Evaluatie integrale schuldhulpverlening 2005 tot en met 2008 Gemeente Boxtel
Versie d.d.: Steller: Datum B&W: Raadscommissie Maatschappelijke Zaken:
03-06-2009 Stèphanie Lalihatu 8 juni 2009 6 juli 2009
2
1.
Inleiding ________________________________________________________________________ 5 1.1 Gemeentelijk beleidskader______________________________________________________ 5 1.2 Ontwikkelingen _______________________________________________________________ 7 1.2.1 Startnotitie wettelijk kader minnelijke schuldhulpverlening _________________________ 7 1.2.2 Economische crisis _________________________________________________________ 8
2.
Integrale schuldhulpverlening in Boxtel ____________________________________________ 9 2.1 Werkwijze per 1 januari 2005 ___________________________________________________ 9 2.2 Samenwerkingsovereenkomsten _______________________________________________ 10 2.2.1 Gemeente, Delta (AMW) en het IO-loket ______________________________________ 10 2.2.2 Gemeente en woonstichting St. Joseph ______________________________________ 11
3.
Evaluatie ______________________________________________________________________ 13 3.1 Doel van de evaluatie _________________________________________________________ 13 3.2 Landelijke informatie schuldhulpverlening ________________________________________ 13 3.3 Informatie schuldhulpverlening gemeente Boxtel __________________________________ 14 3.3.1 Samenwerking partijen_____________________________________________________ 14 3.3.2 Uren en uitgaven schuldhulpverlening van de gemeente Boxtel ___________________ 15 3.3.3 Intakes, preventie en wachttijden ____________________________________________ 15 3.3.4 Beëindigingen ____________________________________________________________ 16 3.3.5 Traject succesvol _________________________________________________________ 17 3.3.6 Ontruimingen _____________________________________________________________ 18 3.3.7 Gegevens IO-loket ________________________________________________________ 18 3.3.8 Gegevens Delta (AMW) ____________________________________________________ 19 3.4 Conclusie___________________________________________________________________ 19
4. 4.1 4.2 4.3 4.4
Aanbevelingen _________________________________________________________________ 21 Doelstelling en overwegingen __________________________________________________ 21 Aanbevelingen ______________________________________________________________ 21 Financiële consequenties _____________________________________________________ 24 Tot slot _____________________________________________________________________ 24
5.1 5.2 5.3
Bijlagen _______________________________________________________________________ 25 Lijst van gebruikte afkortingen: _________________________________________________ 25 Begrippenkader______________________________________________________________ 26 Indicatoren managementinformatie______________________________________________ 28
5
3
4
1.
Inleiding
In deze nota wordt de integrale schuldhulpverlening in de gemeente Boxtel over 2005 tot en met 2008 geëvalueerd. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het belang van schuldhulpverlening en binnen welke kaders de gemeente de schuldhulpverlening regelt. Ook komen recente ontwikkelingen kort aan de orde. In hoofdstuk 2 wordt de werkwijze van de integrale schuldhulpverlening van de gemeente Boxtel beschreven. Met cijfers wordt in hoofdstuk 3 inzicht gegeven over schuldhulpverleningstrajecten over de periode 2005 tot en met 2008. Bekeken wordt of de doelstellingen, zoals die vooraf zijn geformuleerd, gehaald zijn. In hoofdstuk 4 wordt tenslotte een aantal aanbevelingen gedaan.
1.1
Gemeentelijk beleidskader
Algemene zorgplicht Elke gemeente heeft burgers met problematische schulden en zal dus goede schuldhulpverlening moeten bieden. De gemeente heeft per slot van rekening op grond van de Gemeentewet een algemene zorgplicht voor al haar burgers. Gemeenten hebben naast een maatschappelijke en sociale verantwoordelijkheid ook een financieel belang bij schuldhulpverlening. Goede schuldhulpverlening levert uiteindelijk namelijk ook besparingen op. Het aantal huisuitzettingen neemt hierdoor namelijk af met alle kosten die daarmee gepaard gaan: verlies aan huurinkomsten, kosten van procedures, de feitelijke huisuitzetting en opslag van goederen, het niet volledig kunnen innen van leenbijstand. Uitzetting uit woning leidt tot toename van het aantal dak- en thuislozen. Het voorkomen van een uitzetting door een geslaagde schuldregeling bespaart kosten. In het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) zijn gemeenten verplicht om zich in te spannen om mensen te activeren en aan het werk te helpen. Deze re-integratie wordt gemakkelijker als schulden worden voorkomen of aangepakt. Hierdoor wordt bespaard op re-integratie- en bijstandsmiddelen. Ongeveer de helft van de mensen met problematische schulden heeft gezondheidsproblemen, zoals stress, slapeloosheid of depressie. De kosten die worden gemaakt door de GGD, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, het maatschappelijk werk en andere instanties worden uiteindelijk voor een groot deel betaald door gemeenten. Onoplosbare schulden leiden vaak ook tot een relatiebreuk, daardoor raken niet kostwinners aangewezen op de bijstand. Problematische schulden belemmeren deelname aan het maatschappelijk verkeer en is van invloed op de leefbaarheid in de wijken. Tot slot is er ook een effect op de mate van criminaliteit en veiligheid in de wijken. Kortom, het is van groot belang dat de gemeente goede schuldhulpverlening biedt. Armoedebeleid Behalve de zorgplicht is er op dit moment geen regelgeving voor de wijze waarop gemeenten invulling moeten geven aan integrale schuldhulpverlening. De gemeente ontvangt geen geoormerkte middelen voor schuldhulpverlening om specifiek te besteden aan schuldhulpverlening. Het rijk stimuleert de decentrale overheden wel om nieuw beleid op te stellen, zoals bij het bestuursakkoord impuls armoedebestrijding en terugdringen huishoudens met schulden in 2007/2008.
5
In de Wet Werk en Bijstand (WWB) is wel een en ander bepaald met betrekking tot een aantal specifieke onderdelen van schuldhulpverlening, zoals verstrekking van bijstand in natura, verplicht budgetbeheer en re-integratie. In de Faillissementswet is bepaald dat gemeenten verantwoordelijk zijn 1 voor het afgeven van een WSNP verklaring . Schuldhulpverlening maakt deel uit van het gemeentelijk armoedebeleid. Het gemeentelijk armoedebeleid is daarom kaderscheppend voor het schuldhulpverleningsbeleid. Instrumenten die de gemeente in kan zetten ter voorkoming en bestrijding van armoede, schulden en sociale uitsluiting zijn onder andere bijzondere bijstand, diverse inkomenondersteunende maatregelen zoals het Welzijnsfonds, collectieve ziektekostenverzekering, kwijtschelding gemeentelijke belastingen, langdurigheidstoeslag en het tegengaan van niet gebruik van voorzieningen. Ook is er een gunstig terugvorderingsbeleid voor mensen met een bijstandsuitkering en schulden, als zij doorstromen naar werk. In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) hebben gemeenten de plicht om mensen met een beperking te compenseren zodat zij kunnen participeren in de samenleving. Hiermee zijn zij verantwoordelijk voor wonen, welzijn en zorg voor sociaal of fysiek zwakke groepen in de samenleving. Zij moeten burgers ondersteunen die niet in staat zijn om op eigen kracht deel te nemen aan de samenleving. Mensen met problematische schulden vallen hier ook onder. Gedragscodes Naast wettelijke beleidskaders bestaan er ook diverse modellen en gedragscodes waaraan 2 gemeenten zich kunnen committeren. De NVVK heeft drie gedragscodes ontwikkeld. Deze hebben betrekking op schuldregeling, budgetbeheer en sociale kredietverlening. In de gedragscodes zijn de rechten en plichten van alle betrokkenen vastgelegd. Bovendien is geregeld hoe moet worden gecommuniceerd met schuldeisers, welke doorlooptijden gelden als norm en hoe het inkomen van de schuldenaar verdeeld wordt over de verschillende schuldeisers. Naast kredietbanken kunnen gemeentelijke en andere schuldregelende instanties lid worden van de NVVK. Daarmee laten zij aan schuldeisers zien dat zij werken volgens de gedragscodes. Schuldeisers zijn eerder geneigd te onderhandelen met NVVK-leden dan met niet -leden. De gemeente Boxtel is geen lid van de NVVK. De gemeente heeft een aantal taken rondom schuldregelingen uitbesteed aan het IO-loket van de gemeente Eindhoven. Dit loket is wel lid van het NVVK. De gemeentelijke beleidsvrijheid op het gebied van de schuldhulpverlening is dus vrij groot. Gemeenten voeren de regie over schuldhulpverlening. Zij dragen dus een grote verantwoordelijkheid. Er zijn ook zaken waarvoor gemeenten geen beleid op hoeven te ontwikkelen. Veel zaken op het terrein van schuldhulpverlening zijn namelijk geregeld in de Wet financiële dienstverlening (WFD) en WSNP. Naast gemeenten en schuldenaren hebben volgens het rijk ook kredietverstrekkers een verantwoordelijkheid bij het tegengaan van schuldenproblematiek. Dat is neergelegd in de WFD. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt toezicht op het gedrag van kredietverstrekkers. De gemeente hoeft niet met alle landelijke schuldeisers bij elke nieuwe klant opnieuw te onderhandelen over een schuldregeling. Hiervoor zijn landelijke afspraken gemaakt: met de landelijke koepel voor woningcorporaties Aedes is in een voorbeeldregeling vastgelegd hoe woningcorporaties om dienen te gaan met huurders met betalingsachterstanden. Met energiebedrijf Essent is op landelijk niveau een overeenkomst afgesloten die de basis vormt voor uitwerking op werkgebiedniveau.
1
Op basis van deze verklaring bepaalt de rechter of een schuldenaar in aanmerking komt voor een wettelijke schuldsanering via de WSNP. 2 Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet. De NVVK is de vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren en is al 75 jaar de belangenvereniging van gemeentelijke kredietbanken, publieke instellingen en bedrijven die mensen met schulden helpen. De NVVK komt ook op voor de belangen van mensen met schulden en schuldeisers.
6
1.2
Ontwikkelingen
1.2.1 Startnotitie wettelijk kader minnelijke schuldhulpverlening Zoals hierboven vermeld is, is er op dit moment geen wettelijke regelgeving voor schuldhulpverlening. Daar gaat waarschijnlijk verandering in komen. In februari 2009 heeft staatssecretaris Klijnsma van SZW de startnotitie wettelijk kader minnelijke schuldhulpverlening naar de Tweede Kamer gestuurd. In deze startnotitie zet zij de hoofdlijnen uiteen voor de wettelijke regels voor de schuldhulpverlening. Zij wil met deze wet de kwaliteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening verbeteren. Nadat ze daarover met de betrokken partijen heeft overlegd, wil de staatssecretaris het wetsvoorstel aanbieden aan de Tweede Kamer in de tweede helft van 2009. Hieronder worden enkele voorstellen genoemd: 1.
In de wet moet een nader te bepalen maximale termijn opgenomen worden met betrekking tot de wachttijd. De gemeenteraad krijgt de taak om op basis van een door hen vast te stellen plan nader beleid te formuleren met betrekking tot de wachttijden in hun gemeente.
2.
Met betrekking tot de doorlooptijden is het lastiger om een maximale termijn in de wet op te nemen, vanwege het bieden van maatwerk voor de klant. Een alternatief is de gemeente de verplichting op te leggen om aan de schuldenaar vooraf een globaal inzicht te geven in de verwachte doorlooptijd. Op gemeenteniveau kunnen streefcijfers geformuleerd worden voor de doorlooptijden, met een mogelijk onderscheid naar bijvoorbeeld type schuldsituatie, zodat de gemeente hierop in de toekomst beter kan sturen.
3.
Belangrijk voor de effectiviteit van de schuldhulpverlening is het zoveel mogelijk voorkomen dat individuele rechtsmaatregelen van schuldeisers, ingesteld tot (verzekering van) verhaal van hun vordering, de totstandkoming van een minnelijke schuldregeling frustreren. Het kabinet onderzoekt of dit het beste kan worden gerealiseerd in de vorm van uitbreiding van het bestaande moratorium, of dat een alternatieve oplossing de voorkeur verdient.
4.
Het kabinet is van mening dat het werken volgens standaardafspraken een belangrijke bijdrage levert aan het vertrouwen van schuldeisers in minnelijke schuldsanering. Het kabinet wil nog nader overleg met de sector over welke randvoorwaarden eventueel in de wet geregeld moeten worden.
5.
Bij het opleggen van verplichtingen denkt het kabinet aan de verplichting mee te werken aan stabilisatie van inkomsten en uitgaven en de verplichting om een schuldhulptraject volledig af te maken. Het kabinet zal daarnaast in overleg met betrokken partijen nagaan in hoeverre het mogelijk en wenselijk is om tot positieve en/of negatieve prikkels voor schuldenaren te komen om mee te werken aan schuldhulpverlening.
6.
Het kabinet stelt voor in de wet de norm op te nemen dat de minnelijke schuldhulpverlening een integraal karakter heeft en onder de regie van de gemeente staat. De gemeenteraad krijgt de taak plannen vast te stellen die richting geven aan de beslissingen die de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen over het integrale karakter van de minnelijke schuldhulpverlening en de regierol daarbij van de gemeente
7
Waarschijnlijk zal de gemeenteraad de taak krijgen om een vierjarig plan vast te stellen op een vergelijkbare manier uitgewerkt als in de Wmo. De raad zal tevens in een verordening vast moeten leggen waarin bepaald is wanneer de minnelijke schuldhulpverlening voor een natuurlijk persoon al dan niet toegankelijk is op basis van individuele omstandigheden. Voor de implementatie van deze nieuwe wet worden vanuit het rijk geen extra middelen beschikbaar gesteld. Wel komen extra middelen in de jaren tot en met 2011 in totaal € 130 miljoen beschikbaar voor schuldhulpverlening.
1.2.2 Economische crisis In de eerste maanden van 2009 is het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening landelijk fors toegenomen. Ook in de gemeente Boxtel zien we nu al een lichte toename; in het eerste kwartaal zijn er 27 intakes afgewerkt (in 2008 zijn er totaal 100 intakes afgewerkt). Begin januari 2009 stonden er 22 mensen op de wachtlijst. Die wachtlijst is teruggelopen door de extra ondersteuning van het IOloket tot 10 personen begin mei 2009. Opvallend is wel dat de eerste maanden van 2009 vaker bij loket Wegwijs om informatie over schuldhulpverlening wordt gevraagd. De toename van aanvragen schuldhulpverlening is te wijten aan de economische recessie. Voor de schuldhulpverlening worden ongeveer een jaar na de crisis de gevolgen merkbaar. Mogelijk dat mensen nu sneller aan de bel trekken omdat ze angstig worden voor de crisis. De NVVK verwacht dat het aantal aanvragen dit jaar stijgt naar 55.000. De afgelopen vier jaren waren dat er 45.000. De toestroom zal verder toenemen, ook omdat meer mensen hun baan verliezen door de recessie. Bij een structurele toename verwacht de NVVK dat er voor schuldhulpverlening ongeveer 20 tot 30 procent meer personeel nodig zal zijn. Dus de gevolgen van de economische crisis op de schuldhulpverlening zullen voor de gemeente Boxtel pas later merkbaar zijn. Het kabinet en sociale partners hebben een gezamenlijke inzet geformuleerd ter bestrijding van de economische crisis. De economische crisis en de oplopende werkloosheid vormen een verhoogd risico op armoede en een verhoogd risico op problematische schulden. In de brief van het kabinet aan de Tweede Kamer van 25 maart 2009 heeft het kabinet aangekondigd om voor schuldhulpverlening extra middelen uit te trekken: € 30 miljoen in 2009, € 50 miljoen in 2010 en € 50 miljoen in 2011. Daarnaast is tijdens de begrotingsbehandeling van SZW in 2008 via amendement Spekman c.s. extra geld beschikbaar gesteld voor initiatieven om integrale schuldhulpverlening in relatie tot wijk, buurt en met behulp van vrijwilligers te ondersteunen. In juni zal staatssecretaris Klijnsma het Actieplan Schulden aan de Tweede Kamer aanbieden. Hierin zullen maatregelen worden opgenomen die bijdrage aan het voorkomen van problematische schulden bij mensen die als gevolg van de kredietcrisis werkloos worden en risico lopen op problematische schulden. Nieuwe maatregelen zullen worden geïnitieerd, voornamelijk preventief, gericht op nieuwe risicogroepen voor problematische schulden. Daarnaast zullen er voorstellen komen voor het opvangen van het te verwachten extra beslag op schuldhulpverlening, het verbeteren van de effectiviteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening en de uitwerking van het amendement Spekman c.s. Ook zal duidelijkheid komen over de verdeling van de extra middelen aan gemeenten en andere partijen die bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van het Actieplan. Op dit moment is niet duidelijk hoeveel geld van de € 130 miljoen beschikbaar komt voor de gemeente Boxtel. Ook is nog onduidelijk hoe aanspraak gemaakt kan worden op de € 4 miljoen van het amendement Spekman.
8
2.
Integrale schuldhulpverlening in Boxtel
2.1
Werkwijze per 1 januari 2005
Korte voorgeschiedenis Schuldhulpverlening doet de gemeente niet alleen. De eerste samenwerkingsovereenkomst werd al getekend op 1 oktober 1995 tussen de Stadsbank Eindhoven, Delta (AMW) en de afdeling Sociale Zaken van de gemeente Boxtel. Vanaf dat moment is er gewerkt volgens de filosofie van de integrale aanpak. Hieronder wordt verstaan een aanpak van schuldhulpverlening waarbij schuldhulpinstanties door samenwerking komen tot eenduidige doelstellingen, een eenduidige methodiek en een samenhangend schuldhulpaanbod waarbij de verschillende schuldhulpactiviteiten van betrokken partijen op elkaar zijn afgestemd. In mei 2004 is het minimabeleid herijkt, schuldhulpverlening is hier een onderdeel van. Schuldhulpverlening bleek nog te ve rsnipperd plaats te vinden. Er waren bijvoorbeeld vijf instanties waar mensen zich konden aanmelden voor schuldhulpverlening: het Algemeen Maatschappelijk Werk (Delta)), Bureau Sociaal Raadslieden (BSR), Stadsbank Eindhoven, WegWijs en de afdeling Sociale Zaken van de gemeente Boxtel. Er was sprake van een toenemende schuldenproblematiek en er ontstonden wachtlijsten. Uit een onderzoek werden de volgende aanbevelingen gedaan: • voorkom dat er problematische schulden ontstaan; • zijn er problematische schulden, zorg dan voor een eenduidige werkwijze; • bewaak het traject; • voorkom dat men terugvalt tijdens het traject of nadat schulden zijn gesaneerd. Als er op dat moment niets gedaan wordt dan: • nemen wachttijden toe; • zullen het aantal afsluitingen en huisuitzettingen toenemen; • krijgen steeds meer mensen te maken met beslag op loon of uitkering en dat duurt ook langer waardoor ze langdurig onder het bestaansminimum blijven; • zullen de kosten van de schuldregeling vele malen hoger zijn. Daarom is toen besloten om de werkwijze verder aan te passen en per 1 januari 2005 de integrale schuldhulpverlening in de gemeente Boxtel in te voeren. Integrale schuldhulpverlening: Kenmerkt zich vooral door het tegelijkertijd werken aan financieel-technische als psychosociale oplossingen. Integrale schuldhulpverlening betekent niet alleen maar het regelen van schulden en eventueel begeleiden, maar ook dat er lokaal beleid wordt geformuleerd waarin de verschillende onderdelen en raakvlakken op elkaar afgestemd worden. De activiteiten vanaf de preventie tot en met de zorg voor uitvallers, zijn op onderdelen uitgewerkt. De gemeente heeft hierin wettelijk gezien de regie en de verantwoordelijkheid. Alleen zij is in staat verbindingen te leggen tussen de verschillende sectoren zoals huisvesting, Sociale Zaken, Stadsbank en het AMW. Ook dient de gemeente als aanspreekpunt voor erkende schuldbemiddelaars en begeleidende organisaties zoals reclassering, verslavingszorg, RIAGG, maatschappelijke opvang en dergelijke. Ook is er een ander belang voor de gemeente: een problematische schuldensituatie kan namelijk ook een belemmering zijn in het traject van de arbeidstoeleiding. De partners die de integrale schuldhulpverlening vormgeven zijn: Delta (AMW), Inkomensondersteuningsloket (IO-loket) Eindhoven, woonstichting St. Joseph en bureau Schuldhulpverlening van de gemeente Boxtel.
9
De visie en verwachte resultaten zijn: het bevorderen van de sociale participatie en het welbevinden van burgers in Boxtel het formuleren van preventief beleid (voorkomen is beter dan genezen) het komen tot een eenduidige registratie om jaarlijks inzicht te krijgen in de resultaten en ontwikkelingen het borgen van de kwaliteit van de schuldhulpverlening het bepalen en afstemmen van werkzaamheden om tot een effectieve en efficiënte samenwerking te komen het voorkomen van dubbelwerk en blinde vlekken door het benoemen van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden In Boxtel is er vanaf 1 januari 2005 één aanmeldpunt voor schuldhulpverlening, namelijk loket WegWijs. Melden bij Delta (AMW), BSR of de stadsbank kon niet meer. Degene die schulden heeft en hierbij hulp nodig heeft, meldt zich op loket WegWijs. Hier wordt meteen gekeken of alle inkomsten op orde zijn en of alle (inkomens)voorzieningen zijn benut. Indien er nog regelingen zijn waar de aanvrager geen gebruik van maakt, wordt daarvoor tegelijkertijd een aanvraag ingenomen. De klant krijgt een map mee met het verzoek om de gegevens te verzamelen. Indien noodzakelijk wordt hij direct aangemeld voor het project “schrijven en blijven”. Vrijwilligers helpen de klant met het ordenen van de administratie. Daarna wordt de klant uitgenodigd wordt voor een uitgebreide intake. Het gaat hierbij niet alleen om inzicht te krijgen in de materiële problematische schulden, maar ook om het signaleren van onderliggende immateriële problematiek. Bij dit laatste kunnen de casemanagers worden ondersteund door een medewerker van Delta (AMW). Indien er sprake is van een spoedeisende situatie (zoals een dreigende huisuitzetting) wordt de klant, nadat hij zich gemeld heeft bij loket WegWijs, direct doorverwezen naar bureau Schuldhulpverlening. De aanvraag voor schuldhulp wordt dan direct opgepakt. Het verwachte resultaat van de integrale schuldhulpverlening was een daling van het aantal afsluitingen, minder huisuitzettingen en meer participatie in onze samenleving. Deze manier van werken kost niet alleen geld, maar levert ook genoeg op. Door het intensiveren van de preventieve activiteiten was de verwachting dat problematische schuldensituaties voorkomen zouden worden of in een vroeg stadium herkend zouden worden. Door een goede nazorg zou terugval minder snel optreden. Als de toenmalige werkwijze zou worden gecontinueerd zouden vooral de stadsbank en het Delta (AMW) een forse toeloop krijgen van mensen in problematische schuldensituaties, waarbij de rekening direct of indirect toch bij de gemeente uit zou komen.
2.2
Samenwerkingsovereenkomsten
2.2.1 Gemeente, Delta (AMW) en het IO-loket De samenwerking tussen bureau Schuldhulpverlening van de gemeente Boxtel, Delta (AMW) en het IO-loket Eindhoven wordt bekrachtigd op 13 januari 2005 door het ondertekenen van een overeenkomst. De doelstelling van deze samenwerkingsovereenkomst luidt als volgt: Het verlenen van hulp, of daaraan voorafgaand preventie, aan alle inwoners van Boxtel die zich in een zodanige schuldsituatie bevinden of dreigen te raken dat zij deze zelf niet meer kunnen oplossen, onder vooraf gestelde voorwaarden en in samenwerking met alle betrokken partijen met als doel het bieden van een toekomst perspectief waarin de klant weer normaal maatschappelijk kan functioneren zonder dat er sprake is van recidive ten aanzien van een schuldensituatie. Het uitvoeringsprotocol maakt onderdeel uit van de samenwerkingsovereenkomst. Hierin staan alle taken beschreven en de werkprocessen van alle partijen.
10
Taken deelnemers Burgers met vragen over schuldhulpverlening worden door de verschillende partijen en andere organisaties doorverwezen naar loket WegWijs, waar de intake plaatsvindt. Bureau schuldhulpverlening van de afdeling Sociale Zaken bereidt de hulpvraag integraal voor ten behoeve van behandeling door een of meer partijen. Hier wordt het plan van aanpak opgesteld. De casemanagers volgen de procesgang van uitgezette activiteiten en coördineren de zaken. De casemanagers blijven de klant ook ondersteunen als hij in de WSNP zit. Tevens zijn zij contactpersoon voor klant en schuldeisers. Behalve als de klant is doorgestuurd naar het IO-loket voor schuldsanering of bemiddeling. Delta (AMW) verzorgt op basis van een prestatiecontract met de gemeente de psychosociale hulpverlening en budgetbegeleiding voor de klant en zorgt voor terugkoppeling. Het IO-loket van de Dienst WZI van de gemeente Eindhoven heeft als taak de schuldbemiddeling, schuldsanering, budgetbeheer en WSNP uit te voeren en koppelt terug over de ingezette en afgeronde activiteiten.
2.2.2 Gemeente en woonstichting St. Joseph Op 13 januari 2005 is ook de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Boxtel en woonstichting St. Joseph ondertekend. Hierin staan afspraken vermeld zoals hoe de woonstichting omgaat met achterstanden van de huurbetaling richting de huurder en de gemeente. Bij een aanmaning wordt bijvoorbeeld een brief meegestuurd over de mogelijkheid van schuldhulpverlening. De gemeente informeert de woonstichting als iemand in een schuldhulpverleningstraject zit. Zolang de klant in het traject zit en zich aan alle afspraken houdt, zal de woonstichting de invorderingsactiviteiten bevriezen.
11
12
3.
Evaluatie
In dit hoofdstuk wordt allereerst het doel van de evaluatie beschreven en wordt teruggekeken op de jaren 2005 tot en met 2008. Hierbij komen ook knelpunten aan de orde. In hoofdstuk vier volgen enkele aanbevelingen.
3.1
Doel van de evaluatie
Het doel van deze evaluatie is het weergeven van informatie over de schuldhulpverlening om te bepalen of de werkwijze resultaat heeft en of de doelstellingen gehaald zijn. Daarnaast willen we bekijken hoe we de huidige werkwijze verder kunnen optimaliseren. We willen naast de algemene doelstelling meetbare doelstellingen formuleren voor de komende jaren (20102014) en deze vervolgens jaarlijks bijhouden in de programmabegroting en –rekening van de gemeente Boxtel. In hoofdstuk 2 zijn verschillende doelstellingen en verwachtingen over de nieuwe werkwijze genoemd. Hier worden ze nogmaals op een rijtje gezet: Door de integrale schuldhulpverlening in de gemeente Boxtel: 1. 2. 3.
zullen de wachttijden afnemen; zullen het aantal afsluitingen en huisuitzettingen afnemen; wordt er minder beslag gelegd op loon of uitkering en dat duurt korter, waardoor de periode dat ze onder het bestaansminimum blijven verkort wordt; 4. zullen de kosten van de schuldregeling niet verder oplopen; 5. wordt de sociale participatie en het welbevinden van burgers in Boxtel bevorderd; 6. wordt eenduidig geregistreerd zodat jaarlijks inzicht is in de resultaten en ontwikkelingen; 7. wordt de kwaliteit van de schuldhulpverlening geborgd; 8. wordt er tussen partijen effectief en efficiënt samengewerkt; 9. wordt dubbelwerk bij partijen voorkomen door het benoemen van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden 10. door preventieve maatregelen worden problematische schuldensituaties voorkomen of in een vroeg stadium herkend; 11. door goede nazorg zullen mensen minder snel terugvallen
3.2
Landelijke informatie schuldhulpverlening
Het blijkt erg lastig te zijn om landelijke gegevens over schuldhulpverlening te krijgen. De NVVK is de enige organisatie die informatie heeft. Zoals eerder vermeld is de gemeente niet aangesloten bij de NVVK, maar het IO-loket wel. De NVVK is begin 2008 gestart met de implementatie van de schuldhulpverlening nieuwe stijl. Aanleiding was de ongewenste uitval van klanten en het lage slagingspercentage in het minnelijk traject (2004: 9% en 14% in 2005). De oorzaak was dat de werkwijze aanbod- en procesgericht was. In de nieuwe stijl is de schuldhulpverlening vraag- en resultaatgericht. Dit vraagt om maatwerk en creativiteit. Een ander kenmerk is dat er meer mensen in aanmerking komen voor hulp, niet alleen mensen met problematische schulden, maar ook mensen met een financieel probleem die dat niet zelf kunnen oplossen. Zo wordt voorkomen dat een financieel probleem een problematische schuld wordt. Als iemand zich aanmeldt wordt eerst een uitgebreide integrale intake gedaan waarbij zowel financiële als psychosociale aspecten aan de orde komen. Op basis van de probleemanalyse wordt samen met de schuldenaar een plan van aanpak gemaakt. Een toevoeging aan de bestaande diensten is het stabilisatietraject dat tot doel heeft financiële rust te creëren. Hierbij valt te denken aan budgetbeheer, budgetcoaching, beschermingsbewind of begeleiding door het Algemeen Maatschappelijk Werk. Het is de bedoeling dat alle NVVK leden per 1 januari 2010 conform deze nieuwe werkwijze werken.
13
De werkwijze van de gemeente Boxtel is niet veel anders dan de nieuwe werkwijze van de NVVK. Behalve dat er in de gemeente Boxtel meer aandacht zal moeten komen voor het stabilisatietraject. Over 2008 hebben de leden van de NVVK door invoering van schuldhulpverlening nieuwe stijl meer mensen met schulden kunnen helpen. Het slagingspercentage van de schuldregeling is gestegen van 22% in 2007 naar 33% in 2008. Het uitvalspercentage is de laatste jaren gedaald van 52% in 2004 naar 27% in 2008. De doorverwijzing naar de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) is gedaald door het succes in het minnelijke traject.
aanvragen schuldregeling 3 slagingspercentage schuldregeling doorverwijzing naar WSNP 4 uitvalpercentage schuldregeling aantal budgetbeheerrekeningen
2004 39.000 9% 5% 52% 27.000
2005 43.000 14% 11% 52% 33.500
2006 46.000 18% 19% 38% 37.000
2007 47.500 22% 26% 31% 44.000
2008 44.100 33% 19% 27% 51.000
(Tabel 1: gegevens NVVK)
3.3
Informatie schuldhulpverlening gemeente Boxtel
3.3.1 Samenwerking partijen De samenwerking tussen Delta (AMW), het IO-loket, woonstichting St. Joseph en bureau Schuldhulpverlening van de gemeente Boxtel verloopt naar ieders tevredenheid. Vanwege een heldere taakverdeling wordt er effectief en efficiënt samengewerkt. Periodiek, tweemaal per jaar, vindt er een beleidsoverleg plaats, waarbij de werkwijze besproken wordt, zo nodig wordt bijgesteld en waar ontwikkelingen worden gesignaleerd. Organisatieoverstijgende beleidsaangelegenheden worden afgestemd, de kwaliteit van bureau Schuldhulpverlening wordt bewaakt en de samenwerking wordt telkens geëvalueerd. Daarnaast is er overleg op uitvoeringsniveau met als doel elkaar te informeren over ontwikkelingen en het bespreken van casuïstiek. De managementgegevens van met name Delta en het IO-loket vragen wel om extra aandacht. Om beter inzicht te krijgen in aantallen, trends en ontwikkelingen zal gezamenlijk opnieuw naar de managementgegevens gekeken moeten worden. Van de gemeente en de woonstichting zijn hierna wel gegevens opgenomen over 2005 tot en met 2008. Van het IO-loket en Delta (AMW) zijn slechts de gegevens van 2007 en 2008 opgenomen.
3
Doorlopende schuldregelingen en gestarte saneringskredieten, gedeeld door het totaal aantal aanvragen voor een schuldregeling, keer 100% 4 Niet geaccepteerde en afgewezen aanvragen, gedeeld door het totaal aantal aanvragen voor een schuldregeling, keer 100%.
14
3.3.2 Uren en uitgaven schuldhulpverlening van de gemeente Boxtel 2005 Gerealiseerde uren schuldhulpverlening Personele kosten schuldhulpverlening (2,4 fte) Overige uitgaven (IO-loket bijvoorbeeld) Totale kosten schuldhulpverlening
3.244 € 180.938 € 27.771 € 208.707
2006 3.488 € 186.992 € 27.164 € 214.156
2007
2008
3.332 € 198.698 € 47.030 € 245.728
3.483 € 214.576 € 22.066 € 236.642
(Tabel 2: gegevens gemeente Boxtel )
Het aantal uren van de casemanagers blijven nagenoeg gelijk. De totale kosten van schuldhulpverlening laten gedurende 2005 tot en met 2007 een stijging zien. In 2008 zien we een daling van de kosten. Voor 2009 en verder dient rekening te worden gehouden met een verdere stijging als gevolg van een toename van aanvragen schuldhulpverlening als gevolg van de economische recessie.
3.3.3 Intakes, preventie en wachttijden
aantal ingediende intakes Gemid. aantal kalenderdagen dat een aanvraag in behandeling wordt genomen Cursus omgaan met geld
2005 2006 2007 2008 162 125 109 100 51 82 62 79 0 2
(Tabel 3: gegevens gemeente Boxtel )
In 2005 heeft de nieuwe werkwijze een aanzuigende werking gehad: 162 intakes zijn er ingediend. Dit aantal neemt daarna af. De landelijke cijfers laten een andere trend zien; daar stijgen de aanvragen gedurende 2004 tot en met 2007. Daarna volgt een daling in 2008. Gesteld kan worden dat integrale schuldhulpverlening in de gemeente Boxtel het aantal intakes doet afnemen en dus succesvol is. Niet alleen de werkwijze op zich, maar ook preventieve maatregelen spelen hierbij een rol. Preventie is gericht op het in de toekomst voorkomen dan wel hanteerbaar maken van de schuldenproblematiek en de daarmee samenhangende psychosociale problemen. Het preventiebeleid richt zich op het actief stimuleren van het gebruik van voorzieningen, het realiseren van een goed minimabeleid en het geven van doelgerichte voorlichting. Het beleid ten aanzien van schuldeisers moet gericht zijn op een vroegtijdige signalering en een zorgvuldige omgang met dreigende betalingsachterstanden. Dit vraagt overleg met en voorlichting aan (potentiële) schuldeisers op lokaal niveau. Met de woonstichting en Essent zijn dergelijke afspraken gemaakt. De afspraken met schuldeisers kunnen verder uitgebreid worden. In 2008 is tweemaal de cursus “omgaan met geld” gestart. Deze cursus wordt gegeven door het Koning Willem I college. Iedereen kan zich hiervoor opgeven, maar bureau Schuldhulpverlening meldt ook klanten van schuldhulpverlening aan, als dit noodzakelijk wordt gevonden. 5
De wachttijd is echter wel toegenomen in 2006 en 2008 ten opzichte van de jaren daarvoor. In 2008 duurt het gemiddeld 79 kalenderdagen dat een klant, nadat hij het verslag van het gesprek op loket WegWijs ondertekend heeft teruggestuurd, uitgenodigd wordt voor de intake. Dit is een knelpunt wat aandacht vraagt. Als er sprake is van een crisissituatie, zoals dreigende huisuitzetting, wordt de aanvraag uiteraard wel direct opgepakt. Daarnaast worden klanten vaak al door de medewerkers van loket WegWijs direct aangemeld voor het project “schrijven en blijven” bij Delta (AMW), als dat noodzakelijk wordt gevonden. Op die manier start hij meteen met het op orde brengen van de administratie. 5
De klant meldt zich bij WegWijs, van het gesprek wordt een verslag opgesteld. De klant tekent dat voor akkoord en stuurt het terug naar de gemeente. De wachttijd is de tijd tussen het ontvangen (getekende) verslag en het eerste intakegesprek.
15
Tot slot is begin 2009 extra ondersteuning van het IO-loket ingekocht om de wachtlijst en de wachttijden te verkorten. Deze cijfers laten zien dat schuldhulpverlening een intensief proces is en veel tijd vraagt van de casemanagers. Kijken we namelijk naar het totaal aantal werkprocessen wat is afgewerkt, dan zien we dat die over 2006 tot en met 2008 nagenoeg gelijk zijn gebleven: Werkprocessen Intake SHV Vervolgtraject Beëindiging Nazorg nazorg na advies tussentijds SHV onderzoek Totaal
2005 2006 2007 2008 162 125 109 100 72 71 80 55 15 10 4 -22 9 11 12 3 3 6 10 ---36 274 218 210 213
(Tabel 4: gegevens gemeente Boxtel )
Het aantal uren wat gemiddeld een werkproces aan tijd kost is 12 in 2005. In de jaren daarna zijn de casemanagers gemiddeld 16 uur kwijt aan het afhandelen van een werkproces. De hulpverlening aan mensen met problematische schulden is erg intensief. De schulden zijn groot en de problemen complex. Indien iemand zich meldt voor een traject en uitvalt, zal hij uiteindelijk toch weer terugkomen bij bureau Schuldhulpverlening. De schulden lossen niet vanzelf op, integendeel deze nemen alleen maar toe.
3.3.4 Beëindigingen De hulpvragers hebben bepaalde rechten en plichten. Die staan vermeld in een voorwaardenreglement die de casemanager opstelt. Als de regels niet worden nageleefd dan wordt de hulpverlening beëindigd. De volgende afspraken worden gemaakt: het inkomen moet op orde zijn, de partner moet fulltime gaan werken, er mogen geen nieuwe schulden gemaakt worden, als er geen noodzaak is moet de auto verkocht worden en ander vermogen moet te gelden gemaakt worden. En de klant moet verschijnen op een afspraak. Doet hij dat niet, dan krijgt hij nog eenmaal de gelegenheid en anders wordt de schuldhulpverlening beëindigd. De klant wordt vervolgens voor 6, 9 of 12 maanden uitgesloten. Bij het nakomen van de afspraken kan de klant hulp krijgen van Delta (AMW). Delta verzorgt psychosociale hulpverlening en budgetbegeleiding. Dit is niet helemaal vrijblijvend, maar er staat geen sanctie tegenover als de klant hiermee stopt. In het voorwaardenreglement staat dat de klant zich maximaal moet inspannen om de schuldenproblematiek op te lossen. Hieronder valt ook de begeleiding van Delta. Ook via de cursus “schrijven en blijven” helpen vrijwilligers de klant om zijn afspraken na te komen door hulp te bieden bij het ordenen van de administratie. Psychosociale hulpverlening en budgetbegeleiding zijn dan een volgende stap. Zoals eerder vermeld worden mensen (indien nodig) direct aangemeld voor het project “schrijven en blijven”, zodra zij zich melden bij loket WegWijs met schuldenproblematiek. In de intake-fase vinden veel beëindigingen plaats. In onderstaande tabel ziet u in procenten weergegeven waartoe een ingediende aanvraag leidt.
Intrekken aanvraag e Beëindigingen na niet verschijnen 1 afspraak in intake fase Beëindigingen na niet nakomen afspraken Adviesgesprek blijkt voldoende Plan van aanpak is opgesteld Overig (waaronder beëindiging vanwege andere omstandigheden)
2005 4% 10% 23% 17% 27% 19%
2006 16% 12% 26% 18% 16% 12%
2007 2008 11% 13% 10% 13% 33% 32% 25% 18% 13% 7% 8% 17%
(Tabel 5: gegevens gemeente Boxtel )
16
In 2005 wordt in een derde van de intakegesprekken het traject beëindigd omdat de klant zijn afspraken niet nakomt of niet verschijnt op de eerste afspraak. Dit percentage loopt op. In 2008 wordt bijna de helft van de aanvragen (45%) voor hulp bij de schuldenproblematiek afgebroken door e toedoen van de klant (na niet verschijnen op 1 afspraak of door het niet nakomen van afspraken). De klant is volgens deze gegevens onvoldoende gemotiveerd om iets aan zijn schuldenproblemen te doen. Of er nog andere redenen zijn waarom iemand niet op komt dagen, is onbekend en behoeft wellicht nader onderzoek. Het komt ook voor dat een plan van aanpak niet opgesteld kan worden vanwege de trage afhandeling van rechtbanken bij echtscheidingen. Daarnaast wordt er lang gewacht op bijvoorbeeld informatie van de Belastingdienst. Dergelijke factoren spelen ook een rol bij beëindigingen. In ongeveer 1 op de vijf intakes blijkt een adviesgesprek al voldoende. De uitval in de eerste intake fase is onacceptabel hoog en dient aangepakt te worden. Bij complexe aanvragen voor schuldhulpverlening, waarbij sprake is va n diverse problemen (echtscheiding, psychische problemen etc.) is het soms niet mogelijk om een traject in te gaan. Dan is het verstandiger om eerst te werken aan de andere problematiek in samenwerking met het AMW, de GGZ enzovoorts. Belangrijk is dan dat de klant rust heeft in die zin dat de situatie gestabiliseerd wordt (maximaal beslag op het inkomen, meer is wettelijk ook niet toegestaan), regeling treffen met de schuldeisers en een doorbetaalrekening openen. Over de schulden heeft de klant dan rust terwijl hij kan werken aan de andere problemen. Vervolgens kun je per half jaar bekijken wat de stand van zaken is en of het op dat moment wel mogelijk is om het verdere traject schuldhulpverlening te doorlopen. Het voordeel van stabiliseren is dat de schulden niet verder oplopen. Sommige klanten kunnen in een later stadium verder opgepakt worden voor schuldhulpverlening, maar er zullen ook een aantal klanten zijn die altijd ondersteund moeten blijven worden middels een beschermingsbewind of het algemeen maatschappelijk werk. In de toekomst zal meer aandacht moeten komen voor het stabilisatietraject. Als de aanvrager kampt met een verslaving en hij volgt een traject bij Novadic, dan kan de schuldhulpverlening pas gestart worden als de verslaving beheersbaar is volgens Novadic.
3.3.5 Traject succesvol Met de nieuwe werkwijze van integrale schuldhulpverlening is niet geformuleerd wanneer een schuldhulpverleningstraject succesvol is. Is dat na een adviesgesprek, of als de klant na drie jaar in een schuldregeling heeft gezeten, daarna met een schone lei begint? Of is dat voor een aantal klanten een stap te ver en nooit haalbaar. Is voor die klanten het hoogst haalbare misschien het stabiliseren van de schulden en de gezinssituatie, zodat ze niet uit huis worden geplaatst en er dagelijks eten en drinken is? Hier gaan we enkel in op het aantal ingediende intakes waarbij een plan van aanpak is opgesteld. Meer gegevens zijn namelijk niet voorhanden. Het percentage van de ingediende intakes waarvoor uiteindelijk een plan van aanpak is opgesteld is de afgelopen jaren gedaald van 27% in 2005 tot 7% in 2008. Na het plan van aanpak wordt de klant doorgestuurd naar het IO-loket voor een schuldregeling, budgethulp, lening, saneringskrediet of een WSNP-verklaring. Ondanks dat maar voor een klein deel een plan van aanpak wordt opgesteld, blijken klanten het vervolgtraject wel goed te doorlopen en is er geen uitval. Het intensieve voortraject levert voor deze klanten dus een goed resultaat op.
17
3.3.6 Ontruimingen Het aantal voorgenomen ontruimingen en de daadwerkelijk uitvoerde ontruimingen zijn gedaald bij woonstichting St. Joseph. Geconcludeerd kan worden dat de schuldhulpverlening, de afspraken tussen gemeente en woonstichting St. Joseph en het incassobeleid van de woonstichting een positieve invloed heeft op het aantal voorgenomen – en uitgevoerde ontruimingen.
Voorgenomen ontruimingen woonstichting St. Joseph waarvan daadwerkelijk ontruimd
2005 2006 2007 2008 24 25 15 8 10 3
(Tabel 6: gegevens woonstichting St. Joseph)
De gezinnen die ontruimd worden ontvangen meestal op dat moment geen schuldhulpverlening van de gemeente. Mogelijk zijn zij in het verleden wel in traject genomen of hebben zich gemeld bij bureau Schuldhulpverlening en zijn uitgevallen. Hierover zijn geen gegevens beschikbaar. Het komt ook voor dat een woning op de nominatie staat om ontruimd te worden, terwijl de persoon wel bekend is bij bureau Schuldhulpverlening. Vaak gebeurt dit dan om meer druk te leggen, zodat de huurder de noodzaak ziet om de schuldhulpverlening te laten slagen. De woonstichting attendeert de klant bij een huurachterstand op de mogelijkheden van schuldhulpverlening. Ook worden vanaf 2008 de namen doorgegeven van mensen met een huurachterstand aan bureau Schuldhulpverlening, tenzij zij aangeven daar bezwaar tegen te hebben. De casemanagers nemen dan contact met hen op om schuldhulpverlening te starten. Echter, het komt voor dat de mensen niet bereikt worden, waardoor er toch ontruimd moet worden. Het goede resultaat van de afspraken tussen de woonstichting en de gemeente zie je terug in de daling van het aantal voorgenomen en uitgevoerde ontruimingen in 2008. In 2008 wordt een op de vi jf woningen uiteindelijk daadwerkelijk ontruimd. Dat betekent dat de meeste mensen alsnog middelen vinden om de huurachterstand te betalen, of alsnog in een schuldhulpverleningstraject worden opgenomen, of een doorbetaalrekening bij het IO-loket afsluiten. De woonstichting wil de garantie krijgen dat de lopende huur betaald kan gaan worden. Over de huurachterstand kunnen nadere afspraken gemaakt worden.
3.3.7 Gegevens IO-loket Zoals eerder vermeld, blijken de managementgegevens van het IO-loket lastig boven water gehaald te kunnen worden. In deze nota komen alleen de gegevens van 2007 en 2008 aan de orde. IO-loket totaal aantal aanvragen schuldregeling (nieuw) totaal aantal schuldregelingen start fase 2 (nieuw) Verzonden WSNP-verklaringen Totaal aantal budgethulp (BBR) waarvan nieuw in deze periode uitbetaalde leningen (PL) Saneringskrediet (contract SK)
2007 2008 14 9 9 7 5 2 30 32 11 13 6 9 1
(Tabel 7: gegevens IO-loket)
Uit deze gegevens kan niet opgemaakt worden of er sprake is van uitval, of wat het slagingspercentage is.
18
3.3.8 Gegevens Delta (AMW) Ook de gegevens van Delta (AMW) zijn alleen voor 2007 en 2008 beschikbaar. De trajecten budgetbegeleiding en psychosociale hulpverlening vallen onder de reguliere werkzaamheden van het AMW. De afdeling Burgerzaken en Welzijn maken in het kader van subsidieverstrekking afspraken met het AMW. Ook mensen die zich zelf melden kunnen een traject volgen. Niet zichtbaar is welke trajecten zijn ingezet door bureau Schuldhulpverlening. Ook is er geen onderscheid zichtbaar tussen psychosociale hulpverlening en budgetbegeleiding. Als schulden de re-integratie naar werk belemmeren wordt het traject ingekocht door de afdeling Sociale Zaken. Dit in het kader van de ESF subsidie. In 2008 zijn dergelijke trajecten niet meer ingekocht bij Delta. Delta (AMW) Trajecten budgetbeheer en psychosociale hulpverlening waarvan gefinancierd door Sociale Zaken i.v.m. een re-integratietraject Totaal aantal trajecten gestart in voorgaand jaar gestart in lopend jaar aantal afgesloten hulpverlening afgerond, traject doorlopen voortijdig afgesloten op initiatief van klant klant verwezen, maar niet gekomen (onbekend) nog lopend
2007 2008 20 20 13 0 23 20 9 9 14 11 16 13 6 6 10 7 2 7 5
(Tabel 8: gegevens Delta (AMW)
Uit deze cijfers blijkt dat ook hier de uitval groot is. Slechts in ongeveer een derde van de trajecten wordt het hele hulpverleningstraject doorlopen. Het percentage klanten wat het traject op eigen initiatief afsluit ligt hoger. En dit ondanks het feit dat de klant zich maximaal moet inspannen om de schuldenproblematiek op te lossen. Echter, niet duidelijk is of al deze mensen in een schuldhulpverleningstraject zitten of zich ook zelf hebben aangemeld zonder tussenkomst van bureau Schuldhulpverlening. Er dient aandacht te zijn voor de uitval van mensen die een traject schuldhulpverlening zitten. Het is juist enorm belangrijk dat de klant gemotiveerd wordt zodat hij het belang in ziet om zijn schulden op te lossen.
3.4
Conclusie
De gegevens in dit hoofdstuk hebben laten zien dat schuldhulpverlening een intensief proces is wat veel inspanning van de casemanagers vraagt en waar veel geld in om gaat. De problemen van mensen met schulden zijn complex en het vraagt veel om de klant te motiveren iets aan zijn schulden te doen. Ook onze samenwerkingspartners woonstichting St. Joseph, Delta en het IO-loket zijn intensief bezig om zo goed mogelijk hulp te bieden aan mensen met problematische schulden. Door de integrale schuldhulpverlening zoals die op 1 januari 2005 in de gemeente Boxtel is ingevoerd, is de onderlinge taakverdeling duidelijk, waardoor er efficiënt en effectief wordt samengewerkt met woonstichting St. Joseph, het IO-loket en Delta (AMW). Continu wordt bekeken hoe de werkwijze, de samenwerking en de kwaliteit van schuldhulpverlening in de gemeente Boxtel verder verbeterd kan worden. Levert de werkwijze voldoende op? Een goede samenwerking is lastig meetbaar te maken in cijfers en resultaten. Zo ook wat het effect is van preventieve maatregelen. De schuldhulpverlening sluit in ieder geval goed aan bij het minimabeleid van de gemeente Boxtel.
19
6
We zien het goede resultaat terug in een daling van het aantal intakes over 2005 tot en met 2008 . Ook het aantal voorgenomen en uitgevoerde ontruimingen van huurwoningen van St. Joseph is gedaald. Dankzij de integrale werkwijze en het incassobeleid van de woonstichting. Ondanks het hoge percentage wat voortijdig uitvalt, blijkt dat de klanten, waar uiteindelijk een plan van aanpak voor wordt opgesteld, het verdere traject met succes doorlopen. Zonder enige twijfel kan aangenomen worden dat schuldhulpverlening de sociale participatie en het welbevinden van burgers in de gemeente Boxtel bevordert. Er is echter wel een aantal knelpunten te noemen. Het uitvalpercentage van mensen die gedurende de intake-fase stoppen is hoog. Bijna de helft van de aanvragen wordt in 2008 beëindigd omdat de klant zijn afspraken niet nakomt. Dat toont aan dat het belangrijk is om bij schuldhulpverlening te investeren in het motiveren van de klant om zijn situatie te verbeteren. Slechts 7% van de intakes leidt in 2008 tot het opstellen van een plan van aanpak. Dit percentage is de afgelopen jaren ook nog eens alleen maar gedaald. De wachttijden zijn onacceptabel hoog en zijn de afgelopen jaren toegenomen. Daarvoor zijn uiteraard wel maatregelen genomen: het IO-loket heeft bureau Schuldhulpverlening ondersteund bij het wegwerken van de wachtlijst. De aanvrager wordt bovendien (indien noodzakelijk) direct nadat hij zich meldt bij loket WegWijs voor schuldhulpverlening aangemeld voor het project “schrijven en blijven”, zodat meteen gestart wordt om de administratie op orde te brengen. En bij crisissituaties wordt de schuldhulpverlening direct opgepakt. Tot slot lopen de kosten van schuldhulpverlening op tot 2007. Het jaar 2008 laat een lichte daling zien. Terugkomend op de vooraf geformuleerde doelstellingen dan kunnen we stellen dat voor enkele doelstellingen geen meetbare gegevens voor handen zijn om te bepalen of ze gehaald zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor deze doelstellingen: • afname van het aantal afsluitingen • er wordt minder beslag gelegd op loon of uitkering • door goede nazorg zullen mensen minder terugvallen Om beter inzicht te krijgen in resultaten en ontwikkelingen kunnen concrete doelstellingen geformuleerd worden. In het volgende hoofdstuk wordt een aantal aanbevelingen gedaan om de integrale schuldhulpverlening de komende jaren verder te verbeteren.
6
Overigens is de verwachting dat het aantal intakes de komende jaren zal stijgen als gevolg van de economische crisis.
20
4.
Aanbevelingen
4.1
Doelstelling en overwegingen
Naar aanleiding van de gegevens over schuldhulpverlening over 2005 tot en met 2008 is in voorgaand hoofdstuk een aantal knelpunten naar voren gekomen. In dit hoofdstuk wordt daarom een aantal aanbevelingen gedaan. Het college zal deze aanbevelingen verder uitwerken. In bepaalde gevallen kan al gestart worden met de uitvoering van de activiteiten. De algemene doelstelling voor integrale schuldhulpverlening luidt als volgt en blijft ongewijzigd. Het verlenen van hulp, of daaraan voorafgaand preventie, aan alle inwoners van Boxtel die zich in een zodanige schuldsituatie bevinden of dreigen te raken dat zij deze zelf niet meer kunnen oplossen, onder vooraf gestelde voorwaarden en in samenwerking met alle betrokken partijen met als doel het bieden van een toekomst perspectief waarin de klant weer normaal maatschappelijk kan functioneren zonder dat er sprake is van recidive ten aanzien van een schuldensituatie. Graag willen we hierbij een aantal overwegingen meegeven: •
• •
4.2
De gemeente besteedt veel aandacht en middelen aan de bestrijding van schuldenproblematiek. Mensen krijgen kwalitatief goed en voor hen kosteloos een schuldhulpverleningstraject aangeboden. Niet meewerken, kost de gemeente geld en helpt mensen niet verder. Dat mensen al schulden hebben en de beurs vaak al leeg is, doet niets af aan het principe dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen onderhoud en verantwoordelijkheidsbesef moet tonen om dat te bereiken. De gemeente moet niet willen pamperen, maar moet ernaar streven dat de zelfredzaamheid van mensen met problematische schulden vergroot wordt.
Aanbevelingen
Om de werkwijze van integrale schuldhulpverlening verder te verbeteren, de algemene doelstelling te halen en de knelpunten aan te pakken, worden de volgende aanbevelingen gedaan voor de jaren 2010-2014.
1.
Zet meer in op preventieve activiteiten
Het minimabeleid van de gemeente Boxtel is ruim voldoende ontwikkeld. Voor meer informatie verwijzen wij naar de Minima Effect Rapportage (MER). Op dit moment zijn er afspraken met woonstichting St. Joseph en Essent op het gebied van het signaleren van schulden en het verwijzen naar bureau Schuldhulpverlening. Ook met de WSD worden momenteel afspraken gemaakt zodat zij actie kunnen ondernemen zodra gesignaleerd wordt dat een werknemer financiële problemen heeft. Met de Belastingdienst worden eveneens afspraken gemaakt. De gemeente heeft een collectieve ziektekostenverzekering afgesloten bij de CZ / VGZ. Mensen met een minimum inkomen kunnen hiervan gebruik maken. De gemeente ontvangt van hen lijsten van mensen die een betalingsachterstand hebben. Als het gaat om mensen met een WWB uitkering, dan worden zij benaderd door de casemanagers WWB. De overige mensen zullen ook benaderd gaan worden door bureau Schuldhulpverlening.
21
In het bestek van de aanbesteding voor hulp bij het huishouden is opgenomen dat ook de zorgverlener die bij de mensen thuis komt in staat moet zijn te signaleren als er schulden zijn en dit met de zorgaanbieder te bespreken. De klant kan doorverwezen worden naar bureau Schuldhulpverlening van de gemeente. De afspraken met externe partijen kunnen uitgebreid worden met het UWV Werkbedrijf, Brabant Water, EON, Obragas, scholen, huisartsen enzovoorts. Ook kunnen er intern verdere afspraken gemaakt worden met andere afdelingen zoals het Centraal Administratiekantoor en de wijkambtenaren. Door de economische crisis zullen meer mensen ontslag krijgen en dus te maken krijgen met een terugval in inkomen. Bij het UWV Werkbedrijf dient meer aandacht hiervoor te zijn. Er kunnen afspraken gemaakt worden dat bijvoorbeeld een folder over schuldhulpverlening meegegeven wordt of dat mensen een cursus “omgaan met geld” kunnen volgen. Het doel is om meer partijen alert te maken op schuldenproblematiek en hen de mogelijkheid bieden om iets te doen met dat signaal. Het streven is om meer partijen alert te maken op schuldenproblematiek bij gezinnen, waardoor meer mensen worden doorverwezen naar bureau Schuldhulpverlening en om meer mensen de cursus “omgaan met geld” te laten volgen. Indicatoren hierbij zijn: • aantal partijen waar afspraken mee gemaakt zijn • aantal mensen wat zich meldt bij loket WegWijs voor schulden en is doorverwezen • aantal mensen wat de cursus “omgaan met geld” heeft gevolgd
2.
Verkort de wachttijden
Uitgezocht dient te worden of de huidige werkwijze anders ingericht kan worden waardoor de wachttijden verkort worden. Dat kan bijvoorbeeld door de klant direct na melding bij loket WegWijs de stukken te laten verzamelen en in te dienen zodat een dossier aangelegd kan worden. De casemanager kan het dan direct overnemen. Nu moet de klant lang wachten op de eerste oproep en onderneemt hij in de tussentijd vaak geen actie. De klant blijft dan ook meer betrokken. Daarnaast zijn begin 2009 voor vier maanden de achterstanden weggewerkt door een medewerker van het IO-loket. Rekening houdend met een toename van het aantal schuldhulpverleningstrajecten als gevolg van de economische recessie, zal mogelijk (tijdelijk) extra (personele) ondersteuning moeten komen. Het streven is om in 2010 de wachttijd met ruim de helft te verminderen tot 28 kalenderdagen. Indien er sprake is van een acute crisissituatie bedraagt de wachttijd maximaal drie kalenderdagen. Indicator hierbij is: • de wachttijd tussen het ontvangen (ondertekende) WegWijs-verslag en het uitgebreide intakegesprek.
3.
Verlaag het uitvalpercentage
De huidige werkwijze laat zien dat het nogal eens schort aan de motivatie van de klant om zich maximaal in te spannen aan het schuldhulpverleningstraject. In overleg met Delta (AMW) dient er meer aandacht te zijn voor het motiveren van de klant. Als de klant zelf besluit (zonder geldige reden) om de stoppen met de psychosociale hulpverlening of budgettering, dan kan het traject gestopt worden. Onderzocht dient te worden of het huidige begeleidingsaanbod van Delta (AMW) aangepast of uitgebreid moet worden. Daarnaast kan de uitval wellicht voorkomen worden door vaker persoonlijk contact te leggen met de klant in plaats van schriftelijk. De ervaring leert dat klanten de post vaak niet meer openen. Mogelijk dat het doen van huisbezoeken ook de uitval kan verminderen.
22
Waarom klanten niet verschijnen op hun eerste afspraak, of later in het traject hun afspraken niet nakomen is niet altijd duidelijk. Ontbreekt het aan motivatie of zijn er andere factoren? Dit zou ook nader onderzocht kunnen worden. Klanten kunnen ook via een premie gestimuleerd worden om een traject schuldhulpverlening te volgen en af te maken. Hierbij valt ook het volgen van de cursus “omgaan met geld” of het project “schrijven en blijven”. Als zij dit weigeren of afspraken niet nakomen, zou een maatregel opgelegd kunnen worden. Het college van burgemeester en wethouders kunnen hiervoor nadere beleidsregels opstellen. Het streven is om het uitvalpercentage van klanten die op de eerste afspraak in de intakefase niet verschijnen of daarna de afspraken niet nakomen van 45% in 2008 te verlagen naar 30% in 2010. Ook dient inzicht te komen in het percentage klanten wat in een traject schuldhulpverlening zit en uitvalt bij psychosociale hulpverlening of budgetbegeleiding bij Delta of uitvalt in een regeling via het IO-loket. Daarnaast streven we ernaar om beleidsregels op te stellen voor een stimuleringspremie of een maatregel. Indicatoren hierbij zijn: e • beëindigingen na niet verschijnen 1 afspraak en beëindigingen na het niet nakomen van afspraken ten opzichte van het aantal afgewerkte intakes • beëindigingen op initiatief van de klant van het traject bij Delta • voortijdige beëindigingen door toedoen klant bij IO-loket • aantal verstrekte premies en opgelegde maatregelen
4.
Verkrijg inzicht in geslaagde trajecten
Graag willen we hierbij formuleren wanneer we schuldhulpverlening geslaagd achten. De inzet van schuldhulpverlening is geslaagd als: • de klant na een adviesgesprek op weg is geholpen • een stabilisatietraject is gestart waarbij de schulden worden gestabiliseerd en eerst gewerkt wordt aan de overige problemen, voordat het schuldhulpverleningstraject gestart kan worden. Er zal meer aandacht moeten komen voor een stabilisatietraject als de weg naar een schuldregeling nog een stap te ver is. • er een plan van aanpak is opgesteld en de klant is verwezen naar het IO-loket voor een schuldregeling of naar Delta (AMW) voor psychosociale hulpverlening en budgetbeheer. • de klant de schuldregeling doorlopen heeft en het met een schone lei afsluit Het streven is om inzicht te krijgen in geslaagde trajecten en het percentage geslaagde trajecten gedurende 2010-2014 te verhogen. Indicatoren hierbij zijn: • het aantal intakes waarbij een adviesgesprek voldoende bleek • het aantal opgestelde plannen van aanpak in de intake-fase voor een stabilisatietraject • het aantal opgestelde plannen van aanpak in de intake-fase voor doorleiding naar het IO-loket • het aantal klanten met een schone lei
5.
Verkrijg beter inzicht in resultaten en ontwikkelingen van schuldhulpverlening
Bij deze evaluatie is duidelijk geworden dat gegevens niet altijd voor handen zijn om te bezien of resultaten gehaald zijn en wat ontwikkelingen zijn. Ten behoeve van de kaderstellende rol van de raad van de gemeente Boxtel wordt voorgesteld om in de programmabegroting en –rekening jaarlijks de volgende indicatoren op te nemen: • aantal afgewerkte intakes • percentage uitval in intake-fase door toedoen van de klant • percentage geslaagde trajecten • de wachttijd tussen de ontvangst van het WegWijs verslag en de uitgebreide intake
23
In de managementinformatie zullen vanaf 2010 meerdere indicatoren opgenomen worden. Wellicht dat de administratie aangepast moet worden om de gegevens te verkrijgen. Ook zal overleg met St. Joseph, het IO-loket en Delta (AMW) noodzakelijk zijn. Deze indicatoren zijn opgenomen in bijlage 3.
4.3
Financiële consequenties
Als deze aanbevelingen opgevolgd worden, zal dat extra geld kosten. Ook de gevolgen van de economische crisis zullen invloed hebben op het gemeentelijk budget. Dekking zal gezocht worden in de extra financiële middelen die vanuit het rijk beschikbaar zullen worden gesteld. De verwachting is dat de septembercirculaire hierover meer duidelijkheid geeft.
4.4
Tot slot
Met deze nota hopen we meer inzicht te hebben gegeven in de integrale schuldhulpverlening van de gemeente Boxtel. Door ons de komende jaren te richten op de aanbevelingen hopen we de schuldhulpverlening verder te verbeteren. Landelijke ontwikkelingen zullen gevolgd worden.
24
5
Bijlagen
5.1
Lijst van gebruikte afkortingen:
AFM AMW BBR BSR ESF GGD GGZ IO-loket PL MER NVVK RIAGG SK SZW UWV WFD Wmo WSD WSNP WWB
Autoriteit Financiële Markten Algemeen Maatschappelijk Werk Budgetbeheer rekening Bureau Sociaal Raadslieden Europees Sociaal Fonds Gemeentelijke Gezondheidsdienst Geestelijke Gezondheidszorg Inkomensondersteuningsloket van de Dienst Werk Zorg en Inkomen van de gemeente Eindhoven persoonlijke lening Minima Effect Rapportage Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet. Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg saneringskrediet Sociale Zaken en Werkgelegenheid Uitvoering werknemersverzekeringen Wet Financiële Dienstverlening Wet maatschappelijke ondersteuning Wet Voorzieningsschap De Dommel Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen Wet Werk en Bijstand
25
5.2
Begrippenkader
Aflossingscapaciteit Het volgens de NVVK-norm berekende bedrag dat de schuldenaar aan zijn schuldeisers voor de aflossing van zijn schulden ter beschikking kan stellen. Dus al hetgeen de schuldenaar ter beschikking heeft boven het conform de NVVK-norm vastgestelde budget. Bewindvoering Voor mensen die niet zelf hun financiën kunnen regelen, doet een bewindvoerder dat. De lichamelijke of geestelijke toestand verhindert dat iemand zelf zijn geld beheert. De bewindvoerder kan tijdelijk, maar meestal voor onbepaalde tijd de financiën regelen. De kantonrechter benoemt de bewindvoerder, vaak op verzoek van de familie. Samen wordt beslist wie de bewindvoerder wordt. Dat kan een familielid zijn of een medewerker van een NVVK-lid. Om problemen te voorkomen, neemt een bewindvoerder die verantwoordelijkheid op zich. Hij regelt bijvoorbeeld de belastingaangifte en aanvragen voor de AWBZ, huurtoeslag en uitkeringen. Budget Het volgens de NVVK-norm berekende bedrag dat de schuldenaar nodig heeft voor levensonderhoud en vaste lasten. Budgetbeheer Het beheren van geld ter voorkoming van schulden of als ondersteuning bij het oplossen van schulden. En het voorkomt problemen als huisuitzetting, afsluiting van gas, water, licht en incassokosten. Vakmensen beheren het geld volgens een vast plan. Zij zorgen er voor dat de klant niet meer uitgeeft dan dat er binnenkomt. Een deel van het geld krijgt hij om van te leven. De rest is voor de vaste lasten of wordt gespaard. Er zijn drie vormen: Budgetbeer Basis. De beheerder betaalt huur of hypotheek en ziektekosten. De andere rekeningen betaalt hij zelf. Budgetbeheer Plus. De beheerder betaalt huur of hypotheek, ziektekosten en één andere betaling. De andere rekeningen betaalt hij zelf. Budgetbeheer Totaal. De budgetbeheerder betaalt huur of hypotheek, ziektekosten en de andere betalingen uit het budgetplan. Dwangakkoord Als er een minnelijke schuldregeling is gestart, waarbij een of meerdere schuldeisers dwars liggen, kan de schuldenaar een verzoek bij de Rechtbank indienen waarin hij toelicht waarom hij vindt dat een of meerdere schuldeisers moeten meewerken aan een akkoord. De rechter kan deze schuldeiser dan dwingen om mee te werken aan het minnelijke traject. Minnelijke schuldregeling Schuldeisers maken vrijwillig afspraken met de schuldenaar over de aflossing van de schuld. Als de schuldeisers lid zijn van het NVVK dan zijn zij vaak bereid om afspraken te maken. Meestal nemen ze genoegen met betaling van een deel van de schuld. Daar staat tegenover dat de schuldenaar zoveel mogelijk inkomen gebruikt om schulden af te betalen. Komt de schuldenaar zijn afspraken nauwkeurig na dan kan hij na drie jaar de schuldenvrij zijn en met een schone lei beginnen. Moratorium Doel van dit middel is om de schuldhulpverlener voldoende tijd te geven een minnelijk traject te starten of te vervolgen, zonder hierbij gehinderd te worden door specifieke schuldeisers die hun rechten willen uitoefenen tijdens het minnelijk traject. Een huisuitzetting, of afsluiting van gas, water, electra of verwarming, of het opzeggen of ontbinden van een zorgverzekering kunnen dan niet doorgezet worden. Problematisch schuld De situatie waarin van een natuurlijke persoon redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of waarin hij heeft opgehouden te betalen.
26
Schuldbemiddeling Het volledig oplossen van een schuldenpakket door het bemiddelen tot een regeling met schuldeisers zonder zelf krediet te verstrekken. Schuldregeling Het geheel van activiteiten in het kader van het regelen van schulden. Schuldregeling is een verzamelnaam en omvat schuldsanering en/of schuldbemiddeling; Schuldsanering Het volledig oplossen van een schuldenpakket door middel van het verstrekken van een saneringskrediet. Sociale kredieten Er zijn veel bedrijven die krediet verstrekken. Maar niet iedereen kan er lenen tegen de gebruikelijke voorwaarden. Soms kunnen mensen helemaal geen lening afsluiten. Voor beide groepen bieden de kredietbanken verenigd in Sociale Banken Nederland leningen aan. Dat kan omdat het sociale belang voorop staat en niet de winst van de bank. De kredietbanken van de SBN helpen ook met de belangrijkste vraag: welk bedrag kan iemand verantwoord lenen. En ze wijzen de mensen op de valkuilen van de verschillende vormen van krediet. Wettelijke schuldregeling WSNP Deze vorm van schuldsanering komt in beeld als schuldeisers niet bereid zijn mee te werken aan onderlinge afspraken over de schulden. Een of meer schuldeisers nemen geen genoegen met betaling van een deel van de schuld. Dan komt de rechter er aan te pas. Hierdoor is een schuldregeling alsnog mogelijk als de minnelijke schuldregeling niet is gelukt. Er is dan sprake van schuldsanering volgens de Wet schuldsanering natuurlijke personen. De rechter wijst voor de schuldenaar een bewindvoerder aan. De WSNP verklaring wordt afgegeven onder gemeentelijke ve rantwoordelijkheid en is nodig om aan te tonen, dat het minnelijk traject niet tot resultaat heeft geleid. De schuldenaar moet deze verklaring voegen bij het verzoekschrift waarmee een beroep op de WSNP wordt gedaan. Gemeenten zijn verplicht een dergelijke verklaring af te geven en kunnen deze taak door derden (bijvoorbeeld de leden van de NVVK) laten uitvoeren.
27
5.3
Indicatoren managementinformatie
Preventie (gemeente): • aantal voorlichtings- en preventieactiviteiten en aantal deelnemers • aantal voorgenomen en uitgevoerde huisuitzettingen • aantal organisaties waarmee afspraken zijn gemaakt over signalering en doorverwijzing Intake (gemeente): • aantal aanmeldingen • door wie ze zijn doorverwezen • aantal klanten met WWB-uitkering • aantal klanten wat al eerder een traject heeft gevolgd • aantal afgewerkte intakes • aantal beëindigingen door toedoen klant • aantal klanten waarvoor een adviesgesprek voldoende is • aantal intakes dat leidt tot een plan van aanpak voor een stabilisatietraject • aantal intakes dat leidt heeft tot een plan van aanpak voor doorleiding naar het IO-loket voor een schuldregeling • aantal intakes dat wordt doorgeleid naar Delta voor psychosociale hulpverlening of budgetbegeleiding • wachttijd tussen ontvangst getekend WegWijs verslag tot uitgebreide intake Algemeen • • • •
(gemeente) aantal werkprocessen schuldhulpverlening aantal beëindigingen in vervolgtraject aantal klanten nazorg aantal klanten dat het traject met een schone lei afrondt
IO-loket • • • • • • •
aantal schuldregelingen per jaar aantal klanten dat budgetbegeleiding krijgt aantal klanten dat budgetbeheer krijgt aantal uitbetaalde leningen aantal saneringskredieten aantal afgegeven WSNP verklaringen en aantal toegewezen uitval percentage in het vervolgtraject door toedoen klant
Delta (AMW) • aantal deelnemers aan het project “schrijven en blijven” en door wie ze zijn doorverwezen • aantal klanten schuldhulpverlening dat deelneemt aan project “schrijven en blijven” • aantal klanten schuldhulpverlening dat psychosociale hulpverlening krijgt • aantal klanten schuldhulpverlening dat budgetbegeleiding krijgt • aantal klanten schuldhulpverlening dat het traject geheel doorloopt • aantal klanten schuldhulpverlening dat uitvalt en de reden daarvan St. Joseph • aantal voorgenomen huisuitzettingen • aantal uitgevoerde huisuitzettingen Essent: • aantal voorgenomen afsluitingen • aantal uitgevoerde afsluitingen
28