A
gemeente Eindhoven
Prioritering Participatiebudget 2012
September 2011 (DV1810)
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
Colofon
Uitgave Gemeente Eindhoven Datum September 2011
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ............................................................................................................................... 3
VOORAF.................................................................................................................................... 4 1
INLEIDING ....................................................................................................................... 6
2
MIDDELEN ....................................................................................................................... 7 2.1 2.2
3
DE OMVANG EN SAMENSTELLING VAN HET PARTICIPATIEBUDGET ................................ 7 TOELICHTING OMVANG MIDDELEN ............................................................................... 7
ONTWIKKELINGEN ...................................................................................................... 9 3.1 INBURGERING ............................................................................................................... 9 3.2 WIJZIGINGEN WWB PER 2012.................................................................................... 10 3.3 RELATIE INKOMENSDEEL MET WERKDEEL .................................................................. 12 3.3.1 Stand van zaken Inkomensdeel (BUIG) ............................................................. 12 3.3.2 Daling van bestand is onvoldoende om klappen op te vangen.......................... 12 3.3.3 Merendeel van gemeenten tekort op I-deel........................................................ 13 3.3.4 Inzet op re-integratie is must ............................................................................. 13 3.4 WET WERKEN NAAR VERMOGEN ................................................................................ 13 3.5 VOLWASSENENEDUCATIE ........................................................................................... 15 3.6 OVERIGE DECENTRALISATIES ..................................................................................... 16 3.7 WERKEN AAN MORGEN: IEDEREEN DOET MEE ............................................................ 17 3.8 REGIONAAL ARBEIDSMARKTBELEID ........................................................................... 18 3.9 MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE ............................................................................. 19 3.9.1 Bijna 1/3 van het bijstandsbestand bevindt zich op trede 3 of 4........................ 20 3.9.2 Sociale activering en mantelzorg ...................................................................... 20 3.10 WIJ EINDHOVEN ........................................................................................................ 23
4
PRIORITERING ............................................................................................................. 25 4.1 DOELSTELLINGEN ....................................................................................................... 25 4.1.1 Externe adviescommissie Participatiebudget .................................................... 25 4.2 IEDEREEN WERKT OF WERKT AAN WERK..................................................................... 26 4.2.1 Wat wel en wat niet (meer) van het werkdeel? .................................................. 27 4.3 PRIORITERING INZET BUDGET ..................................................................................... 27 4.3.1 Werkdeel ............................................................................................................ 28 4.3.2 Inburgeringdeel ................................................................................................. 29 4.3.3 Educatiedeel ...................................................................................................... 29 4.3.4 Samenvattend..................................................................................................... 30
gemeente Eindhoven
3
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
Vooraf
Hieronder worden kort, voorafgaand aan de nota, de ontwikkelingen op de 3 onderdelen van het participatiebudget weergegeven. In het kader van educatie (WEB) verwachten we weinig veranderingen het komende jaar en wordt de ingezette koers voortgezet. Wat inburgering betreft heeft de Raad vorig gekozen om nog voordat de wettelijke taak in het kader van inburgering gaat vervallen, zoveel mogelijk personen uit het BPI-bestand (verplichte inburgeraars) van een aanbod te voorzien. Positief is dat deze ambitie goed is opgepakt en de uitvoerende afdeling belast met deze taak, heel goed op schema ligt. Daarnaast is er een extra daling van het BPI-bestand omdat Turken niet inburgeringsplichtig zijn. Dit is gebleken uit een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 16 augustus 2011. Het college wil deze groep een passend taalaanbod doen. De ontwikkelingen binnen het werkdeel van het Participatiebudget zorgen echter voor een grote aderlating. Daar waar we vorig jaar nog de verwachting hadden dat het budget met ongeveer een kwart zou dalen, blijkt dat nu ongeveer de helft te worden van € 25,7 mln. in 2011 naar € 13,6 mln. in 2012 (zie tabel paragraaf 2.1). Daarnaast staan we ook aan de vooravond van een stelselwijziging in Sociale Zekerheid. Er komt één regeling aan de onderkant van de arbeidsmarkt, de gemeente krijgt er twee doelgroepen bij. Het gaat dan om ‘personen met een gedeeltelijke loonwaarde’ (huidige Wajong) en ‘personen met een indicatie voor begeleid werk’ (huidig WSW begeleid werken). Dit gaat gepaard met flinke bezuinigingen. Het credo van het kabinet is ‘werken naar vermogen’ en er resteert geen reintegratie geld meer voor personen die logischerwijs zelf aan het werk kunnen komen of voor personen die (nog) niet kunnen werken. Ook zorgt de hervorming in de WSW voor een extra financieel risico gezien de afnemende budgetten en vaste CAO-afspraken. Hierdoor zal er een discrepantie tussen baten en lasten gaan ontstaan. De nieuwe ontwikkelingen in Sociale Zekerheid waar de financiën onlosmakelijk mee verbonden zijn, zorgen dat de gemeente en haar burgers er baat bij hebben dat: - zoveel mogelijk mensen (naar vermogen) economisch participeren; - alleen burgers een beroep op bijstand doen die daar echt recht op hebben; - het bijstandsbestand structureel zo laag mogelijk is.
4
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget
Dat wordt bereikt door: - de rechten en plichten adequaat toe te passen en uit te voeren; - indien personen de regels niet nakomen, te handhaven; - personen actief te maken en houden; - als Sector Werk weer te gaan doen wat we deden voordat er ruimere budgetten voor re-integratie beschikbaar kwamen: mensen naar werk begeleiden; - het participatiebudget in te zetten voor personen die de potentie hebben om economisch zelfstandig te worden. Bovenstaande houdt in dat we vanuit het Werkdeel niet meer in kunnen zetten op sociale activering en flankerend beleid. Wat betreft sociale activering zal nu beter de link gelegd gaan worden met welzijn. Een deel van de doelgroep zal maatschappelijk actief kunnen worden via het reguliere vrijwilligerswerk en via het vrijwilligerspunt. Maar een deel zal hier ook mogelijk niet voor in aanmerking kunnen komen. Daarvoor zullen dan ook prioritaire doelgroepen aangewezen worden en gestart worden met een pilot in 2012.
gemeente Eindhoven
5
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
1
Inleiding
Via de wet Participatiebudget (2009) werden drie budgetten financieel versmolten, waarbij de onderliggende materiewetten zijn blijven bestaan: - een “werkdeel” (Wet werk en bijstand (WWB), voor re-integratie om de uitkeringslasten te verminderen) - een deel volwasseneneducatie (Wet educatie en beroepsonderwijs, WEB). - een deel inburgering (Wet inburgering, WI). In het kader van deze wet heeft het toenmalige College, samen met de toenmalige Raadscommissie, begin 2009 de visienota ‘Een pakket op maat … voor iedereen die wil participeren …’ vastgesteld. Gezien de financiële ontwikkelingen en de aankondiging dat de WI afgeschaft zou worden, is begin 2011 een nieuw kader vastgesteld; ‘Prioritering Participatiebudget 2011’. De uitwerking van bovenstaande is verder vormgegeven in een uitvoeringsprogramma dat jaarlijks door het College wordt vastgesteld en via een Raadsinformatiebrief ter beschikking wordt gesteld aan de gemeenteraad. Inmiddels is meer duidelijk in Sociale Zekerheidsland en dat is dat de financiën verder afnemen, er een nieuwe wet ‘Wet werken naar vermogen’ per 2013 van kracht zal gaan en dat deze voorafgegaan wordt door 13 wijzigingen in de WWB per 1 januari 2012. En dat alles gepaard met flinke bezuinigingen. Landelijk (Divosa en VNG) zijn er overigens grote twijfels over de haalbaarheid van de inwerkingtrede per 1 januari 2012. Maar vooralsnog luidt de berichtgeving uit Den Haag dat er geen uitstel zal komen. Wat betreft inburgering, liggen we goed op schema met de opdracht die de Raad begin 2011 heeft vastgesteld. Daar is bij gekomen dat de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een uitspraak heeft gedaan dat personen afkomstig uit Turkije geen inburgeringsplicht opgelegd kunnen krijgen. Het gaat voor Eindhoven dan om een groep van circa 900 personen (BPI bestand). Alleen op educatie zijn (vooralsnog) geen wettelijke of financiële wijzigingen te noemen. Er is een nieuwe werkelijkheid, die nieuwe keuzes vereist. Ten behoeve van de consistentie in die keuzes wordt daarvoor in deze nota een kader geformuleerd. Hoofdstuk 2: geeft een weergave van de beschikbare middelen voor 2012. Tevens geeft het een overzicht van de beschikbare middelen over de voorgaande jaren; Hoofdstuk 3: dit hoofdstuk gaat in op de relevantie ontwikkelingen die ons te wachten staan en die van belang zijn om een afweging te maken over de inzet van middelen. Hoofdstuk 4: dit bevat het kader en de prioritering van het budget.
6
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget
2
Middelen
In dit hoofdstuk wordt een overzicht verstrekt van de beschikbare middelen voor 2011. Dat betreft in alle gevallen voorlopige toekenningen.
2.1
De omvang en samenstelling van het Participatiebudget
(Onderliggende)
Bijzonderheden
Omvang 2009
Omvang 2010
Omvang 2011
Omvang 2012
Ministerie
Wet
Bundeling 3
€ 51.446.397
€ 40.115.397
€ 33.439.739
€ 18.275.558
SZW
Participatiebudget
budgetten
Wet werk en bijstand
Relatie
€ 25.311.142
€ 25.214.800
€ 25.739.036
€ 13.800.000
SZW
en Wet investeren in
inkomensdeel € 19.218.000
€ 7.909.732
€ 1.200.000
€0
n.v.t.
€ 4.354.000
€ 4.872.962
€ 4.889.321
€ 2.8750.558
WWI
€ 2.600.018
€ 2.117.903
€ 1.611.381
€ 1.600.000
OCW
wetgeving
Onderverdeling
jongeren Meeneemregeling
Restant budget
Werkdeel
2008
Wet Inburgering –
GSB t/m 2009
vast bedrag per
Vanaf 2010 P-
traject
budget
Volwasseneneducatie
Verplichte
(WEB)
winkelnering tot 20141
2.2
Toelichting omvang middelen
Inburgering In de voorgaande jaren werd de gemeente door het Rijk (onder meer budgettair) gemotiveerd om zoveel mogelijk personen te laten inburgeren (verplichte en vrijwillige inburgeraars). In 2010 is aangekondigd dat voor 2011 geen nieuwe bestuurlijke afspraken zouden worden gemaakt tussen Rijk en gemeenten. Dat betekende dat de gemeente:
1
Artikel 14 Wet Participatiebudget
gemeente Eindhoven
7
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
-
wettelijke doelgroepen moet voorzien van aanbod; lopende trajecten moet financieren; een handhavingstaak heeft in het kader van het BPI bestand (bestand potentieel verplichte inburgeraars).
In 2011 is er nog een volledig budget beschikbaar gesteld vanuit het Rijk voor inburgering. De Raad van Eindhoven gekozen heeft bij de prioritering Participatiebudget 2011 om nog zoveel mogelijk personen uit het BPI van een aanbod te voorzien. Het Kabinet wil de WI rigoureus wijzigen. Migranten en asielzoekers zullen in de toekomst – per 1 januari 2013 - zelf hun inburgering moeten regelen. Wie daarvoor niet voldoende middelen heeft kan een beroep doen op het sociaal leenstelsel. Met ingang van deze wetswijziging vervallen de gemeentelijke taken. Met betrekking tot de handhavingstaak is nog geen besluit genomen wie deze taak uit gaat voeren. De middelen die de gemeente voor inburgering ontvangt, nemen af en eindigen in 2014. Deze middelen zijn ook nodig om de lopende verplichtingen in dit kader te financieren. Werkdeel Het werkdeel betrof een vast bedrag tot en met 2011 (bestuurlijk afspraken). Enkele jaren hebben we ook nog (veel) geld overgehouden op dat budget, waardoor er voor het jaar er op effectief nog meer middelen beschikbaar waren. Deze tijd is echt voorbij. In 2012 zullen we ongeveer de helft minder ontvangen dan de voorgaande jaren. Ook is het zeer onwaarschijnlijk dat we in 2011 ‘over houden’ op het werkdeel zodat we dat mee kunnen nemen naar 2012. Vooral wat het werkdeel betreft zullen er zeer strakke keuzes gemaakt moeten worden. Educatie Voor betreft educatie verwachten we geen wijzigingen voor 2012. Het bedrag zal ongeveer hetzelfde zijn en er geldt nog steeds de verplichte winkelnering bij een ROC.
8
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget
3
Ontwikkelingen
Er staat een hoop te gebeuren de komende jaren. Naast de wijzigingen in Sociale Zekerheid komen er ook twee grote decentralisaties aan op het gebied van de Jeugdzorg en AWBZ. Ook deze decentralisaties gaan gepaard met bezuinigingen. Veel ontwikkelingen hebben samenhang en invloed op de (tijdelijke) ondersteuning van burgers. Gezien de noodzaak om een burger, indien nodig (tijdelijk) te kunnen ondersteunen gericht op economische en zelfstandige zelfredzaamheid, zijn we lokaal aan de slag om dit vorm te geven. Hieronder de verschillende onderwerpen die in samenhang bezien moeten worden en die een bijdrage leveren aan de economische en maatschappelijke zelfredzaamheid.
3.1
Inburgering
Inburgering moet bijdragen aan participatie in de Nederlandse samenleving van in beginsel alle vreemdelingen. Nu heeft de gemeente voor bepaalde doelgroepen nog de plicht om burgers hierbij een aanbod te doen. Gezien de wijzigingen in het kader van de WI en het feit dat er geen financiële middelen meer beschikbaar worden gesteld per 2014 heeft de Raad begin 2011 beslist om de komende 2 jaar (tot en met 2012) in te zetten op de doelgroep verplichte inburgeraars binnen het BPI-bestand. Hiermee was het doel dat zoveel mogelijk personen uit het BPI bestand (potentieel verplichte inburgeraars) alsnog een aanbod zouden krijgen, passend binnen het beschikbare budget voor inburgering. Om dit nader vorm te geven en om binnen het budget te blijven, heeft het College prioritaire doelgroepen aangewezen binnen het BPI-bestand, te weten: - jongeren tot 27 jaar; - opvoeders van 27 tot 40 jaar; - WWB-ers met doelperspectief werk (trede 5 of 6 van de participatieladder); - personen met een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd en < 60 jaar. Omdat het BPI-bestand een vervuild bestand is, was het van te voren niet exact in te schatten om hoeveel personen het daadwerkelijk zou gaan. Daarom heeft medio 2011 een evaluatie plaatsgevonden waarin de stand van zaken is vermeld.
gemeente Eindhoven
9
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
Middels een Raadsinformatiebrief zal de Raad in oktober / november dit jaar geïnformeerd worden over de stand van zaken waarbij nu reeds vermeld kan worden dat de uitvoering conform opdracht verloopt. Daarnaast heeft de CRvB uitspraak gedaan inzake de inburgeringsplicht van Turken. De uitspraak geeft aan dat personen uit Turkije niet inburgeringsplichtig zijn. Aangezien 54% van het BPI bestand Turkse personen betreft, heeft dat invloed op de aantallen (900 personen). Het college wil deze groep een passend taalaanbod doen en vraagt de Raad dan ook om hier middelen voor te reserveren uit het inburgeringsdeel van het participatiebudget. Ook dit zal opgenomen worden in de Raadsinformatiebrief.
3.2
Wijzigingen WWB per 2012
Het Rijk heeft een grote stelselwijziging in Sociale Zekerheid aangekondigd per 1 januari 2013. Voorafgaand aan deze nieuwe wet (die nog vastgesteld moet worden), wil het ministerie reeds per 1 januari 2012, 13 wijzigingen doorvoeren in de WWB2. Het gaat dan om de volgende wijzigingen, die volgens de huidige planning eind november 2011 door het parlement worden bekrachtigd: 1.
2.
3.
4.
2
Aanscherping gezinsbijstand/huishoudinkomen Het inkomen van alle gezinsleden (ook boven de 18 jaar) wordt meegenomen bij de vaststelling van het recht op bijstand. Het gezin wordt als één bijstandspartij gezien, en heeft gezamenlijk recht op de gezinsnorm (ter hoogte van de huidige gehuwdennorm). Aanscherping toegang tot de bijstand Voor jongeren tot 27 jaar wordt tussen aanmelding en daadwerkelijke aanvraag van een uitkering een periode van 4 weken ingebouwd, waarin de jongere nog geen aanspraak kan maken op uitkering. In deze periode dient de jongere de mogelijkheden voor studie te onderzoeken (als die er nog zijn, en er recht bestaat op WSF, bestaat er geen recht op uitkering). Als studie niet meer aan de orde is, moet de jongere op zoek naar werk. Tegenprestatie naar vermogen Van alle bijstandsgerechtigden kan een tegenprestatie (naar vermogen) verlangd worden voor de ontvangst van de uitkering. Alleenstaande ouders Alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar zijn niet meer vrijgesteld van de arbeidsverplichtingen. Daarnaast wordt de aanvullende alleenstaande ouderkorting
Ook deze Wetswijzigingen dienen nog vastgesteld te worden.
10
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
niet meer vrijgelaten, maar als inkomen gezien. Voor alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar komt er een extra inkomstenvrijlating. Beperking verblijfsduur in het buitenland De maximale verblijfsduur in het buitenland van 13 weken (met behoud van uitkering) wordt teruggebracht naar 4 weken. Eis tot beheersing Nederlandse taal Van elke bijstandsgerechtigde wordt verwacht dat deze de Nederlandse taal machtig is, om te kunnen participeren in het arbeidsproces. Omgaan met inkomen uit studiefinanciering Betreft een reparatie in de WWB. In de WWB wordt al rekening gehouden met inkomen uit studiefinanciering bij bijstandsverlening aan de partner van een studerende, of bij de verlening van bijzondere bijstand. Per 1 januari 2012 wordt uitgegaan van het normbedrag zoals dat ook in de WSF 2000 staat genoemd, en niet langer van de bedragen die in de WWB staan vermeld. Sanctiebeleid: van bevoegdheid naar plicht De gemeentelijke beleidsvrijheid neemt af. Personen die fraude (waaronder niet voldoen aan inlichtingenplicht) plegen worden 3 maanden uitgesloten van het recht op uitkering. Ingangsdatum is 1 juli 2012. Terugvordering: van bevoegdheid naar plicht Deze maatregel valt onder de wijziging van het sanctiebeleid (punt 8), en gaat in per 1 juli 2012. Afschaffing wet voor Kunstenaars – WWIK De afzonderlijke inkomensregeling (wet) voor kunstenaars verdwijnt. Er komt geen alternatief voor kunstenaars. Zij kunnen wel gebruik maken van andere inkomensregelingen (Bbz of WWB). Landelijke norm voor minimabeleid – 110% Er komt een landelijke norm voor de inkomensgrens om tot de doelgroep van het gemeente minimabeleid te behoren. Voor de categoriale regelingen wordt dit 110%. Eindhoven hanteert nu een grens van 120%. Invoegen WIJ in WWB De Wet investeren in jongeren is op 1 oktober 2009 ingevoerd. Deze wet wordt afgeschaft en de doelgroep tot 27 jaar gaat (weer) integraal onderdeel uitmaken van de WWB (straks WWnV). Huisbezoeken Bij een vermoeden van fraude bestaat nu al de mogelijkheid om een huisbezoek af te leggen en als hieraan geen medewerking wordt verleend, uitkeringsgevolgen te verbinden. Het voorliggend wetsvoorstel ziet evenwel op een andere situatie. Bij geen vermoeden van fraude krijgt de gemeente een aanvullende mogelijkheid om de leefsituatie (leefvorm en woonsituatie) van betrokkene te kunnen verifiëren en als hieraan geen medewerking wordt verleend, uitkeringsgevolgen te verbinden.
gemeente Eindhoven
11
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
De wijzigingen in de wet moeten ervoor zorgen dat meer personen dan voorheen actief worden op de arbeidsmarkt. Een goede ondersteuning voor personen die begeleiding nodig bij het verkrijgen van arbeid en kordaat optreden bij personen die willens en wetens de boel frustreren, zijn taken die nog stringenter dan voorheen vormgegeven moeten worden.
3.3
Relatie inkomensdeel met werkdeel
Het werkdeel dient in gezet te worden om personen die een uitkering aan willen vragen of een uitkering ontvangen zo snel mogelijk naar werk te begeleiden. Met andere woorden, door de inzet van het werkdeel, dient het I-deel (BUIG) ontlast te worden of beheersbaar te blijven. Er zit dus een direct verband tussen deze 2 budgetten.3 Ook voor het I-deel (BUIG) gold in het verleden dat het budget toereikend was. Zelfs voor de gemeente Eindhoven, waar het bijstandsvolume al sinds medio 2010 daalt, is dit in elk geval voor 2010 en 2011 niet meer het geval (zie verder 3.3.3). 3.3.1
Stand van zaken Inkomensdeel (BUIG)
Zoals aangegeven in de eerste TURAP van 2011 en tijdens de bespreking van de Kadernota 2012-2015 is het BUIG-budget vanaf zomer 2010 bij herhaling door het Rijk naar beneden bijgesteld. De ontwikkelingen van het BUIG-budget afgezet in de tijd ziet er als volgt uit: Juni 2010: voorlopig budget 2010: € 88,2 miljoen; Oktober 2010: voorlopig budget 2011: € 81,4 miljoen (- € 6,8 miljoen); Juli 2011: nader voorlopig budget 2011: € 79,7 miljoen (- € 1,7 miljoen extra). Per saldo een verlaging van: 3.3.2
€ 8,5 miljoen.
Daling van bestand is onvoldoende om klappen op te vangen
Dankzij het beleid van dit College en de uitvoering door de Sector Werk (het “draaien aan de knoppen”) en geholpen door de gunstige economische ontwikkeling in onze regio, geeft de ontwikkeling van het aantal WWB/WIJ-uitkeringen in Eindhoven een beeld te zien dat sterk afwijkt van het landelijke. Eindhoven kende op 1 juli van dit jaar een daling van het aantal uitkeringen met 1,4% ten opzichte van de stand per 1 januari, waar landelijke sprake is van een stijging met 6%.
12
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget
Naast het beperken van de instroom blijkt ook de uitstroom uit de uitkering toe te nemen ten opzichte van 2010. Van alle 1.245 in 2011 beëindigde uitkeringen zijn er 498 (40%) beëindigd in verband met werkaanvaarding (update ten opzichte van de Rapportage ‘5 knoppen’ tot en met juli 2011). 3.3.3
Merendeel van gemeenten tekort op I-deel
De gemeenten zijn in het afgelopen jaar fors gekort op het I-budget. Voor Eindhoven betekende dat uiteindelijk kortingen van € 6,8 miljoen in 2010 en € 1,3 miljoen in 2011. In totaal dreigen de gezamenlijke gemeenten € 660 miljoen tekort te komen; het verwachte operationele tekort voor Eindhoven bedraagt € 823.000. Daling van bijstandsafhankelijkheid heeft vooral een positief effect voor individuele burgers (die weer in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien) en de stad (die daarmee vitaler wordt). Maar ook in financiële zin is een geringere bijstandsafhankelijkheid van groot belang De WWB/WIJ kennen budgetfinanciering: tekorten op het budget (zoals in 2011 verwacht) dienen door de gemeente zelf te worden gedragen en overschotten op het budget (zoals voor 2012 verwacht) kunnen ongeoormerkt worden ingezet. 3.3.4
Inzet op re-integratie is must
Bovenstaande heeft weer tot gevolg dat het noodzakelijk is om te zorgen dat het bijstandvolume zo laag mogelijk wordt en blijft. De kosten die het budget van het Rijk overstijgen komen immers ten laste van de gemeenten zelf.
3.4
Wet werken naar vermogen
‘Om de solidariteit, het draagvlak en de betaalbaarheid voor de toekomst veilig te stellen’, komt het kabinet met de Wet werken naar vermogen (WWnV). Deze wet betreft de (gedeeltelijke) integratie van de bestaande regelingen WSW, Wajong en WWB/WIJ. De hoofdlijnennotitie van het Kabinet schetst - binnen de kaders van het regeer- en gedoogakkoord - op hoofdlijnen de contouren van deze wet en geeft daarnaast aan hoe het kabinet ervoor wil zorgen dat zoveel mogelijk mensen naar vermogen gaan meedoen: - mensen die nu nog niet werken maar dat wel kunnen te prikkelen om te gaan werken; - gemeenten meer ruimte te geven hen daarbij te ondersteunen; - werkgevers te stimuleren deze mensen in dienst te nemen.
gemeente Eindhoven
13
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
En er zijn forse bezuinigingen op dit beleidsterrein ingeboekt. De WWnV wordt een brede voorziening met zoveel mogelijk gelijke rechten, plichten en arbeidsmarktkansen voor mensen met een (gedeeltelijk) arbeidsvermogen die nu nog gebruik maken van de verschillende regimes van de WSW, Wet Wajong en WWB/WIJ. Het uitgangspunt is dat iedereen naar vermogen werkt: - bij voorkeur bij een reguliere werkgever; - hierbij is ondersteuning of begeleiding beschikbaar voor personen die dat nodig hebben; - verder kan loondispensatie ingezet worden voor mensen die nog niet volledig zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. WSW De WSW wordt flink aangescherpt. Alleen personen die aangewezen zijn op beschut werk komen nog in aanmerking voor deze regeling. Personen die nu reeds onder de WSW vallen, behouden hun recht. Er wordt flink bezuinigd op de Rijksbijdrage WSW terwijl de rechten van de huidige populatie in stand worden gehouden. Wajong De Wajong blijft bestaan voor personen die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn. De instroom zal flink gereduceerd worden. Het UWV blijft deze regeling uitvoeren. De indicaties voor zowel de WSW als de Wajong worden aangescherpt, dit wordt uitgevoerd door UWV Werkbedrijf. De verwachting is dat de druk in de WWnV toeneemt. Redesign UWV Daarnaast heeft ook het UWV Werkbedrijf te maken met enorme bezuinigingen en zullen de vestigingen in aantal beperkt worden (van 100 naar 30). Dit gaat gepaard met een verlies aan banen van 6.000 (van de huidige 17.000). UWV gaat zich meer richten op digitalisering van de dienstverlening. De klant wordt in de toekomst gedurende de eerste 3 tot 6 maanden niet gesproken. Slechts voor een klein gedeelte (10%) die nog geen werk heeft in de periode daarna, vindt wel persoonlijk contact plaats. Dit gaat onder de noemer ‘Redesign UWV’. Dit vraagt een andere werkwijze Door de WWnV wordt een hele andere werkwijze verwacht van gemeentelijke sociale diensten. We zullen ons er op moeten beraden op welke wijze we vorm gaan geven aan de poort, door de digitalisering UWV Werkbedrijf en het financiële risico in het kader van loondispensatie. Veel directer en sneller dan nu zullen mensen op een werkplek geplaatst
14
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget
moeten worden. Samenwerking met werkgevers zal veel aandacht moeten krijgen om succesvol de wet uit te kunnen voeren. Daarbij zullen quota bij werkgevers niet aan de orde zijn. Regio De WWnV dwingt gemeenten om over schaalgrootte en samenwerking na te denken zodat voldoende uitvoeringskracht wordt georganiseerd. In het concept-bestuursakkoord zijn afspraken vastgelegd over intergemeentelijke samenwerking waarbij op onderdelen van onder meer de WWnV de uitvoering bovenlokaal moet worden opgepakt. Gemeenten moeten binnen één jaar komen met een voorstel voor een landsdekkende invulling van de bovenlokale uitvoering. Indien gemeenten binnen het jaar geen passende invulling aan de bovenlokale uitvoering geven, zal het Rijk bepalen hoe dit wordt georganiseerd. Daarnaast laten werkgevers en potentiële werknemers zich niet door gemeentegrenzen leiden. Ook de WSW-organisaties, het onderwijs en UWV Werkbedrijf werken bovenlokaal. We beseffen dat regionale samenwerking noodzakelijk is om de burgers in de regio van een goede dienstverlening te voorzien en te komen tot een effectieve en efficiënte uitvoering. Gezien de diverse regio’s die er voor diverse onderwerpen bestaan (bijvoorbeeld WSWorganisaties, arbeidsmarktbeleid, kennisinstellingen, werkpleinen) zal dit een uitdaging zijn. Zowel op bestuurlijk als ambtelijk vlak zullen deze verkenningen uitgevoerd worden en wordt er samengewerkt. Tot slot zal ook de samenwerking met de overige belangrijke partners vorm moeten krijgen. Hierbij gaat het dan om het UWV Werkbedrijf, de werkgevers(organisaties) in de regio en het onderwijs. Maar ook de SW-bedrijven zullen uiteraard betrokken worden en een rol krijgen bij de implementatie van de WWnV. Met de voorbereidingen in het kader van de WWnV is reeds een start gemaakt. In dit kader zullen diverse keuzes gemaakt moeten worden.
3.5
Volwasseneneducatie
Voor wat betreft het WEB-budget zijn er voor 2012 geen wijzigingen rondom budget of rijksbeleid. De verplichte winkelnering bij een ROC voor de omvang van het WEB budget is nog steeds aan de orde, en zal gedurende de huidige kabinetsperiode in ieder geval blijven bestaan. Vermoedelijk zal wel per 2013 een deel van het WEB-budget naar het ministerie van OC&W worden overgeheveld, waarbij de gemeenten niet meer verantwoordelijk zullen worden voor het onderdeel VAVO. Financiering vindt dan rechtstreeks plaats van ministerie naar ROC’s. De verwachting is dat 50% van het totale landelijke budget benut zal worden voor
gemeente Eindhoven
15
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
VAVO, en het restant van het budget naar gemeenten blijft komen, waarbij de focus vooral op laaggeletterdheid en basiseducatie gericht zal zijn. Ook is de verwachting dat er minder NT2 trajecten ingezet zullen worden. Enerzijds door het vervallen van de plicht voor gemeenten om inburgering vorm te geven. Anderzijds doordat personen die in Nederland willen komen wonen, in het land waar ze vandaan komen een toets moeten doen (Wet Inburgering Buitenland) waarbij ze het alfabetiseringsniveau al behaald moeten hebben. In het kader van educatie is ook reeds vastgesteld door de Raad dat educatie bij moet dragen aan economische zelfredzaamheid. Het ROC sluit met haar aanbod daar ook steeds beter op aan.
3.6
Overige decentralisaties
Naast de Wet werken naar vermogen, zijn er nog twee andere decentralisaties die van invloed zijn op de burgers in Eindhoven. Het gaat dan om de decentralisatie van de Transitie Jeugdzorg (met alle daarbij behorende taken, wet- en regelgeving) van Provincie naar gemeenten en het feit dat activiteiten zoals dagbesteding en begeleiding vanuit de AWBZ overgeheveld gaat worden naar de WMO. Ook die overhevelingen gaan gepaard met bezuinigingen. Die ontwikkelingen staan niet op zich en dienen in verband met elkaar te worden gebracht. Het gaat immers om burgers die vaak met meerdere voorzieningen /regelingen te maken hebben en niets slechts op één gebied ondersteuning behoeven / ontvangen. Het is dan ook belangrijk om die zaken met elkaar te verbinden. Daarom worden op ambtelijk niveau ook verkenningen uitgevoerd waarbij de focus ligt op de impact en dwarsverbanden en hoe dit vertaald moet worden in beleid en uitvoering. Dat is geen eenvoudige klus, maar zeer noodzakelijk om vorm te kunnen geven aan het Rijksbeleid en de bezuinigingen en om het aanbod aan burgers beter vorm te geven (van aanbod naar vraaggericht). De gemeente Eindhoven heeft duidelijk uitgesproken dat zij het van belang vindt dat iedereen meedoet in de Eindhovense samenleving. Ook in dat kader moet bezien worden of bijvoorbeeld klanten van de Sector Werk ingezet kunnen worden ten behoeve van andere burgers in Eindhoven die hulp behoeven. Of dat de focus op maatschappelijke participatie bij de WMO moet worden belegd en economische participatie vanuit de WWB en straks WWnV. Dat vraagt om ontkokering en integraal denken en handelen, de burger centraal
16
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget
zetten en niet de geëigende instituties en beleidsvelden. Een zeer uitdagende klus waar de burger in Eindhoven uiteindelijk sterker van moet worden en zo de stad.
3.7
Werken aan morgen: Iedereen doet mee
Richtinggevend is het Coalitieprogramma ‘Werken aan morgen’. Dat gaat onder meer uit van de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Daar hoort beleid en uitvoering bij, dat uitgaat van de kracht van mensen. Waar nodig zorgt het bestuur voor publieke belangen en wordt de maatschappelijke verantwoordelijkheid genomen. Het bestuur kiest hierbij voor duurzame en structurele oplossingen. Een belangrijk onderwerp is onderwijs. Onderwijs is de belangrijkste kans op een goede plaats op de arbeidsmarkt. De gemeente neemt dan ook de regie als het gaat om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Ook wil de gemeente een voorbeeld geven door binnen de eigen organisatie een verdubbeling van het aantal stageplekken te creëren. Ook is er voldoende werkgelegenheid nodig, zeker aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De gemeente heeft hierin een stimulerende en faciliterende rol. Hierin dienen we samen te werken met partners in de stad en in de regio. Het MKB en verdere bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en corporaties zijn hierin belangrijke partners. In het kader van participatie wordt gesteld: ‘iedereen doet mee’. Werk is hiervoor de allerbeste manier. Voor mensen waarvoor dit (nog) een brug te ver is, is participatie, bijvoorbeeld via vrijwilligerswerk wenselijk. Ook inburgering moet leiden tot meer zelfredzaamheid; taallessen blijven dan ook een integraal onderdeel. Wie het nodig heeft, vooral mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, krijgt individueel maatwerk. Extra aandacht wordt gegeven aan: - scholing; - de arbeidspool en Trabajo, beiden gericht op doorstroom naar regulier werk; - voortzetting van re-integratie in de wijken; - verkorten van de wachtlijsten van Ergon (WSW). Met betrekking tot de arbeidspool en Trabajo dient opgemerkt te worden dat deze door de nieuwe financiële werkelijkheid niet meer in zijn huidige vorm doorgang kan hebben. Derhalve heeft op dit gebied een doorontwikkeling plaatsgevonden waarbij nog steeds uiteraard de focus op regulier werk ligt. Dit moet echter nog beter, sneller en slimmer dan
gemeente Eindhoven
17
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
voorheen. De financiële situatie heeft ook gevolgen voor de WSW. Zoals al gesteld in paragraaf 3.3 neemt de financiering af, maar blijven de rechten van de huidige doelgroep WSW ongewijzigd. Dit dwingt om keuzes te maken. In het kader van de herstructurering SWbedrijven zullen scenario’s voorgelegd worden aan de Raad. Ook is in het coalitie-akkoord aangegeven dat de re-integratie effectiever moet. In 2011 hebben we op basis van de ervaringen van voorgaande jaren al bepaalde wijzigingen doorgevoerd waardoor we reeds kunnen spreken van een vooruitgang. Het gaat dan met name om een meer groepsgewijze aanpak en een activerende en stimulerende houding richting werk. Ook houdt dat in dat we nu weer meer zelf doen en minder uitbesteden aan bedrijven. Daarnaast is er op verzoek van het college een externe advies commissie Participatiebudget samengesteld, die met aanbevelingen zal komen op welke wijze de re-integratie beter vorm gegeven kan worden, op korte termijn maar ook voor de langere termijn. Eerder, in 2010, heeft het College in dit verband de ambitie van de sector Werk bekrachtigd: de besteding van de re-integratie middelen uit het Participatiebudget in 3 jaar 50% effectiever (“in 2013 minimaal hetzelfde bereiken met 50% van het budget). Echter, het budget wordt al gehalveerd in 2012 en niet pas in 2013.
3.8
Regionaal Arbeidsmarktbeleid
Door de jaren heen is de visie op arbeidsmarktbeleid en de daaruit voortvloeiende uitvoeringspraktijk veranderd. Zo stond lange tijd arbeidsre-integratie in onze werkwijze centraal en was arbeidsmarktbeleid vooral het domein van de Sector Werk. De essentie van het arbeidsmarktbeleid was het verkleinen van de afstand tussen werkzoekenden en vacatures, waarbij vooral vanuit het aanbod van werkzoekenden werd geredeneerd. In de uitvoering tot 2007 lag de nadruk op het matchingsproces en „aanpassing‟ van werkzoekenden. Van intensieve betrokkenheid van en structureel overleg met werkgevers was nauwelijks sprake, waarbij de vraag van het bedrijfsleven onderbelicht bleef. Juist op deze vraag gaan we ons nu richten in de uitvoeringspraktijk. Want ondernemers en ook het onderwijs zijn de belangrijkste spelers op het gebied van de arbeidsmarkt. Een goede match tussen het aanbod van onderwijs en de vraag van werkgevers is belangrijk om er voor te zorgen dat zoveel mogelijk personen kunnen werken. Daar waar onvolkomenheden zijn, heeft de overheid een taak.
18
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget
De opdracht van in het kader sociale zekerheid is om mensen te ondersteunen bij het vinden van werk en eventueel te voorzien van inkomen. Het ultieme doel is om inwoners economisch onafhankelijk te maken door middel van arbeidsparticipatie. De Sector Werk vormt het maatschappelijke vangnet voor mensen die geen appèl kunnen doen op een uitkering van het UWV Werkbedrijf. Van belang is om vast te stellen dat beleidsinterventies in het ene domein invloed hebben op het andere domein en dat de vraag van het bedrijfsleven leidend is. Waar werkgelegenheidsontwikkeling achter blijft bij de uitstroom uit het onderwijs komen schoolverlaters niet aan het werk en vinden werkloos werkzoekenden geen baan. Het zelfde effect wordt veroorzaakt als het onderwijs opleidt voor beroepen waar bij werkgevers geen vraag naar is en wanneer re-integratie-inspanningen niet zijn gebaseerd op de personeelsvraag van bedrijven. In beide gevallen neemt het beroep op sociale zaken zowel wat betreft uikeringen als het zoeken naar werk toe. De drie beleidsdomeinen vormen communicerende vaten die we vanuit een integrale benadering beter kunnen laten functioneren. In het kader van de WWnV, waarbij van iedereen wordt verwacht dat deze ‘naar vermogen’ gaat werken, is het belangrijk om een goede werkgeversbenadering te hebben. We hebben de afgelopen jaren geleerd dat de ‘wereld van re-integratie’ veel minder effectief is dan verwacht en gehoopt. We gaan er vanuit dat het werken vanuit de vraag van het bedrijfsleven beter helpt bij het matchen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. De stap zal gezet moeten worden dat werkzoekenden die ondersteuning nodig hebben, zo snel mogelijk in het arbeidsproces gaan participeren en daarnaast ondersteund worden bij bepaalde zaken. Het regionaal arbeidsmarktbeleid zal bij moeten gaan dragen dat wij als overheid op regionaal niveau op eenvoudige en eenduidige wijze afspraken kunnen maken met werkgevers om personen aan te nemen in het kader van de WWnV. Het gaat dan concreet om de werkgeversbenadering beter vorm te geven en samen met het onderwijs en de ondernemers kansen te creëren voor werkzoekenden, ook voor werkzoekenden die aangewezen zijn op loondispensatie of die op een andere manier minder eenvoudig zelf een baan kunnen vinden.
3.9
Maatschappelijke participatie
De gemeente Eindhoven vindt maatschappelijke participatie belangrijk naast economische participatie. Het coalitieakkoord spreekt duidelijk uit dat het de ambitie is dat iedere burger participeert. Naast participatie via arbeid, bestaan er nog andere manieren om maatschappelijk actief te zijn. Bijvoorbeeld via vrijwilligerswerk. Dat kan omdat mensen in
gemeente Eindhoven
19
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
hun vrije tijd een bijdrage willen leveren aan de stad, of iets willen betekenen voor anderen. Daarnaast is het ook mogelijk dat vrijwilligerswerk een dagbesteding is, of een manier om uit een isolement te blijven of komen. Welke reden er ook is om actief een bijdrage te leveren; het maakt dat mensen in hun kracht komen te staan. Deze ontwikkeling zien we sterk binnen de Wmo die van zorgwet transformeert naar participatiewet. Een andere ontwikkeling is dat per 1 januari 2012 het college bevoegd wordt om een tegenprestatie naar vermogen te vragen aan burgers die een beroep doen op bijstand. In eerste was er de veronderstelling dat deze tegenprestatie ingevuld zou kunnen worden door het verrichten van vrijwilligerswerk. Echter recente beantwoording van Kamervragen door de Minister heeft uitgewezen dat de tegenprestatie niet ingevuld mag worden door het verrichten van vrijwilligerswerk of mantelzorg. We zullen ons nog beraden over de feitelijke mogelijkheden. Echter, ongeacht de uiteindelijke invulling van de tegenprestatie, worden werkzoekenden al steeds meer verwezen naar activiteiten om maatschappelijk te participeren. Hiervoor worden zij verwezen naar de reguliere instanties in de stad. Dit is ook zo afgesproken naar aanleiding van de commissievergaderingen EM die eind 2010 en begin 2011 hebben plaatsgevonden waar reeds schaarser worden van de Participatiemiddelen is besproken. Dat naar aanleiding van de nota prioritering Participatiebudget 2011. 3.9.1
Bijna 1/3 van het bijstandsbestand bevindt zich op trede 3 of 4
De stand medio september van de participatieladder is dat 2.245 personen zich bevinden op trede 3 of 4 van de participatieladder en dus maatschappelijk actief zijn. De totale populatie van de participatieladder betreft 7.500 klanten. De bijstandspopulatie betreft 5.310 (stand 01.09.11). Het bestand van 7.500 bestaat namelijk ook uit partners, nietuitkeringsgerechtigden (nuggers) en personen die nog in een nazorgtraject zitten. - 1646 personen bevinden zich op trede 3 - 599 personen bevinden zich op trede 4 3.9.2
Sociale activering en mantelzorg
De vraag naar vrijwilligers is nog altijd hoger dan het aantal beschikbare vrijwilligers (ongeveer 600 vacatures per jaar). Het is om twee redenen interessant om personen met een bijstandsuitkering in te zetten als vrijwilliger. Enerzijds om hen maatschappelijk te laten participeren, anderzijds om hen nuttige taken te laten verrichten voor burgers die zich in een kwetsbare positie bevinden. Een deel van de bijstandspopulatie kan zelfstandig een activiteit vinden en uitvoeren. Maar een deel heeft hier (tijdelijk) begeleiding bij nodig.
20
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget
Tot en met 2011 zijn uit het participatiebudget middelen beschikbaar gesteld voor sociale activering. In de Raadscommissie van vorig jaar waarin de nota ‘Prioritering Participatiebudget 2011’ is besproken, is reeds aan de orde geweest dat Sociale Activering op termijn niet meer betaalbaar is vanuit het Participatiebudget en dat de inzet van reguliere organisaties hierin een rol kan vervullen. Het afgelopen jaar is hier op bescheiden schaal reeds ervaring mee opgedaan bij het vrijwilligerspunt. Vrijwilligerspunt Het vrijwilligerspunt is in Eindhoven de plek waar vraag en aanbod van vrijwilligers bij elkaar komt. Het vinden van een passende plek voor deze doelgroep kost het vrijwilligerspunt (zo blijkt uit de praktijk) meer tijd dan de bemiddeling van de reguliere vrijwilliger (het gaat dan om motivatie, keuze van vrijwilligerswerk en / of het aanleren van vaardigheden). Wat dat betekent voor de belasting van het vrijwilligerspunt zullen we in 2012 moeten onderzoeken. Daarbij zijn een aantal uitgangspunten van toepassing: - Het vrijwilligerspunt moet de inzet voor deze doelgroep kunnen doen binnen de huidige formatie. Dat betekent dat er binnen het bcf contract van de Lumensgroep bekeken wordt waar de verschuiving plaatsvindt. Deze prioritering wordt met het college afgestemd. - In 2012 draaien we een pilot waarin we bekijken wat deze aanpak voor effect heeft. Voor vrijwilliger, voor de vrijwilligersorganisatie en voor het vrijwilligerspunt. Waarbinnen in ieder geval aandacht is voor de volgende punten: o Het vrijwilligerspunt wordt nauw betrokken bij de ontwikkeling van de pilot; o De vrijwilligersorganisaties die participeren worden betrokken bij de ontwikkeling van de pilot; o Er vindt een zorgvuldige screening plaats van de mensen die we in de pilot inzetten als vrijwilliger. Daarbij staat centraal dat er kans op succes is en dat er een match is tussen de vrijwilliger en de organisatie waarbij deze komt te werken; o Zowel de cliënt als de vrijwilligersorganisatie krijgt een goede begeleiding. De casemanager blijft in deze het eerste aanspreekpunt voor de cliënt. De organisatie wordt begeleid door het vrijwilligerspunt. Daarbinnen zijn er korte lijnen tussen vrijwilligersorganisatie en casemanager om vorderingen te bespreken; o Er geldt voor iedere in te zetten vrijwilliger een proeftermijn. Daarin wordt gekeken of het vrijwilligerswerk passend is; o Deze pilot wordt eind 2012 geëvalueerd, waarna we opnieuw aan het college voorleggen of deze aanpak dan niet een vervolg krijgt.
gemeente Eindhoven
21
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
Mantelzorg Ten slotte kan maatschappelijke participatie ook ingevuld worden middels mantelzorg. Onder mantelzorgers verstaan we "Mensen die langdurig en onbetaald zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. Mantelzorgers zijn geen beroepsmatige zorgverleners, maar geven zorg omdat zij een persoonlijke band hebben met degene voor wie ze zorgen. Het blijkt in de praktijk moeilijk om er op te sturen dat mensen mantelzorg moeten doen. Dat is vanuit de bijstand ook niet de intentie. Het gaat in dit kader er om dat personen hiervoor gemotiveerd zijn en reeds mantelzorg verrichten of dit wensen te doen. Mogelijk kan de CIZ indicatie een rol spelen. Als we dat aan zouden houden dan is enerzijds deze indicatie een goede manier om te weten of mantelzorg noodzakelijk is en anderzijds kan dat de gemeente helpen om mantelzorgers in kaart te brengen en dan snijdt het mes aan twee kanten. Meer mogelijkheden voor Sociale Activering / maatschappelijke participatie Een deel van de klanten is bezig om terug te keren op de arbeidsmarkt. Een deel van de klanten bevindt zich in een dergelijke precaire situatie dat hulpverlening en dagbesteding aan de orde zijn. Daarnaast is er ook een groep die door ziekte of andere lichamelijke belemmeringen meer op (medische) zorg dan activering zijn aangewezen. En een groot deel van de populatie verricht reeds vrijwilligerswerk of mantelzorg (zie paragraaf 3.9.1) Dus indien we spreken over mogelijkheden gericht op participatie dan betreft dat niet de hele doelgroep WWB. Een goed inzicht in deze groepen zal nog nader onderzocht moeten worden. Zo worden bijvoorbeeld in het kader van het Stedelijk Kompas, aan dak- en thuislozen en personen verblijvend in de 24-uurs opvang activiteiten aangeboden bij Stichting Neos, Het Bedrijf. Maar ook vanuit bijvoorbeeld de Boei, GGzE, Lumensgroep en Novadic-Kentron worden aan personen activiteiten aangeboden in de vorm van dagbesteding of vrijwilligerswerk en is er voor een deel van deze groep ook begeleiding beschikbaar. Gezien de slinkende budgetten in het kader van de verschillende wetgevingen en decentralisaties, zal zeer nauw gevolgd moeten gaan worden welke voorzieningen kunnen blijven bestaan voor welke doelgroepen. Nauwe samenwerking en ontkokering tussen de verschillende beleidsvelden (waarvan vaak dezelfde burger gebruik maakt) is hiervoor noodzakelijk.
22
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget
3.10
WIJ Eindhoven
WIJeindhoven is een gemeentebreed transformatieprogramma gericht op het totale sociale domein; welzijn, zorg, onderwijs, jeugd, werk, leefbaarheid in wijken, de ‘zachte kanten’ van veiligheid, maar ook de breedtekant van sport en bewegen en van kunst en cultuur. WIJeindhoven geeft richting aan twee inhoudelijke ambities die voortkomen uit het besef dat de overheid de afgelopen decennia steeds meer uit handen is gaan nemen van inwoners en dat dit uiteindelijk niet bijdraagt aan de beste oplossingen voor problemen die mensen ervaren. Daarnaast heeft de maatschappij sinds de Tweede Wereldoorlog een enorme institutionalisering, professionalisering en daarmee ook versnippering van aanbod gekend; ook dit draagt uiteindelijk niet bij tot gerichte en duurzame oplossingen. De ambitie van WIJeindhoven is logischerwijs tweeledig: b ‘Op weg naar eigen kracht’; mensen zijn uniek en kennen hun eigen situatie het beste en weten doorgaans ook zelf het beste wat ze nodig hebben om uit de problemen te komen en te blijven. De rol van de overheid/professional is vervolgens om op basis van de notie dat een mens en zijn of haar situatie uniek is in gesprek te gaan, niet vanuit een behoefte om te ‘zorgen voor’ en op basis van een gestandaardiseerd aanbod, maar op basis van belangstelling voor een uniek mens en aansluitend bij de oplossing die deze mens zelf voorstaat. ‘Eigen kracht’ is dus geen eufemisme voor ‘zoekt u het zelf maar uit’.., Eigen kracht is ook niet exclusief gericht op de kracht van een individu, maar net zozeer gericht op de kracht van mensen onderling; het aanboren van onderlinge betrokkenheid, wederkerigheid, gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het welbevinden van een ieder. Hierin speelt de (lokale) overheid zonder twijfel een rol ook in de toekomst - en hiertoe zijn professionele instanties in de stad, maar de verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij iedereen in Eindhoven (en dus net zozeer bij de private sector, bij het bedrijfsleven, bij inwoners die op dit moment geen enkele ondersteuningsbehoefte hebben).Daarnaast volgt uit het principe van ‘aansluiten bij de eigen kracht van een uniek mens’ dat WIJeindhoven er naar streeft om de eventuele professionele ondersteuning dichtbij mensen te organiseren (op wijkniveau). Immers, om mensen te kennen en in hun uniciteit te bezien, is het nodig dat mensen gekend worden en vice versa dat de professional de mensen en hun specifieke situatie kent. b Op weg naar een ontkokerde, integrale aanpak; om mogelijk te maken dat raadover de grenzen van bestaande domeinen en kokers heen in gesprek te gaan. Dat betekent dat WIJeindhoven een praktijk voorstaat waarbij sociaal werkers in de stad zoveel mogelijk integraal werken (en dus niet een focus hebben op een bepaalde doelgroep of deelproblematiek) en dat organisaties (gemeentelijke organisatie en de huidige professionele instanties) daarop aangepast zijn. De generalistisch werker is niet alleen in staat en in de gelegenheid om ‘ontkokerd’ in gesprek te gaan met mensen die ondersteuning nodig hebben, maar ook om daar naar te handelen. WIJeindhoven staat ‘generalisten met mandaat’ voor.
gemeente Eindhoven
23
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
WIJeindhoven betreft een meerjarig ontwikkelingstraject. De gemeenteraad stelde in april 2011 de hiervoor samengevatte kaders vast. En besloot via een drietal processtappen (extern adviescomité, werkgroep middelen en werkgroep praktijken) tot een transformatieprogramma te komen dat in het voorjaar van 2012 in de raad kan worden behandeld. Daarnaast heeft het bestuurlijk team WIJeindhoven besloten om, naast het ontwikkel-spoor, een doe-spoor uit te zetten: in een tweetal gebieden in Eindhoven zullen vanaf 2012 ervaringen worden opgedaan met de voorgestane werkwijze. WIJeindhoven moet ondersteunend zijn aan de doelstellingen van het participatiebudget. Doel is primair dat burgers kracht ontwikkelen om economisch en maatschappelijk mee te doen: o.a. door een werkwijze die dichtbij hem of haar plaatsvindt. En in geval daar problemen in ontstaan dit tijdig te signaleren zodat professionele interventie ook daadwerkelijk kan helpen. Het kijken naar de burger in zijn bredere context (en dus niet alleen naar een onderdeel werk, of scholing of taal) draagt eraan bij dat verantwoordelijkheid en participatie (weer) worden opgepakt.
24
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget
4
Prioritering
4.1
Doelstellingen
→ Participatie De gemeente Eindhoven gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van burgers en wil dat haar burgers meedoen in de samenleving. Zij wil hen stimuleren om actief deel te nemen door middel van arbeids- en/of sociale participatie, door beheersing van de Nederlandse taal en door het behouden of vergroten van hun vakkennis. Sociaal beleid, straks WIJ Eindhoven, levert hier een belangrijke bijdrage aan, evenals de inzet van flankerend beleid. De inzet van participatievoorzieningen uit het Participatiebudget moet leiden naar economische en zo ook maatschappelijke zelfredzaamheid van de Eindhovende burger. → Beheersing middelen Daarnaast zijn het Participatiebudget en het budget dat bestemd is voor uitkeringen (Ibudget/BUIG) met elkaar verbonden (zie ook paragraaf 3.3). Door te zorgen dat er zo min mogelijk mensen instromen in een uitkeringssituatie en zo veel mogelijk mensen uitstromen uit een uitkeringssituatie wordt het I-budget (BUIG) minder belast. Het is dus van belang te zorgen dat personen die kunnen werken ook (weer gaan) werken en dat personen, die geen recht (meer) hebben op bijstand, ook geen bijstand ontvangen. Het Participatiebudget dient in dat verband vooral te worden ingezet om de druk op het Ibudget te verminderen. Minder druk op het Ibudget (BUIG) is een teken van minder bijstandsafhankelijkheid en dat is goed voor de Eindhovenaren, die dat betreft, dus ook voor de stad en voor de jaarrekening, indien dus ook de landelijke tendens goed is. Want ook nu hebben we te maken met een daling van het bestand maar toch een tekort op het inkomensdeel. Echter, zouden we niet inzetten op een bestandsdaling zou het tekort nog hoger zijn.. 4.1.1
Externe adviescommissie Participatiebudget
Recentelijk heeft een eerste verkenning plaatsgevonden met de externe adviescommissie. De hoofdlijn van die verkenning luidt: - meer zelf doen - constructie van een Werkleerbedrijf - daarin enerzijds goed vormgeven van de poortwachtsfunctie en anderzijds een goede ontsluiting met de werkgevers.
gemeente Eindhoven
25
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
De commissie werkt verder aan een eindadvies.
4.2
Iedereen werkt of werkt aan werk
Werk staat voorop, liefst direct of anders zo snel mogelijk te gaan werken. Indien er problemen zijn die duurzaam werken verstoren, wordt dit flankerend opgepakt: problemen worden niet (meer) bovengeschikt gemaakt aan het (weer gaan) werk(en). Educatie wordt ingezet om een plek te krijgen of behouden op de arbeidsmarkt. Ook inburgering wordt, naast de wettelijke doelgroepen, in het kader van participatie bezien. Voor wat betreft de aanwending van het Participatiebudget is het belangrijk: om te blijven investeren in mensen op alle relevante treden van de participatieladder (treden 1, 2, 3, 4 en 5); om de uitstroom uit de uitkering te vergroten; belangrijk voor de cliënten en belangrijk voor het terugdringen van het tekort op Ibudget (BUIG). De combinatie van bovenstaande 2 punten leidt tot het uitgangspunt: ► op alle relevante treden van de participatieladder gaat de meeste aandacht en Participatiebudget naar cliënten, die in potentie kunnen uitstromen naar werk (die komen dus op alle genoemde treden voor) Voor 2011 heeft de Raad keuze gemaakt om op de volgende onze cliënten van dienst te zijn en het budget als volgt te verdelen: 1. Met relatief korte trajecten (scholing, leer-werktrajecten, loonkostensubsidie, enzovoort), gericht op uitstroom naar werk op relatief korte termijn, tegen relatief lage kosten. 20% van het werkdeel 2. Met langere trajecten ( langduriger loonkostensubsidies, projecten in samenwerking met werkgevers), gericht op uitstroom naar werk op iets langere termijn, tegen relatief hoge kosten. 50% van het werkdeel 3. Met een activeringsaanbod, primair gericht op maatschappelijke participatie en hooguit secundair op uitstroom, in voorkomende gevallen in combinatie met trajecten van reclassering, dak- en thuislozenzorg, verslavingszorg. 20% van het werkdeel 4. Met flankerend beleid (schuldhulpverlening, kinderopvang, enzovoort). 10% van het werkdeel
26
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget
Gezien de halvering van het budget en de wederom toegenomen druk op het I-budget (BUIG), is het niet meer mogelijk om het budget zo breed in te zetten. Met andere woorden, in te zetten op zaken die niet direct leiden tot werk. Rekening houdend met de WWnV per 1 januari 2013 waarbij: - In 2012 reeds de eerste aanzetten worden gedaan door de 13 wetswijzgingen; - Het participatie budget in 2012 nagenoeg de helft is ten opzichte van 2011; - Het I-budget (BUIG) zeer onder druk staat gezien de tekorten door meer dan ¾ van de gemeenten in Nederland en het een macro-budget betreft waardoor de lasten gedeeld worden; - geen re-integratiemiddelen beschikbaar zijn voor personen die zelf werk kunnen vinden; - het onzeker is of inbesteding op termijn nog toegestaan is; - de WSW echt moet hervormen omdat anders zeer substantiële exploitatietekorten ontstaan; - personen met een beperkte loonwaarde doelgroep van de gemeente wordt; zullen er nu keuzes gemaakt moeten worden om de Sociale Zekerheid in Eindhoven voor haar burgers zeker te kunnen blijven stellen. 4.2.1
Wat wel en wat niet (meer) van het werkdeel?
Afgezet tegen de prioritering van vorig jaar (2011): - 20% voor personen met een korte afstand tot werk - 50% voor personen met een langere afstand tot werk - 20% voor sociale activering - 10% voor flankerend beleid (alle zaken die indirect bijdragen aan werkaanvaarding zoals schulddienstverlening, hulpverlening, uitstroompremie, vervoer, etc.) Zullen er wel middelen ingezet kunnen worden in 2012 voor: - personen die in potentie uit kunnen stromen naar werk Zullen er geen middelen meer ingezet kunnen worden in 2012 voor: - sociale activering - flankerend beleid (m.u.v. € 1,2 mln vast personeel Zorg en Inkomen conform begrotingsbesluit aangezien dit een vaste / lopende verplichting betreft)
4.3
Prioritering inzet budget
Op basis van voorgaande is het noodzakelijk om prioriteiten te stellen. Omdat het ministerie enerzijds spreekt van ‘het participatiebudget’ en anderzijds de financiering/verantwoording uitgaat van de drie materiewetten (WWB, WI en WEB), wordt
gemeente Eindhoven
27
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
per onderdeel een precisiering van het kader gemaakt. Het centrale doel van de inzet van de 3 onderdelen is structurele economische zelfstandigheid in combinatie met sociale -en maatschappelijke zelfredzaamheid. Middelen zoals opleiding, examen en trajecten dienen dan ook in dat licht gezien te worden. 4.3.1
Werkdeel
Indicatie budget 2012: € 13.800.000,Inzet van het budget vindt zo veel mogelijk plaats ter ontlasting van het Inkomensdeel; dat wordt bereikt door mensen te bemiddelen naar werk (trede 5 of 6); Nuggers, die zich melden met een gezinsinkomen tot maximaal 110% WML, krijgen ondersteuning gericht op werk;
Indien we spreken over het budget 2012 dan gaat het niet om een nieuw blanco jaar zonder verplichtingen. We zullen rekening moeten houden met verplichtingen die dateren uit 2011 en andere zaken die eerder zijn ingezet. Het gaat dan om: € 4,06 mln. - Lopende trajecten bij partners: - Vast personeel t.l.v. P-budget: Sector Werk € 2,6 mln. (begrotingsbesluit) Sector Z&I/SDV € 1,2 mln. (begrotingsbesluit) Dan is er verder nog een indicatie van kosten die nodig zijn om personen naar werk te begeleiden, zoals: € 2,0 mln. (doorontwikkeling Trabajo/Arbeidspool) - Werkleerbedrijf: - Inbesteding: € 3,5 mln. In het kader van de Stafsessies is afgesproken dat de Sector Werk vanuit het Participatiebudget een bijdrage zou leveren aan de gemeentelijke bezuinigingen. Dat betreffen voor 2012 de volgende 2 posten: - WIW/ID: € 0,14 mln. - Uitstroompremies: € 0,3 mln. Totale indicatie kosten 2012:
€13,8 mln.
De uitwerking van bovenstaande zal plaatsvinden in het Uitvoeringsprogramma Participatiebudget 2012.
28
gemeente Eindhoven
September 2011
Prioritering Participatiebudget
4.3.2
Inburgeringdeel
Budget 2012: € 2.8750.558 Lopende verplichtingen voor ingezette inburgeringstrajecten in 2010 voor zowel vrijwillige als verplichte inburgeraars komen ten laste van het budget; Lopende verplichtingen voor ingezette inburgeringstrajecten in 2011 voor verplichte inburgeraars komen ten laste van het budget; Inburgering wordt door de gemeente ingezet voor: - Geestelijke bedienaren (< 5 per jaar) – wettelijk bepaald; - Asielgerechtigden (± 70 per jaar) – wettelijk bepaald; - Analfabeten met WI-beschikking van de gemeente met toezegging voor een traject (indicatie 450); - Verplichte inburgeraars, BPI bestand (raadsbesluit 2011) Passend taalaanbod voor Turken die op 9 september 2011 onderdeel uitmaakte van het BPI bestand Specificatie doelgroep
Doeltrede
- Geestelijke bedienaren - Asielgerechtigden - Analfabeten met WI-beschikking - Verplichte inburgeraars (BPI bestand) - Passend taalaanbod voor Turken
5 of 6 5 of 6 5 of 6 5 of 6 5 of 6
Verdeling budget 2012 5 100 100 140 165
Volledigheidshalve wordt bij bovenstaande tabel vermeld dat dit enkel gaat om trajecten gefinancierd uit het P-budget. De overige activiteiten zoals ontheffingen zijn niet meegenomen in bovenstaande tabel. Er is een indicatie gemaakt van de kosten tot en met 2014. Het budget inburgering is toereikend voor de hierboven genoemde aantallen. In 2011 en 2012 zal het budget van inburgering een overschot laten zien. In 2013 en 2014 een tekort. Per saldo zal er echter een positief resultaat zijn dat toegevoegd wordt aan het werkdeel. 4.3.3
Educatiedeel
Bedrag 2011: € 1.600.000 Wettelijk is tot 2014 verplichte winkelnering bij een ROC opgelegd. Het aanbod betreft Vavo, Basiseducatie (o.a. laaggeletterdheid) en alfabetisering voor anderstaligen (Nt2-trajecten), onder andere als voorschakeltraject op een inburgeringstraject.
gemeente Eindhoven
29
September 2011
Prioritering Participatiebudget 2012
Van laagdrempelige voorziening wordt overgestapt op maatwerktrajecten vanuit gemeente gericht op economische- en maatschappelijke zelfstandigheid; Inzetten voor personen met een WWB-uitkering of een inkomen tot 110% WML (of boven 110% met een eigen bijdrage) en deelnemen in het kader van gewenste arbeidsparticipatie. Drempel voor besteding bij ROC leggen bij vastgesteld WEB-bedrag.
4.3.4
Specificatie doelgroep
Doeltrede
- Personen die alsnog een startkwalificatie willen behalen (VAVO) - Basiseducatie (laaggeletterdheid)3 & alfabetisering
5 of 6 5 of 6
Samenvattend
► Doelgroepen: o WWB-ers4 met groeiperspectief trede 5 of 6; o Nuggers met een gezinsinkomen tot maximaal 110% WML; o Inburgeraars behorend tot de wettelijke doelgroep of die reeds een beschikking hebben van de gemeente en verplichte inburgeraars conform Raadsbesluit; o Taalaanbod voor Turken wegens uitspraak CRvB o Personen met een inkomen tot maximum 110% WML voor een educatie aanbod bij het ROC gericht op arbeidsparticipatie of opheffen laaggeletterdheid / analfabetisme. ► De budgetten zijn gelimiteerd: o Werkdeel ► Vast bedrag harde verplichtingen W-deel ► Werkleerbedrijf W-deel ► Inbesteding W-deel o Aan VAVO, basiseducatie en analfabetisme wordt vanuit het Participatiebudget niet meer ingezet dan het vastgestelde budget WEB; o Inburgering ► Wettelijke doelgroepen ► Verplichte inburgeraars (Raadsbesluit Prioritering P-budget 2011) ► Apart taalaanbod voor Turken ► Overschot wordt toegevoegd aan W-deel 3
Logopedie wordt ook uit het WEB deel betaald. Voor sommige anderstaligen is dit noodzakelijk om de Nederlandse taal uit te kunnen spreken wegens een andere uitspraak en techniek. 4 Per 1 januari 2012 gaat de WIJ wederom onder de WWB vallen. Indien de wetswijziging later ingaat dan worden hier ook de WIJ-ers bedoeld.
30
gemeente Eindhoven
Verdeling budget 40% 60%