Gemeentelijk rioleringsplan Leusden Planperiode 2009-2013 Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater
Ontwerp
Gemeente Leusden postbus 150 3830 AD LEUSDEN
Grontmij Nederland B.V. Houten, 2 december 2009
13/99093877/BU, revisie d1
Verantwoording
Titel
:
Gemeentelijk rioleringsplan Leusden
Subtitel
:
Planperiode 2009-2013 Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater
Projectnummer
:
264423
Referentienummer
:
13/99093877/BU
Revisie
:
d1
Datum
:
2 december 2009
Auteur(s)
:
ir. M.Ph. Bunt
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
:
ir. K.J. van Esch
Paraaf gecontroleerd
:
Goedgekeurd door
:
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
dr.ir. A.J. Oomens
De Molen 48 3994 DB Houten Postbus 119 3990 DC Houten T +31 30 634 47 00 F +31 30 637 94 15
[email protected] www.grontmij.nl
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 2 van 52
Inhoudsopgave
Samenvatting en besluit ............................................................................................................5 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding ..................................................................................................................11 Aanleiding ...............................................................................................................11 Geldigheidsduur ......................................................................................................12 Procedures..............................................................................................................12 Termen en definities................................................................................................12 Leeswijzer...............................................................................................................12
2 2.1 2.2 2.3
Evaluatie GRP 2004-2008 .......................................................................................13 Inleiding ..................................................................................................................13 Algemene evaluatie GRP Leusden 2004-2008 ........................................................13 Evaluatie rioleringsbeleid 2004-2008 .......................................................................13
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12
Gewenste situatie....................................................................................................17 Inleiding ..................................................................................................................17 Waarom rioleringszorg? ..........................................................................................17 Relaties met andere plannen en regelgeving ...........................................................17 Gewenste situatie zorgplicht stedelijk afvalwater......................................................18 Gewenste situatie zorgplicht hemelwater.................................................................19 Gewenste situatie zorgplicht grondwater..................................................................22 Doelen en functionele eisen ....................................................................................24 Functionele eisen en maatstaven ............................................................................25 Meetmethoden ........................................................................................................26 Voorwaarden voor effectief rioleringsbeheer ............................................................26 Relaties met andere gemeentelijke taken ................................................................27 Overleg met andere overheden ...............................................................................27
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Toetsing huidige situatie..........................................................................................29 Inleiding ..................................................................................................................29 Totaal overzicht voorzieningen ................................................................................29 Nog niet aangesloten bestaande bebouwing............................................................29 Stedelijk afvalwater .................................................................................................30 Hemelwater.............................................................................................................33 Grondwater .............................................................................................................34 Verordeningen en vergunningen..............................................................................35
5 5.1 5.2 5.3
De opgave ..............................................................................................................37 Inleiding ..................................................................................................................37 Aanleg van voorzieningen .......................................................................................37 Beheer van bestaande voorzieningen......................................................................37
6 6.1 6.2 6.3
Organisatie en financiën..........................................................................................45 Personele middelen.................................................................................................45 Financiële middelen ................................................................................................47 Kostendekking.........................................................................................................48
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 3 van 52
Inhoudsopgave (vervolg)
Bijlagen: Bijlage 1:
Wet- en regelgeving
Bijlage 2:
Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden
Bijlage 3:
Tabellen
Bijlage 4:
Uitgangspunten kostendekkingsberekening
Bijlage 5:
Woordenlijst
Bijlage 6:
Referenties
Bijlage 7:
Bemalingsgebieden riolering Leusden
Bijlage 8:
Reacties van derden
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 4 van 52
Samenvatting en besluit
Doel van de rioleringszorg De aanleg van riolering heeft een aantal belangrijke, maatschappelijke doelen. Dit zijn: Doel rioleringszorg • de volksgezondheid beschermen: de aanleg en het beheer van riolering zorgt ervoor dat verontreinigd afvalwater uit de directe leefomgeving wordt verwijderd; • de kwaliteit van de leefomgeving op peil houden: de riolering zorgt voor de ontwatering van de bebouwde omgeving door naast het afvalwater van huishoudens en bedrijven ook het overtollige regenwater van daken, pleinen, wegen e.d. in te zamelen en af te voeren; • de bodem, het grond- en oppervlaktewater beschermen: door de aanleg van riolering of individuele afvalwaterbehandelingsystemen wordt de directe ongezuiverde lozing van afvalwater op bodem- of oppervlaktewater voorkomen. Vanwege deze belangrijke maatschappelijke redenen is de rioleringszorg wettelijk vastgelegd in de Wet milieubeheer en sinds kort ook in de Wet op de Waterhuishouding (straks de Waterwet). Waarom stelt de gemeente een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) op? Gemeenten zijn op basis van de Wet milieubeheer verantwoordelijk voor de zorg voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen. Daarnaast heeft de gemeente op grond van de Wet op de Waterhuishouding (straks de Waterwet) de zorgplicht voor de inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater. In deze wet is ook vastgelegd dat de gemeente de zorg heeft voor het treffen van maatregelen in openbaar gemeentelijk gebied om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming te voorkomen of te beperken. In de Wet milieubeheer is opgenomen dat alle gemeenten een GRP moeten opstellen. In dit GRP moeten in ieder geval de volgende onderdelen worden opgenomen: • Wat willen we bereiken, wat zijn de doelen? • Welke voorzieningen zijn er met betrekking tot het stedelijk afvalwater, hemelwater en het grondwater? • Wat moeten we nog doen om de gestelde doelen te kunnen halen? • Wat zijn de kosten daarvoor en hoe dekken we deze? Wat ging er vooraf? In 2004 is het GRP opgesteld met als planperiode 2004-2008. In de afgelopen planperiode heeft de gemeente een grote inspanning geleverd om de voorgenomen onderzoeken en maatregelen uit te voeren of door andere partijen te laten uitvoeren. Gewijzigde wet- en regelgeving In de rioleringszorg is de afgelopen jaren veel veranderd in wet- en regelgeving. De belangrijkste wijziging is de introductie van de zorgplichten voor regenwater en grondwater. Deze zijn vastgelegd in de Wet op de Waterhuishouding (straks de Waterwet). Dit betekent concreet dat de gemeente, naast de traditionele zorgplicht voor de inzameling en het transport voor stedelijk afvalwater, nu ook een rol heeft in de verwerking van regenwater en het aanpakken van structurele grondwaterproblemen. De gemeente heeft hierin een bepaalde mate van beleidsvrijheid, die tot uitdrukking komt in het GRP.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 5 van 52
Samenvatting en besluit
Beleidskeuzes In dit GRP zijn een aantal beleidskeuzes opgenomen die betrekking hebben op de manier, waarop Leusden haar zorgplichten voor stedelijk afvalwater, regenwater en grondwater wil invullen. Voor de gemaakte beleidskeuzes wordt verwezen naar hoofdstuk 3. Wat zijn de doelen voor de komende planperiode? De doelen van de rioleringszorg voor de komende planperiode zijn:
1. 2. 3. 4. 5.
Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert.
De doelen zijn in dit GRP geconcretiseerd met het opnemen van functionele eisen en maatstaven zodat getoetst kan worden of de situatie in Leusden aan de gestelde doelen voldoet. Waar staan we nu? Op 1 januari 2009 zijn alle woningen en bedrijven, op 11 na, in Leusden aangesloten op (druk)riolering. Hiermee voldoet de gemeente aan haar wettelijke zorgplicht. De te beheren voorzieningen bestaan uit 27 km gemengde riolering, 68 km dwa riolering, 68 km rwa-riolering, 10 km persleiding, 19 rioolgemalen en 64 km drukriolering met 318 pompunits. De vervangingswaarde van deze voorzieningen vertegenwoordigt een waarde van ongeveer € 106 miljoen. De gegevens van de vrijvervalriolen zijn opgeslagen in het rioleringsbeheersysteem (GBI) van de gemeente. De gegevens met betrekking tot de voorzieningen zijn daarmee goed toegankelijk. De toestand van de riolen wordt bewaakt door middel van videocamera inspecties. Circa 62% van de totale lengte van de vrijvalriolering is met videocamera geïnspecteerd. Indien uit de inspectieresultaten blijkt dat ingrijpen noodzakelijk is, wordt adequate actie ondernomen. Ondanks het ontbreken van een meetnet van peilbuizen heeft de gemeente een globaal inzicht in de optredende grondwaterstanden. De gebieden die gevoelig zijn voor (grond)wateroverlast zijn bekend bij de gemeente maar er is geen goed beeld waar de structurele grondwaterklachten voorkomen. In de gemeente Leusden bestaat een gedetailleerd inzicht in het hydraulisch- en milieutechnisch functioneren van de riolering. De riolering voldoet aan de basisinspanning en daarmee aan de eisen van het waterschap Vallei&Eem. De gemeente beschikt over de noodzakelijke vergunningen van waterschap Vallei&Eem. De controle van de vergunningen en naleving van de regelgeving betreffende de Wet milieubeheer wordt in nauwe samenwerking met het servicebureau gemeenten door de cluster handhaving en vergunning van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling uitgevoerd Wat moeten we doen in de planperiode en daarna? In dit GRP staan de hoofdlijnen van aanpak om de doelen te halen. Dit beleid wordt jaarlijks uitgewerkt in gedetailleerde programma’s. Hierbij wordt rekening gehouden met de veelal complexe factoren die bij daadwerkelijke uitvoering van maatregelen een rol spelen, daarnaast worden er op projectniveau keuzes gemaakt. De toestand van vrijvervalriolen zal middels videocamera inspectie worden onderzocht en de inspectiegegevens zullen in het rioleringsbeheersysteem worden opgeslagen. Jaarlijks wordt een deel van de riolering gereinigd en geïnspecteerd. Om een goede afstroming in de vrijverval-
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 6 van 52
Samenvatting en besluit
riolering te kunnen handhaven is regelmatig onderhoud nodig. In het GRP is hier invulling aan gegeven. In de planperiode zijn verschillende onderzoeken opgenomen. Monitoring van het werkelijk functioneren van de riolering wordt ingevuld in samenwerking met het waterschap. Ook wordt er een onderzoek uitgevoerd naar waterstofsulfide (H2S) vorming in de riolering ter plaatse van lozingspunten van drukriolering. Om de ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater op het oppervlaktewater te voorkomen door foute aansluitingen op het hemelwaterstelsel wordt er in 2010 een pilot project uitgevoerd naar het opsporen van foute aansluitingen. In 2010 zal de gemeente meedoen met een benchmark onderzoek. Naast onderzoek zullen de komende periode verschillende maatregelen uitgevoerd worden. Zo zal in de planperiode het mechanisch/elektrisch deel van 91 pompunits vervangen worden. Ook zal van het gemaal Randweg/Schotskamp het mechanisch/elektrisch deel vervangen worden. Met betrekking tot de vrijvervalriolering zal er een deel vervangen of gerepareerd worden. In de planperiode is circa € 1,9 miljoen opgenomen voor vervanging en circa € 1,7 miljoen voor reparatie van vrijvervalriolering. Om de vuilemissie op het oppervlaktewater vanuit de gemengde riolering verder te kunnen reduceren worden er in de planperiode twee randvoorzieningen aangelegd. Dit betreft een randvoorziening in Achterveld (€ 350.000,--) en één in Leusden-Zuid (€ 260.000,--). Voor het uitvoeren van eventuele grondwatermaatregelen is in de planperiode jaarlijks € 100.000,-- opgenomen. In 2013 zal het grondwaterbeleid worden geëvalueerd en eventueel worden bijgesteld. Ten opzichte van de huidige situatie is een verhoging nodig van de personeelskosten op de exploitatiebegroting met ongeveer € 60.000,-- voor het uitvoeren van de reguliere rioleringstaken. Deze stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de nieuwe grondwatertaken, waarvoor in de kadernota 2010 al 0,5 fte is opgenomen. Voor het voorbereiden en toezicht houden op de uitvoering van maatregelen is ten opzichte van de huidige situatie eveneens extra personele capaciteit nodig. Deze personeelskosten zijn echter opgenomen in de kosten van de maatregelen en daarmee gedekt. Wat gaat het kosten en hoe betalen we dat? De aanleg en beheer van de rioleringsvoorzieningen kost geld. De uitgaven voor de komende planperiode 2009-2013 zijn begroot op circa 4,7 miljoen euro (excl. BTW), ofwel circa € 936.000 per jaar, zie tabel A. Het gaat dan om de investeringen en de jaarlijkse exploitatie bij elkaar opgeteld. De kosten worden gedekt door de rioolheffing. tabel A Planperiode
Uitgaven in de planperiode en daarna Investeringen
Jaarlijkse uitgaven
Vervanging / Overige milieu verbetering maatregelen
kosten van Grondwater investeringen maatregelen
Kapitaal lasten verleden
Onderzoek
Exploitatie
1
2
3
4
5
6
7
x 1.000 EURO 1+2+6+7
6 84 56 91 76
518 587 598 625 644
642 640 1.261 946 712
310 225 -
100 100 100 100
48 125 227 298
161 158 150 123 108
685 876 929 1.065 1.126
311
2.972
4.200
535
400
699
700
4.681
2.759
38.392
119.535
835
400
137.537
2.058
180.745
jaar
2009 2010 2011 2012 2013 totaal planperiode Totaal 20092068
TOTAAL excl. BTW
In dit GRP is uitgerekend wat op langere termijn de hoogte van de kostendekkende rioolheffing moet zijn. Op basis van de uitgangspunten die in bijlage 4 zijn opgenomen is het (ook op lange termijn) kostendekkende rioolheffing bepaald op € 210,98 bij directe invoering.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 7 van 52
Samenvatting en besluit
Omdat het rioolrecht in 2009 van € 103,65 (per heffingseenheid per jaar) lager is dan het benodigde rioolheffing van € 210,98, is uitgerekend hoe tot een kostendekkend tarief kan worden gekomen. Hiertoe zijn vier scenario’s opgesteld met een verschillend jaarlijks stijgingspercentage van de rioolheffing. In de vier scenario’s is de rioolheffing jaarlijks verhoogd met respectievelijk 3%, 5%, 10% en 15%.
500
bedrag per heffingseenheid EURO
400
300
200
100
0 2009 2012 2015 2018 2021 2024 2027 2030 2033 2036 2039 2042 2045 2048 2051 2054 2057 2060 2063 2066 jaar
Scenario
direct
stijging 3%
jaarlijks te dekken per heffingseenheid
stijging 5%
stijging 10%
stijging 15%
A
B
C
D
Jaarlijks stijging
Jaarlijks stijging
Jaarlijks stijging
Jaarlijks stijging
met 3%
met 5%
met 10%
met 15%
Eindstand
€ 316,84
€ 249,36
€ 227,15
€ 221,73
Wordt bereikt in:
2047
2027
2018
2015
Scenario A Met een jaarlijkse stijging van 3%, exclusief de jaarlijkse inflatiecorrectie, wordt in 2047 een kostendekkend tarief bereikt van € 316,84. De komende 25 jaar blijft de stijging van de jaarlijkse kosten zeer gering. Na 2030 zullen de kosten flink toenemen als gevolg van de verwachte (theoretische) vervangingspiek van de vrijvervalriolering. Met deze geleidelijke stijging wordt er begonnen met het opbouwen van een voorziening voor deze vervangingspiek. Ten opzichte van het GRP 2004-2008 is er een extra stijging van 3% per jaar nodig gedurende 9 jaar. De extra stijging wordt veroorzaakt door extra en nieuwe kosten voor monitoring, grondwater, onderzoeken en stijging van eenheidsprijzen voor drukriolering. Scenario B, C en D Met een hoger jaarlijkse procentuele stijging, exclusief jaarlijkse inflatiecorrectie, zal het uiteindelijke kostendekkende tarief lager zijn dan bij scenario A en deze zal ook aanzienlijk eerder worden bereikt. De voorziening zal eerder gevuld zijn om de verwachte vervangingspiek te kunnen bekostigen. De lasten worden minder naar de toekomst doorgeschoven. Rioolheffing De gemeente kent tot op heden één heffing. In deze heffing worden zowel de kosten van stedelijk afvalwater als hemel- en grondwater doorberekend. Het is toegestaan deze te scheiden en
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 8 van 52
Samenvatting en besluit
er twee heffingen van te maken. Dit betekent dat er een strikte scheiding moet worden aangehouden voor kosten die voor het één en voor het ander worden gemaakt. Deze scheiding brengt ook weer kosten met zich mee en kan leiden tot een verschuiving van lasten tussen belastingplichtigen. Vooralsnog wordt daarom vastgehouden aan één heffing. Besluit Burgemeester en wethouders verzoeken de gemeenteraad het gemeentelijk rioleringsplan Leusden 2009-2013 vast te stellen door in te stemmen met: • de in dit gemeentelijk rioleringsplan geformuleerde doelen; • de in dit gemeentelijke rioleringsplan geformuleerde beleidskeuzes • het voorgenomen onderzoek; • de voorgenomen beheermaatregelen; • de voorgenomen wijze van kostendekking. Het raadsbesluit maakt onderdeel uit van het gemeentelijk rioleringsplan. Na vaststelling van dit GRP, zal dit plan tezamen met het raadsbesluit worden toegezonden aan: • waterschap Vallei&Eem; • Provincie Utrecht Na vaststelling zal in de plaatselijke krant bekend worden gemaakt hoe burgers kennis kunnen nemen van de inhoud van dit gemeentelijk rioleringsplan.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 9 van 52
1
Inleiding
1.1 Aanleiding Een goed rioolstelsel is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Voor het verwijderen van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater uit de woonomgeving zijn er voorzieningen nodig. Aanleg en beheer van deze voorzieningen is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer (Wm art. 10.33) en de Wet op de waterhuishouding (Wwh art. 9a en 9b). Deze wetten zijn gewijzigd 1 en aangevuld op basis van de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken . De gemeente is, op grond van de Wet milieubeheer (Wm 4.22), wettelijk verplicht een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) op te stellen. In dit artikel is aangegeven dat de gemeenteraad, voor een nader vast te stellen periode, een GRP vaststelt. Met het verstrijken van de planperiode 2004-2008 van het GRP Leusden is het noodzakelijk het bestaande GRP te actualiseren tot een nieuw en verbreed GRP. In dit GRP is weergegeven hoe de gemeente haar watertaken de komende planperiode vorm wil geven. Deze watertaken (zorgplichten) hebben betrekking op stedelijk afvalwater, hemelwater en is verbreed met de gemeentelijke grondwaterzorgplicht. Wet milieubeheer, artikel 4.22 1. De gemeenteraad stelt telkens voor een daarbij vast te stellen periode een gemeentelijk rioleringsplan vast. 2. Het plan bevat ten minste: a. een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzam eling en het transport van stedelijk afvalwater als bedoeld in artikel 10.33, alsmede de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater als bedoeld in artikel 9a van de Wet op de waterhuishouding, en maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, als bedoeld in artikel 9b van laatstgenoemde wet en een aanduiding van het tijdstip waarop die voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn; b. een overzicht van de in de door het plan bestreken periode aan te leggen of te vervangen voorzieningen als bedoeld onder a ; c. een overzicht van de wijze waarop de voorzieningen, bedoeld onder a en b , worden of zullen worden beheerd; d. de gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen als bedoeld onder a, en van de in het plan aangekondigde activiteiten; e. een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten. 3. Indien in de gemeente een gemeentelijk milieubeleidsplan geldt, houdt de gemeenteraad met dat plan rekening bij de vaststelling van een gemeentelijk rioleringsplan. 4. Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, aan gemeenten de plicht opleggen tot prestatievergelijking ten aanzien van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 10.33, alsmede de taken, bedoeld in de artikelen 9a en 9b van de Wet op de waterhuishouding. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de frequentie, inhoud en omvang van de prestatievergelijking.
Het maken van goede beleidsafwegingen op het terrein van beheer openbare ruimte, bescherming van bodem en waterkwaliteit, de zorg voor het totale watersysteem worden steeds belang-
1
De Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken blijft niet als zelfstandige wet bestaan maar wijzigt van drie bestaande wetten. De gemeentelijke rioleringszorgplicht in de Wet milieubeheer wordt vervangen door een zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater. In de Wet op de waterhuishouding is de zorgplicht voor inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater opgenomen. Verder wordt in die wet ook een gemeentelijke zorgplicht voor de aanpak van grondwaterproblemen in bebouwd gebied geïntroduceerd. In de Gemeentewet wordt het rioolrecht verbreed tot een rioolheffing met een bestemmingskarakter.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 11 van 52
Inleiding
rijker. Ook het financiële beleid, de inzet van middelen en toenemende lastendruk zijn hierbij belangrijke aandachtspunten. 1.2 Geldigheidsduur De gemeente stelt zelf de geldigheidsduur van het plan vast (art. 4.22 Wm). De geldigheidsduur van dit beleidsplan is vijf jaar (2009-2013). Als einddatum is 2013 gekozen omdat gemeenten voor 2013 een GRP moeten hebben dat aan de nieuwe voorschriften voldoet, dit betekent dat er beleid geformuleerd moet zijn voor de drie zorgplichten. Dit GRP bevat beleid voor de zorgplichten stedelijk afvalwater en hemelwater en een aanzet voor de grondwaterzorgplicht. De financiële peildatum van dit GRP is 1 januari 2009 en alle genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2009. 1.3 Procedures Dit GRP is in samenwerking tussen de gemeente, waterschap en provincie tot stand gekomen. De Wet milieubeheer schrijft overleg voor met: • Gedeputeerde Staten van Utrecht (deze hebben een aanwijzingsbevoegdheid); • Waterschap Vallei&Eem, als beheerder van de zuiveringstechnische werken waarnaar het afvalwater wordt afgevoerd en als beheerder van het oppervlaktewater waarop wordt geloosd. Na de formele vaststelling door de gemeenteraad zal het plan worden toegezonden aan de bovenvermelde instanties. Op basis van art. 4.23 Wm moet B&W de vaststelling van het GRP bekendmaken in ten minste één dag- of nieuwsblad. 1.4 Termen en definities Dit verbreed GRP is een gemeentelijk plan, waar de gemeenteraad zich over moet uitspreken. Het is echter niet alleen voor de politiek geschreven, maar ook voor overleg met de in de Wm genoemde instanties. Dit heeft tot gevolg dat in dit GRP vaktaal wordt gebruikt. In dit GRP is daarom een uitgebreide verklarende woordenlijst opgenomen. 1.5 Leeswijzer Dit GRP is conform de aanbevelingen in de Leidraad Riolering, module A1050, (ref.1) opgezet en bestaat uit de volgende onderdelen: Hoofdstuk 1 is de inleiding, met de aanleiding, de geldigheidsduur en een leeswijzer Evaluatie
H2
Toetsingskader Wat willen we?
T oetsing huidige situatie Wat hebben w e?
H3
H4
In hoofdstuk 2 komt de evaluatie van het gevoerde rioleringsbeleid tot 2009 aan de orde. De uitkomsten vormen de beginsituatie voor het GRP 2009 t/m 2013. In hoofdstuk 3 'Gewenste situatie’ worden voor de komende planperiode (en de periode daarna) doelen beschreven en uitgewerkt. Hiermee wordt een toetsingskader gegeven waarmee onder meer de gevolgen voor het milieu (Wm 4.22 lid 2d) kunnen worden aangegeven. In hoofdstuk 4 'Toetsing huidige situatie' wordt getoetst in hoeverre de doelen nu al zijn gerealiseerd. Hoofdstuk 4 geeft het in de wet gevraagde overzicht van de aanwezige voorzieningen (Wm 4.22 lid 2a).
De opgave Wat moeten we doen?
Or ganisatie en financiën Wat kost dat?
H5
In hoofdstuk 5 'De opgave' worden in hoofdlijnen de maatregelen weergegeven die nodig zijn om de gestelde doelen te kunnen realiseren. Daarmee wordt invulling gegeven aan lid 2b en 2c van artikel 4.22 van de Wm.
H6
In hoofdstuk 6 'Organisatie en financiën' wordt de in hoofdstuk 5 weergegeven strategie vertaald naar benodigde personele en financiële middelen en een wijze van kostendekking (Wm, artikel 4.22 lid e).
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 12 van 52
2
Evaluatie GRP 2004-2008
2.1 Inleiding Voorafgaand aan het opstellen van het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan, is het goed terug te kijken naar de uitgevoerde activiteiten in de achterliggende periode. De resultaten bepalen mede de vertrekpositie voor het nieuwe GRP. Het GRP 2004-2008 is geëvalueerd op een tweetal punten, een algemeen deel en een deel met de uit te voeren onderzoeken en maatregelen. In dit hoofdstuk zijn de uitkomsten uit de evaluatie op hoofdlijnen beschreven. 2.2 Algemene evaluatie GRP Leusden 2004-2008 Het GRP 2004-2008 is opgesteld door de afdeling Ruimtelijk Beheer. Het GRP heeft gediend als leidraad. Daarnaast geeft het GRP een duidelijk overzicht van de te beheren objecten van de riolering en de onderhoudsschema’s met de bijbehorende kosten. In de planperiode 2004-2008 is er onvoldoende controle geweest of de in het GRP opgenomen doelen gehaald werden. In de komende planperiode zal het rioleringsbeleid beter gevolgd worden zodat duidelijk is dat de gemeente de juiste dingen doet en deze ook goed doet. De relatie met de nieuwe wet- en regelgeving moet duidelijk worden weergegeven. 2.3
Evaluatie rioleringsbeleid 2004-2008
2.3.1 Aanleg van voorzieningen bij bestaande bebouwing Het beleid met betrekking tot de ongezuiverde lozingen in het buitengebied van Leusden is vastgelegd in het rioleringsplan buitengebied uit 1994. Op grond van dit rioleringsplan en de subsidieregeling van het waterschap is bepaald dat alle aanwezige panden in het buitengebied zouden worden aangesloten op drukriolering. In 2005 is de aanleg van riolering in het buitengebied afgerond. De meeste panden zijn daadwerkelijk aangesloten. Een beperkt aantal (11) is nog niet tot aansluiting overgegaan. De afdeling RO/handhaving is enkele jaren geleden gestart met een actie om de aansluitplicht op te leggen, deze actie is nog niet afgerond. 2.3.2 Aanleg van voorzieningen bij nieuwbouw Nieuwbouw in uitbreidingsplannen wordt aangesloten op riolering. Hierbij wordt in principe gekozen voor het aanleggen van een gescheiden stelsel. Bij inbreidingslocaties worden de panden aangesloten op het aanwezige rioolsysteem. Bij nieuwbouw in het buitengebied wordt waar mogelijk aansluiting gezocht bij de aanwezige drukrioleringssystemen. 2.3.3 Onderzoek Zoals voorgenomen is er jaarlijks circa 5% van het vrijvervalstelsel geïnspecteerd met behulp van tv-inspectie. De inspectiegegevens zijn opgeslagen in het rioleringsbeheersysteem. De wijziging van de Nederlandse norm voor inspectie en toestandsbeoordeling in de Europese norm is doorgevoerd in het beheersysteem. De bestaande inspectieresultaten zijn geconverteerd en het maatregelenpakket is in 2005 hierop aangepast. In de Wvo-vergunning van het waterschap Vallei&Eem is de voorwaarde opgenomen dat er metingen aan riooloverstorten van gemengde stelsels verricht moeten worden. Om dit te kunnen uitvoeren is er een meetplan voor de monitoring van riooloverstorten opgesteld. Dit meetplan is nog niet geïmplementeerd omdat er een gezamenlijke aanpak binnen het beheersgebied van het waterschap Vallei&Eem wordt onderzocht. Dit onderzoek vindt plaats in het kader van het waterplatform.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 13 van 52
Evaluatie GRP 2004-2008
Het onderzoek naar ondoelmatige lozingen op de riolering is opgeschort in afwachting van de gegevens van het waterschap Vallei&Eem die de aanwezigheid en het volume van de ondoelmatige lozingen moet aantonen. Het plan van aanpak diffuse lozingen is in 2006 opgesteld en is nu in uitvoering. Om het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van het rioolstelsel te kunnen controleren is in 2005 een basisrioleringsplan opgesteld voor Leusden-centrum. Het basisrioleringsplan Achterveld is in 2007 geactualiseerd. Het voorgenomen onderzoek naar de mogelijkheden tot afkoppelen van verhard oppervlak is niet uitgevoerd. Afkoppelen wordt toegepast waar de mogelijkheden zich aandienen in combinatie met de uitvoering van andere maatregelen. Een plan van aanpak voor Real-Time-Control (RTC) van gemalen is (nog) niet opgesteld. Het nu aanwezige gemalenbeheerssysteem moet in de komende jaren worden vernieuwd, het instellen van RTC kan dan wellicht eenvoudig worden meegenomen, hierop wordt terug gekomen in hoofdstuk 5. 2.3.4 Onderhoud De reiniging van riolen en kolken is volgens programma uitgevoerd. Zo worden de gemengde stelsels eens in de 5 jaar gereinigd, de dwa stelsels eens in 7 jaar en de rwa stelsels eens in de 10 jaar. De afgelopen 3 jaar is de rioolreiniging en rioolinspectie verricht op basis van een meerjaren onderhoudsbestek. Storingen van pompinstallaties worden geregistreerd via het gemalenbeheerssysteem. De meldlijn van RB registreert de overige storingen en klachten met betrekking tot de riolering. 2.3.5 Reparatie en renovatie Reparatie en renovatiemaatregelen worden daar uitgevoerd waar ontoelaatbare schadebeelden aan de riolen worden geconstateerd. In de meerjarenplanningen zijn de budgetten cyclisch meegenomen. In de afgelopen planperiode zijn amper reparaties uitgevoerd. Er is een achterstand ontstaan door capaciteitsproblemen in de voorbereiding. 2.3.6 Vervanging De geplande rioolvervangingen in Achterveld (Verjaagde Ruiterweg e.a.), Leusden-Zuid (Kon. Julianalaan) en Hamersveld (Berkenlaan e.o) zijn uitgevoerd. Bij deze vervanging is een deel van de verharding afgekoppeld. De geplande rioolvervangingen in Hamersveld (omgeving Biezenkamp) zijn nog niet uitgevoerd door vertraging in de herinrichting van De Biezenkamp. De rioolvervanging van Achterveld (Hessenweg) is eveneens uitgesteld in afwachting van de ontwikkelingen van Achterveld-Zuid. Diverse renovaties en pompvervangingen zijn uitgevoerd bij rioolgemalen en pompunits van de drukriolering. Bij de drukriolering zijn verschillende onderstations (masters/slaves) van het Radius storingssysteem vervangen. 2.3.7 Verbetering Het doel van rioolverbeteringen is het beperken van de vuilemissie via de riooloverstorten op het oppervlaktewater zodat er aan de basisinspanning kan worden voldaan. In vervolg op de optimalisatie- en balansstudies wordt de capaciteit van het gemaal Leusden-Zuid vergroot, dit is in uitvoering. Het vergroten van de capaciteit van het waterschapsgemaal in Achterveld wordt niet uitgevoerd. Hiervoor worden alternatieve maatregelen onderzocht. De voorgenomen aanleg van een afvoerbeperkende voorziening in het stamriool Middenweg is niet uitgevoerd omdat uit het basisrioleringsplan is gebleken dat deze maatregel weinig milieueffectief is.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 14 van 52
Evaluatie GRP 2004-2008
2.3.8 Samenvatting evaluatie GRP 2004-2008 In figuur A is een samenvatting weergegeven van de evaluatie van de in het GRP 2004-2008 voorgenomen onderzoeken en maatregelen. Beheer 100% 80% Aanleg van riolering bij nieuwbouw
60%
Renovatie en vervanging
40% 20% voorgenomen 0%
Aanleg riolering bij bestaande bebouwing
gerealiseerd
Verbeteringen
Onderzoek
figuur A
Samenvatting evaluatie op onderzoek en maatregelen
In het GRP 2004-2008 lag de nadruk op het uitvoeren van reguliere onderzoeken en (beheer)maatregelen. In het nieuwe GRP 2009-2013 zal de nadruk, naast het reguliere beheer, komen te liggen bij de (deels) nieuwe zorgplichten voor hemelwater en grondwater.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 15 van 52
3
Gewenste situatie
3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven waarom we riolering aanleggen en wat we hiermee op lange termijn willen bereiken. Voor het aanleggen en in stand houden van riolering is er door verschillende overheden beleid, wet- en regelgeving opgesteld. Vervolgens heeft de gemeente beleidskeuzes geformuleerd en toetsbaar gemaakt door middel van een set van doelen, functionele eisen en maatstaven. 3.2 Waarom rioleringszorg? Wat is nu het doel van riolering? In het verleden werd, en ook nu wordt riolering aangelegd om: • de volksgezondheid te beschermen: de aanleg en het beheer van riolering zorgt ervoor dat verontreinigd afvalwater uit de directe leefomgeving wordt verwijderd; • de kwaliteit van de leefomgeving op peil te houden: de riolering zorgt voor de ontwatering van de bebouwde omgeving door naast het stedelijk afvalwater van huishoudens en bedrijven ook het overtollige regenwater van daken, wegen e.d. in te zamelen en af te voeren; • de bodem, het grond- en oppervlaktewater te beschermen: door de aanleg van riolering of individuele afvalwaterbehandelingsystemen wordt de directe ongezuiverde lozing van afvalwater op bodem- of oppervlaktewater voorkomen. Vanuit deze algemene doelen zijn doelen voor de rioleringszorg afgeleid waarmee is aangegeven hoe aan de rioleringszorg (aanleg en beheer) invulling wordt gegeven, zie paragraaf 3.7. 3.3 Relaties met andere plannen en regelgeving Het GRP heeft relaties met andere (beleids)plannen, zowel van de gemeente als van andere overheden. De wet- en regelgeving maakt onderscheid naar de drie verschillende invalshoeken water, milieu, en ruimtelijke ordening en bouwen. De wet- en regelgeving en beleidsplannen kunnen directe invloed hebben op de te nemen maatregelen en op de actuele uitvoeringstermijn van de maatregelen die in dit GRP aan de orde komen. In bijlage 1, is aangegeven welke plannen en wet- en regelgeving van invloed zijn op de (afval)waterketen. Een aantal relaties wordt daar kort toegelicht. Voor uitgebreide informatie wordt verwezen naar de betreffende (beleids)stukken. Op 16 augustus 2007 is in het Staatsblad (276) de wet “Verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken” gepubliceerd. Deze wet creëert een aantal wettelijke voorzieningen ten aanzien van de gemeentelijke watertaken door wijziging van de Gemeentewet, de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer. De wet is op 1 januari 2008 in werking getreden. Met de wetswijzigingen krijgen de gemeenten de zorgplicht voor: 1. het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater; 2. het inzamelen en verwerken van het afvloeiende hemelwater; 3. het grondwater. Vooral de zorgplicht voor grondwater is nieuw. Dit betekent vooralsnog dat de gemeente in het openbaar gemeentelijke gebied maatregelen dient te treffen die structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk voorkomt of beperkt. Dit zover het doelmatige maatregelen betreft die niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoren. Het in beeld brengen van eventuele structurele problemen met betrekking tot het grondwater vormt een belangrijke doelstelling voor dit GRP.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 17 van 52
Gewenste situatie
Voor de bekostiging van de drie geformuleerde gemeentelijke watertaken is een aparte heffingsbevoegdheid gecreëerd in de Gemeentewet. Deze houdt een verbreding van het bestaande rioolrecht in. Op zich kan het bestaande heffingensysteem voor het rioolrecht daarbij intact blijven. De enige wettelijke begrenzing is dat het gaat om het verhalen van kosten specifiek voor de drie genoemde watertaken. Dit kunnen ook twee afzonderlijke (bestemmings)heffingen zijn ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, evenals zuivering van huishoudelijk afvalwater; b. het inzamelen en verwerken van afvloeiend hemelwater alsmede het treffen van maatregelen teneinde structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. 3.4 Gewenste situatie zorgplicht stedelijk afvalwater De wettelijke verplichting om stedelijk afvalwater in te zamelen bestond voorheen ook al. De zorgplicht voor stedelijk afvalwater is een resultaatsverplichting. Al het vrijkomende stedelijke afvalwater dient binnen het gemeentelijke grondgebied ingezameld te worden. Onder het stedelijk afvalwater wordt het huishoudelijk afvalwater van huishoudens binnen de bebouwde kom en in het buitengebied verstaan. In de nieuwe wetgeving is wel meer vrijheid gelaten aan gemeenten om te bepalen wanneer afvoer naar een RWZI doelmatig is of dat andere vormen van sanitatie doelmatiger zijn. Daarbij kan gedacht worden aan de plaatsing van IBA’s in het buitengebied, de zogenaamde verbrede zorgplicht. Indien de gemeente de inzameling niet meer doelmatig acht, kan de gemeente ontheffing aanvragen bij de provincie. Voor de percelen in het buitengebied waarvoor de gemeente ontheffing van de zorgplicht heeft gekregen zijn de betreffende eigenaren verantwoordelijk om de ongesaneerde lozing op te heffen. In Leusden is het stedelijk gebied ‘traditioneel’ gerioleerd. Dat wil zeggen dat het stedelijk afvalwater via een gemengd of (verbeterd) gescheiden stelsel onder vrijverval naar het eindgemaal van het Waterschap wordt getransporteerd. Vandaar wordt het afvalwater door het Waterschap naar de RWZI in Amersfoort afgevoerd. De verwachting is dat dit systeem de nog tientallen jaren als hoofdsysteem blijft functioneren. Alternatieve vormen van sanitatie in stedelijk gebied worden (nog) niet toegepast, maar zijn in de toekomst wel denkbaar. Er zijn in en buiten Nederland al voorbeelden van alternatieve vormen van sanitatie, waaronder: • Aparte inzameling van urine bij ziekenhuizen (i.v.m. de hoge belasting met medicijnen). • Aparte inzameling van fecaliën die ter plaatse ‘gecomposteerd’ wordt, waarbij energie vrijkomt die weer in de woningen wordt gebruikt. Naast het inzamelen is ook het transporteren van stedelijk afvalwater vastgelegd in de Wet milieubeheer. Voor het transport van stedelijk afvalwater naar een RWZI moeten de riolen groot genoeg zijn en moet het water door de riolen onder vrijverval naar het gemaal of ander lozingspunt binnen een bepaalde tijd kunnen afstromen. De voorzieningen mogen ook niet vervuild zijn met zand of andere ongerechtigheden. De gemalen moeten bedrijfszeker zijn en voldoende capaciteit hebben om het afvalwater te kunnen verpompen. Om het stedelijke afvalwater te kunnen inzamelen en transporteren, moeten de buizen, putten, etc. in goede staat zijn. Tijdige reparatie en vervanging is daarbij noodzakelijk. Beleidskeuzes gemeente Leusden voor de zorgplicht stedelijk afvalwater De gemeente geeft invulling aan haar zorgplicht voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater waarbij een onderscheid wordt gemaakt in verschillende soorten situaties. Grofweg kunnen zich de volgende situaties voordoen:
• Nieuwe aansluitingen in bestaand bebouwd gebied binnen bebouwde kom Nieuwe aansluitingen binnen de bebouwde kom moeten worden aangesloten op de bestaande aanwezige riolering. Bij (verbeterd) gescheiden stelsel moet het huishoudelijk afvalwater en het hemelwater gescheiden aangeleverd worden bij de perceelsgrens. De kosten voor de aansluiting op particulier terrein zijn voor de aanvrager evenals de kosten voor het aansluiten op het gemeentelijk stelsel.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 18 van 52
Gewenste situatie
• Nieuwe aansluitingen buiten bebouwde kom Volgens het Besluit lozing afvalwater huishoudens is het verboden om huishoudelijk afvalwater direct te lozen in de bodem en op het oppervlaktewater indien op een afstand van 40 m of minder een openbaar vuilwaterriool, een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater of een zuiveringstechnisch werk aanwezig is waarop aansluiting kan plaatsvinden. Van de gemeentelijke zorgplicht kan door de provincie aan de gemeente een ontheffing worden verleend met betrekking tot een gedeelte van het grondgebied dat buiten de bebouwde kom is gelegen of een bebouwde kom van waaruit afvalwater met een vervuilingswaarde van minder dan 2000 inwonerequivalenten wordt geloosd. Daarnaast komt het ook voor dat huishoudens vanwege specifieke locatie-omstandigheden niet op het openbaar vuilwaterriool kunnen worden aangesloten. Bij nieuwbouw locaties zijn voorzieningen als een iba2 ook een alternatief. Het betrokken huishouden is in die gevallen zelf verantwoordelijk voor een adequate verwijdering van het huishoudelijke afvalwater. Indien bij een nieuwe aansluiting in het buitengebied de afstand tot een bestaand vuilwaterriool minder dan 40 m is (vuilwaterriool tot kadastrale grens) dan moet het perceel aangesloten worden. De kosten voor aanleg van riolering vanaf het bestaande vuilwaterriool tot aan de perceelsgrens evenals de kosten voor de aansluiting op particulier terrein zijn voor rekening van de aanvrager. De kosten voor de aanleg van een alternatieve voorziening zijn ook voor de aanvrager. Overige beleidskeuzes zorgplicht stedelijk afvalwater
• In het bestaand stedelijk gebied blijft het bestaande rioolstelsel het belangrijkste sanitatiesysteem. Dit stelsel wordt beheerd en onderhouden volgens de uitgangspunten in dit GRP.
• De gemeente zal in de planperiode niet zelf actief de mogelijkheden voor alternatieve vormen van sanitatie onderzoeken, maar wel meedenken en meewerken met ideeën van derden. • De gemeente heeft als beleid dat zij alleen de verantwoordelijkheid op zich neemt voor drukriolering in het buitengebied. Eventuele aanleg en beheer van IBA’s in het buitengebied zijn voor de verantwoordelijkheid van de particulier. • Als particulier een pompunit aanlegt dan neemt de gemeente het beheer over. De particulier betaalt dan rioolheffing. Bij keuze van de particulier voor een IBA, dan neemt de gemeente het beheer niet over, de particulier betaalt dan ook geen rioolheffing. 3.5 Gewenste situatie zorgplicht hemelwater De zorgplicht voor hemelwater heeft het karakter van een inspanningsverplichting. Dit houdt in dat de gemeente zorg dient te dragen voor een doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater. Dit geldt dan ook alleen voor diegene waarvan redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiende hemelwater in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. De particulier krijgt in de wet nadrukkelijk een eigen verantwoordelijkheid. De terreineigenaar is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater van zijn eigen terrein. Het verwerken van hemelwater op particulier terrein ontlast het rioolstelsel, zodat bij grote buien meer water door het openbaar riool verwerkt kan worden en er minder snel water op straat of wateroverlast ontstaat. Naast de zorg voor het afvloeiende hemelwater van particuliere terreinen heeft dit natuurlijk ook betrekking op het hemelwater dat van openbaar terrein afstroomt. Ten aanzien van de verwerking van het ingezamelde hemelwater is de keuze aan de gemeente. Onder het verwerken van het hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater. Bij het verwerken van hemelwater worden onder andere door het waterschap eisen gesteld. Het betreft de eisen aan de vuiluitworp uit de riolering naar oppervlaktewater. In de Wet milieubeheer (Wm, artikel 10.29a) is een voorkeursvolgorde opgenomen voor het omgaan met o.a. hemelwater. De voorkeursvolgorde beschrijft een algemene voorkeur voor omgaan met hemelwater en afvalwater aan de bron. Bij hemelwater geldt dat lokale lozing van hemelwater in het milieu (al dan niet via een gemeentelijk hemelwatersysteem) de voorkeur
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 19 van 52
Gewenste situatie
geniet boven lozing op een gemengd stelsel. Lozing op oppervlaktewater is gelijkwaardig aan lozing op de bodem. De voorkeursvolgorde luidt: a. het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt b. verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt c. afvalwaterstromen worden gescheiden gehouden, tenzij het niet-gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater d. huishoudelijk afvalwater en daarmee vergelijkbaar afvalwater wordt ingezameld en naar een rioolwaterzuiveringinstallatie (RWZI) getransporteerd e. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d wordt hergebruikt (zo nodig na zuivering bij de bron) f. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d (in de praktijk dus met name hemelwater) wordt lokaal in het milieu teruggebracht (zo nodig na zuivering bij de bron) g. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d wordt als stedelijk afvalwater ingezameld en naar een RWZI getransporteerd. De voorkeursvolgorde geeft richting aan de beleidsmatige afwegingen die de gemeente maakt bij het omgaan met hemelwater en ander afvalwater bij de bron. De gemeente kan van de voorkeursvolgorde afwijken. Het scheiden (ontvlechten) van hemelwater is geen doel op zich maar een bewuste keuze, omdat dit vooral voor bestaand stedelijk gebied niet overal binnen de gemeente binnen een redelijke termijn en acceptabele kosten haalbaar is. De wetgeving gaat er vanuit dat hemelwater in de meeste gevallen schoon genoeg is om zonder behandeling in het milieu terug te vloeien. De zorg voor verwerking van hemelwater heeft ook betrekking op wateroverlast tijdens regen. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, moet de riolering als totaal voldoende afvoercapaciteit hebben. Wateroverlast kan ontstaan als bij hevige regen niet al het water direct kan worden afgevoerd. Het met huishoudelijk afvalwater vermengde regenwater komt dan uit de gemengde riolering op straat of het regenwater kan bijvoorbeeld door verstopte kolken niet in de riolen komen. Het is niet mogelijk om riolering en regenwatervoorzieningen aan te leggen die alle mogelijke extreme regenbuien kunnen verwerken. Een landelijk geaccepteerde ontwerpmaatstaf is dat een bui die theoretisch maximaal eenmaal in de twee jaar voorkomt, verwerkt moet kunnen worden (gemiddeld maximaal één keer per twee jaar ‘water op straat’) door het rioolstelsel. Tijdens hydraulische doorrekening van het stelsel zal ook gecontroleerd worden hoe het stelsel reageert op zwaardere buien gezien de klimaatsverandering. Klimaatverandering leidt tot toename van hevige buien en daardoor vaker water op straat. Water op straat is hinderlijk maar pas een echt probleem als water gebouwen in stroomt, doorgaande wegen geblokkeerd raken of water uit het riool stroomt. Het bovengronds bergen en afvoeren van regenwater is soms onvermijdelijk om regenwateroverlast te voorkomen. Water op straat is dus ook een oplossing mits in goede banen geleid. Gemeenten moeten de openbare ruimte zo inrichten dat er meer water gedurende korte tijd en op een veilige manier bovengronds geborgen kan worden. Wateroverlast door hevige buien is een rekbaar begrip. Gemeente Leusden maakt bij “water-op-straat” onderscheid in drie definities waarbij ernstige en zeer ernstige hinder altijd voorkomen dienen te worden. • Hinder: kortdurende beperkte hoeveelheden “water-op-straat”; • Ernstige hinder: forse hoeveelheden “water-op-straat”, ondergelopen tunnels, opdrijvende putdeksels; • Zeer ernstige hinder: langdurig en op grote schaal “water-op-straat”, water in winkels, bedrijven en woningen met materiële schade en ernstige belemmering van het (economische) verkeer. De gemeente krijgt vanuit de Wet gemeentelijke watertaken nieuwe bevoegdheden om eventueel aanvullende eisen te stellen. In de eerste plaats individueel via een maatwerkvoorschrift en in de tweede plaats via een verordening (meer collectief op bijvoorbeeld wijkniveau). Gemeenten kunnen van deze bevoegdheden gebruikmaken:
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 20 van 52
Gewenste situatie
• Als blijkt dat afstromend hemelwater toch te verontreinigd is om vrij in het milieu te worden geloosd.
• Om verontreiniging van afstromend hemelwater te voorkomen. Beleidskeuzes gemeente Leusden voor hemelwater De gemeente streeft ernaar om invulling te geven aan haar hemelwater zorgplicht, waarbij een onderscheid wordt gemaakt in verschillende soorten gebieden. Grofweg kunnen zich de volgende situaties voordoen: Bestaande gebieden
• Wijken met gemengde rioolstelsels. In bestaand bebouwd gebied met een gemengd rioolstelsel zijn de mogelijkheden voor perceeleigenaren om zelf het hemelwater te verwerken vaak niet aanwezig. Bijvoorbeeld omdat er geen oppervlaktewater is of de infiltratiemogelijkheden (ruimte) en -capaciteit beperkt zijn. In deze situaties vindt de gemeente het niet redelijk om van de particulier te vragen zelf het hemelwater te verwerken. Bij nieuwbouw in deze wijken zorgt de particulier op eigen kosten voor twee aansluitleidingen (hemelwater en huishoudelijk afvalwater) tot aan de perceelsgrens, de gemeente zorgt verder voor inzameling en transport van het hemelwater. • Wijken met (verbeterd) gescheiden stelsels. In bestaand bebouwd gebied met een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel zijn de mogelijkheden voor perceeleigenaren om zelf het hemelwater te verwerken vaak ook niet aanwezig. Bijvoorbeeld omdat er geen oppervlaktewater is of de infiltratiemogelijkheden (ruimte) en capaciteit beperkt zijn. In deze wijken is er een (verbeterd) gescheiden openbaar stelsel aangelegd, waarbij regenwater wordt geloosd op oppervlaktewater dat speciaal hiervoor aangelegd is. De woningen zijn/worden hier uitgerust met een gescheiden binnenhuis- en terreinriolering die allemaal zijn aangesloten op het openbaar stelsel. Bij nieuwbouw in deze wijken zorgt de particulier op eigen kosten voor twee aansluitleidingen (hemelwater en huishoudelijk afvalwater) tot aan de perceelsgrens, de gemeente zorgt verder voor inzameling en transport van het hemelwater. • Bedrijventerreinen met gemengde rioolstelsels (De Fliert). Op de oudere bedrijventerreinen liggen vaak nog gemengde rioolstelsels. Hier kunnen aanzienlijke verharde oppervlakken op lozen, wat leidt tot een forse belasting van het rioolstelsel. Het invoeren van de particuliere zorgplicht heeft in deze gebieden, bij verbouw, een positieve invloed op de capaciteit van het openbaar rioolstelsel. Het beleid van de gemeente is om bij aanpassing van het stelsel op deze bestaande bedrijventerreinen een (verbeterd) gescheiden stelsel aan te leggen. Van de bedrijven wordt dan verwacht dat ze het hemelwater en ander afvalwater gescheiden aanleveren. • Bedrijventerreinen met (verbeterd) gescheiden stelsels. Op bedrijventerreinen met een verbeterd gescheiden stelsels is het uitgangspunt het scheiden van vuilwaterstromen en hemelwaterstromen, waarbij de firstflush van het hemelwater van de wegen en parkeerplaatsen via het vuilwaterriool wordt afgevoerd. Het hemelwater van de dakoppervlakken op deze terreinen wordt zoveel mogelijk rechtstreeks geloosd op het speciaal hiervoor aangelegde oppervlaktewater. De bedrijven hebben voor de aangelegde voorzieningen al betaald in de grondprijs van de percelen. Toekomstige woongebieden en bedrijventerreinen Het uitgangspunt bij de gemeentelijke keuzes in nieuwe situaties is het zoveel mogelijk verwerken van hemelwater aan de bron. Deze afweging bepaalt ook of de gemeente een afvoermogelijkheid aan de perceelseigenaren moet bieden (zorgplicht). In nieuwe situaties is aanleg van een gescheiden rioolstelsel het uitgangspunt. Bij de aanleg van een gescheiden stelsel moeten de particulieren het hemelwater en huishoudelijk afvalwater ook gescheiden aanleveren op de perceelsgrens.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 21 van 52
Gewenste situatie
Overige beleidskeuzes hemelwater
• Als lozing van hemelwater toch aantoonbaar leidt tot een milieuprobleem, dan kan er een effectgerichte maatregel genomen worden.
• De nieuwe wetgeving geeft de gemeente de mogelijkheid om aanvullende eisen te stellen aan het omgaan met hemelwater op meer collectief, bijvoorbeeld wijkniveau. De gemeente maakt in de planperiode geen gebruik van deze mogelijkheid om een gebiedsgerichte verordening op te stellen. • Water op straat wordt geaccepteerd als een noodzakelijke situatie om wateroverlast te voorkómen. Bij de herberekeningen wordt het gedrag van hemelwater op het maaiveld nadrukkelijk meegenomen in de beschouwing waar mogelijk wateroverlast kan optreden.
3.6 Gewenste situatie zorgplicht grondwater In de nieuwe wetgeving is vastgelegd dat de gemeente ‘zorg draagt voor het in het openbaar gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken voor zover doelmatig en voor zover niet behorend tot de zorg van waterschap of provincie.’ De formulering in de wet is zorgvuldig gekozen en impliceert een inspanningsverplichting voor de gemeente. Dit wil zeggen dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. De zorgplicht werkt niet met terugwerkende kracht en leidt niet tot aansprakelijkheid voor schadesituaties uit het verleden. Op grond van de nieuwe wetgeving is de perceelseigenaar in eerste instantie verantwoordelijk voor het oplossen van zijn eigen grondwaterprobleem. Pas als dit in redelijkheid niet van hem gevraagd kan worden is er een taak weggelegd voor de gemeente in samenwerking met andere partijen zoals waterschap en provincie. De gemeente zal in dat geval de regierol op zich nemen. De gemeente stelt zich tot doel de burger het mogelijk te maken deze verantwoordelijkheid te nemen. Dit zal voornamelijk bestaan uit het bieden van advies en (personele) ondersteuning door gebruik te maken van het centrale meldpunt (waterloket). De aanpak van grondwateroverlast is een samenspel van de grondeigenaar, gemeente, Waterschap en Provincie, de wet wijst hierbij uitdrukkelijk niet één van de overheden aan die zorgt voor een grondwaterstand. De gemeente treft in ieder geval maatregelen als grondeigenaar voor haar eigen grondgebied waarbij de maatregelen problemen moeten oplossen en doelmatig zijn. In het algemeen hebben bouwkundige maatregelen de voorkeur boven waterhuishoudkundige maatregelen. Wanneer is in Leusden sprake is van grondwateroverlast? Op grond van de wet heeft de gemeente op een aantal punten vrijheid voor het invullen van haar grondwaterbeleid. Speciale aandacht daarbij verdient de verdere invulling van de volgende begrippen: ‘structurele overlast’, ‘gerelateerd aan de bestemming’ en ‘doelmatige aanpak’. Er is sprake van structurele overlast, als aan één van de volgende criteria wordt voldaan: • Het gaat niet om een klimatologisch incident (overlast als gevolg van een extreem natte periode bijvoorbeeld), maar om een regelmatig terugkerend of blijvend probleem. • Het gaat om een grondwaterstand die tenminste 4 weken achter elkaar hoger is dan 70 cm –mv ter plaatse van bebouwing/infrastructuur. • Er is sprake van een significante belemmering van het normale gebruik van de bestemming zoals die is vastgelegd in het bestemmingsplan. Voor het begrip ‘doelmatige aanpak’ zijn niet eenvoudig universeel toepasbare regels te benoemen. Het is heel sterk afhankelijk van het probleem en de locatie wat de meest doelmatige aanpak is. Het is wel belangrijk om deze doelmatige aanpak samen met andere waterbeheerders en de betrokken particulieren te definiëren, zodat tegen de laagst maatschappelijke kosten een oplossing gevonden kan worden.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 22 van 52
Gewenste situatie
Verantwoordelijkheden De volgende partijen hebben een gedeelde verantwoordelijkheid en taken aangaande het stedelijke en ondiepe grondwater: de gemeente, de perceeleigenaar, het waterschap, de provincie en het waterleidingbedrijf. Hieronder worden de taken en verantwoordelijkheden beschreven. De gemeente Leusden: • De gemeente is als eigenaar van het openbaar gebied verantwoordelijk voor een goede toestand van het openbaar gebied. Een hoge grondwaterstand is onwenselijk met het oog op de begaanbaarheid en het opvriezen van wegen. In veel gevallen worden grondwaterproblemen in bebouwd gebied voorkomen of verminderd via een goede afwatering in de openbare ruimte. Verlaging van de grondwaterstand in de openbare ruimte via aanleg van drainage heeft in veel gevallen een gunstig effect op de grondwaterstand van private percelen. • Biedt particulieren de mogelijkheid zich te ontdoen van grondwater, voor zover deze daartoe geen andere mogelijkheden hebben. • Draagt zorg voor de aanleg en het onderhoud van de benodigde leidingen en aansluitpunten in de openbare ruimte voor de ontwatering van het particuliere terrein. • Neemt naar aanleiding van klachten over (grond-)wateroverlast het initiatief om de oorzaak van de overlast te onderzoeken. Waterschap Vallei&Eem: • Heeft haar verantwoordelijkheid voor het kwantitatieve en kwalitatieve oppervlaktewater. Omdat grond- en oppervlaktewater elkaar beïnvloeden heeft het waterschap tevens een (afgeleide) rol in het beheer van het ondiepe grondwater. • Is verantwoordelijk voor de afvoer van drainage- en grondwater via het oppervlaktewater, dat door de gemeente of particulieren wordt aangeboden. • Levert kennis en advies (waar het oppervlaktewater en het ondiepe grondwater betreft), zowel ten behoeve van het uitvoeren van de watertoets, als bij het aanpakken van problemen in bestaand stedelijk gebied. • Verleent na inwerkingtreding van de Waterwet vergunningen voor kleine onttrekkingen. Provincie Utrecht: • Heeft de taak om het strategisch grondwaterbeleid op te stellen. Middels de Waterwet is de provincie ook verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen voor en het registreren van grondwateronttrekkingen en infiltraties. • Waar nodig stelt de provincie regels ter bescherming van de grondwaterkwaliteit in het algemeen en specifiek voor drinkwatervoorziening, waartoe beschermingszones ingesteld kunnen worden in de provinciale milieuverordening. • Vanuit de Wet op de ruimtelijke ordening heeft de provincie een specifieke rol in het toekennen van functies (structuurvisie), hierbij wordt ook met het grondwater rekening gehouden. In de provinciale ruimtelijke verordening wordt het belang van een goede grondwaterkwaliteit zowel voor grondwaterbeschermingszones (drinkwater) als het infiltratiegebied Utrechtse Heuvelrug aangemerkt als Provinciaal belang. • Levert kennis en advies over grondwater in het diepe pakket. Het betreft bijvoorbeeld ook inhoudelijke kennis die bij de provincie aanwezig is over de effecten van bepaalde onttrekkingen. Tevens zorgt de provincie voor de afstemming van activiteiten en ontwikkelingen waarbij provincie, waterschap en gemeente betrokken zijn wanneer deze gemeentegrens overschrijdend zijn. In het proces van de Watertoets adviseert de provincie over grondwateraspecten in ruimtelijke plannen. De perceeleigenaar: • De perceeleigenaar is verantwoordelijkheid voor de staat van zijn eigen woning en perceel en komt neer op het voldoen aan de bouwregelgeving uit de Woningwet en de daarop gebaseerde regelgeving. De bouwregelgeving verplicht niet tot het waterdicht maken van ruimten beneden de begane grondvloer, tenzij deze ruimte als een zogenoemd verblijfsgebied worden gebruikt.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 23 van 52
Gewenste situatie
• De perceeleigenaar is ook zelf verantwoordelijk voor het op eigen perceel treffen van maatregelen tegen grondwateroverlast voor zover de problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig handelen of nalaten van een buur (overheid of particulier). Beleidskeuzes gemeente Leusden voor grondwater • Grondwaterproblemen in toekomstige woongebieden en bedrijventerreinen worden zoveel mogelijk voorkomen door grondwater een plaats te geven in de trits: bestemmen, inrichten en beheren. • In nieuwe (uitleg)gebieden wordt een gemiddelde ontwateringsdiepte gehanteerd van 70 cm –mv. • In bestaande gebieden en bij inbreidingen en binnenstedelijke transformaties wordt geen ontwateringsdiepte gehanteerd. • Bij inbreidingen en binnenstedelijke transformaties geldt de bestaande grondwatersituatie als uitgangspunt. Planontwikkeling mag niet leiden tot grondwaterproblemen in de omgeving. • De gemeente maakt gebruik van het bestaande centrale meldpunt (waterloket). De (grond)watergerelateerde klachten worden hier apart geregistreerd. • De gemeente vervult de regierol bij klachten over grondwater en bekijkt of er meer waterbeheerders betrokken zijn. • De gemeente doet, indien nodig, onderzoek en bekijkt of er sprake is van structurele grondwateroverlast voor de aan de grond gegeven bestemming. Zo ja, dan zal de gemeente samen met de particulier en eventueel andere betrokken waterbeheerders een plan van aanpak opstellen, maatregelen definiëren en afspraken maken over financiering en uitvoering. • De gemeente is, bij gebleken overlast en indien doelmatig, alleen gehouden aan het treffen van maatregelen op het openbaar terrein. De particulier is verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen op zijn eigen terrein. • Er is sprake van structurele overlast als aan één van de volgende drie criteria wordt voldaan: ° het gaat niet om een klimatologisch incident (overlast als gevolg van een extreem natte periode bijvoorbeeld), maar om een regelmatig terugkerend of blijvend probleem, ° het gaat om een grondwaterstand die tenminste 4 weken achter elkaar hoger is dan 70 cm – mv ter plaatse van bebouwing/infrastructuur, ° er is sprake van een significante belemmering van het normale gebruik van de bestemming zoals die is vastgelegd in het bestemmingsplan. 3.7 Doelen en functionele eisen Met de rioleringszorg worden doelen nagestreefd. Door aan de doelen functionele eisen en maatstaven te koppelen wordt de rioleringszorg toetsbaar gemaakt, zie figuur B.
figuur B
Toetsingskader rioleringszorg
De rioleringszorg in Leusden dient de volgende doelen (zie ook Leidraad Riolering, module "Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden", ref. 1). Deze is aangepast op basis van de nieuwe rol ten aanzien van het hemelwater en grondwater en sluiten goed aan bij het gedachtegoed van de invoering van de verbrede watertaken.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 24 van 52
Gewenste situatie
1. 2. 3. 4. 5.
Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert.
Hierbij is van belang dat de definitie van stedelijk afvalwater ten opzichte van voorheen beter is omschreven, zodat tegenwoordig duidelijk onderscheid wordt gemaakt in stedelijk afvalwater en hemelwater. Stedelijk afvalwater omvat huishoudelijk water of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. Hemelwater wordt, zolang het niet in aanraking komt met ander afvalwater of verontreinigingen, niet meer beschouwd als stedelijk afvalwater. Grondwater is het water dat vrij onder het oppervlak voorkomt met de daarin aanwezige stoffen. 3.8 Functionele eisen en maatstaven In tabel B en tabel C zijn de functionele eisen en maatstaven weergegeven om invulling te geven aan de zorgplicht voor het inzamelen en transport van stedelijk afvalwater. tabel B
Gewenste situatie voor de inzameling van stedelijk afvalwater
Doel 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater Functionele eisen 1a. Alle percelen op het gemeentelijk gebied waar afvalwater vrijkomt moeten van een rioleringsaansluiting zijn voorzien, uitgezonderd bij specifieke situaties waar lokale behandeling een zelfde graad van milieubescherming biedt. 1b. Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering plaats te vinden. 1c. Het scheiden van (afval) waterstromen in huishoudens, bedrijven en industrie dient te worden bevorderd. 1d.
Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid uittredend rioolwater en intredend grondwater beperkt blijft.
tabel C
Maatstaven Alle percelen binnen of buiten bebouwde kom moeten aangesloten zijn op riolering of op een lokale behandeling van het afvalwater (IBA) als dit eenzelfde graad van milieubescherming biedt tenzij dit niet doelmatig is met het oog op kosten en milieu. Geen overtredingen van de Lozingsvoorwaarden bij of krachtens de Wet milieubeheer en geen foutieve aansluitingen. Toepassen gescheiden systemen in huishoudens, bedrijven en industrie. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen.
Gewenste situatie voor het transport van stedelijk afvalwater
Doel 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Functionele eisen 2a. De afvoercapaciteit moet voldoende zijn om bij droog weer het aanbod van stedelijk afvalwater binnen zekeren grenzen te verwerken. 2b. De afstroming dient gewaarborgd te zijn.
Maatstaven Uitgaande van 12 l/(inwoner/uur) en de afvalwaterhoeveelheden van bedrijven mag de maximale vullingsgraad in een dwa-stelsel niet meer dan 50% bedragen. Ingrijpmaatstaven voor afstroming (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. Alle inslagpeilen van de gemalen moeten onder de binnenonderkant van de laagst binnenkomende riool te liggen.
2c.
Het afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de rwzi te bereiken.
Verblijftijd van het afvalwater in het stelsel niet langer dan 15 uur.
2d.
Gemiddeld maximaal éénmaal per twee jaar water op straat (theoretisch).
2e.
De afvoercapaciteit van de riolering voor stedelijk afvalwater moet toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij bepaalde buitengewone omstandigheden. De objecten moeten in goede staat zijn.
2f.
De vuiluitworp uit gemengde rioolstelsels dient beperkt te zijn.
Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit mogen niet voorkomen. De vuiluitworp uit gemengde rioolstelsels moet kleiner of gelijk zijn aan de vuiluitworp van het referentiestelsel volgens de eenduidige basisinspanning van de CIW.
2g.
Geen afvoer van drainagewater via gemengde en/of dwa riolen.
Drains zijn niet op gemengde en/of dwa-riolen aangesloten.
In tabel D en tabel E zijn de functionele eisen en maatstaven weergegeven om invulling te geven aan de zorgplicht voor het inzamelen en verwerken van hemelwater.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 25 van 52
Gewenste situatie
tabel D
Gewenste situatie voor het inzamelen van hemelwater
Doel 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door Functionele eisen 3a. Alle percelen binnen binnen bebouwde kom waar hemelwater vrijkomt waarvan men zich wenst te ontdoen, moeten van een rioleringsaansluiting zijn voorzien. 3b. 3c.
3d. 3e.
de particulier) Maatstaven Alle percelen zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, tenzij men zich niet van het hemelwater wil ontdoen doch het voor lokale waterhuishouding of andere doeleinden wil gebruiken of wanneer directe lozing geoorloofd is. Voor zover rendabel, afkoppelen van schoon hemelwater zonder Afkoppelen indien technisch uitvoerbaar, toelaatbaar voor het wateroverlast en ongewenste milieuverontreiniging te veroorzaken. milieu en kosteneffectief. Adequate inzameling van hemelwater, voor zover de particulier niet Indien bij nieuwbouw het perceel grenst aan het oppervlaktewater redelijkerwijs in de verwerking kan voorzien. dan voorziet de particulier, in overleg met de waterbeheerder, in de afvoer van het hemelwater van daken rechtstreeks op het oppervlaktewater. De instroming in riolen via de kolken dient ongehinderd plaats te Plasvorming bij kolken dient beperkt te zijn. vinden. Beperkte hoeveelheid intredend grondwater. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen.
tabel E
Gewenste situatie voor de verwerking van hemelwater
Doel 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Functionele eisen 4a. De afvoercapaciteit van de riolering moet toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij bepaalde buitengewone omstandigheden. 4b.
Maatstaven Gemiddeld maximaal éénmaal per twee jaar water op straat (theoretisch).
De vuiluitworp door regenwaterlozingen op oppervlaktewater dient De vuiluitworp mag de doelstelling voor de beperkt te zijn. oppervlaktewaterkwaliteit niet in gevaar brengen.
In tabel F zijn de functionele eisen en maatstaven weergegeven om invulling te geven aan de grondwaterzorgplicht. tabel F
Gewenste situatie grondwater
Doel 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Functionele eisen Maatstaven 5a. Nieuwbouw: Adequaat ontwerp van de ontwatering voor de - Ontwateringsdiepte > 0,7 m-mv (wegen, parkeerplaatsen en openbare ruimte (beheerfase) plantsoenen) - Ontwateringsdiepte > 0,5 m-mv (openbaar groen) 5b.
Bestaand gebied
geen eis voor ontwateringsdiepte
In bijlage 2 zijn alle doelen, functionele eisen, maatstaven en bijbehorende meetmethoden weergegeven. 3.9 Meetmethoden Om de huidige situatie te toetsen aan de maatstaven, kunnen in sommige gevallen meerdere meetmethoden worden gehanteerd. Het is van belang om de bij de toetsing gebruikte meetmethode vast te leggen om een eenduidige en reproduceerbare toetsing te krijgen. In de module ‘Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden’ van de Leidraad Riolering wordt voor een aantal maatstaven een mogelijke meetmethode aangegeven. Zie bijlage 2 voor de in Leusden gehanteerde meetmethoden. 3.10 Voorwaarden voor effectief rioleringsbeheer De rioleringsbeheerder moet een aantal voorwaarden scheppen om een doelmatige inzameling en transport te kunnen realiseren. Wanneer niet aan die voorwaarden wordt voldaan is een effectieve besturing niet mogelijk en kan de doelmatigheid van de inzameling en het transport niet worden gewaarborgd. Hier ligt ook de relatie met de eis uit de Wet Milieubeheer (art. 4.22) dat bekend moet zijn wat er aan rioleringsvoorzieningen aanwezig is en in welke staat zij verkeren.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 26 van 52
Gewenste situatie
tabel G
1
Voorwaarden voor effectief beheer
Voorwaarden Het rioleringsbeheer dient zo goed mogelijk te worden afgestemd op andere gemeentelijke taken
2 De gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen. 3 Inzicht in kosten op langere termijn. 4 Er dient inzicht te bestaan in de toestand en het functioneren van de riolering (onderscheiden in gemengde en gescheiden riolering).
5 Er wordt indien mogelijk en zinvol gebruik gemaakt van duurzame en milieuvriendelijke materialen. 6 Er dient een klantvriendelijke benadering te worden nagestreefd.
7 De samenwerking tussen de gemeente en het waterschap dient effectief ingericht te worden 8 De bedrijfszekerheid van gemalen en andere objecten moet gewaarborgd zijn.
9 De riolering dient zodanig te worden ont- en belucht te zijn dat overlast door stank wordt voorkomen. 10 Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn.
Maatstaven 1a. De relatie met de overige gemeentelijke taken moet in het GRP inzichtelijk worden gemaakt. 2a. Naleving en actueel houden vergunningen (Wvo- en aansluitvergunningen). 2b. Geen illegale of foutieve aansluitingen. 3a. Alle kosten van de rioleringszorg minimaal één keer in beeld . 4a. Direct toegankelijkheid en beschikbaarheid riolerings gegevens.
4b. Jaarlijkse inspecties 4c. Verwerking revisiegegevens binnen 10 weken. 4d. Periodieke hydraulische controle, eenmaal per 10 jaar. Indien dit zinvol is bijvoorbeeld bij wijzigingen van verhard oppervlak of grootschalige nieuwbouw. 4e. Verwerken van meetgegevens riolering. 5a. Toepassing van o.a. nationaal pakket Duurzaam Bouwen wordt aanbevolen en plan van aanpak diffuse bronnen. 6a. Meldingen dienen snel, binnen 3 dagen, en effectief afgehandeld te worden. 6b. Voldoende voorlichting en informatie naar belanghebbenden. 7a. Periodiek overleg tussen gemeente en waterschap. 8a. Storingen (maximaal 3 keer per jaar) moeten binnen 24 uur verholpen zijn. Grote gemalen bij renovatie/vervanging voorzien van een automatische storingsmelding. 8b. Mogelijke incidenten en de gevolgen daarvan dienen in kaart gebracht te zijn. Te nemen acties moeten bekend zijn. (incidentplan) 9a. Geen klachten over overlast door stank vanuit de riolering. 10a. Goede afstemming van rioolwerken op werkzaamheden andere diensten en nutsbedrijven, bereikbaarheid percelen zoveel mogelijk handhaven. 10b. Geen verkeersomleiding door woongebieden en bereikbaarheid zoveel mogelijk handhaven.
3.11 Relaties met andere gemeentelijke taken Dit gemeentelijk rioleringsplan heeft ook relaties met plannen die andere afdelingen binnen de gemeente opstellen. Hierbij kan de relatie genoemd worden met het milieubeleidsplan en de ruimtelijke ordening dat onder de afdeling ruimtelijke ontwikkeling valt. 3.12 Overleg met andere overheden Met het waterschap Vallei&Eem heeft regelmatig overleg plaatsgevonden over het GRP. Met betrekking tot deze versie van het GRP heeft het waterschap geen opmerkingen. Het concept GRP is opgestuurd naar de provincie. De door de provincie gemaakte opmerkingen zijn, voor zover relevant, verwerkt in deze versie van het GRP.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 27 van 52
4
Toetsing huidige situatie
4.1 Inleiding Welke voorzieningen hebben we en hoe voldoen we aan de eisen? In dit hoofdstuk vindt de toetsing van de huidige situatie aan de gewenste situatie plaats. Deze toetsing is het uitgangspunt voor het bepalen van de benodigde maatregelen om aan de gewenste situatie te kunnen voldoen (hoofdstuk 5). Naarmate de gewenste en de huidige situatie meer van elkaar afwijken, zullen meer ingrijpende en omvangrijke maatregelen noodzakelijk zijn. Het vaststellen van de huidige situatie heeft plaatsgevonden op basis van: • evaluatie van het gemeentelijk rioleringsplan Leusden 2004 t/m 2008 [ref. 6]; • gemeentelijke gegevens en gegevensbestanden van de riolering. In dit hoofdstuk wordt onderscheid gemaakt in de drie zorgplichten voor: stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. In § 4.2 wordt in eerste instantie een totaal overzicht gegeven van de aanwezige voorzieningen. 4.2 Totaal overzicht voorzieningen In tabel H is een overzicht weergegeven van alle aanwezige rioleringsvoorzieningen in de gemeente Leusden, exclusief het bestemmingsplan Tabaksteeg. In bijlage 7 is een tekening opgenomen waarop de verschillende stelseltypes in Leusden zijn weergegeven. tabel H
Overzicht voorzieningen gemeente Leusden
OMSCHRIJVING OBJECT Vrijvervalriolering totaal * gem engde riolering * regenwaterafvoerriool* * droogweerafvoerriool * IT-riool Drukriolering * pompunits * drukriolering * dwa-riool Rioolgemalen Drainage IBA's Persleidingen Bergbezinkvoorzieningen
eenheid
GRP 2004-2008 STAND PER 2004
GRP2009-2013 STAND PER 2009
km km km km km
167,2 26,9 71,4 68,1 0,8
164,1 26,8 68,4 68,1 0,8
st km km st km st km st
300 50 18 5,1 10 -
318 63,9 19 5,1 10,1 -
* Lengte regenwaterriool is afgenomen omdat het beheer van de in het GRP 2004-2008 opgenomen duikers (onderdeel van de regenwaterafvoerriolering) is overgedragen aan het waterschap.
In de paragrafen 4.4, 4.5 en 4.6 wordt meer ingegaan op de aanwezige voorzieningen, hierbij wordt dan onderscheid gemaakt in de verschillende afvalwaterstromen. Per type stelsel wordt de toestand en het functioneren beschreven. 4.3 Nog niet aangesloten bestaande bebouwing In het buitengebied van de gemeente zijn, op 11 panden na, geen ongezuiverde lozingen meer aanwezig. De riolering ten behoeve van deze panden is wel aangelegd, maar de aansluiting is nog niet gerealiseerd. Deze panden zullen voor 1/1/2012 nog worden aangesloten op de drukri-
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 29 van 52
Toetsing huidige situatie
olering. De gemeente voldoet hiermee aan haar zorgplicht. De gemeente heeft geen ontheffing van de zorgplicht aangevraagd bij de provincie. 4.4
Stedelijk afvalwater
4.4.1 Afvoer en behandeling van stedelijk afvalwater De inzameling van stedelijk afvalwater binnen de bebouwde kom van Leusden vindt plaats door vrijvervalriolen, zie bijlage 7 voor de verschillende bemalingsgebieden in Leusden. Buiten de bebouwde kom wordt het afvalwater hoofdzakelijk ingezameld door middel van drukriolering. Het ingezamelde stedelijk afvalwater van Leusden wordt via gemalen en een persleiding verpompt naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) van Amersfoort die in beheer is bij het waterschap Vallei&Eem. 4.4.2 Overzicht aanwezige voorzieningen De gegevens van de riolering zijn opgenomen in het rioleringsbeheerpakket GBI bij de gemeente. Het rioolstelsel voor de inzameling en transport van het stedelijk afvalwater heeft de volgende kenmerken: • In totaal is er circa 94,9 km vrijvervalriolering voor stedelijk afvalwater aangelegd waarvan: o gemengde riolen 26,8 km o afvalwater riolen 68,1 km • Bij de gemeente zijn 17 rioolgemalen in beheer. De lengte van bijbehorende persleidingen bedraagt circa 10,4 km, zie ook tabel 4.1 (GEM; DWA) en 4.2 GEM in bijlage 3. • Er is drukriolering in het buitengebied aanwezig met 318 pompunits en circa 63,9 km drukleiding, zie ook tabel 4.3 DWA in bijlage 3. In figuur C is de hoeveelheid aangelegde riolering en leeftijdsopbouw per type (gemengd, vuilwater) riool weergegeven. 30
Lengte riolering (km)
25
20
Vuilwaterstelsel
15
Gemengd stelsel
10
5
0 1953-1959 1960-1964 1965-1969 1970-1974 1975-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2009 Aanlegperiode
figuur C
4.4.3
Lengte riolering per type en aanlegperiode
Toestand van de objecten
Vrijvervalriolering Inzicht in de toestand van de riolering is één van de noodzakelijke voorwaarden voor een effectief rioleringsbeheer. Het doel van rioolinspectie is het inzicht verkrijgen en houden in de kwaliteit van de riolen. Sinds 1994 is circa 42 km (=62%) van de totale lengte vuilwaterriolen en circa 16,3 km (=61%) van de totale lengte gemengde riolering geïnspecteerd. Deze riolen zijn door middel van videocamera geïnspecteerd. De waarnemingen zijn geclassificeerd volgens de Nederlandse Norm NEN 3399:2004 (ref. 3). Dit houdt in dat gekeken wordt naar zevenentwintig verschillende toestandsaspecten (bijvoorbeeld lekkage, zand- en vuilophoping, aantasting van het beton van de buis) die in hoofdgroe-
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 30 van 52
Toetsing huidige situatie
pen “waterdichtheid”, “stabiliteit” en “afstroming” zijn ondergebracht. De waarnemingen worden in vijf klassen verdeeld, waarbij een klasse 1 betekent dat er niets aan de hand is en een klasse 5 dat het toestandsaspect in ernstige mate is waargenomen (bijvoorbeeld grondwater dat door een lekke voeg naar binnen spuit, een buis die voor een groot deel is gevuld met zand, aantasting van de buis zodat het grind uit het beton valt). Een samenvatting van de inspectieresultaten van de geïnspecteerde riolen is in de volgende tabellen weergegeven. Het betreft de inspectieresultaten uit de periode 1994-2008. In tabel I is een algemeen beeld weergegeven van de kwaliteit van de gemengde riolering per schadebeeld en in tabel J is dit weergegeven voor de vuilwaterriolering. In het rioolbeheersysteem wordt per rioolstreng en per toestandsaspect slechts de zwaarste schadeklasse geregistreerd. Het geeft geen beeld van het aantal keren dat deze schadeklasse per rioolstreng voorkomt en evenmin van de eventueel aanwezige lichtere schadebeelden. Het complete schadebeeld kan in de betreffende inspectierapporten gevonden worden. tabel I
Percentage rioolstrengen per toestandsaspect en klasse (gemengd stelsel)
Toestandsaspect stabiliteit
code
k1
k2
k3
k4
k5
Deformatie
BAA
0%
1%
0%
0%
0%
Scheur
BAB
0%
1%
0%
3%
3%
Breuk
BAC
0%
0%
0%
0%
0%
Oppervlakteschade
BAF
0%
30%
8%
2%
2%
k1
k2
k3
k4
k5 0%
Toestandsaspect afstroming Instekende inlaat
BAG
1%
0%
2%
0%
Waterpeil
BDD
0%
26%
12%
2%
0%
Wortels
BBA
0%
1%
1%
0%
1%
Aangehechte afzetting
BBB
0%
2%
0%
0%
0%
Bezonken afzetting
BBC
0%
2%
2%
0%
0%
Andere obstakels
BBE
0%
0%
0%
0%
0%
k1
k2
k3
k4
k5 0%
Toestandsaspect waterdichtheid Binnendringende grond
BBD
0%
1%
0%
0%
Infiltratie
BBF
0%
28%
18%
5%
1%
Defectieve aansluiting
BAH
0%
0%
0%
0%
1%
Indringend voegmateriaal
BAI
0%
1%
2%
0%
0%
verplaatste verbinding
BAJ
0%
8%
3%
0%
11%
tabel J
Percentage rioolstrengen per toestandsaspect en klasse (vuilwaterstelsel)
Toestandsaspect stabiliteit
code
k1
k2
k3
k4
k5
Deformatie
BAA
0%
1%
0%
0%
0%
Scheur
BAB
0%
1%
0%
4%
1%
Breuk
BAC
0%
0%
0%
0%
0%
Oppervlakteschade
BAF
0%
16%
3%
0%
1%
Toestandsaspect afstroming
code
k1
k2
k3
k4
k5
Instekende inlaat
BAG
0%
0%
0%
0%
0%
Waterpeil
BDD
0%
26%
10%
3%
0%
Wortels
BBA
0%
1%
1%
0%
0%
Aangehechte afzetting
BBB
0%
3%
0%
0%
0%
Bezonken afzetting
BBC
0%
1%
0%
0%
0%
Andere obstakels
BBE
0%
1%
0%
0%
0%
Toestandsaspect waterdichtheid
code
k1
k2
k3
k4
k5
Binnendringende grond
BBD
0%
1%
0%
0%
0%
Infiltratie
BBF
0%
13%
3%
0%
0%
Defectieve aansluiting
BAH
0%
0%
0%
1%
0%
Indringend voegmateriaal
BAI
0%
1%
0%
0%
0%
verplaatste verbinding
BAJ
0%
1%
1%
0%
16%
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 31 van 52
Toetsing huidige situatie
Analyse van de inspectiegegevens toont aan dat er in de gemengde riolering als ook in de vuilwaterriolering de meeste ingrijpmaatstaven betrekking hebben op scheuren. Verplaatste verbindingen komen ook veel voor. Deze verplaatsingen kunnen axiaal, radiaal of een hoekverdraaiing zijn. In Leusden hebben verplaatsingen vooral betrekking op hoekverdraaiingen (circa 90%) klasse 5 en zijn meestal niet ernstig. Overige objecten De toestand (functioneren en onderhoudsstatus) van de gemalen en drukriolering worden geregistreerd via het gemalenbeheersysteem. Er is nog geen strategie voor de inspectie en onderhoud van persleidingen omdat hierover landelijk nog niet genoeg kennis aanwezig is hoe dit ingevuld moet worden. Ontluchters en afsluiters worden wel jaarlijks geïnspecteerd en onderhouden als dit nodig is. 4.4.4
Functioneren van de voorzieningen
Milieutechnisch functioneren vrijvervalriolering In 2005 is het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van de vrijvervalriolering in Leusden Centrum onderwerp van onderzoek geweest. In dit onderzoek, het emissiespoor, is gekeken of er maatregelen aan de riolering nodig zijn om de hoeveelheid vuil uit de overstorten terug te dringen. Uit dit onderzoek is gebleken dat de gemeente Leusden gemeentebreed voldoet aan de basisinspanning. De basisinspanning houdt in dat de vuilemissie uit de overstorten van het gemengde rioolstelsel niet groter is dan de vuilemissie uit een referentiestelsel volgens de “basisinspanning”. Het vermoeden bestaat dat er bij de gescheiden rioolstelsels foute aansluitingen voorkomen, hierdoor wordt er ongezuiverd afvalwater geloosd op het oppervlaktewater. Dit is een ongewenste situatie. In de planperiode wordt hier een pilot project naar uitgevoerd, zie hoofdstuk 5. Hydraulisch functioneren vrijvervalriolering Het rioolstelsel in de gemeente Leusden functioneert goed. Bij droog weer is de afvoercapaciteit van het stelsel voldoende om het aanbod van stedelijk afvalwater te kunnen verwerken. Ook tijdens hevige neerslag kan het gemengde rioolstelsel het hemelwater goed verwerken. Er zijn geen locaties bekend die te maken hebben met structurele water-op-straat situaties. Functioneren overige objecten Nabij lozingspunten van de drukriolering in de vrijvervalriolering komen stankklachten voor door de vorming van H2S. Om dit probleem op te kunnen lossen wordt in de planperiode een onderzoek uitgevoerd, zie ook hoofdstuk 5.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 32 van 52
Toetsing huidige situatie
4.5
Hemelwater
4.5.1 Verwerking van hemelwater De inzameling van hemelwater, bij verbeterd gescheiden stelsels, binnen de bebouwde kom vindt plaats middels vrijvervalriolering. Het hemelwater wordt via rioolgemalen en persleidingen deels afgevoerd naar de RWZI. De overige hemelwaterriolering (gescheiden stelsels) loost het hemelwater direct op het oppervlaktewater. Behalve regenwaterriolering, zijn in de gemeente geen lamellenfilters, wadi’s of ander voorzieningen aangelegd voor de verwerking van hemelwater. 4.5.2 Overzicht van aanwezige voorzieningen De gegevens van de hemelwaterriolering zijn opgenomen in het rioleringsbeheerpakket GBI bij de gemeente. Het rioolstelsel voor de inzameling en transport van hemelwater heeft de volgende kenmerken: • Er zijn twee hemelwatergemalen in beheer bij de gemeente, Ruigevelddreef/Veldschoren en Randweg/Schotskamp. De bijbehorende lengte persleidingen bedraagt 80 m. • In totaal is er circa 68,4 km vrijvervalriolering voor hemelwater aangelegd. • In de periode 1995-1999 is er circa 0,8 km infiltratieriolering aangelegd. In figuur D is de hoeveelheid aangelegde hemelwaterriolering per aanlegperiode weergegeven. 25
Lengte riolering (km)
20
15 Infiltratie Regenwater 10
5
0 1953-1959 1960-1964 1965-1969 1970-1974 1975-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2009 Aanlegperiode
figuur D
Overzicht aanlegperioden hemelwaterriolering
4.5.3 Toestand van de objecten Een samenvatting van de inspectieresultaten van de geïnspecteerde hemelwaterriolen is in de volgende tabel weergegeven. Het betreft de inspectieresultaten uit de periode 1995-2008. In de tabel is een algemeen beeld weergegeven van de kwaliteit van de hemelwaterriolering per schadebeeld. In het rioolbeheersysteem wordt per rioolstreng en per toestandsaspect slechts de zwaarste schadeklasse geregistreerd. Het geeft geen beeld van het aantal keren dat deze schadeklasse per rioolstreng voorkomt en evenmin van de eventueel aanwezige lichtere schadebeelden. Het complete schadebeeld kan in de betreffende inspectierapporten gevonden worden.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 33 van 52
Toetsing huidige situatie
tabel K
Percentage rioolstrengen per toestandsaspect en klasse (hemelwaterstelsel)
Toestandsaspect stabiliteit
code
K1
K2
K3
K4
K5
Deformatie
BAA
0%
0%
0%
0%
0%
Scheur
BAB
0%
0%
0%
0%
0%
Breuk
BAC
0%
0%
0%
0%
0%
Oppervlakteschade Toestandsaspect afstroming
BAF code
0% K1
6% K2
0% K3
0% K4
1% K5
Instekende inlaat
BAG
0%
0%
1%
0%
0%
Waterpeil
BDD
0%
11%
3%
0%
0%
Wortels
BBA
0%
1%
1%
0%
0%
Aangehechte afzetting
BBB
0%
1%
0%
0%
0%
Bezonken afzetting
BBC
0%
2%
0%
0%
0%
Andere obstakels Toestandsaspect waterdichtheid
BBE code
0% K1
1% K2
0% K3
0% K4
0% K5
Binnendringende grond
BBD
0%
1%
0%
0%
0%
Infiltratie
BBF
0%
8%
1%
1%
0%
Defectieve aansluiting
BAH
0%
0%
0%
0%
1%
Indringend voegmateriaal
BAI
0%
0%
0%
0%
0%
verplaatste verbinding
BAJ
0%
0%
0%
0%
12%
Defectieve verbinding
BAK
0%
0%
0%
0%
0%
4.5.4 Functioneren van de voorzieningen Het hemelwaterstelsel in de gemeente Leusden functioneert goed. Tijdens hevige neerslag kan het hemelwaterstelsel het hemelwater goed verwerken. Er zijn geen locaties bekend die te maken hebben met structurele water-op-straat situaties. 4.6
Grondwater
4.6.1 Overzicht aanwezige voorzieningen De gemeente beschikt niet over een meetnet van peilbuizen om de grondwaterstand te kunnen meten. Binnen de gemeente is op diverse locaties, vooral in de nieuwbouwwijken, drainage aangelegd om problemen met grondwater te kunnen voorkomen. In het rioleringsbeheersysteem is enkel de hoofdafvoerstructuur opgenomen, in totaal betreft dit circa 5 km drainageleidingen. De ligging en functioneren van het overige aangelegde drainagesysteem is niet bekend. 4.6.2 Inzicht in grondwaterstanden In de wet en regelgeving is de rioleringszorgplicht aangepast en uitgebreid met een zorgplicht voor het grondwater. Deze zorgplicht eist van gemeente een goede analyse van de grondwatersituatie in de gemeente en een beschrijving van mogelijke oorzaken van grondwateroverlast met daarbij mogelijke maatregelen om deze overlast te kunnen voorkomen. De aanpak van eventuele grondwateroverlast is een samenspel van de grondeigenaar, gemeente, waterschap en Provincie, de wet wijst uitdrukkelijk niet één van de overheden aan die zorgt voor een grondwaterstand en de eigen verantwoordelijkheid van de grondeigenaar is het uitgangspunt. Ondanks het ontbreken van een meetnet van peilbuizen heeft de gemeente een globaal inzicht in de optredende grondwaterstanden. De gebieden die gevoelig zijn voor (grond)wateroverlast zijn bekend bij de gemeente maar er is geen goed beeld waar de structurele grondwaterklachten voorkomen.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 34 van 52
Toetsing huidige situatie
4.6.3 Klachten Klachten en meldingen met betrekking tot (grond)wateroverlast worden binnen de gemeente apart geregistreerd via een meldlijn en opgeslagen. De gemeente streeft een actieve rol na met betrekking tot het grondwater en het oplossen van eventuele problemen. 4.7 Verordeningen en vergunningen Controle op de lozingen op de riolering vanuit woningen vindt niet plaats. De lozingen van afvalwater uit bedrijven worden gecontroleerd afhankelijk van de aard van het bedrijf en de geloosde stoffen. Vele bedrijven vallen onder de Wet milieubeheer waardoor zij aan specifieke milieuregels moeten voldoen. Deze regels zijn vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of in een milieuvergunning. Ieder bedrijf dat opgericht wordt of waarvan de bestaande (en vergunde) situatie wijzigt krijgt veelal te maken met deze regels. Bedrijven die niet vallen onder een AMvB hebben een milieuvergunning nodig. De controle van de vergunningen en naleving van de regelgeving betreffende de Wet milieubeheer wordt in nauwe samenwerking met het servicebureau gemeenten door de cluster handhaving en vergunning van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling uitgevoerd. De controles (en vergunningverlening en handhaving) vinden periodiek plaats, afhankelijk van type lozing en type bedrijf (milieucategorie). Daarnaast vindt ook controle plaats naar aanleiding van klachten. Wetswijzigingen In het kader van de herstructurering van de regelgeving zullen lozingen vanuit niet-inrichtingen worden geregeld met twee besluiten: het Besluit lozing afvalwater huishoudens voor lozingen vanuit huishoudens en het Besluit lozing afvalwater buiten inrichtingen voor overige lozingen die niet vanuit een inrichting plaatsvinden. Het Besluit lozing afvalwater huishoudens is op 1 januari 2008 in werking getreden. Het Besluit lozing afvalwater buiten inrichtingen zal naar verwachting begin 2010 in werking treden. Dit besluit regelt alle lozingen die niet vanuit een inrichting in de zin van de Wm of een particulier huishouden plaatsvinden. In navolging van het Activiteitenbesluit en het Besluit lozingen afvalwater huishoudens wordt dit een integraal besluit waarin alle lozingsroutes worden geregeld, gebaseerd op de Wm en de Waterwet. Tot het van kracht worden van dit besluit worden lozingen die niet vanuit inrichtingen en niet vanuit particuliere huishoudens plaatsvinden nog geregeld op grond van de 'oude' compartimentale regelgeving, de Wvo-vergunning of lozingenbesluit bodembescherming. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Waarschijnlijk zal de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in 2010 in werking treden. Met deze wet worden alle (milieu)vergunningen volledig geïntegreerd in een omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is daarmee een integrale vergunning waarin nagenoeg alle aspecten worden betrokken die betrekking hebben op de omgeving.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 35 van 52
5
De opgave
5.1 Inleiding De strategie (de opgave) geeft de hoofdlijnen weer van een aanpak die leidt tot het bereiken van de gestelde doelen. Het is een samenstel van onderzoek en maatregelen geplaatst in de tijd. In de volgende paragrafen komt achtereenvolgens aan de orde: • aanleg van voorzieningen bij bestaande bebouwing en bij nieuwbouw; • het beheer van de bestaande voorzieningen (onderzoek en maatregelen). Het is de opgave voor de komende planperiode om de gestelde doelen te kunnen halen. Bij de samenvatting van de onderzoeken en maatregelen wordt aangegeven op welke zorgplicht deze betrekking heeft. Bedragen die worden genoemd zijn gebaseerd op het prijspeil 2009 en exclusief BTW. De investeringen zijn inclusief toeslag percentages voor de aannemer en voorbereiding en toezicht. 5.2
Aanleg van voorzieningen
5.2.1 Aanleg bij bestaande bebouwing Zoals in hoofdstuk 4 is aangegeven zijn, op 11 panden na, alle woningen binnen en buiten de bebouwde kom, waar afvalwater vrijkomt, aangesloten op (druk) riolering. In de planperiode van dit GRP worden deze 11 panden aangesloten op drukriolering. De gemeente heeft daarmee voldaan aan haar wettelijke zorgplicht. 5.2.2 Aanleg bij nieuwbouw In de komende periode tot en met 2013 is uitbreiding voorzien van het woningareaal (exclusief plan Tabaksteeg) met 781 woningen. De woningen worden aangesloten op het aanwezige gemeentelijke rioolstelsel. De kosten voor het aansluiten van nieuwe percelen wordt betaald door de aanvrager. In de nieuwbouw locatie de Tabaksteeg worden nog circa 800 woningen gerealiseerd. De woningen worden aangesloten op een gescheiden rioolstelsel. 5.3
Beheer van bestaande voorzieningen
5.3.1 Inleiding In de dagelijkse rioleringszorg is een aantal basisactiviteiten te onderkennen: • onderzoek; • beoordelen; • opstellen van maatregelen; • uitvoeren van maatregelen. Onder maatregelen wordt verstaan: onderhoud, reparatie, renovatie, vervanging en verbetering. Het treffen van maatregelen is erop gericht het goed functioneren van de rioleringsvoorzieningen te waarborgen of te verbeteren en bestaande constructies in goede staat te houden. Een samenvatting van de onderzoeken in de planperiode met de (jaarlijkse) kosten is gegeven in tabel L. Een samenvatting van de (beheer)maatregelen in de planperiode met de (jaarlijkse) kosten is gegeven in tabel M. In de volgende paragrafen wordt ingegaan op het beheer van de bestaande voorzieningen.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 37 van 52
De opgave
5.3.2
Onderzoek
Inventarisatie Gegevens zijn voor het rioleringsbeheer van groot belang, evenals de directe toegankelijkheid ervan. Om op adequate wijze de aan de riolering te verrichten maatregelen qua aard en omvang te kunnen bepalen, is een overzicht nodig van de in beheer zijnde voorzieningen. Dit overzicht is grotendeels in digitale rioleringsbestanden aanwezig. De reguliere terugkerende werkzaamheden hierbij zijn: • Periodiek bijwerken van de revisiegegevens (vervangingen van de riolering). • Toevoegen van nieuw aangelegde riolering (nieuwbouw). • Invoeren van inspectie- en reinigingsgegevens in het beheerprogramma. • Inventariseren van verhard oppervlak ten behoeve van herberekeningen. • Bijhouden van meldingen en storingen. Het uitvoeren van deze werkzaamheden gebeurt wordt voor een groot deel uitbesteed. Hiervoor is jaarlijks € 10.000,-- opgenomen. Per januari 2011 zal het rioleringsbeheerbestand actueel zijn. In de planperiode wordt onderzoek gedaan naar de aanwezige drainage in de gemeente. Geïnventariseerd wordt waar en wanneer er drainage is aangelegd. Vervolgens wordt het beheerpakket bijgewerkt met de aanwezige drainage. Inspectie en controle vrijvervalriolering Om de kwaliteit van de vrijvervalriolering in beeld te brengen worden rioolinspecties uitgevoerd. Tijdens deze rioolinspecties door middel van een robotcamera, wordt het riool geclassificeerd op de toestandsaspecten zoals vastgesteld in de NEN 3399:2004. De basisstrategie is dat jaarlijks circa 5% van alle rioolstelsels geïnspecteerd wordt. Vanuit kostenoverwegingen en doelmatigheid worden het inspectieprogramma en het reinigingsprogramma gecombineerd uitgevoerd. De kosten voor het inspecteren van riolering zijn apart opgenomen in de rioleringsbegroting. De jaarlijkse kosten voor het inspecteren van de riolering bedragen circa € 15.000,--. Daarnaast is voor incidentele inspectie jaarlijks € 7.500,-opgenomen, zie tabel 5.2 in bijlage 3. Het bedrag voor inspecteren en reinigen zal toenemen met de groei van de te beheren lengte riolering. Na het inspecteren van de riolering zullen de inspectieresultaten beoordeeld moeten worden om de juiste maatregel te kunnen bepalen. Het beoordelen van de inspectieresultaten wordt in eigen beheer uitgevoerd. Controle gemalen Sinds 2002 beschikt de gemeente over het gemalenbeheerssysteem Aquaconnect (van Mous pompenbouw). Alle rioolgemalen, op 2 na, zijn aangesloten op dit systeem, evenals het Radiussysteem voor de doormelding van storingen in de drukriolering en de registratie van gegevens. De hoofdpost staat sinds 2007 in het gemeentehuis. Het systeem wordt door de leverancier niet meer verder ontwikkeld. Het huidige systeem wordt nog wel ondersteund en onderhouden. De rioolgemalen en de belangrijkste drukunits worden jaarlijks geïnspecteerd. De minigemaaltjes in het drukrioleringssysteem worden 1 x 2 jaar geïnspecteerd. De jaarlijkse inspectiekosten voor gemalen bedragen € 2.600,-- en voor minigemaaltjes € 8.300,--, zie tabel 5.2 in bijlage 3. In de planperiode zal de gemeente overstappen op een nieuw beheerssysteem. De tendens is dat de server/ hoofdpost niet meer bij de gemeente staat; het systeem is dan via internet benaderbaar. De hoofdpost en de onderstations worden dan gehost. De aanschaf, in 2012, van een dergelijk systeem, inclusief het aansluiten van de verschillende onderstations, worden geraamd op € 35.000,--, zie tabel 5.1 in bijlage 3.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 38 van 52
De opgave
Berekeningen Het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van de vrijvervalriolering zal periodiek (1 x per 10 jaar) moeten worden gecontroleerd, onder andere naar aanleiding van wijzigingen in bebouwing, optredende problemen (wateroverlast) of wijziging in regelgeving. Het uitvoeren van berekeningen wordt uitbesteed. In de komende planperiode is het uitvoeren van berekeningen van het gehele rioolstelsel niet voorzien. Voor het uitvoeren van kleinere deelstudies, bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten of vragen, actualisaties, et cetera is op jaarbasis een bedrag van € 6.000,-- opgenomen. Actualisatie GRP In 2013 zal dit GRP geactualiseerd moeten worden. Hiervoor is een bedrag opgenomen van € 20.000,--. Het GRP zal vervolgens om de vijf jaar geactualiseerd worden. Benchmarking In 2010 doet de gemeente Leusden mee met een onderzoek benchmark rioleringszorg georganiseerd door de Stichting RIONED. In dit benchmark onderzoek wordt met behulp van prestatieindicatoren het presteren van de gemeente, op een aantal rioleringsdeelgebieden, vergeleken met andere gemeenten. De kosten voor het uitvoeren van de benchmark komen ten laste van de begroting. In 2011 is er de mogelijkheid een verdiepingslag uit te voeren. Dit naar aanleiding van de resultaten van de benchmark om daarvan te kunnen leren. Handhaving verordening en vergunningen Het verlenen en handhaven van vergunningen op basis van de Wet Milieubeheer wordt in nauwe samenwerking tussen de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling en het Servicebureau Gemeenten uitgevoerd. Vergunningverlening voor directe lozingen op oppervlaktewateren en de handhaving hiervan behoort tot het takenpakket van het waterschap. Door de invoering van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) komen lozingen van bedrijven op de riolering (zogenaamde indirecte lozingen) onder het gezag van de gemeente te vallen. Samenwerking met het waterschap ligt hier voor de hand omdat het waterschap tot de invoering van de Wabo bevoegd gezag is. In 2010 wordt de verordening op de heffing en invordering van rioolaansluitrecht geactualiseerd. Onderzoek H2S vorming in riolering In 2010 wordt een onderzoek uitgevoerd naar de vorming en consequenties van H2S (stank, gasvorming en betonaantasting) in vrijvervalriolering nabij lozingspunten van drukriolering. De kosten voor het uitvoeren van het onderzoek bedragen € 5.000,--. Om problemen met stank/gasvorming en aantasting van het beton van de riolering te kunnen voorkomen kan het injecteren van lucht ter plaatse van deze locaties een oplossing bieden. De kosten voor het uitvoeren (2010) van eventuele maatregelen worden geschat op € 40.000,--. Onderzoek foute aansluitingen In 2010 zal er een pilot project worden uitgevoerd naar het opsporen van foute aansluitingen in het gescheiden stelsel. Onder foute aansluitingen worden aansluitingen verstaan van huishoudelijk afvalwater op het regenwaterstelsel. Op deze manier wordt het oppervlaktewater direct vervuild met ongezuiverd afvalwater. Dit heeft een grote negatieve invloed op de kwaliteit en ecologie van het oppervlaktewater en kan schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Er zijn diverse methoden beschikbaar om deze foute aansluitingen op te sporen zoals het gebruik van rook en temperatuurmeting met behulp van glasvezelkabels. Voor het uitvoeren van een pilotproject is € 15.000,-- opgenomen in 2010. Monitoring Meten in het rioolstelsel en bij de riooloverstorten vergroot het inzicht in het functioneren van het rioolstelsel (calibratie berekeningsmodel, storingen) en in de kwalitatieve en kwantitatieve invloed van overstortingen op het watersysteem. Daarnaast wordt vanuit de Wvo-vergunning van het waterschap gewenst dat er gemonitoord wordt bij de overstorten. De gemeente beschikt over een meetplan voor de monitoring van gemengde riooloverstorten met aanvullend
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 39 van 52
De opgave
enkele meetpunten in het stelsel en regenmeters. De investeringskosten voor het meetsysteem (zonder regenmeters en aanpassen hoofdpost) bedragen circa € 100.000,-- voor 18 niveaumeters op 16 locaties, zie tabel 5.8 HW+GW in bijlage 3. Er wordt uitgegaan van een afschrijvingstermijn van circa 15 jaar. De jaarlijkse exploitatielasten bedragen vanaf 2010 circa € 3.000 (communicatie) +€ 10.000 (beheer) + € 10.000 (onderzoek en personele kosten) + € 1.500 (radar-regenmeting) totaal circa € 24.500,--, zie tabel 5.1 in bijlage 3. Binnen het beheergebied van het waterschap Vallei&Eem wordt een gezamenlijke aanpak met betrekking tot monitoring onderzocht in het zogenaamde waterplatform. Hierdoor zal een deel van deze kosten (vooral bij beheer en onderzoek) waarschijnlijk lager uitvallen. Incidentenplan In 2010 wordt in samenwerking met het waterschap Vallei&Eem een incidentenplan opgesteld. In dit incidentenplan wordt een beschrijving gegeven van de aanwezige rioolstelsels en de gemalen. Daarnaast wordt een risicoanalyse beschreven hoe de oppervlaktewaterkwaliteit negatief beïnvloed kan worden door het falen van een van de rioleringsvoorzieningen en hoe hierbij dan gehandeld dient te worden. Het calamiteitenplan zal periodiek geactualiseerd moeten worden. Belangrijk bij het actualiseren van het incidentenplan is de betrokkenheid van alle (externe) partijen. Voor het opstellen van een incidentenplan is € 3.000,-- opgenomen. Communicatie In november 2009 is de landelijke campagne Goed rioolgebruik van start gegaan. Doel van de campagne is mensen bewust te maken van hun eigen bijdrage aan schoon water door geen afval in het riool te gooien. Gemeente Leusden sluit zich aan bij deze campagne, hiervoor is € 5.000,-- opgenomen. Samenvatting onderzoeksinspanningen planperiode In tabel L, en in tabel 6.9 in bijlage 3, is de strategie voor het uitvoeren van onderzoek voor de komende planperiode weergegeven met daarbij een schatting van de bijbehorende kosten. Met de resultaten van het onderzoek zal in 2013 het GRP worden bijgesteld. tabel L
Samenvatting onderzoeksinspanningen planperiode (EURO) Onderzoeksactiviteit
2010
2009
2010
Opstellen incidentenplan
3.000 5.000
2011
2012
2013
2010
Onderzoek H2S vorming
2010
Onderzoek Benchmark rioleringszorg
2010
Pilot project opsporen foute aansluitingen
2010
Actualiseren rioolaansluitrecht verordening
2010
Implementatie meetplan monitoring
2010
Communicatie (Campagne goed rioolgebruik)
2012
Aanpassen van het gemalenbeheersysteem
2013
Actualisatie GRP (om de vijf jaar)
Jaarlijks
Bijwerken revisiegegevens riolering
10.000
10.000
10.000
10.000
10.000
Jaarlijks
Gedetailleerde inspectie vrijverval stelsel
15.000
15.000
15.000
15.000
15.000
Jaarlijks
Incidentele inspectie vrijvervalstelsels
7.500
7.500
7.500
7.500
7.500
Jaarlijks
Inspectie rioolgemalen
2.600
2.600
2.600
2.600
2.600
Jaarlijks
Inspectie pompunits drukriolering
8.300
8.300
8.300
8.300
8.300
Jaarlijks
Handhaving en controle vergunningen
-
-
-
-
-
Jaarlijks
Ad-hoc berekeningen / deelstudies
6.000
6.000
6.000
6.000
6.000
Jaarlijks
Monitoring riooloverstorten
24.500
24.500
24.500
24.500
Jaarlijks
Onderzoek grondwaterproblemen
10.000
10.000
10.000
10.000
Jaarlijks
Onderzoek waterpeil riolering
5.000
5.000
5.000
5.000
15.000 100.000 5.000 35.000 20.000
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 40 van 52
De opgave
5.3.3 Maatregelen riolering Onder maatregelen wordt verstaan: onderhoud, reparatie, renovatie, vervanging en verbetering. Het treffen van maatregelen is erop gericht het goed functioneren van de rioleringsvoorzieningen te waarborgen of te verbeteren en bestaande constructies in goede staat te houden. Een samenvatting van de (beheer)maatregelen in de planperiode met de (jaarlijkse) kosten is gegeven in tabel M. Onderhoud rioleringsobjecten Vrijvervalriolering De reinigingsfrequentie van rioolstelsels is 1 x 6-7 jaar. Jaarlijks wordt circa 25 km riolering gereinigd. De kosten voor het schoonmaken van riolen zijn opgenomen in de rioleringsbegroting en bedragen jaarlijks circa € 39.000,--, zie tabel 5.2 in bijlage 3. Het vrijkomende rioolslib wordt volgens de geldende regels afgevoerd. Straat- en trottoirkolken Het reinigen van de kolken is belangrijk om plasvorming op straat bij regenval te voorkomen en is een preventieve maatregel ter voorkoming van verontreiniging van het oppervlaktewater. De kolken worden 1 x jaar gereinigd. Het reinigen van de kolken wordt uitbesteed. De kosten voor het reinigen van de kolken bedragen jaarlijks circa € 21.500,--, zie tabel 5.2 in bijlage 3. Gemalen Het kleine onderhoud (eerstelijns onderhoud) aan pompinstallaties wordt door de eigen dienst uitgevoerd. Het grote onderhoud en vervangingen wordt uitbesteed. De rioolgemalen en de belangrijkste drukunits worden jaarlijks geïnspecteerd (vastgelegd in onderhoudscontracten). De jaarlijkse reinigingskosten voor gemalen bedragen € 2.500,--, zie tabel 5.2 in bijlage 3. Minigemaaltjes De minigemaaltjes in het drukrioleringssysteem worden 1 x 2 jaar geïnspecteerd. De kosten hiervoor bedragen jaarlijks € 8.300,--, zie tabel 5.2 in bijlage 3. Persleidingen De gemeente heeft momenteel geen gegevens voorhanden over de staat van de persleidingen (vervuiling, aantasting, mogelijke zettingen e.d.). Het onderhoud aan persleidingen vindt op adhoc basis plaats. Vervanging, renovatie en reparatie van drukriolering Voor vervanging van de drukriolering is uitgegaan van standaard afschrijvingstermijnen, gebaseerd op ervaringscijfers van de gemeente en landelijke trends. Zo functioneren de mechanische en elektrische componenten van een pompunit gemiddeld 15 jaar en de bouwkundige delen circa 60 jaar. Na de theoretische levensduur van 60 jaar wordt het gehele systeem in principe vervangen. Op basis van de standaardlevensduur voor het mechanisch en elektrische componenten komen er in de planperiode circa 91 pompunits in aanmerking om vervangen te worden, zie tabel 4.3 DWA in bijlage 3. De totale kosten hiervoor bedragen circa € 537.000,--. Alle drukrioleringsgemaaltjes zijn aangesloten op een geautomatiseerd signalering- en besturingssysteem (Radiussysteem). Dit systeem is opgebouwd uit 17 masters en 300 slaves. Radius is een radiografisch systeem, dus zonder kabelverbindingen. Alleen de masters kunnen via de telefoon (vast of GSM) de storingen doorgeven naar de hoofdpost van het gemalenbeheerssysteem Aquaconnect. Het vervangen van een defecte master kost circa € 1.250,- en van een defecte slave circa € 750,--. De telefoonkosten zijn sterk afhankelijk van het aantal meldingen; bij de drukriolering (radius) zijn de vaste kosten circa 75% van de totale telefoonkosten. Vervanging, renovatie en reparatie van gemalen Voor vervanging van de rioolgemalen is net als bij de drukriolering uitgegaan van standaard afschrijvingstermijnen, gebaseerd op ervaringscijfers van de gemeente en landelijke trends. Ook voor gemalen geldt dat de mechanische en elektrische componenten van een rioolgemaal
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 41 van 52
De opgave
gemiddeld 15 jaar meegaan en de bouwkundige delen circa 60 jaar. In de planperiode 2009 t/m 2013 komt het mechanisch/elektrisch deel van het rwa gemaal Randweg/Schotskamp in aanmerking om vervangen te worden, de kosten hiervoor bedragen circa € 16.000,--. Vervanging, renovatie en reparatie van persleidingen Voor vervanging van de persleidingen is uitgegaan van standaard afschrijvingstermijnen van 60 jaar. Er is in deze planperiode geen vervanging voorzien van een persleiding. Vervanging en reparatie van riolen Om de stabiliteit en waterdichtheid te waarborgen, is het nodig de riolering op tijd te repareren, te renoveren of te vervangen. Op basis van de rioleringsgegevens uit het rioleringsbeheersysteem is een vervangingsplanning op hoofdlijnen opgezet. Riolen krijgen een restlevensduur die is gebaseerd op inspectie of daarvan is afgeleid. Indien geen inspectiegegevens beschikbaar zijn wordt uitgegaan van een standaardlevensduur van 60 jaar. Voor de bepaling van de aanpak op hoofdlijnen (strategische planning) is dit een goede en bruikbare systematiek. De levensduur van de vrijvervalriolen kan sterk uiteenlopen. Het tijdstip waarop de vrijvervalriolen moeten worden gerenoveerd of vervangen wordt niet alleen door de technische levensduur bepaald. Vervanging van andere infrastructuur (wegen, leidingen) of verbeteringsmaatregelen kunnen soms aanleiding zijn het riool voortijdig te vervangen. Bij het maken van planningen wordt daar rekening mee gehouden. In de berekening van de vervangingskosten voor de vrijvervalriolering is rekening gehouden met de kosten voor het opbreken en aanbrengen van de wegverharding ter plaatse van de sleuf, met verkeersmaatregelen, met kosten voor het toegankelijk houden van de bebouwing en met kosten voor kolk- en huisaansluitleidingen (tot de erfgrens). Kosten voor de totale wegreconstructie zijn niet meegenomen. Gemengde riolering In figuur E is de strategische vervangings-reparatie planning van de gemengde riolering voor de lange termijn weergegeven. De totale kosten voor vervanging en relining in de planperiode bedragen circa € 1,6 miljoen. De totale reparatiekosten in de planperiode bedragen circa € 300.000,--, zie tabel 5.4 GEM in bijlage 3. 5.000.000 4.500.000 4.000.000
Kosten (euro)
3.500.000 3.000.000 reparatie
2.500.000
vervanging
2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 0 2009-2013
2014-2018
2019-2028
2029-2038
2039-2048
2049-2058
2059-2068
periode
figuur E
Vervanging-reparatie planning gemengde riolen
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 42 van 52
De opgave
Droogweerafvoer riolering (dwa) In figuur F is de strategische vervangings-reparatie planning van de dwa riolering voor de lange termijn weergegeven. De totale vervangingskosten in de planperiode bedragen circa € 183.000,--. De totale reparatiekosten in de planperiode bedragen circa € 682.000,--, zie tabel 5.5 DWA in bijlage 3. 20.000.000 18.000.000 16.000.000
Kosten (euro)
14.000.000 12.000.000 vervanging
10.000.000
reparatie
8.000.000 6.000.000 4.000.000 2.000.000 0 2009-2013
2014-2018
2019-2028
2029-2038
2039-2048
2049-2058
2059-2068
periode
figuur F
Vervanging-reparatie planning dwa riolen
Hemelwaterriolering (rwa) In figuur G is de strategische vervangings-reparatie planning van de rwa riolering voor de lange termijn weergegeven. De vervangingskosten in de planperiode bedragen circa € 95.000,--. De totale reparatiekosten in de planperiode bedragen circa € 681.000,--, zie tabel 5.6 HWA+GW in bijlage 3. 25.000.000
Kosten (euro)
20.000.000
15.000.000 reparatie vervanging 10.000.000
5.000.000
0 2009-2013
2014-2018
2019-2028
2029-2038
2039-2048
2049-2058
2059-2068
periode
figuur G
Vervanging-reparatie planning rwa riolen
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 43 van 52
De opgave
Verbeteringen aan het rioolstelsel Om de vuilemissie op het oppervlaktewater vanuit de gemengde riolering verder te kunnen reduceren worden er in de planperiode twee randvoorzieningen aangelegd. Dit betreft een randvoorziening in Achterveld en een in Leusden-Zuid. De kosten voor de aanleg van de randvoorziening in Achterveld bedragen circa € 350.000, hierbij wordt vanuit het grondbedrijf een bijdrage verwacht van € 125.000. De uitvoering van de randvoorziening in Achterveld is afhankelijk van de ontwikkeling van Plan Mastenbroek. De kosten voor de aanleg van de randvoorziening in Leusden-Zuid bedragen circa € 260.000, hierbij wordt een bijdrage van SVGV verwacht van € 50.000, zie tabel 5.8 HWA+GW in bijlage 3. Samenvatting beheermaatregelen planperiode In tabel M en in tabel 6.9 in bijlage 3, zijn de rioleringsmaatregelen voor de komende planperiode weergegeven met daarbij een schatting van de bijbehorende kosten (inclusief toeslagen). tabel M
Samenvatting beheer- en verbeteringsmaatregelen planperiode
Maatregel
2009
2010
2011
2012
2013
Totaal
Onderhoud vrijverval
€ 39.000
€ 39.000
€ 39.000
€ 39.000
€ 39.000
€ 195.000
Reinigen straat en trottoir kolken
€ 21.500
€ 21.500
€ 21.500
€ 21.500
€ 21.500
€ 107.500
€ 2.500
€ 2.500
€ 2.500
€ 2.500
€ 2.500
€ 12.500
Reinigen gemalen Vervanging mech/elek. deel gem alen Vervanging mech/elek. deel drukriole-
€ 16.000 € 123.900
€ 106.200
Vervangen van gemengde riolering
€ 177.180
€ 351.140
Reparatie van gemengde riolering
€ 52.460
€ 67.990
€ 16.000
€ 64.900
€ 206.500
€ 34.400
€ 535.900
€ 625.537
€ 90.826
€ 402.895
€ 1.244.683
ring Maatregelen tegen H2S vorming
40.000
Vervangen van dwa riolering Reparatie van dwa riolering
€ 130.690
€ 46.690
€ 40.000 € 97.429
€ 88.868
€ 9.650
€ 316.397
€ 35.109
€ 25.026
€ 122.556
€ 182.691
€ 177.210
€ 312.990
€ 15.352
€ 682.932
Vervangen van rwa riolering Reparatie van rwa riolering
€ 157.480
€ 27.530
Aanleg randvoorziening Achterveld Aanleg randvoorziening Leusden-
€ 260.120 € 350.000
€ 260.000
€ 205.350
€ 95.354
€ 95.354
€ 30.707
€ 681.187 € 350.000 € 260.000
Zuid
5.3.4 Maatregelen grondwater Voor het uitvoeren van eventuele maatregelen om grondwaterproblemen op te kunnen lossen is in de planperiode jaarlijks een bedrag opgenomen van € 100.000,-- (totaal € 400.000,--), zie tabel 5.7 HWA+GW in bijlage 3. Onder deze maatregelen kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het aanleggen van extra drainage. Welke maatregelen uiteindelijk uitgevoerd zullen worden is nog onzeker, in de komende planperiode zal hier meer duidelijkheid over komen. Als gevolg van het opnemen van het totale bedrag van € 400.000,-- zal de rioolheffing circa € 1,-- per heffingseenheid stijgen.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 44 van 52
6
Organisatie en financiën
6.1 Personele middelen In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden om de doelen van de rioleringszorg te kunnen halen. Uitgangspunt daarbij is de module “Personele aspecten van de rioleringszorg (D2000)” van de Leidraad Riolering en de daarin beschreven voorbeeldgemeente. Het vormt een goede basis om te komen tot een beeld van de rioleringstaken, waar aan in de nabije toekomst invulling moet worden gegeven. Aan de hand van vijf deeltaken is de benodigde formatie globaal bepaald. 1. Planvorming 1.1. Opstellen verbreed GRP 1.2. Afstemmen met andere plannen 1.3. Opstellen jaarprogramma’s 2. Onderzoek 2.1. Inventarisatie 2.2. Inspectie/controle 2.3. Meten 2.4. Berekenen 3. Onderhoud 3.1. Riolen/kolken 3.2. Gemalen/mechanische riolering 3.3. Infiltratievoorzieningen/lokale zuiveringen 3.4. Grondwatervoorzieningen 4. Maatregelen 4.1. Aanleg van riolering 4.2. reparatie van riolering 4.3. Renovatie/vervanging 4.4. Verbetering 5. Facilitair Onder facilitair worden de werkzaamheden verstaan die te maken hebben met het actueel houden van bestanden en tekeningen. Met het aantal productieve uren per jaar wordt bedoeld het aantal effectieve uren. Dit zijn de netto besteedbare uren dus exclusief ziekte, studie, verlof en andere indirecte activiteiten. Schatting van de netto besteedbare uren per fte in Leusden is 1300 (162,5 dagen, 8 uur per dag). De situatie in de gemeente Leusden komt in grote lijnen overeen met de voorbeeldgemeente. De kengetallen van de voorbeeldgemeente zijn gebruikt om tot een eerste inschatting van de benodigde personele capaciteit te komen. De dagelijkse rioleringszorg bestaat uit werkzaamheden voor planvorming, onderzoek, facilitair en onderhoud. Voor grondwatervoorzieningen ontbreken vooralsnog landelijke kentallen. De schatting is dat er ongeveer 0,4 fte nodig is voor klachtenafhandeling en onderzoek. Voor de invulling van deze dagelijkse taken is op basis van kengetallen uit de Leidraad Riolering (inclusief de grondwatertaken) circa 3,3 fte nodig, zie tabel N en tabel O. In tabel N is daarbij uitgegaan van een maximale uitbesteding. In tabel P is de gewenste formatie per opleidingsniveau weergegeven met de bijbehorende kosten.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 45 van 52
Organisatie en financiën
tabel N
Schatting benodigde formatie voor planvorming, onderzoek en facilitair tijdbesteding
max.
uitbesteding
tijdbesteding
Opleidings-
dagen/jaar
uit te besteden
Leusden
dagen/jaar
niveau
Gem eentelijk rioleringsplan
60
70%
70%
18
HBO
Afstemming en overleg
25
-
115
40%
Planvorming
Jaarprogramma's
25
HBO
40%
69
HBO
Onderzoek Inventarisatie Inspectie/controle
10
-
10
MBO
175
90%
90%
18
MBO
40
50%
50%
20
HBO
30
HBO
40
HBO
Meten Begeleiding functioneren (berekeningen, afkoppelplannen, OAS)
30
-
Grondwater
40
50%
0%
Verwerken revisiegegevens
25
90%
90%
3
MBO
Vergunningen en voorlichting gebruik Klachtenanalyse en –verwerking riolering Klachtenanalyse en –verwerking grondwater
20
-
20
MBO
40
-
40
MBO
40
-
40
MBO
Facilitair
tabel O
tijdsbesteding
333
fte
2,0
Schatting benodigde formatie voor onderhoud
Onderhoud
tijdbesteding
uitbesteding
tijdbesteding
Opleidings-
dagen/jaar
Leusden
dagen/jaar
niveau
Riolen/kolken
419
90%
42
VMBO
Gem alen/mechanische riolering
170
10%
153
VMBO VMBO
Infiltratievoorzieningen/lokale zuivering
0
0%
0
Drainage
7
90%
1
VMBO
Planning en begeleiding
15
-
15
VMBO
tabel P
tijdsbesteding
211
fte
1,3
Gewenste personele middelen op basis van kentallen Leidraad Riolering
Niveau
uurtarief
uren
kosten
Fte
HBO MBO
€ 81
1.616
130.896
1,2
€ 71
1.048
74.408
VMBO
0,8
€ 63
1.688
106.344
1,3
311.648
3,3
Op de begroting 2009 is voor de personeelskosten een bedrag van € 252.697 geraamd. Op grond van tabel P is een personele bezetting nodig van 3,3 fte (€ 311.648) voor een goede uitvoering van de reguliere taken inclusief de nieuwe grondwatertaken. Voor de dagelijkse rioleringszorg leidt dat tot een verhoging van de personeelskosten op de exploitatiebegroting met ongeveer € 60.000 met ingang van 2010 (zie bijlage 3, tabel 5.2). De kostenstijging wordt grotendeels veroorzaakt door de nieuwe grondwatertaken. In de kadernota 2010 is al opgenomen dat er ongeveer 0,5 fte benodigd zou zijn voor de nieuwe watertaken. Naast de reguliere werkzaamheden worden er in de planperiode verschillende maatregelen uitgevoerd zoals het vervangen en repareren van vrijvervalriolering, het aanleggen van twee bergbezinkvoorzieningen en eventuele grondwatermaatregelen. Voor de voorbereiding en toezicht van deze projecten is ook personeelscapaciteit nodig. Uitgaande van 15% voor voorberei-
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 46 van 52
Organisatie en financiën
ding en toezicht en een maximale uitbesteding van 60% is er in de planperiode nog circa 2,4 fte of gemiddeld 0,5 fte per jaar nodig (zie tabel Q). tabel Q
Schatting benodigde formatie voor maatregelen (planperiode 2009-2013)
aanleg nieuwbouw aanleg bestaande bebouwing drainage reparatie renovatie vervanging verbetering
investeringen
perc
kosten
maximale
"kale"kostprijs
V+T
personeel
uit te besteden
Leusden
Dagen*
282.326 2.964.427
15% 15% 15% 15% 15% 15% 15%
42.349 444.664 56.642
60% 60% 60% 60% 60% 60% 60%
60% 60% 60% 60% 60% 60% 60% Totaal
0 0 30 0 313 0 40 383
fte
2,4
377.612
uitbesteding personeelsinzet
* Uitgangspunt tarief personeelsinzet; € 71/uur (MBO niveau).
Voor de voorbereiding en het toezicht ten behoeve van de maatregelen die in de komende planperiode op stapel staan, is in de huidige situatie onvoldoende personele capaciteit beschikbaar. Daarvoor is gemiddeld nog 0,5 fte per jaar extra nodig. Deze personeelskosten zijn echter opgenomen in de kostenramingen van de maatregelen en daarmee gedekt in dit GRP. 6.2
Financiële middelen
6.2.1 Algemeen Op korte termijn (de planperiode 2009 t/m 2013) enerzijds en op de lange termijn (beschouwde periode van 60 jaar) anderzijds worden activiteiten uitgevoerd in het kader van aanleg en beheer van riolering. Deze activiteiten worden volgens de beschreven strategie uitgevoerd om de gestelde doelen te kunnen halen. In deze paragraaf worden de benodigde financiële middelen samengevat en wordt aangegeven hoe in de dekking van de kosten kan worden voorzien. Alle bedragen zijn op prijspeil 2009 en moeten dan ook voor de toekomst met de optredende inflatie worden geïndexeerd. De uitgaven zijn exclusief BTW. In de rioolheffingsberekening is de BTW-component wel betrokken. 6.2.2 Vervangingswaarde De vervangingskosten van de riolen zijn berekend op basis van kostenkengetallen van de gemeente. Kosten voor wegreconstructies zijn niet in de berekening betrokken. De vervangingswaarde van de te onderscheiden objecten van de riolering is opgenomen in tabel R. De gemiddelde vervangingswaarde van de vrijvervalriolen bedraagt per strekkende meter riool circa € 600,--. De gemiddelde vervangingswaarde van de drukriolering inclusief pompunits bedraagt circa € 18.600,-- per pompunit. tabel R
Vervangingswaarde rioleringsvoorzieningen
Objecten
Tabel in bijlage 3
Gemengde riolen
Tabel 5.4 GEM
€
14.620.000
Dwa-riolen
Tabel 5.5 DWA
€
38.922.000
Rwa-riolen
Tabel 5.6 HWA+GW
€
44.500.000
Gemalen (gem engd stelsel)
Tabel 4.1 GEM
€
971.000
Gemalen (rwa-stelsel)
Tabel 4.1 HWA+GW
€
62.000
Persleidingen (gem engd stelsel)
Tabel 4.2 GEM
€
885.000
Persleidingen (rwa-stelsel)
Tabel 4.2 HWA+GW
€
4.200
Drukriolering
Tabel 4.3 DWA
€
5.915.000
€
105.879.200
Totaal
vervangingswaarde
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 47 van 52
Organisatie en financiën
6.2.3 Totale uitgaven Het totaal van de uitgaven dat met de aanleg (exclusief nieuwbouw) en het beheer van de riolering over de totale levenscyclus van zestig jaar gemoeid is, is samengevat weergegeven in tabel S (exclusief BTW) en in tabel 6.2 in bijlage 3. De periode van zestig jaar is gesteld omdat dan alle te verwachten uitgaven in beeld zijn gebracht. In figuur H zijn de uitgaven voor de totale beschouwde periode opgenomen. tabel S
Overzicht totale uitgaven planperiode en daarna (EURO x 1000)
Totaaloverzicht uitgaven, exclusief BTW, Totaal Investeringen
Jaarlijkse uitgaven
Planperiode
investeringen lineair afgeschreven TOTAAL excl. kosten van Kapitaal BTW lasten Grondwater investeringen maatregelen verleden
Onderzoek
Exploitatie
1
2
3
4
5
6
7
x 1.000 EURO 1+2+6+7
6 84 56 91 76
518 587 598 625 644
642 640 1.261 946 712
310 225 -
100 100 100 100
48 125 227 298
161 158 150 123 108
685 876 929 1.065 1.126
311
2.972
4.200
535
400
699
700
4.681
2.759
38.392
119.535
835
400
137.537
2.058
180.745
Vervanging / Overige milieu verbetering maatregelen
jaar
2009 2010 2011 2012 2013 totaal planperiode Totaal 20092068
8.000 7.000
EURO 1.000
6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 -
2009 2013 2017 2021 2025 2029 2033 2037 2041 2045 2049 2053 2057 2061 2065
jaar
figuur H
6.3
onderzoek
exploitatie
kap.last.verl.
vervanging
milieumaatregelen
grondwater maatregelen
Totale uitgaven
Kostendekking
6.3.1 Inleiding In deze paragraaf komt de kostendekking op de lange(re) termijn aan de orde. Er wordt uitgegaan van de kosten voor de gehele beschouwde periode 2009-2068, zoals die in § 6.2 is weergegeven. Voor dekking van kosten van aanleg en beheer van riolering en grondwatervoorzieningen komen in het algemeen verschillende bronnen in aanmerking. Aanleg riolering van nieuwe bestemmingsplannen wordt bekostigd uit de exploitatieopzet van die plannen en zijn 2 verdisconteerd in de m -verkoopprijs. De kosten van beheer van riolering worden gedekt uit de rioolheffing.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 48 van 52
Organisatie en financiën
De rioolheffingsberekening is uitgevoerd met behulp van de contante-waarde-methode. Deze methode is met name geschikt om de effecten op langere termijn zichtbaar te maken. De aldus berekende rioolheffing geeft de trend op langere termijn aan. Het nieuwe artikel 228a van de Gemeentewet biedt de mogelijkheid om 1 of 2 heffingen in te stellen, één heffing voor het vuilwaterdeel en één heffing voor het hemelwater- en grondwaterdeel. Dit nieuwe beleid is erop gericht op het nastreven van een financiële ontvlechting van de waterketen en het watersysteem. Om dit te kunnen bereiken moeten alle in dit GRP genoemde kosten worden toebedeeld aan één van deze twee posten. Voor een aantal zaken is dit vanzelfsprekend en voor minder vanzelfsprekende zaken wordt er een verdeelsleutel gebruikt, zie figuur I. Voor de achtergrond van deze verdeelsleutel wordt verwezen naar het rapport “Voorstel toerekeningssystematiek kosten voor vuilwater- en regenwaterafvoer, VROM oktober 2005”.
figuur I
Verdeelsleutel
De gemeente is vrij om te kiezen of ze 1 of 2 heffingen willen instellen. In dit GRP is uitgegaan van de berekening van 1 rioolheffing. Dit is gedaan omdat het beste aansluit bij de huidige situatie. Op deze manier wordt voorkomen dat de gemeente extra kosten moet maken om de verschillende heffingen te kunnen innen en te controleren. 6.3.2 Heffingseenheden Per 1/1/2009 bedraagt het aantal heffingseenheden (aansluitingen) 12.148. In de rioolheffingsberekening is ook rekening gehouden met een stijging van het aantal heffingseenheden als gevolg van woningbouw. Voor een overzicht van de toename van het aantal heffingseenheden wordt verwezen naar tabel 6.6 in bijlage 3. 6.3.3 Heffingsgrondslag Het rioolrecht wordt in de gemeente Leusden geheven volgens de “Verordening op de heffing en invordering van het rioolrecht 2009”. De rioolrechten worden geheven van de gebruiker van een pand van waaruit direct of indirect afvalwater op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Per 1/1/2010 moet de verordening op basis van art. 229 Gw vervangen zijn door een verordening op basis van art. 228a Gw. De heffingsgrondslag zal vooralsnog niet worden aangepast. Voor een eventuele aanpassing van de heffingsgrondslag zal eerst onderzoek gedaan moeten worden naar de voor- en nadelen van een aanpassing. In de Leidraad Riolering is een vergelijking van de voor en nadelen van enkele heffingsmaatstaven voor gebruikers opgenomen, zie tabel T. De huidige heffingsmaatstaf, een vast bedrag per perceel, is zeer gunstig met betrekking tot lage perceptiekosten en stabiliteit van de inkomsten maar minder positief met betrekking tot het profijtbeginsel.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 49 van 52
Organisatie en financiën
tabel T
Beoordeling heffingsmaatstaven voor gebruikers Kostenveroorzaker/ profijtbeginsel
Perceptiekosten
Stabiliteit inkomsten
Vast bedrag per perceel of aansluiting
-
++
++
Bedrag afhankelijk van aard/soort gebruik van het bedrijf
0
+
+
Bedrag afhankelijk van de hoeveelheid geloosd afvalwa-
+/0
-
0/-
+
+/0
+/0
-/+
+
+
-
0/-
0/-
0/+
-/--
+
ter/het waterverbruik Vast bedrag plus een toeslag voor de hoeveelheid waterverbruik Vast bedrag per woning en voor niet woningen een bedrag afhankelijk van de hoeveelheid geloosd afvalwater/waterverbruik Bedrag afhankelijk van de waarde in het economische verkeer Bedrag afhankelijk van de grootte van bebouwd en verhard oppervlak of de kavelgrootte
6.3.4 Inkomsten anders dan rioolheffing De stand van de voorziening bedraagt per 1/1/2009 € 5.662.000,-- en komt ten goede aan de riolering, zie tabel 6.5 in bijlage 3. 6.3.5 Rioolheffing Met de contante-waarde-methode is een vergelijking van uitgaven en inkomsten in verschillende jaren mogelijk. De toekomstige uitgaven en inkomsten van elk jaar (2009-2068) worden contant gemaakt naar 1 januari 2009. In de te verwachten inkomsten zit één onbekende: de hoogte van de benodigde rioolheffing. Door de contante waarde van de te verwachten inkomsten gelijk te stellen aan de contante waarde van de te verwachten uitgaven wordt de hoogte van de rioolheffing berekend. Bij deze berekeningsmethode is de verhouding tussen rente en inflatie (1+r/1+i) constant verondersteld. Indien de verhouding tussen rente en inflatie de komende jaren structureel anders blijkt te zijn dan die waarvan in dit rioleringsplan is uitgegaan, is dat reden voor herziening van de berekeningen. Bij de berekeningen is een rentevoet van 4,0% en een inflatie van 2,0% gehanteerd. De “opbouw” van de totale kosten per heffingseenheid, gebaseerd op de contante waarde van de verschillende kostengroepen, is in figuur J aangegeven. Uit deze figuur blijkt onder andere dat 72% van de totale kosten op langere termijn betrekking heeft op de vervanging en verbetering van de riolering. De jaarlijkse exploitatiekosten inclusief de structurele onderzoekskosten nemen 25% voor hun rekening. Van de totale kosten zijn 2% kapitaallasten die betrekking hebben op in het verleden gedane investering. Om over de gehele beschouwde periode 2009 tot en met 2068 kostendekkend te zijn, zou de rioolheffing per 1 januari 2009 € 210,98 per heffingseenheid moeten bedragen.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 50 van 52
Organisatie en financiën
72% 0% 1%
2%
23% 2% Onderzoek ( totaal) EURO 4,08
Exploitatie ( totaal) EURO 50,37
Kapitaallasten verleden ( totaal) EURO 4,13
Vervanging en verbetering ( totaal) EURO 161,12
Overige milieumaatregelen ( totaal) EURO 1,84
Grondwatermaatregelen ( totaal) EURO 1,05
figuur J
Opbouw totale kosten per heffingseenheid
11%
5%
84%
Rioolheffing (totaal) EURO 210,98
kap.last. na eindjaar weggelaten EURO 27,85
Egalisatievoorziening (totaal) EURO 11,62
figuur K Verdeling inkomsten
Omdat de rioolheffing in 2009 van € 103,65 (per heffingseenheid per jaar) lager is dan de kostendekkende rioolheffing van € 210,98, is uitgerekend hoe tot een kostendekkend tarief kan worden gekomen. Hiertoe zijn vier scenario’s opgesteld met een verschillend jaarlijks stijgingspercentage van de rioolheffing. In de vier scenario’s is de rioolheffing jaarlijks verhoogd met respectievelijk 3%, 5%, 10% en 15% (exclusief jaarlijkse inflatiecorrectie).
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 51 van 52
Organisatie en financiën
500
bedrag per heffingseenheid EURO
400
300
200
100
0 2009 2012 2015 2018 2021 2024 2027 2030 2033 2036 2039 2042 2045 2048 2051 2054 2057 2060 2063 2066 jaar
Scenario
direct
stijging 3%
jaarlijks te dekken per heffingseenheid
stijging 5%
stijging 10%
stijging 15%
A
B
C
D
Jaarlijks stijging
Jaarlijks stijging
Jaarlijks stijging
Jaarlijks stijging
met 3%
met 5%
met 10%
met 15%
Eindstand
€ 316,84
€ 249,36
€ 227,15
€ 221,73
Wordt bereikt in:
2047
2027
2018
2015
Scenario A Met een jaarlijkse stijging van 3%, exclusief de jaarlijkse inflatiecorrectie, wordt in 2047 een kostendekkend tarief bereikt van € 316,84. De komende 25 jaar blijft de stijging van de jaarlijkse kosten zeer gering. Na 2030 zullen de kosten flink toenemen als gevolg van de verwachte (theoretische) vervangingspiek van de vrijvervalriolering. Met deze geleidelijke stijging wordt er begonnen met het opbouwen van een voorziening voor deze vervangingspiek. Ten opzichte van het GRP 2004-2008 is het noodzakelijk dat de rioolheffing negen jaar langer stijgt met 3% per jaar om tot een kostendekkend tarief te komen. De extra stijging wordt veroorzaakt door extra en nieuwe kosten voor monitoring, grondwater, onderzoeken en stijging van eenheidsprijzen voor drukriolering. Scenario B, C en D Met een hoger jaarlijkse procentuele stijging, exclusief jaarlijkse inflatiecorrectie, zal het uiteindelijke kostendekkende tarief lager zijn dan bij scenario A en deze zal ook aanzienlijk eerder worden bereikt. De voorziening zal eerder gevuld zijn om de verwachte vervangingspiek te kunnen bekostigen. De lasten worden minder naar de toekomst doorgeschoven. De bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2009. Jaarlijks moeten deze met de optredende inflatie worden geïndexeerd.
13/99093877/BU, revisie d1 Pagina 52 van 52
Bijlage 1
Wet- en regelgeving
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 1: Wet- en regelgeving
Wet- en regelgeving
Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater Nationaal Bestuursakkoord Water Vierde Nota Waterhuishouding Wet Milieubeheer (Wm) Wet op de waterhuishouding (Wwh) Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (Wvo) Woningwet en Bouwbesluit Nationaal Milieubeleidsplan R.O. (Vijfde Nota, streekplannen, bestemmingsplannen) Bouwverordening gemeente Leusden Wet 'Verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken' Bestuursakkoord Waterketen 2007 Provinciaal beleidsplan XXX Waterbeheersplan waterschap Vallei&Eem 2010-2015 WION
X
Proces, doelmatigheid en samenwerking
X
Bekostiging
X X
Veiligheid, volksgezondheid
X
Monitoring
X
Risico's
X
(Huis)aansluitingen
Ruimtelijke ordening
X X
Emissie grondwater
Volksgezondheid en water in de stad Klimaatverandering Waterwet
Emissie oppervlaktewater
Ontwikkelingen
Ontwerp riolering
Aandachtsgebied
X X X
X
X
X
X X
X X
X X X X X
X X
X X
X X X
X
X X X
X
X
X
X X
X
X X X
X X
X
X
X
X X
X X
X X
X X
X X X
X
X
In bovenstaand overzicht is aangegeven welke ontwikkelingen, plannen en wet- en regelgeving op welk(e) aspect(en) van de afvalwaterketen ingrijpen. In de bovenste helft zijn de (belangrijkste) ontwikkelingen weergegeven, in de onderste helft de (belangrijkste) wet- en regelgeving. Een aantal relaties wordt kort tekstueel toegelicht. Voor uitgebreide informatie wordt verwezen naar de betreffende (beleids)stukken. Volksgezondheid en Water in de stad Riolering is een belangrijke voorziening in het kader van de volksgezondheid. Bij het opstellen van maatregelen en het ontwikkelen en toepassen van nieuwe systemen moet dit aspect niet uit het oog worden verloren. De hoeveelheid en plaats van overstorten is daarbij belangrijk; bij afkoppelen moet goed worden gekeken welke oppervlakken kunnen worden afgekoppeld en of die al dan niet verontreinigd zijn. Onderzoek naar mogelijk risico voor de volksgezondheid is dan ook op zijn plaats om problemen op langere termijn uit te sluiten. Waterwet (wet in voorbereiding) Acht bestaande wetten (o.a. Wet op de Waterhuishouding, Wet verontreiniging oppervlaktewater en Grondwaterwet) voor het waterbeheer in Nederland worden vervangen door één Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. De wet zal gericht zijn op het bereiken van doelstellingen van watersystemen (stroomgebieden), met een heldere verdeling van verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken overheden. Tevens is de wet gericht op een adequaat instrumentarium voor de uitvoering van het waterbeleid. Dit betreft dan met name een vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. In het kader van de Waterwet zullen zowel de overstortvergunningen als de aansluitvergunningen verdwijnen. Door de Waterwet zullen waterschappen, gemeenten en provincies beter in staat zijn wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van de functie worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water. Gestreefd wordt naar inwerkingtreding van de Waterwet in 2009.
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 1: Wet- en regelgeving (Vervolg 1)
Europese Kaderrichtlijn Water (wet) De Kaderrichtlijn Water (KRW) is erop gericht de kwaliteit van watersystemen te verbeteren, onder meer door lozingen aan te pakken, op Europees niveau. Verder is het de bedoeling het duurzaam gebruik van water te bevorderen en de verontreiniging van grondwater aanzienlijk te verminderen. Naast een verbetering van de waterkwaliteit is het streven ook de Europese waterwetgeving te harmoniseren, uiterlijk in 2015. De KRW stelt voor alle wateren een hoge ecologische en kwaliteitsdoelstelling. Vooral voor wateren met verhoogde natuurdoelstellingen kan verwacht worden dat nog grote inspanningen geleverd moeten worden. Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken (wet) De Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken blijft niet als zelfstandige wet bestaan maar is de titel van een wijziging van drie bestaande wetten. Deze wet geeft gemeenten meer taken in de aanpak van stedelijke waterproblemen, waaronder ook grond- en hemelwatervraagstukken. In de Wgw staan enkele wettelijke voorzieningen om een adequate aanpak van de stedelijke wateropgave te waarborgen. De gemeentelijke rioleringszorgplicht in de Wet milieubeheer wordt vervangen door een zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater. In de Wet op de waterhuishouding wordt een zorgplicht voor inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater opgenomen. Verder wordt in die wet ook een gemeentelijke zorgplicht voor de aanpak van grondwaterproblemen in bebouwd gebied geïntroduceerd. In de Gemeentewet wordt het rioolrecht verbreed tot een rioolheffing met een bestemmingskarakter. De Wet milieubeheer regelt ook de verbreding van het gemeentelijk rioleringsplan met beleid voor de invulling van de zorgplichten voor inzameling van hemel- en grondwater. Onderstaande figuur geeft de essentie weer van de wet “Verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken.
De Wet gemeentelijke watertaken voorziet in de volgende wijzigingen: 1. Een gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater via een openbaar vuilwaterriool en het transport ervan naar een zuiveringstechnisch werk. De gemeente kan in plaats van aanleg en beheer van een openbaar vuilwaterriool ook afzonderlijke systemen of andere passende systemen (zoals IBA’s) gebruiken. Voorwaarde daarbij is wel dat zij daarmee eenzelfde graad van milieubescherming bereikt. Zijn de inzameling en het transport van afvalwater niet doelmatig, dan kan de gemeente van de provincie een ontheffing van de zorgplicht krijgen (buiten bebouwde kom). 2. Een gemeentelijke zorgplicht voor hemelwater (‘hemelwaterzorgplicht’), geregeld in de Wet op de waterhuishouding (Wwh). Feitelijk betekent dit een splitsing van de voormalige in de Wet milieubeheer (Wm) geregelde zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater in twee afzonderlijke zorgplichten: voor afvalwater én voor hemelwater. 3. Een gemeentelijke zorgplicht (geregeld in de Wwh) voor het in het openbare terrein treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zo veel mogelijk te voorkomen of te beperken (‘grondwaterzorgplicht’). De te nemen maatregelen moeten wel doelmatig zijn en niet behoren tot de zorg van het waterschap of de provincie. 4. Bestuursorganen die bevoegdheden rond afvalwater uitoefenen, moeten rekening houden met een voorkeursvolgorde (geregeld in de Wm). De reden hiervoor is dat sommige wijzen van omgaan met afvalwater vanuit milieuhygiënisch oogpunt uitdrukkelijk de voorkeur verdienen boven andere.
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 1: Wet- en regelgeving (Vervolg 2)
5. Gemeenten kunnen bij verordening regels stellen voor het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater (geregeld in de Wm).
6. Een heffingsbevoegdheid waarmee gemeenten de kosten kunnen verhalen die gepaard gaan met de gemeentelijke wateropgave (geregeld in de Gemeentewet).
7. Een ‘verbreding’ van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) in de Wm. Dit houdt in dat gemeen ten in hun GRP expliciet moeten beschrijven hoe zij de zorgplichten voor afval-, regen- en grondwater invullen. Wet Milieubeheer (wet) Met de inwerkingtreding van de Wet Milieubeheer zijn voorschriften gesteld aan het lozen van afvalwater. Lozingen op de riolering worden op basis van de Wet milieubeheer geregeld. Enerzijds mag het materiaal van de riolering niet worden aangetast, anderzijds mag ook de goede werking van de afvalwaterzuiveringsinrichting niet worden belemmerd. Tot slot is de kwaliteit van belang in verband met de overstortingen op oppervlaktewater. Een en ander is vastgelegd in de Instructieregeling lozingsvoorschriften milieubeheer. Bij Wet milieubeheercontroles bij bedrijven moet ook de rioleringscomponent worden meegenomen. Wet op de waterhuishouding (wet) De Wet op de waterhuishouding geeft regels op het gebied van de waterhuishouding. De wet heeft een tweeledige doelstelling. Aan de ene kant verschaft de wet instrumenten om een samenhangend en doelmatig beleid en beheer op het gebied van de waterhuishouding in haar geheel te verzekeren en aan de andere kant geeft zij regels voor het kwantiteitsbeheer van het oppervlaktewater. In de Wet op de waterhuishouding zijn voor de gemeente twee zorgplichten opgenomen, een hemelwaterzorgplicht en een grondwaterzorgplicht. Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) (wet) De WION (ook wel bekend als Grondroerdersregeling) is 1 juli 2008 in werking getreden. De gemeente is als eigenaar van leidingen verplicht tot digitale toegankelijkheid van de leidinggegevens van hun netwerken en aanlevering hiervan bij het Kadaster. De verplichte aanlevering van informatie betekent voor gemeenten dat zij alle gegevens over leidingen in hun beheer digitaal beschikbaar moeten hebben. Besluit lozingen afvalwater huishoudens (AMvB) Het Besluit lozing afvalwater huishoudens regelt alle lozingssituaties die bij een particulier huishouden aan de orde kunnen zijn, zowel in het stedelijk gebied als in het buitengebied. In de Regeling lozing afvalwater huishoudens is de normstelling voor septic tanks conform NEN-EN 12566-1 opgenomen. Besluit lozingen afvalwater buiten inrichtingen (AMvB) Het Besluit lozing afvalwater buiten inrichtingen zal naar verwachting begin 2010 in werking treden. Dit besluit regelt alle lozingen die niet vanuit een inrichting in de zin van de Wm of een particulier huishouden plaatsvinden. In navolging van het Activiteitenbesluit en het Besluit lozing afvalwater huishoudens wordt dit een integraal besluit waarin alle lozingsroutes worden geregeld, gebaseerd op de Wm en de Waterwet. Vierde Nota Waterhuishouding (richtlijn) In deze nota is veel aandacht voor het kernbegrip “duurzaam”. Voor nieuwbouw betekent dit afkoppelen van verhard oppervlak waar dit kan, het vermijden van toepassingen van uitloogbare materialen (zoals zink, koper, lood, etc.), de toepassing van alternatieve inzamelingssystemen (zoals infiltratie-transport-systemen) en dergelijke. Dit zijn maatregelen om enerzijds te voorkomen dat verontreinigingen in het afvalwater terechtkomen en anderzijds om te voorkomen dat “schoon” water naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt getransporteerd. Nationaal bestuursakkoord water (afspraak) In februari 2001 sloten het Rijk, IPO (Interprovinciaal Overleg), UvW (Unie van Waterschappen) en de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw. Daarmee werd de eerste stap gezet in het tot stand brengen van de noodzakelijke gemeenschappelijke aanpak. Twee jaar later op 2 juli 2003 zijn de resultaten van die samenwer-
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 1: Wet- en regelgeving (Vervolg 3)
king en van voortschrijdende kennis en inzicht neergelegd in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Twee belangrijke elementen uit de NBW betreffen: • De noodzaak dat gemeenten in samenwerking met het waterschap een waterplan opstellen, mits sprake is van knelpunten in het watersysteem. • De stedelijke wateropgave dient uiterlijk in 2009 te worden ingevuld door de gemeente samen met het waterschap, zodat voor de burgers ook in extreme situaties het houden van droge voeten wordt nagestreefd. Het Nationaal Bestuursakkoord Water is geactualiseerd. Hiermee onderstrepen de betrokken partijen nogmaals het belang van samenwerking om het water duurzaam en klimaatbestendig te beheren. In de nieuwe afspraken staat onder meer hoe de betrokken partijen moeten omgaan met nieuwe klimaatscenario’s, de stedelijke wateropgave en de gevolgen voor de ruimtelijke ordening. Bestuursakkoord Waterketen 2007 (afspraak) Op 5 juli 2007 heeft de VNG samen met andere betrokken partijen een bestuursakkoord waterketen afgesloten. Dit akkoord bevat afspraken die leiden tot versterking en verdere stimulering van het bottum-up samenwerkingsproces tussen gemeenten, drinkwaterbedrijven en waterschappen. Resultaat van deze afspraken moet zijn dat de doelmatigheid en transparantie van de uitvoering van de taken wordt vergroot. Het akkoord gaat ervan uit dat een doelmatigheid van 10 a 20 % over 10 jaar haalbaar is. Aandachtspunten voor de gemeenten uit het bestuursakkoord waterketen zijn met name Benchmarking rioleringszorg, intergemeentelijke samenwerking en permanente samenwerking met het waterschap. • Een belangrijk speerpunt is het doen van vergelijkend onderzoek ter verbetering van de uitvoering van taken (benchmarking). Benchmarking biedt objectieve informatie om de uitvoering van taken te vergelijken en op basis daarvan verder verbeteringen door te voeren. In het bestuursakkoord wordt opgeroepen een benchmark uit te voeren. • Het bestuursakkoord stelt tot doel dat gemeenten en waterschappen een permanente samenwerking in het afvalwaterbeheer realiseren en bestuurlijke overeenkomsten afsluiten om investeringen tegen de laagst maatschappelijke kosten te realiseren. Voor alle rioolwaterzuiveringsinstallaties en de aangesloten riolering dient in 2009 een optimalisatiestudie te zijn uitgevoerd, tenzij uit een snelle inventarisatie blijkt dat er geen optimalisatiekansen zijn. Het waterschap neemt hiertoe het initiatief. Het Rijk monitort de ontwikkeling van de doelmatigheid en transparantie ten opzichte van het referentiejaar 1998. In 2007 is de eerste monitor uitgevoerd. In 2009 en 2011 worden de tweede en de derde, de laatste, monitor uitgevoerd. Waterhuishoudingsplan provincie Utrecht 2005-2010 In het waterhuishoudingsplan wordt aangegeven dat de provincie streeft naar een duurzaam stedelijk waterbeheer met daarop afgestemde inrichting en beheer van de bebouwde omgeving. Belangrijk is hierbij een geïntegreerd milieu- en ruimtelijke ordeningsbeleid van de gemeente met aandacht voor diffuse bronnen, (grond) wateroverlast, ecologie en riolering. Ook is hierbij een goede samenwerking tussen gemeente en waterschappen essentieel. Belangrijke speerpunten in het waterhuishoudingsplan zijn: • De provincie verwacht van gemeenten en waterschappen dat zij gezamenlijk plannen zullen maken voor het opstellen van afvalwaterakkoorden per zuiveringsgebied met als doel het verbeteren van de doelmatigheid in de waterketen. • Gemeenten en waterschappen voeren gezamenlijk een optimalisatiestudie uit. • De gemeenten stellen volgens het NBW een waterplan op (niet verplicht). • Het streven van de provincie is een gemiddeld afkoppelingspercentage van 5% van verharde oppervlakken in bestaand stedelijk gebied. Voor de lange termijn is dit 20%. De provincie verwacht van gemeenten dat zij hiertoe een haalbaarheidsonderzoek uitvoeren. • Bij het saneren van overstorten werken gemeenten en waterschappen volgens een tweesporenbeleid: het emissiespoor en het waterkwaliteitsspoor. • Voor de percelen in het buitengebied die niet op de riolering worden aangesloten, moeten gemeente bij de provincie en ontheffing aanvragen van de gemeentelijke zorgplicht.
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 1: Wet- en regelgeving (Vervolg 4)
Op 23 november 2009 stelt de Provincie het nieuwe Provinciaal Waterplan 2010-2015 vast. Ontwerp-Waterbeheersplan Waterschap Vallei & Eem 2010-2015 Waterschap Vallei & Eem heeft de zorg voor het water in het gebied dat ligt tussen de Utrechtse Heuvelrug in het westen, de zuidelijke randmeren in het noorden, de Veluwe in het oosten en de Nederrijn in het zuiden. Het waterschap geeft zijn taken vorm in drie programma’s: Veilige dijken, Voldoende en schoon water en Zuivering afvalwater. Deze drie programma’s worden in het nieuwe waterbeheersplan beschreven, voor de planperiode 2010-2015. Het programma Zuivering afvalwater houdt in dat het waterschap gebruikt en verontreinigd water en hemelwater dat in rioleringen wordt verzameld, adequaat zuivert voordat het op het oppervlaktewater wordt geloosd. Op die manier zorgt het waterschap ervoor dat de kwaliteit van dat oppervlaktewater zo min mogelijk wordt beïnvloed. Het programma Zuivering afvalwater levert daarmee een essentiële bijdrage aan het programma Voldoende en schoon water.
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 2
Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 2: Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden
Doel 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater Functionele eisen 1a. Alle percelen op het gemeentelijk gebied waar afvalwater vrijkomt moeten van een rioleringsaansluiting zijn voorzien, uitgezonderd bij specifieke situaties waar lokale behandeling een zelfde graad van milieubescherming biedt. 1b. Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering plaats te vinden. 1c. Het scheiden van (afval) waterstromen in huishoudens, bedrijven en industrie dient te worden bevorderd. 1d.
Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid uittredend rioolwater en intredend grondwater beperkt blijft.
Doel 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Functionele eisen 2a. De afvoercapaciteit moet voldoende zijn om bij droog weer het aanbod van stedelijk afvalwater binnen zekeren grenzen te verwerken. 2b. De afstroming dient gewaarborgd te zijn.
Maatstaven Alle percelen binnen of buiten bebouwde kom moeten aangesloten zijn op riolering of op een lokale behandeling van het afvalwater (IBA) als dit eenzelfde graad van milieubescherming biedt tenzij dit niet doelmatig is met het oog op kosten en milieu. Geen overtredingen van de Lozingsvoorwaarden bij of krachtens de Wet milieubeheer en geen foutieve aansluitingen. Toepassen gescheiden systemen in huishoudens, bedrijven en industrie.
Meetmethoden Registratie van lozingssituatie van de percelen binnen en buiten de bebouwde kom.
Controle, handhaving en registratie Controle, handhaving en registratie in het kader van bouwvergunningen.
Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen.
Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3398.
Maatstaven Uitgaande van 12 l/(inwoner/uur) en de afvalwaterhoeveelheden van bedrijven mag de maximale vullingsgraad in een dwa-stelsel niet meer dan 50% bedragen. Ingrijpmaatstaven voor afstroming (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. Alle inslagpeilen van de gemalen moeten onder de binnenonderkant van de laagst binnenkomende riool te liggen.
Meetmethoden Ontwerp volgens Leidraad Riolering
Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3399 en hydraulische berekening. Waarneming
2c.
Het afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de rwzi te bereiken.
Verblijftijd van het afvalwater in het stelsel niet langer dan 15 uur.
Hydraulische berekeningen
2d.
Gemiddeld maximaal éénmaal per twee jaar water op straat (theoretisch).
Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering C2100 bij een gebeurtenis met een herhalingstijd van T=2 jaar (bui08)
2e.
De afvoercapaciteit van de riolering voor stedelijk afvalwater moet toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij bepaalde buitengewone omstandigheden. De objecten moeten in goede staat zijn.
Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3399.
2f.
De vuiluitworp uit gemengde rioolstelsels dient beperkt te zijn.
Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit mogen niet voorkomen. De vuiluitworp uit gemengde rioolstelsels moet kleiner of gelijk zijn aan de vuiluitworp van het referentiestelsel volgens de eenduidige basisinspanning van de CIW.
2g.
Geen afvoer van drainagewater via gemengde en/of dwa riolen.
Drains zijn niet op gemengde en/of dwa-riolen aangesloten.
Waarneming en metingen.
13/99093877/BU, revisie d1
Tienjarige regenreeksberekeningen volgens de Leidraad Riolering. Vermenigvuldiging van de overstortvolumes met de vuilconcentratie.
Bijlage 2: Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden (Vervolg 1)
Doel 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door Functionele eisen 3a. Alle percelen binnen binnen bebouwde kom waar hemelwater vrijkomt waarvan men zich wenst te ontdoen, moeten van een rioleringsaansluiting zijn voorzien. 3b. 3c.
3d. 3e.
de particulier) Maatstaven Alle percelen zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, tenzij men zich niet van het hemelwater wil ontdoen doch het voor lokale waterhuishouding of andere doeleinden wil gebruiken of wanneer directe lozing geoorloofd is. Voor zover rendabel, afkoppelen van schoon hemelwater zonder Afkoppelen indien technisch uitvoerbaar, toelaatbaar voor het wateroverlast en ongewenste milieuverontreiniging te veroorzaken. milieu en kosteneffectief. Adequate inzameling van hemelwater, voor zover de particulier niet Indien bij nieuwbouw het perceel grenst aan het oppervlaktewater redelijkerwijs in de verwerking kan voorzien. dan voorziet de particulier, in overleg met de waterbeheerder, in de afvoer van het hemelwater van daken rechtstreeks op het oppervlaktewater. De instroming in riolen via de kolken dient ongehinderd plaats te Plasvorming bij kolken dient beperkt te zijn. vinden. Beperkte hoeveelheid intredend grondwater. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen.
Doel 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Functionele eisen 4a. De afvoercapaciteit van de riolering moet toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij bepaalde buitengewone omstandigheden. 4b.
Maatstaven Gemiddeld maximaal éénmaal per twee jaar water op straat (theoretisch).
De vuiluitworp door regenwaterlozingen op oppervlaktewater dient De vuiluitworp mag de doelstelling voor de beperkt te zijn. oppervlaktewaterkwaliteit niet in gevaar brengen.
Doel 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Functionele eisen Maatstaven 5a. Nieuwbouw: Adequaat ontwerp van de ontwatering voor de - Ontwateringsdiepte > 0,7 m-mv (wegen, parkeerplaatsen en openbare ruimte (beheerfase) plantsoenen) - Ontwateringsdiepte > 0,5 m-mv (openbaar groen) 5b.
Bestaand gebied
geen eis voor ontwateringsdiepte
13/99093877/BU, revisie d1
Meetmethoden Registratie van lozingssituatie van de percelen binnen en buiten de bebouwde kom.
Optimalisatie milieurendement, conform beleid Waterschap Visuele waarnemingen en meldingenregistratie.
Visuele waarnemingen en meldingenregistratie. Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3398.
Meetmethoden Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering C2100 bij een gebeurtenis met een herhalingstijd van T=2 jaar (bui08) Metingen van de oppervlaktewaterkwaliteit door de waterbeheerder.
Meetmethoden Peilbuizen registratie
Bijlage 3
Tabellen
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen
Gemalen Gemengd
Tabel 4.1 GEM
bedragen * EURO 1.000 Nr
Lokatie gemaal
RG-01 RG-02 RG-03 RG-04 RG-05 RG-06 RG-07 RG-08 RG-09 RG-10 RG-11 RG-12 RG-14 RG-17 RG-20 RG-21 RG-22
Groenhouten-zuid/ Landweg Bavoortseweg/ zwembad Hertenhoeve/ Van der Postlaan Hessenweg/ Horsterweg 't Sluisje Groene Zoom/Larikslaan Kerkdijk/ Ruurd Visserstraat Kuperssingel/ Watermolen Treekerweg/ Arnhemseweg Schutterhoeflaan Waterlooweg Zwarteweg/ Larikslaan Ambachtsweg/ H'veldseweg Spieghelweg/ Randweg Groepsekom/ Vlietsingel Van Diepenheim Scheltuslaan De Hank
prijspeil 2009 aanlegjaar bouwk mech/el 1991 1995 1978 1979 1979 1981 1981 1983 1983 1983 1985 1986 1989 1995 1997 1963 2007
2005 2002 2005 2006 2001 2002 2005 2001 2003 2003 2005 2005 2006 2005 2006 2005 2007
60 jaar 15 jaar Cap investering vervanging bouwk deel investering vervanging mech/el deel m3/h 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW 30 15 40 15 15 55 70 130 24 20 10 80 25 10 45 165
TOTALEN Kosten bepaald aan de hand van Leidraad Riolering, module D1100 Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2009 1,04 Formule: Kosten = factor * Basisprijs*capaciteit ^macht bouwkundig capaciteit factor basisprijs macht 0-10 m3/h 1 3.200 1 10-50 m3/h 0,014 60.000 1 51-200 m3/h 0,2 60.000 0,35 201-1250 m3/h 0,0075 60.000 1 Project: Scenario: @
Filenaam:
2051 2055 2038 2039 2039 2041 2041 2043 2043 2043 2045 2046 2049 2055 2057 2023 2067
25,00 13,00 34,00 13,00 13,00 49,00 53,00 66,00 20,00 17,00 8,00 56,00 21,00 8,00 38,00 72,00 -
4,75 2,47 6,46 2,47 2,47 9,31 10,07 12,54 3,80 3,23 1,52 10,64 3,99 1,52 7,22 13,68 -
2020 2017 2020 2021 2016 2017 2020 2016 2018 2018 2020 2020 2021 2020 2021 2020 2022
26,00 19,00 30,00 19,00 19,00 34,00 38,00 51,00 23,00 21,00 16,00 41,00 24,00 16,00 31,00 57,00 -
4,94 3,61 5,70 3,61 3,61 6,46 7,22 9,69 4,37 3,99 3,04 7,79 4,56 3,04 5,89 10,83 -
BK
506,00
96,14
M/E
465,00
88,35
Projectnummer: Datum:
264423 6-aug-09
factor 1 0,123 0,123 0,123
mech/elektr. basisprijs 5.900 44.000 44.000 44.000
macht 1 0,46 0,46 0,46
GRP Leusden 2009 t/m 2013 c1 GRP09-1.xls
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 1)
Gemalen Hemelwaterafvoer + Grondwaterafvoer bedragen * EURO 1.000 Nr
Tabel 4.1 HWA+GW
prijspeil 2009
Lokatie gemaal
aanlegjaar bouwk mech/el
RG-15 Ruigevelddreef/ Veldschoren RG-19 Randweg/ Schotskamp
1990 1997
2005 1997
60 jaar 15 jaar Cap investering vervanging bouwk deel investering vervanging mech/el deel m3/h 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW 20 10
2035 2042
TOTALEN Kosten geschat aan de hand van Leidraad Riolering, module D1100 Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2009 1,04 Formule: Kosten = factor * Basisprijs*capaciteit ^macht bouwkundig capaciteit factor basisprijs macht 0-10 m3/h 1 3200 1 10-50 m3/h 0,014 60000 1 51-200 m3/h 201-1250 m3/h
0,2 0,0075 Project:
Scenario: @
Filenaam:
60000 60000
0,35 1
17,00 8,00
3,23 1,52
25,00
4,75
factor 1 0,123
mech/elektr. basisprijs 5900 44000
macht 1 0,46
0,123 0,123
44000 44000
0,46 0,46
2020 2012
21,00 16,00
3,99 3,04
37,00
7,03
Projectnummer: Datum:
264423 6-aug-09
GRP Leusden 2009 t/m 2013 c1 GRP09-1.xls
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 2)
Persleidingen Gemengd
Tabel 4.2 GEM
bedragen * EURO 1.000
prijspeil 2009
Nr
persleiding behorend bij gemaal
lengte (m)
diameter (mm)
jaar aanleg
60 1e jaar vervanging
RG-01. RG-02. RG-03. RG-04. RG-05. RG-06. RG-07. RG-08. RG-09. RG-10. RG-11. RG-12. RG-14. RG-17. RG-20. RG-21 RG-22
Groenhouten-zuid/ Landweg Bavoortseweg/ zwembad Hertenhoeve/ Van der Postlaan Hessenweg/ Horsterweg 't Sluisje Groene Zoom/Larikslaan Kerkdijk/ Ruurd Visserstraat Kuperssingel/ Watermolen Treekerweg/ Arnhemseweg Schutterhoeflaan Waterlooweg Zwarteweg/ Larikslaan Ambachtsweg/ H'veldseweg Spieghelweg/ Randweg Groepsekom/ Vlietsingel Van Diepenheim Scheltuslaan De Hank
60 50 20 1.410 60 140 80 390 640 1.230 1.770 40 610 440 700 2.300 500
90 125 125 90 80 110 100 200 110 125 80 110 110 75 160 250 150
1991 1973 1976 1979 1978 1981 1981 1984 2002 2002 1984 1993 1988 1991 1997 1963 2007
2051 2033 2036 2039 2038 2041 2041 2044 2062 2062 2044 2053 2048 2051 2057 2023 2067
TOTALEN
10.440
jaar Investering excl. BTW
BTW
3,29 3,81 1,53 77,41 2,45 9,39 4,88 47,58 42,94 93,79 72,22 2,68 40,93 16,83 68,32 350,75 45,75
0,63 0,72 0,29 14,71 0,47 1,78 0,93 9,04 8,16 17,82 13,72 0,51 7,78 3,20 12,98 66,64 8,69
884,56
168,07
Projectnummer: Datum:
264423 6-aug-09
Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Vervangingskosten geschat : L[m] * D[mm] * 0,61 voor diameter 90-315 mm Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2009 Project: Scenario: @
Filenaam:
0,51 voor diameter 63-110 mm 1,04
GRP Leusden 2009 t/m 2013 c1 GRP09-1.xls
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 3)
Persleidingen Hemelwaterafvoer + Grondwaterafvoer bedragen * EURO 1.000
Tabel 4.2 HWA+GW
prijspeil 2009 lengte (m)
diameter (mm)
jaar aanleg
60 1e jaar vervanging
RG-15 Ruigevelddreef/Veldschoren RG-19 Randweg/Schotskamp
30 50
125 75
1988 1997
2048 2057
TOTALEN
80
Nr
persleiding behorend bij gemaal
jaar Investering excl. BTW
BTW
2,29 1,91
0,43 0,36
4,20
0,80
Projectnummer: Datum:
264423 6-aug-09
Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Vervangingskosten geschat : L[m] * D[mm] * 0,61 voor diameter 90-315 mm 0,51 voor diameter 63-110 mm Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2009 1,04 Project: Scenario: @
Filenaam:
GRP Leusden 2009 t/m 2013 c1 GRP09-1.xls
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 4)
Mechanische riolering (Droogweerafvoer) bedragen * EURO 1.000 Druksysteem
Drukriolering fase LZ Drukriolering fase LC 1 Drukriolering fase LC2
Tabel 4.3 DWA
prijspeil 2009 aantal units
leidinglengte druk vv
60 jaar 15 jaar jaar aanleg vervanging bouwkundig vervanging mech/el deel bouwk. mech/el. 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW
7
643
1984
1984
2044
53,25
10,12
2009
41,30
7,85
10
392
1989
1989
2049
50,82
9,66
2009
59,00
11,21
4
135
1993
1993
2053
19,26
3,66
2009
23,60
4,48
Drukriolering fase 1
18
5.078
1995
1995
2055
301,34
57,26
2010
106,20
20,18
Drukriolering fase 2
11
4.663
1996
1996
2056
259,01
49,21
2011
64,90
12,33
Drukriolering fase 3
35
2.339
1997
1997
2057
224,29
42,62
2012
206,50
39,24
Drukriolering fase 4
6
1.107
1998
1998
2058
72,31
13,74
2013
35,40
6,73
Drukriolering fase 5 Drukriolering fase 5
36
512 4.283
1999 1999
1999 1999
2059 2059
139,78 205,58
26,56 39,06
2014 2014
212,40 -
40,36 -
Drukriolering fase 6 Drukriolering fase 6 Drukriolering fase 6
31
1.891 2.311 2.900
2000 2000 2000
2000 2000 2000
2060 2060 2060
189,96 110,93 139,20
36,09 21,08 26,45
2015 2015 2015
182,90 -
34,75 -
Drukriolering fase 7 Drukriolering fase 7
48
4.918 3.162
2001 2001
2001 2001
2061 2061
389,66 151,78
74,04 28,84
2016 2016
283,20 -
53,81 -
Drukriolering fase 8 Drukriolering fase 8
39
7.990 658
2002 2002
2002 2002
2062 2062
508,32 31,58
96,58 6,00
2017 2017
230,10 -
43,72 -
Drukriolering fase 9 Drukriolering fase 9 Drukriolering fase 9
43 10.402 1.002 1.256
2003 2003 2003
2003 2003 2003
2063 2063 2063
636,90 48,10 60,29
121,01 9,14 11,45
2018 2018 2018
253,70 -
48,20 -
Drukriolering fase 10/11 Drukriolering fase 10/11
27
7.401 636
2005 2005
2005 2005
2065 2065
441,62 30,53
83,91 5,80
2020 2020
159,30 -
30,27 -
3
200
2008
2008
2068
19,20
3,65
2023
17,70
3,36
775,91
m/e
1.876,20
356,48
Drukriolering fase 12
In 2010 is 40.000 euro opgenomen voor maatregelen tegen H2S vorming bij de lozingspunten van drukriolering.
TOTALEN
318
63.878
Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in Index LR (pp 2007) -> pp startjaar: Pompunit (bouwkundig ca.) Pompunit (mech/el)
@
-
bk
EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar 1,04 3.200 Drukleiding per m1 Vrijvervalleiding per m1 5.900
Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario: Filenaam:
c1 GRP09-1.xls
4.083,72
48 210
Projectnummer: 264423 Datum: 21-aug-09
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 5)
Onderzoeksuitgaven bedragen in EURO
Tabel 5.1
prijspeil 2009 Vuilwater excl. BTW
BTW
Uitgaven Hemelwater + GW excl. BTW BTW
Gemengd excl. BTW
BTW
STRUCTUREEL, Jaarlijks 1. Bestandsbeheer
in exploitatieuitgaven
-
-
2. Inspectie vanuit de leiding
in exploitatieuitgaven
-
-
-
3. Beoordeling riolering
in exploitatieuitgaven
-
-
-
-
-
4. Diverse studies
0,50 per heffingseenheid
5. Monitoren riolering
-
INCIDENTEEL PLANPERIODE
2012 2010 2010 2010 2010 2013 2010-2013 2010-2013 2010
Aanpassen gemalenbeheersysteem Opstellen incidentenplan Benchmark rioleringszorg Onderzoek H2S-vorming Pilot project foute aansluitingen Actualiseren GRP onderzoeken grondwaterproblemen onderzoeken waterpeil riolering Communicatie
Project: @
-
Vuilwater excl. BTW BTW
-
-
Hemelwater + GW excl. BTW BTW -
15.000 10.000
2.850 1.900
10.000
1.900
6.000
1.140
24.500
4.655
40.500
7.695
Gemengd excl. BTW BTW 35.000 3.000
20.000
6.650 570 950 3.800
5.000 5.000
950 950
5.000
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario: c1 Filenaam: GRP09-1.xls
Projectnummer: Datum:
264423 15-okt-09
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 6)
Exploitatieuitgaven bedragen in EURO
Tabel 5.2 prijspeil 2009
Vuilwater excl. BTW
Omschrijving 6122601 43410 43410 43410 43410 43430
Storingen en klachten budget riolen (0,07%) budget kolken (0,1%) budget pompunits drukriolering (0,75%) budget rioolgemalen (1%) uitbesteed werk
6122602 43490 43490 43490 43490 43490 43418 46228
Periodiek onderhoud reiniging riolen periodiek reiniging riolen speciaal reiniging gemalen reiniging kolken machinaal reiniging kolken handmatig vuilverwerking Verrekening hkp milieustraat
6122603 43490 43490 43490 43490 43490 43490 43490 43490
Controle en onderzoek TV inspectie riolen (periodiek) excl. reinigen TV inspectie riolen (incidenteel) incl.reinigen Inspectie rioolgemalen (100%) Inspectie pompunits drukriolering (50%) onderzoeken grondwaterproblemen onderzoeken waterpeil riolering vergoedingen en bijdragen RIONED/KLIC onderhoudscontracten
6122604 43100 43461 43490
Pompgemalen en overig energie telefoonkosten overige kosten
6122606 40000 6122696 46212 6122699 46212 46226
Bijdrage aan sectorprodukt wegbeheer Stelposten Groot onderhoud rioleringen verrekening kp RB Personeelskosten rioolbeheer Verrekening kp RB Verrekening hkp tractie
12.283
8.300
20.583
BTW
Uitgaven Hemelwater + GW excl. BTW BTW
Gemengd excl. BTW
-
-
2.334 -
-
7.267 1.200
8.778 570 1.381 228
-
-
33.000 6.000 2.500 13.500 8.000 7.382 3.995
6.270 1.140 475 2.565 1.520 1.403 759
1.577 -
-
15.000 7.500 2.600
2.500 2.000
2.850 1.425 494 475 380
-
-
35.000 15.000 1.000
6.650 2.850 190
-
-
26.100
-
-
-
60.000
3.911
60.000
-
-
46.200 3.000
BTW
252.697 6.038
497.479
40.402
Als gevolg van de uitbreiding van de riolering en de daaraan gerelateerde toename van het aantal heffingseenheden, nemen de exploitatielasten met EURO 47,00 per extra eenheid per jaar toe. Toename BTW-component 3,59 per extra eenheid per jaar toe.
@
Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario: Filenaam:
c1 GRP09-1.xls
Projectnummer: Datum:
264423 26-okt-09
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 7)
Gehanteerde technische levensduren rioleringsonderdelen
Tabel 5.3
Riolen, putten en kolken: Riolen krijgen een levensduur die is gebaseerd op inspectie of daarvan is afgeleid. Indien geen inspectiegegevens beschikbaar zijn wordt uitgegaan van een standaardlevensduur van 60 jaar. Persleidingen
60
Gemalen: Onderdeel - mechanisch/electrisch - bouwkundig
Levensduur (jaar) 15 60
Drukriolering: Onderdeel - mechanisch/electrisch - bouwkundig
Levensduur (jaar) 15 60
@
Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario:
c1
Filenaam:
GRP09-1.xls
Projectnummer: Datum:
264423 21-aug-09
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 8)
Vrijvervalriolen (gemengd) bedragen * EURO 1.000
Tabel 5.4 GEM
prijspeil 2009
vervanging+relinen jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 Totalen
@
reparatie (groot+beperkt) reparatie inlaat (beperkt+groot) 52,46 67,99 97,43 88,87 9,65 -
177,18 351,14 625,54 90,83 402,90 1.135,51 843,50 961,56 761,27 340,38 26,36 1.025,07 854,42 132,39 145,26 153,77 61,97 54,76 372,36 209,61 602,31 1.077,37 1.121,76 88,32 883,34 1,54 53,12 5,68 23,57 23,37 44,85 272,63 533,77 11,49 306,00 625,54 90,83 402,90 1.135,51 843,50 961,56 761,27 340,38 18.936
-
67,19 1,92 3,62 1,92 1,92 1,92 2,77 20,45 23,88 1,92 44,04 74,84 69,66 2,77 89,97 74,40 79,53 5,76 43,68 93,98 81,24 99,58 74,85 28,79 1,92 1,92 1,92 83,07 1.396
Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario: Filenaam:
c1 GRP09-1.xls
-
Totaal incl toesl. 229,63 419,13 722,97 179,69 412,55
-
-
-
1.202,70 843,50 961,56 761,27 342,30 3,62 1,92 28,28 1,92 2,77 20,45 1.025,07 23,88 1,92 44,04 854,42 207,23 214,91 2,77 243,74 136,37 79,53 60,52 416,05 303,59 683,55 1.176,95 1.196,61 117,11 885,26 1,92 1,54 53,12 5,68 25,49 23,37 44,85 272,63 83,07 533,77 11,49 306,00 625,54 90,83 402,90 1.135,51 843,50 961,56 761,27 340,38 20.332
Totaal gemiddeld excl. BTW 229,63 419,13 722,97 179,69 412,55
BTW 43,63 79,63 137,36 34,14 78,38
822,26 822,26 822,26 822,26 822,26 7,70 7,70 7,70 7,70 7,70 214,27 214,27 214,27 214,27 214,27 264,67 264,67 264,67 264,67 264,67 187,24 187,24 187,24 187,24 187,24 695,56 695,56 695,56 695,56 695,56 177,74 177,74 177,74 177,74 177,74 30,50 30,50 30,50 30,50 30,50 177,89 177,89 177,89 177,89 177,89 287,35 287,35 287,35 287,35 287,35 808,44 808,44 808,44 808,44 808,44 20.332
156,23 156,23 156,23 156,23 156,23 1,46 1,46 1,46 1,46 1,46 40,71 40,71 40,71 40,71 40,71 50,29 50,29 50,29 50,29 50,29 35,58 35,58 35,58 35,58 35,58 132,16 132,16 132,16 132,16 132,16 33,77 33,77 33,77 33,77 33,77 5,80 5,80 5,80 5,80 5,80 33,80 33,80 33,80 33,80 33,80 54,60 54,60 54,60 54,60 54,60 153,60 153,60 153,60 153,60 153,60 3.863
Projectnummer: Datum:
264423 6-aug-09
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 9)
Vrijvervalriolen Vuilwater (DWA) bedragen * EURO 1.000
Tabel 5.5 DWA
prijspeil 2009
vervanging jaar 2009 2010 2011 2012 2013
35,11 25,03 122,56
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068
11,76 26,16 16,17 1.062,24 3.326,85 27,53 7.968,38 1.460,08 3.057,56 437,43 631,46 1.923,62 138,66 2.206,44 1.708,93 145,31 5.137,67 34,24 46,72 265,37 2.102,88 283,39 436,44 457,57 638,62 672,06 66,10 2.390,00 258,65 35,11 25,03 122,56 11,76 -
Totalen
@
reparatie (groot+beperkt) reparatie inlaat (beperkt+groot) 130,69 46,69 177,21 312,99 15,35 495,12 3,84 5,76 26,20 143,95 21,11 34,54 55,65 69,08 53,73 5,76 249,47 29,63 1,92 45,85 3,84 65,25 1,92 1,92 1,92 9,60 1,92 1,92 1,92 -
37.315
-
2.015
Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario:
c1
Filenaam:
GRP09-1.xls
-
-
Totaal incl. toeslagen 130,69 46,69 212,32 338,02 137,91
-
506,88 3,84 5,76 26,20 143,95 21,11 34,54 81,81 69,08 53,73 5,76 265,64 29,63 1.064,16 3.372,69 31,37 8.033,64 1.462,00 3.057,56 437,43 631,46 1.923,62 138,66 2.208,35 1.710,85 154,91 5.139,59 34,24 46,72 265,37 2.102,88 283,39 436,44 459,49 638,62 672,06 66,10 2.391,91 258,65 35,11 25,03 122,56 11,76 -
extra
-
Totaal excl. BTW 130,69 46,69 212,32 338,02 137,91
BTW 24,83 8,87 40,34 64,22 26,20
137,33 137,33 137,33 137,33 137,33 52,06 52,06 52,06 52,06 52,06 60,21 60,21 60,21 60,21 60,21 2.792,77 2.792,77 2.792,77 2.792,77 2.792,77 825,29 825,29 825,29 825,29 825,29 1.227,28 1.227,28 1.227,28 1.227,28 1.227,28 1.517,76 1.517,76 1.517,76 1.517,76 1.517,76 498,00 498,00 498,00 498,00 498,00 543,33 543,33 543,33 543,33 543,33 36,54 36,54 36,54 36,54 36,54 2,35 2,35 2,35 2,35 2,35
26,09 26,09 26,09 26,09 26,09 9,89 9,89 9,89 9,89 9,89 11,44 11,44 11,44 11,44 11,44 530,63 530,63 530,63 530,63 530,63 156,80 156,80 156,80 156,80 156,80 233,18 233,18 233,18 233,18 233,18 288,37 288,37 288,37 288,37 288,37 94,62 94,62 94,62 94,62 94,62 103,23 103,23 103,23 103,23 103,23 6,94 6,94 6,94 6,94 6,94 0,45 0,45 0,45 0,45 0,45
39.330
7.473
Projectnr: Datum:
264423 6-aug-09
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 10)
Vrijvervalriolen (Hemelwater en grondwater) bedragen * EURO 1.000 vervanging jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 Totalen
@
reparatie (groot+beperkt) reparatie inlaat (beperkt) 157,48 27,53 260,78 205,35 30,71 -
95,35 154,87 8,54 326,39 97,72 1.710,70 1.856,85 774,23 9.745,60 1.193,83 2.916,13 1.055,78 1.148,65 2.356,60 44,83 2.779,17 1.753,83 229,97 5.557,30 112,38 15,95 288,94 2.254,76 33,85 473,14 1.629,67 1.076,81 2.360,04 258,68 124,77 95,35 154,87 42.686
Tabel 5.6 HWA+GW
prijspeil 2009
-
483,36 15,35 1,92 26,87 174,65 7,69 46,06 154,53 73,76 219,63 25,81 13,43 5,76 42,23 9,60 52,67 1,92 11,51 23,03 3,84 14,28 1,92 31,30 7,68 2.131
Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario: Filenaam:
c1 GRP09-1.xls
-
-
Totaal incl toesl. 157,48 27,53 260,78 205,35 126,06
-
483,36 15,35 1,92 181,74 174,65 7,69 8,54 46,06 480,92 73,76 317,35 25,81 13,43 1.716,45 1.899,08 783,82 9.798,27 1.195,75 11,51 2.939,16 1.055,78 1.148,65 2.356,60 44,83 2.779,17 1.753,83 233,80 5.557,30 112,38 15,95 303,22 2.254,76 33,85 1,92 473,14 1.660,96 1.076,81 2.367,72 258,68 124,77 95,35 154,87 -
extra
Totaal excl. BTW 157,48 27,53 260,78 205,35 126,06
BTW 29,92 5,23 49,55 39,02 23,95
171,40 171,40 171,40 171,40 171,40 123,39 123,39 123,39 123,39 123,39 71,32 71,32 71,32 71,32 71,32 3.078,67 3.078,67 3.078,67 3.078,67 3.078,67 1.031,02 1.031,02 1.031,02 1.031,02 1.031,02 1.433,64 1.433,64 1.433,64 1.433,64 1.433,64 1.648,72 1.648,72 1.648,72 1.648,72 1.648,72 649,34 649,34 649,34 649,34 649,34 550,23 550,23 550,23 550,23 550,23 19,07 19,07 19,07 19,07 19,07 30,97 30,97 30,97 30,97 30,97 44.816
32,57 32,57 32,57 32,57 32,57 23,44 23,44 23,44 23,44 23,44 13,55 13,55 13,55 13,55 13,55 584,95 584,95 584,95 584,95 584,95 195,89 195,89 195,89 195,89 195,89 272,39 272,39 272,39 272,39 272,39 313,26 313,26 313,26 313,26 313,26 123,37 123,37 123,37 123,37 123,37 104,54 104,54 104,54 104,54 104,54 3,62 3,62 3,62 3,62 3,62 5,88 5,88 5,88 5,88 5,88 8.515
Projectnummer: Datum:
264423 6-aug-09
-
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 11)
Maatregelen Grondwater bedragen * EURO 1.000
Tabel 5.7 HWA+GW prijspeil 2009
Omschrijving jaar Uitvoeren van grondwatermaatregelen Uitvoeren van grondwatermaatregelen Uitvoeren van grondwatermaatregelen Uitvoeren van grondwatermaatregelen
@
Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario:
c1
Filenaam:
GRP09-1.xls
100,00 100,00 100,00 100,00
BTW 19,00 19,00 19,00 19,00
400,00
76,00
Projectnummer: Datum:
264423 6-aug-09
2010 2011 2012 2013
TOTALEN
investering excl. BTW
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 12)
Milieumaatregelen (Hemelwaterafvoer) bedragen in EURO * 1000 jaar
Tabel 5.8 HWA+GW
prijspeil 2009
omschrijving maatregel Investering
2011 2010
Aanleg randvoorziening Achterveld Aanleg randvoorziening Leusden-Zuid
2010
Aanleg meetsysteem (18 niveaumeters, 16 locaties)
@
Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario: Filenaam:
c1 GRP09-1.xls
350,00 260,00
subsidie 125,00 50,00
Totaal excl. BTW
BTW
225,00 210,00
42,75 39,90
100,00
19,00
Projectnummer: Datum:
264423 6-aug-09
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 13)
Kapitaallasten van in het verleden gedane investeringen
Tabel 6.1
bedragen * EURO 1.000 Voor BTW Compensatiefonds Na BTW Compensatiefonds nominaal prijspeil 2009 nominaal prijspeil 2009 BTW inclusief BTW exclusief BTW mee te rekenen 2009 160,64 160,64 30,52 2010 161,01 157,85 29,99 2011 156,03 149,97 28,49 2012 130,50 122,97 23,37 2013 117,25 108,33 20,58 2014 114,25 103,48 19,66 2015 111,25 98,79 18,77 2016 107,50 93,58 17,78 2017 103,20 88,08 16,74 2018 100,07 83,73 15,91 2019 96,08 78,82 14,98 2020 92,12 74,09 14,08 2021 85,24 67,21 12,77 2022 77,92 60,23 11,44 2023 72,39 54,86 10,42 2024 57,20 42,50 8,08 2025 52,87 38,51 7,32 2026 51,29 36,63 6,96 2027 44,81 31,37 5,96 2028 40,24 27,62 5,25 2029 38,22 25,72 4,89 2030 37,33 24,63 4,68 2031 36,44 23,57 4,48 2032 35,55 22,55 4,28 2033 34,67 21,55 4,09 2034 33,78 20,59 3,91 2035 32,89 19,65 3,73 2036 32,00 18,75 3,56 2037 31,11 17,87 3,39 2038 30,22 17,02 3,23 2039 29,33 16,19 3,08 2040 28,11 15,22 2,89 2041 24,43 12,96 2,46 2042 23,47 12,21 2,32 2043 22,75 11,60 2,20 2044 22,03 11,01 2,09 2045 20,41 10,01 1,90 2046 12,43 5,97 1,14 2047 12,12 5,71 1,08 2048 11,81 5,45 1,04 2049 11,50 5,21 0,99 2050 11,19 4,97 0,94 2051 10,88 4,73 0,90 2052 10,57 4,51 0,86 2053 10,26 4,29 0,82 2054 9,94 4,08 0,78 2055 9,63 3,87 0,74 2056 9,32 3,68 0,70 2057 9,01 3,48 0,66 2058 8,70 3,30 0,63 2059 8,39 3,12 0,59 2060 8,08 2,94 0,56 2061 7,77 2,77 0,53 2062 7,46 2,61 0,50 2063 7,15 2,45 0,47 2064 6,84 2,30 0,44 2065 4,22 1,39 0,26 2066 2,54 0,82 0,16 2067 2068 Totalen 2.634 2.058 391 Voor de omrekening van de nominale bedragen naar prijspeil startjaar bedragen is uitgegaan van jaar
@
Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario: Filenaam:
c1 GRP09-1.xls
TOTAAL 160,64 157,85 149,97 122,97 108,33 103,48 98,79 93,58 88,08 83,73 78,82 74,09 67,21 60,23 54,86 42,50 38,51 36,63 31,37 27,62 25,72 24,63 23,57 22,55 21,55 20,59 19,65 18,75 17,87 17,02 16,19 15,22 12,96 12,21 11,60 11,01 10,01 5,97 5,71 5,45 5,21 4,97 4,73 4,51 4,29 4,08 3,87 3,68 3,48 3,30 3,12 2,94 2,77 2,61 2,45 2,30 1,39 0,82 2,00 % inflatie Projectnummer: Datum:
264423 6-aug-09
13/99093877/BU, revisie d1
Totaaloverzicht uitgaven, exclusief BTW, Totaal Bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2009 Investeringen vrijverval 518 493 1.196 723 677 1.131 1.131 1.131 1.131 1.131 183 183 183 183 183 346 346 346 346 346 6.136 6.136 6.136 6.136 6.136 2.044 2.044 2.044 2.044 2.044 3.356 3.356 3.356 3.356 3.356 3.344 3.344 3.344 3.344 3.344 1.178 1.178 1.178 1.178 1.178 1.271 1.271 1.271 1.271 1.271 343 343 343 343 343 842 842 842 842 842
Totalen CW
persleiding mech/el 16 70 53 44 245 74 16 70 53 44 245 74 16 70 53 44 245 74 16 70 53 44 245 74 -
351 4 2 2 77 14 120 43 20 3 70 137 46 -
mechanische riolering bouwkundig mech/el 124 40 106 65 207 35 212 183 283 230 254 159 18 124 106 65 207 35 212 183 283 230 254 159 18 124 106 65 207 35 53 212 183 283 230 254 51 159 19 18 124 301 106 259 65 224 207 72 35 345 212 440 183 541 283 540 230 745 254 472 159 19 18
milieumaatregelen investering monitoring 210 100 225 100 100 100 -
grondwater maatregelen investering 100 100 100 100 -
subtotaal invest. 642 1.050 1.586 1.046 812 1.343 1.314 1.484 1.414 1.429 183 587 257 183 624 470 552 411 568 381 6.349 6.319 6.489 6.419 6.438 2.044 2.465 2.119 2.044 2.098 3.584 3.563 3.538 3.587 3.495 3.730 3.535 3.753 3.627 3.685 1.250 1.582 1.297 1.178 1.217 1.395 1.800 1.595 1.826 1.379 901 966 1.238 1.303 1.386 842 1.718 916 888 879
-
6 84 56 91 76 41 41 41 41 61 41 41 41 41 61 41 41 41 41 61 41 41 41 41 61 41 41 41 41 61 41 41 41 41 61 41 41 41 41 61 41 41 41 41 61 41 41 41 41 61 41 41 41 41 61 41 41 41 41 61
518 587 598 625 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644 644
subtotaal jaarl. uitg. 524 670 654 715 720 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705
kap.lasten verleden 161 158 150 123 108 103 99 94 88 84 79 74 67 60 55 43 39 37 31 28 26 25 24 23 22 21 20 19 18 17 16 15 13 12 12 11 10 6 6 5 5 5 5 5 4 4 4 4 3 3 3 3 3 3 2 2 1 1 -
Totaal excl. BTW 1.326 1.878 2.390 1.884 1.640 2.131 2.097 2.262 2.187 2.217 946 1.346 1.009 928 1.383 1.197 1.275 1.132 1.284 1.113 7.059 7.028 7.197 7.126 7.164 2.749 3.169 2.822 2.746 2.819 4.284 4.262 4.235 4.284 4.211 4.425 4.230 4.444 4.318 4.395 1.939 2.272 1.986 1.867 1.926 2.084 2.488 2.284 2.514 2.087 1.588 1.653 1.925 1.990 2.093 1.529 2.404 1.601 1.572 1.583
104.478 60.790
531 287
2.008 1.130
889 505
4.124 1.552
7.505 4.556
435 422
400 267
400 381
-
-
-
120.770 69.891
2.759 1.670
38.392 22.799
41.151 24.469
2.058 1.692
163.978 96.052
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
Projectnr: Datum:
264423 26-okt-09
Kolom Brontabel
@
gemalen bouwkundig 72 17 34 26 102 8 103 8 56 21 25 21 38 -
Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario:
c1
Filenaam:
GRP09-1.xls
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 14)
13/99093877/BU, revisie d1
jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068
Tabel 6.2 jaarlijkse uitgaven Onderzoek Exploitatie
BTW, Totaal Bedragen * EURO 1.000
Totalen CW
@
19.851 11.550
101 54
persleiding mech/el 3 13 10 8 47 14 3 13 10 8 47 14 3 13 10 8 47 14 3 13 10 8 47 14 382 215
Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario:
c1
Filenaam:
GRP09-1.xls
67 1 0 0 15 3 23 8 4 1 13 26 9 169 96
mechanische riolering bouwkundig mech/el 24 8 20 12 39 7 40 35 54 44 48 30 3 24 20 12 39 7 40 35 54 44 48 30 3 24 20 12 39 7 10 40 35 54 44 48 10 30 4 3 24 57 20 49 12 43 39 14 7 66 40 84 35 103 54 103 44 142 48 90 30 4 3 784 295
1.426 866
milieumaatregelen investering verv. mech/el 40 19 43 19 19 19 83 80
76 51
subtotaal invest. 122 199 301 199 154 255 250 282 269 271 35 112 49 35 118 89 105 78 108 72 1.206 1.201 1.233 1.220 1.223 388 468 403 388 399 681 677 672 682 664 709 672 713 689 700 237 301 246 224 231 265 342 303 347 262 171 184 235 248 263 160 326 174 169 167
grondwater maatregelen investering verv. mech/el 19 19 19 19 76 72
-
-
-
22.946 13.279
BTW op jaarlijkse uitgaven Onderzoek Exploitatie
subtotaal
4 16 11 17 14 8 8 8 8 11 8 8 8 8 11 8 8 8 8 11 8 8 8 8 11 8 8 8 8 11 8 8 8 8 11 8 8 8 8 11 8 8 8 8 11 8 8 8 8 11 8 8 8 8 11 8 8 8 8 11
44 45 46 48 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49 49
48 61 56 65 64 57 57 57 57 61 57 57 57 57 61 57 57 57 57 61 57 57 57 57 61 57 57 57 57 61 57 57 57 57 61 57 57 57 57 61 57 57 57 57 61 57 57 57 57 61 57 57 57 57 61 57 57 57 57 61
527 320
2.947 1.752
3.473 2.072
kap.lasten verleden 31 30 28 23 21 20 19 18 17 16 15 14 13 11 10 8 7 7 6 5 5 5 4 4 4 4 4 4 3 3 3 3 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0 0 0 0 0 -
BTW Totaal 200 290 386 287 239 332 325 357 342 348 107 183 119 103 190 154 169 142 171 139 1.268 1.262 1.294 1.281 1.288 449 529 463 449 463 741 737 732 741 727 768 731 771 747 762 295 359 304 282 293 323 400 361 405 324 229 241 293 305 325 217 384 231 226 228
391 322
26.811 15.672
Projectnr: Datum:
264423 26-okt-09
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 15)
13/99093877/BU, revisie d1
jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068
Tabel 6.3 prijspeil 2009
BTW op Investeringen vrijverval gemalen bouwkundig 98 94 227 137 129 215 215 215 215 215 35 35 35 35 35 14 66 66 66 66 66 1.166 1.166 1.166 1.166 1.166 388 388 3 388 388 388 6 638 5 638 638 19 638 2 638 20 635 635 2 635 11 635 635 224 4 224 224 5 224 224 242 242 4 242 242 7 242 65 65 65 65 65 160 160 160 160 160 -
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 16)
Kapitaallasten van nieuwe investeringen TOTAAL (lineair, cumulatief) bedragen x 1000 vrijverval jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 Afschrijving Duur (jaar) Rente (%) CW t/m 2068 na 2068
@
Tabel 6.4 TOTAAL
prijspeil 2009
33,843 65,010 141,108 183,856 222,179 288,957 353,575 416,092 476,564 535,049 529,649 524,344 519,131 514,009 508,976 514,661 520,094 525,282 530,233 534,953 917,904 1.288,581 1.647,317 1.994,439 2.330,263 2.387,612 2.442,798 2.495,884 2.546,932 2.596,000 2.728,959 2.857,319 2.981,209 3.100,756 3.216,081 3.326,503 3.432,966 3.535,582 3.634,461 3.729,710 3.679,840 3.631,058 3.583,340 3.536,663 3.491,005 3.452,464 3.414,702 3.377,705 3.341,457 3.305,943 3.210,462 3.117,619 3.027,348 2.939,582 2.854,259 2.803,919 2.754,860 2.707,052 2.660,464 lineair 60 5,00
gemalen bouwkundig 4,706 4,556 4,410 4,268 4,130 3,996 3,865 3,738 3,615 3,495 3,378 3,264 4,265 4,122 3,984 6,071 7,568 7,318 13,741 13,814 20,093 19,437 19,323 22,346 21,610 20,894 21,571 20,851 21,784 21,052 20,339 19,646 20,345 19,647 21,452 20,713 19,995 19,297 18,619 17,960 17,320 16,698 16,093 15,506 14,936 lineair 60 5,00
58.369,764 11.887,218
264,900 66,553
persleiding mech/el 1,830 1,743 1,658 1,577 9,504 15,108 19,408 18,459 45,563 51,802 49,244 46,766 44,367 42,043 39,794 38,670 36,529 34,457 32,452 35,120 36,585 37,411 35,315 49,412 51,802 49,244 46,766 44,367 42,043 39,794 38,670 36,529 34,457 32,452 35,120 36,585 37,411 35,315 49,412 51,802 49,244 46,766 44,367 42,043 39,794 38,670 36,529 34,457 32,452 35,120 36,585 37,411 35,315 49,412 51,802 49,244 lineair 15 5,00
1.090,507 112,754
Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario:
c1
Filenaam:
GRP09-1.xls
22,925 22,194 21,484 20,792 20,120 19,466 18,830 18,211 17,610 17,024 16,705 16,144 15,598 15,168 14,649 14,305 18,869 18,227 18,535 17,898 17,279 24,508 23,674 22,863 22,075 24,134 23,299 22,488 23,016 22,208 21,598 20,830 20,084 19,358 23,244 22,414 21,607 20,823 20,062 28,259 27,256 26,281 25,334 24,414 26,511 lineair 60 5,00 461,584 122,311
mechanische riolering bouwkundig mech/el 14,172 2,614 25,644 2,531 31,835 2,450 53,907 2,371 55,332 2,295 76,892 2,220 94,007 2,147 121,717 2,077 141,959 2,008 163,839 1,941 155,544 1,877 165,732 1,814 157,087 1,752 148,717 1,693 142,640 1,635 142,857 1,578 141,903 1,524 138,263 1,470 144,062 1,419 138,415 1,368 144,600 1,320 148,647 1,272 159,167 1,226 165,854 1,181 173,879 1,138 164,946 1,096 166,781 1,055 158,071 1,015 149,638 0,976 142,640 0,939 142,857 0,902 141,903 0,867 138,263 0,832 144,062 0,799 138,415 4,247 144,600 4,105 148,647 3,967 159,167 3,832 165,854 3,701 173,879 6,896 164,946 6,667 166,781 6,444 158,071 6,227 149,638 7,275 142,640 7,030 142,857 26,487 141,903 42,557 138,263 55,841 144,062 58,763 138,415 79,430 144,600 105,621 148,647 137,590 159,167 168,425 165,854 211,680 173,879 204,822 164,946 229,010 166,781 221,539 158,071 214,272 149,638 lineair lineair 60 15 5,00 5,00 672,216 1.121,757
4.595,257 255,174
milieumaatregelen investering monitoring 13,725 11,438 27,994 10,893 27,100 10,366 26,230 9,854 25,384 9,359 24,561 8,880 23,761 8,415 22,982 7,966 22,225 7,531 21,489 7,110 20,773 6,702 20,077 6,308 19,400 5,927 18,742 5,558 18,103 5,201 17,481 11,438 16,877 10,893 16,289 10,366 15,718 9,854 15,164 9,359 14,625 8,880 14,101 8,415 13,592 7,966 13,098 7,531 12,618 7,110 12,152 6,702 11,699 6,308 11,259 5,927 10,832 5,558 10,418 5,201 10,015 11,438 9,624 10,893 9,245 10,366 8,877 9,854 8,520 9,359 8,173 8,880 7,837 8,415 7,511 7,966 7,194 7,531 6,887 7,110 6,590 6,702 6,301 6,308 6,021 5,927 5,750 5,558 5,487 5,201 5,232 11,438 4,985 10,893 4,746 10,366 4,514 9,854 4,289 9,359 4,072 8,880 3,861 8,415 3,657 7,966 3,460 7,531 3,269 7,110 3,084 6,702 2,905 6,308 2,732 5,927 lineair lineair 60 15 5,00 5,00 486,277 1,895
281,032 3,324
grondwater maatregelen investering verv. m/e 6,536 12,864 18,989 24,917 24,117 23,339 22,583 21,847 21,131 20,435 19,758 19,100 18,460 17,837 17,232 16,644 16,073 15,517 14,977 14,452 13,942 13,447 12,965 12,497 12,043 11,602 11,173 10,757 10,352 9,960 9,578 9,208 8,849 8,500 8,162 7,834 7,515 7,206 6,906 6,615 6,333 6,059 5,794 5,536 5,287 5,045 4,811 4,584 4,364 4,150 3,944 3,744 3,550 3,363 3,181 3,006 2,836 2,671 lineair lineair 60 15 5,00 5,00 437,995 2,497
Totaal 48,015 124,967 227,224 298,497 342,626 428,663 508,159 604,219 688,503 771,191 754,627 784,748 775,318 757,508 769,843 770,806 777,076 773,766 780,857 775,327 1.160,000 1.530,396 1.900,063 2.253,146 2.595,943 2.640,189 2.710,406 2.755,282 2.793,403 2.833,500 2.969,136 3.098,743 3.222,135 3.344,492 3.456,428 3.579,794 3.686,053 3.802,812 3.907,099 4.011,360 3.952,479 3.916,881 3.863,124 3.802,773 3.746,467 3.703,168 3.687,280 3.658,014 3.644,422 3.601,509 3.528,350 3.461,355 3.413,925 3.371,838 3.336,158 3.265,540 3.254,282 3.190,432 3.126,394
-
66.659,531 13.573,484
Projectnr:
264423
Datum:
21-aug-09
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 17)
Baten, excl. rioolrecht, Totaal
Tabel 6.5
bedragen x 1.000
Egalisatievoorziening jaar 2009 2009 5.662 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 Totalen 5.662 CW 5.662
Project: Scenario: @
Filenaam:
Verfijningsregeling nominaal prijspeil -
Baten 2 nominaal prijspeil -
GRP Leusden 2009 t/m 2013 c1 GRP09-1.xls
Baten 3 nominaal prijspeil -
Totaal nominaal 5.662 -
Totaal prijspeil 5.662 5.662 5.662
Projectnr: Datum:
264423 6-aug-09
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 18)
Eenheden basistarief (Totaal)
rekeneenheden 2009 12.148
jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 Totalen
@
Tabel 6.6
-
stijging buitengebied
12.148
Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario:
c1
Filenaam:
GRP09-1.xls
-
stijging Tabaksteeg 180 184 166 234 38
802
stijging nieuwbouw
stijging nieuwbouw
100 62
5 71 234 309
162
619
stijging 5
-
stijging 6
-
totaal eenheden 12.328 12.517 12.754 13.322 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 819.857
Projectnr:
264423
Datum:
6-aug-09
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 19)
Samenvatting Contante Waarde berekening (totaal) bedragen x 1.000
Tabel 6.7 Totaal
prijspeil 2009
Beschouwde periode
2009
t/m
2068
Lasten
Prijspeil
Contante waarde
Aandeel in totaal
ex BTW
BTW
ex BTW
BTW
EURO
Onderzoek ( totaal)
2.759
527
1.670
320
4,08
1,8%
Exploitatie ( totaal)
38.392
2.947
22.799
1.752
50,37
22,6%
2.058
391
1.692
322
4,13
1,9%
Vervanging en verbetering ( totaal)
119.535
22.712
65.454
13.076
161,12
72,4%
Overige milieumaatregelen ( totaal)
835
159
767
131
1,84
0,8%
Grondwatermaatregelen ( totaal)
400
76
438
72
1,05
0,5%
Kapitaallasten verleden ( totaal)
Totaal BTW Totaal lasten incl. BTW
26.811
15.672
190.789
108.493
222,60
100,0%
13.573
27,85
12,5%
kapitaallasten na het eindjaar niet meegenomen - effect:
Baten
Prijspeil ex BTW
Egalisatievoorziening (totaal)
BTW
Contante waarde ex BTW BTW
5.662
5.662
Verfijningsregeling (totaal)
-
Baten 2 (totaal) Baten 3 (totaal) Rioolheffing (totaal) Totaal Baten
Aantal heffingseenheden 2009 2014 2024 2068
%
Aandeel in totaal EURO % 11,62
5,2%
-
-
0,0%
-
-
-
0,0%
-
-
-
0,0%
185.127
102.832
210,98
94,8%
190.789
108.493
222,60
100,0%
12.328 13.731 13.731 13.731
De contante waarde van de inkomsten van de rioolheffing moet gelijk zijn aan de contante waarde van de te dekken kosten. De contante waarde van de rioolheffing kan worden bepaald door de sommatie van de jaarlijkse inkomsten uit de heffing: cwf(jaar n) * (hoogte heffing) * (aantal heffingseenheden) De vergelijking wordt dan: contante waarde lasten - contante waarde baten (excl rioolheffingen) = contante waarde rioolheffingen contante waarde lasten 108.493.075 contante waarde baten excl. rioolheffingen 5.661.532 contante waarde rioolheffingen 487.395 * R contante waarde kapitaallasten na beschouwde periode € 210,98 Hieruit volgt het kostendekkend rioolheffing totaal bij directe invoering per 2009 van Gehanteerd rentepercentage Gehanteerd inflatiepercentage
4,00% 2,00%
De berekende kostendekkende rioolheffing is gesteld op huidig prijspeil en dient jaarlijks te worden gecorrigeerd met inflatie
Project: Scenario: @
Filenaam:
GRP Leusden 2009 t/m 2013 c1 GRP09-1.xls
Projectnr:
264423
Datum:
26-okt-09
13/99093877/BU, revisie d1
Kostendekkingsberekening TOTAAL, trend lange termijn
via kapitaaldienst (lineaire afschrijving) CW rente prijspeil 2009 Inflatie
bedragen * 1.000 EURO, tenzij anders vermeld
jaar
Lasten excl. BTW nieuwe cum. nieuwe onderzoek investeringen kapitaallast en exploitatie
oude kap. lasten
642 1.050 1.586 1.046 812
48 125 227 298
524 670 654 715 720
161 158 150 123 108
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068
1.343 1.314 1.484 1.414 1.429 183 587 257 183 624 470 552 411 568 381 6.349 6.319 6.489 6.419 6.438 2.044 2.465 2.119 2.044 2.098 3.584 3.563 3.538 3.587 3.495 3.730 3.535 3.753 3.627 3.685 1.250 1.582 1.297 1.178 1.217 1.395 1.800 1.595 1.826 1.379 901 966 1.238 1.303 1.386 842 1.718 916 888 879
343 429 508 604 689 771 755 785 775 758 770 771 777 774 781 775 1.160 1.530 1.900 2.253 2.596 2.640 2.710 2.755 2.793 2.833 2.969 3.099 3.222 3.344 3.456 3.580 3.686 3.803 3.907 4.011 3.952 3.917 3.863 3.803 3.746 3.703 3.687 3.658 3.644 3.602 3.528 3.461 3.414 3.372 3.336 3.266 3.254 3.190 3.126
685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705 685 685 685 685 705
103 99 94 88 84 79 74 67 60 55 43 39 37 31 28 26 25 24 23 22 21 20 19 18 17 16 15 13 12 12 11 10 6 6 5 5 5 5 5 4 4 4 4 3 3 3 3 3 3 2 2 1 1 -
69.891
66.660
24.469
1.692
CW lasten CW baten CW na 2069
@
13.573 van investeringen t/m 2068 Project:
GRP Leusden 2009 t/m 2013
Scenario:
c1
Filenaam:
GRP09-1.xls
92.821
15.672 - van BTW t/m 2068
stijging in eur excl infl. corr
eenheden
mutatie A-B *)
rente voorz. 4,00%
saldo
€ € € € €
3,11 3,20 3,30 3,40
0,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0%
12.328 12.517 12.754 13.322 13.731
1.278 1.336 1.402 1.509 1.602
5.662 5.935 6.218 6.426 6.705
393 170 88 156 237
237 249 257 268
6.054 6.343 6.555 6.840 7.211
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
3,50 3,60 3,71 3,82 3,94 4,06 4,18 4,30 4,43 4,57 4,70 4,84 4,99 5,14 5,29 5,45 5,62 5,78 5,96 6,14 6,32 6,51 6,71 6,91 7,11 7,33 7,55 7,77 8,01 8,25 8,49 8,75 9,01 7,42 -
3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 3,0% 2,4% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731 13.731
1.650 1.699 1.750 1.803 1.857 1.913 1.970 2.029 2.090 2.153 2.217 2.284 2.352 2.423 2.496 2.570 2.648 2.727 2.809 2.893 2.980 3.069 3.161 3.256 3.354 3.455 3.558 3.665 3.775 3.888 4.005 4.125 4.249 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350 4.350
7.069 7.392 7.695 7.951 8.189 8.381 8.812 9.253 9.801 10.451 11.093 11.866 12.707 13.654 14.670 15.785 15.915 15.752 15.271 14.512 13.450 12.958 12.424 11.966 11.563 11.178 10.593 9.970 9.319 8.634 7.922 7.180 6.458 5.703 4.943 4.031 3.477 2.907 2.415 1.989 1.583 1.214 806 443 60 258427540640707773680678515281-
187 162 107 84 32 271 274 374 467 446 566 621 712 762 844 1834848061.0791.3747708047166506248218488638859009158808998901.029646650560483454408441386400325167106915653110 15 180 250 292
283 296 308 318 328 335 352 370 392 418 444 475 508 546 587 631 637 630 611 580 538 518 497 479 463 447 424 399 373 345 317 287 258 228 198 161 139 116 97 80 63 49 32 18 2 10172226283127272111-
7.539 7.849 8.110 8.353 8.549 8.988 9.438 9.997 10.660 11.315 12.103 12.961 13.928 14.963 16.100 16.233 16.067 15.576 14.803 13.719 13.217 12.672 12.205 11.794 11.402 10.805 10.169 9.506 8.807 8.080 7.324 6.587 5.817 5.041 4.112 3.546 2.966 2.464 2.029 1.614 1.239 822 452 61 2634365516537217886936925262860-
CONTANTE WAARDE LASTEN 2009-2068 108.493 na 2068 13.573 102.832 CW eind periode Kapitaallasten buiten periode zijn niet gedekt
BATEN 108.493
108.493 CW voorziening in 2009:
stijging in % excl infl. corr
Egalisatievoorziening dekking geindexeerde (B) stand vorig jaar
5.662
0-
Projectnr:
264423
Datum:
26-okt-09
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 20)
13/99093877/BU, revisie d1
2009 2010 2011 2012 2013
Tabel 6.8
4,00% alle bedragen (incl. tarief) in de toekomst met 2% per jaar indexeren 2,00% BTW-dekking 100% kostendekkingsperiode: 2009 t/m 2068
compensabele Baten Benodigde dekking Dekking subtotaal BTW excl heffing te dekken te dekken tarief excl BTW 100% en voorziening saldo (A) per eenheid excl infl. corr 103,65 685 200 885 € 71,80 € 106,76 876 290 1.167 € 93,20 € 929 386 1.315 € 103,08 € 109,96 113,26 1.065 287 1.353 € 101,53 € 1.126 239 1.365 € 99,40 € 116,66 120,16 1.131 332 1.463 € 106,52 € 1.212 325 1.537 € 111,97 € 123,76 1.286 357 1.643 € 119,66 € 127,48 131,30 1.377 342 1.719 € 125,21 € 1.477 348 1.825 € 132,91 € 135,24 139,30 1.535 107 1.641 € 119,53 € 1.513 183 1.696 € 123,51 € 143,48 147,78 1.536 119 1.655 € 120,54 € 152,21 1.520 103 1.623 € 118,22 € 1.517 190 1.707 € 124,29 € 156,78 161,48 1.497 154 1.651 € 120,25 € 1.494 169 1.663 € 121,12 € 166,33 171,32 1.498 142 1.640 € 119,46 € 176,46 1.490 171 1.661 € 120,94 € 1.513 139 1.652 € 120,28 € 181,75 187,20 1.486 1.268 2.754 € 200,55 € 1.869 1.262 3.131 € 228,06 € 192,82 198,60 2.238 1.294 3.533 € 257,30 € 2.607 1.281 3.888 € 283,16 € 204,56 2.979 1.288 4.267 € 310,78 € 210,70 217,02 3.301 449 3.750 € 273,12 € 3.344 529 3.873 € 282,09 € 223,53 230,24 3.414 463 3.877 € 282,35 € 3.458 449 3.906 € 284,49 € 237,14 244,26 3.515 463 3.978 € 289,68 € 251,59 3.534 741 4.275 € 311,36 € 3.669 737 4.406 € 320,86 € 259,13 266,91 3.796 732 4.528 € 329,76 € 3.919 741 4.660 € 339,36 € 274,91 283,16 4.061 727 4.788 € 348,68 € 291,66 4.152 768 4.920 € 358,29 € 4.274 731 5.005 € 364,50 € 300,41 309,42 4.377 771 5.148 € 374,91 € 4.493 747 5.240 € 381,64 € 316,84 316,84 4.617 762 5.379 € 391,75 € 4.701 295 4.997 € 363,89 € 316,84 4.642 359 5.001 € 364,18 € 316,84 316,84 4.606 304 4.910 € 357,62 € 4.552 282 4.834 € 352,04 € 316,84 316,84 4.512 293 4.805 € 349,91 € 4.435 323 4.758 € 346,51 € 316,84 316,84 4.392 400 4.791 € 348,94 € 316,84 4.375 361 4.736 € 344,94 € 4.346 405 4.751 € 345,99 € 316,84 316,84 4.352 324 4.676 € 340,52 € 4.289 229 4.518 € 329,03 € 316,84 316,84 4.216 241 4.457 € 324,59 € 316,84 4.149 293 4.441 € 323,45 € 4.101 305 4.406 € 320,89 € 316,84 316,84 4.079 325 4.403 € 320,69 € 4.023 217 4.240 € 308,82 € 316,84 316,84 3.951 384 4.335 € 315,72 € 3.940 231 4.171 € 303,75 € 316,84 3.875 226 4.101 € 298,64 € 316,84 316,84 3.831 228 4.059 € 295,59 €
Bijlage 3: Tabellen (Vervolg 21)
Samenvatting beheer maatregelen in de planperiode 2009-2013 bedragen in EURO, exclusief btw
Tabel 6.9 prijspeil 2009
2009
2010
2011
2012
2013
Totaal
Nieuwe investeringen Uitvoeren maatregelen H2S-vorming Vervanging mechanisch/elektrisch deel pompunits
40.000 124.000
106.000
65.000
35.000
537.000
177.178
351.137
625.537
90.826
402.895
1.647.573
52.456
67.994
97.429
88.868
9.653
316.400
130.685
46.693
35.109 177.210
25.026 312.993
122.556 15.352
182.691 682.933
Vervanging mechanisch/elektrisch deel gemaal Randweg/Schotskamp Vervanging+relining gemengde riolering Reparatie gemengde riolering Vervanging dwa riolering Reparatie rwariolering
16.000
Vervanging rwa riolering Reparatie rwa riolering
157.480
27.527
Aanleg randvoorziening Achterveld
260.779
205.354
16.000
95.354 30.707
225.000
Aanleg randvoorziening Leusden-Zuid
210.000
Monitoring, aanschaf meetsysteem
100.000
Totaal investeringen
207.000
641.799
95.354 681.847 225.000 210.000 100.000
949.351
1.486.064
946.067
711.517
4.694.798
10.000
10.000
10.000
10.000
6.000 24.500
6.000 24.500
6.000 24.500 35.000
6.000 24.500
5.000 10.000 5.000
10.000 5.000
10.000 5.000
10.000 5.000
40.000 30.000 98.000 35.000 3.000 5.000 15.000 20.000 5.000 40.000 20.000
83.500
55.500
90.500
75.500
311.000
Onderzoek Bijwerken revisiegegevens riolering Ad-hoc berekeningen/onderzoek Monitoring riooloverstorten Aanpasseen gemalenbeheersysteem Opstellen incidentenplan Onderzoek H2S-vorming Onderzoek benchmarking rioleringszorg Pilot project opsporen foutaansluitingen Actualiseren rioolaansluitverordening Actualiseren GRP Communicatie Onderzoek grondwaterproblemen Onderzoek waterpeil riolering
Totaal onderzoek
6.000
3.000 5.000 15.000 20.000
6.000
Grondwater Uitvoeren van grondwatermaatregelen
Totaal grondwater
-
-
100.000
100.000
100.000
100.000
400.000
100.000
100.000
100.000
100.000
400.000
46.200
231.000
Exploitatielasten budget riolen (0,07%) budget kolken (0,1%) budget pompunits drukriolering (0,75%) budget rioolgemalen (1%) uitbesteed werk
46.200
46.200
46.200
46.200
3.000
3.000
3.000
3.000
3.000
12.283
12.283
12.283
12.283
12.283
61.415
7.267
7.267
7.267
7.267
7.267
36.335
15.000
1.200
1.200
1.200
1.200
1.200
6.000
reiniging riolen periodiek
33.000
33.000
33.000
33.000
33.000
165.000
reiniging riolen speciaal reiniging gemalen
6.000 2.500
6.000 2.500
6.000 2.500
6.000 2.500
6.000 2.500
30.000 12.500
reiniging kolken machinaal
13.500
13.500
13.500
13.500
13.500
67.500
reiniging kolken handmatig
8.000
8.000
8.000
8.000
8.000
40.000
vuilverwerking
7.382
7.382
7.382
7.382
7.382
36.910
3.995
3.995
3.995
3.995
3.995
TV inspectie riolen (periodiek) excl. reinigen
15.000
15.000
15.000
15.000
15.000
75.000
TV inspectie riolen (incidenteel) incl.reinigen
Verrekening hkp milieustraat
7.500
7.500
7.500
7.500
7.500
37.500
Inspectie rioolgemalen (100%)
2.600
2.600
2.600
2.600
2.600
13.000
Inspectie pompunits drukriolering (50%) onderzoeken grondwaterproblemen
8.300 -
8.300 -
8.300 -
8.300 -
8.300 -
41.500 -
-
-
-
-
-
-
vergoedingen en bijdragen RIONED/KLIC
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
12.500
onderhoudscontracten
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
10.000 175.000
onderzoeken waterpeil riolering
19.975
energie
35.000
35.000
35.000
35.000
35.000
telefoonkosten
15.000
15.000
15.000
15.000
15.000
overige kosten
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
5.000
26.100
26.100
26.100
26.100
26.100
130.500
Verrekening kp RB Verrekening hkp tractie
252.697 6.038
312.697 6.038
312.697 6.038
312.697 6.038
312.697 6.038
1.503.485 30.190
Totaal exploitatie
518.062
578.062
578.062
578.062
578.062
2.830.310
160.638
157.849
149.971
122.974
108.325
699.757
Totaal bestaande kapitaallasten
160.638
157.849
149.971
122.974
108.325
699.757
1.326.499
1.868.762
2.369.597
1.837.603
1.573.404
8.975.865
Projectnummer: Datum:
264423 26-10-2009
Stelposten
75.000
Kapitaallasten
Totaal
@
Project: GRP Leusden 2009-2013 Scenario: c5
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 4
Uitgangspunten kostendekkingsberekening
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 4: Uitgangspunten kostendekkingsberekening
In deze bijlage zijn de uitgangspunten voor de berekening van de rioolheffing weergegeven. 1. Berekeningsmethode De rioolheffingsberekening wordt uitgevoerd met behulp van de contante-waarde-methode. Deze methode is geschikt om de effecten en de trend op langere termijn zichtbaar te maken. Met de contante-waarde-methode is een vergelijking van uitgaven en inkomsten in verschillende jaren mogelijk. De toekomstige uitgaven en inkomsten van elk jaar, in de periode 2009 t/m 2068, worden contant gemaakt naar 1 januari 2009. In de te verwachten inkomsten zit één onbekende: de hoogte van de benodigde inkomsten per aansluiting. Door de contante waarde van de te verwachten inkomsten gelijk te stellen aan de contante waarde van de te verwachten uitgaven, worden de kosten per aansluiting berekend. Voor toekomstige investeringen wordt in de contante-waardeberekening geen specifieke wijze van afschrijving of financiering verondersteld. De diverse afschrijvingsmethoden (lineair, afschrijving op annuïteitsbasis) verschillen onderling wel door een andere (boekhoudkundige) verdeling van lasten in de tijd, maar de contante waarde van de jaarlijkse lasten is in deze methoden steeds gelijk aan de contante waarde van de investeringen. Het inflatie- en rentepercentage worden gebruikt voor het contant maken van de toekomstige uitgaven en inkomsten. Dit gebeurt op de volgende wijze:
CW x (U j ) = U j ∗ (cwf ) waarbij: x Uj i r cwf CWx(Uj)
= = = = = =
( j− x)
(1 + i ) = U j ∗ (1 + r )
( j−x)
startjaar berekening uitgave in jaar (j) op prijspeil startjaar inflatie (in decimalen, bijvoorbeeld 0,02) rente (in decimalen, bijvoorbeeld 0,04) contante-waardefactor { = (1+i) / (1+r) } contante waarde in jaar x van investering U in het jaar j
2. Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) Bij het opstellen van het kostendekkingsplan wordt rekening gehouden met de richtlijnen uit het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). In de notitie riolering (juli 2007) van de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is een aantal richtlijnen geformuleerd op het terrein van de gemeentelijke rioleringstaak. Samengevat zijn de richtlijnen als volgt beschreven in de notitie: • Investeringen in het riool moeten worden geactiveerd, het gaat om investeringen met economisch nut (artikel 59 BBV). • Ter dekking van de kosten kan de Gemeente een riooltarief in rekening brengen. Het tarief mag maximaal kostendekkend zijn (op begrotingsbasis; artikel 229b Gemeentewet). • In het tarief kan een egalisatiebedrag meegenomen worden voor toekomstige investeringen. Egaliseren is mogelijk op grond van 44,1c BBV. De voorziening krijgt bij vorming uit het tarief het karakter van een 44,2-voorziening. • In het tarief mogen spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen worden meegenomen; • Bij realisatie van de vervangingsinvestering wordt deze voor het volle bedrag geactiveerd. Het opgespaarde bedrag aan spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen in de rioolvoorziening kan op het te activeren bedrag in mindering worden gebracht (afboeking in de balanssfeer). • Ook wanneer “idealiter” de jaarlijkse spaarbedragen precies gelijk zijn aan de jaarlijkse vervangingsinvesteringen moeten vanwege de wettelijke regels de “spaarbedragen” als last worden geboekt en wordt vervolgens de daarmee gevormde voorziening afgeboekt op de geactiveerde vervangingsinvesteringen. • Als een boekwaarde overblijft hoeft hierop niet te worden afgeschreven maar kunnen de spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen die in latere begrotingsjaren ontvangen worden gebruikt worden om de boekwaarde af te boeken. De Gemeente kan er ook voor kiezen om de kapitaallasten in het tarief op te nemen.
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 4: Uitgangspunten kostendekkingsberekening (Vervolg 1)
• Na inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken is de mogelijkheid vervallen om op basis van artikel 229b een kostendekkende retributie in rekening te brengen. Dan kan op basis van artikel 228a Gemeentewet een maximaal kostendekkende rioolbelasting worden geheven. De mogelijkheid van de specifieke spaarconstructie blijft bestaan. • de geraamde BTW mag worden meegenomen in de berekening van de tarieven. 3. Planningshorizon Bij de berekening van de rioolheffing is uitgegaan van een planningshorizon van 60 jaar: 2009 t/m 2068. Deze termijn is gekoppeld aan de technische levensduur van de rioleringsobjecten in Leusden. Binnen een periode van 60 jaar zijn alle objecten minimaal één maal vervangen. Het startjaar is 2009. Het prijspeil is vastgesteld op 1 januari 2009. 4. Inflatie Deze prijsindex is gebaseerd op de prijsontwikkeling van de lonen, materiaal en materieel die nodig zijn voor het aanleggen van een riolering binnen de bebouwde kom. Voor het kostendekkingsplan wordt uitgegaan van een inflatie van 2,0%. 5. Rentevoet Er is een rentevoet van 5,0% gehanteerd. Dit geldt voor de rente voor kapitaalsinvesteringen. De rente voor de tariefegalisatievoorziening bedraagt 4%. Sterke wijziging van de rente in de komende jaren, kan aanleiding zijn de berekeningen te herzien. 6. Prijspeil Alle in het GRP genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2009, inclusief van toepassing zijnde bijkomende kosten uitvoering, winst en risico, voorbereiding, honorarium en toezicht en exclusief BTW. 7. Eenheidsprijzen De gehanteerde eenheidsprijzen voor de berekening van de kosten voor vervanging van de vrijvervalriolering zijn gebaseerd op informatie van leveranciers en het MISSET-prijzenbestand. Voor de berekening van de investeringskosten van de overige rioleringsobjecten is gebruik gemaakt van de module ‘Kostenkengetallen rioleringszorg’ (D1100), van de Leidraad Riolering. Bij vervanging van de riolering komen alle kosten voor het opbreken en het opnieuw aanbrengen van de wegverharding ten laste van de rioleringszorg. 8. Staartkosten Voor de staartkosten zijn de volgende waarden gehanteerd: uitvoeringskosten 10% (inrichting werkterrein, uitzetwerkzaamheden), algemene kosten, winst en risico 12%, voorbereiding, honorarium en toezicht 15%. Er is geen rekening gehouden met de post ‘onvoorzien’. 9. Kostendekkendheid De berekende rioolheffing mag maximaal 100% kostendekkend zijn (over 60 jaar). Volgens artikel 228a van de Gemeentewet kan de Gemeente kiezen voor één heffing voor de totale kosten van de zorgplichten of twee aparte heffingen: één voor de kosten van de afvalwaterzorgplicht en één heffing voor de zorgplichten voor hemel- en grondwater. In het GRP wordt één tarief berekend voor de totale kosten voor de rioleringszorg. 10. Indexering rioolheffing Het in het GRP berekende tarief moet jaarlijks met de optredende inflatie worden geïndexeerd. Dit wordt jaarlijks bij de vaststelling van de gemeentebegroting afgehandeld. 11. Afschrijvingsmethode Voor afschrijving wordt de lineaire methode toegepast.
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 4: Uitgangspunten kostendekkingsberekening (Vervolg 2)
12. Afschrijvingstermijnen Onderscheid wordt gemaakt in de technische en de economische afschrijvingstermijn. De technische afschrijvingstermijn (levensduur) heeft grote invloed op de hoogte van de rioolheffing. De economische afschrijvingstermijn is van invloed op het verloop van de lasten in de tijd, maar in de contante waarde methode, niet op de hoogte van het kostendekkend tarief. De technische en economische afschrijvingstermijnen mogen afwijken. Volgens de richtlijnen uit de BBV, moeten de afschrijving en de afschrijvingstermijn zo goed mogelijk aansluiten op de feitelijke waardedaling van de vrijvervalriolering. Het voorzichtigheidsbeginsel leidt ertoe dat, indien de technische levensduur korter is dan de economische levensduur, afgeschreven moet worden op basis van de technische levensduur. De in de berekening gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn weergegeven in tabel B.1. De hierin vermelde technische levensduur is de gemiddelde levensduur van de rioleringsobjecten in Leusden. Tabel B.1
Overzicht gehanteerde afschrijvingstermijnen (jaar)
Object
afschrijvingstermijn technisch
economisch
40-60
60
bergbezinkvoorzieningen
60
60
gemalen – bouwkundig
60
60
gemalen – mechanisch / elektrisch
15
15
Persleidingen
60
60
drukriolering – bouwkundig
60
60
drukriolering – mechanisch / elektrisch
15
15
grondwatermaatregelen
60
60
vrijvervalriolen
13. Tariefegalisatievoorziening In overeenstemming met de BBV wordt gebruik gemaakt van een tariefegalisatievoorziening, om ongewenste schommelingen in de rioolheffing te voorkomen (art. 43, lid 1b). De voorziening wordt gevormd voor kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt. Dit leidt tot een gelijkmatige verdeling van de lasten voor de burger, over een aantal begrotingsjaren. Er wordt rente via de resultaatsbestemming aan de tariefegalisatievoorziening toegevoegd. Artikel 45 van het BBV bepaalt dat rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn toegestaan, mits deze zijn gewaardeerd tegen contante waarde. De contante-waarde-methode gaat er van uit dat rentetoevoeging aan de tariefegalisatievoorziening noodzakelijk is om de voorziening op voldoende niveau te houden. Gedurende de planningshorizon van het GRP mag de tariefegalisatievoorziening niet negatief worden. 14. Doorlopende kapitaallasten ná 2068 In de berekening van de rioolheffing is geen rekening gehouden met het doorlopen van de kapitaallasten ná 2068. 15. Rioolheffing en BTW De geraamde BTW op zowel goederen als diensten en investeringen mogen in het riooltarief worden meegenomen. Het product riolering is BTW-compensabel, BTW kan volledig worden gecompenseerd. In dit GRP zijn alle bedragen exclusief BTW weergegeven. Het uiteindelijke tarief is inclusief BTW. De BTW-component is wel overal apart aangegeven. 16. Nieuwe investeringen voor nieuwbouw Nieuwe investeringen voor nieuwbouw worden niet verrekend via de rioolheffing maar via de grondexploitatie. Herinvesteringen komen wel ten laste van de rioolexploitatie. 17. Straatvegen De kosten van straatvegen worden in Leusden voor 50% toegerekend aan de rioleringszorg.
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 5
Woordenlijst
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 5: Woordenlijst
De woorden en verklaringen in deze lijst zijn (voor een groot deel) afkomstig uit de NEN 3300 Buitenriolering Termen en definities en de publicatie “Ontwatering in stedelijk gebied”. AFKORTINGEN AMvB BBB BBL BRP GRP bob CUWVO DWA HWA IBA NEN NPR RWA RWZI Wm Wvo
Algemene Maatregel van Bestuur bergbezinkbassin bergbezinkleiding basisrioleringsplan gemeentelijk rioleringsplan binnenonderkant buis coördinatiecommissie uitvoering Wet verontreiniging oppervlaktewateren droogweerafvoer hemelwaterafvoer installatie voor individuele behandeling van afvalwater Nederlandse norm Nederlandse praktijkrichtlijn regenweerafvoer rioolwaterzuiveringinrichting Wet milieubeheer Wet verontreiniging oppervlaktewateren
TERMEN EN DEFINITIES stedelijk afvalwater en hemelwater aangroei
verzameling van organismen die zich op de buiswand hebben vastgehecht of in slierten aan de buiswand hangen
aansluitvergunning
vergunning op grond van de aansluitverordening en de Wvo die wordt afgegeven door het zuiveringsschap voor de aansluiting op de rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI)
aantasting
een wijziging van de structuur van de buiswand als gevolg van (bio)chemische of mechanische processen
afkoppelen
het niet meer inzamelen en naar de RWZI transporteren van hemelwater
afvalwater
alle water waarvan de houder zich met het oog op de verwijdering daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen (opmerking: hieronder wordt dus ook afvloeiend regenwater begrepen)
afvoerend oppervlak
het naar de riolering afwaterende oppervlak
afzetting
aankoeking van slib, vet en kalk op de buiswand; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur
basisinspanning
Term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren
basisrioleringsplan
voor een Wvo of aansluitvergunningaanvraag opgesteld document (tekening + toelichting en berekeningen) met de huidige situatie van de riolering en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen
beheer
zie rioleringsbeheer
bemalingsgebied
een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt verwijderd
beoordelen
het toetsen van een parameter aan de bijbehorende maatstaf en het geven van een oordeel over de uitkomsten van de toetsing
bergbezinkkelder
reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden
berging
de inhoud van de riolering uitgedrukt in m3 of mm/ha
bergingsverlies
de vermindering van berging door permanente vulling in de riolering als gevolg van verzakkingen
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 5: Woordenlijst (Vervolg 1)
beslisboom aan- en afkoppelen verhard oppervlak
hulpmiddel voor gemeenten en particulieren om verantwoorde beslissingen te nemen bij het aan- en afkoppelen van verhard oppervlak in WestNederland op wijk- en straatniveau
classificatie
de indeling van toestandsaspecten in klassen
controleren
controle, toezicht houden op (bijvoorbeeld op de naleving van voorschriften, op het beheer van een zaak, op de werking van een machine
dg DIALOG Riolering
computerprogramma voor rioleringsbeheer
droogweerafvoer (dwa)
de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd
drukriolering
riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen
dwa-rioolstelsel
zie vuilwaterrioolstelsel
emissiespoor
onderdeel van het tweesporenbeleid van waterkwaliteitsbeheerders gericht op het tot een bepaald niveau terugbrengen van de emissies (vuiluitworp) uit een rioolstelsel, ongeacht de werkelijke waterkwaliteit
externe overstort
rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel, meestal op oppervlaktewater
gemengd rioolstelsel
rioolstelsel, waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door 1 leidingstelsel wordt getransporteerd
gescheiden rioolstelsel
rioolstelsel, waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd
hydraulisch
waarbij van de leer van de praktische toepassing van waterbeweging gebruik wordt gemaakt
hydraulische berekening
het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel
ingrijpmaatstaf
grenstoestand waarbij ingrijpen in de actuele toestand noodzakelijk is en waarbij maatregelen moeten worden opgesteld
inhangend voegmateriaal
voegmateriaal (kit, bitumineuze profielstrip) dat uit de voeg in het doorstroomprofiel is gezakt of gedrukt
inhangende rubberring
een niet gescheurde rubberring die zichtbaar is of een gescheurde rubberring waarvan een gedeelte in het doorstroomprofiel hangt
inspectie
het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand
lekkage
het intreden of uittreden van water via voegen, scheuren, langs inlaten of door de buiswand
maatstaf
grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan
obstakels
voorwerpen in het riool die geen functie in rioleringstechnische zin hebben en geen deel uitmaken van een normale afvalwaterstroom
onderhoud
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt
onderzoek
het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering
overstorting
de lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater
overstortput
rioolput voorzien van een overstortdrempel
pompovercapaciteit
(poc) het deel van de pompcapaciteit dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer
randvoorziening
vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel die als doel
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 5: Woordenlijst (Vervolg 2)
heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen regenwaterriool
riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag
regenwaterrioolstelsel
rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag
renovatie
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een ingrijpende toestandswijziging wordt doorgevoerd; evenaren technische staat van nieuwaanleg
reparatie
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een beperkte toestandswijziging wordt doorgevoerd
riolering
het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater
rioleringsbeheer
zorg voor het functioneren van de buitenriolering
riool
samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater
rioolput
constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg)
rioolwaterzuiveringsinrichting
het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater (RWZI)
rwariool
zie regenwaterriool
rwarioolstelsel
zie regenwaterrioolstelsel
scheuren
het geheel van scheuren, barsten en breuken
verbeterd gescheiden rioolstelsel
gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grotere regenbuien naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilde deel van de neerslag wordt 'geborgen' in de riolering en naar de zuivering afgevoerd.
verbeteren
het aanpassen van het oorspronkelijke functioneren
vervangen
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst
visuele inspectie
het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren van de toestand
vrijvervalriool
riool waardoor afvalwater door middel van de zwaartekracht wordt getransporteerd
vuilemissie
zie vuiluitworp
vuiluitworp
het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel op het oppervlaktewater via overstorten . Hierbij kan gedacht worden aan biologisch afbreekbare stoffen die bij afbraak in het water zuurstof verbruiken (BZV), aan stikstof en fosfaten en aan zware metalen
vuilwaterriool
riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag
vuilwaterrioolstelsel
rioolstelsel voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag
Waarschuwingsmaatstaf
grenstoestand waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek nodig is
wadi
systeem voor hemelwater afvoer door drainage en infiltratie
waterkwaliteitsdoelstelling
doelstelling voor de kwaliteit van een oppervlaktewater nodig om dat water een bepaalde functie te kunnen laten vervullen
water op straat
het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau
wateroverlast
het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 5: Woordenlijst (Vervolg 3)
schade wordt ondervonden wortelingroei
de wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid
zandinloop
het intreden van zand via buisverbindingen of scheuren
zand en vuilophoping
opgehoopt materiaal met een losse structuur
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 5: Woordenlijst (Vervolg 4)
TERMEN EN DEFINITIES grondwater Afsluitende laag:
Laag in de bodem die zo wordt genoemd vanwege zijn eigenschap dat hij grondwater slecht doorlaat.
DINO
Digitale Informatie Nederlandse Ondergrond, een direct benaderbare databank voor grondwatergegevens in beheer bij TNO Grondwater en Geo-Energie in Delft
Doorlatendheid
Het vermogen van de grond om water en/of lucht door te laten
Drainage
De afvoer van water over en door de grond en door het waterlopenstelsel
Drooglegging
De afstand tussen het oppervlaktewaterpeil en het maaiveld
Freatisch grondwater
Het grondwater in de bovenste bodemlaag, dat (indirect) in contact staat met de atmosfeer. De freatische grondwaterstand is een andere term voor grondwaterspiegel
Geohydrologie
De leer van de grondwaterstroming en de -dynamiek in samenhang met de structuur en de opbouw van de ondergrond.
GHG
Gemiddeld hoogste grondwaterstand. Dit is het gemiddelde van de drie hoogste grondwaterstanden van de afgelopen 8 jaren, gebaseerd op maandelijkse metingen.
Grondwater
Water beneden het grondoppervlak, meestal beperkt tot het water beneden de Grondwaterspiegel
Grondwaterisohypse
Hoogtelijn voor de grondwaterstand of voor de stijghoogte van het grondwater. Een grondwaterisohypsenkaart geeft met lijnen (isohypsen) punten aan met gelijke stijghoogte. De kaart geeft onder andere informatie over de stromingsrichting van het grondwater
Grondwateronderlast
Problemen die zich voordoen als gevolg van lage grondwaterstanden. Bijvoorbeeld aantasting van houten funderingen als gevolg van droogstand
Grondwateroverlast
Wateroverlast door hoge grondwaterstanden. Bijvoorbeeld plasvorming op binnenterreinen of vocht in kruipruimten
Infiltratie
Intreding van water in de bodem
Kruipruimte
Ruimte onder de beganegrondvloer in gebruik voor het bereiken van leidingen voor inspectie, onderhoud of reparatie, en voor ventilatie van de vloer en eventuele houten constructiedelen onder de woning
Kwel
Het uittreden van grondwater
Ontwatering
De afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een stelsel van grote waterlopen, met als functie afwatering
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 5: Woordenlijst (Vervolg 5)
Ontwateringsdiepte
De afstand tussen de hoogste grondwaterstand tussen twee ontwateringsmiddelen (sloot, drain) en het maaiveld.
Onverzadigde zone
Deel van de grond boven de grondwaterspiegel, waarin de bodemporien zowel water als lucht bevatten. De verzadigde zone is het deel waar de poriën geheel gevuld zijn met water.
Opbolling
Het maximale hoogteverschil tussen de grondwaterspiegel en de waterstand in de drainagebuizen en/of watergangen
Peilbuis
Algemene term voor een buis of soortgelijke constructie met een kleine diameter waarin een grondwaterstand c.q. stijghoogte kan worden gemeten
REGIS
Regionaal Geohydrologisch Informatiesysteem, een interactief informatiesysteem dat beschikt over voor het waterbeheer relevante en actuele gegevens. REGIS wordt beheerd door TNO.
Stijghoogte
Hoogte boven een referentievlak tot waar het water in een peilbuis stijgt. Deze stijghoogte is afhankelijk van de druk van het grondwater ter plaatse van de opening onder in de peilbuis
Wadi
Voorziening voor de opvang, berging en afvoer van neerslag. In een komvormige greppel kan het regenwater infiltreren. Vervolgens kan infiltratie naar het grondwater plaatsvinden of afvoer via een drain.
Zetting
Bodemdaling als gevolg van inklinking, van krimp, door de bouw van kunstwerken, het ophogen van de grond of het aanbrengen van andere materialen
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 6
Referenties
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 6: Referenties
1. Leidraad Riolering; Stichting RIONED en ministerie van VROM; onder redactie van W.A. Faber, met medewerking van A.J.H. de Beaufort [et al]; Samson Tjeenk Willink, Alphen aan den Rijn, 1992; • module “inhoud en opzet gemeentelijk rioleringsplan”; A1050; • module “doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden”; A1100; • module “Personele aspecten van de rioleringszorg”; D2000. 2. Nederlandse Praktijkrichtlijn Buitenriolering Beheer, NPR 3220, Nederlands Normalisatie Instituut, 2e druk, 1994. 3. NEN 3399:2004, Buitenriolering - classificatie systeem bij visuele inspectie van objecten, NNI, januari 2004. 4. NEN 3398:2004, Buitenriolering - Onderzoek en toestandsbeoordeling van objecten, NNI, januari 2004; (vervangt NPR 3398:1992, NEN 3398: 2003 Ontw.) 5. Voorstel toerekeningssystematiek kosten voor vuilwater- en regenwaterafvoer, VROM oktober 2005 6. Gemeentelijk rioleringsplan Leusden 2004-2008, gemeente Leusden mei 2004
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 7
Bemalingsgebieden riolering Leusden
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 7: Bemalingsgebieden riolering Leusden
GM06
BEMALINGSSCHEMA
Gemeente
RWZI
Amersfoort
Amersfoort
H002 Achterveld - kern Gemaal RU08 Pc: 135 m3/uur
VG05
Tankwerkplaats Defensie
GM02 Achterveld-oost Gemaal Kerkdijk Pc: 70 m3/uur
Stoutenburg Gemaal Hessenweg Pc: 15 m3/uur
t Vliet Gemaal Groepsekom Pc: 45 m3/uur
VG03
VG04
t Spieghel Gemaal Spieghelweg Pc: 15 m3/uur
De Horst Gemaal Groene Zoom Pc: 55 m3/uur GM01 Hamersveld west Gemaal Zwarteweg Pc: 80 m3/uur
H001 VG06
LEUSDEN - CENTRUM
Valleisportpark Gemaal 't Sluisje Pc: 15 m3/uur
Gemaal RU09 Pc: 1150 m3/uur VG02 Groenhouten Gemaal Groenhouten zuid Pc: 30 m3/uur
GM05 Buiningsportpark Gemaal Bavoortseweg Pc: 15 m3/uur
VG01 Hamershof Gemaal Hertenhoeve Pc: 40 m3/uur
VG10 Tabaksteeg Gemaal De Hank Pc: 25 m3/uur
GM03 Schutterhoeflaan Gemaal Schutterhoeflaan Pc: 18 m3/uur
VG07 Claverenblad/Wildenburg Gemaal Kuperssingel Pc: 130 m3/uur
AW01
GM04
H003
VG08
Waterloo Gemaal Waterlooweg Pc: 10 m3/uur
Bavoort Gemaal Treekerweg Pc: 24 m3/uur
Kern Leusden - Zuid Gemaal Van Diepenh. Scheltuslaan Pc: 200 m3/uur
Ambachtsweg Gemaal Ambachtsweg Pc: 25 m3/uur
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 7: Bemalingsgebieden riolering Leusden (Vervolg 1)
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 8
Reacties van derden
13/99093877/BU, revisie d1
Bijlage 8: Reacties van derden
13/99093877/BU, revisie d1