WELSTANDSNOTA Onderdeel: sneltoetscriteria 30 januari 2007
Gemeente Littenseradiel
Inhoudsopgave welstandscriteria voor kleine bouwplannen.............................................1 aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen algemeen..............2 kozijn- en gevelwijzigingen algemeen .....................................................4 dakkapellen algemeen ............................................................................6 aanvullende criteria voor dakkapellen per kapvorm................................9 dakramen algemeen..............................................................................11 bouwwerken van beperkte omvang.......................................................12 erf- en perceelsafscheidingen algemeen ..............................................13 walbeschoeiingen ..................................................................................15 zonnepanelen en -collectoren algemeen ..............................................17 (schotel)antennes algemeen .................................................................18 (rol)luiken en rolhekken algemeen ........................................................20 verklarende woordenlijst........................................................................22
HOOFDSTUK
1
WELSTANDSCRITERIA VOOR KLEINE BOUWPLANNEN
Welstand Bouwplannen moeten voldoen aan ”redelijke eisen van welstand”. Bij de toets aan de welstandseisen wordt gekeken of de plaatsing, de vorm en het materiaal- en kleurgebruik van het bouwwerk binnen de directe omgeving past. Om u als burger vooraf zoveel mogelijk duidelijkheid te geven, moet de gemeente in een welstandsnota zo concreet mogelijke welstandseisen aangeven. Bij een aantal kleine bouwwerken moet de welstandseisen zo gedetailleerd en duidelijk zijn, dat er geen enkel misverstand over kan bestaan hoe er moet worden gebouwd om aan de welstandseisen te voldoen. De zgn. sneltoetscriteria. Sneltoetscriteria De gemeente stelt voor veel voorkomende kleine bouwplannen die niet vergunningsvrij zijn, zulke gedetailleerde eisen op, dat er geen misverstand over kan bestaan hoe er moet worden gebouwd om aan de welstandseisen te voldoen. De uitvoering van de “sneltoets” wordt in principe door de gemeente zelf gedaan. Wat is bouwvergunningsvrij bouwen? Als uw bouwplan voldoet aan de voorwaarden voor bouwvergunningsvrij bouwen, mag u zonder bouwvergunning bouwen. Onder welke voorwaarden dat mag, staat in de Woningwet. De regels in het bestemmingsplan, de gemeentelijke bouwverordening en in principe ook de gemeentelijke welstandseisen zijn in dat geval niet van toepassing. De regels met betrekking tot onder meer veiligheid en gezondheid uit het Bouwbesluit en het burenrecht zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek gelden echter wel. Als u gaat (ver)bouwen moet u er zelf voor zorgen dat u aan deze regels voldoet.
Bouwvergunningsvrije bouwwerken worden dus niet getoetst aan redelijke eisen van welstand. Wel is er een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is. Monumenten en beschermde dorpsgezichten Bouwt u in, op, aan of bij een monument dat door het Rijk, de provincie of de gemeente is aangewezen of in een door het Rijk aangewezen beschermd stads- of dorpsgezicht, dan mag dat nooit bouwvergunningsvrij. Bestemmingsplan In het bestemmingsplan legt de gemeente regels vast voor de ruimtelijke ordening. Deze plannen zijn bindend voor u als burger. Daar staat precies in welke bestemming de grond heeft, bijvoorbeeld woningbouw, industrie, winkels, recreatie of kantoren. Die verschillende bestemmingen staan op een kaart aangegeven. Het plan geeft ook bouw- en gebruiksvoorschriften die bij de verschillende bestemmingen horen. Uw bouwplan moet in principe altijd passen binnen het bestemmingsplan van uw gemeente. Wanneer u iets (ver)bouwt dat bouwvergunningsvrij is, gelden echter alleen de voorschriften uit het bestemmingsplan met betrekking tot het gebruik. Wanneer u het gebouwde na uitvoering van de bouwplannen wilt gaan gebruiken voor een doel dat op grond van het bestemmingsplan niet is toegestaan, moet u hier, ook al betreft het een in principe
bouwvergunningsvrij bouwwerk, vrijstelling van het bestemmingsplan voor aanvragen. Bouwbesluit: hoe te bouwen Bij het bouwen of verbouwen moet altijd worden voldaan aan het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit staan minimumeisen op technisch gebied die voor heel Nederland gelden. Ze staan garant voor uw veiligheid en gezondheid en houden rekening met het milieu en het gebruikscomfort. Of er nu volgens een reguliere bouwvergunning, een lichte bouwvergunning of bouwvergunningsvrij wordt gebouwd: het bouwwerk moet altijd voldoen aan het Bouwbesluit. Daarvoor draagt iedereen zélf de verantwoordelijkheid. Rekening houden met buren Behalve de regels rondom het bouwen, heeft iedereen ook te maken met het zogeheten burenrecht dat in het Burgerlijk Wetboek is geregeld. Daarmee is feitelijk niets anders vastgelegd dan de gebruikelijke omgangsvormen. Ze geven (wettelijk) houvast als er onenigheid met de buren ontstaat. Het belangrijkste advies is om eerst met de buren te overleggen, ze in te lichten over de voorgenomen bouwplannen. In veel gevallen wordt er een compromis gesloten, wellicht na een kleine aanpassing van het plan. Vraag het de gemeente Naast een bouwvergunning kunnen bij het (ver)bouwen ook andere vergunningen nodig zijn. Zo is er misschien geen bouwvergunning nodig, maar bijvoorbeeld wél een milieuvergunning, een uitritvergunning, een sloopvergunning of kapvergunning. Het is daarom verstandig bij ieder bouwplan contact op te nemen met de gemeente.
Welstandsnota Littenseradiel
1
HOOFDSTUK
2
AAN- EN UITBOUWEN, BIJGEBOUWEN EN OVERKAPPINGEN ALGEMEEN
Wat is een aan- en uitbouw? Een aan- en uitbouw is een bouwwerk dat u tegen uw bestaande woning aanbouwt en dat direct in verbinding staat met het woonhuis. Dit kan een garage of een berging zijn, maar ook een uitbouw van uw woonkamer in de vorm van een serre of een uitbouw aan de keuken. Wat is een bijgebouw? Er wordt in de regelgeving ook over “bijgebouwen” gesproken. Dit kan ook een garage of berging zijn, maar dan kan deze alleen worden bereikt via een aparte toegangsdeur (dus niet rechtstreeks vanuit de woning). Een bijgebouw kan dus aan de woning vast zitten. Wat is een overkapping? Een overkapping is een grondgebonden element van één bouwlaag. De overkapping staat los op het erf of tegen het hoofdgebouw aan en is meestal bedoeld als carport.
Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een lichtvergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen. Lichtvergunningplichtige plannen die niet aan deze welstandseisen voldoen of indien er sprake is van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan kan het plan aan de Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Bouwplannen bij een door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermd monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht worden altijd voorgelegd aan de Welstandscommissie.
Excessenregeling Als een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor Welstandsvrijsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is.
Welstandsnota Littenseradiel
2
AAN-, UITBOUW, BIJGEBOUW EN OVERKAPPING Plaatsing • Minimaal 3 meter achter de gevellijn(en) van het hoofdgebouw aan de zijde(n) van de weg of het openbaar groen Vorm • Vormt, indien aangebouwd aan, een eenheid met bestaande aan- of uitbouw(en) • Overwegend rechthoekige plattegrond • Plat dak of van het hoofdgebouw afgeleide kapvorm met dakhelling gelijk aan hoofdgebouw • Eenvoudige detaillering • Goothoogte rondom gelijk Materiaal- en kleurgebruik • Steen: gelijk aan het hoofdgebouw of van hout: naturel vergrijzend of gedekte donkere kleur • Dakbedekking in gedekte tint; golfplaat, dakpanplaat of pannen • Dakbedekking mag niet glanzend van aard zijn • Het naar het voorerf gekeerde gevelvlak, waarvan het zicht vanaf de weg of het openbaar groen niet wordt weggenomen door een ander bouwwerk, dient een gevelopening te bevatten met een oppervlakte van minimaal 10% van het totale geveloppervlak
Welstandsnota Littenseradiel
3
HOOFDSTUK
3
KOZIJN- EN GEVELWIJZIGINGEN ALGEMEEN
Wat is een kozijn- en gevelwijziging? Van een kozijn- en gevelwijziging is sprake wanneer een kozijn, venster, raam, deur of gevelpaneel wordt verplaatst of er iets aan de vorm, de afmeting, de indeling of het materiaal wordt veranderd.
bouwplan altijd voorgelegd aan de Welstandscommissie.
Excessenregeling Als een kozijn- en gevelwijziging vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is. Toetsing Een reguliervergunningsplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningsplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en goedgekeurd worden op basis van de hierna genoemde welstandseisen. Lichtvergunningplichtige plannen die niet aan deze welstandseisen voldoen of indien er sprake is van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan kan het plan aan de Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Bij een door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermd monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt het
Welstandsnota Littenseradiel
4
KOZIJN- EN GEVELWIJZIGINGEN Vormgeving en plaatsing • Afgestemd op de bestaande verhoudingen in de (aansluitende) gevel(s) Materiaal- en kleurgebruik • Afgestemd op (aansluitende) gevel en bestaande gevelopeningen Welstandsvrij
• Indien de kozijn- en gevelwijziging plaats vindt in de zij- of achtergevel, niet gekeerd naar de weg of het openbaar groen en niet zichtbaar is vanaf de weg of het openbaar groen is de wijziging welstandsvrij, behoudens aan een door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermd monument of in een beschermd stads- of dorpsgezicht
Welstandsnota Littenseradiel
5
HOOFDSTUK
4
DAKKAPELLEN ALGEMEEN
Wat is een dakkapel? Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, bedoeld om de lichttoevoer te verbeteren en het bruikbare woonoppervlak te vergroten.
Dakkapellen op de oorspronkelijke romp van een oorspronkelijke boerderij, worden altijd ter advies voorgelegd aan de welstandscommissie en getoetst aan de Objectcriteria voor Boerderijen.
Excessenregeling Als een dakkapel vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is. Toetsing Een reguliervergunningsplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een licht-vergunningsplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen. Lichtvergunningplichtige plannen die niet aan deze welstandseisen voldoen of indien er sprake is van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan kan het plan aan de Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Bij een door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermd monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt het bouwplan altijd voorgelegd aan de Welstandscommissie.
Welstandsnota Littenseradiel
6
DAKKAPPELEN OP HET VOOR- OF HET NAAR DE WEG OF HET OPENBAAR GROEN GEKEERDE DAKVLAK Algemeen • Geen dakkapellen op bijgebouw, aan- of uitbouw • Maximaal 1 dakkapel in verticale lijn • Geen dakkapellen op dakvlakken oorspronkelijke romp boerderij Plaatsing • Bij meerdere dakkapellen in hetzelfde bouwblok, regelmatig rangschikken langs horizontale lijn • Bij vrijstaande woning bij voorkeur symmetrisch geplaatst in het dakvlak • Minimaal 1 meter eigen verticaal dakvlak boven en aan weerszijden van de dakkapel, bij kepers gemeten op de kortste afstand • Verticale afstand van dakvoet tot onderzijde dakkapel minimaal 0,5 en maximaal 1 meter Vorm • Plat afgedekt • Bescheiden boei en overstek Maatvoering • Hoogte van de voet dakkapel tot bovenzijde, maximaal 1,65 meter • Breedte maximaal 30% van het eigen dakvlak, bij kepers gemeten op de kortste afstand, met een maximum van 4 meter • Bij meerdere dakkapellen in hetzelfde bouwblok zijn de dakkapellen even hoog en gelijkvormig Materiaal- en kleurgebruik • Afgestemd op het gebouw van plaatsing
Welstandsnota Littenseradiel
7
DAKKAPPELEN OP DE ACHTER- OF ZIJKANT, NIET NAAR DE WEG OF HET OPENBAAR GROEN GEKEERD Algemeen • Geen dakkapel op bijgebouw, tenzij geplaatst achter de achtergevel, tussen de zijgevellijnen van het hoofdgebouw • Maximaal 1 dakkapel in verticale lijn • Geen dakkapellen op dakvlakken oorspronkelijke romp boerderij Plaatsing • Bij meerdere dakkapellen in hetzelfde bouwblok, regelmatig rangschikken langs horizontale lijn • Minimaal 0,5 meter (eigen) dakvlak boven, onder en aan weerszijden van de dakkapel, bij kepers gemeten op de kortste afstand • Verticale afstand van dakvoet tot onderzijde dakkapel maximaal 1,2 meter Vorm • Plat afgedekt • Bij een dakhelling >45º is een dakvorm met een dakhelling >25º toegestaan Maatvoering • Hoogte van de voet dakkapel tot bovenzijde, maximaal 2 meter Materiaal- en kleurgebruik • Afgestemd op het gebouw van plaatsing
Welstandsnota Littenseradiel
8
HOOFDSTUK
5
AANVULLENDE CRITERIA VOOR DAKKAPELLEN PER KAPVORM
Bij een aantal afwijkende kapvormen zijn naast bovenstaande sneltoetscriteria voor de voor- en achterkant een aantal aanvullende welstandscriteria van toepassing. In geval van combinaties van verschillende dakvormen zal per situatie een afweging gemaakt worden van de toelaatbare uitbreidingen. Zadeldak met hellingshoek kleiner dan 300 (afbeelding 1) Soms geeft een zadeldak door de flauwe helling weinig tot geen gelegenheid om een dakkapel toe te passen. Door de flauwe helling wordt de bovenzijde van de dakkapel namelijk (nagenoeg) gelijk met de nok. Hierdoor worden het dakvlak en het silhouet te sterk aangetast, daarom is het plaatsen van een dakkapel op een zadeldak met een helling kleiner dan 30o welstandshalve ongewenst. Een gangbare dakkapel is hier dus niet goed mogelijk. Als de vrije hoogte onder de nok tenminste 2.00 meter bedraagt kan soms een oplossing worden gevonden door de nok te verplaatsen en te verhogen. Dan spreken we van een dakopbouw. Plaatsing valt dan onder een reguliere vergunningsprocedure en zal door de welstandscommissie worden getoetst op redelijke eisen van welstand. o
Zadeldak met hellingshoek groter dan 30 De algemene sneltoetscriteria voor dakkapellen zijn hier van toepassing. Hiervoor gelden dus geen aanvullende sneltoetscriteria. Zadeldak met wolfseind (afbeelding 2) De beperkte maat van het wolfseind is ongeschikt voor toevoegingen. De zijdakvlakken zijn hiervoor meer geschikt, en dienen behandeld te worden als het zadeldak. Hierbij dienen de wolfseinden gerespecteerd te worden.
Zadeldak op vliering (afbeelding 3) De basishoogte boven een vliering is te gering om een dakkapel te realiseren. Plaatsing hoog in het dakvlak geeft een onevenwichtig beeld. Schild-, tent- of piramidedak (afbeelding 4) Het karakter van deze kapvormen, met naar de nok toelopende hoekkepers, vereist een zeer beperkte afmeting van de dakkapel. Bij situering van de dakkapel dient respect te zijn voor de hoekkepers en dient minimaal een meter dakvlak vrij te blijven, gemeten aan de bovenzijde van de dakkapel.
Asymmetrisch dak (afbeelding 6) Een dakkapel hoog in het dakvlak geeft bij een asymmetrisch dakvlak een onevenwichtig beeld en is welstandshalve niet gewenst. In het algemeen worden dakkapellen onder in het dakvlak toegepast. Door de grootte van het dakvlak ontstaat hiermede een goed en evenwichtig beeld. Door de hoogte van het dakvlak is hier een dakkapel met een inwendige hoogte tot de verdiepingsvloer voorstelbaar.
Mansardedak (afbeelding 5) Een daktoevoeging aan de achter- of zijkant, niet naar de weg of het openbaar groen gekeerd is toegestaan in het onderste deel van het dakvlak. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen een schuin afgedekte dakkapel en een dakkapel met plat dak. In beide gevallen dient de bovenaansluiting met het dakvlak op de knik van het dakvlak plaats te vinden. Lessenaardak Voor dakkapellen op lessenaardaken gelden dezelfde uitgangspunten als voor zadeldaken. Afhankelijk van de hoek van het dak en de nok- en goothoogte gelden verschillende regels. Wanneer o de hoek kleiner is dan 30 is een dakkapel welstandshalve niet wenselijk. Bij een hoek kleiner o dan 45 is een dakkapel aanvaardbaar wanneer de hoogte onder de nok meer dan 2.70 m meet.
Welstandsnota Littenseradiel
9
Welstandsnota Littenseradiel 10
HOOFDSTUK
6
DAKRAMEN ALGEMEEN
Wat is een dakraam? Een dakraam is een raam, aangebracht in het dakvlak, waarbij de hoofdvorm van het dakvlak behouden blijft en rondom dakpannen of andere dakbedekking aanwezig zijn.
monument of in een beschermd stads- of dorpsgezicht
Excessenregeling Als een dakraam vergunningsvrij mag worden geplaatst, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is. Toetsing Indien een lichtvergunningplichtige situatie aan de orde is, dan kan het plan aan de Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de beoordeling dan gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Bij een door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermd monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt het bouwplan altijd voorgelegd aan de Welstandscommissie. Welstandsvrij Voor een dakraam dat geplaatst wordt in het zij- of achterdakvlak, niet gekeerd naar de weg of het openbaar groen, gelden geen redelijke eisen van welstand, behoudens aan een door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermd
Welstandsnota Littenseradiel 11
HOOFDSTUK
7
BOUWWERKEN VAN BEPERKTE OMVANG
Wat is een bouwwerk van beperkte omvang? Een bouwwerk van beperkte omvang is een losstaand bouwwerk op het erf met een oppervlak tot 5 m2 en een hoogte tot 3 meter.
gemeente aangewezen beschermd monument of in een beschermd stads- of dorpsgezicht
Excessenregeling Als een bouwwerk van beperkte omvang vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is. Toetsing Indien een lichtvergunningplichtige situatie aan de orde is, dan kan het plan aan de Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de beoordeling dan gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Bij een door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermd monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt het bouwplan altijd voorgelegd aan de Welstandscommissie. Welstandsvrij Voor het bouwwerk van beperkte omvang dat vrijstaand geplaatst wordt op het zij- of achtererf, niet gekeerd naar de weg of het openbaar groen en niet zichtbaar is vanaf de weg of het openbaar groen, gelden geen redelijke eisen van welstand, behoudens bij een door het Rijk, de provincie of de
Welstandsnota Littenseradiel 12
HOOFDSTUK
8
ERF- EN PERCEELSAFSCHEIDINGEN ALGEMEEN
Wat is een erf- of perceelsafscheiding Een erf- of perceelsafscheiding kan een tuinmuur of schutting zijn van beton of hout, maar ook een vlechtscherm of een andere kant-en-klare erfafscheiding zijn bouwwerken die bouwvergunningplichtig kunnen zijn. Echter in veel gevallen zal de erfafscheiding bouwvergunningsvrij mogen worden geplaatst. De meeste bestemmingsplannen maken andere schuttingen, dan vergunningsvrij niet mogelijk.
die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Bij een door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermd monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt het bouwplan altijd voorgelegd aan de Welstandscommissie.
Excessenregeling Als een erf- en perceelsafscheiding vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is. Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een reguliervergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een lichtvergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen. Voldoet het plan niet aan deze welstandseisen, of is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan kan het plan aan de Welstandscommissie worden voorgelegd,
Welstandsnota Littenseradiel 13
ERF- EN PERCEELAFSCHEIDINGEN Plaatsing en vorm • afgestemd op een aansluitende erfafscheiding Materiaal- en kleurgebruik • Afgestemd op de woning en de omgeving • Hout, naturel vergrijzend of baksteen
Welstandsnota Littenseradiel 14
HOOFDSTUK
9
WALBESCHOEIINGEN
Wat is een walbeschoeiing Een walbeschoeiing is een loodrechte wand van hout of steen, bedoeld om een afscheiding te vormen tussen grond en water. Excessenregeling Als een walbeschoeiing vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die 'in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand'. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is. Toetsing Indien een Lichtvergunningsplichtige situatie aan de orde is, dan kan het plan aan de Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Bij een door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermd monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt het bouwplan altijd voorgelegd aan de Welstandscommissie.
Welstandsnota Littenseradiel 15
WALBESCHOEIINGEN Plaatsing • Maximaal 50 cm boven het aansluitend normaal waterpeil Vorm • Afgestemd op de eventueel aansluitende walbeschoeiing Materiaal- en kleurgebruik • Hout of baksteen
Welstandsnota Littenseradiel 16
HOOFDSTUK
10
ZONNEPANELEN EN -COLLECTOREN ALGEMEEN
Wat is een zonnepaneel en wat is een zonnecollector? Met een zonnecollector wordt warmte opgewekt, die via een warmwateropslag meestal wordt gebruikt voor het verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik. Met een zonnepaneel wordt elektriciteit opgewekt uit daglicht. De genoemde voorwaarden gelden voor zowel zonnepanelen als zonnecollectoren. Excessenregeling Als een zonnepaneel en -collector vergunningsvrij mogen worden gebouwd, dan worden deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die 'in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand'. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is. Toetsing Indien een lichtvergunningplichtige situatie aan de orde is, dan kan het plan aan de Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruik maakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Bij een door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermd monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt het bouwplan altijd voorgelegd aan de Welstandscommissie.
Welstandsnota Littenseradiel 17
HOOFDSTUK
11
(SCHOTEL)ANTENNES ALGEMEEN
Wat is een (schotel)antenne? In de regelgeving rondom het vergunningsvrij plaatsen van antennes wordt onderscheidt gemaakt tussen een aantal soorten antennes: • Antennes ten behoeve van mobiele telecommunicatie. Dit betreft de zogenaamde GSM-antennes. • C2000 antennes. Dit zijn antennes ten behoeve van de communicatie tussen hulpdiensten. • Overige antennes. Onder deze categorie vallen schotelantennes en andere antennes voor de ontvangst van radio of tv-signalen en sprietantennes, zoals bijvoor beeld voor 27MC zendinstallaties (“bakkies”). Deze laatste categorie wordt bedoeld met (schotel)antennes.
Bij een door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermd monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt het bouwplan altijd voorgelegd aan de Welstandscommissie.
Excessenregeling Als een (schotel)antenne vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is. Toetsing Indien een lichtvergunningplichtige situatie aan de orde is, dan kan het plan aan de Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruik maakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria.
Welstandsnota Littenseradiel 18
(SCHOTEL)ANTENNES plaatsing en aantal: • Niet aan de voor- of naar de weg of openbaar groen gekeerde zijde; • maximaal één spriet-, staaf- of schotelantenne aan, op of bij een woning/pand. vormgeving: • antenne en bijbehorende voorzieningen (mast, bedrading, tuidraden etc) als één geheel vormgegeven; • indien zichtbaar vanaf de weg of het openbaar groen zo onzichtbaar mogelijk (een minimum aan dwarssprieten kan hiertoe bijdragen); • beperken van aantal tuidraden. • Bij bevestiging aan gevel geen tuidraden (stabiliteit wordt behaalt uit de bevestiging aan de gevel); materiaal en kleur: • materiaal en kleur onopvallend en aanvaardbaar in relatie tot de omgeving, geen felle, contrasterende kleuren maar gelijke kleurtoon als het achtergrondmateriaal.
Welstandsnota Littenseradiel 19
HOOFDSTUK
12
(ROL)LUIKEN EN ROLHEKKEN ALGEMEEN
Wat is een (rol)luik of rolhek? (Rol)luiken en rolhekken zijn voorzieningen om ruiten van gebouwen tegen inbraak en vandalisme te beschermen.
bouwplan altijd voorgelegd aan de Welstandscommissie.
Excessenregeling Als een (rol)luik of rolhek vergunningsvrij mag worden gebouwd, dan wordt deze niet preventief getoetst aan redelijke eisen van welstand. Voor uitzonderingsgevallen is echter een zogenoemde “excessenregeling” ingesteld, want men kan bouwsels maken die “in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand”. En wel zodanig dat de gemeente zich genoodzaakt voelt om in te grijpen. De eigenaar wordt dan verzocht het uiterlijk van het bouwsel aan te passen, ondanks het feit dat het bouwsel bouwvergunningsvrij is. Toetsing Bij alle plannen is ten eerste het bestemmingsplan maatgevend. Een regulier-vergunningplichtig plan moet altijd ter beoordeling worden voorgelegd aan de Welstandscommissie. Een lichtvergunningplichtig plan mag door een gemandateerde ambtenaar worden getoetst en (eventueel) worden goedgekeurd op basis van de hierna genoemde welstandseisen. Voldoet het plan niet aan deze welstandseisen, of is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijfel bestaat over de toepasbaarheid van de criteria, dan kan het plan aan de Welstandscommissie worden voorgelegd, die bij de beoordeling tevens gebruikmaakt van de gebiedsgerichte en de algemene welstandscriteria. Bij een door het Rijk, de provincie of de gemeente aangewezen beschermd monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt het
Welstandsnota Littenseradiel 20
(ROL)LUIKEN EN ROLHEKKEN plaatsing: • aan de binnenzijde van de uitwendige scheidingsconstructie (pui), mits: 1 minimaal 70% bestaand uit glasheldere doorkijk openingen, uitzondering mogelijk bij winkels met een verzekeringscategorie 3 en 4 ( dit dient schriftelijk te worden aangetoond). 2 ingetogen kleurgebruik of kleuren harmoniërend met interieur/gevel • aan de buitengevel, mits: 1 plaatsing aan de binnenzijde niet mogelijk is 2 voor minimaal 90% bestaand uit glasheldere doorkijkopeningen 3 rolkasten, geleidingen en rolhekken in de gevel worden ingepast 4 ingetogen kleurgebruik of kleuren harmoniërend met gevel.
Welstandsnota Littenseradiel 21
BIJLAGE
1
VERKLARENDE WOORDENLIJST
Aangekapt: Met kap bevestigd aan dakvlak.
Borstwering: Lage dichte muur tot borsthoogte.
Achtergevellijn: Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
Dakkapel: Ondergeschikte toevoeging aan een dakvlak, vooral bedoeld om de lichttoevoer te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten.
Achterkant: De achtergevel, het achtererf en het dakvlak aan de achterzijde van een gebouw; de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voor zover die zijde (zijdelings) niet gekeerd is naar de weg of het openbaar groen. Antennedrager: Antennemast of andere constructie bedoelt voor de bevestiging van een antenne. Antenne-installatie: Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie. Asymmetrische kap: Zadeldak met twee ongelijke dakvlakken.
Dakopbouw: Een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok of dakrand van het dak, die het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert. Geleding: Onderverdeling van de gevel in kleinere vlakken. Verticale, horizontale of figuratieve indeling van de gevel door middel van gevelopeningen, metselwerk, verspringingen of andere gevelkenmerken en -detailleringen. Gevellijn: Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de gevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen. Hoek- en kilkeper: snijlijn van twee aansluitende dakvlakken.
Belendende: Naastgelegen, (direct) grenzend aan. Installatie: set van beeld- en/of geluidsapparatuur, Beschot: Houten bekleding van een muur, inwendig als een lambrisering, meestal niet tot de volle hoogte. Blinde wand, muur of gevel: Gevel of muur zonder raam, deur of andere opening. Boeiboord: Opstaande kant van een dakgoot of dakrand, meestal uitgevoerd in hout of plaatmateriaal.
Openbaar groen: Met het openbaar groen wordt bedoeld hetgeen daaronder in het normale spraakgebruik wordt verstaan, zoals parken plantsoenen en speelveldjes, die het gehele jaar (of een groot deel van het jaar) voor het publiek toegankelijk zijn. Een weiland, bos of water kan in dit verband niet worden aangemerkt als openbaar groen. Penant: Gemetselde steunpilaar van het fundament van een gebouw, metselwerk in een gevel langs openingen. Pilaster: Weinig uitspringende muurpijler, die dient om een boog of hoofdgestel te dragen. Rooilijn: Lijn die in het bestemmingsplan of bouwverordening aangeeft waarbinnen gebouwd mag worden. Schilddak: Dak, gevormd door twee driehoekige schilden aan de smalle en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. Speklaag: lichte natuurstenen band als afwisseling in baksteenmetselwerk, doorgaans van Brabantse arduin, later ook van zandsteen.
Kantig: Met rechte gevellijnen, haaks op elkaar. Lessenaarsdak: Dak met één hellend, niet onderbroken, dakvlak. Mansardekap: Een dak met aan twee zijden onder een stompe hoek geknikt of gebroken dakvlak.
Tent-, punt- of piramidedak: Dak gevormd door vier driehoekige dakschilden die in één punt bijeenkomen. Voorgevellijn: Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen.
Negge: Het vlak c.q. de maat tussen de buitenkant van de gevel en het kozijn.
Welstandsnota Littenseradiel 22
Voorgevelrooilijn: Voorgevelrooilijn als bedoeld in het bestemmingsplan dan wel de gemeentelijke bouwverordening. Wolfdak/wolfeinden: Meestal een zadeldak waarvan één of beide dakschilden op de kop een afgeknot dakschild heeft (wolfeind). Zadeldak: Een dak dat aan twee zijden schuin is met een symmetrisch profiel. Zijgevellijn: Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen.
Welstandsnota Littenseradiel 23