gebouwen, sportvel•
den, etc.);
Operationeel onderhoud en inspecties van objecten.
De uitstroom van afvalwater naar oppervlaktewater;
Belangrijke ondersteunende functies zijn:
• Terugstromen van rioolwater naar andere delen van het rioolstelsel.
• uitvoeringsplanning (beter opzetten en beheren); • werkopdrachten en de uitvoeringsstatus (papier- en tijdsbesparing van werkbonnen);
Een rioolinspectiebedrijf voert twee maal per jaar inspecties aan de kleppen en schuiven uit en pleegt jaarlijks onderhoud. Van Gurp rapporteert de stand van zaken aan de gemeente. De schuiven in de hoogwaterkering
• eenvoudiger managementrapportages, zowel totaal als per soort en object; • Aanleg en renovatie van objecten. Vooral voor renovaties is
van de IJssel zijn geïnventariseerd en opgenomen in het onderhouds-
het van belang te weten wat de actuele situatie is. Een direct
programma. Op schuif nummer 14 aan de IJsselkade na, functioneren de
betrouwbaar beeld maakt snellere engineering en realisatie
schuiven goed. Schuif 14 heeft geen functie meer en kan worden verwij-
mogelijk en voorkomt onnodige aanpassingen;
derd. Andere kleppen en schuiven zijn geïnventariseerd. Ook schuiven in duikers die oppervlaktewater met elkaar verbinden
Optimalisatie van objectbeheer in de planvorming door middel
zijn geïnventariseerd. Ze zijn in redelijke staat. Enkele schuiven leken
van risico- en onderhoudsmanagement. De optimalisaties hebben
niet recent onderhouden te zijn. Op 17 locaties dienen binnen enkele
betrekking op:
jaren werkzaamheden te worden uitgevoerd. Op 11 van de 17 locaties
• Het bereiken van de beleidsdoelstellingen (effectiviteit), zoals
moeten niet meer in gebruik zijnde objecten worden verwijderd en bij 6
beschikbaarheid, betrouwbaarheid, onderhoudbaarheid van
objecten is onderhoud nodig om een goede werking te garanderen.
objecten en veiligheid voor burgers en personeel; • Minimaliseren van de levenscycluskosten van objecten (effici-
4.6. Onderhoudsmanagement gemalen
ëntie). Dit wordt ondersteund door de opgenomen gegevens in combinatie met sterke analysefuncties; • Verantwoording van objectbeheer, zowel in- als extern: welke
De gemeente voert het beheer en onderhoud over circa 90 stadsge-
objecten worden beheerd, wat is de status en hoe functioneren
malen, 10 bergbezinkbassins en 700 drukrioolgemalen. Onderhoud
de objecten. Een volledige en juiste registratie op één plaats
is belangrijk om de civieltechnische, elektrotechnische en werktuig-
geeft meer overzicht.
bouwkundige installaties goed te laten werken. De gemeente heeft voor het onderhoud langdurige raamcontracten afgesloten met kantooruren worden verholpen door medewerkers van Sallcon
4.7. Afkoppelen verhard oppervlak
Werktalent, gecoördineerd door de gemeente. In 2009/2010 wordt
Deventer gaat door met het afkoppelen van verharde oppervlakken,
de onderhoudsorganisatie verder geprofessionaliseerd, zodat het
om de verwachte toename van water-op-straat en de vuiluitworp
aantal onnodige emissies uit het rioolstelsel tot een minimum kan
door veranderingen in het klimaat op te vangen. De gemeente con-
worden beperkt.
troleert de komende jaren of de afname van het op het gemengde
gespecialiseerde reinigings- en inspectiebedrijven. Storingen tijdens
riool aangesloten verhard oppervlak de negatieve effecten van de Onderhoudsmanagement helpt om preventief en correctief onder-
klimaatverandering opvangt. Het afkoppelen vermindert de aanvoer
houd tegen zo laag mogelijke kosten uit te voeren. De gemeente
van relatief schoon hemelwater naar de rioolwaterzuiveringsinstal-
ontwikkelt een programma dat gebaseerd is op een planmatige
latie (RWZI). Doordat de RWZI minder water behandelt, is de lozing
benadering. Als dit programma continu wordt geoptimaliseerd, is er
van effluent op de IJssel kleiner. In gemengde rioolstelsels zorgt
op zeker moment een hoge graad van efficiëntie bereikt met maxi-
afkoppelen ook voor minder water-op-straat. Ook het aantal en de
maal planbaar onderhoud en een minimum aan verrassingen.
omvang van de riooloverstortingen op oppervlaktewater nemen af.
De gemeente selecteert en implementeert in deze GRP-planperiode
Afkoppelen is niet overal gewenst of mogelijk, zoals in de bin-
een onderhoudsbeheersysteem. Vervolgens vraagt het verzame-
nenstad en in wijken met weinig infiltratieruimte. Op een aantal
len van de juiste gegevens de nodige aandacht en inspanning.
plaatsen is de grond van een zodanige (dichte) samenstelling dat
Daarnaast is een verandering van de werkprocessen noodzakelijk.
infiltratie niet mogelijk is. De gemeente heeft als standpunt dat
Daarom wordt een groeipad gevolgd voor de introductie van dit
afkoppelen voornamelijk in combinatie met andere (her)inrichtings-
systeem. De systeemkeuze en het inrichten daarvan moeten project-
werkzaamheden kan plaatsvinden. Daarnaast gaat de gemeente
matig plaatsvinden. Kennis van anderen, zoals het waterschap Groot
particulieren wijksgewijs stimuleren om hemelwater op eigen ter-
Salland en Rijn en IJssel zijn welkome input.
rein af te koppelen.
| 39
40 |
4.8. Meetnet grondwater en riolering
4.10. Communicatie In het afvalwaterakkoord dat Waterschap Groot Salland en de
De gemeente controleert maandelijks met de hand de grondwa-
gemeente Deventer sloten, staat een artikel over communicatie. De
terstand in 78 peilbuizen. De gegevens worden vervolgens in een
afspraak is dat aan het begin van elk jaar een communicatieplan
spreadsheet ingevoerd. Dit is relatief arbeidsintensief. Een breed
wordt opsgesteld. Daarin zijn opgenomen:
publiek heeft behoefte aan snel beschikbare, overzichtelijke infor-
•
De communicatiedoelstellingen voor het komende jaar;
matie over grondwater. Veel bouwwerkzaamheden vinden immers
•
De bijbehorende activiteiten;
onder grondwaterniveau plaats. Technische ontwikkelingen op het
•
De planning;
gebied van geautomatiseerd meten in combinatie met internet
•
De taakverdeling;
bieden mogelijkheden. Het waarnemen van de grondwaterstand en
•
De kostenverdeling.
de stijghoogte wordt in een hoog tempo geautomatiseerd via drukopnemers. De markt biedt inmiddels betaalbare systemen om waar-
Aan het eind van het jaar evalueren de partijen het plan. De resulta-
nemingen via telemetrie in te lezen in een database. Dat maakt het
ten vormen de input voor het communicatieplan van het nieuwe jaar.
mogelijk om grondwaterinformatie actueel beschikbaar te stellen. In 2008/2009 is een geautomatiseerd telemetriesysteem voor regis-
Daarnaast informeert de gemeente de betrokkenen via verschil-
tratie en presentatie van 25 riooloverstorten en 7 neerslagmetingen
lende kanalen over riolering en waterhuishouding door:
geïnstalleerd. Dit systeem is uitbreidbaar met een module voor
•
grondwaterstandmetingen. De 78 grondwaterpeilbuizen worden
• Het leveren van bijdragen aan de Deventer Nu pagina’s in huis-
in de periode 2010-2015 aangesloten op dit bestaande telemetrienet. Ook het Waterschap Groot Salland beheert peilbuizen. In de komende periode moet onderlinge samenwerking gestalte krijgen.
Het bijhouden van de gemeentelijke internetsite; aan-huisbladen;
• Incidentele (project-)publicaties bijvoorbeeld over de aanleg van riolering in het buitengebied en het stimuleren om verhard oppervlak af te koppelen;
De komende jaren wordt doorgegaan met het meten van data in riolering en grondwater. Dit is een eis vanuit vergunningen.
• Een jaarlijkse special in de Deventer Post waarin de uitgevoerde rioleringswerkzaamheden worden vermeld.
Het biedt bovendien de mogelijkheid om tijdig wijzigingen in het grondwater¬systeem of het rioolstelsel op te merken.
4.9. Benchmark riolering Op 20 mei 2008 heeft het VNG haar leden een informatiebrief gestuurd
De hoofddoelstelling voor de communicatie is: Het informeren over en het creëren van draagvlak voor het uitvoeren van maatregelen die voortvloeien uit het gemeentelijk rioleringsplan en het instandhouden van het resultaat.
over de benchmark rioleringszorg 2010. Deze benchmark wordt landsbreed ingevoerd en het streven is dat elke gemeente meedoet. Het doel van de benchmark is om gemeentelijke rioleringsbedrijven via een onderlinge vergelijking van elkaar te laten leren. Verder zoeken de deelnemers bevestiging van het gevoel dat men op de goede weg is. Soms wil men ook met de benchmarkresultaten duidelijk maken dat men een uitzonderingspositie inneemt binnen de gemeentelijke organisatie (bijvoorbeeld te weinig personeel). De inspanning van de gemeente bestaat uit het digitaal aanleveren van gegevens over het jaar 2009. Gemeenten zullen worden vergeleken op de volgende aandachtsgebieden: • Interne processen: functioneren rioolstelsel, organisatie en dienstverlening; • Financiën: inkomsten en uitgaven, financieel beleid op de langere termijn; •
Beleving belanghebbenden (burgers en bedrijven).
Drie tot vier keer per jaar is er in het beheergebied van waterschap Groot Salland een overleg tussen de verschillende gemeenten. Daarbij worden ervaringen uitgewisseld om van elkaar te leren (Regionaal Bestuursakkoord Water). Het waterschap heeft de regie over de bijeenkomsten. Ze vormen een goede voorbereiding op de landelijke benchmark.
| 41
42 |
5. FINANCIËN 5.1. Kosten In deze paragraaf wordt ingegaan op de kosten van rioleringsbeheer
begroting opgenomen. Het bedrag per wijk wordt bepaald aan
in brede zin. Deze kosten bestaan in hoofdzaak uit:
de hand van de omvang en de leeftijd van het stelsel; • Beheer, onderhoud en energieverbruik van de gemalen. Voor
• Kapitaallasten, rente en afschrijving van grote investeringen in
inspecties, het schoonmaken en de grote beurten is een onder-
vervangingen en verbeteringsmaatregelen; •
Vaste kosten, zoals vergunningen, heffingen en incassokosten;
•
Reguliere werkzaamheden, onder te verdelen in:
• Geprogrammeerd onderhoud: grote reparaties en kleinschalige
houdscontract afgesloten; • Schoonhouden en inspecteren van het stelsel: hiervoor wordt jaarlijks een programma opgesteld; • Machinale kolkenreiniging: hiervoor is een contract gesloten
vervangingen volgens het jaarlijks onderhoudsplan, dat afhankelijk van de noodzaak kan worden bijgesteld; •
met Circulus; • Apparaatlasten: personeelslasten en overheadkosten voor het
Externe advisering, meet- en rekenprogramma’s;
(administratief) beheer, (beleids)voorbereiding, registratie,
• Klein onderhoud: onvoorzien dagelijks onderhoud n.a.v. klachten of inspecties. Er wordt per wijk een bedrag voor in de
klachtenbehandeling, overleg, e.d.; •
Beschoeiingen: onderhoud, reparatie en vervanging.
Om een duidelijk inzicht te krijgen in de onderverdeling en de omvang van de kosten is de vastgestelde begroting voor het jaar 2009 opgenomen.
tabel 5.1. Begroting product riolering, exclusief rioolaansluitingen (alle bedragen x € 1000) Uitgaven
2009
Kapitaallasten
2.560
Reguliere werkzaamheden: Vaste kosten/algemeen beheer
470
Kosten kwijtscheldingen
450
Externe advisering (onderzoek)
120
Geprogrammeerd onderhoud riolen en gemalen en andere voorzieningen
1000
Klein onderhoud in de wijken (klachten, veiligheid e.d.)
380
Reiniging en inspectie riolen, straat en kolkenreiniging
500
Beheer, onderhoud en energie gemalen
650
Onderhoud beschoeiingen Apparaatlasten (personeel, overheid)
90 580
subtotaal
4.240
Totaal
6.800
!
De lasten zijn exclusief BTW geraamd. De BTW valt binnen de kaders
• Doordat de laatste jaren veel is geïnvesteerd in rioolvervan-
van het BTW-compensatiefonds (BCF) en kan dus bij dat fonds worden
gingen en efficiënter beheer zullen de onderhoudskosten voor
gedeclareerd. Deze BTW-component is verrekend in het rioolrecht.
het rioolstelsel in de komende planperiode lager zijn dan in 2009. Daar staat tegenover dat de kosten voor onderhoud en
Voor de komende planperiode worden de volgende wijzigingen in de
energie voor de pompputten toenemen vanwege de aanleg van
uitgaven voorzien:
drukriolering in het buitengebied. Bovendien is de kans groot
| 43
dat de prijs van energie stijgt. Daarnaast nemen de werkzaamheden toe die in het kader van de vergunningen van het rijk en
inkomsten jaarlijks met ruim € 70.000,-; • Voor de begrotingen in de komende planperiode is voor de
de waterschappen nodig zijn, zoals meetverplichtingen;
reguliere werkzaamheden naar verwachting geen of slechts een
• In het kader van de verbreding van de rioolheffing wordt een
lichte stijging van de rioolheffing nodig, omdat de extra uitgaven
aantal begrotingsposten geïntroduceerd. Het gaat daarbij om
als gevolg van de verbrede rioolheffing en extra kosten van
grondwaterbeheer en het beheer en onderhoud van de infiltra-
gemalen niet veel hoger zullen zijn dan de extra inkomsten;
tievoorzieningen (in verband met het afkoppelbeleid); • Tegenover deze uitgaven staan inkomsten. Uitgaande van de
• Er zijn investeringen nodig voor noodzakelijke vervangingen en verbeteringen in het rioolstelsel. Dit leidt tot extra kapitaallas-
gemeentelijke prognose voor het woningbouwprogramma van
ten en een verhoging van de rioolheffing. In paragraaf 5.2 wordt
450 woningen per jaar en het huidige rioolrecht groeien de
nader ingegaan op deze investeringen. Paragraaf 5.6 geeft de gevolgen voor de rioolheffing.
5.2. Investeringsprogramma Maatregelen 2010 tabel 5.2. Overzicht maatregelen en investeringen (alle bedragen x €2011 1000)
2012
2013
2014
Maatregelen
2010
2011
2012
2013
2014
1. Afkoppelmaatregelen Structurele verbeteringen 2. Maatregelen knelpunten wateroverlast 1. Afkoppelmaatregelen 3. Verbetering afvoer Rielerkolk 2. Maatregelen knelpunten wateroverlast 4. Maatregelen vuiluitworpreductie Bramelt 3. Verbetering afvoer Rielerkolk 5. Maatregelen waterkwaliteitspoor De Hoven Verbeteren waterkwaliteit De Hoven 4. Maatregelen vuiluitworpreductie Bramelt 6. Verbeteren Maatregelenwaterkwaliteit waterkwaliteitsspoor waterschap in afstemming met waterschap 5. Maatregelen waterkwaliteitspoor De Hoven 7. Aanpassingen gemalen 6. Maatregelen waterkwaliteitsspoor waterschap 8. Automatisering grondwatermeetnet 7. Aanpassingen gemalen 9. Aanleg effluentfilter RWZI (laatste deel) 8. Automatisering grondwatermeetnet
100
100
100
100
100
100 350 -
100 200 200 200 200
100 150 150 500 100 500 100 -
200 100 200 200 200 500 500 -
200 100 200 200 200 200 500 200 500 -
9. Aanleg effluentfilter RWZI (laatste deel) Grootschalige vervangingen en onderhoud gemalen
350
-
-
-
-
1. Renovatie grote gemalen Grootschalige vervangingen en onderhoud gemalen 2. Vervanging gemalen drukriolering 1. Renovatie grote gemalen 3. Borgele 2. Vervanging gemalen drukriolering 4. Centrum 3. Borgele 5. Ceintuurbaan 4. Centrum 6. Sluiswijk (Voorstad-Oost) 5. Ceintuurbaan 7. Brinkgreverweg 6. Sluiswijk (Voorstad-Oost) 8. Zandweerd-noordoost (Schrijversbuurt) 7. Brinkgreverweg 9. Zandweerd-noordwest 8. Zandweerd-noordoost (Schrijversbuurt) 10. Raambuurt 9. Zandweerd-noordwest 11. Oranjekwartier/ Tuindorp 10. Raambuurt 12. Rivierenwijk 11. Oranjekwartier/ Tuindorp
100
110
225
135
135
100 450 450 700 700 300 300
100 110 200 100 200 400 400 350 350 350
225 200 100 200 100 200 200 350 -
135 200 200 350 350 350 350 -
135 200 200 200 200 -
12. Rivierenwijk totaal
2.000
350 2.010
350 1.925
2.035
1.735
komt overeen met kapitaallast totaal
117 2.000
117 2.010
112 1.925
119 2.035
101 1.735
Structurele verbeteringen
Toelichting: Het prijspeil is van 2009. De loon- en prijsindexen moeten nog117 worden doorberekend. Voor 112 het bepalen van komt overeen met kapitaallast 117 119de kapitaallast 101is gerekend met een gemiddelde afschrijving van 40 jaar en 5% rente volgens de annuïteitenmethode.
44 |
5.3. Inkomsten Voor het jaar 2009 is uitgegaan van circa 41.000 te belasten aan-
bespaard. De werkwijze is dat de rioolvervangingen goed wor-
sluitingen. Dit aantal is gecorrigeerd voor kwijtscheldingen. Verder
den afgestemd op andere gemeentelijke taken in de openbare
is rekening gehouden met een opbrengst van € 130.000,- uit hef-
ruimte, vooral in de openbare wegen en het groen. Met behulp
fingen voor bedrijven op basis van tariefdifferentiatie.
van de geactualiseerde beheerbestanden worden de verschillende werken op elkaar afgestemd. Deze afstemming wordt
In het Ontwerp Structuurplan Deventer 2025 wordt uitgegaan van
verwoord in het tweejaarlijks geactualiseerde meerjarenonder-
een netto toename van de woningvoorraad met gemiddeld 450
houdsprogramma (MJOP). Zowel kosten als overlast worden zo
woningen per jaar. Dit is het midden van de in het structuurplan
voor de bewoners tot een minimum beperkt. Hierdoor worden
aangegeven bandbreedte. Bij de dekking van de uitgaven is met de extra inkomsten uit deze 450 woningen rekening gehouden.
kosten bespaard voor alle producten uit de openbare ruimte. • Regelmatig worden er subsidies verstrekt voor revitalisering of de verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte. Door
Voor de bedrijven wordt niet uitgegaan van structurele extra inkom-
in deze projecten “mee te liften” met rioolwerken wordt een
sten, omdat verwacht wordt dat steeds meer bedrijven efficiënter om-
kostenbesparing bereikt;
gaan met water en de lozingen op het riool dus niet zullen toenemen.
5.4. In stand houden kapitaalgoederen
• Er is een goed inzicht verkregen in alle te beheren onderdelen van het rioolstelsel en er zijn afgewogen inspectie- en onderhoudsprogramma’s opgesteld (onderhoudsmanagement). Door deze programma’s consciëntieus uit te voeren wordt vaak
De vervangingswaarde van het te beheren goed “rioolstelsel c.a.”
bereikt dat zowel de riolen als de gemalen langer meegaan dan
bedraagt globaal ruim 0,3 miljard euro. Deze schatting is gebaseerd
de theoretische levensduur;
op informatie van de afdeling gegevensbeheer en ervaringscijfers.
• Als in de stad nieuwe ontwikkelingen, zoals herstructureringen,
Het gaat onder meer om riolering, persleidingen, gemalen en pomp-
inbreidingslocaties, revitaliseringen van bedrijventerreinen,etc.
putten. Met inachtneming van de levensduur van de verscheidene
worden gepland is er regelmatig sprake van een exploitatie,
objecten is jaarlijks gemiddeld ca. 6 miljoen euro aan investeringen
waarin niet alleen de bebouwing, maar eveneens de openbare
nodig om het rioolstelsel duurzaam in stand te houden, naast de
ruimte inclusief de nieuwe riolering wordt meegenomen;
rentelasten die nodig zijn om deze investeringen te financieren.
• Door gebruik te maken van nieuwe technieken (zoals rioolrelining) en goede contracten in de markt af te sluiten worden
Het bedrag dat in de begrotingen van de afgelopen jaren is opge-
veelal besparingen bereikt.
nomen is aanzienlijk lager, namelijk gemiddeld circa 3 miljoen. De dekking is echter voldoende voor een duurzame instandhouding van
Overigens werkt de kapitaallast van de jaarlijkse investeringen niet
het stelsel. Dat heeft een aantal redenen:
sterk door in de totale begroting, zoals een voorbeeld illustreert: Als een investering van een miljoen nodig is, leidt dit tot een extra
• Door de rioleringsprojecten te combineren met andere projecten in de openbare ruimte wordt efficiënt gewerkt en veel
jaarlast van circa € 60.000,-, dus € 1,50 per huishouden extra in het riooltarief.
| 45
46 |
5.5. Egalisatievoorziening
Differentiatie rioolheffing
Deventer hanteert een egalisatievoorziening. Deze heeft twee
Met ingang van 2008 is de tariefstructuur in de rioolverordening
doelen: het voorkomen van schommelingen in de tarieven en het
voor bedrijven aangepast. De nieuwe structuur geeft een evenwich-
opvangen van calamiteiten. De voorziening mag niet ingezet worden
tiger belastingheffing, waarbij bedrijven een hoger bedrag betalen
voor andere doelen dan de instandhouding van het rioolstelsel,
naarmate de bedrijven meer water gebruiken. Er zijn negen klassen
zoals bij een reserve.
met een oplopend tarief per klasse. Eén en ander heeft geen invloed op de totale inkomsten uit het rioolrecht.
De stand van de voorziening per 1 januari 2009 bedraagt € 890.000.-. Dit is ongeveer 12% van de begroting. Een grotere re-
Kwijtscheldingsbeleid
serve is niet noodzakelijk omdat de belangrijkste knelpunten in het
het rijk staat gemeenten toe een kwijtscheldingsbeleid te voeren.
rioolstelsel zijn opgelost en er een goed inzicht in de kwaliteit van
Deventer maakt van die mogelijkheid gebruik. Burgers kunnen op
het stelsel bestaat. Een lagere reserve is ongewenst omdat kostbare
grond van een aantal criteria voor kwijtschelding van hun riolerings-
calamiteiten nooit zijn uit te sluiten en de toename aan inkomsten
bijdrage in aanmerking komen. Het aantal kwijtscheldingen bedroeg
uit woningbouw niet zeker is. In de risicoparagraaf wordt verder op
de afgelopen jaren gemiddeld ongeveer 3.000. Om deze kosten te
deze materie ingegaan.
dekken, betalen de overige huishoudens circa € 12,- per jaar extra.
5.6. Kostendekking
Vooruitblik en ontwikkeling rioolheffing De hoogte van het rioolrecht is voor 2009 vastgesteld op € 158,16. Dat is iets minder dan het landelijk gemiddelde. De eerder genoem-
Rioolaansluitrecht
de investeringen leiden tot een toename van de kapitaallasten in
Vanaf 1 januari 2010 is de nieuwe verordening eenmalig aansluit-
de exploitatie. Ieder jaar is er echter ook vrijval van kapitaallasten
recht van toepassing. Hierin is vastgelegd welk rioolaansluitrecht
doordat investeringen uit het verleden zijn afbetaald. In de onder-
wordt geheven voor het tot stand brengen van een aansluiting op de
staande tabel is te zien wat dit per saldo betekent voor de kapitaal-
gemeentelijke riolering. In Deventer wordt vanaf 1 januari 2010 voor
lasten en wat het effect is op de rioolheffing. Daarnaast worden
woningen een normtarief gehanteerd van € 645,- per aansluiting.
de extra exploitatiekosten en de inkomsten van nieuwe woningen
Bedrijven en appartementsgebouwen betalen de werkelijke kosten
vermeld:
met een minimum van € 645,-. Voor het aansluiten van percelen in het buitengebied op bestaande drukriolering geldt een minimum tarief van € 2.000,- per aansluiting. Als voor het aansluiten van percelen nieuwe drukriolering nodig is wordt per aansluiting een minimum tarief van 5000 euro gehanteerd. Als de aansluitkosten het minimum tarief overschrijden worden de werkelijke aansluitkosten in rekening gebracht.
Rioolheffing Tot en met 2009 zijn de kosten die gemoeid zijn met het beheer, het onderhoud en de verbetering van het rioolstelsel gefinancierd uit het rioolrecht. Het rioolrecht is een retributie, ofwel een heffing die direct verband houdt met een door de overheid bewezen dienst (artikel 229 van de gemeentewet). Vanaf 2010 maakt het rioolrecht plaats voor de rioolheffing. Dit is een belasting die de kosten voor de verbrede zorgplicht riolering dekt, inclusief de kosten voor het verwezenlijken van beleidsdoelstellingen. Er moet een zekere relatie zijn tussen het kostenverhaal via de rioolheffing en het belang dat de belastingplichtige heeft bij de openbare voorzieningen (profijtbeginsel). De plicht om rioolheffing te betalen, ontstaat zodra de gebruiker van een pand op het gemeentelijk rioolstelsel is aangesloten. Deventer heeft er voor gekozen om de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater uit de heffing te dekken. (artikel 228a gemeentewet)
| 47
tabel 5.3. Wijzigingen lasten en effect voor rioolheffing (alle bedragen x € 1000)
kosten (cumulatief)
2010
2011
2012
2013
2014
117
234
34 6
464
56 6
v rij v al k apit aallast en
26
52
81
10 8
151
t oenam e k apit aallast en
91
18 2
26 5
356
4 15
50
75
10 0
125
150
t oenam e last en
14 1
257
36 5
481
56 5
ink om st en nieuw e w oningen
70
14 0
210
28 0
350
ex t ra t e dek k en uit rioolheffing
71
117
155
20 1
215
effec t op rioolheffing (c um ulat ief)
1,73
2,8 2
3,70
4 ,75
5,0 2
k apit aallast en inv est eringen
ex t ra ex ploit at iek ost en
1
2
1. Voor het bepalen van de kapitaallast is gerekend met een gemiddelde afschrijving van 40 jaar en 5% rente volgens de annuïteitenmethode. Voor toelichting over en omvang van de investeringen per jaar met de bijbehorende kapi-taallast wordt verwezen naar tabel 5.2; 2. Voor nadere informatie over de exploitatiekosten wordt verwezen naar paragraaf 5.1. De genoemde extra exploitatiekosten zijn een inschatting; 3. Gebaseerd op 41.000 aangesloten percelen in 2010 en vervolgens met een toename van 450 aansluitingen per jaar. Ondanks de forse investeringen voor verbeteringen in het stelsel, vervangingen en extra exploitatiekosten zal de rioolheffing in de komende planperiode naar verwachting slechts licht stijgen. Dit is mogelijk door de vrijval van kapitaallasten en door de groei van het aantal huishoudens.
Indicatieve ontwikkeling rioolheffing
48 |
Uit de meerjarige investeringsverkenningen voor de riolen en gemalen blijkt dat voor de periode van 2015-2025 geen omvangrijke vervangingen nodig zijn. Scherpere regelgeving op met name het gebied van waterkwaliteit en de verbreding van de zorgplicht kan er wel toe leiden dat extra investeringen moeten worden gedaan. Al met al is de verwachting dat de rioolheffing hooguit licht zal stijgen.
Risicoparagraaf lange termijn In deze paragraaf worden aspecten benoemd, die op lange termijn van invloed zijn op de hoogte van de lasten en inkomsten voor het programma riolering en waterhuishouding: • Op grond van de huidige demografische prognoses zal de Nederlandse bevolking in de komende jaren slechts beperkt groeien. Op lange termijn neemt daardoor de groei van het aantal rioolaansluitingen af, zodat de inkomsten bij gelijkblijvende rioolheffing minder groeien; • Als gevolg van de kredietcrisis worden er op dit moment minder woningen gebouwd, waardoor de inkomsten minder groeien. Hoe lang de gevolgen van de kredietcrisis doorwerken is niet duidelijk; • De wetgeving op het gebied van riolering en waterhuishouding is de laatste jaren steeds strenger geworden. Door de strengere randvoorwaarden is het noodzakelijk om investeringen te doen. Het kan zijn dat de wetgeving de komende jaren nog veeleisender gaat worden, waardoor nieuwe investeringen nodig zullen zijn. De invloed van genoemde aspecten zijn op dit moment niet te kwantificeren. Uitgezonderd de invloed van de kredietcrisis zijn het aspecten die geleidelijk optreden. Vooralsnog is de egalisatievoorziening voldoende groot om financiële tegenvallers op te vangen. Om een idee te geven hoeveel invloed het minder bouwen van woningen heeft op de rioolheffing is een berekening gemaakt bij halvering of volledige terugval van de woningbouw. Bij halvering van de nieuwbouw gaat het om een extra stijging van de rioolheffing van 5 euro in 2014 en bij volledige terugval gaat het om 10 euro (totaal 350.000 euro). De lagere inkomsten kunnen indien nodig worden gecompenseerd door de egalisatievoorziening te verlagen. Daarvoor is voldoende ruimte.
| 49
BIJLAGE I afkortingen en begrippen afkoppelen van verhard oppervlak: De neerslag van verharde op-
wordt veelal toegepast in het buitengebied. Er mag op dit type stel-
pervlakken op andere wijze dan naar de riolering afvoeren (naar het
sel geen verhard oppervlak worden aangesloten.
oppervlaktewater of naar de bodem). ecologische verbindingszones: Een verbinding tussen natuurgebieafvalwaterketen: Het deel van de waterketen dat betrekking heeft
den om migratie van dieren en planten ertussen mogelijk te maken.
op inzameling, transport, zuivering en lozing van gezuiverd afvalwater, ofwel riolering en rioolwaterzuivering.
gemengd rioolstelsel: Een systeem van leidingen, putten, gemalen en overstorten waarin afvalwater en neerslag gezamenlijk worden
afvalwatersysteem: Het totaal van riolering, gemalen en zuiverings-
ingezameld en afgevoerd.
installatie voor de inzameling, afvoer en verwerking van afvalwater. Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG): Gemiddelde van de 3 afwatering: De afvoer van water via een stelsel van open waterlopen
hoogste standen in een meetreeks van 8 jaar.
naar een lozingspunt van het afwateringsgebied. Gemiddeld Laagste Grondwaterstand (GLG): Gemiddelde van de 3 AGOR: Actueel Grond- en Oppervlaktewaterregime, de huidige maxi-
laagste standen in een meetreeks van 8 jaar.
male grondwaterstanden. gescheiden rioolstelsel: Een systeem van leidingen, putten, gemalen basisinspanning: Eisen aan de gemiddelde vuiluitworp uit het riool-
en overstorten waarin afvalwater en neerslag gescheiden worden
stelsel (gemeentebreed). De toelaatbare vuiluitworp is afhankelijk
ingezameld en afgevoerd.
van het type stelsel en op de riolering aangesloten verhard oppervlak. Dit wordt verwoord in het basisrioleringsplan (BRP).
Gewenst Grondwater en Oppervlaktewater Regime (GGOR): Streefwaarden voor de grondwaterstanden om zo de grond optimaal te
bergbezinkbassin (BBB): Een voorziening met een bergende inhoud
kunnen benutten, rekening houdend met verschillende soorten van
en een zodanige vormgeving dat ook in doorstroomde toestand
landgebruik.
afscheiding van zowel zinkbare als opdrijvende vaste delen in het overstortwater wordt bereikt.
grondwater: Water beneden het grondoppervlak.
berging: Deel van de inhoud van het rioolstelsel waarin water
grondwaterstand: De hoogte waar de druk in het grondwater gelijk
tijdelijk kan worden opgeslagen ter beperking van de overstort-
aan nul is, meestal uitgedrukt ten opzichte van een bepaald referen-
frequentie en het overstortende watervolume. Uitgedrukt in m³ of
tieniveau (NAP).
gerelateerd aan het aangesloten verhard oppervlak in mm. grondwatertrap: komen voort uit indelingen in klassen (schaal I tot BRP: Basis Rioleringsplan
en met VII). Deze klassen geven aan of de bodem relatief droog of nat is en of er bijvoorbeeld grote verschillen optreden tussen de
drainage: Het ontwateren van de bodem, zorgen voor de afvoer van
winter en de zomer. Klasse I, II en III zijn natte gebieden en klasse
overtollig grond- of hemelwater uit de bodem.
VII betreft droge gebieden.
drooglegging: De afstand tussen het oppervlaktewaterpeil en kruin
IBA-systeem: Een systeem voor de individuele behandeling van
weg.
afvalwater dat bij afzonderlijke woningen of bedrijven wordt toegepast.
droogweerafvoer (DWA): De hoeveelheid afvalwater (van huishoudens en industrie) en lekwater (grondwater) die per tijdseenheid in
infiltratie: Water dat in de bodem dringt.
de riolering wordt ingezameld tijdens droog weer. infiltratievoorziening: Een constructie voor het infiltreren van regendrukriolering: Riolering bestaande uit persleidingen met een kleine
water in de bodem.
diameter waardoor het afvalwater onder druk wordt afgevoerd. Elke aansluiting is voorzien van een eigen pompunit. Dit type stelsel
IT-riool: Een infiltratieriool, bestaat uit een poreuze buis waardoor water van de buis naar de grond kan infiltreren en andersom in het
50 |
geval van hoge grondwaterstanden (draineren).
Real-Time-Control (RTC): Besturingssysteem waarbij tijdens het afvoerproces actuele meetwaarden gebruikt worden voor het instellen
kruipruimte: De ruimte onder de begane grondvloer van een ge-
van regelaars in het afvoersysteem
bouw. regenwaterstelsel: Een systeem van leidingen, putten, gemalen en kwel: Opwaartse grondwaterstroming richting oppervlaktewater of
overstorten in een gescheiden stelsel waarin de neerslag wordt
maaiveld, over het algemeen een ondergrondse waterstroom van
ingezameld en afgevoerd.
een hoger gelegen gebied naar een lager gelegen gebied. riolering: Het gehele systeem benodigd voor inzamelen en transporLGN4: 4e versie van Landelijk Grondgebruiksbestand Nederland
teren van rioolwater. Hiertoe behoren: huis- en kolkaansluitingen,
(landgebruikskaart Nederland).
het rioolnet, de gemalen en de transportleidingen.
Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW): Akkoord tussen het rijk,
RWZI: Rioolwaterzuiveringsinrichting, een inrichting waar het riool-
de provincies, de waterschappen en de gemeenten om door een
water wordt ontdaan van een groot deel van de verontreinigingen.
gezamenlijke integrale aanpak de watersystemen in 2015 op orde te krijgen.
slecht doorlatende basis: Een slecht doorlatende laag waardoor geen water kan stromen.
OAS (optimalisatie afvalwatersysteem studie): Studie naar mogelijkheden om riolering en afvalwaterzuivering op elkaar af te stemmen,
terugslagklep: Dient ervoor om te voorkomen dat oppervlaktewater
tegen de laagste maatschappelijke kosten.
terugstroomt het riool in.
ontwatering: De afvoer van water uit percelen over en door de
verbeterd gemengd stelsel: Een gemengd rioolstelsel met voorzie-
grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een
ningen (vaak bergbezinkbassins) voor de reductie van de vuillast bij
stelsel van grote waterlopen, met als functie afwatering.
overstortingen op het oppervlaktewater.
ontwateringsdiepte: Minimale afstand van het maaiveld tot de
verbeterd gescheiden rioolstelsel: Een gescheiden rioolstelsel
hoogst toelaatbare grondwaterstand.
waarbij zowel afvalwater als neerslag wordt afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringsinrichting al dan niet via een bemaling. Het
ontwateringsnorm: Norm waarin de minimale ontwateringsdiepte
regenwaterstelsel heeft een relatief kleine berging en zal vaker
aangegeven wordt, met een bijbehorende overschrijdingsfrequentie
overstorten dan een normaal gemengd stelsel.
(hoe vaak mag de grondwaterstand hoger dan deze grens). verhard oppervlak: Het totaal van de verharde oppervlakken (daken overstort: Uitlaat van een rioolstelsel naar oppervlaktewater. Over-
en straatverhardingen) die op de riolering afwateren.
storten treden in werking als de door neerslag het stelsel geheel gevuld is en het rioolgemaal onvoldoende kan afvoeren.
VGOR: Varianten Grond- en Oppervlaktewaterregime
overstortdrempel: Het grenspeil van de overstort; indien het wa-
vrijvervalriolering: Een rioolstelsel waarbij het rioolwater door de
terpeil in het riool hierboven komt wordt water afgevoerd naar het
zwaartekracht wordt afgevoerd.
oppervlaktewater. vuilemissie: De hoeveelheid stoffen die tijdens een overstorting met overstortingsfrequentie: Aantal malen per jaar dat er rioolwater uit
het overstortende water uit de riolering op het oppervlaktewater
het rioolstelsel overstort naar oppervlaktewater, veelal theoretisch
wordt geloosd.
bepaald of berekend. watervoerend pakket: Een laag in de bodem die waterdoorlatend is pompovercapaciteit: Het deel van de pompcapaciteit die beschik-
en waar (vooral horizontale) grondwaterstroming plaats vindt.
baar is voor de afvoer van neerslag, de rest van de pompcapaciteit is voor de afvoer van het afvalwater.
| 51
BIJLAGE II Tabel lozingswerken II
BIJLAGE
lozingswerk nr. in aanvraag
Tabel lozingswerken
lozingswerk nr. volgens tekening
drempelhoogte (m+nap) en -breedte (m)
locatie
watergang
Lozingswerken in de kern Deventer RO
3748
DV047
+ 5,85 / 1,95
Antwerpenweg
AS (basiskanaal)
RO
3415
DV048
+ 6,03 / 1,55
Hunneperkade / Schonevaarderstraat
AS.30
RO
11025
DV049
+ 5,81 / 0,99
Duurstedeweg
AS.20 (3e havenarm)
RO
3313
DV050
+ 5,94 / 1,00
Hanzeweg / Industrieweg
AS.10 (2e havenarm)
RO
11063
DV054
+ 4,50 / 24,60
De Otter
SW.75 (Zandwetering)
Lozingswerken van de bemalingsgebieden afvoerend op de ringleiding Deventer (incl. Schalkhaar) RO
11036
DV051
+ 4,80 / 13,50
Maasstraat
AS.30.2
RO
1995
DV055
+ 4,76 / 1,20
Keizer Karellaan / Radboudlaan
SW.75.58
RO
1909
DV056
+ 4,56 / 1,76
Karel de Grotelaan
SW.75.58
RO
11064
DV057
+ 4,50 / 24,60
Herman Boerhaavelaan
SW.75.58
RO
SH422.C1.2
DP008
+ 4,60 / 5,17
Hagenvoorderdijk
SW.75.62
RO
SH508
DP010
+ 5,10 / 2,30
Spanjaardsdijk
SW.75 (Zandwetering)
Lozingswerken van de bemalingsgebieden afvoerend op gemaal Groot Colmschate NU
kndwest
DV069
+ 6,00 / 2,00
Kanaaldijk west
AS (Overijssels knl)
RO
4146
DV046
+ 5,81 / 1,00
Deensestraat
AS.15 (basiskanaal)
RO
11021
DV067
+ 5,00 / 12,30
Noorwegenstraat
AS.25.2
RO
Bv012c1
DV024
+ 5,75 / 1,00
Salomonszegel
AS.25.6
RO
Bv036c1
DV025
+ 6,48 / 1,00
Banekaterveld
?
RO
BV067
DV022
+ 5,67 / 1,25
Stationsweg / Colmschaterstraatweg
Vijverpartij
RO
11011
DV023
+ 7,16 / 1,00
Holterweg / Oostriklaan
AS.40.2
NU
ORKP02
DV021
+ 5,67 / 1,00
Gildenburg
AS.40.2
I
DV011
Toutenburg
AS.40
RWA
52 |
RWA
II
DV012
Toutenburg
AS.40
RWA
III
DV013
Oostriklaan
AS.40
RWA
IV
DV014
Oostriklaan
AS.40
RWA
X
DV015
Slangenburg
AS.40
RWA
XI
DV016
Swanenburg
AS.40
RWA
XIII
DV017
Kranenburg
AS.40
RWA
VII
DV018
Slangenburg
AS.40.2
RWA
VIII
DV019
Swanenburg
AS.40.2
RWA
VI
DV020
Gildenburg
AS.40.2
RWA
V
DV070
Gildenburg
AS.40
RWA
IX
DV071
Slangenburg
AS.40.2
RWA
XII
DV072
Doornenburg
AS.40
RO
DW001c1
DV005
+ 5,30 / 2,50
Meerkoet
AS.40
RO
DW105Ac1
DV006
+ 5,30 / 2,05
Zwaluwenburg
AS.40
RO
BO001c1
DV007
+ 5,30 / 2,50
Wilgehaantje
AS.40
RO
BO002c1
DV008
+ 5,30 / 2,50
Libel
AS.40
RO
BM027
DV029
+ 5,33 / 1,00
Magnolia
AS.25
RO
BM129c1
DV030
+ 5,27 / 1,50
Jasmijn
AS.25
RO
SM095c1
DV001
+ 5,50 / 3,00
Somervaart / Mathilde Wibautstraat
AS.25
RO
RS028c1
DV026
+ 5,60 / 2,50
Lijsterbeslaan
AS.25
RO
EV028Ac1
DV027
+ 5,60 / 2,00
Somervaart / Campinkweg
AS.25
RO
RS046c1
DV028
+ 5,60 / 0,70
Iepweg
AS.25.6
RO
CE028c1
DV031
+ 6,50 / 3,00
Salomonszegel
AS.25.6
RO
CE164c1
DV073
+ 6,42 / 1,00
Brem
AS.25
RO
141
DV003
+ 6,50 / 1,25
Heukelenseweg
AS (Overijssels knl)
RWA
R206
DV032
Essenstraat
AS.25.4
RWA
R154
DV033
Paderbornstraat / Bremenweg
AS.25.4
RWA
R142
DV074
Paderbornstraat 1
AS.25
RWA
R361
DV034
Hamburgerweg 29
AS.25
RWA
R351
DV035
Rigastraat
AS.25
RWA
DV36
DV036
Rigastraat
AS.25
| 53
RWA
R142
DV074
Paderbornstraat 1
AS.25
RWA
R361
DV034
Hamburgerweg 29
AS.25
RWA
R351
DV035
Rigastraat
AS.25
RWA
DV36
DV036
Rigastraat
AS.25
RWA
DV37
DV037
Rigastraat
AS.25
RWA
R267
DV038
Arnsbergstraat 5
AS.25
RWA
R350
DV039
Bochumstraat
AS.25
RWA
DV040
DV040
Keulenstraat
AS.25
RWA
R284
DV041
Keulenstraat 14
AS.25
RWA
R277
DV042
Munsterstraat 1
AS.25
RWA
R340
DV043
Londenstraat
AS.25
RWO
R328
DV044
Bergweiderdijk
AS.25.2
RWA
57
DV073
Holterweg
AS.40.2
RWO
JR131A
DV075
+ 5,50 / 3,00
Beyerinckstraat / Goudriaanpad
indirect op SW.75.82
RWO
JR40A
DV080
+ 5,50 / 2,50
Cruquiushof / Leeghwaterlaan
indirect op SW.75.82
RWA
FW1
DV076
B.C. Koekkoekpad
indirect op SW.75.82
RWO
FWB
DV077
Wijnand Nuijenpad
indirect op SW.75.82
RWA
FW2
DV078
B.C. Koekkoekpad
indirect op SW.75.82
RWO
FWA
DV079
+ 5,60 / 3,00
Wijnand Nuijenpad
indirect op SW.75.82
RWO
ODH128
DV081
+ 5,35 / 10,00
Maatmansweg 25
indirect op SW.75.82
RWO
S1
DV082
+ 5,50 / 6,00
Richard Holstraat 9
indirect op SW.75.82
RWO
S71
DV083
+ 5,35 / 3,00
Vijfhoeksweg / Leonard Springerlaan
indirect op SW.75.82
RWA
SI100
DV084
Hendrik Werkmanweg / Philip van Praagstraat
indirect op SW.75
RWA
SI18
DV085
Hendrick Goltziusstraat / Claes Jansz Visscherstraat
indirect op SW.75
RWA
SI29
DV086
Jan van Deutecumlaan 40
indirect op SW.75
54 |
+ 5,30 / 2,00
+ 5,60 / 1,20
RWA
SI37
DV087
Lucas van Leydenweg / Jacob Oliestraat
indirect op SW.75
RWA
SI45
DV088
Lucas van Leydenweg / Jacobus Meijlinkstraat
indirect op SW.75
RWA
SI70
DV089
M.C. Escherweg / Dick Elffersstraat
indirect op SW.75
RWA
SI74
DV090
M.C. Escherweg / S.H. de Roosstraat
indirect op SW.75
RWA
SI79
DV091
M.C. Escherweg / Jan van Krimpenstraat
indirect op SW.75
RWA
SI80
DV092
M.C. Escherweg / Willem Sandbergstraat
indirect op SW.75
Lozingswerken in het bemalingsgebied Diepenveen RO
Dv308c1
DP001
+ 4,30 / 2,00
Wechelerweg
SW.75.52
RO
Dv129c1
DP002
+ 4,30 / 1,70
Melchior v. Brielstraat / Boxbergerweg
SW.75.52
RO
Dv541c1
DP003
+ 3,90 / 1,00
Langs De Wetering
SW.75 (Zandwetering)
RO
Dv056c1
DP004
+ 3,90 / 1,70
Dorpsstraat ten noorden van Kloosterbrug
SW.75 (Zandwetering)
RO
Dv103c1
DP005
+ 3,91 / 1,50
Dorpsstraat ten zuiden van Kloosterbrug
SW.75 (Zandwetering)
RO
Dv093c1
DP006
+ 3,90 / 1,80
Dorpsstraat bij Kieftenbrug
SW.75 (Zandwetering)
RO
Dv015c1
DP017
+ 3,90 / 1,00
De Dennenhoek
SW.75 (Zandwetering)
RWA of RWO
Eventuele toekomstige lozingspunten als gevolg van afkoppelen verhard oppervlak
| 55
BIJLAGE III Overzicht rioolvervangingen
56 |
Colofon
Dit is een uitgave van de gemeente Deventer, Postbus 5000, 7400 GC, telefoon (0570) 69 39 11, www.deventer.nl. Tekst: gemeente Deventer, Witteveen+Bos, PronkScriptum Cartoons: Henk van Ruitenbeek Fotografie: Eigen collectie Vormgeving: VIA Design Drukwerk: Océ Deventer Uitgave: gemeente Deventer 2009 Aan dit plan kunnen geen rechten worden ontleend.