Samenleving
kM
Gemeente Delft
Wegtlandseweg 40 2624 AD DelR BankrekeningBNG 28.50.01.787 t.n.v.gemeente DelR
Bbhindelddoor
Retouradres :Advies, Podbus 78.2600 ME DeIR
Aan de gemeenteraad Teleioon 14015 Internet
Datum 18-12-2012 Ons kenmerk 1271801 Uw brlef van
www.deliì.nl
Onderwerp
Nota Budgetbeheer
Geachte leden van de raad, In de nota Bijzondere bijstand (kenmerk 1234953) is opgenomen dat er nieuw beleid ontwikkeld wordt voor budgetbeheer, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en het beperken van de kosten voor bijzondere bijstand. De Delftse sociale visie vormt hierbij het uitgangspunt. Het grootste deel van de Delftenaren is voldoende zelfredzaam om op eigen kracht verantwoordelijkheid te kunnen dragen over hun financiën. Degenen die daar niet toe in staat zijn bieden we ondersteuning die er op gericht is de regie hierover terug te krijgen, zo nodig met steun van de directe omgeving. Verder zal er meer gebruik gemaakt moeten worden van alternatieve vormen van ondersteuning. Tijdens de vergadering van de commissie Samenleving en Volkshuisvesting van l 1 september jl. is gemeld dat er gewerkt wordt aan een nota budgetbeheer. De wethouder heeft toegezegd de nota voor het eind van het jaar ter kennisname toe te sturen aan de raad. Hierbij ontvangt u de nota.
Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders
,burgemeester.
mr. drs. G.A.A. \!er!cerk
--
drs. T.W. Andriessen l.s.
Samenlevina Advies Doorkiesnummers: Telefoon 2195332 Fax
-
Aan
college Afschrilt aan
cie. Samenleving
Datum
Ondewerp
I&I~-2012
Budgetbeheer
Ons kenmeik 1271774 Onsteller
bivlaanderen Bijlage
Inleiding In de onlangs vastgestelde nota Bijzondere Bijstand staat dat we nieuw beleid ontwikkelenom zo de zelfredzaamheid-van betrokkenen te vergroten en de uitgaven voor budgetbeheer te beheersen. Bij de behandeling is aan de commissie samenleving toegezegd, dat hiervoor in het vierde kwartaal van 2012 een voorstel wordt gedaan. Tot nu toe kan iedereen met een laag inkomen, in specifieke situaties, bijzondere bijstand aanvragen voor de kosten van budgetbeheer, ongeacht de duur van dat budgetbeheer. De huidige praktijk vraagt om een andere koers, omdat: het beleid m.b.t. budgetbeheer niet langer strookt met de sociale visie, waarin uitgegaan wordt van het bevorderen van zelfredzaamheid; de voorwaarden en de kwaliteitseisen aan budgetbeheer aangescherpt moeten worden. de kosten het budget voor bijzondere bijstand steeds verder overstijgen. Deze nota bevat een korte beschrijving van de huidige situatie en voorstellen voor normering van budgetbeheer, gebruik maken van alternatieven, begeleiding naar zelfredzaamheid en zorgen voor duurzame ondersteuning. De Delftse sociale visie vormt hierbij het uitgangspunt. Het grootste deel van de Delftenaren is voldoende zelfredzaam om op eigen kracht verantwoordelijkheid te kunnen dragen over hun financiën. Degenen die daar niet toe in staat zijn bieden we ondersteuning die er op gericht is de regie hierover terug te krijgen, zo nodig met steun van de directe omgeving.
-
-
Bijzondere bijstand voor budgetbeheer Burgers met onvoldoende financiële draagkracht (onder l10% van de Wwb norm) of burgers die in een problematische schuldsituatie verkeren waardoor hun draagkracht volledig verbruikt wordt in verband met het aflossen van schulden, kunnen bijzondere bijstand aanvragen voor budgetbeheer. Budgetbeheer bestaat altijd primair uit inkomensbeheer. Daarnaast kan in het kader van budgetbeheer ook budgetbegeleiding worden geboden. Dit is afhankelijk van de hulpvraag en het doel dat men wil bereiken. De consulent inkomen van de gemeente stelt (periodiek) de noodzaak voor budgetbeheer vast. Daarbij wordt in de praktijk het advies van de budgetbeheerder, de Financiële Winkel van Delft of de verwijzende instantie
gevolgd. De prijzen van budgetbeheer verschillen per product; hoe meer individuele begeleiding, hoe duurder. De gemiddelde prijs loopt uiteen van ongeveer E60 per maand voor budgetbeheer op afstand tot £135 per maand voor budgetbeheer met persoonlijke begeleiding. Vanuit de bijzondere bijstand wordt het goedkoopst adequate tarief vergoed. Dit is het laagst vastgestelde tarief van de bestaande budgetbeheerders in Delft. De eventuele meerkosten moeten betrokkenen zelf bijpassen. Er kan ook bijzondere bijstand worden verstrekt voor bewindvoering, curatele en mentorschap. De rechter stelt hiervoor de noodzaak vast. De tarieven, die hiervoor worden gerekend, zijn gestandaardiseerd. Budgetbeheer bij schuldhulpverlening Bij een minnelijke schuldregeling wordt in de meeste gevallen budgetbeheer opgelegd. Het budgetbeheer start na het inloopspreekuur en moet, afhankelijk van de beschikbaarheid van plekken bij de budgetbeheerders, voor de intake gerealiseerd zijn. Het budgetbeheer loopt door tot het moment dat de schuldregeling wordt beëindigd of de schuldsanering succesvol is afgerond. Gedurende de schuldregeling vallen betrokkenen terug op een vrij te laten bedrag van 90% van de Wwb norm. Door middel van budgetbeheer worden de afgesproken betalingen, het meerdere boven de 90% van het vrij te laten bedrag, aan de schuldeisers veilig gesteld. Door de lage draagkracht hebben betrokkenen recht op bijzondere bijstand voor budgetbeheer. Tijdens de schuldregeling nemen betrokkenen verplicht deel aan een budgettraining, zowel bij de start als bij de afronding, om ze handvatten mee te geven om weer zelfstandig hun financiële zaken te kunnen beheren. Budgetbeheerders Hulpvragers zijn op dit moment vrij in de keuze voor een budgetbeheerder. Momenteel kent Delft 3 belangrijke organisaties voor budgetbeheer: Budgethulp Stoed , Budget Advies Team en Ace-beheer Een aantal klanten dat al wat langer in de schuldregeling zit heeft nog budgetbeheer buiten Delft bij het CAV. Met name Stoed heeft veel klanten die al lange tijd gebruik maken van budgetbeheer. Dit komt omdat ze, als enige organisatie, al langere tijd actief zijn in Delft. Daarnaast is dit te verklaren door het feit dat Stoed zich vanaf het begin gericht heeft op mensen met chronische GGZ problematiek. Budgetbeheerders bieden verschillende producten aan, afhankelijk van de klant en de zwaarte van de problematiek. In de praktijk ligt het accent vooral op het budgetbeheer- en nog onvoldoende op het begeleiden naar zelfredzaamheid of het zoeken naar alternatieven. Verw ijzers Er zijn veel organisaties die verwijzen naar budgetbeheer. De gemeente (schuldhulpverlening, inkomen), zorgaanbieders en woningbouwcorporaties behoren tot de belangrijksteverwijzers. Zorgaanbieders geven aan de laatste jaren steeds minder mogelijkheden te hebben om hun klanten te helpen met financiële problemen. De problemen worden vaak wel gesignaleerd en geïnventariseerd; de hulp wordt echter veelal uitbesteed aan budgetbeheerders. Hiermee verliest men in een aantal gevallen het zicht op de financiële problematiek en maakt deze hulp geen onderdeel uit van integrale hulpverlening, terwijl de problemen in de praktijk vaak nauw samenhangen. Bij psychosocialel of meervoudige problematiek is immers in 218
de meeste gevallen sprake van budgettaire problemen en-of schulden. Bovendien kijkt men onvoldoende naar alternatieve oplossingen en mogelijkheden om professioneel budgetbeheer te voorkomen, zoals: - vaker gebruik te maken van het aanbod ondersteuning bij thuisadministratie; - zelf een actievere rol te spelen- en investeren in budget-begeleiding van hun cliënten; - meer inspanningen te doen om hulp vanuit het informele netwerk van betrokkenen in te schakelen.
Aantallen en kosten De laatste jaren zien we een forse stijging van het aantal personen dat gebruik maakt van professioneel budgetbeheer. Dit heeft de volgende oorzaken: - De schuldenproblematiek neemt toe, onder andere als gevolg van de kredietcrisis. De regelgeving wordt steeds ingewikkelder- en steeds verder gedigitaliseerd. Met name bij kwetsbare burgers leidt dit tot problemen. Dit geldt niet alleen voor burgers met beperkingen of zorgproblematiek maar ook voor burgers dat die moeite hebben met lezen en schrijven. - Zorginstellingen zien het steeds minder tot hun taak om zelf ondersteuning te bieden i.k.v. budgetbeheerl begeleiding. Hierin is trouwens wel een kentering waar te nemen. - Met de invoering van schuldhulpverlening nieuwe stijl in 2011, is het budgetbeheer m.b.t. schuldhulpveriening uitbesteed aan externe budgetbeheerders. Tegenover een hoge instroom staat een lage uitstroom. Er wordt door de budgetbeheerders bij hun dienstverlening vooral de nadruk gelegd op het administratief beheren van de financiën van hun klanten. Er is onvoldoende sprake van begeleiding naar zelfredzaamheid of het inzetten van andere instrumenten zoals beschermingsbewind. Daarnaast wordt onvoldoende gebruik gemaakt van inschakeling van de omgeving of hulp vanuit de eigen omgeving. Het gevolg is dat een aantal klanten mogelijk onnodig lang in budgetbeheer zit. Het aantal klanten dat bijzondere bijstand voor budgetbeheer ontvangt, is momenteel 874 personen. Hiervan ontvangen 457 een bijstandsuitkering. Voor 204 2 en 2013 is een bedrag van €900.000 begroot voor budgethulp inclusief de kosten voor bewindvoering en curatele. De vetwachting is dat de uitgaven voor 2012 ongeveer £1.200.000 zullen bedragen. Daarnaast zijn er 619 bijstandsklanten, die niet in budgetbeheer zitten, waarbij de gemeente, op vrijwillige basis, &&nof meerdere vaste lasten doorbetaalt door middel van een inhouding op de uitkering. Dit aantal is de laatste jaren vrij constant.
-
Begeleiding naar zelfredzaamheid of duurzame ondersteuning Willen we voorkomen dat enerzijds de kosten voor budgetbeheer onbetaalbaar worden en anderzijds betrokkenen nodeloos lang afhankelijk blijven van budgetbeheer, dan zal er gerichter ingezet moeten worden op: - begeleiding naar zelfredzaamheid, voor degenen die daartoe in staat worden geacht; - een inspanningsverplichting van de hulpvrager;
3/8
-
het zoeken naar duurzame alternatieven op maat voor degenen die, bijvoorbeeld vanwege een beperking, niet in staat zullen blijven om zelf hun financiën te beheren. Dit vergt een betere samenwerking- en afstemming van budgetbeheerders met de gemeente, verwijzers, zorgorganisaties en vrijwilligersorganisaties die ondersteuning bij thuisadministratie bieden. Voor een groot aantal klanten die al langere tijd gebruik maken van budgetbeheer zal een herbeoordeling plaats vinden. Het gaat hierbij vooral om klanten van Stoed. Stoed heeft ongeveer 250 klanten die langer dan 2 jaar in budgetbeheer zijn. Per jaargang zal van iedere klant de leerbaarheid bepaald worden en een plan van aanpak worden gemaakt. Getoetst wordt of deze klanten binnen anderhalf jaar weer zelfstandig kunnen functioneren-, hoe dit gerealiseerd kan worden- en indien dit niet haalbaar is, welke alternatieve vorm van ondersteuning kan worden geboden om deze "niet ontwikkelbareJ'klanten verder te kunnen begeleiden. Een eerste inventarisatie leert dat de knelpunten zich vooral voordoen bij klanten met een licht verstandelijke beperking, langdurige GGZ-problematiek of onoplosbare schulden.
Toegang tot budgetbeheer; aantonen van de noodzaak De noodzaak voor het inzetten van professioneel budgetbeheer kan gelegen zijn in persoonsgebonden beperkingen, psychosociale omstandigheden of financiële redenen zoals schulden. Vaak is een combinatie van factoren aan de orde. Op dit moment is een "schriftelijke verklaring van een verwijzende instantiel organisatie" voldoende om de noodzaak aan te tonen. We stellen voor om voortaan alleen nog maar verklaringen te accepteren die gedaan worden door instanties die bevoegd zijn te oordelen over beperkingen of de psychsociale situatie: MEE, IPSE de Bruggen, Startpunt WZW, Kwadraad, Careyn, GGZ-Delfand, Limor, Brijder, Palier, PerspeKtief. Wat betreft de financiële situatie ligt het oordeel bij de consulent inkomen of de Financiële winkel. Voor het alleen maar op orde brengen van de administratie en lichte begeleiding kan ook verwezen worden naar het aanbod ondersteuning bij thuisadministratie. Dit wordt uitgevoerd door vrijwilligers van DIVA, Humanitas en ISOFA. We gaan inzetten op het vaker gebruik maken van deze mogelijkheid. De aanbieders van ondersteuning bij thuisadministratie hebben vervolgens ook de mogelijkheid om te verwijzen naar budgetbeheer, waarbij wel de noodzaak moet worden aangetoond, zoals hiervoor beschreven. Wat betreft het inzetten van budgetbeheer t.b.v. de minnelijke schuldregeling blijft de situatie ongewijzigd: de Financiële winkel stelt hiertoe de noodzaak vast. Inspanningsverplichting van de hulpvrager Bij budgetbeheer gaat het om vrijwillige ondersteuning. Het is belangrijk om bij de start met de hulpvrager te spreken over zijn inspanningen om zijn- of haar situatie te verbeteren en eventueel te leren zelf weer de regie te voeren over de financiën. De afspraken hierover worden vastgelegd in het plan van aanpak. De afspraken worden bewaakt en geëvalueerd met betrokkene. Voor Wwbers die deelnemen aan een participatietrajectkunnen deze afspraken onderdeel uitmaken van het sanctiebeleid. Bij de schuldregeling 418
geldt al dat deze beëindigd kan worden wanneer betrokkene de inspanningsverplichtingen onvoldoende nakomt. Kwaliteitseisen aan de budgetbeheerder Niet alle budgetbeheerders zijn lid van een branchevereniging, zoals de Brancheverenigingvoor Professionele Bewindvoerders & Inkomensbeheerders of de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet. Het voordeel van lidmaatschap van een van deze verenigingen is dat er vanuit de branche toezicht is op de kwaliteit. De eisen die we aan budgetbeheerders gaan stellen, zoals verwoord in deze nota, sluiten aan bij de vereisten van genoemde verenigingen. De gemeente zat d.m.v. periodiek overleg met de budgetbeheerders toezicht houden op het nakomen van de kwaliteitseisen. We stimuleren budgetbeheerders, die dat nog niet zijn, lid te worden van een van de brancheverenigingen. Actieve signalering en integrale aanpak Meestal wordt budgetbeheer ingezet als er al financiële problemen zijn. Het is in alle gevallen effectiever om betalingsproblemen-en het niet kunnen omgaan met geld te signaleren, voordat schulden problematisch- of onoplosbaar zijn geworden. Daarnaast is er in de praktijk vaak sprake van een samenhang tussen financiële zorgen en psychosociale problemen. De financiële problemen zorgen voor stress bij betrokkenen en vormen een belemmering voor de hulpverlening en het weer perspectief kunnen zien in de eigen leefsituatie. Het is dan ook van belang om, daar waar sprake is van integrale vraagverheldering, na te gaan in hoeverre betrokkenen problemen hebben met het beheren van hun financiën en of er sprake is van schulden. Enkele voorbeelden van waar dat zou kunnen: de intake voor het aanvragen van een Wwb uitkering, Jongerenloket, Werkbedrijf, Startpunt WZW. Vervolgens kan, afhankelijk van de problematiek, worden toegeleid naar het inloopspreekuur van de financiële winkel, naar ondersteuning bij thuisadministratie of rechtstreeks naar budgetbeheer. Het aanpakken van financiële problemen kan bij multi problematiek een concrete eerste ingang zijn om de situatie te verbeteren. In het kader van de Innovatie Sociaal Domein streven we naar een meer vraaggerichte, integrale vorm van hulpverlening, waarbij de beschikbare budgettenworden ontschot. Het is, gezien de geschetste samenhang van de problemen, van eminent belang dat hierbij ook de ondersteuning bij financiële problemen en thuisadministratie voldoende aanhaakt. De financiële opbrengst hiervan is op dit moment nog niet in te schatten. Kostenbesparing Met de verschillende voorgestelde maatregelen verwachten we de kosten bijzondere bijstand voor budgetbeheer terug te dringen. De grootste besparing vinden we in eerste instantie in de opschoning van het langdurige bestand. Dit zal naar schatting over 1 W a 2 jaar €250.000 per jaar opbrengen. Daarnaast besparen we door het beperken van de duur tot 2 jaar, vaker gebruik maken van ondersteuning bij thuisadministratie, het zoeken naar ondersteuning in de eigen omgeving en meer activiteiten van zorgaanbieders. De financiële opbrengst hiervan valt op dit moment nog niet in te schatten. Het is wel van belang om op te merken dat het inzetten budgetbeheer en budgetbegeleiding ook veel maatschappelijke kosten kan
besparen, bijvoorbeeld door het voorkomen van schulden, huisuitzettingen, maatschappelijk afglijden, etc. Voorstellen voorwaarden bijzondere bijstand voor budgetbeheer Er wordt alleen nog bijzondere bijstand voor budgetbeheer verstrekt wanneer voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: i.We vergoeden budgetbeheer maximaal 2 jaar aaneengesloten. Wanneer betrokkenen na 2 jaar niet in staat zijn zelfstandig hun financiën te beheren zijn er verschillende mogelijkheden: bewindvoering, curatele, gebruik maken van faciliteiten van instellingenwaar betrokkenen in zorg of in begeleiding zijn, ondersteuning vanuit het informele netwerk, ondersteuning thuisadministratie door vrijwilligersorganisaties, doorbetaling vaste lasten door de gemeente voor Wwbers. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld bij het gevaar van ernstig afglijden, kan het college besluiten de vergoeding tot budgetbeheerl inkomensbeheer volgens het laagste tarief te verlengen. Indien er sprake is van budgetbeheer met als indicatiestelling schuldbemiddeling via de Financiële Winkel van Delft, dan is de maximale doorlooptijd de duur van het schuldhulpverleningstrajectvanaf het moment dat het budgetbeheer opgestart wordt vanuit het inloopspreekuur tot het moment dat de schuldsanering succesvol wordt afgerond. De duur van dit traject kan maximaal 4 jaar bedragen. 2. De noodzaak voor budgetbeheer wordt aangetoond door de Financiële winkel, of via een schriftelijke verklaring van één van de aangewezen organisaties. De verklaring bevat de redenen waarom betrokkene niet in staat is tot zelfstandig financieel beheer en aangewezen is op professioneel budgetbeheer. 3. Met verwijzers maken we afspraken om: - vaker gebruik te maken van het aanbod ondersteuning bij thuisadministratie; - zelf een actievere rol te spelen- en te investeren in budgetbegeleiding van hun cliënten; meer inspanningen te doen om hulp vanuit het informele netwerk van betrokkenen in te schakelen. 4. Wanneer klanten besluiten het budgetbeheer te beëindigen- of tussentijds over te stappen naar een andere budgetbeheerder, kunnen de kosten daarvan niet verhaald worden op de bijzondere bijstand. Bij overstappen naar een andere budgetbeheerder wordt het plan van aanpak overgedragen. Budgetbeheerders hanteren een opzegtermijn van maximaal 3 maanden. 5. Na maximaal een half jaar vanaf 1 februari 2013 heeft de budgetbeheerder voor alle nieuwe- en bestaande klanten een plan van aanpak opgesteld. In het plan wordt in ieder geval opgenomen: - de grondslag/ problematiek en de motivatie van de klant; een beoordeling van de financiële redzaamheid en [eerbaarheid. Bij het bepalen van de leerbaarheid wordt gebruik gemaakt van een checklist of vragenlijst; een stappenplan richting zelfredzaamheid of alternatieve ondersteuning, het product dat daarbij past, evaluatiemomenten;
-
-
-
het plan van aanpak wordt in samenspraak met de klant opgesteld. De klant ondertekent het plan, waarbij hij /zij zichzelf en eventuele partner oplegt om zich naar vermogen in te spannen om weer financieel zelfredzaam te worden; - wanneer klanten begeleid worden door een hulpverlenende instelling wordt het plan met deze instelling afgestemd. In het plan zijn vaste evaluatiemomenten opgenomen met de hulpverlenende instelling. Bij deze evaluatiemomenten wordt naast de voortgang ook terugkoppeling gegeven van de houding en het gedrag van de hulpvrager en de eventuele partner. De klant is in principe bij alle gesprekken aanwezig. 6. Tijdens het leertraject richting zelfredzaamheid wordt door de budgetbeheerder gericht individuele begeleiding enlof budgettraining ingezet. 7. Periodiek beoordeelt de budgetbeheerder in hoeverre klanten over kunnen stappen naar een lichter product. Bij overstappen naar een lichter product wordt de inkomensconsulent Ide budgetconsulent van de Financiële Winkel van Delft geminformeerd.De overstap mag er niet toe leiden dat de klant niet (meer) kan voldoen aan de voorwaarden die zijn opgelegd om in aanmerking te komen voor schuldhulpverlening (doorbetaling vaste lasten, reservering afloscapaciteit schuldeisers en het voorkomen van nieuwe schulden) 8. Wanneer er geen perspectief is op zelfredzaamheid leidt de budgetbeheerder de klant toe naar een duurzame vorm van ondersteuning. Deze kan bestaan uit toeleiding naar curatele of bewindvoering, inhouden van vaste lasten bij klanten met een Wwb uitkering, begeleiding door een zorgorganisatie waar betrokkene cliënt is, begeleiding door een vrijwilligersorganisatie, ondersteuning vanuit het informele netwerk 9. Ten behoeve van de administratie van klanten gebruikt de budgetbeheerder de Nibudmap. 10. Alle budgetbeheerders dienen gebruik te maken van een individuele bankrekening op naam van de cliënt. 11. Klanten hebben gedurende de looptijd van het budgetbeheer ten allen tijde recht op inzage in het verloop van de inkomsten en uitgaven op deze rekening. Klanten worden minimaal l x per maand geïnformeerd over de inkomsten en uitgaven op deze rekening. 12. Budgetbeheerders, gemeente en verwijzers nemen bij het uitwisselen van klantgegevens de privacy-regels voldoende in acht. 13.3 maanden voordat er sprake is van de afronding van een succesvolle schuldsanering en indien er sprake is van een voortijdige beëindiging per direct, zorgt de budgetbeheerder ervoor dat de verwijzende1begeleidende instantie geïnformeerd wordt, evenals de gemeentelijke afdeling en de klant. Eveneens worden alle crediteuren geïnformeerd dat de doorbetaling weer door klant zelf opgepakt gaat worden. De klant wordt uitgenodigd voor een gesprek. Bij de klant die volledig zelfstandig zijn budget gaat beheren zorgt de budgetbeheerder ervoor dat alle voorbereidende werkzaamheden worden doorgesproken met de hulpvrager en dat de automatische incasso, per de datum dat betrokkene het zelf zal moeten gaan doen, worden opgeheven. De budgetbeheerder zorgt er, samen met de klant voor, dat het inkomen weer op de rekening 718
van de hulpvrager wordt gestort en zo nodig de automatische incasso voor doorbetaling van vaste lasten gerealiseerd is. Wanneer er sprake is van blijvende ondersteuning via een andere weg, zorgt de budgetbeheerder voor een goede overdracht. 14. De budgetbeheerder dient over een klachtenregeling te beschikken 15. Budgetbeheerders zorgen voor openbare publicatie van hun productaanbod met de bijbehorende voowaarden en tarieven.
Beslispunten: Het college van burgemeester en wethouders wordt gevraagd akkoord te gaan met het beleid zoals verwoord in deze nota en de nota ter kennisname naar de raad te sturen.