Raad Onderwerp:
V200900864 Verlenging Gemeentelijk Rioleringsplan
Raadsvoorstel Inleiding: De gemeente Heusden beschikt over een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) voor de periode 2004-2008. Dit GRP is inmiddels verlopen en daarmee voldoet de gemeente niet meer aan de bepalingen uit de Wet Milieubeheer. Daarin staat dat het hebben van een geldig plan verplicht is, ondermeer vanuit het oogpunt van de zorgplicht voor afvalwater. Naast deze verplichting zijn er inmiddels nieuwe beleidsontwikkelingen en regelgeving die een actualisatie noodzakelijk maken zoals de wet gemeentelijke watertaken (WGW), de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW).
Feitelijke informatie: In 2004 is het Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008 vastgesteld. Dit plan beschrijft hoe de gemeente invulling geeft aan haar taak voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater. De geldigheidsduur van dit plan is verlopen waardoor de gemeente Heusden feitelijk niet meer beschikt over deze verplichte planvorm. De afgelopen jaren is er op het gebied van waterbeheer veel gebeurd. Zo geeft de Wet Gemeentelijke Watertaken (WGW) een aantal nieuwe zorgplichten aan de gemeenten (afvalwater, grondwater en hemelwater). Maar ook de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Nationaal Bestuursakkoord Water hebben hun invloed gehad op de wijze waarop met water moet worden omgegaan. De gemeente Heusden heeft dat deels vormgegeven in het waterplan dat in december 2008 is vastgesteld. Vanuit dat waterplan is een aantal projecten opgezet die de consequenties van de ontwikkelingen in beeld brengen. Deze zullen hun vertaling in maatregelen en kosten krijgen in het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (Verbreed GRP). Dit Verbreed GRP wordt in het najaar van 2009 ontwikkeld en zal in 2010 behandeld worden in de gemeenteraad. Het Verbreed GRP is net als een GRP een verplichte planvorm die voor 1 januari 2012 in werking moet zijn. Zolang de projecten uit het waterplan nog niet zijn voltooid is het niet mogelijk om een Verbreed GRP op te stellen omdat de consequenties nog niet in beeld zijn. Dat heeft ertoe geleid dat er voor de tussenliggende periode een soort “overgangs GRP” opgesteld is: “Beleidsnota Verlenging GRP Heusden” hierna te noemen GRP Verlengd. Met dit plan wordt voldaan aan de wettelijke verplichting tot het hebben van een GRP. Daarnaast wordt aangegeven/geëvalueerd hoe het rioleringsbeleid de afgelopen jaren is gevoerd. Maar ook wordt aangegeven hoe de samenhang is met het waterplan, de nieuwe zorgplichten/ontwikkelingen, het voorziene beheer en de financiering/heffing. Het GRP Verlengd is opgesteld voor de periode 2009-2010. Per 1-1-2011 zal het Verbreed GRP in werking treden.
Afweging: Het GRP Verlengd is een evaluatie op, en in grote lijnen een voortzetting van, het GRP 2004-2008. Er is bij de projecten en maatregelen nadrukkelijker gekeken naar mogelijkheden tot afkoppelen omdat dit gezien wordt als een “geen spijt maatregel” en deze een rol vervult in het kader van de KRW (verminderen overstorten). In 2009 en 2010 worden de resterende systeemgerichte maatregelen uitgevoerd. Grosso modo kan gesteld worden dat de gestelde doelen en maatregelen uit het GRP 2004-2008 binnen deze periode gehaald zijn of behaald worden in 2009-2010. Vooruitlopend op het Verbreed GRP wordt reeds invulling gegeven aan de zorgplichten daar waar dit doelmatig en effectief is (bijv. grondwatermonitoring met projectpeilbuizen). 1/4
Raad Onderwerp:
V200900864 Verlenging Gemeentelijk Rioleringsplan
Tevens wordt een aantal noodzakelijke beleidswijzigingen voorgesteld. Zo is het nodig om voor een doelmatig beheer van de gemalen een inspectie uit te voeren en een beheerplan op te stellen. Maar ook de lozingen van glastuinbouw, de systematiek van reinigen van de riolering en waterstofsulfideaantastingen (H2S) van het drukriool vragen om nader onderzoek en planvorming. De kosten voor het opstellen van het verplichte Verbreed GRP worden tevens meegenomen in dit GRP Verlengd. Vanaf 1 januari 2010 geldt een verbrede rioolheffing. De rioolheffing komt in de plaats van de huidige rioolrechten. De nieuwe rioolheffing is ruimer dan de oude verordening rioolrechten. De heffing is bedoeld om de kosten te verhalen die de gemeente moet maken voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van hemelwater en grondwater. Dit betekent dat het individuele profijt niet meer hoeft te worden aangetoond. De gemeente kan de kosten verhalen die gemaakt worden voor het nakomen van de zorgplichten die de wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken aan de gemeente oplegt. De maatregelen die de gemeente hiervoor neemt staan genoemd in het GRP Verlengd. Voor het belastingjaar 2010 blijft de heffingsmaatstaf voor de bepaling van de tarieven ongewijzigd. Dit gebeurd op basis van het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit een eigendom wordt afgevoerd. Bij het opstellen van het Verbreed GRP wordt de heffingsmaatstaf nader bezien. De "nieuwe" verordening rioolheffing zal in samenhang met de vaststelling van alle andere belastingverordeningen in de begrotingsraad van 5 november 2009 worden behandeld
Inzet van middelen: dekking Op basis van het investeringsoverzicht 2009 dient een aanvullend krediet van afgerond €1.189.000,-- te worden beschikbaar gesteld en de hiermee verband houdende stelposten voor nieuwe kapitaallasten en onderuitputting te worden verhoogd tot de bedragen zoals in het overzicht van de exploitatielasten is weergegeven. De overige exploitatielasten 2009 zijn reeds in de begroting 2009 opgenomen. De bedragen voor 2010 worden in de conceptbegroting voor 2010 opgenomen. De jaarlijkse lasten worden in eerste instantie gedekt door de opbrengst van het rioolrecht en komen voorzover deze opbrengst niet toereikend is vervolgens ten laste van de reserve onderhoud riolering. Omdat de exploitatielasten in 2009 en 2010 hoger zijn dan de geraamde opbrengst van het rioolrecht wordt de reserve riolering in deze jaren als volgt belast (bedragen afgerond): Stand per 1-1-2009: rentebijschrijving 6%: vermindering 2009 Stand per 1-1-2010: rentebijschrijving 6%: vermindering 2010: Stand per 31-12-2010:
8.713.000 523.000 -410.000 8.826.000 530.000 -650.000 8.706.000
In deze opzet is nog geen rekening gehouden met een inflatiecorrectie van het rioolrecht in 2010. De besteding van de reserve riolering na 2010 zal aan de orde komen bij de vaststelling van het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan in 2010.
personele consequenties Er zijn geen personele consequenties verbonden aan dit voorstel.
subsidie mogelijkheden Voor het opstellen van dit GRP Verlengd is geen subsidie beschikbaar. Bij het uitvoeren van 2/4
Raad
V200900864
Onderwerp:
Verlenging Gemeentelijk Rioleringsplan
maatregelen is het zoeken naar subsidies een standaard actie. Zo wordt er bij afkoppelen gebruik gemaakt van een subsidieregeling van het waterschap.
Risico's: Er zijn geen bijzondere risico’s verbonden aan dit voorstel
Procedure: vervolgstappen
29 september 2009 behandeling in gemeenteraad van het ontwerp-GRP Verlengd Besluit 6 weken ter inzage + toezending aan provincie, waterschappen en minister Verwerken van reacties in nota van inspraak en reactie. Raadscyclus van 1e kwartaal 2010 vaststellen definitief GRP Verlengd (= ontwerpGRP Verlengd + nota van inspraak en reactie).
inkoop Bij het inkopen van producten en diensten is het inkoopbeleid van de gemeente Heusden van toepassing
communicatie De communicatie verloopt via de reguliere inspraak en informatie naar de verplicht betrokken partijen. Zodra uitvoering in beeld komt zal dit projectmatig worden aangepakt en zal via de gebruikelijke inspraak en voorlichting gecommuniceerd worden naar de inwoners en bedrijven.
Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven
de burgemeester, drs. H.P.T.M. Willems
Naar aanleiding van de informatievergadering:
BIJLAGEN:
Beleidsnota verlenging GRP Heusden
TER INZAGE:
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008
3/4
Raad Onderwerp:
V200900864 Verlenging Gemeentelijk Rioleringsplan
BESLUIT De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 29 september 2009; gezien het voorstel van het college van 18 augustus 2009, doc.nr. V200900864; gelet op Wet Milieubeheer Artikelen 4.22, 4.23, 4.24 en 10.33; besluit:
1. Het GRP-Verlengd vast te stellen. 2. Een aanvullend krediet beschikbaar te stellen van € 1.189.000,-- voor de uit te voeren investeringen in 2009 en de financiële consequenties daarvan te verrekenen met de reserve onderhoud riolering.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. H.P.T.M. Willems
4/4
Ontwerp gemeentelijk Rioleringsplan 2004 t/m 2008 Met beleid aan de slag
Ontwerp
R001-4284338JAS-C02-U
Verantwoording Titel Opdrachtgever Projectleider Auteur(s) Uitvoering meet- en Projectnummer Aantal pagina's Handtekening
Ontwerp gemeentelijk Rioleringsplan 2004 t/m 2008 Gemeente Heusden ing. J.A.M. Stolker ing. J.A.M. Stolker 4284338 41(exclusief bijlagen)
Datum
2 februari 2004
Colofon Tauw bv afdeling Water, Ruimte & Riolering Australiëlaan 5 Postbus 3015 3502 GA Utrecht Telefoon (030) 282 48 24 Fax (030) 282 48 45
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de opdrachtgever of Tauw bv. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw bv een hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: . NEN-EN-ISO 9001.
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Inhoud 1 Inleiding.......................................................................................................................... 1 1.1 Aanleiding ............................................................................................................. 1 1.2 Planhorizon ........................................................................................................... 1 1.3 Samenwerking in de (afval)waterketen.................................................................... 2 1.4 Procedures ........................................................................................................... 3 1.5 Leeswijzer............................................................................................................. 3 2 Kwaliteit van de rioleringszorg, terugblik en vooruitzien ...................................................... 5 2.1 Inleiding................................................................................................................ 5 2.2 Evaluatie GRP 1999-2003...................................................................................... 6 2.2.1 Onderzoeksactiviteiten............................................................................ 6 2.2.2 Maatregelen ........................................................................................... 6 2.3 Rioleringszorg in perspectief met de omgeving ........................................................ 7 2.4 Kwaliteit van de rioleringszorg in de gemeente Heusden .......................................... 8 2.4.1 Inleiding................................................................................................. 8 2.4.2 Doel van riolering en nadere specificatie van dat doel ............................... 9 2.4.3 Het gewenst kwaliteitsniveau voor de bestaande en toekomstige riolering.. 9 2.4.4 Gewenste kwaliteitsniveau voor de invulling van het rioleringsbeheer ...... 12 2.4.5 Meetmethoden ..................................................................................... 12 3 Waar 3.1 3.2 3.3 3.4
staat de gemeente Heusden op dit moment?.......................................................... 13 Inleiding.............................................................................................................. 13 Lozing van ongezuiverd afvalwater in het milieu (bij bestaande bebouwing) ............ 13 Toekomstige afvalwaterlozingen (bij nog te realiseren nieuwbouw) ......................... 14 Overzicht aanwezige voorzieningen...................................................................... 14 3.4.1 Inventarisatie........................................................................................ 14 3.4.2 Toestand van objecten.......................................................................... 16 3.4.3 Functioneren van de vrijvervalriolering ................................................... 17 3.4.4 Functioneren van de rioolgemalen en mechanische riolering................... 18 3.4.5 Verordeningen en vergunningen............................................................ 19
4 Met beleid aan de slag ................................................................................................... 21 4.1 Inleiding.............................................................................................................. 21 4.2 De keuzes ........................................................................................................... 21 4.3 Belangrijkste beleidsthema’s (speerpunten) voor de planperiode ............................ 22 4.4 Bestaande en toekomstige afvalwaterlozingen ...................................................... 23 4.4.1 Algemeen ............................................................................................ 23 4.4.2 Bestaande afvalwaterlozingen ............................................................... 23 4.4.3 Toekomstige afvalwaterlozingen bij nieuwbouw...................................... 24 4.5 Beheer bestaande voorzieningen ......................................................................... 25 4.5.1 Met onderzoek aan de slag ................................................................... 25 4.5.2 Met maatregelen aan de slag ................................................................ 26 4.5.3 Samenvatting beheermaatregelen planperiode 2004-2008...................... 29 5 Middelen en kostendekking ............................................................................................ 31 5.1 Inleiding.............................................................................................................. 31 5.2 Personele middelen............................................................................................. 31 5.2.1 Kwantificering in relatie tot de strategie .................................................. 31 5.2.2 Conclusie............................................................................................. 31 5.3 Financiële middelen............................................................................................. 31
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
5.4
5.5
5.3.1 Algemeen ............................................................................................ 31 5.3.2 Vervangingswaarde.............................................................................. 32 5.3.3 Totale uitgaven..................................................................................... 32 Kostendekking .................................................................................................... 33 5.4.1 Algemeen ............................................................................................ 33 5.4.2 Heffingsgrondslag rioolrecht, heffingseenheden ..................................... 33 5.4.3 Berekening kostendekkend rioolrechttarief ............................................. 34 Keuzes ............................................................................................................... 35
6 Besluit .......................................................................................................................... 39 7 Referenties ................................................................................................................... 41
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Overzicht gerealiseerde maatregelen GRP 1999-2003 Rioleringszorg in perspectief met de omgeving Gewenst kwaliteitsniveau voor de toestand van bestaande en nog te realiseren riolering Voorwaarden voor de effectieve invulling van de rioleringszorg Kwaliteitsstreefbeelden voor vrijvervalriolen in de gemeente Heusden Klimaat ontwikkelingen mede in relatie tot het rioleringsbeleid in de gemeente Heusden Saneringsplan ongezuiverde afvalwaterlozingen Overzicht objectgerichte maatregelen in de vrijvervalriolering 2003-2012 Overzicht systeemgerichte maatregelen in de vrijvervalriolering 2004 Overzicht belangrijkste financiële gegevens Reacties van externe instanties
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
1 Inleiding 1.1
Aanleiding
Voor het verwijderen van huishoudelijk afvalwater en regenwater uit de woonomgeving is riolering een onmisbare voorziening. De aanleg en het in stand houden van riolering is een gemeentelijke taak die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer (Wm art. 10.33, zie tekstkader). De gemeente is verplicht om de invulling van de aanleg en beheer inzichtelijk te maken (de planverplichting in de Wm). Het opstellen van een nieuw gemeentelijk rioleringsplan is noodzakelijk omdat de planperiode van het huidige GRP 1999-2003 (ref.1) eind 2003 verstrijkt.
Wet milieubeheer Artikel 10.33 1. Elke gemeente draagt zorg voor de doelmatige inzameling en het doelmatig transport van afvalwater dat vrijkomt bij de binnen haar grondgebied gelegen percelen. 2. Op verzoek van burgemeester en wethouders kunnen gedeputeerde staten in het belang van een doelmatige verwijdering van afvalwater ontheffing verlenen van de verplichting opgenomen in het eerste lid, voor een in die ontheffing genoemde periode, voor: a) een gedeelte van het grondgebied van de gemeente, dat gelegen is buiten de bebouwde kom; b) een beb ouwde kom van waaruit afvalwater met een vervuilingswaarde van minder dan 2000 inwonerequivalenten wordt geloosd.
Het rioleringssysteem in de gemeente Heusden vertegenwoordigt samen met de overige “grijze” infrastructuur in de openbare ruime een zeer aanzienlijk maatschappelijk kapitaal. De lokale overheid heeft de taak om deze voorzieningen doelmatig en tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten in stand te gehouden. Beleidsafwegingen die te maken hebben met de kwaliteit van de woon- en werkomgeving hebben een directe invloed op de invulling van de gemeentelijke rioleringszorg en vice versa. Het gemeentelijk rioleringsplan is een instrument om hier op een transparante manier inzicht in te geven.
Momenteel stagneert de uitvoering van het rioleringsbeleid in Nederland. Rioleringsbeleid wordt veelal voor meerdere jaren vastgelegd, zonder een ingebouwde mogelijkheid om in te spelen op actuele ontwikkelingen. In dit plan is daar samen met onze adviseur op ingespeeld door een andere aanpak in te zetten: in de gemeente Heusden gaan we “met beleid aan de slag”. Dat betekent onder meer dat er de komende jaren ook weer echte keuzes kunnen worden gemaakt door het gemeentebestuur. In het kader van het dualisme van het lokale bestuur houdt de gemeenteraad het primaat voor het vaststellen van het gemeentelijk rioleringsplan. De uitvoering evenwel is in handen van het college. Veel van de beleidsuitgangspunten van dit moment zijn al in een eerder stadium vastgelegd. Dat betekent dat er in het kader van dit GRP-3 relatief weinig ruimte voor beleidskeuzes is. Bij de evaluatie van het GRP in 2005 zal deze beleidsruimte groter zijn.
1.2
Planhorizon
Een gemeente stelt zelf de geldigheidsduur van het plan vast (art. 4.22 Wm). Bij het vaststellen ervan speelt normaliter de mate waarin ontwikkelingen kunnen worden ingeschat en onzekerheden kunnen worden uitgesloten een belangrijke rol.
R001-4284338JAS-C02-U
1
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
In Nederland wordt over het algemeen een GRP opgesteld met een vaste looptijd van meestal vijf jaar. Na die periode wordt het GRP geëvalueerd en wordt een nieuw plan opgesteld. Een dergelijke aanpak biedt weinig flexibiliteit om in te springen op nieuwe (beleids)ontwikkelingen tijdens de uitvoeringsfase van het GRP. Bij de opzet zoals we die in de gemeente Heusden gaan volgen is de geldigheidsduur minder relevant. Voor het derde gemeentelijke rioleringsplan is voor een andere aanpak gekozen. Daarbij is nog steeds sprake van een planperiode van vijf jaar, maar de planhorizon wordt jaarlijks 1 jaar ‘uitgeschoven’. Voordelen hiervan zijn: • De aanpak loopt synchroon met de BBI systematiek van de gemeente Heusden. • De jaarlijkse evaluatie van het plan kan met betrekkelijk weinig inspanning plaatsvinden: deze kan, samen met de aangepaste meerjarenbegroting, deel uitmaken van de voorjaarsnota. De gemeenteraad heeft op deze manier gelegenheid om ook echte beleidskeuzes te maken en mede op basis daarvan beleidsmatige bijstellingen door te voeren. Daarbij is er beter inzicht in zowel de beleidsvoorbereiding als de beleidsuitwerking. Deze aanpak zal bij de evaluatie van dit GRP in 2004 worden gevolgd. De uitvoering van het rioleringsbeleid zal vergezeld gaan van een operationeel programma rioleringszorg. Rioleringszorg komt met deze aanpak dichter bij het gemeentebestuur en komt daardoor meer tot leven. De rol die de burgers van de lokale overheid verwachten kenmerkt zich door meedenken, anticiperen op veranderingen, doelmatig werken, minder dikke rapporten en eerder aan de slag. Daarom heeft dit GRP de titel ” met beleid aan de slag”. Hierop komen we bij een aantal van de onderwerpen in dit plan nog nader terug.
1.3
Samenwerking in de (afval)waterketen
De landelijke overheid verlangt een samenwerking tussen al die partijen, die direct of indirect betrokken zijn bij de inzameling, het transport en de zuivering van het afvalwater. Die samenwerking moet zijn gericht op een doelmatig beheer van de (afval)waterketen. Resultaat moet zijn dat de gebruiker een goed product krijgt tegen acceptabele kosten. Samenwerken zal gebaseerd moeten zijn op gelijkwaardigheid en respect voor ieders verantwoordelijkheid. Samenwerking kan dan niet gebaseerd zijn op dictaten door een van de partijen. Een dergelijke benadering zal van alle partijen het nodige aanpassingsvermogen vragen. Dit aandachtspunt speelt onder meer een rol in de verhouding tussen de gemeente en de waterkwaliteitsbeheerder. Bij het opstellen van het GRP -3 hebben we te maken met de volgende partijen: • waterschap Aa en Maas, verantwoordelijk voor de waterkwaliteit- en waterkwantiteit ten noorden van het Afwateringskanaal; • waterschap de Dommel, verantwoordelijk voor de waterkwaliteit- en waterkwantiteit ten zuiden van het Afwateringskanaal; • Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland, als waterkwaliteitsbeheerder van de Maas; • de Provincie Noord-Brabant; • de VROM inspectie Regio Zuid. Alle partijen hebben voor de vaststelling van het plan door de gemeenteraad gelegenheid gekregen om schriftelijk commentaar te leveren. Hun reacties zijn in bijlage 11 opgenomen en zijn, voor zover relevant, verwerkt. Bij de verdere operationalisering van het rioleringsbeleid komen deze partijen uiteraard weer aan bod, overigens ieder in hun eigen rol. Dit betekent
2
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
onder meer, dat er gekoppeld aan de jaarlijkse evaluatie van het rioleringsbeleid een overleg met waterschap Aa en Maas zal plaatsvinden.
1.4
Procedures
De Algemene wet bestuursrecht geeft bestuursorganen de opdracht besluiten, zoals de vaststelling van dit plan, zorgvuldig voor te bereiden. Onderdeel van een zorgvuldige voorbereiding betreft het inventariseren van alle belangen, die bij een besluit kunnen zijn betrokken. Een gemeentelijk rioleringsplan wordt voorbereid door burgemeester en wethouders, die daarbij in ieder geval genoemde partijen betrekken. Artikel 150 van de Gemeentewet bepaalt dat de gemeenteraad een verordening moet vaststellen waarin inspraak van ingezetenen is geregeld. In de gemeente Heusden is daar invulling aan gegeven door de “Inspraakverordening gemeente Heusden 1997”. Deze verordening kiest de openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht als procedure voor het organiseren van inspraak. Deze procedure is ook gehanteerd bij de voorbereiding van dit rioleringsplan. Een overzicht van de procedure vindt u in het raadsvoorstel. Na vaststelling wordt het plan toegezonden aan genoemde instanties.
1.5
Leeswijzer
Dit GRP representeert de visie op de gemeentelijke rioleringszorg in Heusden voor de komende vijf jaar. Dit betekent echter niet, dat er de komende jaren geen nieuwe visies of bijstellingen mogelijk zijn, of dat de invulling van de rioleringszorg tot op detailniveau vastligt. Een doelmatige én economische invulling van de rioleringszorg vraagt voortdurend anticiperen op de actuele situatie. De contouren van dit GRP zijn overeenkomstig de Leidraad Riolering (ref.2). Dit betekent de volgende invulling: • in hoofdstuk 2 “Kwaliteit van de rioleringszorg, terugblik / vooruitzien” wordt allereerst het oude beleid uit GRP 1999-2003 en de uitwerking ervan geëvalueerd. Vervolgens wordt nadrukkelijk stilgestaan bij het kwaliteitsniveau voor de komende jaren. • In hoofdstuk 3 “Waar staan we op dit moment” is de situatie per 1-1-2004 getoetst aan de kwaliteit van de rioleringszorg die in de gemeente Heusden de komende periode wordt nagestreefd. Met andere woorden welke slag moeten we maken om op dat spoor te komen. • In hoofdstuk 4 “Met beleid aan de slag” zijn de maatregelen weergegeven die nodig zijn om de gestelde doelen te kunnen realiseren. • In hoofdstuk 5 “Middelen en kostendekking” is de in hoofdstuk 4 weergegeven strategie vertaald naar benodigde personele en financiële middelen én een wijze van kostendekking. • In hoofdstuk 6 “Besluit” zijn de belangrijkste conclusies weergegeven en de kernpunten van het door de gemeenteraad te nemen besluit. Bij dit plan zijn een 11-tal bijlagen gevoegd, die nadere informatie geven over diverse thema’s die worden behandeld. Alle in dit GRP genoemde bedragen zijn inclusief indirecte kosten en exclusief BTW op prijspeil 1 januari 2004.
R001-4284338JAS-C02-U
3
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
4
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
2 Kwaliteit van de rioleringszorg, terugblik en vooruitzien 2.1
Inleiding
Alvorens nieuw beleid kan worden ontwikkeld en door de gemeenteraad vastgesteld, zal het bestaande beleid moeten worden geëvalueerd. Zowel de evaluatie van het bestaande beleid als de oriëntatie op nieuw beleid komen in dit hoofdstuk aan de orde. Ontwikkeling van nieuw beleid wordt in de eerste plaats bepaald door onze eigen denkbeelden over de kwaliteit van de rioleringszorg in de gemeente Heusden. Omdat riolering echter deel uitmaakt van een keten van voorzieningen, zijn we ook afhankelijk van derden in die keten. Hebben we de kwaliteit van “onze” rioleringszorg gedefinieerd, dan kunnen we vervolgens onze ambities bepalen: hoe moet die zorg worden gerealiseerd en op welke termijn moet dit tot stand worden gebracht. In de inleiding van dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op hetgeen wordt verstaan onder rioleringszorg, hoe die zorg kwalitatief kan worden beschreven en welke kwaliteitsdoelstellingen we in het kader daarvan in de gemeente Heusden kiezen. Vervolgens worden de resultaten van het vorig GRP geëvalueerd. De concrete invulling van de kwaliteit van de rioleringszorg is het laatste onderwerp in dit hoofdstuk. De zorg De Wet milieubeheer schrijft voor dat de gemeente de plicht heeft te zorgen voor de bestaande én de toekomstige inzameling en transport van afvalwater én dat dit op een doelmatige manier moet gebeuren. De zorgplicht omvat in de gemeente Heusden het omgaan met de afvalwaterlozingen die nog niet door de gemeente worden ingezameld en het, volgens onze maatstaven, in stand houden van de bestaande riolering. De toekomstige inzamelsituatie heeft betrekking op: • de bestaande ongezuiverde afvalwaterlozingen, die gedeeltelijk nog moeten worden gesaneerd en • de toekomstige afvalwaterlozingen (nieuwbouw). Beheer is het zorgen voor de bestaande riolering. De kwaliteit van de rioleringszorg beschreven Kwaliteit is de mate waarin iets geschikt is voor gebruik. Het beschrijven van de lokale kwaliteit van de rioleringszorg is in de rioleringswereld een onderwerp dat veelal in technische omschrijvingen resulteert. Dat komt mede omdat de hulpmiddelen die de technicus ten dienste staan (bijvoorbeeld de Leidraad Riolering, ref.2) ook vooral vanuit het systeem riolering zijn ontwikkeld. Kwaliteit is gerelateerd aan de volgende thema’s: 1. Het functioneren van de riolering als inzamelsysteem (§ 2.4.3). 2. De gewenste technische staat van de rioleringsonderdelen (§ 2.4.3). 3. De effectiviteit van de rioleringszorg (hoe organiseren we “onze” zaken, § 2.4.4 en hoofdstuk 4). Een efficiënte invulling van het rioleringsbeheer valt of staat met een vooraf afgesproken kwaliteit van datgene dat wordt beheerd. Wordt een hoge kwaliteit gewenst of is een “doorsnee” kwaliteit van de riolering voldoende? De ambities De door de gemeenteraad vast te stellen ambities beschrijven datgene wat de raad • wil bereiken en
R001-4284338JAS-C02-U
5
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
• hoe en binnen welke termijn dat moet worden gerealiseerd. Ambities in de rioleringszorg hebben te maken met: 1. Welke kwaliteit willen we (hoog, gemiddeld, laag) voor de technische voorzieningen en hoe organiseren we dit (§ 2.4.3 en 2.4.4 en bijlage 3 en 4). 2. Met beleid aan de slag: op welke wijze kan de gevraagde kwaliteit worden bereikt. Dit is de vertaalslag vanuit het beleid náár de techniek én de termijn waarbinnen dat realiseerbaar is (hoofdstuk 4). Riolering is geen opzichzelfstaand systeem, maar maakt deel uit van de keten van drinkwaterlevering, productie van afvalwater, inzameling, transport en behandeling van afvalwater en de lozing van effluent in het watersysteem. Zowel de kwaliteit van de rioleringszorg als onze denkbeelden over hoe en binnen welke termijn we die kwaliteit willen realiseren zijn afhankelijk van andere partijen, waaronder andere overheden. In § 2.3 is geïnventariseerd welke partijen direct of indirect invloed hebben op onze situatie.
2.2
Evaluatie GRP 1999-2003
De evaluatie richt zich op de vraag in welke mate de technische uitwerking van het ‘oude’ beleid is gerealiseerd. Onderscheid is daarbij gemaakt tussen onderzoeksactiviteiten en maatregelen. 2.2.1 Onderzoeksactiviteiten Binnen de planperiode is met uitzondering van de kern Elshout voor alle gemengde rioolstelsels een toetsing van het hydraulisch en milieutechnisch functioneren uitgevoerd. In verband met gewijzigde inzichten en berekeningsmethoden zijn enkele voorgenomen verbeteringsmaatregelen gewijzigd c.q. vervallen. In 97% van de vrijvervalriolering is een visuele inspectie uitgevoerd. Daarmee bestaat tot op detailniveau inzicht in de technische staat van de putten en riolen. 2.2.2 Maatregelen In het GRP-2 is als doelstelling opgenomen om een pakket van systeemgerichte maatregelen uit te voeren waarmee wordt voldaan aan de basisinspanning. Daarnaast zijn er objectgerichte maatregelen opgenomen (vervangingen), die nodig zijn uit kwaliteitsoverwegingen. • Systeemgerichte maatregelen. Per 1 mei 2003 is gemiddeld circa 60% van deze maatregelen gerealiseerd. Voor 1 januari 2005 zullen de maatregelen zijn voltooid. Per kern levert dit, per 1 mei 2003, het volgende beeld op: • Vlijmen/Vliedberg/Nieuwkuijk/Haarsteeg (50%): op diverse locaties zijn leidingen vergroot en zijn randvoorzieningen aangelegd. • In Elshout en Drunen zijn eveneens op diverse plaatsen rioolvergrotingen uitgevoerd, er is een randvoorziening aangelegd en er zijn enkele rioolgemalen aangepast. Daarnaast heeft het waterschap De Maaskant in Elshout een nieuw rioolgemaal gerealiseerd. De maatregelen in Elshout en Drunen zijn daarmee vrijwel volledig uitgevoerd (90%). • Oudheusden/Vesting/Doeveren/Heesbeen: De maatregelen zijn voor ca. 75% uitgevoerd. In Oudheusden dient nog een randvoorziening te worden gerealiseerd. • Herpt/Hedikhuizen: de maatregelen bestaan hier uit enkele kleine aanpassingen. Deze zijn nog niet uitgevoerd.
6
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
• •
Objectgerichte maatregelen. Deze zijn conform de strategie uitgevoerd. Sanering ongezuiverde afvalwaterlozingen. Deze is voor ca. 40 % gerealiseerd. We liggen daarmee op koers voor de doelstelling om voor 1.1.2005 de volledige sanering middels aanleg van riolering of IBA-systemen te hebben afgerond.
Een overzicht van de gerealiseerde maatregelen is opgenomen in bijlage 1. In deze bijlage is tevens een overzicht opgenomen van alle maatregelen die uit het GRP -2 zijn doorgeschoven naar het GRP-3.
2.3
Rioleringszorg in perspectief met de omgeving
De gemeente is primair verantwoordelijk voor de inzameling en het transport van afvalwater én de wijze waarop de doelmatigheid wordt ingevuld die de wet voorschrijft. Riolering maakt deel uit van de openbare ruimte met alle dynamiek die daarin aanwezig is. Maar riolering maakt ook deel uit van het watersysteem, dat zich ook uitstrekt tot buiten de gemeentegrens. Het functioneren van de riolering beïnvloed de kwaliteit van het watersysteem. De wijze waarop de rioleringszorg wordt uitgevoerd is mede van invloed op het beheer van de openbare ruimte in de gemeente Heusden. Door die verschillende relaties zijn er ook een groot aantal partijen, die mede richting geven aan het functioneren van de riolering in de gemeente Heusden. Figuur 2.1 illustreert in algemene zin deze situatie. De Wet milieubeheer schrijft voor, dat het plan wordt opgesteld rekening houdend met én in samenspraak met andere betrokkenen.
Figuur 2.1: riolering als onderdeel van de waterkringloop
R001-4284338JAS-C02-U
7
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
De omgeving waarin de rioleringszorg zich in de gemeente Heusden afspeelt wordt gekenmerkt - en daarmee ook beïnvloed - door: • • • • • • •
• • • • •
De Rijksvisie op de Waterketen, april 2003 (ref.3). Het Rijksbeleid: regeringsbeslissing vierde Nota waterhuishouding (ref.4). De Provincie Noord-Brabant: Partiële Herziening Waterhuishoudingsplan 2 “Verder met water”, 2003-2006 (ref.5) / Ontwerp uitvoeringsprogramma water 2003-2006 (ref.6). Het waterkwaliteitsbeleid in Nederland in het algemeen. Het beleid van het waterschap De Maaskant en de Dommel, (ref.7). Het beleid van Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland (DZH), (ref.8,9). De thematiek van de ongezuiverde afvalwaterlozingen, waarin onder meer • Het Lozingenbesluit WvO huishoudelijk afvalwater (lozingen van afvalwater op oppervlaktewater) en het Lozingenbesluit bodembescherming (lozingen van afvalwater in de bodem). • De Nota Lozingen Buitengebied van de Provincie Noord-Brabant (februari 2003, ref.10). De bouwverordening. Het bouwbesluit. De aansluitverordening Riolering. De Wet milieubeheer (voorheen Lozingsverordening Riolering). Het rioleringsbeheer als onderdeel van het integraal beheer van de openbare ruimte (BOR).
In bijlage 2 wordt op deze omgevingsactoren afzonderlijk ingegaan. In het proces van totstandkoming van het plan is hier nadrukkelijk rekening mee gehouden.
2.4
Kwaliteit van de rioleringszorg in de gemeente Heusden
2.4.1 Inleiding Om riolering doelmatig te beheren is een efficiënte organisatie van het beheer nodig. Beheer van riolering is het in stand houden van een vooraf door de gemeenteraad aangegeven kwaliteitsniveau. Bij riolering heeft die kwaliteit betrekking op het totale systeem (de afvoercapaciteit) én de technische staat van de objecten in dat systeem. Maar ook aan de manier waarop de rioleringszorg wordt georganiseerd kunnen randvoorwaarden door de gemeenteraad worden gesteld. De kwaliteit moet toetsbaar zijn. De Wet milieubeheer schrijft de gemeente echter niet voor welk kwaliteitsniveau de rioleringszorg moet hebben: dat is een eigen verantwoordelijkheid van het lokale bestuur. Riolering maakt deel uit van de openbare ruimte. Als gevolg daarvan is de gemeente Heusden met zijn rioleringsbeleid in belangrijke mate afhankelijk van de landelijke wet- en regelgeving in de buitenruimte. Voor een deel is er echter wel degelijk vrijheid voor het nemen van eigen beleidskeuzes. De beschikbare ruimte is mede afhankelijk van het succes van de samenwerking met de andere partijen in de buitenruimte (zoals de waterschappen). De gemeenteraad bepaalt zelf in welke mate van de beschikbare beleidsruimte gebruik wordt gemaakt. Op de putdeksels en de kolken na wordt riolering volledig aan het gezichtsveld onttrokken. Hierdoor is het niet eenvoudig de kwaliteit eenduidig en toetsbaar vast te leggen. De Stichting RIONED heeft er een hulpmiddel voor ontwikkeld: de systematiek van doelen, functionele eisen en maatstaven in de Leidraad Riolering. In § 2.4.3. en 2.4.4 wordt voor de situatie in de
8
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
gemeente Heusden deze systematiek nader uitgewerkt. Voor zowel de bestaande als de nog te realiseren inzamelsystemen worden de kwaliteitsniveaus beschreven. 2.4.2
Doel van riolering en nadere specificatie van dat doel
De bestaande en de nog in de toekomst aan te leggen riolering in de gemeente Heusden heeft als enig doel de inzameling en het transport van het afvalwater dat binnen de gemeente vrijkomt. Tot het afvalwater wordt ook gerekend het hemelwater dat niet opnieuw kan worden benut. Bij een doelmatige inzameling en transport kunnen de volgende doelen worden onderscheiden: 1. De inzameling van het binnen het gemeentelijke gebied geproduceerde afvalwater; 2. de inzameling van het hemelwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de lokale waterhuishouding; 3. het transport van het ingezamelde water naar een geschikt lozingspunt; 4. het voorkomen van ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en grondwater; 5. het voorkomen van overlast voor de omgeving (in de breedste betekenis van het woord). In § 2.4.3 worden deze doelen nader toegelicht. In bijlage 3 zijn ze nader uitgewerkt. Naast de doelen die betrekking hebben op de technische kant van de riolering is er nog een belangrijke voorwaarde waaraan de instandhouding moet voldoen: 6. Doelmatig beheer en een goed gebruik van de riolering. Dit doel is nader uitgewerkt in paragraaf 2.4.4.en bijlage 4. 2.4.3
Het gewenst kwaliteitsniveau voor de bestaande en toekomstige riolering
In deze paragraaf worden de vijf doelen met betrekking tot doelmatige inzameling en transport met de bijbehorende functionele eisen en maatstaven uitgewerkt. In bijlage 3 zijn de functionele eisen en maatstaven gerubriceerd volgens de vijf hiervoor genoemde doelen. Een functionele eis is een nadere randvoorwaarde die aan een doel wordt gesteld. Een maatstaf is de cijfermatige uitwerking van iedere randvoorwaarde. Kenmerk van een maatstaf is dat deze toetsbaar moet zijn. Een maatstaf is de kwaliteit waaraan moet worden voldaan. Gezien het technische karakter van deze doelen worden ze hierna kort toegelicht. 1 Inzameling van het binnen het gemeentelijke gebied geproduceerde afvalwater heeft betrekking op de wettelijke verplichting om als gemeente afvalwater in te zamelen. In Nederland zijn we inmiddels op een punt beland waarbij binnen hooguit enkele jaren al het geloosde afvalwater door de gemeente wordt ingezameld via riolering of via een kleinschalige zuivering wordt geloosd in het milieu. Om het afvalwater te kunnen inzamelen en transporteren moeten objecten zoals de buizen en putten in goede staat zijn. De technische staat van de objecten wordt vastgesteld door visuele inspecties, waarna wordt beoordeeld of aan de kwaliteitseisen wordt voldaan. De gewenste kwaliteit van de vrijvervalriolering is weergegeven in bijlage 5. Zowel inspectie als beoordeling van riolen en putten zal met ingang van 2004 via nieuwe genormaliseerde systemen moeten worden uitgevoerd. Landelijke richtlijnen voor de gewenste technische staat van de overige objecten in de riolering (onder meer rioolgemalen, randvoorzieningen, putten) ontbreken. Deze objecten worden onderhouden op basis van een jaarlijkse inspectie. De resultaten van deze inspectie worden
R001-4284338JAS-C02-U
9
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
beoordeeld door de beheerder, waarna deze besluit welke maatregelen moeten worden genomen.
Figuur 2.2: gemiddelde kwaliteit van de vrijvervalriolering in de gemeente Heusden? 2
Inzameling van hemelwater
Uitgangspunt is dat hemelwater gescheiden wordt ingezameld en in het lokale watersysteem (in de bodem of op oppervlaktewater) wordt geloosd. Samen met waterschap de Maaskant is daarvoor een afkoppelonderzoek per kern uitgevoerd (afkoppelkansenkaarten). De afvoer van hemelwater kent zijn grenzen (zie ook hieronder) omdat de intensiteit waarmee neerslag valt sterk wisselt. De gemeentelijke inzameling van hemelwater begint op het moment dat neerslag op verhardingen in de openbare ruimte valt. Het is echter nog steeds niet gebruikelijk om de bovengrondse inzameling via goten en greppels ook te betrekken bij de gemeentelijke rioleringszorgplicht. Toch zou dit een logische aanpak zijn: de inzameling van hemelwater begint immers niet in de ondergrondse buizen maar in de bovengrondse verharding. Wateroverlast kan een gevolg zijn van het niet goed functioneren van de riolering, maar een slechte afvoer via de verharding kan evenzo wateroverlast veroorzaken. 3 Transport van het ingezamelde water naar een geschikt afleveringspunt . Afvalwater moet uiteindelijk naar een geschikt afleveringspunt worden getransporteerd. Voor huishoudelijk afvalwater is dat dikwijls de rioolwaterzuiveringsinstallatie of een rioolgemaal van het waterschap. Voor hemelwater is dat de bodem of het oppervlaktewater, tenminste als sprake is van een gescheiden inzameling. In de gemeente Heusden is circa 6% van de riolering
10
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
ingericht voor de gescheiden inzameling van regenwater en huishoudelijk afvalwater via een verbeterd gescheiden rioolstelsel. De afstroming mag niet worden belemmerd door obstakels en vervuiling. De riolen en gemalen moeten voldoende capaciteit hebben om het afvalwater te kunnen verwerken. Voor het ontwerp van het transportstelsel wordt gebruik gemaakt van landelijke ontwerpnormen en eisen van de beheerder van de afvalwaterzuiveringinrichting. 4 Het voorkomen van ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en grondwater, heeft betrekking op de relatie tussen het functioneren van de riolering en de kwaliteit van oppervlaktewater en de bodem (inclusief het grondwater). Uit de kwaliteit van ons oppervlaktewater volgen de eisen die worden gesteld aan de emissies uit de riolering. De waterschappen en Rijkswaterstaat zijn hiervoor het bevoegd gezag. Zie § 2.3. 5 Het voorkomen van overlast voor de leefomgeving Dit aspect omvat alle overige relaties met de omgeving. Hierbij komen onder meer aan de orde de gevolgen van het niet goed functioneren van riolering bij de inzameling van het water. Om wateroverlast tijdens regen zoveel mogelijk te voorkomen, moet zowel de bovengrondse verharding als de ondergrondse riolering voldoende afvoercapaciteit hebben. Wateroverlast kan diverse oorzaken hebben. In alle gevallen is het effect dat de capaciteit van de riolering te klein is voor de hoeveelheid water die op dat moment moet worden afgevoerd. Water op straat is daar het gevolg van. Wateroverlast in het algemeen is een steeds belangrijker thema in Nederland. Voor de ontwatering van de openbare buitenruimte hebben we ons Nederlandse watersysteem ingericht. De ontwatering van de openbare ruimte vindt deels plaats via sloten en waterpartijen en deels via de riolering. Om financiële redenen wordt (gemengde) riolering niet zodanig ontworpen, dat elke regenbui zonder overlast kan worden verwerkt. Een landelijk geaccepteerde maatstaf cq ontwerpnorm is, dat een bepaald type bui, die gemiddeld éénmaal in de twee jaar voorkomt, kan worden verwerkt door het rioolstelsel. Deze maatstaf is ook in de gemeente Heusden gehanteerd. Wetenschappelijk is inmiddels aangetoond, dat zowel de totale neerslaghoeveelheden als de intensiteit van de neerslag zijn toegenomen als gevolg van veranderingen in ons klimaat (bijlage 6). Dit heeft gevolgen voor het functioneren van het bestaande watersysteem en de afvalwaterketen. Concreet betekent dit dat er vaker wateroverlast zal optreden dan éénmaal in de twee jaar. Deze situatie is ook in de gemeente Heusden aan de orde.
R001-4284338JAS-C02-U
11
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Daarnaast is overlast mogelijk door bijvoorbeeld het uitvallen van gemalen of instortingen van slechte riolen met mogelijke wegverzakkingen tot gevolg. Van belang is dat in de komende periode zal worden bezien hoe in de (nabije) toekomst moet worden geanticipeerd op klimaatveranderingen. Daarbij zal de volgende vraag centraal komen te staan “Hoe moeten de extreme regenbuien worden verwerkt door de riolering?”. Hierbij zullen niet alleen de (on)mogelijkheden van het rioleringssysteem moeten worden beschouwd, maar zullen eveneens de mogelijkheden naar berging van overtollig water elders in de openbare ruimte (b.v. in plantsoenen, bermen, oppervlaktewater, grindkoffers, e.d.) moeten worden bezien. 2.4.4
Gewenste kwaliteitsniveau voor de invulling van het rioleringsbeheer
Doel 6 van § 2.4.2 heeft betrekking op de invulling van het rioleringsbeheer: “Doelmatig beheer en een goed gebruik van de riolering”, oftewel hoe wordt de rioleringszorg in de gemeente Heusden georganiseerd. Rioleringsbeheer is in essentie een proces, waarin de inzameling en het transport van het afvalwater centraal staat. Een goede organisatie heeft positieve gevolgen voor de doelmatige instandhouding van de riolering. Dat betekent dat er voorwaarden moeten zijn, waarbinnen de zaken goed kunnen worden georganiseerd. Deze voorwaarden zijn in bijlage 4 verder uitgewerkt. 2.4.5
Meetmethoden
Om na te gaan hoe de rioleringszorg van dit moment zich verhoudt tot het door de raad gewenste kwaliteitsniveau, zal moeten worden getoetst of gemeten. Dat betekent dat bij iedere maatstaf ook een meetmethode wordt voorgeschreven. Dit meten moet in de meeste gevallen niet al te letterlijk worden opgevat, het gaat erom of cijfermatig een verschil kan worden vastgesteld tussen de gewenste en de feitelijk aangetroffen situatie. In hoofdstuk 3 wordt deze toetsing zoveel mogelijk concreet gemaakt.
12
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
3 Waar staat de gemeente Heusden op dit moment? 3.1
Inleiding
In dit hoofdstuk is de technische en beleidsmatige stand van zaken in de rioleringszorg geïnventariseerd en vergeleken met de beoogde kwaliteit voor de komende jaren, zoals is aangegeven in hoofdstuk 2. Deze toetsing is daarmee uitgangspunt voor de activiteiten die binnen de planperiode moeten worden uitgevoerd (hoofdstuk 4). Naarmate de feitelijke situatie meer afwijkt van het gewenste niveau moet er meer gebeuren om de doelstellingen te realiseren. Het vaststellen van de huidige situatie heeft plaatsgevonden op basis van een actualisatie van de gegevens uit het vorige GRP. Het beheersysteem, dat door de gemeente wordt gebruikt, heeft hiervoor de gegevens geleverd. Per onderwerp zal hierna worden aangegeven wat de situatie per 1-1-2004 beleidsmatig en technisch is en in hoeverre die situatie afwijkt van het beoogde kwaliteitsniveau voor de planperiode 2004-2008.
3.2
Lozing van ongezuiverd afvalwater in het milieu (bij bestaande bebouwing)
Het gemeentelijk beleid is gericht op de volledige sanering van ongezuiverde of onvoldoende gezuiverde lozingen van afvalwater in de bodem of op het oppervlaktewater voor 1 januari 2005. In het vervolg van dit plan zal alleen gesproken worden over ongezuiverde lozingen, waaronder dan ook de overige lozingen zijn begrepen. In 1999 is een eerste rapportage over deze problematiek opgesteld (“Aanpak afvalwater buitengebied, februari 1999 (ref.11) gebaseerd op de provinciale nota Rioleringsbeleid uit 1997. Inmiddels zijn inzichten en technische mogelijkheden gewijzigd: in het oude beleid van de provincie lag de nadruk volledig op sanering door rioleringsaanleg en ontheffingverlening voor de panden waar riolering financieel niet rendabel was. Nu is de aanpak verbreed tot ook andere technische oplossingen. De provincie duidt dit aan met “verbrede zorgplicht”. In het GRP-2 is sanering van ongezuiverde lozingen in het buitengebied vastgelegd middels aanleg van riolering en iba-systemen. Conform de nota lozingen buitengebied 2003 heeft de gemeente Heusden aangegeven op basis van de “verbrede zorgplicht” aan de slag te zullen gaan. Dit betekent dat gestreefd wordt naar sanering van alle ongezuiverde lozingen in het buitengebied door aanleg van riolering of hoogwaardige IBA-systemen. In hoofdstuk 4 wordt nader op die uitwerking ingegaan. Voor het gebied Bakkersdam zal een rioleringsontwerp worden opgesteld om te komen tot een sanering van de ongezuiverde afvalwaterlozingen op het oppervlaktewater van de Maas. Per 1 juli 2003 lozen er totaal 127 percelen ongezuiverd afvalwater in het milieu. Hiervan zijn er 5 gelegen binnen de bebouwde kom. Zie tabel 3.1. Tabel 3.1: overzicht ongezuiverde afvalwaterlozingen Omschrijving Aantal percelen Buiten de bebouwde kom 74
Binnen de bebouwde kom Totaal
R001-4284338JAS-C02-U
Lozingstype Oppervlaktewaterlozing (binnenwater)
34
Bodemlozing
14
Oppervlaktewaterlozing (Maas)
5 127
Bodemlozing
13
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Conclusie In de gemeente Heusden lozen per 1-7-2003 127 percelen ongezuiverd afvalwater in het milieu. In een aantal gevallen is er sprake van een onvoldoende gezuiverde lozing, hetgeen wil zeggen dat weliswaar via een voorziening wordt geloosd, maar dat deze niet voldoet aan de huidige eisen. Hiervan zijn er 5 gelegen binnen de bebouwde kom.
O
Hiermee wordt nog niet voldaan aan de maatstaf (bijlage 3, 1a). Het gemeentelijk beleid is er op gericht alle lozingen te saneren voor 1-1-2005 (Zie hoofdstuk 4), inclusief het buitendijkse gebied Bakkersdam.
3.3
Toekomstige afvalwaterlozingen (bij nog te realiseren nieuwbouw)
In februari 2002 is het nieuwe Streekplan Noord-Brabant 2002 vastgesteld. Hierin is het provinciaal beleid ten aanzien van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling tot 2020 weergegeven. Een deel van het grondgebied van de gemeente Heusden is daarin toegewezen aan de stedelijke regio “Waalboss”. In 1998 heeft de raad de Structuurvisie Plus vastgesteld, waarin het ruimtelijk ordeningsbeleid voor de gemeente Heusden is verwoord. Deze Structuurvisie zal worden geactualiseerd in het voorjaar van 2004. In het kader van die actualisatie zullen onderwerpen als de uitbreiding van bedrijvenlocaties, glastuinbouw en de ontwikkeling van woningbouw een belangrijke rol spelen. Op basis van de huidige Structuurvisie Plus is er sprake van een woningcontingent van in totaal 2.014 woningen voor de periode 2003 t/m 2014. Dit zal op diverse locaties worden gerealiseerd. Daarnaast is 16 ha uitbreiding voorzien van bedrijvenpark “het Hoog”. Voor de eventuele effecten van nieuwe ontwikkelingen zal de actualisatie van de Structuurvisie Plus moeten worden afgewacht. Bij de ontwikkeling van nieuw bebouwd gebied zal de watertoetsprocedure worden gevolgd.
3.4 3.4.1
Overzicht aanwezige voorzieningen Inventarisatie
Het inzamelen en het transport van afvalwater wordt in hoofdzaak gerealiseerd door een systeem van vrijvervalriolen met een totale lengte van 192 km. De riolering als inzamel- en transportsysteem van afvalwater laat zich in de gemeente Heusden als volgt karakteriseren (situatie 1-1-2004): • Circa 192 km vrijvervalriolering, verspreid over in totaal 20 bemalingsgebieden (zie figuur 3.1). • 18 Rioolgemalen en 7,5 km persleiding. • Drukriolering bestaand uit 217 pompunits en 28 km drukleiding. • 4 Randvoorzieningen.
14
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Figuur 3.1: Overzicht bemalingsgebieden vrijvervalriolering In figuur 3.2 is de aanleghistorie van de vrijvervalriolering grafisch weergegeven.
Figuur 3.2: aanleghistorie vrijvervalriolering
R001-4284338JAS-C02-U
15
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
De oudste vrijvervalriolen in de gemeente Heusden liggen in de vesting Heusden en dateren van 1916. Circa 70% van het rioolstelsel is aangelegd na 1970. Dit betekent dat nog 30% van het stelsel bestaat uit rioolbuizen met een kwalitatief slechte buisverbinding. Voor het opstellen van het GRP-3 is met name gebruik gemaakt van de informatie uit het rioleringsbeheersysteem, dat door de gemeente Heusden wordt gebruikt. Omdat het huidige beheersysteem verouderd is en niet meer past binnen de geautomatiseerde omgeving van de gemeente Heusden wordt in 2004 overgegaan tot de aanschaf van een nieuw systeem. Conclusie De gegevens van de rioolstelsels zijn opgeslagen in een geautomatiseerd beheersysteem. De gegevens worden door de gemeente beheerd. In de afgelopen 2 jaar zijn de revisiegegevens van recent aangelegde of vervangen objecten niet bijgehouden in het beheersysteem.
O P
Er wordt niet voldaan aan de maatstaf (bijlage 4, 6c) Het beheersysteem wordt wel doelmatig benut als informatiebron. Er wordt gedeeltelijk voldaan aan de functionele eis (bijlage 4, 6c) 3.4.2
Toestand van objecten
Het doel van inspectie is het verkrijgen (en houden) van inzicht in de toestand van de objecten in de riolering. In de planperiode 1999-2003 zijn op grote schaal tv-inspecties uitgevoerd en gerapporteerd (totale inspectielengte circa 114 km). Alleen het rioolstelsel van de vesting Heusden is nog niet geïnspecteerd. Dit zal in 2004 worden uitgevoerd. Daarmee zullen dan alle vrijvervalriolen met rijdende tv-camera aan een gedetailleerde visuele inspectie zijn onderworpen. Nadat een inspectie is uitgevoerd worden de resultaten ervan getoetst aan de gewenste technische kwaliteit (bijlage 5). Hieruit worden vervolgens die riolen gedestilleerd die niet daaraan voldoen. Voor die riolen wordt vervolgens bezien of maatregelen nodig zijn en met welke prioriteit. De prioriteit is afhankelijk van de aard, ernst en omvang van de aangetroffen schades en wordt in samenhang met het beheer van de openbare ruimte beschouwd. Het resultaat van deze beoordeling wordt opgenomen in een maatregelprogramma voor vervanging of renovatie / reparatie. Voor de planperiode bestaat er op dit moment een technische planning, die in eerste instantie op rioolvervanging is gericht. Deze is niet nader uitgewerkt en onderbouwd in een rioleringsbeheerplan. Het beheerplan uit 1998 (ref.12) is gedateerd en in het kader van het GRP-3 niet geactualiseerd. Voor alle riolen waarvan de technische staat nog wel voldoet aan de Heusdense kwaliteit (bijlage 5) wordt op dit moment geen lange termijn vervangingsperspectief samengesteld, gebaseerd op de aangetroffen technische staat. De Heusdense kwaliteit is gebaseerd op de systematiek van NPR 3398 (ref. 20). De bouwkundige toestand van riool- en drukrioleringsgemalen is nog niet vastgelegd in het geautomatiseerd beheersysteem. De technische staat van de installaties is echter wel bekend. De meeste rioolgemalen zijn aangesloten op een signaleringssysteem. Dit systeem voldoet overigens niet meer aan de functionaliteiten van deze tijd. In 2003-2004 worden alle gemalen aangesloten op een nieuw telemetriesysteem (ref.13). Daar waar de overstortputten in de directe nabijheid van een rioolgemaal liggen zullen deze worden aangesloten op de gemaalcomputer (bijvoorbeeld bij een bergbezinkvoorziening). De overige overstortmetingen worden uitgevoerd met losse tellers.
16
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
De technische dienst van de gemeente inspecteert wekelijks de rioolgemalen en de randvoorzieningen. Pompunits van de drukriolering worden elke drie maanden geïnspecteerd en tevens wordt klein onderhoud uitgevoerd. Conclusies • Er bestaat vrijwel een volledig en redelijk actueel inzicht in de technische staat van de vrijvervalriolering. • Er is een actueel inzicht in de technische staat van rioolgemalen en pompunits van drukriolering. • Het inzicht in de technische staat is vertaald naar planningen voor de planperiode en voor de lange termijn (ten behoeve van de onderbouwing van de rioolrechtberekening). • Er is geen goede transparante en technische onderbouwing van dit gemeentelijk rioleringsplan in de vorm van een rioleringsbeheerplan. In de loop van de planperiode van het GRP -3 zal dit worden opgesteld.
P
Er wordt deels voldaan aan de maatstaf dat op operationeel niveau programma’s moeten zijn uitgewerkt (bijlage 4, 6a) 3.4.3 Functioneren van de vrijvervalriolering • Gemengde riolering In de afgelopen planperiode heeft toetsing van het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van de gemengde rioolstelsels plaatsgevonden. Deze toetsing is gericht op de huidige stand van zaken. Zi e tabel 3.2. Voor alle kernen is dit tevens vertaald naar maatregelen gericht op het verbeteren van het functioneren van de vrijvervalstelsels (de basisinspanning). Tabel 3.2: overzicht simulaties functioneren vrijvervalriolering
Simulatie functioneren vrijvervalriolering Actualisering basisrioleringsplannen Drunen en Oudheusden,ref.14 Rioleringsplan Kern Doeveren, ref.18 Vuilemissieberekening kern Vlijmen, Nieuwkuijk en Haarsteeg ref.16 Basisrioleringsplan Herpt, Luttelherpt en Hedikhuizen, ref.17 Basisrioleringsplan Oudheusden en Heusden-Vesting, ref.15 Basisrioleringsplan Drunen, ref.19
Datum uitvoering September 1999 September 1999 2001 Maart 2002 Februari 2003 Voorjaar 2004
• Regenwaterinzameling via regenwaterstelsels In de gemeente Heusden zijn géén regenwaterstelsels aanwezig, waarmee regenwater direct op oppervlaktewater wordt geloosd. • Regenwaterinzameling via een verbeterd gescheiden rioolstelsel Op de bedrijvenparken Groenewoud, Meeuwaert, Heesbeen en bedrijventerrein Het Hoog (gedeeltelijk) zijn verbeterd gescheiden stelsels aanwezig. Deze stelsels voldoen aan de basisinspanning. • Optimalisatie afvalwatersysteem De Wet milieubeheer schrijft voor, dat de gemeente Heusden verantwoordelijk is voor een doelmatige inzameling en transport van huishoudelijk afvalwater en hemelwater op zijn grondgebied. Daarnaast verlangen burgers dat de realisatie daarvan op de meest economische wijze tot stand wordt gebracht. In de (afval)waterketen zijn verschillende partijen verantwoordelijk voor het beheer. In de praktijk wordt het functioneren van het afvalwatersysteem (riolering-gemaal-persleiding-rioolwaterzuiveringsinstallatie) in hoofdzaak bepaald door de eisen die worden gesteld door de vergunningverlener. Deze schrijft voor
R001-4284338JAS-C02-U
17
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
waaraan riolering moet voldoen en welke maatregelen nodig zijn voor het emissiespoor en vervolgens voor het waterkwaliteitsspoor (zie bijlage 2). Hierbij wordt als eerste stap het functioneren van de gemengde riolering verbeterd door in de rioolstelsels maatregelen te realiseren, waarmee globaal de emissie op oppervlaktewater met 50% wordt verminderd. De vraag is evenwel in hoeverre dit uiteindelijk zal leiden tot het meest doelmatige pakket van maatregelen als ook de kwaliteit van het watersysteem daarbij is betrokken. In de gemeente Heusden is er nog geen inzicht in de maatregelen die voortkomen uit het waterkwaliteitsspoor (het waterschap moet dit nog aangeven). De maatregelen in het kader van het emissiespoor zijn conform de planning in het GRP -2. Dit betekent dat deze op 1 januari 2005 gereed zijn. Dit is conform de afspraak met het waterschap. In dit GRP zijn de benodigde middelen daarvoor meegenomen. • Meldingen In de gemeente wordt organisatiebreed het WFM meldingsregistratiesysteem gebruikt. Er is een vaste meldingenprocedure, waarbij binnengekomen meldingen over de openbare buitenruimte worden geregistreerd en binnen een afgesproken termijn van twee werkdagen worden opgelost. Er is een overzicht van meldingen van 1 februari t/m 30 juni 2003. Deze meldingen zijn onder te verdelen in drie categorieën, namelijk verstoppingen van huisaansluitingen, verstoppingen van kolken, niet functioneren van drukriolering en bijbehorende gemalen. Conclusies • Er is volledig inzicht in het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van de vrijvervalriolering. De resultaten van de simulaties zijn vertaald naar systeemmaatregelen voor de planperiode.
P
O P
Voldaan wordt aan de maatstaf (bijlage 4, 6c). • Er is nog geen gemeentelijke visie op de na te streven kwaliteit van het watersysteem in de openbare ruimte. Primair is daar de waterkwaliteitsbeheerder voor verantwoordelijk. Het is op dit moment niet mogelijk om de interactie tussen riolering en watersysteem doelmatig in te vullen. Er wordt niet voldaan aan de maatstaf (bijlage 4, 6a). • Er is een meldingenregistratiesysteem, waarbinnen meldingen over de invulling van de gemeentelijke zorgplicht worden geregistreerd. Voldaan wordt aan de maatstaf (bijlage 4, 6e). 3.4.4
Functioneren van de rioolgemalen en mechanische riolering
Via het telemetriesysteem worden storingen geregistreerd over het functioneren van de systemen. Op basis van deze informatie is het mogelijk om een grotere doelmatigheid in het beheer na te streven. Daarnaast worden klachten die binnen komen via burgers geregistreerd in het WFM-systeem. • Functioneren rioolgemalen Door de buitendienst wordt kleinschalig onderhoud wekelijks uitgevoerd in combinatie met een uit te voeren controle op goed functioneren. Van voor de gemeentelijke herindeling bestaan er op dit moment nog verschillende vormen van onderhoudscontracten die worden uitgevoerd door verschillende marktpartijen. De onderhoudsfrequentie is 1-2 keer per jaar. • Functioneren mechanische riolering (=drukriolering) Door de eigen buitendienst wordt iedere drie maanden klein onderhoud uitgevoerd in combinatie met controles op goed functioneren.
18
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Conclusie Er bestaat inzicht in het functioneren van rioolgemalen en mechanische riolering, zodanig dat op basis daarvan een doelmatig beheer kan worden gerealiseerd.
P
Hiermee wordt voldaan aan de functionele eis (bijlage 4, 6c). 3.4.5
Verordeningen en vergunningen
Het voorkomen van nadelige gevolgen die bedrijven of instellingen kunnen veroorzaken in de gemeentelijke riolering, is een gemeentelijke taak. In de gemeente Heusden zijn ruim 1200 inrichtingen aanwezig waarop door de gemeente toezicht moet worden uitgeoefend in het kader van de Wet Milieubeheer. Voor zover nodig, hebben alle bedrijven een lozingsvergunning in het kader van de WvO voor het lozen op oppervlaktewater, dan wel hebben zij een kennisgeving gedaan voor het lozen van afvalwater op riolering. Het controleren van lozingen op gemeentelijke riolering vormt onderdeel van de uitgevoerde reguliere integrale milieucontroles. Tot 1 maart 1996 dienden alle inrichtingen die loosden op gemeentelijke riolering in het bezit te zijn van lozingsvergunningen ofwel dienden zich te houden aan algemene lozingsvoorschriften, beide ingevolge de APV. Voor de bedrijven die kunnen volstaan met algemene landelijke regels ingevolge de Wm (AMvB -bedrijven), zijn de lozingsvoorschriften inmiddels onderdeel geworden van deze algemene regels. Voor andere inrichtingen die afvalwater lozen, geldt een vergunningsplicht ingevolge de Wm. De lozingen worden als voorschriften in de milieuvergunning opgenomen. Hiervoor is een overgangstermijn van toepassing tot 1 maart 2003. De gemeente beschikt over alle benodigde vergunningen. Het betreft een WvO -vergunning voor het mogen overstorten op oppervlaktewater vanuit gemengde riolering en het mogen lozen via uitlaten van regenwaterriolen. Conclusies • Er was tot 1 maart 1996 een actuele Lozingsverordening Riolering, die gecontroleerd werd door de afdeling Milieu. Ook nu de lozingen op de riolering onder de Wm zijn gebracht, blijft deze afdeling de controlerende instantie. • De gemeente beschikt over alle benodigde vergunningen. De vergunningen zijn/moeten de komende tijd worden geactualiseerd naar aanleiding van de doorgevoerde maatregelen.
P
Hiermee wordt voldaan aan de diverse maatstaven die behoren bij de functionele eis (bijlage 4, 6b)
R001-4284338JAS-C02-U
19
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
20
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
4 Met beleid aan de slag 4.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt invulling gegeven aan de ambities van de raad: hoe en binnen welke termijn moet de Heusdense kwaliteit worden gerealiseerd. Niet alle denkbeelden zullen in de planperiode kunnen worden gerealiseerd. De visie op de rioleringszorgbetreft een lange termijn visie. Het “hoe” wordt uitgewerkt in vooral technische maatregelen en onderzoeksactiviteiten. Dit hoofdstuk heeft de titel meegekregen “met beleid aan de slag”, omdat uitvoering van beleid doordacht moet gebeuren. Met beleid aan de slag betekent een “dubbel”slag: enerzijds het goed vastleggen van het rioleringsbeleid voor de planperiode, maar anderzijds tevens aandacht voor de proceskant van het rioleringsbeheer. Met beleid en vanuit het beleid met de rioleringstaak aan de slag is de opdracht die door de raad moet worden meegegeven aan de organisatie. De gemeenteraad moet op hoofdlijnen kunnen kiezen en/of aansturen. Met beleid aan de slag gaan wordt gekenmerkt door een drietal invalshoeken: 1. De aanpak voor de korte en middellange termijn in de vorm van een pakket van technische maatregelen (onderhoud, verbetering en vervanging). 2. Het verder richting geven aan beleidsvisie voor de middellange en lange termijn door het uitvoeren van technische studies en onderzoek gericht op de situatie in de gemeente Heusden. 3. De benodigde middelen (geld en menskracht). De benodigde middelen komen in hoofdstuk 5 “Middelen en kostendekking” aan bod. In § 4.2 wordt allereerst ingegaan op de speerpunten van het rioleringsbeleid voor de komende jaren. Vanaf § 4.3 komen de volgende onderwerpen aan bod: • inzameling van afvalwater: • bij bestaande bebouwing binnen en buiten de bebouwde kom; • bij nieuwbouw; • het beheer van de bestaande voorzieningen (onderzoek en maatregelen). Bedragen die worden genoemd zijn op prijspeil 1-1-2004, inclusief indirecte kosten en exclusief BTW.
4.2
De keuzes
De in dit hoofdstuk opgenomen voorstellen voor rioleringsaanleg en beheer vloeien voort uit de evaluatie in van de in hoofdstuk 3 beschreven activiteiten. Dit betekent per saldo dat een deel van de ambities al is vastgelegd alvorens met het samenstellen van het GRP-3 is aangevangen. In tabel 4.1 is samengevat in welke mate voor de diverse onderwerpen nog beleidsruimte aanwezig is.
R001-4284338JAS-C02-U
21
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
4.3
Belangrijkste beleidsthema’s (speerpunten) voor de planperiode
De belangrijkste thema’s voor de planperiode worden aangeduid als de speerpunten van beleid. Het zijn de kernpunten van onze ambities in de planperiode. Een speerpunt kan betrekking hebben op: • de realisatie van een maatstaf voor de toestand van de riolering, • de wijze waarop de rioleringszorg wordt georganiseerd, • de verdere onderbouwing en uitwerking van de visie voor de middellange en lange termijn. De speerpunten zijn: 1. Het verbeteren van de kwaliteit van het totale watersysteem door het verbeteren van het functioneren van de gemengde riolering en de sanering van ongezuiverde afvalwaterlozingen. 2. Het anticiperen op de effecten van de veranderingen van het klimaat in West-Europa. 3. De intentie om het schone hemelwater in het leefgebied te houden in plaats van af te voeren via de riolering (o.a. afkoppelen). 4. Met rioleringsbeleid aan de slag in de openbare buitenruimte. Elk van deze vier speerpunten heeft zo zijn eigen attentiewaarde: Speerpunt 1: Een belangrijk deel van de verbeteringen in de gemengde riolering is in de achterliggende jaren inmiddels uitgevoerd. Er moet echter vóór 1 januari 2005 nog een laatste belangrijke slag worden gemaakt. Deze activiteit kan niet los worden gezien van speerpunt 2 en 3. De ongezuiverde afvalwaterlozingen in het buitengebied zullen worden gesaneerd volgens de aanpak van een verbrede zorgplicht. Speerpunt 2: Ook in de gemeente Heusden zal mogelijk de frequentie van de wateroverlast en de ernst ervan door overbelasting van de vrijvervalriolering verder toenemen. Schade aan publiek en privaat eigendom valt daarbij op de korte termijn wellicht niet te voorkomen (zie bijlage 6). Uitkomsten van nog uit te voeren onderzoek zullen zo nodig worden vertaald naar toekomstig beleid. Speerpunt 3: Maximaal gebruik maken van de lokale mogelijkheden leidt tot maatwerk. Standaardoplossingen zijn dan taboe. In dat kader is al vorig jaar begonnen met een omslag in denken en doen als het gaat om de inzameling en het transport van regenwater. Het betekent onder meer dat ervoor wordt gezorgd, dat er via de gemengde rioolstelsels aanzienlijk minder regenwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie afgevoerd zal gaan worden. De vuilemissie uit deze gemengde rioolstelsels moet met behulp van duurzame maatregelen (bijvoorbeeld afkoppelen van verhard oppervlak) verminderd worden. Dit leidt in de toekomst tot een betere waterkwaliteit van het oppervlaktewater en minder verdroging (door infiltratie van “schoon” regenwater in de bodem). De gemeente zal specifiek beleid ontwikkelen voor het afkoppelen van hemelwater. Zie ook § 4.4.3. Speerpunt 4: De afdeling CCT heeft zich ten doel gesteld om beheer en beleid in de openbare ruimte beter op elkaar af te stemmen en het rioleringsbeleid verder te integreren in het BOR beleid (zie § 2.3 “Rioleringszorg in perspectief met de omgeving”). Uiteraard kan deze nieuwe weg niet in één keer tot stand worden gebracht. Vanuit de gemeentelijke rioleringstaak kan wel alvast daarop
22
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
worden geanticipeerd. Dit kan onder meer door de wijze waarop dit GRP is vormgegeven én door richting te geven aan de terugkoppeling naar de gemeenteraad. Ambities kunnen niet worden gerealiseerd zonder een goede afstemming van beleid en beheer met vergunningverleners en andere disciplines binnen en buiten de gemeentelijke organisatie. Daarnaast is een goede en doordachte communicatie met de gebruikers van belang.
4.4 4.4.1
Bestaande en toekomstige afvalwaterlozingen Algemeen
De gemeentelijke zorgplicht voor inzameling en transport van afvalwater heeft betrekking op alle bestaande én toekomstige lozingen. Concreet betekent dit dat gemeentelijk beleid gericht moet zijn op het aansluiten van alle lozingen op een gemeentelijke voorziening. De Wet milieubeheer schrijft voor dat dit op een doelmatige manier moet gebeuren, er wordt nadrukkelijk geen middel voorgeschreven. Dit geldt zowel voor bestaande – directe - lozingen in het milieu als nog te realiseren nieuwbouwlocaties. In de gemeente Heusden wordt het merendeel van het afvalwater al geloosd op gemeentelijke riolering. Een relatief klein aantal percelen moet nog worden aangesloten op een voorziening. Hiervoor is recent beleid ontwikkeld. Specifiek voor de bestaande ongezuiverde afvalwaterlozingen is de gemeentelijke zorgplicht opgerekt van het inzamelen en transporteren naar ook het behandelen van het afvalwater (de verbrede zorgplicht). De zorgplicht voor de behandeling van stedelijk afvalwater blijft overigens in Nederland in handen van de waterkwaliteitsbeheerders (met uitzondering van de IBA’s). Bij het gemeentelijk beleid inzake de zorgplicht voor de inzameling van afvalwater bij nieuwe bebouwing ligt de nadruk niet zozeer op de vraag óf moet worden aangesloten op riolering maar wélke randvoorwaarden aan het gemeentelijke rioleringssysteem moeten worden gesteld waarop wordt aangesloten. 4.4.2
Bestaande afvalwaterlozingen
Voorzover bekend lozen buiten de bebouwde kom in totaal 127 percelen ongezuiverd afvalwater in de bodem of op oppervlaktewater. Vanuit milieuoogpunt bezien is dit ongewenst en het gemeentelijk beleid is er dan ook op gericht om alle ongezuiverde lozingen voor 1.1.2005 op te heffen. In de nadere uitwerking van het gemeentelijk beleid wordt onderscheid gemaakt tussen de ongezuiverde lozingen afkomstig van het buitendijks gelegen industrieterrein Bakkersdam, waarvan de percelen op de Maas lozen, de ongezuiverde lozingen buiten de bebouwde kom en die binnen de bebouwde kom. De belangrijkste aandachtspunten, voor het saneren van ongezuiverde afvalwaterlozingen zijn: • Toepassing van de verbrede zorgplicht voor de ongezuiverde afvalwaterlozingen. De gemeente en het waterschap nemen daarbij de regie in handen bij de realisatie van IBAsystemen voor de niet gerioleerde panden. • Daar waar om milieutechnische redenen kan worden volstaan met IBA-systemen klasse 1 (de verbeterde septic tank) zullen IBA klasse 2 of 3 worden toegepast (“opplussen”). • Het heffen van rioolrecht bij alle percelen die worden aangesloten op riolering dan wel een IBA systeem en het aanpassen van de rioolrechtverordening. • Het beheer van de IBA systemen wordt uitgevoerd door of namens waterschap Aa en Maas. • De hoogte van de eigen bijdrage van de lozers. In tabel 4.2 is de strategie op hoofdlijnen weergegeven.
R001-4284338JAS-C02-U
23
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Tabel 4.2: Strategie sanering ongezuiverde afvalwaterlozingen1 Omschrijving ongezuiverde afvalwaterlozingen Aantal Kosten exclusief BTW percel (Euro) en Reguliere lozingen buiten de bebouwde kom • Project 1 Aan te sluiten op riolering 70 4 Aan te sluiten op IBA systemen • Project 2 34 Aan te sluiten op riolering
Jaar van realisatie
< 1.1.2005 < 1.1.2005 < 1.1.2005
Bakkersdam
14
< 1.1.2005
Reguliere lozingen binnen de bebouwde kom
5
< 1.1.2005
Totaal
127
2.145.630
Resultaat van de strategie is dat voor 1 januari 2005 alle ongezuiverde afvalwaterlozingen zijn gesaneerd.
P
Er wordt daarmee voldaan aan de maatstaf (bijlage 3, 1a). 4.4.3
Toekomstige afvalwaterlozingen bij nieuwbouw
Op nieuwbouwlocaties is ondergrondse riolering nog steeds de meest doelmatige techniek voor inzameling en transport van het afvalwater. Dit geldt niet voor de gevallen neerslag, die zal zowel onder- als bovengronds worden ingezameld en bij voorkeur binnen het gebied moeten worden geloosd op het oppervlaktewater of in de bodem. Ontwerp en realisatie van riolering zullen sterk afgestemd moeten worden op de lokale (on)mogelijkheden. Belangrijke kaders daarbij zijn: • De 4e nota waterhuishouding, waarin als streefwaarde voor het ontkoppelen van verhard oppervlak een percentage van 60% wordt genoemd. Gevolg hiervan is onder meer dat zo weinig mogelijk relatief schoon regenwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt afgevoerd. e • De strategie volgens Waterbeheer 21 eeuw, waarin wordt gestreefd naar het zolang en zoveel mogelijk vasthouden van gebiedseigen water. • Een aanpak van gebiedsspecifiek ontwerpen mag er niet toe leiden, dat beheerkosten stijgen. • Een vuilemissie op oppervlaktewater die niet groter is dan die van een verbeterd gescheiden of verbeterd gemengd rioolstelsel (de “basis”inspanning). • De watertoetsprocedure. Specifiek beleid zal worden ontwikkeld teneinde zo weinig mogelijk regenwater naar de rioolwaterzuiveringsinrichting af te voeren. Afkoppelen van verhard oppervlak is daarbij één van de in te zetten middelen. De gemeente Heusden kiest ervoor om het afkoppelen alleen uit te voeren in combinatie met de realisatie van andere maatregelen aan het riool. Bijvoorbeeld: vervanging van riolering, maatregelen in het kader van het waterkwaliteitspoor en maatregelen in het kader van de klimaatontwikkeling. Omdat er nog geen inzicht bestaat in de aard en de omvang van de twee laatste maatregelen zal voorlopig alleen afgekoppeld worden bij rioolvervanging. 1
Voor specificatie zie bijlage 7.
24
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
In het gemeentelijk bodembeleidsplan is beleid opgenomen over wanneer er wel en wanneer er niet geïnfiltreerd mag worden in de bodem. De kosten voor het ontwerp, besteksgereed maken en de aanleg van het systeem voor inzameling en transport van afvalwater en regenwater komen ten laste van de grondexploitatie. De revisiegegevens van nieuw aangelegde riolering zullen met een frequentie van twee keer per jaar in de computerbestanden worden opgenomen.
P
Resultaat van de strategie: er wordt invulling gegeven aan de doelen 1 en 2 (bijlage 3).
4.5
Beheer bestaande voorzieningen
Realisatie van ambities kan alleen maar gestalte krijgen door met beleid aan de slag te gaan (zie hiervoor). Dit zal in het dagelijkse, operationele, beheer nader gestalte moeten krijgen in de basisactiviteiten onderzoek, beoordelen, opstellen van maatregelen en uitvoeren van maatregelen. Het beheer moet doelmatig worden georganiseerd en effectief worden uitgevoerd overeenkomstig de voorwaarden volgens bijlage 4. In de volgende paragrafen zal een en ander in hoofdlijnen worden beschreven. De technische onderbouwing wordt in 2005 vormgegeven in het te actualiseren rioleringsbeheerplan. 4.5.1
Met onderzoek aan de slag
Algemeen Een effectieve invulling van de gemeentelijke zorgplicht lijkt vanzelfsprekend. Het realiseren ervan vraagt echter in de praktijk een consequente aanpak van zaken. Dit betekent onder meer een doelgerichte mix van onderzoeksactiviteiten. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen structureel (jaarlijks terugkerend) en incidenteel (eenmalig in de planperiode) onderzoek. Het inrichten van deze mix vraagt een structurele inzet van tijd en middelen. In hoofdstuk 5 wordt hierop teruggekomen. Concreet De onderzoeksstrategie is een afgewogen pakket van activiteiten, dat leidt tot: • Structurele activiteiten. Deze zijn voorwaarde scheppend en zijn nodig om een goed inzicht te krijgen in de bestaande toestand van het rioleringssysteem en het functioneren daarvan. Dit is nodig om een doelmatige invulling te geven aan de zorgplicht (bijvoorbeeld visuele inspectie van de riolering). • Incidentele onderzoeken. Deze geven een impuls aan visie en/of ontwikkeling en zijn daarnaast gericht op het tweede deel van de planperiode. Met deze aanpak worden de voorwaarden geschapen om de rioleringszorg op het kwaliteitsniveau te realiseren, zoals dat voor de situatie in de gemeente Heusden is vastgelegd (hoofdstuk 2). Alle onderzoeksactiviteiten voor de planperiode zijn inclusief de geraamde kosten weergegeven in tabel 4.3.
R001-4284338JAS-C02-U
25
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Tabel 4.3: samenvatting onderzoeksstrategie 2004-2008 Omschrijving
Kosten in Euro excl. BTW
Jaarlijks (kostenposten opgenomen in exploitatie 2003; posten waar geen bedragen zijn opgenomen, zijn conform begroting 2003. Posten voorzien van een bedrag zijn extra t.o.v. begroting 2003) • Actualiseren systeem- en objectinformatie • Samenstellen informatie t.b.v. jaarverslag, begroting etc • Operationele visuele inspec tie met tv-camera vanuit het riool inclusief rioolreiniging (1x per 14 jaar / 1x per 20 jaar) • Inspectie van pompunits van drukriolering (indien nodig), rioolgemalen (wekelijks) • Controle van vergunningen en verordeningen • Monitoring resultaten overstortmeters • Beoordelen resultaten visuele inspecties • Jaarlijkse bijstelling GRP • Operationeel programma rioleringszorg • Diverse externe advisering (extern) Eenmalig binnen de planperiode (kosten opgenomen in exploitatie 2003, genoemde bedragen zijn extra t.o.v. begroting 2003) • Het opstellen van een afkoppelkansenkaart • Opstellen / actualisatie aansluitverordening • De nadere uitwerking van het waterkwaliteitsspoor (samen met waterschap, gemeentelijk aandeel) • Opsporen van regenwateraansluitingen op drukriolering • Opstellen watervisie / waterplan, aandeel rioleringstaak • Schadeonderzoek bij lozingspunten van drukriolering op vrijvervalstelsels • Het opstellen van een calamiteitenplan voor de riolering (intern) • Opstellen rioleringsbeheerplan • Effect van klimaatverandering op de inzameling en transport van hemelwater in de openbare ruimte, aandeel riolering
-
25.000 15.000
25.000 15.000 20.000 50.000 5.000 7.500 25.000
Alle jaarlijks terugkerende activiteiten zullen voorlopig intern worden uitgevoerd. Alle eenmalige activiteiten worden extern ingevuld met interne aansturing. 4.5.2
Met maatregelen aan de slag
Algemeen Onder maatregelen worden in principe alle werkzaamheden verstaan die leiden tot herstel van een niet gewenste technische staat (van functioneren). Teneinde dit tot stand te brengen, kunnen zowel relatief eenvoudige als technisch ingrijpende maatregelen worden uitgevoerd. Een samenvatting van de maatregelstrategie is hierna weergegeven in tabel 4.4. Een samenvatting van het totale activiteitenpakket binnen de planperiode is opgenomen in tabel 4.6.
26
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Tabel 4.4: samenvatting strategie voor (beheer)maatregelen Strategie Met beleid aan de slag Het actualiseren en stroomlijnen van het onderhoud van het inzamel- en transportsysteem in een nieuw beheerplan Het naar behoefte reinigen van persleidingen en overige drukleidingen De zorgtaak voor het instandhouden van IBA systemen door of namens het waterschap Waarborgen van de technische staat van de objecten door concrete toetsing aan de gewenste kwaliteit. Opzetten van een alarmeringssysteem voor de pompen binnen de gemeente. Systeemgerichte maatregelen uitvoeren.
Beleidsconsequenties Nieuw beleid. Actualiseren en stroomlijnen van bestaand beleid. Aanpassen van bestaand beleid. Bestaand beleid. Bestaand beleid transparanter maken. Voortzetting bestaand beleid (telemetriesysteem). Voortzetting bestaand beleid.
Uit de tabel blijkt dat het op enkele onderdelen nodig is om bestaand beleid te actualiseren. Daarnaast zijn er verbeterpunten bij de invulling van het beleid. Per maatregeltype wordt hierna kort aangegeven, welke aanpak zal worden gevolgd. Onderhoud Strategie: Bestaand onderhoudsniveau handhaven. Aanpak volgt uit het nog op te stellen onderhoudsplan als onderdeel van het rioleringsbeheerplan 2005. In de afgelopen planperiode is een achterstand in onderhoud weggewerkt. Op dit moment is het onderhoud op niveau. Het aantal meldingen over het functioneren van de riolering is gering. Hoe dit onderhoudsniveau doelmatig kan worden vastgehouden, zal worden meegenomen in het in 2005 te actualiseren rioleringsbeheerplan. Daarin zullen dan ook nieuwe technische ontwikkelingen zoals telemetrie en IBA-systemen worden opgenomen. Bij het opstellen van het onderhoudsplan voor de riolering wordt nadrukkelijk rekening gehouden met een BOR brede aanpak. Resultaat van de onderhoudsstrategie: de afstroming van de vrijvervalriolen blijft gewaarborgd en waar nodig verbeterd. Afvalwater kan met minimale overlast voor de (woon)omgeving worden ingezameld en getransporteerd naar een afleveringspunt. Vervanging, renovatie, reparatie van riolen Strategie: op korte en lange termijn de technische staat van de objecten in de vrijvervalstelsels waarborgen op basis van concrete toetsing aan kwaliteitseisen (meer transparantie van bestaand beleid) Het transparanter maken van de bestaande aanpak is uitvloeisel van “met beleid aan de slag” en moet er toe leiden dat de raad meer inzicht krijgt in de toestand van de riolering en de bijbehorende kosten. Om het gewenste kwaliteitsniveau te kunnen realiseren is het nodig op tijd maatregelen te treffen. Tot nu toe is in hoofdzaak rioolvervanging c.q. rioolrenovatie als maatregel toegepast. Dit is mogelijk omdat de rioleringswerken in veel gevallen kunnen worden gecombineerd met onder meer wegonderhoud. Deze afstemming kan echter nog worden verbeterd. Het streven is om meer af te stemmen op de overige beheersdisciplines (zie bijlage 2 “Rioleringsbeheer als onderdeel van het integraal beheer van de openbare ruimte”. Het in stand houden van de vrijvervalriolering is geborgd door het inspectieprogramma dat de afgelopen jaren is uitgevoerd. Alleen in Heusden Vesting moet nog een detailinspectie worden uitgevoerd. De inspectieresultaten worden getoetst aan de Heusdense kwaliteit en vervolgens via een beslismodel vertaald naar technische maatregelen. Via dit prioriteringsmodel wordt een
R001-4284338JAS-C02-U
27
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
maatregellijst gevoed. Het tempo waarin de maatregelen vervolgens worden uitgevoerd is afhankelijk van de budgettaire ruimte. In het vorige GRP is jaarlijks gewerkt met een totaal vervangingsbudget van afgerond € 850.000. In bijlage 8 is op basis van de huidige inzichten voor de periode 2003-2012 het totale vervangingspakket voor de vrijvervalriolering aangegeven. Op dit moment bevat dit een kleine 2.500 meter te vervangen riool. Er bestaat op dit moment geen lange termijn vervangingsperspectief voor de vrijvervalriolering. Het jaarlijkse gemiddelde voor de vervanging van de 192 km riool in de gemeente Heusden ligt rekenkundig op circa 3.200 meter. In 2004 zal in het kader van de actualisatie van het rioleringsbeheerplan het vervangingsperspectief voor de komende jaren opnieuw worden vastgesteld aan de hand van de inspectieresultaten. Resultaat van de strategie is dat: • de technische staat van de riolen in stand wordt gehouden op het afgesproken kwaliteitsniveau (waterdichtheid en stabiliteit), waardoor overlast voor de omgeving wordt voorkomen; • emissies naar de bodem vanuit de riolering worden tegengegaan; • de afvoercapaciteit van de riolering op peil blijft. Vervanging, renovatie en reparatie van overige objecten Strategie: op korte en lange termijn de technische staat van de overige objecten waarborgen op basis van een planmatige aanpak Jaarlijks wordt onderzoek verricht naar de toestand van (onderdelen) van rioolgemalen en persleidingen. Voor het vervangen van gemalen en persleidingen wordt uitgegaan van de technische afschrijvingstermijnen gebaseerd op eigen ervaringscijfers en de landelijke trends (tabel 4.5). Tabel 4.5: Gehanteerde technische levensduur van overige rioleringsobjecten Investering Mechanische/ elektrische componenten van rioolgemalen, pompunits en bergbezinkbassins Bouwkundige deel van rioolgemalen, pompunits van drukriolering en bergbezinkbas sins Persleidingen IBA systemen
Technische levensduur 15 jaar 40 jaar 45 jaar 15 jaar
Resultaat van de strategie is dat: • de bedrijfszekerheid van de overige objecten in voldoende mate blijft gewaarborgd. Verbetering hydraulisch en milieutechnisch functioneren Strategie: in 2004 sy steemgerichte maatregelen uitvoeren, waarmee wordt voldaan aan het principe van de basisinspanning (uitvoering bestaand beleid). Vrijverval riolering De gemengde riolering zal voor 1.1.2005 zo worden aangepast dat wordt voldaan aan het emissiespoor (basisinspanning). Een en ander is gebaseerd op bindende afspraken die met het waterschap zijn gemaakt (WVO-vergunning). Het maatregelpakket is opgenomen in bijlage 9. De realisatie van dit maatregelpakket geeft geen garantie dat daarmee ook de kwaliteit van het oppervlaktewater op een gewenst niveau wordt gebracht. In dat kader zal nog het nodige onderzoek moeten plaatsvinden. Op basis hiervan kan dan tot een afgewogen pakket vervolgmaatregelen worden gekomen. De eventuele maatregelen zijn voorlopig financieel niet meegenomen. Dit zal pas worden gedaan als er inzicht in de te nemen maatregelen bestaat.
28
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
In de diverse hydraulische berekeningen die in het kader van de controle van het functioneren van de rioolstelsels de afgelopen jaren zijn uitgevoerd, is tot nu toe geen rekening gehouden met het perspectief van een veranderend klimaat. Op dit moment zijn ook de kosten voor eventuele maatregelen niet meegenomen. Inzamelstelsel voor regenwater als onderdeel van de riolering Het aanpassen van het inzamelstelsel voor regenwater is binnen de planperiode niet aan de orde. Er wordt vooralsnog vanuit gegaan dat maatregelen, zoals het afkoppelen van regenwater, slechts aan bod komen als het stelsel technisch is afgeschreven en wordt vervangen. Op jaarbasis zal gemiddeld 2% van de vrijvervalriolering in de gemeente Heusden worden vervangen. Door het afkoppelen te combineren met de vervanging van het vrijvervalstelsel zullen de kosten zoveel mogelijk beperkt worden. Resultaat van de strategie binnen de planperiode • Per 1.1.2005 voldoet de gemengde riolering aan de eisen die door het waterschap zijn gesteld in het kader van de basisinspanning. • Afhankelijk van nader onderzoek kan het noodzakelijk zijn aanvullende maatregelen te treffen. Hierbij zullen ook de klimatologische veranderingen moeten worden meegenomen. Dit zal de komende jaren verdere invulling krijgen. Overige kleinschalige maatregelen Naast de bovengenoemde maatregelen zijn er diverse kleinschalige maatregelen nodig die het functioneren van de riolering moeten waarborgen. Het betreft bijvoorbeeld de vervanging van kapotte putdeksels, het gangbaar houden van schuiven en kleppen, energiekosten, telefoonkosten, personeelskosten, etc. Deze kosten zijn ook in bijlage 10 opgenomen. Op de personele capaciteit wordt in hoofdstuk 5 apart ingegaan. 4.5.3 Samenvatting beheermaatregelen planperiode 2004-2008 In tabel 4.6 zijn alle hiervoor weergegeven maatregelen voor de planperiode 2004-2008 samengevat. Tabel 4.6:Samenvatting beheermaatregelen en aanleg planperiode 2004-2008 Jaar/periode Jaarlijks Planperiode 2004-2008
Omschrijving Jaarlijkse exploitatie, waaronder onderhoud door derden personeel eigen dienst Systeemgerichte maatregelen in gemengde riolering volgens bijlage 9 (2004). Vervanging van circa 2.500 meter riolen (en putten) op diverse locaties (2004-2013), voorlopige planning. Sanering ongezuiverde afvalwaterlozingen binnen en buiten de bebouwde kom (2004). Vervanging of aanpassing van mechanisch / elektrische onderdelen van rioolgemalen en pompunits van drukriolering.
In het jaarlijkse operationele programma rioleringszorg zal een nadere invulling worden gegeven aan de aanleg en het beheer.
R001-4284338JAS-C02-U
29
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
30
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
5 Middelen en kostendekking 5.1
Inleiding
In dit hoofdstuk komt aan de orde welke financiële en personele middelen nodig zijn om de in dit plan gestelde doelen met de in hoofdstuk 4 weergegeven strategie te kunnen realiseren. Aspecten van een doelmatige rioleringszorg, de strategie en de benodigde middelen zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Het totale kostenniveau voor de komende jaren en de bijbehorende kostendekking zijn doorgerekend op basis van informatie die dateert uit najaar 2003. Separaat aan dit GRP zijn in de bijlagen van het raadsvoorstel de meest recente financiële gegevens opgenomen. Op basis daarvan zijn een drietal rioolrechtscenario’s doorgerekend. Nadat het voorliggende ontwerp plan is vastgesteld, zullen § 5.3 en 5.4 inhoudelijk worden afgestemd op de door de gemeenteraad gemaakte keuzes en de daaraan ten grondslag liggende meest actuele financiële informatie. Tot dat moment zijn de in het voorliggende plan opgenomen kosten en kostendekking indicatief.
5.2
Personele middelen
5.2.1 Kwantificering in relatie tot de strategie In GRP-2 is geen analyse uitgevoerd van de beschikbare personele middelen in relatie tot de gewenste kwaliteit van de rioleringszorg. In het kader van dit GRP is dit evenmin gedaan. Activiteiten waarvoor specialistische kennis is vereist wordt door adviesbureaus uitgevoerd. Uitvoering van maatregelen wordt eveneens uitbesteed. In 2004 moet voor meer dan 10 miljoen euro aan activiteiten worden uitgevoerd. In de gehele planperiode ruim 15 miljoen euro. Op basis van de huidige formatie is er voor 2004/2005 een knelpunt bij de afdeling CCT en bij de handhaving in het kader van de Wm. 5.2.2 Conclusie Vanuit kwantitatief perspectief is er in ieder geval in 2004, en waarschijnlijk via een na ijleffect ook nog daarna, een knelpunt in de formatie. De wijze waarop dit knelpunt zal worden opgelost is door middel van uitbesteden of inhuren van tijdelijk personeel. Vanuit een kwalitatief gezichtspunt is er ook sprake van een aandachtspunt. Gegeven de taakstellingen voor de komende jaren ligt het voor de hand om binnen de organisatie een projectleider gemeentelijk rioleringsplan aan te stellen, die verantwoordelijk is voor “met beleid aan de slag”. Hij of zij is verantwoordelijk voor het proces maar ook voor de realisatie van de doelstellingen. De invulling van een dergelijke regisseursrol is essentieel voor het slagen van de aanpak die met dit GRP in gang is gezet. Gemiddeld in de planperiode zal daarvoor 0,4 formatieplaats moeten worden ingezet. Op dit moment is er, op de afdeling CCT, voor het GRP-2 ook een projectleider aangewezen die de regisseursrol op zich neemt.
5.3
Financiële middelen
5.3.1 Algemeen Op de korte termijn (de planperiode 2004-2008) en de lange termijn (beschouwde periode van 60 jaar) worden activiteiten uitgevoerd in het kader van aanleg en beheer van riolering. Deze activiteiten worden volgens de beschreven strategie uitgevoerd om de gestelde doelen te kunnen halen. In deze paragraaf worden de benodigde financiële middelen samengevat en wordt aangegeven hoe in de dekking van kosten kan worden voorzien. De bijbehorende financiële gegevens zijn weergegeven in de bijlagen.
R001-4284338JAS-C02-U
31
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Alle bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2004, exclusief BTW, en moeten voor de toekomst met de optredende inflatie worden geïndexeerd! Ten aanzien van de kosten voor beheermaatregelen valt op te merken dat deze kosten zijn gebaseerd op vervanging. Of, en zo ja waar, gerepareerd kan worden, kan alleen door nader onderzoek worden vastgesteld. 5.3.2 Vervangingswaarde De riolering bestaat uit rioleringsobjecten (riolen, putten, gemalen, persleidingen etc.). In de gemeente Heusden is op basis van uitgevoerde inspecties aangevuld met een inschatting van de theoretische technische levensduur allereerst een lange termijn vervangingsplanning samengesteld. Deze planning is voor de planperiode 2004-2008 verder genuanceerd op basis van een gemeentelijke planning (met bijbehorende kostenprognose). Vervolgens zijn voor de lange(re) termijn de vervangingskosten voor riolen en putten in de vrijvervalstelsels bepaald in een geautomatiseerde omgeving. De planning en kosten voor vervanging van andere onderdelen als rioolgemalen, persleidingen etc. zijn gebaseerd op landelijk geaccepteerde aannames. Alvorens tot vervanging van welk object dan ook wordt overgegaan, zal de technische staat te allen tijde moeten worden onderzocht. Opgemerkt wordt dat voor wat betreft de wegverharding alleen de kosten zijn opgenomen voor het open- en dichtmaken van de sleuf van het te vervangen riool en het opbreken en aanbrengen van de boven de sleuf gelegen wegbedekking. Kosten voor eventuele herinrichtingen, zoals verkeersvoorzieningen en vervangen van het totale wegdek, zijn niet in de berekening betrokken. De vervangingswaarden (afgerond) van de diverse onderdelen van de riolering (prijspeil 1-12004) zijn als volgt: • Vrijvervalriolen, putten, BBB’s € 90.322.000,• Rioolgemalen en persleidingen € 3.038.000,• Drukriolering € 2.275.000,• IBA’s € . 5.000,Totaal € 95.640.000,De totale vervangingswaarde van de vrijvervalriolering bedraagt daarmee ruim € 483,- per strekkende meter riool. Het totale rioleringssysteem kost € 5.420 per aansluiting. 5.3.3 Totale uitgaven Het totaal van de uitgaven dat met de aanleg (excl. nieuwbouw) en het beheer van de riolering over de totale levenscyclus van zestig jaar gemoeid is, zijn in beeld gebracht in figuur 5.1 en in tabel 5.1. De periode van zestig jaar is daarbij gekozen om alle uitgaven in beeld te kunnen brengen. In totaal is binnen de planperiode ruim 22 miljoen euro nodig voor een goede invulling van de gemeentelijke zorgplicht. Hiervan wordt een bedrag van ruim 15 miljoen euro ingezet voor investeringswerken.
32
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
12000
x 1000 euro
10000 8000 6000 4000 2000 0 2004
2009
2014
2019
2024
2029
2034
2039
2044
2049
2054
2059
Figuur 5.1: Lange termijn perspectief van de uitgaven per jaar, exclusief kapitaallasten uit het verleden Tabel 5.1: Totale uitgaven rioleringszorg 2004-2008, *1000 Euro Planperiode
Jaarlijkse uitgaven
Jaar
onderzoek/ exploitatie
2004 2005 2006 2007 2008 totaal planperiode
5.4
Investering objectgerichte maatregelen
579 579 579 579 579 2.895
850 850 850 850 850 4.250
Systeemgerichte Maatregelen
Kapitaallasten verleden
Totaal
ongezuiverde lozingen
7.991 7.991
2.146 2.146
960 928 896 864 832 4.480
12.526 2.357 2.325 2.293 2.261 21.762
Kostendekking
5.4.1 Algemeen In deze paragraaf komt de kostendekking aan de orde. Er wordt uitgegaan van de kosten zoals die in de vorige paragraaf zijn weergegeven. Voor dekking van kosten van aanleg en beheer van riolering kunnen in principe verschillende bronnen in aanmerking komen. Informatie over de toerekening en dekking van kosten is opgenomen in de Leidraad Riolering (ref.2). De aanleg van riolering in nieuwe bestemmingsplannen wordt bekostigd uit de exploitatieopzet van die plannen. 5.4.2 Heffingsgrondslag rioolrecht, heffingseenheden De heffingsgrondslag voor het rioolrecht is in de gemeente Heusden gebaseerd op het drinkwaterverbruik. In 2003 leidde dit tot de volgende verdeling (zie tabel 5.2). Tabel 5.2: heffingsgrondslag rioolrecht en inkomsten in 2003 M3
tot 0 300 600 900 1.200 1.500
R001-4284338JAS-C02-U
M3 300 600 900 1.200 1.500 hoger
aantal Bedrag panden per eenheid 15.918 113 524 209 51 314 17 424 11 531 50 531 16.571 531 + 0,3 M3
Totaal € € € € € €
1.793.640 109.663 16.010 7.213 5.841 62.000
33
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Ten behoeve van de rioolrechtberekening zijn de individuele aanslagen omgerekend naar de 3 “basis”heffing met een waterverbruik tot 300 m . Het totale aantal rekenkundige heffingseenheden bedraagt daarmee in 2003 17.649. Binnen de planperiode zal het aantal heffingseenheden nog toenemen tot 18.497 in 2008, als gevolg van de sanering van de ongezuiverde afvalwaterlozingen en de nieuwbouwprognoses. 5.4.3 Berekening kostendekkend rioolrechttarief Bij de berekening van het kostendekkende rioolrechttarief zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • Het berekende tarief is exclusief BTW en op prijspeil 1.1.2004. • Het basistarief voor huishoudens per 1.1.2004 bedraagt € 117,12 (waterverbruik tot 300 3 m ). Dit is gebaseerd op het tarief van 2003 vermeerderd met een inflatiecorrectie. Het tarief voor de andere gebruikscategorieën wordt hiervan afgeleid. • Een eigen bijdrage voor sanering van de ongezuiverde afvalwaterlozingen is nog niet meegenomen. • De kapitaallasten van de investeringen voor 2004 zijn in de berekeningen nu globaal verdisconteerd. • In de berekening is geen rekening gehouden met kapitaalswerken, die in 2003 zijn uitgevoerd. • Er wordt uitgegaan van een gesloten systeem van kostendekking, waarbij een tariefsegalisatievoorziening wordt ingezet om te grote schommelingen in het rioolrecht te voorkomen. Alle kosten in enig jaar moeten worden gedekt uit de totale inkomsten uit het rioolrecht. Alle investeringen worden in principe geactiveerd. De rente en aflossing komen vervolgens ten laste van de tariefsegalisatievoorziening. • In de rioolrechtberekening wordt rekening gehouden met de stand van de tariefsegalisatievoorziening per 1-1-2004 van € 4.822.000. • De hoogte van het rioolrecht moet in ieder geval zodanig zijn, dat in 2013 de tariefsegalisatievoorziening geen negatieve stand kent. • De wijze van afschrijving en de afschrijvingstermijn is in overleg bepaald. In beginsel kent de voorziening geen negatieve standen. Indien in enig jaar een negatieve stand ontstaat, dan wordt debetrente toegerekend aan de voorziening. De gehanteerde rekenrente bedraagt 6,0%. Rekening houdend met het lastenniveau binnen de planperiode kunnen in principe diverse rioolrechtscenario’s worden gekozen. Als voorbeeld is in figuur 5.2 een scenario uitgewerkt, waarbij het basistarief voor het rioolrecht per 1-1-2004 € 113 bedraagt (niveau 2003) en vervolgens tot 2021 gelijk blijft. Op de lange termijn zal het rioolrecht dan geleidelijk stijgen naar € 323 in 2063. Een ontwikkeling van het rioolrecht waarbij - exclusief inflatie - sprake is van een status quo situatie, is voor de Nederlandse situatie vrij uitzonderlijk. De oorzaak hiervoor kan worden herleid tot twee oorzaken. Allereerst is er op dit moment sprake van een egalisatievoorziening die aanzienlijk van omvang is (€ 4.822.000). Die voorziening wordt in diezelfde periode dat het rioolrecht gelijk blijft gehalveerd ten opzichte van het huidige niveau. In de gemaakte berekening is er overigens wel vanuit gegaan, dat de rente over het positieve saldo van de voorziening aan de voorziening wordt toegevoegd. Daarnaast is er behoudens de investeringspiek in 2004 de komende jaren sprake van relatief weinig vervangingsinvesteringen. Het scenario dat in figuur 5.2 is aangegeven is indicatief. Het feitelijk scenario zal van jaar tot jaar door de gemeenteraad moeten worden vastgesteld. In figuur 5.3 is de ontwikkeling van de voorziening aangegeven bij het in figuur 5.2 beschreven rioolrechtscenario. Uit figuur 5.2 valt af te leiden dat tot 2023 minder inkomsten via het rioolrecht worden geïnd als jaarlijks feitelijk nodig is om de kosten te dekken. Dat is de reden dat,
34
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
weliswaar heel geleidelijk, wordt ingeteerd op de voorziening. Hierbij moet worden aangetekend dat de voorziening ook in principe is bedoeldRIOOLHEFFING is om dergelijke schommelingen op te vangen. 350 300
euro
250 200 150 100 50 0 2004
2009
2014
2019
2024
2029
2034
2039
2044
2049
2054
2059
_
jaartal Voorstel (EUR/aansl.)
Benodigd (EUR/aansl)
Figuur 5.2: Voorbeeld van een rioolrechtscenario waarbij het rioolrecht t/m 2020 gefixeerd is op € 113 (prijspeil 1.1.2004). Het benodigd rioolrecht in de figuur heeft betrekking op het saldo van kosten en baten (exclusief rioolrecht), dat in enig jaar uit het rioolrecht RESERVE) in dat jaar moeten worden gedekt. 7000 6000
x 1000 euro
5000 4000 3000 2000 1000 0 2004
2009
2014
2019
2024
2029
2034
2039
2044
2049
2054
2059
jaartal Totaal opbrengsten
Totaal lasten incl. infl.
Saldo Reserve
Figuur 5.3 :Ontwikkeling van de tariefsegalisatievoorziening bij de rioolrechtontwikkeling volgens figuur 5.2.
5.5
Keuzes
In tabel 4.1 in hoofdstuk 4 is aangegeven, dat er mogelijkheden zijn voor het maken van beleidskeuzes. Deze hebben betrekking op de financiële uitgangspunten, die bij het doorrekenen van het rioolrecht een rol spelen.
R001-4284338JAS-C02-U
35
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Enkele van de keuzemogelijkheden zijn: 1. De technische afschrijvingstermijn van de objecten veranderen. De meeste vervangingskosten hebben betrekking op de vervanging van de riolen en putten. Een variant kan zijn het verkleinen van de afschrijvingstermijn van de vrijverval riolering naar gemiddeld 50 jaar. 2. Het incalculeren van maatregelen in verband met de verwachte klimaateffecten. 3. Het incalculeren van maatregelen t.b.v. afkoppelen. 4. De tariefegalisatievoorziening zodanig verkleinen, dat in ieder geval nog wordt voldaan aan de eis van de financiële toezichthouder van de provincie dat in 2013 geen tekort optreedt. In de uitgevoerde berekening is ten opzichte van die eis de nodige ruimte aanwezig. Als rekenvoorbeeld is een deel van de investeringen in 2004 (4 miljoen euro) direct uit de tariefegalisatievoorziening geput. Variant 2 en 3 hebben een verhoging van het rioolrechttarief tot gevolg. De andere varianten hebben een drukkend effect op het tarief. In figuur 5.4 en 5.5 zijn de effecten op de hoogte van het rioolrecht gevisualiseerd voor variant 1 en 4. Bij variant 1 is sprake van een constant rioolrecht van € 113 tot 2046 (exclusief inflatiecorrectie), waarna het rioolrecht geleidelijk stijgt naar € 290 in 2063. De afname van de voorziening is aanzienlijk trager als in het basisscenario. Dit is het gevolg van het structurele uitstel van vervangingsmaatregelen. Het effect van het verlengen van de technische levensduur is ten opzichte van het basisscenario dus zeer aanzienlijk. Dit scenario is echter ook niet geheel zonder risico als geen sprake is van een gedegen technische onderbouwing. De beschikbare inspectieresultaten zijn vanuit dit perspectief nog niet geanalyseerd. Boodschap van dit scenario: een goed ontwerp en dito beheer lonen zich dus wel degelijk. Figuur 5.4: Rioolrechtscenario volgens variant 1 waarbij het rioolrecht t/m 2045 is gefixeerd op € 113. RIOOLHEFFING 350 300
euro
250 200 150 100 50 0 2004
2009
2014
2019
2024
2029
2034
2039
2044
2049
2054
2059
_
jaartal Voorstel (EUR/aansl.)
Benodigd (EUR/aansl)
In variant 4 blijft het rioolrecht van € 113 op peil tot 2016. Het effect van de eenmalige onttrekking van 4 miljoen euro uit de voorziening leidt nauwelijks tot enig verschil in de rioolrechtontwikkeling en is mogelijk zelfs iets ongunstiger. Dit wordt veroorzaakt, omdat in deze variant de voorziening aanzienlijk wordt teruggebracht. Gevolg hiervan is, dat daardoor ten opzichte van het basisscenario veel minder rentetoevoegingen plaatsvinden, hetgeen effect heeft op de hoogte van het benodigde rioolrecht. In dit scenario is de gemiddelde jaaromvang van de voorziening € 400.000.
36
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
RIOOLHEFFING 400 350
euro
300 250 200 150 100 50 0 2004
2009
2014
2019
2024
2029
2034
2039
2044
2049
2054
2059
_
jaartal Voorstel (EUR/aansl.)
Benodigd (EUR/aansl)
Figuur 5.5: rioolrechtscenario volgens variant 4 waarbij het rioolrecht t/m 2015 gefixeerd is op € 113.
R001-4284338JAS-C02-U
37
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
38
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
6 Besluit Na de vaststelling van het gemeentelijk rioleringsplan op 6 april 2004 zal hier het raadsbesluit in de tekst worden opgenomen. De paragrafen 5.3 en 5.4 zullen inhoudelijk worden aangepast in overeenstemming met de door de gemeenteraad gemaakte keuzes.
R001-4284338JAS-C02-U
39
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
40
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
7 Referenties 1.
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 1999-2003; DHV, oktober 1999.
2.
Leidraad Riolering; stichting RIONED en ministerie van VROM; onder redactie van W.A. Faber, met medewerking van A.J.H. de Beaufort [et al]; Samson Tjeenk Willink, Alphen aan den Rijn, 1992.
3.
Rijksvisie op de Waterketen; Ministerie van VROM, april 2003.
4.
Regeringsbeslissing Vierde nota Waterhuishouding (waterkader); december 1998.
5.
Ontwerp partiële herziening Waterhuishoudingsplan 2 “Verder met Water” 2003-2006; Provincie Noord-Brabant, januari 2002
6.
Ontwerp uitvoeringsprogramma Water 2003-2006; Provincie Noord-Brabant, januari 2002.
7.
Waterbeheersplan 2001-2004; Waterschap De Maaskant.
8.
Deelrapport 4a van de CIW reeks “riooloverstorten”: nadere uitwerking monitoring riooloverstorten, spoor 1; Commissie Integraal Waterbeheer, september 2002
9.
Deelrapport 4b van de CIW reeks “riooloverstorten”: nadere uitwerking monitoring riooloverstorten, fase B; Commissie Integraal Waterbeheer, januari 2003.
10. Nota lozingen Buitengebied; Provincie Noord-Brabant, maart 2003. 11. Aanpak afvalwater buitengebied; gemeente Heusden, februari 1999. 12. Rioleringsbeheerplan Heusden; DHV, december 1998. 13. Beleidsnotitie besturings- en signaleringssysteem rioolgemalen Heusden; gemeente Heusden, oktober 2001 14. Actualisatie basisrioleringsplannen Drunen en Oudheusden; Oranjewoud, 1999. 15. Basisrioleringsplan Oud Heusden en Heusden-Vesting; Oranjewoud, maart 2003. 16. Vuilemissieberekening Vlijmen, Nieuwkuijk en Haarsteeg; DHV, 2001. 17. Basisrioleringsplan Herpt, Luttelherpt en Hedikhuizen; Oranjewoud, maart 2002. 18. Rioleringsplan kern Doeveren; DHV; oktober 1999. 19. Basisrioleringsplan Drunen; Oranjewoud, najaar 2003. 20. NPR 3398: Buitenriolering, inspectie en toestandsbeoordeling van riolen; Nederlands Normalisatie Instituut, april 1992.
R001-4284338JAS-C02-U
41
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 1 Overzicht gerealiseerde maatregelen GRP 1999-2003
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 1a: Uitgevoerde c.q. in uitvoering zijnde rioleringsmaatregelen in de diverse kernen per 1 januari 2004 (periode 1999-2003).
DRUNEN Vergroting riolering Torenstraat
o 700 mm
ca. 175 m
(04.1006-04.1008)
Dr-01
Vergroting riolering Grotestraat
o 500 mm
ca. 160 m
(02.1551-02.1553)
Dr-02
Leggen riolering Grotestraat
o 300 mm
ca. 45 m
(01.0120-02.1560)
Dr-02
Leggen riolering Grotestraat
o 500 mm
ca. 40 m
(02.1551-01.0116)
Dr-02
Leggen riolering Grotestraat/Torenstraat
o 700 mm
ca. 15 m
(01.0116-04.1006)
Dr-02
Leggen riolering Torenstraat
o 700 mm
ca.
7m
(04.1412-04.1008)
Leggen riolering Bedrijvenpark
o 400 mm
ca. 25 m
(07.0091-07.0051)
Leggen persleiding Stationsstraat-Wolfshoek
o 300 mm
ca.1800 m
Verbreden drempel overstort
Kasteeldreef/Groenewoud
Verhogen overstortdrempel
Venne-west
Dr-11
Aanleg overstort
J. Wattlaan/Groenewoud
Dr-06
Plaatsen interne overstorten incl. wervelventiel
Stationsstraat /Pr.Beatrixstr.
Plaatsen interne overstorten
Meidoornstr./Olmstr./Lindestr
Vergroten pompgemaal Groenewoud naar 110 m³/h
Dr-06 Dr-08
(07.0020)
Dr-06
Dr-09/12 Dr-09 (7.0000D)
Dr-06
Extra kosten verwijdering TAG – project Brakenoost 2e fase Extra kosten verwijdering TAG – project Duinweg/ Remise
ELSHOUT Vergoten riolering Wolshoek
o 700 mm
ca. 250 m
El-01
Vergoten pompgemaal Elshout naar 212 m^3/h
El-02
VLIJMEN-NIEUWKUIJK Aanleg riolering Vlaamsche Hoeven
o 700/800 mm
(7-komplan west-III)
Vl-02
Aanleg riolering Mendelsonl/Bachlaan
o 400 mm
ca. 57 m
(12)
Vl-05
Aanleg riolering Mendelsonl/Vijhoevenl.
o 700 mm
ca. 14 m
(13)
Vl-05
Vergroting riolering Meliestraat
o 600/700 mm ca. 260 m
(4/5)
Vl-10
Vergroting riolering Meliestraat
o 400/500 mm ca. 140 m
(4/5)
Vl-10
Vergroting riolering Beethovenlaan
o 400 mm
ca. 37 m
(15)
Vl-05
Vergroting riolering Mendelsonlaan
o 600 mm
ca. 142 m
(142)
Vl-05
Vergroting riolering Molenstraat
o 400 mm
ca. 53 m
(4)
Vl-10
(?)
Ha-01
Interne overstort Nieuwkuijksestraat/'t Hof
HAARSTEEG Verhoging pompcapaciteit gemaal Haarsteegsestraat naar 95 m^3/h
DOEVEREN Aanleg riolering in geheel Doeveren Aanleg/aansluiting panden Provincialeweg op persleiding
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
OUDHEUSDEN Aanleggen riolering Laagstraat
o 300 mm
ca. 35 m
(verbindingsriool )
Oh-01
VESTING HEUSDEN Overname transportriolering WS Vesting Heusden-Oudheusden
Ve-02
HERPT Overname transportriolering WS OudheusdenHerpt
HEESBEEN Extra kosten verwijdering TAG – project Heesbeen
TOTAAL
Hp-02
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 1b: Rioleringsmaatregelen in de diverse kernen welke niet meer dienen te worden uitgevoerd per 1 januari 2004. (Dit houd verband met nieuwe inzichten en berekeningsmethoden).
DRUNEN Vergroting riolering Lipsstraat
o 500 mm
ca. 250 m
(02.1532-02.1536)
Dr-05
Aanleg riolering verlengde Kerkstraat
o 300 mm
ca. 269 m
(43)
Vl-03
Vergroting insteken Middelweg
o 500 mm
ca. 277 m
(41)
Vl-21
Vergroting riolering Kerkstraat
o 400 mm
ca. 156 m
(42)
Vl-03
Aanleg stuwput parallelweg
(E-2357)
Vl-22
Aanleg stuw/interne overstort Mommersteeg
(G-3690)
Vl-18
Aaneg bergbezinkbassin Celciuslaan
(H-3850)
Vl-18
VLIJMEN-NIEUWKUIJK
Aanleg bergbezinkbassin Kerkstraat
Vl-21
Opheffen overstort Middelweg
(2007)
Vl-21
Opheffen overstort Onsenoortsestraat + o 800 mm
(2149)
Vl-21
Spoelunits (3x)
Vl-23
HERPT Aanleg randvoorziening groot 118 m³ Amoveren overstort
Hp-01 (34126)
Hp-01
HEDIKHUIZEN Gemaal Hedikhuizen verhogen 27 m³/h
TOTAAL
R001-4284338JAS-C02-U
Hd-01
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 2 Rioleringszorg in perspectie f met de omgeving
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 2: Rioleringszorg in perspectief met de omgeving Rijksvisie op de Waterketen, april 2003 (ref.3) Op 10 juni 2003 heeft het kabinet Balkenende II haar standpunt inzake de Rijksvisie op de Waterketen naar de Tweede Kamer gestuurd. De rijksvisie Waterketen geeft aan welke publieke belangen moeten worden geborgd en op welke wijze de borging ook voor de langere termijn vorm moet worden gegeven. Het beleid in de rijksvisie bestaat uit twee sporen: • Het optimaliseren van de waterketen in relatie tot het watersysteem en de leefomgeving. • Het bevorderen van het doelmatig functioneren van de waterketen. Het voorgestelde Rijksbeleid kent twaalf ingrediënten, die beogen om • De bescherming van de gebruiker te waarborgen ten opzichte van de monopolisten (Waterschap, gemeente) in de waterketen. • De eisen die vanuit het watersysteem, de bodem, lucht en leefomgeving aan de waterketen moeten worden gesteld, ook daadwerkelijk worden benut. • Een effectieve uitvoering plaats vindt (met beleid aan de slag wordt gegaan). Omdat de Rijksvisie Waterketen van recente datum is, heeft dat geen directe invloed op de inhoud van GRP 2004. De derde doelstelling van de visie wordt overigens in dit GRP al ingevuld. Rijksbeleid: regeringsbeslissing vierde Nota waterhuishouding (ref.4) In december 1998 is de regeringsbeslissing vierde Nota waterhuishouding (Waterkader) gepresenteerd. In deze nota is veel aandacht voor het begrip “duurzaamheid” ingeruimd. Het zoeken naar duurzame oplossingen voor problemen krijgt prioriteit. Hierbij hoort ook het uitdrukkelijk voorkomen van problemen. Bestrijding bij de bron is hierbij van belang: vervuiling, die niet in het afvalwater komt, hoeft ook niet te worden verwijderd. Deze voornemens hebben hun invloed op het gemeentelijke rioleringsbeleid. Per situatie zal sprake zijn van maatwerkoplossingen, waarbij de waterkwaliteitsbeheerder een belangrijke overlegpart ner zal zijn. Provincie Noord-Brabant: Partiële Herziening Waterhuishoudingsplan 2 “Verder met water”, 2003-2006 (ref.5) / Ontwerp uitvoeringsprogramma water 2003-2006 (ref.6) Het huidige Waterhuishoudingsplan (WHP) is een gedeeltelijke herziening van WHP-2 uit 1998. De titel heeft betrekking op twee aspecten. Enerzijds wordt ermee aangegeven dat voortzetting van het bestaande beleid erg belangrijk is: geen nieuw beleid als er geen goede aanleiding voor bestaat. Anderzijds brengt “Verder met water” ook de relatie met andere beleidsvelden in beeld: verder komen door op de juiste wijze rekening te houden met water en watersystemen. De relatie tussen het watersysteem en de riolering is in WHP terug te vinden in de aanpak van de puntbronnen. Ten opzichte van WHP 2 is er sprake van een beleidsintensivering op een viertal thema’s, die hierna kort worden behandeld en zijn voorzien van ons standpunt. • Toetsing van gemeentelijke rioleringsplannen De provincie geeft aan strakker de hand te gaan houden aan het tijdig gereed komen van GRP’n en zal meer aandacht gaan schenken aan de inhoudelijke aspecten en de uitvoering van het plan. Volgens de provincie betekent dit dat meer gebruik gemaakt zal gaan worden van haar bevoegdheid tot het geven van aanwijzingen. • Afkoppelen van verhard oppervlak
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
• •
De provincie hanteert als doelstelling dat in 2005 ten minste 5% van het bestaand bebouwd gebied is afgekoppeld. Voor nieuw bebouwd gebied moet het streven zijn gericht op afkoppeling van minimaal 60% van het verhard oppervlak. Aanpak van risicovolle overstorten De provincie zal zich inzetten voor de uitvoering van het actieprogramma “Waterkwaliteit en diergezondheid”. Monitoring van overstortlocaties Gemeenten worden aangemoedigd een meetnet op te zetten.
De gemeente Heusden onderschrijft de bovenstaande benadering van de provincie met uitzondering van het afkoppelen van verhard oppervlak. We zijn van menig dat inzet van afkoppelen geen doel op zich kan zijn, maar een middel. De gemeente Heusden geeft via maatwerk zelf een doelmatige invulling aan de lokale rioleringszorg. Daar past niet het voorschrijven van een middel bij, te weten het afkoppelen van regenwater van de riolering. Het doel is een goede bodem- en waterkwaliteit. Waterkwaliteitsbeleid in Nederland in het algemeen De waterkwaliteitsbeheerders voeren in principe nog steeds een tweesporenbeleid: een emissiespoor en een waterkwaliteitsspoor. In het kader van het emissiespoor worden door de waterkwaliteitsbeheerder eisen gesteld aan de vuiluitworp uit rioolstelsels op oppervlaktewater. In de praktijk komt dit er bijna altijd op neer, dat deze emissie aanzienlijk moet worden teruggebracht. Voor het bereiken van de door de waterkwaliteitsbeheerder verlangde emissiereductie moet een zogeheten “basisinspanning” worden verricht, zie figuur 2.1. In het emissiespoor worden maatregelen in de riolering getroffen, teneinde de vuiluitworp uit de riolering te beperken. De basisinspanning is gedefinieerd als het pakket van maatregelen, dat leidt tot een emissie die cijfermatig te vergelijken is met de emissie van een referentierioolstelsel. Er is zowel een referentiestelsel gedefinieerd voor gemengde als gescheiden riolering. Opgemerkt moet worden, dat het emissiespoor nooit een doel op zich kan zijn. Uiteindelijk dient het beleid te zijn gericht op een verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Alvorens de maatregelen, die in het kader van het emissiespoor zijn ontwikkeld uit te vo eren, dient in het waterkwaliteitsspoor onder meer te worden nagegaan of ook maatregelen buiten de riolering in het watersysteem nodig en mogelijk zijn. Daarnaast moet de mate van doorspoelbaarheid en opvangcapaciteit van het ontvangende oppervlaktewater worden beschouwd. De gemeente Heusden onderschrijft het waterkwaliteitsbeleid in Nederland. Echter op dit moment is het zo dat er geëist wordt om de maatregelen ten behoeve van het emissiespoor voor 1 januari 2005 uit te voeren. Eventuele maatregelen in het kader van het waterkwaliteitsbeleid zijn door het waterschap nog niet ontwikkeld.
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
EMISSIESPOOR uitgewerkt in de basisinspanning
een goed functionerend rioolstelsel overstortfrequentie krijgt signaalfunctie
nieuwe stelsels
bestaand gemengd
bestaand gescheiden
verbeterd gescheiden stelsel berging : 4 mm pompcapaciteit : 0,3 mm/h
referentiestelsel: berging : 7 mm p.o.c. : 0,7 mm/h bergbezinkbassin : 2 mm
ombouwen naar verbeterd gescheiden stelsel. Prioriteit afhankelijk van mate van verontreiniging van het verharde oppervlak *
of
of
of
combinatie van alternatieve maatregelen afhankelijk van lokale omstandigheden; uitgangspunt blijft dat bij deze maatregelen zowel de jaarlijkse als de piekemissie overeenkomen met de gedefiniëerde basisinspanning
Figuur : basisinspanning Beleid waterschap De Maaskant en de Dommel 1 januari 2004 fuseren waterschap De Maaskant en De Aa tot waterschap Aa en Maas. Het beleid van waterschap de Maaskant is beschreven in het waterbeheersplan 2001-2004 (ref.7). Het waterschap zet zich er voor in om als partij in de waterketen ervoor te zorgen dat ook de riolering een bijdrage levert aan het bereiken van een duurzaam waterbeheer. Zij wil dit realiseren door: • Voortzetten van het huidige intensieve overleg met gemeenten. Duurzaam omgaan met (afval)water vraagt om een nauwe samenwerking tussen waterschap en gemeente. • Toezien dat gemeenten vóór 2002 maatregelen treffen aan riooloverstorten, om te 2 voldoen aan de basisinspanning volgens het emissiespoor . Vóór 2005 zal het waterschap aangeven waar aanvullende maatregelen aan riooloverstorten nodig zijn om te voldoen aan het waterkwaliteitsspoor. In overleg met het waterschap zijn de maatregelen in het kader van de basisinspanning -getemporiseerd tot 1.1.2005. Het waterschap heeft overigens nog niet aangegeven welke aanvullende maatregelen in het watersysteem noodzakelijk zijn. • Stimuleren van gemeenten om in bestaande gebieden versneld tot afkoppelen van verhard oppervlak over te gaan. Hiervoor wordt in de periode 2000-2004 een financiële bijdrageregeling ingesteld. • Opnemen van alle riooloverstorten in een WvO -vergunning in 2000. Vóór 2002 zijn voor alle gemeenten en woonkernen aansluitvergunningen afgegeven. Beleid Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland (DZH) Rijkswaterstaat DZH heeft een rol als waterkwaliteitsbeheerder vanwege de onvoldoende gezuiverde lozingen van afvalwater vanuit het buitendijkse industrieterrein Bakkersdam.
2
Inmiddels vóór 2005.
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Rijkswaterstaat hanteert als beleid terzake de Nota Lozingen Buitengebied van de Provincie (zie hierna) en de deelrapport 4a en 4b van de CIW reeks “Riooloverstorten” (ref.8,9). Thematiek van de ongezuiverde afvalwaterlozingen In het kader van het thema ongezuiverde afvalwaterlozingen zijn er een drietal beleidsdocumenten van belang: 1. Het Lozingenbesluit WvO huishoudelijk afvalwater (lozingen van afvalwater op oppervlaktewater). 2. het Lozingenbesluit bodembescherming (lozingen van afvalwater in de bodem). 3. De Nota Lozingen Buitengebied van de Provincie Noord-Brabant (februari 2003). Op de inhoud van deze beleidsdocumenten worden hierna kort ingegaan. Lozingenbesluit WvO huishoudelijk afvalwater (lozingen van afvalwater op oppervlaktewater) en het Lozingenbesluit bodembescherming (lozingen van afvalwater in de bodem) Beide Lozingenbesluiten zijn van kracht, waarmee de directe lozingen van huishoudelijk afvalwater worden gereguleerd. Voor beide type van lozingen geldt, dat het vanaf 1 januari 2005 verboden is om ongezuiverd afvalwater in de bodem en/of op oppervlaktewater te lozen. Binnen de gemeente lozen er op dit moment nog 124 percelen ongezuiverd afvalwater in het milieu. Hiervan lozen er 80 op het oppervlaktewater en 25 in de bodem. Van 19 percelen is niet bekend op welke wijze wordt geloosd, dan wel klaarblijkelijk een gesloten kringloop in stand houden en daardoor niet in het milieu lozen. In deze aantallen is begrepen het buitendijks gelegen industrieterrein Bakkersdam, waarvan de percelen op de Maas lozen. De Nota Lozingen Buitengebied van de Provincie Noord-Brabant (februari 2003, ref.10) In de partiële herziening van het WHP2 is ondermeer het beleid voor de ongezuiverde afvalwaterlozingen aangescherpt. In de nota lozingen is dit beleid concreet uitgewerkt. Uitgangspunt in het nieuwe beleid is dat elke eigenaar van een lozing in beginsel op gelijke wijze door de gemeente behandeld moet worden. In het nieuwe beleid wordt de verbreding van de gemeentelijke zorgplicht geïntroduceerd: dit betekent dat de gemeente de zorg heeft voor de afvoer van het afvalwater van alle bewoners in het buitengebied. De zorgplicht heeft daarmee niet alleen betrekking op de inzameling en het transport van afvalwater, maar ook op de behandeling ervan. Uiteraard heeft die verbijzondering alleen betrekking op de ongezuiverde afvalwaterlozingen van dit moment. In de nota wordt niet ingegaan op de vraag of deze brede zorgplicht ook van toepassing zou kunnen zijn op nieuwbouwlocaties. In de nota is een tweesporenbeleid uitgewerkt gebaseerd op de basiskeuze voor wel of niet verbreding van de zorgplicht. In het nieuwe provinciale beleid is tevens een wijziging van de begrenzing van kwetsbare gebieden doorgevoerd. Tenslotte is er een financiële subsidieregeling in het leven geroepen, waarmee gemeenten worden gestimuleerd tot het leveren van extra inspanningen bij de sanering van de ongezuiverde afvalwaterlozingen. In de gemeente Heusden hebben we inmiddels op dit nieuwe beleid ingespeeld en heeft de raad gekozen voor uitvoering van de verbrede zorgplicht. Bouwverordening Bij raadsbesluit van 10 december 2002 is een achtste serie wijzigingen van de modelbouwverordening 1992 doorgevoerd. In de bouwverordening zijn in artikel 2.7.4, 2.7.5 en 2.7.6 eisen gesteld aan het aansluiten op riolering. De wijziging van de bouwverordening heeft niet geleid tot het opnemen van eisen, in
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
genoemde artikelen, waarbij een alternatieve lozingsvoorziening voor hemelwater noodzakelijk is (alternatief 2). Bouwbesluit De artikelen 28 en 29 uit hoofdstuk II Technische voorschriften omtrent het bouwen van woningen en woongebouwen van het Bouwbesluit versie maart 2000 zijn van toepassing. Aansluitverordening Riolering De gemeente beschikt niet over een aansluitverordening Riolering. Hierin wordt geregeld volgens welke voorwaarden een particulier op de gemeentelijke riolering mag aansluiten op basis van een daartoe verleende aansluitvergunning. Wet milieubeheer (voorheen Lozingsverordening Riolering) Algemeen In de Wm vergunningen worden eisen gesteld aan de kwaliteit van het te lozen afvalwater. Enerzijds mag het materiaal van de riolering niet worden aangetast, anderzijds mag ook de goede werking van de afvalwaterzuiveringinrichting niet worden belemmerd. Tot slot is de kwaliteit van belang in verband met de overstortingen op oppervlaktewater. Een en ander is vastgelegd in de Instructieregeling lozingsvoorschriften milieubeheer (staatscourant 59, 1996). In de systematiek wordt onderscheid gemaakt tussen lozingen vanuit inrichtingen en lozingen vanuit niet-inrichtingen. Lozingen vanuit inrichtingen Voor lozingen vanuit inrichtingen die vergunningplichtig zijn op grond van de Wm neemt het bevoegde gezag voorschriften hiervoor op in de milieuvergunning. Voor lozingen die afkomstig zijn van inrichtingen die onder de werking van een AMvB vallen, zijn de algemene voorschriften door de wetgever aangevuld met bepalingen aangaande het lozen van afvalwater. Lozingen vanuit niet-inrichtingen Voor lozing van afvalwater afkomstig van bijvoorbeeld kleine winkels, kantoortjes of van gevelreiniging zijn de bepalingen van het “Besluit lozingsvoorschriften niet-inrichtingen milieubeheer” en de daarop gebaseerde “Beleidsregels gevelreiniging” van 21 december 1999 van toepassing. Rioleringsbeheer als onderdeel van het integraal beheer van de openbare ruimte (BOR) Op dit moment wordt gewerkt aan het opzetten van een beleid voor het beheer van de openbare ruimte (BOR). Dit betekent dat bij iedere actie in de openbare ruimte, zowel bovengronds als ondergronds, alle disciplines betrokken dienen te zijn om te komen tot een aanvaardbaar product voor alle partijen. Uitgangspunt daarbij zal zijn dat gewerkt zal worden met een integraal beheerplan voor de openbare ruimte, waarbij de uitvoering van de werkzaamheden op elkaar zijn afgestemd. Het wegbeleidsplan, het groenbeleidsplan, het GVVP en het GRP 2 zijn reeds door de raad vastgesteld. Het ontbreekt echter nog aan de benodigde beleidsstukken om een integrale BOR aanpak te kunnen doorvoeren. Er zal een plan moeten worden opgesteld waarin het beheer en onderhoud van wegen, groen en riolering, etc. op elkaar wordt afgestemd. Daarnaast zal ook nieuwe aanleg, renovatie en reconstructie van de bestaande openbare ruimte (groen en grijs), zowel boven als onder de grond, samen met het bovenstaande moeten worden bezien. Tevens is het noodzakelijk aan te geven welke invloeden al deze onderdelen binnen de openbare ruimte op elkaar hebben.
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Naast het GRP-3 wordt op dit moment gewerkt aan een studie naar de mogelijkheden van afkoppelen van verhard oppervlak (per kern), een beleidsplan Openbare Verlichting en een beleidsplan Overige Voorzieningen. Al deze plannen hebben invloed op beheer en inrichting van de openbare ruimte. Stedelijk water zal in de toekomst in hoeveelheid (oppervlakte) toenemen. Mede door afkoppelen en mogelijkheden tot direct lozen van regenwater op stedelijk water zal hier meer ruimte en aandacht voor moeten komen. Dit heeft een enorme invloed op de inrichting van de openbare ruimte. Uiteindelijk zal het rioleringsbeleid een plaats krijgen in zowel het beleid voor de ondergrondse als bovengrondse ruimte. Voor dit GRP betekent het dat zoveel mogelijk rekening gehouden moet worden met de het afstemmen van: • Het rioleringsbeleid op bestaand of toekomstig beleid voor de openbare ruimte. • De uitvoering van maatregelen op overige uitvoeringsprogramma’s voor de openbare ruimte. Doordat gekozen is voor een jaarlijkse evaluatie van het GRP kan er worden ingespeeld op actuele ontwikkelingen in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in de gemeente Heusden. Een complete integrale afstemming is dan goed mogelijk.
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 3 Gewenst kwaliteitsniveau voor de toestand van bestaande en nog te realiseren riolering
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Doelen 1 inzameling van het binnen het gemeentelijke gebied geproduceerde afvalwater 2
3
4
5
Functionele eisen
Maatstaven
Meetmethoden
1a
Alle percelen op het gemeentelijke gebied waar afvalwater vrijkomt, moeten van een rioleringsaansluiting zijn voorzien, uitgezonderd situaties waar lokale behandeling doelmatiger is.
Alle percelen aangesloten op riolering, tenzij een lokale behandeling van het afvalwater doelmatiger is.
Registratie van percelen die nog niet zijn aangesloten op de riolering en nog geen afdoende eigen zuivering hebben
2a
Het hemelwater waarvan we ons willen ontdoen, moet via een bovengronds en / of ondergronds stelsel van goten, greppels en of leidingen worden ingezameld en geloosd in het lokale watersysteem (grond- of oppervlaktewater). -
Alle percelen zijn aangesloten op het inzamelsysteem voor regenwater, Inspectie en waarneming tenzij het niet is toegestaan het voor de lokale waterhuishouding of Hydraulische ontwerpberekening andere doeleinden te gebruiken. Het bovengrondse stelsel moet zodanig zijn gedimensioneerd dat geen extreme wateroverlast optreedt bij een ‘standaard’bui, die zich 1 keer per 2 jaar voordoet (bui nummer 7 of 8 volgens de Leidraad Riolering). registratie meldingen en/of klachten via WFM 2b De instroming in riolen via de kolken moet ongehinderd plaats vinden. Plasvorming bij kolken dient beperkt te zijn. waarnemening Goten en kolken dienen schoongehouden te worden. Hydraulische ontwerpberekening transport van het 3a De afvoercapaciteit moet op alle plaatsen voldoende zijn om bij droog weer Optimaal stelselontwerp volgens Leidraad Riolering, deel B het aanbod van afvalwater te verwerken. ‘ontwerpgrondslagen’. ingezamelde 3b De afvoercapaciteit van de riolering moet voldoende zijn om het aanbod van Theoretisch geen ‘water op straat’ bij een ‘standaard’bui, die zich 1 keer per Hydraulische ontwerpberekening water naar een afvalwater bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd in 2 jaar voordoet (bui nummer 7 of 8 volgens de Leidraad Riolering). geschikt bijzondere omstandigheden. afleveringspunt 3c Het afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de zuiveringsinrichting te Verloren berging in het stelsel niet groter dan 5% van de theoretische Hydraulische ontwerpberekening bereiken. onderdrempelberging De ledigingstijd, exclusief randvoorzieningen mag niet langer dan 15 uur zijn. Inclusief randvoorzieningen mag de ledigingstijd niet langer dan 24 uur zijn. 3d De afstroming dient gewaarborgd te zijn Afstromingscondities moeten voldoen aan kwaliteitsdoelstellingen. Inspectie en waarneming Alle inslagpeilen van gemalen moeten onder de binnenonderkant van het laagst inkomend riool liggen. Persleidingen moeten in of zo dicht mogelijk bij ontvangende gemalen liggen. 3e De objecten in de riolering, die niet ook de functie van regulering van het De waterdichtheid van de objecten moet voldoen aan Inspectie grondwaterpeil hebben, dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat kwaliteitsdoelstellingen1. de hoeveelheid intredend grondwater (lekwater) beperkt blijft. 4a De vervuilingstoestand van de riolering dient acceptabel te zijn. De afstromingscondities moeten voldoen aan kwaliteitsdoelstellingen1. Inspectie het voorkomen 4b De vuiluitworp voor overstortingen op oppervlaktewater en in de bodem De vuiluitworp moet voldoen aan de door de waterbeheerder geformuleerde Registratie van aantal overstortingen van ongewenste dient beperkt te zijn. eisen. emissies naar 4c De vuiluitworp door regenwaterlozingen op oppervlaktewater dient beperkt De vuiluitworp moet voldoen aan de door de Waterbeheerder geformuleerde Registratie van aantal overstortingen oppervlaktewater te zijn. eisen. , bodem en 4d De objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de De waterdichtheid van de objecten moet voldoen aan Inspectie grondwater hoeveelheid uittredend rioolwater beperkt blijft. kwaliteitsdoelstellingen1. 5a De bedrijfszekerheid van gemalen en andere objecten dient in voldoende Storingen dienen binnen 48 uur verholpen te zijn of er dienen Registreren werking gemalen d.m.v. telemetriesysteem het voorkomen mate gewaarborgd te zijn. noodmaatregelen getroffen te worden. Registreren van overige storingen van overlast voor Het aantal storingen dient beperkt te zijn. Jaarlijkse inspectie van gemalen en overige voorzieningen en de omgeving (in Rioolgemalen in een gebied met externe overstorten dienen een verslaglegging daarvan de breedste zin reservepomp te hebben. van het woord) 5b De waterdichtheid en stabiliteit van de riolen moet zodanig zijn dat Waterdichtheid en stabiliteit van riolen moeten voldoen aan Regelematige inspectie van de riolen calamiteiten (instortingen) zich niet voordoen. kwaliteitsdoelstellingen. 5c De riolering dient zodanig te worden ont- en belucht, dat overlast door stank Er dient sprake te zijn van een acceptabel niveau van klachten. Dit niveau Klachtenregistratie (WFM) wordt voorkomen. zal in de planperiode concreet worden ingevuld. 5d Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn. Er moet afstemming zijn met werkzaamheden met andere diensten en Volgen procedures voor afstemming (zowel intern als extern) nutsbedrijven. Bereikbaarheid percelen zoveel mogelijk handhaven.
inzameling van hemelwater
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 4 Voorwaarden voor de effectieve invulling van de rioleringszorg
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Voorwaarden voor de effe ctieve invulling van de rioleringszorg
Functionele eisen Doelen 6a Het rioleringsbeheer dient zo goed mogelijk te worden afgestemd met 6 Doelmatig andere gemeentelijke taken. beheer en een goed gebruik van de riolering 6b
De gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen.
Maatstaven -
6c
Er dient inzicht te bestaan in de toestand en het functioneren van de riolering. Directe beschikbaarheid en toegankelijkheid van alle rioleringsgegevens.
-
6d 6e
R001-4284338JAS-C02-U
Er dient in nieuwbouw zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzame en milieuvriendelijke materialen. Er dient een klantgerichte benadering te worden nagestreefd.
Meetmethoden
In het GRP moet relatie met overige gemeentelijke taken inzichtelijk worden gemaakt. Op operationeel niveau jaarprogramma’s uitwerken voor infrastructurele werken. Geen illegale aansluitingen. Naleving van vergunningen moet, afhankelijk van de bedrijven, met enige regelmaat worden gecontroleerd. Geen overtreding van lozingsvoorschriften krachtens of bij Wet milieubeheer. Voorlichting gebruikers.
-
Toetsen GRP op genoemde maatstaf Toetsen operationele programma’s op maatstaf
-
Inspecties Steekproefsgewijs controleren van bedrijven
Jaarlijks inspectie van minimaal 5% van de vrijvervalriolen. Maximaal 6 maanden achterstand in de verwerking van revisiegegevens in het geautomatiseerde beheersysteem. Herberekening van de vrijvervalriolering naar behoefte
-
Conform onderzoeksprogramma Conform maatstaf
Toepassing van o.a. het nationale pakket Duurzaam Bouwen. Behandeling van klachten en/of meldingen en een reactie naar de klager binnen twee werkdagen. Storingsdienst is 24 uur bereikbaar voor acute storingen Diverse mogelijkheden voor meldingen en/of klachten (email, internet, post en telefonisch). -
Klachtenregistratie via WFM
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 5 Kwaliteitsstreefbeelden voor vrijvervalriolen in de gemeente Heusden
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 5: Kwaliteitsstreefbeelden voor vrijvervalriolen in de gemeente Heusden Toestandsaspect Functie: waterdichtheid Lekkage Zandinloop Axiale verplaatsing Radiale verplaatsing Hoekverdraaiing inhangende rubberring inhangend voegmateriaal
Waarschuwingsmaatstaf
Ingrijpmaatstaf
3 2 3 2 5 3 3
4,5 3,4,5 4,5 5 5 4,5
Functie: stabiliteit beschadiging aantasting scheuren deformatie
5 3 3 3
4,5 4,5 4,5
Functie: afstroming instekende inlaat wortelingroei aangroei afzetting zand- en vuilophoping obstakels waterdiepte
3 3 3 3 3 3 4,5
5 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 -
Toelichting 1. De toestand, die in riolen wordt aangetroffen door middel van visuele inspectie (bijvoorbeeld tv-inspectie), wordt beschreven middels een systeem van 18 standaard beelden (=toestandsapsecten). Van ieder toestandsaspect is eenduidig de aard gedefinieerd. De mate waarin ieder beeld aanwezig is wordt met een vijf-puntsschaal aangegeven. Het beschrijven van de toestand van een riool vindt middels een genormaliseerd systeem plaats: NEN 3399 “classificatiesysteem bij visuele inspectie van riolen”; 2. Onderscheid wordt gemaakt tussen waarschuwingsmaatstaven en ingrijpmaatstaven. Een waarschuwingsmaatstaf geeft een grenstoestand weer, waarbij nader onderzoek nodig is. Een ingrijpmaatstaf geeft een grenstoestand aan, waarbij ingrijpen in principe noodzakelijk is en maatregelen moeten worden opgesteld.
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 6 Klimaat ontwikkelingen mede in relatie tot het rioleringsbeleid in de gemeente Heusden
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 6: Klimaat ontwikkelingen mede in relatie tot het rioleringsbeleid in de gemeente Heusden
KNMI klimaatscenario’s voor 2100: Nederland wordt natter Het KNMI heeft in het kader van de vierde Nota waterhuishouding (Können et al,1997) onderzoek verricht naar een schatting van een aantal, voor de waterhuishouding van Nederland relevante, klimaatparameters. De resultaten van dit onderzoek zijn als volgt samengevat: Tabel 1
Schatting neerslagparameters onderzoek KNMI, Können et al,1997.
Temperatuur Verwachting
+ 1°C
+ 2°C
centrale schatting bovengrens 2050 2050 centrale ondergrens 2100 schatting 2100
+ 4°C bovengrens 2100
Neerslag jaar
+3%
+6%
+12%
zomer*
+1%
+2%
+4%
winter**
+6%
+12%
+25%
intensiteit (30 min)
+10%
+20%
+40%
lange neerslagperiode winter
+10%
+20%
+40%
* zomerperiode = april t/m september, ** winterperiode = oktober t/m maart. In bovenstaande tabel zijn de verwachtingen aangegeven voor de ontwikkeling van de temperatuurstijging voor de jaren 2050 en 2100. Er is onderscheid gemaakt in een zogenaamde centrale (gemiddelde) verwachting en een boven- en ondergrens. Een temperatuurstijging van o 1 C is bijvoorbeeld een centrale verwachting voor 2050 en een ondergrens voor 2100. Het grillige karakter van neerslag maakt uitspraken over toekomstige ontwikkelingen onzeker. Er is een redelijke wetenschappelijke overeenstemming dat de winterneerslag in Noord-Europa met 5 tot 20% zal toenemen, met name in Scandinavië, maar ook op lagere breedtegraden. In de zomer is de neerslagverandering onzeker. In Zuid-Europa kan de neerslag met meer dan 20% afnemen. Er wordt een toename van zware neerslag en de kans op uitschieters verwacht. Dat geldt zowel op een termijn van dagen als op een termijn van jaren. De hogere temperaturen brengen meer verdamping met zich mee. In de zomer zal de verdamping meer toenemen dan de neerslag, terwijl in de winter de toename van neerslag de overhand heeft. De kans op zomerdroogte neemt toe, met name in Zuid-Europa. Er bestaat een kleine kans op abrupte veranderingen in het klimaatsysteem gebeurt in de 21e eeuw zeer klein. De huidige klimaatmodellen geven aan dat de te verwachten temperatuurstijging in Nederland nagenoeg in de pas loopt met de stijging van de wereldgemiddelde temperatuur, in overeenstemming met de conclusies van hoofdstuk 2 van dit rapport. Uitgaande van de wereldgemiddelde temperatuurprojecties van het ipcc heeft het knmi een drietal klimaatscenario’s ontwikkeld voor het Nederlandse klimaat in het jaar 2100. Deze klimaatscenario’s zijn het uitgangspunt voor verkennende studies van de gevolgen van klimaatverandering voor Nederland en omgeving. Zo wordt het nationale waterbeleid voor de 21e eeuw mede gebaseerd op deze inzichten.
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Basis voor de vormgeving van rioleringsbeleid in de gemeente Heusden Het klimaat is aan het veranderen, er is duidelijk iets aan de hand maar de onzekerheden in de verwachtingen zijn nog erg groot. Tauw heeft in opdracht van het RIZA het project Klimaatontwikkeling en Riolering, Quickscan uitgevoerd. Er zijn forse effecten op het functioneren van rioolstelsels berekend op basis van een klimaatscenario met o temperatuurstijging van 2 C, een soort midden verwachting voor 2100. Momenteel wordt door Tauw gewerkt aan een vervolgproject, dat is gericht op het formuleren van maatregelenstrategieën in samenhang met diverse mogelijk ontwikkelingen aan het (afval)watersysteem tot 2050. Het doel een aantal mogelijke strategien te beoordelen op kosten-effectivteit van maatregelen voor zowel de korte en langere termijn. Context Belangrijk punt in het omgaan met het veranderende klimaat is de context van de veranderingen aan het Stedelijke (afval)watersysteem in de komende jaren. De snelle toename van het afvoerend oppervlak door het verharden van voor en achtertuinen rond de woning is qua effect vergelijkbaar met de toename van neerslag in 2050 -2100. Speelruimte De opbouw en het functioneren van het huidige rioolstelsel is voor een belangrijk deel bepalend voor de speelruimte van een strategie richting klimaatontwikkeling. Een rioolstelsel met duidelijke ’water op straat’ knelpunten en waarin bovendien ook overstorten worden opgeheven kan niet zinvol worden doorgerekend met duidelijke extremere buien. Veiligheid De controle van het functioneren van het rioolstelsel dient op doelgerichte wijze te worden uitgevoerd om de echte knelpunten op te sporen, dit gaat duidelijk verder dan de traditionele beoordeling van water op straat. Wij stellen voor een benadering te kiezen waarbij minimaal de hoofdtrajecten in het systeem worden gedimensioneerd met een grotere veiligheid. Neerslag Voor de controleberekeningen kan gebruik worden gemaakt van aangepaste gebeurtenissen of een testreeks van 1 jaar. Tauw heeft voor optimalisatiestudies een speciaal testjaar ontwikkeld waarbij de gewenste afvoercapaciteit van het rioolstelsel effectief kan worden afgewogen tegen het minimaliseren van de vuiluitworp. In het kader van de genoemde Quickscan is dit testjaar doorontwikkeld op basis van de specificaties van A2 klimaatscenario (KNMI). Beleid en maatregelen Richting beleid is het een opgave om de mogelijke keuzes en consequenties daarvan op een heldere en verantwoorde manier neer te zetten. Een weg die daarin gekozen kan worden is het uitwerken van 3 uiteenlopende maatregelenscenario’s, waarbij er bijvoorbeeld een afweging wordt gemaakt tussen het realiseren van randvoorziening versus het opkrikken van de berging en afvoercapaciteit van hoofdtrajecten in het stelsel. Daarbij kan ook een afweging worden gemaakt richting het afkoppelen van regenwater. Een orginele aanpak kan worden gezocht in het realiseren van leidingen die op de korte termijn worden uitgevoerd als extra capaciteit voor het gemengde stelsel en op langere termijn deel gaan uitmaken van een regenwaterstructuur. Aan de verschillende scenarios zijn specifieke tijdpaden gekoppeld die vooral qua duur meer of minder acceptabel kunnen zijn.
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 7 Saneringsplan ongezuiverde afvalwaterlozingen
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 8 Overzicht objectgerichte maatregelen in de vrijvervalriolering 2003-2012
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Riolen die in aanmerking komen voor vervanging/renovatie/reparatie waardering tussen 358-250
Vlijmen
Drunen
Heusden
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
BAARSTRAAT Deken va BAARSTRAAT Deken va MOERBEISTRAAT AKKER de AKKER de BORREDREEF CATHARINASTRAAT Sin CATHARINASTRAAT Sin JULIANASTRAAT (V) MELIESTRAAT PRINSENSTRAAT Meest HOUTSTRAAT Meester HOUTSTRAAT Meester HOUTSTRAAT Meester ARCKELSTRAAT van HAESTRECHTSTRAAT Va HEYDENSTRAAT Burgem HEYDENSTRAAT Burgem HEYDENSTRAAT Burgem HULSTSTRAAT IRENESTRAAT Prinses IRENESTRAAT Prinses KLIMOPSTRAAT LIJSTERBESSTRAAT (D MAURITSSTRAAT Prins MEIDOORNSTRAAT (D) OLMSTRAAT OUDE SCHOOLSTRAAT ( PLATAANPLEIN PRUNUSSTRAAT SCHOOLSTRAAT (D) SCHOOLSTRAAT (D) SCHOOLSTRAAT (D) WILGENSTRAAT (D) WILHELMINASTRAAT (D EIKSTRAAT GROTESTRAAT (D) GROTESTRAAT (D) LAURIERSTRAAT LINDESTRAAT HOGENDORPSTRAAT Van TORENSTRAAT (D) TORENSTRAAT (D) TORENSTRAAT (D) TORENSTRAAT (D) VONDELLAAN Joost v. WOLGAPLANTSOEN
BEATRIXSTRAAT BERNHARDSTRAAT CHRISTINASTRAAT DEELENSTRAAT van GOCHSTRAAT Everardu OOSTERS de TULLENSSTRAAT VEROLMESTRAAT Corne VEROLMESTRAAT Corne
2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 4 3 3 3 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 11 12 13 13 13 13 13 14 14 14 14 14 14 14
36 36 36 36 36 36 36 36 36
2158 2135 2095 3110 3113 3082 3067 3124 3142 3822 4021 3096 3085 3096 110334 110181 110089 110090 110094 110070 110213 110193 110035 110104 110190 110110 110095 110082 110099 110027 110143 110154 110084 110040 110349 130458 130405 130406 130481 130453 140729 141009 141010 141017 141008 141008 141139
-
2159 2136 2096 3111 3114 3083 3135 3135 3329 3844 4022 3097 3097 3106 110336 110335 110090 110091 110149 110071 110228 110210 110036 110105 110191 110163 110149 110083 110100 110028 110144 110155 110150 110044 121571 130459 130406 130414 130482 130455 140730 141010 141011 141026 141009 141533 141141
336125 336133 336138 336227 336076 336236 336096 336080 336077
-
336126 336134 336139 336228 336077 336237 336097 336081 336078
600 R_TV 600 R_TV 300 R_TV 300 R_TV 300 R_TV 300 R_TV 250 R_TV 250 R_TV 300 R_TV 300 R_TV 400/ 600 R_TV 250 R_TV 250 R_TV 250 R_TV 250 /375 R_TV 250 /375 R_TV 250 /375 R_TV 300 /450 R_TV 350 /525 R_TV 200 R_TV 300 R_TV 300 R_TV 300 R_TV 300 /450 R_TV 250 /375 R_TV 250 /375 R_TV 300 /450 R_TV 200 R_TV 300 /450 R_TV 300 R_TV 250 /375 R_TV 250 /375 R_TV 200 R_TV 300 R_TV 400 R_TV 300 R_TV 200 R_TV 200 R_TV 300 R_TV 300 R_TV 400 R_TV 500 R_TV 500 R_TV 500 R_TV 500 R_TV 300 R_TV 300 R_TV
300 R_TV 300 R_TV 300 R_TV 300 R_TV 300 R_TV 300 R_TV 400 R_TV 300 R_TV 300 R_TV
250 256 262 254 254 254 278 278 266 262 264 203 200 180 324 350 280 280 280 254 288 306 290 264 280 308 280 358 290 280 288 306 358 254 324 306 262 306 280 306 254 272 272 272 276 282 254
254 254 264 254 264 254 254 264 268
1955
opmerking
lengte 45
1955
40
1969
35
1967
43
1967
24
1963
50
1955
52
1955
45
1960
40
1971
34
1960
41
1963
37
1963
31
1963
12
1970
36
1960
44
1958
43
1958
43
1958
29
1961
86
1958
49
1960
53
1962
44
1961
48
1958
101
1961
49
1961
68
1959
36
1961
52
1962
45
1959
54
1959
50
1959
78
1967
50
1972
95
1970
48
1959
37
1959
34
1970
46
1967
35
1970
43
1960
43
1960
50
1960
40
1960
47
1960
5
1984
41
1962
46
1962
26
1962
44
1980
52
1957
30
1981
6
1968
80
1957
29
1957
29 2493
RP=REPAREREN / DEELRENOVEREN RE=RENOVEREN VV=VERVANGEN
R001-4284338JAS-C02-U
RE RE RP RP RP RP VV VV RE RP RP VV VV VV RP RP VV VV VV RP RE RE RE RE RE RE RE VV RP RP VV VV VV RP RP RP VV VV RP RE RP RE RE RE RE RP RP
gerepareerd2002
VV
RE vervangen 2002 RE vervangen 2002 RE vervangen 2002 VV VV VV
VV RP vervangen 2002 vervangen 2002 RE vervangen 2002 vervangen 2002
VV
RE RP RE VV RE VV RP RP RP RE RP RP
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 9 Overzicht systeemgerichte maatregelen in de vrijvervalriolering 2004
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Nog uit te voeren maatregelen conform het Gemeentelijk RioleringsPlan Heusden - 2 in de diverse kernen per 1 januari 2004.
DRUNEN Aanleg overstort Venne-west 3 Aanleg interne overstorten/werventielen Grotetraat / W. Alexanderstraat
ELSHOUT Aanleg riolering d'Oultremontweg (het veilingterrein)
VLIJMEN-NIEUWKUIJK Aanleg riolering Vlaamsche Hoeven (fietspad)
o 700 mm
Aanleg riolering v.d. Venstraat e.o.
o 700/900 mm ca. 92 m
ca. 250 m
Vergroting riolering Wolput
o 500 mm
ca. 326 m
(18)
Verbetering riolering Onsenoortsestraat
o 800 mm
ca. 15 m
(106)
Opheffen overstort Nieuwkuijksestraat
(1029)
Opheffen overstort Venbroekstraat
(1038)
Vervanging gemaal Tunnelweg Aanleg overstort Priemsteeg Aanleg riolering best. Vijfhoeven IV
o 900 mm
(1)
Aanleg overstort Vijfhoeven IV
(3918)
HAARSTEEG Aanleg riolering Pat v.d. Elsenstraat
o 300 mm
ca. 22 m
(25)
Vergroting riolering M.v. Eschstraat / Ipperhoeve / o 500 / 600 / ca. 138 / 105 (24 / 20 / 21) M. Prinsenstraat 700 mm / 68 m Vergroting c.q afkoppelen riolering o 4/5/600 mm ca. 1051m (26/27/28) Haarsteegsestraat Vervanging gemaal De Hoeve Aanleg overstort Kavelingweg Aanleg riolering Kavelingweg
(23) o 300 / 600 / 800 mm
ca. 33 / 84 / (23) 74 m
Vergroting riolering div. locaties Oudheusden
0 600 mm
ca. 150 m
Aanleg riolering div. locaties Oudheusden
0 300/600 mm ca. 70 m
Aanleg randvoorziening t.h.v. van Deelenstraat
340 m3
OUDHEUSDEN
Aanpassen div. overstorten Oudheusden/vesting Heusden.
HERPT Gemaal Luttelherpt verhogen naar 25m³/h Afkoppelen div. locaties Herpt
Overige Roolvervanging naar aanleiding van inspectieresultaten Totaal bedrag
R001-4284338JAS-C02-U
6.116.000,00
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 10 Overzicht belangrijkste financiële gegevens
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Overzicht belangrijkste financiële gegevens 1. Rioolrechtberekening (basisscenario) voor de periode 2004-2013 Totaal aantal aansluit.
Jaar
2004 17650
2005 17957
2006 18137
2007 18317
2008 18497
2009 18677
2010 18857
2011 19037
2012 19217
2013 19397
INVESTERINGEN excl. inflatie rioolvervanging maatregelen basisinspanning gemalen bk gemalen mech/elec persleidingen drukriool bouwkundig drukriool pompen randvoorzieningen aansluiten buitengebied Totaal investering (excl.inflatie)
1000 7991 0 88 0 0 14 0 2146 11239
1000 0 0 115 0 0 0 0 0 1115
1000 0 0 61 0 0 0 0 0 1061
1000 0 0 6 0 0 0 0 0 1006
1000 0 0 80 0 0 40 0 0 1120
1000 0 0 126 0 0 7 0 0 1133
1000 0 0 146 0 0 0 0 0 1146
618 0 0 0 0 0 0 0 0 618
690 0 0 0 0 0 0 0 0 690
763 0 0 37 0 0 11 0 0 811
KAPITAALLASTEN excl. inflatie rioolvervanging maatregelen basisinspanning gemalen bk gemalen mech/elec persleidingen drukriool bouwkundig drukriool pompen randvoorzieningen aansluiten buitengebied kapitaalslasten u.h. verleden Totaal kapitaallasten
66 531 0 6 0 0 1 0 143 960 1707
133 531 0 13 0 0 1 0 143 928 1749
199 531 0 18 0 0 1 0 143 896 1788
266 531 0 18 0 0 1 0 143 864 1822
332 531 0 23 0 0 4 0 143 832 1865
399 531 0 32 0 0 4 0 143 800 1908
465 531 0 41 0 0 4 0 143 768 1952
506 531 0 41 0 0 4 0 143 736 1961
552 531 0 41 0 0 4 0 143 704 1975
603 531 0 44 0 0 5 0 143 672 1997
EXPLOITATIELASTEN excl. inflatie reinigen & periodiek onderhoud rioolinspectie overige exploitatieposten onderzoek kostenplaatsen Totaal exploitatie Totaal lasten
219 25 49 156 236 685 2392
219 25 49 50 236 579 2328
219 25 49 50 236 579 2366
219 25 49 50 236 579 2401
219 25 49 50 236 579 2444
219 25 49 50 236 579 2487
219 25 49 50 236 579 2531
219 25 49 50 236 579 2540
219 25 49 50 236 579 2554
219 25 49 50 236 579 2576
136
130
130
131
132
133
134
133
133
133
17650 113 1994 83 0 1994
17957 113 2029 87 0 2029
18137 113 2049 87 0 2049
18317 113 2070 86 0 2070
18497 113 2090 86 0 2090
18677 113 2111 85 0 2111
18857 113 2131 84 0 2131
19037 113 2151 85 0 2151
19217 113 2172 85 0 2172
19397 113 2192 85 0 2192
-397 280 4740
-299 276 4717
-317 274 4674
-331 271 4613
-354 266 4526
-377 260 4410
-400 253 4262
-389 244 4117
-383 236 3970
-384 227 3813
11923 1994 -9929
1694 2029 335
1640 2049 410
1585 2070 485
1699 2090 392
1712 2111 398
1725 2131 406
1197 2151 954
1268 2172 903
1390 2192 802
Benodigd (EUR/aansl) BATEN (EUR *1000) Aantal aansluitingen Voorstel (EUR/aansl.) Berekende rioolbel. Dekkingspercentage (%) Overige opbrengsten Totaal opbrengsten Opbrengsten - lasten Rentebedrag Saldo Reserve CASH-FLOW (EUR *1000) Uitgaven Inkomsten Inkomsten - uitgaven
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Bijlage 11 Reacties van externe instanties
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
In deze bijlage is de schriftelijke reactie opgenomen van Rijkswaterstaat. Op 21 januari 2004 heeft een ambtelijk overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van Waterschap Aa en Maas. Het verslag van dit overleg is in deze bijlage opgenomen. Aan
Gemeente Heusden Afdeling CCT t.a.v. dhr. O. van Limburg Postbus 10000 5256 ZZ Heusden Contactpersoon
Doorkiesnummer
I. Gorlee
010-4026403
Datum
Bijlage(n)
8 januari 2004
-
Ons kenmerk
Uw kenmerk
AWE/2004
-
Onderwerp
Advies met betrekking tot het Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004-2008
Op 8 december 2003 heb ik van u het (definitief) concept GRP ontvangen van de gemeente Heusden voor de periode van 2004-2008. In uw brief verzoekt u mij als wettelijk adviseur een reactie te geven over dit plan. Rijkswaterstaat beoordeelt het GRP, als zijnde de waterkwaliteitsbeheerder van de Rijkswateren, op de onderstaande onderwerpen: 1. Basisinpanning 2. Waterkwaliteitsspoor 3. Riooloverstorten 4. Ongezuiverde lozingen in het buitengebied 5. Wvo-vergunningverlening 6. Preventieve maatregelen 7. Overige maatregelen 8. Planvorming Op 8 januari 2004 heeft mevr. I. Gorlee telefonisch contact met u gehad over het genoemde plan. Hieronder volgt ons advies puntsgewijs: 1) Basisinspanning Geen opmerkingen. 2) Waterkwaliteitsspoor Geen opmerkingen. 3) Riooloverstorten In uw gemeente zijn geen overstorten, of overige lozingspunten, welke op de Bergsche Maas lozen. 4) Ongezuiverde lozingen in het buitengebied
R001-4284338JAS-C02-U
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Het beleid in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) is erop gericht ongezuiverde lozingen danwel deels gezuiverde lozingen op oppervlaktewater te beëindigen door afvoer van afvalwater via het centrale gemeentelijk rioolstelsel naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi). Deze beleidslijn wordt zowel in de richting van de beleidsplannen als in de Wvo-vergunningverlening consequent gevolgd. In het GRP wordt aangegeven dat thans nog 14 woningen en/of bedrijven in het buitengebied gelegen zijn die niet zijn aangesloten op het rioolstelsel, maar lozen op de Bergsche Maas. Met de gemeente is overleg gevoerd over de 14 lozingen van de panden aan de Bakkersdam. Afgesproken is dat het huishoudelijke afvalwater van de panden, als ook de first flush van Bakkersdam no. 5-7, aangesloten wordt op mechanische riolering voor 1 januari 2005, indien de praktische uitvoering dit toelaat. Indien er sprake is van een nieuwe lozing zal de aanvraag getoetst worden aan de AMvB “Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater” waarin is aangegeven dat nieuwe lozingen op oppervlaktewater in principe niet worden toegestaan. Het bovenstaande geldt eveneens voor de huishoudelijke lozingen afkomstig van reeds afgemeerde woonschepen. Ten aanzien van nieuwbouw in niet gerioleerde gebieden verzoek ik u om geen bouwvergunning af te geven voordat er duidelijkheid is over inzameling en zuivering van het afvalwater. 5) Wvo-vergunningverlening U heeft aangegeven dat er geen directe lozingen vanuit het rioolsysteem op oppervlaktewater plaatsvinden. Momenteel is een vergunning in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewater daarom niet nodig. 6) Preventieve maatregelen Geen opmerkingen. 7) Overige maatregelen Geen opmerkingen. 8) Planvorming Geen opmerkingen. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen met mevr. Ing. I. Gorlee (tel. 010-402 6403) van de afdeling AWE. Hoogachtend, DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT, namens deze, DE HOOFDINGENIEUR-DIRECTEUR, namens deze, het hoofd van de afdeling Emissies, drs. M. de Bruijn
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
BESPREKINGSRAPPORT
Datum: 27 januari 2004
Gez afd.hoofd: Projectnr: Besteknr:
Archief: Datum bespreking 21 januari 2004
Plaats bespreking
Aanwezigen extern: Naam, voorletters: H. Rappard E. Muller H. Stolker
Namens: Waterschap Aa en Maas Waterschap Aa en Maas Ingenieursbureau Tauw
Aanwezigen intern: Naam, voorletters: T. Jobsen O. van Limburg
Namens: gemeente Heusden gemeente Heusden
gemeentehuis te Vlijmen
Onderwerp Gemeentelijk Rio leringsplan 20042008 Opgemaakt door:
O. van Limburg
Omschrijving
Opening De gemeente Heusden heeft op 8 december 2003 het waterschap Aa en Maas een concept ontwerp GRP 2004-2008 gestuurd. Naar aanleiding van vragen over dit ontwerp GRP is dit overleg gepland. Vragen Blz 6
bovenste alinea: overleg WS noodzakelijk Hieraan wordt toegevoegd dat bij eventuele wijzingen in het beleid overlegt zal worden met het Waterschap Ws De Maaskant wordt gewijzigd in Ws Aa en Maas
Blz 10 Bijlage 1 reeds beschikbaar? De bijlage is bijgevoegd bij dit verslag Blz 17 3.3.2. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt toegevoegd de Watertoetsprocedure Blz 19 3.4.2. Heusdense kwaliteit, welke maatstaaf? De maatstaaf wordt beschreven in bijlage 5 en wordt getoetst volgens de NEN 3399
R001-4284338JAS-C02-U
Actie door
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
Alle gemalen op telemetrie, overstortmetingen ook? Daar waar de overstorten dicht bij de gemalen liggen zullen deze worden aangesloten op de gemaalcomputer (b.v. bij randvoorzieningen). De overige overstortmetingen worden uitgevoerd met losse tellers. Blz 20 BRB Drunen is nog niet afgerond Wordt aangepast naar voorjaar 2004 Gescheiden principe: hier wordt geen genoemd en op blz 13 6% De 6% slaat op verbeterd gescheiden stelsel. Dit zal verduidelijkt worden in het GRP Optimalisatie afvalwatersysteem: Zin ‘Het functioneren…?? Deze zin wordt aangepast Blz 21 Maatregelen emissiespoor: planning, middelen Ten aanzien van de maatregelen in het kader van het emissiespoor word de planning van het GRP-2 aangehouden. Dit betekent dat deze 1-1-2005 gereed zijn. In dit GRP zijn de benodigde middelen daarvoor meegenomen. Blz 22 Aansluitvergunning Ws De Maaskant heeft nog geen aansluitvergunning verlangd van de gemeente. De aansluitvergunning zal uit het GRP gehaald worden. Blz 25 5e zin: Afkoppelen -> Afkoppelen van verhard oppervlak Waterkwaliteit die de burgers van Heusden wensen -> Deze zin wordt aangepast / verwijderd Ontwikkelen beleid afkoppelen De gemeente Heusden kiest ervoor om het afkoppelen alleen uit te voeren indien er overige maatregelen aan het riool uitgevoerd dienen te worden. Bijvoorbeeld: vervanging van riolering, maatregelen in het kader van het waterkwaliteitspoor en maatregelen in het kader van de klimaatontwikkeling. Omdat over de twee laatste maatregelen nog geen inzicht is in wat er dient te gebeuren zal voorlopig alleen afgekoppeld worden bij rioolvervanging. In het bodembeleidsplan is beleid opgenomen over wanneer er wel en wanneer er niet geïnfiltreerd mag
Gemeentelijk Rioleringsplan Heusden 2004 t/m 2008, ontwerp
worden in de bodem. Blz 28 Tabel 4.3 is nog niet volledig De tabel is wel volledig, maar geeft alleen de bedragen aan die extra op de huidige begroting komen. Blz 30 De inspectieresultaten toetsen aan landelijke norm De inspecties worden uitgevoerd conform de NPR 3398 en NEN 3399. De gemeente Heusden heeft zijn eigen kwaliteitsmodel -> Bijlage 5 Blz 31 Par. Inzamelstelsel voor regenwater Bij 2% wordt de doelstelling niet gehaald. Dit klopt voor argumentering zie antwoord bij Ontwikkelen beleid afkoppelen. Blz 34 Tabel 5.1 Maatregelen basisinspanning Deze kosten staan onder de systeemgerichte maatregelen Blz 37 5.5 2. Hydraulogisch neutraal Eerst wordt er onderzoek gedaan naar de effecten van de klimaatverandering. Daarna zal er beleid ontwikkeld worden. 5.5 3. WKS niet? De kosten als gevolg van het waterkwaliteitsspoor worden pas meegenomen wanneer bekend is welke maatregelen genomen moeten worden. Wordt het rioolrecht bij de jaarlijkse evaluatie meegenomen? Ja, inderdaad, al zal dat niet altijd gelijk hoeven te leiden tot een aanpassing van het rioolrecht. Blz 45 3e bolletje Afkoppelen -> Afkoppelen van verhard oppervlak Blz 46 Het waterschap betreurt het dat de bouwverordening niet aangepast is. Blz 48 Het waterschap vraagt of er in de toekomst nog een waterplan opgesteld wordt. Vooralsnog heeft het college besloten het niet te doen. Er is ruimte binnen het GRP om een watervisie / plan op te stellen.
R001-4284338JAS-C02-U
Beleidsnota verlenging GRP Heusden Periode 2009-2010
Gemeente Heusden 31 juli 2009 Definitief rapport 9V0980.A0
A COMPANY OF
HASKONING NEDERLAND B.V. INFRASTRUCTUUR & TRANSPORT
Barbarossastraat 35 Postbus 151 6500 AD Nijmegen +31 (0)24 328 42 84 +31 (0)24 360 95 66
[email protected] www.royalhaskoning.com Arnhem 09122561
Documenttitel
Beleidsnota verlenging GRP Heusden Periode 2009-2010
Verkorte documenttitel
Beleidsnota verlenging GRP Heusden
Status
Definitief rapport
Datum
31 juli 2009
Projectnaam
Beleidsnota verlenging GRP
Projectnummer
9V0980.A0
Opdrachtgever
Gemeente Heusden
Referentie
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm
Auteur(s)
Ir. T.H. Dijkstra / Ir. J.T. Vleeshouwers
Collegiale toets Datum/paraaf Vrijgegeven door Datum/paraaf
Ir. J.T. Vleeshouwers ………………….
………………….
Ir. H. Herbermann ………………….
………………….
Telefoon Fax E-mail Internet KvK
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
INLEIDING
1
2
STAND VAN ZAKEN GRP 2004-2008 2.1 Stand van zaken in relatie tot het toetsingskader GRP 20042008 2.2 Overige aspecten van het rioleringsbeleid 2.3 Beleidswijziging onderzoekstrategie
3 3 8 9
3
SAMENHANGEN 3.1 Wet gemeentelijke watertaken 3.1.1 Afvalwaterzorgplicht 3.1.2 Hemelwaterzorgplicht 3.1.3 Grondwaterzorgplicht 3.2 Waterplan Heusden
11 11 12 13 14 15
4
BEHEER RIOOLSTELSEL HEUSDEN 2009/2010
17
5
INVESTERINGEN RIOOLSTELSEL HEUSDEN 2009/2010
21
6
FINANCIËLE ASPECTEN 6.1 Tarief rioolheffing 2010 6.2 Heffingsverordening
25 25 25
BIJLAGEN: Bijlage 1: Stand van zaken systeemgerichte maatregelen.
Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm -i-
31 juli 2009
A COMPANY OF
1
INLEIDING In 2003/2004 is het GRP 2004-2008 opgesteld waarin het beleid is verwoord voor de gemeentelijke zorgplicht voor doelmatige inzameling en transport van afvalwater. Het GRP 2004-2008 was wettelijk gezien gebaseerd op artikel 10.33 van de Wet Milieubeheer. “ elke gemeente draagt zorg voor de doelmatige inzameling en het doelmatig transport van afvalwater dat vrijkomt bij de binnen haar grondgebied gelegen percelen ” Het beleid en de wetgeving rondom inzameling van afvalwater, hemelwater en grondwater is de afgelopen jaren in ontwikkeling geweest wat heeft geleid tot de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke Watertaken die per 1 januari 2008 in werking is getreden. Hierin zijn drie nieuwe zorgplichten gedefinieerd: De zorgplicht voor (stedelijk) afvalwater; De zorgplicht voor hemelwater; De zorgplicht voor grondwater. De oude gemeentelijke zorgplicht voor de doelmatige inzameling en het transport van afvalwater zoals wettelijk vastgelegd in 1993 is met de komst van de nieuwe zorgplichten komen te vervallen. De zorgplicht afvalwater is in wezen een voortzetting van de oude zorgplicht. De hemelwaterzorgplicht en grondwaterzorgplicht zijn nieuw. De wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken is doorvertaald in de Wet Milieubeheer en de wet op de waterhuishouding. Alle gemeenten moeten volgens de wet uiterlijk vóór 2013 beschikken over een verbreed GRP dat voldoet aan de nieuwe vereisten. Gemeente Heusden is in mei 2009 gestart met het opstellen van een verbreed GRP en het uitwerken van een aantal onderleggers voor dit plan die afgestemd zijn op beleid dat is opgenomen in het waterplan Heusden. Dit verbreed GRP zal naar verwachting medio 2010 kunnen worden vastgesteld. Het nieuwe vGRP zal worden gemaakt voor de planperiode 2011-2015. Voor de periode 2009-2010 is besloten het oude GRP 2004-2008 met twee jaar te verlengen. Het rioleringsbeleid dat in deze periode wordt gevoerd is in deze beleidsnota verlenging GRP Heusden periode 2009-2010 beschreven. Hiermee wordt enerzijds voldaan aan de wettelijke verplichting om over een GRP te beschikken anderzijds wordt verantwoording afgelegd over het rioleringsbeleid dat de afgelopen jaren is gevoerd en over het beleid dat in 2009 en 2010 zal worden gevoerd. De verbreding van de zorgplichten komt in deze beleidsnotitie dus nog niet aan de orde omdat daarvoor momenteel een aantal bouwstenen nog ontbreken. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de beleidsvoornemens zoals opgenomen in het GRP 2004-2008. De nieuwe wetgeving zoals hierboven op hoofdlijnen verwoord alsmede de samenhang met het waterplan Heusden worden in hoofdstuk 3 verder toegelicht. Hoofdstuk 5 gaat in op het beheer van het rioolstelsel van Heusden voor de periode 2009-2010. De voorziene investeringen voor 2009/2010 komen in hoofdstuk 6 aan bod. Hoofdstuk 7 gaat tot slot in op de ontwikkeling van het tarief in 2010 in relatie tot kostendekking. In het vGRP zal dit aspect verder worden uitgediept, waarbij tevens een doorkijk zal worden gemaakt over een langere tijdshorizon. Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm -1-
31 juli 2009
A COMPANY OF
2
STAND VAN ZAKEN GRP 2004-2008 In het GRP 2004-2008 is de kwaliteit van de rioleringszorg uitgewerkt via een toetsingskader waarbij de volgende 6 doelen leiden waren: 1) Doelmatig inzamelen van het binnen gemeentelijk grondgebied geproduceerd afvalwater; 2) Doelmatig inzamelen van hemelwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de lokale waterhuishouding; 3) Doelmatig transport van het ingezamelde water naar een geschikt lozingspunt; 4) Het voorkomen van ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en grondwater; 5) Het voorkomen van overlast voor de omgeving; 6) Doelmatig beheer en goed gebruik van de riolering. De doelen zijn via functionele eisen, maatstaven en meetmethoden verder uitgewerkt tot een toetsingskader. Voor nadere informatie over de uitwerking van het toetsingskader wordt verwezen naar paragraaf 2.4.2 van het GRP 2004-2008. De stand van zaken met betrekking tot het rioleringsbeleid wordt in de paragrafen 2.1. en 2.2 behandeld. Paragraaf 2.1 gaat in op de stand van zaken in relatie tot de in het toetsingskader benoemde functionele eisen. Paragraaf 2.2 gaat in op een aantal andere aspecten die relevant zijn voor het rioleringsbeleid zoals dat de afgelopen jaren is gevoerd. Paragraaf 2.3 behandelt enkele beleidswijzigingen die voor het komende jaar nodig zijn. Het GRP 2004-2008 ligt ter inzage.
2.1
Stand van zaken in relatie tot het toetsingskader GRP 2004-2008
De navolgende uitsnedes geven per functionele eis weer hoe het beleid in de afgelopen jaren is vormgegeven en wat halverwege 2009 de stand van zaken is. De functionele eisen zijn via het nummer gerelateerd aan de hierboven aangegeven doelen. Functionele eis 1a Alle percelen op het gemeentelijke gebied waar afvalwater vrijkomt, moeten van een rioolaansluiting zijn voorzien, uitgezonderd situaties waar lokale benadeling doelmatiger is. In 2004 waren nog 127 panden niet aangesloten op de riolering waarvan 5 binnen de bebouwde kom en 122 buiten de bebouwde kom. Het voornemen was deze lozingen voor 1 januari 2005 te saneren. Stand van zaken -> Inmiddels heeft de gemeente per 1 januari 2009 slechts 27 panden niet aangesloten op de drukriolering. Bij 4 van deze woningen zijn geen voorzieningen getroffen. Bij de overige 23 is (druk-)riolering aangelegd maar hebben de bewoners nog niet aangesloten. In 2010 zal worden nagegaan wat de oorzaken hiervan zijn zonodig in overleg met handhaving. De meeste ongezuiverde lozingen in het buitengebied zijn aangesloten op drukriolering slechts 3 panden zijn voorzien van zogenaamde IBA’s (Individuele Behandelingsinstallatie Afvalwater), waaronder 2 via sceptic tanks. Het saneren van de resterende ongezuiverde lozingen in 2010 wordt geraamd op € 20.000,-.
Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm -3-
31 juli 2009
Functionele eis 2a Het hemelwater waarvan we ons willen ontdoen, moet via een bovengronds en/of ondergronds stelsel van goten, greppels en / of leidingen worden ingezameld en worden geloosd in het lokale watersysteem (grond- of oppervlaktewater) Bovenstaande functionele eis is de afgelopen jaren ingevuld door bij nieuwe in- en uitbreidingen te eisen dat hemelwater en afvalwater zoveel mogelijk worden ontvlochten. Daarnaast zijn rioolvervangingsprojecten aangegrepen om hemelwater te scheiden van afvalwater en is aangegeven dat het wenselijk was inzicht te krijgen in de mogelijkheden voor ontvlechting van hemelwater en afvalwater in verband met klimaatontwikkelingen en het waterkwaliteitsspoor (WKS). De functionele eis heeft tevens aandacht gekregen in de onderzoeksstrategie van het GRP via het waterplan en het opstellen van een afkoppelkansenkaart. Stand van zaken in- en uitbreidingen -> Uitgevoerd zoals opgenomen in GRP. Stand van zaken rioolvervangingen -> Uitgevoerd zoals opgenomen in GRP, waar mogelijk is bij rioolvervangingen werk met werk gemaakt en verhard oppervlak afgekoppeld. Stand van zaken inzicht WKS en klimaatontwikkelingen -> Nog niet uitgewerkt, voorzien in de komende jaren. Stand van zaken afkoppelkansenkaart -> Nog niet uitgevoerd voorzien in 2009/2010 in het kader van projecten waterplan. Functionele eis 2b De instroming in riolen en kolken dient ongehinderd plaats te vinden. Via het reguliere dagelijks beheer (kolkenzuigen) is deze eis ingevuld. Stand van zaken -> Uitgevoerd zoals opgenomen in GRP. Functionele eis 3a de afvoercapaciteit moet op alle plaatsen voldoende zijn om bij droogweer het aanbod van afvalwater te verwerken Uit het reguliere dagelijks beheer blijkt dat er geen problemen zijn. Stand van zaken -> Uitgevoerd zoals opgenomen in GRP.
Beleidsnota verlenging GRP Heusden Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm -4-
31 juli 2009
Functionele eis 3b de afvoercapaciteit van de riolering moet voldoende zijn om het aanbod van afvalwater bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd in bijzondere omstandigheden In de onderzoeksstrategie van het GRP is hieraan aandacht gegeven. In 2008 is gestart met controleberekeningen (BRP Vlijmen en ontwerpberekeningen voor de rioolstelsels van Haarsteeg en de Burgemeesterswijk) om de afvoercapaciteit van het rioolstelsel te toetsen. Deze berekeningen worden vastgelegd in het BRP Vlijmen (gereed in 2009 / 2010). Stand van zaken -> In uitvoering. Functionele eis 3c het afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de zuiveringsinrichting te bereiken Uit het reguliere dagelijks beheer blijkt dat er weinig problemen zijn. Aandacht verdienen de invoerpunten van drukriolering op het gemengde rioolstelsels. Het is bekend dat op enkele van deze punten stankoverlast door H2S-vorming en aantasting van de vrijvervalriolering plaats vind. Stand van zaken -> Uitgevoerd zoals opgenomen in GRP. Functionele eis 3d de afstroming dient gewaarborgd te zijn. Uit het reguliere dagelijks beheer blijkt dat er geen problemen zijn. Het beheer van interne overstorten en wervelventielen verdient nadere aandacht omdat deze lokaties gevoelig zijn voor verstopping. Stand van zaken -> Uitgevoerd zoals opgenomen in GRP. Functionele eis 3e de objecten van de riolering, die niet ook de functie van regulering van het grondwaterpeil hebben, dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid intredend grondwater (lekwater) beperkt blijf. Uitgewerkt op basis van rioolinspecties in het rioolbeheerplan 2007-2012 via een vervangings-, renovatie- en reparatieplan. Stand van zaken -> In uitvoering. Functionele eis 4a de vervuilingsgraad van de riolering dient acceptabel te zijn Uit het reguliere dagelijks beheer blijkt dat er geen problemen zijn. Alle riolen zijn opgenomen in een indicatief reinigings- en inspectieplan dat onderdeel uitmaakt van het rioolbeheerplan 2007-2012. Stand van zaken -> Uitgevoerd zoals opgenomen in GRP.
Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm -5-
31 juli 2009
Functionele eis 4b de vuiluitworp voor overstortingen op oppervlaktewater en in de bodem dient beperkt te zijn. Uitgewerkt in het GRP via een overzicht van systeemgerichte maatregelen waarmee de gemeente aan haar wettelijke verplichting (realiseren van de basisinspanning) zou voldoen (zie bijlage 9 GRP 2004-2008). Stand van zaken -> De stand van zaken is opgenomen in bijlage 2.
Functionele eis 4c de vuiluitworp door regenwaterlozingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. Geen concreet beleid geformuleerd bij deze eis in het GRP 2004-2008. In het vGRP dient aandacht te worden besteed aan het vormgeven van het beleid voor lozingen van regenwater op oppervlaktewater, de Optimalisatie Afvalwater Systeem studie (OAS) en de stroomgebiedbeheerplannen die vanuit de KRW vormen daarbij onder andere de uitgangspunten. Functionele eis 4c de objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid uittredend rioolwater beperkt blijft. Zie functionele eis 3e.
Functionele eis 5a de bedrijfszekerheid van gemalen en andere objecten dient in voldoende mate gewaarborgd te zijn Uitgewerkt in de onderhouds- en onderzoeksstrategie van het GRP. Uit het reguliere dagelijks beheer blijkt dat er weinig problemen zijn, wel is het wenselijk het beheer van gemalen in een hoofdrioolgemalenplan verder te structureren. Stand van zaken -> Uitgevoerd zoals opgenomen in het GRP.
Functionele eis 5b de waterdichtheid en stabiliteit van de riolen moet zodanig zijn dat calamiteiten (instortingen) zich niet voordoen. Zie functionele eis 3e.
Functionele eis 5c de riolering dient zodanig te worden ont- en belucht dat overlast door stank wordt voorkomen. Uit het reguliere dagelijks beheer blijkt dat er nauwelijks problemen zijn. Bij de invoerpunten van drukrioolsystemen op vrijvervalrioolstelsels zijn H2S metingen uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat op een aantal invoerpunten als gevolg van H2Svorming in drukrioolstelsels, H2S vrijkomt waardoor stank kan optreden. Naast stank kunnen vrijvervalriolen worden aangetast. Het is wenselijk op korte termijn te starten met een pilot om H2S vorming in drukrioolsystemen tegen te gaan. Beleidsnota verlenging GRP Heusden Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm -6-
31 juli 2009
Stand van zaken -> Uitgevoerd zoals opgenomen in het GRP.
Functionele eis 5d overlast tijdens werkzaamheden dient beperkt te zijn. Bij de uitvoering van rioleringswerken is er geen ernstige overlast geweest. Stand van zaken -> Uitgevoerd zoals opgenomen in het GRP.
Functionele eis 6a Het rioleringsbeheer dient zo goed mogelijk te worden afgestemd met andere gemeentelijke taken. De rioleringswerkzaamheden worden elk jaar in het Integraal Uitvoerings Programma afgestemd op werkzaamheden die voor andere beheerdisciplines zijn voorzien. Stand van zaken -> Uitgevoerd zoals opgenomen in het GRP.
Functionele eis 6b De gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen. De gebruikers van de riolering zijn bekend. Onderzoek naar ongewenste lozingen is nog noodzakelijk. In de toekomst dienen ook de glastuinbouwlozingen en bedrijfsmatige lozingen nog nader te worden verkend. Stand van zaken -> Deels uitgevoerd zoals opgenomen in het GRP.
Functionele eis 6c Er dient inzicht te bestaan in de toestand en het functioneren van de riolering. Directe beschikbaarheid en toegankelijkheid van alle rioleringsgegevens. Ingebed via inspectieprogamma en operationeel rioolbeheersysteem. In de toekomst verdient het systematisch bijwerken van revisiegegevens van rioleringsprojecten en het maken van operationele programma’s nadere aandacht. Stand van zaken -> Uitgevoerd zoals opgenomen in het GRP.
Functionele eis 6d Er dient in nieuwbouw zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzame en milieuvriendelijke materialen Via bouw- en aansluitverordeningen ingebed. Stand van zaken -> Uitgevoerd zoals opgenomen in het GRP.
Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm -7-
31 juli 2009
Functionele eis 6e Er dient een klantgerichte benadering te worden nagestreefd Via vlotte afhandeling van klachten en meldingen en een 24 uur storingsdienst ingebed. Stand van zaken -> Uitgevoerd zoals opgenomen in het GRP.
2.2
Overige aspecten van het rioleringsbeleid
Organisatie, interne afstemming en personele middelen Het GRP heeft als doel de actuele situatie naar de gewenste situatie te brengen. Hiervoor wordt beleid via een uitvoeringsprogramma naar kosten vertaald. Qua organisatie wordt dit vormgegeven door een beleidsmedewerker die de visie en grote lijn bewaakt en implementeert in strategisch beleid, projecten en de gemeentelijke begroting. De vertaling naar dagelijks beheer wordt gedaan door een beheermedewerker. Correctief onderhoud wordt uitgevoerd door een medewerker van de buitendienst. Rioolreconstructies en –vervangingen worden door projectleiders gedaan. De rioolreconstructies en –vervangingen worden in beeld gebracht met behulp van een beheersysteem en ingebracht in het Integraal Uitvoerings Programma. Hiermee wordt een integrale uitvoering met andere disciplines bewerkstelligd. Het rioolbeleid wordt opgesteld binnen de uitgangspunten van het waterplan en vormt een randvoorwaarde voor nieuwe ontwikkelingen. De benodigde ambtelijke capaciteit voor uitvoering van de verschillende taken (exclusief voorbereiding van projecten) is: - beleidsmedewerker 1 FTE - beheerder 1 FTE - correctief onderhoud buitendienst 1,5 FTE Externe afstemming en overleg Vanuit de Wet Gemeentelijke Watertaken heeft de gemeente de verplichting het beleid in het kader van de afvalwaterzorgplicht, hemelwaterzorgplicht en grondwaterzorgplicht in een vGRP te onderbouwen en vervolgens uit te voeren. In de wetgeving is tevens vastgelegd dat de gemeente een verplichting heeft een loketfunctie beschikbaar te stellen voor haar burgers. Deze loketfunctie houdt in dat de gemeente het aanspreekpunt is voor alle watergerelateerde vragen en klachten van de burgers. De gemeente treedt vervolgens op als regisseur in de richting van het oplossen van klachten. In het vGRP zal dit aspect verder worden uitgewerkt. In mei 2009 is er een bespreking gevoerd met waterschap Aa en Maas over de verlenging van het GRP voor de periode tot 2004-2008. Het waterschap heeft aangegeven tegen een verlenging geen bezwaren te zien. Voor het toekomstige vGRP dienen wel de navolgende aandachtspunten (zie uitsnede) aan bod te komen naast de aandachtsgebieden zoals vastgelegd in het beleidskader van de provincie Noord Brabant.
Relatie met het waterplan. Dubbelfunctie rioolgemalen waterschap (financiële bijdragen van de gemeente aan de gemalen in bezit beheer en onderhoud van het waterschap). Afkoppelen en compenserende berging.
Beleidsnota verlenging GRP Heusden Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm -8-
31 juli 2009
Hydrologisch neutraal bouwen. Wabo (de bedrijfsmatige afvalwaterlozingen op de riolering, die in het verleden via de Wvo-vergunning door het waterschap werden gereguleerd). Resultaten oas-studie Maatregelen emissiereductie
De rol van de provincie bij het opstellen van een vGRP en het uitvoeren van het beleid richt zich meer op het proces en het bewaken van de samenwerking tussen de gemeente en het waterschap. Mogelijke aandachtsgebieden waar samenwerking met waterschap Aa en Maas en waterschap de Dommel mogelijk is, zijn in onderstaande uitsnede opgenomen. In het vGRP zal dit nadere aandacht krijgen. - Studie waterkwaliteitspoor. - Beheer rioolgemalen. - Onderzoek rioolaansluitingen. - Meetplan: - opstellen; - installeren meetvoorzieningen; - verwerken en interpreteren meetgegevens. - Watertoets. - Kennis en beheer van het watersysteem. - Communicatie naar burgers. - Afkoppelen in grondwaterbeschermingsgebieden. - Bronneringen, lozing op oppervlaktewater. - Bestrijding van rioleringsgerelateerde incidenten.
Beheer van het rioolstelsel In 2008 is gestart met het maken van een inventarisatie van de extra exploitatielasten in verband met de verbreding van de zorgplichten in het nieuw op te stellen vGRP zal deze verkenning een vervolg krijgen. Duidelijk is dat de exploitatielasten in de toekomst zullen toenemen. In de begroting voor 2010 is daarop geanticipeerd door de exploitatielasten in verband met meten aan het rioolstelsel en het meten van grondwaterstanden mee te nemen. Stand van zaken investeringsprogramma In het GRP 2004-2008 is een totaal investeringsprogramma opgenomen van circa 19 miljoen euro. Een groot deel van deze investeringen is de afgelopen 4 jaar uitgevoerd. De personele bezetting bij de voorbereiding van rioleringsprojecten was in 2007 en 2008 niet optimaal waardoor er in deze periode een achterstand is opgelopen met de voorbereiding en uitvoering van het voorziene investeringsprogramma met name voor de systeemgerichte maatregelen. In 2009 en 2010 zullen de resterende systeemgerichte maatregelen worden uitgevoerd.
2.3
Beleidswijziging onderzoekstrategie
Het is nodig de onderzoeksstrategie van het GRP 2004-2008 op een aantal punten te wijzigen. Het beheer van de hoofdrioolgemalen en drukriolering(kleine gemalen) dient te worden verbeterd, het is nodig op basis van een inspectie van de gemalen en drukrioolunits een beheerplan op te stellen waarin de reparatie-, renovatie en vervangingswerkzaamheden voor een termijn van 5 jaar worden onderbouwd. De
Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm -9-
31 juli 2009
kosten van deze plan worden geraamd op respectievelijk € 80.000,-- voor de 350 drukrioolunits en € 25.000,- euro voor de 35 hoofdrioolgemalen. Momenteel worden riolen in tienjarige cyclus gereinigd en geïnspecteerd, echter sommige riolen vervuilen sneller dan andere riolen waardoor het nodig is deze regelmatiger schoon te maken. In het reinigings- en inspectieplan zal dit verder worden uitgewerkt. De kosten voor een reinigings- en inspectieplan bedragen € 15.000,-. De gemeente kent een aanzienlijk areaal glastuinbouw dat naar verwachting in de toekomst verder zal toenemen. De afvalwaterlozingen van de glastuinbouwbedrijven betreffen hoofdzakelijk lozing van huishoudelijk afvalwater en lozing van substraatwater. In een onderzoek naar de lozingen van dit afvalwater zal de samenstelling en omvang worden onderzocht en worden getoetst aan de regelgeving. Dit is nodig omdat het vermoeden bestaat dat deze lozingen leiden tot overbelasting van de drukrioolsystemen. Tevens is het voor het opstellen van basisrioleringsplannen noodzakelijk de afvalwaterbelastingen goed in beeld te hebben. Ook andere bedrijfsmatige afvalwaterlozingen zullen in dit onderzoek aan bod komen. De kosten van dit onderzoek worden geraamd op circa € 20.000,-.
Het is bekend dat er ter plaatse van invoerpunten van drukrioolsystemen kans is op aantasting van het rioolstelsels als gevolg van H2S aantasting. De rioolstrengen in de omgeving van invoerpunten dienen relatief vaak te worden gerenoveerd of vervangen. Via luchtinjectie in het drukrioleringssysteem kan worden getracht de oorzaak van de aantasting weg te halen. In 2010 zal een pilot project worden uitgevoerd. De kosten van dit pilot project bedragen € 25.000,-.
Beleidsnota verlenging GRP Heusden Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm - 10 -
31 juli 2009
3
SAMENHANGEN Deze beleidsnotitie heeft samenhangen met de het waterplan Heusden en de wet gemeentelijke watertaken. Momenteel wordt een groot aantal projecten uit het waterplan verder uitgewerkt mede ten behoeve van de onderbouwing van de nieuwe zorgplichten zoals geformuleerd in de wet gemeentelijke watertaken. Navolgend wordt de samenhang van deze beleidsnotitie met de wetgemeentelijke watertaken
3.1
Wet gemeentelijke watertaken
Vanaf 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken in werking getreden. Gemeenten hebben volgens deze wet drie zorgplichten voor: inzameling en transport van afvalwater; inzameling en verwerking van overtollig hemelwater; inzameling en verwerking van overtollig grondwater. Een specifieke zorgplicht voor het hemelwater bestond voor 1 januari 2008 niet maar in de praktijk gaf de gemeente al ruimschoots invulling aan taken die samenhingen met de inzameling en verwerking van (overtollig) hemelwater. De zorgplicht voor grondwater betreft wel een nieuw taakveld voor de gemeente. In het verleden was niet duidelijk welke instantie verantwoording droeg voor het oplossen van eventuele problemen met grondwater. In de nieuwe ‘verbrede’ gemeentelijke rioleringsplannen (vGRP) dient de gemeente aan te geven hoe zij invulling gaat geven aan deze drie zorgplichten. Met name op het vlak van de nieuwe zorgplichten geeft de wet de gemeente veel beleidsvrijheid in de concrete uitwerking daarvan. Daarom is het verstandig bij het opstellen van het eerste vGRP weloverwogen keuzes te maken met betrekking tot beleidsvorming en de uitwerking daarvan. Alle gemeenten moeten volgens de wet uiterlijk vóór 2013 beschikken over een VGRP dat voldoet aan de nieuwe vereisten. Gemeente Heusden zal in 2009 het eerste vGRP opstellen met een planperiode tot en met 2015. Op deze wijze loopt het vGRP samen met de nieuwe plannen die in 2015 voor de KRW worden gemaakt (actualisatie waterplan en stroomgebiedsbeheerplan). Invulling nieuwe zorgplichten De nieuwe wetgeving bepaalt dat gemeenten in hun vGRP naast riolering óók expliciet aandacht besteden aan de nieuwe zorgplichten in geval van grondwateroverlast én aan de doelmatige inzameling van overtollig hemelwater. De gemeente dient in het vGRP inzicht geven in wat redelijkerwijs zelf van de particulier verwacht mag worden ten aanzien van de verwerking van hemelwater. En in welke situaties van particulieren kan worden gevergd zelf (op eigen terrein) het hemelwater te verwerken. Het vGRP moet bij aanwezige grondwaterproblemen inzicht geven in de voorgenomen maatregelen voor de aanpak daarvan. Structurele grondwaterproblemen moeten in beeld worden gebracht waardoor de gemeente goede kennis zal moeten verwerven van de grondwatersituatie binnen haar grenzen.
Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm - 11 -
31 juli 2009
Overzicht voorzieningen Het vGRP moet ook een overzicht bevatten van in de gemeente aanwezige voorzieningen voor inzameling en transport van afvalwater, hemelwater en overtollig grondwater. In het vGRP moet staan welke functie de verschillende gemeentelijke systemen hebben. Naar verwachting zal in de zogenaamde basisrioleringsplannen (BRP’s) de informatie van alle voorzieningen gebundeld worden, waarbij het GRP vooral het beleidsmatige kader zal bevatten en een overzicht van de voorzieningen op hoofdlijnen. Het betreft daarbij de volgende voorzieningen: uitsluitend het afvalwater (dwa-stelsels); het hemelwater (openbaar hemelwaterstelsel); het overtollige grondwater (openbaar ontwateringstelsel); afvalwater vermengd met hemelwater en/of overtollig grondwater (gemengde rioolstelsels). Betrokkenheid andere partijen De wettelijke verplichtingen die vóór 1 januari 2008 golden voor GRP’s blijven daarop van toepassing. Zij zijn dus ook van toepassing op het gemeentelijke beleid voor hemelwaterinzameling en de aanpak van grondwaterproblemen. Gemeenten zijn vanuit de wettelijke procedures verplicht om het waterschap en de provincie bij het opstellen van een GRP te betrekken. Hiermee wordt de betrokkenheid van de meest relevante andere partijen ook bij de nieuwe gemeentelijke watertaken gegarandeerd. In de kamerstukken betreffende de nieuwe wet geeft het Rijk aan: ‘Dit overleg is bedoeld om de voorgenomen maatregelen af te stemmen met de plannen van het waterschap. Van een bindend advies- of goedkeuringsrecht is in eerste instantie geen sprake. Wel kunnen Gedeputeerde Staten op basis van artikel 4.24, nadat B en W in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze naar voren te brengen, aan de gemeenteraad aanwijzigingen geven omtrent de inhoud van het gemeentelijk rioleringsplan. 3.1.1
Afvalwaterzorgplicht
In de oude wetgeving bestond de gemeentelijke zorgplicht uit doelmatige inzameling en transport van afvalwater. De nieuwe wetgeving vervangt deze zorgplicht door bij het afvalwater onderscheid te maken in afvalwater en afvloeiend hemelwater. Door dit onderscheid te maken kan beter ingespeeld worden op tal van recente beleidsontwikkelingen waaronder het ontvlechten van de rioleringssystemen (scheiden van afvalwater en hemelwater). De oude zorgplicht is daarom gesplitst in twee nieuwe zorgplichten te weten: Een zorgplicht voor inzameling en transport van afvalwater. Afvalwater is in de nieuwe terminologie huishoudelijk afvalwater en al het andere water wat daarmee eventueel gemengd wordt. Dit kan bijvoorbeeld ook verontreinigd hemelwater zijn; Een zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater, dat de perceelseigenaar niet redelijkerwijs zelf kan verwerken. In het buitengebied leidt de nieuwe wetgeving tot een verandering van het beleidskader voor de aanpak van huishoudelijke afvalwaterlozingen. Gemeenten kunnen nu ook formeel kiezen voor een zogenaamde verbrede zorgplicht voor Beleidsnota verlenging GRP Heusden Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm - 12 -
31 juli 2009
afvalwater in het buitengebied. Dit betekent dat de gemeente voor alle panden in het buitengebied de zorg voor de afvalwaterafhandeling op zich neemt. Overigens blijft het in de nieuwe wetgeving mogelijk om deze verantwoordelijkheid bij de burger neer te leggen. Andere wijzigingen in de afvalwaterzorgplicht zijn: De gemeente kan zelf kiezen via welke voorzieningen ze haar zorgplicht invult, zowel voor de bebouwde kom als voor het buitengebied. In de oude zorgplicht kon de zorgplicht strikt genomen alleen via riolering ingevuld worden, individuele afvalwatervoorzieningen (IBA’s) waren formeel niet mogelijk in de bebouwde kom; De keuze voor een smalle traditionele óf een verbrede afvalwaterzorgplicht wordt primair door de gemeente gemaakt in het vGRP. Vroeger moest dit volgens een VROM-circulaire uit 2004 via een door het waterschap en de provincie goedgekeurd saneringsplan; IBA’s (Individuele Behandelingsinstallaties van Afvalwater) die de gemeente beheert kunnen in de nieuwe wetgeving ook formeel uit de rioolheffing worden bekostigd. Enkele belangrijke wettelijke verplichtingen van de gemeente zijn in onderstaande uitsnede samengevat. Uitsnede afvalwaterzorgplicht
Artikel 10.33 Wm 1. De gemeenteraad of burgemeester en wethouders dragen zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen, door middel van een openbaar vuilwaterriool naar een inrichting als bedoeld in artikel 15a van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.
3.1.2
Hemelwaterzorgplicht
De nieuwe wetgeving geeft gemeenten een zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater. Het gaat hierbij om hemelwater dat perceelseigenaren redelijkerwijs niet zelf kunnen verwerken. In de oude wetgeving was de gemeente ook al impliciet voor hemelwaterinzameling verantwoordelijk. De perceelseigenaar blijft ook in de nieuwe wetgeving verantwoordelijk voor hemelwater op eigen terrein. De nieuwe zorgplicht legt de nadruk op de verantwoordelijkheid van de perceelseigenaar om het hemelwater zoveel mogelijk zelf te verwerken. De wetgeving en zorgplichtformulering geven aan dat de uitwerking uit twee stappen bestaat: Gemeente moet beoordelen in welke situaties zij redelijkerwijs van de particulier kan vragen om zelf het hemelwater aan de bron te verwerken, hiervoor dienen in de komende planperiode hulpmiddelen te worden ontwikkeld zoals bijvoorbeeld een afkoppelkansenkaart of een hemelwaterverwerkingskaart en verordeningen; Indien verwerking van het hemelwater aan de bron redelijkerwijs niet mogelijk is moet de gemeente voorzieningen treffen om het overtollige hemelwater af te voeren via een gemeentelijk systeem. De lozingen van hemelwater en grondwater vanuit inrichtingen (bijvoorbeeld bedrijven) zijn vanaf 1 januari 2008 geregeld in het Activiteitenbesluit. Als het niet mogelijk is voor de perceelseigenaar om het hemelwater zelf te verwerken, treedt de gemeentelijke zorgplicht in werking. Hierbij gaat het dus om het aanbieden van een voorziening. De gemeente kan haar zorgplicht zowel invullen via Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm - 13 -
31 juli 2009
een gemengd systeem als via een gescheiden systeem. De wetgeving en het rijksbeleid verplichten de gemeente niet tot gescheiden inzameling. Doelmatigheid is het centrale criterium bij de gemeentelijke keuzes. De belangrijkste verschillen Er zijn belangrijke verschillen met de oude wetgeving. De nieuwe wetgeving: gaat uit van het principe dat de perceelseigenaar zoveel mogelijk zelf het hemelwater verwerkt bij de bron; geeft gemeenten verantwoordelijkheid om te bepalen wanneer dit redelijkerwijs van de perceelseigenaar gevraagd mag worden; gaat er vanuit dat hemelwater in de meeste gevallen schoon genoeg is om zonder behandeling in het milieu terug te vloeien; maakt het gemeenten mogelijk om per verordening regels te stellen aan de aanbieding van hemelwater door perceelseigenaren, momenteel worden overkoepelend door de VNG hiervoor modelverordeningen opgesteld; geeft gemeenten een expliciete zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater dat perceelseigenaren redelijkerwijs niet zelf kunnen verwerken op basis van een technische afweging. Enkele belangrijke wettelijke verplichtingen van de gemeente zijn in onderstaande uitsnede samengevat. Uitsnede hemelwaterzorgplicht
Artikel 9a Wet op de waterhuishouding 1. De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. 2. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen tevens zorg voor een doelmatige verwerking van het ingezamelde hemelwater. Onder het verwerken van hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater van ingezameld hemelwater, en het afvoeren naar een inrichting als bedoeld in artikel 15a Wet verontreiniging oppervlaktewateren.
3.1.3
Grondwaterzorgplicht
Voorkomen van structurele grondwateroverlast In de nieuwe wetgeving krijgen gemeenten een zorgplicht voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Voorzover gemeentelijke maatregelen doelmatig zijn en het niet de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie is om maatregelen te nemen. Aansprakelijkheid De zorgplicht heeft het karakter van een inspanningsplicht. Dat wil zeggen dat de gemeente niet verantwoordelijk is voor handhaving van het grondwaterpeil in bebouwd gebied. De zorgplicht werkt niet met terugwerkende kracht en leidt niet tot aansprakelijkheid voor schadesituaties uit het verleden. Beleidsnota verlenging GRP Heusden Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm - 14 -
31 juli 2009
Loketfunctie De wetgeving geeft ook aan dat de burger met grondwateroverlast bij de gemeente met zijn probleem terecht moet kunnen. De gemeente is het eerste aanspreekpunt (loket) voor de burger. In vGRP zal de vormgeving van het (water)loket nader worden afgewogen.. Enkele belangrijke wettelijke verplichtingen van de gemeente zijn in onderstaande uitsnede samengevat. Uitsnede grondwaterzorgplicht
Artikel 9b Wet op de waterhuishouding 1. De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede de verwerking van het ingezamelde grondwater, waaronder in ieder geval worden begrepen de berging, het transport, de nuttige toepassing en het, al dan niet na zuivering, op of in de bodem of in het oppervlaktewater brengen van ingezameld grondwater, en het afvoeren naar een inrichting als bedoeld in artikel 15a van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.
3.2
Waterplan Heusden
In 2008 is het waterplan heusden vastgesteld. Het waterplan Heusden is een kaderstellend beleidsplan en dient als parapluplan voor andere gemeentelijke plannen zoals het GRP waarin water een belangrijke rol speelt. In het waterplan zijn onderzoeksprojecten benoemd die kunnen bijdrage aan het halen van de streefbeelden in relatie tot de zeven waterdoelen. In 2009 en begin 2010 worden een aantal onderzoeksprojecten uit het waterplan voorbereid. Deze projecten zijn opgenomen in onderstaande tabel 3.1. Een aantal van deze projecten dienen mede als onderlegger voor het nieuwe vGRP. De financiële middelen voor het opstellen van het vGRP zijn meegenomen in de ramingen voor 2010 opgenomen in de begroting van 2010. Tabel 3.1 Projectnaam Stedelijke wateropgave oppervlaktewater en riolering Monitoringsprogramma grondwaterstanden Stedelijke wateropgave grondwater Stedelijk water risicokaart Standaard waterparagraaf Functieverandering Demer Terugbrengen Oude Maasje Natuurtechnische inrichting Heidijk Roeivijver Drunen, aanpassing peilbeheer Water op straat in Drunen en Vlijmen Hoge grondwaterstanden Oud Heusden en Vlijmen Onderzoek naar verplichting tot baggeren havens Opstellen Baggerplan
Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm - 15 -
31 juli 2009
A COMPANY OF
4
BEHEER RIOOLSTELSEL HEUSDEN 2009/2010 Het operationele beheer van de rioleringsvoorzieningen in Heusden gebeurt vanuit het team OOR en de buitendienst. In 2009 en 2010 zal het beheer worden voorgezet volgens het beleid zoals opgenomen in het oude GRP 2004-2008 waarbij het beleid op een paar punten zal worden bijgesteld (zie paragraaf 2.3). Het beheer van het gemeentelijk rioolstelsel in Heusden bestaat hoofdzakelijk uit het beheer en onderhoud van de vrijvervalrioolstelsels, gemeentelijke rioolgemalen en drukrioolstelsels. Gemeentelijke rioolgemalen zijn de grote rioolgemalen die via persleidingen in verbinding staan met de RWZI. Het beheren en verwerken van revisiegegevens is tevens onderdeel van het rioleringsbeheer. Navolgende tabel 4.1 geeft op basis van de meerjarenbegroting een overzicht van de exploitatielasten voor de komende twee jaar. In dit overzicht zijn de kapitaallasten meegenomen van in het verleden gedane rioleringsinvesteringen en kapitaallasten in verband met rioleringsinvesteringen die voor 2009 en 2010 zijn voorzien. Tevens zijn de aanvullende onderzoeken opgenomen zoals beschreven in paragraaf 2.3. In 2009 zal in het kader van het opstellen van het vGRP een evaluatie worden gemaakt van alle beheerlasten in relatie tot de nieuwe zorgplichten. De grootste afwijkingen tussen 2009 en 2010 zijn: 1. Stijging van de kapitaallasten door de rioleringsinvesteringen in 2009 en 2010. Afwijking € 96.000,-2. Bij overige kosten wordt de stijging veroorzaakt door de toegenomen energiekosten. Hiervoor is gekeken naar de kosten in 2009 in combinatie met de verwachting in 2010. Afwijking € 78.000,-3. De onderzoekskosten zijn toegenomen doordat de onderzoeken genoemd in paragraaf 2.3 zijn meegenomen in 2010. Afwijking € 157.000,--
Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm - 17 -
31 juli 2009
Omschrijving 1 Stelpost Nieuwe kapitaallasten 2 Bestaande Kapitaallasten 3 Onderuitputting 4 Calculatorische BTW 5 Overige kosten 6 Personeelskosten 7 Onderzoekskosten 8 Preventief onderhoud 9 Correctief onderhoud 10 Kosten maken rioolaansluitingen 11 Opbrengsten maken rioolaansluiting\ 12 Rioolrechten invorderingskosten inclusief personeel Totaal
Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
Begroting 2009
Begroting 2010
€ 252.435,-€ 1.501.696,-€ -252.435,-€ 243.034,-€ 71.507,-€ 358.290,-€ 66.600,-€ 440.000,-€ 120.000,-€ 8.200,-€ -10.000,-€ 46.876,-€ 2.846.203,--
€ 236.013,-€ 1.613.502,-€ -203.027,-€ 235.967,-€ 149.166,-€ 325.767,-€ 223.000,-€ 393.000,-€ 130.000,-€ 10.000,-€-10.000,-€ 42.848,-€ 3.146.236,--
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm - 19 -
31 juli 2009
5
INVESTERINGEN RIOOLSTELSEL HEUSDEN 2009/2010 De noodzakelijke investeringen voor 2009 en 2010 zijn in het integraal uitvoeringsprogramma 2009 en 2010 uitgewerkt. De rioleringsinvesteringen zijn gerelateerd aan de verbetering van de functionaliteit van het rioolstelsel of aan verbetering van de leefomgeving. De tabellen 5.1 en 5.2 bevatten alle projecten die in het integraal uitvoeringsprogramma zijn opgenomen. De uitwerking van de investeringen is gebaseerd op het beleid zoals verwoord in het GRP 2004-2008. Voor 2009 is een totale investering voorzien van € 4.587.750.--Een groot deel van dit investeringsbedrag vloeit voort uit investeringen die in de jaren daarvoor niet zijn uitgevoerd. Voor 2010 is een totale investering voorzien van € 2.701.250.--
Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm - 21 -
31 juli 2009
Kern Dru Dru Dru Dru Els Haa Haa Vlij Vlij Vlij Dru Els Heu Oudh Vlij Oudh Vlij Dru Dru Dru Heu Vlij Vlij Nieu Dru Dru -
Omschrijvng Vervanging riolering en afkoppelen Eindstraat Afkoppelen Brakenstraat Vervanging en afkoppelen Joh. Van Brabantsraat Relinen Pieter de Hoogstraat Relinen Wolfshoek Vervangen en afkoppelen inlaagdijk Afkoppelen Haarsteeg verplaatsen overstort Vervanging riolering en afkoppelen Relinen Grote Kerk Afkoppelen diverse scholen en bibliotheek Vervanging riolering en afkoppelen Pr.Irenestr en Pr. Bernhardstr Vervanging riolering en afkoppelen Schanswijk en Norbertijnerstr. Vervanging riolering en afkoppelen Vismarkt en Stadshaven Vervanging riolering en afkoppelen Ev. v. Goghstr Afkoppelen Burgemeesterswijk Afkoppelen Oudheusden 1e fase Vervanging riolering en afkoppelen Irenelaan, Oranjelaan en Beatrixlaan Vervanging riolering en afkoppelen Joh. van Brabantstr en W.Alexanderstr en Van Arckelstr. Vervanging riolering en afkoppelen Julianastr, pr.Marijkestraat Koning willem III str. Petuniastr. Relinen Torenstraat Relinen Nieuwstraat Relinen Hoogstraat Vervanging riolering en afkoppelen rond MFA Palet Vervanging riolering en afkoppelen Deken van Baarstr. Afkoppelen parkeerplaats stationstraat Afkoppelen Zorgcentrum Saneren resterende ongezuiverde lozingen Totaal
Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm - 23 -
31 juli 2009
Bedrag 2009 € 190.000,-€ 150.000,-€ 8.000,-€ 12.500.,-€ 17.000,-€ 40.000,-€ 1.500.000,-€ 221.150.,-€ 40.000,-€ 65.000,-€ 859.200.,-€ 353.400.,-€ 162.500,-€ 84.000,-€ 800.000,-€ 25.000,-€ 15.000,--
Bedrag 2010
€ 17.000,--
€ 65.000,--
€ 144.000,--
€ 300.000,-€ 368.500,-€ 105.000,-€ 815.000,-€ 125.000,-€ 13.500.-€ 25.000,-€ 262.750,-€ 440.500.--
€ 30.000.-€ 15.000.-€ 4.587.750.--
€ 20.000.-€ 2.701.250.--
6
FINANCIËLE ASPECTEN 6.1
Tarief rioolheffing 2010
Het tarief van de rioolheffing voor 2010 wordt hoofdzakelijk bepaald door de lasten voor 2010 en door de stand van de reserve riolering en het beleid dat de gemeente in relatie tot deze reserve voert. De lasten voor 2010 bestaan enerzijds uit kapitaallasten van in het verleden gedane rioleringsinvesteringen anderzijds uit jaarlijkse kosten voor onder andere het beheer van het rioolstelsel. De baten worden gevormd door de opbrengst van de rioolheffing. In het GRP 2004-2008 zijn kostendekkingsberekeningen uitgevoerd voor de lange termijn waarbij uiteindelijk gekozen is voor het scenario waarbij de rioolheffing exclusief inflatiecorrectie gelijk blijft over de rekenperiode van de kostendekkingsberekening. Eventuele tekorten of overschotten op de exploitatie zijn jaarlijks ten laste of ten gunste gebracht van de reserve riolering. De werkelijke inkomsten voor de periode 2004 tot en met 2008 en de begrote inkomsten voor 2009 zijn in tabel 6.1 opgenomen (hierbij is het tarief dus elk jaar gecorrigeerd voor inflatie). Tabel 6.1 Jaar
Tarief rioolheffing (categorie 1 tot 199 m3) € 117.12 € 117.26 € 119.40 € 120.60 € 121.80 € 125.04
2004 2005 2006 2007 2008 2009
Opbrengst € 2.170.800,€ 2.064.150,€ 2.188.900,€ 2.199.400,€ 2.410.000,€ 2.435.843,-
In 2010 zal het beleid zoals verwoord in het GRP 2004-2008 worden voortgezet waarbij het tarief voor 2010 aan het einde van 2009 zal worden bepaald op basis van het inflatiepercentage dat voor 2010 wordt verwacht. In 2010 zal in het kader van het vGRP een nieuwe kostendekkingsberekening worden uitgevoerd met een doorkijk over een langere periode. De rioolheffing in Heusden is momenteel circa 30 euro lager dan het landelijk gemiddelde. De stichting Rioned (overkoepelende stichting voor riolerend Nederland) verwacht in 2015 een gemiddelde rioolheffing van 230 tot 250 euro.
6.2
Heffingsverordening
Gemeenten hebben sinds 1 januari 2008 de mogelijkheid om de kosten van de drie zorgplichten te verhalen via een nieuwe rioolheffing. De nieuwe rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsbelasting: een belasting waarvan de opbrengsten bestemd zijn voor een bepaald doel. Alle kosten die de gemeente maakt voor de uitvoering van de zorgplichten kan zij met de bestemmingsheffing verhalen. De wetgeving maakt het voor gemeenten mogelijk om de nieuwe rioolheffing op verschillende manieren vorm te geven. De gemeente kan kiezen voor één heffing voor de totale kosten van de zorgplichten. Maar zij kan ook twee aparte heffingen instellen: een heffing voor de kosten van de
Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm 31 juli 2009
afvalwaterzorgplicht en een heffing voor de kosten van de zorgplichten voor hemelen grondwater. De heffingsverordening voor het innen van de rioolheffing dient in verband met de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke Watertaken te worden aangepast voor 1 januari 2010. De maatstaf voor het innen van de heffing is in Heusden gerelateerd aan het drinkwaterverbruik, de inning van deze heffing is uitbesteed aan Brabant Water. Voor 2010 zal overigens de heffingsmaatstaf niet worden aangepast, de verbreding van de heffingsgrondslag (van oude zorgplicht naar nieuwe zorgplichten) dient wel te worden geregeld voor 1 januari 2010. In het kader van het opstellen van het vGRP zal voor de periode na 2010 een nadere discussie worden gevoerd over de wenselijkheid van aanpassing van de heffingsmaatstaf.
Beleidsnota verlenging GRP Heusden Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm - 26 -
31 juli 2009
Bijlage 1 Stand van zaken systeemgerichte maatregelen. Omschrijving
Afmeting Lengte
Stand van zaken
Drunen Aanleg Overstort Venne-west 3 Aanleg interne overstorten/wervelventielen Grotestraat/W.Alexanderstr. Elshout
Uitgevoerd Uitgevoerd
Aanleg riolering d’Oultremontweg (oude veilingterrein) Vlijmen Nieuw-kuijk
Niet uitgevoerd
Aanleg riolering Vlaamsche Hoeven
Ø 700
250 m
Aanleg riolering V.d. Venstraat e.o.
Ø 900
92 m
Vergroting riolering Wolput Verbetering Onsenoortsestraat Opheffen overstort Nieuwkuijksestraat Opheffen overstort Venbroekstraat Vervanging gemaal Tunnelweg Aanleg overstort Priemsteeg Aanleg riolering Vijfhoeven IV
Ø 500 Ø 800
326 m 15 m
Ø 900
Aanleg overstort Vijfhoeven IV
Afkoppelen Burgemeesterswijk Afkoppelen Burgemeesterswijk Uitgevoerd Niet uitgevoerd Niet uitgevoerd Uitgevoerd Is aangepast Uitgevoerd Afkoppelen riolering Meliestraat Afkoppelen riolering Meliestraat
Haarsteeg Aanleg riolering Pat v.d. Elsenstraat
Ø 300
Vergroting riolering M.v. Eschstraat/ Ipperhoeve/ M. Prinsenstr Vergroting c.q. afkoppelen riolering Haarsteegsestraat Vervanging gemaal De Hoeve Aanleg overstort Kavelingweg Aanleg riolering Kavelingweg Oudheusden
Ø 600/ Ø 700 Ø 500/ Ø 600
Vergroting riolering div. locaties Oudheusden Aanleg riolering div. locaties Oudheusden Aanleg randvoorziening t.h.v. van Deelenstraat Aanpassen div. overstorten Oudheusden/ vesting Heusden Herpt
22 m
Proj. Afkoppelen Haarsteeg Afkoppelen Haarsteeg Niet uitgevoerd Gemaal aangepast Afkoppelen Haarsteeg Afkoppelen Haarsteeg
Ø 800 Ø 600 Ø 600 340 m3
150 m 70 m
Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd Uitgevoerd
Geamaal Luttelherpt verhogen naar 25 m3/u Afkoppelen div. locaties Herpt Overige
Is aangepast Uitgevoerd
Rioolvervanging n.a.v. inspectieresultaten
Uitgevoerd
Beleidsnota verlenging GRP Definitief rapport
9V0980.A0/R001/THD/AvdL/Nijm 31 juli 2009