GEMEENTE SCHERPENZEEL Wijzigingen beleidsplan Wmo 2015/2016 en verordening Wmo 2015, tevens eindverslag inspraakperiode Reacties en de verwerking daarvan t.b.v. beleidsplan Wmo 2015/2016 en Verordening Wmo 2015 Inhoudsopgave: A. Aanpassingen beleidsplan op grond van (pre)advies Wmo-raad (redactioneel, aanvullingen) B. Aanpassingen Verordening Wmo 2015 op grond van geactualiseerde VNG-verordening C. Aanpassingen Verordening Wmo 2015 op grond van (pre)advies Wmo-raad D. Verwerking reacties inspraak
A. Aanpassingen Beleidsplan op grond van (pre)advies Wmo-raad (redactioneel, aanvullingen) Nr. Opmerking/advies Wmo-raad 1 Gemist wordt een paragraaf over de hoofdlijnen van het beleid inzake langer thuis wonen van (ouderen) en langdurig zorgbehoevenden.
Reactie Voorstel: aanvulling van Hoofdstuk 4, § 4.2. De volgende tekst wordt toegevoegd: 4.2.6
Doelstelling 6: Integrale aanpak en monitoren van ontwikkeling naar ‘langer thuis wonen’. Met de beoogde transformatie van het sociale domein komen meerdere majeure ontwikkelingen bij elkaar. De Wmo 2015 wordt uitgebreid met taken uit de extramurale AWBZ. Tegelijkertijd loopt een ontwikkeling (de extramuralisering) waardoor inwoners met (toenemende) beperkingen minder snel een beroep kunnen doen op intramurale zorg. Dit betreft volwassen inwoners met een verscheidenheid aan beperkingen, waaronder ouderen. In het transformatieplan zal de gemeente, o.a. in samenhang met het ‘plan Weijdelear’ een nadere (deel) visie ontwikkeWijzigingen beleidsplan Wmo 2015/2016 en verordening Wmo 2015, tevens eindverslag inspraakperiode
~2~
len op de ontwikkeling naar ‘langer thuis wonen’ waarbij zowel sociale als ruimtelijk/fysieke aspecten een plaats krijgen en ook de samenhang wordt bewaakt. Voorstel: aanvulling van § 5.6 met de tekst: “Bijzondere aandacht verdient de overgang van 18- (Jeugdwet) naar 18+ (Wmo en ZVW). Tot het 18e jaar valt een inwoner onder de jeugdwet. Vanaf 18 jaar is dit de Wmo, voor sommige zaken de ZVW en voor andere vormen van ondersteuning kan de 18 jarige leeftijd betekenen dat regelingen aflopen. Dit onderwerp wordt inhoudelijk voornamelijk vanuit de jeugdwet nader uitgewerkt. In de regio FoodValley loopt hierover inmiddels een project (“nazorg na jeugdzorg”). Daarnaast is het punt van aandacht in de gesprekken met de zorgkantoren en de eerstelijnszorg”.
2.
Beleid overgang jeugd van 18- naar 18+ wordt gemist. Van groot belang. Noemen ook al wordt maar verwezen naar de Jeugd beleids- en planvorming.
3.
Klachtenregeling/Vertrouwenspersoon/informele regeling: behoort dit ook niet te worden aangestipt in dit beleidsplan?
Voorstel: aanvulling van § 5.1, met de tekst: “Op grond van de Awb is de gemeente verplicht tot een behoorlijke behandeling van klachten over gedragingen van personen en bestuursorganen die onder haar verantwoordelijkheid vallen. De gemeente beraadt zich nog of de bestaande commissie(s) moet worden uitgebreid gezien de uitbreiding van het veld van maatschappelijke ondersteuning.”
4.
Welke voorzieningen zijn algemeen of maatwerk: opnemen in verordening? Zie VNG toelichting.
Voorstel: De VNG adviseert om in het beleidsplan nader aan te geven welke voorzieningen behoren tot algemene voorzieningen en welke tot de maatwerkvoorzieningen. Niet om dit in een verordening vast te leggen.
Wijzigingen beleidsplan Wmo 2015/2016 en verordening Wmo 2015, tevens eindverslag inspraakperiode
~3~
5.
Benoemen van ‘uitbreiding regiefunctie’ naar een vertegenwoordiger van een cliënt
Onder § 5.7 van het beleidsplan wordt dit overzicht opgenomen: “Algemene voorzieningen op het vlak van maatschappelijke ondersteuning gericht op volwassenen in de gemeente Scherpenzeel zijn: - Het Maatschappelijk werk; - Ontmoetings- en bewegingsactiviteiten voor volwassenen en ouderen (o.a.SOS); - De Maaltijdservice en gemeenschappelijke maaltijden voor ouderen (SOS) - De Klussendienst; - Mantelzorgondersteuning (in ontwikkeling); - Vrijwilligerssteunpunt (via Welzijn Leusden); - Vormen van mantelzorgondersteuning, oppas aan huis, huishoudelijke hulp tegen betaling (deels via regionaal werkende organisaties); - Het Amk en het SHG (vanaf 1.1.2015: Amhk onder de naam Veilig Thuis) - De 24-uurs (anonieme) telefonische hulpdienst via Sensoor (landelijk ingekocht via de VNG); - Aansluiting op alarmering (via thuiszorg organisatie) - Hulp bij het invullen van formulieren. Feitelijk is het openbaar vervoer ook een algemene voorziening. Momenteel wordt onderzocht of een ‘vrijwillige vervoersdienst’ mogelijk is om lacunes (voor bepaalde doelgroepen) op te vangen”. Voorstel: bij § 5.1 van het beleidsplan voetnoot nr. 15 invoegen met de volgende tekst: “Bij een melding, het gesprek/onderzoek en de aanvraag kan een inwoner zich laten vertegenwoordigen door een wettelijk vertegenwoordiger
Wijzigingen beleidsplan Wmo 2015/2016 en verordening Wmo 2015, tevens eindverslag inspraakperiode
~4~
zoals een curator, mentor of gevolmachtigde. Indien (nog) geen sprake is van een dergelijke vorm van vertegenwoordiging, kan ook de partner, ouder, kind of broer/zus een inwoner vertegenwoordigen. Voor deze laatste vormen van vertegenwoordiging is wel instemming van de te vertegenwoordigen persoon nodig. “
B. Aanpassingen Verordening Wmo 2015 op grond van geactualiseerde VNG-verordening Nr. 1
Artikel Artikel 5: Het gesprek Een inhoudelijke wijziging waarbij bij lid 1 c, 1 d, 1f, 1g de zinsnede ‘of te voorkomen dat hij een beroep moet doen op een maatwerkvoorziening’ is vervallen en een aanvulling wordt gedaan met de zinsnede ‘of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang”.
Gewijzigd artikel en/of toelichting Artikel 5, lid 1c, 1d, 1f , 1g luiden als volgt: c. de mogelijkheden om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp of algemeen gebruikelijke voorzieningen of met algemene voorzieningen zijn zelfredzaamheid of zijn participatie te handhaven of te verbeteren, of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang; d. de mogelijkheden om met mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociaal netwerk te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang; f. de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
Wijzigingen beleidsplan Wmo 2015/2016 en verordening Wmo 2015, tevens eindverslag inspraakperiode
~5~
g.
2.
Artikel 8: Criteria voor een maatwerkvoorziening Een redactionele wijziging en een wijziging in de toelichting van de VNG geeft aanleiding tot het expliciet benoemen wat het (beoogde) resultaat van een maatwerkvoorziening dient te zijn.
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen en opvang Artikel 8, lid 2* wordt uitgebreid met een lid c en d: (let op: omnummering van artikel 8 door opname facultatief lid 1 uit modelverordening!) c. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, of, d. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Bij de toelichting bij artikel 8 is de volgende tekst toegevoegd:
De toelichting bij artikel 8 is uitgebreid met de tekst:
“Het vierde lid van artikel 8 kan er bijvoorbeeld toe leiden dat als maatwerkvoorziening niet een woningaanpassing wordt verstrekt maar een verhuiskostenvergoeding. De wo-
“Het vierde lid van artikel 8 kan er bijvoorbeeld toe leiden dat als maatwerkvoorziening niet een woningaanpassing wordt verstrekt maar een verhuiskostenvergoeding. De wo-
Wijzigingen beleidsplan Wmo 2015/2016 en verordening Wmo 2015, tevens eindverslag inspraakperiode
~6~
ningaanpassing kan dermate kostbaar zijn dat het college het primaat van verhuizing hanteert.” 3.
ningaanpassing kan dermate kostbaar zijn dat het college het primaat van verhuizing hanteert.”
Artikel 12: Regels voor bijdrage in de kosten van maatArtikel 12, lid 1: ongewijzigd werkvoorzieningen en algemene voorzieningen: een inArtikel 12 lid 2 tot en met 4 luiden als volgt: houdelijke wijziging door het expliciet vermelden van ‘Pgb’ 2. Het college bepaalt bij nadere regeling: en vermelding in toelichting tot plicht van opnemen op welke a. voor welke algemene voorzieningen, niet zijnde cliwijze de kostprijs van een maatwerkvoorziening en pgb entondersteuning, de cliënt een bijdrage is verschulwordt bepaald. digd; b. wat de hoogte van deze bijdrage is voor elke algemene voorziening afzonderlijk; c. voor welke groepen van personen een korting op de bijdrage voor een algemene voorziening geldt, alsmede de hoogte van deze korting per soort algemene voorziening; d. dat de bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of pgb’s overeenkomstig artikel 3.1, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt verlaagd, waarbij wordt bepaald welke afwijkende bedragen, percentages en inkomensbedragen worden gehanteerd. e. door welke andere instantie dan het CAK in de gevallen bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid, de bijdragen voor een maatwerkvoorziening of pgb worden vastgesteld en geïnd. 3. De kostprijs van een maatwerkvoorziening en pgb wordt bepaald: a. door een aanbesteding; b. na een consultatie in de markt, of c. in overleg met de aanbieder. 4. Het college kan bij nadere regeling bepalen dat de bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten be-
Wijzigingen beleidsplan Wmo 2015/2016 en verordening Wmo 2015, tevens eindverslag inspraakperiode
~7~
hoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een client. In de toelichting bij artikel 12 is in de volgende zin ‘Pgb’ toegevoegd: “Het totaal van de bijdragen in de kosten van maatwerkvoor-
zieningen dan wel pgb’s zijn gelimiteerd tot een bedrag gelijk aan de kostprijs van de voorzieningen (artikel 2.1.4, derde lid, eerste zin, van de wet) en in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 zijn regels vastgesteld met betrekking tot deze bijdragen (artikel 2.1.4, vierde lid, van de wet).” 4.
Artikel 17: Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen.
Artikel 17: Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronisch problemen, luidt als volgt:
1. Het college kan in overeenstemming met het beleidsplan, Een inhoudelijke wijziging door een toevoeging van een 2e bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, op aanvraag aan perlid waarmee het college, desgewenst, ook een mogelijkheid sonen met een beperking, chronische ziekte of psychische heeft om een (maatwerk)voorziening in de vorm van een en psychosociale problemen die daarmee verband houfinanciële tegemoetkoming aan een cliënt uit te betalen. Deze dende aannemelijke meerkosten hebben, en die een inkowijziging wordt ondersteund door een wijziging in artikel 17, men hebben lager dan een door het college nader te bepalid 1 waarbij de verwijzing ‘in overeenstemming met artikel len percentage van het wettelijk minimumloon, een tege2.1.7 van de wet’ wordt vervangen door ‘in overeenstemmoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de redzaamheid en de participatie. wet’. 2. Het college kan bij nadere regeling bepalen in welke geWijzigingen beleidsplan Wmo 2015/2016 en verordening Wmo 2015, tevens eindverslag inspraakperiode
~8~
vallen en in welke mate een tegemoetkoming kan worden verstrekt. Wijziging van de toelichting bij Artikel 17 vanaf de 2e alinea: “ Conform het bepaalde in het beleidsplan zal het college nadere regels stellen inzake de financiële drempels om voor een tegemoetkoming voor aannemelijke meerkosten in aanmerking te komen. De tegemoetkoming zal op aanvraag worden verstrekt. De beslissing op een dergelijke aanvraag is een beschikking. De bepalingen in de Awb, onder andere over bezwaar en beroep en subsidies zijn hierop van toepassing. Op grond van het tweede lid kan het college bij besluit bepalen in welke gevallen een tegemoetkoming wordt verstrekt en wat de hoogte daarvan is. De tegemoetkoming kan een alternatief zijn voor een maatwerkvoorziening of pgb. Hiervoor is wel vereist dat de cliënt zelf kiest voor een tegemoetkoming. Door het vastleggen bij besluit is voor de burger op voorhand duidelijk op welke tegemoetkoming hij recht heeft. “ 5.
Artikel 21: Betrekken van ingezetenen bij beleid Dit betreft een inhoudelijke wijziging waarbij het 1e lid is geschrapt wegens verwarring in relatie tot artikel 150 van de gemeentewet. Wijziging is conform die in de verordening Jeugd.
Artikel 21: Betrekken van ingezetenen bij beleid, luidt als volgt: 1. Het college stelt ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning en voorziet hen van
Wijzigingen beleidsplan Wmo 2015/2016 en verordening Wmo 2015, tevens eindverslag inspraakperiode
~9~
ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen. 2. Het college zorgt ervoor dat ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, kunnen deelnemen aan periodiek overleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie en ondersteuning. 3. Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van het tweede en derde lid. De toelichting bij artikel 21, 1e lid is vervallen.
Wijziging in toelichting bij Artikel 21, wijziging in alinea 2 en 3, nieuwe tekst: “Deze bepaling geeft uitvoering aan artikel 2.1.3, derde lid, van de wet. Met het derde lid wordt het aan het college overgelaten om de exacte invulling van de medezeggenschap (verder) vorm te geven en/of bij te stellen. Naast de inspraakverordening die de inspraak ten aanzien van beleidsbesluiten regelt, zijn in de regeling Wmo-raad Scherpenzeel de rol en bevoegdheden van de Wmo-raad vastgelegd. “
C. Aanpassingen Verordening Wmo 2015 op grond van (pre)advies Wmo-raad
Nr. 1
Artikel Artikel 1: Begripsbepalingen Verzoek aan te geven wie een cliënt kan vertegenwoordigen (regie kan overnemen) in het kader van de Wmo 2015
Actie Onder Artikel 1, begripsbepalingen is toegevoegd de omschrijving van ‘vertegenwoordiger’ (definitie conform Memorie van Toelichting Wmo 2015):
Wijzigingen beleidsplan Wmo 2015/2016 en verordening Wmo 2015, tevens eindverslag inspraakperiode
~ 10 ~
- Vertegenwoordiger: Persoon of rechtspersonen die als vertegenwoordiger als bedoeld in het eerste lid kunnen optreden zijn de curator, de mentor of de gevolmachtigde van de cliënt, dan wel, indien zodanige persoon of rechtspersoon ontbreekt, diens echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel van de cliënt, tenzij deze persoon dat niet wenst, dan wel, indien ook zodanige persoon ontbreekt, diens ouder, kind, broer of zus, tenzij deze persoon dat niet wenst; 2.
Artikel 2 t/m 7 Procedure afspraken Verzoek de termijnen voor het ‘onderzoek’ en het nemen van een beslissing te vermelding in de verordening.
3.
Artikel 8: Criteria voor een maatwerkvoorziening Conform VNG modelverordening opnemen dat het verslag uitgangspunt is voor de beoordeling van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening. Dit geeft helderheid en eenduidigheid voor de burger.
Aanvulling toelichting bij Artikel 5 en Artikel 7 Bij de toelichting bij Artikel 5 is de wettelijke termijn gemeld van 6 weken tussen de melding en het afronden van het onderzoek. Bij de toelichting bij artikel 7 is de wettelijke termijn van 2 weken vermeld tussen de aanvraag en een beslissing op deze aanvraag. Voorstel: De zinsnede dat het verslag het uitgangspunt is voor de beoordeling van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening geldt in de VNG verordening als facultatief omdat de wet Wmo 2015 dit al verplicht. Voor de duidelijkheid naar de burger opnemen van dit (facultatieve) lid 1. Artikel 8, lid 1 uit modelverordening wordt ingevoegd en komt te luiden: “Het college neemt het verslag als uitgangspunt voor de beoordeling van een aanvraag om een maatwerkvoorziening”.
Wijzigingen beleidsplan Wmo 2015/2016 en verordening Wmo 2015, tevens eindverslag inspraakperiode
~ 11 ~
D. Verwerking reacties inspraak Nr. 1
Opmerking Geen inspraakreacties ontvangen op beleidsplan Wmo 2015/2016 en verordening Wmo 2015
Reactie
Scherpenzeel, 4 november 2014 Afdeling Samenleving Pauline van Gelder
Wijzigingen beleidsplan Wmo 2015/2016 en verordening Wmo 2015, tevens eindverslag inspraakperiode