Integrale Schuldhulpverlening Beleidsplan 2012 - 2016
Inhoud
Voorwoord
5
Inleiding
9
Samenvatting
13
Hoofdstuk 1 - Visie
17
Visie op het sociaal domein Integraal werken Gebiedsgericht werken Eigen kracht Financieel toekomstbestendig
Visie op schuldhulpverlening
18 18 18 18 19
19
Laagdrempelig 19 Maatwerk 19 Kwaliteit 20 Resultaten 21 Hoofdstuk 2 - Integraliteit
23
Algemeen maatschappelijk werk 24 Wet maatschappelijke ondersteuning 24 Team Werk en Bentheimer 25 Regierol 25 Inzet vrijwilligers 25 Hoofdstuk 3 - Doelgroep
27
Gemotiveerd 28 Doorverwijzen 28 Recidive 28 Fraudeurs 28 Zelfstandig ondernemers 28 Gezinnen met inwonende minderjarige kinderen 29 Hoofdstuk 4 - Instrumenten
31
Het aanmeldgesprek 33 De integrale intake 33 Crisisinterventie 33 Budgetadviesgesprek 33 Budgetbeheer 34 Schuldregeling 34 Budgetbegeleiding 34 Casemanager 34 Preventie 34 Nazorg 35
3
Voorwoord
Voorwoord Een groeiend aantal mensen in Nederland krijgt te maken met financiële problemen en schulden waar zij zelf niet meer uitkomen. Ook in de gemeente Coevorden melden steeds meer mensen zich bij de schuldhulpverlening. In dit beleidsplan laten we zien wat onze visie is op schuldhulpverlening en hoe we dit aanpakken in de komende jaren. De gemeente Coevorden biedt al langer hulp bij schulden aan. Per 1 juli 2012 treedt de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking en krijgen de gemeenten ook de verantwoordelijkheid voor deze hulpverlening. De basis voor dit beleidsplan wordt gevormd door het beleidsplan Maatschappelijke ondersteuning 2012-2016 ‘Veur mekaor’. De uitgangspunten in deze nota zijn ook bij schuldhulpverlening leidend. De doelstelling is duidelijk: als gemeente willen we iedereen die zich meldt bij schuldhulpverlening passende ondersteuning bieden. Dit kan een traject bij de gemeente zelf zijn, of bij één van de vele partners waar we mee samenwerken. We streven naar zelfredzame inwoners, die op een verantwoorde manier met hun inkomsten en uitgaven omgaan. We zetten hierbij in op de eigen kracht van inwoners. We willen ze ondersteuning bieden, maar verwachten dat ze gemotiveerd zijn en actief deelnemen aan het traject dat we ze aanbieden. Daarnaast zetten we in op preventie, waarbij jongeren een belangrijke groep vormen, en nazorg. Van mensen die uit de schulden komen, willen we graag dat ze uit de schulden blijven. Ook bij preventie en nazorg werken we samen met partnerorganisaties. In dit beleidsplan ligt de nadruk op een integrale aanpak van schuldhulpverlening. We kijken verder dan alleen de financiële problemen. Vaak spelen er meer factoren mee, zoals de thuissituatie of psychologische problemen. Als gemeente nemen we de regierol op ons en brengen we de betrokken partners samen. We stemmen doelstellingen af, zodat de inwoners die we helpen weten waar ze aan toe zijn. Wethouder Truus Pot-Eland Sociale zaken, welzijn, plattelandsvernieuwing en accommodatiebeleid
7
Inleiding
Op 1 juli 2012 treedt de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking. Deze wet stelt dat de gemeenteraad iedere vier jaar een plan moet vaststellen dat uitvoering geeft aan integrale schuldhulpverlening. Voor u ligt het beleidsplan integrale schuldhulpverlening. Het college van burgemeester en wethouders geeft uitvoering aan de Wgs binnen de kaders van dit plan.
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Het doel van de Wgs is een effectievere gemeentelijke schuldhulpverlening. Gemeenten krijgen expliciet de verantwoordelijkheid om schuldhulpverlening uit te voeren. Voor de Wgs bestond was er geen wettelijk verplicht kader voor gemeentelijke schuldhulpverlening. Het inbedden van de taak van gemeenten op het terrein van integrale schuldhulpverlening is een belangrijke maatregel. Bij schuldhulpverlening mag er niet alleen aandacht zijn voor het oplossen van de financiële problemen van de cliënt. Er moet ook aandacht zijn voor eventuele omstandigheden die in verband kunnen staan met financiële problemen, zoals psychosociale factoren, relatieproblemen, de woonsituatie, de gezondheid, de verslaving of de gezinssituatie. Met de Wgs is ook de mogelijkheid voor de cliënt tot bezwaar en beroep ontstaan. Een beslissing van het college van burgemeester en wethouders tot het doen van een aanbod tot schuldhulpverlening of tot het weigeren van schuldhulpverlening is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Sectie schuldhulpverlening
Op 6 september 2010 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten om schuldhulpverlening uit te blijven voeren in Coevorden. Sectie Schuldhulpverlening is toen toegevoegd aan het team Maatschappelijke Ondersteuning. De sectie Schuldhulpverlening verleent hulp aan inwoners met financiële problemen. De volgende diensten maken onderdeel uit van het takenpakket van de sectie: crisisinterventie, het voeren van aanmeldgesprekken, het doen van een integrale intake, het voeren van budget adviesgesprekken, uitvoering geven aan budgetbeheer, uitvoering geven aan schuldregeling en budgetbegeleiding. Deze taken komen aan bod in hoofdstuk 4.
Profiel van de schuldenaar
De gemiddelde schuld bedraagt landelijk €32.250,-, verdeeld over gemiddeld veertien schuldeisers. Het profiel van de schuldenaar is aan het veranderen. Het aantal ouderen in de schuldhulpverlening groeit. Landelijk lag dit percentage in 2008 op drie procent, in 2011 was dit zeven procent. Ook het aantal jongeren met schulden wordt steeds groter. De groep schuldenaren jonger dan 25 jaar neemt in omvang toe. In het jaar 2011 hebben zich voor het eerst meer schuldenaren gemeld met inkomen uit arbeid dan mensen met een uitkering als inkomstenbron. Steeds meer schuldenaren hebben een eigen huis. Het zijn niet langer alleen minima die met schulden te maken krijgen, ook de middenklasse wordt steeds meer door schulden geraakt. In de gemeente Coevorden wordt dezelfde trend waargenomen. Het aantal huishoudens dat financieel moeilijk kan rondkomen neemt volgens het Nibud toe. In 2009 gaf 37 procent aan moeilijk rond te kunnen komen, in 2011 was dit 45 procent. Ook het aantal huishoudens met een lening neemt toe. Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat 52 procent van de huishoudens in 2011 een lening heeft. In 2009 was dit 37 procent. Hypotheken zijn hierin niet meegenomen, informele leningen bij vrienden, familie of kennissen wel.
10
Leeswijzer
Dit beleidsplan heeft betrekking op de periode van 2012 tot 2016. In dit beleidsplan worden de kaders voor het uit te voeren beleid van schuldhulpverlening geschetst. Eerst wordt de visie van de gemeente op schuldhulpverlening omschreven. Er wordt stilgestaan bij de vier speerpunten van het sociaal domein en de kernwaarden laagdrempelig en maatwerk. Ook wordt gesproken over waarborging van de kwaliteit en over de resultaten die de gemeente wenst te behalen. Daarna volgt een beschrijving van integrale schuldhulpverlening. Als laatste wordt de doelgroep en de instrumenten die worden gebruikt bij schuldhulpverlening beschreven.
11
Samenvatting
De visie op schuldhulpverlening bestaat uit de vier speerpunten van het sociaal domein (integraal werken, gebiedsgericht werken, eigen kracht, financieel toekomstbestendig) en de twee kernwaarden: laagdrempelig en maatwerk. Hierna volgt een overzicht van de verschillende speerpunten en kernwaarden, de visie en de uitwerking voor de komende beleidsperiode die daar bij hoort. Het speerpunt gebiedsgericht wordt hier niet verder uitgewerkt.
Integraal werken Visie • • • •
•
de gemeente benadert schuldhulpverlening integraal; de gemeente wil efficiënte hulpverlening; er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over doorverwijzing van een cliënt; er wordt met de betrokken partners regelmatig afgestemd over het functioneren van de samenwerking en over problemen die worden geconstateerd; er wordt de komende periode nog meer samengewerkt met vrijwilligersorganisaties.
In de komende beleidsperiode • • •
• • • • •
wordt actief contact gehouden met professionals en vrijwilligers; zal de gemeente personen doorverwijzen naar maatschappelijke partners; sluit de gemeente (nog meer) convenanten en maakt de gemeente nog meer afspraken met diverse schuldeisende partijen; blijft de gemeente in gesprek met het AMW over cliënten; zal de gemeente met alle betrokken maatschappelijke partners signaalgesprekken voeren; wordt er gezorgd voor een goede afstemming tussen medewerkers van schuldhulpverlening en de Wmo; zal intensiever worden samengewerkt tussen schuldhulpverlening en Team Werk en Bentheimer. worden er afspraken gemaakt met vrijwilligersorganisaties over een duidelijke taak- en rolverdeling.
Eigen kracht Visie • • • • •
de gemeente gaat bij schuldhulpverlening uit van de eigen kracht van de cliënt; de gemeente helpt de cliënt bij het op een verantwoorde manier besteden van inkomsten; zelfredzaamheid van de cliënt is belangrijk; de gemeente wil voorkomen dat inwoners financiële verplichtingen aangaan die ze niet kunnen nakomen; iemand die uit de schulden is, moet uit de schulden blijven.
In de komende beleidsperiode •
•
•
• •
14
helpt de gemeente de cliënt bij het zelfstandig besteden van zijn inkomen, door de budgetcursus voort te zetten en door intensieve budgetbegeleiding; gaat de gemeente in het kader van preventie onderzoeken in hoeverre zij kan samenwerken met werkgevers om de vroegtijdige signalering te verbeteren. gaat de gemeente onderzoeken of zij voorlichting kan geven op basisen middelbare scholen over geld en schulden; zal er meer worden ingezet op het voeren van budgetadviesgesprekken; zal er extra worden ingezet op het financieel zelfstandig maken en blijven van de cliënt door onder andere het inzetten van de budgetcursus en door budgetbegeleiding.
Financieel toekomstbestendig Visie •
In de komende beleidsperiode
schuldhulpverlening is er om de cliënt te helpen en om te werken aan de financiële situatie van de cliënt.
•
vraagt de gemeente geen financiële vergoeding voor schuldhulpverlening.
Laagdrempelig Visie • •
In de komende beleidsperiode
schuldhulpverlening van de gemeente Coevorden is laagdrempelig; de gemeente streeft er naar geen wachttijd te hanteren voor een aanmeldgesprek.
•
•
•
kunnen inwoners zich ook melden via het e-mailadres van schuldhulpverlening of via het digitaal aanmeldformulier; houdt de gemeente de wachttijd voor een aanmeldgesprek zo kort mogelijk, in ieder geval niet langer dan vier weken; houdt de gemeente in een crisissituatie binnen 24 uur een aanmeldgesprek.
Maatwerk Visie • • • • • •
de gemeente levert maatwerk; de gemeente wil voor iedere inwoner met financiële problemen een passende oplossing vinden; de gemeente werkt vraaggericht in plaats van aanbodgericht; niet iedereen komt in aanmerking voor schuldhulpverlening; kinderen mogen niet de dupe worden van ouders met schulden; iemand die uit de schulden is, moet uit de schulden blijven.
In de komende beleidsperiode •
• •
• • • •
sluit de gemeente (nog meer) convenanten en maakt de gemeente nog meer afspraken met diverse schuldeisende partijen; wordt er gehandeld vanuit de hulpvraag van de cliënt; komen niet gemotiveerde inwoners, recidivisten en fraudeurs en zelfstandig ondernemers in principe niet in aanmerking voor schuldhulpverlening bij de gemeente; zal de gemeente personen doorverwijzen naar maatschappelijke partners; zullen, indien er een wachttijd is ontstaan, gezinnen met inwonende minderjarige kinderen voorrang krijgen. verleent de gemeente nazorg aan uitgestroomde cliënten; zet de gemeente de budgetcursus voort en brengt deze nog meer onder de aandacht van haar inwoners
15
Hoofdstuk 1 - Visie
17
In het Wmo beleidsplan 2012-2016 ‘Veur mekaor’ is een visie geformuleerd die op alle terreinen van het sociaal domein van toepassing is. Daaronder vallen bijvoorbeeld de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wet werk en bijstand, maar ook schuldhulpverlening. De visie uit het Wmo-beleidsplan wordt in dit beleidsplan doorvertaald naar schuldhulpverlening. Naast de speerpunten die de visie op het sociaal domein bevat, staan bij schuldhulpverlening de kernwaarden ‘laagdrempelig’ en ‘maatwerk’ centraal.
Visie op het sociaal domein
Inwoners van de gemeente moeten een vorm van ondersteuning krijgen die bij ze past. De gemeente kiest hierbij voor het principe: één huishouden, één plan. Vaak maakt een inwoner gebruik van meerdere ondersteunende regelingen, bijvoorbeeld een WWB-uitkering en schuldhulpverlening. Een medewerker van Team Werk en Bentheimer kan de cliënt bijvoorbeeld een maatregel opleggen waardoor hij gekort wordt op zijn uitkering, dit heeft direct gevolgen voor het budgetplan van de cliënt bij schuldhulpverlening. Het is dus van belang één aanpak te hanteren. Bij de visie uit het Wmo-beleidsplan horen vier speerpunten: • integraal werken; • gebiedsgericht werken; • eigen kracht; • financieel toekomstbestendig. Integraal werken Het speerpunt ‘integraal werken’ sluit aan bij wat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) beoogt: schuldhulpverlening met een integraal karakter. De gemeente tracht de situatie van de cliënt zo integraal mogelijk te benaderen. Er ligt een nauwe relatie tussen armoede, re-integratie, maatschappelijke ondersteuning en schulden. Afhankelijk van de betrokken partners wordt er regelmatig overlegd. Gezamenlijk wordt er een strategie voor de problematiek bepaald. Het principe van één huishouden, één plan wordt ook hier toegepast. Omdat integraliteit een belangrijk deel is van schuldhulpverlening, wordt dit verder besproken in hoofdstuk 4. Gebiedsgericht werken Een ander speerpunt is ‘gebiedsgericht werken’. In de Wmo-nota ‘Veur mekaor’ is gebiedsgericht werken geïntroduceerd als pijler van het sociaal domein. De gemeente Coevorden zal worden opgedeeld in acht kavels. De consulenten van schuldhulpverlening, de Wmo en de WWB kennen de kavels goed en weten welke problematiek er speelt. Ook weten ze elkaar te vinden voor overleg over de problematiek die er speelt. Gebiedsgericht werken zorgt dat het concept van één huishouden, één plan kan worden gerealiseerd. Eigen kracht Het uitgangspunt van ‘eigen kracht’ is dat inwoners zelfredzaam zijn. Eigen kracht bestaat uit de mogelijkheid van inwoners om, eventueel met behulp van hun sociale netwerk, zelfstandig mee te doen in de maatschappij. Waar een inwoner ondersteuning nodig is bij het zelfstandig meedoen in de maatschappij, komt de gemeente in beeld. Ook bij schuldhulpverlening is de eigen kracht van een cliënt een belangrijk uitgangspunt. Door bij aanvang van de schuldsanering veel taken van de cliënt over te nemen, wordt zijn zelfredzaamheid verkleind. De gemeente kiest er voor om alleen die taken over te nemen die de cliënt echt niet zelf kan uitvoeren. Zo blijft hij zelfredzaam op de terreinen waar dat mogelijk is. Dit betekent dat de cliënt zelf verantwoordelijk is en gemotiveerd moet zijn om aan zijn schulden te werken. Indien een cliënt niet gemotiveerd is betekent dit geen toelating tot of beëindiging van het schuldhulpverleningstraject. Op deze manier is ge-
18
waarborgd dat iemand zijn uiterste best doet het traject te laten slagen. De gemeente wil voorkomen dat cliënten achterover leunen, omdat de gemeente ‘alles wel voor ze regelt’. Dit belemmert in een later stadium namelijk de zelfredzaamheid. Financieel toekomstbestendig De gemeente geeft in het sociaal domein meer geld uit dan ze van het rijk ontvangt. Dit komt mede door de sociaaleconomische structuur van de gemeente. Voor schuldhulpverlening heeft de gemeente in 2009, 2010 en 2011 extra middelen gekregen om de te verwachten toename van het beroep op schuldhulpverlening, als gevolg van de economische crisis, op te vangen. Doel van het rijk was om gemeenten in staat te stellen extra activiteiten op het gebied van schuldhulpverlening te kunnen uitvoeren. Vanaf 2012 krijgt de gemeente deze vergoeding niet meer. De kosten van schuldhulpverlening bestaan uit personeelslasten en de kosten voor het automatiseringsprogramma, waar de consulenten en schuldhulpmedewerkers mee werken. In 2011 is de gemeente begonnen met implementeren van het nieuwe automatiseringspakket Allegro. Dit heeft geleid tot hogere kosten voor schuldhulpverlening dan de jaren daarvoor. Tevens is in 2011 begonnen met het optimaliseren van het werkproces van schuldhulpverlening. Ook dit brengt kosten met zich mee. De gemeente kiest om geen financiële vergoeding voor schuldhulpverlening te vragen aan mensen die al in een financieel slechte situatie zitten. Het vragen van een vergoeding zou voor deze mensen een verslechtering van de financiële situatie betekenen, terwijl de gemeentelijke schuldhulpverlening er juist is om deze situatie te verbeteren.
Visie op schuldhulpverlening
Naast de speerpunten van het sociaaldomein staan bij schuldhulpverlening van de gemeente de kernwaarden ‘laagdrempelig’ en ‘maatwerk’ centraal. Laagdrempelig De gemeente streeft naar een laagdrempelig eerste contact bij schuldhulpverlening. Aan de voordeur worden zo min mogelijk voorwaarden gesteld, omdat in een later stadium pas duidelijk is wat nodig is voor de cliënt. Dit betekent in de praktijk dat iedere inwoner van de gemeente die zich aanmeldt bij schuldhulpverlening een aanmeldgesprek krijgt. Hierbij hoeft het niet altijd te gaan om problematische schuldsituaties. Ook met andere financiële problemen kan een inwoner beroep doen op de gemeente. De gemeente biedt naast een traject om schuldsituaties op te lossen ook adviesgesprekken aan mensen die geen toegang kunnen krijgen tot schuldhulpverlening, bijvoorbeeld omdat er (nog) geen inkomen is, of aan mensen die alleen een gesprek nodig zijn om hun situatie op de rit te krijgen. Ook kan de gemeente mensen na een aanmeldgesprek doorverwijzen naar een andere instantie. Een aanmeldgesprek is iets anders dan de integrale intake. Cliënten die niet in aanmerking komen voor schuldhulpverlening krijgen wel een gesprek, om de toegang tot schuldhulpverlening te bepalen, maar worden niet doorverwezen naar een traject. Een inwoner kan zich melden bij schuldhulpverlening door te bellen naar het algemene nummer van de gemeente of door zich te melden bij het klantcontactcentrum. Om de laagdrempeligheid te vergroten komen daar de komende beleidsperiode twee opties bij. Inwoners krijgen dan ook de mogelijkheid zich te melden via het e-mailadres van schuldhulpverlening en via een digitaal formulier op de website. Op deze manier kan een inwoner vanuit huis aangeven wat zijn behoefte aan ondersteuning is. Maatwerk Schuldhulpverlening is maatwerk. Integrale schuldhulpverlening wordt afgestemd op de situatie van de cliënt. Deze situatie wordt onder meer bepaald door de mate van financiële zelfredzaamheid, de hoogte en de aard van de schulden en de motivatie
19
en vaardigheden van de cliënt. Ook de aanwezigheid van psychosociale problematiek speelt een rol bij het leveren van maatwerk. Per cliënt wordt, op basis van de hulpvraag, een plan opgesteld dat is afgestemd op de situatie. Aan de hand van dit plan wordt een keuze gemaakt voor de instrumenten (budgetbeheer, schuldregeling of een budgetadviesgesprek) die worden ingezet. Afhankelijk van de problematiek, wordt het juiste instrument bepaald. Er wordt dus gestandaardiseerd maatwerk geleverd. Afhankelijk van de gekozen instrumenten kan een indicatie van de doorlooptijd van het traject worden gegeven. In het opgestelde plan wordt ook de doorverwijzing naar andere instanties opgenomen. Bijvoorbeeld naar het Algemeen maatschappelijk werk (AMW) bij psychosociale problematiek. Maatwerk betekent dat de gemeente vraaggericht gaat werken in plaats van aanbodgericht. Welke ondersteuning heeft de cliënt nodig en hoe kan deze worden gerealiseerd. Er wordt dus niet meer gedacht vanuit het aanbod dat de gemeente heeft, maar vanuit de hulpvraag van de cliënt. Indien de schuldhulpverlener van de gemeente deze hulpvraag niet kan beantwoorden zal de cliënt worden doorverwezen. Dit brengt een integrale benadering van schuldhulpverlening met zich mee. Iedere cliënt is anders en iedere situatie is anders. Daarom wil de gemeente de komende beleidsperiode voor iedere inwoner met financiële problemen een passende oplossing vinden. Indien de gemeente hier geen rol in kan spelen, zal de cliënt worden doorverwezen naar een instantie die dat wel kan. Er zal actief contact worden gehouden met verschillende professionals en vrijwilligers uit het vakgebied. Met bijvoorbeeld het AMW, met woningbouwvereniging Domesta en vrijwilligersorganisatie Humanitas, maar ook contacten met team Werk en Bentheimer over re-integratie zijn belangrijk. Bij maatwerk hoort ook financiële zelfredzaamheid van de cliënt. Financiële zelfredzaamheid bestaat uit twee onderdelen: • het zelfstandig voorzien in inkomsten door werk; • het op een verantwoorde manier besteden van die inkomsten. Schuldhulpverlening en re-integratie gaan hand in hand. In de komende beleidsperiode wil de gemeente inzetten op een goede samenwerking tussen deze twee disciplines. Ook wordt komende periode ingezet op een verantwoorde manier van het besteden van inkomsten. Dit gebeurt onder andere door de budgetcursus die de gemeente in samenwerking met Humanitas en het AMW organiseert. Na deze cursus worden de cursisten, indien ze dat willen, een half jaar lang begeleid door een vrijwilliger van Humanitas. Deze vrijwilliger gaat bijvoorbeeld mee boodschappen doen en helpt de cliënt bij financiële problemen waar hij tegenaan loopt. Ook wordt door middel van begeleiding door de schuldhulpverlener het op een verantwoorde manier besteden van inkomsten bevorderd.
Kwaliteit
De gemeente vindt kwaliteit van integrale schuldhulpverlening belangrijk. Deze kwaliteit wordt onder andere gewaarborgd door convenanten die de gemeente sluit en andere afspraken die zijn gemaakt met schuldeisende partijen. Hierbij kan worden gedacht aan het Centraal Justitieel Incassobureau, woningbouwvereniging Domesta, Waterleidingmaatschappij Drenthe en verschillende energiemaatschappijen. Het gaat om afspraken over bijvoorbeeld woningontruimingen, afsluitingen van gas, water en licht en het oplossen van schulden. Door deze afspraken te maken, wordt gezorgd voor een betere samenwerking tussen schuldeisers en schuldhulpverlening. De komende beleidsperiode wil de gemeente nog meer convenanten sluiten en afspraken maken met diverse partijen, om op deze manier de kwaliteit van schuldhulpverlening te waarborgen.
20
De kwaliteit van schuldhulpverlening is tevens gewaarborgd door de goed opgeleide schuldhulpverleners van de gemeente. Zij zijn opgeleid om een situatie integraal te bekijken. Een andere waarborging van de kwaliteit vindt plaats in de partners die betrokken zijn bij schuldhulpverlening. Dit zijn allemaal professionele organisaties en goed opgeleide vrijwilligers, die het belang van de cliënt voorop stellen.
Resultaten
De gemeente wil met het vastgelegde beleid nog beter inspelen op de problematiek van de cliënt. Door meer maatwerk te leveren, worden er zoveel mogelijk trajecten positief afgerond. Door meer in te zetten op preventie en nazorg, wil de gemeente zorgen dat er minder aanmeldingen en minder recidivisten bij schuldhulpverlening komen. Op moment van schrijven is er geen wachttijd voor schuldhulpverlening bij de gemeente. Dit wil de gemeente behouden. Volgens de Wgs mag de wachttijd maximaal vier weken bedragen. De gemeente wil er voor zorgen dat er geen wachtlijst ontstaat. Als er wel een wachtlijst ontstaat streeft de gemeente er naar een wachttijd van maximaal vier weken te hanteren. De gemeente heeft een convenant met woningbouwvereniging Domesta gesloten om het aantal woningontruimingen te verminderen. Een dergelijk convenant zal de komende periode ook worden gesloten met Woonservice Drenthe. Door goede afspraken te maken met woningbouwverenigingen wil de gemeente het aantal woningontruimingen zo laag mogelijkhouden. Door het sluiten van convenanten met schuldeisende partijen wil de gemeente bereiken dat er de komende beleidsperiode nog sneller en vaker een schuldregeling kan worden getroffen. De resultaten worden bewaakt door middel van de managementinformatie die maandelijks uit het automatiseringssysteem wordt gehaald. Dus: • de gemeente benadert schuldhulpverlening integraal; • de gemeente gaat bij schuldhulpverlening uit van de eigen kracht van de cliënt; • er wordt maatwerk geleverd; • schuldhulpverlening van de gemeente Coevorden is laagdrempelig; • de gemeente wil voor iedere inwoner met schulden een passende oplossing vinden; • de gemeente werkt vraaggericht in plaats van aanbodgericht; • de gemeente wil het op een verantwoorde manier besteden van inkomsten bevorderen. Concreet betekent dit dat: • cliënten zich ook kunnen melden via het e-mailadres van schuldhulpverlening of via het digitaal aanmeldformulier; • er wordt gehandeld vanuit de hulpvraag van de cliënt; • de gemeente geen financiële vergoeding vraagt voor haar schuldhulpverlening; • de gemeente (nog meer) convenanten sluit en afspraken maakt met diverse schuldeisende partijen; • er actief contact zal worden gehouden met professionals en vrijwilligers; • de schuldhulpverlener de cliënt helpt bij het zelfstandig besteden van inkomen door de budgetcursus voort te zetten en door intensieve budgetbegeleiding; • de budgetcursus in samenwerking met het Algemeen maatschappelijk werk en Humanitas zal worden voortgezet.
21
22
Hoofdstuk 2 - Integraliteit
Een belangrijk uitgangspunt van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is het integrale karakter van schuldhulpverlening. De wetgever stelt dat er bij integrale schuldhulpverlening niet alleen aandacht moet zijn voor het oplossen van financiële problemen van de cliënt, maar ook voor eventuele omstandigheden die verband hebben met deze problemen. Het gaat dan bijvoorbeeld om verslavingsproblematiek, de woonsituatie, de gezondheid of de gezinssituatie. Integrale schuldhulpverlening houdt daarnaast in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden ontstaan (preventie) en terugkeren (nazorg). De schuldhulpverlener is een casemanager. Integrale schuldhulpverlening is een vak apart. Het vergt brede deskundigheid om de gecombineerde problematiek te kennen en de verschillende disciplines aan elkaar te koppelen. De casemanager stemt de schuldhulpverlening af met de betroken hulpverleners. Ook volgt hij of zij de verschillende aspecten van integrale schuldhulpverlening op de voortgang en het nakomen van afspraken, maar bemoeit zich niet inhoudelijk met de onderdelen van de uitvoering van andere organisaties. Schuldproblematiek kan vanuit meerdere invalshoeken naar boven komen: via de financiële problematiek zelf (bijvoorbeeld bij een woningontruiming), bij het aanvragen van een uitkering, bij re-integratie, bij psychosociale problematiek, enzovoort. Dit heeft tot gevolg dat inwoners van de gemeente zich niet alleen melden bij schuldhulpverlening, maar ook bijvoorbeeld bij het AMW, Humanitas en bij team Werk. Er moeten duidelijke afspraken komen over doorverwijzing van een cliënt, dit voorkomt inefficiënte hulpverlening. De afspraken moeten vanuit twee kanten worden gemaakt. Er moeten duidelijk afspraken zijn over doorverwijzing van een cliënt naar schuldhulpverlening, maar ook over cliënten die door de schuldhulpverlener wordt doorverwezen naar een andere discipline. Sommige cliënten moeten eerst worden doorverwezen naar een van de maatschappelijke partners voordat ze bij schuldhulpverlening terecht kunnen. Iemand met bijvoorbeeld een verslavingsprobleem zal eerst van zijn verslaving af moeten komen, voor hij aan zijn schulden kan gaan werken. Wel kan er gelijktijdig een schuldhulpverleningstraject worden gestart om bijvoorbeeld de schuldsituatie te stabiliseren.
Algemeen maatschappelijk werk
Vaak is er bij schulden sprake van achterliggende psychosociale problematiek op verschillende leefgebieden. Psychosociale hulpverlening is noodzakelijk als de cliënt niet in staat is om adequaat aan zijn materiële situatie te werken. Psychosociale hulpverlening kan betrekking hebben op vele problemen, zoals verslaving, rouwverwerking, scheiding en dergelijke. Dit behoort tot de taakstelling van het AMW. De komende beleidsperiode zal de gemeente met het AMW in gesprek blijven over de cliënten. Ook worden cliënten met psychosociale problemen doorverwezen naar het AMW en zal het AMW nog meer worden ingeschakeld bij cliënten met problemen. Zo kan er worden gewerkt aan een zelfredzame toekomst voor de cliënt. Op dit moment vindt er eens per zes weken een gesprek plaats met het AMW over signalen die zij opvangen uit de samenleving. Dit gesprek wordt de komende beleidsperiode met alle betrokken maatschappelijke partners opgezet.
Wet maatschappelijke ondersteuning
Schuldhulpverlening heeft raakvlakken met maatschappelijke ondersteuning. De Wmoconsulent is ook een belangrijke schakel in de keten van integrale schuldhulpverlening. De komende beleidsperiode zorgt de gemeente voor een goede afstemming tussen de medewerkers van schuldhulpverlening en de Wmo-medewerkers. De Wmo-consulent kan bijvoorbeeld bij een huisbezoek peilen of er schulden zijn. Er kunnen dan afspraken worden gemaakt over het betalen van de eigen bijdrage en de cliënt kan worden doorverwezen naar schuldhulpverlening.
24
Team Werk en Bentheimer
Gemeenten worden gestimuleerd om te investeren in maatregelen die de arbeidsparticipatie van inwoners vergroten. Financiële problemen zijn een grote belemmering voor participatie. Mensen met schulden leven van dag tot dag, waardoor de capaciteit om andere problemen aan te pakken zeer beperkt is. Een instabiele financiële huishouding is meestal mede oorzaak van bijvoorbeeld: verzuim op het werk, relatieproblemen en schooluitval. Voordat een re-integratieplan kan worden opgesteld is het van belang inzicht te hebben in belemmerende factoren. Problematische schulden kunnen een belemmering zijn om te gaan werken. Niet de schulden op zich, maar de stress die ermee gepaard gaat. Aan de andere kant zijn inkomsten uit werk van groot belang om afloscapaciteit te genereren voor het verminderen van schulden. Bovendien gaat er een positief signaal vanuit richting schuldeisers; iemand die een maximale inspanning levert om schuldeisers te betalen. De komende beleidsperiode zal intensiever worden samengewerkt tussen schuldhulpverlening en team Werk en Bentheimer.
Regierol
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening stelt dat de gemeente bij integrale schuldhulpverlening de regierol heeft. De gemeente is, naar oordeel van de regering, het best toegerust om de schuldenproblematiek integraal te beoordelen. De gemeente heeft samenwerkingsrelaties met organisaties die betrokken kunnen zijn bij het integraal oplossen van problemen van de cliënt. De taak van de gemeente is om samenhang te waarborgen in de aanpak van zijn problemen. Hiermee kan voorkomen worden dat organisaties langs elkaar heen werken en uitsluitend bezig zijn om hun deel van het probleem op te lossen, zonder aandacht te hebben voor de problematiek als geheel. Met de betrokken partners zal regelmatig worden afgestemd, om zo een doelmatige samenwerking te realiseren. Afstemming zal vooral gaan over het functioneren van de samenwerking en problemen die worden geconstateerd. De regierol van de gemeente vergt een duidelijke rolverdeling tussen de betrokken partijen. Taken, werkwijzen en expertises moeten over en weer helder zijn. Hierbij moet duidelijk benadrukt worden dat de gemeente de regie heeft.
Inzet vrijwilligers
De gemeente is blij met de vrijwilligersorganisaties die zich inzetten voor haar inwoners. Vrijwilligers spelen een grote rol binnen schuldhulpverlening. De komende beleidsperiode wordt nog meer samengewerkt met vrijwilligersorganisaties. Zij kunnen een rol spelen bij het op orde brengen van het dossier en bij het verlenen van preventie en nazorg. Het is van belang dat de gemeente vrijwilligersorganisaties blijft stimuleren zich in te zetten voor inwoners. De vrijwilliger kan echter de professionele hulpverlener niet vervangen. Daarom is een goede en duidelijke taakverdeling van belang. De gemeente zal de komende periode afspraken maken met vrijwilligersorganisaties om een duidelijke taak- en rolverdeling tot stand te laten komen.
25
Dus: • de gemeente wil efficiënte hulpverlening; • er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over doorverwijzing van een cliënt; • er wordt met de betrokken partners regelmatig afgestemd over het functioneren van de samenwerking en over problemen die worden geconstateerd; • er wordt de komende periode nog meer worden samengewerkt met vrijwilligersorganisaties. Concreet betekent dit dat: • de gemeente de komende beleidsperiode met het AMW in gesprek blijft over cliënten; • de gemeente met alle betrokken maatschappelijke partners signalengesprekken zal voeren; • er wordt gezorgd voor een goede afstemming tussen medewerkers van schuldhulpverlening en de Wmo; • de komende beleidsperiode intensiever zal worden samengewerkt tussen schuldhulpverlening en team Werk en Bentheimer; • er afspraken worden gemaakt met vrijwilligersorganisaties over een duidelijke taak- en rolverdeling.
26
Hoofdstuk 3 - Doelgroep
Schuldhulpverlening in Coevorden is laagdrempelig. Iedereen kan bij de gemeente terecht voor een vraag over schulden, of voor een gesprek. Niet iedereen gaat daarna een schuldhulpverleningstraject in. Soms wordt de cliënt doorverwezen naar maatschappelijke partners. Schuldhulpverlening is een dure vorm van dienstverlening. De gemeente stelt daarom eisen aan de cliënten die hier gebruik maken.
Gemotiveerd
Diegenen die in aanmerking komen voor schuldhulpverlening bij de gemeente Coevorden zijn gemotiveerd. Ze moeten hun schulden kunnen en willen oplossen, de hoogte van de schulden maakt daarbij niet uit. Voorwaarde is wel dat de cliënt een inkomen moet hebben. De cliënt moet volledig meewerken aan het schuldsaneringstraject en het vergroten van zijn zelfredzaamheid. In de verordening staan maatregelen die volgen op het moment dat de cliënt niet meewerkt aan het traject. Cliënten die nooit de capaciteiten krijgen om om te gaan met geld, worden doorverwezen naar andere schuldbemiddelende instanties. Deze cliënten zijn niet leerbaar. Op deze manier wordt voorkomen dat er een groep cliënten ontstaat die voor altijd bij schuldhulpverlening van de gemeente blijft.
Doorverwijzen
Niet iedereen die zich aanmeldt voor schuldhulpverlening kan worden geholpen. Sommige mensen moeten eerst andere problematiek oplossen voor ze bij de gemeente terecht kunnen. Deze personen worden doorverwezen naar één van de maatschappelijke partners. Dit gebeurt, afhankelijk van de situatie, na het aanmeldgesprek of later na de integrale intake. Schuldhulpverlening bij iemand met ernstige verslavingsproblemen is bijvoorbeeld zinloos. Wel kan de situatie van deze cliënt gestabiliseerd worden er kan worden gecontroleerd of er juist beslag is gelegd.
Recidive
Diegene die al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening komt hiervoor in principe niet nogmaals in aanmerking. Dit is wel het geval indien sprake is van nieuwe feiten en/of omstandigheden of indien er een periode, genoemd in de verordening, is verstreken. Een recidivist komt wél in aanmerking voor een budgetadviesgesprek en/of een doorverwijzing naar een andere hulpverlenende instantie.
Fraudeurs
Fraudeurs komen in principe niet in aanmerking voor schuldhulpverlening. Het gaat om mensen die fraude hebben gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg had en die daarvoor strafrechtelijk zijn veroordeeld of een bestuurlijke sanctie hebben opgelegd gekregen. Dit altijd naar beoordeling van de schuldhulpverlener.
Zelfstandig ondernemers
Zelfstandigen met een nog functionerend bedrijf komen niet in aanmerking voor schuldhulpverlening bij de gemeente. Deze groep wordt doorverwezen naar gespecialiseerde bureaus die schudhulpverlening leveren aan zelfstandig ondernemers. Zij kunnen ook naar de bank voor extra krediet en anders kan er bijstand worden aangevraagd op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen. Voor bijstand op grond van het Bbz gelden wel enkele voorwaarden. Voor zelfstandigen met een nietlevensvatbare onderneming gelden de volgende voorwaarden voor het deelnemen aan schuldhulpverlening bij de gemeente: • De zelfstandige stopt feitelijk met de onderneming. • De zelfstandige laat zich uitschrijven bij de Kamer van Koophandel. Soms is dit echter niet mogelijk, omdat er bij het uitschrijven financiële consequenties bestaan. Dan wordt de cliënt wel alvast toegelaten tot schuldhulpverlening.
28
Gezinnen met inwonende minderjarige kinderen
De gemeente streeft er naar geen wachttijd te hanteren voor een aanmeldgesprek. Iedereen, dus ook ouders met inwonende minderjarige kinderen, kan meteen terecht. Mocht er wel een wachttijd ontstaan dan verleent de gemeente voorrang aan deze gezinnen. Dus: • niet iedereen komt in aanmerking voor schuldhulpverlening; • kinderen mogen niet de dupe worden van ouders met schulden. Concreet betekent dit dat: • niet gemotiveerde inwoners, recidivisten, fraudeurs en zelfstandig ondernemers in principe niet in aanmerking komen voor schuldhulpverlening bij de gemeente; • de gemeente personen zal doorverwijzen naar maatschappelijke partners; • de gemeente er naar streeft geen wachttijd te hanteren voor een aanmeldgesprek; • indien er een wachttijd is ontstaan, gezinnen met inwonende minderjarige kinderen voorrang krijgen.
29
Hoofdstuk 4 - Instrumenten
De cliënt kan zich bij schuldhulpverlening melden door langs te komen op het gemeentehuis of door te bellen met het algemene nummer van de gemeente. De komende beleidsperiode komt er een digitaal formulier op de website te staan en kunnen inwoners zich ook melden via het e-mailadres van de sectie schuldhulpverlening. Er zijn verschillende manieren waarop inwoners met financiële problemen kunnen worden geholpen. De schuldhulpverlener heeft een aantal instrumenten die kunnen worden ingezet om de financiële situatie op orde te brengen en de cliënt zoveel mogelijk zelfredzaam te maken. Hij kan een budgetadviesgesprek voeren en budgetbeheer en/ of een schuldregeling opstarten. Daarnaast is de schuldhulpverlener casemanager en begeleidt hij de cliënt naar zelfredzaamheid. In onderstaand schema is te zien welke plek de verschillende instrumenten hebben in het proces van schuldhulpverlening. De instrumenten worden in dit hoofdstuk toegelicht.
Preventie
Voorkomen dat inwoners financiële verplichtingen aangaan die ze niet kunnen nakomen, doormiddel van bijvoorbeeld de budgetcursus en voorlichting op scholen en bedrijven.
Aanmelding
Dit kan telefonisch, bij de balie, per e-mail of via de website van de gemeente.
Crisisinterventie
Budgetbegeleiding
Budgetbegeleiding is bedoeld om de cliënt zelfredzaam te maken. Dit gebeurt tijdens het hele proces.
Van crisisinterventie kan bijvoorbeeld sprake zijn bij een dreigende uithuiszetting. Na de interventie kan alsnog het normale proces voor schuldhulp worden doorlopen.
Aanmeldgesprek
Iedere inwoner die zich meldt krijgt een aanmeldgesprek. Na dit gesprek zijn er verschillende vervolgstappen mogelijk. Een daarvan is een intakegesprek voor Schuldhulp.
Integrale intake
Bij een intakegesprek wordt gekeken of de cliënt in aanmerking komt voor schuldhulpverlening en wat de huidige situatie is. Vervolgens kunnen verschillende instrumenten ingezet worden.
Budgetadvies gesprek
Budgetbeheer
Schuldregeling
Doorverwijzing
In sommige gevallen is de cliënt geholpen met een of meerdere adviesgesprek(ken) over het beheren van het eigen budget.
Bij budgetbeheer neemt de schuldhulpverlener het beheer van het budget over en betaalt de rekeningen voor de cliënt.
Er wordt bemiddeld tussen schuldeiser en cliënt, om tot een oplossing te komen voor de schulden.
Bij immatriële problematiek kan de cliënt dooverwezen worden naar o.a. het AMW, Humanitas of GGZ.
Nazorg
Het voeren van informele gesprekken met uitgestroomde cliënten, om te voorkomen dat ze opnieuw met problematische schulden te maken krijgen.
32
Het aanmeldgesprek
Iedere inwoner die zich meldt bij schuldhulpverlening van de gemeente Coevorden krijgt een aanmeldgesprek. In het aanmeldgesprek kan de cliënt kort zijn verhaal doen. Ook wordt er gevraagd naar het eventuele inkomen van de cliënt en naar zijn financiële situatie. Een aanmeldgesprek resulteert in: • een doorverwijzing naar een externe instantie; of • een afspraak voor een budgetadviesgesprek;of • een afspraak voor een integrale intake; en/of • een afspraak bij Humanitas voor het op orde brengen van de administratie.
De integrale intake
Het doel van de integrale intake is om goed inzicht te krijgen in de financiële situatie van de hulpvrager en daarbij de eventuele samenhang met immateriële problemen te onderzoeken. Tijdens de intake wordt onder andere onderzocht of de cliënt voldoende gemotiveerd is om een schuldhulpverleningstraject in te gaan. Na het intakegesprek wordt een plan van aanpak opgesteld. In de intake wordt samen met de schuldenaar gezocht naar een passende oplossing. Schuldsituaties worden steeds complexer. Hypothecaire schulden spelen bijvoorbeeld steeds vaker een rol. Er kan een achterstand in rente en aflossing zijn, omdat de hoogte van de aflossing niet meer past in het budget, of de schuldenaar heeft twee woningen. Een die hij bewoond en een die hij niet meer bewoond. Ook in complexe situaties wordt altijd gekeken naar een goede oplossing voor de cliënt
Crisisinterventie
Crisisinterventie is ook een onderdeel van schuldhulpverlening. Als iemand zich meldt bij schuldhulpverlening wordt beoordeeld of er sprake is van een crisissituatie. Indien er sprake is van een crisissituatie vindt binnen 24 uur (op werkdagen) een aanmeldgesprek met de schuldhulpverlener plaats, waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.
Budgetadviesgesprek
Een deel van de mensen die zich meldt, komt niet in aanmerking voor een schuldregeling of voor budgetbeheer. Het kan zijn dat de schulden niet problematisch zijn en dat intensieve begeleiding niet noodzakelijk is. Het kan ook zijn dat de inwoner op dat moment nog niet voor schuldhulpverlening in aanmerking komt, omdat hij niet over een inkomen beschikt. Er is echter wel een hulpvraag. Er zullen een aantal adviesgesprekken plaatsvinden waarmee de gemeente de cliënt van dienst probeert te zijn. Deze gesprekken worden gevoerd door de schuldhulpverleners, de schuldhulpmedewerkers of door vrijwilligers van Humanitas. Tijdens deze adviesgesprekken wordt onder andere aandacht besteed aan: • het ordenen van papieren ten behoeve van de huishoudfinanciën en het bijhouden van contante uitgaven; • zelf onderhandelen met schuldeisers over de afbetaling van schulden; • het maken van een overzicht van de eigen inkomsten en uitgaven (gemiddelde maandbegroting en jaarbegroting), met speciale aandacht voor reserveringsuitgaven; • het regelen van betalingen, bijvoorbeeld automatisch of gespreid; • het vergroten van het inkomen door gebruik te maken van financiële regelingen en voorzieningen en verwerving van werk; • het geven van geldbesparende tips; • het omgaan met betalingsachterstanden; • sparen, lenen en verzekeren. Op deze manier hoeft de cliënt geen schuldhulptraject te volgen, maar kan door middel van adviesgesprekken geprobeerd worden om te helpen. De komende beleidsperiode gaat de gemeente meer inzetten op deze gesprekken, zodat de mensen die niet bij de gemeente terecht kunnen toch worden geholpen.
33
Budgetbeheer
Bij budgetbeheer draagt de gemeente zorg voor de betaling van de rekeningen van de cliënt. Zijn verantwoordelijkheid om zelf zijn financiële zaken te regelen, wordt uit handen genomen. Hierdoor hebben schuldeisers de garantie dat de afloscapaciteit ook daadwerkelijk wordt gebruikt om de schulden af te lossen. De cliënt krijgt met budgetbeheer de rust om eerste andere zaken in zijn persoonlijke leefsituatie op orde te brengen. Het ontnemen van de verantwoordelijkheid kan er toe leiden dat cliënten op de langere duur niet meer gewend zijn zelf hun financiële zaken te regelen. Het is dan ook noodzakelijk de cliënt te begeleiden en hem te leren hoe de financiële administratie op orde gebracht kan worden. Er wordt voortdurend onderzocht of het mogelijk is om het budgetbeheer af te bouwen en de cliënt steeds meer zelf verantwoordelijk te laten zijn voor zijn financiën. Deze vaardigheid wordt via budgetbegeleiding aangeleerd. De komende beleidsperiode zet de gemeente extra in op het zelfstandig maken van de cliënt. Dit, door veel aandacht te schenken aan het begeleiden van de cliënt.
Schuldregeling
Bij een schuldregeling wordt bemiddeld tussen de cliënt en de schuldeisers om de mogelijkheid van een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te onderzoeken. Een schuldregeling is alleen mogelijk als alle schulden erbij betrokken worden en is dus niet van toepassing op deeloplossingen. Als alle schuldeisers akkoord gaan, wordt de bemiddeling voortgezet. Het inkomen van de cliënt wordt beheerd en hij ontvangt een budget om van te leven. Dat budget komt overeen met 95% van de bijstandsnorm. De rest van het inkomen wordt gebruikt om schulden af te lossen. Tijdens de aflossingsperiode worden regelmatig, maar ten minste eenmaal per jaar, heronderzoeken uitgevoerd. Er wordt gecontroleerd of de cliënt in de afgelopen periode de aflossingscapaciteit volledig heeft ingebracht en of hij voldaan heeft aan de inspanningsverplichting om zijn inkomen zo veel mogelijk te verhogen. Ook bij een schuldregeling is het van belang dat de cliënt zelfredzaam blijft. Ook hier zal de gemeente inzetten op begeleiding van de cliënt.
Budgetbegeleiding
Met budgetbegeleiding leert de cliënt op een verantwoorde manier met zijn geld omgaan. Budgetbegeleiding heeft tot doel het verkrijgen van inzicht in de inkomsten en uitgaven, het voeren van een overzichtelijke administratie, en het afstemmen van de uitgaven op het beschikbare budget. Er wordt dus ook gewerkt aan gedragsverandering. Zo wordt geprobeerd te voorkomen dat de cliënt in de toekomst opnieuw schulden gaat maken. Een voorbeeld hiervan is de budgetcursus die wordt gegeven in samenwerking met het Algemeen maatschappelijk werk en Humanitas.
Casemanager
Bij integrale schuldhulpverlening zijn meerdere disciplines en vaak ook meerdere medewerkers en organisaties betrokken. Het is belangrijk dit proces te regisseren. De schuldhulpverlener is tevens casemanager en is verantwoordelijk voor de coördinatie van de hulpverlening aan de cliënt. Hij coördineert de schuldhulpverlening van intake tot en met nazorg. Ook stemt hij af met hulpverlening buiten dit domein. Zoals de reclassering, verslavingszorg, maatschappelijk werk en de consulent van team Werk en Bentheimer. Alle betrokkenen moeten van elkaar weten welke vormen van hulpverlening worden aangeboden aan de cliënt.
Preventie
Een van de doelstellingen van de gemeente is dat ze door middel van preventie wil voorkomen dat inwoners financiële verplichtingen aangaan die ze niet nakomen. De gemeente zet de komende beleidsperiode extra in op schuldpreventie. In het najaar van 2011 is de gemeente in samenwerking met het AMW en Humanitas gestart met het geven van budgetcursussen. In eerste instantie alleen voor cliënten bij schuldhulpverlening, maar de cursus is inmiddels toegankelijk voor alle inwoners van de gemeente.
34
In deze cursus wordt onder andere aandacht besteed aan het uitgavenpatroon van de cursisten en aan het bijhouden van een goed huishoudboekje. De komende beleidsperiode wordt een promotieactie opgezet om de budgetcursus nog meer onder de aandacht te brengen bij de inwoners van de gemeente. De gemeente wil nog meer inzetten op preventie voor jongeren en werkgevers. Het aantal jongeren met schulden stijgt. De gemeente wil kijken of ze voorlichting over geld en schulden kan geven op middelbare- en basisscholen. Dit eventueel in samenwerking met het AMW en Humanitas. Er zijn veel werkgevers die problemen hebben met het verwerken van loonbeslagen. Ook herkennen werkgevers vaak niet de signalen van werknemers met schulden. De gemeente wil onderzoeken of door middel van samenwerking en voorlichting de vroegtijdige signalering kan worden verbeterd. Ook wil zij onderzoeken wat zij op het gebied van schuldhulpverlening nog meer voor bedrijven van betekenen.
Nazorg
Iemand die uit de schulden is, moet uit de schulden blijven. Het is belangrijk om na het schuldhulpverleningstraject de vinger aan de pols te houden bij cliënten die uit schuldhulpverlening stromen. De gemeente kijkt dan of de cliënt op eigen benen kan staan en of het risico bestaat dat er nieuwe schulden ontstaan. Nazorg geeft ook inzicht in de duurzaamheid en de resultaten van schuldhulpverlening. Nazorg behelst alle activiteiten die gericht zijn op het voorkomen dat personen opnieuw met problematische schulden te maken krijgen. Een doel van de gemeente is, dat als iemand uit de schulden is, uit de schulden blijft. Nazorg zal in samenwerking met Humanitas worden verleend. Nadat schuldhulpverlening is afgerond, gaat een vrijwilliger van Humanitas bij de cliënt langs. De vrijwilliger laat aan de gemeente weten hoe het gaat. Mocht er actie nodig zijn, worden er stappen ondernomen. De gemeente kan cliënten die hier niet voor open staan niet dwingen gebruik te maken van deze nazorg. Dus: • het is van belang dat de cliënt zelfredzaam blijft; • de gemeente wil voorkomen dat inwoners financiële verplichtingen aangaan die ze niet kunnen nakomen; • iemand die uit de schulden is, moet uit de schulden blijven. Concreet betekent dit dat: • er meer zal worden ingezet op budgetadvies gesprekken; • er extra zal worden ingezet op het zelfstandig maken en blijven van de cliënt door onder andere het inzetten van budgetcursus en budgetbegeleiding; • de gemeente de budgetcursus voortzet en deze nog meer onder de aandacht van haar inwoners brengt; • de gemeente in een crisissituatie binnen 24 uur een aanmeldgesprek met de cliënt voert; • de gemeente nazorg verleent; • de gemeente gaat inzetten op preventie voor jongeren; • de gemeente onderzoekt of zij voorlichting kan geven op basis- en middelbare scholen over geld en schulden; • de gemeente onderzoekt in hoeverre zij kan samenwerken met werkgevers om de vroegtijdige signalering te verbeteren.
35
36