Gemeente Roerdalen Programmabegroting 2014-2017 Behandeling in de gemeenteraad op 24 oktober 2013 en 7 november 2013.
Inhoudsopgave INLEIDING ..............................................................................................................................1 Veranderingen en ontwikkelingen......................................................................................... 3 Samenhang en perspectief .................................................................................................... 3 Financiële positie .................................................................................................................. 4 Uitgangspunten .................................................................................................................... 5 Het begrotingssaldo 2014 en meerjarenperspectief 2015 - 2017 ........................................... 5 Leeswijzer ............................................................................................................................. 7
PROGRAMMAPLAN ...............................................................................................................9 Programma 1 Gebiedsontwikkeling ..................................................................................... 11 Programma 2 Wonen .......................................................................................................... 18 Programma 3 Milieu, duurzaamheid en klimaat .................................................................. 23 Programma 4 Leefomgeving en veiligheid ........................................................................... 27 Programma 5 Maatschappelijke participatie en ondersteuning ........................................... 41 Programma 6 Algemene ontwikkeling en gezondheid ......................................................... 49 Programma 7 Algemeen bestuur en middelen .................................................................... 55 Algemene dekkingsmiddelen .............................................................................................. 59
PARAGRAFEN .......................................................................................................................61 § Dienstverlening ................................................................................................................ 63 § Demografische ontwikkelingen ........................................................................................ 68 § De gemeentelijke bedrijfsvoering ..................................................................................... 71 § Het beleid voor onderhoud kapitaalgoederen .................................................................. 76 § Gemeentelijk grondbeleid ................................................................................................ 79 § Lokale heffingen............................................................................................................... 81 § Verbonden partijen .......................................................................................................... 85 § Financiering ..................................................................................................................... 96 § Weerstandsvermogen en risicobeheersing ..................................................................... 101
FINANCIËLE OVERZICHTEN .................................................................................................105 Baten en lasten per programma ........................................................................................ 107 Overzicht reserves en voorzieningen ................................................................................. 108 Investeringsschema .......................................................................................................... 109 Incidentele lasten en baten ............................................................................................... 110
BIJLAGE RISICOBEHEERMATRIX .........................................................................................111
Inleiding
Programmabegroting 2014-2017
1
Programmabegroting 2014-2017
2
Veranderingen en ontwikkelingen Voor u ligt de Programmabegroting voor 2014 en de drie daarop volgende jaren. Een bijzondere begrotingsperiode breekt aan. Een periode waarin de lokale overheid met erg veel ingrijpende ontwikkelingen geconfronteerd wordt. De grootste veranderingen zijn: de drie decentralisaties met de daarbij inbegrepen bezuinigingsopdracht, maar ook de toenemende mate waarin de huidige maatschappij afhankelijk is van digitalisering. Het zoeken, vinden en organiseren van samenwerkingspartners is een andere ingrijpende ontwikkeling. Geconcludeerd kan worden dat zo ongeveer de enige constante factor wordt gevormd door veranderen. Om met deze veranderingen op een verantwoorde manier om te gaan, zijn verschillende middelen beschikbaar en inzetbaar. Zo vormen zaken als dorpsgericht werken, een passend voorzieningenbeleid, versterking van de lokale economie, samenwerking binnen MER (en groter verband) dragers om de veranderingen aan te kunnen als de betrekkelijk kleine gemeente die Roerdalen is. In het licht van deze ingrijpende en verstrekkende veranderingen waarbij de fundamenten goed moeten worden gelegd om de genoemde dragers stevig in positie te brengen is het goed dat juist in 2014 gemeenteraadsverkiezingen plaats vinden. Daarmee kan ook de democratische legitimiteit van de bestuurlijke verstrekkende en langdurige keuzes worden bekrachtigd en het draagvlak gevormd worden. Samenvattend wordt de Begrotingsperiode 2014 – 2017 gekenmerkt door de volgende thema’s: Ontwikkelingen: Bezuinigingen, decentralisaties, digitalisering. Dragers of middelen: Lokale economie, Voorzieningen, Dorpsgericht werken, Samenwerken, Gemeentebestuur en gemeentelijke Organisatie. Doelen: Beleid passend voor Roerdalen en met gewenste kwaliteit van dienstverlening.
Samenhang en perspectief De voorliggende begroting is een uitwerking van de Kadernota en de moties en amendementen. In de Kadernota zijn vijf criteria benoemd voor de gekozen keuzerichtingen. In de begroting zijn dit hoofdlijnen (HL) genoemd waarlangs beleid en uitwerking is gelegd. In elk van de programma’s in de begroting is aangegeven aan welke hoofdlijn een bijdrage wordt geleverd om beoogde doelstellingen te bereiken. De hoofdlijnen zijn: 1. Investeren in de sociale en ruimtelijke samenhang van de dorpskernen 2. De burger zal méér zelf moeten doen 3. Voor de mensen die niet zelfredzaam zijn, wordt een vangnet georganiseerd 4. Anticiperen op schaalvoordelen in regionale samenwerking waar dat tot meer professionaliteit of efficiencyvoordeel leidt 5. Bevorderen van economisch kansrijke ontwikkelingen. De ontwikkelingen en veranderingen waar de gemeente mee geconfronteerd wordt zijn omvangrijk en complex en hebben een stevige invloed in de lokale, maatschappelijke omgeving. Daarom is het belangrijk om de bestuurlijke keuzes die gemaakt worden in deze complexe context te blijven zien, waarbij heel veel met elkaar samenhangt. Bezien vanuit dat perspectief van samenhang biedt de huidige situatie ook kansen; een citaat uit programma 5 van deze begroting illustreert dit: “Er is een maatschappelijke beleidsagenda opgesteld waarin de samenhang van het sociaal beleid is verwoord en verbeeld. De verschillende transities binnen het sociaal domein worden dorpsgericht in samenhang bezien: iedereen moet naar vermogen kunnen deelnemen aan de samenleving. Belemmeringen op het gebied van werk, inkomen, ‘schuld’, Programmabegroting 2014-2017
3
gezondheid of mobiliteit moeten worden geslecht. Er wordt uitgegaan van een integrale dorpsgerichte benadering van preventie, steun en hulp, gericht op meerdere leefdomeinen volgens de één huishouden, één regisseur, één plangedachte.” Om de doelstellingen, zoals verwoord in de begroting te kunnen realiseren is geld en tijd nodig. Belangrijk is dat binnen een begroting het kader wordt geschapen waarbinnen de uitwerking past. Kortom, de begroting gaat over het wat. De verdere uitwerking gaat in op het hoe. Dat betekent dat de termijn waarbinnen het doel bereikt wordt kan schuiven. En de wijze van financieren kent ook verschillende uitwerkingsvormen. Zo wordt gedacht aan het vormen van een stimuleringsfonds dat door opbrengsten van vastgoedverkopen of hogere bijdrages van gebruikers aan accommodaties wordt gevoed. Dergelijke uitwerking volgt nadat de hoofdlijnen zijn bepaald via de begroting en de uitwerking in beleid op de verschillende gebieden wordt vastgesteld.
Actualiteit Een begroting is gebaseerd op een momentopname van alle op dat moment beschikbare gegevens. Dat betekent dat gebeurtenissen van ná dat ene moment niet allemaal meegenomen kunnen worden. In de veelheid van ontwikkelingen en de daarmee gepaard gaande onzekerheden is dan ook bij opstelling van deze begroting rekening gehouden. Dat betekent dat het denken in scenario’s nodig is. Het zoeken naar alternatieven om beoogde doelen alsnog te bereiken is nuttig. Als ten tijde van vaststelling van de begroting meer bekend is over de financiële opgave (lees: bezuinigingsopdracht), dan zullen alternatieven voor het verlagen van kosten of het verhogen van opbrengsten bespreekbaar moeten worden gemaakt.
Financiële positie In dit gedeelte van de programmabegroting 2014 – 2017 schetsen we op beknopte wijze het financiële beeld voor de periode 2014 – 2017. De begroting van de gemeente Roerdalen sluit met een positief saldo van € 807.000 in 2014. Dit saldo loopt in het meerjarenperspectief af naar € 209.000 positief. In dit saldo is nog geen rekening gehouden met de verdere bezuinigingen van het rijk van € 6 miljard. Op dit moment is nog niet duidelijk wat het effect hiervan voor onze gemeente is. In de septembercirculaire 2013 wordt het effect van deze verdere rijksbezuiniging meegenomen. Dan zullen de effecten voor onze gemeente ook duidelijk zijn. De effecten van de decentralisaties (AWBZ, Jeugdzorg en de participatiewet) zijn in de begrotingssaldi niet meegenomen. Bij overheveling van taken en budgetten van de decentralisaties wordt door het rijk een korting toegepast van 25% op de huidige Rijksbudgetten. Deze korting loopt – voor zo ver nu bekend – voor Roerdalen op tot een bedrag van ruim 5,6 miljoen euro. Dit bedrag zal binnen de invoering van de nieuwe taken en de daaraan gekoppelde budgetten gevonden moeten worden. Zeker in de eerste jaren zal dit erg moeilijk zijn. Bij de behandeling van de kadernota is dan ook door de raad een amendement aangenomen om financiële ruimte te creëren om de risico's van de decentralisaties van rijk naar gemeente op te kunnen vangen. De hoogte van deze financiële ruimte zal nader onderzocht moeten worden. Voorgesteld wordt om het positieve saldo van de begroting 2014 in ieder geval te reserveren voor incidentele tegenvallers en pilots vanuit de decentralisaties. Ondanks bovenstaande risico’s is de financiële positie van de gemeente Roerdalen is nog steeds gezond. Op basis van de berekening van het risico-profiel zoals aangegeven in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing hebben wij voldoende reserves om risico’s op te vangen.
Programmabegroting 2014-2017
4
Uitgangspunten Voor het opstellen van de begroting 2014 en de meerjarenbegroting 2015-2017 zijn bij de kadernota uitgangspunten vastgesteld, waarvan de belangrijkste zijn: 0% kostenstijging als algemeen inflatiepercentage; 0% stijging belastingtarieven; 0-lijn voor de loonkostenontwikkeling conform het rijksbeleid; 4% rente over de eigen financieringsmiddelen, financieringstekort en kapitaallasten. De budgetten zijn conform het uitgangspunt over het algemeen niet geïndexeerd. Per budget is overwogen of een verhoging voor prijsstijging (indexering) noodzakelijk is op basis van overeenkomsten die reeds afgesloten zijn. Waar nodig zijn de budgetten hiervoor opgehoogd. Voor een tweetal punten zijn de uitgangspunten van de Kadernota gewijzigd: 1. Voor wat betreft het algemeen stijgingspercentage voor belastingen is het uitgangspunt aangepast. De OZB opbrengsten zijn voor 2014 verhoogd met 2,45% ten opzichte van 2013. In het meerjarig perspectief van de begroting 2013 was al rekening gehouden met een stijging van 3%. Deze stijging is teruggebracht naar de macro-norm (2,45%) zoals door het Rijk is aangegeven in de meicirculaire. Ten opzichte van 2013 betekent dit een stijging van de OZB van afgerond € 67.000. De overige belastingen zijn gelijk gebleven. 2. Als gevolg van de discussie bij de behandeling van de kadernota 2014 in de raad en de toezegging van de wethouder is het uitgangspunt ten aanzien van de gehanteerde 4% opnieuw bekeken. Op basis van onze rentevisie en de berichtgeving van de Europese Centrale Bank is het rentepercentage over de eigen financieringsmiddelen en de rekenrente over het financieringstekort verlaagd naar 2,50%. De rekenrente voor kapitaallasten is gehandhaafd op 4%.
Het begrotingssaldo 2014 en meerjarenperspectief 2015 - 2017 Bij de kadernota werd voor de begroting op basis van het bestaande beleid nog uitgegaan van een beperkt positief saldo in 2014 (€ 8.000), welke in het meerjarenperspectief omsloeg naar een negatief saldo van € 138.000. Daarnaast was een berekening gemaakt voor het financieel effect van het rijksbeleid op de gemeentefinanciën. Het geprognotiseerde structureel saldo voor 2014 was hiermee € 180.000 positief en liep dit naar 2017 af naar € 1,3 mln negatief. De belangrijkste redenen voor deze afloop waren: 1. De verwachte daling van de algemene uitkering op basis van de effecten van het regeerakkoord (voor 2017 een daling van € 1.066.000). 2. De nadelige effecten van het invoeren van het schatkist bankieren (voor 2017 een daling van € 100.000). In de meicirculaire 2013 zijn de effecten van het regeerakkoord door het rijk verwerkt. De uiteindelijke daling is lager dan in de kadernota was verwacht. De belangrijkste reden hiervoor is de bijstelling van de prijsinflatie (in septembercirculaire 2012 2% voor 2017 en in meicirculaire 2013 0,9% voor 2017). Deze bijstelling van de prijsinflatie heeft niet geleid tot een uitname uit het gemeentefonds, waardoor een groot positief effect is ontstaan (in 2017 + € 737.000). Over de effecten van de mei-circulaire 2013 is de raad op basis van raadsinformatiebrief geïnformeerd. Naast de bijstellingen van de algemene uitkeringen zijn er bij de verdere doorrekening van de begroting nog een aantal andere bijstellingen geweest die zowel een positief als negatief effect op het begrotingssaldi voor de jaren 2014 – 2017 hebben gehad. Programmabegroting 2014-2017
5
In onderstaand overzicht wordt op basis van deze bijstellingen het financiële verloop vanaf de vaststelling van de kadernota 2014 geschetst. bedragen x € 1.000
Verloop van het begrotingssaldo
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Saldo na kadernota en voorjaarsnota
8
- 65
- 138
- 138
25 35 5 5 70
30 35 5 5 75
30 35 5 5 75
30 35 5 5 75
Resultaat terugdraaien bezuinigingen - opvoeren budgetten Verkeerseducatie n.a.v raadsbehandeling GVVP
- 12
- 12
- 12
- 12
Effect resultaat terugdraaien bezuiniging
- 12
- 12
- 12
- 12
Autonome ontwikkelingen nadelig - Bijstellingen budgetten Soza - Aanpassing premies sociale lasten - Aframen inkomsten natuurbeheer - Aanpassingen budget vastgoed ivm specifiek onderhoud, verzekeringen en procedurekosten
- 239 - 150 - 41 - 30
- 239 - 149 - 41 - 30
- 239 - 149 - 41 - 30
- 239 - 146 - 41 - 45
- Bijstelling huurderving avg contract met Bibliorura - Invoeren peuterarrangementen - Bijstelling OZB naar nieuwe macronorm (2,45% ipv 3%) Effect resultaat autonome ontwikkeling nadelig
- 28 - 17 - 15 - 520
- 28 6 - 15 - 496
- 43 6 - 15 - 511
- 43 6 - 15 - 523
Autonome ontwikkelingen voordelig - Aanpassing kleine investeringen buitendienst - Bijstelling begroting Veiligheidregio 2014-2017 - Effect toerekening uren naar investering - Bijstelling dividend-opbrengsten obv werkelijk dividend 2012 - Bijstelling algemene uitkering obv mei-circulaire 2013 Effect resultaat autonome ontwikkeling voordelig
20 27 49 156 481 733
- 15 14 49 156 180 384
-3 18 49 156 33 253
- 14 49 156 - 153 38
Effect gesloten exploitaties - Afval - Riolering - Bouwgrondexploitatie Effect resultaat gesloten exploitaties
65 146 16 227
68 154 16 238
71 162 16 249
76 157 16 249
Financiering
289
346
380
507
12 12
- 223 12 - 211
13 13
13 13
799
324
447
347
-
-
-
-
807
259
309
209
Resultaat bezuinigingen - Afschaffen monumentensubsidie - Lagere storting reserve toerisme - Bezuiniging bijdrage natuurbeheer derden - Bezuiniging Ijzeren Rijn Effect resultaat bezuinigingen
Effect reserves en voorzieningen - Geen onttrekking tekort 2015 - Overige bijstellingen Effect reserves en voorzieningen Aanpassingen Effect Decentralisaties* Saldo begroting 2014 - 2017
Programmabegroting 2014-2017
6
* Uitgangspunt is dat bezuinigingsopgave van 25% van het budget binnen de taken van decentralisaties kunnen worden opgevangen. Dat betekent dat er voorlopig van wordt uitgegaan dat het geen effect op het saldo heeft.
Leeswijzer Dit boekwerk is ingedeeld in: Inleiding (Samenvatting belangrijkste punten, uitgangspunten, financiële positie) Programmaplan; Paragrafen en; Financiële overzichten Per programma zijn de volgende onderwerpen opgenomen: 1. Inleiding (beleidskader) 2. Ontwikkelingen 3. Ambitie en doelstellingen (wat willen we bereiken?) In de tabel die hierbij is opgenomen staat een verwijzing naar de keuzerichtingen (KR) en criteria. Deze keuzerichtingen en criteria verwijzen naar de 5 hoofdlijnen (criteria) zoals die zijn opgenomen in de “Kadernota 2014”. 4. Resultaten 5. Middelen In de paragrafen worden onderwerpen beschreven die niet aan één bepaald programma vasthangen, maar wel van belang zijn voor het realiseren van de resultaten in de programma’s. Iedere paragraaf heeft een eigen karakter. Er is dan ook geen vaste opbouw. De financiële overzichten geven inzicht in: het totaal van de baten en lasten het verloop van de reserves en voorzieningen het investeringsschema voor de komende periode
Programmabegroting 2014-2017
7
Programmabegroting 2014-2017
8
PROGRAMMAPLAN
Programmabegroting 2014-2017
9
Programmabegroting 2014-2017
10
Programma 1 Gebiedsontwikkeling 1. Inleiding Gebiedsontwikkeling is de rode draad in het ruimtelijk beleid en heeft betrekking op het totale grondgebied. Hierin staat de ontwikkeling van (nieuwe) economische dragers centraal. De meeste aandacht gaat hierbij uit naar de ontwikkeling van recreatie en toerisme en de veranderende positie van de landbouw. Dit gebeurt niet alleen lokaal, maar veelal via regionale en internationale samenwerking met publieke en private partijen. In dit programma ligt de focus op het buitengebied. Het programma wonen gaat in op de specifieke ontwikkeling in onze dorpen. Kernbegrippen zijn: landbouw, platteland, natuur, bos, water, recreatie en toerisme. Dit programma is gelinkt aan de kadernota vanwege de keuzerichtingen schaalvoordelen via regionale samenwerking (4) en bevorderen van economisch kansrijke ontwikkelingen (5). Beleidskader Het bestaande beleid voor dit programma is vastgelegd in de volgende beleidsnota’s: Grondnotitie (2008) Toeristische visie Roerdalen – Wassenberg (2010) Groenstructuurplan (2009) Structuurvisie Roerdalen (2030) Kaderrichtlijn water Natura 2000 Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) aanvulling Verstedelijking gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering (2009) Provinciaal Natuurbeheerplan (2012)
2. Ontwikkelingen Hieronder worden de externe ontwikkelingen beschreven die worden voorzien voor 2014. Demografische ontwikkelingen Door de demografische ontwikkelingen, in combinatie met de economische crisis, zijn de omstandigheden voor gebiedsontwikkeling sterk veranderd. Voor een duurzame gebiedsontwikkeling zijn de demografische trends steeds belangrijker. Er moet ingespeeld worden op minder jongeren en meer ouderen, leegstand, minder en andere (maatschappelijke) voorzieningen en meer sturen op de kwaliteit van de woningen in plaats van de kwantiteit. Dit vraag ook om een andere rol en betrokkenheid van gemeenten, projectontwikkelaars, woningstichtingen en bewoners. Economische ontwikkelingen Volgens gegevens van het CBS denkt bijna één op de drie Nederlandse bedrijven in 2013 minder te investeren dan vorig jaar. Vooral woningbouwcorporaties en makelaars voorzien een krimp van hun investeringen. De ondernemers zijn daarmee beduidend negatiever over hun investeringen dan dat ze de afgelopen drie jaren waren, stelt het CBS. Slechts een tiende van de ondernemers verwacht zijn investeringen op te schroeven. Hoewel de situatie op de kapitaalmarkt tamelijk positief is, blijft het consumentenvertrouwen laag en blijft het conjunctuurbeeld onverminderd slecht. Dit heeft ook invloed op de gebiedsontwikkeling in onze gemeente. Daarom wordt op een ander en dus niettraditionele manier ingezet op het kiezen voor kansrijke economische sectoren en het werven of faciliteren van economische bedrijvigheid, bijvoorbeeld via Keyport en Ontwikkelingsmaatschappij Limburg. Dit sluit bovendien aan op het ontwikkelen van (regionaal) arbeidsmarktbeleid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (contact met werkgevers). Ook is het kiezen voor (eu)regionale samenwerking belangrijk en dat leidt tot schaalvoordeel.
Programmabegroting 2014-2017
11
Samenwerkingsverband GOML Naar aanleiding van het evaluatierapport ‘Midden-Limburg in ontwikkeling 2008- 2012’ heeft de Stuurgroep GOML de afgelopen maanden intensief gesproken over de voortzetting van de regionale samenwerking in Midden-Limburg. De Stuurgroep heeft geconstateerd dat er breed draagvlak is om de regionale samenwerking voort te zetten. Wel moet lering worden getrokken uit de zaken die de afgelopen jaren in de regionale samenwerking minder goed zijn verlopen, daarom wordt er een evaluatie uitgevoerd en voor een nieuwe structuur gekozen. De volgende thema’s blijven op de agenda staan: a. sociaal domein (thema’s: demografische ontwikkelingen, wonen, leefbaarheid, onderwijs en zorg); b. fysiek domein (thema’s: bereikbaarheid en gebiedsontwikkelingen zoals Maasplassen) c. economisch domein (thema’s van de Economische Uitvoeringsagenda en / of Keyport 2020). De aansturing van deze domeinen zal plaatsvinden door Stuurgroepen waarin naast overheden ook ondernemers en maatschappelijke partners worden betrokken. Het algemeen bestuur van Keyport 2020 zal binnen het economisch domein de rol van Stuurgroep vervullen. Daarnaast wordt een zogenaamde regiegroep gevormd die de voortgang en samenhang van de samenwerking gaat bewaken. In de nieuwe werkwijze wordt de positie van de gemeenteraden versterkt zodat zij hun kaderstellende en controlerende rol optimaal kunnen vervullen. De stuurgroepen en het algemeen bestuur van Keyport 2020 geven uitvoering aan de samenwerking binnen de door de regiegroep Samenwerking Midden-Limburg vastgestelde regionale agenda en uitvoeringskaders. De stuurgroepen en het algemeen bestuur van Keyport 2020 functioneren autonoom en zelfstandig waardoor zij meer daadkracht en slagkracht hebben om adequaat te kunnen inspelen op ontwikkelingen in de regio. Zij verantwoorden zich achteraf richting regiegroep samenwerking Midden-Limburg, de gemeenten en de provincie. Om de wijziging in de samenwerking te markeren zal de samenwerking worden voortgezet onder een nieuwe naam: “Samenwerking Midden-Limburg”. De uitgangspunten worden aangeleverd voor de raadsvergadering van 14 november 2013. Hierna worden de uitgangspunten verder uitgewerkt met het streven de nieuwe regionale samenwerking per 1 januari 2014 van start te laten gaan. Euregio De Euregio Rijn Maas Noord heeft vanuit haar subsidieprogramma 2007-2013 aan veel recreatieve en natuurprojecten bijgedragen. De Euregio gaat nieuwe doelstellingen formuleren voor het subsidieprogramma vanaf 2014. Afhankelijk van de gekozen Euregio doelstelling en programma’s zijn er mogelijk meer of minder subsidiemogelijkheden voor Euregionale projecten voor Roerdalen. Herijking EHS (Ecologische Hoofdstructuur)en herziening POL(Provinciaal Omgevingsplan Limburg) De regering heeft ervoor gekozen om de rijksopgave voor het realiseren van de EHS te herijken. Dit heeft tot gevolg dat delen die nu aangeduid zijn als Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG) en Robuuste Verbindingszone, niet vanzelfsprekend meer de status EHS krijgen. De herijking EHS is nog in voorbereiding en wordt meegenomen in de herziening van het POL; deze POL herziening is in 2012 opgestart en wordt naar verwachting in mei 2014 vastgesteld. Het (Rijks)beleid ten aanzien van de ecologische hoofdstructuur (EHS) zal worden gedelegeerd aan de provincies. Zolang er echter geen sluitend antwoord op de vraag wat de definitieve nieuwe doelstellingen van (rijk en) provincie zijn en welke definitieve budgetten hieraan gekoppeld worden moet er rekening worden gehouden met vertraging van de realisatie EHS/RVZ (robuuste verbindingszone) tot mei 2014 (vaststelling POL). POL De provincie is bezig met een integrale herziening van het POL, hiervoor zullen via de bestuurlijke en ambtelijke kanalen de belangen van de gemeente Roerdalen zo goed mogelijk geborgd worden. De planning is dat het POL in mei 2014 wordt vastgesteld door Provinciale Staten. Programmabegroting 2014-2017
12
3. Ambitie en doelstellingen Ambitie (De beoogde maatschappelijke effecten zijn): De ambitie / nieuwe keuzerichting staat weergegeven in de kadernota. De criteria bevorderen van kansrijke economische ontwikkelingen (5) en investeren in de sociale en ruimtelijke samenhang (1) kunnen op dit programma worden toegepast. Hetzelfde geldt voor het criterium samenwerking (4). Er zal op een andere gewijzigde en dus niet-traditionele manier worden ingezet op het kiezen voor kansrijke economische sectoren en het werven of faciliteren van economische bedrijvigheid, bijvoorbeeld via Keyport en Ontwikkelingsmaatschappij Limburg. Dit sluit bovendien aan op het ontwikkelen van (regionaal) arbeidsmarktbeleid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (contact met werkgevers). Kiezen voor (eu)regionale samenwerking is belangrijk om in aanmerking te komen voor subsidies, bevorderen van regionale promotie en leidt tot schaalvoordeel (o.a. bij aanbestedingen). Doelstellingen (via welke meetbare doelen bereiken we de ambitie): Doelstelling Voortgang HL Toelichting Toename van Op basis van 4 & Deze doelstelling is gerelateerd aan het verblijfsrecreatie definitieve cijfers 2012 5 bevorderen van economische (aantal is er een stijging van ontwikkeling. Dit wordt veelal gerealiseerd overnachtingen) in 9% t.o.v. 2009. door samen te werken met de gemeentes 2015 met 20% t.o.v. uit de regio, o.a. de Duitse 2009 (voor Roerdalengrensgemeentes. Wassenberg) In samenwerking met Er zijn projecten in de 5 Mede door deze doelstelling wordt het externe partijen is in verkenningsfase recreatief aanbod in de regio 2014 voor minimaal 1 (Effelderwaldsee en aantrekkelijker, waardoor wellicht meer nieuwe toeristische Hooibaan,) en er zijn 2 bezoekers komen. Dit draagt bij aan het attractie met regionale project in de bevorderen van andere economische uitstraling de uitvoeringsfase ontwikkelingen. planvoorbereiding (kasteel Montfort en afgerond kasteel Aerwinckel). In 2014 is 35 ha nieuwe Er is inmiddels 17 ha 5 natuur (EHS) ingevuld EHS gerealiseerd. Er is met de pachtvrije nog 1 ruiling in gronden van de voorbereiding (ca 1 gemeente in ha). combinatie met structuurversterking (o.a. kavelruil) van de landbouw
Programmabegroting 2014-2017
13
Welke externe factoren kunnen invloed hebben op de te bereiken doelstellingen Externe factoren Kansen en bedreigingen Maatregelen Demografische ontwikkelingen Leegstand van vrijkomende Stimuleren functieverandering agrarische bebouwing passend binnen het gebied. Sloopregeling via GOML. Landelijk en Europees Inkrimping landbouwareaal Structuurverbetering natuurbeleid Toename natuur toekomstgerichte agrarische Herijking EHS / aankoopstop bij bedrijven terrein beherende instanties Bedrijfsverplaatsing Natuurontwikkeling en beheer door agrariërs. Ondernemerskwaliteit Onvoldoende kansen benutten Zoveel mogelijk prikkelen en faciliteren (vereenvoudiging regelgeving, basisinfrastructuur, kennisuitwisseling, stimuleren samenwerken en ondernemersloket OML, etc.) Economische ontwikkeling Bezuinigingen, minder Vereenvoudiging regelgeving, subsidiegelden, minder faciliteren goede projecten, inkomstenbelasting, zoeken naar andere teruglopende investeringen, financieringsmogelijkheden of meer binnenlandse vakanties samenwerkingen. Schaalvergroting Weersomstandigheden Weeromstandigheden hebben In de regio het ontwikkelen van invloed op het aantal all-weather accommodatie reserveringen en bezoekers. stimuleren.
4. Resultaten Uitwerking kadernota De onlangs vastgestelde structuurvisie bepaalt de bestaande koers voor de diverse deeluitwerkingen in projecten en bestemmingsplannen. Met de resultaten wordt beoogd om economische kansrijke ontwikkelingen te bevorderen, alsmede de ruimtelijke samenhang. Wat gaan we nog doen? Uitvoeren structuurvisie In het kader gebieds- en plattelandsontwikkeling worden diverse projecten opgestart of deze projecten zijn al in gang gezet, bijvoorbeeld gebiedsvisie Duurzaam LOG (uitvoering), Heerlickheit Montfort en het ruiterroute netwerk. Daarnaast worden er diverse projecten uitgevoerd vanuit de toeristische samenwerking Roerdalen – Wassenberg en zal gezamenlijk de regio gepromoot worden. Er wordt proactief ingespeeld op mogelijk kansrijke ontwikkelingen vanuit de private sector die bijdragen aan de gemeentelijke doelstellingen. Stand van zaken ten aanzien van bezuinigingen In dit programma is via de kadernota een duidelijke richting aangegeven. Vandaar dat er enkele nieuwe bezuinigingen worden doorgevoerd op het gebied van natuur. Deze budgetten en projecten dragen niet bij aan de keuzerichtingen die weergegeven zijn in de kadernota.
Programmabegroting 2014-2017
14
Wat gaat de gemeente doen om de doelstellingen te bereiken? Beoogd resultaat Bestaand beleid (korte beschrijving) Uitvoeren projecten in het kader van Toerisme en recreatievisie Midden Limburg de motie Leisure en de Recreatievisie Roerdalen-Wassenberg samenwerking WassenbergRoerdalen Er zijn nieuwe ruiterroutes Recreatievisie Roerdalen – Wassenberg, gerealiseerd. Uitvoeren projecten grondbeleid Grondbeleid Roerdalen (eind 2013 gereed) Ontwikkeld uitvoeringsplan voor Bestaande bestemmingsplannen enkele toeristische attracties zoals: Recreatievisie Roerdalen – Wassenberg Effelderwaldsee, Hooibaan, Leisure Structuurvisie projecten Uitvoeren van het project Kasteel Structuurvisie Montfort, bestemmingsplan Recreatievisie Roerdalen - Wassenberg wijzigingen. Effecten van de herijking EHS op de Nieuw POL, Structuurvisie gemeente Roerdalen worden in beeld gebracht De structuurvisie bevat een Structuurvisie uitvoeringstabel met plannen en projecten. De uitvoeringstabel is dynamisch van aard. Dat betekent dat de uitvoeringstabel niet is afgebakend, maar flexibiliteit bevat om in te kunnen spelen op plannen en projecten waarvoor mogelijkheden bestaan. De mogelijkheden worden in belangrijke mate bepaald door de demografische en economische ontwikkelingen. Partiële herziening van de Bestemmingsplan Buitengebied bestemmingsplannen Buitengebied en Kernen, vanwege eventuele beroepen bij de Raad van State en vanwege het meenemen van ruimtelijk gemotiveerde plannen van burgers en bedrijven.
Programmabegroting 2014-2017
15
Met welke partners hebben wij afspraken gemaakt of gaan we afspraken maken om de doelstellingen te bereiken en welke relatie hebben we met deze partners? Partners Afspraken en rol Routebureau, gebiedsbureau Ons WCL en Afrekenbare doelen op ieders gebied, promotie en VVV ontwikkelen van toeristisch recreatieve activiteiten en arrangementen Gastvrij Roerdalen, LLTB, Samenwerking/Klankbord Ondernemersverenigingen, Heemkundevereniging Rijk, provincie en waterschappen, Europa, Uitvoering/medewerking verlenen aan hogere GOML regelingen; afspraken/ overeenkomsten uitwerking plannen; subsidies projecten Internationale contacten buurgemeenten Voor de toeristische samenwerking Roerdalen – Wassenberg wordt geen uitvoeringsprogramma opgesteld door de twee gemeenten. De gemeentes ondersteunen en faciliteren, de ondernemers bij het uitvoeren van projecten in dit kader, bijvoorbeeld door het begeleiden van de themagroepen en bestuurlijke groepen. Er wordt in 2013 een evaluatie uitgevoerd over het functioneren van de themagroepen. Grenspark MSN, Euregio´s, Samenwerking uitvoering projecten werkgemeenschap Kreis Heinsberg Staatsbosbeheer, Limburgs Landschap, IVN, IKL financiële afbouwregeling+ IKL, bosgroep Zuid Nederland Afstemming bos- en natuurbeheer, samenwerking uitvoering (internationale) projecten; promotie bezoekerscentrum, natuureducatie en natuuractiviteiten Overlegorgaan NP De Meinweg Afstemming bos- en natuurbeheer, samenwerking uitvoering (internationale) projecten; promotie bezoekerscentrum, natuureducatie en natuuractiviteiten Verenigingen op het gebied van natuur en Klankbord en kennisuitwisseling landschap
Programmabegroting 2014-2017
16
5. Financiële middelen Overzicht baten en lasten van programma 1 bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Exploitatie Lasten Landbouw en plattelandsontwikkeling Natuur, Bos en Water Recreatie en Toerisme Totaal Lasten
- 282 - 282 - 463 - 1.027
- 1.027 - 310 - 437 - 1.774
- 599 - 87 - 311 - 997
- 359 - 87 - 302 - 748
- 359 - 87 - 294 - 740
- 359 - 87 - 294 - 740
Baten Landbouw en plattelandsontwikkeling Natuur, Bos en Water Recreatie en Toerisme Totaal Baten
500 167 175 842
943 205 75 1.223
530 26 59 614
590 26 616
330 26 356
330 26 356
- 185
- 551
- 382
- 132
- 384
- 384
Mutatie reserves Toevoegingen
-
- 460
- 200
- 282
-
-
Onttrekkingen
130
763
240
-
-
-
Totaal Mutatie reserves
130
303
40
- 282
-
-
Resultaat na bestemming
- 55
- 248
- 342
- 414
- 384
- 384
1. Gebiedsontwikkeling
Totaal Exploitatie
Overzicht mutaties in reserves programma 1 bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Toevoegingen Algemene reserve Reserve strategische aankopen Totaal Toevoegingen
-
- 200 - 260 - 460
- 200 - 200
- 22 - 260 - 282
-
-
Onttrekkingen Algemene reserve Reserve strategische aankopen Reserve toerisme Totaal Onttrekkingen
47 83 130
137 500 126 763
240 240
-
-
-
Totaal mutatie reserves
130
303
40
- 282
-
-
1. Gebiedsontwikkeling
Programmabegroting 2014-2017
17
Programma 2 Wonen 1. Inleiding Demografische ontwikkelingen wijzen op een ontgroening en vergrijzing van de bevolking en een verdunning van de huishoudens. Ook de gemeente Roerdalen heeft hier mee te maken. Dat betekent een daling van het aantal inwoners. Daarnaast zal een steeds groter percentage van die inwoners ouder dan 55 jaar zijn. Deze demografische ontwikkelingen hebben een grote invloed op de ruimtelijke inrichting en de leefbaarheid van onze dorpen en het platteland. Er moeten andere en ingrijpende ruimtelijke keuzes gemaakt worden om de dorpen en het platteland aantrekkelijk en leefbaar te houden. De huidige economische ontwikkeling versterkt de noodzaak om ruimtelijke keuzes te maken. Dit programma heeft een duidelijke relatie met het programma Gebiedsontwikkeling, waarin de structuurvisie is opgenomen die wordt opgesteld voor de ruimtelijke ontwikkeling in de gemeente. De kernbegrippen zijn Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Bouwen en Wonen. Dit programma is gelinkt aan de kadernota vanwege de keuzerichtingen schaalvoordelen via regionale samenwerking (4) en investeren in de sociale en ruimtelijke samenhang van de dorpskernen (1). Beleidskader Het bestaande beleid voor dit programma is vastgelegd in de volgende documenten: Bestemmingsplannen Structuurvisie Roerdalen 2030 (verwacht eind 2012) Regionale Woonvisie Midden-Limburg Oost (MLO) (2010) Provinciale Woonvisie (2010) Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) aanvulling Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering (2009) Woningmarktonderzoek (2009) Verordening Starterslening gemeente Roerdalen (2012)
2. Ontwikkelingen De woningbehoefte verandert. De laatste prognoses wijzen er op dat de top van het aantal huishoudens in onze gemeente rond 2022 (Etil prognose 2012) wordt bereikt. De meest recente prognoses worden gebruikt bij de in ontwikkeling zijnde Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving Midden-Limburg. Deze wordt met GOML procesgelden en in GOML-verband opgesteld. De druk om in deze regionale structuurvisie met concrete afspraken over onder meer de woningbouwproductie en de planvoorraad te komen is opgehoogd, nu de provincie voor ZuidLimburg een provinciale Verordening Wonen Zuid-Limburg heeft vastgesteld. Woonvisie MLO 2010-2014 De regiogemeenten in Midden-Limburg Oost hebben afspraken gemaakt over onder meer de kwaliteit (soort woning) en de kwantiteit (aantal woningen). Ook zijn er afspraken gemaakt over het terugbrengen van de woningvoorraad. In het najaar van 2013 is de actualisatie van de vigerende woonvisie bestuurlijk teruggekoppeld. In 2014 wordt deze woonvisie vervangen door de Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving Midden-Limburg. (Besluit GOML Stuurgroep 13 juni 2012). Provinciale Woonvisie 2010-2015 De visie behandelt met nadruk de bovenlokale en -regionale sturing van de woningmarktontwikkeling en kwalitatieve aandachtspunten als herstructurering, leefbaarheid en duurzaamheid. De Woonvisie behandelt de woonbehoeften van verschillende doelgroepen en specifieke aandachtspunten voor de verschillende regio’s. Ook gaat de Woonvisie in op internationale aspecten van het wonen; het gaat hierbij om de verhuisstromen van en naar België en Programmabegroting 2014-2017
18
Duitsland. Op basis van de provinciale en regionale woonvisies en met gebruikmaking van de regionale woonvisies, actuele onderzoeken en monitoring worden bestuurlijke afspraken over de woningbouwprogramma’s gemaakt. De provincie gaat sterker sturen op een regionale aanpak en zal deze mogelijk via een verordening gaan afdwingen als de gemeenten niet zelf meer gaan samenwerken. Interbestuurlijke Voortgangsrapportage Bevolkingsdaling ‘Krimpen met kwaliteit’ Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is voornemens in de voortgangsrapportage nieuwe accenten te leggen bij de aanpak van de krimp. Naast de inzet in de topkrimpregio’s zal er meer aandacht uitgaan naar de regio’s, waaronder Midden-Limburg, die in navolging van deze gebieden met krimp te maken (kunnen) krijgen en soms al hebben, de zogenaamde anticipeerregio’s. Roerdalen ondersteunt deze ontwikkeling. Inmiddels is er als vervolg hierop een bestuurlijke dialoogtafel geweest met alle Midden-Limburgse stakeholders (op voortouw van de Provincie Limburg). In 2013 is onderzocht hoe hieraan op een zo goed mogelijke manier een vervolg kan worden gegeven. Op 25 juni 2013 heeft het college van de gemeente Roerdalen besloten in te stemmen met het voorstel van de voorzitter van de stuurgroep GOML voor het vervolg van de dialoogtafel en met het opstarten van de transitieatlas. Met behulp van de zogenoemde “transitieatlas” kunnen de gevolgen van de gemaakte keuzes worden vertaald in ruimtelijke en financiële consequenties. Daarnaast maakt het organiseren van zogenoemde masterclasses voor raadsleden nadrukkelijk onderdeel uit van dit proces. Wettelijke ontwikkelingen Door het rijk zijn ten aanzien van omgevingsvergunningen diverse kwaliteitseisen gesteld. Om deze te realiseren is samenwerking met andere gemeenten van belang. Voor een nadere invulling hiervan wordt verwezen naar programma 4. De wettelijke veranderingen op de hypotheekmarkt hebben ook in 2014 nog een belemmerende werking op de dynamiek van de huizenmarkt en leiden gemiddeld genomen tot een financiële correctie van de huizenprijzen. Daarnaast heeft de nieuwe wetgeving ook nog steeds een beperkende invloed op de (nieuw)bouwmogelijkheden van corporatie. De wettelijk verplichte overgang van CBS naar de BAG leidt tot een hertelling van de bestaande woningvoorraad die directe gevolgen heeft voor de gemeentelijke uitkering, de definitieve gevolgen hiervan worden pas in 2014 duidelijk.
3. Ambitie en doelstellingen Ambitie (De beoogde maatschappelijke effecten zijn): De ambitie/nieuwe keuzerichting staat weergegeven in de kadernota. De criteria investeren in de sociale en ruimtelijke samenhang van de dorpskeren (1) en regionale samenwerking (4) kunnen op dit programma worden toegepast. Er wordt onderzoek gedaan naar de doelgroepen en het lokaal invulling geven aan het volkshuisvestingsbeleid. Dit draagt bij aan de sociale en ruimtelijke samenhang, die anders negatief wordt beïnvloed door dreigende leegstand. De gemeente Roerdalen zal medewerking verlenen aan andere functies dan de woonfunctie in leegstaande panden, wat eveneens de genoemde samenhang ten goede komt. De samenhang tussen de maatschappelijke voorzieningen en een aantrekkelijk woonklimaat wordt nog belangrijker. Ook bij de transities speelt het onderwerp ‘wonen’ een belangrijke rol, onder andere door de maatregelen gericht op het zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Onderzocht wordt of meer inkomsten gegenereerd kunnen worden.
Programmabegroting 2014-2017
19
Doelstellingen (via welke meetbare doelen bereiken we het effect): Doelstelling Voortgang HL Toelichting Het begeleiden van Een plan van aanpak 1&4 De Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg krimp (in plaats van over het herijken van en woonomgeving Midden-Limburg die bestrijden) door lokaal nadrukkelijk inspeelt op de demografische middel van een op de volkshuisvestingsbeleid ontwikkelingen is in 2013 opgestart en demografische is eind 2013 gereed. In wordt in 2014 bestuurlijk vastgesteld. ontwikkelingen het plan van aanpak Door op regionaal vlak nauwer samen te afgestemd wordt rekening werken wordt meer ruimte gecreëerd die volkshuisvestingsbeleid gehouden met de ingezet wordt om te investeren in de landelijke en regionale sociale en ruimtelijke samenhang van de visies inzake krimp. dorpskernen. Welke externe factoren kunnen invloed hebben op de te bereiken doelstellingen Externe factoren Kansen en bedreigingen Maatregelen Economische ontwikkeling Bedreiging investeringsklimaat, Stimuleren/faciliteren minder subsidiegelden Demografische ontwikkelingen Veranderde samenstelling Ontwikkelen en uitvoeren bevolking: minder jongeren en beleid meer ouderen, leegstand, Inzet vrijwilligers minder en andere (maatschappelijke) voorzieningen, meer sturen op kwaliteit woningen i.p.v. kwantiteit. Krimpbijdrage Rijk (zie paragraaf demografische ontwikkeling). Op maat gesneden OVconcessie. Europese en landelijke wet- en Beperkingen en voorwaarden Afspraken maken met provincie regelgeving die barrière kunnen zijn voor en andere betrokken partijen investeringen en maatregelen om te komen tot maatwerk
4. Resultaten Uitwerking kadernota De provincie heeft in Zuid-Limburg een verordening opgesteld volgens het principe “één bouwen, één slopen”. De verwachting is dat de provincie ook in Midden-Limburg gaat ingrijpen in de woningvoorraad. De gemeente Roerdalen heeft hierop geanticipeerd in de structuurvisie Roerdalen 2030, door de “ladder” van Roerdalen. De economische crisis noodzaakt tot andere verdienmodellen. Woningen bouwen om van de opbrengst maatschappelijke maatregelen te financieren, is achterhaald. Door de demografische ontwikkeling zal ook het risico van leegstand toenemen. Om de krimp adequaat te kunnen begeleiden, is het nodig het lokaal volkshuisvestingsbeleid te herijken. Hiervoor wordt doelgroepenbeleid opgesteld, in 2012 was dit de invoering van de starterslening, in 2013 is de pilot wonen, welzijn zorg opgestart.
Programmabegroting 2014-2017
20
Wat gaan we nog doen? In de projectgroep GOML-Wonen is in 2013 het proces opgestart om te komen tot de gezamenlijke ‘Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving Midden-Limburg’. Hierin wordt op regionaal niveau onderzocht worden wat de gevolgen van de demografische ontwikkelingen zullen/kunnen zijn en hoe hierop ingespeeld kan worden. De planning is dat deze structuurvisie in 2014 vastgesteld kan worden en de dan aan actualisatie toe zijnde Regionale Woonvisies vervangt. In overleg met de provincie is een bijdrage geleverd aan het POL2014 om daarmee de uitgangspositie voor de woonregio zo goed mogelijk te maken. Het pilotproject wonen, welzijn zorg dat in 2013 wordt opgestart zal een begin zijn om te komen tot meer inzicht op de bestaande huur- en koopwoningvoorraad, en een eerste stap zijn in de vanwege de demografische ontwikkelingen hoognodige transitie op de bestaande woningvoorraad. Daarnaast zal het project bijdragen aan het bewustwordingsproces van onze inwoners over de veranderende rol van de overheid binnen een aan demografische veranderingen onderhevige samenleving. Afhankelijk van de resultaten die deze pilot ons oplevert, wordt besloten wel of niet over te gaan tot het opstellen van een op maat gesneden huisvestingsbeleid specifiek voor de doelgroep ouderen. Deze overweging vindt in 2014 na de evaluatie van de vergaarde informatie plaats. Wat gaat de gemeente doen om de doelstellingen te bereiken? Beoogd resultaat Bestaand beleid (korte beschrijving) Een regionaal volkshuisvestingsbeleid Structuurvisie Roerdalen 2030, Regionale Woonvisie dat wordt uitgewerkt in een lokaal Midden-Limburg Oost (2010), Provinciale Woonvisie, uitvoeringsprogramma, waarin de Provinciaal Omgevingsplan Limburg en aanvulling maatregelen zijn genoemd die het Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en begeleiden van krimp mogelijk kwaliteitsverbetering, Verordening Starterslening gemeente maken. Roerdalen (2012). De in ontwikkeling zijnde Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving Midden-Limburg, die als een van de speerpunten de demografische ontwikkeling heeft, zal ertoe bijdragen dat er op regionaal vlak nauwer samengewerkt wordt. Door deze samenwerking wordt meer ruimte gecreëerd die ingezet wordt om te investeren in de sociale en ruimtelijke samenhang van de dorpskernen. De afspraak is dat er eerst op regionaal niveau afspraken worden gemaakt en de gemeenten daarna op lokaal schaalniveau dit in een lokaal uitvoeringsprogramma verder uitwerken.
Programmabegroting 2014-2017
21
Met welke partners hebben wij afspraken gemaakt of gaan we afspraken maken om de doelstellingen te bereiken en welke relatie hebben we met deze partners? Partners Afspraken en rol Ondernemersverenigingen Samenwerking/Klankbord. Europese Unie, Rijk, provincie en Uitvoering/medewerking verlenen aan hogere waterschappen regelingen; afspraken/ overeenkomsten uitwerking plannen; subsidies projecten. Omliggende gemeenten Samenwerking/afstemming. Ontwikkelaars Samenwerking/Klankbord. Sport- en cultuurraad, Kopgroep Posterholt DOP Posterholt; Samenwerking/Klankbord. Wonen Limburg Prestatieafspraken; Samenwerking/Klankbord. Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Uitvoering Starterslening Roerdalen Nederlandse Gemeenten
5. Financiële middelen Overzicht baten en lasten van programma 2 bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Exploitatie Lasten Bouwen en Wonen Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting Totaal Lasten
- 457 - 946 - 242 - 1.645
- 441 - 1.276 - 267 - 1.983
- 1.017 - 285 - 1.302
- 971 - 85 - 1.056
- 871 - 85 - 955
- 836 - 85 - 921
Baten Bouwen en Wonen Ruimtelijke ordening Volkshuisvesting Totaal Baten
98 2.071 8 2.177
156 656 0 813
156 587 0 744
156 541 0 698
156 441 0 597
156 406 0 562
Totaal Exploitatie
532
- 1.171
- 558
- 358
- 358
- 358
Mutatie reserves Onttrekkingen
428
365
200
-
-
-
Totaal Mutatie reserves
428
365
200
-
-
-
Resultaat na bestemming
960
- 806
- 358
- 358
- 358
- 358
2. Wonen
Overzicht mutaties in reserves programma 2 bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Onttrekkingen Algemene reserve Totaal Onttrekkingen
428 428
365 365
200 200
-
-
-
Totaal mutatie reserves
428
365
200
-
-
-
2. Wonen
Programmabegroting 2014-2017
22
Programma 3 Milieu, duurzaamheid en klimaat 1. Inleiding Dit programma is gericht op de kwaliteit van de leefomgeving waarbij aandacht wordt besteed aan duurzaamheid, klimaat en milieu waarbij het groene en landschappelijke karakter van de gemeente centraal staat. Duurzaamheid is het waarborgen van de leefkwaliteit op de lange termijn. Roerdalen heeft de ambitie om samen met burgers, bedrijven en instellingen te zorgen voor een duurzame leefomgeving. Hiervoor is een beperkt budget beschikbaar. Dit programma is gelinkt aan de kadernota vanwege de keuzerichtingen de burger doet meer zelf (2) en regionale samenwerking (4). Beleidskader Het bestaande beleid voor dit programma is vastgelegd in de volgende documenten: Verbreed gemeentelijk rioleringsplan (2008) Afvalnota (2012) Klimaatvisie (2012)
2. Ontwikkelingen Vanwege de bezuinigingen die zijn doorgevoerd, wordt er geen beleid meer ontwikkeld op het gebied van milieu en duurzaamheid. Voorgaande geldt niet voor afval en riolering. De vergunningverlening en toetsing van plannen voor de aspecten bedrijvigheid, bodem, geluid, lucht, geur en externe veiligheid zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma van de MER. Afval Op afvalgebied is er een trend om steeds meer te gaan samenwerken met gemeentes uit de regio, bijvoorbeeld door gezamenlijke aanbesteding. Uitbreiden van de samenwerking met de Reinigingsdienst Maasland is ook één van de mogelijkheden. Samenwerking Limburgse Peelen Waterbeheer krijgt landelijk steeds meer aandacht. De eisen worden steeds hoger en de gemeente krijgt als waterbeheerder steeds meer wettelijke verplichtingen. Landelijk is in het bestuursakkoord water een aantal doelstellingen geformuleerd. Gemeenten en waterschappen krijgen te maken met forse bezuinigingsopgaven in de waterketen. Samenwerking is hierbij het sleutelwoord en noodzakelijk om te komen tot doelmatigheidswinst en kostenbesparingen. In de regio Midden Limburg is in 2011 een samenwerkingsverband gestart met een aantal Midden-Limburgse gemeenten en het waterschap. In september heeft de gemeenteraad besloten om gezamenlijk met Echt-Susteren, Roermond en Waterschap Roer en Overmaas bij dit samenwerkingsverband aan te sluiten. De samenwerking moet er toe leiden dat kennis gewaarborgd wordt, de kwaliteit verhoogd wordt en de maatschappelijke kosten worden verminderd.
3. Ambitie en doelstellingen Ambitie (De beoogde maatschappelijke effecten zijn): De criteria uit de kadernota, de burger doet meer zelf (2) en regionale samenwerking (4) zijn op dit programma van toepassing. Door de beperkte financiële middelen zal meer van burgers en bedrijven worden gevraagd. De gemeente werkt hierbij faciliterend. De ambitie om te komen tot een duurzame leefomgeving betekent dat de verbinding wordt gelegd met de programma’s Gebiedsontwikkeling en Wonen. Het thema duurzaamheid wordt zoveel mogelijk gekoppeld aan de
Programmabegroting 2014-2017
23
projecten uit deze programma’s. Er wordt gekozen om zoveel mogelijk in MER-verband te doen, een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van het Landbouw Ontwikkelings Gebied (LOG). Doelstellingen (via welke meetbare doelen bereiken we het effect): Doelstelling Voortgang HL Toelichting In de periode tot en Vanwege het veranderend klimaat hebben met 2015 neemt het we te maken met extremere aantal meldingen over weersomstandigheden. De verwachting riool- , water- en was dat dit voor een toename zou zorgen stankoverlast niet toe van het aantal klachten op het gebied van t.o.v. 2010 water en riolering. Het aantal is de laatste jaren redelijk stabiel gebleven met circa 100 p/jaar. Door te blijven investeren in duurzame maatregelen als afkoppelen wordt zoveel mogelijk ingespeeld op de omstandigheden en rekening gehouden met de invloed van het klimaat. De resultaten hiervan worden op de lange termijn pas goed zichtbaar. Welke externe factoren kunnen invloed hebben op de te bereiken doelstellingen? Externe factoren Kansen en bedreigingen Maatregelen Economische ontwikkeling Minder subsidiegelden voor De gemeente faciliteert; geen uitvoeren energiebesparende extra maatregelen maatregelen Landelijk en Europees Nieuwe of wijziging wettelijke Aanpassen gemeentelijk Milieubeleid voorschriften beleid/regelgeving Klimaatveranderingen Enerzijds bedreiging anderzijds CO2-reductie, energiebesparing, ook economische kansen stimuleren opwekken duurzame energie, uitvoering geven aan het verbreed GRP 2008-2012
4. Resultaten Uitwerking kadernota Door de beperkte financiële middelen zal meer van burgers en bedrijven worden gevraagd. De gemeente werkt hierbij faciliterend. Duurzaamheidsaspecten zullen een plaats krijgen in projecten die uitgevoerd worden binnen de programma’s Gebiedsontwikkeling en Wonen. Wat gaan we nog doen? Initiatieven van burgers en bedrijfsleven die de kwaliteit van de leefomgeving ten goede komen zullen gefaciliteerd worden. Samenwerking met gemeentes uit de regio wordt verder uitgewerkt, bijvoorbeeld door gezamenlijke aanbesteding op onderdelen van afvalinzameling en -verwerking. Milieuaspecten zullen zoveel mogelijk in MER-verband uitgevoerd worden. Dit zijn de aspecten bedrijvigheid, bodem, geluid, lucht, geur en externe veiligheid. Programmabegroting 2014-2017
24
Het huidig gemeentelijk rioleringsplan liep tot en met 2012. In een gezamenlijk project met EchtSusteren, Roermond en Waterschap Roer en Overmaas zijn de uitgangspunten van samenwerkingsverband Limburgse Peelen vertaald naar Roerdalen en opgenomen in een GRP-notitie 2013-2016. Het gemeentelijk rioleringsplan wordt hiermee verlengd tot 2016. De GRP-notitie is ter besluitvorming aan de Raad aangeboden en zal nog in 2013 behandeld worden. Stand van zaken ten aanzien van bezuinigingen De bezuinigingen met betrekking tot klimaat en natuur- en milieueducatie zijn gerealiseerd. Wat gaat de gemeente doen om de doelstellingen te bereiken? Beoogd resultaat Bestaand beleid (korte beschrijving) Projecten uit het verbreed Verbreed gemeentelijk rioleringsplan gemeentelijk rioleringsplan gerealiseerd Nieuw gemeentelijk rioleringsplan 2012/2013 (voor periode 2013 – 2017) Evaluatie en bijstellen Afvalnota Afvalnota 2012 Met welke partners hebben wij afspraken gemaakt of gaan we afspraken maken om de doelstellingen te bereiken en welke relatie hebben we met deze partners? Partners Afspraken en rol Plaatselijke verenigingen Met de verenigingen zijn afspraken gemaakt over: het systeem van het ophalen van het oud papier vanaf 1 januari 2011 en; de hoogte van de financiële vergoeding. Attero Herontwikkeling stort Montfort Rijk, provincie en waterschappen, Europese Uitvoering/medewerking verlenen aan hogere Unie regelingen; afspraken/ overeenkomsten uitwerking plannen; subsidies projecten; Reinigingsdienst Maasland Het gescheiden ophalen van het rest- en gft afval via 2 containers met als tariefdifferentie volume/frequentie per 1 januari 2012. Het voornemen is aanwezig om de inzameling van andere componenten huishoudelijk afval en het zuigen van kolken aan Reinigingsdienst Maasland op te dragen. Reinigingsdienst Maasland is een organisatie waarop de Wet gemeenschappelijke regeling van toepassing is. Uitbreiding van de taken wordt in de gemeenschappelijke regeling opgenomen. Internationale contacten, buurgemeenten, Samenwerking uitvoering projecten; Energiebesparing Veehouderij, Duurzaam LOG (Landbouwontwikkelingsgebied) LLTB, Ondernemersverenigingen, Samenwerking, klankbord Woningcorporaties Prestatieafspraken + deelname aan projecten Echt-Susteren en Maasgouw Per 1 september 2013 is de omgevingsdienst MER gestart.
Programmabegroting 2014-2017
25
5. Financiële middelen Overzicht baten en lasten van programma 3 bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Exploitatie Lasten Afval Klimaat Milieubeheer Riolering Totaal Lasten
- 1.705 - 28 - 163 - 1.919 - 3.815
- 1.699 - 88 - 174 - 2.025 - 3.986
- 1.549 - 30 - 2.029 - 3.608
- 1.544 -8 - 2.034 - 3.586
- 1.541 -8 - 2.039 - 3.588
- 1.540 -8 - 2.043 - 3.591
Baten Afval Klimaat Milieubeheer Riolering Totaal Baten
1.953 2 66 2.052 4.073
1.976 10 2.103 4.089
1.814 10 2.136 3.960
1.809 2.141 3.950
1.806 2.145 3.951
1.803 2.149 3.952
Totaal Exploitatie
257
103
351
363
363
361
Mutatie reserves Onttrekkingen
21
30
-
-
-
-
Totaal Mutatie reserves
21
30
-
-
-
-
278
132
351
363
363
361
3. Milieu, Duurzaamheid en Klimaat
Resultaat na bestemming
Overzicht mutaties in reserves programma 3 bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Onttrekkingen Algemene reserve Totaal Onttrekkingen
21 21
30 30
-
-
-
-
Totaal mutatie reserves
21
30
-
-
-
-
3. Milieu, Duurzaamheid en Klimaat
Programmabegroting 2014-2017
26
Programma 4 Leefomgeving en veiligheid 1. Inleiding Dit programma richt zich op de directe leefomgeving van onze inwoners. Het gaat zowel om het onderhoud en de ontwikkeling van de openbare ruimte, als om de accommodaties die ten dienste staan van onze inwoners. Naast de tastbare kant van de openbare ruimte omvat het programma ‘veiligheid’ alle beleid en activiteiten die samen met partners als politie, openbaar ministerie, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers op het integrale veiligheidsterrein worden uitgevoerd. Het onderdeel veiligheid is als volgt in te delen: Fysieke veiligheid; Sociale veiligheid; Bij de invulling van dit programma zijn de in de kadernota gehanteerde keuzerichtingen leidend en voor zover van toepassing ook als zodanig ingevuld. In het bijzonder geldt dit voor: Investeren in de sociale en ruimtelijke samenhang van de dorpskernen; De burger zal méér zelf moeten doen; Anticiperen op schaalvoordelen in regionale samenwerking waar dat tot meer professionaliteit of efficiencyvoordeel leidt; Beleidskader Het bestaande beleid voor dit programma is vastgelegd in de volgende documenten: Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) (2008) Wegenbeheerplan (2008) Groenstructuurplan (2009) Groenbeheerplan (2012) Beleidsplan Openbare Verlichting (2009) Handhavingbeleidsplan (2008) Veiligheidsbeleidskader (2013-2014) Uitvoeringsprogramma Veiligheid (2013-2014) Beleidsplan politie Limburg 2013-2014: “Samen doen wat er toe doet! Lokale en gemeenschappelijke veiligheidsaanpak verankerd, beleidskaders voor 2013-2014”. Beleidsplan Veiligheidsregio Limburg Noord 2011 – 2015 Risicoprofiel Veiligheidsregio Limburg-Noord. Jaarplan Veiligheidshuis Midden Limburg Kadernota Voorzieningenbeleid (2011) Uitvoeringsprogramma MER omgevingsrecht+ 2013/2014 Het nieuwe wegenbeheerplan wordt begin 2014 aangeboden aan de gemeenteraad ter besluitvorming. Ook wordt in 2014 het gewijzigde uitvoeringsprogramma van het GVVP opgepakt, volgens de door de gemeenteraad vastgestelde planning.
2. Ontwikkelingen Openbare orde en veiligheid Veiligheid is en blijft een kerntaak van de Iokale overheid. Een veilige woon-, werk-, recreatie- en leefomgeving is essentieel voor mensen en komt niet vanzelf. Een veilige buurt of dorp ontstaat alleen als we er samen aan werken. Dat is een taak van bestuur, politie en justitie, maar ook van de samenleving. Wij verwachten van iedereen een actieve bijdrage en betrokkenheid. In het integraal Veiligheidsbeleidskader 2013-2014 en in het Uitvoeringsprogramma 2013-2014 zijn onze Programmabegroting 2014-2017
27
ambities ten aanzien van veiligheid benoemd. Ook zijn prioriteiten gesteld en wordt ingespeeld op actuele ontwikkelingen. In de aanpak van de “Openbare orde” en “veiligheid” wordt een 3-traps raket gehanteerd: 1. Preventie 2. Repressie 3. Nazorg/Ketenaanpak De aanpak is erop gericht om ontwikkelingen die onveiligheid oproepen in de kiem te smoren en te voorkomen dat daders opnieuw in de verleiding komen om terug te vallen in “negatief” gedrag. Met de vorming van de Nationale Politie en de herziening van de Gerechtelijke Kaart is ook de komst van de regionale politie eenheid Limburg per 1 januari 2013, een feit. In dit kader zal samenwerking op het terrein van veiligheid in Limburg verder vorm krijgen. Dit komt onder meer tot uiting in het Beleidsplan politie Limburg 2013-2014: “Samen doen wat er toe doet! Lokale en gemeenschappelijke veiligheidsaanpak verankerd, beleidskaders voor 2013-2014”. wat dient als hét gezamenlijk kader van Limburgse gemeenten, het Openbaar Ministerie en de politie voor 2013 en 2014. Dit plan is opgebouwd vanuit de lokale integrale veiligheidsplannen. Verder is het plan opgebouwd vanuit de gezagsrol van de burgemeester en de kaderstellende rol van de gemeenteraad, gecombineerd met de prioriteiten van het Openbaar Ministerie en de politie. Het geheel heeft geleid tot onderstaande vier prioriteiten die nadrukkelijk niet in de plaats van andere lokale prioriteiten komen. Het zijn thema's die extra aandacht vragen en waarop we forse winst willen boeken door over gemeentegrenzen heen samen te werken. Het gaat om: • Jeugd en Veiligheid; • Geweld (incl. straatroof, overvallen, huiselijk geweld, uitgaansgeweld, geweld tegen werknemers met een publiek taak); • Woninginbraken; • Georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit. In het perspectief van afnemende veiligheidsmiddelen blijft de komende jaren de nadruk liggen op het streven hetzelfde veiligheidsresultaat te behalen met minder middelen en meer cofinanciering door andere partijen. De gemeente neemt op deze wijze nadrukkelijk de regierol ten aanzien van het integrale veiligheidsbeleid op zich. Vanuit deze regierol zal een meer integrale aanpak worden gestimuleerd en betrokkenen gewezen worden op hun eigen verantwoordelijkheid bij het komen tot een structurele oplossing. Indien onder het regime van vrijwilligheid en vrijblijvendheid niet tot oplossingen wordt gekomen zal worden ingezet op een meer bindende aanpak. Niet alleen lokaal, maar ook regionaal dienen zich ontwikkelingen aan die de focus op veiligheid verstevigen. In 2012 is alertheid geboden om de consequenties voor 2013 zo goed als mogelijk in te schatten. Zo stond 2012 in het teken van de verplichte overgang van de brandweer naar de Veiligheidsregio Limburg Noord per 1 januari 2013. Daarnaast gaat er naar verwachting een nieuwe politieregio, de Politieregio Limburg, ontstaan. Investeren in deze nieuwe verbanden is noodzakelijk om in positie te blijven en de veiligheid van Roerdalen in al zijn facetten te waarborgen. De rampen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan hebben inzichtelijk gemaakt dat er een professionalisering van de gemeentelijke crisisorganisatie, de oranje kolom, nodig is om accuraat te kunnen inspelen op crisissen. In de Veiligheidsregio Noord en Midden Limburg is in 2013 voorgesorteerd op de professionalisering van de oranje kolom (het gemeentelijk aandeel in de crisisorganisatie). In 2014 wordt de professionaliseringsslag geïmplementeerd in de regionale en gemeentelijke organisatie.
Programmabegroting 2014-2017
28
In het kader van de criminaliteitsbestrijding en bevordering van de integriteit heeft de gemeente met de in 2013 vastgestelde nieuwe Bibob een nieuw pakket aan instrumenten gekregen. In 2014 zullen deze worden verankerd in nieuwe Bibob beleid. In 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet in werking getreden. In de nieuwe wet is het toezicht op de naleving van de wet overgaan naar de gemeenten. Het uitgangspunt hierachter is dat gemeenten het toezicht efficiënter in kunnen zetten en vaker toezicht kunnen uitoefenen. De burgemeester wordt voortaan bevoegd gezag, waarbij de gemeenteraad meer mogelijkheden krijgt om op lokaal niveau beter invulling te geven aan het alcoholbeleid, met name om overmatig alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan. Wij stellen in 2014 beleid op voor alcoholverstrekking in sportkantines en andere zogenaamde para-commerciële inrichtingen. Fysieke/Externe Veiligheid Een grotere eigen verantwoordelijkheid van bedrijven en burgers zal Ieiden tot meer vraag naar toezicht en handhaving. Belangrijk is verwachtingen van burgers, bedrijven en instellingen, betreffende het invulling geven aan de eigen verantwoordelijkheid, goed te managen door o.a. vergunningverlening, toezicht en handhaving. Gemeentelijke prioritering geschiedt op basis van risico's en naleefgedrag. Komend jaar zullen toezichtactiviteiten zoveel mogelijk multidisciplinair (0.a. politie, brandweer, belastingdienst, gemeente en het RIEC) worden uitgevoerd. Op deze wijze kan effectiever en efficiënter worden opgetreden. Op 1 januari 2013 is het proces om te komen tot een nieuw regionaal brandweerkorps afgerond. De uitgangspunten van dit proces zijn nog steeds valide zoals opgenomen in de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Limburg Noorden de bijbehorende financiële consequenties. Als gevolg van de bezuinigingen van de afgelopen jaren en de komende bezuinigingen zal de brandweer kritisch moeten kijken naar haar eigen processen. Er zal door vernieuwing, innovatie en de nodige creativiteit moeten worden toegewerkt naar een zo effectief en efficiënt mogelijke organisatie zonder dat de veiligheid van de burger in het geding is. Een dergelijk streven kan, gezien de actualiteit, uitsluitend op regionale schaal worden gerealiseerd. Via het delen en spreiden van kennis en specialismen, maar juist ook de bijbehorende zorgen en Iasten, tussen de gemeenten in de regio Limburg Noord, is een adequaat niveau van brandweerzorg tegen aanvaardbare maatschappelijke Iasten mogelijk. ln het onderzoek naar de opkomsttijden van de brandweer, uitgevoerd door de lnspectie Veiligheid en Justitie in 2012, blijkt dat een aantal gemeenten in de regio Limburg Noord op significante wijze niet kunnen voldoen aan de landelijke norm. Roerdalen is daar een voorbeeld van. De discussie spitst zich nu toe of de generieke afwijking van de zorgnorm valt binnen de marges van de wet. In Limburg Noord is gekozen voor een generieke norm voor de opkomsttijden van 15 minuten. Het genoemde onderzoek gaat uit van de standaardnorm van 8 minuten. lndien de regio geacht wordt de Iandelijk vastgestelde zorgnormen te realiseren (wat niet waarschijnlijk is) zal er zwaar moeten worden geïnvesteerd in brandweerposten, terwijl de (brand)veiligheid daarmee slechts marginaal zal toenemen. Dit neemt niet weg dat het voor de gemeente Roerdalen onacceptabel is dat de zorgnorm leidt tot risico’s voor de burgers in grote delen van de gemeente. We kiezen dan ook nadrukkelijk positie in deze discussie. Verschillende alternatieven worden onderzocht. In 2014 zal een implementatie plaatsvinden van de professionaliseringsslag van de Oranje kolom. Hiermee zal de inrichting, organisatie en deskundigheid van de gemeentelijke rampen- en crisisorganisatie beter aansluiten op die van de brandweer, Ghor en politie. Sociale Veiligheid Het Veiligheidshuis Midden Limburg werken gemeenten, Reclassering en hulpverleners samen aan een adequate dienstverlening ten behoeve van de doelgroepen veelplegers, ex-gedetineerden en dak- en thuislozen. Vanuit Roermond werken de ketenmanager en de informatiemakelaar aan het Programmabegroting 2014-2017
29
versterken van de ketenaanpak: een betere afstemming en een meer integrale aanpak voor alle Midden Limburgse gemeenten. De aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling krijgt gelet op de impact van deze zaken onverminderd prioriteit. De afgelopen jaren is een gedegen aanpak ontwikkeld waardoor er sprake is van een integrale screening van politiemeldingen huiselijk geweld, het sneller contact leggen met de pleger en het slachtoffer, en een meer kindgerichte hulpverlening voor kinderen als getuige en slachtoffer van huiselijk geweld. ln 2013 wordt deze aanpak verder doorgevoerd, waarbij specifieke vormen van huiselijk geweld als ouderenmishandeling, seksueel geweld meer aandacht krijgen. Om burgers meer in de positie te brengen om actief bij te dragen aan de sociale veiligheid zijn “Burgernet” en Meld Misdaad Anoniem in het leven geroepen. In samenwerking met de politie zal bekeken worden op welke wijze deze instrumenten in 2014 optimaler ingezet kunnen worden. De verbetering van de veiligheid in wijken en dorpen krijgt via de wijk- en dorpsaanpak vorm. Aangezien prioriteiten op het terrein van veiligheid kunnen verschillen, wordt per wijk/dorp een 'eigen programma' opgesteld waarin veiligheid zowel in aandacht als in een gericht plan van aanpak een onderdeel vormt. In het kader van preventie dakloos- en thuisloosheid worden via een Integrale aanpak van zorg, wonen en handhaving mensen/huishoudens met problemen in hun kracht zetten. Een en ander geschied volgens de methode van “1 gezin, 1 aanpak”. Vertrekpunt is dat dit in nauwe samenwerking met het sociale netwerk (familie, vrienden, buren e.d.) geschied. Hiermee wordt geborgd dat na afronding van de aanpak personen en huishoudens zelfstandig problemen kunnen blijven oplossen dan wel tijdig hulp zoeken. In wijken en dorpen vormt jongerenoverlast veelal een aandachtpunt. Een gerichte aanpak van deze overlast krijgt vorm vanuit een goede analyse van de problematiek en daaraan gekoppeld passende maatregelen. Belangrijk aspect hierbij is dat enerzijds oplossingen aansluiten bij de wens en de problematiek van de jongeren en anderzijds de informatie tussen partijen over de jongeren bij elkaar wordt gebracht zodat passende maatregelen genomen kunnen worden. Onze jongerenwerker heeft hierbij een prominente rol. Wettelijke ontwikkelingen op het gebied van veiligheid De bestuurlijke aansturing van de politie gaat veranderen. Er komt naar verwachting één landelijk politiekorps onder verantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie. Het gezag over de politie, dat op lokaal niveau is belegd, wijzigt niet. De burgemeester blijft de politie aansturen bij het handhaven van de openbare orde en hulpverlening in de gemeente. Het openbaar ministerie blijft verantwoordelijk voor de strafrechtelijke handhaving. De Wet veiligheidsregio’s kent een verplichting voor gemeenten om alle brandweer gerelateerde taken bij gemeenschappelijke regeling over te dragen aan het bestuur van de veiligheidsregio. Het bestuur van de veiligheidsregio’s dient ook zorg te dragen voor een regionaal dekkingsplan. Het dekkingsplan 2.0 is onderdeel van de beleidscyclus die in 2011 is gestart met het vaststellen van het regionaal risicoprofiel, het beleidsplan 2011-2015 en het dekkingsplan 1.0. In het dekkingsplan worden de opkomsttijden en beschrijvingen van de voorzieningen en maatregelen opgenomen worden van de vier repressieve taken van de brandweer, te weten brand, hulpverlening, ongevallen gevaarlijke stoffen en waterongevallen. Medio 2013 is de Wet Meldcode Huiselijk geweld ingevoerd. Deze wet verplicht gemeenten en professionele instellingen om een procedure vorm te geven die erop gericht is om medewerkers, die in contact komen met burgers en hierbij vermoeden dat er sprake is van huiselijk geweld, handvatten Programmabegroting 2014-2017
30
biedt voor het constateren en melden van “huiselijk geweld”. Deze procedure zal in 2014 geëvalueerd worden op haar resultaten en effecten (tijdsbesteding, impact e.d.) op de werkvloer. Openbaar groen en wegbeheer Er zijn volop ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken, openbare ruimte (groen). Dit vraagt om het maken van keuzes en het creëren van een openbare ruimte die aan de eisen van de huidige tijd voldoet. De ingezette lijn om snipperstroken te verkopen wordt verder doorgezet. De omvormingen van onderhoudsintensief groen worden in 2014 afgerond. Zo hebben bijvoorbeeld bedrijven het groenonderhoud van de gemeentelijke rotondes geadopteerd en ook is op een groot aantal locaties de bloembakken weggehaald of geadopteerd door derden. Waar mogelijk wordt deze lijn doorgezet of uitgebreid. Uit het onderzoek openbare ruimte 2013 blijkt echter wel dat de burgers minder bereid zijn om een steentje bij te dragen aan het onderhoud van de openbare ruimte dan in 2010. Zoals het er nu uitziet zal het gebruik van het chemische onkruidbestrijdingsmiddel Round-up per november 2015 worden verboden. Dit middel wordt gebruikt voor de onkruidbestrijding op verhardingen en half verhardingen. Op landelijk niveau wordt hierover in 2014 een definitief besluit genomen. Dit betekent dat het onkruid op de verhardingen en half verhardingen op een andere wijze moet worden bestreden (branden, borstelen, heet water of hete lucht). Voor de gemeente Roerdalen heeft dit , bij een gelijkblijvend beeld-kwaliteit niveau, een kostenverhogend effect van € 65.000. Ook binnen de samenwerking waterketen staat deze problematiek op de agenda en het krijgt de komende periode de nodige aandacht. Na definitieve landelijke besluitvorming zal de raad rondom deze kwestie geïnformeerd worden en zullen de financiële consequenties in beeld gebracht worden. Maatschappelijke accommodaties De samenleving verandert in razend tempo. Als Limburgse plattelandsgemeente ziet de gemeente Roerdalen zich bovendien geconfronteerd met bevolkingskrimp, dreigende leegstand of onderbezetting van accommodaties, ontgroening en vergrijzing. Om een negatieve spiraal te voorkomen is daarom een voorzieningendiscussie noodzakelijk. Deze discussie is in 2010 al op gang gebracht en heeft geleid tot de vaststelling van de Kadernota Voorzieningenbeleid Roerdalen, vastgesteld door de gemeenteraad op 7 juli 2011. Het doel van het voorzieningenbeleid is het bevorderen van de sociale samenhang van dorpskernen en buurten. De voorzieningen, in dit verband accommodaties en subsidies, moeten de participatiemogelijkheden ten aanzien van de primaire basisfuncties (ontmoeting & contact, ontwikkeling & ontplooiing, recreatie & ontspanning) vergroten. De verwachting is dat in 2014 concrete besluiten worden genomen ten aanzien van de uitwerking van dit beleid. Andere wettelijke ontwikkelingen Het Omgevingsrecht is flink in beweging. Als gevolg van enkele incidenten (Enschede, Volendam) en het naar aanleiding daarvan verschenen rapport van de commissie Mans (‘De tijd is rijp’) zijn er verregaande landelijke kwaliteitscriteria geformuleerd waaraan de uitvoering van de taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving wordt per 1 januari 2013 voldaan . Er zijn twee sporen gevolgd om er voor te zorgen dat Roerdalen hieraan kan voldoen: 1. Samenwerking in Limburg-Noord via een netwerk-RUD. Per 1 januari 2013 is de netwerk-RUD voor de regio Limburg-Noord operationeel. De RUD is opgezet als een netwerkorganisatie die op innovatieve en kostenefficiënte wijze uitvoering geeft aan deze taken. De geraamde kosten bedragen in 2013 en 2014 per inwoner € 0,84. Dit is inclusief de oprichtingskosten (€ 0,22 per inwoner). Vanaf 2015 bedragen de structurele kosten € 0,62 per inwoner. In het bedrijfsplan van deze netwerk-RUD is als uitgangspunt opgenomen dat de RUD budgettair neutraal is ten opzichte van de uitgaven in Programmabegroting 2014-2017
31
2011. Daarbij is de verwachting uitgesproken dat de oprichtingskosten en structurele collectieve kosten binnen vier jaar worden inverdiend door efficiencyvoordelen. 2. MER samenwerking overige VTH taken Naast de ontwikkelingen van de netwerk-RUD-vorming zijn we op het vlak van de Omgevingsrecht-plus-taken (vergunningverlening, toezicht en handhaving op het vlak van de WABO, APV en bijzondere wetten) een proces met de MER (gemeenten ingegaan (zie hiervoor het onderdeel Gemeenschappelijke Regeling MER in programma 7). Uit onderzoek is gebleken dat de drie individuele gemeenten niet kunnen voldoen aan de landelijke kwaliteitseisen met betrekking tot de uitvoering van de taken op het terrein van het Omgevingsrecht. Dit vergt onevenredige investeringen. Samenwerking is dus noodzakelijk. Uit datzelfde onderzoek is gebleken dat een samenwerkingsorganisatie van de drie betrokken gemeenten daarentegen veel robuuster is en met beperkte of zelfs geen investeringen kan voldoen aan de ingrijpende kwaliteitscriteria. Sinds 1 september 2013 is de oprichting van deze gezamenlijke uitvoeringsorganisatie een feit.
3. Ambitie en doelstellingen Ambitie (De beoogde maatschappelijke effecten zijn): De inwoners van Roerdalen ervaren de gemeente als nog veiliger en leefbaarder, waarin het prettig wonen en leven is. De bewoners nemen hierbij hun eigen verantwoordelijkheid door actief te participeren in diverse projecten (rookmelder-project, burgernet, buurtbemiddeling e.d.) die gericht zijn op het verhogen van de veiligheid. Voor toeristen is Roerdalen een aantrekkelijke gemeente om te recreëren en te verblijven. Het voorzieningenaanbod en de accommodaties, waarin deze voorzieningen zijn ondergebracht, zijn beter ingericht op de behoefte van onze inwoners. Vergunningverlening, toezicht en handhaving staan ten dienste van de verbetering van de leefbaarheid van Roerdalen. Op basis van vertrouwen in mensen en door een proactieve opstelling van de gemeente is integraal toezicht gericht op het voorkomen van de noodzaak tot handhavend optreden.
Programmabegroting 2014-2017
32
Doelstellingen (via welke meetbare doelen bereiken we het effect): Doelstelling Voortgang HL Toelichting Het veiligheidsgevoel Een onderzoek naar 2&4 Het Bewonerspanel zal worden bij de burger de veiligheidsbeleving ingeschakeld voor deze verbeteren (veilige en leefbaarheid wordt veiligheidsmonitor. woon- en jaarlijks uitgevoerd leefomgeving) (veiligheidsmonitor). De resultaten van dit onderzoek vormen een belangrijke basis voor de beleidsinspanningen die zullen worden verricht. Het veiligheidsgevoel In samenwerking met 2 Via deze instrumenten krijgt burger bij de burger politie promoten van handvatten om zelf actief bij te dragen verbeteren (veilige het “burgernet” en aan een veilige leefomgeving. Politie woon- en “Meld misdaad krijgt hiermee meer oren en ogen in de leefomgeving) anoniem” wijk. CrisismanagementOnder leiding van de 4 De organisatie van Politie, Brandweer organisatie borgen en VLRN wordt de en GHOR is erop ingericht om te actueel houden “Oranje kolom” handelen bij ongevallen. Voor de opnieuw ingericht. gemeentelijke organisatie is dit een van de vele taken. Inrichting van de gemeentelijke organisatie vraagt extra aandacht en oefening. CrisismanagementIn samenwerking met 4 Opstellen van een rampen en crisisplan organisatie borgen en VLRN, AKZO en waarin beschreven welke maatregelen actueel houden Waterschap Roer en door welke organisatie (politie, Overmaas preventieve brandweer, GHOR, gemeente, AKZO, maatregelen treffen Waterschap) getroffen moeten worden om mogelijke in geval een dreiging of een ramp zich incidenten te voordoet. Naast fysieke maatregelen is voorkomen hierbij tevens aandacht voor communicatie. Integrale bestuurlijke Integrale bestuurlijke 4 Gerichte aanpak om de georganiseerde aanpak criminaliteit aanpak criminaliteit criminaliteit vroegtijdig in beeld te door participatie en krijgen en waar mogelijk voorkomen dat samenwerking met ze hun activiteiten vanuit de gemeente RIEC en zijn partners Roerdalen organiseren door vestiging te voorkomen (o.a. door toetsen van vergunning aanvragen e.d.) Integrale bestuurlijke Roerdalen beschikt in 4 De de wet Bibob is geactualiseerd. Het aanpak criminaliteit 2014 over een actueel gemeentelijk beleid wordt hierop Bibob-beleid aangepast. De wet faciliteert de gemeente in het voorkomen dat criminele organisaties zich binnen haar gemeentegrenzen kunnen vestigen of hun activiteiten kunnen uitbreiden.
Programmabegroting 2014-2017
33
Doelstelling Roerdalen voert een actief beleid ter verbetering van de sociale veiligheid
Het vergroten van het veiligheidsbewustzijn en het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid voor brandveiligheid.
Voortgang Optimaliseren samenwerking tussen gemeente, hulpverlenende organisatie (AMW, GGZ, Thuiszorg, BJZ) corporaties en politie via “Bemoeizorgoverleg”. Actieve geïntegreerde aanpak van plegers van misdaden en huiselijk geweld en begeleiding ex-gedetineerden via het veiligheidshuis. De diverse deelprojecten van het project brandveilig leven worden uitgevoerd.
Het huidige niveau van brandweerzorg in stand houden.
HL 3&4
Toelichting Voorkomen van overlast door burgers die om psychische, psychiatrische, sociaal-maatschappelijke en/of economische redenen overlast veroorzaken en/of een bedreiging vormen voor de directe woonomgeving. Door plegers van strafbare feiten niet alleen actief en gericht aan te pakken maar hen ook professioneel te ondersteunen bij het structureel veranderen van hun gedrag wordt de pakkans vergroot en de kans op herhaling minimaliseert.
3&4
In 2013 zijn een 4-tal pilots van start gegaan: 0-meting, rookmelders Witte vlekken, scholenprogramma en Geen Nood Bij Brand (GNBB). In Roerdalen hebben alle pilots gedraaid behalve GNBB. De evaluatie heeft uitgewezen dat er een aantal activiteiten voortgezet zullen worden: woningchecks, woningchecks voor speciale doelgroepen (zoals senioren), scholenprogramma. Met deze activiteiten werken we aan de vergroting van het veiligheidsbewustzijn van de bevolking en eigen verantwoordelijkheid. Daarmee kunnen we een bijdrage leveren aan een brandveilige samenleving waarin we brand voorkomen, de ontdekkingstijd verkorten en de zelfredzaamheid vergroten. De discussie over het Dekkingsplan 2.0 van de Veiligheidsregio Limburg Noord wordt in 2013 afgerond.
De basis van de 4 brandweerzorg is gelegen in het dekkingsplan. Aan een geactualiseerde versie wordt gewerkt. Uitvoeringsprogramma In een coproductie 4 hoog water. met het waterschap en de gemeente Roermond wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld.
Programmabegroting 2014-2017
34
Zie doelstelling crisismanagementorganisatie borgen en actueel houden.
Doelstelling Nog lopend uit 2012 is dat op ten minste 2 plekken in de gemeente de openbare ruimte heringericht en kwalitatief verbeterd
Voortgang HL De realisatie van de 1 Markt in Posterholt is afhankelijk van de particuliere ruimtelijke ontwikkelingen rond de Markt. In de planning van de werkzaamheden wordt hier rekening mee gehouden. Voor de subsidiegelden is uitstel gekregen. De herinrichting van de Hagelkruisweg is afgerond.
Toelichting Na deze projecten geen projecten meer vanuit deze doelstelling, omdat vanuit de kadernota 2012 geen budgetten meer zijn toegekend.
Welke externe factoren kunnen invloed hebben op de te bereiken doelstellingen? Externe factoren Kansen en bedreigingen Maatregelen Demografische ontwikkeling Behoefte aan andere De discussie over het voorzieningen en daaraan voorzieningenniveau is in 2010 gerelateerde accommodaties al op gang gebracht, en heeft dan die de gemeente nu heeft geleid tot de vaststelling van de Kadernota Voorzieningenbeleid Roerdalen, vastgesteld door de gemeenteraad op 7 juli 2011. De kaders zoals in deze nota vastgelegd zijn moeten verder ingevuld en uitgevoerd worden. Veiligheidsdriehoek Samenwerking in de De ambtelijke en bestuurlijke veiligheidsdriehoek inzet ten aanzien van de politie Basiseenheid MER maakt dat er en basisbrandweerzorg dienen op onderdelen een er op gericht te zijn de gemeenschappelijke agenda Roerdalense belangen te leidend zal zijn. waarborgen en de veiligheid te vergroten. Bestuurlijke aanpak Ligging in het grensgebied De ambtelijke en bestuurlijke georganiseerde criminaliteit maakt Roerdalen aantrekkelijk inzet ten aanzien van de (RIEC) voor criminele organisaties. criminaliteit en integriteit dienen er op gericht te zijn de Roerdalense belangen te waarborgen. Door samenwerking en afstemming kunnen in preventieve zin en repressieve zin ongewenste ontwikkelingen in beeld worden gebracht en aangepakt.
Programmabegroting 2014-2017
35
Externe factoren Regionaal kompas
Kansen en bedreigingen Gerichte aanpak op het voorkomen dat mensen daken/of thuisloos worden/blijven en/of overlast in de woonomgeving veroorzaken.
Nieuw politiebestel
Door een andere organisatievorm te kiezen, kan er efficiënter gewerkt worden waardoor de basispolitiezorg verbetert. Door de omvang van de nieuwe regio op Limburgse schaal bestaat het risico dat de politie te ver van de gemeenten komt te staan.
Overgang brandweer naar Veiligheidsregio Limburg Noord per 2013
Door een andere organisatievorm te kiezen, kan er efficiënter gewerkt worden waardoor de basisbrandweerzorg verbetert. Door de omvang van de veiligheidsregio bestaat het risico dat de brandweer te ver van de gemeenten komt te staan.
Programmabegroting 2014-2017
36
Maatregelen Integrale aanpak van zorg, wonen en handhaving gericht op het mensen/huishoudens in hun kracht zetten samen met hun sociale omgeving (methode 1 gezin, 1 aanpak) De ambtelijke en bestuurlijke inzet ten aanzien van de politie en basisbrandweerzorg dienen er op gericht te zijn de Roerdalense belangen te waarborgen. De maatregelen die getroffen worden zien met name op het zo soepel als mogelijk doen verlopen van de organisatorische transitie van beide politieregio´s naar een regiokorps Limburg. Uiteraard zonder concessies te doen aan het veiligheidsniveau en het op een adequate wijze kunnen blijven functioneren van de politie-eenheid waar Roerdalen toe behoort. De ambtelijke en bestuurlijke inzet ten aanzien van de politie en basisbrandweerzorg dienen er op gericht te zijn de Roerdalense belangen te waarborgen zoals verwoord in de Visie brandweerzorg Veiligheidsregio Limburg Noord. De maatregelen die getroffen worden zien met name op het zo soepel als mogelijk doen verlopen van de organisatorische transitie van district naar regio. Uiteraard zonder concessies te doen aan het veiligheidsniveau.
Externe factoren Visie brandweerzorg Veiligheidsregio Limburg Noord
Kansen en bedreigingen De inzet op brandpreventie en brandpreventieve maatregelen heeft prioriteit. Repressieve inzet wordt zoveel mogelijk voorkomen.
Maatregelen Door constant aandacht te vragen voor de speciale positie waar de gemeente Roerdalen zich in bevindt proberen een voorkeurspositie te verwerven in de prioritering Ons college zet dan ook in op maximale participatie, door de burgers, aan het project `Brandveilig Leven`. Gelet op de geografische ligging van onze gemeente heeft dit absoluut prioriteit.
4. Resultaten Uitwerking kadernota Openbare orde en veiligheid Het belang van het inzichtelijk maken van (lokale) veiligheidsproblemen van waaruit noodzakelijke speerpunten in het uitvoeringsprogramma kunnen worden gesteld is evident. In het uitvoeringsprogramma 2013 worden de activiteiten/inspanningen benoemd die een bijdrage leveren aan het beoogde doel van het veiligheidsbeleid: het vergroten van de veiligheid en leefbaarheid in Roerdalen en het vergroten van de betrokkenheid van de inwoners hierbij. Voor 2014 en verder wordt in meerjarig perspectief de lijn die in 2012 is uitgezet voortgezet. Dit betekent dat we onze ambities over meerdere jaren kunnen uitvoeren. Verkeer en vervoer In 2013 is het GVVP geëvalueerd en is de richting van het verkeersbeleid voor de komende periode bepaald. De openbare ruimte wordt onderhouden op het niveau van nu. De financiële middelen voor onderhoud zijn beschikbaar vanuit het Wegenbeheerplan, dit wordt begin 2014 ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd. Op basis van technische noodzaak worden deze onderhoudswerken geprioriteerd. Hierin zal het areaal te onderhouden wegen bekeken worden. Onderhoud groen Het onderhoud van plantsoenen en bomen is onderdeel van het onderhoud groen. Daarnaast passen hierin ook reconstructies van deze plantsoenen, en de inboet (vervanging). Door het omvormen van het openbaar groen (plantsoenen) van relatief duur te onderhouden areaal naar goedkoper te onderhouden areaal kunnen met eenmalige investeringen kunnen op termijn structureel bezuinigingen gerealiseerd worden op onderhoud groen. Verkoop van snippergroen draagt ook bij aan de afname van de onderhoudskosten. De bezuinigingsopdracht van € 50.000,- in het groenonderhoud zal medio 2014 volledig worden gerealiseerd. Uitwerking gevolgen nieuwe wet- en regelgeving Regierol integrale veiligheid Het op 13 augustus 2010 ingediende wetsvoorstel inzake “Versteviging regierol gemeenten” gericht op het versterken van de rol van de gemeente op het terrein van integrale veiligheid is op 1 juli 2013 ingetrokken. Centraal in het wetsvoorstel stond het opstellen van een beleidsplan waarin de gemeente vastlegt welke doelen de gemeente nastreeft op het vlak van veiligheid, welke Programmabegroting 2014-2017
37
inspanningen hiervoor verricht dienen te worden en welke resultaten en inspanningen van derden hierbij worden verwacht. Aangezien ruim 90% van de gemeenten op vrijwillige basis al een dergelijk plan heeft opgesteld -waaronder ook de gemeente Roerdalen- is het wetsvoorstel ingetrokken. De minister gaat er vanuit dat er hiermee een gezonde basis ligt voor de autonome ontwikkeling van de gemeentelijke regierol met betrekking tot integrale veiligheid. Een wettelijke verplichting als stok achter de deur is hierdoor niet langer noodzakelijk. Aansturing politie Er komt één landelijk politiekorps onder verantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie. Ook zal er een politieregio Limburg gaan ontstaan met andere territoriale indelingen. Dit betekent dat de gemeente samen met Echt Susteren en Maasgouw een basiseenheid van politie zal gaan vormen. Wat gaan we nog doen? In 2014 stelt het college het Uitvoeringsprogramma Veiligheid 2014-2017 vast dat, gebaseerd is op het Veiligheidsbeleidsplan 2014/2017. Dit laatste wordt in medio 2014 te vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad. De herinrichting van de Oude Markt in Posterholt vindt plaats zodra de bouwinitiatieven duidelijk zijn. Het opstellen van het kwaliteitshandboek openbare ruimte, speerpunt in het kader van de kwaliteitsambitie in de openbare ruimte, wordt in 2014 opgesteld, naar aanleiding van het besluit hierover in september 2013 (uitvoeringsprogramma evaluatie GVVP). In deze vergadering heeft de gemeenteraad een besluit genomen over de wegcategorisering. Over drie wegen is besloten deze separaat in de raad te behandelen en beoordelen. Conform het uitvoeringsprogramma is de Angsterweg de eerste die met de gemeenteraad besproken zal worden, in 2014. Stand van zaken ten aanzien van bezuinigingen Het merendeel van bezuiniging binnen dit programma is gerealiseerd of wordt naar verwachting gerealiseerd. De bezuiniging op het gebied van openbare verlichting moet nog landen in uitvoeringsprogramma’s en beleidsplannen. Gezien de discussies gevoerd in commissie grondzaken en gemeenteraad betreffende het belang van verkeerseducatie wordt de bezuiniging op dit gebied teruggedraaid. De bezuinigingen ten aanzien van accommodaties zijn door het nieuwe coalitieakkoord komen te vervallen. Op basis van de verdere invulling van het accommodatiebeleid is bepaald dat er geen bezuinigingen zullen plaatsvinden maar dat de noodzakelijke maatregelen binnen de budgettaire kaders van 2013 gerealiseerd dienen te worden. Wat gaat de gemeente doen om de doelstellingen te bereiken? Beoogd resultaat Bestaand beleid (korte beschrijving) Naar aanleiding van de evaluatie van GVVP het GVVP het vernieuwde uitvoeringsprogramma uitvoeren. (onder andere nieuw ontheffingenbeleid en kwaliteitshandboek openbare ruimte). Geactualiseerd wegenbeheerplan Wegenbeheerplan 2008
Programmabegroting 2014-2017
38
Beoogd resultaat In 2012 zijn beleidsinspanningen vertaald in concrete uitvoeringsinspanningen en plannen met als doel en beoogd resultaat om Roerdalen veiliger te maken.
In het voorjaar van 2011 is het voorzieningenbeleid afgerond. Begin 2014 wordt dit vertaald in een uitvoeringsprogramma voor accommodaties. In 2014 zal verder een begin worden gemaakt met de uitvoering. Roerdalen beschikt over een dekkingsplan brandweer waarmee de aanrijdtijden binnen de landelijke norm vallen. Beleid alcoholverstrekking in o.m. sportkantines (gereed begin 2014)
Bestaand beleid (korte beschrijving) Roerdalen is een relatief veilige gemeente waar het prettig wonen is. Het is de intentie van het college om de positieve wijze waarop Roerdalen in de statistieken voorkomt te handhaven. In 2014 worden door de nieuwe gemeenteraad een nieuw Integraal Veiligheidsplan en een Uitvoeringsprogramma opgesteld. Kernboodschap is het blijvend investeren in de veiligheid en leefbaarheid van de kernen. Samenwerking met partners is daarbij onontbeerlijk. Het doel van het voorzieningenbeleid is het bevorderen van de sociale samenhang van dorpskernen en buurten. De voorzieningen, in dit verband accommodaties en subsidies, moeten de participatiemogelijkheden ten aanzien van de primaire basisfuncties (ontmoeting & contact, ontwikkeling & ontplooiing, recreatie & ontspanning) vergroten. De huidige praktijk maakt het nog niet mogelijk om de wettelijke aanrijtijden te halen.
Met welke partners hebben wij afspraken gemaakt of gaan we afspraken maken om de doelstellingen te bereiken en welke relatie hebben we met deze partners? Partners Afspraken en rol Provincie Limburg BDU subsidies / overige subsidie t.b.v. verbetering verkeersveiligheid Waterschap Roer en Overmaas Samenwerkingprojecten gemeente – waterschap Klankbordgroep Voorzieningenbeleid Klankbord voor de ontwikkeling van het voorzieningen-/ accommodatiebeleid waarin de verenigingen en kernen vertegenwoordigd zijn. Echt-Susteren en Maasgouw Met de gemeente Echt-Susteren en Maasgouw hebben wij de intentie uitgesproken om te komen tot één gezamenlijke uitvoeringsorganisatie Omgevingsrecht(plus) Politie Limburg Noord Ondersteunend in beleidsontwikkeling en uitvoering hiervan Brandweer Limburg Noord Veiligheidsregio Limburg Noord Samenwerkende partners op het gebied van integrale veiligheid (b.v. Veiligheidshuis, RIEC en jeugd- en jongerenwerk of het Openbaar Ministerie i.v.m. Bibob)
Programmabegroting 2014-2017
39
5. Financiële middelen Overzicht baten en lasten van programma 4 bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Exploitatie Lasten Handhaving Maatschappelijke accommodaties Openbaar groen Openbare orde en Veiligheid Verkeer en Vervoer Totaal Lasten
- 1.172 - 2.140 - 1.667 - 2.084 - 2.123 - 9.186
- 881 - 2.211 - 1.780 - 2.408 - 2.482 - 9.761
-7 - 2.060 - 1.378 - 1.974 - 2.748 - 8.169
-7 - 2.042 - 1.388 - 1.954 - 2.856 - 8.248
-7 - 2.021 - 1.398 - 1.945 - 2.941 - 8.312
-7 - 2.022 - 1.407 - 1.960 - 3.030 - 8.426
Baten Handhaving Maatschappelijke accommodaties Openbaar groen Openbare orde en Veiligheid Verkeer en Vervoer Totaal Baten
25 491 0 7 102 626
1 479 87 68 635
1 494 33 68 596
1 494 33 68 596
1 494 33 68 596
1 494 33 68 596
- 8.560
- 9.126
- 7.573
- 7.652
- 7.716
- 7.830
Mutatie reserves Onttrekkingen
689
428
190
190
190
190
Totaal Mutatie reserves
689
428
190
190
190
190
- 7.871
- 8.698
- 7.382
- 7.461
- 7.525
- 7.640
4. Leefomgeving en Veiligheid
Totaal Exploitatie
Resultaat na bestemming
Overzicht mutaties in reserves programma 4 bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Onttrekkingen Algemene reserve Reserve dekking kapitaallasten Totaal Onttrekkingen
312 377 689
59 370 428
190 190
190 190
190 190
190 190
Totaal mutatie reserves
689
428
190
190
190
190
4. Leefomgeving en Veiligheid
Programmabegroting 2014-2017
40
Programma 5 Maatschappelijke participatie en ondersteuning 1. Inleiding Dit programma is erop gericht, dat iedereen naar vermogen kan deelnemen aan de (lokale) samenleving. De gemeente stuurt aan op eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en samenredzaamheid. Om uitval en uitsluiting, eenzaamheid en ongelijkheid tegen te gaan, kunnen mensen die er niet in slagen op eigen kracht aan de samenleving deel te nemen op ondersteuning rekenen, bij wijze van vangnet. Die ondersteuning wil de gemeente, bezien vanuit het perspectief van de cliënt zo effectief en bezien vanuit het perspectief van de gemeente zo efficiënt mogelijk, inzetten. De 5 keuzerichtingen die in de kadernota zijn opgenomen zijn alle van toepassing op dit programma en passen daarmee ook naadloos binnen de uitgangspunten van de maatschappelijke agenda. Het programma Maatschappelijke participatie en ondersteuning heeft betrekking op: Arbeidsparticipatie Maatschappelijke participatie Maatschappelijke ondersteuning Ondersteuning Vrijwilligers en Mantelzorgers Taal en inburgering Beleidskader Het bestaande beleid voor dit programma is vastgelegd in de volgende beleidsnota’s: Kadernota Wmo ‘Ambitie tot participatie’ (2011) Beleidsprogramma Wmo 2011-2015 ‘Burger(s) aan het Roer’ Kadernota Voorzieningenbeleid (2011) Koers Minimabeleid 2013-2017 ‘De Cirkel doorbroken’ Regionale visie Werken naar vermogen in Midden-Limburg ‘Elk talent aan Zet’ Plan van Aanpak decentralisatie AWBZ begeleiding, kortverblijf en persoonlijke verzorging
2. Ontwikkelingen Een aantal elkaar versterkende ontwikkelingen is van invloed: Voorstel Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 Met dit wetsvoorstel legt de regering de basis voor de hervorming van de langdurige zorg. In essentie worden drie doelen nagestreefd: verbetering van de kwaliteit van zorg en ondersteuning, vergroting van de betrokkenheid van mensen bij elkaar en het waarborgen van de financiële houdbaarheid van de zorg in de toekomst. Terugtredende overheid en decentralisatie van rijkstaken De gemeente krijgt er de komende jaren een groot aantal nieuwe taken in het maatschappelijke domein bij als gevolg van de transities Jeugdzorg, transitie AWBZ en invoering Participatiewet. De gemeente wordt verantwoordelijk voor de totale jeugdzorg, voor de ondersteuning, begeleiding en verzorging van mensen met een beperking en voor de re-integratie en participatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze decentralisaties –naar het zich op dit moment laat aanzien per 1 januari 2015- gaan gepaard met een terugtredende overheid. De overheid doet in toenemende mate een beroep op de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers en hun sociale verbanden. De focus verschuift naar burgers die niet (meer) zelfstandig kunnen meedoen aan de samenleving. Deze opvatting vinden we ook terug in de Jeugdwet, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en Programmabegroting 2014-2017
41
de Participatiewet. De Rijksoverheid gaat er van uit dat de uitvoering van deze regelingen op lokaal niveau efficiency voordelen oplevert, en past daarom een korting toe op de betreffende budgetten. Dit betekent een financieel risico voor de gemeente en vergroot de noodzaak enerzijds om een beroep te doen op zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van de burger en anderzijds op de samenwerking met buurgemeenten in de regio. Deze korting op de budgetten noodzaakt tot keuzes over het aanbod, aard en omvang van de voorzieningen die de gemeente aanbiedt en de toegang tot die voorzieningen. Hier is in 2012 een start mee gemaakt. Deze ontwikkeling biedt ook kansen voor nieuwe sociale verbanden en samenwerkingsvormen tussen gemeenten onderling en tussen gemeente en partners in buurten en kernen. Burgers willen keuzevrijheid en soevereiniteit (individualiseringstendens). Dit betekent dat het principe van 'zelfredzaamheid' niet eenzijdig door de overheid wordt opgelegd, maar dat burger en overheid vanuit een eigen rol 'samenwerken'. Regionale samenwerking Zoals reeds hierboven is opgemerkt nopen de ingrijpende stelselherzieningen met de daaraan gekoppelde bezuinigingen tot regionale samenwerking. Op alle terreinen zijn hiertoe regionale samenwerkingsverbanden ontstaan. De regionale samenwerking is gericht op de gezamenlijke voorbereiding, op mogelijke kostenbesparing in de uitvoering en wellicht op het integreren van de dienstverlening in de toekomst. We hechten in dit opzicht veel belang aan het vormgeven van regionaal beleid en wellicht op onderdelen ook regionale uitvoering. Ontwikkelingen Roerdalen Er is een maatschappelijke beleidsagenda opgesteld waarin de samenhang van het sociaal beleid is verwoord en verbeeld. De verschillende transities binnen het sociaal domein worden dorpsgericht in samenhang bezien: iedereen moet naar vermogen kunnen deelnemen aan de samenleving. Belemmeringen op het gebied van werk, inkomen, ‘schuld’, gezondheid of mobiliteit moeten worden geslecht. Er wordt uitgegaan van een integrale dorpsgerichte benadering van preventie, steun en hulp, gericht op meerdere leefdomeinen volgens de één huishouden, één regisseur, één plangedachte. Te veel hulpverleners over de vloer, die onderling niet afstemmen, moet tot het verleden behoren. Mensen moeten zoveel mogelijk kunnen terugvallen op een veilige leefomgeving met een grote mate van sociale samenhang en elkaar helpen. De lokale invloedssfeer wordt vergroot: snelle en ambulante steun en burgers een eigen rol geven moet voorkómen dat dure specialistische hulp of zware zorg moet worden ingeschakeld. Dit is de kerngedachte van de transities. Verder kan met behulp van de agenda de samenhang van het maatschappelijk beleidsterrein worden versterkt in het licht van de aankomende stelselherziening op het gebied van zorg en ondersteuning. 1. Wmo Als uitwerking van de Wmo-nota ‘Ambitie tot Participatie’ wordt gewerkt volgens de uitgangspunten van de 'kanteling'. Dit betekent dat de gemeente niet meer vanzelfsprekend een aanbod doet van individuele voorzieningen, maar vanuit de verantwoordelijkheid van burgers zelf of hun netwerk (zelfredzaamheid) een oplossing in de eigen omgeving stimuleert. De gemeente opereert als vangnet. 2. Arbeidsmarktbeleid Er wordt gewerkt aan regionale samenwerking op het gebied van arbeidsmarkt- en participatiebeleid, net als aan een gezamenlijke werkgeversdienstverlening. Naast samenwerking op Programmabegroting 2014-2017
42
beleidsniveau hebben we de intentie om ook de uitvoering en dienstverlening zoveel mogelijk regionaal te organiseren. 3. Voorzieningen Volgens de Kadernota Voorzieningenbeleid werken we toe naar brede (collectieve) maatschappelijke voorzieningen (BMV’s) in iedere dorpskern. Deze ontwikkeling is gezamenlijk met burgers, vrijwilligers en professionals ingezet. De kadernota schetst een nieuw perspectief voor de toekomst van de voorzieningen en biedt een toetsingskader voor een meerjarig subsidie- en accommodatieprogramma. De basisinfrastructuur in de dorpen vormt een belangrijk fundament voor de extra voorzieningen voor mensen voor wie meedoen niet vanzelfsprekend is.
3. Ambitie en doelstellingen Ambitie (De beoogde maatschappelijke effecten zijn): Zoveel mogelijk inwoners zijn zelfredzaam en participeren actief in de samenleving, ongeacht beperkingen of achterstanden. Alle burgers die niet of niet volledig zelfredzaam zijn, krijgen de zorg die ze nodig hebben (vangnetprincipe). Burgers wonen zo lang mogelijk zelfstandig. Doelstellingen (via welke meetbare doelen bereiken we het effect): Doelstelling Voortgang HL Toelichting Verhogen van de Er is in 2013 sprake van 2&3 De aanhoudende recessie heeft geleid tot arbeidsparticipatie van een lichte toename een verslechtering van de arbeidsmarkt, mensen met een van het aantal met meer werklozen én minder vacatures. bijstandsuitkering; uitkeringen. We verwachten in de tweede helft 2013 en 2014 een verdere afname van de Afname van het aantal Iedereen die kan werkgelegenheid in de regio. bijstandsuitkeringen werken, krijgt gerichte met jaarlijks 3% begeleiding richting Verschillende vormen van ondersteuning: arbeidsmarkt. Sollicitatietraining Jobhunting Loonkostensubsidies Werkervaringsplaatsen Werk-leertrajecten Work first Het verhogen van maatschappelijke participatie.
Mensen die niet (meer) kunnen werken krijgen ondersteuning of zorg met als doel maatschappelijke participatie. Zorg/sociale activering: Re-act Menswel Westrom
Programmabegroting 2014-2017
43
2&3 Trajecten naar werk en begeleiding op het Werkplein
Doelstelling Meer mensen met een beperking kunnen deelnemen aan de samenleving en zelfstandig blijven wonen.
Voor inwoners met een beperking die niet zelfredzaam zijn of zonder steun niet zelfstandig kunnen blijven wonen biedt de gemeente een passende voorziening.
Het aantal aanvragen voor individuele Wmovoorzieningen neemt vanaf 2013 af met 10% t.o.v. 2011.
Voortgang Betreffende hulpstructuren worden geboden door het seniorenwerk, het maatschappelijk werk, MEE, mantelzorgondersteuning en de ondersteuning van vrijwilligers Vanaf juli 2013 is er een start gemaakt met doorontwikkeling van het Gesprek.
HL Toelichting 2&3 De resultaten hiervan zijn apart belicht in de voortgangsrapportage Wmobeleidsprogramma.
In 2013 zijn afspraken gemaakt over een zodanige monitoring dat wij over de voortgang van de realisatie van deze doelstelling vanaf 2014 adequaat kunnen rapporteren. 2013 laat overall een licht dalende tendens zien.
2
Het percentage ouderen dat deelneemt aan verenigingsactiviteiten in 2014 met 15% te laten stijgen ten opzichte van 2011.
3
In 2012 is het principe van de kanteling uit de Wmo-kaders, vertaald naar ‘het gesprek’ waarbij met de cliënt de vraag, de oplossingsrichtingen en het meest effectieve arrangement worden besproken. In overleg wordt vastgelegd wie waarvoor verantwoordelijkheid neemt. Op basis van de evaluatie van de pilot begin 2013 is besloten Het Gesprek een vast onderdeel van de gemeentelijke werkwijze te laten zijn. Het Gesprek -als onderdeel van de ondersteuningsketen moet ertoe leiden dat de aanspraak op individuele Wmo voorzieningen afneemt en de zelfredzaamheid in de eigen sociale omgeving toeneemt. De doorontwikkeling van het Gesprek Wmo en het Werkbedrijf zijn ook gericht op de realisatie van meer collectieve voorzieningen. Wederkerigheid is een belangrijk thema in Het Gesprek.
1
Welke externe factoren kunnen invloed hebben op de te bereiken doelstellingen Externe factoren Kansen en bedreigingen Maatregelen Budgettaire onzekerheid Minder middelen van het Ombuigingen Rijk Efficiënter organiseren Samenwerking regionaal Rijksbeleid Meer taken – minder middelen Keuzes maken Ombuigingen Efficiënter organiseren Regionaal samenwerken Programmabegroting 2014-2017
44
Demografische ontwikkelingen
Meer noodzaak voor en aanspraak op voorzieningen
Perspectief bieden aan jeugd, aandacht en zorg voor ouderen, participatie bevorderen door activering
4. Resultaten Uitwerking kadernota Maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Er wordt een gericht aanbod aan collectieve voorzieningen georganiseerd als mogelijk alternatief voor individuele voorzieningen; Een gericht ondersteuningsaanbod mantelzorg wordt tot stand gebracht; De digitale kaart wordt verder ontwikkeld. Belangrijk is communicatie over de kanteling door brochures, websites, presentaties. Het experiment keukentafelgesprek wordt voortgezet. Minimabeleid In 2013 is het Minimabeleid 2013-2017 ‘De cirkel doorbroken’ vastgesteld. De gemeenten EchtSusteren en Roerdalen zijn hierin gezamenlijk opgetrokken. De gemeenten willen met dit beleid de vicieuze cirkel, waarin minima vaak verkeren, helpen te doorbreken. Meedoen is het motto, met ondersteuning waar nodig en mogelijk. Het minimabeleid zal dus activerend zijn, gericht op eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en participatie. Werk, arbeidsparticipatie is de beste weg uit armoede, maar is niet voor iedereen weggelegd. De gemeente wil het minimabeleid in samenhang met het beleid op andere terreinen en andere overheden, inzetten om te komen tot participatie naar vermogen. Het zal echter ook gericht zijn op preventie en het voorkomen dat mensen verder door het ijs zakken. Iedere burger met een laag inkomen kan aanspraak maken op de algemene voorzieningen (onder bepaalde voorwaarden): Kwijtscheldingen, Schuldhulpverlening en individuele bijzondere bijstand. Specifieke voorzieningen zijn ontwikkeld voor kinderen, werkenden met een laaginkomen en uitkeringsgerechtigden zonder arbeidsverplichting. Zo regelarm mogelijk. Om minima met een arbeidsverplichting te stimuleren maatschappelijk actief te worden, is een ‘maatschappelijk actief compliment’ in het leven geroepen. Een extra bedrag als waardering en stimulering. Vanaf 2014 zal Stichting Leergeld zich ook in Roerdalen actief gaan inzetten om te voorkomen dat kinderen uit gezinnen met minimale financiële middelen aan de kant blijven staan. Tegelijkertijd gaan we een verbintenis aan met het Jeugdsportfonds. De nieuwe wet Schuldhulpverlening is in 2012 geïmplementeerd. De kosten van Schuldhulp zijn de afgelopen periode met ca. 20% gestegen. De stijging is echter vooral te wijten aan het verslechterde economische tij. Het is nog te vroeg om iets te kunnen zeggen over de financiële implicaties van het nieuwe minimabeleid. Arbeidsparticipatie Gemeenten hebben een wettelijke taak uitkeringsgerechtigden en nuggers (niet uitkeringsgerechtigden) te ondersteunen met een activerende aanpak om aan het werk te komen en zorg te dragen voor passende arbeidsplaatsen specifiek voor mensen met een WSW-indicatie. De teruglopende budgetten als gevolg van bezuinigingen en de (toekomstige) knelpunten op de arbeidsmarkt als gevolg van demografische ontwikkelingen leiden tot de volgende concrete doelstellingen: Programmabegroting 2014-2017
45
1. Iedereen levert een bijdrage aan de economische en maatschappelijke groei, naar vermogen; 2. De gemiddelde en totale uitkeringslast- lokaal en regionaal- wordt in de beleidsperiode jaarlijks teruggebracht. Begin 2013 is gestart met de nadere uitwerking hiervan met als agendapunten:
Inrichten van een Werkgeversservicepunt; Hervorming gemeentelijk Re-integratiebeleid conform beleid in visienota; Hervorming Wsw-bedrijven Westrom en Risse richting Werkontwikkelbedrijf; Verknoping Arbeidsmarkt en Economie; Aansluiting Arbeidsmarkt en Onderwijs.
Bij de uitwerking wordt de actualiteit betrokken, zoals het onlangs afgesloten sociaal akkoord, maar ook de extra impulsen op het terrein van de Jeugdwerkloosheid. In 2014 wordt het gedachtegoed omtrent een werkbedrijf verder ontwikkeld op grond van voorstellen die naar verwachting eind 2013 aan de Raad worden voorgelegd. Daarbij is de schaalgrootte ten aanzien van het zelfstandig doen of in samenwerking met andere gemeenten van belang. Uitwerking gevolgen nieuwe wet- en regelgeving De genoemde decentralisaties zullen ook in 2014 nog vragen om extra inspanningen. Roerdalen kiest in dit opzicht voor regionale samenwerking. Wat gaan we nog doen? Het Regionale Arbeidsmarktbeleid, het Beleids- en Uitvoeringsprogramma Wmo en het nieuwe Minimabeleid vormen de basis voor een herstructurering van ons sociale beleid:
2014 wordt het jaar waarin toegewerkt wordt naar een herstructurering van de uitvoering van de Arbeidsparticipatie, gericht op een regionale uitvoering, die toegerust is op de huidige eisen van de arbeidsmarkt en een integrale werkgeversdienstverlening; Op de schaal van Midden-Limburg wordt een plan van aanpak jeugdwerkloosheid uitgewerkt; De tegenprestatie voor het ontvangen van bijstand, maximaal ingezet gericht op maatschappelijk of economisch toegevoegde waarde, volgens het regionaal arbeidsmarktbeleid; De Wmo zal in 2014 met name in het teken staan van de realisatie van het gemeentelijk aanbod aan collectieve voorzieningen, de doorontwikkeling van de “Kanteling” en de voorbereiding – door in 2013 nog nader uit te werken pilots- op de transitie van AWBZ-taken. Hoofddoel is en blijft de bevordering van maatschappelijke participatie; In dat kader blijft de optimalisering van de ondersteuning van mantelzorgers, de organisatie van respijtzorg door zorgvrijwilligers en de ondersteuning van vrijwilligers in algemene zin een belangrijk speerpunt van beleid; Het sluitstuk van het sociale beleid van de gemeente is de implementatie van het nieuwe minimabeleid, met de nadruk op participatie.
Stand van zaken ten aanzien van bezuinigingen Volgens de doelstellingen van de Kanteling is vanaf 2013 een bezuiniging gepland, gebaseerd op een afname van de te verstrekken individuele voorzieningen. Deze doelstelling is niet helemaal gehaald, enerzijds omdat het aantal aanvragen is toegenomen, maar anderzijds omdat bij de evaluatie van het Keukentafelgesprek geconcludeerd is dat de inzet daarvan alleen niet voldoende is om de beoogde bezuinigingen te halen. Daarom wordt momenteel ook: Programmabegroting 2014-2017
46
bezien in hoeverre de normen voor de indicatie of aanspraak op voorzieningen aangepast kunnen worden, het Persoonsgebonden budget meer gepropageerd in plaats van Zorg in Natura, maximaal gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheden tot een eigen bijdrage in de kosten van de voorzieningen, bijvoorbeeld hulp bij het huishouden.
Daarnaast heeft de aanbesteding van huishoudelijke hulp eind 2012 geleid tot fors lagere tarieven. Op het moment van schrijven is over de verschillende decentralisaties nog teveel onduidelijk om een financiële doorkijk te kunnen presenteren. Er zal een geactualiseerd Wmo beleidskader worden vastgesteld. Dit bevat een uitwerking van het huidige Wmo beleid dat “De Kanteling” als uitgangspunt heeft. Dit houdt in dat voor de oplossing van een probleem in eerste instantie een beroep wordt gedaan op de zelfredzaamheid van de burger. De gemeente fungeert als vangnet. Wat gaat de gemeente doen om de doelstellingen te bereiken? Beoogd resultaat Bestaand beleid (korte beschrijving) Regionaal onderzoek naar de inzet Deze doelstelling hangt samen met de herstructurering van van het gemeentelijk werkbedrijf in het sociale domein én van de beoogde regionale relatie tot de rol van de Westrom. samenwerking op beleidsniveau en ook op uitvoeringsniveau. Gezien het uitstel van de Participatiewet zal de definitieve uitwerking in 2013/2014 plaatsvinden.
Gelijkschakeling vrijwilligerswerk aan betaald werk voor bepaalde periode realiseren. Bijzondere bijstandsbeleid incl. vereenvoudiging procedures, evalueren. Integrale schuldhulpverlening.
Conform bestuurlijke afspraak wordt 18% van het Participatie budget ingezet voor de inkoop van sociale activeringstrajecten bij Westrom. Uitwerking regionaal en lokaal is eind 2013/begin 2014 voorzien. Het nieuwe minimabeleid 2013-2017 ‘De cirkel doorbroken’ is in 2012 vastgesteld. In 2013 vindt verdere uitwerking plaats (o.a. Stichting Leergeld/Jeugdsportfonds) en implementatie is vanaf 2014 voorzien. De meerjarige beleidsnota is eveneens in 2012 vastgesteld. Uitvoering conform beleidsnota (en wet).
Met welke partners hebben wij afspraken gemaakt of gaan we afspraken maken om de doelstellingen te bereiken en welke relatie hebben we met deze partners? Partners Afspraken en rol Afvaardigingen van inwonersgroepen Samenwerking en vraagverkenning Adviseurs (IMK, MO-zaak, Argonaut, Inhuur adviesexpertise Wmo Spijtenburg) Re-integratiebedrijven Uitvoering arbeidsparticipatie Wsw bedrijf (Westrom) Uitvoerende rol Sociale Werkvoorziening en arbeidsparticipatie UWV-Werkbedrijf Uitvoering Arbeidsparticipatie Menswel Uitvoering maatschappelijke en sociale activering en ondersteuning vrijwilligers ROC-Gilde Training en opleiding Inburgering en educatie beroepsonderwijs Programmabegroting 2014-2017
47
Partners De Zorgondersteuner
Afspraken en rol Ondersteuning mantelzorgers en Coördinatie zorgvrijwilligers Seniorenwerk Schuldhulpverlening Hulp bij het huishouden (Wmo) Leverancier hulpmiddelen/rolstoelen Wmo
De Zorggroep Plangroep De Zorggroep, Proteion, Orbis, PM. Harting Bank - Ligtvoet
5. Financiële middelen Overzicht baten en lasten van programma 5 bedragen x € 1.000
5. Maatschappelijke participatie en Ondersteuning
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
- 484 - 15.337 - 99 - 15.920
- 479 - 15.290 - 99 - 15.868
- 331 - 14.737 - 40 - 15.108
- 290 - 14.420 - 34 - 14.744
- 290 - 14.320 - 34 - 14.644
- 290 - 14.311 - 34 - 14.635
9.833 18 9.851
9.391 9.391
9.230 9.230
9.130 9.130
9.030 9.030
9.030 9.030
- 6.069
- 6.478
- 5.878
- 5.614
- 5.614
- 5.605
Mutatie reserves Onttrekkingen
190
459
-
-
-
-
Totaal Mutatie reserves
190
459
-
-
-
-
- 5.879
- 6.019
- 5.878
- 5.614
- 5.614
- 5.605
Exploitatie Lasten Maatschappelijke dienstverlening Sociale zaken Vrijwilligerswerk Totaal Lasten Baten Sociale zaken Vrijwilligerswerk Totaal Baten Totaal Exploitatie
Resultaat na bestemming
Overzicht mutaties in reserves programma 5 bedragen x € 1.000
5. Maatschappelijke participatie en Ondersteuning
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Onttrekkingen Algemene reserve Totaal Onttrekkingen
190 190
459 459
-
-
-
-
Totaal mutatie reserves
190
459
-
-
-
-
Programmabegroting 2014-2017
48
Programma 6 Algemene ontwikkeling en gezondheid 1. Inleiding Het programma Algemene ontwikkeling en gezondheid heeft betrekking op de basisvoorzieningen in het sociale domein, zoals sportvoorzieningen, club- en buurthuizen, bibliotheek, onderwijs, kinderopvang, gezondheid etc. Het programma is gericht op het bevorderen van de sociale samenhang en de bevordering van de participatie op het gebied van ontmoeten, ontplooien en ontspannen. Aandacht gaat uit naar de ontwikkeling van talent, kennis, kunde en een gezonde leefstijl van onze inwoners en de regierol die de gemeente heeft om publieke en private initiatieven die daaraan bijdragen, te bevorderen en op elkaar af te stemmen. Ten aanzien van de keuzerichtingen die in de kadernota zijn opgenomen zijn met name de onderstaande thema’s van belang. Investeren in de sociale en ruimtelijke samenhang van de dorpskernen, de burger zal méér zelf moeten doen, voor de mensen die niet zelfredzaam zijn, wordt een vangnet georganiseerd, anticiperen op schaalvoordelen in regionale samenwerking waar dat tot meer professionaliteit of efficiencyvoordeel leidt. Beleidskader Het bestaande beleid voor dit programma is vastgelegd in de volgende beleidsnota’s: Kadernota Wmo ‘ambitie tot participatie’ (2011) Voorzieningenbeleid (2011): o Sturingskader subsidies (2013) o Beleidsnota ontwikkeling maatschappelijk vastgoed gemeente Roerdalen 2013-2025 (2013) Plan van Aanpak Centrum Jeugd en Gezin (2011) Nota integraal jeugdbeleid (2012) Visienota Transitie jeugdzorg (2013) Beleidsnota Jeugdzorg (2013) Kadernota lokaal gezondheidsbeleid (2013)
2. Ontwikkelingen
Terugtredende overheid met een groter beroep op de zelfredzaamheid van burgers en eigen verantwoordelijkheid eerst. Individualisering en een toenemende maatschappelijke verandering en onzekerheid. Meer ruimte aan burgerinitiatieven en multifunctionele (collectieve) voorzieningen, i.p.v. individuele voorzieningen. Meer aandacht voor kwaliteit en differentiatie van het aanbod.
Er is in Roerdalen een maatschappelijke beleidsagenda opgesteld waarin de samenhang van het sociaal beleid is verwoord en verbeeld. De verschillende transities in het sociaal domein worden dorpsgericht in samenhang bezien: iedereen moet naar vermogen kunnen deelnemen aan de samenleving. Belemmeringen op het gebied van werk, inkomen, ‘schuld’, gezondheid of mobiliteit moeten worden geslecht. Er wordt uitgegaan van een integrale dorpsgerichte benadering van preventie, steun en hulp, gericht op meerdere leefdomeinen volgens de één huishouden, één regisseur, één plangedachte. Te veel hulpverleners over de vloer, die onderling niet afstemmen, moet tot het verleden behoren. Mensen moeten zoveel mogelijk kunnen terugvallen op een veilige leefomgeving met een grote mate van sociale samenhang en elkaar helpen. De lokale invloedssfeer wordt vergroot: snelle en ambulante steun en burgers een eigen rol geven moet voorkómen dat dure specialistische hulp of zware zorg moet worden ingeschakeld. Dit is de kerngedachte van de transities. Brede maatschappelijke voorzieningen krijgen een grote rol in het bevorderen van de sociale samenhang en de mogelijkheden voor ontmoeting, ontplooiing en ontspanning. Programmabegroting 2014-2017
49
Wettelijke ontwikkelingen De transitie van de Jeugdzorg die in het afgelopen jaar al in gang is gezet, moet in 2015 gerealiseerd zijn. De gemeente staat het dichtst bij de burger en kan lokaal de samenhang en integrale vraagbenadering organiseren, ook in relatie tot de transities op het gebied van AWBZ, Wmo en arbeidsmarkt. Zowel in de nieuwe jeugdwet als de nieuwe Wmo worden goede basisvoorzieningen als voorwaardelijk gezien. Het Rijk wil één landelijke digitale bibliotheek waar alle leden van openbare bibliotheken toegang toe zullen hebben. De bedoeling is dat de nieuwe bibliotheekwetgeving ingaat per 2014.
3. Ambitie en doelstellingen Ambitie (De beoogde maatschappelijke effecten zijn): Zoveel mogelijk inwoners van de gemeente Roerdalen blijven zich ontplooien en blijven langer vitaal en zelfredzaam, ongeacht leeftijd, beperkingen of achterstanden. Daarnaast worden brede maatschappelijke voorzieningen ontwikkeld, met meer ruimte voor samenwerking, kruisbestuiving van maatschappelijke activiteiten en maatschappelijk ondernemen. Doelstellingen (via welke meetbare doelen bereiken we de ambitie): Doelstelling Voortgang HL Toelichting De in 2013 Eind 2013 wordt de 1 Vanaf 2014 moet dit leiden tot een ontwikkelde plannen accommodatienota ter toename van ontmoetingsmogelijkvoor brede besluitvorming aan de heden, toename van activiteiten door maatschappelijke raad voorgelegd. Hierin burgers zélf opgezet, en een toename voorzieningen (BMV) worden voorstellen van participatiemogelijkheden op het worden de komende gedaan mbt concrete gebied van ontmoeting, ontspanning en 10 jaar in uitvoering kaders voor een BMV 1 ontplooiing. De concrete uitvoering is gebracht. (onderwijs), een BMV 2 afhankelijk van de bestuurlijke keuzes (gericht op Ontmoeting, die in december 2013 gemaakt worden. ontspanning en ontplooiing) en sportaccommodaties. Het CJG in Roerdalen Op dit moment vindt 2&3 Het CjG wordt het voorportaal voor de te is op het gebied van doorontwikkeling van het decentraliseren jeugdzorg, van waaruit opvoeden, CJG plaats mede rekening gezinsondersteuners operationeel zijn, voorlichting, houdend met de gevolgen conform het toekomstmodel Beleidsplan ondersteuning en van de transitie Jeugdzorg en de maatschappelijke hulp voor inwoners Jeugdzorg. agenda. van alle kernen bereikbaar. Jaarlijks worden 30 Het aanbod is 3 Ketenpartners werken integraal en aan kinderen bereikt met gerealiseerd. een samenhangend aanbod. De extra aanbod doelgroep is in beeld en de vraag hiervan voorschoolse stabiliseert zich. educatie.
Programmabegroting 2014-2017
50
Doelstelling De jeugdgezondheidszorg 0-4 (Zorggroep) en 419 (GGD) is geïntegreerd in één organisatie (GGD).
Voortgang Het juridisch traject rondom de integratie van twee organisaties is afgerond. Voor 2014 ligt het accent op de integratie met de (transitie) jeugdzorg.
HL 4
Toelichting De GGD is geïncorporeerd in de Veiligheidsregio Limburg Noord.
Welke externe factoren kunnen invloed hebben op de te bereiken doelstellingen? Externe factoren Kansen en bedreigingen Maatregelen Demografische ontwikkelingen Binnen de aankomende Noodzaak om transities wordt nadrukkelijk voorzieningen anders stilgestaan bij de demografische vorm te geven of te ontwikkelingen. combineren; Meer beleidsvrijheid door decentralisatie; Mogelijkheden tot regionale samenwerking; Leegstand klaslokalen. Individualisering en De kadernota Onderschrijding maatschappelijke verandering onderwijshuisvestings- voorzieningenbeleid biedt handvatten die anticiperen op norm in kleinste de individualisering en kernen; Afname van diversiteit, maatschappelijke verandering. Maatregelen zijn onder andere omvang, het tot stand brengen van bereikbaarheid en innovatieve functiecombinaties haalbaarheid van het in brede maatschappelijke aanbod aan voorzieningen. maatschappelijke voorzieningen; Onderbezetting van accommodaties; Veranderende sociale samenhang en vrijwilligerspotentieel. Samenwerking Binnen de aankomende Efficiencyslag transities wordt nadrukkelijk Vergroten expertise stilgestaan bij de diverse Inperken eigen synergievoordelen van beleidsvrijheid samenwerking. De focus is hierbij primair gericht op samenwerking op Midden Limburgse schaal.
Programmabegroting 2014-2017
51
4. Resultaten Uitwerking kadernota Voorzieningenbeleid Roerdalen wordt geconfronteerd met bevolkingskrimp, individualisering, vergrijzing en ontgroening. Er komt spanning op de sociale samenhang. Om die samenhang ook in de toekomst kansrijk te laten zijn, zijn extra investeringen nodig. De gemeente streeft naar brede maatschappelijke voorzieningen, gericht op een nieuwe in de kernen geconcentreerde sociale samenhang van geclusterde initiatieven of activiteiten, ook initiatieven die de transities raken. Meerdere functies kunnen elkaar onder één dak versterken vanuit de kracht van de dorpskern. De - met de vaststelling van de Kadernota Voorzieningenbeleid - gekozen weg heeft een aantal consequenties. De traditionele verenigingssubsidies zijn tegen het licht gehouden en maken per 2014 de kanteling naar subsidies gebaseerd op concrete activiteiten die rechtsreeks bijdragen aan sociale samenhang in termen van toename van participatie van mensen die aan de kant staan. Gestreefd wordt naar kruisbestuiving van verschillende activiteiten ter bevordering van de kracht van de dorpen. Voorzieningenbeleid heeft naast een sturingskader voor subsidies geresulteerd in een meerjarig uitvoeringsplan voor maatschappelijke accommodaties. Concrete uitwerking van dit gedachtengoed ten aanzien van subsidies en accommodaties is eerst aan de orde na bestuurlijke besluitvorming die naar verwachting eind 2013 zal plaatsvinden. Bibliotheekwerk Het bibliotheekwerk is inmiddels georganiseerd in de vorm van 6 schoolbibliotheken en één centraal steunpunt. Onderzocht wordt of dit centrale steunpunt aangevuld kan worden met lokale servicepunten of afzonderlijke breng- en haalservices, mogelijk in combinatie met burgerinitiatieven. gecreëerd kunnen worden. Lokaal onderwijsbeleid Het lokaal onderwijsbeleid staat enerzijds in het teken van de uitvoering van wettelijke taken: waaronder onderwijshuisvesting, leerplicht en leerlingenvervoer en anderzijds in het teken van de Lokale Educatieve Agenda. Deze LEA is zoveel mogelijk gericht op de samenwerking met schoolbesturen, aanbieders kinderopvang met als speerpunt het zo vroeg mogelijk signaleren van risico’s bij kinderen tussen de 0 en 12 jaar en de aanpak hiervan. In het kader van het passend onderwijs werken de schoolbesturen aan een zorgplan om kinderen met een rugzakje in het reguliere onderwijs te behouden. Dit kan gevolgen hebben voor de uitgaven op het gebied van (speciaal) leerlingenvervoer. In 2014 wordt dit duidelijker. Begraafplaatsen Op dit moment wordt nader onderzocht of en hoe het eigendom en/of het beheer en/of onderhoud van de gemeentelijke begraafplaatsen kan worden geprivatiseerd. Uitwerking gevolgen nieuwe wet- en regelgeving Het Rijk decentraliseert de Jeugdzorg naar de gemeenten, die regionaal in projectverband wordt voorbereid. Wat gaan we nog doen? De implementatie van het accommodatie- en subsidiebeleid zal voor de komende jaren nog de nodige inzet en besluitvorming vergen. Programmabegroting 2014-2017
52
De Kadernota Gezondheidsbeleid 2013-2015 wordt nader uitgewerkt in samenhang met de bestaande beleidsterreinen. Het beleidsveld kunst en cultuur ziet zich al jaren geconfronteerd met een steeds meer terugtredende overheid. Kunst en cultuur staat dan ook niet nadrukkelijk op de lokale agenda waar we de belangrijke beleidskeuzes voor onze gemeente maken. Indachtig deze lijn opteren wij dan ook niet voor beleidsinitiatieven of tot aanzetten om te komen tot een aparte nota cultuurbeleid. Wij geloven echter in de kracht van onze burgers, verenigingen en culturele initiatiefnemers die de bestaande culturele infrastructuur binnen onze gemeente vorm, inhoud en kleur geven. Activiteiten en initiatieven die de culturele infrastructuur versterken en als een waardevol initiatief gezien kunnen worden, willen we ondersteunen als cofinacier. De medewerking van de gemeente is daarnaast regelmatig nodig om voor onze gemeente eurregiomiddelen te genereren. We willen om dit te bereiken hiervoor een beleidsregel opstellen die als stimulans dient de culturele infrastructuur te versterken. Het bieden van deze stimulans kan binnen de beschikbare middelen voor internationale samenwerking op het gebied van Recreatie, Toerisme en Cultuur. Stand van zaken ten aanzien van bezuinigingen Op peuterspeelzaalwerk, bibliotheekwerk en GGD zijn in het verleden bezuinigingen dan wel taakstellingen opgelegd. Deze hebben nog steeds hun doorwerking naar 2014. Wat gaat de gemeente doen om de doelstellingen te bereiken? Beoogd resultaat Bestaand beleid (korte beschrijving) Tienjarig uitvoeringsprogramma Instandhouding accommodaties en uitvoering Voorzieningenbeleid, met een geharmoniseerde subsidieregeling. onderdeel gericht op accommodaties en een onderdeel subsidies. (Concrete uitwerking van dit gedachtengoed ten aanzien van subsidies en accommodaties is eerst aan de orde na bestuurlijke besluitvorming die naar verwachting eind 2013 zal plaatsvinden.) De gemeente heeft een operationele De maatschappelijke agenda organiseert de samenhang in maatschappelijke agenda met daarin het sociale domein. Het toekomstmodel dienaangaande samenhangend beleid op het gebied wordt in 2014 verder geïmplementeerd, deels op van participatie, jeugd, onderwijs en experimentele basis. Hiermee wordt in de praktijk gebouwd (jeugd)gezondheidszorg; aan de transities. De Kadernota Gezondheidsbeleid De Kadernota Gezondheidsbeleid 2013-2015 wordt eind 2013-2015 is eind 2013 afgerond. 2013 vastgesteld. Implementatie vindt plaats in 2014. Het integraal Jeugdbeleidsplan met Is gerealiseerd. Verdere uitvoering vindt plaats in relatie tot een gedifferentieerde aanpak naar de transitie jeugdzorg, rondom het Centrum voor Jeugd en leeftijdscategorieën is in 2012 gereed. Gezin. De functie van het jongerenwerk wordt verbreed naar de individuele begeleiding van jongeren. In 2013 zijn concrete afspraken Is gerealiseerd. De uitvoering van de leerplicht blijft gemaakt over de uitvoering van de uitbesteed aan de gemeente Roermond. leerplicht en de regie van de gemeente Roerdalen.
Programmabegroting 2014-2017
53
Met welke partners hebben wij afspraken gemaakt of gaan we afspraken maken om de doelstellingen te bereiken en welke relatie hebben we met deze partners? Partners Afspraken en rol Schoolbesturen Samenwerkingsconvenant Regiogemeenten Gericht op samenwerking, meer efficiëntie en effectiviteit Kindcentra Kwaliteitsbewaking en bevordering voorschoolse programma’s. Bureau Jeugdzorg Ketenzorg GGD Productafspraken & gemeentelijke bijdrage MEE Ketensamenwerking Algemeen Maatschappelijk werk Dienstverlening sociale problematiek Bibliotheekwerk Subsidieafspraken Zorggroep NML Subsidieafspraken
5. Financiële middelen Overzicht baten en lasten van programma 6 bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Exploitatie Lasten Algemeen Jeugd en Onderwijs Kunst en Cultuur Publieke gezondheid Sport en Bewegen Totaal Lasten
- 248 - 2.934 - 403 - 979 - 211 - 4.775
- 107 - 2.874 - 416 - 1.081 - 212 - 4.690
- 136 - 2.554 - 353 - 914 - 215 - 4.173
- 136 - 2.381 - 353 - 4.671 - 215 - 7.756
- 136 - 2.337 - 353 - 4.672 - 215 - 7.714
- 136 - 2.292 - 353 - 4.748 - 215 - 7.744
Baten Jeugd en Onderwijs Kunst en Cultuur Publieke gezondheid Totaal Baten
356 49 39 444
314 6 40 361
280 6 40 326
203 6 40 250
203 6 40 250
203 6 40 250
- 4.331
- 4.330
- 3.847
- 7.507
- 7.465
- 7.494
Mutatie reserves Onttrekkingen
631
665
174
174
174
174
Totaal Mutatie reserves
631
665
174
174
174
174
- 3.700
- 3.665
- 3.672
- 7.332
- 7.290
- 7.320
6. Algemene ontwikkeling en Gezondheid
Totaal Exploitatie
Resultaat na bestemming
Overzicht mutaties in reserves programma 6 bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Onttrekkingen Algemene reserve Reserve dekking kapitaallasten Totaal Onttrekkingen
212 418 631
254 411 665
174 174
174 174
174 174
174 174
Totaal mutatie reserves
631
665
174
174
174
174
6. Algemene ontwikkeling en Gezondheid
Programmabegroting 2014-2017
54
Programma 7 Algemeen bestuur en middelen 1. Inleiding Het programma algemeen bestuur en middelen wijkt af van de andere programma’s. Het programma omvat de activiteiten voor het op een democratische, transparante, doelmatige en rechtmatige wijze besturen van de gemeente. In dit programma komen uitsluitend die items aan de orde die gericht zijn op het direct betrekken van de burgers bij de gemeente. Voor het overige wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering, de paragraaf dienstverlening en het overzicht van algemene baten en lasten. Bij het onderdeel “middelen” worden wel de baten en lasten van het bestuur, de griffie en burgerzaken meegenomen, aangezien de raad hiermee de autorisatie aan het college geeft om de uitgaven in dit kader te doen.
2. Ontwikkelingen Er zijn veel maatschappelijke ontwikkelingen die vooral indirect gevolgen hebben voor of indirect van invloed zijn op de keuzes die binnen dit programma gemaakt zijn. Een ontwikkeling die wel een direct effect op de dienstverlening heeft, is de steeds verdere digitalisering van de maatschappij. In het regeerakkoord zijn afspraken gemaakt rondom de grootte van gemeenten. Door de schaalvergroting van de gemeenten, gaat het rijk ervan uit dat er een verkleining van het ambtelijk apparaat nodig is. Wettelijke ontwikkelingen 1. De gevolgen van maatschappelijke ontwikkelingen en de financiële crisis hebben effect op de lokale overheid. Een van de gevolgen is dat er een bezuinigingsopdracht ligt, die een hoge druk legt op de organisatie. Door de decentralisatie van bepaalde taken rust een grote opgave op de gemeente om de dienstverlening aan de burger verder te verbeteren. 2. De wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën, Schatkistbankieren en de korting op het BTW compensatiefonds (BCF), zie paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing, hebben negatieve financiële gevolgen. 3. De invoering van de werkkosten regeling, zie paragraaf gemeentelijke bedrijfsvoering, heeft financiële gevolgen, maar mogelijk ook op het nieuwe werken. 4. De eisen aan de informatiebeveiliging en de informatievoorziening worden steeds verder aangescherpt. Vanuit de paragraaf dienstverlening wil de gemeente een excellente informatievoorziening. 5. De aanbestedingswet is in 2013 gewijzigd. De bedoeling van de wijziging is dat dit een lastenverlichting biedt voor het midden en kleinbedrijf. De andere kant van de medaille is dat deze wijziging voor de lokale overheid een lastverzwaring met zich meebrengt. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt nader ingegaan op deze ontwikkeling. Organisatorische ontwikkelingen Gezien alle nieuwe taken en opgaven die de gemeente krijgt is helder dat deze alleen in samenwerking met andere gemeenten en waar aan de orde met maatschappelijke partners gerealiseerd kunnen worden. Ten aanzien van de maatschappelijke transities (participatiewet, jeugdzorg en AWBZ/WMO) wordt daarbij zoveel mogelijk gestreefd naar samenwerking op MiddenLimburgse schaal. Op deze schaal kan ook optimaal de samenhang tussen de transities bereikt worden. In het verlengde van de stellingname van de minister en de provincie dat de maatschappelijke transities bij voorkeur met dezelfde partners moet gebeuren zal Roerdalen zich ervoor inzetten dat de Midden-Limburgse schaal ook de norm wordt. Op onderdelen betekent dat een opschaling ten opzichte van het huidige niveau van samenwerking. Programmabegroting 2014-2017
55
Niet voor alle uitvoeringsonderdelen blijkt de Midden-Limburgse schaal haalbaar en optimaal. Daar waar de regionale conclusie is dat de uitvoering beter lokaal kan gebeuren kiest Roerdalen om efficiencyredenen voor uitvoering op de schaal van de MER (de samenwerking met Maasgouw en Echt-Susteren). Uiteraard zal dat dan samen met de andere gemeenten verder gestalte moeten krijgen. De samenwerking in het MER-servicecentrum is ook de basis waar het gaat om de bedrijfsvoeringstaken en de backoffice van de dienstverlening. Deze uitvoerende taken kunnen efficiënter en met beter ontwikkelde specialismen op deze schaalgrootte worden uitgevoerd. Ook neemt de kwetsbaarheid van de organisatie met deze samenvoeging af. Inmiddels is per 1 september 2013 een start gemaakt met de eerste ruim 75 medewerkers op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving in de omgevingsdienst MER. Bedrijfsvoeringsonderdelen als Financiën, Personeel & Organisatie, Informatie & Automatisering staan op de nominatie om in 2014 over te gaan naar de gemeenschappelijke regeling MER-servicecentrum. Andere onderdelen die passen binnen deze doelstelling volgen later. De samengevoegde onderdelen worden gehuisvest in de bestaande gemeentehuizen waardoor er feitelijk sprake is van een reshuffeling en themagewijze concentratie van medewerkers. De 3 gemeentesecretarissen blijven gezamenlijk de directie vormen van de GR servicecentrum MER. Zodra het MER-servicecentrum is georganiseerd en stabiel draait sluit Roerdalen de aansluiting van andere gemeenten niet uit. Ten aanzien van externe beleidstaken zal wel worden samengewerkt maar ligt samenvoegen in een GR minder voor de hand. De gemeentebesturen blijven altijd autonoom in hun keuzen en zullen vanuit die optiek ook de regie voeren over de bijdragen die van verbonden partijen wordt gevraagd. De kwaliteit van de dienstverlening voor de burgers van Roerdalen moet op het gewenste niveau zijn en blijven. Dit is een voorwaarde, ook als er regionaal wordt samengewerkt. De gemeentelijke dienstverlening wordt steeds meer een onderdeel van een keten van dienstverlening van verschillende organisaties. Informatie over dienstverlening zal steeds minder tijd- en plaatsgebonden moeten worden georganiseerd, anders dan het traditionele loketprincipe. Dat kan door een steeds meer mobiele dienstverlening bijvoorbeeld: naar de burger toe. Het keukentafelgesprek WIZ en op termijn vergunningverlening zijn hiervan voorbeelden. Ook het verplaatsen van dienstverlening naar de Omgevingsdienst en de BSGW passen in dit streven. De kerntaken voor de lokale overheid zijn te vatten in enkele thema’s: dichtbij de burger, autonomie op beleid en dienstverlening. Daarnaast vereisen de ontwikkelingen op gebied van samenwerking dat de Opdrachtgeversrol in omvang en belang toeneemt. De financiële situatie maakt dat we voortdurend moeten werken aan een efficiënte organisatie van onze taken. Daar wordt verder op ingegaan in de paragraaf gemeentelijke bedrijfsvoering.
3. Ambitie en doelstellingen Ambitie (De beoogde maatschappelijke effecten zijn): Onze inwoners en stakeholders worden intensief betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid. Daarmee zijn de kwaliteit van het beleid en de uitvoering structureel verbeterd. De inwoners van Roerdalen ervaren de gemeentelijke dienstverlening als optimaal. Doelstellingen (via welke meetbare doelen bereiken we het effect): De criteria Versterk sociale en ruimtelijke samenhang (1) en Dichtbij en door de burger (2) is van toepassing op dit programma. Om de doelstellingen –van álle programma’s – te bereiken is het criterium Samenwerken (5) van toepassing. Dit komt verder tot uitdrukking in de paragrafen bedrijfsvoering en dienstverlening. Zeker als je samenwerking beschouwt vanuit het perspectief Programmabegroting 2014-2017
56
Kwaliteit, Kostenefficiency en Klanttevredenheid zijn bedrijfsvoering, financiële kaders/doelstellingen en dienstverlening in het geding. Doelstelling Het vergroten van draagvlak (en daarmee uitvoerbaarheid) van het beleid door een brede inzet van burgerparticipatie.
Voortgang
HL 1,2 & 5
Toelichting Bij activiteiten in het kader van beleidsontwikkeling en de uitvoering van diverse projecten wordt op basis van de handleiding Burgerparticipatie afgewogen hoe betrokkenheid van burgers kan worden benut. Of op welke manier actieve betrokkenheid van burgers kan worden georganiseerd. Voor de geplande pilots dorpsgericht werken wordt gebruik gemaakt van de handleiding om burgerparticipatie te stimuleren.
4. Resultaten Wat gaan we nog doen? Begin 2014 zijn er gemeenteraadsverkiezingen gepland. De uitslag van de verkiezingen zal van invloed zijn op de inhoud van een nieuw coalitieprogramma. Op dit moment zijn de directe gevolgen hiervan voor het lopende begrotingsjaar en de daarop volgende jaren niet bekend. Op het gebied van samenwerking zal in 2014 meer en meer duidelijkheid komen over de vormgeving hiervan. Dat wil zeggen op welke gebieden in MER-verband, op welke gebieden in andere of grotere verbanden. Doelstelling van de samenwerking blijf bepaald worden door de drie k’s van kostenefficiency, kwaliteit en klanttevredenheid. In de paragrafen bedrijfsvoering en dienstverlening wordt dieper ingegaan op de antwoorden van de vraag ‘wat gaan we nog doen?’ Wat gaat de gemeente doen om de doelstellingen te bereiken? Beoogd resultaat Bestaand beleid (korte beschrijving) In 2014 behoort het werken volgens Handleiding burgerparticipatie (december 2012). de handleiding tot de standaard werkwijze binnen met name het team Leefomgeving . Stand van zaken ten aanzien van bezuinigingen De in de begroting 2011-2014 opgelegde efficiency-/bezuinigingsopgave heeft er toe geleid dat er een kostenreductie op het ambtelijk apparaat noodzakelijk is. Alle lopende maatregelen zoals o.a. de toetreding in de MER en het BsGW dragen bij aan de realisatie van de kostenreductie in 2017 (zie ook de raadsinformatiebrief van 7 mei 2013. In 2014 is de totale formatie teruggedrongen van 145 FTE in 2013 naar 128 FTE in 2014. Dit zet zich door tot 121 FTE in 2018.
Programmabegroting 2014-2017
57
5. Financiële middelen Overzicht baten en lasten van programma 7 bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Exploitatie Lasten Algemeen Algemeen bestuur Belastingen en WOZ Burgerzaken Overige algemene dekkingsmiddelen Totaal Lasten
- 2.298 - 3.824 - 474 - 586 - 3.513 - 10.695
- 1.744 - 3.994 - 728 - 591 - 1.587 - 8.643
- 1.770 - 5.662 - 264 - 601 - 1.460 - 9.756
- 1.709 - 4.566 - 264 - 561 - 1.460 - 8.559
- 1.462 - 4.563 - 264 - 586 - 1.497 - 8.371
- 732 - 4.556 - 266 - 561 - 1.503 - 7.618
Baten Algemeen Algemeen bestuur Algemene uitkering Belastingen en WOZ Burgerzaken Overige algemene dekkingsmiddelen Totaal Baten
498 128 18.223 3.136 362 6.208 28.554
206 17.884 3.217 334 3.815 25.456
1.257 18.286 3.284 334 3.086 26.247
1.326 21.071 3.312 334 3.029 29.072
1.380 20.974 3.340 334 2.899 28.926
1.430 20.787 3.340 334 2.831 28.722
Totaal Exploitatie
17.860
16.813
16.491
20.513
20.556
21.103
Mutatie reserves Toevoegingen
- 2.060
- 2.871
- 41
- 41
- 41
- 41
Onttrekkingen
3.653
5.038
1.638
603
603
90
1.593
2.167
1.597
562
561
48
19.452
18.980
18.088
21.075
21.117
21.152
7. Algemeen bestuur en Middelen
Totaal Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Overzicht mutaties in reserves programma 7 bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Toevoegingen Algemene reserve Reserve beleggingen Reserve bouwgrondexploitatie Reserve EGEM-i Reserve organisatieontwikkeling Reserve toerisme Toevoeging bespaarde rente Totaal Toevoegingen
-0 - 2.000 - 60 - 2.060
- 107 - 1.847 - 341 - 70 - 506 - 2.871
- 35 -6 - 41
- 35 -6 - 41
- 35 -6 - 41
- 35 -6 - 41
Onttrekkingen Algemene reserve Reserve beleggingen Reserve bouwgrondexploitatie Reserve dekking kapitaallasten Reserve EGEM-i Reserve organisatieontwikkeling Reserve regiofonds Totaal Onttrekkingen
2.593 102 81 177 345 139 215 3.653
3.253 170 759 400 455 5.038
90 513 1.035 1.638
90 513 603
90 513 603
90 90
Totaal mutatie reserves
1.593
2.167
1.597
562
561
48
7. Algemeen bestuur en Middelen
Programmabegroting 2014-2017
58
Algemene dekkingsmiddelen Algemene middelen In onderstaande tabel is een overzicht van de algemene middelen opgenomen. Het betreft met name de uitkering uit het gemeentefonds en de Onroerendzaakbelasting (OZB). Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht en de afvalstoffenheffing geen bepaald bestemmingsdoel. De niet vrij aanwendbare heffingen worden evenals de ontvangsten van de specifieke uitkeringen in de programma’s waarvan ze voor een deel de kosten dekken onder de baten verantwoord. De algemene middelen zijn onderdeel van programma 7. Overzicht algemene dekkingsmiddelen bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Algemene uitkering Algemene uitkering Totaal Algemene uitkering
18.223 18.223
17.884 17.884
18.286 18.286
21.071 21.071
20.974 20.974
20.787 20.787
Belastingen en WOZ Onroerende zaakbelasting Hondenbelasting Toeristenbelasting Baatbelasting Totaal Belastingen en WOZ
2.653 110 339 0 3.102
2.733 108 350 0 3.191
2.800 108 350 0 3.258
2.828 108 350 0 3.286
2.856 108 350 0 3.314
2.856 108 350 0 3.314
Overige algemene dekkingsmiddelen Dividend Bespaarde rente Totaal Overige algemene dekkingsmiddelen
2.186 2.124 4.310
1.652 2.080 3.732
1.789 1.213 3.002
1.789 1.157 2.945
1.674 1.141 2.815
1.623 1.124 2.747
25.635
24.807
24.546
27.302
27.103
26.847
Algemene dekkingsmiddelen
Totaal algemene dekkingsmiddelen
Toelichting Belastingen en WOZ Voor een nadere toelichting op de lokale heffingen wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen. Algemene uitkering gemeentefonds De algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2013. De financiële gevolgen van het regeerakkoord zijn hierin verwerkt. In onderstaand staatje is dit effect te zien door de daling van de basisbedrag van de algemene uitkering in het meerjarenperspectief. Hoewel voor 2014 eerst nog een behoorlijke stijging plaatsvindt, wordt deze in het merenjarenperspectief weer volledig teniet gedaan. De verdere bezuinigingen van het Rijk (€ 6 miljard) zijn nog niet zijn meegenomen. De effecten van deze verdere bezuinigingen voor het gemeentefonds zijn nog niet duidelijk. In de septembercirculaire 2013 wordt hierover meer duidelijkheid gegeven. Wel is rekening gehouden met het voorlopige budget voor de transitie jeugdzorg. Ten opzichte van deze inkomsten zijn in programma 6 ook de uitgaven voor een gelijk bedrag opgehoogd.
Programmabegroting 2014-2017
59
De opbouw van de algemene uitkering is als volgt: bedragen x € 1.000
Algemene Uitkering Basis Algemene Uitkering Inkomensmaatstaf Integratie en decentralisatie uitkeringen WMO-budget Subtotaal (junicirculaire 2012) Verrekening voorgaande jaren Voorlopig budget transitie jeugdzorg Totaal Algemene Uitkering
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
17.438 - 1.977 537 2.090 18.088
17.085 - 2.001 676 2.124 17.884
17.615 - 2.036 523 2.184 18.286
16.571 - 2.036 511 2.184 17.230
16.474 - 2.036 511 2.184 17.133
16.287 - 2.036 511 2.184 16.946
3.841
3.841
3.841
21.071
20.974
20.787
135
18.223
17.884
18.286
Dividend De gemeente Roerdalen ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen, omdat zijn aandelen bezit in onder andere de Bank Nederlandse Gemeenten, Enexis BV en Attero NV. Voor de raming van het dividend is uitgegaan van de daadwerkelijke ontvangsten over het boekjaar 2012. Naast het dividend over de aandelen is de aandelen valt hier ook de beleggingsopbrengst van de obligaties onder. De obligaties die de gemeente op dit moment bezit mogen tot het einde van de looptijd worden aangehouden, zolang er niet wordt gehandeld. Na uitkering mogen geen nieuwe obligaties worden aangeschaft maar moeten indien de middelen overtollig zijn deze worden ondergebracht bij het schatkistbankieren. Het effect van het schatkistbankieren is als stelpost opgenomen in de begroting en loopt van € 24.000 in 2014 op naar € 100.000 in 2017. Bespaarde rentelasten Voor de financiering van de haar activiteiten kan de gemeente eigen financieringsmiddelen inzetten of geldleningen afsluiten. De eigen financieringsmiddelen van de gemeente zijn de reserves en voorzieningen. Over deze eigen financieringsmiddelen berekent de gemeente rente, die wordt meegenomen bij de totale rentekosten van de gemeente. De inkomsten die zo berekend worden betreffen feitelijke bespaarde rente op geldleningen, die niet afgesloten hoefden te worden. Deze inkomsten worden als algemeen dekkingsmiddel ingezet, met uitzondering van de rente die wordt berekend over de voorziening riolering en afval. Het rentepercentage dat over de eigen financieringsmiddelen is gehanteerd was tot op heden 4%. Op basis van de discussie in de raad bij de behandeling van de kadernota 2014, is dit rentepercentage verlaagd naar 2,5%. Dit betekent dat zowel de rentekosten als de rente-inkomsten over de eigen financieringsmiddelen zijn gedaald. De daling van de inkomsten zoals deze in het overzicht staan zijn het gevolg van enerzijds het lagere percentage en anderzijds een daling van de totale stand van de reserves en voorzieningen (exclusief voorziening riolering en afval).
Programmabegroting 2014-2017
60
Paragrafen
Programmabegroting 2014-2017
61
Programmabegroting 2014-2017
62
§ Dienstverlening De eerder vastgestelde missie dienstverlening gemeente Roerdalen luidt: Klantgerichtheid = voldoen aan de wensen en verwachtingen van de klant + 1! In de ´Visie 2015 Publieke dienstverlening, professionele gemeenten´ van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG, 2005) hebben gemeenten als gezamenlijke ambitie geformuleerd, dat de gemeente in 2015 namens de gehele overheid het eerste aanspreekpunt voor inwoners, ondernemers en instellingen is. Op dit moment wordt de visie herzien door de landelijke overheid. Nog maar weinig gemeenten zijn namelijk in 2015 klaar met het realiseren van deze visie. De herziene visie richt zich waarschijnlijk tot 2020. Vooralsnog richten we ons toch op de visie van 2015 en gebruiken we de elementen die hierin benoemd zijn. In 2015 wil de gemeente Roerdalen de volgende prestaties bereiken: 80% van alle klanten krijgen bij het eerste contact met de gemeente direct een juist antwoord, ongeacht de kanaalkeuze. De klant kan producten van de gemeente die zich daarvoor lenen 24 uur per dag, 7 dagen per week aanvragen en/of afnemen van de gemeente via www.roerdalen.nl. De klant kan altijd, via elk kanaal, informatie verkrijgen over de status van zijn aanvraag of de behandeling daarvan. De klant kan elke werkdag gedurende de openingstijden van het gemeentehuis op afspraak komen. De klant hoeft slechts één maal zijn gegevens te verstrekken aan de gemeente. De klant weet waar hij aan toe is en beoordeelt de dienstverlening van de gemeente op basis van servicenormen uit het kwaliteitshandvest.
Veranderende rol gemeentelijke dienstverlening De rol van gemeenten is aan het veranderen. Dit onder invloed van landelijke bewegingen, zoals onder andere de vorming van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD en OD), deelname aan de BsGW , verschuivingen in de hoek van de AWBZ, WMO, Participatiewet, en Jeugdzorg en ook de vorming van Klant Contact Centra. Daarnaast spelen natuurlijk bezuinigingsmaatregelen die door de landelijke overheid getroffen worden een rol. Deze maatregelen zorgen ervoor dat gemeenten geconfronteerd worden met toenemende taken en verantwoordelijkheden en teruglopende inkomsten. Dit alles heeft zo zijn weerslag op de inrichting van de dienstverlening. Het is daarom van belang scherp te hebben welke uitgangspunten Roerdalen heeft bij de doorontwikkeling van de dienstverlening voor de periode tot in ieder geval 2015 en verder. Dit geeft de gemeente houvast bij toekomstige ontwikkelingen van de dienstverleningsfunctie. In deze paragraaf wordt beschreven welke uitgangspunten belangrijk zijn. De input hiervoor wordt gevormd door landelijke ontwikkelingen en trends en lokale wensen en behoeften.
Uitgangspunten dienstverlening De gemeente Roerdalen is ambitieus en wil voor inwoners, bedrijven en instellingen de dienstverlening bieden die zij wensen. Deze visie draagt daar aan bij en vormt het vertrekpunt voor de verdere doorontwikkeling van de dienstverlening. Samenwerking = Toekomstbestendig Samenwerking op het gebied van dienstverlening met andere gemeenten en ketenorganisaties is binnenkort niet meer weg te denken. Gemeente Roerdalen bevindt zich nu in fase 2/3 van Antwoord©. In deze fase wordt intensief gewerkt aan het verbeteren van de eigen dienstverlening
Programmabegroting 2014-2017
63
en interne samenwerking. Fase 3 en 4 richt zich al meer op externe samenwerking zoals met regio gemeenten en ketenorganisaties. Door alle ontwikkelingen op het terrein van dienstverlening, bijvoorbeeld de invoering van het zaakgericht werken, de invoering of verdere inbedding van de basisregistraties, Digitaal Klant Dossier, en het realiseren van digitale loketten, is het voor gemeenten lastig om dit zelfstandig te organiseren en bij te benen. Het merendeel van de, vooral kleine, gemeenten blijkt capaciteit, middelen en kennis te kort te komen om deze ontwikkelingen te volgen. Samenwerking op inhoud en organisatorisch vlak kan de implementatie van ontwikkelingen vereenvoudigen en versnellen en voorkomt dubbele investeringen. De gemeente Roerdalen werkt op dit moment al op onderdelen samen met de gemeenten Maasgouw en Echt-Susteren. Het meest duidelijke voorbeeld daarvan is de vorming van de omgevingsdienst. Dit type van samenwerking kan qua dienstverlening nog een verdere verdiepingsslag krijgen. De samenwerkingsvorm zal dan wel uiteindelijk moeten aansluiten bij de mogelijkheden en wensen van de afzonderlijke gemeente. Met de verdiepingsslag kan gedacht worden aan het vergaand gezamenlijk organiseren van alle facilitaire ondersteunende diensten alsmede de extern gerichte uitvoeringstaken. Voordelen daarvan zijn meer efficiency, hogere effectiviteit en minder kwetsbaarheid. Insteek vanuit dienstverlening is dit vanuit de basis MER te initiëren en op te pakken en verder op te schalen daar waar aantoonbaar voordeel te behalen valt danwel dat samenwerking tegemoet komt aan regionale belangen. Samenwerking met ketenpartners is vooral een voordeel voor de klant wanneer informatie wordt uitgewisseld en beschikbaar is voor de medewerkers van de gemeente. Wanneer uitvoeringstaken gemeenschappelijk weggelegd worden, ontstaat de vraag tot op welk niveau voor deze producten binnen de ‘eigen’ gemeente dienstverlening wordt aangeboden. De gemeente Roerdalen wil hierin de frontofficetaken in ieder geval dichtbij de burger houden. Dit sluit een grote organisatievorm overigens niet uit. De inhoud van de taak bepaalt de samenwerkingsvorm en met wie wordt samengewerkt. Daarbij zal per onderwerp bekeken worden of samenwerking in een groter verband niet ten koste gaat van de slagvaardigheid die de gemeente momenteel heeft. Efficiency: Focus op digitaal en het voorkomen van onnodig klantcontact De gemeente streeft er naar om het niet noodzakelijke klantcontact zoveel mogelijk te voorkomen, hetgeen zeker niet betekent dat het uit de weg wordt gegaan. Bij de afhandeling van klantcontacten kan bijvoorbeeld het principe van Click-Call-Face als leidend worden beschouwd. De focus in dienstverlening richt zich steeds meer op een gebruiksvriendelijke en taakgerichte website (Click), waarop de klant transacties kan doen en (routinematige-) interactie heeft met de medewerkers van de gemeente. Klanten die wel persoonlijk contact willen hebben, worden bij voorkeur telefonisch (Call) geholpen. Als dit niet mogelijk is, komt de gemeente naar de klant toe (Face) of kan de klant een afspraak maken via de website (Click) om het gemeentekantoor te bezoeken (Face). Dit laatste type contact is aan de orde bij meervoudige en / of meer complexe vragen. Doelmatigheid wordt daarmee een belangrijke wegingsfactor in de dienstverlening van de gemeente. Meer doen met minder, dat is de tendens waar gemeenten in toenemende mate mee te maken hebben. Tegelijkertijd is het niet wenselijk om in te boeten op de kwaliteit van de dienstverlening, simpelweg omdat de burger dat van de samenleving – en dus van de gemeenten – verwacht. Streven is om klantcontact via andere, duurdere, kanalen te voorkomen door een goede informatievoorziening na te streven. Dit betekent ook dat de gemeente Roerdalen in toenemende mate gaat sturen naar meer zelf doen, een tendens die is ingezet door klant en techniek. In toenemende mate is er bij burgers de behoefte om vanuit huis, tijd- en plaats onafhankelijk , zaken te regelen. Programmabegroting 2014-2017
64
Klantgerichtheid: dicht bij de klant, hostmanship, mobiele dienstverlening en de menselijke maat De dienstverlening is ingericht vanuit het perspectief van de klant en heeft op verschillende facetten betrekking. Zo houdt de gemeente Roerdalen de dienstverlening graag dichtbij de klant en heeft daarom een proactieve houding. Het klantcontact is persoonlijk en verloopt volgens het voorkeurskanaal. Dit kan zijn in het directe contact op het gemeentehuis, aan de telefoon, via de formele schriftelijke kanalen post en email of bij de klant in zijn vertrouwde omgeving via nieuwe (sociale) media, de website of een ontmoeting thuis. Welk pad de klant ook bewandeld voor zijn product of dienst, de basis van dienstverlening is gelijk. Hiervoor is het nodig de klant te kennen en dat de organisatie continu moet monitoren waar de behoeftes liggen, hoe de klant producten aangeleverd wil krijgen en hoe deze behoeften veranderen. De klant wordt bijvoorbeeld door middel van klanttevredenheidsonderzoeken en deelname aan burgerpanels periodiek gevraagd om zijn mening over de dienstverlening en waar mogelijk betrokken bij de verbetertrajecten. Zo blijft de gemeente Roerdalen de klant dichtbij zich houden. Daarnaast betekent de dienstverlening dicht bij de klant organiseren, dat de voorkant van de dienstverlening dichtbij moet zijn. Dichtbij de klant betekent ook, dat samenwerkingsinitiatieven leiden tot het elders onderbrengen van (delen van) gemeentelijke dienstverlening, dan wordt het nieuwe organisatieonderdeel dat deze diensten verleend gezien als een onderdeel van de eigen gemeente. Dat betekent dat de dienstverlening moet blijven voldoen aan dezelfde condities die binnen de gemeente zelf gelden, zoals onder andere de normen die in het kwaliteitshandvest zijn vastgelegd. Hierbij hoort ook een duidelijke rolverdeling tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, duidelijke afpraken, welke worden vastgelegd in zogenaamde dienstverleningsovereenkomsten. Hostmanship dan wel het gasthouderschap is ook een uitgangspunt, niet alleen bij de afdelingen die direct klantcontact hebben maar ook voor de backoffice van de gemeente en haar dienstverlening. De gemeente probeert klantvragen voor te zijn door te anticiperen op seizoensinvloeden, te achterhalen wat klanten willen en doen en door proactief te communiceren over relevante ontwikkelingen via sociale en traditionele media. Oftewel de gemeente werkt van aanbod gestuurd naar vraag gestuurd. De klant is leidend en de klantvraag stuurt het proces en het aanbod dienstverlening aan. Opleiding en cultuurverandering vormen hierin een belangrijke rol binnen de organisatie. De factor van het daadwerkelijk uitstralen van dienstverlening is wezenlijk. Bovenstaande past ook in de lijn de dienstverlening veel meer mobiel te organiseren zonder dat de burger het gevoel heeft dat de dienstverlening verder af komt te staan. Huisbezoeken in het kader van de keukentafelgesprek en ook op termijn van de vergunningverlening zijn daar duidelijke voorbeelden zijn. Minder vanuit traditionele waarden denken en veel gebruik maken van de hedendaagse ondersteunende middelen maakt het mogelijk om juist de dienstverlening dichter bij de behoefte van de burger te brengen. Resultaatgericht Dienstverlening is een primaire verantwoordelijkheid voor de gemeente. De dienstverlening wordt meetbaar gemaakt en gerapporteerd. De managementinformatie voorziening en het gebruik van deze managementinformatie staat dus centraal. Een duidelijke indicator daarvan zijn de servicenormen dienstverlening vastgelegd in het kwaliteitshandvest. Routekaart dienstverlening gemeente Roerdalen Fase 3: 2014-2015 In fase 3 ontwikkelt het Servicepunt (eerste en tweede lijn) aan zich verder door naar een niveau tot 70 > 80% en van de vragen af te handelen. Verder wordt in deze fase gewerkt aan de uitbreiding van de allround balieproducten, incl. afhandelen van email, e-formulieren en post. In fase 3 worden alle kanalen (telefoon, balie, email, internet en post) gebundeld binnen het KCC, zijn op gelijk niveau Programmabegroting 2014-2017
65
gebracht en richt men zich vooral op het koppelen van de diverse systemen om o.a. de PIP (Persoonlijke Internet Pagina) verder mogelijk te maken. Fase 3 (en afronding fase 2) 2013-2015 Te ondernemen acties (op hoofdlijnen)
Alle kanalen zijn gebundeld binnen het KCC, welke de in- en uitgang vormt voor het burgercontact. De burger krijgt via alle kanalen dezelfde informatie. Voor die zaken waar een vakafdeling nodig blijft, zijn er heldere afspraken gemaakt over de overdracht van taken, de afwikkelingstermijnen en de verantwoordelijkheden voor de kwaliteit van de afwikkeling. Processen zijn geïntegreerd beschreven over alle kanalen. Digitale dienstverlening: toename van digitale dienstverlening tussen gemeente en burger met 15 e-formulieren. Het telefonisch informatiepunt/servicebalie is uitgebreid naar zo’n 70 > 80%, met daarbij een afspraak over de garantie van afdoening richting de burgers. Het Servicepunt dat 75 producten zelfstandig afhandelt en voor de overige producten een goede verwijsfunctie vervult. Het Servicepunt is in staat om over de aangegeven afhandelingspercentages en producten standaard email en e-formulieren en post af te handelen De burger kan via de PIP eigen gegevens en statusinformatie inzien; het Servicepunt kan deze informatie ook verstrekken. Kanaalsturing wordt ingezet voor het realiseren van efficiency en besparingen. De gemeente houdt een MARAP (management rapportage) bij.
Fase 4 en verder: 2015 In fase 4 richt men zich vooral op de omgeving (en in dit geval ook op regionale samenwerking) en samenwerking met ketenpartners. In fase 4 voert het KCC de regie op het klantproces en men kan gericht aan kanaalsturing gaan doen en per product het voorkeurskanaal aanwijzen om eventuele besparingen te realiseren. Fase 4 2015 - Te ondernemen acties (op hoofdlijnen):
Samenwerkingsvormen rondom dienstverlening met ketenpartners bestaan, waar de gemeente één van de participerende partijen is. De gemeente is de toegangspoort voor de overheid. Doorontwikkeling digitale dienstverlening gericht op snelle een transparante elektronische dienstverlening; zelfbediening voor de burger. Kanaalsturing wordt gericht ingezet en per product is het voorkeurskanaal aangewezen, waardoor er besparingen gerealiseerd kunnen worden. Het KCC neemt verantwoordelijkheid voor het beantwoorden van meervoudige en complexe vragen, ook over de keten heen. Regie op het klantcontact. Integratie van dienstverleningsaanpak met ketenpartijen is gerealiseerd, zowel fysiek afgestemd en digitaal eenduidig opgezet. Telefonische dienstverlening/servicebalie en de vakbalies hebben een optimaal niveau bereikt. Verbreding kan gaan plaatsvinden door met name ook te dienen als informatiepunt voor andere overheden. De PIP is operationeel, waarbij de burger zijn vraag kan volgen; eerder contact zichtbaar is en zelf transacties kan verrichten. Het Servicepunt kan deze informatie ook verstrekken.
Programmabegroting 2014-2017
66
Fase 5 - Te ondernemen acties (op hoofdlijnen):
De gemeente beschikt over een KCC met hoogwaardige dienstverlening, waar de burger via de diverse kanalen voor al zijn vragen, producten en diensten terecht kan van zowel overheid als van ketenpartners. De gemeente is voor de burger de ingang voor alle vragen aan nagenoeg de hele overheid en handelt 80% van de burgervragen aan de overheid in één keer goed af. Met één telefoonnummer, één website, één mailadres bereikt de burger de hele overheid; de gemeente is letterlijk de toegangspoort voor de totale overheidsdienstverlening. De gemeente heeft het landelijke predicaat van een Contact Centrum Overheid (CCO) en beschikt in dat kader over een keten- en overheidsbreed KCC.
Randvoorwaarden Het dienstverleningsconcept kan niet los gezien worden van het bestuur, de competenties, de bedrijfsvoering, de kwaliteitszorg, de informatie- en communicatiestructuur, automatisering, etc. Het zijn allemaal bouwstenen van de ambitie om de klant optimaal van dienst te zijn. Uiteraard zijn er bij deze bouwstenen een aantal algemene aanbevelingen te noemen, die bepalend zijn voor succesvol verbeteren van dienstverlening:
Bereidheid tot verandering, de aanwezigheid van draagvlak en het juiste klimaat: Succesvolle dienstverlening valt of staat met de cultuur (normen, waarden, attitude en gedrag, passie). Hierbij geldt dat communicatie een voorname rol speelt. Sturing vanuit managementteam op kaders: Het dienstverleningsconcept moet nadrukkelijk op de agenda van het managementteam staan. Duidelijkheid over verantwoordelijkheden: Het vormen van een visie en het uitvoeren daarvan door veranderingen in te zetten, kan niet zonder duidelijke aanwijzing van verantwoordelijken (één persoon) voor deze acties en de inrichting van een heldere ontwikkelorganisatie. Voldoende kennis en kunde bij medewerkers: Dienstverlening valt of staat met de mensen die het doen; hun betrokkenheid, creativiteit, houding & gedrag en competenties. Voldoende daadkrachtigheid en ontwikkelvermogen: Het niveau van organisatieontwikkeling (leiderschap, strategie & beleid, processen, mensen en middelen) is mede bepalend is voor het vormgeven van het ambitieniveau en het tempo van de verandering.
Programmabegroting 2014-2017
67
§ Demografische ontwikkelingen Demografische veranderingen De gemeente Roerdalen wordt de komende jaren geconfronteerd met een daling van haar inwonersaantal (krimp), waarbij de leeftijdssamenstelling verandert en een huishoudenverdunning plaatsvindt. Het aantal jongeren zal dalen (ontgroening), het aantal (zeer) ouderen neemt toe (vergrijzing) en het gemiddelde aantal personen per huishouden neemt af (huishoudenverdunning). Een daling van het inwonersaantal is in eerste instantie bedreigend. De lasten voor het in standhouden van diverse voorzieningen moeten immers door een kleinere groep mensen worden gedragen, de zogenaamde demografische druk1 (zie tabel, brongegevens uit: Gemeente op Maat). Maar krimp betekent ook dat er kansen ontstaan om accenten op onderbelichte gebieden in onze samenleving te leggen, bijvoorbeeld een kwaliteitsslag in de woningvoorraad of andersoortige en hoogwaardige faciliteiten voor vrijetijdsbesteding. Jaar
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Aantal inwoners per 1-jan 21407 21249 21286 21320 21142 21333 21307 21239 21092 20998
Krimpmaatstaf Groene druk
Grijze druk
Demografische
Heden – 7 jaar n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. -168 0,79% -157 0,74% -288 1,37%
(65 jaar e.o.) 23,8% 24,9% 25,7% 26,6% 27,8% 29,0% 30,2% 31,6% 33,9% 35,6%
Druk 58,6% 59,6% 60,0% 60,4% 61,4% 62,3% 63,8% 64,6% 66,6% 68,2%
(0 t/m 19 jaar) 34,8% 4699 34,7% 4622 34,3% 4561 33,8% 4487 33,6% 4399 33,3% 4375 33,6% 4368 33,0% 4258 32,7% 4140 32,5% 4061
3212 3317 3418 3541 3642 3811 3930 4077 4290 4451
13496 13310 13307 13292 13101 13147 13009 12904 12662 12486
Gemeenten die binnen 7 jaar met meer dan 1% aan inwonersaantal dalen, ontvangen een krimpbijdrage van het rijk. Deze keer komt onze gemeente (2013 <20.998> – 2006 <21.286>) boven deze 1%-norm. Deze bijdrage is bedoeld om de nadelige financiële gevolgen van bevolkingsdaling (voor een deel) op te vangen en om de noodzakelijke herstructurering door te voeren. De demografische druk neemt consequent toe (zie tabel). In het Interbestuurlijke Actieplan Bevolkingsdaling “Krimpen met Kwaliteit”, van het Rijk, VNG en de IPO is de regio Midden-Limburg dan ook al als anticipeerregio gelabeld. De labeling als anticipeerregio is in 2012 dan ook nog eens bevestigd. De gevolgen van een krimpende bevolking zijn meerledig, te weten: Een veranderende kwantitatieve en kwalitatieve vraag naar woningen. Het draagvlak voor (maatschappelijke) voorzieningen komt onder druk te staan (winkels, onderwijs, sport, zorg, welzijn). Veranderende bedrijvigheid en arbeidsmarktbeleid. Dalende gemeentelijke inkomsten en toenemende (beheers)uitgaven.
1 De demografische druk: Dit houdt in dat er op ieder 100 inwoners in de ‘productieve’ leeftijdsgroep van 20 tot 65 jaar xx inwoners waren van 0 – 20 jaar of 65 jaar en ouder. Hoe hoger de demografische druk, hoe groter het aandeel personen in de bevolking dat inactief is op de arbeidsmarkt en niet meebetaalt aan de sociale premies.
Programmabegroting 2014-2017
68
De gemeente Roerdalen staat dan ook voor opgaven die vragen om een vernieuwde strategische aanpak. Een aanpak waarbij een evenwichtige balans ontstaat tussen ambities en mogelijkheden, tussen investeren en bezuinigen. Werken aan een toekomstbestendig Roerdalen betekent dan ook het werken aan een nieuw evenwicht. Enerzijds zal er namelijk sprake zijn van een terugtredende overheid die meer overlaat aan de burger en het maatschappelijk middenveld. Anderzijds is er een optredende overheid die actief anticipeert en inspeelt op belangrijke maatschappelijke effecten ter behoud van de leefbaarheid en vitaliteit van de kernen.
Visie (lokale) gevolgen demografische ontwikkeling Om de betekenis van de demografische ontwikkelingen voor onze gemeente goed in kaart te brengen en algemene kaders te kunnen ontwikkelen is een strategische visie en de formulering van integraal beleid noodzakelijk. Deze handschoen is in 2011-2012 opgepakt. De met de demografische veranderingen samenhangende toekomstige vraagstukken en opgaven hebben sindsdien ook al beperkt aandacht gekregen in de diverse beleidsstukken. Zo is het thema krimp onder meer onderwerp op het gebied van wonen (terugschroeven woningbouwplannen en transformatie woningvoorraad), in de in ontwikkeling zijnde Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving Midden-Limburg Oost 2010-2014 en is het in de ruimtelijke ordening (vastgestelde Structuurvisie gemeente Roerdalen), in de Kadernota Voorzieningenbeleid, de WMO-nota “Ambitie tot participatie” (uitwerking van programmalijn 1: meedoen en eigen verantwoordelijkheid) en het pilotproject Wonen, Welzijn Zorg al zijdelings meegenomen. De bevolkingsdaling zal ook in andere beleidsvelden nader geconcretiseerd en verankerd moeten worden. De komende jaren zullen dan ook gebruikt worden om algemene en integrale kaders te ontwikkelen; daarna worden hiervoor uitvoeringsplannen en maatregelen uitgewerkt.
Woningvoorraad De woningmarkt zal zo veel mogelijk worden aangepast aan de veranderende behoefte. De raad heeft bij de vaststelling van de Regionale Woonvisie aangegeven de krimp te willen begeleiden, maar vraagt wel in het bijzonder aandacht voor de doelgroep starters en ouderen op de woningmarkt. Voor de doelgroep starters is er in 2012 de Starterslening Roerdalen vastgesteld, hiervan is in 2012 en 2013 al veelvuldig gebruik gemaakt. Ook voor andere doelgroepen worden beleidsinspanningen verricht, zoals het pilotproject Wonen, welzijn zorg. Door het hoog percentage particulier woningbezit in onze gemeente zal de komende jaren de nadruk vooral komen te liggen op de aanpassing, de herstructurering en de voorkoming van leegstand van de bestaande woningvoorraad. Met herstructurering wordt hier bedoeld dat bestaande woningen gesloopt en eventueel vervangen worden door (minder) woningen die geschikt zijn voor met name senioren of dat woningen multifunctioneel aangepast worden zodat ze geschikt zijn voor meerdere doelgroepen. Leegstand wordt hier expliciet benoemd. Enerzijds wordt dit gedaan omdat de leegstand van woningen samen kan gaan met een verminderde leefbaarheid. Deze verminderde leefbaarheid heeft niet alleen gevolgen voor prijsvorming van de leegstaande woningen, maar ook voor de directe omgeving van deze woningen. Een instrument dat hier (tijdelijk) een oplossing voor biedt is de leegstandsvergunning die de huiseigenaren voor kortdurende verhuur kunnen aanvragen. Ook hiervoor komen frequent aanvragen binnen bij de gemeente. Anderzijds zal het automatisme om leegstaande of leegkomende gebouwen om te bouwen c.q. te bestemmen tot woningen, gezien de beperkte behoefte, nog maar in bepaalde situaties mogelijk zijn (Structuurvisie Roerdalen). Dit laatste kan natuurlijk gevolgen hebben voor de potentiële ontwikkelingswaarde van dergelijke panden. Op regionaal niveau is hiervoor een gezamenlijke bestuurlijke verantwoordelijkheid vereist. Binnen de Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg, projectgroep Wonen wordt dan ook aandacht geschonken aan deze problematiek waarbij met name de aanpak van de planvoorraad, de Programmabegroting 2014-2017
69
herstructureringsopgave en het behoud van de leefbaarheid in de diverse kernen centraal staan. Alleen door gezamenlijk op te trekken, inclusief de betrokken marktpartijen, kunnen wij tijdig anticiperen op genoemde ontwikkelingen. In 2012 is er daarom in GOML-verband een Bestuursconvenant Wonen Midden-Limburg en een bijbehorende Bestuursopdracht vastgesteld die in 2014 zal leiden tot het aan de gemeenteraden ter vaststelling aanbieden van een Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving Midden-Limburg. Eén van de afspraken hierin, is dat er 1 gezamenlijke woonvisie voor Midden- Limburg wordt opgesteld, hiermee is men in 2013 volop bezig. In het najaar van 2013 vindt hierover een regionale bijeenkomst plaats voor alle raads- en commissieleden en de stakeholders binnen de regio Midden-Limburg.
Herinrichting openbare ruimte De herstructurering op de woningmarkt zal naar verwachting op den duur leiden tot meer groen binnen de gemeente. Versterking van de groenstructuur kan bijdragen aan een toename van de leefbaarheid, de leefkwaliteit en het woongenot onder voorwaarde dat de openbare ruimte goed is ingericht en goed wordt onderhouden. De herinrichtings- en beheerkosten van te herstructureren gebieden zijn een belangrijk aandachtspunt en zullen zo arbeidsextensief en duurzaam als kwalitatief acceptabel worden ingericht.
Concentratie voorzieningen Naar verwachting zal de krimp van de bevolking gevolgen hebben voor de sociale structuur van kernen en het gebruik van (gemeentelijke en andere) voorzieningen. Enerzijds zal de veranderende bevolkingssamenstelling leiden tot een vraag naar c.q. het ontwikkelen van andere activiteiten. Anderzijds brengen veranderende activiteiten een verandering van de vraag naar ruimte en accommodaties met zich mee. Deze zullen zoveel mogelijk multifunctioneel van opzet zijn.
Maatschappelijke ondersteuning De scherpe toename van het aantal ouderen zal naar verwachting leiden tot een groter beroep op voorzieningen in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). In nauw verband hiermee staat tevens de zgn. kanteling van de Wmo, waarbij niet meer sec gekeken wordt naar of iemand in aanmerking komt voor de door hem of haar gevraagde voorziening. In plaats daarvan wordt de situatie van aanvrager in brede zin in kaart gebracht om van daaruit op basis van maatwerk te kijken naar de benodigde ondersteuning. Deze kanteling zal de komende jaren geleidelijk in de uitvoering van de Wmo worden geïmplementeerd. Op deze wijze zal geprobeerd worden te komen tot een passend evenwicht waarbij de veranderende zorgvraag en de financiële mogelijkheden in balans blijven, gericht op behoud van een zorgzame en gezonde samenleving. In het kader van de leefbaarheid van de kernen en het bieden van een uitstekende toekomst voor de inwoners van Roerdalen wordt immers ingezet op het aanbieden van passende zorgvoorzieningen afgestemd op de behoefte en mogelijkheden binnen de kernen.
Financieel In de toekomst wordt verwacht dat voor het thema demografische ontwikkelingen middelen vanuit de EU-structuurfondsen worden aangewend. Diverse beleidsstukken van het rijk, VNG en IPO geven acties en aanvullende maatregelen aan die voor krimp- en anticipeerregio’s noodzakelijk en mogelijk zijn. Herverdeling geldstromen krimp in gemeente- en provinciefonds is een voorbeeld van een dergelijke maatregel. Om de gemeenten te ondersteunen om gegevens over de financiële gevolgen van bevolkingsdaling in kaart te brengen is er een aanvulling op de Handreiking paragraaf demografische ontwikkeling van het BZK door BNN (Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling) gemaakt. Hierin wordt geadviseerd om voor drie belangrijke beleidsterreinen, te weten Onderwijs huisvesting voor het basisonderwijs, riolering en buitensportaccommodaties de financiële gevolgen in kaart te brengen. Deze onderwerpen zullen daarom geprioriteerd behandeld worden.
Programmabegroting 2014-2017
70
§ De gemeentelijke bedrijfsvoering De paragraaf bedrijfsvoering betreft de bedrijfsprocessen binnen onze gemeente om de beleidsdoestellingen te kunnen realiseren en de sturing en beheersing daarvan. Als de gemeente transparant wil zijn, zijn duidelijke interne werkprocessen randvoorwaardelijk. Mede hierdoor stellen we onszelf in staat de kwaliteit van de dienstverlening te blijven verbeteren. Dit levert ook een bijdrage aan de democratische legitimiteit en het vergroten van het vertrouwen van de burgers in de overheid. Hoewel de effecten voor de burgers wel zichtbaar zijn, gaat het in beginsel dus vooral om intern gerichte aangelegenheden die met de bedrijfsvoering en de processen binnen de gemeente te maken hebben.
Organisatie Organisatieontwikkeling Onze organisatie ontwikkeling is gericht op de medewerkers, organisatie en fysieke en virtuele werkplek. In 2013 is sterk ingezet op de fysieke werkplek en het professionaliseren van de medewerkers. In 2014 zetten wij in op het versterken en borgen van de ingezette lijn.
Medewerker
Virtuele werkplek
Fysieke werkplek
Organisatie
Waar in 2012 en 2013 veel is ingezet en gerealiseerd op de kwarten fysieke en virtuele werkplek, zullen vanaf 2014 ook accenten liggen op organisatie en medewerker. Dit zul je terugzien in de vormgeving van de samenwerking (MER en mogelijk grote en andere verbanden) en het dorpsgerichte werken. De huidige organisatie zal zich moeten aanpassen en mee veranderen binnen de kaders, zoals ze nu bekend zijn: samenwerken met als doelstelling borgen en verbeteren kostenefficiency, kwaliteit en klanttevredenheid; realisatie van de drie grote decentralisaties (jeugdzorg, wmo en participatiewet); dorpsgericht werken; Naast de omgevingsdienst in het MER Servicecentrum zullen stapsgewijs alle bedrijfsvoeringonderdelen in de MER worden ondergebracht. Daarmee zal de ‘overblijvende’ organisatie van de gemeente Roerdalen zich ontwikkelen tot een kleinere organisatie die de focus heeft liggen op dienstverlening voor de burger. Een autonome gemeente met een eigen maatschappelijke en ruimtelijke beleidsontwikkeling met een stevige opdrachtgeversrol naar verbonden partijen, zoals het MER Servicecentrum.
Programmabegroting 2014-2017
71
Taakstelling personeel De gemeentelijke organisatie is de afgelopen jaren al flink op de schop genomen. Naast de ontwikkeling van de staande organisatie speelden de bezuinigings- en efficiency- opgaven een rol in 2013. In 2012 is aan de organisatie een taakstelling opgelegd van € 7 ton (dit komt neer op ongeveer 9% van het personeelsbestand). Om deze ontwikkelingen te faciliteren is in 2012 eenmalig een bedrag van € 2 miljoen beschikbaar gesteld. Daarmee is het mogelijk om de ambities en mogelijkheden van de (afgeslankte, maar efficiënte) organisatie in evenwicht te brengen. De einddatum voor het bereiken van de efficiency en bezuinigingsdoelstellingen is 31 december 2016. Waarbij gesteld is dat op 31 december 2014, 50% van de taakstellende bezuiniging zal zijn bereikt. Personeel Organisatieontwikkeling zoals beschreven is geënt op het inspelen op de veranderende externe omgeving. Een van die ontwikkelingen die direct linken naar ons HRM-beleid is de CAO van de Toekomst. Deze zal meer kader stellend zijn; meer gericht op hoofdlijnen en minder gedetailleerd en regelend, waardoor hij kan meebewegen met de toekomstige ontwikkelingen. De kwaliteit van HRM beleid en werknemersvoorzieningen wordt een belangrijk onderwerp voor gemeenten. De visie op HRM is de focus voor het opstellen van een strategisch HRM beleid; hiermee gaan we dan ook aan de slag. Vanuit de koppeling met de kernwaarden (Professionaliteit & Efficiency / Klantgerichtheid / Betrokken / Transparant & Open / Dynamisch) zullen met de te (her)formuleren visie op HRM de speerpunten benoemd worden. De HRM cyclus zal vervolgens (her)ingericht worden vanuit de visie in combinatie met de speerpunten. Een van de thema’s binnen de HRM cyclus die in 2014 de aandacht zal krijgen is ARBO & Verzuim. Het medewerkerstevredenheidsonderzoek zal worden ingezet en opgevolgd (arbeidsomstandigheden) en de visie op verzuim zal verder vormgegeven worden, waarna het ziekteverzuimbeleid gemoderniseerd zal worden en de aandacht zal krijgen. Binnen MER verband zal de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden en de daarmee samenhangende thema’s op de agenda staan. Planning & Control Er is samenwerking met de werkgroep Begroting vanuit de raad. Deze Raadswerkgroep –in 2012 opgericht – richt zich op het ontwikkelen van een format voor de opzet van de Programmabegroting na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014. Het gaat daarbij met name om de leesbaarheid in relatie tot sturende werking. De in 2013 ingezette lijn van facilitering van de organisatie op het gebied budgetcontrol en rolverantwoordelijkheid wordt voortgezet. De organisatie heeft reeds flinke stappen gezet en rollen tussen ondersteunende en primaire processen worden steeds duidelijker. De afdeling A&K zal in 2014 verder inzetten op het verstevigen van integrale advisering. Informatisering & Automatisering (kortweg I&A) Voor 2014 zijn de volgende zaken te voorzien: De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) komt eraan, waar de gemeente als één van de bronhouders een rol bij speelt. De BGT is een gedetailleerde (in vaktaal: grootschalige) digitale kaart van heel Nederland. Daarin worden alle objecten als gebouwen, wegen, water, spoorlijnen en groen op een eenduidige manier vastgelegd. In 2013 ronden we fase 1 van de BGT (“ontwerp”) af. In 2014 ligt de focus op de realisatiefase. De implementatie van de BGT moet voor 2015 zijn afgerond. Het programma modernisering GBA (mGBA) werkt aan de Basisregistratie Personen (BRP). De BRP draagt bij aan de dienstverlening aan burgers, bedrijven en overheidsorganisaties en maakt deel uit Programmabegroting 2014-2017
72
van het stelsel van basisregistraties. Op termijn vervangt de BRP de huidige gemeentelijke basisadministraties (GBA). De realisatiefase zal voor onze gemeente in 2014 starten. Het zaakgericht werken zal in 2014 verder vorm krijgen, nadat in 2013 de koers en aanpak is bepaald. 2014 is het grote overgangsjaar naar de nieuwe werkwijze, die een sterke bijdrage moet leveren aan het verbeteren van de dienstverlening. Dit betekent dat in 2014 een hoge prioriteit wordt gegeven aan het zaakgericht werken en dit een behoorlijke impact zal hebben op de inzet van medewerkers. Zaakgericht werken gaat namelijk vooral over nieuwe werkwijzen, houding en gedrag en is daarmee vooral een organisatie- en cultuurontwikkelingstraject. Het zaakgericht werken zal bijdragen aan een goede, geordende en toegankelijke staat van digitale informatie zoals deze in de archiefwet wordt voorgeschreven. Bestaande informatie, die veelal op papier beschikbaar is in de archieven, zal de nodige aandacht blijven vragen. De transitie van papier naar digitaal zal de komende jaren de nodige aandacht en capaciteit vergen. De website wordt verder doorontwikkeld, waarbij meer producten en diensten digitaal 24/7 kunnen worden afgenomen. Ook zal er gewerkt worden aan het beschikbaar stellen van statusinformatie van lopende zaken aan burgers. De normen voor informatiebeveiliging worden steeds verder aangescherpt. KING heeft inmiddels de Informatiebeveiligingsdienst (IBD) opgericht, om gemeenten te helpen hun informatiebeveiliging naar een hoger plan te tillen. Op basis van de Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst (BIR) is door de IBD een vertaalslag gemaakt naar een baseline voor de gemeentelijke markt. Deze Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG) betreft op dit moment twee varianten, een Strategische- én een Tactische Baseline. Om gemeenten nog concreter te ondersteunen wordt er ook gewerkt aan een Operationele Baseline, welke zal bestaan uit concrete producten die stapsgewijs aan de gemeenten worden aangeboden. In 2014 zullen we de lat nog hoger moeten leggen, om te kunnen blijven voldoen aan de hoger wordende normen voor informatiebeveiliging. Voor al deze ontwikkelingen geldt dat nog niet helemaal duidelijk is welke financiële consequenties ze hebben en wanneer die hun effect gaan krijgen. Uiteraard zullen hier de mogelijkheden tot samenwerking in MER verband worden onderzocht. De budgetten zijn vooralsnog niet verhoogd. Communicatie In 2014 is er duidelijkheid over de visie van de gemeente Roerdalen op het gebied van communicatie. Uitgangspunt voor deze visie zijn de strategische doelen en ambities van de gemeente Roerdalen. Op basis van de visie worden de interne en externe communicatie, crisiscommunicatie, burgerparticipatie en communicatie van raad en bestuur geëvalueerd en waar nodig aangescherpt. Nieuwe afspraken zijn nodig op het gebied van social media. Uitgangspunt hierbij is het informeren, betrekken en enthousiasmeren van onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties bij de dienstverlening en het beleid van de gemeente Roerdalen. De externe uitingen die we hiervoor inzetten zijn inhoudelijk afgestemd op de doelgroep, herkenbaar en versterken het imago van de gemeente Roerdalen. De website van de gemeente Roerdalen voldoet aan de eisen van toegankelijkheid, actualiteit en functionaliteit zoals gesteld in de webrichtlijnen.
Huisvesting Gemeentehuis Zoals aangegeven bij programma 7 betekent de samenvoeging van onderdelen in het servicecentrum MER een reshuffeling en themagewijze concentratie van medewerkers binnen de bestaande gemeentehuizen. Omdat de MER de komende 2 jaar wordt opgebouwd kan het gedurende die periode zo zijn dat tijdelijk gemeentehuizen een lagere bezetting kennen. Feitelijk is dat nu in Roerdalen ook het geval nu het team Veiligheid, Toezicht en Handhaving naar Heel vertrokken is en Programmabegroting 2014-2017
73
er nog geen medewerkers van andere onderdelen zijn geplaatst in Roerdalen. Aan het eind van die ontwikkelperiode van 2 jaar wordt gestreefd naar een evenwicht vergelijkbaar met de personeelsverdeling voor aanvang van de reshuffeling. Om die reden worden er over en weer ook geen huisvestingskosten in rekening gebracht. Iedere gemeente draagt er zorg voor dat de nieuwe onderdelen adequaat worden gehuisvest. Omdat Roerdalen sinds 2011 een flexibel huisvestingsconcept kent kan Roerdalen de huisvesting van MER-onderdelen naar verwachting makkelijk opvangen. Gemeentewerf Op 1 mei 2012 heeft het college ingestemd met het voorstel realisatie gemeentewerf, naar verwachting te realiseren binnen de door de raad vastgestelde limiet van € 800.000 inclusief voorbereidingskrediet. Op 28 juni 2012 is door de raad een besluit genomen over de (ver)nieuwbouw. Verwachte start van de bouw in 2013 en oplevering eind 2014. Na realisatie beschikt de gemeente over een functionele gemeentewerf in Melick en is voor de bedrijfsvoering van de buitendienst de gemeenteloods in St. Odiliënberg niet meer nodig. Deze wordt vooralsnog aangehouden voor opslag van overig materiaal van de gemeente. Omdat het gemeentehuis over te weinig opslagcapaciteit beschikt wordt onderzocht of het financieel haalbaar is de loods in St. Odiliënberg aan te houden in combinatie met gedeeltelijke verhuur aan derden.
Inkopen De Aanbestedingswet 2012 Op 1 april 2013 is de Aanbestedingswet 2012 in werking getreden, waarmee er ook een nationaal aanbestedingskader, onder de Europese drempel is ontstaan (bedoeld voor het midden- en kleinbedrijf). Het doel is duidelijke en uniforme kaders voor aanbesteden te stellen. Wat moet leiden tot: betere toegang ondernemers, lasten verlaging, meer concurrentie en een eenvoudigere afhandeling van klachten. Dit is dan ook het uitgangspunt geweest om het beleid en de uitvoering hierop aan te passen. De Aanbestedingswet 2012 legt nadrukkelijker dan voorheen een motiveringsplicht neer bij de aanbestedende diensten voor de keuzes die zij maken bij hun inkooptrajecten. Beleid Op 3 mei 2013 is het vernieuwde inkoop- en aanbestedingsbeleid in werking getreden. Dit Inkoopbeleid geeft vooral de strategische doelen en uitgangspunten met betrekking tot inkoop weer en behandelt het ‘wat’ en ‘waarom’. Aanbestedingen doen we voornamelijk op basis van het criterium Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI). Motiveringsplicht Bij iedere inkoop dienen er vooraf verantwoorde keuzes gemaakt te worden, die als grondslag dienen voor de motivering tijdens en achteraf het inkoopproces. Deze borging dient plaats te vinden in de uitvoering, en specifiek in de tactische aspecten van inkoop. Wat willen we bereiken? - Inkoop wil heldere afspraken met haar klanten/opdrachtgevers maken met betrekking tot: de inkoop van diensten, leveringen en werken; - Verdere uitrol en vulling van het contractbeheer- managementsysteem; - Komen tot een efficiënt en effectief inkoopproces; - Inkoop inzetten als besparingsmethode; - Inkoopsamenwerking tussen het MER-servicepunt en de MER gemeenten.
Programmabegroting 2014-2017
74
Wat gaan we ervoor doen? - De producten en diensten zijn inhoudelijk beschreven en de verwachte kwaliteit van deze producten/diensten moet worden benoemd. Om deze te kunnen toetsen worden prestatie indicatoren benoemd. Een en ander vastgelegd in een Service Level Agreement; - Benoemen van criteria voor zelf doen of uitbesteden van aanbestedingsbegeleiding en bepalen wie verantwoordelijk is voor een besluit hierover; - Analyse van het beïnvloedbaar inkoopvolume, op basis van een SPEND-analyse; - Benoemen van inkoopactiviteiten die voor de middellange termijn moeten leiden tot besparingen of efficiënter inkopen. Dit kan bijvoorbeeld zijn het benoemen van productgroepen die potentie hebben voor besparingen. Deze kunnen bijvoorbeeld gerealiseerd worden door aan te besteden (goedkoper inkopen). Besparingen kunnen echter ook worden behaald door analyse en verbetering van werkprocessen en/of eventueel uitbesteden van diensten in plaats van zelf uitvoeren; - Beter inzicht in verplichtingen die de gemeente heeft lopen en afspraken die met leveranciers zijn gemaakt; - Tijdig en proactief te kunnen anticiperen voordat een contract een opzegtermijn passeert en weer automatisch wordt verlengd; - Actief contractbeheer biedt mogelijkheden om de looptijd van contracten op elkaar af te stemmen om zo eventueel samen te kunnen aanbesteden na afloop van een lopend contract en zo kosten te besparen; - Inrichten van een inkoopoverlegplatform tussen het MER-servicepunt en de MER gemeenten ter bevordering van de inkoopsamenwerking.
Verdere ontwikkelingen De transities in het sociale domein stellen de organisatie voor een nieuwe uitdaging waar het gaat over de bekostiging. Traditionele methoden van subsidiëring zijn niet meer van deze tijd en we moeten meer met minder geld doen. In 2014 zal beschreven gaan worden welke rol inkoop heeft in de verschillende transities.
Overzicht baten en lasten bedrijfsvoering bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Lasten Bedrijfsvoering Buitendienst incl. huisvesting Doorberekening kvs Huisvesting en facilitaire diensten Informatie en automatisering Kapitaallasten Personeelskosten Totaal Lasten
- 361 - 440 - 252 - 946 - 1.353 - 6.260 - 9.484 - 19.096
- 142 - 448 -5 - 869 - 1.054 - 4.553 - 9.154 - 16.225
- 443 - 515 - 819 - 908 - 4.836 - 8.595 - 16.116
- 391 - 550 -0 - 820 - 910 - 4.908 - 8.554 - 16.133
- 250 - 515 0 - 812 - 908 - 4.959 - 8.491 - 15.936
267 - 543 0 - 807 - 908 - 5.001 - 8.256 - 15.248
Baten Buitendienst incl. huisvesting Doorberekening kvs Huisvesting en facilitaire diensten Informatie en automatisering Kapitaallasten Personeelskosten Totaal Baten
3 12.669 8 2 6.260 153 19.096
11.597 8 5 4.553 62 16.225
11.209 8 4.836 62 16.116
11.148 8 6 4.908 62 16.133
10.901 8 5 4.959 62 15.936
10.172 8 5 5.001 62 15.248
0
-0
0
0
0
-0
Bedrijfsvoering
Totaal Bedrijfsvoering
Programmabegroting 2014-2017
75
§ Het beleid voor onderhoud kapitaalgoederen Inleiding Het grondgebied van de gemeente Roerdalen beslaat een oppervlakte van ongeveer 88,5 km². Hier wordt gewoond, gewerkt en gerecreëerd. De gemeente heeft daarbij de directe zorg voor de hiervoor noodzakelijke infrastructuur zoals wegen, riolering, bruggen, groen, openbare verlichting, sport- en spelfaciliteiten en een aantal gebouwen. Een groot deel van het vermogen van de gemeente bestaat uit deze kapitaalgoederen en deze bevinden zich dan ook veelal op, maar ook onder de grond. Op deze kapitaalgoederen wordt over meerdere jaren afgeschreven. De levensduur wordt gemaximaliseerd door planmatig en adequaat onderhoud aan de kapitaalgoederen te plegen. De meeste kapitaalgoederen bepalen grotendeels de kwaliteit van de openbare ruimte. In deze paragraaf worden de kaders gesteld voor het onderhoud van de wegen, riolering, gebouwen, enzovoorts.
Riolering en water Op grond van de Wet Milieubeheer en de Wet Verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken heeft de gemeente de zorgplicht voor het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en het overtollig grondwater. Het beleid en de financiële uitwerking van deze zorgplichten zijn vastgelegd in het “Verbreed GRP Roerdalen 2008-2012”. In 2013 is de GRP notitie en afvalwaterplan vastgesteld. Dit is een verlenging en aanpassing van het GRP. Tevens is er een samenwerkingsverband aangegaan met Limburgse Peelen. De afspraken die hieruit volgen worden vanaf 2014 opgepakt.
Wegen De onderhoudsplicht van de wegen valt onder de Wegenwet. Als wegbeheerder is de gemeente verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de wegen. De gemeente vindt het belangrijk om het onderhoudspeil van de wegen op een kwalitatief voldoende niveau te brengen en te houden. Dit is vastgelegd in het “Beheerplan Wegen 2008-2012”. In 2013 is gestart met het opstellen van een nieuw Wegenbeheerplan. Besluitvorming hiervan zal begin 2014 plaatsvinden. Hierin wordt ook gekeken naar het afsluiten van wegen, om te besparen op onderhoud. In dit plan wordt ook een meerjarenonderhoudsprogramma opgenomen, wat jaarlijks aan de hand van technische, visuele, inspecties en levensduurberekeningen geactualiseerd wordt. In 2014 voeren we onder andere de volgende investerings- en onderhoudswerken uit: Uitvoering herinrichting Oude Markt te Posterholt; Uitvoering herinrichting Angsterweg en Klifsbergweg Vlodrop Herinrichting Etsberg. Daarnaast vindt regulier onderhoud plaats aan asfaltwegen, elementenverhardingen en andere onderdelen in de openbare ruimte.
Vervroegde vervanging gladheidbestrijdingsmaterieel In 2012 is er in het kader van de vernieuwbouw gemeenteloods Melick een onderzoek uitgevoerd naar een aantal aspecten van de gladheidbestrijding in onze gemeente. Een van de adviezen uit dit onderzoek was om bij de noodzakelijke vervanging van de zoutstrooiers over te stappen naar de zogenaamde “nat”zout methode. Een van de grote voordelen van deze methode is dat bij preventief strooien het effect van een strooiactie groter is dan bij de droogstrooi methode. Daarnaast is het
Programmabegroting 2014-2017
76
verbruik van strooizout aanzienlijk minder (ca. 40%). In een gemiddelde winter betekent dit een besparing van ca. € 10.000 aan strooizout. De vervanging van de twee gemeentelijke hoofdrijbaanstrooiers (“droog” methode ) staat gepland in 2016 en 2017 voor een bedrag van € 45.000 per stuk. De strooiers hebben dan nog een restwaarde van ca. € 4.000. Vanwege de aanhoudende problemen met het elektronica gedeelte van onze twee hoofdrijbaanstrooiers heeft de leverancier aangeboden om, uit coulance, deze machines na de winterperiode 2013/2014 te vervangen tegen “nat” strooiers voor een bedrag van €25.000 per stuk. Wel dient er dan vervroegd een menginstallatie te worden aangeschaft die op de planning in 2016 staat. De kosten voor deze installatie bedragen € 35.000.
Openbare verlichting Goede openbare verlichting draagt bij aan het veiligheidsgevoel van de burger en de leefbaarheid in de gemeente. Openbare verlichting speelt daarnaast een belangrijke rol bij de verkeersveiligheid. Het nieuwe “Beleidsplan Openbare Verlichting” wordt begin 2014 ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd.
Openbaar groen Roerdalen beschikt over circa 100 hectare groen in de vorm van plantsoenen en gazons en daarnaast circa 21.000 bomen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het uiterlijk aanzien van onze gemeente voor een groot deel bepaald wordt door de groene ligging. De kwaliteit van de openbare ruimte en in dit geval het groen maakt Roerdalen een aantrekkelijke gemeente om te wonen en te recreëren. Het is dan ook belangrijk de groene landschappelijke uitstraling van Roerdalen te behouden en waar mogelijk te verbeteren. Er zijn volop ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken, openbare ruimte (groen). Dit vraagt om het maken van keuzes en het creëren van een openbare ruimte die aan de eisen van de huidige tijd voldoet. Om de juiste keuzes te kunnen maken is een “Groenstructuurplan” opgesteld. Het groenbeleid wordt hierin vormgegeven en vragen als “wat hebben we?”, “wat willen we hiermee?”, en “waar willen we naartoe?” worden hierin beantwoord. In het groenbeheerplan wordt een keuze gemaakt voor de samenstelling van groenarealen, het onderhoudsniveau en bijbehorende budgetten. De afgesproken omvormingen om te besparen op onderhoud zijn gerealiseerd.
Gebouwen De vastgoedportefeuille van de gemeente Roerdalen bestaat uit het gemeentehuis, 2 gemeenteloodsen, 4 basisscholen, 2 brede scholen, het Apollocomplex, 4 sporthallen, 6 sportparken, 2 buitenbaden, 2 bibliotheekgebouwen, 2 gemeenschapshuizen, 1 jeugdgebouw, 1 kinderdagverblijf, 3 molens, 2 clubgebouwen en een restaurant annex expositieruimte. Voor de meeste van deze gebouwen is een meerjarig onderhoudsplan vastgesteld. Uitvoering hiervan gebeurt bij het gemeentehuis en de scholen. Bij de overige panden wordt alleen onderhoud uitgevoerd indien dit onvermijdelijk is. Voor het groot onderhoud van de panden is de afgelopen jaren gemiddeld een bedrag toegevoegd aan de voorziening dat ontoereikend is voor de uitvoering van de meerjarige onderhoudsplannen. Het werkelijk benodigde bedrag is op dit moment niet concreet te maken omdat dit afhangt van de keuzes die in het accommodatiebeleid gemaakt zullen worden. Groot onderhoud is noodzakelijk voor de bruikbaarheid, de betrouwbaarheid, de veiligheid en de gezondheid van een gebouw. Door het langjarig uitstellen hiervan loopt de gemeente het risico onverwacht voor hoge kosten te komen staan omdat daken en installaties niet langer te repareren zijn en deze bij lekkages en uitvallen direct moeten worden vernieuwd. De totale financiële vertaling van dit risico bedraagt circa € 200.000. De huidige staat van onderhoud en de gedateerde functionaliteit heeft een negatieve invloed op de verhuurbaarheid met als risico teruglopende inkomsten. De klachten van gebruikers over de onderhoudssituatie van de gebouwen nemen jaarlijks toe. Programmabegroting 2014-2017
77
Gemeentehuis Het nieuwbouwgedeelte van het gemeentehuis heeft geen eigen cv-ketel maar is aangesloten op de twee cv-ketels van het oudere gedeelte. De capaciteit van deze ketels is onvoldoende voor de ruimteverwarming van het gehele gemeentehuis. De ketels en regelkasten hebben een hoge leeftijd en verkeren in een dermate slechte staat dat ze vervangen moeten worden. Het komt geregeld voor dat specifieke onderdelen niet meer verkrijgbaar zijn. Om het gebouw optimaal van warmte te kunnen voorzien in de wintermaanden dienen beide ketels te worden vervangen. Bij het uitvallen van de regelkasten zal ook het klimaatbeheersingssysteem uitvallen. De kosten voor 2 verwarmingsketels en 2 nieuwe regelkasten kosten inclusief montage ongeveer € 70.000,—excl. BTW.
Programmabegroting 2014-2017
78
§ Gemeentelijk grondbeleid Actief en passief grondbeleid De gemeente voert zowel een actief als een passief grondbeleid. Als uitvloeisel van het actief grondbeleid heeft de gemeente in het verleden zelf gronden aangekocht. Deze gronden zijn nu grotendeels bouwrijp gemaakt. Voor zover dat nog niet het geval is maken de gronden deel uit van de voorraad die in de toekomst voor bebouwing in aanmerking komt. De laatste jaren is er een tendens naar een passief grondbeleid. Dit wordt veroorzaakt door eigendomsposities van ontwikkelaars en door kleinere inbreidingslocaties die via particulier initiatief worden ontwikkeld. De gemeente verleent aan particuliere initiatieven alleen medewerking op basis van een exploitatieovereenkomst. Een standaardonderdeel daarbij is de afwenteling van de planschaderisico’s op de initiatiefnemer. In 2012 zijn, met het oog op de demografische ontwikkelingen en de economische crisis, de verkoopprijzen van bouwgrond in Oortjensveld, Holsterveld en Wienkeskoel vastgesteld op maximaal €160,-/m². De fasering van Wienkeskoel is hierop inmiddels ook aangepast. In 2013 wordt een evaluatie van de gemeentelijke bouwgrondprijzen uitgevoerd, die zal uiterlijk begin 2014 resulteren in een raadsvoorstel met het verzoek om de bouwgrondprijzen in onze gemeente te actualiseren. Daarnaast worden in 2014 de “Algemene verkoopvoorwaarden voor gemeentelijke bouwgrond” geactualiseerd. Actief grondbeleid is van toepassing op de volgende complexen: 1. Wienkeskoel II in Melick; 2. Holsterveld in Vlodrop; 3. Oortjensveld III in Herkenbosch; 4. Wassemweg in Vlodrop; De laatste locatie is bij de actualisatie van het Bestemmingsplan Kernen als reactie op de demografische en economische ontwikkelingen wegbestemd geworden. De marktsituatie is zodanig dat de realisatie van deze plannen vertraging oploopt. Volgens het woningbehoefte-onderzoek dat in 2008 is uitgevoerd is er in onze gemeente nog een duidelijke behoefte aan woningen. De nieuwste behoefteprognoses tonen een steeds verder afnemende (nieuwbouw) woningbehoefte aan. De meest recente prognoses worden gebruikt om te komen tot regionale afspraken (waaronder Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving) omtrent de nieuwbouw van woningen. Dit aspect wordt komende jaren een steeds prominenter punt van aandacht, dat ook zijn weerslag zal hebben op de verkoop van gemeentelijke bouwgronden. Volgens de geactualiseerde exploitatieopzetten van deze complexen zal per saldo een positief resultaat worden gerealiseerd. In 2013 zijn er vergaande gesprekken gevoerd met een marktpartij over de doorontwikkeling van (totaal) Holsterveld in Vlodrop. Bij verdere concretisering van deze afspraken wordt de benodigde planologische aanpassing van het bestemmingsplan nog in 2013 opgestart, zodat in 2014 de eerste bouwkavels uitgegeven kunnen worden.
Landbouwgrond De gemeente heeft ongeveer 470 ha landbouwgrond in eigendom. Deze gronden zijn grotendeels langjarig verpacht. Ongeveer 55 ha wordt van jaar tot jaar verpacht en is in beginsel inzetbaar voor nieuwe ontwikkelingen. In 2014 wordt beoogd nog 5 ha EHS-gronden te verkopen.
Programmabegroting 2014-2017
79
Bos en natuur De gemeente heeft ongeveer 475 ha bos en natuurgebieden in eigendom. Deze liggen grotendeels in het Nationaal Park de Meinweg. De gronden worden beheerd volgens het beheerplan voor het Nationale Park met behulp van jaarlijkse uitvoeringsplannen.
Inzet grondbeleid Het grondbeleid wordt in Roerdalen in hoofdzaak ingezet voor de volgende doelstellingen: 1. Voorzien in de woningbehoefte; 2. Realiseren van de ecologische hoofdstructuur; 3. Plattelandsontwikkeling, zoals versterking van de structuur van agrarische bedrijven, het stimuleren van natuurontwikkeling door agrarische bedrijven, maatregelen voor waterretentie, natuurontwikkeling en recreatieve ontwikkelingen. Landelijk en Europees natuurbeleid spelen een belangrijke rol bij de grondpositie van de gemeente. Door middel van een actieve grondpolitiek kan de provincie worden geholpen met het realiseren van rijksdoelen zoals Natura 2000, de EHS en andere verbindingszones en kan de gemeente ervoor zorg dragen dat agrariërs in een betere positie worden gebracht in hun kerntaak als voedselproducent. De gemeentegronden worden ingezet voor structuurverbetering van de toekomstgerichte agrarische bedrijven, vrijspelen van landbouwgrond door bedrijfsverplaatsing. Gelet op de verplichtingen naar Europa zal het gemeentelijk beleid erop gericht moeten zijn om deze gebieden (Natura 2000) bij voorrang te realiseren. Door inzet van de gemeentelijke gronden zullen de kavelruilmogelijkheden toenemen. In 2014 is 35 ha nieuwe natuur (EHS) ingevuld met pachtvrije gronden van de gemeente in combinatie met structuurversterking van de landbouw; de helft is reeds gerealiseerd. Bij de behandeling van de POLherziening komt de herijking EHS aan de orde. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar programma 1.
Verplichtingen De gemeente heeft nog enkele natuurcompensatieverplichtingen: 1. De aanleg van 15 ha bos. Deze verplichting is voor 1,25 ha ingevuld. Wij zijn met de betrokken partijen schriftelijk overeengekomen dat deze verplichting wordt ingevuld door inzet in het plan rondom kasteel Montfort, met name voor de inrichting van het omliggende landschap en voor routestructuren in omliggende natuurgebieden; 2. De levering van 9,6 ha grond in verpachte staat. Van deze verplichting resteert nog 1,6 ha. Over de verdere invulling van deze verplichting vindt onderhandeling plaats met de provincie.
Ontwikkelingen De grondnotitie, waarin de uitgangspunten zijn vastgelegd, die wij hanteren voor de aankoop, verkoop en het beheer van gronden wordt in 2012 herijkt, en in 2013 vastgesteld. Bovendien vindt een herwaardering plaats van de bouwgronden. Het beleid wordt afgestemd op de demografische ontwikkelingen. In 2014 staat onder andere de actualisatie van de “Algemene Verkoopvoorwaarden voor gemeentelijke bouwgronden” op de planning.
Programmabegroting 2014-2017
80
§ Lokale heffingen Inleiding De gemeentelijke heffingen vormen een belangrijke inkomstenbron voor onze gemeente. Bij de lokale heffingen maken we onderscheid in heffingen die vallen onder de algemene dekkingsmiddelen (onroerendezaakbelasting, hondenbelasting, toeristenbelasting) en heffingen die daar niet onder vallen (rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges). Leges worden ook wel rechten of retributies genoemd. Ze mogen alleen maar worden opgelegd ter dekking van de kosten die verband houden met de gemeentelijke taak die deze heffing betreft. Uitgangspunt voor ons is dat deze heffingen voor 100% kostendekkend zijn. De uitvoering van de lokale heffingen is met ingang van 1 januari 2013 nagenoeg geheel overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW). De BsGW verzorgt de uitvoering binnen de door de raad van Roerdalen vastgestelde kaders.
Beleid De doelen voor het opleggen van gemeentelijke heffingen zijn: inkomsten verwerven als aanvulling op de middelen uit het gemeentefonds ter dekking van uitgaven; doorberekenen van kosten die gemaakt worden ten behoeve van bijzondere voorzieningen. De uitgangspunten voor de lokale heffingen zijn: Een beheerste lastendrukontwikkeling realiseren door samenhang tussen de OZB, reinigingsheffingen en rioolheffing. De tarieven afvalstoffenheffing, en rioolheffing zijn kostendekkend. Prijsstijgingen of prijsdalingen van de kosten van afvalverwijdering hebben daardoor gevolgen voor de afvalstoffenheffing en reinigingsrecht. Er is een voorziening gevormd om de eerste fluctuaties hierin op te vangen. Het kwijtscheldingsbeleid Wanneer burgers niet in staat zijn een belastingaanslag te betalen, kan deze onder bepaalde voorwaarden geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden worden. Dit hangt af van de financiële situatie van de aanvrager. Kwijtschelding wordt alleen verleend aan particulieren, die geen zelfstandig beroep uitoefenen en geen ondernemer zijn. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de rioolheffing, afvalstoffenheffing en onroerende zaakbelasting (gebruikersgedeelte).
Ontwikkelingen Marktontwikkeling WOZ De prijzen voor de woningen dalen. Tussen 1-1-2009 en 1-1-2010 was de gemiddelde waardedaling: 3,4 % Tussen 1-1-2010 en 1-1-2011 was de gemiddelde waardedaling: 2,5 % Tussen 1-1-2011 en 1-1-2012 was de gemiddelde waardedaling: 2,0 % Voor het belastingjaar 2014 wordt de waarde bepaald naar de waarde peildatum 1-1-2013. De analyse van de marktcijfers die van invloed zijn op het niveau van de nieuwe taxaties is nog gaande.
Programmabegroting 2014-2017
81
Op basis van landelijke cijfers die zijn verzameld door de Waarderingskamer wordt de gemiddelde waardedaling voor de nieuwe waarde peildatum 1-1-2013 geschat op 2,6 procent voor de woningen en 3,2 procent voor de niet-woningen. Macronorm en stijging OZB-opbrengst 2014 In de huidige meerjarenbegroting is een OZB-opbrengst van € 2.800.000 geraamd. Dit is ten opzichte van 2013 een verhoging van 2,45%, wat neer komt op afgerond € 70.000. Deze verhoging valt binnen de macronorm die door de Minister van Financiën wordt vastgesteld om een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk te voorkomen. Deze macronorm bedraagt 2,45 procent. Een voorstel voor de vaststelling van de OZB-tarieven 2014 wordt gedaan voor de raadsvergadering van 20 december 2013. De hertaxaties zijn in uitvoering en de tarieven zijn nog niet te berekenen. Om de lastendruk niet bovenmatig te laten stijgen of dalen wordt het definitieve tarief vastgesteld als de resultaten van de herwaardering bekend zijn. Immers, de waarde van woningen of nietwoningen (de WOZ-waarde) in combinatie met het toegepaste tarief bepaalt de hoogte van de OZBheffing. Afvalstoffenheffing De voorziening Afvalstoffen wordt vanaf 2013 in 5 jaar teruggebracht naar maximaal € 200.000. Dit jaar is een vrijval voorzien van € 135.000. Deze vrijval wordt verrekend in de tarieven welke december 2013 worden vastgesteld bij het aanbieden van de verordening afvalstoffenheffing voor 2014. Hondenbelasting De advocaat-generaal aan de Hoge Raad heeft geadviseerd de uitspraak van het Gerechsthof ’sHertogenbosch te vernietigen, omdat hondenbelasting niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De hondenbelasting is geen bestemmingsbelasting, de gemeente is vrij in de besteding van de opbrengsten. Rioolheffing In het gemeentelijke rioleringsplan 2008-2012 is bepaald dat de tarieven voor de rioolheffing jaarlijks met €5,- moeten stijgen. Een in MER-verband opgesteld gemeentelijk rioleringsplan 2014-2018 wordt in september in de Raad behandeld. Vooralsnog blijft het uitgangspunt dat een tariefverhoging van €5,- nodig is om op termijn tot kostendekkende tarieven te komen voor de rioolheffing. De schaalbedragen stijgen gemiddeld met 2,63%. De tarieven worden hierop aangepast en vastgesteld bij het aanbieden van de belasting verordeningen in december 2013. Vaststelling belastingverordeningen 2014 De vaststelling van de tarieven voor de rioolheffing, afvalstoffenheffing en de begraafrechten worden voorgelegd bij het vaststellen van de belastingverordeningen. De hieronder gepresenteerde tabellen zijn gebaseerd op voorzetting van het ingezette beleid en voor de hierboven genoemde heffingen en rechten zijn de tarieven van 2013 gepresenteerd.
Programmabegroting 2014-2017
82
Financiële gegevens gemeentelijke heffingen Hierna wordt een overzicht gegeven van de totale inkomsten uit gemeentelijke heffingen: bedragen x € 1.000 Rekening Begroting Begroting 2012 2013 2014
Lokale heffingen
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Belastingen Baatbelasting Hondenbelasting OZB eigendom niet-woningen OZB eigendom woningen OZB gebruik niet-woningen Toeristenbelasting Totaal Belastingen
0 110 386 2.033 234 339 3.102
0 108 413 2.067 253 350 3.191
0 0 0 0 108 108 108 108 423 423 423 423 2.117 2.145 2.173 2.173 259 259 259 259 350 350 350 350 3.258 3.286 3.314 3.314
Afval Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Totaal Afval
1.588 1.588
1.445 1.445
1.344 1.342 1.342 1.342 1.344 1.342 1.342 1.342
Onderhoud en vervanging riolering Rioolrechten Totaal Onderhoud en vervanging riolering
1.948 1.948
1.996 1.996
2.052 2.052 2.052 2.052 2.052 2.052 2.052 2.052
Begraafplaatsen Grafrechten Totaal Begraafplaatsen
39 39
40 40
Totaal lokale heffingen
6.678
6.671
Tarieven belastingen Onroerendzaakbelasting * - gebruikersdeel niet-woningen - eigenarendeel woningen - eigenarendeel niet-woningen Toeristenbelasting - per overnachting Hondenbelasting - 1e hond - 2e hond - 3e en volgende hond - kennel
40 40
83
40 40
40 40
6.694 6.720 6.748 6.748
2013
2014
0,1039% 0,1120% 0,1254%
*) *) *)
€ 1,20
€ 1,20
€ 45,00 € 58,00 € 68,00 € 229,00
€ 45,00 € 58,00 € 68,00 € 229,00
* Voor de OZB zal voor de raadsvergadering van december 2013 een tariefvoorstel worden gedaan.
Programmabegroting 2014-2017
40 40
De hoogte van de afvalstoffenheffing is vanaf 1-1- 2013 afhankelijk van de inhoud van de containers GFT en Restafval en het aantal keren dat de containers wordt aangeboden voor lediging. Tarieven afvalstoffenheffing
2013
Inhoud containers in liters
GFT Restafval 240 liter 140 liter 80 liter 60 liter 40 liter
140 liter € 199,99 € 172,63 € 156,22 € 150,75 € 0,00
Tarieven Rioolheffing
80 liter € 192,25 € 164,89 € 148,48 € 143,01 € 0,00
60 liter € 189,67 € 162,32 € 145,90 € 140,43 € 0,00
2013
2014
€ 86,90 € 189,80 € 236,75 € 673,25 € 2.063,15
€ 89,19 € 194,80 € 242,99 € 690,99 € 2.117,50
40 liter € 187,09 € 159,74 € 143,32 € 137,85 € 132,38
Waterverbruik 1 - 25 m3 25 - 150 m3 150 - 500 m3 500 - 1500 m3 1500 - 3000 m3
Lastendruk De lastendruk voor een gemiddeld gezin (4 personen) stijgt op basis van de voorlopige tarieven met 1,73 procent. 2013
Lastendruk gemiddeld gezin OZB-eigendom van een w oning *) - WOZ-w aarde 2013 (€ 203.000 x 0,1120%) - WOZ-w aarde 2014 (€ 199.000 x 0,1171%)
2014
Verschil bedrag
%
€ 232,97
€ 5,57
2,45%
€ 227,40
Rioolheffing - o.b.v. max. 150m3
€ 189,80
€ 194,80
€ 5,00
2,63%
Afvalstoffenheffing - uitgaande van combinatie 240 lt. restafval /60 lt. GFT - 2 extra ledigingen van de GFT-container
€ 189,67 € 4,80
€ 189,67 € 4,80
€ 0,00 € 0,00
0,00% 0,00%
Totaal lastendruk gem iddeld gezin
€ 611,67
€ 622,24
€ 10,57
1,73%
*) In dit voorbeeld is voor de OZB een aanname gedaan voor de tariefstijging.
Programmabegroting 2014-2017
84
§ Verbonden partijen In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de ‘verbonden partijen’ van de gemeente. Dit zijn rechtspersonen waarbij de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. De gemeente heeft een bestuurlijk belang, als ze een zetel heeft in het bestuur, of als ze stemrecht heeft. De gemeente heeft een financieel belang, als zij middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van een faillissement, of als financiële problemen bij de betreffende rechtspersoon verhaald kunnen worden op de gemeente. Een partij die jaarlijks een subsidie krijgt, maar waaraan geen andere financiële verplichtingen zitten met een juridische afdwingbaarheid door derden, is geen verbonden partij.
Beleidskaders Vanaf het begrotingsjaar 2014 is de gemeente verplicht om in de paragraaf verbonden partijen een lijst op te nemen van de verbonden partijen, waarbij de volgende onderdelen minimaal aan de orde komen: - de naam en de vestigingsplaats; - het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt; - de veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente onderscheidenlijk provincie in de verbonden partij heeft; - het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; - het resultaat van de verbonden partij. In de ‘Financiële verordening gemeente Roerdalen’ ingevolge artikel 212 van de Gemeentewet zijn geen beleidsbepalingen opgenomen omtrent verbonden partijen. In 2012/2013 is door de rekenkamercommissie onderzoek uitgevoerd naar de verbonden partijen van de gemeente Roerdalen. In het rapport “Alleen ga je sneller, samen kom je verder” heeft de rekenkamercommissie een aantal aanbevelingen gedaan. Eén van de aanbevelingen betrof het vastleggen van de kaders voor de wijze waarop Roerdalen met verbonden partijen wenst om te gaan. In 2014 wordt een nota verbonden partijen opgesteld waarin de kaders worden vastgelegd. In de nota wordt meer inhoud gegeven aan het belang om sturing te geven via goed uit onderhandelde jaarplannen en gedegen verantwoording via jaarstukken. De nota geeft verder invulling aan hoe het college van B&W kansen benut om de raad te informeren over actuele ontwikkelingen bij Verbonden Partijen. Daarnaast is door de rekenkamercommissie aangegeven dat er meer aandacht zou moeten zijn voor de risico’s die de gemeente loopt door haar deelname aan de verbonden partijen. In het overzicht van verbonden partijen is daarom opgenomen welke risico’s de gemeente loopt.
Ontwikkelingen Veiligheidsregio Limburg-Noord In 2013 wordt de organisatieontwikkeling van de Veiligheidsregio afgerond. De financiële gevolgen zullen begin 2014 verwerkt worden in een begrotingswijziging.
Programmabegroting 2014-2017
85
Westrom Doordat de participatiewet pas op 1 januari 2015 in werking treedt blijft voor 2014 de bestaande Wsw-regelgeving gelden. De voorbereidingen die nodig zijn voor de invoering van de participatiewet worden verder opgepakt in 2014. Voor de vorming van een regionaal werkbedrijf wordt op dit moment gekeken naar een fusie tussen de Westrom en De Risse Groep. De bezuiniging die in het regeerakkoord al was aangekondigd blijft overeind, maar gaat pas in op 1 januari 2015. Servicecentrum MER In september 2012 is de gemeenschappelijke regeling in werking getreden. De Gemeenschappelijke Regeling MER gaat uit van een groeimodel. Het aantal taken dat naar het servicecentrum MER toegaat zal steeds verder worden uitgebreid. Vanaf 1 september 2013 is het omgevingsrecht+ overgegaan naar de MER. Dit betreft de back-office ten aanzien van de vergunningverlening, handhaving en toezicht. Ten aanzien van enkele zeer gespecialiseerde milieutaken wordt vanuit deze Omgevingsdienst op een nog hoger niveau samengewerkt in de Netwerk-RUD Limburg-Noord. Op dit moment zijn er projectgroepen voor het verder uitwerken van de samenwerking op het gebied van I&A, personeels- en salarisadministratie en financiën. De bedoeling is om ook deze onderdelen op korte termijn over te laten gaan naar het servicecentrum MER. In 2014 zullen algemene kosten ter voorbereiding van de verdere ontwikkeling van het Servicecentrum MER ten laste gebracht worden van de reserve organisatieontwikkeling. Via de reguliere p&c-cyclus zal hierover gerapporteerd worden. Specifieke kwaliteitsinvesteringen worden via aparte raadsvoorstellen ter besluitvorming voorgelegd. Belastingsamenwerking gemeente en waterschappen Voor 2014 heeft de BsGW een verzoek tot toetreding ontvangen van de gemeenten Stein, SittardGeleen, Maastricht, Heerlen, Brunssum, Landgraaf, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. De toetreding betekent een schaalvergroting van de BsGW. De bijdrage van de gemeente Roerdalen zal door toetreding van de nieuwe deelnemers met ongeveer € 75.000 afnemen.
Overzicht verbonden partijen Onderstaand zijn de verbonden partijen opgenomen waarin de gemeente Roerdalen participeert. Het betreft vanuit het realiseren van de gemeentelijke doelen vooral gemeenschappelijke regelingen. Daarnaast heeft de gemeente Roerdalen aandelen in een aantal NV’s en BV’s (deelnemingen). Het merendeel van deze deelnemingen zijn voor de realisatie van de doelstellingen van de gemeente zelf niet meteen van belang. Deze zijn gebaseerd op wettelijke kaders. Uitzondering hierop vormt OML BV. In onderstaand overzicht zijn de gemeenschappelijke regelingen en OML BV verdere uitgewerkt. Voor de overige deelnemingen is op het einde van de paragraaf totaal overzicht opgenomen waarin het aantal en percentage van de aandelen, de waarde van de bezitting, de verwachte dividenduitkering 2014 en de waarde van het eigen vermogen en vreemd vermogen per 31-12-2012.
Programmabegroting 2014-2017
86
Naam Vestigingsplaats Openbaar belang
Veiligheidsregio Limburg-Noord Venlo De Veiligheidsregio Limburg-Noord geeft vorm en inhoud aan intergemeentelijke samenwerking op de schaal van Noord- en MiddenLimburg en heeft tot doel: 1. De behartiging van de belangen van de gemeente op het gebied van: brandweerzorg; geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen; rampenbestrijding en crisisbeheersing; het bevorderen van de multidisciplinaire uitvoering van de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de bestrijding van zware ongevallen; het bevorderen van een samenhangend integraal veiligheidsbeleid in de regio;
Deelnemers
Bestuursstructuur
Financiën verbonden partij
Bijdrage gemeente Risico
2. De behartiging van die taken die door de wet- en regelgeving aan gemeenten zijn toegekend op het gebied van collectieve preventie volksgezondheid en maatschappelijke zorg en waarvoor samenwerking tussen gemeenten op de schaal van de regio uit het oogpunt van verhoging van efficiency en effectiviteit wordt vereist. Aantal gemeenten per 01-01-2014: 15 Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Mook en Middelaar, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray, Weert. Aantal inwoners: 516.039 Openbaar lichaam, ingesteld bij gemeenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten. Daarnaast zijn er verschillende portefeuillehoudersoverleggen. Per 1-1-2014 31-12-2014 Eigen vermogen 6.502.946 6.473.945 Vreemd vermogen 9.081.382 7.844.109 Verwacht resultaat 2014: 0 De bijdrage van de gemeente Roerdalen over 2014 bedraagt € 1.934.122. Deze bijdrage is gebaseerd op de begroting van de Veiligheidsregio. De deelnemende gemeenten kunnen bij niet nakomen van financiële verplichting, als gevolg van aangetrokken geldleningen of verstrekte garanties, hoofdelijk worden aangesproken (art 32). Bij uittreding uit de gemeenschappelijke regeling regelt het algemene bestuur de gevolgen hiervan. Bij opheffing wordt een liquidatieplan opgesteld met daarin de gevolgen van de deelnemende gemeenten.
Programmabegroting 2014-2017
87
Naam Vestigingsplaats Openbaar belang
Deelnemers
Bestuursstructuur
Financiën verbonden partij
Bijdrage gemeente
Risico
Westrom Roermond De missie van de Westrom is “Westrom is er voor hen, die ondersteuning nodig hebben in en op weg naar een passende baan op de reguliere of gesubsidieerde arbeidsmarkt”. Westrom heeft ten doel het aanbieden van passend werk in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) alsook in het kader van de voormalige Wiw. Daarnaast kan beheer van diverse contractactiviteiten bij Westrom worden ondergebracht. Westrom draagt zorg voor de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw), de Wet werk en bijstand (WWB) en andere regelingen op het gebied van de werkgelegenheid, voor de deelnemende gemeenten. De sociale werkvoorziening is bestemd voor mensen die vanwege lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen zijn aangewezen op werk onder aangepaste omstandigheden, voor zover deze aangepaste omstandigheden redelijkerwijs niet in het reguliere bedrijfsleven zijn te realiseren. Zij dienen in staat te zijn om een bij wet bepaalde minimale arbeidsprestatie te kunnen leveren. Daarnaast besteden de deelnemende gemeenten 18% van het Reintegratiebudget uit aan de Westrom. Hiertoe nemen de deelnemende gemeenten producten en diensten af die aansluiten bij het beoogde gemeentelijk beleid inzake de Wwb, met name sociale activering. Aantal gemeenten: 5 Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Roerdalen, Roermond. Aantal inwoners: 170.251 Gemeenschappelijke regeling. De gemeente is met 2 leden vertegenwoordigt in het algemeen bestuur. De deelname is gebaseerd op het aantal inwoners. Per 1-1-2014 31-12-2014 Eigen vermogen 4.579.830 4.229.830 Vreemd vermogen 562.035 535.352 Verwacht resultaat 2014: 0 De bijdrage van de gemeente Roerdalen over 2014 bedraagt € 3.992.000. Deze bijdrage is gebaseerd op de begroting van de Westrom. Voor de Wsw wordt een gemeentelijk budget van het ministerie ontvangen, dat volledig wordt doorgeboekt naar Westrom ( € 3.591.000). De begroting van de Westrom is uitgegaan van het ingaan van de participatiewet op 1-1-2014. De begroting moet dan ook nog worden bijgesteld, aangezien de nieuwe wet pas op 1-1-2015 in werking treedt. De gemeente betaalt mee aan een eventueel exploitatietekort. De laatste jaren heeft de Westrom exploitatietekorten gedekt uit eigen reserves.
Programmabegroting 2014-2017
88
Naam Vestigingsplaats Openbaar belang
Deelnemers
Bestuursstructuur
Financiën verbonden partij
Bijdrage gemeente
Risico
Reinigingsdienst Maasland Haelen Het vervullen van de zorgplicht van de lokale overheid ten aanzien van de inzameling van huishoudelijk afval en het vegen van straten en pleinen tegen de laagst mogelijke kosten met de meest optimale service. Daarnaast het exploiteren van Milieuparken in het kader van flankerend beleid op het gebied van huisvuilinzameling als gevolg van de gekozen methodiek volume/frequentie. Aantal gemeenten: 5 Leudal, Maasgouw, Roerdalen en van de gemeente Peel en Maas de grondgebieden van de voormalige gemeenten Kessel en Meyel. Aantal aansluitingen: 38.860 Gemeenschappelijke regeling De gemeente is met 2 leden vertegenwoordigt in het algemeen bestuur en met 1 lid in het dagelijks bestuur. Per 1-1-2014 31-12-2014 Eigen vermogen 589.600 574.600 Vreemd vermogen 4.830.400 4.265.300 Verwacht resultaat 2014: 0 De bijdrage van de gemeente Roerdalen over 2014 bedraagt € 587.414. Deze bijdrage is gebaseerd op de begroting van de RD Maasland. Naast deze bijdrage neemt de gemeente ook nog producten van Maasland af (bijvoorbeeld verwerking restafval). De gemeente betaalt mee aan een eventueel exploitatietekort.
Programmabegroting 2014-2017
89
Naam Vestigingsplaats Openbaar belang
Deelnemers
Bestuursstructuur
Financiën verbonden partij
Bijdrage gemeente
Risico
Servicepunt MER Echt-Susteren De gemeenten willen kwaliteit borgen, efficiënter werken, de kwetsbaarheid van de drie gemeentelijke organisaties verminderen en de continuïteit verbeteren. Zij willen meer waarborgen creëren voor een verbetering van de bedrijfsvoering en voor de kwaliteit van de dienstverlening als eerste overheidsloket voor de burger. Het servicepunt MER richt zich op taken op het gebied van bedrijfsvoering en taken in de backoffice van de dienstverlening. De frontoffice van de dienstverlening en externe beleidstaken zijn in de huidige opzet van de regeling uitgesloten. Door de schaalvoordelen van samenwerking te benutten zullen de toekomstbestendigheid van de organisaties van de gemeenten en de bestuurskracht toenemen en zullen op den duur besparingen worden bereikt. Aantal gemeenten: 3 Echt-Susteren, Maasgouw en Roerdalen Aantal inwoners: 89.496 Gemeenschappelijke regeling De colleges van de deelnemende gemeenten vormen het algemeen bestuur. De burgemeesters van de deelnemende gemeenten vormen het dagelijks bestuur. De directie bestaat uit de gemeentesecretarissen van de deelnemende gemeenten. Per 1-1-2014 31-12-2014 Eigen vermogen Pm Pm Vreemd vermogen Pm Pm Verwacht resultaat 2014: 0 De bijdrage van de gemeente Roerdalen over 2014 bedraagt € 1.165.000. Deze bijdrage is gebaseerd op de begroting van de MER, waarbij in eerste instantie alleen nog de omgevingsdienst is meegenomen. Indien er in de loop van 2013 of 2014 nog andere diensten overgaan wordt de begroting bijgesteld en zal de bijdrage toenemen. De gemeente betaalt mee aan een eventueel exploitatietekort.
Programmabegroting 2014-2017
90
Naam Vestigingsplaats Openbaar belang
Deelnemers
Bestuursstructuur
Financiën verbonden partij
Bijdrage gemeente Risico
Belastingsamenwerking gemeente en waterschappen (BsGW) Roermond De BsGW draagt zorg voor het heffen en innen van alle lokale belastingen en beheert de basisregistratie WOZ (administratie en waardering). Tot het takenpakket horen: advisering en opstellen van conceptverordening(en); de opbouw van benodigde basisregistraties; het opleggen en innen van de aanslagen tot en met de dwanginvordering en oninbaarverklaring afhandeling van klantreacties gedurende al deze processtappen. De BsGW doet dit tegen de laagst mogelijke kosten, uitgaande van de beste prijs/prestatie verhouding gekoppeld aan een optimaal niveau van dienstverlening. In het kader van efficiency hoort hierbij ook de uitbouw van de samenwerking als groeimodel gericht op uitbreiding met andere deelnemende gemeenten. Aantal gemeenten: 11 Beek, Bergen, Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Nuth, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond en Venlo Aantal waterschappen: 2 Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei Aantal aanslagregels: 2.426.600 Openbaar lichaam ingesteld bij gemeenschappelijke regeling. De gemeente is met 1 lid vertegenwoordigt in het algemeen bestuur. De stemverhouding is gebaseerd op het aandeel van de deelnemer in de kosten van de regeling zoals die voortvloeit uit de begroting. Per 1-1-2014 31-12-2014 Eigen vermogen 796.000 510.000 Vreemd vermogen 0 0 Verwacht resultaat 2014: -286.000 (gedekt uit eigen reserve) De bijdrage van de gemeente Roerdalen over 2014 bedraagt € 293.643. Deze bijdrage is gebaseerd op de begroting van de BsGW De gemeente betaalt mee aan een eventueel exploitatietekort. De bedrijfsvoeringsrisico’s van de Gemeenschappelijke Regeling komen voor rekening van BsGW. Daarnaast zijn er risico’s die voor rekening komen van de deelnemers, onder meer risico’s met betrekking tot de eigen belastingopbrengsten. BsGW heeft een risicoanalyse uitgevoerd op haar bedrijfsvoeringsrisico’s. Voor elk van de risico’s is de kans dat het zich voordoet realistisch ingeschat en de gevolgen benoemd met daarbij de omvang van de financiële impact. Het geïdentificeerde risico na het nemen van de beheersmaatregelen (het restrisico) leidt tot een weerstandsvermogen van € 385.000. De ratio weerstandsvermogen bedraagt 1,0 hetgeen betekent dat de financiële positie niet kwetsbaar is. De risicoanalyse wordt jaarlijks uitgevoerd.
Programmabegroting 2014-2017
91
Naam Vestigingsplaats Openbaar belang
Deelnemers
Bestuursstructuur
Financiën verbonden partij
Bijdrage gemeente Risico
Grenspark Maas-Swalm-Nette (MSN) Roermond (secretariaat) Het Openbaar Lichaam Duits-Nederlands Grenspark Maas-Swalm-Nette is opgericht met het doel de grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren. Het uiteindelijke doel is het realiseren van een regionale grensoverschrijdende identiteit, die gebaseerd is op de verscheidenheid van de natuur- en cultuurlandschappen binnen het Grenspark en het karakter van de mensen die hier leven. Eén van de belangrijkste doelen van de grensoverschrijdende samenwerking is het behoud en de ontwikkeling van de karakteristieke natuur en cultuurlandschappen. Door de samenwerking over de grens heen kan de regio zich beter en breder presenteren. Het presenteren en het verder verbeteren van de mogelijkheden tot recreatief gebruik van de gebieden aan weerszijde van de grens is een verder doel van de samenwerking. De basis voor het wekken van interesse voor dit waardevol grensgebied ligt in een afgestemde en uitgebreide milieueducatie en voorlichting. Aantal gemeenten: 6 Beesel, Echt-Susteren, Leudal, Roerdalen, Roermond, Venlo Aantal instellingen: 1 Naturpark Schwalm-Nette (Duits) Internationaal openbaar lichaam ingesteld bij gemeenschappelijke regeling. De gemeente is met 1 lid vertegenwoordigt in het algemeen bestuur. Per 1-1-2014 31-12-2014 Eigen vermogen Pm Pm Vreemd vermogen Pm Pm Verwacht resultaat 2014: 0 De bijdrage van de gemeente Roerdalen over 2014 bedraagt € 4.791. Deze bijdrage is gebaseerd op de begroting van het grenspark MSN. Verplichting naar rato van bijdrage (voor Roerdalen 17%) aan openstaande verplichtingen bij ontbinding en vereffening.
Programmabegroting 2014-2017
92
Naam Vestigingsplaats Openbaar belang
Deelnemers
Bestuursstructuur
Financiën verbonden partij
Bijdrage gemeente
Euregio Rijn-Maas-Noord Mönchengladbach De Euregio Rijn-Maas-Noord zet zich sinds 1978 in om de Europese integratie tastbaar te maken voor de ca. 2 miljoen burgers in dit gebied. Ze wil het wederzijds begrip van de Nederlandse en Duitse inwoners van de Euregio versterken, de contacten verdiepen en samenwerking stimuleren. De Europese Unie, de deelstaat Nordrhein-Westfalen en de Nederlandse regering ondersteunen dit streven middels verschillende subsidieregelingen. Aantal Nederlandse gemeenten: 13 Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray en Weert Aantal Nederlandse instellingen: 1 Kamer van Koophandel Limburg-Noord. Aantal Duitse participanten: 14 Mönchengladbach, Krefeld, het zuidelijk deel van de Kreis Kleve, Brüggen, Niederkrüchten, Straelen, Geldern, Nettetal, Wassenberg en Wegberg, de Kreis Viersen, de Rhein-Kreis Neuss, de Industrie- und Handelskammer Mittlerer Niederrhein KrefeldMönchengladbach-Neuss en de Niederrheinische Industrie- und Handelskammer in Duisburg Publiekrechtelijk openbaar lichaam naar Duits recht. De gemeente is met 1 lid vertegenwoordigt in het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. Per 1-1-2014 31-12-2014 Eigen vermogen Pm Pm Vreemd vermogen Pm Pm Verwacht resultaat 2014: pm De bijdrage van de gemeente Roerdalen over 2014 bedraagt € 10.320 (betreft 3 stemmen).
Risico
Programmabegroting 2014-2017
93
Naam Vestigingsplaats Openbaar belang
Deelnemers
Bestuursstructuur
Financiën verbonden partij
Bijdrage gemeente
Risico
Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg BV (OML) Roermond OML is een onderneming (BV) die is opgericht door een aantal gemeenten in de regio Midden-Limburg. Doel is om namens de aandeelhoudende gemeenten het aanspreekpunt en servicecentrum te zijn voor het bedrijfsleven. Getracht wordt om het vestigingsklimaat te verbeteren en de regionale economische structuur te versterken. De doelen van OML BV zijn als volgt: - het ontwikkelen, beheren en revitaliseren van bedrijfsterreinen in de regio; - het exploiteren van bedrijfs(verzamel)gebouwen, vooral voor starters; - het fungeren als intermediair tussen bedrijfsleven en overheidsorganisaties; - het uitvoeren van structuurversterkende projecten in de regio; - het bevorderen van en het invullen van de één loket functie binnen de gemeenten. Aandeelhoudende gemeenten: 5 Echt-Susteren (725 aandelen), Leudal (799), Maasgouw (533 aandelen), Roerdalen (463 aandelen), Roermond (1.713 aandelen). OML is een besloten vennootschap. De gemeente is op basis van aandelenbezit vertegenwoordigd via de algemene vergadering van aandeelhouders. Per 1-1-2012 31-12-2012 Eigen vermogen 14.792.233 14.795.233 Vreemd vermogen 7.300.000 33.000.000 Resultaat 2012: 22.660 De gemeente heeft geen vaste jaarlijkse bijdrage aan de OML. De gemeente Roerdalen bezit 463 aandelen met een nominale waarde van €450. De aanschafwaarde (= boekwaarde) van de deelneming bedraagt €721.000. Er wordt geen dividend uitgekeerd. De deelnemende gemeenten staan samen garant voor een tweetal leningen. De ene lening is verstrekt door de BNG en de andere lening is als achtergestelde lening verstrekt door de provincie. Voor verdere toelichting verwijzen we naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Programmabegroting 2014-2017
94
Overzicht overige deelnemingen. Naam
Aantal % tov totaal Dividend/ Waarde van het belang * aandelen Rente per 31-12-2012 17.199 0,03 % 25.600 825.600 577.800 0,39 % 442.000 12.522.805 7.720 0,39 % 152.600 363 7.720 0,39 % 0 1.605.336 577.800 0,39 % 28.900 992.707 577.800 0,39 % 0 0 7.720 0,39 % 23.200 0 7.720 0,39 % 0 257 7 1,40 % 0 0
NV BNG Enexis Holding BV Vordering op Enexis BV Verkoop Vennootschap BV Attero NV PBE BV CBL Vennootschap BV Claim Staat Vennootschap BV NV WML * Gebaseerd op daadwerkelijke dividendontvangsten in 2013 over het jaar 2012.
Programmabegroting 2014-2017
95
§ Financiering Deze paragraaf heeft betrekking op de financiering van de investeringen en de lopende uitgaven van de gemeente. Met financiering bedoelen we het aantrekken en uitzetten van geldmiddelen om te kunnen voldoen aan onze betalingsverplichtingen resp. (tijdelijke) overschotten aan liquide middelen te laten renderen. Gedurende het jaar worden geldmiddelen ontvangen en betalingen gedaan. De uitgaven en inkomsten van de gemeente lopen niet synchroon in de tijd. De gemeente leent soms geld om tijdig betalingen te kunnen verrichten en soms heeft ze (tijdelijk) overtollige liquide middelen. We doen dit conform het ‘treasurystatuut’, met in achtneming van de wet Financiering decentrale overheden (FIDO) en de ministeriële regelingen die hieruit voortvloeien. Het treasurystatuut bevat richtlijnen om het uitzetten van overtollige middelen en het aantrekken van geldleningen op een verantwoorde en risicomijdende manier te doen. Met goed beheer van financiële middelen (treasurybeheer) beogen we de gemeentelijke rentelasten op lange termijn zo laag mogelijk te houden.
Wettelijk kader Het beheer van de financiële middelen doen we conform de wet Financiering decentrale overheden (FIDO) en de ministeriële regelingen die hieruit voortvloeien. In FIDO is een aantal richtlijnen opgenomen om het uitzetten en aantrekken van geldleningen op een verantwoorde en risicomijdende manier te doen. Het is de bedoeling om de renterisico’s die een gemeente loopt zoveel mogelijk te beperken. Naast de wet FIDO is de Regeling uitzettingen en derivaten (RUDDO) vanaf 2009 een belangrijkere wettelijke regeling geworden ten aanzien van het uitzetten van overtollige middelen. Deze aanscherping vloeit voort uit problemen met beleggingen bij onder meer IJslandse banken. In deze regeling zijn nadere bepalingen opgenomen over de minimale credit rating voor het land van vestiging van de financiële onderneming. Belangrijke wettelijke normen zijn de renterisiconorm, de kasgeldlimiet en het EMU-saldo. Het EMUsaldo wordt meegenomen bij de bepaling van het landelijk percentage voor het begrotingstekort/overschot. Het Rijk werkt aan de wet HOF (Houdbaarheid OverheidsFinanciën). De verwachting is dat de wet Hof – met daarin regelgeving over het EMU-saldo – per 1 januari 2014 in zal gaan.
Renterisiconorm In onderstaand overzicht is te zien dat de gemeente – op basis van de op dit moment bekend zijnde gegevens – de komende jaren ruimschoots voldoet aan de renterisiconorm. bedragen x € 1 mln. Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
Renterisiconorm Renterisico
8,8 1,8
9,1 1,2
8,9 0,9
8,8 0,9
Ruimte onder renterisiconorm
7,0
7,9
8,0
7,9
Bepaling renterisico
Kasgeldlimiet Met betrekking tot de korte schuld (< 1 jaar) stelt FIDO dat deze maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mag bedragen (kasgeldlimiet). In 2014 komt dit neer op een kasgeldlimiet van € 3,8 mln. Aangezien de daadwerkelijke over- of onderscheiding van de kasgeldlimiet niet vooraf is te bepalen, wordt bij de begroting de liquiditeitspositie van de laatste 4 kwartalen beoordeeld ten opzichte van de limiet.
Programmabegroting 2014-2017
96
In de laatste 4 kwartalen is de kasgeldlimiet door de gemeente niet overschreden.
Bedragen x € 1.000
Liquiditeitspositie t.o.v. kasgeldlimiet 1.000 500 0 -500 -1.000 -1.500 -2.000 -2.500 -3.000 -3.500 -4.000 -4.500
Liquiditeitspositie Kasgeldlimiet *
3e kw 2012
4e kw 2012
1e kw 2013
2e kw 2013
508
398
- 2.324
- 2.974
- 3.916
- 3.916
- 3.789
- 3.789
EMU-saldo Het EMU-saldo of vorderingensaldo is het financieringssaldo minus deelname aan bedrijven en inkomsten uit kredietverstrekking, uitgedrukt in geld, van een overheid die lid is van de EMU (Europese Monetaire Unie). Volgens de regels van de EMU, mag het vorderingentekort niet groter zijn dan 3% van het Bruto binnenlands product (het Verdrag van Maastricht). Hiermee wil men de economische sterkte van de Eurolanden behouden. Het begrotingstekort of overschot van de alle overheidsinstanties worden bij elkaar opgeteld en deze bepalen samen het eventuele vorderingstekort. Het EMU-saldo voor de gemeente Roerdalen is in onderstaand staatje opgenomen. De individuele EMU-referentiewaarde voor de gemeente Roerdalen is voor 2013 € 2.087.000. De referentiewaarde voor 2014 is nog niet bekend (komt in de septembercirculaire 2014). bedragen x € 1.000
EMU-saldo Exploitatiesaldo voor toevoeging aan of onttrekking uit reserves Afschrijvingen ten laste van exploitatie Storting/onttrekking voorzieningen in exploitatie Investeringen Verkoop waardoor desinvesteringen in materiële vaste activa Mutatie bouwgrondexploitatie (voorzover niet in exploitatie) Onttrekking uit voorzieningen aan derden
EMU-saldo 2014 - 2017 EMU referentie waarde 2013 (2014 is nog niet bekend) Onderschrijding van de referentiewaarde
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
- 1.395
- 386
- 617
- 207
1.921 637 - 2.281 - 492
1.975 620 - 2.212 - 422
2.019 569 - 2.373 - 194
2.058 573 - 2.619 - 122
- 1.610
- 425
- 596
- 317
- 2.087
- 2.087
- 2.087
- 2.087
- 477
- 2.162
- 1.580
- 1.589
De consequenties van deze overschrijding zijn afhankelijk van de ontwikkelingen in de wet Hof.
Beleid gemeente Roerdalen Het beleid van de gemeente Roerdalen ligt vast in het treasurystatuut (laatst bijgesteld en vastgesteld in de raad van 17 december 2009). Hierin is aangegeven dat alleen maar met instellingen Programmabegroting 2014-2017
97
met minimaal een AA- rating financiële transacties mogen plaatsvinden, voor zover de middelen niet worden belegd in waardepapieren waarvoor een solvabiliteitsweging van 0% geldt. Daarnaast moeten deze instellingen onder toezicht van de Nederlandse Bank staan.
Financieringsbehoefte Voor de berekening van het renterisico is het van belang om te weten wat de financieringsbehoefte is van de gemeente Roerdalen. In onderstaand overzicht is de financieringsbehoefte voor 2014 tot en met 2017 aangegeven. bedragen x € 1.000
Financieringsbehoefte
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
72.875 60.188
73.345 57.078
73.504 54.504
73.567 53.780
- 12.687
- 16.267
- 19.000
- 19.787
Boekwaarde investeringen Vaste financieringsmiddelen Financieringstekort (-) overschot (+)
De gemeente Roerdalen zou op basis van deze berekening voor de komende jaren een nieuwe lening moeten gaan afsluiten. In hoeverre het nu gecalculeerde financieringstekort zich ook daadwerkelijk voordoet in 2014 is onzeker. Deze onzekerheid wordt veroorzaakt door 3 mogelijkheden: - de investeringen 2013 zijn nog niet volledig uitgevoerd op 1 januari 2014; - de stand van de reserves en voorzieningen per 1 januari 2014 kan werkelijk hoger of lager zijn; - de stand van de korte schulden en bezittingen wordt bij deze berekening niet meegenomen, deze wordt wel meegenomen bij de beslissing om wel of geen geld te lenen. Voor de ruimte van het financieringstekort is in de begroting wel rekening gehouden met rente voor mogelijke financieringsbehoefte.
Leningenportefeuille In onderstaand overzicht zijn de eventuele mutaties opgenomen als gevolg van nieuwe leningen, aflossingen en vervroegde aflossingen. Begin 2014 heeft de gemeente in totaal 13 leningen uitstaan. Aangezien alle leningen een looptijd van maximaal 10 jaar hebben vinden er geen renteherzieningen plaats. De leningen zijn in belangrijke mate afgesloten ter financiering van de langlopende investeringen. Eind 2017 heeft de gemeente nog 2 leningen uitstaan. Het gemiddelde rentepercentage dat de gemeente over de uitstaande leningen in 2014 betaald is 3,09%. bedragen x € 1 mln. Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
8,1
6,3
5,1
4,2
Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen
0,0 -1,8 0,0
0,0 -1,2 0,0
0,0 -0,9 0,0
0,0 -0,9 0,0
Stand per 31 december
6,3
5,1
4,2
3,3
Leningenportefeuille
Stand per 1 januari
Programmabegroting 2014-2017
98
Risicobeheersing Uitzetting van gelden De gemeente Roerdalen heeft gelden uitgezet in beleggingen. De beleggingen hebben onder meer betrekking op aandelen in Enexis, WML, OML en de BNG. Gesteld kan worden dat, in dit kader, sprake is van een gering risico. Daarnaast zijn er leningen versterkt aan ambtenaren in het kader van het cafetariamodel (fietsenregeling). In 2010 heeft de gemeente daarnaast de ontvangen middelen van de verkoop van de aandelen Essent belegd in obligaties. De marktwaarde van het belegde vermogen is per 30 juni 2013 € 27,6 mln. De kostprijs van deze portefeuille was € 24,9 mln. Het beleggingsresultaat voor 2013 bedraagt op 30 juni -0,24%. Het grootste deel van de negatieve rendementen werd veroorzaakt door gestegen swaprentes. Leningen uitgegeven door (Noord-)Europese overheden met lange looptijden lieten de grootste negatieve rendementen zien. De Oostenrijkse staatsobligatie noteerde in absolute zin het meest negatieve rendement terwijl Spanje, Italië en Ierland stegen. De obligaties voldeden bij de aanschaf aan de voorwaarden die zijn gesteld in het treasurystatuut. Als gevolg van de schuldencrisis zijn een aantal Europese landen in rating naar beneden bijgesteld. Een aantal van deze obligaties betreffen solvabiliteitsvrije obligaties waar de rating op basis van het statuut niet van toepassing is. De verdeling van de obligaties is als volgt: Bedrag (x € 1 mln)
Percentage
Verdeling over soorten instellingen Overheid en overheidsgerelateerd Financiële instellingen Liquiditeiten Totaal verdeling over soorten instellingen
8,0 16,9 0,0 24,9
32,1% 67,9% 0,0% 100,0%
Ratingverdeling AAA-rating AA-rating A-rating BBB-rating Totaal ratingverldeing
12,0 7,7 2,6 2,6 24,9
48,2% 30,9% 10,6% 10,3% 100,0%
Belegd vermogen per 30 juni 2012
Schatkistbankieren De centrale overheid heeft het plan om alle middelen van decentrale overheden te gaan beheren bij het Ministerie van Financiën, het zogenaamde schatkistbankieren. De financiële consequenties van het schatkistbankieren zijn nog niet helemaal duidelijk, maar het zou betekenen dat deze portefeuille op termijn moet worden overgedragen aan het Ministerie van financiën. Wij zijn er in deze begroting vanuit gegaan dat in het 4-jarig perspectief nog geen belangrijke effecten te merken zullen zijn. Op langere termijn zullen er wel (mogelijk grote) effecten zijn omdat het beleggingsresultaat dat we nu halen hoger is dan wat het Ministerie vergoedt. (Zie ook de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing). In de begroting zijn geen financiële
Programmabegroting 2014-2017
99
consequenties van schatkistbankieren verwerkt. Naar verwachting krijgt dit pas effect als delen van de beleggingsportefeuille vrijvallen. Het vervalschema is als volgt: bedragen x € 1.000
Overzicht vrijval beleggingsportefeuille
Nominaal bedrag
Jaar van vrijval 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027
850 900 1.800 850 1.000 7.455 4.100 2.750 1.000 1.600 700 100 585
Totale vrijval
23.690
Rentevisie2 De wereldeconomie zal in 2014 aantrekken. De opkomende landen ontwikkelen zich gunstig. Het herstel van de Amerikaanse economie zet door. Het bruto binnenlands product zal naar verwachting groeien met 3%. De consumptie groeit gestaag, mede dankzij een gematigde toename van de werkgelegenheid. De investeringen nemen toe, mede dankzij enig herstel van de woningmarkt. De inflatie loopt wat op, maar blijft met 1,8% laag. De economie van de eurozone kruipt uit de recessie en kan in 2014 met 1,2% groeien. Het herstel is vooral te danken aan de export die profiteert van de aantrekkende wereldhandel en een dalende eurokoers. De Nederlandse economie blijft nog onder druk staan door de overheidsbezuinigingen en de hoge werkloosheid. De inflatie blijft door de zwakke conjunctuur stabiel op 1,5%. De Europese Centrale Bank zal een ruim monetair beleid blijven voeren. De lange rente zal onder invloed van het verwachte lichte conjunctuurherstel gaan oplopen. Om de ontwikkeling van de kapitaalmarktrente te volgen kijken we naar de rente van een 10 jaarsstaatslening voor 2014 verwachten we een rente percentage van 2,5%. Relatiebeheer/ kasbeheer Het huisbankierschap is in handen van de Bank Nederland Gemeenten. Voor de rekening-courant is een raamcontract (geïntegreerde dienstverleningsovereenkomst) aangegaan waarin naast de kosten van betalingen, de tarifering van het opgenomen rekening-courant krediet en de vergoeding van overtollige middelen is geregeld. Verder wordt gebruik gemaakt van rekening-courant faciliteiten van de Rabobank Roermond en omstreken en de ABM-AMRO Bank. De kaders voor het kasbeheer zijn vastgesteld in het treasurystatuut.
2 Gebaseerd op de berichtgeving van de BNG. Programmabegroting 2014-2017
100
§ Weerstandsvermogen en risicobeheersing 1. Inleiding Het weerstandsvermogen geeft aan of de gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen. Daarvoor is inzicht nodig in de omvang van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit zijn de middelen waarover de gemeente kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. De risico’s die van belang zijn bij de bepaling van het weerstandsvermogen zijn de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Zolang er een evenwicht is tussen de risico’s en de weerstandscapaciteit is er geen probleem. Risicobeheersing is natuurlijk wel van belang om de risico’s zo beperkt mogelijk te houden. De conclusie ten aanzien van het weerstandsvermogen op basis van onderstaand model is dat het weerstandsvermogen als uitstekend kan worden aangemerkt. Hieronder wordt in gegaan op: - De beoordeling van het weerstandsvermogen. - De risico’s die de gemeente loopt en hoe de beheersing daarvan is; - De omvang van de weerstandscapaciteit;
2. De beoordeling van het weerstandsvermogen. De benodigde weerstandscapaciteit (totaal inschatting risico’s) wordt afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
ℎ
=
(
)
Aan deze ratio wordt de volgende waardering gegeven (bron: Nederlands Adviesbureau Risicomanagement). Ratio > 2,0 1,5 – 2,0 1,0 – 1,5 0,8 – 1,0 0,6 – 0,8 < 0,6
Waardering Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Conclusie Voor de gemeente Roerdalen is de ratio voor het weerstandsvermogen 6,23. Ondanks dat er ook nog een aantal risico’s als PM-post zijn opgenomen kan dus worden gesteld dat het weerstandsvermogen van de gemeente Roerdalen uitstekend is.
3. Risico-inventarisatie en risicobeheersing De gemeente hecht in het kader van kwaliteitszorg steeds meer belang aan risico-inventarisatie en risicobeheersing. Immers risico’s, die zich daadwerkelijk voordoen, moet de gemeente opvangen met het eigen vermogen, door belastingverhoging of door beleidsmatige ombuigingen op de begroting. Programmabegroting 2014-2017
101
Het proces van risicobeheersing heeft te maken met het identificeren, analyseren, beoordelen en beheersen van risico’s en de structurele inpassing hiervan in het gemeentelijk beleid. Risico’s worden geïnventariseerd, voor zover mogelijk worden er financiële gevolgen aan risico’s toegekend en, als dat nodig blijkt, worden er maatregelen aan verbonden. Door al in een vroeg stadium na te denken over de mogelijke risico’s van bepaald beleid of de uitvoering daarvan, zijn risico’s nog te voorkomen, of ernstige gevolgen ervan te beperken. Daarnaast kunnen risico’s ook worden geaccepteerd of overgedragen. Hieronder volgt een overzicht van de geïnventariseerde risico’s, waarbij is aangegeven wat de mogelijke financiële consequenties zijn als een risico zich voordoet. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen incidenteel en structureel. Onder het overzicht worden de belangrijkste risico’s verder toegelicht. Risico Obligatie's Garantie's zonder achtervang Decentralisaties Garantie's met achtervang Verbonden partijen Open einde regeling Algemene uitkering Grondexploitaties Juridische risico's, privaat rechtelijk Planschade Financiering Juridische risico's, publiek rechtelijk Eindtotaal
Kwantificering (€) 25.000.000 17.680.000 1.277.200 35.491.000 1.891.500 412.500 315.000 104.000 200.000 7.700 8.500 1.260
Kans % voor berekening 10% 5% 50% 1% 15% 50% 50% 100% 50% 700% 50% 100%
Totaal (€) 2.500.000 884.000 638.600 354.900 289.200 206.300 157.500 104.000 100.000 33.900 4.300 1.300 5.274.000
In de risicobeheermatrix (zie bijlage) is een totaal overzicht opgenomen van alle risico’s, waarbij per risico is aangegeven: beschrijving, ontwikkelingen, verantwoordelijke portefeuillehouder, soort risico, gevolgen als het risico zich voordoet, beheersmaatregelen, beïnvloedbaarheid en de berekening van het risico.
4. Toelichting op risico’s Obligaties De gemeente heeft de opbrengst van de verkoop van Essent belegd in obligaties. Voor de staatsobligaties wordt het risico gelopen dat deze eventueel afgewaardeerd kunnen worden indien het land niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Bij de financiële instellingen wordt het risico gelopen dat bij faillissement de gemeente geen of maar een gedeeltelijke uitbetaling van de waarde krijgt. Door de financiële crisis is de kredietwaardigheid van een aantal landen en financiële instellingen onder druk komen te staan. Daarnaast voldoet een aantal obligaties niet meer aan de randvoorwaarden bij afsluiten. Deze obligaties mogen op basis van de wet Financiering Decentrale Overheden in portefeuille blijven. De kans is berekend op basis van het percentage obligaties die niet meer binnen de randvoorwaarden vallen. Decentralisaties participatiewet, aanpassingen WMO en jeugdzorg. De budgetten van het rijk en de provincie worden overgeheveld naar de gemeenten, waarbij door het Rijk een korting toegepast alvorens over te hevelen. De kosten voor de nieuwe taken en de hoogte van het over te hevelen budget zijn nog niet duidelijk.
Programmabegroting 2014-2017
102
In de kadernota 2014 is besloten dat de nieuwe taken binnen het overgehevelde budget uitgevoerd moeten worden. Indien dit niet structureel realiseerbaar is op basis van de regelgeving die nog vastgesteld moet worden kan dit tot de volgende acties leiden: verdere aanpassing regelgeving; aanvullende dekking waardoor bezuiniging op andere taken noodzakelijk is. Indien de overschrijding zich alleen in de eerste jaren voordoet, doordat implementatie nog niet geheel gerealiseerd is, zullen incidentele middelen aangesproken moeten worden. Voorgesteld wordt om het begrootte positief resultaat 2014 hiervoor te bestemmen. Verbonden partijen Het belangrijkste onderdeel van dit risico betreft de garantie aan de Ontwikkelingsmaatschappij Midden Limburg BV. Door de toetreding van gemeente Echt-Susteren in de OML en hun inbreng van het regionale bedrijventerrein St. Joost in de OML, moest het risicodragend (eigen) vermogen van OML worden uitgebreid door de aandeelhoudende gemeenten. Hiervoor is het risicodragend vermogen opgehoogd door de verstrekking van 2 leningen, enerzijds door de provincie Limburg en anderzijds door de BNG. Voor beide leningen is van de aandeelhouders deels een garantie gevraagd. Voor de gemeente Roerdalen betekent dit dat we garant staan voor in totaal € 791.666,--. Algemene uitkering De algemene uitkering bedraagt 43% van de totale inkomsten van de gemeente. Door het kabinet wordt momenteel bekeken hoe de verdere bezuiniging van € 6 miljard ingevuld gaat worden. Welk effect dit heeft op de omvang van het gemeentefonds is nog niet duidelijk. In de septembercirculaire worden de verdere bezuinigingen vertaald naar de effecten voor de gemeenten. Daarnaast is het Rijk op dit moment bezig met een herverdeling van het gemeentefonds. De effecten hiervan worden duidelijk in de meicirculaire 2014. De gevolgen voor de individuele gemeenten kunnen zowel positief als negatief zijn. Bij de vorige herverdeling was er een overgangsperiode van 3 jaar, waarin de gemeente toe groeit naar de nieuwe verdeling. Op basis van deze overgangsregeling is het maximale voor- of nadeel € 15 per inwoner in het eerste jaar. Juridische risico’s, publiek rechtelijk Steeds vaker worden er WOB-verzoeken ingediend die lastig binnen de daarvoor gestelde termijn gerealiseerd kunnen worden. Het beantwoorden van deze WOB-verzoeken vergt veel ambtelijke capaciteit. Op basis van de wet dwangsom en beroep kan een aanvrager van een besluit bij niet tijdig beslissen een verzoek tot betaling dwangsom indienen. De gemeente moet dan binnen 2 weken een besluit nemen. Als dit niet gebeurt dan heeft de aanvrager recht op een dwangsom. De dwangsom bedraagt maximaal € 1.260 per aanvraag, ongeacht hoeveel aanvragers erbij betrokken zijn.
5. De weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit zijn de middelen waarover de gemeente kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. De weerstandscapaciteit kan worden verdeeld in incidenteel/ structureel en direct/indirect beschikbaar. De indeling incidenteel/structureel geeft de duurzaamheid aan waarmee tegenvallers opgevangen kunnen worden. De indeling in direct/indirect beschikbaar geeft de slagvaardigheid om op tegenvallers te kunnen reageren aan. De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten éénmalig op te vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken. Het valt samen met de (algemene) reservepositie.
Programmabegroting 2014-2017
103
De structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. De direct beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit gelden die direct kunnen worden aangewend voor de dekking van de kosten van een calamiteit. De niet direct beschikbare weerstandscapaciteit betreft gelden waarvan besloten kan worden om ze vrij te maken. Hiervoor moeten eerst trajecten in gang worden gezet. bedragen x € 1.000
Weerstandscapaciteit per 1 januari 2014
Structureel
Direct beschikbaar Post onvoorzien Algemene reserve Totaal direct beschikbaar
Incidenteel
100 100
Niet direct beschikbaar Onbenutte belastingcapaciteit Bestemmingsreserve (excl dekking kapitaallasten) Stille reserves Totaal niet direct beschikbaar
7.970 7.970
1.006
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit
1.006
23.790 p.m. 23.790
1.106
31.760
Voor de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit is gekeken naar: de onroerende zaakbelasting: o de tarieven van de gemeente Roerdalen zijn vergeleken met de vast gestelde norm voor artikel 12 gemeenten; de kostendekkendheid van de riool- en afvalstoffenheffing: o de tarieven van de gemeente Roerdalen zijn kostendekkend op basis hiervan zijn geen extra inkomsten te genereren.
Programmabegroting 2014-2017
104
Financiële overzichten
Programmabegroting 2014-2017
105
Programmabegroting 2014-2017
106
Baten en lasten per programma bedragen x € 1.000 Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
MJB 2015
MJB 2016
MJB 2017
- 1.027 - 1.645 - 3.815 - 9.186 - 15.920
- 1.774 - 1.983 - 3.986 - 9.761 - 15.868
- 997 - 1.302 - 3.608 - 8.169 - 15.108
- 748 - 1.056 - 3.586 - 8.248 - 14.744
- 740 - 955 - 3.588 - 8.312 - 14.644
- 740 - 921 - 3.591 - 8.426 - 14.635
- 4.775 - 10.695 - 47.063
- 4.690 - 8.643 - 46.707
- 4.173 - 9.756 - 43.111
- 7.756 - 8.559 - 44.697
- 7.714 - 8.371 - 44.323
- 7.744 - 7.618 - 43.674
842 2.177 4.073 626 9.851
1.223 813 4.089 635 9.391
614 744 3.960 596 9.230
616 698 3.950 596 9.130
356 597 3.951 596 9.030
356 562 3.952 596 9.030
444 28.554 46.567
361 25.456 41.967
326 26.247 41.716
250 29.072 44.311
250 28.926 43.706
250 28.722 43.468
- 497
- 4.740
- 1.395
- 386
- 617
- 207
Mutatie reserves Toevoegingen
- 2.060
- 3.331
- 241
- 323
- 41
- 41
Onttrekkingen
5.742
7.748
2.442
967
967
454
Totaal Mutatie reserves
3.682
4.417
2.202
645
926
413
Resultaat na bestemming
3.185
- 324
807
258
309
206
Overzicht programma's Exploitatie Lasten 1. Gebiedsontwikkeling 2. Wonen 3. Milieu, Duurzaamheid en Klimaat 4. Leefomgeving en Veiligheid 5. Maatschappelijke participatie en Ondersteuning 6. Algemene ontwikkeling en Gezondheid 7. Algemeen bestuur en Middelen Totaal Lasten Baten 1. Gebiedsontwikkeling 2. Wonen 3. Milieu, Duurzaamheid en Klimaat 4. Leefomgeving en Veiligheid 5. Maatschappelijke participatie en Ondersteuning 6. Algemene ontwikkeling en Gezondheid 7. Algemeen bestuur en Middelen Totaal Baten Totaal Exploitatie
Programmabegroting 2014-2017
107
Programmabegroting 2014-2017 887.540
3.458.331
9.404.436
57.027.644
Totaal voorzieningen
204.700 39.700 0 453.860 0 0 0 0 0 69.480 119.800
2.570.792
200.000 1.847.225 0 340.800 70.000 107.000 0 0 5.767 0
828.894 341.855 183.857 2.454.782 849.386 456.300 381.753 323.000 1.706.263 1.870.218 8.128
47.623.208
Totaal reserves
2013 Storting
Voorzieningen Voorziening onderhoud gem. gebouwen Voorziening integraal huisvestingsplan onderwijs Voorziening woningbouw Sportlaan - H'bosch Voorziening rioleringen Voorziening afval Voorziening natuurontwikkeling Voorziening dubieuze debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren WWB Voorziening ivm vordering op verkoop vennootschap Voorziening wethouders Voorziening HRM-beleid
13.091.500 9.388.292 1.218.944 418.655 138.645 20.250.716 740.000 1.860.759 230.669 285.027
Reserves Algemene reserve (ncl saldi reserve) Reserve dekking kapitaallasten Reserve regiofonds Reserve beleidsplan I&A Reserve toerisme Reserve beleggingen Reserve strategische aankopen Reserve organisatieontwikkeling Reserve bouwgrondexploitatie Reserve bovenwijkse voorzieningen
Saldo 1-1
Saldo 1-1
108 9.555.373
912.078 349.855 183.857 2.908.642 655.501 240.000 381.753 323.000 1.706.263 1.889.154 5.271
7.654.634 52.831.341
736.602
121.516 31.700 0 0 193.885 216.300 0 0 0 50.544 122.657
6.918.032 43.275.967
4.586.715 8.704.785 454.251 10.781.266 169.852 1.049.092 759.455 0 126.000 82.645 0 20.357.716 500.000 240.000 321.759 1.539.000 0 236.436 0 285.027
Ont-trekking
2014
1.008.666
767.756
204.700 39.700 0 294.823 38.853 0 0 0 0 69.880 119.800
240.910
200.000 0 0 0 35.000 0 0 0 5.910 0
Storting
Saldo 1-1
9.696.394
1.023.190 384.355 183.857 3.203.465 559.354 0 381.753 323.000 1.706.263 1.900.490 30.667
3.069.186 50.770.821
626.736
93.588 5.200 0 0 135.000 240.000 0 0 0 58.544 94.404
2.442.450 41.074.427
200.000 8.704.785 454.250 10.327.016 1.035.200 13.892 0 0 0 117.645 0 20.357.716 240.000 0 513.000 1.026.000 0 242.346 0 285.027
Onttrekking
2015
1.078.011
755.451
204.700 39.700 0 285.184 35.887 0 0 0 0 70.180 119.800
322.560
21.500 0 0 0 35.000 0 260.000 0 6.060 0
Storting
Saldo 1-1
9.894.482
950.902 352.255 183.857 3.488.649 460.241 0 381.753 323.000 1.706.263 1.912.126 135.436
1.524.613 50.324.219
557.363
276.988 71.800 0 0 135.000 0 0 0 0 58.544 15.031
967.250 40.429.737
0 8.726.285 454.250 9.872.766 0 13.892 0 0 0 152.645 0 20.357.716 0 260.000 513.000 513.000 0 248.406 0 285.027
Onttrekking
2016
773.135
731.925
204.700 39.700 0 264.397 32.848 0 0 0 0 70.480 119.800
41.210
0 0 0 0 35.000 0 0 0 6.210 0
Storting
Saldo 1-1
1.045.602 368.055 183.857 3.753.046 358.089 0 381.753 323.000 1.706.263 1.924.062 253.734
1.296.196 49.801.158
328.946 10.297.461
110.000 23.900 0 0 135.000 0 0 0 0 58.544 1.502
967.250 39.503.697
0 8.726.285 454.250 9.418.516 0 13.892 0 0 0 187.645 0 20.357.716 0 260.000 513.000 0 0 254.616 0 285.027
Onttrekking
2017
749.400
708.030
204.700 39.700 0 242.618 30.432 0 0 0 0 70.780 119.800
41.370
0 0 0 0 35.000 0 0 0 6.370 0
Storting
2018 Saldo 1-1
1.191.102 403.755 183.857 3.995.664 253.521 0 381.753 323.000 1.706.263 1.936.298 373.534
710.994 49.839.564
256.744 10.748.747
59.200 4.000 0 0 135.000 0 0 0 0 58.544 0
454.250 39.090.817
0 8.726.285 454.250 8.964.266 0 13.892 0 0 0 222.645 0 20.357.716 0 260.000 0 0 0 260.986 0 285.027
Onttrekking
Overzicht reserves en voorzieningen
Programmabegroting 2014-2017
109 285.000
Totaal vervangingsinvesteringen 2.281.000
0 70.000 80.000 40.000 13.000 70.000 12.000
1.996.000
Totaal nieuwe investeringen
Vervangingsinvesteringen Materieel groenonderhoud Materieel gladheidsbestrijding Gemeentehuis Gemeentewerf, hekwerk Inventaris Vervoermiddelen Machines en gereedschappen
1.042.000 75.000 100.000 50.000 694.000 0 35.000 0 0
2014
Nieuwe investeringen Reconstructie wegen Openbare verlichting Herinrichting openbare ruimte Uitvoering verkeersveiligheidsplan Uitvoering GRP Materieel groenonderhoud Materieel gladheidsbestrijding Gemeentewerf Inventaris
Omschrijving
Totaal investeringen
4 4 bedrijf bedrijf bedrijf bedrijf bedrijf
4 4 4 4 3 4 4 bedrijf bedrijf
PRG.
2.212.000
125.000
0 20.000 0 0 0 90.000 15.000
2.087.000
1.042.000 75.000 100.000 50.000 820.000 0 0 0 0
2.369.750
247.750
61.750 30.000 0 0 0 140.000 16.000
2.122.000
1.042.000 75.000 100.000 50.000 855.000 0 0 0 0
Investeringen 2015 2016
2.618.500
169.500
0 57.500 0 0 0 70.000 42.000
2.449.000
1.042.000 75.000 100.000 50.000 1.182.000 0 0 0 0
2017
174.883
39.143
0 11.943 8.533 3.200 1.387 12.800 1.280
135.740
67.730 6.750 6.500 3.250 45.110 0 6.400 0 0
2015
329.924
58.890
0 14.377 8.320 3.136 1.352 28.857 2.848
271.034
134.418 13.350 12.900 6.450 97.716 0 6.200 0 0
Kapitaallasten 2016
504.185
97.744
6.587 19.417 8.107 3.072 1.317 53.543 5.702
406.441
200.064 19.800 19.200 9.600 151.777 0 6.000 0 0
2017
Investeringsschema
Incidentele lasten en baten bedragen x € 1.000 MJB MJB 2016 2017
Begroting 2014
MJB 2015
Mutatie reserves - strategische aankopen - bijdrage regiofonds GOML - startersleningen
- 240 - 1.035 - 200
-
-
-
Overige incidentele lasten Totaal incidentele lasten
- 1.475
-
-
-
200
-
-
-
200
-
-
-
- 1.275
-
-
-
Incidentele baten en lasten Incidentele lasten
Incidentele baten Mutatie reserve - verkoop strategische aankopen Overige incidentele baten Totaal incidentele baten Totaal incidentele baten en lasten
Bovenstaand overzicht geeft incidentele baten en lasten weer die middels een reserve onttrekking of storting gedekt dan wel gevoed worden. Op dit moment is het systeemtechnisch onmogelijk om een goede weergave te geven van de incidentele baten en lasten die in de exploitatie zitten. De systemen worden hierop aangepast en in de realisatie 2014 zal dit naar verwachting wel mogelijk zijn.
Programmabegroting 2014-2017
110
Bijlage risicobeheermatrix
Programmabegroting 2014-2017
111
Programmabegroting 2014-2017
112
Berekening risico Risico
Algemene uitkering
Naam risico
Grilheid algemene uitkering (samen trap De algemene uitkering bedraagt 43% van de totale op, samen trap af) inkomsten van de gemeente. Ten aanzien van de omvang van het gemeentefonds is afgesproken dat de gemeenten gezamenlijk met het Rijk de trap op en de trap af gaan.
Algemene uitkering herverdeling
Algemene uitkering
Obligatie-portefeuille
Obligatie's
Financiering
Financiering
Garantie's zonder achtervang
Garantie's met achtervang
Beschrijving risico
Ontwikkelingen
Gevolgen als het risico zich voordoet
In de mei-circulaire 2013 zijn de bezuinigingen vanuit het regeerakkoord verwerkt. Door het kabinet wordt momenteel al bekeken hoe de verdere bezuiniging van € 6 miljard ingevuld gaat worden. Welk effect dit heeft op de omvang van het gemeentefonds is nog niet duidelijk. In de septembercirculaire worden de verdere bezuinigingen vertaald naar de effecten voor de gmeenten.
De inkomsten worden lager waardoor bijstelling van de budgetten noodzakelijk is.
BZK is bezig met de herverdeling van het gemeentefonds, de effecten hiervan worden verwacht in meicirculaire 2014. De gevolgen kunnen zowel positief als negatief zijn. Het totale gemeentefonds blijft gelijk, de verdeling over de gemeenten wordt bijgesteld. Bij de vorige herverdeling was er een overgangsperiode van 3 jaar. In eerste jaar is er een maximaal voor- of nadeel van € 15,-- per inwoner.
Door de herverdeling kan de gemeente op termijn voor een groot voor- of nadeel in de inkomsten komen te staan. Bij lagere inkomsten moet er een bijstelling van de budgetten plaatsvinden.
Voor de staatsobligaties wordt het risico gelopen dat Door de financiële crisis is de kredietwaardigheid deze eventueel afgewaardeerd kunnen worden indien van een aantal landen en financiële instellingen het land niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. onder druk komen te staan. Bij de financiële instellingen wordt het risico gelopen dat bij faillissement de gemeente geen of maar een gedeeltelijke uitbetaling van de waarde krijgt.
Afwaardering van de obligaties en lagere rente-ontvangsten.
Rentefluctuaties schatkisttbankieren in Door de invoering van het schatkistbankieren op 1-1relatie tot vrijval obligatie-portefeuille 2014 gaan op termijn de rente-inkomsten teruglopen. De middelen die nu zijn belegd in obligaties kunnen na vrijval niet meer opnieuw belegd worden. Dagelijks worden de rentetarieven door het ministerie vastgesteld. Overschrijding EMU-saldo gezamelijke Door de investeringen van de gezamelijke decentrale overheden overheden kan de landelijk afgesproken tekort-norm voor het EMU-saldo worden overschreven. Dit kan mogelijk tot kortingen op de algemene uitkering leiden.
Bij forse daling of stijging van de rentepercentage kan een groot positief of negatief effect in rente-opbrengsten ontstaan.
Afgesproken is dat als de norm wordt overschreden er voor deze kabinetsperiode geen sancties plaatsvinden, als er geen sancties vanuit Europa volgen.
Bij overschrijding kan een korting worden toegepast op de algemene uitkering. Indien in een periode van 3 jaar, 2 jaar geen overschrijding heeft plaatsgevonden wordt de korting als nog uitbetaald. Indien niet wordt uitbetaald vervalt de korting aan het Rijk.
Beheersmaatregelen
Incidenteel of structureel
Monitoring via de p&c-cyclus
Structureel
Monitoring via de p&c-cyclus
Structureel
315.000
50%
157.500
De samenstelling van de portefeuille is gedaan op basis van risicospreiding, waarbij de richtlijnen uit het treasury statuut leidend zijn Incidenteel geweest. Periodiek worden overleg gevoerd met de vermogensbeheerder, die de ontwikkeling van de portefeuille bewaakt.
25.000.000
10%
2.500.000
Monitoring via de p&c-cyclus en het opstellen van een liquiditeitenbegroting om een goede afstemming te realiseren tussen de Structureel vrijvallende middelen en de investeringen, waardoor geen nieuwe leningen noodzakelijk zijn.
8.500
50%
4.300
Monitoring via de p&c-cyclus. Bij het vaststellen van de begroting wordt in de Structureel paragraaf treasury ingegaan op het EMU-saldo van de gemeente Roerdalen.
Aansprakelijk gesteld worden voor borgstelling vanuit een verstrekte garantie zonder achtervang
De risico's van in het verleden gegarandeerde hypothecaire geldleningen aan particulieren en directe garantie over leningen aan de woningstichting. Mocht deze de verplichting niet kunnen voldoen, dan kan de gemeente worden aangesproken.
Als de gemeente moet betalen zijn daar geen middelen voor voorzien.
Aansprakelijk gesteld worden voor borgstelling vanuit een verstrekte garantie met achtervang
De WSW (waarborgfonds sociale woningbouw) verstrekt leningen aan woningcorporaties waarbij de gemeente een achtervangpositie heeft. Mocht WSW de verplichting niet kunnen voldoen, dan kan de gemeente worden aangesproken.
Als de gemeente moet betalen zijn daar geen middelen voor voorzien. Wijzigingen in de portefeuille worden beoordeeld en aan B&W voor besluitvorming voorgelegd (behalve rentebijstellingen).
Geen, risico is zeer klein
Kwantificering (€)
Kans % voor berekening
pm
Totaal
pm
pm
pm
Incidenteel
17.680.000
5%
884.000
Incidenteel
35.491.000
1%
354.900
Risico
Naam risico
Beschrijving risico
Ontwikkelingen
Gevolgen als het risico zich voordoet
Beheersmaatregelen
Decentralisaties participatiewet, aanpassingen WMO en jeugdzorg.
Voor decentralsaties worden budgetten van het rijk en de provincie overgeheveld naar de gemeenten. Op deze budgetten wordt door het Rijk een korting toegepast. Het is op dit moment nog niet duidelijk hoeveel de nieuwe taken voor de gemeente gaan kosten en of het budget dat wordt overgeheveld toereikend is. Wel is voor de jeugdzorg aangegeven dat het eerste jaar een overgangsjaar is, waarbij de bestaande cliënten recht hebben op dezelfde zorg als in 2014.
Vanuit het Rijk worden taken overgeheveld naar de gemeente. Het is op dit moment nog niet duidelijk welke budgetten hiervoor meekomen. Voor de jeugdzorg is op baiss van historie een eerste eerste indicatie afgegeven bij de meicirculaire 2013. In de septembercirculaire 2013 wordt meer duidelijkheid gegeven over de budgetten voor zowel jeugdzorg als aanpassing WMO. Voor de participatiewet is dit gepland voor het 4de kwartaal 2013. De wetgeving in dit kader is nog niet vastgesteld. De wetgeving jeugdzorg is voor het zomerreces 2013 aangeboden aan de tweede kamer. Voor de 2 andere decentralisaties is dit gepland voor het 4de kwartaal 2013.
In principe moeten de taken binnen het budget uitgevoerd worden. Indien dit niet structureel realiseerbaar is op basis van de regelgeving die nog vastgesteld moet worden kan dit tot de volgende acties leiden: - verdere aanpassing regelgeving; - aanvullende dekking waardoor bezuiniging op andere taken noodzakelijk is. Indien de overschrijding zich alleen in de eerste jaren voordoet, doordat implementatie nog niet geheel gerealiseerd is, zullen incidentele middelen hiervoor aangesproken moeten worden.
Monitoring via de p&c-cyclus, daarnaast is een beperkte reserve gevormd om mogelijke financiële tegenvallers in de eerste jaren op te kunnen vangen.
Decentralisaties
Structureel
Decentralisaties WWB I-deel
Open einde regeling
Wmo Hulp bij het huishouden/vervoersvoorzieningen en hulpmiddelen.
Open einde regeling
Overige open-einde regelingen
Open einde regeling
Voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand ligt het risico zowel voor het werkdeel als het inkomensdeel dat ontvangen wordt van de rijksoverheid volledig bij de gemeenten. Door het rijk wordt jaarlijks een macrobudget voor bijstandsuitgaven bepaald, in de loop van het jaar wordt dit budget op basis van nacalculatie definitief vastgesteld. Via een verdeelsleutel wordt het budget per gemeente bepaald. Bij de vaststelling van het gemeentelijk budget wordt alleen uitgegaan van ontwikkelingen op macroniveau; wijzigingen in het bijstandsvolume per gemeente hebben hierop géén (directe) invloed. Een toename van de gemeentelijke bijstandsuitgaven in enig jaar leidt niet meteen tot bijstelling van het gemeentelijk budget; verwerking in het macrobudget vindt plaats met een vertraging van twee jaar (na-ijleffect).
Een overschrijding van het toegekende budget komt in principe volledig voor rekening van de gemeente. Pas bij een overschrijding van meer dan 10% kan voor het meerdere een verzoek worden ingediend voor verhoging van het budget. Concreet betekent dit dat de eerste 10% in elk geval voor rekening van de gemeente blijft.
Ten aanzien van de WMO geldt dat er naast de uitgaven een risico ligt bij de inkomsten. Voor de verdeling van het macrobudget wordt door het Rijk uitgegaan van een objectieve verdeling. Deze verdeling is gebaseerd op verschillende maatstaven waarbij vooral de maatstaven uitkeringsontvangers en ouderen een belangrijke rol innemen. Er is dus geen direct verband tussen de uitgaven en inkomsten. Daarnaast heeft de gemeente Roerdalen te maken vergrijzing waardoor een mogelijk een toename ontstaat van het aantal aanvragers en dus ook hogere uitgaven.
Budgetoverschrijding
De gemeente heeft op verschillende terreinen te maken met open-einde regelingen. Vaak gaat het hierbij om taken die de gemeente wettelijk verplicht is om uit te voeren. De belangrijkste open-einde regelingen zijn hierboven apart beschreven. Bij een open-einde regeling mag geen afwijzing plaatsvinden op basis van financiële ruimte bij de gemeente. Als iemand recht heeft op een vergoeding moet de gemeente deze verstekken.
Budgetoverschrijding
Incidenteel of structureel
Kwantificering (€)
Kans % voor berekening
pm
Totaal
pm
Incidenteel
1.277.200
50%
638.600
Structureel
302.500
50%
151.300
Monitoring via de p&c-cyclus. Daarnaast wordt door een kanteling van de WMO gekeken naar Structureel de andere mogelijkheden van hulpverlening.
110.000
50%
55.000
Monitoring via de p&c-cyclus.
Monitoring via de p&c-cyclus
pm
pm
Risico
Naam risico
Beschrijving risico
Ontwikkelingen
Grondexploitaties
De kans dat als gevolg van de economische crisis (kredietcrisis) de verkoop van grond achterblijft op de prognoses. Deze vertraging kan leiden tot een exploitatieverlies door lagere opbrengsten (AU en verkoop grond). Op dit moment zijn alle exploitaties positief.
Gezien de stand van zaken op de woningmarkt, in De verslechterde economische verband met de kredietcrisis, bestaat de kans dat omstandigheden beïnvloeden de de afzet van nieuwbouwwoningen en daarmee van winstverwachtingen van exploitaties. de bouwpercelen stagneert. Voor het merendeel van de plannen liggen de risico’s van stagnerende afzet bij derden partijen i.c. projectontwikkelaars. De risico’s voor de gemeente met betrekking tot de grondexploitatie liggen in die gevallen in het later ontvangen van de bedongen bijdragen en in het niet realiseren van de geplande woningbouw.
Grondexploitaties
Gemeenschappelijke regelingen Verbonden partijen
Verbonden partijen
Garantie OML Verbonden partijen Aandeelhouderschap
Verbonden partijen
Schade en gevaren van/aan gemeentelijke bezittingen zoals gebouwen en bedrijfswagens.
Gevolgen als het risico zich voordoet
Verzekeringen
Incidenteel of structureel
Kwantificering (€)
Kans % voor berekening
Totaal
Er is een reserve grondexploitaties als buffer om weerstandscapaciteit te bieden en risico’s Incidenteel af te dekken.
104.000
100%
104.000
Monitoring via de p&c-cyclus
De gemeenschappelijke regelingen voeren beleid uit voor de gemeente. De gemeente blijft beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheden houden t.a.v. deze partijen. Naast het bijstellen van de bijdrage die de gemeente aan de gemeenschappelijke regelingen heeft, is er ook een financieel risico bij opheffing of uittredeing. Daarnaast worden besluiten binnen de gemeenschappelijke regeling genomen door het algemeen bestuur en kan de gemeente alleen meer aangeven wat hun wensen zijn.
Als de gemeente moet betalen zijn daar geen middelen voor voorzien. Incidenteel
208.900
20%
41.800
Door zowel de provincie Limburg als de BNG is de eis gesteld dat voor de leningen die zij verstrekken de deelnemende gemeenten in OML garant staan voor de aflossing. De gemeente heeft aandelen in een aantal ondernemingen vanuit haar publiekrechterlijke taak. Hier deze deelnemingen ontvangt de gemeente jaarlijks dividend. De hoogte van dit dividend kan zowel hoger als lager uitvallen dan begroot. Daarnaast is er altijd een risico van failissement, waarbij de eigenaren alleen uitkeringen krijgen nadat alle schuldeisers zijn uitbetaald. De gemeente moet de boekwaarde dan wel ineens afschrijven.
Als de gemeente moet betalen zijn daar geen Ontwikkeling van OML wordt gevolgd. middelen voor voorzien. Belangrijke besluitvorming vindt plaats binnen Incidenteel de aandeelhoudersvergadering.
791.700
20%
158.300
Incidenteel
890.900
10%
89.100
Het is gebruikelijk om alle bekende risico’s zoveel mogelijk te ondervangen. Daar waar gemeentelijke bezittingen of belangen onderhevig kunnen zijn aan brand, stormschade, diefstal of verlies, zijn de risico’s die hierbij gelopen kunnen worden in afdoende mate verzekerd. Naast het Incidenteel verzekeren van risico's is de eerste insteek van de gemeente om schades te voorkomen. Op basis van schade-analyse wordt beoordeeld of er preventieve maatregelen nodig zijn om terugkerende schades te voorkomen. Hierbij wordt de afweging gemaakt of de maatregelen in verhouding staan tot het risico.
-
-
De bekende risico's zijn afgedekt.
Incidenteel
-
-
De bekende risico's zijn afgedekt.
Incidenteel
-
-
Schade aan gebouwen als gevolg van brand, storm, water, inbraak, enz. Schade aan/of aansprakelijkheid schade door gebruik van bedrijfswagens.
Derving structurele inkomsten
Monitoring via de p&c-cyclus.
In 2013 vindt de aanbesteding plaats van de gebouwenpolis.Deze polis gaat in op 1 januari 2014.
Eigen risico volgens polis
Verzekeringen
Verzekeringen
Beheersmaatregelen
Aansprakelijkheid als gemeente voor personen-, zaak- en vermogensschade
Schade die burgers en bedrijven hebben opgelopen door toedoen van de gemeente, dit kan bijvoorbeeld zijn schade aan auto's door wegwerkzaamheden.
Eigen risico volgens polis
Aansprakelijkheid als werkgever
Schade die ambtenaren lopen in de uitoefening van hun beroep, zoals schade door gebruik eigen auto voor werk.
Eigen risico volgens polis
Risico
De bekende risico's zijn afgedekt.
Incidenteel
-
-
Om dit risico af te dekken hebben we een continuïteitsplan en worden er testen en oefeningen gedaan ter borging. De risicovolle werkzaamheden worden zoveel Incidenteel mogelijk op vrijdag gepland zodat meer tijd beschikbaar is voor herstel buiten de bedrijfstijd.
-
-
Indien de totale kosten van de toegekende De gemeente zal aan particuliere initiatieven planschades hoger is dan € 20.000 wordt het die tot schade kunnen leiden alleen budget overschreden, als het niet is afgedekt medewerking verlenen nadat met de binnen het project. initiatiefnemer(s) een overeenkomst is gesloten om de schade te verhalen. Voor zover Structureel de initiatieven van de gemeente uit gaan wordt in het betreffende project zonodig een raming opgenomen van de te verwachten schade.
7.700
700%
33.900
Structureel
1.260
100%
1.300
Incidenteel
200.000
50%
100.000
Aansprakelijkheid als bestuurder
Schade die de bestuurders lopen in de uitoefening van hun beroep, doordat zij door derden aansprakelijk worden gesteld. Bij een grote schalige storing (bv elektriciteits- of systeemcrash) kunnen de informatiesystemen geheel of gedeeltelijk uitvallen, waardoor de continuïteit van de maatschappelijke dienstverlening niet worden gegarandeerd.
Eigen risico volgens polis
Op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is de gemeente verplicht op verzoek schade te vergoeden die het gevolg is van een bestemmingsplan of een vrijstelling als bedoeld in artikel 17 of 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Meer burgers maken gebruik van hun recht op vergoeding van dergelijke schade.
Grootschalige storing ICT en uitval elektriciteit voor langere tijd Bedrijfsvoering
Planschade
Planschade
Juridische risico's, publiek rechterlijk
Incidenteel of structureel
Beschrijving risico
Verzekeringen
Stijgend aantal verzoeken in het kader van de Wet Openbaarheid Bestuur in relatie tot Wet dwangsom en beroep
Rechtszaken/aan-sprakelijkstellingen Juridische risico's, privaat rechterlijk
Benodigde weerstandscapaciteit
Op basis van de wet dwangsom en beroep kan een aanvrager van een besluit bij niet tijdig beslissen een verzoek tot betaling dwangsom indienen. De gemeente heeft dan nog 2 weken de tijd om een besluit te nemen. Als dit niet gebeurt dan heeft de aanvrager recht op een dwangsom. De gemeente wordt door derden aangesproken op het niet nakomen van afspraken welke tot een rechtzaak leiden.
Ontwikkelingen
Beheersmaatregelen
Naam risico
Gevolgen als het risico zich voordoet
Steeds vaker worden er WOB-verzoeken ingediend De dwangsom bedraagt maximaal € 1.260 per die lastig binnen de daarvoor gestelde termijn aanvraag, ongeacht hoeveel aanvragers erbij Het beslissen binnen de wettelijke termijn is gerealiseerd kunnen worden. Het beantwoorden betrokken zijn. voor onze gemeente een belangrijk van deze WOB-verzoeken vergt veel ambteljke uitgangspunt. capaciteit. De gemeente heeft in het kader van het publiekrecht in maart 2013 een claim ontvangen voor het niet nakomen van gemaakte afspraken (€ 200.000). Deze claim is nog niet afgehandeld
Kwantificering (€)
Kans % voor berekening
Totaal
5.274.000