GEMEENTE SCHERPENZEEL Raadsvoorstel Datum voorstel
: 2 oktober 2015
Portefeuille
: wethouder H.J.C. Vreeswijk
Raadsvergadering : 1 november 2015
Behandeld door:
Agendapunt
:
Naam
Bijlage(n)
:1
e-mail
:
[email protected]
Kenmerk
:
telefoon
: (033) 277 23 24
: Pauline van Gelder
Onderwerp: Toekomstscenario’s Huishoudelijke Hulp I in Scherpenzeel Beslispunten Kennis genomen hebbende van de nota “Huishoudelijke Hulp in Scherpenzeel, op weg naar een duurzaam stelsel voor de HH1” en gelet op artikel 2.1.1 van de Wmo 2015 beslist de Raad: 1. Voor het jaar 2017 te kiezen voor Scenario 1 (het verlagen van de kostprijs HH1 en inzet algemene voorzieningen voor specifieke taken) waarmee het huidige stelsel van de Maatwerkvoorziening HH 1 (eenvoudige schoonmaakondersteuning) nog grotendeels in stand blijft tot eind 2017. 2. De Collectieve Maatwerkvoorziening (scenario 2) te benoemen als volgtijdelijk voorkeursscenario met 1.1.2018 als beoogde ingangsdatum en draagt het College van B& W op dit scenario verder uit te werken en te implementeren. 3. Alle uitgaven die in 2016 en 2017 worden gedaan voor Algemene voorzieningen die direct gerelateerd zijn aan de huishoudelijke hulp te financieren uit het Wmo budget HH. Inleiding Sinds 1 januari 2015 is de nieuwe Wmo van kracht; de Wmo 2015. Deze nieuwe wet verschilt op een aantal punten van de ‘oude’ Wmo die tussen 2007 en 2014 van kracht was. De oude Wmo was sterk aanbodgericht: individuele voorzieningen en specifieke taakvelden werden in de wet omschreven. De Wmo 2015 omschrijft waar maatschappelijke ondersteuning zich op richt, namelijk: het leveren van een bijdrage aan zelfredzaamheid en participatie en/of het voeren van een gestructureerd huishouden. Onder de Wmo 2015 bestaan alleen nog ‘maatwerkvoorzieningen’ en ‘algemene voorzieningen’. Belangrijk verschil is dat voor een ‘maatwerkvoorziening’ een gemeentelijke indicatie afgegeven dient te worden. Voor een ‘algemene voorziening’ is dit niet het geval. Een gemeente kan zelf bepalen voor welke vormen van ondersteuning zij maatwerkvoorzieningen, algemene voorzieningen of een combinatie van beide inricht. De Huishoudelijke Hulp was lange tijd één van de belangrijkste producten die via de Wmo werden verstrekt. In de Wmo 2015 wordt de Huishoudelijke Hulp 1 (eenvoudige schoonmaakondersteuning) niet meer apart benoemd. Hieraan ligt de zienswijze van
cc.:
-2-
het Rijk ten grondslag dat HH1 vanuit de Wmo 2015 alleen nog verstrekt hoeft te worden als ‘vangnetvoorziening’ voor degenen die dit én hard nodig hebben én niet zelf kunnen organiseren of betalen. Sinds 2015 krijgt de gemeente ook minder budget voor de HH. In 2015 bedraagt deze korting 32% ten opzichte van 2014, in 20176 volgt een aanvullende korting van 8 %. Op grond van eerder gemaakte keuzes blijft het huidige systeem van Huishoudelijke Hulp (de individuele maatwerkvoorziening) in Scherpenzeel tot eind 2016 nog grotendeels ongewijzigd van kracht. In 2015 zijn wel een aantal maatregelen genomen met het doel de kosten terug te dringen (traject Herindicatie) en het stroomlijnen van het aanbod aan maatschappelijke ondersteuning door overlap hier uit te halen (het overzetten van HH2 cliënten naar het gecombineerde HH/Wmo begeleidingsproduct Woonondersteuning 65+). Op de langere termijn is het huidige systeem voor Huishoudelijke Hulp niet houdbaar. In de nota “Huishoudelijke Hulp in Scherpenzeel, op weg naar een duurzaam stelsel voor de HH1” zijn daarom vier toekomstscenario’s uitgewerkt. Deze scenario’s hebben allen alleen betrekking op de HH1, dit is de eenvoudige schoonmaak ondersteuning. De HH2 cliënten – en dit zijn over het algemeen de meest kwetsbare cliënten omdat ook sprake is van regieverlies in de leefeenheid – vallen hierbuiten. Sinds 2015 valt deze groep onder de Woonondersteuning 65+. Stelselveranderingen ten aanzien van de HH1 hebben dus geen invloed op deze groep cliënten. Dit gepresenteerde scenario’s zijn: 1. Het verlagen van de kostprijs HH & meer inzet algemene voorzieningen voor specifieke taken; 2. De Collectieve maatwerkvoorziening met aanvullende modules (model Utrecht); 3. De Algemene voorziening huishoudelijke hulp (model Barneveld); 4. De Maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp gebaseerd op resultaatfinanciering. Deze vier scenario’s zijn gekozen op grond van de uitgangssituatie (het huidige systeem HH), de wensen ten aanzien van de maatschappelijke ondersteuning in het coalitieakkoord en recente jurisprudentie. Op basis van een weging van de criteria: 1. financiële aspecten 2. benodigde inzet gemeente 3. (aanzet tot) transformatie 4. Cliëntperspectief wordt de raad geadviseerd het huidige stelsel nog te laten voortbestaan tot eind 2017. Dit wel met dusdanige wijzigingen dat feitelijk voor scenario 1 wordt gekozen. De Raad wordt verder geadviseerd om volgtijdelijk te kiezen voor Scenario 2, dit is de Collectieve maatwerkvoorziening. Vooral qua gemeentelijke regie en samenhang én voor wat betreft de eigen bijdragen (geen stapeling via CAK) en de mogelijkheid tot Pgb, past dit scenario het beste bij eerder gemaakte keuzes en opgestelde uitgangspunten.
-3-
Beoogd effect - Voldoen aan de verplichtingen in het kader van de Wmo 2015 waarin is bepaald dat voor kwetsbare inwoners voorzieningen aanwezig dienen te zijn die als ‘vangnet’ fungeren bij belemmeringen in hun zelfredzaamheid en participatie. - Het organiseren van een stelsel voor eenvoudige schoonmaakondersteuning (HH1) voor die inwoners die dit echt nodig hebben. Dit binnen de beschikbare financiële kaders en in lijn met de andere vormen van maatschappelijke ondersteuning en de beoogde transformatie. Argumenten 1. Scenario 1 (grotendeels voortzetten huidige systeem) heeft op langere termijn zeker niet de voorkeur. Maar het is evenmin noodzakelijk al op 1.1.2017 tot ingrijpende hervormingen over te gaan. De jaren 2015-2017 zijn de jaren die de gemeente Scherpenzeel heeft bestemd voor de ‘transformatie’ (zie ook beleidsplan Wmo 2015/2016, hoofdstuk 4). Dit houdt o.a. in dat een aantal algemene voorzieningen wordt opgezet die direct in relatie staan tot de huishoudelijke hulp zoals een Was- en Strijkservice en een boodschappenservice. Om deze nieuwe diensten goed in te kunnen regelen, verdient het de voorkeur een redelijke overgangstermijn in acht te nemen. Door het traject herindicatie is daarnaast al een structurele besparing behaald (+/- € 100.000 op jaarbasis). 2. Scenario 2 sluit het beste aan bij eerder bepaalde uitgangspunten en kaders voor het Sociaal Domein zoals die over gemeentelijke regie, het uitgangspunt ‘één gezin, één plan’ en de keuzevrijheid voor de inwoner. De Wmo 2015 beidt zowel ruimte voor scenario 3, de Algemene Voorziening, als voor scenario 2, de Collectieve maatwerkvoorziening. Scenario 3 is financieel gezien het meest gunstig. Scenario 2 past echter beter bij eerder vastgestelde uitgangspunten en kaders (waaronder die voor Toegang en Toeleiding). Doordat sprake blijft van een maatwerkvoorziening verloopt de toegang en regie via de gemeente en blijft zicht bestaan op samenhang. Ook krijgen de cliënten niet te maken met een stapeling van eigen bijdragen indien van meerdere (Wmo) voorzieningen gebruik wordt gemaakt én blijft het mogelijk ook voor de HH1 een Pgb aan te vragen. 3. De Raad heeft eerder bepaald dat het budget HH leidend is voor de uitgaven op dit product. Een algemene voorziening voor een taak die behoort tot de huishoudelijke hulp, heeft direct tot gevolg dat de uren in de maatwerkvoorziening HH kunne afnemen. In de scenario’s waarbij sprake is van het opzetten van algemene voorzieningen zijn deze kosten daarom ook mede geraamd. Dit beslispunt is opgenomen in het kader van de transparantie van uitgaven. Kanttekeningen Het gaat bij deze scenario’s nadrukkelijk om kaders en niet om ‘kant en klare’ systemen. De scenario’s geven een aantal systeemkenmerken weer. Voor ieder scenario geldt dat nadere uitwerking noodzakelijk is én dat bij deze uitwerking ook meerdere partijen (aanbieders, adviesraad Sociaal Domein, cliënten, maatschappelijke middenveld) betrokken zullen worden.
-4-
In de jaren 2015 en 2016 kunnen inwoners extra uren huishoudelijke hulp inkopen tegen een gunstig tarief. Dit zijn de uren in het kader van de huishoudelijke hulp toelage. Het is op dit moment nog niet duidelijk of deze regeling, of een soortgelijke regeling, in 2017 zal worden voortgezet. Financiële toelichting De geraamde kosten van de scenario’s passen meerjarig binnen de begrote posten voor huishoudelijke hulp. De kosten van het product woonondersteuning 65+ komen ook ten laste van de de begrote post huishoudelijke hulp. Op productniveau komen deze uitgaven dus niet ten laste van de integratie uitkering Sociaal Domein. Begrotingswijziging Nee Evaluatie De uitvoering van de huishoudelijke hulp wordt periodiek geëvalueerd. Bij deze evaluatie wordt ook de uitvoering van de HHT-uren (huishoudelijke hulp toelage) en de uitvoering van de Woonondersteuning 65+ betrokken. De omvorming van de huishoudelijke hulp zal worden opgenomen in het ‘transformatie-plan’. Dit betekent dat de feitelijke uitvoering van dit traject hiermee ook in de organisatiestruktuur voor de transformatie wordt opgenomen. Burgemeester en wethouders van Scherpenzeel,
V.J.M. van Arkel secretaris
B. Visser burgemeester
GEMEENTE SCHERPENZEEL Raadsbesluit Agendapunt
:
Kenmerk
:
Onderwerp
:
Toekomstscenario’s Huishoudelijke Hulp I in Scherpenzeel
De raad van de gemeente Scherpenzeel, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 oktober 2015, kennis genomen hebbende van de nota ‘Huishoudelijke Hulp in Scherpenzeel’ op weg naar een duurzaam stelsel voor de HH1” van september 2015, gelet op artikel 2.1.1. van de Wmo 2015, en met inachtneming van het advies van de Adviesraad Sociaal Domein van 19 oktober 2015
besluit Op basis van de nota ‘Huishoudelijke hulp in Scherpenzeel, op weg naar een duurzaam stelsel voor de HH1, 1. Voor het jaar 2017 te kiezen voor Scenario 1 (het verlagen van de kostprijs HH1 en inzet algemene voorzieningen voor specifieke taken) waarmee het huidige stelsel van de Maatwerkvoorziening HH 1 (eenvoudige schoonmaakondersteuning) nog grotendeels in stand blijft tot eind 2017. 2. De Collectieve Maatwerkvoorziening (scenario 2) te benoemen als volgtijdelijk voorkeursscenario met 1.1.2018 als beoogde ingangsdatum en draagt het College van B& W op dit scenario verder uit te werken en te implementeren. 3. Alle uitgaven die in 2016 en 2017 worden gedaan voor algemene voorzieningen die direct gerelateerd zijn aan de huishoudelijke hulp te financieren uit het Wmo budget HH. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van
B.S. van Ginkel-Schuur griffier
Datum raadsbesluit / agendanummer / onderwerp
B. Visser voorzitter
-1-