Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Utrecht

Stadswerken

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Utrecht 2011-2014

www.utrecht.nl

Achtergronddocument

1/58

Stadswerken

Achtergronddocument Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2014

2/58

Stadswerken


Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 De thema's in dit Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan

1.1 Inleiding 1.2 De thema's voor 2011-2014 1.3 Leeswijzer

5 7 8

Hoofdstuk 2 Terugblik en vooruitblik per thema

2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7

Waterkwaliteit Hemelwaterzorgplicht Grondwaterzorgplicht Klimaatontwikkeling Samenwerken Beheer en onderhoud Gegevensbeheer

9 16 20 27 30 32 44

Hoofdstuk 3 Middelen en kostendekking

3.1 3.2 3.3 3.4 3.5

Inleiding Personeel en organisatie Financiën Inkomsten Kostendekking

Hoofdstuk 4 Literatuur

48 48 49 52 54

57

Bijlagen

Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Beleidskader Afkortingen en begrippen Evaluatie maatregelen GRP 2007-2010 Systeembeschrijving huidige situatie riolering en drainage en Tabel overstorten en hemelwateruitlaten Beheerkaart oppervlaktewater Grondwatermeetnet en isohypsen Inzameling van hemelwater en grondwater Maatregelen waterkwaliteit Maatregelen overige doelstellingen Kwaliteitsbeeld vrijvervalriolering Uitgaven, inkomsten, kostendekking Kostenkentallen rioolvervanging

59 67 71 77 79 81 83 85 87 89 92 94

3/58

Stadswerken


4/58

Stadswerken


1 De thema's in dit Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 1.1 Inleiding Dit achtergronddocument hoort bij het vijfde Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) voor Utrecht. Dit plan beschrijft de invulling van de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater, het is daarmee het eerste verbrede GRP voor de gemeente Utrecht. Ook de wijze van beheer van het gemeentelijke oppervlaktewater in Utrecht wordt beschreven, omdat het oppervlaktewater een belangrijke bijdrage levert aan de afvoer en verwerking van hemelwater en het reguleren van de grondwaterstand. Het plan voldoet aan alle wettelijke eisen die aan een Gemeentelijk Rioleringsplan worden gesteld. Dit plan kan tevens gezien worden als de opvolger van het Gemeentelijk Waterplan Utrecht 2004-2008, aangezien alle thema's uit dat plan ook hier aan de orde komen. Tevens is het uitvoeringsprogramma van het Gemeentelijk Waterplan 2004-2008 zo goed als afgerond. Groot verschil is echter dat het Gemeentelijk Waterplan Utrecht 2004-2008 een gezamenlijk product was van de zes water(semi-)overheden in Utrecht, terwijl dit verbreed GRP alleen het gemeentelijke beleid beschrijft.

Doelstellingen De gemeente staat voor een schone, hele en veilige openbare ruimte. Voor water betekent dit: een veilige inzameling van afvalwater, zonder risico's voor de volksgezondheid en het milieu; het inzamelen en verwerken van hemelwater zonder dat er wateroverlast optreedt; het voorkomen en verminderen van grondwateroverlast; het realiseren van veilig en chemisch en ecologisch gezond oppervlaktewater waarlangs het goed wonen, werken en recreëren is.

• • • •

Successen in de afgelopen jaren In de afgelopen vier jaar lag het accent op het verminderen van de lozingen van (verdund) afvalwater op het oppervlaktewater. Hiertoe zijn de lozingen op oppervlaktewater verminderd, ongerioleerde percelen aangesloten, bergbezinkbassins gebouwd en is veel verhard oppervlak afgekoppeld. Door problemen met de bovengrondse inpassing zijn er nog niet zoveel bassins gerealiseerd als gepland. De vuilemissie zal daarom niet voor 1 januari 2013 voldoende zijn verminderd. Daarnaast is beleid ontwikkeld en uitgevoerd om hemelwater daar te verwerken waar het valt en om bestaande grondwateroverlast op te lossen en nieuwe te voorkomen. Tot slot is door een intensief inspectie- en monitoringsnetwerk veel meer inzicht gekregen in het daadwerkelijk functioneren van riolering, grondwater en oppervlaktewater. Hierdoor zijn we in staat beheer en onderhoud veel effectiever en efficiënter uit te voeren.

Ambities Nu de maatregelen in het kader van de basisinspanning voor het reduceren van de emissie vanuit gemengde riolering bijna voltooid zijn, verlegt de ambitie van de Gemeente Utrecht zich. Recent onderzoek van de Utrechtse oppervlaktewateren leert dat de chemische kwaliteit over het algemeen matig is. De watergangen zien er vaak ook niet aantrekkelijk uit en de hoeveelheid en de variatie in planten en diersoorten is gering. In de komende planperiode willen 5/58

Stadswerken


we de waterkwaliteit samen met de waterschappen verder verbeteren door de inrichting en doorstroming van watergangen te verbeteren en daar waar nodig lozingen verder terug te dringen. Verder zetten we onze intensieve inspectie- en monitoringstrategie voort, net als de intensieve samenwerking met de waterpartners, zodat we nog doelmatiger ons beheer en onderhoud uit kunnen voeren. We bereiden ons voor op klimaatverandering door de strategie die we hebben gekozen om wateroverlast door heviger buien te voorkomen, te gaan uit voeren. We willen lozingen op oppervlaktewater voorkomen door in nieuwbouwwijken afvalstromen aan de bron te scheiden.

Wettelijk kader De waterwetgeving is in de afgelopen jaren grondig herzien. De eerste stap in de vernieuwing was op 1 januari 2008 de inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. Daarin wordt onder meer de gemeentelijke afvalwaterzorgplicht vervangen door drie specifieke zorgplichten: voor stedelijk afvalwater, voor afvloeiend hemelwater en voor grondwater. In samenhang daarmee zijn ook de Gemeentewet en de Wet milieubeheer (Wm) aangepast. In de Gemeentewet is het rioolrecht verbreed tot een rioolheffing met een bestemmingskarakter. Van deze belasting zijn de opbrengsten bestemd voor het uitvoeren van de zorgplichten door de gemeente. De Wm regelt de verbreding van het Gemeentelijk Rioleringsplan met beleid voor de invulling van de zorgplichten voor inzameling van overtollig gronden hemelwater. In het GRP worden zowel de financiële gevolgen als de milieugevolgen beschreven van de keuzes, die bij de invulling van de gemeentelijke zorgplichten worden gemaakt. De Wm geeft de gemeente ook een nieuwe mogelijkheid om per verordening regels en/of een termijn te stellen aan de aanbieding van hemelwater of grondwater door perceelseigenaren en om een voorkeursvolgorde voor het omgaan met hemelwater vast te leggen. In 2009 is een achttal waterwetten, waaronder de Wet op de waterhuishouding en de Wet op de gemeentelijke watertaken, samengegaan in de Waterwet. In bijlage 1 wordt het wettelijk kader uitgebreider beschreven. De regelgeving voor lozen op de riolering of water en bodem is ook herzien en de formele verdeling van verantwoordelijkheden is vernieuwd en verankerd in de nationale wetgeving (Waterwet en AMvB's). De nieuwe lozingsregelgeving betekent dat de Wvo-vergunningen verdwijnen en dat er samengewerkt wordt met de andere waterbeheerders, zoals waterschappen en Rijkswaterstaat, op basis van afspraken. Lozing is voortaan toegestaan zonder vergunning als het stelsel voorkomt op het overzicht van voorzieningen voor inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater. Randvoorwaarde daarbij is dat dit overzicht van voorzieningen en de wijze van beheer van de voorzieningen in het GRP vastgelegd worden. De afspraken kunnen vastgelegd worden in een afvalwaterakkoord tussen gemeente en waterkwaliteitsbeheerder. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) eist dat de chemische en ecologische toestand van het water een goede kwaliteit weerspiegelt. Voor de grotere wateren in Utrecht, de zogenaamde waterlichamen, zijn daarom maatregelen vastgesteld een goede waterkwaliteit te realiseren. Voor het behalen van de doelen geldt een resultaatsverplichting, de streefdatum daarvoor is 31 december 2015, maar uitstel van deze termijn tot uiterlijk 2027 is mogelijk. Voor de overige wateren, de wijkwatergangen, hebben Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) en gemeente Utrecht ook de gezamenlijke ambitie om de waterkwaliteit de verbeteren. Hiervoor geldt echter geen resultaatsverplichting.

Scope Het GRP beschrijft op basis van de huidige situatie van de riolering en het waterbeheer en de recente beleidsontwikkelingen wat er in de planperiode nodig is om op de lange termijn de doelstellingen te realiseren, en hoe de kosten daarvoor gedekt worden. Ook het wettelijk verplichte overzicht van riooloverstorten is opgenomen. Parallel aan het verbreed GRP wordt ook een Basisrioleringsplan (BRP) opgesteld. In het Basisrioleringsplan Utrecht 2011-2014 wordt op basis van een herberekening van de vuilemissie bepaald wat de actuele vuilemissie uit het rioolstelsel is. De laatste te nemen maatregelen in het kader de basisinspanning worden in dat rapport ook onderbouwd vanuit de toestand en het functioneren van de systemen. In het BRP wordt ook een planning gegeven voor deze maatregelen, hierover wordt apart overleg gevoerd met de kwaliteitsbeheerders. In dit GRP wordt het gronden hemelwaterbeleid vastgelegd. In de komende planperiode worden de regels over hoe wij verwachten dat perceelseigenaren met hemelwater en grondwater omgaan in een hemel- en grondwaterverordening opgenomen. Deze wordt gecombineerd met de nog te herziene aansluitingsverordening, waardoor er per saldo geen uitbreiding van de gemeentelijke regelgeving plaatsvindt. 6/58

Stadswerken


Grondwaterkwaliteitsaspecten komen in dit plan aan bod als randvoorwaarde voor het lozingenbeleid. De grondwaterkwaliteit wordt beheerd door Stadsontwikkeling, afdeling Milieu en Duurzaamheid: in het Milieubeleidsplan wordt het beheer beschreven.

Geldigheidsduur In Utrecht is de planperiode voor rioleringsplannen op vier jaar gesteld, in het ritme van de bestuursperioden. Dit GRP geldt van 2011 tot en met 2014.

Procedure De gemeenteraad stelt het GRP vast. De Wet milieubeheer vereist betrokkenheid van gedeputeerde staten en waterbeheerders en zuiveringsbeheerders. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, Rijkswaterstaat beheren watergangen, de rioolwaterzuiveringen en de waterkwaliteit in de gemeente Utrecht. Deze partijen en de provincie Utrecht zijn betrokken bij de totstandkoming van dit plan, ze hebben hun reacties gegeven op het concept en het ontwerp van het achtergronddocument

1.2 De thema's voor 2011- 2014 De thema's in dit Verbreed GRP volgen uit de recente beleidsontwikkelingen met betrekking tot water én uit de noodzaak de zorgplichten doelmatig uit te voeren en zo de maatschappelijke kosten laag te houden. De figuur schetst de samenhang tussen de thema's. De gemeentelijke zorgplichten voor transport van afval-, hemel- en voor grondwater staan centraal. De bescherming van de waterkwaliteit is een van de doelen bij het uitvoeren van de zorgplichten. Klimaatontwikkeling raakt aan alle zorgplichten, Utrecht moet zich daarop voorbereiden. De samenwerking met andere waterbeheerders is van belang om de gemeentelijke taken doelmatig uit te kunnen voeren, zowel in het watersysteem als in de waterketen. Om de gemeentelijke systemen voor inzameling en transport van water in stand te houden en deze goed te laten functioneren is een onderhouds- en beheerstrategie nodig. Goed gegevensbeheer is daarvoor een randvoorwaarde. De thema's in het Verbreed GRP 2011-2014 en hun samenhang Thema's vanuit de beleidsontwikkelingen Waterkwaliteit; Hemelwaterzorgplicht; Grondwaterzorgplicht; Klimaatontwikkeling .

• • • •

Thema's vanuit doelmatigheid Samenwerken; Beheer en onderhoud; Gegevensbeheer.

• • •

7/58

Stadswerken


1.3 Leeswijzer

Thema's Hoofdstuk 2 blikt voor elk thema terug op wat er gedaan is in de periode 2007-2010. We kijken vooruit naar wat we in de komende periode moeten doen vanuit wetgeving en beleid. Daarnaast hebben we onze eigen ambities: we beschrijven per thema wat we op de lange termijn willen bereiken met water in Utrecht. Uit deze opgaven volgt wat we in de periode 2011-2014 gaan doen. Ook beschrijven we hoe we tussentijds en aan het eind van de periode de voortgang meten. Hoofdstuk 3 verantwoordt de kosten, de inkomsten en de kostendekking voor de planperiode. Bijlagen In de bijlagen is een overzicht van de recente beleidsontwikkelingen (Bijlage 1) en een lijst met veel voorkomende begrippen en afkortingen (Bijlage 2) opgenomen. Bijlage 3 geeft een evaluatie van de in het vorige GRP gestelde doelen en van de uitvoering van de daarin opgenomen maatregelen. De bijlagen 4 t/m 9 bevatten kaarten: Bijlage 4 toont de rioolen drainagestelsels en alle voorzieningen. Per leiding is weergegeven welk soort water (afvalwater, hemelwater, grondwater of oppervlaktewater) wordt getransporteerd en naar welk systeem het water naar toe wordt afgevoerd (bodem, oppervlaktewater of rioolwaterzuivering). Ook de gebieden met waterdoorlatende en waterpasserende verharding zijn opgenomen. Er is ook een tabel met de kenmerken van alle overstorten, hemelwateruitlaten en nooduitlaten toegevoegd. Bijlage 5 toont welke partijen de Utrechtse watergangen beheren. Bijlage 6 toont de peilbuizen in het grondwatermeetnet en de contourlijnen van de gemiddelde grondwaterstanden in het eerste watervoerend pakket. Bijlage 7 is een kaart die toont in welke gebieden we grondwater inzamelen (de gebieden met drainage) en in welke gebieden we geen hemelwater inzamelen (de gebieden met drukriolering). Bijlage 8 toont de nog te nemen maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren en de maatregelen die in de afgelopen jaren zijn uitgevoerd. Bijlage 9 toont alle maatregelen die we uitvoeren om aan de overige doelstellingen te voldoen. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen maatregelen in de periode van 2011-2014 en de jaren daarna. Bij de bespreking van de thema’s in hoofdstuk 2 worden de te nemen maatregelen toegelicht. Bijlage 10 geeft een beeld van de kwaliteit van de vrijvervalriolering.

• • • • • • •

Bijlage 11 geeft de onderbouwing van de kosten, inkomsten en kostendekking en in bijlage 12 staan de kostenkentallen voor rioolvervanging.

8/58

Stadswerken


2 Terugblik en vooruitblik per thema 2.1 Waterkwaliteit De kwaliteit van het oppervlaktewater is de komende jaren een belangrijk thema: we willen die verder verbeteren. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) eist dat de chemische en ecologische toestand van het water een goede kwaliteit weerspiegelt. Voor gemeenten betekent dit met name het saneren van lozingen naar het oppervlaktewater. Hiertoe wordt de vuilemissie uit de riolering verminderd en bouwen we nog een acht bergbezinkbassins en gaan we door met het afkoppelen van verhard oppervlak van de gemengde riolering. De laatste ongerioleerde percelen en woonboten worden aangesloten. We onderzoeken waar de lozingen uit hemelwaterleidingen van gescheiden stelsels tot een slechte waterkwaliteit leiden, daar waar nodig komen zuiverende voorzieningen of worden aanpassingen gedaan in het stelsel. Foutieve aansluitingen van afvalwater op hemelwaterstelsels worden opgespoord en verholpen zodat er geen afvalwater rechtstreeks in het water terecht komt. Het terugdringen van lozingen is niet voldoende om chemisch en ecologisch aantrekkelijk water te krijgen. Hiervoor zijn extra maatregelen nodig om de doorstroming en de inrichting van watergangen te verbeteren, bijvoorbeeld door de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Met onze belangrijkste waterpartner het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) hebben we afgesproken om de komende planperiode de Utrechtse ambitie om ecologisch gezond en aantrekkelijk water te krijgen in de Utrechtse grachten, singels en sloten uit te werken via wijkwaterplannen. Waterkwaliteit wijkwatergangen In 2009 is in samenwerking met HDSR een monitoring van de chemische en ecologische kwaliteit van de kleinere stadswateren uitgevoerd (Monitoring Roulerend Meetnet HDSR 2009: deelgebied Centraal Stadsgebied, Grontmij|Aquasense, 2010). Uit de resultaten daarvan blijkt dat de meeste wateren matig tot zeer voedselrijk zijn. Het gehalte zink overschrijdt op slechts enkele locaties het MTR en het gehalte koper op 40% van de locaties. De meeste watergangen worden voor waterplanten (macrofyten) en waterdieren (macrofauna) beoordeeld als matig of slecht. De locaties zijn veelal beschoeid en hebben daardoor een slecht ontwikkelde oevervegetatie: drijvende of ondergedoken waterplanten zijn vaak niet aanwezig. Daardoor is er ook weinig geschikt leefgebied voor macrofauna, de soortenrijkdom van goede soorten is niet groot. Het geringe doorzicht zorgt er voor dat er zich in het water geen vegetatie ontwikkelt. Herstel is mogelijk Op bedrijventerrein Overvecht (Floridadreef) is de waterkwaliteit goed, er komt zelfs een soort waterplant voor die een indicator is voor kwel, Holpijp. Sinds de vorige bemonstering in 2002 heeft zich hier drijvende en ondergedoken vegetatie ontwikkeld maar de totale vegetatie is nog ontoereikend. Wel scoort de macrofauna hier als een van de weinige locaties goed. Dit zijn interessante resultaten omdat hier in de afgelopen jaren veel verhard oppervlak is afgekoppeld van de riolering.

Wat moeten we doen?

Zorgplicht Stedelijk Afvalwater We moeten al het afvalwater van bedrijven en huishoudens inzamelen en vervolgens transporteren naar de centrale rioolwaterzuiveringen (rwzi). Oppervlaktewaterkwaliteit De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) eist dat de chemische en ecologische toestand van het water een goede kwaliteit weerspiegelt. Voor de grotere wateren, de zogenaamde waterlichamen, zijn daarom doelen en maatregelen vastgesteld om een goede waterkwaliteit te realiseren. Voor het behalen van de doelen geldt een resultaatsverplichting, de streefdatum daarvoor is 31 december 2015, maar uitstel van deze termijn tot uiterlijk 2027 is mogelijk. Voor de 9/58

Stadswerken


overige wateren, de wijkwatergangen, hebben HDSR en gemeente ook de gezamenlijke ambitie om de waterkwaliteit de verbeteren. De waterlichamen zijn: Binnenstad (Oudegracht en Stadsbuitengracht); Leidsche Rijn (de watergang, niet de wijk); Ouwenaar – Haarrijn; Merwedekanaal - De doorslag - Vaartsche Rijn; Kromme Rijn; Maartensdijk (inclusief de watergang door Overvecht) Amsterdam-Rijnkanaal; Vecht; Galecopperwetering (Rijnenburg).

• • • • • • • • •

Wat willen we bereiken?

Zorgplicht Stedelijk Afvalwater Al het afvalwater binnen de gemeentegrenzen wordt ingezameld en getransporteerd naar de centrale zuivering, tenzij lokale behandeling doelmatiger is. De transportstelsels functioneren goed. Op het functioneren en gebruik van de stelsels wordt nader ingegaan bij het thema 'Beheer en onderhoud'. Op de langere termijn zullen afvalwaterstromen aan de bron gescheiden worden en apart behandeld worden. Door het toepassen van nieuwe sanitatie kan de lozing van nutriënten, zware metalen, hormonen en medicijnresten op oppervlaktewater verder worden teruggedrongen en kunnen mogelijk zelfs grondstoffen worden teruggewonnen. In het nieuw te ontwikkelen gebied Rijnenburg willen we een veilig watersysteem met een hoge belevingsfactor. De chemisch en ecologisch goede waterkwaliteit maakt recreatie in, op en om het water mogelijk. Het gebied wordt waterrobuust en duurzaam ontwikkeld met behoud van de kenmerken van het groene hart: water is daarom een belangrijke factor voor de inrichting. Het aan de bron scheiden van afvalwaterstromen is als alternatief in beeld voor centrale zuivering. Oppervlaktewaterkwaliteit In de planperiode willen we de waterkwaliteit samen met de waterschappen verder verbeteren door de inrichting en doorstroming van watergangen te verbeteren en daar waar nodig is specifieke lozingen verder terug te dringen. De waterkwaliteit in 2015 zal in ecologisch opzicht verbeterd zijn ten opzichte van 2009. Lozingen voldoen dan aan de normen en hebben minder negatieve gevolgen voor de waterkwaliteit. Voor 1 januari 2013 voldoen de lozingen uit de riolering aan de emissiereductie-eis, zoals vastgelegd in de lozingsvergunning van februari 2007. De chemische en ecologische ambities voor de kleinere watergangen zijn vastgelegd in wijkwaterplannen en de noodzakelijke maatregelen om de ambities te realiseren zijn in uitvoering. De inrichting van watergangen draagt bij aan de waterkwaliteit en de doorstroming is voldoende.

Wat hebben we gedaan in de periode 2007-2010 en waar staan we nu?

Beperken vuilemissie uit gemengde riolering Het waterkwaliteitsbeleid voor lozingen uit de riolering bestaat uit een emissiespoor en een waterkwaliteitsspoor. In het emissiespoor moet voldaan worden aan de basisinspanning: een reductie van 50% van de emissies ten opzichte van de situatie in 1985. In 2007 zijn hier voor de stad Utrecht afspraken over gemaakt met de waterkwaliteitsbeheerders: voor het zuiveringsgebied van rwzi Utrecht geldt een emissiereductie van 106 kiloton CZV/jaar, deze moet behaald zijn op 1 januari 2013 (Wvo-vergunning). Deze emissiereductie is ook een van de maatregelen voor de KRW. In het kader van het waterkwaliteitsspoor zijn voor Utrecht geen aanvullende maatregelen nodig (Eindrapportage waterkwaliteitsspoortoetsing, 2006). Door de bouw van zes nieuwe bergbezinkbassins in de stad Utrecht zijn de lozingen uit de riolering op oppervlaktewater sterk verminderd. Het voldoen aan de emissie-eisen van de basisinspanning ligt echter nog achter op schema, maar in 2011 treden nog eens vier bergbezinkvoorzieningen in werking. De vertraging in de uitvoering wordt 10/58

Stadswerken


mede veroorzaakt door veranderingen in bovengrondse stedenbouwkundige plannen en de daaruit voortvloeiende wijzigingen in het ontwerp van de bassins. Zo was voor het bassin aan de Cabeliaustraat een gestuurde boring nodig voor de aanleg. De voorbereiding en uitvoering hiervan vroeg meer tijd dan verwacht. De locaties van de bassins zijn op basis van theoretische berekeningen bepaald. De resultaten van het meetnet in de riolering hebben bevestigd dat deze bergbezinkbassins zijn aangelegd op locaties waar vaak overstortingen optreden. De bassins leveren daar dus een belangrijke bijdrage aan het verminderen van de vuilemissie. De investeringen voor de eerste vijf bassins waren € 5.600.000 (exclusief BTW en VAT kosten).

Bergbezinkvoorzieningen Utrecht Locatie

in werking sinds

Locatie

in werking vanaf

Mr. Sickeszlaan

2009

Wilhelminalaan

2011

Muiderslotplantsoen

2009

Columbiadreef

2011

Plutoniumweg

2008

Pampadreef

2011

Beneluxlaan

2010

Franciscusdreef

2011

Cabeliaustraat

2010

Catharijnesingel

2012

Maliebaan

2010

Kanaalweg

2012

Atoomweg

2012

Nijverheidskade

2012

Het loskoppelen van in totaal 72 hectare verhard oppervlak van de gemengde riolering ligt op schema. Op 1 januari 2010 was in de stad Utrecht 40 hectare afgekoppeld. Op een aantal locaties waar afkoppelen gepland was, is dit niet uitgevoerd. Meestal komt dit door wijzigingen of vertraging in de planvorming voor de stedelijke ontwikkeling van deze gebieden. We hebben echter op meerdere andere locaties wel effectief verhard oppervlak afgekoppeld waardoor we de tussendoelstelling gehaald hebben. Bijlage 8 geeft aan welke maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren al zijn uitgevoerd. De behaalde emissiereductie wordt nader onderbouwd in het Basisrioleringsplan 2011-2014 (2010, in prep). In het BRP wordt op basis van een herberekening van de vuilemissie bepaald wat de actuele vuilemissie uit het rioolstelsel is. De laatste te nemen maatregelen in het kader de basisinspanning worden daarin vanuit de toestand en het functioneren van de systemen onderbouwd. In het BRP wordt ook een planning gegeven voor deze maatregelen, hierover wordt apart overleg gevoerd met de kwaliteitsbeheerders, en worden nadere afspraken gemaakt. Er is niet alleen afgekoppeld bij rioolvervangingen door het aanleggen van hemelwaterstelsels, maar ook door de aanleg van waterpasserende klinkerverharding, onder andere in Hoograven en Overvecht. Bijlage 4 toont de straten met waterdoorlatende en waterpasserende verharding. Ook zijn er op een tiental locaties in de stad groene daken aangebracht, deze houden water vast en verminderen dus ook de instroom van schoon hemelwater in het riool. De rioolstelsels in Vleuten en De Meern voldeden al aan de basisinspanning. In Haarzuilens moet nog 0,15 ha afgekoppeld worden om te voldoen aan het emissiespoor. Uitvoering hiervan is niet doelmatig, omdat hoge kosten gemaakt moeten worden voor relatief weinig verhard oppervlak. Dit zal gecompenseerd worden door extra afkoppelen in de stad Utrecht. Beperken vuilemissie uit gescheiden riolering Om te voldoen aan de basisinspanning moesten ook de lozingen vanuit de regenwaterriolering nog aangepakt worden. Sinds het verlenen van de Wvo-vergunning is het landelijke beleid voor omgaan met hemelwater gewijzigd. Het huidige waterkwaliteitsbeleid is niet meer gericht op het reduceren van emissies alleen (bronaanpak), maar vooral op de doelmatigheid van dit beleid. Leidt het reduceren van emissies daadwerkelijk tot een goede waterkwaliteit of zijn hier andere maatregelen voor nodig? Het borgen van de waterkwaliteit in de watergangen waarop deze stelsels hun regenwater lozen staat dus voorop. Daarom worden maatregelen genomen die de waterkwaliteit verbeteren en niet alleen gericht zijn op het voldoen aan de emissie-eisen. We hebben in de afgelopen periode onderzoek uit laten voeren naar de emissie uit de Utrechtse gescheiden stelsels en de noodzaak om deze emissie te reduceren. De mate van verontreiniging van het verhard oppervlak is daartoe geïnventariseerd. Op basis van dit onderzoek zullen in de planperiode maatregelen bepaald worden.

11/58

Stadswerken


Terugdringen van ongezuiverde lozingen De ongezuiverde lozingen zijn in de periode van 2007 tot 2010 teruggedrongen, doordat in samenwerking met HDSR, AGV en Rijkswaterstaat met succes diverse panden en woonboten binnen en buiten de bebouwde kom op de riolering aangesloten zijn of voorzien zijn van een individuele behandelingsunit voor afvalwater (IBA). Bij een pand in de binnenstad waren de aansluitkosten zo hoog dat aansluiting niet doelmatig werd geacht. Deze ongezuiverde lozing blijft bestaan totdat een interne verbouwing aan de orde is. Daarvoor zal bij de provincie ontheffing worden aangevraagd. De eigenaar van een van de percelen heeft op eigen terrein een zuivering aangelegd, HDSR ziet toe op het functioneren hiervan. Bij zeven percelen in het buitengebied is een IBA of een Wet and Pure-systeem aangelegd, deze zuiverende voorzieningen zijn in beheer bij HDSR of AGV. Van de 44 niet aangesloten percelen blijven er 41 over die nog aangesloten worden, eenendertig daarvan zijn woonboten. Langs het Merwedekanaal in de Keulsekade is in 2010 riolering aangelegd, Rijkswaterstaat zal de eigenaren aanschrijven en verplichten aan te sluiten op het gemeentelijk rioolstelsel. Deze worden naar verwachting begin 2011 aangesloten, daarmee zijn dan alle ongerioleerde lozingen op rijkswater gesaneerd.

Ontwikkeling van niet aangesloten panden en woonboten 2006 niet aangesloten panden en woonboten aangesloten in buitengebied IBA Wet and Pure in buitengebied aangesloten binnen bebouwde kom (ism HDSR)

2007-2010

175

1 januari 2011 44

10 7 114

Aanpak diffuse verontreiniging hemelwater Het gemeentelijke beleid om geen chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken werpt zijn vruchten af. Op de zuivering van Utrecht worden nauwelijks bestrijdingsmiddelen in het rioolwater aangetroffen. Eind december 2008 is door het college besloten om dit beleid voort te zetten. Ook door afspraken met woningbouwcorporaties en bouwprojectontwikkelaars te maken wordt diffuse verontreiniging door de toepassing van uitlogende verontreinigende bouwmaterialen voorkomen. Oppervlaktewaterkwaliteit verbeteren Utrecht legt het accent op het realiseren van de ecologische doelstellingen voor het oppervlaktewater volgens de Kaderrichtlijn Water. Belangrijk hierbij is dat het realiseren van deze doelstellingen ook bijdraagt aan de beleving en het gebruik van het water door de bewoners van de stad. Als aan deze voorwaarden is voldaan, is Utrecht bereid verder te gaan dan wettelijk noodzakelijk. Het accent ligt vooral op inrichtingsmaatregelen, het verbeteren van doorstroming en het optimaliseren van beheer en onderhoud zoals maaien en baggeren (Maatregelen gemeente Utrecht KRW, 2008). Daarmee kunnen de grootste verbeteringen gerealiseerd worden. Wat betreft het realiseren van de chemische doelstellingen zijn onze beïnvloedingsmogelijkheden beperkt. De kwaliteit van het oppervlaktewater in Utrecht wordt grotendeels bepaald door de kwaliteit van het instromende water van buiten de gemeentegrenzen. De invloed van lozingen in de stad zelf, zoals vanuit de riolering, op de kwaliteit van het water is gering. Utrecht neemt dan ook alleen extra maatregelen aan lozingen als deze een significante verbetering van de waterkwaliteit opleveren. Wel blijft het huidige beleid, vooral de aanpak van de riooloverstorten, van kracht. Het accent ligt op de watergangen die een hoge belevingswaarde hebben of kunnen krijgen, zoals de Kromme Rijn, de Stadsbuitengracht, de Vecht en de kleinere watergangen in de wijken. Voor de waterlichamen, de hoofdwatergangen waarover naar Brussel gerapporteerd moet worden over het behalen van de doelen, wordt onderzoek uitgevoerd naar beperkt ruimtevragende maatregelen zoals natuurvriendelijke oevers en vooroevers, paaiplaatsen voor vissen en het met betrekking tot watertransport overdimensioneren van watergangen. Daarnaast wordt onderzoek uitgevoerd naar het beperken van bladval, de mogelijkheden voor flexibel peilbeheer en het verlagen van de vaarsnelheid in sommige watergangen. De uitvoering van een aantal maatregelen is pas voorzien na 2015. De kleine watergangen in Utrecht hebben over het algemeen een ont- en afwateringsfunctie, een functie als erfafscheiding of voor recreatie. Deze functies staan een hoge ecologische doelstelling niet in de weg. HDSR en 12/58

Stadswerken


gemeente hebben besloten om de ecologische ambities voor het overige oppervlaktewater vorm te geven via wijkwaterplannen. Door de benadering op wijken mogelijk zelfs buurtniveau ontstaat de mogelijkheid om bewoners nauw te betrekken bij de Kaderrichtlijn Water. Ook biedt het wijkwaterplan de mogelijkheid alle waterontwikkelingen binnen een wijk te bundelen tot een samenhangende visie en maatregelpakket. Er zijn al twee wijkwaterplannen opgesteld, voor de wijken Noordoost en Zuid. Het opstellen van de wijkwaterplannen Noordwest en Oost is gestart.

Wat gaan we doen in 2011-2014?

Verder beperken vuilemissie uit gemengde riolering De afspraken die hierover in het kader van de basisinspanning met de waterkwaliteitsbeheerders zijn gemaakt worden nageleefd. De bergbezinkbassins aan de Koningin Wilhelminalaan en de Atoomweg, zullen voor 2013 in werking zijn. De overstortleidingen in Overvecht werken dan ook als bergbezinkleidingen. De spuikoker langs de Catharijnesingel zal naar verwachting in 2012 gebruikt kunnen gaan worden als bergbezinkleiding, maar de uitvoering is afhankelijk van het tempo van de uitvoering van andere projecten in het Stationsgebied. De bergbezinkbassins aan de Kanaalweg en de Nijverheidskade, en de transportleiding in de Kardinaal de Jongweg zijn de laatste uit te voeren maatregelen. Met de kwaliteitsbeheerders wordt overleg gevoerd over de planning daarvan. Er moet nog 32 hectare verhard oppervlak afgekoppeld worden om aan de basisinspanning te voldoen. De ambitie is echter om meer te doen. Zowel bij rioolvervanging als bij herontwikkeling wordt steeds afgewogen of en op welke manier hemelwater ingezameld en verwerkt moet worden (zie 2.2 Hemelwaterzorgplicht). Na 2013 wordt het afkoppelen doorgezet, ook door op grote schaal waterpasserende verharding aan te leggen (zie ook 2.4 Klimaatontwikkeling). Als een nieuwe gemalenbesturingssysteem operationeel is (naar verwachting in 2013), worden regelbare pompen op afstand aangestuurd (Real Time Control, RTC). De pompen worden gestuurd op basis van gegevens over waterpeilen in de riolering. Daardoor kan afvalwater gestuurd worden naar bijvoorbeeld minder gevoelige overstortlocaties. Ook kan de bergingsinhoud van het systeem beter worden benut en daardoor zal de vuilemissie afnemen. Ook kan de belasting van de zuivering beter geregeld worden. Verwacht wordt dat de inzet van RTC tot een emissiereductie van 5% zal leiden. Beperken vuilemissie uit gescheiden riolering Voor de gescheiden riolering wordt ingezet op effectgericht waterkwaliteitsbeleid, alleen als de emissie uit hemelwaterriolering bijdraagt aan een slechte lokale waterkwaliteit worden maatregelen genomen. Deze strategie is gebaseerd op de conclusies van de studie "Invulling aanpak bestaande regenwaterlozingen gemeente Utrecht" (Royal Haskoning, 2010). De periode tot 2014 gebruiken we om de effecten op de waterkwaliteit te onderzoeken. Bij de gescheiden rioolstelsels die lozen op relatief klein ontvangend oppervlaktewater (in Rijnsweerd, De Uithof, De Meern Nijevelt en Lage Weide Sterrebaan) onderzoeken we of en in hoeverre de lozing vanuit de regenwateruitlaten bepalend is voor de lokale waterkwaliteit. Een theoretische analyse van de bijdrage van bronnen wordt aangevuld met het meten en bemonsteren van chemische en ecologische parameters. Daardoor ontstaat een goed beeld van eventuele knelpunten in de waterkwaliteit en de oorzaken daarvan. We gaan ook onderzoek uitvoeren naar foutieve aansluitingen van afvalwater op hemelwaterriolen in de genoemde gebieden. Als deze gevonden worden, worden deze hersteld. De stelsels op de bedrijventerreinen aan de Vlampijpstraat en de Isotopenweg (Lage Weide) lozen op het AmsterdamRijnkanaal, een grote, goed doorstroomde watergang. Hier worden geen maatregelen genomen (Royal Haskoning, 2010). Er zijn ook een aantal doorgaande wegen die rechtstreeks lozen op kleinere watergangen, zoals de Waterlinieweg. Verder zijn er nog een aantal kleinere hemelwaterleidingen verspreid over de stad. Als deze watergangen een slechte water(bodem)kwaliteit hebben worden maatregelen genomen. Die kwaliteit gaan we onderzoeken. Voor de rotondes van de noordelijke randweg worden de ontwikkelingen voor deze weg afgewacht. Voor de verbeterd gescheiden stelsels in Lunetten en Voordorp wordt de pompovercapaciteit van de pompen geminimaliseerd, volgens de resultaten van studie "Invulling aanpak bestaande regenwaterlozingen gemeente Utrecht" (Royal Haskoning, 2010). Het doel is de hoeveelheid water die naar de zuivering wordt verpompt te verminderen maar tegelijkertijd moet de emissie door eventuele foutaansluitingen beperkt blijven. Dit werkt ook positief door op het functioneren van benedenstrooms gelegen gemengde rioolstelsels en zuiveringen. Deze maatregel wordt uitgevoerd als onderdeel van RTC-sturingsstrategie voor de gemalen.

13/58

Stadswerken


Riolering aanleggen voor ongerioleerde panden en woonboten We leggen in openbaar gebied riolering aan om de aansluiting van de veertien woonboten en drie percelen langs de Vecht er op mogelijk te maken. Dit gebeurt als Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht de eigenaren gaat aanschrijven. De prioriteit voor het waterschap ligt op dit moment bij andere gemeenten. De percelen moeten aangesloten zijn voor 2016. Drie panden in Leidsche Rijn sluiten we in 2011 aan op het rioolstelsel. Het gaat om percelen in Papendorp die door de vertraging in de ontwikkeling van deze nieuwbouwlocatie nog niet zijn aangesloten. Bij nog te ontwikkelen nieuwbouwlocaties is altijd (druk)riolering in de buurt

Verwachte ontwikkeling aantal ongezuiverde lozingen uit huishoudens 1 januari 2011 ongerioleerde percelen/woonboten aansluiten woonboten/percelen

2011

2013-2014

18

23

44

2016 2

ontheffing aanvragen

1

sloop van panden

2

Beperken van diffuse verontreiniging De gemeente Utrecht heeft de ambitie om verontreiniging door het toepassen van uitlogende materialen in de bouw tegen te gaan (Kadernota Duurzaam bouwen, Gemeente Utrecht). Aan deze ambitie wordt vorm gegeven door voor Leidsche Rijn met bouwprojectontwikkelaars en in de stad Utrecht ook met woningbouwcorporaties hierover afspraken te maken in convenanten. Het beleid om geen chemische bestrijdingsmiddelen toe te passen bij onkruidbestrijding in de openbare ruimte wordt voortgezet. Verbeteren oppervlaktewaterkwaliteit door opstellen en uitvoeren van wijkwaterplannen Voor alle wijken komt er een wijkwaterplan met een samenhangende visie op het oppervlaktewater en de oevers in de wijk. In de plannen wordt vastgelegd welke waterkwaliteit de gemeente samen met het waterschap wil bereiken in de wijkwatergangen, en welke maatregelen nodig zijn. Naast de autonome maatregelen zoals emissiereductie vanuit de riolering, rioolvervanging en aanpak van grondwateroverlast worden aanvullende maatregelen geformuleerd. Deze maatregelen zijn onder andere het natuurvriendelijker maken van watergangen en oevers en het verbeteren van de doorstroming door het vergroten van duikers of het aanleggen van bruggen in plaats van duikers, en het frequenter verwijderen van zwerfvuil. Ook de uitvoering van deze aanvullende maatregelen zal in de planperiode starten. Inrichten van meetnet oppervlaktewaterkwaliteit We willen weten hoe de waterkwaliteit zich ontwikkelt en willen de effecten meten van de maatregelen die genomen worden. We onderzoeken daarom samen met HDSR of en hoe het bestaande zesjaarlijks roulerend meetnet van HDSR meetnet voor oppervlaktewaterkwaliteit uitgebreid en/of geïntensiveerd moet worden. In dit meetnet worden naast fysisch-chemische metingen ook macrofauna en macrofyten bemonsterd. De ecologische toestand wordt beoordeeld aan de hand van KRW-maatlatten. We breiden het meetnet uit met een aantal meetlocaties in kleinere watergangen waar we nog geen zicht hebben op de waterkwaliteit. Deze locaties zullen onder andere liggen in ontvangende watersystemen van gescheiden stelsels. Het doel is om in 2012 een extra meet- en monsterronde uit te voeren. In de eerste fase van het inrichten van het meetnet wordt bepaald wat, waar, hoe en vaak gemeten en gemonsterd moet worden en hoe zo goed mogelijk kan worden aangesloten op het meetnet van HDSR. Plannen maken voor Rijnenburg We werken samen met HDSR aan plannen om afvalwater vergaand te scheiden en waterrobuust te kunnen bouwen in Rijnenburg en daar ook een goede waterkwaliteit te realiseren. Het sluiten van kringlopen is daarbij een streven. Er zijn studies gestart naar hoe in dit veengebied met hoge grondwaterstanden waterrobuust gebouwd kan worden.

Hoe meten we de voortgang? De maatregelen en onderzoeken worden in een Onderzoeksprogramma en een Uitvoeringsprogramma opgenomen, waarvan jaarlijks de voortgang wordt geëvalueerd. Daarnaast wordt het effect of de voortgang van een aantal specifieke maatregelen getoetst door:

14/58

Stadswerken

• •


Het bijhouden van het percentage van de gemengde en de gescheiden stelsels voldoet aan de emissieafspraken met de waterkwaliteitsbeheerder. Dit wordt bepaald door in 2013 een herberekening uit te voeren met actuele gegevens over de stelsels en het verhard oppervlak en deze te vergelijken met de getallen uit 2010. De getallen van 2010 worden vastgelegd in het BRP 2011-2014. Het effect van maatregelen wordt gemeten aan de hand van de chemische en ecologische toestand van het oppervlaktewater. Deze volgt uit het nog in te richten meetnet.

Kosten

Kosten in Euro

2011-2014

2011

2012

2013

Maatregelen basisinspanning: aanleg bergbezinkbassins en transportleiding

9.000.000

3.000.000

3.000.000

3.000.000

Maatregelen basisinspanning: gescheiden stelsels

1.000.000

Maatregelen basisinspanning: afkoppelen

4.542.759

Maatregelen klimaatverandering: afkoppelen en waterpasserende verharding

6.000.000

Verbetering oppervlaktewaterkwaliteit via wijkwaterplannen

1.500.000

2014

1.000.000 2.542.759

2.000.000

500.000

2.000.000

2.000.000

500.000

500.000

Het totale budget voor onderzoeken voor riolering, grondwater en oppervlaktewater is jaarlijks € 500.000, en is onderdeel van de posten 'publieke taak', zie paragraaf 2.6. De in deze paragraaf genoemde onderzoeken (inrichten meetnet, gescheiden stelsels) worden daaruit bekostigd.

15/58

Stadswerken


2.2 Hemelwaterzorgplicht De nieuwe wetgeving vraagt van gemeenten dat zij vastleggen in welke situaties zij van perceelseigenaren verwachten dat zij het hemelwater zelf verwerken en wanneer de gemeente het overtollige hemelwater inzamelt. Bij de gemeentelijke afwegingen hierover, spelen factoren als de aanwezigheid van oppervlaktewater, ruimte en het aanwezige gemeentelijk rioolstelsel (gemengd of gescheiden) een rol. Verder heeft de gemeente een nieuw instrument gekregen om het hemelwaterbeleid uit te voeren: de gronden hemelwaterverordening. In dit plan leggen we vast wat we doen met hemelwater bij rioolvervanging, bij herontwikkeling van buurten en bij nieuwe aanleg van riolering. Er worden gebieden aangewezen waar hemelwater niet op het vuilwaterriool geloosd mag worden. Ook leggen we in dit plan de methodes vast die we toepassen bij afkoppelen in de openbare ruimte en hoe we van particulieren verwachten dat ze hun hemelwater aanbieden.

Wat moeten we doen? De Wet milieubeheer verplicht gemeenten om vast te leggen hoe ze de hemelwaterzorgplicht invult. De hemelwaterzorgplicht betekent dat de gemeente in beleid vastlegt in welke situaties zij van perceelseigenaren verwachten dat zij het hemelwater zelf verwerken en wanneer de gemeente het overtollige hemelwater inzamelt. De landelijk voorgeschreven voorkeursvolgorde voor hemelwater is wettelijk vastgelegd in het Besluit lozingen buiten inrichtingen: Lozen op of in de bodem; Lozen in oppervlaktewater; Lozen in een hemelwaterstelsel; Lozen in een gemengd stelsel of vuilwaterriool.

• • • •

Deze voorkeursvolgorde is uitgangspunt in de algemene regels voor lozingen in stelsels van hemelwater en grondwater in het Besluit lozingen buiten inrichtingen dat de lozingen vanuit openbaar gebied regelt.

Wat willen we bereiken? Scheiding van afvalwater en hemelwater, zodat hemelwater alleen naar de zuivering wordt afgevoerd als het ernstig verontreinigd is. Op de lange termijn willen we bereiken dat al het hemelwater daar wordt verwerkt waar het gevallen is en dan bij voorkeur door infiltratie in de bodem. De inzameling en verwerking van hemelwater mag niet leiden tot onacceptabele overlast voor de bewoners van Utrecht. Onder hemelwateroverlast verstaan wij hemelwater dat vanaf de straat gebouwen in loopt (materiële schade), afval- en hemelwater dat in grote hoeveelheden uit de riolering op straat stroomt (risico's voor de volksgezondheid). Water op het maaiveld gedurende enkele uren als gevolg van hevige neerslag met uitzondering als dit gebeurt bij belangrijke verkeersaders beschouwen wij niet als overlast, maar als hinder en is acceptabel, als het voorkomt met een frequentie die niet groter is dan één maal per jaar.

Wat hebben we gedaan in de periode 2007-2010 en waar staan we nu? In de afgelopen jaren is met succes het ingezette hemelwaterbeleid uitgevoerd. Bij nieuwbouw wordt het hemelwater in veel gevallen verwerkt daar waar het gevallen is. In bestaand stedelijk gebied hebben we 40 ha oppervlak afgekoppeld van de riolering. De diameters van de transportleidingen in de Biltstraat en de Cartesiusweg zijn vergroot om te voldoen aan onze normen voor water op straat, en zo de kans op wateroverlast te verkleinen. Doordat we onderzoek hebben gedaan naar verschillende methoden en nu ervaring hebben met aanleg, beheer en onderhoud van hemelwatervoorzieningen (zie ook 2.6 Beheer en onderhoud) hebben we ons beleid kunnen aanscherpen.

16/58

Stadswerken


Wat gaan we doen in 2011-2014? In Utrecht maken we voor het scheiden van afvalwater en hemelwater onderscheid tussen verschillende situaties: 1. Bij nieuwe aanleg van nieuwe bebouwing of sloop-nieuwbouwplannen. 2. Bij vervanging van de gemengde riolering. 3. Bij wijziging van het wegprofiel of vervanging van de wegverharding. In gebieden waar geen riolering of drukriolering ligt zamelen we geen hemelwater in. De contouren van deze gebieden staan op de kaart in Bijlage 7. In de planperiode wordt onderzocht waar of in deze gebieden toch per abuis hemelwater via de riolering ingezameld wordt. Zo nodig worden maatregelen worden genomen om dit te beëindigen. 1. Hemelwater inzameling en verwerking bij nieuwbouw of herontwikkelingen Bij nieuwbouw of herontwikkelingen met een bruto plangebied groter dan 500m2 streven we ernaar op jaarbasis minimaal 90% van het hemelwater te verwerken binnen het plangebied. De voorkeur gaat uit naar infiltratie in de bodem, gevolgd door lozing en berging op nieuw te realiseren waterpartijen of watergangen grenzend aan het plangebied. Via een berekening dient aangetoond te worden of via het nieuwe of aan te passen hemelwatersysteem daadwerkelijk op jaarbasis 90% of meer van hemelwater wordt verwerkt in het plangebied. Mocht geen berekening worden gemaakt dan dient minimaal 12 mm berging in infiltratie- of bergingsvoorzieningen gerealiseerd te worden. In specifieke situaties kunnen via maatwerkvoorschriften afwijkende eisen worden gesteld. Bij lozing op oppervlaktewater kunnen aanvullende eisen gelden van de waterkwantiteitsbeheerder, te weten het waterschap of Rijkswaterstaat. Voor een aantal grote nieuwbouwlocaties als Rijnenburg of het Veemarktterrein zijn specifieke afspraken gemaakt. Hier is het streven helemaal geen hemelwater meer naar de zuivering af te voeren, maar 100% van het hemelwater binnen het plangebied te verwerken via infiltratie in de bodem of via afvoer naar oppervlaktewater. Alleen als in overleg met de waterbeheerder wordt vastgesteld dat het afstromende hemelwater door de functie van het gebied zo is verontreinigd dat het het beste op de rwzi gezuiverd kan worden, is afvoer naar de rwzi mogelijk. De emissies mogen niet leiden tot het niet halen van de doelen voor de waterkwaliteit. Voor een aantal reeds geplande herontwikkelingen of bij sloop-nieuwbouw is in bijlage 9 de ambitie voor het omgaan met hemelwater weergegeven. Dit is in Bijlage 9 weergegeven als volledig, deels of niet af te koppelen. Bij sommige plannen hoeft slechts deels of niet afgekoppeld te worden, omdat hier slechts beperkt gesloopt wordt en/of nieuwbouw plaatsvindt. Bij stedelijke ontwikkelingen kleiner dan 500m2 moet hemelwater apart worden verwerkt als er binnen 40 meter van de perceelsgrens een hemelwaterriool aanwezig is of als het perceel direct grenst aan oppervlaktewater. Als dit niet het geval is dan kan het hemelwater van de sloop-nieuwbouw of de uitbreiding worden geloosd via het bestaande hemelwatersysteem. Er geldt voor ontwikkelingen kleiner dan 500m2 geen plicht tot het verwerken van minimaal 90% van de neerslag binnen het plangebied. De extra investering hiervoor zijn te hoog in relatie tot de totale investeringskosten voor de ontwikkeling. De kosten voor het verwerken van minimaal 90% van de neerslag binnen het plangebied en/of de kosten voor het lozen op een aangrenzende watergang of op een hemelwaterriool binnen 40m van het perceel komen voor rekening van de ontwikkeling. Bij sommige ontwikkelingen kan tegen geringe meerkosten meer hemelwater binnen het plangebied worden verwerkt of ook de bestaande bebouwing worden afgekoppeld. Hierover worden tijdens het vooroverleg in het kader van het bestemmingsplan of de bouwvergunning aparte maatwerkafspraken gemaakt tussen ontwikkelaar en rioolbeheerder. De meerkosten zijn dan voor rekening van de rioolbeheerder. De beleidsregels voor het omgaan met hemelwater bij nieuwe en herontwikkelingen zijn in onderstaand afwegingskader schematisch weergegeven.

17/58

Stadswerken


Is het bruto oppervlak van de ontwikkeling groter dan 500m2 ?

ja

Minimaal 90% van het hemelwater op jaarbasis verwerken binnen het plangebied, bij voorkeur via infiltratie. Dit aantonen via een berekening, anders minimaal 12mm berging in infiltratievoorziening realiseren. Voor resterend hemelwater zie rest beslisboom

nee

Is in of direct grenzend aan het plangebied oppervlaktewater of binnen 40m van de perceelsgrens van het plangebied hemelwaterriool of oppervlaktewater aanwezig?

nee

ja

Is de afvoercapaciteit van het hemelwaterriool of het oppervlaktewater voldoende (ter beoordeling rioolbeheerder (gemeente) of waterkwantiteitsbeheerder (waterschap of Rijkswaterstaat)?

ja

Hemelwater, zo nodig via zuiverende voorziening lozen op hemelwaterriool of oppervlaktewater.

nee

Capaciteit hemelwaterriool of oppervlaktewater aanpassen of (resterend) hemelwater, lozen op bestaand riool voor inzameling vuil- en hemelwater. Gewenste oplossing bepalen in overleg met rioolbeheerder (gemeente) of waterkwantiteitsbeheerder (waterschap of Rijkswaterstaat)

2. Hemelwater scheiden (afkoppelen) bij rioolvervanging Bij elke rioolvervanging wordt de afweging gemaakt of afkoppelen doelmatig is. Niet in elke situatie is dat het geval. Wij beschouwen afkoppelen doelmatig als het technisch mogelijk is, het niet leidt tot een inefficiënte beheersituatie, het afstromende hemelwater niet erg verontreinigd is en de investeringskosten niet hoger liggen dan € 25 per m2 af te koppelen oppervlak. In bijlage 9 is aangegeven waar de komende jaren bij rioolvervanging afgekoppeld zal worden. Bij een grote afstand tot open water wordt soms voor de toepassing van waterpasserende verharding in combinatie met een nieuw gemengd riool gekozen, zoals dat in de Julianaparkbuurt is aangelegd. Andere veel toegepaste technieken zijn it-riolen en zandfilters (Schepenbuurt, Ondiep). Als aparte hemelwaterleidingen worden aangelegd is het relatief eenvoudig en goedkoop om ook dakvlakken mee te nemen. Zelfs als er voortuinen voor opengemaakt en hersteld moeten worden zijn er relatief veel vierkante meters af te koppelen tegen lage kosten. Dit is op grote schaal toegepast in Oog in Al en de Schepenbuurt. Hier werd door intensieve communicatie met bewoners een participatiegraad van 85% behaald, dit zetten we voort. 3. Wijziging van het wegprofiel of vervanging van de wegverharding Als alleen de wegverharding vervangen wordt of als de wegprofilering wijzigt zijn er ook mogelijkheden om af te koppelen. Bij klinkerverharding wordt de hele weg of een gedeelte daarvan uitgevoerd met waterpasserende stenen. Bij asfalt worden alleen in de parkeervakken of de gootjes waterpasserende klinkers gebruikt. Er wordt de komende jaren een groot deel van de wegen afgekoppeld door het aanbrengen van waterpasserende verharding, dit wordt toegelicht bij het thema Klimaatontwikkeling. Het nieuwe hemelwaterbeleid wordt komende planperiode vastgelegd in de nog op te stellen hemel- en grondwaterverordening. Deze wordt gecombineerd met de nog te herziene aansluitingsverordening, waardoor er per saldo geen uitbreiding van de gemeentelijke regelgeving plaatsvindt. Vastleggen van afkoppeltechnieken In het HIOR voor Wegen en riolering nemen we voor zandfilters en voor de toepassing van waterpasserende verharding standaardprofielen op. Waterbank opzetten In samenwerking met de waterbeheerders onderzoeken we de haalbaarheid van een gezamenlijke waterbank. Dit is een systematiek waarmee bouwprojectontwikkelaars compensatie van de hemelwaterberging kunnen afkopen. 18/58

Stadswerken


Gemeente en waterbeheerders gebruiken dit geld dan om elders op een betere plaats binnen het peilgebied of in een ander peilgebied extra hemelwaterberging te realiseren.

Hoe meten we de voortgang? De maatregelen en onderzoeken worden in een Onderzoeksprogramma en een Uitvoeringsprogramma opgenomen, waarvan jaarlijks de voortgang wordt geëvalueerd. Daarnaast wordt het effect of de voortgang van een aantal specifieke maatregelen getoetst door: Het bijhouden van het oppervlak dat aangesloten is op gemengde riolering. We registreren in hoeverre de afkoppeldoelstellingen bij de uitvoering van plannen gehaald worden. Het toetsen van de theoretische frequentie van water op straat met behulp van berekeningen. De uitgevoerde afkoppelmaatregelen worden daarin steeds meegenomen. De theoretische frequentie van de kans op water op straat mag niet toenemen. Het registreren van meldingen van daadwerkelijke hemelwateroverlast, te weten hemelwater dat vanaf de straat gebouwen in loopt (materiële schade), afval- en hemelwater dat in grote hoeveelheden uit de riolering op straat stroomt (risico's voor de volksgezondheid) en water op straat dat belangrijke verkeersaders blokkeert. Door metingen aan de waterkwaliteit in gebieden waar hemelwater gescheiden wordt ingezameld weten we of de waterkwaliteit verbetert (zie in te richten meetnet oppervlaktewater).

• • • •

Kosten Voor de uitvoering van het hemelwaterbeleid jaarlijks € 2.000.000 gereserveerd, en in 2011 € 2.542.759. Voor dit bedrag kan jaarlijks minimaal 8 ha verhard oppervlak worden losgekoppeld van de riolering door bijdragen aan stedelijke ontwikkelingen, bij reguliere rioolvervangingen of bij wijzigingen van wegprofielen. Met dit geld wordt tevens invulling gegeven aan het afkoppelen voor het waterkwaliteits- en het klimaatsbeleid.

Kosten in Euro

2011-2014

2011

2012

Maatregelen basisinspanning: afkoppelen

4.542.759

2.542.759

2.000.000

Maatregelen klimaatverandering: afkoppelen en waterpasserende verharding

4.000.000

2013

2014

2.000.000

2.000.000

De uitgaven voor afkoppelen zijn dezelfde als opgenomen in 2.1 (Waterkwaliteit) en 2.4 (Klimaatontwikkeling). Het onderzoeksbudget voor de genoemde onderzoeken is jaarlijks € 280.000, en is onderdeel van de post 'publieke taak', zie paragraaf 2.6.

19/58

Stadswerken


2.3 Grondwaterzorgplicht Gemeenten een zorgplicht hebben de zorgplicht voor grondwater gekregen. Om deze zorgplicht voor grondwater in te vullen geven we in dit plan aan hoe we omgaan met meldingen van grondwateroverlast. En welke maatregelen de gemeente Utrecht de komende jaren neemt om in het openbaar gebied structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Wat moeten we doen? De gemeente heeft per 1 januari 2008 de zorgplicht gekregen voor 'het in openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming te voorkomen of beperken'. Dit is alleen zo als het nemen van maatregelen doelmatig is en het nemen van maatregelen niet onder de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie valt. De nieuwe gemeentelijke grondwaterzorgplicht stelt de gemeente Utrecht beter in staat een bijdrage te leveren aan de aanpak van grondwaterproblemen in het bebouwd gebied. De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsplicht. Dat wil zeggen dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. De wetgeving geeft aan dat de burger met grondwateroverlast bij de gemeente met zijn probleem terecht moet kunnen: de gemeente is het eerste aanspreekpunt voor de burger en helpt hem op weg om dit op te lossen. Wie is verantwoordelijk? De perceelseigenaar is op eigen terrein zelf verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen tegen grondwateroverlast. Deze verantwoordelijkheid geldt ook voor de gemeente als eigenaar van de openbare ruimte. De perceelseigenaar is verantwoordelijk voor de staat van zijn woning en perceel, voor zover deze problemen niet aantoonbaar worden veroorzaakt door onrechtmatig handelen of nalaten van de buur (overheid of particulier). Bij grondwaterproblemen op particulier terrein mag dus in de eerste plaats van de perceelseigenaar worden verwacht, dat hij de vereiste waterhuishoudkundige en/of bouwkundige maatregelen neemt. Grondwaterproblemen in Utrecht In de gemeente Utrecht wordt overlast door grondwater voornamelijk veroorzaakt door de aanwezigheid van slecht doorlatende klei- en veenlagen binnen enkele meters onder het maaiveld. Hierdoor kan het regenwater niet goed in de bodem infiltreren en ontstaan (tijdelijk) hoge grondwaterspiegels. De klei- en veenlagen zijn aanwezig in grote delen van Utrecht. De aanwezigheid van klei- en veenlagen zorgt echter niet per definitie voor hoge grondwaterstanden. Ook betekent een hoge grondwaterstand in het openbare gebied niet altijd dat bewoners en gebruikers daadwerkelijk grondwateroverlast (zoals natte kelders, vochtige begane grondruimten of drassige tuinen) ervaren. Bij het optreden van grondwateroverlast speelt de wijze van bouwen woonrijp maken en de bouwkundige kwaliteit van de woning een belangrijke rol. Grondwateronderlast is ook overlast, maar dan als gevolg van een te lage grondwaterstand, bijvoorbeeld door het droogvallen van houten paalfunderingen. In de gemeente Utrecht zijn hiervan bij woningen of gebouwen geen gevallen bekend. Grondwater, afwatering en ontwatering

Uit 'Samen leven met grondwater', 2004

20/58

Stadswerken


Wat willen we bereiken? Overlast als gevolg van te hoge grondwaterstanden in openbaar gebied wordt voorkomen. De grondwaterstand wordt niet onnodig verlaagd. Voor de wijze van omgaan met overtollig grondwater wordt onderscheid gemaakt in twee situaties: nieuwe stedelijke ontwikkelingen; bestaande situaties.

• •

Bij stedelijke ontwikkelingen wordt de bij een gebied behorende hydrologische situatie zo veel mogelijk gehandhaafd. Dit betekent dat zo min mogelijk technische voorzieningen worden gebruikt om de grondwaterstand te reguleren. Het verhogen van het maaiveldniveau, de aanleg van meer open water of waterrobuust bouwen heeft dan ook altijd de voorkeur boven de aanleg van drainage of het op een andere manier structureel verlagen van de grondwaterstand. In bestemmingsplannen geven we daarom in de waterparagraaf een minimum vloerpeil aan. In bestaande situaties is het verhogen van het maaiveld of het aanleggen van extra open water vaak op korte termijn niet mogelijk. Daarom wordt grondwateroverlast in bestaand stedelijk gebied vaak opgelost door de aanleg van drainage in openbaar gebied. Het opgestelde afwegingskader is de basis om te bepalen of en welke maatregelen de gemeente moet nemen. Om de kosten laag te houden wordt de aanleg van drainage zoveel mogelijk gecombineerd met rioolvervanging.


Waterloket: aard en omvang van meldingen Het Waterloket is sinds 2009 hét aanspreekpunt voor inwoners met vragen en of meldingen over grondwater. Het Waterloket voert onderzoek uit naar de oorzaak van de wateroverlast en geeft advies over te nemen maatregelen. Het aantal meldingen van bewoners ten aanzien van grondwateroverlast was 66 in 2007, 57 in 2008 en 43 in 2009. Naar aanleiding van circa tien meldingen per jaar zijn maatregelen nodig in openbaar gebied. Het aantal bewoners dat actief de gemeente benadert omdat zij grondwaterproblemen ervaren, is beperkt. Waar komt grondwateroverlast voor? Door analyse van meldingen over grondwateroverlast uit het Waterloket en door gebiedsgericht onderzoek naar grondwaterstanden weten we in welke gebieden hoge grondwaterstanden optreden en waar door bewoners overlast wordt ervaren. De overlast wordt vooral ervaren in de wijken met oude bebouwing maar ook in buurten met nieuwe bebouwing. Vleuten en De Meern In delen van Vleuten en De Meern wordt de grondwateroverlast (mede) veroorzaakt door (te) hoge oppervlaktewaterstanden. De drooglegging in de overige gebieden is voldoende, maar oppervlaktewater is er in geringe mate aanwezig en drainage ontbreekt. Hoograven De grondwateroverlast door wordt veroorzaakt door slecht doorlatende klei- en veenlagen enkele meters onder het straatniveau. Het regenwater blijft op de kleilagen staan en infiltreert niet goed in de bodem. Omdat de oorzaak van de overlast is verschillende gebieden bekend is, weten we ook waar welk type maatregelen geschikt is.

•

•

In de Binnenstad en in Wilhelminapark en omgeving is de oorzaak van de meldingen vaak dat kelders niet waterdicht zijn. In Tuindorp-West zijn er hoge grondwaterstanden maar nauwelijks meldingen


Omgaan met bestaande grondwateroverlast Er is bepaald wat in Utrecht de definitie van grondwateroverlast is en welke criteria gehanteerd worden om te bepalen of de gemeente maatregelen moet nemen, en zo ja, op welke termijn. Er is daartoe een vaste werkwijze opgesteld waarmee de meldingen van vochtoverlast afgehandeld worden. Deze werkwijze wordt hierna beschreven.

21/58

Stadswerken


1. Is het grondwater overtollig? Eerst wordt onderzocht of het grondwater de oorzaak van de vochtoverlast is en of het grondwater overtollig is. De gemeente Utrecht is, als beheerder van de openbare ruimte, verantwoordelijk voor de ontwateringsdiepte van haar terrein. Uitgangspunt van de ontwateringsdiepte zijn de eisen die aan wegen worden gesteld en de bouwwijze van woningen met een kruipruimte. Grondwater wordt als overtollig beschouwd indien het ontwateringscriterium van 0,7 meter beneden de as van de weg gedurende meerdere jaren langer dan vijf aaneengesloten dagen per jaar wordt overschreden. Voor grootschalig openbaar groen en parken wordt gestreefd naar een ontwateringsdiepte van ten minste 0,5 m beneden maaiveld. Afhankelijk van de begroeiing kan hier in overleg met de groenbeheerder van worden afgeweken. We maken geen onderscheid naar de bouwwijze van de woningen. Zowel voor woningen met als zonder kruipruimte, woningen met souterrain of woningen met kelder wordt dezelfde norm gehanteerd. De reden hiervoor is dat binnen een wijk of zelfs in een straat verschillende bouwwijzen voorkomen. Een gedifferentieerde norm naar bouwwijze is daarom in de praktijk niet uitvoerbaar. Toetsingscriteria voor grondwaterstanden ten opzichte van een kruipruimte

Doelmatigheidsafweging De ontwateringsnorm is geen garantie voor het handhaven van een bepaalde grondwaterstand in het stedelijk gebied. Een dergelijke garantie zou tot een plicht om maatregelen te treffen leiden, ongeacht de kosten. De doelmatigheidsafweging is belangrijk om de rioolheffing niet tot onacceptabele hoogte te laten stijgen. Hieronder worden de stappen in die afwegingen beschreven. 2. Is de grondwateroverlast structureel? Grondwateroverlast wordt structureel geacht als het ontwateringscriterium gedurende meerdere jaren langer dan vijf aaneengesloten dagen per jaar wordt overschreden. Om het structurele karakter van de hoge grondwaterstanden te bepalen zijn langjarige meetreeksen van de grondwaterstand nodig. Vanwege de heterogeniteit van de bodem kan de grondwaterstand op een afstand van enkele meters verschillend zijn, zodat langjarige meetreeksen niet voor iedere locatie beschikbaar zijn. Indien deze meetreeks niet beschikbaar is wordt de herhalingstijd niet meegewogen en wordt het oordeel gebaseerd op expert-judgement. 3. Zamelt de gemeente overtollig grondwater in? De gemeente zamelt overtollig grondwater niet in als een verlaging van de grondwaterstand negatieve gevolgen heeft voor andere bij het grondwater betrokken belangen. Het gaat hierbij om gevolgen voor zettingsgevoelige bebouwing en infrastructuur, droogtegevoelige begroeiing, mobiele bodemverontreinigingen en archeologische waarden, die niet kosteneffectief zijn te compenseren. De gemeente zamelt overtollig grondwater alleen in als het niet mogelijk is om het overtollige grondwater op eigen terrein in diepere bodemlagen te infiltreren. Infiltratie in diepere bodemlagen is mogelijk als de maatgevend hoge grondwaterstand in het eerste watervoerend pakket lager ligt dan 1 meter beneden de as van de weg. In het overgrote deel van Utrecht is infiltratie in diepere bodemlagen mogelijk. Per geval wordt bepaald of al dan niet aan de ontwateringseis wordt voldaan. Indien het grondwater - op particulier terrein - zich bevindt op of onder 0,7 m beneden de as van de weg, dan is de gemeente Utrecht niet ontvangstplichtig. In gebieden waar de drooglegging onvoldoende is én waar afgeweken wordt van het ontwateringscriterium kan eveneens afgeweken worden van de ontvangstplichtige grondwaterstand van 0,7 m beneden de as van de weg, dit geldt in ieder geval voor de buurten Laagland en Veldhuizen.

22/58

Stadswerken


4. Als er al ontwatering aanwezig is Als in het openbaar terrein een ontwateringssysteem, zoals drainage of een sloot aanwezig is, dan is het ontwateringscriterium niet van toepassing. In dat geval kan een aansluiting op het openbare ontwateringssysteem worden gemaakt vanaf particulier terrein. Bijlage 7 geeft de gebieden waar we nu al grondwater inzamelen door middel van drainage en de gebieden waar we dat in de komende jaren zullen gaan doen door de gebiedsgerichte aanpak van grondwateroverlast.

5. Is de drooglegging voldoende? Om overtollig grondwater via drainage op het oppervlaktewater te kunnen lozen is het nodig dat er voldoende drooglegging is: meer dan een meter is nodig om voldoende ontwatering te realiseren. In het grootste deel van de gemeente is dit het geval. In delen van Tuindorp, Papendorp, Oudenrijn, De Meern en Veldhuizen is de drooglegging minder dan 1 meter. In deze gebieden kan van het ontwateringscriterium worden afgeweken als het oppervlaktewaterpeil niet door het waterschap kan worden verlaagd. Per geval wordt bepaald of aan de droogleggingseis wordt voldaan. 6. Schaal van uitvoering Maatregelen tegen grondwateroverlast worden kleinschalig uitgevoerd indien mogelijk en gebiedsgericht indien noodzakelijk. Gebiedsgerichte oplossingen zijn noodzakelijk als blijkt dat de grondwateroverlast op buurtniveau voorkomt en een lokale oplossing niet mogelijk is. Gebiedsgerichte oplossingen voor overlast in openbaar gebied op te lossen via de aanleg van horizontale of verticale drainage in openbaar gebied. 7. Wanneer worden maatregelen uitgevoerd? De kleinschalige maatregelen worden op korte termijn uitgevoerd: binnen één jaar na constatering. Gebiedsgerichte maatregelen worden getroffen als dat doelmatig is. De aanleg van ontwateringsmiddelen is het goedkoopst als de aanleg wordt gecombineerd met andere werkzaamheden in het openbaar gebied, zoals rioolvervanging of herbestrating. De riolering wordt gemiddeld eens per zestig jaar vervangen, en de wegverharding eens per twintig tot dertig jaar. Het zou dus dertig jaar kunnen duren voordat kan worden meegelift met andere werkzaamheden, dit is een onacceptabel lange periode om grondwateroverlast te laten voortbestaan. Daarom worden maatregelen in openbaar gebied binnen tien jaar na constatering uitgevoerd. Indien binnen een termijn van tien jaar geen andere werkzaamheden in het openbaar gebied zijn voorzien wordt de aanleg van de drainage als zelfstandig project uitgevoerd. De werkwijze wordt samengevat in onderstaand beslisschema:

23/58

Stadswerken


nee Melding Grondwateroverlast

Geen maatregelen gemeente

ja GWS openbaar terrein overschrijdt ontwateringsnorm?

ja

nee GWS particulier terrein overschrijdt ontwateringsnorm?

nee


ja ja Verwerken op eigen terrein mogelijk?


nee ja

Ontwateringsmiddel aanwezig in openbaar terrein?

Aansuiting maken door particulier op gemeentelijk ontwateringsmiddel

nee ja GWS 1e WVP & drooglegging < 1 m?

nee Aanpassen drooglegging i.o.m. waterschap mogelijk?

Geen maatregelen gemeente in openbaar terrein, ontwateringsnorm niet realiseerbaar

ja nee nee Meerdere meldingen in directe omgeving?

ja

Individuele maatregelen ontwatering door gemeente Legenda GWS: grondwaterstand WVP: watervoerend pakket

Gebiedsgerichte maatregelen ontwatering door gemeente

Gebiedsgericht aanpakken van grondwateroverlast De grondwaterstand in de buurten De Meern-Noord, De Meern-Zuid en Oud-Hoograven-Noord, Nieuw-Hoograven-Noord en Tolsteeg voldoet niet aan het criterium voor overtollig grondwater. Er zijn hier ook veel meldingen van wateroverlast door bewoners. Daarnaast maken enquêtes duidelijk dat het aantal bewoners wat overlast ervaart groter is dan het aantal mensen dat meldt. Over het algemeen wordt de overlast meestal veroorzaakt door water in kruipruimten. Voor deze buurten is een plan voor de aanleg van een ontwateringssysteem opgesteld. Dat gaan we de komende jaren uitvoeren, waar mogelijk wordt meegelift met de rioolvervanging in deze wijken (zie Bijlage 9). Er wordt zowel horizontale als verticale drainage aangelegd. Bij het aanleggen van waterpassende verharding of het vervangen van riolering wordt, waar grondwateroverlast een risico is, ook drainage aangelegd. Lozing van overtollig grondwater in bodem, oppervlaktewater of riolering In het besluit Lozingen buiten inrichtingen zijn regels opgenomen voor het lozen van grondwater door of namens de gemeente, er is geen vergunningplicht. Schoon grondwater kan zonder probleem geloosd worden op of in de bodem of op het oppervlaktewater. Lozen op of in de bodem heeft daarbij over het algemeen de voorkeur. Het lozen van grondwater op of in de bodem, voor zover dat niet direct in het grondwater plaatsvindt is toegestaan en hoeft niet gemeld te worden. Lozen van overtollig grondwater op het oppervlaktewater zal worden gemeld bij het waterschap. De 24/58

Stadswerken


voorkeursvolgorde voor het lozen van grondwater is hetzelfde als die voor hemelwater. Lozingen van grondwater op een gemengd stelsel of op een vuilwaterriool zijn niet toegestaan. Lozing op een gemengd stelsel of een vuilwaterriool zal alleen plaatsvinden als er geen andere mogelijkheden zijn of als tijdelijke oplossing. Kwaliteit overtollig grondwater Over het algemeen kan het grondwater dat lokaal bij ontwatering vrijkomt zonder problemen lokaal in het milieu teruggebracht worden. Het is echter niet uitgesloten dat afhankelijk van de locatie waar het vrijkomt grondwater in enige mate verontreinigd kan zijn of van nature stoffen bevat, waarvan de lozing bezwaarlijk kan zijn. Indien het overtollig grondwater is verontreinigd, dan zal afvoer plaatsvinden onder voorwaarden zoals beschreven in de Wet Bodembescherming, dat wil zeggen met een beschikt saneringsplan of een goedgekeurd plan van aanpak. Indien het grondwater niet wordt afgevoerd, maar geïnfiltreerd in dieper liggende watervoerende lagen wordt op de volgende wijze rekening gehouden met verontreinigd grondwater: verontreinigd grondwater wordt niet geïnfiltreerd in bodemlagen met niet-verontreinigd grondwater; niet-verontreinigd grondwater dat wordt geïnfiltreerd in een bodemlaag, waarin het grondwater is verontreinigd mag geen verplaatsing van de verontreiniging veroorzaken. In dit geval zal een onderzoek naar de mate van beïnvloeding van de verontreiniging in het grondwater worden uitgevoerd; niet-verontreinigd grondwater dat wordt geïnfiltreerd in een bodemlaag, waarin het grondwater niet is verontreinigd, maar waar in diepere bodemlagen verontreinigd grondwater aanwezig is, veroorzaakt geen beïnvloeding van het verontreinigd grondwater in de diepere bodemlaag. In dit geval kan overtollig grondwater zonder restricties worden geïnfiltreerd.

• • •

Beheren en onderhouden van drainage Tot op heden werd de gemeentelijke drainage niet onderhouden. Onderhoud werd alleen uitgevoerd naar aanleiding van meldingen van overlast. Momenteel voeren we een eerste inventarisatie/inspectie uit om de actuele toestand en het functioneren van de drainage te bepalen. Vervolgens wordt bepaald of en zo ja hoe we in de toekomst toch onderhoud aan het drainagesysteem moeten uitvoeren. Een beheer- en onderhoudsplan wordt in 2011 opgesteld en de reguliere onderhoudsmaatregelen worden vastgelegd in een beheersysteem. Ontwerpcriteria opstellen voor drainage Er worden ontwerpcriteria opgesteld voor drainage en deze worden opgenomen in het Handboek Inrichting Openbare Ruimte. Monitoren van grondwater Om de taken en verantwoordelijkheden om grondwateroverlast te voorkomen goed uit te kunnen voeren, is een adequate monitoring van de grondwaterstand noodzakelijk. Daarom wordt het peilbuismeetnet voor het bovenste (freatische) watervoerend pakket uitgebreid op locaties waar grondwateroverlast optreedt of waar werkzaamheden plaatsvinden die de grondwaterstand mogelijk beïnvloeden. Bijlage 6 toont de locaties van de peilbuizen in het grondwatermeetnet en de gemiddelde grondwaterstanden in het eerste watervoerend pakket (isohypsen).

Hoe meten we de voortgang? De maatregelen en onderzoeken worden in een Onderzoeksprogramma en een Uitvoeringsprogramma opgenomen, waarvan jaarlijks de voortgang wordt geëvalueerd.

Daarnaast wordt het effect of de voortgang van een aantal specifieke maatregelen getoetst door: We registreren de meldingen van grondwateroverlast bij het Waterloket en analyseren de meldingen van grondwateroverlast door een hoge grondwaterstand in de openbare ruimte. Analyse van de resultaten van het peilbuismeetnet voor het freatische pakket.

• •

25/58

Stadswerken


Kosten

Kosten in Euro Publiek taak grondwater en Waterloket Dagelijks onderhoud grondwater Bestrijding structurele grondwateroverlast

2011-2014

2011

2012

2013

2014

4.635.560

920.583

927.112

933.641

940.170

527.821

131.955

132.891

133.827

134.763

4.153.637

1.153.637

1.000.000

1.000.000

1.000.000

26/58

Stadswerken


2.4 Klimaatontwikkeling Ook al is de exacte ontwikkeling van het klimaat onzeker, ook Utrecht moet zich aanpassen aan de te verwachten veranderingen in neerslagpatronen. Omdat de riolering lang mee gaat is het zaak om vroegtijdig te anticiperen op klimaatverandering, om wateroverlast ook te voorkomen als de piekbuien intensiever worden. Utrecht zet daarom in op het infiltreren van hemelwater, door waterpasserende verharding aan te leggen. Daarnaast vergroten we op een aantal tracés de leidingdiameters. Bij buurtreconstructies, wegbeheer en rioolvervanging houden we daarom rekening met klimaatontwikkeling door deze maatregelen uit te voeren. Door het KNMI zijn vier scenario's opgesteld waarin het klimaat in Nederland zich kan ontwikkelen (Klimaat in de 21e eeuw, vier scenario's voor Nederland, KNMI 2006). In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW-actueel) is voorgesteld aan te haken bij KNMI 2006 klimaatscenario G. Door klimaatverandering zullen er hogere neerslagintensiteiten zijn en zullen de totale neerslaghoeveelheden per bui toenemen. Met behulp van rekenmodellen, praktijkmetingen en waarnemingen is een strategie uitgewerkt voor de Utrechtse situatie, die er voor zorgt dat het stedelijk watersysteem goed blijft functioneren (Rapportage Inspelen op klimaatverandering, Strategie riolering, oppervlaktewater en grondwater, 2009).

Wat moeten we doen? Met het oog op klimaatverandering dient de gemeente Utrecht ervoor te zorgen dat het stedelijk watersysteem goed blijft functioneren.

Wat willen we bereiken? We willen wateroverlast voorkomen. Onder wateroverlast verstaan wij: regenwater dat vanaf de straat gebouwen in loopt (materiële schade), afvalwater dat in grote hoeveelheden uit de riolering op straat stroomt (risico's voor de volksgezondheid) en water op straat dat belangrijke verkeersaders blokkeert. Water op straat gedurende enkele uren als gevolg van hevige neerslag is acceptabel, als het voorkomt met een gemiddelde frequentie die niet groter is dan één maal per jaar. Het doel is de afvoeren verwerkingscapaciteit van het rioolsysteem zo groot te maken dat wateroverlast wordt voorkomen, ook bij hogere neerslagintensiteiten en grotere totale neerslaghoeveelheden als gevolg van het veranderen van het klimaat. Het openbaar gebied heeft ook bij grotere neerslaghoeveelheden een grondwaterstand, die geen negatieve gevolgen heeft voor het gebruik van de aangrenzende particuliere percelen. Het oppervlaktewater voldoet aan de normen zoals vastgelegd in het NBW-actueel, bij een bui met een herhalingstijd van 100 jaar. Er zijn geen meldingen over wateroverlast omdat het systeem te krap gedimensioneerd zou zijn.

Wat hebben we gedaan in de periode 2007-2010 en waar staan we nu? Onze norm voor water op straat voor bestaande gebieden is dat het waterpeil statistisch gezien niet vaker dan één keer per jaar boven maaiveld mag uitstijgen. Dit wordt getoetst met ontwerpneerslaggebeurtenis 6 uit de Leidraad Riolering. Hierbij mag het water gedurende enkele uren op straat blijven staan. Voor nieuwe gebieden geldt een norm van één keer per twee jaar, die wordt getoetst aan ontwerpgebeurtenis 8.

27/58

Stadswerken


Om te kijken wat er gebeurt bij klimaatontwikkeling is de afvoercapaciteit van het rioolstelsel in de afgelopen periode getoetst bij zware piekbuien. Er zijn daarbij aannames gedaan om rekening te houden met onzekerheden in de klimaatscenario's en iets te zeggen over toekomstige piekintensiteiten. Aangenomen is dat de toekomstige neerslagintensiteit (piek) evenredig toeneemt met de dagneerslagsom (13%) volgens scenario G en er wordt een extra marge meegenomen om onzekerheden enigszins te verdisconteren. Er is daarom met een toename van piekintensiteiten in buien gerekend van 20%. Op basis van de resultaten van de toetsing zijn maatregelen opgesteld. Om de effecten van zwaardere piekbuien (een grotere kans op vaker en meer wateroverlast en meer vuilemissie) te beperken wordt het stedelijk watersysteem ontlast door meer afstromend hemelwater te infiltreren. Op een aantal tracés in de riolering wordt de afvoercapaciteit vergroot. Utrecht kiest voor deze maatregelen omdat hierdoor de wateroverlast en de vuilemissie niet toenemen. Daarnaast blijft er een aantal knelpunten en bijzondere buurten over waarvoor lokaal een oplossing moet worden gezocht. Door leidingdiameters te vergroten op trajecten waar anders stremmingen ontstaan kan water makkelijker doorstromen. Rioolvervanging wordt uitgevoerd aan het einde van de levensduur van de riolering en vaak gelijktijdig met het vervangen van de wegverharding. De wegen worden om de 20-30 jaar vervangen, daarom zullen over 40-50 jaar alle noodzakelijke vergrotingen uitgevoerd kunnen zijn. Door grotere neerslaghoeveelheden kunnen tijdelijk ook hogere piekgrondwaterstanden optreden. Zonder verdere maatregelen kan hierdoor ook de grondwateroverlast toenemen. De mate waarin is vooralsnog niet te kwantificeren. Er worden geen aanvullende maatregelen genomen om het systeem voor te bereiden op klimaatverandering. Wel wordt drainage altijd robuust gedimensioneerd zodat deze ook in staat is grotere neerslaghoeveelheden af te voeren. In het NBW zijn normen opgenomen voor de kans op wateroverlast door overstroming van de watergangen. De strengste norm geldt voor bebouwd gebied: er mag maximaal één keer per honderd jaar wateroverlast optreden door overstroming. HDSR heeft de norm voor stedelijk gebied geldig verklaard voor vrijwel de gehele gemeente Utrecht. Alleen voor de buitengebieden en parkgebieden gelden lagere inundatienormen. In 2006 is door HDSR het oppervlaktewatersysteem getoetst aan de normen. Uit deze toetsing blijkt dat het overgrote deel van het watersysteem in Utrecht voldoet aan de norm voor bebouwd gebied. Alleen Rijnenburg-Noord, Overvecht-Noord, delen van TuindorpNoord en Voordorp, de Voorveldsepolder ten oosten van de A27 en De Uithof komen uit de toetsing als risicolocaties. Met name op de volkstuincomplexen in Tuindorp-Noord en Voordorp treedt ook met regelmaat wateroverlast op door het overlopen van de watergangen.

Wat gaan we doen in 2011-2014? We zetten in op het grootschalig afkoppelen door het aanleggen van waterpasserende verharding. Daarnaast wordt er een aantal leidingdiameters vergroot. Uitgangspunt bij deze maatregelen is dat ze geen kapitaalverlies opleveren als blijkt dat de klimaatverandering niet optreedt, of in mindere mate. Voor de uitvoering van maatregelen wordt meegelift met buurtreconstructies, wegbeheer en rioolvervanging. Afkoppelen door waterpassende verharding Verhard oppervlak afkoppelen gebeurt sinds vele jaren om de vuilemissie te beperken en wateroverlast te verminderen. Om in te spelen op klimaatverandering wordt nog meer verhard oppervlak afgekoppeld van de riolering, zo wordt het systeem verder ontlast. Gelijk met het programma van de reguliere wegvervangingen, worden de goten van asfaltwegen uitgevoerd met waterpasserende stenen. De weg wordt zo onderdeel van de ontwateringsinfrastructuur. We verwachten dat dit bij de helft van de wegen mogelijk is. In de planperiode worden met name in Overvecht en Kanaleneiland bij ontwikkelingen in de openbare ruimte goten in het asfalt aangebracht. Hiervoor zijn standaardprofielen opgesteld die zullen worden opgenomen in het onderdeel 'Wegen' van het HIOR, dat in 2010 geactualiseerd wordt. Bij vervanging van open verharding wordt waar mogelijk altijd waterpasserende verharding over de hele breedte van de weg toegepast. Omdat wegverhardingen elke twintig tot vijfentwintig jaar vervangen worden, zal dit extra afkoppelen binnen die termijn ook uitgevoerd zijn. Waterpasserende verharding wordt toegepast op alle verhardingen van woonstraten. Op basis van onderzoek naar verspreiding van verontreiniging in andere typen infiltratievoorzieningen zoals wegbermen en zandfilters, verwachten 28/58

Stadswerken


we dat de verontreinigingen zich alleen in het zandbed onder de weg zullen verspreiden. Om dit te bevestigen monitoren we de kwaliteit van de bodem en het grondwater onder waterpasserende verharding (zie Beheer en onderhoud). Vergroten afvoercapaciteit riolering De totale lengte van tracés waarop grotere leidingen aangelegd worden bedraagt ongeveer tien kilometer. Deze leidingen worden vergroot als het riool aan vervanging toe is. Bijlage 9 geeft de tracés met leidingvergrotingen. In de planperiode wordt naar verwachting ongeveer 400 meter leiding vergroot. De overige leidingen op deze tracés worden vervangen na 2014. Ook bij reguliere rioolvervangingen zal steeds bekeken worden of het lokaal vergroten van leidingdiameters doelmatig is. Naar verwachting zal dit over een lengte van ongeveer twintig kilometer nodig zijn. Groene daken We voeren onderzoek uit naar de bijdrage van groene daken aan het vasthouden van water, de isolatiewaarde en de temperatuurreductie door deze daken, hiervoor is subsidie verkregen van de Provincie Utrecht. Meldingen van wateroverlast Bij meldingen van wateroverlast wordt onderzoek gedaan naar de oorzaken. Op die locaties zal ook het herinrichten van het openbaar terrein om hemelwater te verwerken als maatregel worden overwogen. Maatregelen voor oppervlaktewater HDSR gaat de toetsing van oppervlaktewater aan de wateroverlastnormen vóór 2012 opnieuw uitvoeren. Met HDSR is afgesproken dat de risicolocatie Rijnenburg wordt meegenomen in de ontwikkeling van de nieuwe wijk. Voor de overige risicolocaties (Overvecht-Noord, Tuindorp-Noord/Voordorp, het deel van de Voorveldsepolder ten oosten van de A27 en De Uithof) worden de maatregelen uitgewerkt als onderdeel van de wijkwaterplannen. We onderzoeken of er bij langdurige droogte problemen ontstaan in de waterhuishouding.

Hoe meten we de voortgang? De maatregelen en onderzoeken worden in een Onderzoeksprogramma en een Uitvoeringsprogramma opgenomen, waarvan jaarlijks de voortgang wordt geëvalueerd. Daarnaast wordt het effect of de voortgang van een aantal specifieke maatregelen getoetst door: De registratie van meldingen op de locaties met bestaande wateroverlast en grondwateroverlast.

•

Kosten Voor de uitvoering van de maatregelen voor klimaataanpassing (extra afkoppelen en leidingvergroting) wordt waar mogelijk meegelift met buurtreconstructies, wegvervanging en rioolvervanging. De meerkosten voor het gebruiken van een grotere leidingdiameter zijn laag ten opzichte van de totale projectkosten. De kosten voor afkoppelen worden gespreid over 25 jaar, de periode waarin eenmaal alle wegverharding wordt vervangen, en de kosten voor leidingvergroting over een periode van 50 jaar.

Kosten in Euro Maatregelen klimaatverandering: afkoppelen en waterpasserende verharding Maatregelen klimaatverandering Leidingvergroting

2011-2014

2011

2012

4.000.000

300.000

100.000

2013

2014

2.000.000

2.000.000

100.000

100.000

29/58

Stadswerken


2.5 Samenwerken Binnen de afvalwaterketen en het watersysteem is er veel samenhang: denk bijvoorbeeld aan relaties tussen oppervlakte- en grondwaterpeilen en tussen lozingen, baggeren en waterkwaliteit. Deze samenhang vraagt sinds jaar en dag om afstemming van taken en bevoegdheden met andere waterbeheerders en om samenwerking bij planvorming en uitvoering. Door verschillende bestuurlijke ontwikkelingen zoals het Nationaal Bestuursakkoord Waterketen (NBW) en de komst van de Waterwet en de discussie over de toekomst van provincies en waterschappen staat samenwerken hoog op de agenda. Recent is daar vanuit het kabinet een vraag om forse besparingen in de waterketen bij gekomen. Gemeenten en waterschappen ontwikkelen daarom een gezamenlijke aanpak voor de afvalwaterketen die leidt tot concrete kostenbesparingen en minder bestuurlijke drukte. In Utrecht wordt bij de uitvoering van beheer en onderhoud en het maken van plannen steeds meer samengewerkt met de andere waterbeheerders. Bij de uitvoering van onze plannen zullen we ook in deze planperiode samenwerking zoeken met andere partijen.

Wat moeten we doen? Door verschillende bestuurlijke ontwikkelingen zoals het Nationaal Bestuursakkoord Waterketen (NBW) en de komst van de Waterwet staat samenwerken hoog op de agenda. Recent is daar vanuit het kabinet een vraag om forse besparingen in de waterketen bij gekomen. Gemeenten en waterschappen ontwikkelen een gezamenlijke aanpak voor de afvalwaterketen die leidt tot concrete kostenbesparingen en minder bestuurlijke drukte. De aanpak omvat integratie van de investeringen op het schaalniveau van zuiveringen en het opschalen van operationele taken in het rioleringsbeheer naar waterschapsniveau. Deze bestuurlijke ontwikkelingen dwingen ons in de komende jaren om de samenwerkingsverbanden te formaliseren.

Wat willen we bereiken? Een constructieve samenwerking met andere waterbeheerders bij planvorming en bij het uitvoeren van beheer- en onderhoudstaken, daar waar dat tot kostenbesparing of kwalitatieve meerwaarde leidt.


Onderzoek en planvorming Samenwerking speelt door alle thema's heen, in het voorgaande zijn daarvan al veel voorbeelden gegeven. Gezamenlijk zijn studies uitgevoerd naar het voorkomen van rioolvreemd water en naar de aanvoersituatie op de zuivering Zandpad. Er zijn voor de afvalwatersystemen bij de rwzi's De Meern en Utrecht optimalisatiestudies uitgevoerd. Als resultaat hiervan zijn maatregelen opgesteld die besproken worden bij het thema Beheer en onderhoud. Daarnaast werken we al lang samen met HDSR aan de herinrichting van gebieden, zoals bij de ontwikkeling van Leidsche Rijn en nu ook weer bij Rijnenburg. Bij alle ruimtelijke ontwikkelingen levert HDSR een bijdrage aan de uitgangspunten voor de Watertoets in bestemmingsplannen. Ook bij nieuwe ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld het haalbaarheidsonderzoek naar een nieuwe rioolwaterzuivering voor de locatie Zandpad en het terugbrengen van de watergang in de Magnuslaan wordt nauw samengewerkt. Uitvoering van onderhoud Diverse baggerprojecten, zoals de fortgracht van fort Blauwkapel, De Uithof en de Koekoeksvaart zijn gezamenlijk uitgevoerd, net als het herinrichten van oevers in bijvoorbeeld park Transwijk en langs de Kardinaal de Jongweg.

30/58

Stadswerken


Het Waterloket voor afhandeling van vragen en meldingen is samen met HDSR ingericht, het proces is zo vormgegeven dat de burger nog maar bij één loket hoeft aan te kloppen. Uitbouwen van samenwerking Onder de vlag van waterinnovatienetwerk WINNET, het samenwerkingsverband voor gemeenten en HDSR in de provincie Utrecht wordt een Incidentenplan voor de riolering opgesteld. Dit netwerk richt zich op twee sporen: samenwerking op het gebied van beleid, beheer en communicatie, en op de invulling van de strategie van structurele samenwerking.


Nog meer samenwerken De samenwerking met diverse partijen, zoals waterschappen, provincie en particuliere beheerders, wordt voortgezet op verschillende terreinen. Dit leidt tot een verlaging van kosten en een verhoging van de kwaliteit van plannen en producten. Daar waar het gezamenlijk uitvoeren van bijvoorbeeld baggerwerkzaamheden of de inrichting van oevers voordelen oplevert zal steeds de samenwerking gezocht worden. We gaan ook met andere waterbeheerders dan HDSR afspraken maken over de afhandeling van vragen en meldingen in het Waterloket om voor de burger nog duidelijker de loketfunctie te hebben. Bij de uitvoering van onze plannen zullen we ook in deze planperiode samenwerking zoeken met andere partijen. Niet alleen in de afvalwaterketen, maar ook bij onderhoud aan het watersysteem, zoals bijvoorbeeld het gezamenlijk uitvoeren van baggerprojecten of het gezamenlijk uitvoeren van het maaien en schonen van watergangen en het beheer van ecologische oevers. We onderzoeken daarom samen met HDSR of en hoe het bestaande zesjaarlijks roulerend meetnet van HDSR meetnet voor oppervlaktewaterkwaliteit uitgebreid en/of geïntensiveerd moet worden (zie Waterkwaliteit). Onder de vlag van WINNET wordt een business case uitgevoerd die inzicht moet geven in de kosten en baten van gezamenlijke uitvoering van de rioleringstaken gegevensbeheer, monitoring en gemalenstoringsdienst. De vorm van samenwerken en het pakket van taken wordt in een volgende fase uitgewerkt. Utrecht zal in dit netwerk haar kennis en ervaring kunnen inbrengen. De waterkwaliteitsbeheerders krijgen toegang tot onze monitoringsdata. Ze kunnen gegevens over overstortingen inzien en de resultaten van ons waterkwaliteitsmeetnet raadplegen. Op hun beurt geven zij inzage in voor ons relevante meetgegevens over de rioolwaterzuiveringen, waterkwaliteit en ecologie (zie Gegevensbeheer). Afvalwaterakkoord sluiten De komst van de Waterwet vereist een nieuwe manier van samenwerken met waterschappen en Rijkswaterstaat. Omdat de vergunningen voor het lozen van hemelwater op het oppervlaktewater wegvallen wordt er voortaan gewerkt op basis van afspraken. De gemeente Utrecht treft voorbereidingen om met HDSR voor 2015 tot een afvalwaterakkoord te komen, waarin het lozingenbeleid en de afvoer naar de zuiveringen wordt vastgelegd.

Hoe meten we de voortgang? De genoemde samenwerkingsprojecten en onderzoeken worden in een Onderzoeksprogramma en een Uitvoeringsprogramma opgenomen, waarvan jaarlijks de voortgang wordt geëvalueerd.

Kosten Samenwerken moet leiden tot kostenbesparingen, deze zijn echter nog niet te kwantificeren.

31/58

Stadswerken


2.6 Beheer en onderhoud Om de gemeentelijke systemen voor inzameling en transport van water in stand te houden en deze goed te laten functioneren is een onderhouds- en beheerstrategie nodig. Op basis van inzicht in het functioneren van het systeem, de toestand van de objecten, gegevens over meldingen en storingen en hydraulische berekeningen is een strategie bepaald. Hierdoor kan het beheer en onderhoud effectiever en efficiënter uitgevoerd worden. Omdat het oppervlaktewater van belang is voor de afvoer van hemelwater en voor de beleving van het water in Utrecht, wordt ook beschreven hoe we de watergangen onderhouden. De strategie wordt buiten dit verbreed GRP vertaald naar (meer)jaarlijkse operationele plannen voor inspectie, reiniging, reparatie, renovatie, vervanging en monitoring van objecten en systemen. In deze paragraaf wordt eerst geschetst wat de gemeente beheert, wat er de afgelopen jaren is gedaan, wat de kwaliteit is van de voorzieningen en hoe de systemen nu functioneren. Vervolgens wordt beschreven wat er in de komende jaren voor nodig is om de objecten in stand te houden en systemen goed te laten functioneren. Omdat goed gebruik ook een belangrijke voorwaarde is voor het goed functioneren van systemen beschrijft deze paragraaf ook wat er van burgers en bedrijven verwacht wordt.

Wat beheren we? De gemeente Utrecht beheert een grote verscheidenheid aan systemen en objecten voor het transport en de verwerking van afval-, hemel- grond- water en oppervlaktewater. Het aantal aansluitingen op de riolering en de lengte van de leidingen neemt nog steeds toe, met name door de ontwikkeling van Leidsche Rijn. Onderstaande tabel geeft het beheerareaal. De getallen voor het verhard oppervlak zijn exclusief de gebieden Vleuten, De Meern, Haarzuilens en Leidsche Rijn.

Beheerareaal: inwonertal, aangesloten percelen en oppervlak, stelsels en objecten

1-1-2010/ in 2010 inwoners

306.731

aangesloten percelen

140.000

niet aangesloten percelen Riolering (km)

41

afvalwater en hemelwater naar rwzi

611

1.472

afvalwater naar rwzi

245

-

afvalwater naar persleiding

143

-

89

61

hemelwater naar rwzi en oppervlaktewater hemelwater naar bodem

35

17

167

391

vrijverval riolering totaal

1147

1843

straat- en trottoirkolken

75.000

rioolputten

30.000

hemelwater naar oppervlaktewater

Overstorten

aangesloten oppervlak (ha)

gemengde riooloverstorten

160

hemelwateruitlaten

541

hemelwateruitlaten verbeterd gescheiden stelsels

98

nooduitlaten dwa-stelsels, it-riolen

83

32/58

Stadswerken

Voorzieningen


bergbezinkvoorzieningen zandfilters

Gemalen

Ontwatering

4

ondergrondse infiltratievoorzieningen (o.a. wadi's met kratten)

60

waterpasserende en -doorlatende verharding (ha)

31

rioolgemalen

144

mini-gemalen (drukriolering)

461

drainage (km)

155

grondwatergemalen Oppervlaktewater

10

duikers (km) tertiaire watergangen (ha) havens Lageweide (ha) grote plassen (Haarrijnsche Plas, Nedereindseplas, Plas Lageweide) (ha)

8 23 110 24 136

Op de kaarten in de bijlagen zijn alle stelsels en voorzieningen weergegeven. Bijlage 4 geeft aan waar de rioleringsvoorzieningen en drainage liggen die we beheren. De leidingen zijn ingedeeld naar het type afvalwater dat ze transporteren en naar de bestemming van het water (rioolwaterzuivering, bodem of oppervlaktewater). Op die kaart staan ook alle lozingspunten vanuit de riolering. In de bijbehorende tabel zijn de overstorten en hemelwateruitlaten met coördinaten opgenomen, het functioneren van deze voorzieningen wordt in het Basisrioleringsplan 2011-2014 beschreven. Bijlage 5 geeft een overzicht van de watergangen die we beheren, en welke wateren door anderen beheerd worden, daarbij is onderscheid gemaakt in tertiaire watergangen, havens en de grotere plassen. Bijlage 6 geeft inzicht in het grondwatermeetnet en de gemiddelde grondwaterstanden.

Wat moeten we doen? De gemeente moet al het afvalwater van bedrijven en huishoudens inzamelen en vervolgens transporteren naar de centrale rioolwaterzuiveringen (rwzi). De gemeente mag vanuit overstorten en uitlaten die genoemd zijn in het gemeentelijk rioleringsplan, zonder vergunning lozen op oppervlaktewater. De voorwaarde daarbij is dat de afvalwaterketen goed functioneert, in het rioleringsplan moeten we daarom de kwaliteit van het beheer vastleggen. Gegevens over het functioneren van rioolsystemen en overstorten moeten indien gewenst geleverd worden aan de waterkwaliteitsbeheerders. De hoeveelheid rioolvreemd water die aankomt op de zuivering moet verminderd worden. De gemeente is momenteel eigenaar van 4,5km2 ofwel circa 50% van de watergangen in de stad. Daarvan is 2,7km2 ook daadwerkelijk in beheer en onderhoud bij de gemeente, bij de overige is het beheer en onderhoud overgedragen aan HDSR. De gemeente is bij de watergangen die zij in onderhoud heeft verantwoordelijk voor het op diepte houden van de watergangen, het maaien en schonen van de watergang, het verwijderen van zwerfvuil en het onderhoud aan de constructies in de watergang.

Wat willen we bereiken? De gemeente Utrecht staat voor een schone, hele en veilige stad, waarin mens en milieu tellen. De openbare ruimte moet veilig zijn. Ongelukken als gevolg van de instorting van riolering of duikers of oevers willen we voorkomen. We willen ook wateroverlast voorkomen: materiële schade door regenwater dat vanaf de straat gebouwen in loopt, en risico's voor de volksgezondheid door afvalwater dat in grote hoeveelheden uit de riolering op straat stroomt zijn ongewenst. Ook water op straat dat belangrijke verkeersaders blokkeert is een belemmering voor hulpdiensten en veroorzaakt daarnaast economische schade. Het is duidelijk wat we van burgers en bedrijven verwachten en wat zij van ons mogen verwachten. Als er storingen zijn of als er meldingen van wateroverlast binnenkomen, reageert de gemeente adequaat. Daarom zijn er termijnen gesteld waarbinnen deze meldingen moeten zijn afgehandeld. Het Waterloket speelt een belangrijke rol in de informatievoorziening naar burgers.

33/58

Stadswerken


Overlast door structurele problemen bij kolken worden voorkomen. Bij meldingen van verstopte huisaansluitingen wordt binnen vierentwintig uur het probleem verholpen als de oorzaak in het gemeentelijke deel van de aansluiting zit. Bij meldingen van verstopte kolken wordt de kolk bezocht binnen een termijn van één week. Gemaalstoringen verhelpen we binnen 24 uur. Meldingen komen terecht bij de juiste afdeling en verdwijnen niet binnen de organisatie. We willen dat de watergangen in Utrecht veilig zijn. Overstroming van watergangen willen we voorkomen. Ook watergangen bij sportvelden en volkstuinen moeten voldoen aan de normen voor stedelijk gebied. Verder willen wij dat de watergangen op diepte blijven, zodat de waterafvoer gegarandeerd is en overlast door snelle opwarming van ondiep water wordt voorkomen. Daar waar wij weten dat in de zomer een groot risico aanwezig is op sterfte van vogels en vissen door botulisme, proberen wij dit actief te voorkomen. Verder draagt het beheer en onderhoud bij aan het realiseren van de chemische en ecologische doelstellingen voor de watergangen, zoals afgesproken met de waterkwaliteitsbeheerders. Het beheer en onderhoud moet tevens zo zijn dat de burgers van Utrecht een positieve beleving ervaren bij het verblijven bij de watergangen. Vooralsnog hanteren we hiervoor de normen uit het Beeldkwaliteitshandboek voor de openbare ruimte. We willen dat het aantal claims over water en riolering en het uitgekeerde bedrag bij toegekende claims niet toeneemt.


Resultaten Benchmark 2008 In 2008 en 2010 heeft Utrecht deelgenomen aan de Benchmark Rioleringszorg. Het spinnenweb toont per Kritische Prestatie Indicator de positie van de gemeente ten opzichte van het gemiddelde van de deelnemers 2005 - 2008. De gemeente Utrecht scoort over het algemeen gemiddeld, ook ten opzichte van de andere grote gemeenten. De score op het aandachtsgebied Databasebeheer is hoger dan gemiddeld. De resultaten van de Benchmark 2010 zijn nog niet bekend.

Kwaliteit van de vrijvervalriolering Door inspectie hebben we een goed beeld van de kwaliteit van de riolering. In de afgelopen jaren is de inspectieachterstand ingelopen door jaarlijks gemiddeld 30 km te inspecteren. We inspecteren niet alle leidingen in wijken waar alle riolering in dezelfde periode (bijvoorbeeld de jaren zestig) is aangelegd, omdat de kwaliteit van de buizen onderling vaak goed overeenkomt. In bijlage 10 zijn de aangetroffen waarschuwings- en ingrijpmaatstaven weergegeven. Een waarschuwingsmaatstaf wil zeggen dat de toestand zo is dat deze in de gaten gehouden wordt door inspectie, een ingrijpmaatstaf betekent dat maatregelen als renovatie en vervanging overwogen worden. Deze getallen zijn niet gecorrigeerd voor de in de afgelopen jaren uitgevoerde reparaties en deelrenovaties en de voor de komende jaren geplande vervangingen. Schades in leidingen die in de afgelopen jaren vervangen zijn, zijn niet meegeteld in deze cijfers. De toestand van de riolering is over het algemeen goed. Als er schadebeelden geconstateerd worden die het functioneren van de riolering belemmeren zoals wortels, obstakels of aangehechte afzettingen worden deze belemmerende delen verwijderd of weggefreesd. Als er scheuren zijn wordt een maatregel genomen als er ook een gevolgschade aanwezig is, zoals lekkage of binnendringen van grond. Ook de omvang van de schade is van belang bij het al dan niet nemen van maatregelen. Bij scheuren of lekkages worden deelrenovaties uitgevoerd. Als er ernstige schades optreden zoals breuken, instortingen of ernstige verzakkingen of als er over grote lengte ernstige schadebeelden voorkomen in een streng, worden leidingen geheel vervangen of gerelined. Volledige relining wordt toegepast als de stabiliteit van de 34/58

Stadswerken


buis voldoende is. De verwachte levensduur na relining is gelijk aan die van nieuwe buizen. Het voordeel van relinen is dat vaak geen bronbemaling toegepast hoeft te worden en er alleen gegraven hoeft te worden om de aansluitingen te maken. In de periode 2007-2010 hebben we in jaarlijks gemiddeld bijna zes kilometer vrijvervalriolering vervangen, zoals ook het plan was. Op basis van de resultaten van inspecties is een vervangingsprogramma opgesteld voor de komende tien jaar (Bijlage 9). De riolering in Kanaleneiland uit eind jaren vijftig hoeft nog niet grootschalig vervangen te worden. Dit is pas over 15 jaar aan de orde, deze riolering ligt dan zeventig jaar in de grond. In deze gebieden liften we wel mee met buurtreconstructies. In andere wijken is de kwaliteit van de riolering uit de begin jaren vijftig minder goed en wordt deze in de komende tien jaar vervangen.

Leeftijdsopbouw vrijvervalriolering aanlegjaar riolering voor 1950

2%

1950-1959

12%

1960-1969

17%

1970-1979

12%

1980-1989

14%

1990-1959

16%

2000-2009

27%

onbekend

1%

Vóórkomen van instorting In de afgelopen vier jaar is drie keer een weg gedeeltelijk verzakt door een defect aan het hoofdriool. Het ging daarbij steeds om kleine buizen die niet onder doorgaande wegen liggen. Vaak ligt de vermoedelijke oorzaak van deze defecten in veranderend bovengronds gebruik, bijvoorbeeld een toename van bus- of bevoorradingsverkeer in straten waaronder buizen liggen van ongewapend beton. Deze buizen zijn vervangen. Beheer van rioolgemalen Utrecht heeft 144 rioolgemalen en 461 mini-gemalen die ervoor zorgen dat het rioolwater van huizen en bedrijven wordt verpompt naar de zuiveringsinstallaties. Het huidige besturingssysteem en de elektrische installaties van een aantal van deze rioolgemalen zijn verouderd. Ook was het vaak lastig om de juiste gegevens (aantal pompen of capaciteit van de pomp) van de rioolgemalen boven tafel te krijgen. Door de ingebruikname van een nieuw gemalenbeheersysteem voor de rioolgemalen kan eenvoudiger managementinformatie worden opgevraagd om de onderhoudstrategie op te kunnen baseren. Ook vervangt de gemeente momenteel het besturingssysteem en de elektrische installaties van een groot deel van deze rioolgemalen. Er is daarom eerst bepaald aan welke eisen het nieuwe besturingssysteem en de nieuwe elektrische installaties moeten voldoen. De eisen richten zich op lagere levenscycluskosten door uniformiteit en onderhoudsarme rioolgemalen. Het nieuwe besturingssysteem is ook voldoende flexibel om in te kunnen spelen op toekomstige ontwikkelingen en om procesoptimalisaties (bijvoorbeeld met slimme gebiedsbrede regeltechnieken zoals RTC) mogelijk te maken. Om meer inzicht te hebben in de afvoer van rioolwater én in de status van rioolgemalen worden meetgegevens geautomatiseerd naar een centrale locatie gebracht, deze zijn ook deels online te raadplegen. Daarmee wordt het in het functioneren van het totale rioolstelsel vergroot. Voor elk type rioolgemaal is een gestandaardiseerd ontwerp gemaakt. Er is voor elk type één nieuwe installatie gebouwd. Die zijn in de praktijk getest en geëvalueerd, de gemalen zullen worden omgebouwd volgens deze ontwerpen. Parallel aan de implementatie van het gemaalbeheer- en besturingsysteem is een start gemaakt met het beter onderbouwen van de onderhoudsstrategie. Er is nu een onderhoudsplan voor de gemalen: in taakplannen is het cyclisch onderhoud van een gemaal omschreven en er zijn bijbehorende werkinstructies opgesteld. Doordat tegenwoordig werktuigbouwkundige onderhoudstechnici ook de elektrische onderdelen inspecteren hoeven er minder elektrotechnici ingezet te worden, het onderhoud wordt daardoor efficiënter uitgevoerd. In verschillende gebieden zijn in de afgelopen jaren de elektrische installaties van drukriolering volgens planning vervangen: op de Gageldijk, de Ringkade en aan de Nedereindseweg.

35/58

Stadswerken


Transporteren van rioolvreemd water Rioolvreemd water is water dat onbedoeld naar de zuivering wordt afgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld grondwater zijn dat door lekke rioolbuizen naar binnentreedt of oppervlaktewater dat via lekkende terugslagkleppen bij overstorten het riool insijpelt. Omdat dit water niet gezuiverd hoeft te worden, is afvoer naar de zuivering ongewenst. Met verschillende methoden is daarom in samen met HDSR de hoeveelheid en de aard van het rioolvreemd water bepaald voor de rioolwaterzuivering Utrecht aan het Zandpad (Rioolvreemd water rwzi Utrecht Zandpad, Witteveen +Bos, 2010). De onzekerheid in de methoden die gebruikt zijn is nog groot, doordat gemaalgegevens niet voldoende beschikbaar zijn. Er is toch een globaal beeld verkregen van de hoeveelheid en de aard van het rioolvreemd water. Op de zuivering Utrecht van HDSR aan het Zandpad komt veel meer water aan dan op basis van de lozingen van huishoudens en bedrijven verwacht kan worden bij droog weer. Het grootste aandeel rioolvreemd water wordt aangevoerd door de riolering in de westkant van de stad. Daar bestaat het rioolvreemd water uit grondwater en oppervlaktewater, maar de verhouding daartussen is per riooldistrict anders. De riolering in de wijken aan de oostkant van de stad voert bij droog weer minder rioolvreemd water af naar de zuivering, maar nog steeds een aanzienlijke hoeveelheid. Dit rioolvreemd water is voornamelijk oppervlaktewater, maar ook grondwater. In de binnenstad is er veel instroom van oppervlaktewater door de lekkende kleppen van overstorten. Om instroom van oppervlaktewater tegen te gaan kunnen de overstortmuren opgemetseld worden zodat de kleppen niet meer lekken. Om de instroom van grondwater tegen te gaan kunnen lekke rioolbuizen vervangen worden of volledig gerelined worden. Uit inspectie blijkt dat in een groot gedeelte van de buizen geringe lekkage plaatsvindt. Deze infiltratie komt veel voor in Hoograven, Lage Weide en Tuindorp. Tot nu toe is het beleid om op de ernstige infiltratie een 'kous' te plaatsen (deelrenovatie). Bij niet-ernstige lekkage wordt geen actie genomen als de toestand van de buis verder goed is. De resultaten van het onderzoek zijn niet voldoende betrouwbaar om nu al het programma voor rioolvervanging aan te passen, door vervangingen te versnellen of door bepaalde wijken een hogere prioriteit voor vervanging te geven. Ook het vervangen van aansluitleidingen van gres zal waarschijnlijk ook al bijdragen aan het verminderen van de hoeveelheid rioolvreemd water. Voor de zuivering De Meern bleek in de optimalisatiestudie dat de bij droog weer verpompte hoeveelheden water goed overeenkomen met de theoretische waarden, daar is dus geen sprake van significante hoeveelheden rioolvreemd water (OAS De Meern, Eindrapport, Royal Haskoning, 2009). In Vleuten en Haarzuilens is geen onderzoek gedaan naar rioolvreemd water. Het probleem van lekkage bij overstorten met kleppen speelt in De Meern, Vleuten en Haarzuilens echter niet. Instroom van grondwater wordt in deze wijken ook verholpen door het uitvoeren van het reguliere vervangingsprogramma. Hydraulisch functioneren van de riolering Het meetnet in de riolering omvat niveaumeters, debietmeters, troebelheidsmeters en neerslagmeters. De locaties van de bergbezinkbassins zijn met een theoretisch rekenmodel bepaald. De resultaten van het meetnet hebben bevestigd dat deze bergbezinkbassins aangelegd zijn op plekken in het stelsel waar ze in de praktijk effectief zijn en waar ze dus een belangrijke bijdrage leveren aan het verminderen van de vuilemissie. Met behulp van de resultaten van het meetnet is ook het rekenmodel voor ontwerp en toetsing verbeterd en hebben we meer inzicht in het functioneren gekregen. Om het huidig functioneren van het rioolstelsel in beeld te krijgen is het gehele rioolstelsel van de stad (exclusief Leidsche Rijn) geactualiseerd en opnieuw hydraulisch doorgerekend. Het resultaat van deze berekening is een beeld van de locaties waar water op straat voorkomt en de emissiereductie in de periode 2007-2010 (Basisrioleringsplan Utrecht 2011-2014, 2010 in prep.). In de afgelopen jaren is een reinigingsplan opgesteld en uitgevoerd. De reiniging van de vrijvervalriolering is er op gericht om verstoppingen, vuilemissie en overlast te voorkomen. Tot op heden is het stelsel van Utrecht districtsgewijs een keer in de tien jaar gereinigd. Daardoor weten we waar veel slib ligt en waar weinig, en weten we waar vet een probleem is en waar zich veel zand in het riool bevindt. Het reinigingsprogramma richt zich daarom op die locaties (straten en buurten) waar veel slib lag en het steeds terugkeert. Niet op alle locaties kan namelijk een oorzaak gevonden worden voor de aanwezigheid van slib of kan de oorzaak direct worden weggenomen. Op die locaties wordt preventief gereinigd. In nieuwbouwgebieden komt veel zand of ander bouwmateriaal terecht in nieuw aangelegde riolen, als de bouwwerkzaamheden in de hele buurt voltooid zijn, wordt de riolering daarom gereinigd. Deze reiniging speelt ook een belangrijke rol bij het beoordelen van het functioneren van deze nieuwe stelsels, soms worden uitvoeringsfouten ontdekt.

36/58

Stadswerken


Functioneren van wadi's, ondergrondse infiltratievoorzieningen en zandfilters Wadi's zijn greppels waarin hemelwater geborgen wordt en van waaruit water infiltreert in de bodem, ze zijn met name in Leidsche Rijn aangelegd. De wadi's zijn begroeid met gras en of planten en zijn een beeldbepalend onderdeel van de openbare ruimte. Om te zorgen dat de wadi's er goed uitzien en goed functioneren worden ze gemaaid, als ze niet goed werken wordt de drainage doorgespoten of de toplaag vervangen. Waar dat nodig was zijn aanlegfouten hersteld. Waar oude riolering vervangen werd, is op sommige locaties ook een schoon hemelwaterriool aangelegd dat via een zandfilter loost op oppervlaktewater. Het functioneren van deze zandfilters wordt gemonitord door het meten van waterstanden en de chemische kwaliteit van het aan- en afgevoerde water (Resultaten zandfilter Engelsmanplaat, Resultaten zandfilter Ondiep, Resultaten zandfilter Schepenbuurt, Memo's Gemeente Utrecht, 2009). Functioneren van waterpasserende verharding Uit onderzoek naar het functioneren van verschillende typen waterpasserende en waterdoorlatende verharding weten we dat we het beste waterpasserende verharding kunnen toepassen om hemelwater vanaf de weg te laten infiltreren. Waterpasserende verharding kan negentig procent van de jaarlijkse hoeveelheid hemelwater goed verwerken. Voor de verwerking van de laatste tien procent worden kolken toegepast. Bewoners melden bij het Waterloket In mei 2009 is het Waterloket van start gegaan: nu is er één centraal loket voor burgers en bedrijven met vragen en meldingen over water. Via de website www.utrecht.nl/waterloket en het Klantcontactcentrum (030 286 0000) kan gemeld worden. Achter de schermen is geregeld dat de melding en vraag via een midoffice op de goede plek bij HDSR of gemeente terecht komt. Het klantcontactcentrum kan veertig procent van de vragen direct beantwoorden, de rest wordt behandeld door civieltechnische medewerkers. Een overzicht van de meldingen in 2009 is weergegeven in de tabel.

Meldingen Waterloket 1 januari 2009 - 31 december 2009 Product

totaal

percentage

Wateroverlast, kolk verstopt

572

43

Riolering, schade put of kolk

186

14

Stedelijk water en riolering, algemeen

170

13

Water, overlast bagger, kroos, waterplanten

90

7

Riolering, huisaansluiting verstopt

75

6

Riolering, stank op straat

50

4

Water, dode waterdieren

29

2

Riolering, stank in huis

22

2

Wateroverlast, tuin of kruipruimte

21

2

Wateroverlast, peil te hoog of te laag

20

2

Water, verontreiniging of stank

17

1

Wateroverlast, openbaar groen

16

1

4

0,3

1

0,1

Riolering, storing-schade schakelkast Water, overlast muskusratten Totaal

1.330

In 2009 zijn er in totaal 1.330 meldingen binnengekomen via het Waterloket. Zoals uit het overzicht blijkt betreffen de meeste meldingen (43%) plassen water op straat door verstopte kolken. Het daadwerkelijke aantal meldingen ligt wat hoger. Dit komt omdat met name buiten kantooruren nog een groot aantal meldingen op een andere manier de gemeentelijke organisatie binnenkomt, omdat het Klantcontactcentrum niet 24 uur per dag bereikbaar is. Deze meldingen worden echter niet centraal geregistreerd. Sinds de komst van het Waterloket is het aantal geregistreerde watermeldingen toegenomen, hieruit blijkt dat de interne processen beter zijn gaan functioneren en de vragen op de juiste plek in de organisatie terecht komen. De meldingen worden binnen de termijn afgehandeld. Naast meldingen komen er bij het Waterloket ook veel vragen binnen. De meeste vragen in de zomer gaan over de aanlegplaatsen voor boten. In 2009 zijn er 65 schadeclaims ingediend bij de gemeente over riolering, waarvan er 50 zijn toegekend voor een totaalbedrag van € 27.500. 37/58

Stadswerken


Goed rioolgebruik door burgers Ook het gedrag van burgers heeft invloed op het functioneren van de riolering en de kosten van rioolonderhoud. Om de burger hier op te wijzen werd in 2007 en 2008 rond de feestdagen de campagne "Hé gladiool, geen vet in het riool" gevoerd om ervoor te zorgen dat vet niet meer door het toilet wordt gespoeld. In 2009 werd meegelift op de nationale campagne 'Goed rioolgebruik' die burgers bewust wil maken van wat er wel en niet door het riool gespoeld mag worden. Deze campagne richt zich naast (frituur)vet ook op andere zaken en stoffen die het vastlopen van pompen, verstoring van de zuivering of verontreiniging van het oppervlaktewater veroorzaken zoals doekjes, medicijnresten en verf. Hierdoor zijn burgers erop gewezen dat medicijnresten en verf verstoring van de werking van de zuivering en verontreiniging van het oppervlaktewater veroorzaken. Uit landelijk onderzoek is gebleken dat na deze campagne meer burgers dan voorheen weten wat zij niet in het riool mogen spoelen. Er is in Utrecht naast de communicatie bij afkoppelprojecten geen actieve voorlichting in gebieden met gescheiden rioolsystemen. Goed rioolgebruik door bedrijven In de binnenstad komen veel verstoppingen van het riool voor. Deze worden vaak veroorzaakt door horecabedrijven, zoals restaurants en afhaalzaken die geen vetafscheider hebben of deze niet goed onderhouden. 290 horecaondernemers in de binnenstad hebben een brief ontvangen met informatie over de werking en het onderhoud van een vetafscheider. Daarbij is samengewerkt met Horeca Nederland. Een aantal ondernemers is bezocht en indien nodig is er handhavend opgetreden. Naar aanleiding van de informatieronde heeft een aantal ondernemers zelf al het initiatief genomen om een nieuwe vetafscheider aan te schaffen. In het vorige GRP is besloten een handhaver aan te stellen. Hij heeft 96 horecaondernemers in de binnenstad bezocht en hun vetafscheider gecontroleerd. Bij 50 bedrijven bleek die in orde te zijn, bij 46 bedrijven zijn onvolkomenheden geconstateerd. Met deze ondernemers zijn mondelinge afspraken gemaakt over het in orde maken van de tekortkomingen, waarna hercontroles zijn uitgevoerd. Na deze hercontroles voldeden nog eens 35 bedrijven. Bij elf bedrijven werd er eind 2009 nog niet aan de milieueisen voldaan. In 2010 worden de gemaakte afspraken gevolgd. Ondernemers die zich niet aan de gemaakte afspraken houden krijgen een handhavingsbrief. Dit handhavingstraject lijkt dus succesvol, maar de combinatie van voorlichting en handhaving heeft nog niet tot een meetbare afname van de meldingen van verstoppingen geleid. De medewerker Handhaving speelt ook een belangrijke rol bij de aanleg en het verwijderen van aansluitingen op de riolering. Als dat niet met vergunning of niet volgens de vergunning gebeurt, treedt de handhaver op. Ook de naleving van verstrekte aanlegvergunningen, en de vergunningen voor het lozen van bronbemalingen op de riolering wordt gecontroleerd. Beheer en onderhoud watergangen De afgelopen planperiode is uitvoering gegeven aan het gezamenlijke baggerplan van gemeente en HDSR voor de stad Utrecht. Voor de uitvoering van dit plan is rijkssubsidie beschikbaar volgens de Subbied regeling (bijdrage 33% van de uitvoeringskosten). Doelstelling is dit plan in 2010 af te ronden, aangezien dan ook de Subbied regeling eindigt. De uitvoering van het gemeentelijke deel van het baggerprogramma lag in 2007 en 2008 goed op schema, maar is daarna aanzienlijk vertraagd door grote bezuinigingen op het gemeentelijke investeringsprogramma voor 2009In 2010 wordt geprobeerd de achterstand weer in te lopen. De belangrijkste gemeentelijke watergangen die zijn gebaggerd zijn de Klopvaart en de fortgrachten van fort Aan De Klop en fort Lunet II in 2008 en de fortgrachten van fort Blauwkapel en fort De Bilt Noord in 2010. Verder is in 2009 en 2010 gestart met een regulier monitoringsprogramma van de baggeraanwas, zodat een beter inzicht wordt verkregen in de noodzakelijke baggerfrequentie van de watergangen. Dit onderzoek maakt nu al duidelijk dat voor een groot aantal kleinere watergangen in Utrecht een baggerfrequentie van eenmaal per 5 tot 7 jaar nodig is om de watergangen op diepte te houden. De resultaten worden vastgelegd in een nieuw beheersysteem voor de watergangen. 38/58

Stadswerken


De afgelopen planperiode is ook gestart met de uitvoering van verbeteringsprojecten (Kaderrichtlijn Water). Deze zijn vooral gericht op het verbeteren van de doorstroming en het natuurvriendelijk maken van oevers. De werkzaamheden worden zoveel mogelijk gecombineerd met de reguliere vervanging van duikers of beschoeiing. Zo is in 2007 doorstroming gecreëerd op het volkstuinpark ATV Zuid. Momenteel wordt onderzocht hoe de doorstroming op een aantal andere volkstuinparken en in park Oog in Al en het Wilhelminapark verbeterd kan worden.


Reinigen en inspecteren van vrijvervalriolering en kolken We gaan met name op locaties reinigen waarvan we weten dat er veel slib ligt, slib snel terugkeert en waar dat tot overlast leidt. Daarbij wordt nog gezocht naar de optimale reinigingsfrequentie voor elke locatie. In het onderzoek dat nodig is om dit vast te stellen wordt ook gekeken naar wat het effect van het slib is op het functioneren van het systeem. Hiervoor worden ook de resultaten gebruikt van het meetnet in de riolering, over meldingen en van rioolinspecties. De rioolinspectiestrategie waarbij gekeken wordt naar de kwaliteit van de leidingen zelf blijft ongewijzigd: we richten ons op oudere riolen en monitoren de kwaliteit van jongere riolen op locaties waar we schades verwachten één keer per 5 jaar). Onder andere de putten en leidingen waar persleidingen op lozen worden goed gemonitord omdat de kans op biochemische aantasting hier reëel is. Maar ook bijvoorbeeld in gebieden met een slechte ondergrond (onregelmatige zettingen) monitoren we de kwaliteit intensiever Jaarlijks wordt er circa 30km geïnspecteerd. De optimale reinigingsfrequentie voor kolken wordt vastgesteld als de gegevens daarvoor beschikbaar komen (zie Gegevensbeheer), tot die tijd is de frequentie één keer per jaar, in drukke winkelgebieden en op doorgaande wegen worden 2 keer per jaar de kolken gezogen. Het afhandelen van alle meldingen over kolken zal door de groep Centraal Technisch Onderhoud van Stedelijk Beheer uitgevoerd gaan worden. Tot nu toe werd ook een deel hiervan door de Transportdienst van de afdeling Inzamelen, Markten en Havens uitgevoerd, naast hun taak bij het structureel reinigen van de kolken. Hierdoor zullen deze meldingen van wateroverlast efficiënter afgehandeld kunnen worden. Vervangen van vrijvervalriolering In de komende jaren gaan we door met het vervangen van de riolering en het tegelijkertijd afkoppelen in de buurten Hoograven en Tolsteeg. Daarnaast worden op diverse locaties in de stad straatsgewijs ook oude riolen vervangen (Bijlage 9). In de Meern vervangen we in de komende tien jaar de riolen in de buurten Centrum en Nijevelt. In Nijevelt is met name het niet goed functioneren van het stelsel en de overlast die dat geeft de reden voor vervanging van deze relatief jonge riolering. Door te vervangen kunnen problemen in het oppervlaktewater, de riolering en grondwateroverlast in een keer aangepakt worden.

Vervanging van vrijvervalriolering

vervanging (km)

2010

2011

2012

2013

2014

2015-2019

6,5

5

5

5

5

25

In de komende jaren gaan we jaarlijks vijf kilometer riolering vervangen. Dit is minder dan de voorgaande jaren en een belangrijke wijziging ten opzichte van het vorige GRP. We kunnen volstaan met minder vervangen doordat uit de inspecties blijkt dat veel van de riolen uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw langer meegaan dan eerder voorzien. In Bijlage 9 met de overige maatregelen is te zien in welke wijken de vervangingen gepland zijn. Onderdeel daarvan is het structureel vervangen en relinen van grote transportriolen, jaarlijks gemiddeld 400 meter, deze staan nog niet op de kaart. Daar waar het vervangen van lekke riolering kan leiden tot het ontstaan van grondwateroverlast voorkomen we dat door het meeleggen van drainage. Het vervangen van vrijvervalriolering wordt steeds duurder. In de afgelopen jaren namen de kosten voor bodemonderzoek en de daaruit volgende saneringskosten toe door de aanwezigheid van een grote vlek met grondwaterverontreinigingen onder het centrale deel van de stad Utrecht. Met name bij de grotere riolen die vaak diep onder de grondwaterstand liggen kunnen de kosten voor het niet verplaatsen van verontreinigingen hoog oplopen. De kostenkentallen voor rioolvervanging zijn daarom aangepast (zie Bijlage 12). 39/58

Stadswerken


Perceel- en kolkaansluitleidingen van gres uit de jaren vijftig of eerder zijn vaak van slechte kwaliteit. We vervangen deze gelijk met het riool. Als het riool nog niet aan vervanging toe is dan worden bij meldingen de huisaansluitingen vooruitlopend op de rioolvervanging vervangen, of meegenomen als de wegverharding vervangen wordt. Renoveren en besturen van rioolgemalen en persleidingen Alle elektrische installaties van rioolgemalen worden omgebouwd om te voldoen aan de opgestelde specificaties. Dit gebeurt in drie jaar, zodat de ombouw in 2014 kan worden afgerond. De drukriolering aan de Enghlaan wordt in 2010 vervangen. Het centrale besturingssysteem van de rioolgemalen wordt naar verwachting in 2013 in gebruik genomen. Met de gegevens uit het gemalenbeheersysteem en op basis van de onderhoudsplannen gaan we een strategie voor risicoen onderhoudsmanagement van gemalenonderhoud opzetten. De ervaring in de afgelopen jaren leert ons dat er nauwelijks aantasting en vervuiling van persleidingen optreedt. Deze informatie gebruiken we bij het opstellen van een vervangingsplan en een reinigingsplan voor persleidingen. We voeren samen met HDSR onderzoek uit naar de aanvoersituatie rond de rwzi Utrecht. De gemaalcapaciteiten in de gemengde rioolstelsels in De Meern worden aangepast in 2011: Veldhuizen naar 146m3/h en Fletiomare naar 68m3/h (OAS De Meern, Eindrapport, Royal Haskoning, 2009). Voor bemalingsgebied Alendorperweg en gemaal Alendorperweg wordt in 2011 onderzocht of de capaciteit gereduceerd kan worden. Er wordt een plan opgesteld om op termijn een aantal gemalen van de gemeente naar HDSR over te dragen, de kosten en de toegang tot gemaalgegevens zullen een onderdeel vormen van dat plan. Het plan zal gaan over gemalen in de hele gemeente, waaronder die in De Meern. Meten in de riolering De resultaten van het meetnet in de riolering worden voor verschillende toepassingen gebruikt. Het meten verschaft inzicht in het functioneren van het systeem in de praktijk. Het meetnet wordt daarom uitgebreid. De metingen bij overstorten blijven tevens een belangrijk middel om naar waterbeheerders verantwoording af te leggen over de emissies. Als er in oppervlaktewater ook chemische en ecologische parameters gemeten worden (zie Waterkwaliteit) kan ook inzicht verkregen worden in het lokale effect van de lozingen op het lokale ecosysteem.

Meetnet riolering: aantal en type meetvoorzieningen Meting

Locatie

2010

Waterpeil

gemaal

41

49

Waterpeil

overstort

69

195

Waterpeil

oppervlaktewater

16

37

Waterpeil

inspectieput

0

32

Debiet

gemaal

14

32

Troebelheid

overstort

17

17

Neerslag

diverse locaties

6

15

163

377

Totaal

2012

Door gegevens over meldingen van wateroverlast, onderhoudsmaatregelen en metingen aan elkaar te koppelen kunnen de oorzaken van wateroverlast beter achterhaald worden. In combinatie met berekeningen kan de effectiviteit van bijvoorbeeld het reinigen van hoofdriolen geanalyseerd worden. Ook wordt het daardoor mogelijk het effect van beheer op de waterkwaliteit zichtbaar te maken. Als het nieuwe gemalenbesturingssysteem is geïmplementeerd worden de metingen onder andere gebruikt voor het op afstand aansturen van pompen. Het functioneren van wadi's, ondergrondse infiltratievoorzieningen zoals it-riolen en infiltratiekratten en zandfilters wordt gemonitord, door het meten van waterstanden en de chemische kwaliteit van het aan- en afgevoerde water. Ook de verspreiding van de in hemelwater aanwezige verontreinigingen vanuit it-riolen en waterpasserende verharding naar bodem en grondwater wordt bij een aantal objecten gemonitord. Op basis van onderzoek naar verspreiding van verontreiniging in andere typen infiltratievoorzieningen zoals wegbermen en zandfilters, verwachten we dat de verontreinigingen zich alleen in het zandbed direct onder de weg of onder de voorziening zullen verspreiden. Om dit te bevestigen monitoren we de kwaliteit van de bodem en het grondwater onder een aantal voorzieningen. Als de 40/58

Stadswerken


resultaten van de monitoring daartoe aanleiding geven wordt het beheer van deze voorzieningen aangepast of het zandpakket vervangen. Goed rioolgebruik stimuleren De succesvolle handhaving op vetvangers wordt voortgezet op andere locaties met veel verstoppingen door vet uit de horeca. Doordat vetvangers ook meegenomen worden bij integrale handhaving zal bij alle horeca de aandacht voor het hebben en correct gebruiken van vetvangers vergroot worden. Door de verbetering van de registratie rond meldingen zal het effect van deze handhaving beter aangetoond kunnen worden. Goed rioolgebruik door burgers zal gestimuleerd worden door dit bij speciale gelegenheden, zoals openingen en informatieavonden en rond Oud en Nieuw onder de aandacht te brengen. Hiervoor kan materiaal van de vorige campagnes gebruikt worden. We zorgen ervoor dat de meldingenregistratie zo is dat het effect van deze acties meetbaar is. Er is naast de communicatie bij afkoppelprojecten geen actieve voorlichting in gebieden met gescheiden rioolsystemen. Verminderen van rioolvreemd water Om intredend oppervlaktewater via terugslagkleppen te voorkómen worden in 2010 verspreid over de stad 48 overstortmuren opgemetseld. De instroom van oppervlaktewater via overstortkleppen wordt daardoor met name in de binnenstad verminderd. De verwachting is dat de hoeveelheid rioolvreemd water op de zuivering hierdoor met een kwart zal afnemen. In de komende jaren zal het door het gebruik van het nieuwe gemalenbeheers- en besturingssysteem mogelijk zijn om met betrouwbare gegevens over verpompte hoeveelheden te bepalen hoeveel rioolvreemd water er in elk district is. Jaarlijks analyseren we op basis van beschikbare gemaalgegevens het percentage rioolvreemd water op de zuivering en toetsen we of we aan de doelstelling voldoen. Met de isotopenmethode wordt bepaald wat het aandeel is van gronden oppervlaktewater in de afvalwaterstroom. Beheren van waterpasserende verharding Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat waterpasserende verharding anders beheerd moet worden dan gewone klinkerverharding. Aan de constructie worden namelijk dezelfde eisen gesteld door de wegbeheerder. In de komende jaren wordt door inspectie gemonitord of dit in de praktijk ook zo is. Ook wordt gemeten of de doorlatendheid afneemt in de loop van de jaren, en hoe hier met beheer op ingespeeld kan worden. Beheer en onderhoud watergangen In het maaibestek is de frequentie en de wijze van onderhoud van de watergangen vastgelegd. Het waterdeel wordt in combinatie met het maaibestek voor het openbaar groen aanbesteed. Gestart is met het opzetten van een nieuw beheersysteem voor de watergangen. Hierbij wordt ook het beheerareaal op orde gebracht. Het maaibestek wordt hierop aangepast. De natuurvriendelijke oevers behoeven speciale aandacht. In samenwerking met de groenbeheerder en HDSR wordt een beheervisie en beheerplan opgesteld voor de natuurvriendelijke oevers. We zetten de in 2010 gestarte onderhoudsstrategie voort. Vijf jaar nadat ze gebaggerd zijn worden alle kleinere watergangen geïnspecteerd op de hoeveelheid bagger die er ligt en op de kwaliteit van de bagger. Afhankelijk van de uitkomsten van de inspectie wordt een nieuwe inspectiedatum bepaald of wordt de uitvoering van het baggeren gepland. Voor de grotere watergangen geldt een inspectiefrequentie van tien jaar. Voor de peilregulerende kunstwerken en de duikers wordt een onderhoudsstrategie vastgelegd. Doorstroming creëren is in veel watergangen een goede maatregel om de waterkwaliteit te verbeteren. Het realiseren van doorstroming in watergangen waar nu overlast optreedt door het ontbreken van doorstroming heeft prioriteit. Dit geldt bijvoorbeeld voor diverse volkstuincomplexen en watergangen in parken. Daarnaast wordt bij Fort Aan de Klop een permanente doorspoelvoorziening gerealiseerd om het terugkerende probleem van botulisme in de zomer tegen te gaan. De maatregelen voor het oplossen van knelpunten in de waterkwaliteit worden vastgelegd in de wijkwaterplannen. Hier worden ook maatregelen in vastgelegd om de oeverinrichting te verbeteren. In de planperiode worden samen met HDSR voor alle wijken wijkwaterplannen opgesteld en in uitvoering gebracht. Gestart is reeds met de wijken Zuid en Noordoost, gevolgd door de wijken Oost en Noordwest.

41/58

Stadswerken


Duurzaam gebruik van materialen en energie De gemeente Utrecht zet in op duurzaam en sociaal inkopen. Bij het inkopen van producten, diensten en werken wordt gebruik gemaakt van de criteria zoals die door het ministerie van VROM zijn opgesteld (Criteria voor duurzaam inkopen Riolering, 2010). Als de gemalenbesturing in werking is, gaan we onderzoek uitvoeren naar het energieverbruik van pompen. Aanvragen van huisaansluitingen Om de aanleg van nieuwe huisaansluitingen voor burgers te vergemakkelijken werken we aan een nieuwe procedure voor het aanvragen en verkrijgen van een vergunning hiervoor. Het indienen van een aanvraag kan vanaf 2011 digitaal via het Utrechtse Wabo-loket. Doordat we ook de informatieverstrekking die daar op volgt gaan automatiseren, verwachten we dat het proces voor zowel burger als gemeente efficiënter zal gaan verlopen. Behoud van bomen is een randvoorwaarde Bij het uitvoeren van onderhoud houden we rekening met de aanwezigheid van bomen in de nabijheid van de riolering. De uitvoeringsprojecten die voortvloeien uit dit Verbreed GRP kunnen zowel bovengronds als ondergronds ruimte vragen. De gevolgen voor de aanwezige bomen worden steeds in het planproces en in vergunningprocedures meegewogen (Bomenbeleid Utrecht, 2009). Naleven van de Wet Bodembescherming Voor het uitvoeren van maatregelen in de ondergrond waarbij verontreinigd grondwater vrijkomt, zal afvoer plaatsvinden onder voorwaarden zoals beschreven in de Wet Bodembescherming. Dat wil zeggen met een beschikt saneringsplan of een goedgekeurd plan van aanpak.

Hoe meten we de voortgang? De maatregelen en onderzoeken worden in een Onderzoeksprogramma en een Uitvoeringsprogramma opgenomen, waarvan jaarlijks de voortgang wordt geëvalueerd. Daarnaast wordt het effect of de voortgang van een aantal specifieke maatregelen getoetst door: Het monitoren van het aantal toegekende schadeclaims over water en riolering en het daarbij uitgekeerde bedrag. Jaarlijkse analyse van het percentage rioolvreemd water op de zuivering . Analyse van de meldingen in het Waterloket en toetsing van de afhandeling daarvan aan de gestelde termijnen.

• • •

Kosten

Kosten in Euro

2011-2014

2011

2012

2013

2014

Groot onderhoud riolering rioolvervanging

23.922.000

5.922.000

6.000.000

6.000.000

6.000.000

4.250.345

1.750.345

500.000

500.000

1.500.000

15.867.931

6.417.931

5.950.000

3.500.000

0

21.311.821

5.271.871

5.309.261

5.346.650

5.384.039

7.565.899

1.871.564

1.884.838

1.898.111

1.911.385

482.600

486.023

489.446

492.868

Vervanging en verbetering rioolen tunnelgemalen Centraal gemaalbesturingssysteem Dagelijks onderhoud riolering Dagelijks onderhoud rioolgemalen Dagelijks onderhoud kolken

42/58

Stadswerken


1.950.937 Dagelijks onderhoud oppervlaktewater

1.359.507

0

450.000

453.169

456.338

Publieke taak riolen en rioolgemalen

8.518.560

2.107.245

2.122.190

2.137.135

2.152.080

830.810

0

275.000

276.937

278.873

3.721.506

920.583

927.112

933.641

940.170

Publieke taak oppervlaktewater Publieke taak grondwater en Waterloket

Het onderzoeksbudget voor de genoemde onderzoeken voor riolering, grondwater en oppervlaktewater in dit plan is jaarlijks € 500.000, en is onderdeel van de posten 'publieke taak'.

43/58

Stadswerken


2.7 Gegevensbeheer Om de toestand van systemen te beoordelen, het functioneren te begrijpen en vervolgens maatregelen te kunnen nemen is het nodig dat de informatie die daarvoor nodig is opgeslagen wordt in beheersystemen. Hierbij worden steeds meer bronnen gebruikt: meldingen, metingen, inspecties, uitgevoerd onderhoud, hydraulische berekeningen, kosten en planningen. Deze moeten daarom eenvoudig door alle gebruikers geraadpleegd kunnen worden. Gegevensbeheer omvat het vastleggen, actueel houden, ordenen en toegankelijk maken van deze gegevens.

Wat moeten we doen? We moeten gegevens over de ondergrondse rioolvoorzieningen digitaal ontsluiten voor Klic-online, in het kader van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netwerken (WION). De informatie die nodig is voor de vanaf 2010 verplichte landelijke Benchmark Rioleringszorg moeten we aanleveren.

Wat willen we bereiken? Om de toestand van systemen en objecten te beoordelen, het functioneren te begrijpen en onderhouds- en verbeteringsmaatregelen te kunnen nemen is informatie nodig. Al deze informatie willen we opslaan in beheersystemen. Deze informatie moet voor de gebruikers toegankelijk en eenvoudig te raadplegen zijn. Deze informatie is beschikbaar zowel voor het maken van strategieën en kostenramingen als voor het dagelijks beheer. Waar nodig is informatie niet alleen op kantoor beschikbaar maar ook voor medewerkers buiten. Revisies worden tijdig aangeleverd en de kwaliteit van de revisies is zo dat alle benodigde informatie eruit verkregen kan worden. Kostenramingen kunnen eenvoudig worden opgesteld. Medewerkers kunnen voor hen relevante informatie eenvoudig raadplegen zonder dat ze kennis nodig hebben van meerdere beheerpakketten. De uitwisseling van informatie met andere disciplines zoals weg– en groenbeheer en milieukwaliteit is daardoor geborgd. De waterkwaliteitsbeheerders hebben toegang tot onze monitoringsdata. Ze kunnen gegevens over overstortingen inzien en de resultaten van ons waterkwaliteitsmeetnet raadplegen. Op hun beurt geven zij inzage in voor ons relevante meetgegevens over de rioolwaterzuiveringen, de waterkwaliteit en de ecologische toestand. Burgers en bedrijven kunnen de locaties van grondwaterpeilbuizen in Utrecht bekijken via de website van het Waterloket. Daar vinden ze ook kaarten met de grondwaterstanden in de verschillende delen van Utrecht.


Actueel houden van gegevens in beheersystemen Omdat er een grote verscheidenheid is aan objecten en voorzieningen (van kolk tot pomp en van infiltratiekrat tot oever) zijn er ook diverse beheersystemen waarin informatie wordt vastgelegd. In de afgelopen jaren zijn er grote stappen gezet, waardoor zowel de vaste en geometrische gegevens als de resultaten van onderzoeken goed worden vastgelegd. Er is een nieuw beheersysteem in gebruik genomen waarin de vaste gegevens en de bedrijfsgegevens van rioolgemalen worden vastgelegd. In de afgelopen planperiode hebben we daartoe het gemalenareaal op orde gebracht. De in de riolering verzamelde meetgegevens worden veelal geautomatiseerd gecontroleerd op juistheid en opgeslagen in een beheersysteem. De meetgegevens kunnen hierin grafisch worden gepresenteerd en zijn goed toegankelijk voor analyses.

44/58

Stadswerken


Rioolrevisies, bestekstekeningen en de ligging van huisaansluitingen worden nu via een digitaal archief ontsloten. Ondergrondse infiltratievoorzieningen zoals it-riolen en infiltratiekratten en zandfilters zijn opgenomen in het rioolbeheersysteem. Gegevens over de reiniging van de riolering worden buiten digitaal vastgelegd, en gegevens hierover kunnen online worden geraadpleegd. Voor de kolkenreiniging is dit proces ook ingang gezet, maar is het systeem nog niet operationeel. Er is ook een begin gemaakt met het vastleggen van de status van uit te voeren onderhouds- en verbeteringsmaatregelen aan de riolering in een beheersysteem. We zijn gestart met een nieuw beheersysteem waar alle gegevens van de watergangen in worden opgeslagen. Vanaf 2011 moet de benodigde werkzaamheden op het gebied van het schonen, maaien en het op diepte houden van watergangen afgeleid kunnen worden uit het nieuwe beheersysteem. De ecologische gegevens over het leven in de watergangen worden vanaf 2010 vastgelegd in de Nationale Ecologische database, waar ook alle andere gegevens over flora en fauna in Utrecht worden vastgelegd. Door de komst van het Waterloket worden bewonersmeldingen nu beter geregistreerd. De meeste doelstellingen met betrekking tot gegevensbeheer zijn daarmee gehaald. Het vastleggen van gebruikersovereenkomsten is nog niet goed van de grond gekomen omdat deze informatie op veel verschillende locaties is vastgelegd. Ontsluiting naar derden De gemeente Utrecht moet als beheerder van het rioleringsnet ligginggegevens verstrekken, en heeft daartoe sinds 2006 een digitaal systeem voor Klic-meldingen en is vanaf 2010 aangesloten op Klic-online.


Vastleggen van informatie Voor een aantal onderwerpen wordt de informatie nog onvoldoende vastgelegd: gebruikersovereenkomsten, kostenkentallen en het oppervlaktewatermeetnet. Op sommige locaties voeren particulieren of beheerorganisaties een deel van de rioleringszorg uit. Om duidelijk te maken welk areaal we als gemeente beheren en wat we niet doen worden de gebruikersovereenkomsten digitaal vastgelegd. Om investeringen en onderhoud te kunnen onderbouwen worden de kosten van aankoop, het gebruik, het onderhoud en uiteindelijk de sloop van objecten vergelijkbaar gemaakt. De kostenmodules van de verschillende beheersystemen worden gevuld met Utrechtse kostenkentallen. Het beheersysteem voor de watergangen wordt in 2011 in gebruik genomen voor het plannen van het beheer en onderhoud en het vastleggen van inspecties over de diepte van watergangen. We gaan door met het vastleggen van de ecologische gegevens in de ecologische database die wordt beheerd door de afdeling Milieu en Duurzaamheid van SO. De overige resultaten van het meetnet oppervlaktewater zoals de chemische parameters moeten in een ander geschikt beheersysteem vastgelegd worden. Door toezicht op de tijdige aanlevering en de kwaliteit van revisies hopen we de actualiteit en volledigheid van de gegevens in de beheersystemen verder te vergroten. Actueel houden van rekenmodellen Voor het ontwerpen en toetsen van de riolering worden hydraulische berekeningen uitgevoerd met een theoretische schematisering van de riolering (rekenmodel). Door de aanleg van nieuwe riolen en het uitvoeren van verbeteringsmaatregelen verandert het rioolsysteem steeds. Recent zijn een aantal maatregelen uitgevoerd die de vuilemissie naar het oppervlaktewater reduceren en ook in de komende jaren worden hiertoe maatregelen getroffen. Daarnaast worden er in het kader van de verwachte klimaatverandering aanpassingen aan het rioolstelsel gedaan en zorgen reconstructies van wijken en buurten voor wijzigingen. Het rekenmodel dient daarom jaarlijks te worden aangepast aan de werkelijke situatie. Daartoe is informatie nodig over de vaste en geometrische gegevens van het rioolstelsel en het afvoerende oppervlak. De vaste gegevens staan in het rioolbeheersysteem en de aard en omvang van de verharde oppervlakken wordt bijgehouden in een GIS-systeem. Voor het bouwen van een rekenmodel moeten deze gegevens aan elkaar worden gekoppeld. Om dit proces zo veel mogelijk te automatiseren ontwikkelen we een tool waarmee relatief eenvoudig het rekenmodel kan worden geactualiseerd. Om de brongegevens actueel te houden is het nodig om jaarlijks het afvoerend verhard oppervlak aan te passen in het GIS-systeem. Bij het doorvoeren van revisies in het beheersysteem worden daarom direct ook de veranderingen in het verhard oppervlak aangepast in GIS-bestanden. Hiervoor leggen we een procedure vast.

45/58

Stadswerken


Ordenen en toegankelijk maken van data De uitdaging voor de komende jaren is om de resultaten van modelberekeningen, metingen in de riolering, meldingen en inspecties aan elkaar te koppelen zodat deze inzicht verschaffen in toestand en functioneren. Dan kan deze informatie nog beter gebruikt worden om maatregelen te onderbouwen. Om relevante informatie voor medewerkers toegankelijk te maken wordt onderzocht wat er voor nodig is om hen gegevens uit verschillende gegevensbronnen te laten raadplegen. De status van uitgevoerde maatregelen gaan we archiveren in beheersystemen. We gaan er voor zorgen dat medewerkers buiten over de informatie beschikken die nodig is voor het uitvoeren van maatregelen, en dat de informatie van buiten ook weer binnen beschikbaar is en wordt opgeslagen. Als dat geregeld is kan ook de effectiviteit van de huidige wijze waarop objecten worden onderhouden beoordeeld worden, en kan bijvoorbeeld een betere frequentie voor kolkenreiniging bepaald worden.

Onderzoek

Gegevensbeheer

Beoordeling

Inspectie

Toestand

Model simulaties

Hydraulisch functioneren

Monitoringsnetwerk

Strategie en Maatregelen

Beheersystemen

Functioneren -

Bewoners Meldingen

emissies

en storingen

Door gegevens van bewonersmeldingen over wateroverlast en de oplossingen die uitgevoerd worden aan elkaar te koppelen, kunnen structurele problemen beter gesignaleerd worden en passende maatregelen worden genomen. Met de gegevens uit het gemalenbeheersysteem en op basis van de onderhoudsplannen gaan we een strategie voor risicoen onderhoudsmanagement van gemalenonderhoud opzetten. Burgers, bedrijven en waterkwaliteitsbeheerders voorzien van informatie Grondwaterstandskaarten en kaarten met locaties van peilbuizen worden op de website van het Waterloket gezet zodat burgers en bedrijven ze kunnen inzien. Ook zal informatie over projecten die we buiten uitvoeren toe worden gevoegd aan de website. We zorgen ervoor dat de waterkwaliteitsbeheerders kunnen beschikken over onze monitoringsdata van riolering en oppervlaktewater.

Hoe meten we de voortgang? De maatregelen en onderzoeken worden in een Onderzoeksprogramma en een Uitvoeringsprogramma opgenomen, waarvan jaarlijks de voortgang wordt geëvalueerd. Daarnaast wordt het effect of de voortgang van een aantal specifieke maatregelen getoetst door:

46/58

Stadswerken


• de informatie die nodig is voor bijvoorbeeld de vanaf 2010 verplichte landelijke Benchmark Rioleringszorg te genereren uit de beheersystemen. Zo meten we of de gegevens actueel en volledig zijn. • te toetsen of we aan de normen van de WION voldoen: digitale aanlevering van informatie over ondergrondse kabels en leidingen binnen 1 werkdag met een zijwaartse afwijking van maximaal 1 m.

Kosten De kosten van gegevensbeheer worden gedekt uit de publieke taak voor riolering, grondwater en oppervlaktewater.

47/58

Stadswerken


3 Middelen en kostendekking 3.1 Inleiding Het uitvoeren van de gemeentelijke watertaken kost geld. Op grond van artikel 228a van de Gemeentewet (Gw) kunnen de kosten van de verschillende watertaken verhaald worden op burgers en bedrijven. In 2009 werd 33,3 miljoen uitgegeven aan de exploitatie van de riolering en de kapitaalslasten daarvan. Dit geld wordt door de burgers en bedrijven in de gemeente Utrecht opgebracht door betaling van de rioolheffing. Om de doelen die in dit Verbreed GRP worden vastgesteld te bereiken is de uitvoering van diverse activiteiten nodig:

• • •

Verbeteringsinvesteringen voor binnen de planperiode noodzakelijke maatregelen (verbeteren); Jaarlijkse investeringen voor vervangingen en renovaties (in stand houden); Jaarlijks terugkerende maatregelen voor beheer en onderhoud (onderhouden).

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de benodigde personele en financiële middelen die nodig zijn om de zorgplichten doelmatig te kunnen invullen, zoals in het vorige hoofdstuk beschreven.

3.2 Personeel en organisatie De zorg voor afvalwater, hemelwater en overtollig grondwater wordt in de gemeente Utrecht grotendeels verricht door de afdeling Stedelijk Beheer van Stadswerken (SW). Stedelijk Beheer heeft de volgende taken in het stedelijk waterbeheer:

• • • • • • • •

Opstellen van beleid en operationele plannen. Uitvoeren van onderzoeken ten behoeve van beheer. Actueel en volledig houden van de beheersystemen. Regie op de voorbereiden en uitvoering van grootschalige onderhoudsprojecten. Afhandelen van bewonersmeldingen (backoffice Waterloket). Adviseren over huisaansluitingen en toezicht houden op de aanleg daarvan,. Uitvoeren van en toezicht houden op civieltechnisch onderhoud en inspectie (riolering, gemalen, drainage). Uitvoeren van en toezicht houden op baggeren van watergangen.

Door andere afdelingen en diensten worden de volgende taken uitgevoerd: Uitvoeren van het structureel reinigen van de kolken door de transportdienst van de afdeling Inzamelen, Markten en Havens (IMH). Het straatvegen wordt door de afdeling Wijkonderhoud & Service. De afdeling IBU Stadsingenieurs bereidt de uitvoering van projecten voor onder regie van Stedelijk Beheer. Vergunning verlenen en handhaven in het kader van de Wet algemene bepaling Omgevingsrecht (Wabo). Hieronder vallen de indirecte lozingen. Deze taak neemt de afdeling Publieke Diensten van Stadsontwikkeling (SO) voor haar rekening. Het verwijderen van zwerfvuil en het (meer)jaarlijks schonen en maaien van de watergangen wordt uitgevoerd door de afdeling van Wijkonderhoud & Service van Stadswerken. Onderzoek uitvoeren naar aanleiding van meldingen over (grond-)wateroverlast wordt uitgevoerd door de afdeling IBU Stadsingenieurs onder aansturing van de afdeling Stedelijk Beheer.

• • • • • •

48/58

Stadswerken

• • •


Vergunning verlenen in het kader van het Bouwbesluit en de bouwverordening. Deze taak wordt uitgevoerd door de afdeling Bouwbeheer van Stadsontwikkeling (SO). De advisering over riolering is wel in handen van Stedelijk Beheer. Ontwikkelen van rioolstelsels voor nieuwbouwlocaties. Deze taak wordt in opdracht van het Projectbureau Leidsche Rijn (PBLR), het Projectbureau ontwikkeling stationsgebied (POS), de Stadsontwikkeling (DSO) en het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Utrecht (OGU) door een groot aantal partijen uitgevoerd. In veel situaties is het de afdeling IBU Stadsingenieurs die de technische voorbereiding voor haar rekening neemt. Stedelijk Beheer toetst echter als beheerder in alle gevallen de ontwerpen. Het opleggen en innen van de rioolheffing wordt uitgevoerd door de Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen (DB&G).

Om de gestelde doelen te kunnen bereiken is naast de beschikbaarheid van voldoende financiële middelen, ook voldoende personele capaciteit nodig. De basisbezetting wordt hiertoe gerelateerd aan de te verwachten werkvoorraad. Eventuele pieken worden opgevangen met behulp van inhuurkrachten of het op de markt zetten van werkzaamheden. Kenmerkend voor deze planperiode is dat de gemeente Utrecht het accent legt op regie en minder op uitvoering in eigen dienst. De buitendienst betreft personeel van Stadswerken betrokken bij het onderhoud van riolering en rioolgemalen en de reiniging van kolken. Projectleiders, toezichthouders en directievoerders betrokken bij de uitvoering van renovatiewerken zijn toegerekend aan de binnendienst. De bezetting voldoet om de taken onder deze voorwaarden uit te kunnen voeren.

Personele bezetting stedelijk waterbeheer aantal fte Binnendienst stedelijk waterbeheer

32

Buitendienst stedelijk waterbeheer

20

Detachering en uitbesteding

3

3.3 Financiën In bijlage 11 is een overzicht opgenomen van alle uitgangspunten, uitgaven, inkomsten en kostendekking voor de periode planperiode en de jaren daarna (2010-2020). Hieronder worden ze besproken. Aan de rioolheffing mag ook de met de kosten van riolering gemoeide BTW worden toegerekend. Om kosten en tariefopbrengsten aan elkaar te kunnen relateren zijn alle kosten inclusief BTW weergegeven.

Uitgangspunten

Inflatiepercentage Voor 2011 is een inflatiepercentage aangehouden van 1,9% voor prijscompensatie en 0% voor looncompensatie (opgave door Stadswerken Control en Ondersteuning 22-3-2010). Voor de jaren daarna wordt nog niet voor de inflatie gecorrigeerd. Jaarlijks wordt bij de vaststelling van hoogte van de rioolheffing het actuele percentage gehanteerd. Bijdrage verfijningsregeling Vleuten-De Meern De bijdrage van de verfijningsregeling Vleuten-De Meern is conform Kostendekkingsplan Vleuten-De Meern 2001.

Ontwikkelingen in de periode 2011-2014

Kapitaalslasten De lopende kapitaalslasten betreffen de afschrijvingskosten en rente voor eerdere investeringen. Sinds 1 januari 1984 worden de investeringen in Utrecht niet meer gekapitaliseerd, maar direct geïnvesteerd. Ook is per 1 januari 1984 besloten om de bestaande kapitaalslasten niet meer via lineaire afschrijving, maar via de annuïteitenmethode af te 49/58

Stadswerken


schrijven. Bij deze methode worden de kapitaalslasten gelijkmatig over de looptijd verdeeld. De maximale looptijd van de investeringen is 40 jaar, zodat in 2024 alle oude kapitaalslasten van Utrecht zijn afgelost. Na 1984 zijn nog wel kapitaalslasten aangegaan voor de aanleg van riolering bij ongerioleerde percelen. Deze investeringen dienen namelijk een individueel belang en mochten daarom niet rechtstreeks gefinancierd worden uit het rioolrecht. In 1997 zijn verder nog nieuwe kapitaalslasten ontstaan door een bijdrage van circa € 8.000.000 vanuit het rioolrecht aan de ontwikkeling van Leidsche Rijn. Een actuele prognose van de kapitaalslasten is nog niet voorhanden. Voor een prognose van de lopende kapitaalslasten is daarom aangenomen dat de kapitaalslasten in 40 jaar worden afgeschreven. Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording 2003 mogen sinds 2008 vervangings- en verbeteringsinvesteringen voor riolering niet meer direct ten laste van de exploitatie worden gebracht. De betreffende investeringen dienen te worden geactiveerd en de daaruit voortvloeiende kapitaalslasten mogen wel ten laste van de exploitatie worden gebracht. De regelgeving staat echter toe dat op de te activeren investeringsbedragen in mindering mag worden gebracht een speciaal hiervoor in een spaarvoorziening ondergebracht van derden ontvangen bedrag. Sinds 2008 kent de gemeente Utrecht daarom een spaarvoorziening voor vervangingsinvesteringen riolering die jaarlijks wordt aangevuld uit opbrengsten rioolheffing. Zolang de vervangingsinvesteringen in de pas blijven lopen met de jaarlijkse aanvullingen van de spaarvoorziening uit de opbrengsten rioolheffing, ontstaan geen kapitaalslasten. Indien in enig jaar meer vervangingsinvesteringen zijn uitgevoerd dan er saldo in de spaarvoorziening aanwezig is, dan ontstaan voor dat meerdere deel van de investeringen wel kapitaalslasten. In de jaren 2011, 2012 en 2013 is dit het geval en daarom ontstaan er in die jaren extra kapitaalslasten. Op de korte termijn leidt dit tot lagere kosten, op de langere termijn tot hogere kosten door de extra rentelasten. De tariefstijging van de rioolheffing blijft daardoor beperkt. Deze nieuwe kapitaalslasten worden afgeschreven tegen 5% over 40 jaar. Vervangingsinvesteringen riolen en rioolgemalen In de periode 2011-2013 zijn er kosten voor het project 'Centraal besturingssysteem rioolgemalen'. De uitgaven voor de vervanging van riolen nemen af doordat we vanaf 2011 nog maar jaarlijks 5km riolering te vervangen in plaats van 6,5km. De gehanteerde kostenkentallen voor rioolvervanging zijn opgenomen in Bijlage 12. Milieumaatregelen Na 2013 nemen ook de uitgaven voor het nemen van milieumaatregelen af, de grootste investeringen om de lozingen terug te dringen zijn dan gedaan. Wel houden we er rekening mee dat na 2013 nog investeringen nodig zijn om verontreinigde hemelwaterlozingen terug te dringen. De uitgaven voor afkoppelen lopen wel door omdat we afkoppelen ook inzetten als maatregel om wateroverlast als gevolg van klimaatontwikkelingen te voorkomen. Groot onderhoud en verbetering oppervlaktewater De kleine, tertiaire watergangen die in beheer en onderhoud zijn bij de gemeente, zijn onderdeel van het gemeentelijke hemelwater- en ontwateringsstelsel. Nu ook de kosten voor de hemel- en grondwaterzorgplicht uit de verbrede rioolheffing gefinancierd mogen worden, zijn deze kosten met ingang van 2012 onder de rioolheffing gebracht. De kosten voor het groot onderhoud en verbeteringsmaatregelen aan de gemeentelijke plassen en havens blijven gefinancierd uit de algemene middelen via de Nota Kapitaalgoederen, aangezien deze watergangen geen aantoonbare functie hebben in de afvoer van overtollig hemel- en grondwater. Het groot onderhoud betreft alle projectmatige maatregelen die nodig zijn om de watergangen in een goede toestand te brengen en te houden. Hierbij gaat het niet alleen om het waarborgen van de waterafvoer, maar ook om het voorkomen van overlast, het realiseren en waarborgen van een goede beeldkwaliteit (minimaal 6) en een goede chemische en ecologische waterkwaliteit. De maatregelen die nodig zijn om een goede chemische en ecologische waterkwaliteit en een goede beeldkwaliteit te realiseren, worden per wijk uitgewerkt in een wijkwaterplan. Voor het uitvoeren van het groot onderhoud en het bijdragen aan het maatregelenprogramma uit de wijkwaterplannen is jaarlijks € 1,5 miljoen euro begroot. Dit bedrag is onvoldoende om alle maatregelen uit de wijkwaterplannen te financieren. Daarom wordt voor de financiering en uitvoering van de wijkwaterplannen nadrukkelijk samengewerkt met het gemeentelijke groenprogramma (Groenstructuurplan en wijkgroenplannen), andere stedelijke programma's en het programma Nieuwe Hollandse Waterlinie.

50/58

Stadswerken


Dagelijks onderhoud en publieke taak riolen, rioolgemalen, kolken Voor 2011 en volgende jaren nemen de kosten toe op basis van de procentuele groei van het aantal aansluitingen. De areaaltoename bedraagt 0,7% per jaar, dit percentage is gelijk aan de toename van het aantal aansluitingen. De benodigde inspanning voor de meeste activiteiten (dagelijks onderhoud, gegevensbeheer, monitoring, advisering derden, vergunningen en meldingen) is namelijk gekoppeld aan de hoeveelheid riolering of aan het aantal aansluitingen. Dagelijks onderhoud en publieke taak riolen grondwater en oppervlaktewater De tertiaire watergangen leveren een belangrijke bijdrage aan de afvoer en verwerking van hemelwater en het reguleren van de grondwaterstand. Daarnaast is de druk op de algemene middelen groot. Daarom is met ingang van 2012 voorzien dat ook de kosten voor het dagelijks onderhoud en het beheer van gemeentelijk oppervlaktewater worden gefinancierd uit de rioolheffing. Jaarlijks nemen de kosten enkel toe met de procentuele groei van het aantal aansluitingen. Investeringen bestrijding structurele grondwateroverlast De komende jaren wordt de ontwatering verbeterd in De Meern en in Hoograven door de aanleg van horizontale en verticale drainage. Na de planperiode lopen alleen de werkzaamheden in De Meern nog door, vandaar dat de kosten na 2014 afnemen. Vooralsnog is niet voorzien dat in de periode tot 2020 ook in andere wijken grootschalige verbetering van de ontwatering noodzakelijk is. Bijdrage straatvegen Sinds 2007 wordt een deel van de uitgaven aan straatvegen ten laste gelegd van de rioleringsbegroting. Jaarlijks besteedt Utrecht circa € 8.500.000 aan straatvegen: hiervan wordt € 1.370.000 (16%) gedekt uit de rioolheffing. Voor de meerjarenbegroting is aangenomen dat deze kosten gelijk blijven. Ontwikkeling uitgaven 2010-2020 De belangrijkste wijzigingen in de uitgaven zijn per thema beschreven in Hoofdstuk 2. De uitgaven voor de riolering kennen een piek in de periode 2010-2013 door het realiseren van het centrale besturingssysteem op de rioolgemalen. Omdat daarna ook de uitgaven voor milieumaatregelen minder worden, dalen vanaf 2014 de totale uitgaven. Ontwikkeling uitgaven 2010-2020 Groot onderhoud rioolgemalen

40.000.000

Groot onderhoud en verbetering ontwatering Verbetering oppervlaktewater via wijkwaterplannen

35.000.000

Groot onderhoud oppervlaktewater Aflossing 5 mln crisisimpuls

30.000.000 Bijdrage stedelijke ontwikkelingsprojecten

Uitgaven (Euro)

Vervanging en verbetering rioolen tunnelgemalen

25.000.000 Maatregelen vanwege klimaatontwikkeling Milieumaatregelen lozingen riolering - bergbezinkbassins +overig

20.000.000

Milieumaatregelen lozingen riolering - afkoppelen Publieke taak riolen en rioolgemalen

15.000.000

Dagelijks onderhoud oppervlaktewater Dagelijks onderhoud riolen en rioolgemalen

10.000.000

Dagelijks onderhoud gronden oppervlaktewater Publieke taak gronden oppervlaktewater

5.000.000

Totaal kapitaallasten Bijdrage straatreiniging Groot onderhoud riolering

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

51/58

Stadswerken


3.4 Inkomsten

Rioolheffing De rioolheffing is een bestemmingsheffing om de kosten te dekken voor de gemeentelijke rioleringszorg. Met de uitbreiding van het aantal zorgplichten zijn ook de toepassingsmogelijkheden van de rioolheffing verbreed en is de rioolheffing veranderd van een retributie in een bestemmingsheffing. De uitgaven mogen de inkomsten uit de heffing niet overschrijden. Inkomsten De inkomsten zijn alleen gebaseerd op de structurele inkomsten vanuit de rioolheffing. Omdat de rioolheffing een belasting is, hoeft er geen verband te zijn tussen de heffing en het profijt dat de belastingplichtige heeft van de gemeentelijke voorzieningen, kosten mogen dus worden omgeslagen over alle burgers en bedrijven. Uit deze heffing worden ook de hemel- en grondwatertaken betaald. Sinds 2010 wordt de rioolheffing in Utrecht opgelegd aan burgers en bedrijven, daarvoor was er een rioolrecht. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen de kosten voor huishoudelijk en bedrijfsafvalwater en de kosten van de hemel- en grondwatertaken. Inkomstenbronnen waarmee geen rekening wordt gehouden zijn: Grondexploitatie. Alleen voor nieuwe bebouwing is uitgegaan van financiering van de aanleg van riolering uit de grondexploitatie. Grootstedelijke vernieuwing. We houden we alleen rekening met de financiering van het vervangen van riolering uit de grondexploitatie bij grootstedelijke vernieuwing als de ligging van de riolering in de plannen gewijzigd wordt. Wordt de ligging niet gewijzigd dan komt rioolvervanging ten laste van de rioolheffing.

• •

Eigenaren en gebruikers De rioolheffing is opgebouwd uit een eigenarendeel (aansluitrecht) en een gebruikersdeel (afvoerrecht). Het aansluitrecht betreft een vast bedrag per jaar per rioolaansluiting. Het afvoerrecht betreft een bedrag per kubieke meter water en wordt opgelegd aan bedrijven die jaarlijks meer dan 250m3 afvalwater op de riolering lozen (in 2011 gemiddeld € 1,63 per m3). De huidige toedeling tussen aansluiten afvoerrecht van de diverse kostenposten (met uitzondering van de kapitaalslasten) is gebaseerd op de verdeling in hoeveelheden afgevoerd afvalwater bij klein- en grootverbruik. De verdeling tussen de tarieven voor eigenaren en voor grootverbruik is aangepast op basis van het aantal inwoners per 1 januari 2010 en het verwachte grootverbruik in 2011. De verdeling is weergegeven in onderstaande tabel. Kostenverdeling aansluiten afvoerrecht

Kostenpost

Kostenverdeling

Toelichting

Lopende en nieuwe kapitaalslasten

100 % aansluitrecht

Kosten onafhankelijk van geloosde hoeveelheid

Dagelijks onderhoud riolen

Op basis van verhouding jaarverhouding klein- en grootverbruik

Kosten onderhoud riolering afhankelijk van afgevoerde hoeveelheid afvalwater

Dagelijks onderhoud rioolgemalen


Onderhoudskosten afhankelijk van verpompte hoeveelheid afvalwater

Advisering mbt riolerings- en grondwateraspecten bouwplannen


Vergunningen betreffen zowel klein- als grootverbruikers

Dagelijks onderhoud kolken

100 % aansluitrecht

Geen relatie tussen hoeveelheid afvalwater en onderhoud kolken

Publieke taak riolen en rioolgemalen

Op basis van verhouding

Kosten afhankelijk van hoeveelheid 52/58

Stadswerken


jaarverhouding klein- en grootverbruik

riolering en daarmee indirect van hoeveelheid afvalwater

Dagelijks onderhoud gronden oppervlaktewater (tertiaire watergangen)

100 % aansluitrecht

Geen relatie tussen hoeveelheid afvalwater en onderhoud gronden oppervlaktewater

Publieke taak gronden oppervlaktewater

100 % aansluitrecht

Geen relatie tussen hoeveelheid afvalwater en publieke taak gronden oppervlaktewater

Publieke taak riolering

100 % aansluitrecht


Investeringen ter vervanging en verbetering riolering, grondwater en oppervlaktewater (tertiaire watergangen)

Op basis van uurverhouding klein- en grootverbruik

Afmetingen riolen, drainage en oppervlaktewater afhankelijk van piekafvoeren c.q. uurverbruik

Bijdrage straatvegen

100 % aansluitrecht


Door het hanteren van een aansluitrecht en een afvoerrecht zijn de bepalende factoren voor de inkomsten uit de rioolheffing: Het aantal rioolaansluitingen; Het kleinverbruik; Het grootverbruik; Het percentage niet te innen inkomsten.

• • • •

Ontwikkeling rioolaansluitingen De ontwikkeling van het aantal rioolaansluitingen is met name afhankelijk van de ontwikkelingen in Leidsche Rijn. In 2010 waren er 140.000 aansluitingen op de riolering. Voor 2011 wordt uitgegaan van 141.000 aansluitingen (Opgave Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen 8 april 2010). Voor de jaren daarna wordt eenzelfde jaarlijkse toename van het aantal aansluitingen aangenomen. Deze prognose is natuurlijk sterk afhankelijk van de economische ontwikkelingen in de komende jaren. Ontwikkeling kleinverbruik Het kleinverbruik is gebaseerd op de afvoer via het riool van het huishoudelijk afvalwater en het overtollig hemelwater in Utrecht. De af te voeren hoeveelheid huishoudelijk afvalwater is gebaseerd op het drinkwaterverbruik van de inwoners van Utrecht. Uitgangspunt is dat al het drinkwater wordt afgevoerd via de riolering, en dat voor het kleinverbruik geen gebruik wordt gemaakt van gronden oppervlaktewater. Drinkwaterverbruik en af te voeren hemelwater Voor de komende planperiode is net als in voorgaande jaren uitgegaan van het gemiddelde drinkwaterverbruik per inwoner. In 2009 was dit 127,5 liter per inwoner per dag. Omgerekend is dit ruim 46m3 per inwoner per jaar. Aangenomen is dat het drinkwaterverbruik door waterbesparende maatregelen niet verder zal dalen. Voor de raming van de af te voeren hoeveelheid overtollig hemelwater is uitgegaan van een verhard oppervlak van 150m2 per woning. Als het aantal woningen wordt omgerekend naar aansluitingen, resulteert dat in 138m2 per aansluiting. De gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid neerslag over de periode 1971-2000 bedraagt 794mm. Aangenomen is dat hiervan gemiddeld 40% wordt afgevoerd via het riool. Dit resulteert in 43,8m3 af te voeren hemelwater per aansluiting per jaar. Voor de komende jaren is uitgegaan van een gemiddelde groei van 2,3 inwoner per nieuwe aansluiting. De ontwikkeling van de bevolking is ingeschat op basis van gegevens van de Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen. Ontwikkeling grootverbruik Het grootverbruik is het bedrijfsmatige afvalwater dat wordt afgevoerd via de riolering. De hoeveelheid is gebaseerd op bedrijven en instellingen met een drinkwaterverbruik van meer dan 250m3 per jaar. Naast het drinkwaterverbruik wordt in het grootverbruik het gebruik van oppervlakte- en grondwater verdisconteerd en vindt een correctie plaats voor de

53/58

Stadswerken


hoeveelheid water die niet wordt geloosd op de riolering. Voor de komende planperiode is aangenomen dat het grootverbruik stabiel blijft op het niveau van 2010. Niet te innen inkomsten Inkomsten kunnen wegvallen doordat een perceel op de peildatum geen traceerbare eigenaar heeft of de eigenaar met succes in beroep gaat tegen de aanslag. De Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen gaat ervan uit dat jaarlijks gemiddeld 2,2% van de begrote inkomsten om diverse redenen niet beschikbaar komt. Dit percentage is overgenomen in de begroting.

3.5 Kostendekking

Kostendekking 2011-2014 Evenals in het vorige GRP is voor de komende jaren directe financiering vanuit de rioolheffing het uitgangspunt. Voor de kostendekking is vooruitgekeken tot 2020. De ontwikkeling van de opbrengsten van de rioolheffing in de periode 2010-2020 is weergegeven onderstaande figuur. Ontwikkeling opbrengsten 2010-2020 40.000.000

35.000.000

Opbrengst (Euro)

30.000.000

25.000.000

20.000.000

15.000.000

10.000.000

Grootverbruik bruto

5.000.000 Eigenarenrecht bruto

0 2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

54/58

Stadswerken


De ontwikkeling van de hoogte van het aansluiten afvoerrecht in de periode 2010-2020 is weergegeven onderstaande figuur. Ontwikkeling aansluitrecht en afvoerrecht 2010-2020 1,80

220,00

1,60

210,00

1,50 200,00

1,40

Tarief aansluitrecht (Euro)

Tarief afvoerrecht (Euro)

1,70

190,00

1,30 Eigenarentarief Grootverbruikerstarief

1,20

180,00 2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Excl. inflatiecorrectie

2020

Risico's De belangrijkste risico's voor de hiervoor geschetste kostendekking zijn tegenvallende inkomsten en extra uitgaven. Tegenvallende inkomsten kunnen veroorzaakt worden door: Een afname van het grootverbruik gedurende komende planperiode. In dat geval is een tariefstijging van het afvoerrecht nodig. Een stagnerende groei van het aantal aansluitingen. Dit is bijvoorbeeld het geval als de ontwikkeling van Leidsche Rijn vanwege de economische crisis blijft stagneren. Gevolg is een sterkere tariefstijging van het aansluitrecht.

• •

Mogelijke extra uitgaven kunnen optreden door: Hogere beheer-, onderhouds- en vervangingskosten. Het grootste risico vormt op dit moment de realisatie van centrale gemaalbesturing op alle rioolgemalen. Toerekening hogere kosten voor straatvegen aan de rioolheffing. Hogere kosten voor onttrekken van grondwater bij het uitvoeren van werken.

• • •

55/58

Stadswerken


56/58

Stadswerken


4 Literatuur Gemeente Utrecht

• Basisrioleringsplan Gemeente Utrecht 2011-2014, Gemeente Utrecht, 2011 (in prep.). • Wijkwaterplan Zuid, Een integrale visie op het oppervlaktewater in de wijk Zuid 2010-2015, Royal Haskoning, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Gemeente Utrecht, 2010 (in prep.). • Wijkwaterplan Noordoost, Een integrale visie op het oppervlaktewater in de wijk Oosts 2010-2015, Royal Haskoning, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Gemeente Utrecht, 2010 (in prep.). • Bomenbeleid Utrecht, 'Verbeterde regelgeving voor beheer, behoud en ontwikkeling van bomen, vastgesteld door de gemeenteraad, maart 2009', Gemeente Utrecht, 2009. • Inspelen op klimaatverandering - Strategie riolering oppervlaktewater en grondwater, Gemeente Utrecht, 2009. • Resultaten zandfilter Engelsmanplaat, Memo Gemeente Utrecht, 2009. • Resultaten zandfilter Ondiep, Memo Gemeente Utrecht, 2009. • Resultaten zandfilter Schepenbuurt, Memo Gemeente Utrecht, 2009. • Beschermen, verbeteren en benutten: Naar een gebiedsgerichte aanpak,grondwaterverontreinigingen in de ondergrond van Utrecht, Milieu & Duurzaamheid, Stadsontwikkeling, Gemeente Utrecht, 2009. • Raadsvoorstel Maatregelen gemeente Utrecht Europese Kaderrichtlijn Water, Gemeente Utrecht, 2008. • Grondwaterplan Utrecht, Gemeente Utrecht, 2007. • Gemeentelijk afval-, hemel- en grondwaterplan Utrecht 2007-2010, Gemeente Utrecht, 2007. • Waterplan Utrecht 2004-2008, Gemeente Utrecht, 2005. • Handboek Inrichting Openbare Ruimte, Onderdeel Ontwerp Riolering rioolgemalen en drainage, Gemeente Utrecht, 2007 • Kadernota Duurzaam bouwen, Gemeente Utrecht, s.a. • Milieubeleid voor een leefbare en duurzame stad, Milieubeleidsplan 2003-2008. • Samen voor de stad, Prestatieafspraken 2007-2010, Gemeente Utrecht , Portaal, Mitros, Boex, ssh Utrecht, Stuw, Groenrand Wonen, 2007. • Beeldkwaliteitshandboek voor de openbare ruimte, Gemeente Utrecht, 2005 Overige relevante literatuur

• Provinciaal Waterplan 2010-2015 Richting robuust, provincie Utrecht, 2010. http://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/water/ • Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2011, 'Toekomstbestendig, ambitieus en haalbaar', Provincie Utrecht, 2009. • Water Voorop! Waterbeheerplan 2010-2015, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, 2009. http://www.hdsr.nl/informatie/beleid_en_plannen/waterbeleid/waterbeheerplan • 'Samen verder met de waterketen, nieuw beleid voor de gemeentelijke watertaken', Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, 2010 • Waterbeheerplan Amstel, Gooi en Vecht (AGV) 2010-2015, Ontwerp, 2009. http://www.agv.nl/plannen_en_inspraak/waterbeheerplan • Handboek hemelwater AGV, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, 2010. http://www.agv.nl/regelgeving_en/beleid • Van rioleringszaak naar gemeentelijke watertaak – de wet gemeentelijke watertaken toegelicht – Brochure VNG 2007/12-111. • Rapport Senternovem/Agentschap NL 'Criteria voor duurzaam inkopen Riolering' 2010. http://www.senternovem.nl/duurzaaminkopen/ • 'Samen leven met grondwater', CIW werkgroep 3, 2004. • Leidraad Riolering. • Monitoring Roulerend Meetnet HDSR 2009: deelgebied Centraal Stadsgebied, Grontmij|Aquasense, 2010. • Invulling aanpak bestaande regenwaterlozingen gemeente Utrecht, Eindrapportage, Royal Haskoning, 2010. • Rioolvreemd water rwzi Utrecht Zandpad, eindrapport. Witteveen +Bos, 2010. • OAS De Meern, Eindrapport, Royal Haskoning, 2009. • Eindrapportage actualisatie waterkwaliteitsspoortoetsing Utrecht, Witteveen+Bos, 2006. 57/58

Stadswerken


58/58

Stadswerken

Bijlage 1

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2014

Beleidskader

59/98

Stadswerken


60/98

Stadswerken


Beleidskader Deze bijlage beschrijft de recente beleidsontwikkelingen.

Europees beleid Kaderrichtlijn Water Sinds 2000 is de Europese Kader Richtlijn Water (KRW) van kracht. Met deze richtlijn streeft de Europese Unie naar een duurzaam watergebruik, gebaseerd op bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater op de lange termijn. In 2015 moet de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Europa op orde te zijn. De KRW is in Nederland van kracht geworden op 7 april 2005 via de Implementatiewet EG-Kaderrichtlijn Water.

Rijksbeleid Op 1 januari 2008 is de Wet Gemeentelijke Watertaken in werking getreden. De invoering van deze wet staat niet op zichzelf maar past in de bredere context van veranderende wetgeving. De Waterwet, de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo), en de algemene regels (AMvB's) voor het lozen van afvalwater zijn de andere belangrijke onderdelen van het gewijzigde beleid. Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken Met de inwerkingtreding van de Wet Gemeentelijke Watertaken heeft de gemeente drie afzonderlijke zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. De nieuwe zorgplicht voor grondwater betekent dat de gemeente structurele maatregelen moet nemen in het openbaar gebied om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Rioolheffing Vanaf 2010 kunnen gemeenten hun kosten financieren uit de nieuwe rioolheffing of uit de algemene middelen. Omdat de rioolheffing een belasting is, hoeft er geen verband te zijn tussen de heffing en het profijt dat de belastingplichtige heeft van de gemeentelijke voorzieningen, kosten mogen dus worden omgeslagen over alle burgers en bedrijven. Uit deze belasting kunnen ook de hemel- en grondwatertaken betaald worden. Gevolgen voor Utrecht De Gemeente Utrecht heeft een nieuwe bevoegdheid om in het belang van de bescherming van het milieu door middel van een verordening regels te kunnen stellen aan het lozen van hemelwater en grondwater op de riolering en op of in de bodem. Rioolheffing Sinds 2010 wordt de rioolheffing in Utrecht opgelegd aan burgers en bedrijven. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen de kosten voor huishoudelijk en bedrijfsafvalwater en de kosten van de regen- en grondwatertaken. Nationaal Bestuursakkoord Water In 2008 heeft een actualisatie plaatsgevonden van het Nationaal Bestuursakkoord water (NBW): het NBW-actueel. Hierin is vastgelegd op welke wijze, met welke middelen en in welk tijdsbestek de verschillende overheden gezamenlijk de stedelijke wateropgave voor Nederland in de 21e eeuw willen aanpakken. In het NBW-actueel is afgesproken aan te haken bij KNMI klimaatscenario G uit 2006. Concreet betekent dit een toename van de dagneerslag in 2050 van 4% in de winter en 13% in de zomer. Gevolgen voor Utrecht Ook Utrecht moet leren omgaan met klimaatverandering en zich aanpassen aan de te verwachten veranderingen in neerslagpatronen. Om de knelpunten, oplossingsrichtingen en maatregelen voor de riolering te bepalen is gerekend met een toename van piekintensiteiten in buien aangehouden van 20%. Om de effecten van zwaardere piekbuien, vaker en meer wateroverlast en meer vuiluitworp, in de toekomst te beperken wordt op een aantal trajecten de afvoercapaciteit vergroot en het systeem ontlast door hemelwater af te koppelen. Deze maatregelen zijn uitgewerkt in dit Verbreed GRP.

61/98

Stadswerken


Waterwet De Waterwet is op 22 december 2009 in werking getreden. De Waterwet stelt integraal waterbeheer op basis van de 'watersysteembenadering' centraal. Die benadering gaat uit van het geheel van relaties binnen watersystemen en de samenhang met de omgeving. De Waterwet is gericht op het voorkomen en zo nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste. Deze wet beschermt ook de chemische en ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater en grondwater, en zorgt ervoor dat we zonder belemmering kunnen recreëren op en aan het water. De wet voegt een achttal oude waterwetten samen, waaronder de Wet op de waterhuishouding en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo). Hiermee zijn de gemeentelijke zorgplichten ook ondergebracht onder de Waterwet. Zoveel mogelijk activiteiten vallen onder algemene regels. Niet alles is echter in algemene regels vast te leggen: voor deze activiteiten in, op, onder of over watersystemen is er de integrale watervergunning. Gevolgen voor Utrecht De watervergunning kan bij de gemeente maar ook rechtstreeks bij het bevoegd gezag worden aangevraagd. Als ook een omgevingsvergunning, bijvoorbeeld voor indirecte lozingen, nodig is kan die samen bij hetzelfde loket worden aangevraagd. Voor de gemeente betekent dat dat de werkprocessen voor dat loket ingericht moeten worden. Lozen op de riolering De regelgeving voor het lozen op de riolering is geheel herzien. De nieuwe regelgeving gaat uit van doelgroepen: huishoudens, bedrijven (inrichtingen) en openbaar gebied (niet-inrichtingen). Per doelgroep is of komt er een integraal besluit waarin alle lozingsroutes (direct naar oppervlaktewater of bodem of indirect via de riolering) worden geregeld. Deze besluiten zijn gebaseerd op de Wet Milieubeheer (Wm), de Wet bodembescherming en de Waterwet. Per doelgroep is er een Algemene maatregel van bestuur (AMvB). 1. Besluit lozing afvalwater huishoudens Dit besluit omvat regels voor het lozen op de riolering, de bodem en het oppervlaktewater geldt voor particulieren en is in werking sinds 1 januari 2008. 2. Het Activiteitenbesluit Dit besluit omvat regels voor het lozen op de riolering, de bodem en het oppervlaktewater vanuit inrichtingen en is in werking sinds 1 januari 2008. Bij indirecte lozingen is een onderscheid gemaakt in verschillende soorten rioolstelsels: schoonwater- en vuilwaterriool. Veel kleine en kortdurende directe lozingen vallen nu onder algemene regels. 3. Besluit lozing afvalwater buiten inrichtingen Deze AMvB trad in werking op 1 oktober 2010. Voor het lozen van afvalwater uit gemeentelijke voorzieningen voor inzameling en transport van afvalwater gelden een aantal regels. Het lozen van afvalwater afkomstig uit een openbaar ontwateringsstelsel of een openbaar hemelwaterstelsel in een oppervlaktewaterlichaam of op of in de bodem is toegestaan. Het stelsel moet dan wel voorkomen in het gemeentelijk rioleringsplan opgenomen overzicht van de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater. Gevolgen voor Utrecht De nieuwe lozingsregelgeving betekent dat de Wvo-vergunningen verdwijnen. In het GRP worden alle zaken rond lozingen geregeld. Het GRP moet daarom een kaart met de in de gemeente aanwezige voorzieningen (incl. overstorten en nooduitlaten) voor de inzameling en verdere verwerking van stedelijk afvalwater en afvloeiend hemelwater bevatten. En de maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken moeten worden beschreven. Het GRP beschrijft ook op welke locaties gemeente zorg voor regen- en grondwater niet op zich neemt. Dit Verbreed GRP bevat al deze verplichte onderdelen. De indirecte lozingen vallen niet onder de Waterwet, daarvoor geldt de Wm/Wabo. De gemeente wordt in veel gevallen het bevoegd gezag voor deze lozingen die eerder onder de Wvo-vielen. Wet algemene bepaling omgevingsrecht De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) brengt ongeveer vijfentwintig regelingen samen die de fysieke leefomgeving betreffen. Het gaat hierbij om bouw-, milieu-, natuur- en monumentenvergunningen. Die gaan op in één vergunning: de Omgevingsvergunning. Zo hebben burgers en ondernemers nog maar te maken met één loket, één beschikking en één procedure. De aanvraag kan digitaal worden gedaan en behandeld. Zo werkt het ministerie van VROM aan de verbetering van de dienstverlening door de overheid. De Wabo is op 1 oktober 2010 in werking getreden. 62/98

Stadswerken


Gevolgen voor Utrecht Voor de gemeente betekent het dat de werkprocessen voor dat loket ingericht moeten worden (zie Waterwet). Vanaf 2011 is de digitale aanvraag van vergunningen mogelijk. Ook het aanvragen van een nieuwe rioolaansluiting gaat via dit loket. Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) De wet informatie-uitwisseling ondergrondse netwerken is op 1 juli 2008 in werking getreden. De wet verplicht onder meer om voorafgaand aan graafwerkzaamheden liggingsgegevens van kabels en leidingen op te vragen, en als netbeheerder deze gegevens te verstrekken om graafschade te voorkomen. De elektronische uitwisseling van informatie via het digitale uitwisselingssysteem Klic-online van het Kadaster is per 1 juli 2010 verplicht voor iedere netbeheerder. Kolk- en huisaansluitingen zijn in 2009 uitgesloten van deze verplichte registratie. Voor huisaansluitingen en kolkaansluitingen is de administratieve last disproportioneel groter dan de eventuele graafschade bij incidenten. Ook zijn kolken bovengronds goed zichtbaar en de globale ligging kan daardoor gemakkelijk bepaald worden bij graafwerkzaamheden: de kans op graafschade is gering. Gevolgen voor Utrecht De gemeente Utrecht moet als beheerder van het rioleringsnet liggingsgegevens verstrekken, en is daartoe sinds 2006 aangesloten op een digitaal system voor Klic-meldingen en sinds 2010 op Klic-online. Telecommunicatiewet Sinds 1 februari 2007 is het eigendom van een net - waaronder de riolering - geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Bepaald is dat de bevoegde aanlegger eigenaar is van het net. De wetgever heeft niet de bedoeling om ten aanzien van eigendom en beheer van rioolnetten een verandering teweeg te brengen. De gemeente kan zelf regelen wie welk gedeelte van de huisaansluiting moet beheren en onderhouden. Dat betekent dat de eigendomsverhoudingen niet afdoen aan wat de gemeente op het gebied van beheer en onderhoud (inclusief vervanging) heeft geregeld. Gevolgen voor Utrecht In Utrecht hanteren we nog steeds als grens voor eigendom en beheer zoals de grens tussen binnen- en buitenriolering conform die omschreven is in NEN3215 op vijftig centimeter van de gevel van het gebouw. Dit is ook vastgelegd in de aansluitverordening.

Regionaal beleid en regelgeving Waterplan Provincie Utrecht De provincie Utrecht heeft een Waterplan vastgesteld voor de periode 2010-2015, Provinciaal Waterplan 2010-2015 Richting robuust. De provincie acht duurzame en robuuste watersystemen nodig voor het waarborgen van een aantrekkelijke woon-, werk-, en leefomgeving. De hoofdthema’s in het waterplan zijn, Veiligheid, Kwaliteit en kwantiteit, Gebruik en Beleving. Samen met de waterschappen ontwikkelt de provincie duurzame, robuuste watersystemen, die extreme situaties zoals langdurige droogte en een teveel aan water kunnen opvangen. Waterbeheerplan Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden Water Voorop! is het waterbeheerplan van Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR) voor de periode 20102015. Het waterschap wil zorgen voor veilige dijken, droge voeten en schoon water en staat daarbij open voor innovatie. Kwaliteit, resultaatgerichtheid en efficiency zijn voor de uitvoering bepalend. Een aantal doelen van het waterschap raken rechtstreeks aan de gemeentelijke watertaak, het beleid hiervoor is vastgelegd in het rapport 'Samen verder met de waterketen, nieuw beleid voor de gemeentelijke watertaken' (2010). De doelen die van belang zijn voor Utrecht zijn: -

Verder terugdringen diffuse verontreiniging van kwetsbare watersystemen.

-

Goed functioneren van de afvalwaterketen.

-

Afspraken goed vastgelegd in afvalwaterakkoorden.

-

Beter inzicht in de hoeveelheid rioolvreemd water.

-

Maken van nieuwe afspraken voor de overname van afvalwater van gemeenten.

-

Uitbreiden van de samenwerking ter verbetering van efficiëntie en kwaliteit van de dienstverlening.

63/98

Stadswerken


Gevolgen voor Utrecht In dit Verbreed GRP leggen we vast wat het waterschap mag verwachten van de gemeente Utrecht om haar doelen te bereiken. Daarnaast werkt het waterschap samen met de gemeente aan het opstellen van en het uitvoeren van de maatregelen in het kader van de KRW. Ze werkt ook samen met de gemeente aan de inrichting van Rijnenburg om een duurzaam te beheren watersysteem te creëren. In de planperiode wordt samen met de provincie Utrecht en de gemeente Utrecht gekeken naar de haalbaarheid van de mogelijke herbouw van de rioolwaterzuiveringsinstallatie Utrecht. Er wordt naar gestreefd om innovatieve technieken bij de herbouw van de zuivering toe te passen. Belangrijke voorwaarde hierbij is dat het effluent (gezuiverd afvalwater) voldoet aan de nieuwe lozingseisen. Waterbeheerplan AGV Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht heeft een Waterbeheerplan voor 2010-2015 opgesteld. Om te zorgen voor schoon water zet zij onder andere in op het voltooien van het aansluiten van woonboten op de riolering. Keur De Keur is een verordening die het waterschap inzet om zijn taken op het gebied van veilige dijken, droge voeten en schoon water uit te kunnen voeren. Sinds december 2009 geldt in het beheergebied van HDSR en AGV de Keur met bijbehorende algemene regels. Voor ingrepen met een kleine invloed op het watersysteem, bijvoorbeeld het graven, verbreden en verlengen van wateren, het lozen van water uit bouwputten, en het aanleggen van natuurvriendelijke oevers is vergunning aanvragen niet meer nodig, maar geldt er een meldingplicht. Hierdoor wordt de proceduretijd voor kleine ingrepen aanzienlijk verkort. Om de piekbelasting op watersystemen niet te laten toenemen is het verharden van meer dan 500m2 niet toegestaan zonder voor de aangebrachte verharding te compenseren met extra open water.

Lokaal beleid Bomenparagraaf Sinds 1 januari 2007 kennen alle gemeentelijke ruimtelijke plannen in de stad een bomenparagraaf. In alle beleidsnota's en onderhoudsplannen moet een uitspraak gedaan worden over hoe er rekening wordt gehouden met het belang van de bomen. De bomenparagraaf beschrijft daarom de gevolgen die een plan heeft voor bestaande bomen en de bomenstructuur (Bomenbeleid Utrecht 2009). In dit Verbreed GRP beschrijven we dat we bij beheer en onderhoud rekening houden met bomen. De uitvoeringsprojecten die voortvloeien uit dit Verbreed GRP kunnen zowel bovengronds als ondergronds ruimte vragen. De gevolgen voor de aanwezige bomen worden steeds in het planproces meegenomen. Milieubeleidsplan 2003-2008 De wensen ten aanzien van waterstructuren en de verschillende functies van het water zijn niet opgenomen in het Milieubeleidsplan. Deze wensen zijn later opgenomen in het Gemeentelijk Waterplan 2004-2008. De gemeente Utrecht stelt zicht ten doel een voorbeeldfunctie te blijven vervullen zodat projecten met een duurzame visie voor gebouw en omgeving worden ontwikkeld. Bodembeleidsnota Gebiedsgerichte aanpak grondwaterverontreiniging Utrecht wil toe naar sanering van grondwaterverontreiniging per gebied: de ‘gebiedsgerichte aanpak’. De redenen daarvoor zijn divers: om duurzame energie te kunnen benutten;

• • om ondergronds bouwen te bevorderen; • om stagnering en hoge kosten bij projectontwikkeling te beperken en • om de kwaliteit van het grondwater te verbeteren en goed te kunnen beschermen.

De beleidsnota 'Beschermen, verbeteren en benutten: Naar een gebiedsgerichte aanpak,grondwaterverontreinigingen in de ondergrond van Utrecht' (Gemeente Utrecht, 2009) vormt met de beleidsregel het kader voor deze aanpak. Door een gebied in zijn geheel aan te pakken (gebiedsgericht saneren) en verontreinigingen niet per geval te benaderen, geeft Utrecht, waar gewenst én mogelijk, sturing aan een duurzame benutting van de ondergrond. Bovendien wordt de kwaliteit van het grondwater verbeterd en beschermd. Deze aanpak is in principe volwaardig en passend binnen de kaders van de Wet Bodembescherming (Wbb). Een belangrijk voordeel is dat bij deze aanpak maar één saneringsplan (beschikking conform de Wbb) voor het hele ondergrondse gebied nodig is, en niet tientallen plannen per verontreiniging, zoals nu de praktijk is.

64/98

Stadswerken


Kadernota Duurzaam bouwen De kadernota is het beleidskader op basis waarvan maatregelen door of met betrokken sectoren en derden wordt uitgewerkt. Samen voor de stad In deze prestatieafspraken met de corporaties wordt op de kwaliteitseisen aan nieuwbouw ingegaan: de partijen willen de emissie naar (grond)water beperken. Daartoe maken zij afspraken over materiaalkeuze voor gevelbekleding, dakbedekking etc.

65/98

Stadswerken


66/98

Stadswerken

Bijlage 2


Afkortingen en begrippen

67/98

Stadswerken


68/98

Stadswerken


Afkortingen AMvB

Algemene Maatregel van Bestuur

BBB

Bergbezinkbassin

BRP

Basisrioleringsplan

BZV

Biochemisch Zuurstof Verbruik

CIW

Commissie Integraal Waterbeheer

Fte

Full time equivalent

GRP

Gemeentelijk Rioleringsplan

HAGV

Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht

HDSR

Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden

HIOR

Handboek inrichting openbare ruimte

IBA

Individueel systeem voor de behandeling van afvalwater

IMH

afdeling Inzamelen, Markten en Havens, Stadswerken

IBU

afdeling IBU Stadsingenieurs, Stadswerken

KRW

Kaderrichtlijn Water

NBW

Nationaal Bestuursakkoord Water

PBLR

Projectbureau Leidsche Rijn

POS

Projectbureau Ontwikkeling Stationsgebied

RWZI

Rioolwaterzuiveringsinstallatie

RTC

Real Time Control

Wabo

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wb21

Waterbeheer 21e eeuw

WRW

Werkgroep Riolering West-Nederland

Wbb

Wet bodembeheer

WION

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netwerken

Wm

Wet milieubeheer

Wvo

Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren

Begrippen Afvalwater

Alle water waarvan de houder zich – met het oog op de verwijdering daarvan – ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen

Afvoerend oppervlak

Het naar de riolering afwaterend oppervlak (daken, straten, wegen).

Baggeren

Het verwijderen van slib en vuil uit watergangen, waardoor de watergang weer op diepte

Basisrioleringsplan

Dit is een plan dat de grondslagen voor de aanleg, de verbetering of de vervanging van

wordt gebracht, zodat goede doorstroming en scheepvaart mogelijk blijft. riolering in een bestaand of nieuw rioleringsgebied aangeeft. Het plan bevat o.a. een beschrijving en aanduiding op tekening van de onderdelen waaruit de riolering bestaat of zal bestaan, hydraulische berekeningen en vuiluitworpberekeningen en een opsomming van de maatregelen die zullen worden getroffen om de riolering te laten voldoen aan de gestelde eisen. Bedrijfsafvalwater

Afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is.

Bemalingsgebied Bergbezinkbassin

Een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt afgevoerd Bassin voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin ook slibafzetting plaatsvindt, met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden.

Bergbezinkleiding

Riool voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin ook slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden.

Berging

De inhoud van de riolering uitgedrukt in kubieke meters of in millimeters ten opzichte van het afvoerend oppervlak.

69/98

Stadswerken

Drainage


Het versneld afvoeren van overtollig grondwater door het aanleggen van ontwateringsmiddelen zoals greppels of geperforeerde buizen (drainagebuizen) die op ongeveer 1 m. diepte in de grond worden gelegd en op een sloot afwateren.

Drempelbreedte

De lengte van de overlaat waarover het water overstort, gemeten haaks op de stroomrichting.

Drempelpeil

De hoogte van de bovenkant van de drempel ten opzichte van een referentiepeil (i.c. in

Droogweerafvoer

De hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel

Overstort

Rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen

Gemengd rioolstelsel

Een rioolstelsel bestemd voor gezamenlijk transport van vuilwater en van hemelwater.

Gescheiden rioolstelsel

Een rioolstelsel bestemd voor gescheiden transport van vuilwater en van hemelwater, in

Huishoudelijk afvalwater

Afvalwater afkomstig van particuliere huishoudens.

Monitoren

Het door de tijd blijven volgen van het verloop van de waarde van een of meer grootheden

Nooduitlaat

Constructie voor de lozing van vuilwater op het oppervlaktewater bij calamiteiten, zoals

Ontwateringsdiepte

langdurige storing van een rioolgemaal. De afstand tussen het maaiveld en de hoogste grondwaterstand.

Oppervlaktewater

Een samenhangend en functionerend geheel van oppervlaktewater, grondwater,

meter NAP). wordt afgevoerd. rioolstelsel, meestal op oppervlaktewater.

twee van elkaar gescheiden leidingstelsels.

volgens een vastgestelde werkwijze.

waterbodems, oevers en technische infrastructuur, met inbegrip van de daarin voorkomende levensgemeenschappenen alle bijbehorende fysische, chemische en biologische kenmerken en processen Optimalisatiestudie

Een studie naar de kosten van maatregelen voor inzameling, transport en verwerking van afvalwater, met als uitgangspunt de gewenste milieuhygiënische situatie te bereiken tegen de laagste maatschappelijke kosten.

Overstort

Kunstwerk waarmee rioolwater op het oppervlaktewater wordt geloosd, indien het riool door te grote neerslag niet al het water kan verwerken.

Pompovercapaciteit (poc) Randvoorziening

Het deel van de pompcapaciteit dat beschikbaar is voor regenwaterafvoer. Voorziening die deel uitmaakt van het rioolstelsel, met als doel om de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te beperken.

Riolering

Het geheel aan voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater, met

Riool

Samenstel van buizen tussen twee putten, bestemd voor de inzameling en/of transport van

Rioolgemaal

Een inrichting voor het verpompen van afvalwater.

Rioolstelsel

Samenhangend geheel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor

uitzondering van zuiveringtechnische werken. afvalwater.

inzameling en transport van afval- of hemelwater. Rioolvreemd water

Naast afvalwater en regenwater wordt ander water met de riolering afgevoerd naar rwzi’s. Dit water wordt rioolvreemd water genoemd en bestaat met name uit grondwater en oppervlaktewater.

Stedelijk afvalwater

Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater.

Uitlaat

Constructie waar uitstroming van uit het rioolstelsel naar het oppervlaktewater zonder drempel mogelijk is.

Verbeterd gescheiden rioolstelsel

Gescheiden rioolstelsel met voorzieningen, waardoor een deel van de neerslag

naar het vuilwaterriool wordt afgevoerd. Vuilemissie

Het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel in het oppervlaktewater via overstorten en/of uitlaten.

Vuilwaterriool

Riool dat alleen bestemd is voor inzameling en transport van huishoudelijk en

Waterketen

Het samenhangend geheel van drinkwater, riolering en zuivering.

bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag. Waterkwaliteitsspoortoets Beoordeling van de invloed van de vuilemissie door vuiluitworp uit een rioolstelsel op de kwaliteit van het ontvangende water.

70/98

Stadswerken


Bijlage 3 Evaluatie maatregelen GRP 2007-2010

71/98

Stadswerken


72/98

Stadswerken


Evaluatie uitgevoerde maatregelen 2007-2010 1 Inzameling en transport van afvalwater Maatregelen

Uitgevoerd

1a aansluiting ongerioleerde percelen

183 van 226

Opmerking Blijft achter door vertraging ontwikkelingen LR en planning HAGV en RWS zie 2.1

1b aanstelling handhaver

ja

wordt momenteel niet vervuld

1c onderzoek heffing op lozing bronneringswater

ja

wordt niet ingevoerd: lasten

1c onderzoek rioolvreemd water rwzi's De Meern en

ja

Resultaten onderzoek zie 3.6

hoger dan baten Utrecht

2 Inzameling en transport van hemelwater Maatregelen 2a actief ontmoedigen gebruik uitlogende materialen

Uitgevoerd

Opmerking

ja

beleid bestrijdingsmiddelen

ja

onderzoek lamellenfilter wacht

en bestrijdingsmiddelen

wordt voortgezet

2a onderzoeken lokale zuiveringstechnieken (wadi's, zandfilters, lammellenfilter, doorlatende

op overdracht voorziening aan

verharding)

gemeente (zie 2.6)

2b opzetten toetsingssystematiek waterberging

nee

doorschuiven naar 2011-2014 (zie 2.2)

2b voor 2013 72ha afkoppelen

36ha (50%)

de stedelijke ontwikkelingen bleven achter bij de verwachting waardoor niet alles afgekoppeld is wat gepland was.

3 Bevorderen van een schoon milieu Maatregelen

Uitgevoerd

3a maatregelen basisinspanning kern De Meern en

Opmerking

ja

bedrijventerrein Strijkviertel 3a maatregelen basisinspanning Haarzuilens

nee

doorschuiven naar 2011-2014 (zie 2.1)

3a maatregelen basisinspanning Utrecht

nee

doorschuiven naar 2011-2014

afkoppelen

ja

zie doel 2b

aanleg 15 bergbezinkbassins (16.000m3)

deels

6 uitgevoerd tot en met 2010, nog eens 4 in 2011, vertraging in voorbereidingstijd o.a. door bovengrondse ontwikkelingen (zie H2.1)

vergroten diameters 3km riolering 3a inwerking nemen nieuw gemalen-

ja nee

besturingssysteem 3a optimalisatiestudie rwzi Utrecht

4 voorkomen van overlast en risico's Maatregelen

voorbereidingstraject heeft langer geduurd dan gepland

ja

Uitgevoerd

4a perceel- en kolkaansluitleidingen vervangen

ja

4a kolken opnemen in beheersysteem

ja

Opmerking

73/98

Stadswerken


4a kolkenreiniging beperken tot openbare ruimte

deels

inventarisatie gemaakt, actueel houden nog niet geborgd, beheersovereenkomsten nog inventariseren

4a kolkenreinigingswagens aanpassen

ja

registratie op de wagen is vermoedelijk in 2011 mogelijk na vele technische tegenslagen

4a kolkenreinigingsfrequentie aanpassen

nee

als automatische registratie

ja

zie ook 3b 'vergroten diameters

werkt 4b verbetering afvoeren bergingscapaciteit bij hevige neerslag

3km riolering'

4b onderzoek klimaatontwikkeling 4b optuigen gemalenbeheer- en besturingssysteem

ja

zie 2.4

deels

uitvoering loopt door in 201-

nee

na inwerking treden nieuw

2014, zie 2.6 4b opstellen vervangingsplan gemalen

gemalenbesturingssysteem 4b opstellen operationeel beheerplan gemalen

ja

4b vervanging drukrioleringsinstallaties Gageldijk,

ja

zie 2.6

Ringkade en Nedereindseweg 4b rioolvervanging (6,3+ 5,8+ 6,9 + 8,2km per jaar)

ja

zie 2.6

4c rioolvervangingsplan

ja

zie 2.6

Uitgevoerd

Opmerking

2008, 2010

Zie 2.6

regionaal

ja

Zie 2.5

internationaal

ja

5 Doelmatige uitvoering rioolbeheer Maatregelen 5a deelname aan Benchmark rioleringszorg 5a samenwerking andere organisaties

5a aanbestedingsbeleid beheer en onderhoud

ja

rioolinspectie en –reparatie zijn via aanbesteding op de markt gezet, toezicht daarop geïntensiveerd

5a beheer/klachtenmanagement

ja

Door komst Waterloket registratie verbeterd

5a kostenevaluatie rioolvervangingen

Zie eenheidsprijzen (2.6)

5a opstellen meerjaren- en operationele plannen

Vervaging, inspectie en reiniging gereed, rioolgemalen en persleidingen nog niet (zie 2.6)

5b op orde brengen beheersystemen

ja

Veel nieuwe systemen in gebruik genomen, maar op orde houden is continu proces (zie 2.7)

5b vastleggen rioolgemalen in beheersysteem

gestart

Zie 2.6

ja

Loopt door in 2011-2014

deels

Loopt door in 2011-2014

ja

Zie Basisroleringsplan 2011-2014

5b digitaliseren ontwerp en revisietekeningen + vastleggen

ja

Inhaalslag is gemaakt, maar is

5b stroomlijnen informatie-uitwisseling

ja

5b inmeten maaiveldniveaus en putdeksels Leidsche Rijn 5b inventariseren verhard oppervlak Leidsche Rijn, Vleuten en De Meern 5b actualiseren verhard oppervlak Utrecht

(in prep) continu proces, kwaliteit van revisies blijft aandachtspunt 5b inventariseren en vastleggen gebruikersovereenkomsten 5c verder ontwikkelen meetnet 5c bepalen sturingsstrategie rioolgemalen

is continu proces

nee ja ja

implementatie strategie wacht op 74/98

Stadswerken


5c Onderzoek relatie theorie/praktijk riooloverstorten

ja

Loopt door

5c onderzoek rendementsverbetering zuivering en

ja

Zie 2.6

besturingssysteem

rioolvreemd water 5c/3d onderzoek energieverbruik rioolgemalen

onderzoek energie verbruik gemalen wordt opgestart na inwerking nemen nieuw gemalenbesturingssysteem (zie 2.6)

5c onderzoek vervuilingsgraad riooloverstorten

ja

loopt door

5c/2a onderzoeken lokale zuiveringstechnieken (wadi's, zandfilters, lammellenfilter, doorlatende verharding)

ja

onderzoek lamellenfilter wacht

5c calibratie rioleringsmodel Lage Weide 5c opzetten rekenmodel rioolstelsel Vleuten en Leidsche Rijn

6 Doelmatige inzameling en verwerking van grondwater

op overdracht voorziening aan gemeente nee deels

Vleuten gereed, voor LR niet alle gegevens beschikbaar

Uitgevoerd

Opmerking

6a grondwaterloket opzetten

ja

Zie2.3

6a uitbreiden grondwatermeetnet voor freatisch

ja

Zie2.3

ja

Zie2.3

ja

Zie2.3

grondwater 6a opnemen drainagevoorzieningen in beheersysteem 6b opstellen grondwaterplan

75/98

Stadswerken


76/98

Stadswerken


Bijlage 4 Systeembeschrijving huidige situatie riolering en drainage en Tabel overstorten en hemelwateruitlaten

77/98

Stadswerken


78/98

Legenda Gemalen Soort DWA gemaal Oppervlaktewatergemaal RWA gemaal Gecombineerd gemaal Gemengd gemaal Grondwatergemaal Mini-gemaal Tunnelgemaal

Overstorten Soort Hemelwateruitlaat Overstort Overstort VGS Overstort overig

Stedelijk afvalwater, RWZI Hoogte Buis (mm) 75 - 499 500 - 999 1000 - 1800 1801 - 3050

Leidingen Watertype, Systeemtype Grondwater, Oppervlaktewater Hemelwater, Bodem Hemelwater, Oppervlaktewater Hemelwater, RWZI en Oppervlaktewater Oppervlaktewater, Oppervlaktewater (duikers) 0

Afvalwater, Persleiding Afvalwater en hemelwater, RWZI Waterdoorlatende verharding Waterpasserende verharding Watergangen Riooldistrictsgrenzen

1

2 Km

Stadswerken Stedelijk Beheer - Beheer en Programmeren Bezoekadres Koploperstraat 48 Utrecht Postadres Postbus 8375, 3503 RJ Utrecht Telefoon 030 - 286 4023 Fax 030 - 286 4146 www.utrecht.nl

Opdrachtgever: Project: Onderdeel:

Stedelijk Beheer Gemeentelijk Waterbeleidsplan 2011 - 2014 Systeembeschrijving huidige situatie (Januari 2010)

Schaal en papier formaat: 1 : 45.000 - A3 Datum en Versie:

30 augustus 2010 - Ontwerp

Getekend:

D.C. Koeman

Gecontroleerd:

J.S. Sloot

Stadswerken

PNUMMER


BENAMING

OVSSOORT

DREMPELHGT

DREMPELLNG

STRAATNM

RD_X

RD_Y

1 80527

Overstort

MK

0,2

1,0

ZEEHAENKADE

136099,30

452511,70

2 72081

Overstort

ZK

0,8

4,7

VAARTSCHE RIJN

136289,45

452903,48

3 70964

Overstort

ZK

1,0

0,9

VAARTSCHE RIJN

136251,43

452949,49

4 80389

Overstort

MK

0,2

8,0

BENELUXLAAN

136084,67

453284,51

5 80092

Overstort

ZK

0,7

10,0

BENELUXLAAN

136076,77

453211,34

136369,76

453237,91

6 70933

Overstort

MK

0,2

2,0

SOCRATESLAAN

7 70940

Overstort

MK

0,2

3,0

't GOYLAAN

136402,29

453223,21

8 70611

Overstort

MK

0,2

2,0

DIAMANTWEG

136620,28

453926,18 453912,32

9 70616

Overstort

MK

0,2

2,0

DIAMANTWEG

136657,91

10 380730

Overstort

ZK

0,7

5,0

MEENTWEG

131180,28

453976,55

11 61061

Overstort

ZK

1,1

1,0

WEG TOT DE WETENSCHAP

138763,44

454636,95

12 61073

Overstort

ZK

1,1

1,2

KROMME RIJN

138947,49

454767,56

13 60973

Overstort

MK

0,2

1,0

MESDAGLAAN

137836,99

454457,98

14 60970

Overstort

MK

0,2

1,0

LODEWIJK NAPOLEONPLANTSOEN

137824,91

454431,01

15 60957

Overstort

MK

0,2

2,0

KRANENBURGERWEG

137653,56

454521,98

16 62962

Overstort

ZK

0,8

2,0

KROMME RIJN

137392,17

454561,07

17 60727

Overstort

MK

0,2

2,0

KROMMERIJN

137357,73

454609,20

18 201810

Overstort

ZK

1,4

0,3

WESTERKADE

136843,00

454564,59 454538,29

19 60738

Overstort

MK

0,2

1,0

VAARTSCHE RIJN

136874,34

20 70254

Overstort

MK

0,2

3,0

BADEN-POWELLWEG

136831,30

454422,72

21 70251

Overstort

MK

0,2

2,0

JUTFASEWEG

136792,74

454437,28

22 62051

Overstort

ZK

0,9

1,0

KERKSTEEG

137139,21

454725,47

23 60696

Overstort

ZK

0,8

1,0

TOLSTEEGSINGEL

137080,71

454793,46

24 60698

Overstort

ZK

1,0

1,0

ABSTEDERDIJK

137124,81

454766,43

25 60630

Overstort

ZK

1,8

1,0

NICOLAASDWARSSTRAAT

137056,31

454954,75

26 60693

Overstort

MK

0,2

2,0

KROMMERIJN

137175,01

454702,06

27 201750

Overstort

ZK

1,3

3,8

CATHARIJNESINGEL

136728,57

454846,28

28 62660

Overstort

ZK

2,6

0,8

TOLSTEEGBRUG

136966,51

454855,64

29 30846

Overstort

MK

0,2

4,0

KANAALWEG

135936,71

454270,28

30 30841

Overstort

MK

0,2

4,0

MERWEDEPLANTSOEN

135914,85

454380,94

31 70103

Overstort

MK

0,2

2,0

DA COSTAKADE

136369,04

454736,92 454895,00

32 20728

Overstort

ZK

0,8

4,0

VEILINGHAVENKADE

135689,05

33 70011

Overstort

ZK

0,9

0,3

EELDERDIEPHOF

135941,95

454860,18

34 70017

Overstort

ZK

0,8

0,8

TWELLOSEBEEKLAAN

135996,87

454814,18

KENNEDYLAAN

134397,00

454863,83

36 30392

Overstort

MK

0,2

2,0

JOSEPH HAYDNLAAN

134430,15

454973,81

37 350031

35 30402

Overstort

Overstort

ZK

MK

0,4

0,2

1,5

1,0

ZANDWEG

133051,54

454967,86

38 370266

Overstort

ZK

0,1

2,5

STRIJKVIERTEL

132565,81

454926,30

39 360010

Overstort

ZK

0,0

1,0

STRIJKVIERTEL

132697,57

454608,52

40 370056

Overstort

ZK

0,0

0,0

LEIDSE RIJN

132467,78

454931,36 454904,63

41 330503

Overstort

ZK

0,0

1,0

WILLEM KLOOSLAAN

131509,61

42 380114

Overstort

ZK

0,0

0,0

ZUIDERPLANTSOEN

130626,93

454233,57

43 330495

Overstort

ZK

0,0

1,3

WOERDLAAN

131192,16

454972,58

44 60465

Overstort

ZK

1,0

0,8

LOUISE DE COLIGNYSTRAAT

138150,29

455273,60

45 60470

Overstort

MK

0,4

3,0

MINSTROOM

138238,40

455346,23

46 60410

Overstort

MK

0,2

3,0

HOMERUSLAAN

137847,21

455227,38

47 60526

Overstort

MK

0,3

3,0

MINSTROOM

137756,30

455132,80

48 60360

Overstort

MK

0,2

2,0

MINSTROOM

138369,17

455501,16

49 60238

Overstort

ZK

0,8

1,0

LOOIERSTRAAT

137204,79

455060,54

50 60633

Overstort

ZK

0,8

1,0

TOLSTEEGSINGEL

137151,44

454967,79

51 60233

Overstort

ZK

1,2

3,5

STADSBUITENGRACHT

137194,45

455137,01

52 60194

Overstort

MK

0,2

2,0

STADSBUITENGRACHT

137355,30

455293,20

53 60183

Overstort

ZK

1,5

2,1

NIEUWEGRACHT AAN DE WERF

137125,61

455337,92

54 201656

Overstort

ZK

0,9

1,0

CATHARIJNESINGEL

136519,14

455360,44

55 201706

Overstort

ZK

1,2

3,8

STADSBUITENGRACHT

136673,68

455054,83

56 50904

Overstort

MK

0,1

2,0

MALIESINGEL

137356,51

455702,87

57 60136

Overstort

ZK

1,0

3,5

LEPELENBURG

137253,10

455589,73

58 50264

Overstort

ZK

0,7

6,0

JOHAN VAN OLDENBARNEVELTLAAN

137340,29

455627,09 455431,51

59 201621

Overstort

ZK

1,3

3,0

GEERTE- BOLWERK

136544,44

60 60034

Overstort

ZK

2,8

1,0

PAUSDAM

136942,87

455782,14

61 20705

Overstort

ZK

0,9

2,0

REVIUSKADE

136155,62

455115,68

62 202109

Overstort

MK

0,2

2,0

RIJNKADE

136345,73

455760,33

63 201544

Overstort

MK

0,2

2,0

CATHARIJNESINGEL

136382,49

455576,58

64 201448

Overstort

ZK

1,2

1,0

STATIONSPLEIN

136200,08

455624,41

65 20636

Overstort

ZK

1,0

0,8

KRUISVAART

135918,46

455576,62

66 30375

Overstort

MK

0,2

6,0

OVERSTE DEN OUDENLAAN

67 20538

Overstort

ZK

0,8

4,5

GRAADT VAN ROGGENWEG

135244,62

455267,83

68 30317

Overstort

MK

0,2

1,0

RICHARD WAGNERLAAN

134584,06

455148,72

69 30281

Overstort

ZK

0,8

1,0

LEIDSEWEG

134684,92

455227,69

70 20453

Overstort

MK

0,2

3,0

DAENDELSSTRAAT

135224,95

455663,96

71 20457

Overstort

MK

0,2

1,0

LEIDSEWEG

135246,38

455641,56

72 30302

Overstort

ZK

0,8

1,0

LEIDSEWEG

134915,16

455364,55

73 380320

Overstort

ZK

0,1

3,5

LEIDSCHE RIJN

130934,81

455002,75

74 330484

Overstort

ZK

0,0

1,0

ZANDWEG

130796,12

455082,19

75 330520

Overstort

ZK

-0,2

1,0

BURGEMEESTER MIDDELWEERDBAAN

130159,66

455723,42

76 50890

Overstort

ZK

0,7

1,5

PRINSESSELAAN

138202,94

455992,94

77 50655

Overstort

ZK

1,1

1,0

BILTSTRAAT

138079,73

456406,37

78 50735

Overstort

MK

0,2

3,0

BILTSCHE GRIFT

138023,78

456380,09

135183,16

455160,39

79 53117

Overstort

ZK

0,8

1,0

BILTSCHE GRIFT

137920,60

456605,90

80 50721

Overstort

MK

0,2

3,0

BILTSTRAAT

137975,36

456379,91

ZK = zonder klep MK = met klep

Stadswerken

PNUMMER


BENAMING

OVSSOORT

DREMPELHGT

DREMPELLNG

STRAATNM

RD_X

RD_Y

81 50561

Overstort

MK

0,2

1,0

MALIESINGEL

137209,31

456069,74

82 211358

Overstort

ZK

2,7

1,0

PIETERSTRAAT

137004,02

456011,71

83 211396

Overstort

ZK

3,4

0,9

OUDE GRACHT

136687,98

455953,04

84 211365

Overstort

ZK

1,5

1,0

DRIFT

136889,14

456156,68

85 211427

Overstort

ZK

1,8

1,0

PAUSDAM

136960,20

86 211423

Overstort

ZK

3,2

1,0

PAUSDAM

136927,45

455816,12

87 50455

Overstort

MK

1,0

2,0

STADSBUITENGRACHT

137126,20

456249,99 456217,26

455818,15

88 50474

Overstort

ZK

0,9

1,0

WITTEVROUWENSINGEL

137245,56

89 211134

Overstort

ZK

1,7

1,2

HOPAKKER

136521,61

456531,65

90 211147

Overstort

ZK

1,2

4,0

VAN ASCH VAN WIJCKSKADE

136592,96

456479,38

91 211271

Overstort

ZK

2,0

2,0

VOORSTRAAT

136906,51

456354,74

92 211166

Overstort

ZK

0,8

1,8

STADSBUITENGRACHT

136732,95

456563,21

93 211163

Overstort

ZK

0,8

2,0

STADSBUITENGRACHT

136703,17

456561,62

94 202097

Overstort

ZK

1,1

1,0

CATHARIJNESINGEL

136227,39

455865,77

95 201083

Overstort

ZK

1,8

1,5

CLARENBURG

136290,24

455985,79

96 201084

Overstort

ZK

1,8

1,0

VREDENBURG

136313,29

455998,93

97 200987

Overstort

ZK

2,4

1,0

WEERDZIJDE

136435,14

456159,52

98 20403

Overstort

ZK

1,0

0,5

KANONSTRAAT

135642,51

455979,04

99 20928

Overstort

ZK

1,0

1,0

LEIDSCHE RIJN

135817,02

455911,95

100 20396

Overstort

MK

0,2

4,0

LEIDSEKADE

135640,98

455867,92

101 20388

Overstort

MK

0,2

4,0

LEIDSEKADE

135575,89

455803,08

102 200826

Overstort

MK

0,2

2,0

PAARDENVELD

136059,77

456326,11

103 200811

Overstort

MK

0,2

5,0

PAARDENVELD

135948,18

456337,11

104 20760

Overstort

ZK

0,6

4,5

BILLITONKADE

134831,64

456196,59

105 40206

Overstort

ZK

0,2

2,8

SURINAMESTRAAT

134430,92

456011,81

106 31231

Overstort

ZK

0,6

4,0

GOETHELAAN

134427,00

455849,30 456271,46

107 40143

Overstort

ZK

0,4

3,3

KEULSEKADE

134035,69

108 120204

Overstort

ZK

0,1

1,0

OUDE VLEUTENSEWEG

133682,72

456573,49

109 140133

Overstort

ZK

0,4

0,2

BILTSESTRAATWEG

138851,79

456702,26

110 140049

Overstort

ZK

0,5

1,0

ARIENSLAAN

138397,59

456809,04

111 50238

Overstort

MK

0,2

2,0

BILTSCHE GRIFT

137805,98

456864,14

112 50247

Overstort

ZK

1,0

0,5

BILTSCHE GRIFT

137837,42

456810,44

113 140033

Overstort

MK

0,0

3,0

SARTREWEG

138459,60

457317,32

114 50136

Overstort

MK

0,2

3,0

HENGEVELDSTRAAT

137436,41

456968,47

115 50204

Overstort

MK

0,2

2,0

GRIFTKADE

137506,11

456937,25

Overstort

ZK

0,8

1,0

BOLLENHOFSESTRAAT

137320,90

456841,14

116 50119 117 50151

Overstort

MK

0,8

2,0

WITTEVROUWENSINGEL

137189,56

456623,61

118 50153

Overstort

ZK

0,8

2,0

WITTEVROUWENSINGEL

137183,02

456624,46

119 210530

Overstort

ZK

0,8

1,0

NIEUWE KEIZERSGRACHT

136519,20

456910,94

120 53163

Overstort

ZK

0,8

1,0

STIELTJESSTRAAT

137061,00

456759,80

121 90546

Overstort

MK

-0,3

3,0

KARDINAAL DE JONGWEG

137505,35

457275,07

122 200433

Overstort

ZK

0,9

1,0

OUDENOORD

136179,87

456651,13

123 210455

Overstort

MK

0,2

2,0

GRUTTERSDIJK

136455,29

456697,15 456908,59

124 210314

Overstort

MK

0,1

2,0

ZWARTEWATER

136295,56

125 213131

Overstort

ZK

0,5

1,0

KROMME-ELLEBOOGSTEEG

136262,70

456897,20

126 200294

Overstort

MK

0,0

2,0

DRAAIWEG

136108,72

456999,65

127 201926

Overstort

MK

0,0

1,0

HOGENOORD

136099,11

457160,39

128 210086

Overstort

MK

0,0

2,0

LAUWERECHT

136107,71

457256,67

129 40045

Overstort

ZK

0,1

4,0

NIJVERHEIDSKADE

134370,55

456900,32

130 320178

Overstort

ZK

0,0

2,0

VLEUTERWEIDEWEG

129172,40

456881,00

131 280754

Overstort

ZK

-0,5

7,0

RIDDERHOFLAAN

128749,88

457377,63

132 140132

Overstort

ZK

0,3

0,2

AUGUSTO SANDINOSTRAAT

138667,68

457754,36

133 90213

Overstort

MK

-0,2

3,0

PROF. REINWARDTLAAN

137413,25

457733,01

134 90219

Overstort

MK

-0,2

3,0

PROF. REINWARDTLAAN

137433,59

457711,15

135 90283

Overstort

MK

-0,2

2,0

PROF. LEONARD FUCHSLAAN

137166,97

457471,30 457536,62

136 90249

Overstort

ZK

0,0

5,7

MR. SICKESZLAAN

136838,78

137 11613

Overstort

MK

0,0

8,0

LOEVENHOUTSEDIJK

135853,51

457607,97

138 191631

Overstort

MK

0,0

5,0

HOGELANDEN W.Z.

135789,91

457654,56

139 191143

Overstort

MK

0,0

5,0

ONDIEP

135668,42

457876,26

140 11521

Overstort

MK

0,0

8,0

ZANDPAD

135521,24

458112,46

141 11574

Overstort

ZK

0,2

2,0

JAGERSKADE

135775,77

457869,38

142 192608

Overstort

ZK

0,4

1,0

THORBECKELAAN

135280,28

457667,93

143 190865

Overstort

MK

0,0

7,0

POMPOENSTRAAT

135482,93

458078,95

144 40003

Overstort

ZK

0,6

2,5

NIJVERHEIDSWEG

133810,21

457501,19

145 190600

Overstort

ZK

0,5

2,0

HAVENWEG

146 120116

Overstort

MK

-0,6

3,0

KERNKADE

133164,39

457555,55

147 120045

Overstort

MK

-0,6

3,0

URANIUMWEG

132826,72

133814,18

458028,65

458029,70

148 280821

Overstort

ZK

0,1

8,0

REMBRANDTLAAN

129539,41

458052,59

149 280372

Overstort

ZK

0,0

0,0

MULTATULISTRAAT

129168,43

458114,39

150 270057

Overstort

ZK

0,0

0,0

JOOSTENLAAN

128357,93

457695,47

151 190524

Overstort

MK

-0,2

5,0

VECHTDIJK

135079,33

458519,79

152 10703

Overstort

MK

0,0

8,0

COLOMBIADREEF

135073,55

458980,01

153 10768

Overstort

MK

0,0

8,0

HORIZONTEDREEF

135389,21

458694,88

154 190274

Overstort

ZK

-0,2

8,0

NIJENRODEPLANTSOEN

134751,39

458773,67

155 190165

Overstort

MK

0,2

10,0

VECHTPLANTSOEN

133921,30

458966,11

156 160133

Overstort

MK

-0,6

4,0

PLUTONIUMWEG

132341,05

458700,78

157 280542

Overstort

ZK

0,1

1,0

SCHOOLSTRAAT

129473,93

458334,11

158 130208

Overstort

MK

0,0

8,0

FRANCISCUSDREEF

134604,36

459453,11

159 260196

Overstort

ZK

0,1

3,0

AMSTERDAM RIJNKANAAL

131985,25

459998,12

160 260188

Overstort

ZK

0,5

1,5

WESTKANAALDIJK

131848,48

460123,29

ZK = zonder klep MK = met klep

Stadswerken

1


PNUMMER

BENAMING

OVSSOORT

DREMPELHGT

DREMPELLNG

STRAATNM

RD_X

RD_Y

70001

Overstort overig

ZK

0,5

2,0

HEEMSTEDELAAN

136821,86

453189,93

2

70002

Overstort overig

ZK

1,0

1,0

OUD-WULVENPLANTSOEN

136836,26

453191,31

3

360078

Overstort overig

ZK

0,0

1,5

C.H. LETSCHERTWEG

133231,95

453885,04

4

61190

Overstort overig

ZK

0,7

1,0

BLAUWE - VOGELWEG

138999,27

454707,01

5

70225

Overstort overig

ZK

0,0

0,0

KRUISVAART

136554,17

454674,46

6

70217

Overstort overig

MK

0,2

1,0

LAAN

136618,79

7

71523

Overstort overig

ZK

1,9

2,0

VEILINGHAVENKADE

135930,33

454874,39

8

351117

Overstort overig

ZK

0,3

1,0

WILLEM KLOOSLAAN

131498,93

454974,50

454618,53

9

390409

Overstort overig

ZK

-1,5

1,2

ZWANEBLOEM

129577,90

454484,46

10

390397

Overstort overig

ZK

-1,4

1,2

NIRREWORTEL

129766,97

454566,85

11

390753

Overstort overig

ZK

0,0

0,0

SECUNDUSWEG

129900,52

454605,68

12

390326

Overstort overig

ZK

0,0

1,2

AARDAKER

129202,91

454554,35

13

390300

Overstort overig

ZK

0,0

1,0

ZEEDISTEL

129168,66

454811,30

14

100149

Overstort overig

ZK

1,2

1,5

CAMBRIDGELAAN

140147,21

455057,24

15

60609

Overstort overig

ZK

1,6

3,0

SOPHOCLESLAAN

138866,12

455137,71

16

60103

Overstort overig

ZK

1,6

1,1

NIEUWEGRACHT AAN DE WERF

137070,47

455489,40

17

30372

Overstort overig

ZK

0,8

2,0

LA FONTAINESTRAAT

133923,80

455827,26

18

30095

Overstort overig

ZK

0,8

2,0

RENNESLAAN

133971,80

455385,95

19

350093

Overstort overig

ZK

0,0

2,0

MONNIKERAKLAAN

132749,98

455319,85

20

351131

Overstort overig

ZK

0,3

1,0

HELENE SWARTHPLANTSOEN

131508,91

455099,18

21

351138

Overstort overig

ZK

0,3

1,0

VASALISPLANTSOEN

131514,71

455181,08

22

351212

Overstort overig

ZK

0,3

1,0

VASALISPLANTSOEN

131550,07

455208,38

23

351211

Overstort overig

ZK

0,3

1,0

VASALISPLANTSOEN

131530,02

455029,55

24

351218

Overstort overig

ZK

0,5

1,0

BERT VOETENPLANTSOEN

131666,88

455107,37

25

351217

Overstort overig

ZK

0,5

1,0

GERARD DEN BRABANDERLAAN

131661,74

455036,07

26

351214

Overstort overig

ZK

0,5

1,0

JAN SLAUERHOFFLAAN

131817,04

455189,96

27

351220

Overstort overig

ZK

0,5

1,0

JAN SLAUERHOFFLAAN

131715,37

455197,47

28

351216

Overstort overig

ZK

0,5

1,0

AART VAN DER LEEUWLAAN

131783,77

455013,70

29

351219

Overstort overig

ZK

0,5

1,0

GARMT STUIVELINGSINGEL

131722,05

455301,24

30

351213

Overstort overig

ZK

0,5

1,0


131818,35

455293,89

31

350002

Overstort overig

ZK

0,0

0,6

JOHANNITERPAD

131718,25

455471,90

32

340201

Overstort overig

ZK

1,0

0,8

ATALANTAHOF

131904,29

455589,57

33

330083

Overstort overig

ZK

0,1

1,0

DAMPKRING

130980,66

455315,22

34

330209

Overstort overig

ZK

0,1

1,0

EVENAAR

131059,50

455397,69

35

351123

Overstort overig

ZK

0,3

1,0

HELENE SWARTHPLANTSOEN

131503,59

455024,57

36

330296

Overstort overig

ZK

-0,3

1,0

NOORDERLICHT

130532,63

455371,58

37

330114

Overstort overig

ZK

0,1

1,0

EVENAAR

130753,30

455279,76

38

330108

Overstort overig

ZK

-0,3

1,0

EVENAAR

130541,22

455405,40

39

330109

Overstort overig

ZK

0,1

1,0

EVENAAR

130606,46

455396,09

40

ZK

330404

Overstort overig

0,1

1,0

KEERKRING

41

330346

Overstort overig

ZK

0,1

1,0

REAUMUR

130794,08

455450,85

42

330380

Overstort overig

ZK

-0,3

1,0

SCHADUWRIJK

130350,30

130813,02

455394,47

455428,84

43

390822

Overstort overig

ZK

-0,1

1,0

ALBANUSWEG

130197,12

455065,94

44

390811

Overstort overig

ZK

0,0

1,0

FRONTOWEG

129915,45

455085,04

45

330192

Overstort overig

ZK

-0,3

1,0

SCHADUWRIJK

130370,02

455485,19

46

330360

Overstort overig

ZK

-0,2

1,0

SCHADUWRIJK

130330,98

455441,24

47

330461

Overstort overig

ZK

-0,2

1,0

IJSHEILIGEN

130247,47

455668,74

48

390120

Overstort overig

ZK

-0,2

1,0

HELDAMMERSINGEL

129388,09

455113,63

49

390196

Overstort overig

ZK

-1,2

1,0

KRUISBERG

129187,51

455001,23

50

390036

Overstort overig

ZK

0,0

1,5

WIERICKE

128810,60

455253,62

51

390069

Overstort overig

ZK

-0,2

1,0

ROTTE

129257,48

455418,53

52

321008

Overstort overig

ZK

1,7

1,0

BUSBAAN VLEUTERWEIDE

129322,48

455612,76

53

321009

Overstort overig

ZK

1,7

1,0


129332,47

455609,28

54

321006

Overstort overig

ZK

1,2

1,0


129348,48

455688,30

55

321007

Overstort overig

ZK

1,2

1,0


129358,64

455684,99

56

390047

Overstort overig

ZK

0,0

0,8

GAAG

128918,26

455462,79

57

170011

Overstort overig

ZK

1,2

1,0

NEWTONLAAN

138672,37

456007,83

58

31253

Overstort overig

ZK

0,9

1,5

GOETHELAAN

134417,40

455854,00

59

31255

Overstort overig

ZK

0,9

1,5

VLEUTENSCHE WETERING

134286,30

455962,80

60

340606

Overstort overig

ZK

-1,1

1,0

MAARTVLINDER

132662,21

456097,25

61

340826

Overstort overig

ZK

0,9

1,0

MAARTVLINDER

132652,17

456106,10

62

340829

Overstort overig

ZK

0,7

1,0

BLADVLINDER

132166,36

456051,25

63

340824

Overstort overig

ZK

0,5

1,0

HEIVLINDER

132406,12

456356,34

64

300046

Overstort overig

ZK

0,7

1,0

JOHANNITERWEG

131795,15

456223,57

65

330009

Overstort overig

ZK

0,0

0,6

ALENDORPERWEG

130844,70

456015,23

66

321003

Overstort overig

ZK

-0,7

0,0

KANTBLOEMSINGEL

128886,37

456529,30

67

300091

Overstort overig

ZK

0,4

1,0

SIMON VESTDIJKSTRAAT

131831,93

456692,35

68

300531

Overstort overig

ZK

0,0

1,0

CAREL WILLINKSTRAAT

131279,71

456863,87

69

300007

Overstort overig

ZK

0,0

0,6

UTRECHTSEWEG

130131,20

456968,49

70

291409

Overstort overig

ZK

0,0

0,0

GEORGE COHANHOF

131768,76

457668,54

71

280242

Overstort overig

ZK

0,1

1,0

HEINSTMAAT

129893,51

457733,82

72

280439

Overstort overig

ZK

0,1

1,0

DE POTTEGIETER

129927,57

457599,78

73

280035

Overstort overig

ZK

0,1

1,0

NOBEL HOEVE

130024,83

457885,35

74

280006

Overstort overig

ZK

0,1

1,0

GULDEN HOEVE

130176,83

457837,91

75

280654

Overstort overig

ZK

0,1

1,0

WIJNLAND

129750,82

457943,74

76

280360

Overstort overig

ZK

0,0

1,0

ZUILEVELD

129644,63

458020,43

77

280156

Overstort overig

ZK

0,1

1,0

VRIJTHOF

129999,62

458069,08

78

280624

Overstort overig

ZK

0,1

1,0

KLEINE HOF

129921,34

457978,65

79

280607

Overstort overig

ZK

0,0

1,0

HAZENHOF

129817,22

458142,94

80

280139

Overstort overig

ZK

0,0

1,0

VINCENT VAN GOGHLAAN

129611,01

458358,12

81

260235

Overstort overig

ZK

0,0

1,0

KANTONNALEWEG

131731,68

459397,02

82

260014

Overstort overig

ZK

0,0

1,0

MAARSSENBROEKSEDIJK

131334,71

459762,32

83

270049

Overstort overig

ZK

0,0

0,0

OCKHUIZERWEG

128374,31

459348,24

Stadswerken


PNUMMER

BENAMING

STRAATNM

RD_X

RD_Y

PNUMMER

BENAMING

STRAATNM

RD_X

RD_Y

1

7028U

Hemelwateruitlaat

OUDE LIESBOSWEG

136876,08

452434,98

270

11024U

Hemelwateruitlaat

LOUIS BOUWMEESTERLAAN

138836,92

455210,79

2

22089U

Hemelwateruitlaat

HONDSRUG

137757,59

452941,38

271

11002U

Hemelwateruitlaat

RIDDERSCHAPSVAART

138730,54

455258,86

3

22088U

Hemelwateruitlaat

HONDSRUG

137858,13

452949,96

272

11014U

Hemelwateruitlaat

ARCHIMEDESLAAN

139181,01

455613,73

4

22085U

Hemelwateruitlaat

HONDSRUG

137897,13

452955,56

273

11011U

Hemelwateruitlaat

BOUWMEESTERLAAN

139117,02

455518,63

5

22087U

Hemelwateruitlaat

HONDSRUG

137888,98

452960,27

274

6113U

Hemelwateruitlaat

STADSBUITENGRACHT

137342,84

455278,88

6

220239

Hemelwateruitlaat

GAASTERLAND

137714,25

452982,80

275

2011U

Hemelwateruitlaat

VEILINGHAVENKADE

135775,08

454968,99

7

22018U

Hemelwateruitlaat

TANKENBERG

137477,71

453214,78

276

240152

Hemelwateruitlaat

STRIJLANDWEG

133565,18

455282,45 455314,02

8

221594

Hemelwateruitlaat

WAGENINGSEBERG

137228,79

453141,62

277

35046U

Hemelwateruitlaat

BURGEMEESTER VERDERLAAN

133150,09

9

8038U

Hemelwateruitlaat

ZEEHAENKADE

136116,32

453185,09

278

35047U

Hemelwateruitlaat


133156,21

10

8058U

Hemelwateruitlaat

CORTEZLAAN

134891,90

453278,04

279

35045U

Hemelwateruitlaat


133150,31

455313,95

11

221608

Hemelwateruitlaat

OUDE LIESBOSWEG

137491,41

453443,81

280

35203U

Hemelwateruitlaat

BIRSTUMERRAKLAAN

132531,77

455102,36

12

6029U

Hemelwateruitlaat

OUD WULVERBROEKWETERING

138125,20

454098,85

281

35080U

Hemelwateruitlaat

STOBBERAKPLANTSOEN

132616,00

13

6103U

Hemelwateruitlaat

LAAN VAN KOVELSWADE

138003,82

454128,34

282

35202U

Hemelwateruitlaat

AKKRUMERRAKLAAN

132539,69

455114,82

14

8047U

Hemelwateruitlaat

BENELUXLAAN

135465,97

453515,97

283

35079U

Hemelwateruitlaat

LANGERAKBAAN

132571,59

455312,17

15

3030U

Hemelwateruitlaat

WILLEM PIETER VAN DIJLLAAN

135418,38

453821,10

284

35060U

Hemelwateruitlaat

KOLDIJKSTERRAKLAAN

132810,71

455387,04

16

37028U

Hemelwateruitlaat

STRIJKVIERTEL

132152,90

453703,71

285

35152U

Hemelwateruitlaat

ZUID-OOSTRAKLAAN

132373,05

17

38054U

Hemelwateruitlaat

MEERNDIJK

130593,49

454174,56

286

35078U

Hemelwateruitlaat

KLIFRAKPLANTSOEN

132439,74

455318,61

18

10012U

Hemelwateruitlaat

TOULOUSELAAN

140147,47

454755,76

287

35074U

Hemelwateruitlaat

SKAGERRAKLAAN

132244,53

455312,20

19

101050

Hemelwateruitlaat

TOULOUSELAAN

140444,79

454812,37

288

35170U

Hemelwateruitlaat

GOUDERAKLAAN

132339,47

455156,89

20

10013U

Hemelwateruitlaat

SORBONNELAAN

139721,72

454953,31

289

35172U

Hemelwateruitlaat

SLINGERAKLAAN

132220,55

455320,61

455312,66

455371,00

455097,96

21

10086U

Hemelwateruitlaat

OXFORDPAD

139820,50

454943,80

290

35155U

Hemelwateruitlaat

SLINGERAKLAAN

132282,82

455107,87

22

10014U

Hemelwateruitlaat

AARHUSLAAN

139754,05

454944,08

291

35171U

Hemelwateruitlaat

HOUTRAKGRACHT

132030,39

455030,84

23

SLINGERAKLAAN

132184,43

455101,78

24

6037U

Hemelwateruitlaat

KROMME RIJN

138593,66

454407,63

293

35178U

Hemelwateruitlaat

HOUTRAKGRACHT

132126,79

455321,54

25

6104U

6060U

Hemelwateruitlaat

Hemelwateruitlaat

JAAGPAD

JAAGPAD

139150,67

138514,32

454832,50

454353,14

294

292

35068U

350339

Hemelwateruitlaat

Hemelwateruitlaat

KREEKRAKLAAN

132026,34

455344,50

26

6061U

Hemelwateruitlaat

(afrit stadion)

138186,60

454342,01

295

35071U

Hemelwateruitlaat

LANGERAKBAAN

132204,33

455327,28

27

6005U

Hemelwateruitlaat

KROMME RIJN

137410,13

454574,81

296

35070U

Hemelwateruitlaat

LANGERAKSINGEL

132058,69

28

6009U

Hemelwateruitlaat

KROMME RIJN

137395,78

454567,49

297

35210U

Hemelwateruitlaat

MARTINUS NIJHOFFSINGEL

131807,73

455094,35

29

60912

Hemelwateruitlaat

VENUSLAAN

137319,75

454627,14

298

35207U

Hemelwateruitlaat

AART VAN DER LEEUWLAAN

131822,26

455229,97

30

6107U

Hemelwateruitlaat

KROMME RIJN

137235,75

454677,81

299

35206U

Hemelwateruitlaat


131820,56

455272,90

135261,84

454587,14

300

35208U

Hemelwateruitlaat

455348,11

31

3012U

Hemelwateruitlaat

GREBBEBERGLAAN

BUSBAAN LANGERAK

131819,65

455178,32

32

37025U

Hemelwateruitlaat

GESSEL

131555,34

454387,89

301

35209U

Hemelwateruitlaat

BUSBAAN LANGERAK

131810,65

455112,78

33

38041U

Hemelwateruitlaat

LAAN 1954

130890,62

454483,99

302

34057U

Hemelwateruitlaat

MELISSEKADE

132232,29

34

38023U

Hemelwateruitlaat

GOUVERNANTELAAN

130403,14

454257,40

303

34063U

Hemelwateruitlaat

MELISSEKADE

132324,37

455787,08

35

38026U

Hemelwateruitlaat

STOELENMAKERSLAAN

130259,78

454575,92

304

34055U

Hemelwateruitlaat

KOOLWITJESLAAN

131666,05

455726,35

MARKETENTSTERLAAN

130230,71

36

38009U

Hemelwateruitlaat

454330,77

305

34056U

Hemelwateruitlaat

DENNEWITJESHOF

131603,20

455667,09

455743,90

37

39053U

Hemelwateruitlaat

ZONNEDAUW

129572,32

454434,22

306

34053U

Hemelwateruitlaat

JOHANNITERPAD

131725,38

455709,90

38

39052U

Hemelwateruitlaat

NIRREWORTEL

129773,26

454566,13

307

35040U

Hemelwateruitlaat

BUSBAAN PARKWIJK

131864,18

455470,17

39

38027U

Hemelwateruitlaat

STOELENMAKERSLAAN

130274,65

454666,70

308

35065U

Hemelwateruitlaat

BUSBAAN PARKWIJK

131875,90

455485,57

40

39001U

Hemelwateruitlaat

VAN LAWICK VAN PABSTLAAN

129789,62

454932,70

309

33065U

Hemelwateruitlaat

NOORDERLICHT

130534,93

455379,01

41

39050U

Hemelwateruitlaat

DE MILAN VISCONTILAAN

129607,37

454741,83

310

33068U

Hemelwateruitlaat

EVENAAR

130538,06

455389,24

42

39030U

Hemelwateruitlaat

VAN LAWICK VAN PABSTLAAN

129766,03

454717,51

311

33074U

Hemelwateruitlaat

KUINDERBOSLAAN

131119,80

455668,81

43

39051U

Hemelwateruitlaat

AARDAKER

129193,97

454527,37

312

33069U

Hemelwateruitlaat

BURGEMEESTER MIDDELWEERDBAAN

130565,88

455629,52

44

39046U

Hemelwateruitlaat

KRUISBERG

129147,34

454922,11

313

33072U

Hemelwateruitlaat

EMMIKKERBOSLAAN

130818,07

455593,45

45

39034U

Hemelwateruitlaat


129138,39

454840,13

314

33070U

Hemelwateruitlaat

KRALINGSEBOSLAAN

130766,22

455643,97

46

10007U

Hemelwateruitlaat

LEUVENLAAN

140165,14

455373,28

315

33071U

Hemelwateruitlaat

KRALINGSEBOSLAAN

130772,41

455713,72

47

CAMBRIDGELAAN

140114,59

454956,61

316

33073U

Hemelwateruitlaat

RIJSTERBOSLAAN

131025,41

455563,04

48

10001U

Hemelwateruitlaat

CAMBRIDGELAAN

140164,10

455057,72

317

33064U

Hemelwateruitlaat

NOORDERLICHT

130428,85

455392,19

49

10009U

10015U

Hemelwateruitlaat

Hemelwateruitlaat

PRINCETONLAAN

140044,11

455628,89

318

39081U

Hemelwateruitlaat

CORBULOPAD

130062,23

455020,05

50

11010U

Hemelwateruitlaat

WEG TOT DE WETENSCHAP

139324,70

455090,63

319

39082U

Hemelwateruitlaat

CORBULOPAD

130061,05

455009,53

51

11008U

Hemelwateruitlaat

HERODOTUSLAAN

138950,23

455320,23

320

39080U

Hemelwateruitlaat

HELDAMMERSINGEL

130025,40

455063,82

52

11001U

Hemelwateruitlaat

ALBERT VAN DALSUMLAAN

138690,26

455291,71

321

39070U

Hemelwateruitlaat

ST. PIETERSBERG

129573,21

455073,62

53

11005U

Hemelwateruitlaat

SOPHOCLESLAAN

138923,63

455125,11

322

39069U

Hemelwateruitlaat

HELDAMMERSINGEL

129510,58

455080,33

54

11012U

Hemelwateruitlaat


139108,51

455544,80

323

39083U

Hemelwateruitlaat

GENIALISWEG

129964,51

455070,67

55

11013U

Hemelwateruitlaat


139122,75

455569,51

324

33066U

Hemelwateruitlaat

EVENAAR

130356,30

455508,96

56

11015U

Hemelwateruitlaat

ALBERT VAN DALSUMLAAN

139128,00

455678,00

325

33067U

Hemelwateruitlaat

EVENAAR

130428,88

455402,67

57

11009U

Hemelwateruitlaat

MAGDA JANSSENSLAAN

139070,05

455412,93

326

33060U

Hemelwateruitlaat

SCHADUWRIJK

130337,49

455439,58

58

17013U

Hemelwateruitlaat

EUCLIDESLAAN

138706,38

455783,62

327

39068U

Hemelwateruitlaat

HELDAMMERSINGEL

129381,86

455094,26

59

6038U

Hemelwateruitlaat

KONINGSLAAN

138128,18

455337,03

328

39063U

Hemelwateruitlaat

HELDAMMERSINGEL

129063,54

455140,38

60

22150

Hemelwateruitlaat

LEIDSEWEG

135540,60

455787,70

329

39066U

Hemelwateruitlaat

HELDAMMERSINGEL

129068,03

455127,99

61

24014U

Hemelwateruitlaat

STRIJLANDWEG

133478,42

455392,73

330

39064U

Hemelwateruitlaat

KRUISBERG

129187,70

455127,15

BIRSTUMERRAKLAAN

132538,50

455102,37

331

39067U

Hemelwateruitlaat

KRUISBERG

129187,48

455114,86

63

35082U

Hemelwateruitlaat

ARCHEOLOGIEPARK

132918,21

455283,52

332

39045U

Hemelwateruitlaat

WIERICKE

128796,49

455255,22

64

62

34058U

Hemelwateruitlaat

PEPERMUNTSTRAAT

132563,05

455502,57

333

39065U

Hemelwateruitlaat

RIESENBERG

128941,29

455141,72

PEPERMUNTSTRAAT

132583,10

455505,07

334

455153,47

65

35204U

34059U

Hemelwateruitlaat

HELDAMMERSINGEL

128938,58

66

34040U

Hemelwateruitlaat

PIMPERNELSTRAAT

132691,02

455504,98

335

17015U

Hemelwateruitlaat

GALILEILAAN

138740,78

67

34042U

Hemelwateruitlaat

Hemelwateruitlaat

PIMPERNELSTRAAT

132704,60

455504,97

336

21017U

39061U

Hemelwateruitlaat

Hemelwateruitlaat

HOPAKKER

136514,19

456561,21

68

34060U

Hemelwateruitlaat

ROZEMARIJNSINGEL

132824,65

455504,70

337

21016U

Hemelwateruitlaat

VAN ASCH VAN WIJCKSTRAAT

136539,62

456517,66 456005,14

456216,16

69

35058U

Hemelwateruitlaat

KOLDIJKSTERRAKLAAN

132967,70

455465,53

338

20028U

Hemelwateruitlaat

LEIDSCHE RIJN

135954,65

70

35151U

Hemelwateruitlaat

ZUID-OOSTRAKLAAN

132368,58

455380,45

339

34062U

Hemelwateruitlaat

MELISSEKADE

132699,21

71

35076U

Hemelwateruitlaat

ZUID-OOSTRAKLAAN

132369,40

455347,79

340

12005U

Hemelwateruitlaat

OUDE VLEUTENSEWEG

133445,29

456678,64

72

350517

Hemelwateruitlaat

SKAGERRAKLAAN

132238,35

455253,06

341

24005U

Hemelwateruitlaat

HOGEWEIDE

133078,67

456377,13

73

35200U

Hemelwateruitlaat

SKAGERRAKLAAN

132296,28

455303,78

342

12004U

Hemelwateruitlaat

VERLENGDE VLEUTENSEWEG

133463,65

456466,40

74

35072U

Hemelwateruitlaat

455965,80

SKAGERRAKLAAN

132236,88

455314,92

343

34030U

Hemelwateruitlaat

VUURVLINDERSINGEL

132244,00

456162,17

75

35073U

Hemelwateruitlaat

SKAGERRAKLAAN

132240,47

455314,63

344

34031U

Hemelwateruitlaat

VUURVLINDERSINGEL

132198,38

456096,25

76

35169U

Hemelwateruitlaat

GOUDERAKLAAN

132335,39

455146,25

345

30020U

Hemelwateruitlaat

SATIJNVLINDER

131583,01

455936,47

77

35201U

Hemelwateruitlaat

KLIFRAKPLANTSOEN

132351,46

455228,95

346

30019U

Hemelwateruitlaat

SATIJNVLINDER

131686,42

456029,23

78

35173U

Hemelwateruitlaat

HOUTRAKGRACHT

132115,77

455130,91

347

30018U

Hemelwateruitlaat

SATIJNVLINDER

131630,70

456029,50

79

35177U

Hemelwateruitlaat

HOUTRAKGRACHT

132128,78

455276,35

348

34023U

Hemelwateruitlaat

VUURVLINDERSINGEL

132338,96

456281,64

80

35176U

Hemelwateruitlaat

HOUTRAKGRACHT

132126,63

455252,73

349

34029U

Hemelwateruitlaat

VUURVLINDERSINGEL

132291,11

456223,78

81

35179U

Hemelwateruitlaat

HOUTRAKGRACHT

132133,19

455325,19

350

34021U

Hemelwateruitlaat

HEIVLINDER

132382,86

456345,50

82

35175U

Hemelwateruitlaat

HOUTRAKGRACHT

132124,65

455230,92

351

30015U

Hemelwateruitlaat

VOGELVLINDERWEG

131626,36

456189,46

83

35174U

Hemelwateruitlaat

HOUTRAKGRACHT

132122,44

455205,90

352

30016U

Hemelwateruitlaat

VOGELVLINDERWEG

131685,63

84

35077U

Hemelwateruitlaat

KLIFRAKPLANTSOEN

132438,03

455303,64

353

32146U

Hemelwateruitlaat

LANDSCHAPSBAAN

129784,43

455849,14

85

35180U

Hemelwateruitlaat

SLINGERAKLAAN

131981,07

455029,67

354

32147U

Hemelwateruitlaat

LANDSCHAPSBAAN

129859,99

455872,78

86

35091U

Hemelwateruitlaat

SLINGERAKLAAN

131914,59

455008,69

355

32206U

Hemelwateruitlaat

LANDSCHAPSBAAN

129788,01

455856,36

87

34044U

456190,26

Hemelwateruitlaat

GROENEDIJK

132463,54

455488,67

356

32203U

Hemelwateruitlaat

HET HEIHUIS

129807,09

88

35061U

Hemelwateruitlaat

HOUTRAKGRACHT

132139,03

455394,49

357

32204U

Hemelwateruitlaat

HARDENBROEK

129825,54

456076,20

89

34050U

Hemelwateruitlaat

EERSTE OOSTERPARKLAAN

132390,50

455592,93

358

32145U

Hemelwateruitlaat

PRATTENBURG

129685,56

455836,10

456110,30

Stadswerken


PNUMMER

BENAMING

STRAATNM

RD_X

RD_Y

PNUMMER

BENAMING

STRAATNM

129884,82

455930,09

90

34049U

Hemelwateruitlaat

AB HARREWIJNSTRAAT

132265,68

455526,77

359

32205U

Hemelwateruitlaat

VORENENG

129614,36

456311,43

91

35054U

Hemelwateruitlaat

VERLENGDE HOUTRAKGRACHT

132164,61

455465,95

360

32201U

Hemelwateruitlaat

DRIEBERGSEBOS

129623,45

456472,76

92

35087U

Hemelwateruitlaat

93

35088U

Hemelwateruitlaat

ZIJLSTERRAKLAAN

131957,80

455372,48

362

32200U

Hemelwateruitlaat

ANDERSTEIN

129693,76

456279,83

94

35036U

Hemelwateruitlaat

JOHANNITERPAD

131747,97

455466,87

363

32202U

Hemelwateruitlaat

DE RUITERBERG

129404,68

455917,86

95

34065U

Hemelwateruitlaat

VLINDERSINGEL

131881,39

455587,53

364

32028U

Hemelwateruitlaat

LANDSCHAPSBAAN

128759,76

455942,52

96

35066U

Hemelwateruitlaat

ZIJLSTERRAKLAAN

BUSBAAN LANGERAK

131954,27

131840,71

455369,85

455469,40

361

365

32199U

32014U

Hemelwateruitlaat

Hemelwateruitlaat

ANDERSTEIN

MOSTPERENLAAN

129628,65

128784,14

456368,48

455914,12

97

38028U

Hemelwateruitlaat

HOUTSNIJDERSLAAN

130316,14

455118,52

366

32236U

Hemelwateruitlaat

MOSTPERENLAAN

128906,52

456146,93

98

39062U

Hemelwateruitlaat

HELDAMMERSINGEL

130101,72

455054,76

367

32181U

Hemelwateruitlaat

PAMPASGRASLAAN

128909,37

456144,11

99

39044U

Hemelwateruitlaat

HELDAMMERSINGEL

130197,32

455044,99

368

32182U

Hemelwateruitlaat

PAMPASGRASLAAN

128924,23

456129,81

100

39086U

Hemelwateruitlaat

ALBANUSWEG

130196,35

455057,44

369

32183U

Hemelwateruitlaat

BURCHTPROMENADE

129231,66

456451,98

101

39037U

Hemelwateruitlaat

KORTRIJKPOLDER

129745,72

455126,21

370

32032U

Hemelwateruitlaat

PLEINESBOS

129133,85

456503,78

102

39038U

Hemelwateruitlaat

KORTRIJKPOLDER

129683,42

455132,89

371

32031U

Hemelwateruitlaat

MOERASVAREN

128906,82

456522,20

103

39039U

Hemelwateruitlaat

HELDAMMERSINGEL

129546,80

455088,63

372

32173U

Hemelwateruitlaat

SCHAPENGRASSINGEL

128876,47

104

39040U

Hemelwateruitlaat

HELDAMMERSINGEL

129505,58

455092,93

373

32174U

Hemelwateruitlaat

SCHAPENGRASSINGEL

128853,15

456195,87

105

39043U

Hemelwateruitlaat

ROTTE

129243,71

455354,55

374

32180U

Hemelwateruitlaat

VEDERGRASLAAN

128786,60

456243,93

106

39042U

Hemelwateruitlaat

ROTTE

129233,97

455265,96

375

32172U

Hemelwateruitlaat

SCHAPENGRASSINGEL

128806,86

456230,15 456297,39

107

39041U

Hemelwateruitlaat

HELDAMMERSINGEL

129372,17

455106,73

376

32179U

Hemelwateruitlaat

SCHAPENGRASSINGEL

128814,74

108

39071U

Hemelwateruitlaat

HEKSENBERG

128936,75

455038,93

377

32177U

Hemelwateruitlaat

KANTBLOEMSINGEL

128820,80

456453,26

456293,97

109

17014U

Hemelwateruitlaat

ARCHIMEDESLAAN

139035,02

455899,33

378

32178U

Hemelwateruitlaat

KANTBLOEMSINGEL

128860,19

456407,27

110

17016U

Hemelwateruitlaat

ARCHIMEDESLAAN

138871,54

456490,63

379

32175U

Hemelwateruitlaat

SIERGRASSENPAD

128608,51

456314,25

111

5030U

Hemelwateruitlaat

STADSBUITENGRACHT

137207,63

456108,48

380

32170U

Hemelwateruitlaat

PASSIEBLOEMWEG

112

211265

Hemelwateruitlaat

DRIFT

136905,14

456200,90

381

32380U

Hemelwateruitlaat

EENDAGSBLOEMLAAN

128632,21

456620,64

113

5029U

Hemelwateruitlaat

WITTEVROUWENSINGEL

137208,02

456207,54

382

32161U

Hemelwateruitlaat

HELMBLOEMLAAN

128494,03

456529,47

114

213152

Hemelwateruitlaat

WEERDSINGEL O.Z.

136822,20

456582,70

383

32154U

Hemelwateruitlaat

PAARDENBLOEMSINGEL

128509,04

456572,39

115

213149

Hemelwateruitlaat

STADSBUITENGRACHT

136907,30

456580,90

384

32156U

Hemelwateruitlaat

PAARDENBLOEMSINGEL

128732,97

456271,70

116

20026U

Hemelwateruitlaat

LEIDSCHE RIJN

135999,80

456049,80

385

32171U

Hemelwateruitlaat

VELDBLOEMLAAN

128256,56

456592,96

117

20029U

Hemelwateruitlaat

CATHARIJNESINGEL

136070,20

456077,70

386

32281U

Hemelwateruitlaat

HOEFBLADKADE

128250,80

456594,74

118

20021U

Hemelwateruitlaat

RIJNKADE

136158,47

456070,69

387

32282U

Hemelwateruitlaat

HOEFBLADKADE

128346,56

128759,36

456550,93

456483,55

119

20009U

Hemelwateruitlaat

CLARENBURG

136227,70

455951,75

388

32248U

Hemelwateruitlaat

HOEFBLADKADE

128353,03

456520,53

120

21025U

Hemelwateruitlaat

OUDE GRACHT

136470,06

456181,75

389

32249U

Hemelwateruitlaat

HOEFBLADKADE

128358,61

456518,58

121

2007U

Hemelwateruitlaat

WESTPLEIN

135702,47

455876,77

390

32250U

Hemelwateruitlaat

HOEFBLADKADE

128369,72

456569,93

122

2019U

Hemelwateruitlaat

LEIDSCHE RIJN

135802,50

455936,60

391

32251U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128324,35

456618,38

123

20027U

Hemelwateruitlaat

LEIDSCHE RIJN

135947,31

456007,31

392

32266U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128375,38

456568,01

124

20024U

Hemelwateruitlaat

WEERDSINGEL W.Z.

136251,08

456526,93

393

32252U

Hemelwateruitlaat

WATERBIESLAAN

128345,07

456312,40

125

2010U

Hemelwateruitlaat

TANIMBARKADE

134809,73

456117,86

394

32323U

Hemelwateruitlaat

WATERBIESLAAN

128264,94

456341,46

126

3024U

Hemelwateruitlaat

GOETHELAAN

134424,54

455861,44

395

32261U

Hemelwateruitlaat

MATTENBIESLAAN

128222,93

127

3022U

Hemelwateruitlaat

AMSTERDAM-RIJNKANAAL

133870,63

456093,51

396

32242U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128517,75

456596,92

128

30003

Hemelwateruitlaat

MERWEDEKANAAL

133928,58

456317,01

397

32241U

Hemelwateruitlaat

MATTENBIESLAAN

128382,48

456320,14

129

34061U

Hemelwateruitlaat

MELISSEKADE

132575,02

455906,59

398

32157U

Hemelwateruitlaat

RIVIERKOM

128380,88

456319,89

130

34015U

Hemelwateruitlaat

MAARTVLINDER

132695,63

456087,71

399

32321U

Hemelwateruitlaat

DUIZENDKNOOPLAAN

131

34027U

Hemelwateruitlaat

VUURVLINDERSINGEL

132215,21

456111,63

400

32322U

Hemelwateruitlaat

DUIZENDKNOOPLAAN

128311,76

456400,60

132

34024U

Hemelwateruitlaat

VUURVLINDERSINGEL

132324,18

456254,16

401

32262U

Hemelwateruitlaat

MATTENBIESLAAN

128318,27

456399,83

133

34046U

Hemelwateruitlaat

VUURVLINDERSINGEL

132365,69

456305,37

402

32243U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128254,58

456314,66

128326,21

456415,19

456441,93

134

34026U

Hemelwateruitlaat

VUURVLINDERSINGEL

132268,59

456187,73

403

32244U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128328,81

456449,47

135

32008U

Hemelwateruitlaat

SOUVENIRPERENLAAN

128535,38

456016,85

404

32245U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128334,31

456447,67

136

32012U

Hemelwateruitlaat

SOUVENIRPERENLAAN

137

32013U

Hemelwateruitlaat

SOUVENIRPERENLAAN

128722,23

455955,22

406

32247U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128280,89

456473,45

138

32011U

Hemelwateruitlaat

JUTTEPEERLAAN

128649,16

455979,24

407

32263U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128276,71

456478,51

139

32009U

Hemelwateruitlaat

MOSTPERENLAAN

128593,90

455999,09

408

32265U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128225,75

456502,60

140

32010U

Hemelwateruitlaat

MOSTPERENLAAN

128605,21

455995,25

409

32264U

Hemelwateruitlaat

MATTENBIESLAAN

128219,83

456504,75

141

32023U

Hemelwateruitlaat

KANTBLOEMSINGEL

128894,29

456526,04

410

32283U

Hemelwateruitlaat

MATTENBIESLAAN

138325,79

142

32001U

Hemelwateruitlaat

PRESIDENTPERENLAAN

128107,98

455977,27

411

32284U

Hemelwateruitlaat

MATTENBIESLAAN

138336,65

457092,42

143

32004U

Hemelwateruitlaat

PRESIDENTPERENLAAN

128206,76

455933,52

412

141590

Hemelwateruitlaat

SARTREWEG

137130,86

456807,77

128698,88

455962,68

405

32246U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128260,16

456412,48

457282,46

144

32002U

Hemelwateruitlaat

PRESIDENTPERENLAAN

128169,76

455945,53

413

140851

Hemelwateruitlaat

BILTSE RADING

136759,10

456603,40

145

32003U

Hemelwateruitlaat

PRESIDENTPERENLAAN

128170,94

455945,45

414

5021U

Hemelwateruitlaat

BILTSCHE GRIFT

136367,66

456813,58

146

32005U

Hemelwateruitlaat

DOYENNEPERENLAAN

128290,69

455906,65

415

210616

Hemelwateruitlaat

WEERDSINGEL O.Z.

136138,34

456937,34

147

32006U

Hemelwateruitlaat

DOYENNEPERENLAAN

128291,91

455906,77

416

21008U

Hemelwateruitlaat

STROOMKADE

133616,74

148

32007U

Hemelwateruitlaat

TREVOUXPERENLAAN

128444,93

455952,81

417

20025U

Hemelwateruitlaat

ZEEDIJK

133217,21

456798,52

149

5023U

Hemelwateruitlaat

CORNELIS

138173,48

456817,55

418

12006U

Hemelwateruitlaat

OUDE VLEUTENSEWEG

132148,88

457370,72

150

Hemelwateruitlaat

ARIENSLAAN

138299,86

151

5028U

Hemelwateruitlaat

ARIENSLAAN

138331,49

456800,15

420

25028U

Hemelwateruitlaat

MIDDENWETERING

131829,94

457253,68

152

5022U

Hemelwateruitlaat

BILTSCHE GRIFT

137105,06

456796,42

421

25029U

Hemelwateruitlaat

MIDDENWETERING

131620,67

457345,29

153

213145

Hemelwateruitlaat

STADSBUITENGRACHT

136979,83

456627,03

422

29074U

Hemelwateruitlaat

BURT BACHARACHSTRAAT

131636,04

457327,58

21009U

Hemelwateruitlaat

154

5025U

STROOMKADE

136383,39

456817,66

456787,33

419

423

12022U

29043U

Hemelwateruitlaat

Hemelwateruitlaat

ELEKTRONWEG

RIJNKENNEMERLAAN

132175,43

456627,34

131651,23

457336,43

457348,87

155

180185

Hemelwateruitlaat

CARTESIUSWEG

134501,00

457250,30

424

29039U

Hemelwateruitlaat

JULE STYNESTRAAT

131807,45

457304,01

156

4005U

Hemelwateruitlaat

KEULSEKADE

133786,30

456801,40

425

29071U

Hemelwateruitlaat

JULE STYNESTRAAT

131838,01

457337,17

Hemelwateruitlaat

VLAMPIJPSTRAAT

134409,67

MEREDITH WILLSONSTRAAT

131746,09

457193,34

157

18006U

457402,01

426

29072U

Hemelwateruitlaat

158

18005U

Hemelwateruitlaat

CARTESIUSWEG

134396,50

457124,50

427

29075U

Hemelwateruitlaat

MEREDITH WILLSONSTRAAT

131700,00

159

25021U

Hemelwateruitlaat

TERWIJDESINGEL

132634,37

457105,19

428

29044U

Hemelwateruitlaat

RIJNKENNEMERLAAN

130858,15

457395,25

160

29038U

Hemelwateruitlaat

RIJNKENNEMERLAAN

131748,09

457191,36

429

29073U

Hemelwateruitlaat

RIJNKENNEMERLAAN

130864,37

457321,63

161

29031U

Hemelwateruitlaat

OPERETTELAAN

131171,66

457239,33

430

29081U

Hemelwateruitlaat

HERBERT KAWANSTRAAT

130970,21

457283,66

162

29017U

Hemelwateruitlaat

FRANZ LEHARSINGEL

131066,28

457403,80

431

29080U

Hemelwateruitlaat

PAUL BURKHARDPLANTSOEN

129568,63

456615,22

163

29033U

Hemelwateruitlaat

OPERETTELAAN

130845,51

457276,21

432

29079U

Hemelwateruitlaat

WATERWINPARK

130117,47

457335,51

164

29029U

Hemelwateruitlaat

OPERETTELAAN

130861,02

457273,64

433

32198U

Hemelwateruitlaat

DE VLASAKKERS

130085,16

457356,47

165

29030U

Hemelwateruitlaat

HERVESTRAAT

130952,44

457261,24

434

28133U

Hemelwateruitlaat

ENGHWETERING

129334,81

456932,57

166

31009U

Hemelwateruitlaat

HUIS TE VLEUTENBAAN

130032,33

456919,09

435

28132U

Hemelwateruitlaat

HET LINT-VLEUTEN

129461,48

456945,24

167

28131U

Hemelwateruitlaat

ENGHWETERING

456716,51

GROENE DRAECKSINGEL

129468,64

168

28130U

Hemelwateruitlaat

HAARRIJNSE RADING

129998,55

457219,03

437

32190U

Hemelwateruitlaat

GOUDEN KOETSLAAN

129051,48

456891,15

169

30003U

Hemelwateruitlaat

HAARRIJNSE RADING

130078,93

457056,83

438

32195U

Hemelwateruitlaat

PLEINESBOS

128512,50

456864,65

170

32115U

Hemelwateruitlaat

VLEUTERWEIDEWEG

129197,90

456864,83

439

32124U

Hemelwateruitlaat

VLEUTERWEIDEWEG

128551,06

456842,04

171

32021U

Hemelwateruitlaat

GROENE DRAECKSINGEL

129319,55

456914,72

440

32324U

Hemelwateruitlaat

MIDDELWETERING

128549,75

456832,52

172

32022U

Hemelwateruitlaat

GROENE DRAECKSINGEL

129336,51

456955,93

441

32316U

Hemelwateruitlaat

MIDDELWETERING

128548,51

456832,32

173

32018U

Hemelwateruitlaat

GOUDEN KOETSLAAN

129447,08

456952,52

442

32319U

Hemelwateruitlaat

MIDDELWETERING

128643,67

456747,32

174

28151U

Hemelwateruitlaat

RIDDERHOFLAAN

128810,73

457320,81

443

32320U

Hemelwateruitlaat

MIDDELWETERING

128816,00

456757,40

175

9007U

Hemelwateruitlaat

REINDER BLIJSTRALAAN

136711,66

457573,49

444

32164U

Hemelwateruitlaat

BOTERBLOEMSINGEL

128544,73

176

1059U

Hemelwateruitlaat

KATHERIJN VAN LEEMPUTDREEF

137235,83

458101,75

445

32361U

Hemelwateruitlaat

BRUIDSBLOEMLAAN

128490,65

456897,25

177

1068U

Hemelwateruitlaat

BRAILLEDREEF

136285,22

457773,91

446

32141U

Hemelwateruitlaat

GELE IRISLAAN

128556,54

456710,51

457708,64

447

32317U

Hemelwateruitlaat

WEEGBREEWEG

178

1020U

Hemelwateruitlaat

BRAILLEDREEF

130108,22

136307,20

457319,16

436

32188U

Hemelwateruitlaat

457249,50

128555,15

456976,91

456706,42

179

1079U

Hemelwateruitlaat

DORBEENDREEF

136305,76

458226,29

448

32159U

Hemelwateruitlaat

VLAMBLOEMLAAN

128689,09

456706,71

180

1080U

Hemelwateruitlaat

BRAILLEDREEF

136181,66

457795,49

449

32160U

Hemelwateruitlaat

VLAMBLOEMLAAN

128693,82

456703,50

Stadswerken

PNUMMER


BENAMING

STRAATNM

RD_X

RD_Y

PNUMMER

BENAMING

STRAATNM

128976,32

456703,33

181

1090U

Hemelwateruitlaat

BRAILLEDREEF

136019,26

458170,07

450

32167U

Hemelwateruitlaat

HELMBLOEMLAAN

129363,14

457003,79

182

19025U

Hemelwateruitlaat

THORBECKELAAN

135277,70

457670,00

451

32168U

Hemelwateruitlaat

HELMBLOEMLAAN

128566,06

457039,51

TRACTIEWEG

133846,00

MOERASVAREN

128566,79

183

18002U

Hemelwateruitlaat

457628,69

452

32033U

Hemelwateruitlaat

457044,06

184

18001U

Hemelwateruitlaat

BESSEMERLAAN

133958,28

457820,95

453

32189U

Hemelwateruitlaat

GROENE DRAECKSINGEL

128350,75

456887,69

185

25024U

Hemelwateruitlaat

PROOSTWETERING

131906,86

457904,06

454

32142U

Hemelwateruitlaat

PERZIKKRUIDKADE

128356,39

456885,71

186

29014U

Hemelwateruitlaat

FRANZ LEHARSINGEL

131055,19

457696,51

455

32143U

Hemelwateruitlaat

PERZIKKRUIDKADE

128248,20

456926,86

187

29016U

Hemelwateruitlaat

FRANZ LEHARSINGEL

188

29015U

Hemelwateruitlaat

FRED RAYMONDPAD

131060,26

457562,22

457

32276U

Hemelwateruitlaat

ZILVERSCHOONLAAN

128438,31

456752,49

189

29037U

Hemelwateruitlaat

HARRY BANNINKSTRAAT

131313,02

457743,11

458

32289U

Hemelwateruitlaat

ZILVERSCHOONLAAN

128387,51

456785,15

190

29034U

Hemelwateruitlaat

JARA BENESHOF

130869,21

457500,83

459

32257U

Hemelwateruitlaat

KNOLRUSKADE

128383,32

456791,00

191

29035U

Hemelwateruitlaat

FRANZ VON SUPPEHOF

192

29040U

Hemelwateruitlaat

RIJNKENNEMERLAAN

131093,36

457982,85

461

32270U

Hemelwateruitlaat

MATTENBIESLAAN

128295,10

456705,90

193

29036U

Hemelwateruitlaat

FRANZ LEHARSINGEL

131049,91

457851,99

462

32271U

Hemelwateruitlaat

MATTENBIESLAAN

128289,66

456707,73

194

29010U

Hemelwateruitlaat

FRANZ LEHARSINGEL

131057,73

457906,85

463

32267U

Hemelwateruitlaat

MATTENBIESLAAN

128426,00

456715,96

195

29008U

Hemelwateruitlaat

ROBERT STOLZLAAN

130902,38

457989,46

464

32279U

Hemelwateruitlaat

MATTENBIESLAAN

128353,36

196

29006U

Hemelwateruitlaat

ROBERT PLANQUETTELAAN

130704,92

457948,35

465

32280U

Hemelwateruitlaat

MATTENBIESLAAN

128352,22

456700,08

197

29007U

Hemelwateruitlaat

EMMERICH KALMANLAAN

130829,46

457974,46

466

32256U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128409,19

456865,14

198

28071U

Hemelwateruitlaat

WIJNLAND

129854,96

457906,15

467

32268U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128414,21

456863,24

199

1017U

Hemelwateruitlaat

ACHILLESDREEF

137676,23

458632,71

468

32269U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128455,93

456821,22

200

1071U

Hemelwateruitlaat

KAPELDWARSWEG

138051,64

458618,58

469

32272U

Hemelwateruitlaat

MATTENBIESLAAN

128462,53

456823,82

201

1062U

Hemelwateruitlaat

ROBERT KOCHPLEIN

137589,22

458748,72

470

32273U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128401,64

456644,85

202

1083U

Hemelwateruitlaat

CENTAURUSDREEF

137576,80

458744,64

471

32259U

Hemelwateruitlaat

WATERBIESLAAN

128464,91

456907,50

203

1063U

131064,86

130881,33

137945,37

457441,20

457631,83

460

32258U

32260U

Hemelwateruitlaat

Hemelwateruitlaat

Hemelwateruitlaat

ZILVERSCHOONLAAN

KNOLRUSKADE

128434,02

128347,69

456757,40

456687,35

456685,59

Hemelwateruitlaat

KAPELWEG

WATERBIESLAAN

128465,60

1061U

Hemelwateruitlaat

DARWINDREEF

137652,06

458678,58

473

32255U

Hemelwateruitlaat

WATERBIESLAAN

128393,67

456639,51

205

1084U

Hemelwateruitlaat

MOLDAUDREEF

137261,07

458840,58

474

32325U

Hemelwateruitlaat

WEEGBREEWEG

128397,24

456649,95

206

1045U

Hemelwateruitlaat

EINSTEINDREEF

135606,36

458331,11

475

32318U

Hemelwateruitlaat

WEEGBREEWEG

128227,53

456737,93

456919,93

207

29009U

Hemelwateruitlaat

LEO FALLPLANTSOEN

476

32253U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128260,66

456834,40

208

250141

Hemelwateruitlaat

MEIJEWETERING

130976,59

458536,91

477

32254U

Hemelwateruitlaat

DWERGBIESLAAN

128326,47

456816,08

209

130429

Hemelwateruitlaat

FRANCISCUSDREEF

134359,62

459248,32

478

32286U

Hemelwateruitlaat

KNOLRUSKADE

128332,34

456814,41

210

130430

Hemelwateruitlaat

FRANCISCUSDREEF

479

32287U

Hemelwateruitlaat

KNOLRUSKADE

128259,33

456858,61

211

130546

Hemelwateruitlaat

MISSISSIPPIDREEF

134301,69

459676,05

480

32277U

Hemelwateruitlaat

KNOLRUSKADE

128184,25

212

19008U

Hemelwateruitlaat

DAALSEWEGHOF

133449,85

459349,70

481

32278U

Hemelwateruitlaat

KNOLRUSKADE

128266,31

457085,50

213

19007U

Hemelwateruitlaat

DAALSEWEGHOF

133461,88

459362,48

482

32288U

Hemelwateruitlaat

ZILVERSCHOONLAAN

128404,84

456959,80

134340,64

458224,97

472

32275U

204

131041,91

458582,01

456

459313,96

214

26023U

Hemelwateruitlaat

AMBACHTSWEG

131633,13

459367,10

483

32285U

Hemelwateruitlaat

ZILVERSCHOONLAAN

215

16006U

Hemelwateruitlaat

NIELS BOHRWEG

132171,80

459529,19

484

32144U

Hemelwateruitlaat

WILGENROOSLAAN

137409,85

458188,22

216

26022U

Hemelwateruitlaat

MAARSSENBROEKSEDIJK

131564,35

459407,84

485

32274U

Hemelwateruitlaat

HAAGWINDELAAN

136395,61

457662,10

457434,35

217

26021U

Hemelwateruitlaat

MAARSSENBROEKSEDIJK

459438,99

486

213127

Hemelwateruitlaat

KARDINAAL DE JONGWEG

135730,60

457797,20

218

26016U

Hemelwateruitlaat

ZONNEBAAN

131372,72

459089,68

487

1060U

Hemelwateruitlaat

VESTADREEF

133136,05

457471,21

219

16007U

Hemelwateruitlaat

LAGEWEIDSESLAG

131492,35

459067,43

488

9021U

Hemelwateruitlaat

WILLEM SCHUYLENBURGLAAN

132076,18

457455,06

220

26025U

Hemelwateruitlaat

ZONNEBAAN

131155,22

459091,63

489

19006U

Hemelwateruitlaat

JAGERSKADE

132116,50

457409,62

221

26024U

Hemelwateruitlaat

ZONNEBAAN

130974,66

459110,75

490

12007U

Hemelwateruitlaat

ATOOMWEG

132015,15

457629,05

222

26010U

Hemelwateruitlaat

FLORAWEG

131196,40

459235,55

491

25026U

Hemelwateruitlaat

LIESVELDSE WETERING

131897,92

457465,07

223

26017U

Hemelwateruitlaat

STERREBAAN

131423,19

459142,92

492

25027U

Hemelwateruitlaat

MIDDENWETERING

132013,78

457518,24

224

26015U

Hemelwateruitlaat

RUIMTEWEG

131263,80

459301,80

493

25023U

Hemelwateruitlaat

MIDDENWETERING

132003,03

457496,45

225

26026U

Hemelwateruitlaat

FLORAWEG

131022,45

459244,82

494

29076U

Hemelwateruitlaat


131714,23

457604,06


131683,73

226

26027U

Hemelwateruitlaat

MAARSSENBROEKSEDIJK

131578,05

137081,93

456612,95

131392,83

459414,88

495

25025U

Hemelwateruitlaat

457500,98

227

26019U

Hemelwateruitlaat

TECHNIEKWEG

131405,23

459667,91

496

29077U

Hemelwateruitlaat


132257,05

458227,27

228

26020U

Hemelwateruitlaat

MAARSSENBROEKSEDIJK

131432,92

459573,29

497

29069U

Hemelwateruitlaat

GEORGE COHANHOF

131285,41

457754,28

229

130094

Hemelwateruitlaat

GANDHIPLEIN

135208,36

460121,08

498

29070U

Hemelwateruitlaat

JULE STYNESTRAAT

131293,99

457744,15

230

13005U

Hemelwateruitlaat

FLORIDADREEF

134687,16

460196,57

499

12017U

Hemelwateruitlaat

HYPERONENWEG

231

130355

Hemelwateruitlaat

FLORIDADREEF

134552,01

460330,25

500

29041U

Hemelwateruitlaat

JEAN GILBERTLAAN

131322,87

457974,62

232

260274

Hemelwateruitlaat

ZUILENSE RING

131651,31

460052,96

501

29042U

Hemelwateruitlaat

JEAN GILBERTLAAN

131275,80

457831,79

233

7014U 22086U

Hemelwateruitlaat

HONDSRUG

137949,82

452983,26

503

29052U

Hemelwateruitlaat

WALTER KOLLOLAAN

131142,54

457997,20

235

7034U

Hemelwateruitlaat

WATERLINIEWEG

136974,27

452698,45

504

29053U

Hemelwateruitlaat

WALTER KOLLOLAAN

131100,90

458013,61

236

7041U

Hemelwateruitlaat

NIJEVELDSINGEL

136938,53

452594,23

505

29055U

Hemelwateruitlaat

LEON JESSELHOF

131347,16

457960,64

237

7037U

Hemelwateruitlaat

RIJNHUIZENLAAN

137101,61

453304,77

506

29054U

Hemelwateruitlaat

SIDNEY JONESHOF

131340,02

457898,68

238

7038U

Hemelwateruitlaat

RIDDERPLANTSOEN

137094,66

453343,91

507

29045U

Hemelwateruitlaat

RIJNKENNEMERLAAN

131323,05

239

7031U

Hemelwateruitlaat

WIJNESTEINLAAN

136813,96

453028,86

508

29058U

Hemelwateruitlaat

JERRY BOCKSTRAAT

131189,26

458113,87

240

7027U

Hemelwateruitlaat

VAARTSCHE RIJN

136277,75

452897,91

509

29057U

Hemelwateruitlaat

HARRY BANNINKSTRAAT

131119,16

458160,37 457956,11

7036U

HOOGRAVENSEWEG

136155,00

452386,89

502

28152U

Hemelwateruitlaat

ENGHLAAN

131162,84

457816,22

234

241

Hemelwateruitlaat

130752,97

458054,46

457830,20

Hemelwateruitlaat

HOENDIEPSTRAAT

136441,21

453364,94

510

29056U

Hemelwateruitlaat

HARRY BANNINKSTRAAT

130676,41

242

8059U

Hemelwateruitlaat

CORTEZLAAN

134874,55

453256,03

511

29050U

Hemelwateruitlaat

LIESVELDSE WETERING

130249,11

243

10079U

Hemelwateruitlaat

RHIJNAUWENSELAAN

140555,50

453433,19

512

29047U

Hemelwateruitlaat

LIESVELDSE WETERING

130161,81

457481,46

244

6028U

Hemelwateruitlaat

KONINGSWEG

138112,48

454101,64

513

28163U

Hemelwateruitlaat

ROBERT PLANQUETTELAAN

130190,32

457467,22

245

3041U

Hemelwateruitlaat

ROOSEVELTLAAN

134525,82

453731,32

514

28138U

Hemelwateruitlaat

DE TOL

130279,36

457741,35

HAARRIJNSE RADING

130207,54

457618,75

246

23083U

Hemelwateruitlaat

ORTELIUSLAAN

247

38051U

Hemelwateruitlaat

OUDENRIJNSINGEL

131000,74

454203,31

516

28135U

Hemelwateruitlaat

VLEUTENSEWETERING

130238,02

248

10002U

Hemelwateruitlaat

HET HOGE BOSPAD

140496,56

454677,97

517

28139U

Hemelwateruitlaat

SPORTPARK DE VRYHEID

130320,93

457874,76

249

6059U

Hemelwateruitlaat

BLAUWE - VOGELWEG

138990,87

454733,21

518

28136U

Hemelwateruitlaat

HET LINT-VLEUTEN

130332,87

458016,96

250

7039U

Hemelwateruitlaat

VEILINGHAVENKADE

135922,13

454888,10

519

28137U

Hemelwateruitlaat

HET LINT-VLEUTEN

130362,65

458007,71

251

3007U

Hemelwateruitlaat

ADMIRAAL HELFRICHLAAN

135124,60

454827,91

520

28141U

Hemelwateruitlaat

HAARRIJNSE RADING

130291,08

457884,17

252

3021U

Hemelwateruitlaat

ROOSEVELTLAAN

134112,86

454531,55

521

28142U

Hemelwateruitlaat

HET LINT-VLEUTEN

129798,98

457918,52

253

37032U

Hemelwateruitlaat

RIJKSSTRAATWEG

132381,54

454948,55

522

28143U

Hemelwateruitlaat

HET LINT-VLEUTEN

138015,17

458780,85

254

37004U

Hemelwateruitlaat

RIJKSSTRAATWEG

131681,58

454735,85

523

28140U

Hemelwateruitlaat

HET LINT-VLEUTEN

137979,63

458568,51

255

37010U

Hemelwateruitlaat

VELDZIGT

131966,63

454694,07

524

28068U

Hemelwateruitlaat

KORTLAND

137510,95

458800,36

256

38058U

Hemelwateruitlaat

ROSWEYDELAAN

131064,06

454376,84

525

1067U

Hemelwateruitlaat

KAPELWEG

137438,67

458832,10

257

38048U

Hemelwateruitlaat

LEIDSCHERIJN

131169,18

454954,73

526

1064U

Hemelwateruitlaat

KAPELDWARSWEG

137346,04

458872,06

258

38024U

Hemelwateruitlaat

133800,34

454037,96

515

28134U

Hemelwateruitlaat

457750,85

457608,51

GOUVERNANTELAAN

130311,61

454324,45

527

1089U

Hemelwateruitlaat

ALBERT SCHWEITZERDREEF

135666,16

458403,27

259

38006U

Hemelwateruitlaat

STOELENMAKERSLAAN

130259,63

454535,46

528

1087U

Hemelwateruitlaat

ALBERT SCHWEITZERDREEF

134370,21

458565,82

260

39079U

Hemelwateruitlaat

ROMEINENZOOM

130004,25

454344,24

529

1088U

Hemelwateruitlaat

GAGELDIJK

134398,11

458593,31

261

39078U

Hemelwateruitlaat

530

1072U

Hemelwateruitlaat

PARANADREEF

132308,91

458632,32

ROMEINENZOOM

129810,83

454445,54

262

38005U

Hemelwateruitlaat

WOLWEVERSLAAN

130290,00

454848,87

531

19024U

Hemelwateruitlaat

NIFTARLAKEPLANTSOEN

132388,72

458768,84

263

39076U

Hemelwateruitlaat

AUGUSTUSWEG

130114,13

454769,34

532

19023U

Hemelwateruitlaat

NIFTARLAKEPLANTSOEN

131345,46

458614,32

264

39031U

Hemelwateruitlaat


129785,65

454688,04

533

12012U

Hemelwateruitlaat

ATOOMWEG

130919,43

458315,68

265

39077U

Hemelwateruitlaat

ROMEINENZOOM

129829,45

454613,47

534

16004U

Hemelwateruitlaat

URANIUMKANAAL

130679,19

458223,06

266

39033U

Hemelwateruitlaat

ZEEDISTEL

129152,63

454812,78

535

15001U

Hemelwateruitlaat

A 2 (E 35)

133400,39

459299,60

267

10008U

Hemelwateruitlaat

GENEVELAAN

140176,15

455327,46

536

29049U

Hemelwateruitlaat

268

10003U

Hemelwateruitlaat

CAMBRIDGELAAN

140176,62

455052,79

537

27030U

Hemelwateruitlaat

SPORTPARK DE VRYHEID

131834,00

459612,47

269

10076U

Hemelwateruitlaat

SALAMANCAPAD

140416,66

455156,13

538

19020U

Hemelwateruitlaat

JAN VAN ZUTPHENLAAN

134924,36

459937,32

539

16005U

Hemelwateruitlaat

LEO FALLPLANTSOEN

WESTKANAALDIJK

540

26001U

Hemelwateruitlaat

KANTONNALEWEG

541

13004U

Hemelwateruitlaat

FLORIDADREEF

132206,44

459774,60

Stadswerken


1 220883

Overstort VGS

0,4

1,0

CHATHAMS

2 221070

Overstort VGS

0,6

1,0

TIROL

138035,97

452270,27

3 220773

Overstort VGS

0,4

1,0

SIMPLONBAAN

137797,15

137782,93

452328,59

452125,94

4 220626

Overstort VGS

0,4

1,0

HIMALAYA

137654,78

452370,85

5 221170

Overstort VGS

0,6

1,0

KENT

137993,68

452529,92

6 220959

Overstort VGS

0,4

1,0

FURKABAAN

137912,74

452617,42

7 220960

Overstort VGS

0,4

1,0

FURKABAAN

137925,95

452616,38

8 220862

Overstort VGS

0,4

1,0

SEYCHELLEN

137449,49

452144,95

9 220715

Overstort VGS

0,4

1,0

ANTILLEN

137370,58

452409,36

10 221511

Overstort VGS

0,4

1,0

VESUVIUS

137225,56

452427,84

11 220647

Overstort VGS

0,4

1,0

SIMPLONBAAN

137500,73

452387,03

12 220689

Overstort VGS

0,4

1,0

SIMPLONBAAN

137487,75

452388,19

13 221284

Overstort VGS

0,4

1,0

ZWARTE WOUD

138242,66

452766,70

14 220375

Overstort VGS

0,4

1,0

HONDSRUG

138033,13

452963,70

15 220050

Overstort VGS

0,4

1,0

SIMPLONBAAN

137523,44

452648,72

16 220014

Overstort VGS

0,4

1,0

SIMPLONBAAN

137510,23

452651,06

17 220302

Overstort VGS

0,4

1,0

SALLAND

137809,90

452880,40

18 220057

Overstort VGS

0,4

1,0

TREEK

137714,34

452644,96

19 221599

Overstort VGS

0,4

1,0

ST.- GOTTHARD

137707,81

452932,53

20 221390

Overstort VGS

0,4

1,0

TERSCHELLING

138035,67

453334,54

21 220352

Overstort VGS

0,4

2,0

OLDAMBT

138069,24

453104,43

22 220380

Overstort VGS

0,4

2,0

HONDSRUG

138138,60

453068,61

23 221300

Overstort VGS

0,4

1,0

NIEUWE HOUTENSEWEG

138258,31

453020,28

24 220139

Overstort VGS

0,4

1,0

APENNIJNEN

137687,59

453134,98

25 220188

Overstort VGS

0,4

1,0

APENNIJNEN

137722,18

453052,93

26 221537

Overstort VGS

0,4

1,0

JUNGFRAU

137352,64

452852,22

27 221525

Overstort VGS

0,4

1,0

JUNGFRAU

137305,68

452700,47

28 221428

Overstort VGS

1,4

1,0

LEMELERBERG

137450,90

453234,42

0,4

29 221407

Overstort VGS

1,0

VAALSERBERG

137390,30

453010,94

30 80731

Overstort VGS

0,9

3,0

ZEEHAENKADE

136124,34

453082,59

31 230071

Overstort VGS

-0,6

1,3

PAPENDORPSEWEG

134406,58

452940,49

32 230055

Overstort VGS

-0,6

1,0

ORTELIUSLAAN

134224,34

453090,40 453096,23

33 230687

Overstort VGS

0,0

1,0

VAN DEVENTERLAAN

133754,07

34 220524

Overstort VGS

0,4

1,0

ENGELSMANPLAAT

137972,02

453450,39

35 230049

Overstort VGS

-0,6

1,0

MERCATORLAAN

134184,29

453430,54

36 230491

Overstort VGS

0,0

1,0

DE ROYLAAN

133998,36

453489,02

37 230431

Overstort VGS

0,0

1,0

ORTELIUSLAAN

133901,75

453600,68

38 370067

Overstort VGS

0,0

0,8

TJEPMAWEG

131896,79

453728,14

39 370041

Overstort VGS

-0,7

1,2

LANDZIGT

131522,41

453981,89

40 370441

Overstort VGS

-0,5

1,5

LANDZIGT

131460,85

453862,09

41 370466

Overstort VGS

-0,5

2,4

GESSEL

131361,97

453982,57

42 72147

Overstort VGS

0,8

1,0

VAARTSCHE RIJN

136720,76

454327,97 454711,36

43 71059

Overstort VGS

0,7

1,0

EELDERDIEPHOF

136044,18

44 370054

Overstort VGS

-0,2

2,0

DAMZIGT

131751,52

454696,51

45 350131

Overstort VGS

0,0

2,0

LANGERAKBAAN

132105,39

455364,67

46 340146

Overstort VGS

0,8

1,0

GROENEDIJK

132446,31

455494,97

47 340639

Overstort VGS

0,7

1,0

AB HARREWIJNSTRAAT

132232,74

48 340630

Overstort VGS

0,8

1,0

EERSTE OOSTERPARKLAAN

132026,54

455601,45

49 340144

Overstort VGS

0,8

1,0

BUSBAAN PARKWIJK

132248,05

455742,87

50 321257

Overstort VGS

-0,7

1,0

MIDDENWETERING

129653,12

455801,15

51 340616

Overstort VGS

0,7

0,0

TWEEDE WESTERPARKLAAN

131902,78

455901,94 455987,46

455601,47

52 321248

Overstort VGS

-0,7

1,0

LANDSCHAPSBAAN

129097,99

53 321023

Overstort VGS

-0,6

1,0

KAAPSE BOSSEN

129448,45

455926,55

54 322136

Overstort VGS

-0,7

2,8

BURCHTPLEIN

129269,98

456124,68

55 321086

Overstort VGS

-0,7

1,3

LANDSCHAPSBAAN

128892,87

456085,98

56 320626

Overstort VGS

-0,7

1,0

VLAMBLOEMLAAN

128506,26

57 320661

Overstort VGS

-0,7

0,0

SCHAPENGRASSINGEL

128808,17

456238,01

58 320645

Overstort VGS

-0,7

1,0

VELDBLOEMLAAN

128734,94

456280,25 456932,71

456338,33

59 40451

Overstort VGS

0,1

1,0

PERRONLAAN

134462,73

60 250278

Overstort VGS

0,0

0,0

TERWIJDESINGEL

132653,59

457103,05

61 290917

Overstort VGS

0,0

1,0

JAZZBOULEVARD

131689,49

457189,14

62 291202

Overstort VGS

0,0

1,0

OPERETTELAAN

131249,48

457217,77

63 291205

Overstort VGS

0,0

1,0

OPERETTELAAN

131271,11

457086,54

64 291197

Overstort VGS

0,0

1,0

RICHARD GENEESTRAAT

131063,48

457236,24

65 291186

Overstort VGS

0,0

1,0

OPERETTELAAN

130849,92

457257,54

66 321066

Overstort VGS

0,0

1,0

VLEUTERWEIDEWEG

129196,62

456847,83

67 321079

Overstort VGS

-0,7

1,0

DUIZENDKNOOPLAAN

128572,61

456827,66

68 320616

Overstort VGS

-0,7

1,0

DUIZENDKNOOPLAAN

128564,61

456803,99

69 320575

Overstort VGS

0,1

1,3

HANEKAMPSTRAAT

129085,29

457066,73

70 322152

Overstort VGS

0,4

1,3

DE SPOREPLEIN

128959,45

457166,50

71 140686

Overstort VGS

0,4

2,0

HABIB BOURGUIBASTRAAT

138576,75

457744,58

72 140563

Overstort VGS

0,4

2,0


138649,64

458140,53

73 140654

Overstort VGS

0,4

2,0


138718,46

457924,49

74 140777

Overstort VGS

0,8

1,0

SARTREWEG

138307,99

457641,24

75 160274

ISOTOPENWEG

133674,39

457984,12

76 160252

Overstort VGS

0,0

2,0

URANIUMKANAAL

133299,69

458059,23

77 250270

Overstort VGS

Overstort VGS

0,0

0,0

0,0

2,0

LIESVELDSE WETERING

132058,29

457492,41

78 250266

Overstort VGS

0,0

0,0

MIDDENWETERING

132029,77

457618,89

79 250030

Overstort VGS

-0,7

1,3

KROMMEWETERING

131743,12

457854,13

80 250201

Overstort VGS

0,0

1,0

PROOSTWETERING

131914,55

457912,13

81 250061

Overstort VGS

0,3

1,0

PROOSTWETERING

131646,11

458124,48

82 250062

Overstort VGS

0,3

1,0

PROOSTWETERING

131646,83

458123,93

83 290220

Overstort VGS

1,0

1,0

FRED RAYMONDPAD

131053,18

457551,69

84 290673

Overstort VGS

0,0

1,0

LEONARD BERNSTEINKADE

131519,22

457638,86

85 290246

Overstort VGS

0,0

1,5

RIJNKENNEMERLAAN

131312,38

457665,81

86 250056

Overstort VGS

0,0

1,3

KROMMEWETERING

131494,40

457931,08

87 290244

Overstort VGS

0,0

0,0

RIJNKENNEMERLAAN

131078,95

457938,72

88 140836

Overstort VGS

0,4

2,0


138599,18

458280,85

89 12172

Overstort VGS

1,1

1,0

KAPELDWARSWEG

138009,21

458748,30

90 11900

Overstort VGS

1,1

1,0

KAPELDWARSWEG

138052,90

458624,31

91 12169

Overstort VGS

1,1

1,0

KAPELWEG

137949,98

458598,32

92 250055

Overstort VGS

0,0

1,3

KROMMEWETERING

131235,60

458241,12

93 250057

Overstort VGS

0,0

1,3

KROMMEWETERING

131232,00

458404,02

94 250059

Overstort VGS

-0,7

1,3

MEIJEWETERING

130671,28

458540,12

95 250058

Overstort VGS

0,0

1,3

MEIJEWETERING

130917,27

458476,99

96 260284

Overstort VGS

-0,4

1,5

KANTONNALEWEG

131831,27

459609,24

97 130494

Overstort VGS

0,2

2,1

HUDSONDREEF

134162,60

460035,86

98 130485

Overstort VGS

0,2

1,0

TENNESSEEDREEF

134198,25

460418,33

Stadswerken


Bijlage 5 Beheerkaart oppervlaktewater

79/98

Stadswerken


80/98

Legenda Gemeentegrens

Watergangen beheerder Derden of geen info Gemeente Utrecht HDSR HAGV Rijkswaterstaat

0

1

2 Km



Stedelijk Beheer Gemeentelijk Waterbeleidsplan 2011 - 2014 Beheerder watergangen (Juni 2010)



Getekend:

D.C. Koeman

Gecontroleerd:

J.S. Sloot

Stadswerken


Bijlage 6 Grondwatermeetnet en isohypsen

81/98

Stadswerken


82/98

Legenda Peilbuizen Grondwatermeetnet Gemeente Utrecht

Contourlijnen gemiddelde grondwaterstand in eerste watervoerend pakket (in m t.o.v. NAP) Grondwaterstand als label Gemeentegrens Wijkgrenzen

-0 ,5

6

Spoorweg

-0,

6

-0,9

-0,5

-0,7

2

0,5 6 0,

0,5

2

0,4

0,2

-0,

3

0, 7

0,4

-1 ,1

-0 ,8

-0,

0,3

-0,4

-0,6

0,3

-1

1

0,1

,9 -0

-0 ,6

-0,

-0,3 -0,2 -0,1

-0,

0

-0,3

-1,2

-0 ,3

4 -0,

-0,4

-0,5

-0,4

6 -0, 5 -0,

0,1

-0,2

-0,7

-0 ,8

,7 -0

0

-0,3

-0 ,9

-1

4 1

-0,

Watergangen

7

-0,

-1,1

-1,2

4 -0, ,5 -0

-0,

Kleinschalige topografische kaart

-0,

-1,3

-0 ,5

0,2

3

6 0,

0,1

-0,

,2 -0

0 1 -0,

-0,

0, 5

4

-0,

8 -0,

0,4

9 -1

3 0,

0

1

2 Km

2 0, 0,1



Stedelijk Beheer Gemeentelijk Waterbeleidsplan 2011 - 2014 Grondwaterkaart



Getekend:

D.C. Koeman

Gecontroleerd:

A.J. Kruithof

Stadswerken


Bijlage 7 Inzameling van hemelwater en grondwater

83/98

Stadswerken


84/98

0

1

2 Km

Legenda Gebieden waar grondwater ingezameld wordt via drainage Gebieden waar in de toekomst grondwater ingezameld zal worden Gebieden waar geen hemelwater ingezameld wordt Watergangen Gemeentegrens Kleinschalige topografische kaart



Stedelijk Beheer Gemeentelijk Waterbeleidsplan 2011 - 2014 Inzameling van hemelwater en grondwater (Juni 2010)



Getekend:

D.C. Koeman

Gecontroleerd:

J.S. Sloot

Stadswerken

Bijlage 8


Maatregelen waterkwaliteit

85/98

Stadswerken


86/98

36

14 woo n en 3 pe boten rcelen

49

39

38

50

50

7

3 40

33

2

8

1

42 41

34

Maatregelen overstorten (Uitgevoerd: Groen, Deels uitgevoerd: Geel, Niet uitgevoerd: Rood)

5

46

32

1, terugslagklep plaatsen bij bergbezinkbassin RWZI 9, opheffen overstorten: 020403, 020928 en 020728 13, opheffen overstort: 030317 en 030392

3 percelen

13, nieuwe overstort 031231 op Merwedekanaal

20 19

23, aanpassing overstort 040045 24, aanpassing overstort 040206

51, Opmetselen overstort 380114

wo

Aan te sluiten percelen en woonboten voor 2016

21, vergroten afvoer Cartesiusweg - St. Josephlaan, opheffen gemaal Thomas a Kempisweg en overstort 040054 25, vergroten hoofdriool Biltstraat, 45, vergroten afvoer onder Weerdsingel,

10

46, aparte transportleiding Kardinaal de Jongweg gebieden 5, 9 en 14 naar RWZI, aanpassen overstorten 210086 en 210314

Maatregelen BBB (Uitgevoerd: Groen, Deels uitgevoerd: Geel, Niet uitgevoerd: Rood) 2, bergbezinkriool Pampasdreef 520 m3,

22, bergbezinkbassin Cartesiusweg 550 m3, 26, bergbezinkbassin Maliebaan 1100 m3, 30, bergbezinkbassin Beneluxlaan 1400 m3, 32, bergbezinkbassin Mr. Tripkade 750 m3, 500m leiding vergroten 34, bergbezinkbassin Atoomweg 600 m3,

51

3 percelen

11, bergbezinkbassin Wilhelminalaan 1500 m3,

36, bergbezinkriool Fransiscusdreef 900m3,

9 9

13 13

13

16

3, bergbezinkriool Colombiadreef 320 m3,

12, bergbezinkbassin Kanaalweg 800 m3,

on 24 1 bo 4 ten

18 17

Maatregelen leidingen (Uitgevoerd: Groen, Deels uitgevoerd: Geel, Niet uitgevoerd: Rood)

48 14 31

44 12

25

45

50, Meten overstorten

37

23

21

27, aanpassing overstort Pelikaanstraat 060738

22

4

6 46

50 Legenda

35

26

43

9 27 11

15

38, bergbezinkbassin Atoomweg 500 m3,

30

39, bergbezinkbassin Muiderslotplantsoen 1370 m3, 40, bergbezinkbassin Jacob Cabeliaustraat 2425 m3, 42, bergbezinkbassin 1650 m3, opheffen overstort: 190865, 191143 en 191631

28

43, deel spuikoker inrichten als bergbezinkbassin Catharijnebaan 3250 m3, opheffen overstort: 200913, 201448 en 202097

Maatregelen Afkoppelen (Uitgevoerd: Groen, Deels uitgevoerd: Geel, Niet uitgevoerd: Rood)

47

afkoppelen 4, afkoppelen 0,2 ha Vulcanusdreef 5, afkoppelen 1,8 ha Camera Obscuradreef 6, afkoppelen1,3 ha Maria van Hongarijedreef 7, afkoppelen 0,27 ha Sint Maartensdreef 8, afkoppelen 1,7 ha Ziekenhuis Overvecht-Noord 10, afkoppelen 1,7 ha Oog in Al fase 5

0

14, afkoppelen 1,6 ha As Kanaleneiland - Noord

1

2 Km

15, afkoppelen 9,5 ha Roto Smeets, GVU, OPG etc. 16, afkoppelen 3,0 ha 24 Oktoberplein 17, afkoppelen 2,2 ha Oog in Al fase 6 18, afkoppelen 5,8 ha Oog in Al - West 19, afkoppelen 3,2 ha Schepenbuurt 20, afkoppelen 3,0 ha Noordelijk deel Nijverheidsweg 28, afkoppelen 2,0 ha Hart van Hoograven 31, afkoppelen 1,6 ha As Kanaleneiland - Zuid


33, afkoppelen 11,2 ha dakoppervlak Lageweide 35, afkoppelen 5,4 ha dakopp. bedr. terrein Overvecht 37, afkoppelen 3,0 ha Veemarktterrein 41, afkoppelen 9,4 ha Ondiep 44, afkoppelen 3,0 ha Stationsgebied 47, afkoppelen Hoograven (waterpasserende verharding) 48, afkoppelen Kanaleneiland 49, afkoppelen 0,15 ha Haarzuilens

Maatregelen gescheiden stelsels

Onderzoek naar waterkwaliteit en foute aansluitingen Gemeentegrens


Stedelijk Beheer Gemeentelijk Waterbeleidsplan 2011 - 2014 Maatregelen waterkwaliteit (Juni 2010), Basisinspanning+Ongerioleerde percelen



Getekend:

D.C. Koeman

Gecontroleerd:

J.S. Sloot

Wijkgrenzen Kleinschalige topografische kaart

Stadswerken


Bijlage 9 Maatregelen overige doelstellingen

87/98

Stadswerken


88/98

Rioolgemaal Proostwetering renovatie - 2010

Tunnelgemaal Brailledreef renovatie - 2010

Utrechtseweg 111 Gemaal Realisatie - 2010

Rioolgemaal Thomas A Kempisplantsoen renovatie - 2010

Rioolgemaal Alendorperweg aanpassen cap. - 2011 Rioolgemaal Fletiomare aanpassen cap. - 2011

Rioolgemaal Veldhuizen aanpassen cap. - 2011

Rioolgemaal 350016 renovatie - 2010

Renovatie tunnelgemaal Kanaalweg - 2010 Koningsweg realisatie - 2010

Legenda Herontwikkeling; Sloop en nieuwbouw Realiseren open water Riolen die in 2010 vervangen worden

Rioolgemalen Lunetten renovatie - 2010

Riolen die in 2011-2014 vervangen worden



Riolen die binnen 10 jaar vervangen worden

Afkoppelen Deels

0

1

Volledig Leidingvergroting tbv klimaatverandering 2011-2014 Leidingvergroting tbv klimaatverandering na 2014 bij reg. vervanging


Maatregelen rioolgemalen 2010


Maatregelen rioolgemalen 2011-2014

Schaal en papier formaat: 1 : 45.000 - A3

Maatregelen Grondwateroverlast

Datum en Versie:


Wijkgrenzen

Getekend:

D.C. Koeman

Gecontroleerd:

J.S. Sloot

Leidingvergroting tbv klimaatverandering binnen 10 jaar

Watergangen

2 Km

Niet

Stedelijk Beheer Gemeentelijk Waterbeleidsplan 2011 - 2014 Maatregelen overige doelstellingen (Juni 2010).

Stadswerken


Bijlage 10 Kwaliteitsbeeld vrijvervalriolering

89/98

Stadswerken


Kwaliteit van de vrijvervalriolering: resultaten van inspecties

Geïnspecteerd Resultaat

37% Waarschuwingsmaatstaf

Ingrijpmaatstaf

Waterdichtheid

24%

7%

Stabiliteit

14%

0.4%

Afstroming

30%

3%

90/98

Stadswerken


Bijlage 11 Uitgaven, inkomsten, kostendekking

91/98

Stadswerken


92/98

Uitgaven Programma, te dekken uit opbrengst rioolrechten

verantwoordelijke afdeling

Dagelijks onderhoud riolering Dagelijks onderhoud rioolgemalen Vergunningen riolering en grondwater Dagelijks onderhoud kolken Totaal dagelijks onderhoud riolen en rioolgemalen

SW-SB-CTO SW-SB-CTO SW-SB-CTO SW-IMH

Dagelijks onderhoud grondwater Dagelijks onderhoud oppervlaktewater Totaal dagelijks onderhoud gronden oppervlaktewater

SW-SB-CTO SW-W&S

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

[€]

[€]

[€]

[€]

[€]

[€]

[€]

[€]

[€]

[€]

2020 [€]

5.014.768 1.840.803 274.109 474.668 7.604.348

5.271.871 1.871.564 276.067 482.600 7.902.103

5.309.261 1.884.838 278.025 486.023 7.958.146

5.346.650 1.898.111 279.983 489.446 8.014.189

5.384.039 1.911.385 281.940 492.868 8.070.233

5.421.428 1.924.658 283.898 496.291 8.126.276

5.458.817 1.937.932 285.856 499.714 8.182.319

5.496.206 1.951.205 287.814 503.136 8.238.362

5.533.596 1.964.479 289.772 506.559 8.294.406

5.570.985 1.977.752 291.730 509.982 8.350.449

5.608.374 1.991.026 293.688 513.405 8.406.492

129.786 129.786

131.955 0 131.955

132.891 450.000 582.891

133.827 453.169 586.996

134.763 456.338 591.101

135.699 459.507 595.206

136.634 462.676 599.311

137.570 465.845 603.415

138.506 469.014 607.520

139.442 472.183 611.625

140.378 475.352 615.730

Publieke taak riolen en rioolgemalen Totaal publieke taak riolen en rioolgemalen

SW-SB-BP

2.092.300 2.092.300

2.107.245 2.107.245

2.122.190 2.122.190

2.137.135 2.137.135

2.152.080 2.152.080

2.167.025 2.167.025

2.181.970 2.181.970

2.196.915 2.196.915

2.211.860 2.211.860

2.226.805 2.226.805

2.241.750 2.241.750

Publieke taak grondwater en waterloket Publieke taak oppervlaktewater Totaal publieke taak gronden oppervlaktewater

SW-SB-BP SW-SB-BP

914.054 914.054

920.583 0 920.583

927.112 275.000 1.202.112

933.641 276.937 1.210.578

940.170 278.873 1.219.043

946.699 280.810 1.227.509

953.228 282.746 1.235.974

959.757 284.683 1.244.440

966.286 286.620 1.252.906

972.815 288.556 1.261.371

979.344 290.493 1.269.837

SW

10.740.489

11.061.886

11.865.339

11.948.898

12.032.457

12.116.015

12.199.574

12.283.133

12.366.692

12.450.250

12.533.809

storting investeringen in voorziening

SW

17.960.488

18.226.029

17.150.000

17.200.000

15.100.000

14.600.000

13.600.000

13.600.000

13.600.000

13.600.000

13.600.000

Nieuwe kapitaallasten t.g.v. te kapitaliseren investeringen Lopende kapitaallasten

SW SW

0 3.400.305

256.776 3.700.000

285.563 3.864.276

139.868 4.053.232

0 4.091.769

0 3.989.475

0 3.889.738

0 3.792.495

0 3.697.682

0 3.605.240

0 3.515.109

3.400.305

3.956.776

4.149.839

4.193.100

4.091.769

3.989.475

3.889.738

3.792.495

3.697.682

3.605.240

3.515.109

Totaal dagelijks onderhoud en publieke taak uit opbrengst rioolheffing

Totaal kapitaallasten Bijdrage straatreiniging

SW-IMH

Totaal bruto uitgaven te dekken uit opbrengst rioolheffing

Bijdrage verfijningsregeling Vleuten-De Meern Totaal programma, te dekken uit opbrengst rioolheffing

Programma, te dekken uit algemene middelen

1.368.612

1.368.612

1.368.612

1.368.612

1.368.612

1.368.612

1.368.612

1.368.612

1.368.612

1.368.612

1.368.612

33.469.895

34.613.304

34.533.790

34.710.610

32.592.838

32.074.102

31.057.924

31.044.239

31.032.986

31.024.102

31.017.530

-40.204

-18.095

-10.812

-6.568

33.429.691

34.595.209

34.522.979

34.704.042

32.592.838

32.074.102

31.057.924

31.044.239

31.032.986

31.024.102

31.017.530

straatvernieuwing

132.364

138.706

139.662

140.619

141.576

142.532

143.489

Totaal programma, te dekken uit algemene middelen

132.364

134.879

135.836

136.793

137.749

138.706

139.662

140.619

141.576

142.532

143.489

33.562.055

34.730.088

34.658.815

34.840.834

32.730.587

32.212.808

31.197.586

31.184.858

31.174.561

31.166.635

31.161.019

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

5.747.126

5.922.000 2.542.759 3.000.000

1.724.138 5.287.356

1.750.345 6.417.931

6.000.000 2.000.000 1.000.000 100.000 1.500.000

6.000.000 2.000.000 1.000.000 100.000 1.500.000

6.000.000 2.000.000 1.000.000 100.000 1.500.000

6.000.000 2.000.000 1.000.000 100.000 1.500.000

6.000.000 2.000.000 1.000.000 100.000 1.500.000

6.000.000 2.000.000 1.000.000 100.000 1.500.000

1.000.000 20.633.034

6.000.000 2.000.000 3.000.000 100.000 500.000 3.500.000 1.000.000 1.000.000 17.100.000

6.000.000 2.000.000 1.000.000 100.000 1.500.000

0 20.574.713

6.000.000 2.000.000 3.000.000 100.000 500.000 5.950.000 1.000.000 1.000.000 19.550.000

1.000.000 1.000.000 12.600.000

1.000.000 1.000.000 12.600.000

1.000.000

1.000.000

1.000.000

1.000.000

1.000.000

11.600.000

11.600.000

11.600.000

11.600.000

11.600.000

1.069.834 0 0 1.069.834

1.153.637 0 0 1.153.637

1.000.000 1.000.000 500.000 2.500.000

1.000.000 1.000.000 500.000 2.500.000

1.000.000 1.000.000 500.000 2.500.000

500.000 1.000.000 500.000 2.000.000

500.000 1.000.000 500.000 2.000.000

500.000 1.000.000 500.000 2.000.000

500.000 1.000.000 500.000 2.000.000

500.000 1.000.000 500.000 2.000.000

500.000 1.000.000 500.000 2.000.000

Totaal zorgplichten afval-, hemel- en grondwater

Onderbouwing investeringen


Groot onderhoud riolering Milieumaatregelen lozingen riolering - afkoppelen Milieumaatregelen lozingen riolering - bergbezinkbassins +overig Maatregelen vanwege klimaatontwikkeling Vervanging en verbetering rioolen tunnelgemalen Centraal gemaalbesturingssysteem Bijdrage stedelijke ontwikkelingsprojecten Aflossing 5 mln crisisimpuls in periode 2011-2015 Totaal investeringen riolen en rioolgemalen

SW-SB-BP SW-SB-BP SW-SB-BP SW-SB-BP SW-SB-BP SW-SB-BP SW-SB-BP SW-SB-BP

Groot onderhoud en verbetering ontwatering Groot onderhoud oppervlaktewater Verbetering oppervlaktewater via wijkwaterplannen Totaal investeringen gronden oppervlaktewater

SW-SB-BP SW-SB-BP SW-SB-BP

Totaal investeringen te dekken uit opbrengst rioolheffing

[€]

7.816.092

134.879

135.836

136.793

137.749

21.644.547

21.786.671

22.050.000

19.600.000

15.100.000

14.600.000

13.600.000

13.600.000

13.600.000

13.600.000

13.600.000

SW

17.960.488 3.684.058

18.226.029 3.560.642

17.150.000 4.900.000

17.200.000 2.400.000

15.100.000

14.600.000

13.600.000

13.600.000

13.600.000

13.600.000

13.600.000


2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2.500 140.000

1.000 0,7% 141.000

1.000 0,7% 142.000

1.000 0,7% 143.000

1.000 0,7% 144.000

1.000 0,7% 145.000

1.000 0,7% 146.000

1.000 0,7% 147.000

1.000 0,7% 148.000

1.000 0,7% 149.000

1.000 0,7% 150.000

1.724.138 2.747.000

-5.000 2.742.000

2.742.000

2.742.000

2.742.000

2.742.000

2.742.000

2.742.000

2.742.000

2.742.000

2.742.000

Ontwikkeling aantal inwoners (2,3 per aansluiting) Ontwikkeling aantal inwoners per 1 januari dwa en hwaproductie inwoners per 1 januari [m3/jaar]

306.731 20.420.000

2.300 309.031 20.570.000

2.300 311.331 20.720.000

2.300 313.631 20.870.000

2.300 315.931 21.020.000

2.300 318.231 21.170.000

2.300 320.531 21.330.000

2.300 322.831 21.480.000

2.300 325.131 21.630.000

2.300 327.431 21.780.000

2.300 329.731 21.930.000

Totaal lozing riool per 1 januari [m3/jaar]

23.167.000

23.312.000

23.462.000

23.612.000

23.762.000

23.912.000

24.072.000

24.222.000

24.372.000

24.522.000

24.672.000

88,1% 11,9% 80,9% 19,1%

88,2% 11,8% 81,1% 18,9%

88,3% 11,7% 81,2% 18,8%

88,4% 11,6% 81,3% 18,7%

88,5% 11,5% 81,4% 18,6%

88,5% 11,5% 81,5% 18,5%

88,6% 11,4% 81,6% 18,4%

88,7% 11,3% 81,7% 18,3%

88,7% 11,3% 81,8% 18,2%

88,8% 11,2% 81,9% 18,1%

88,9% 11,1% 82,0% 18,0%

6.247.222 9.221.980 17.960.488 28.908.629 2,3% 29.589.181

6.842.432 9.526.748 18.226.029 30.022.058 2,2% 30.697.400

7.778.666 9.594.313 17.150.000 30.172.020 2,2% 30.850.736

7.842.163 9.661.879 17.200.000 30.361.866 2,2% 31.044.853

7.763.393 9.729.444 15.100.000 28.659.526 2,2% 29.304.219

7.677.092 9.797.010 14.600.000 28.248.844 2,2% 28.884.298

7.593.349 9.864.575 13.600.000 27.432.900 2,2% 28.050.000

7.512.098 9.932.141 13.600.000 27.432.798 2,2% 28.049.896

7.433.279 9.999.707 13.600.000 27.434.974 2,2% 28.052.121

7.356.830 10.067.272 13.600.000 27.439.370 2,2% 28.056.615

7.282.692 10.134.838 13.600.000 27.445.928 2,2% 28.063.321

211,35

217,71

217,26

217,10

203,50

199,20

192,12

190,82

189,54

188,30

187,09

9.221.980 17.960.488 4.521.061 2,3% 4.627.494

9.526.748 18.226.029 4.573.151 2,2% 4.676.024

9.594.313 17.150.000 4.350.959 2,2% 4.448.833

9.661.879 17.200.000 4.342.176 2,2% 4.439.853

9.729.444 15.100.000 3.933.311 2,2% 4.021.791

9.797.010 14.600.000 3.825.259 2,2% 3.911.307

9.864.575 13.600.000 3.625.024 2,2% 3.706.569

9.932.141 13.600.000 3.611.441 2,2% 3.692.680

9.999.707 13.600.000 3.598.012 2,2% 3.678.948

10.067.272 13.600.000 3.584.733 2,2% 3.665.371

10.134.838 13.600.000 3.571.602 2,2% 3.651.945

1,68

1,71

1,62

1,62

1,47

1,43

1,35

1,35

1,34

1,34

1,33

Te dekken uit voorziening Te kapitaliseren Inkomsten Ontwikkelingen

Ontwikkeling aantal aansluitingen Ontwikkeling aantal aansluitingen [%] Totaal aantal aansluitingen per 1 januari

DB&G DB&G

Ontwikkeling grootverbruik Grootverbruik per 1 januari [m3/jaar]

DB&G

Bijdrage Bijdrage Bijdrage Bijdrage

kleinverbruik per jaar [%] grootverbruik per jaar [%] kleinverbruik per uur (365,25 dgn 12 uur) [%] grootverbruik per uur (250 dagen, 10 uur) [%]

Volledig te dekken uit eigenarenrecht Volgens jaarverdeling te dekken uit eigenarenrecht Volgens uurverdeling te dekken uit eigenarenrecht Totaal te dekken uit eigenarenrecht netto Percentage oninbaar [%] Te dekken uit eigenarenrecht bruto

DB&G

Eigenarentarief kostendekkend Volledig te dekken uit grootverbruik Volgens jaarverdeling te dekken uit grootverbruik Volgens uurverdeling te dekken uit grootverbruik Totaal te dekken uit grootverbruik netto Percentage oninbaar [%] Te dekken uit grootverbruik bruto Grootverbruikerstarief kostendekkend

DB&G

Stadswerken


Bijlage 12 Kostenkentallen rioolvervanging

93/98

Stadswerken


94/98

Stadswerken


Diameter [mm] riolering

drainage Meerprijs bij rioolvervanging drainage verticaal drainage horizontaal draintransportriool/infiltratietransportriool

2010

2006 Leidraad Riolering 2007

300 400 500 600 700 800 900 1000 1250 1500 1800 160

1.000 1.150 1.400 1.600 1.900 2.100 2.400 2.800 3.500 4.200 4.700 400

1.000 1.050 1.100 1.200 1.400 1.600 1.800 1.900 2.400 3.100 -

nvt 160 500

100 300 500

-

400 500 620 770 500 570 660 750 1.040 1.430

-

-

95/98

Stadswerken


96/98

Stadswerken


Colofon Uitgave Gemeente Utrecht, Stadswerken

Teksten Judith Sloot,

Tekstbijdragen Erwin Rebergen, Arjen Kruithof, Marco van Bijnen, Cas Verhoeven, Utrecht

Kaarten Omer Sarikaya Daniel Koeman, Utrecht

Datum September 2010

Meer informatie Redactieadres Postbus 8375, 3503 RJ Utrecht Telefoon 030 – 286 00 00 E-Mail [email protected] www.utrecht.nl/waterloket

97/98

Stadswerken


98/98

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Utrecht

Recommend Documents