2015
gemeente Borger-Odoorn Postbus 3 7875 ZG EXLOO 14-0591 www.borger-odoorn.nl
2
Inhoudsopgave
Onderdeel 1 Inleiding Voorwoord 2 Speerpunten gemeentelijk beleid 2015 Coalitieakkoord 2014-2018 3 Update meerjarenperspectief 2015 - 2018 Financiële positie Ontwikkeling Gemeentefonds De drie decentralisaties Stelpost incidenteel nieuw beleid Bestedingsvoorstellen Ken- en stuurgetallen 4 Bezuinigingsopdracht 2015 Invulling jaarschijf 2015 5 Financiële uitgangspunten 2015 Bijlagen 1. Toelichting onderwerpen bezuinigingen 2. Dynamische prioriteitenlijst (Dpl) 3. Toelichting financiële uitgangspunten 4. Scores op nieuwe kaders
Kadernota 2015
Pagina 3 3 4 4 5 5 5 6 8 8 8 9 9 11 13 13 16 17 22
3
1 INLEIDING
Voorwoord Elk jaar markeert de kadernota de start van het nieuwe jaar in de planning- en controlcyclus. In de kadernota worden de speerpunten van beleid en de financiële uitgangspunten voor de begroting van het volgende jaar en de meerjarenraming gepresenteerd. De kadernota geeft een actueel zicht op de financiële positie en het meerjarenperspectief van de gemeente. De door de gemeenteraad vastgestelde kadernota vormt de basis voor het samenstellen van de programmabegroting. Deze kadernota 2015 is bijzonder, omdat dit de eerste kadernota is na de verkiezingen. Normaal gesproken nodigt de kadernota in het algemeen en de speerpunten van beleid in het bijzonder, uit tot het houden van de algemene politieke beschouwingen. Voor 2015 moet echter nog veel duidelijk worden. Niet alleen wordt het coalitieakkoord nog uitgewerkt in een bestuursprogramma, vooral rond de drie decentralisaties is nog veel onduidelijk. Nog steeds wordt er landelijk overleg gevoerd over de exacte omvang van de taken en bijbehorende budgetten. De gemeentelijke discussie over beleidsinhoudelijke kaders is daardoor moeilijk. Bij de nieuwe manier van besturen past een nieuwe manier van invullen van de bezuinigingstaakstelling. Er is een totaallijst met bezuiniginsonderwerpen opgenomen. De één meer mogelijk en (politiek) wenselijk, de ander wellicht minder. Bij het open en transparant communiceren en maken van beleidskeuzes past een discussie over deze lijst. Onderwerpen en bedragen kunnen wijzigen, vervallen en doorschuiven. Voorwaarde is het realiseren van minimaal de taakstelling. Wel is aangegeven welke onderwerpen op basis van de scores onze voorkeur hebben.
College van burgemeester en wethouders
Kadernota 2015
4
2 SPEERPUNTEN GEMEENTELIJK BELEID 2015
Bij het maken van keuzes voor het gemeentelijk beleid en bijvoorbeeld de invulling van de bezuinigingsopdracht, vindt afweging plaats op basis van de volgende uitgangspunten: 1. 2. 3. 4. 5.
Stimuleren eigen kracht; Bevorderen duurzaamheid; Vormgeven regiegemeente; Ontwikkeling leefgebieden; Kwaliteit dienstverlening.
Voorstellen betreffende aanpassing en ontwikkeling van beleid worden getoetst aan deze kaders.
Coalitieakkoord 2014 - 2018 In de raadsvergadering van 23 april 2014 is het coalitieakkoord "Verbindend besturen naar een nieuw evenwicht" behandeld. Hieruit spreekt geloof in de vitaliteit van de samenleving. Mensen maken samen de leefomgeving, maar betrokkenheid van iedereen is gevraagd. De gemeente, organisaties en bedrijven en inwoners hebben een eigen verantwoordelijkheid hierin. De nieuwe stijl van besturen wordt gekenmerkt door: - inwoners vroegtijdig en open informeren over en betrekken bij nieuwe ontwikkelingen en beleidsvoornemens; - samen met de inwoners, maatschappelijk middenveld en de gemeenteraad hieraan vorm geven; - eigen kracht van mensen, groepen mensen en kernen voorop stellen en stimuleren; - ruimte voor initiatieven. Dit coalitieakkoord wordt momenteel uitgewerkt in een bestuursprogramma. De speerpunten van beleid en projecten en actiepunten voor de komende jaren zijn dan bekend. Bij de behandeling van de programmabegroting 2015 (6 november 2014) worden deze per programma gepresenteerd.
Kadernota 2015
5
3 UPDATE MEERJARENPERSPECTIEF 2015 - 2018
Financiële positie In de programmabegroting 2014 is ook het financieel meerjarenperspectief van onze gemeente tot en met het jaar 2018 opgenomen. Op basis hiervan is het perspectief, dat voor al deze jaren nog een voordelig saldo van de begroting wordt verwacht. Hierbij is rekening gehouden met de invulling van het restant van de taakstellende bezuiniging 2011-2015 van € 1 miljoen per jaar (totaal € 5 miljoen) en met de nieuwe taakstellende bezuiniging 20162018 van € 500.000 per jaar (totaal € 1,5 miljoen). De doorwerking van de Rijksbezuinigingen hebben het vorig jaar geleid tot lagere ramingen voor de komende jaren uit het Gemeentefonds. Hierdoor zijn de geraamde reserveringen in het Gemeentefonds van € 600.000 per jaar voor opvang van de doorwerking van Rijksbezuinigingen en nadelen als gevolg van de decentralisaties jeugdzorg, Awbz en participatiebudget geheel ingezet. De saldi van de jaarschijven van de meerjarenbegroting, zoals gepresenteerd in de programmabegroting 2014 bedragen voor de jaren 2015 t/m 2018 achtereenvolgens € 358.719, € 536.101, € 576.059 en € 606.384 positief. Op dit moment is actualisatie hiervan mogelijk met het saldo van de (structurele) mutaties uit de bestuursrapportage 2014-I. Dit betreft een totaal van € 174.231 nadelig. De hierboven genoemde bedragen kunnen (alle) met dit bedrag worden verlaagd.
Ontwikkeling Gemeentefonds Het Gemeentefonds is als nooit te voren in ontwikkeling. Voor de gemeenten leidt deze ontwikkeling in dit stadium nog tot meer vragen dan antwoorden, waardoor ook de onzekerheden over de juiste hoogte van de uitkering Gemeentefonds toenemen. Welke budgetten ontvangen wij voor uitvoering van de nieuwe taken binnen het sociaal domein: nieuwe Wmo, jeugdzorg en participatiewet? De meicirculaire Gemeentefonds zal hier meer duidelijkheid over moeten geven. Ontwikkeling accres De mutaties van de bedragen m.b.t. de Rijksbezuinigingen hebben tot gevolg dat ook het accres van het Gemeentefonds door het systeem van samen de trap op en samen de trap af ook voortdurend aan verandering onderhevig is. In de meicirculaire zullen de nieuwe accressen voor de jaren 2014 tot en met 2018 worden gepresenteerd. De korting van € 256 miljoen voor onderwijshuisvesting was in eerste instantie verdeeld door verlaging van diverse maatstaven (b.v. aantal leerlingen). Recent is door het ministerie besloten deze korting te verwerken als een generieke korting waardoor de uitkeringsfactor met ca. 21 punten wordt verlaagd. De bedoeling is, dat deze verandering ook in de meicirculaire Gemeentefonds wordt verwerkt. Groot onderhoud gemeentefonds De herijking van de (16) clusters Gemeentefonds (bijv. Educatie, Cultuur, Openbare Orde, Bestuursorganen) is onlangs hernoemd als groot onderhoud van de verschillende clusters. Het groot onderhoud blijkt nodig te zijn om de ontstane scheefgroei van de uitkering tegen te gaan. Het resultaat voor onze gemeente van de eerste operatie van het groot onderhoud levert per saldo een voordeel op van afgerond € 36.000. Bij dit onderdeel zijn ook de effecten verwerkt van de nieuwe definitie voor de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (Bag). Voor gemeenten met bijv. kazernes, studentenwoningen en gevangenissen betekent deze verandering een fors lagere uitkering uit het Gemeentefonds. De verwachting is dat in de meicirculaire duidelijk wordt in hoeveel jaar de voor- en nadelen worden verwerkt in het Gemeentefonds.
Kadernota 2015
6
Verwerking financiële effecten meicirculaire De financiële gevolgen van de meicirculaire voor de jaren 2015 en volgende waren bij het opstellen en afsluiten van deze Kadernota nog niet bekend. Zodra de effecten wel bekend zijn en de gevolgen hiervan zijn berekend voor onze gemeente zullen wij uw raad hierover informeren en de mutaties hiervan verwerken bij het opstellen van de nieuwe begroting 2015 en de nieuwe meerjarenbegroting 2016-2019.
De drie decentralisaties De drie decentralisaties van Rijk naar gemeenten (jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en participatie) zijn in volle gang. Er ontstaat een steeds beter beeld over de te verwachten (extra) geldstromen in 2015. De definitieve budgetten zijn bekend gemaakt in de meicirculaire van het gemeentefonds. Landelijk is al geconstateerd dat dit te laat is om hierop de kadernota (uitgangspunten voor beleid 2015) te baseren. Wel is in de programmabegroting 2014 al aangekondigd, dat de indeling van de programma's wordt aangepast, om zo alle doelstellingen, actiepunten en projecten betreffende "de regenboog" gezamenlijk te presenteren. Voorgesteld wordt om de omschrijving van programma 6 te wijzigen in "Sociaal domein" en alle producten van de andere programma's betreffende het sociaal domein hierin onder te brengen. De huidige onderwerpen van programma 6 die hiertoe niet behoren kunnen naar andere programma's. Hieronder een korte toelichting op de financiële stand van zaken betreffende de 3D's, waarbij direct opgemerkt moet worden, dat de bedragen indicatief zijn en nog kunnen wijzigen. Jeugdzorg Het grootste knelpunt is het verschil tussen de budgetten die de gemeente van het Rijk krijgt en de opgaven van aanbieders over de omzet (lees: uitgaven) per gemeente. Waarschijnlijk worden de nadelige verschillen kleiner na de meicirculaire 2014, doordat het macrobudget voor gemeenten zal stijgen, de aanbieders nieuwe (lagere?) omzetopgaven moeten maken en de uitwerking van het woonplaatsbeginsel bekend is. Niet alle verschillen worden hierdoor opgelost. Intussen moet wel de feitelijke zorg worden ingekocht. Drenthe breed worden afspraken voorbereid over het verrekenen van de duurdere zorgsoorten (lees: hogere interventieniveaus). Voor het inzicht in de diverse vormen van jeugdzorg waarvoor de gemeente verantwoordelijk wordt, is hieronder een tabel opgenomen, waarin de (gemeentelijke en) provinciale budgetten 2015 worden afgezet tegen de huidige gegevens van de aanbieders. Het betreft voorlopige cijfers en prevalentie-aantallen. tabel 1 Omschrijving zorg
Begrotings gefinancieerd
Jeugdzorg zonder verblijf Jeugdzorg met verblijf Pleegzorg Vws, Amk-melding Vws, Bjz-melding Jeugdbescherming Jeugdreclassering Jeugdzorg-plus (vh. gesloten)
Verzekerde zorg Zvw
Eerstelijns psych. problemen Tweedelijns zonder verblijf Tweedelijns met verblijf
Awbz gefinancieerd
Beperking zonder verblijf Psychisch zonder verblijf Verstand. beperking met verblijf Psychisch met verblijf
Totaal
Kadernota 2015
Gem. Borger-Odoorn Aantal Budget cliënten gemeente
12 Drentse gemeenten Budget Omzet Drenthe Drenthe
39 18 19 35 81 48 17 2
1.885.156
104 295 6
2.033.584
36.669.776
34.717.443
1.598.400
38.290.188
50.611.207
5.517.140
119.776.442
130.286.656
44.816.478
38.475.100
6.482.906
118 10 792
7
Nieuwe Wmo De Tweede Kamer stemde onlangs in met de Wmo 2015 en nam daarbij diverse amendementen aan. Op dit moment vindt behandeling plaats in de Eerste Kamer. Voor de beeldvorming hieronder een specificatie van de (verwachte) aanpassing van de bestaande Wmo-budgetten en de toevoeging van nieuwe Wmo-budgetten op dit moment. tabel 2 Budget Wmo
2014
2015
Verschil
landelijk
Borger-Odoorn
landelijk
Borger-Odoorn
bestaande taken Huishoudelijke verzorging Subsidieregelingen Awbz Specifieke uitkeringen Wvg Uitvoeringskosten telling
1.404.600.000 89.400.000 44.000.000 135.200.000 1.673.200.000
2.324.610 147.957 72.820 223.756 2.769.143
951.000.000
1.674.682
Overige gemeentefonds
3.359.000.000
via centrumgemeente Maatschappelijke opvang Vrouwenopvang Totaal bestaand
297.528.000 107.959.001 5.437.687.001
234.209
135.000.000 1.219.000.000
237.731 2.146.622
622.521
3.344.000.000 Emmen 2.186.375 2.250.464
nieuwe taken Nieuwe Awbz-taken Chronisch zieken/beperking Wijkteams Mantelzorgers Doventolk Uitvoeringskosten Zorgvuldige transitie Totaal nieuw Totaal generaal
133.000.000
*)
5.437.687.001
297.528.000 107.959.001 4.968.487.001
2.146.622
3.314.000.000 216.000.000 10.000.000 70.000.000 7.000.000 42.000.000 200.000.000 3.859.000.000
3.333.455 *) Is 217.268 inclusief de 10.059 landelijke 70.411 korting van 7.041 € 700 42.247 miljoen. 201.174 3.881.655
8.827.487.001
6.028.277
Naar verwachting wordt het bestaande Wmo-budget dus € 622.521 lager en wordt voor de nieuwe taken € 3.881.655 toegevoegd. Participatie De Wwb heet vanaf 1-1-2015 Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) wordt afgeschaft. Instroom in de Wsw is dan niet meer mogelijk; wel blijven uiteraard rechten en plichten in stand. Werkgevers worden meer verantwoordelijk voor de arbeidsdeelname van mensen met een beperking. De verwachting is, dat de doelgroep van de participatiewet groeit terwijl het budget daalt. Voor de re-integratie van de Wwb-ers (oude W-deel) blijft een maar een fractie van het totale participatiebudget over. Hieronder is dit in schema weergegeven. Daarnaast stijgt naar verwachting ook het aantal uitkeringsgerechtigden, waardoor het gemeentelijk risico (10%) omhoog gaat. De ontwikkelingen binnen en omtrent de arbeidsmarktregio Drenthe zijn dus van belang en kunnen de prognoses beïnvloeden. tabel 3 Prognose Borger-Odoorn
2013
2014
2015
2016
2017
2018
464 248 712
511 249 760
556 234 790
602 220 822
647 207 854
688 195 883
Beschikbaar voor re-integratie: Budget 7.523.000 Kosten Wsw-oud 6.585.000 Verschil 938.000
7.338.000 6.599.000 739.000
7.031.000 6.326.000 705.000
6.603.000 6.070.000 533.000
6.167.000 5.829.000 338.000
5.791.000 5.603.000 188.000
Toename aantallen doelgroep: Bijstandsuitkeringen SE-werkplekken Totaal
Kadernota 2015
8
Sociaal deelfonds In het Regeerakkoord is afgesproken om gemeenten ruime beleidsvrijheid te geven in de te decentraliseren taken. Daarbij past ook één ontschot budget gericht op het vergroten van participatie in de maatschappij, om deze taken uit te kunnen voeren. Het (nieuwe) sociaal deelfonds wordt gecreëerd vanuit de geldstromen Jeugdwet, Wmo en Participatiewet (Wswgevolgen, re-integratie, volwasseneneducatie; inburgering is vervallen). Bezien wordt nog of onderdelen van het gemeentefonds met inhoudelijke raakvlakken aan het sociaal deelfonds kunnen worden toegevoegd. Vooralsnog worden de huidige Wwb-gelden (inkomensdeel) niet toegevoegd. De middelen in het sociaal deelfonds zijn (voor drie jaren) geoormerkt en de gemeenten zijn verantwoordelijk voor eventuele tekorten. Gelden van het deelfonds mogen dus niet voor andere onderwerpen dan de decentralisaties worden ingezet. Wel kan binnen het sociaal deelfonds worden geschoven tussen de decentralisaties. Kader voor 2015 Voor het samenstellen van de programmabegroting 2015 is duidelijkheid over de financiële consequenties van de drie decentralisaties van belang. Het algemene uitgangspunt, zoals in de vorige kadernota 2014 al vastgelegd, blijft dat de nieuwe taken worden uitgevoerd, voor maximaal het budget dat ervoor beschikbaar komt. Anders gezegd: de budgetten zijn taakstellend. Voor de meerjarenbegroting wordt daarom uitgegaan van een budgettair neutraal verloop. In hoofdstuk 5 is dit toegevoegd als financieel uitgangspunt. Als in de exploitatie 2015 aan (nieuwe) lasten niet méér wordt geraamd dan dat aan (nieuwe) baten wordt ontvangen, betekent dit tegelijkertijd, dat in de paragraaf weerstandvermogen van de begroting, de risico's nadrukkelijk in beeld moeten komen. De vraag moet worden beantwoord of de gemeente voldoende weerstandsvermogen heeft om de bestaande en nieuwe risico's af te dekken. In de programmabegroting 2015 zal een raming worden opgenomen van transformatiekosten, transitiekosten en frictiekosten als gevolg van de drie decentralisaties. In verband met overgangsregelingen en gemaakte afspraken moet ook voor 2016 nog rekening worden gehouden met deze kosten. Opgemerkt wordt, dat van het Rijk ook invoeringsbudgetten worden ontvangen en dat frictiekosten bij de latende organisaties horen; de vraag is of de invoeringsgelden volstaan en de gemeente is zelf ook een latende organisatie. Na verrekening van deze posten resteert een af te dekken risico. Het berekende weerstandsvermogen moet voldoende groot zijn om deze risico's af te dekken. Zoals gesteld moet dit in de programmabegroting 2015 (paragraaf weerstandvermogen) duidelijk worden.
Stelpost incidenteel nieuw beleid Hiervoor is het saldo van de jaarschijven van de meerjarenbegroting weergegeven. In deze saldi is een (oplopend) bedrag beschikbaar voor incidenteel nieuw beleid. In de programmabegroting 2014 zijn deze bedragen voor de jaren 2015 t/m 2018 berekend op achtereenvolgens € 188.000, € 302.110, € 510.410 en € 1.126.710.
Bestedingsvoorstellen 2015 In bijlage 2 is de dynamische prioriteitenlijst (Dpl) opgenomen. Het eventueel honoreren van onderwerpen hiervan moet worden gedekt uit de stelpost voor nieuw beleid. Op dit moment zijn geen voorstellen hiervoor in beeld.
Ken- en stuurgetallen In de programmabegroting 2014 hebben we gemeld, dat in de programmabegroting 2015 de relevante ken- en stuurgetallen worden opgenomen. De discussie over het werken met kenen stuurgetallen is nog gaande. Vooral bij de herinrichting van het sociaal domein komt de wens en de noodzaak van monitoring via ken- en stuurgetallen nadrukkelijk aan de orde. De uitwerking daarvan is nog niet zo concreet, dat voor 2015 een nieuwe set aan ken- en stuurgetallen kan worden gepresenteerd. Dit krijgt zijn beslag in de begroting 2016.
Kadernota 2015
9
4 BEZUINIGINGSOPDRACHT 2015
Al vanaf het jaar 2011 wordt invulling gegeven aan de opdracht van de gemeenteraad om in vijf jaarschijven voor in totaal € 5 miljoen aan structurele bezuinigingen te realiseren. In de programmabegroting 2014 is besloten tot een nieuwe bezuinigingsopdracht 2016-2018. De afspraak is dat de bedrijfsvoering evenredig (20%) bijdraagt. tabel 4
Bezuinigingsopdracht Opdracht Aandeel bedrijfsvoering Al ingevuld
2011-2014
2015
2016
2017
2018
totaal
4.000.000
1.000.000
500.000
500.000
500.000
6.500.000
-700.000 -3.300.000
-300.000 -312.500
-100.000 -62.500
-100.000 -37.500
-100.000 -25.000
-1.300.000 -3.737.500
0
387.500
337.500
362.500
375.000
1.462.500
Nog invullen
De (deel)opdracht van € 1.000.000 voor de jaarschijf 2015 wordt voor € 300.000 ingevuld door de bedrijfsvoering. Van de overige € 700.000 is in de kadernota 2014 al structurele invulling gegeven voor € 312.500, zodat nog € 387.500 moet worden gerealiseerd.
Invulling jaarschijf 2015 Hieronder volgt een specificatie van diverse onderwerpen voor de bezuinigingsopdracht 2015. Ook voor de volgende jaarschijven van de meerjarenbegroting zijn mogelijkheden weergegeven. In het kader van transparante financiële informatie zijn meer voorstellen opgenomen dan nodig is voor het realiseren van de taakstelling, zodat keuzes gemaakt kunnen worden. In bijlage 1 zijn deze onderwerpen nader toegelicht en in bijlage 4 staat de score van deze onderwerpen op de beleidskaders aangegeven. Voor de invulling van de jaarschijf 2015 is een aantal onderwerpen gemarkeerd. Deze scoren het hoogst op hun bijdrage aan de beleidskaders. Zie tabel 8 in bijlage 4. Opgemerkt wordt, dat bij de diverse onderwerpen sprake is van verschillende opties. Zo kan bij meerdere taakstellende bedragen worden gekozen voor een hogere of lagere invulling. Dit geldt bijv. voor 109 Vastgoed & geld op huidig niveau, 133 Groenvoorziening, 138 Efficiencykorting 3D's en 164 Hoger aandeel bedrijfsvoering. Ook voor meer technische ingrepen geldt dit, zoals 114 Activeren wegenonderhoud, 154 Belastingdruk, 153 Extra toeristenbelasting en 157 Stelpost nieuw beleid. In deze gevallen is een "gemiddeld" bedrag in de tabel opgenomen, maar bij het maken van de definitieve keuze kan een hoger of lager bedrag worden ingevuld. Wel is het zaak, dat de taakstelling wordt gehaald. Ook kan met onderwerpen worden geschoven tussen de jaren; ook hierbij geldt, dat de in te vullen taakstellingen worden gerealiseerd. Ook moet worden toegelicht dat we te maken hebben met positieve begrotingssaldi. In hoofdstuk 3 zijn deze - bij het onderdeel financiële positie - vermeld. Hiervan is vooral sprake door het behoedzaam begroten, het financieel fundament en de bezuinigingsopdrachten voor de jaren 2011-2015 en 2016-2018. In noodgevallen zou echter ook een gedeelte van de bezuinigingsopdracht uit dit begrotingssaldo kunnen worden gedekt. Dit betekent uiteraard direct een structurele verlaging van de gepresenteerde begrotingssaldi.
Kadernota 2015
10
tabel 5 Omschrijving Product, onderwerp 102 106 108 109 109 109 114 114 114 114 114 115 115 115 128 128 129 132 132 133 134 134 138 140 141 142 153 154 157 164 166 166
Budget rekenkamer Representatie Minder stembureaus Saneren vastgoed Verhuur leegstand Vastgoed & geld op huidig niveau Energie OV Bermmaaisel, verkoop Onderhoud OV Bruggen Activeren wegenonderhoud Vermarkten openbare ruimte Verkeersborden arm Belijning wegen Zwembad Nieuw-Buinen Zwembad Exloo Accommodatieverhuur Stoppen CQ Huisvesting cultuur in Mfa Groenvoorziening Lijkbezorgingsrechten Begraafrechten Efficiëncykorting 3D's Extra bezuiniging subsidies, algemeen Harmonisatie kinderopvang Cliëntenparticipatie Extra € 0,05 toeristenbel. Belastingsdruk (Ozb, afval, riool) Stelpost nieuw beleid Hoger aandeel bedrijfsvoering Aanbesteding energie Organisatie gebouwenonderhoud
Telling
Bedrag 22.000 10.000 4.000 10.000 10.000 200.000 18.000 3.000 30.000 1.800 90.000 10.000 2.000 1.000 pm pm 15.000 130.000 27.080 100.000 5.000 10.000 200.000 190.000 50.000 4.000 50.000 150.000 200.000 75.000 10.000 35.000 1.662.880
Jaarschijf 2015
2016
2017
2018
22.000 10.000 5.000 50.000 6.000 3.000 10.000 1.800
2.000 5.000 5.000 50.000 6.000
2.000 5.000 50.000 6.000
10.000
10.000
50.000
90.000 10.000 1.000
1.000 1.000 pm pm 15.000
130.000 27.080 100.000 2.500
2.500 10.000 100.000
100.000
100.000 25.000
100.000 25.000
297.000
468.000
190.000 50.000 4.000 50.000 150.000 25.000 10.000 35.000 468.380
429.500
In te vullen taakstelling (tabel 4)
387.500
337.500
362.500
375.000
Gemarkeerde onderwerpen
388.080
318.000
116.000
102.000
De gemarkeerde onderwerpen hebben onze voorkeur. Ook voor de jaarschijven 2016, 2017 en 2018 zijn al onderwerpen aangewezen. Hierdoor is in de volgende kadernota's de bezuinigingstaakstelling voor die jaren al gedeeltelijk ingevuld. Mocht blijken dat een ingeboekte structurele bezuiniging niet direct geheel wordt gerealiseerd, kan o.a. incidenteel de stelpost voor nieuw beleid hiervoor gedeeltelijk worden aangesproken. In bijlage 4 is de score te zien van deze afzonderlijke onderwerpen op de geformuleerde beleidskaders. In bovenstaande tabel is gesorteerd op het productnummer, in bijlage 4 staat het onderwerp dat het meest bijdraagt aan deze kaders bovenaan. In enkele gevallen wordt afgeweken van deze scoringsmethode, omdat het een technische verwerking, of een eenvoudig te realiseren onderwerp betreft.
Kadernota 2015
11
5 FINANCIËLE UITGANGSPUNTEN 2015
Jaarlijks worden de huidige financiële uitgangspunten tegen het licht gehouden en worden zo nodig wijzigingsvoorstellen gedaan. De geactualiseerde uitgangspunten zijn dan de uitgangspunten voor de voorbereiding van de begroting 2015 en meerjarenbegroting 20162019. Hieronder een totaaloverzicht van de gehanteerde financiële uitgangspunten. tabel 6 Nr
Omschrijving
Uitgangspunt
1 2
Begroting Beleid
3
Onvoorzien
4
Gemeentefonds
5
Financiering
6
Rente
Percentage
7
Prijsstijging
8
Bedrijfsvoering
Index Stelpost Index
Een (structureel) sluitende begroting. Begroting o.b.v. bestaand vastgesteld beleid. Beschikbaar voor incidenteel onvoorzien o.b.v. € 2,50 per inwoner. Begroting o.b.v. laatste circulaire; nieuwe ontwikkelingen worden toegelicht. Met kort geld i.v.m. kostenbeheersing; risico's voortdurend monitoren. Investeringen Reserves Financieringstekort tot € 5 miljoen Financieringstekort vanaf € 5 miljoen Uitzetting Aanpassing van budgetten.
9
Grondexploitatie
Winstneming
Calamiteiten
Reserve
10
Reserves
Nog uit te voeren werken Kern & kader
Begrotingssaldo
Kadernota 2015
Voor loonontwikkeling, Ict, Imop, tractie en loonkostenontwikkeling voor het gemeentefonds. Van een in exploitatie genomen bestemmingsplan wordt (tussentijds) winst genomen indien boekwaarde groter dan € 50.000 (winstneming = boekwaarde -/totaal nog te maken kosten excl. rente). Norm: 50% van de boekwaarde van de meest risicovolle plannen. Netto rentevoordeel van het grondbedrijf t.g.v. de bufferreserve grondbedrijf. Reserve wordt geautoriseerd door de gemeenteraad bij vaststelling van de jaarstukken. Rente t.g.v. exploitatie. Voeding: exploitatievoordelen en boekwinsten verkoop accommodaties. Aanwending: boekverliezen afstoten accommodaties. Voorwaarde: jaarlijks te onttrekken bedrag minimaal 10 jaren lang toevoegen aan exploitatie. In financieel goede jaren kan worden besloten de onttrekking stop te zetten. In tijden van financiële nood kan worden besloten tot (tijdelijk) andere richtlijnen.
Cijfer
€ 65.900
4,5% 2,5% 3,5% 4,5% 2,0% 0,0% €0 3,0%
12
Nr
Omschrijving
Uitgangspunt Herstructurering
11
Afschrijving
Beleid
12
Projecten
Kern & kader
Vastgoed & geld
Drie decentralisaties
13
Belastingen
Ozb
Rioolheffing Afvalstoffenheffing Toeristenbelasting
Forensenbelasting 14
Belastingdruk
Totaal Ozb, rioolheffing, afvalstoffenheffing
15
Leges
Index
16
Kapitaallasten
Vrijval
17
Nieuw beleid
Taakstelling
Strategisch bezit
Norm: bij instelling bepaald op een maximum van € 1 miljoen. Voeding: tot dusverre gevoed uit winstnemingen grondexploitatie en bestemming van een deel van het saldo van een jaarrekening. Aanwending: binnen de doelstelling het creëren van een duurzame en veilige woon- en leefomgeving. Structurele dekking investeringslast in 1e jaar volledig in de begroting. In de jaarrekening 1e afschrijvingsdeel verantwoord in jaar gereedkomen. Te realiseren besparingen worden gereserveerd voor kwaliteitsverbetering van de overige gemeentelijke voorzieningen. Doel om uiterlijk 2018 de onderhoudsbudgetten kwalitatief op orde te hebben staat onder druk. Door bezuinigingsmaatregelen is dit verschoven naar uiterlijk 2023. De budgetten zijn taakstellend. De nieuwe taken gaat de gemeente uitvoeren voor maximaal het nieuwe bedrag (lees: beschikbare budget). Ozb-verhoging niet hoger dan door het Rijk vastgestelde macronorm (2013 en 2014 = 3,0%). Kostendekkend Kostendekkend 2014 eenmalig gehandhaafd op € 1,00. Continuering jaarlijkse verhoging van € 0,05 voorlopig voor vier jaren (2015 t/m 2018). Procentuele verhoging gekoppeld aan de toeristenbelasting. Naast reguliere stijging Ozb ook aanpassing o.b.v. totale belastingdruk, inflatie, macronorm en krimp mogelijk. De denkrichting m.b.t. de belastingdruk wordt verder uitgewerkt i.v.m. te verwachten forse aanbestedingsvoordelen afval op middellange termijn. Procentuele verhoging gekoppeld aan de verhoging Ozb. Alle vrijvallende kapitaallasten komen t.g.v. de exploitatie, met uitzondering van de vrijvallende kapitaallasten dienstverleningsovereenkomst Boce en tractie. Incidentele lasten als gevolg van voorlopig niet gerealiseerde taakstellingen komen ten laste van de stelpost voor incidenteel nieuw beleid. (Rente)lasten van strategisch bezit komen ten laste van de stelpost voor incidenteel nieuw beleid.
In bijlage 3 zijn de afzonderlijke onderwerpen toegelicht; nieuwe teksten in cursief.
Kadernota 2015
Cijfer
2023
2,75%
100% 100% € 0,05
13
BIJLAGEN
1 Toelichting onderwerpen bezuinigingen
Hieronder een korte toelichting op de onderwerpen. 102 Budget rekenkamer Het budget voor de rekenkamer is in 2013 gekort met € 10.000. Verder korten of helemaal afschaffen is een optie. 106 Representatie Een versobering op dit (intern) budget past, als extern ook bezuinigd moet worden. 108 Minder stembureaus Het aantal stembureaus kan worden teruggebracht. Elk bureau minder levert een besparing op van € 1.000 per verkiezing. Verwerkt: in 2016 twee bureaus minder en nog twee in 2018. 109 Saneren vastgoed Het verder terugbrengen van het aantal gemeentelijk gebouwen, niet vallend onder Kern & kader, geeft structureel lagere onderhoudskosten (stelpost planmatig onderhoud). 109 Verhuur leegstand Nadrukkelijker de optie van tijdelijke verhuur tegen de werkelijke kosten introduceren bij leegstaande gemeentelijke gebouwen. 109 Vastgoed & geld op huidig niveau Het ingezette beleid van het herstellen van de korting op de vastgoed budgetten stoppen. Budgetten op huidig niveau laten. 114 Energie OV Nieuwe armaturen met energiezuinige verlichting geeft een reductie van de energielasten. 114 Bermmaaisel composteren, verkoop De verwachting is dat bermmaaisel een grondstof gaat worden i.p.v. een afvalstof. 114 Onderhoud OV In 2013 is het onderhoud van de openbare verlichting aanbesteed. Dit heeft geresulteerd in lagere eenheidsprijzen. 114 Bruggen Onderhoud van bruggen verder terugbrengen. Betreft met name klein onderhoud zoals schilderwerk en schoonspuiten. Een verdere bezuiniging zal de onderhoudsachterstand doen toenemen. Alleen de meest urgente zaken worden uitgevoerd. 114 Activeren wegenonderhoud T.b.v. een robuuste begroting is het jaarlijkse budget voor investeringen in de exploitatie opgenomen. Dit beleid (geheel of gedeeltelijk) terugdraaien is mogelijk, maar past niet bij het behoedzaam begroten. 115 Vermarkten openbare ruimte Openbare ruimte (niet zijnde snippergroen) overdragen aan derden, die het beheer en onderhoud gaan doen. 115 Verkeersbordenarm In zeer beperkte mate is het mogelijk om verkeersborden niet meer te vervangen.
Kadernota 2015
14
115 Belijning wegen De belijning van wegen - met name figuraties - op een aantal plaatsen terugbrengen. 128 Zwembad Nieuw-Buinen, 128 Zwembad Exloo In Valthermond is de gemeente gestopt met de exploitatie van het zwembad en heeft het dorpsbedrijf dit overgenomen. Onderzocht kan worden of ook de exploitatie van de zwembaden in Nieuw-Buinen en Exloo anders kan. Het bad in Exloo heeft wel een andere functie en doelgroep dan in Valthermond en Nieuw-Buinen. De exploitatie van zwembaden is te koppelen aan het (nieuwe) subsidiebeleid, waarbij niet organisaties en instanties worden gesubsidieerd, maar het gebruik ervan (lees: de inwoners). 129 Accommodatieverhuur (+5%) Er is al besloten tot exploitatieverbetering van de sportaccommodaties voor de jaren t/m 2015. Eventueel kan opnieuw worden verhoogd. 132 Subsidie CQ stoppen Afspraken met bestuur CQ lopen tot 2016. Door de recente financiële ontwikkelingen is de toekomst niet zeker. Voor onze gemeente gaat het hierbij over zo'n 250 cursisten en de cultuurcoach. Het bedrag wordt nu al voor 2015 ingeboekt. Het betreft een deel van het subsidiebedrag, omdat hieruit wel de voortzetting van de cultuurcoach en een uitvoeringsbedrag wordt betaald. Verdere uitwerking van deze voortzetting volgt nog. Hierbij komt mogelijk een mindere besparing in beeld. 132 Huisvesting cultuur in Mfa Dit betreft een verwerking (technisch) van het besluit om de vrijval van de afbouw (20102015) van de subsidie aan CQ te reserveren voor de huisvestingssubsidie van de functie cultuur in de Mfa Borger. Beide bedragen zijn nu bekend en het voordelig verschil mag worden ingeboekt. 133 Groenvoorziening Voor 2013 is totaal € 300.000 bezuinigd op groenvoorziening. Discussie over eventuele vervolgstappen kan gevoerd worden. 134 Lijkbezorgingsrechten Betreft kostendekkendheid gebruiksrecht lijkbezorging. Een verhoging van bedrag per begraving betekent meeropbrengst. 134 Begraafrechten Aantal kostensoorten in rekening brengen bij de burger. 138 Efficiencykorting 3D's Het Rijk hevelt taken - met een korting - over naar de gemeenten. Op termijn moeten er voordelen ontstaan, omdat door onze aanpak in het voorliggende veld steeds minder dure zorg (hoge interventieniveaus) nodig is. 140 Extra bezuiniging subsidies algemeen In de notitie "Anders maatschappelijk investeren" is een opzet geschetst, voor het ingaande 2015 langs nieuwe lijnen inzetten van budgetten voor subsidies, waarbij tevens een aanmerkelijk bedrag wordt bezuinigd. Voorgesteld wordt de huidige subsidiepraktijk te veranderen op grond van de volgende criteria: - budgetten organiseren eigen kracht, eigen inzet, sociale netwerken; - budgetten kennismaking en preventie voor met name sport en cultuur, handhaven of mogelijk versterken; - budgetten promotie/toerisme handhaven; - subsidiegelden aan organisaties en instituten afstemmen op wat wettelijk- of (nu nog) contractueel verplicht is; wat qua behoefte noodzakelijk is en wat qua preventie wenselijk is. Hiermee de noodzakelijke basisinfrastructuur vormgeven. Naast deze stromen geen maatschappelijke subsidies verstrekken ingaande 2015. Zie ook de opmerking bij 128 zwembaden.
Kadernota 2015
15
141 Harmonisatie kinderopvang Landelijk zijn er ontwikkelingen om te komen tot integrale kindcentra (0-12 jr.). Harmonisatie moet leiden tot kostenreductie. 142 Cliëntenparticipatie De werkzaamheden van de Wmo-raad, het Iszw en het gehandicaptenplatform kunnen integreren. 153 Toeristenbelasting (extra € 0,05) Het extra verhogen van de toeristenbelasting is een optie, omdat in 2014 het tarief tijdelijk is bevroren op het niveau 2013. 154 Belastingdruk In hoofdstuk 5 (Financiële uitgangspunten) wordt uitgelegd hoe kan worden omgegaan met de belastingdruk voor de inwoners (uitgangspunt 14). De wijzigingen betreffende de afvalverwerking leveren aanzienlijke besparingen op. Dit voordeel kan bijvoorbeeld worden verwerkt in de tarieven (geen voordeel voor het saldo van de gemeentebegroting) of als bezuiniging worden ingeboekt (tarief Ozb stijgt). Ook tussenvormen zijn uiteraard mogelijk. 157 Stelpost nieuw beleid minder Op dit moment wordt in de begroting een stelpost voor nieuw beleid opgebouwd. Dit geheel of gedeeltelijk niet (meer) doen. 164 Hoger aandeel bedrijfsvoering Op dit moment levert bedrijfsvoering 20% van de bezuinigingstaakstelling. 166 Aanbesteding energie De aanbesteding van elektriciteit en gas voor de gemeentelijke gebouwen en overig vastgoed vindt plaats in 2014. 166 Organisatie gebouwenonderhoud Efficiënter omgaan met het werkelijk in rekening brengen van de verhuurde m2 en bijbehorende energiekosten.
Kadernota 2015
16
2 Dynamische prioriteitenlijst
In onderstaand overzicht is de dynamische prioriteitenlijst (Dpl) aangevuld met onderwerpen die in de pijplijn zitten c.q. waar mogelijk in de komende jaren budget voor nodig is. Deze lijst is conform de geactualiseerde Dpl zoals gepresenteerd in de bestuursrapportage 2014-I. tabel 7 product, omschrijving 104 105 109 109 114 114 114 115 115 115 125 126 129 130 132 133 134 136 138 138 138 142 147 147 147 147 150 150 150 150 150 151 168
Modernisering GBA Structureel budget Cittaslow Kern & Kader, opdrogen reserve Vastgoed, budget gebouwen 2/3 weg Noord boeren Nieuw-Buinen Vastgoed, budget wegen Verkeerseducatie Maatregelen N34 Klijndijk Steunpunt provincie N34 Borger Uitvoeringsbudget Gvvp Schoolmaatschappelijk werk Onderwijs, 5 jaarlijkse afrekening Sportnota, aanpassing binnensport Sportnota, privatisering buitensport Cultuurbeleid Vastgoed, budget groen Begraafplaatsen 2e fase Decentralisatie Wsw Decentralisatie Jeugdzorg Digitaal Jongerenplatform Nieuwe Drank- en Horecawet Decentralisatie Awbz Vm. sportterrein Nieuw-Buinen Buitenruimte Fabrieksstraat Exloo Ontwikkelingen Borger west Roeken Grondbedrijf, opdrogen winst Grondbedrijf, boek-/marktwaarde Grondbedrijf, rente verliesplannen Grondbedrijf, herstructurering Ondernemerplan Nieuw-Buinen Herstructurering Nieuw-Buinen Organisatieontwikkeling, hal gemeentehuis
Telling
I S I S I S I I I I S I S S S S I I I I S I I I I S S S S I I I I
2014
2015
2016
2017
2018
pm 10.000 pm pm pm pm 26.327
pm
pm
pm
pm
pm 26.327
pm 26.327
pm 26.327 pm
pm 26.327
24.333
24.333
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
50.660
26.327
pm 24.333 66.500 pm 80.000 pm 10.000 pm 100.000 pm pm pm pm pm pm pm 10.000 pm pm pm pm pm pm 75.000 402.160
pm 10.000
300.000 75.000 435.660
26.327
collegebesluit
In bijlage 4 is de score van deze Dpl-onderwerpen (excl. de pm-posten) op de beleidskaders aangegeven.
Kadernota 2015
17
3 Toelichting financiële uitgangspunten
In hoofdstuk 5 zijn de financiële uitgangspunten 2015 opgesomd. Hieronder een toelichting op de afzonderlijke onderwerpen toegelicht; nieuwe teksten in cursief. 1 Structureel sluitende begroting / sluitende meerjarenbegroting De raad dient jaarlijks een financieel sluitende begroting voor het eerstvolgend dienstjaar te worden voorgelegd. Als dit niet mogelijk is dient een structureel sluitende meerjarenbegroting te worden opgesteld conform de goedkeuringseisen van de provincie. 2 Bestaand Beleid De ramingen in de begroting worden opgesteld conform bestaand beleid. Dat wil zeggen dat besluiten tot en met de laatst vastgestelde (tussen) rapportage in de begroting moeten zijn opgenomen. 3 Bedrag incidenteel onvoorzien (exploitatie) Voor incidenteel onvoorzien (calamiteiten) wordt jaarlijks in de exploitatie een bedrag geraamd van € 65.900 gebaseerd op een bedrag van € 2,50 per inwoner. Bedrag wordt ingezet voor calamiteiten en bij een negatieve stand van het budget voor incidenteel nieuw beleid. 4 Gemeentefonds In de begroting en meerjarenbegroting wordt de uitkering Gemeentefonds geraamd op basis van de meest recente circulaire. Als na de cijfermatige afsluiting een nieuwe circulaire is ontvangen dienen de afwijkingen indien mogelijk nog te worden toegelicht bij de aanbiedingsbrief bij de begroting en anders in de eerstvolgende bestuursrapportage. Als de uitkering Gemeentefonds wordt verhoogd met een bedrag voor uitvoering van nieuwe taken wordt in het eerste jaar hetzelfde bedrag gereserveerd voor uitvoering van de taak. De accressen Gemeentefonds worden voor het begrotingsjaar geraamd conform de laatste circulaire. Als de accressen in de meerjarenbegroting afwijken van de circulaire zal de afwijking toegelicht moeten worden. 5 Financiering Onze activa (investeringen) worden gefinancierd uit het totaal van onze vaste geldleningen en reserves. Als sprake is van een financieringstekort moet geld worden geleend. Dit kan zijn voor de korte termijn (1 jaar of korter) of voor de lange termijn (langer dan een jaar). Uitgangspunt is dat het financieringstekort zoveel mogelijk met kort geld wordt gefinancierd omdat de rentekosten bij deze wijze van financiering gemiddeld lager uitvallen. 6 Rentepercentages Voor de berekening van investeringslasten zal conform het nieuw uitgangspunt vanaf 2014 rekening worden gehouden met een rentepercentage van 4,5% (was 5%) gebaseerd op een verwacht gemiddeld rentepercentage voor een vaste geldlening. Over de reserves wordt vanaf het begrotingsjaar 2011 een rentepercentage van 2,5% gehanteerd. Voor het financieringstekort wordt vanaf 2014 voor de eerste € 5 miljoen een rentepercentage berekend van 4,5% (was 5%) en voor het meerdere van 3,5%. Voor het uitzetten van geld bij een financieringsoverschot wordt 2% berekend. 7 Prijsstijging a. Nullijn, indexering Voor prijsgevoelige ramingen wordt de nullijn gehanteerd. Noodzakelijke verhogingen moeten in eerste instantie worden opgevangen binnen het budget (door bijv. efficiencymaatregelen). b. Stelpost prijsstijging De stelpost prijsstijging is in 2009 vervallen en bedraagt dus € 0.
Kadernota 2015
18
8 Bedrijfsvoering De ontwikkeling van het personeelsbudget is gebaseerd op een volumeafspraak in 2006 tussen raad en college. Vertrekpunt hiervoor is geweest de totale loonsom in de begroting 2007. Dit budget wordt jaarlijks aangepast met een (vaste) index voor de CAO ontwikkelingen, sociale lasten, periodieke verhogingen, organisatieontwikkeling en mutaties in het takenpakket. In de voorjaarsnota van 2009 is in het kader van de heroverwegingsvoorstellen besloten voor totaal € 640.000 te bezuinigen op de volumeafspraak en het percentage voor de loonkostenontwikkeling te bepalen op 3%. Aanvullend is bij de bezuinigingstaakstelling 2011 t/m 2015 van € 5 miljoen besloten hiervan € 1 miljoen over dezelfde periode ten laste te brengen van de volumeafspraak. In de Kadernota 2013 en de afzonderlijke notitie bedrijfsvoering is verwoord, dat het loonkostenvolume is verbreed tot het bedrijfsvoeringvolume. Dit houdt in, dat de onderdelen Ict, imop en tractie nu ook in dit (verbrede) volume zijn betrokken. 9 Grondexploitatie a. Rentevoordeel In de begroting wordt tot dusverre de grondexploitatie niet geraamd omdat enerzijds wordt uitgegaan van een budgettair neutraal verloop tussen gemeente en grondbedrijf en anderzijds omdat het voorzichtigheidsprincipe wordt gehanteerd (geen raming vooraf van winstafdrachten). De rente die het grondbedrijf afdraagt aan de gemeente wordt door het grondbedrijf zelf bijgeschreven op de boekwaarden van de verschillende bestemmingsplannen. Omdat de gemeente zo veel mogelijk leent tegen (goedkoop) kort geld is sprake van een rentevoordeel. Door afnemende grondverkopen en oplopende rentebijschrijvingen loopt de solvabiliteit van het grondbedrijf terug. Dit effect kan voor een belangrijk deel worden gecompenseerd door de bufferreserve ook te voeden met het netto rentevoordeel van het grondbedrijf. Voordeel hiervan is dat hierdoor meer financiële armslag aanwezig is om verliezen en/of te hoog oplopende boekwaarden van plannen af te boeken. Vanaf het jaar 2012 wordt het netto rentevoordeel van het grondbedrijf ten gunste gebracht van de bufferreserve grondbedrijf. b. Rentebijschrijving De rentebijschrijving op de plannen werd tot 2012 berekend over de boekwaarde. In overleg met de accountant is besloten vanaf 2012 de rente te berekenen over de boekwaarde minus de eventueel opgebouwde voorziening. In de oude situatie werd de opgebouwde voorziening hier niet in betrokken. Voordeel hiervan is dat minder rente op de plannen behoeft te worden bijgeschreven. c. Tijdstip en hoogte winstnemingen Van een in exploitatie genomen bestemmingsplan wordt (tussentijds) winst genomen als het plan een positieve boekwaarde heeft van minimaal € 50.000. De hoogte van de winstneming is dan gelijk aan de boekwaarde minus het totaal van de nog te maken kosten exclusief de rentecomponent. d. Treffen van een voorziening m.b.t. plannen in voorbereiding: Op grond van nieuwe en strengere Bbv-eisen moet jaarlijks vanaf 2012 van elk plan in voorbereiding de marktwaarde worden berekend. De marktwaarde moet jaarlijks worden onderbouwd en geactualiseerd. Als minimale marktwaarde wordt de landbouwwaarde gehanteerd. De marktwaarde kan ook hoger zijn zoals bijv. de aankoopwaarde of de huidige boekwaarde. Als de jaarlijks geactualiseerde en onderbouwde marktwaarde lager is dan de boekwaarde dient voor het verschil een voorziening te worden getroffen. In de oude situatie en nieuwe situatie is en blijft hiervoor de bufferreserve beschikbaar. e. Hoogte bufferreserve Door nieuwe en strengere Bbv-voorschriften vanaf 2012 worden gemeenten gedwongen eerder een voorziening te treffen. Dit doet zich voor als een boekwaarde hoger is dan de marktwaarde. De marktwaarde kan verschillend zijn afhankelijk van o.a. de toekomstige bestemming van de gronden (bijv. woningbouw of bedrijventerreinen), ligging van het plan evenals de looptijd van het plan. Van de nog niet in exploitatie genomen gronden kunnen vijf plannen worden benoemd als een risicoplan omdat hiervoor nog geen voorziening is opgebouwd.
Kadernota 2015
19
Financieel uitgangspunt is dat gestreefd wordt de hoogte van de bufferreserve te bepalen op ca. 50% van het risico dat wordt gelopen. De boekwaarde van de vijf risicovolle plannen bedraagt eind 2013 € 3,8 miljoen. De bufferreserve grondexploitatie dient dus een hoogte te hebben van € 1,9 miljoen (50% van € 3,8 miljoen). De hoogte van de bufferreserve bedraagt nu € 1.457.100 (jaarstukken 2013). Door toevoeging van netto rentevoordelen van het Grondbedrijf (zie hiervoor) en/of winstafdrachten wordt het verschil verkleind. 10 Reserves a. Nog uit te voeren werken Jaarlijks wordt in de jaarrekening een opsomming gegeven van alle mutaties van de reserve nog uit te voeren werken zonder dat deze mutaties eerst als een afzonderlijk raadsbesluit aan de raad behoeven te worden voorgelegd. Jaarlijks wordt een bedrag via de reserve nog uit te voeren werken overgeheveld voor besteding in het volgend dienstjaar. De laatste jaren schommelt dit bedrag tussen de € 4 miljoen en € 6 miljoen. De rente van deze reserve werd tot dusverre toegevoegd aan de vrije reserve. Vanaf 2012 wordt de rente hiervan ten gunste gebracht van de exploitatie en toegevoegd aan het budget voor incidenteel nieuw beleid. Het gaat hierbij om € 100.000 (2,5% van € 4 miljoen). b. Kern en kader Voor het onderdeel Kern & kader is een reserve Kern & Kader ingesteld. Voeding van de reserve vindt plaats door het storten in de reserve van exploitatievoordelen en boekwinsten als gevolg van afstoting of verkoop van de voorzieningen. De reserve wordt aangewend als sprake is van boekverliezen. Zie ook 12.a. Een eventueel (tijdelijk) nadelig verschil tussen de betaalde subsidie voor de huisvesting van scholen in Mfa's en de vrijgevallen exploitatieruimte van afgestoten schoolgebouwen wordt uit deze reserve gedekt. c. Begrotingssaldo De reserve is ingesteld om met incidentele meevallers structurele begrotingsruimte te scheppen. Voorwaarde is, dat het jaarlijks te ontrekken bedrag minimaal 10 jaar lang aan de exploitatie kan worden toegevoegd. In financieel goede jaren kan worden besloten de onttrekking stop te zetten en in tijden van financiële nood kan worden besloten om (tijdelijk) andere richtlijnen aan deze reserve toe te kennen. d. Herstructurering De hoogte van het Fonds Herstructurering is bij de instelling van het Fonds bepaald op een maximum van € 1 miljoen. Dit bedrag was gebaseerd op een bedrag van € 5.000 per te slopen woning. Dit bedrag is nadien verhoogd tot € 5.500 per te slopen woning. Het Fonds is tot dusverre gevoed uit winstnemingen grondexploitatie, bestemming van een deel van het saldo van een jaarrekening en o.a. ontvangen subsidies. Uit het Fonds Herstructurering worden de uitgaven gedekt die binnen de doelstelling van dit fonds vallen. Deze doelstelling is het creëren van een duurzame en veilige woon- en leefomgeving. 11 Afschrijvingsbeleid De structurele dekking van een investeringslast moet in het eerste jaar volledig in de begroting worden geraamd, om aan te tonen dat de begroting de last kan dragen. In de jaarrekening wordt het eerste afschrijvingsdeel verantwoord in het jaar van gereedkomen. De hierdoor verwachte incidentele voordelen worden in tussenrapportages als incidentele meevallers geraamd. 12 Projecten a. Kern & kader In de voorjaarsnota 2006 is het uitgangspunt als volgt omschreven. Het huidig onderhoudsbudget voor al onze voorzieningen (ca. 100) is structureel te laag. De te realiseren besparingen uit Kern & kader (bijv. door afstoting of verkoop) zullen worden gereserveerd voor kwaliteitsverbetering van de overige gemeentelijke voorzieningen. Zie ook 10.b.
Kadernota 2015
20
b. Vastgoed & geld Voor het vastgoed was het uitgangspunt benoemd uiterlijk in 2018 de onderhoudsbudgetten kwalitatief op orde te hebben. Dit betrof in eerste instantie de onderdelen wegen, riolering, groen en onderhoud gebouwen. Nadien is het onderdeel begraafplaatsen toegevoegd aan het vastgoed. Door de economische neergang in 2009 en de hierdoor ontstane tekorten in onze begroting als gevolg van rijksbezuinigingen is het oorspronkelijk uitgedacht traject voor ophoging van de budgetten verstoord en lopen wij nu achter op de oorspronkelijke planning. In de programmabegroting 2012 (paragraaf kapitaalgoederen) is een nieuw schema vastgesteld voor het herstellen van de kortingen op het vastgoed. Hersteld wordt tot een totaal van € 650.000 in plaats van € 750.000 omdat de korting voor de onderwijshuisvesting niet meer behoefd te worden hersteld. Bij de behandeling van de programmabegroting 2013 is als gevolg van de bezuinigingsmaatregel vastgoed voor 2013 besloten uiterlijk 2023 de onderhoudsbudgetten op orde te hebben. c. De drie decentralisaties In de kadernota 2014 is al vastgelegd dat de nieuwe taken (Jeugdwet, Wmo, Participatie) door de gemeente worden uitgevoerd voor maximaal het budget dat ervoor beschikbaar komt. Anders gezegd: de budgetten zijn taakstellend. Voor de meerjarenbegroting wordt daarom uitgegaan van een budgettair neutraal verloop. Voor het samenstellen van de programmabegroting 2015 is duidelijkheid over de financiële consequenties van de drie decentralisaties van belang. In deze kadernota 2015 is daarom dit financieel uitgangspunt verwerkt. 13 Belastingen a. Ozb Uitgangspunt voor een verhoging van de onroerende zaakbelastingen is niet uit te komen boven de jaarlijks door het Rijk vastgestelde macronorm. De procentuele verhoging voor het begrotingsjaar wordt ook geraamd voor de jaarschijven van de meerjarenbegroting. De door het Rijk vastgestelde macronorm bedraagt 3% voor de jaren 2013 en 2014. De macronorm wordt jaarlijks geëvalueerd. Dat houdt in, dat het Rijk jaarlijks bekijkt of de gemiddelde verhoging van alle gemeenten samen binnen de norm blijft. Een individuele gemeente kan en mag afwijken van de norm. Als de gemiddelde landelijke verhoging hoger uitkomt dan de norm, kan als sanctiemaatregel door het rijk een korting op de uitkering Gemeentefonds worden opgelegd. Door de overschrijding van de macronorm 2012 met € 7,7 miljoen is dit bedrag procentueel in mindering gebracht op de macronorm 2013. De macronorm voor het jaar 2014 is conform 2013 3%. Voor de begroting en meerjarenbegroting wordt door onze gemeente rekening gehouden met een trendmatige verhoging van de Ozb met 2,75%. b. Rioolheffing De rioolheffing wordt stapsgewijs verhoogd met € 100.000 tot het moment dat 100% kostendekking is bereikt. Dit punt is in 2014 bereikt. Door invoering van de verbrede rioolheffing heeft de gemeente ook een zorgplicht gekregen voor de afvoer van grond- en hemelwater. De hieraan gerelateerde kosten van totaal € 150.000 zijn in 3 stappen van € 50.000 (2010, 2011 en 2012) toegerekend aan de rioolheffing. Bij de bezuinigingsvoorstellen 2014 is het voorstel gedaan om de rioolheffing versneld op 100% kostendekkendheid te brengen als gevolg van de verwachte voordelen op de afvalstoffen voor het jaar 2014. c. Afvalstoffen Voor de afvalstoffen wordt uitgegaan van 100% kostendekkendheid. Alle afvalstoffen gerelateerde uitgaven worden op dit onderdeel tot uitdrukking gebracht. Afwijkingen van de 100% kostendekkendheid werden t/m 2012 in de jaarrekening ten gunste of ten laste gebracht van de egalisatievoorziening afvalstoffen. Op uitdrukkelijk advies van de accountant is dit uitgangspunt als volgt aangepast: De opgebouwde voorziening afvalstoffen zal in 3 jaar tijd (2014 t/m 2016) volledig worden afgebouwd. Het aan de burger terug te geven bedrag zal in 3 gelijke termijnen van € 90.911 ten gunste worden gebracht van het vaste tarief. Afwijkingen van de 100% kostendekkendheid in de jaarrekening komen vanaf 2013 ten gunste of ten laste van de algemene middelen. Dit laatste om te voorkomen dat de voorziening weer wordt gevoed.
Kadernota 2015
21
d. Toeristenbelasting Onze gemeente heeft zich samen met acht andere Drentse gemeenten geconformeerd aan het uitgangspunt van Recreatieschap Drenthe van een jaarlijkse stijging van € 0,05 per overnachting. Door de jaarlijkse verhoging met € 0,05 bedraagt het tarief in 2013 € 1,00 per overnachting. Bij de kadernota 2013 is besloten om de jaarlijkse verhoging van € 0,05 per overnachting voort te zetten en dit bedrag toe te voegen aan het structureel budget voor incidenteel nieuw beleid. Bij het vaststellen van de programmabegroting 2014 is echter besloten het tarief per overnachting voor 2014 voor één jaar te bevriezen (€ 1). e. Forensenbelasting Het tarief voor de Forensenbelasting is gerelateerd aan de procentuele verhoging van de toeristenbelasting. Bij de programmabegroting 2013 is besloten de jaarlijkse verhoging toe te voegen aan het structureel budget voor incidenteel nieuw beleid. 14 Belastingdruk Naast de reguliere Ozb stijging kan jaarlijks worden besloten de Ozb in een begrotingsjaar of jaarschijven van de meerjarenbegroting meer of minder te verhogen. Bij deze overweging kunnen de volgende zaken worden betrokken: - De totale belastingdruk. Dit is de som van het totaal van de Ozb, reinigingsheffing en rioolheffing; - Het inflatiepercentage (bijv. van het jaar t (raming) of t-1 (definitief); - De economische groei (groei Bbp); - De (landelijke) macronorm: Deze norm is voor 2013 en 2014 vastgesteld op 3,0%. Dit percentage is de som van het inflatiepercentage van 1,75% en de economische groei (BBP) van 1,25%; - Een krimppercentage als gevolg van daling aantal inwoners. Het inwoneraantal daalt de laatste jaren: per 1-1-2011: 25.941, per 1-1-2012: 25.854 (-0,3%), per 1-1-2013: 25.659 (-0,8%), per 1-1-2014: 25.633 (-0,1%). De discussie over de belastingdruk loopt. Een denkrichting wordt intern uitgewerkt. De verkenningen hierover zijn actueel door enerzijds verwachte forse besparingen op de middellange termijn m.b.t. de afvalstoffen en anderzijds als mogelijkheid om de bezuinigingstaakstelling hiermee voor een deel in te vullen. 15 Leges Een verhoging van de legestarieven is gekoppeld aan de verhoging Ozb. De jaarlijkse verhoging bedraagt 2,75%. De bouwleges worden afzonderlijk beoordeeld in verband met de directe relatie met de ontwikkeling van de bouwkosten. Een onderzoek naar de kostendekkendheid van leges is inmiddels ambtelijk afgerond. Afgesproken is dat de uitkomsten worden geëvalueerd en eventueel herzien als de effecten hierop van de nieuwe kostenverdeelmethode bekend zijn. Verwacht wordt dat dit bij de begroting 2015 het geval zal zijn. 16 Vrijvallende en te reserveren kapitaallasten Alle vrijvallende kapitaallasten komen in principe ten gunste van de exploitatie met uitzondering van de vrijvallende kapitaallasten inzake de dienstverleningsovereenkomst (Boce-afspraak automatisering met Emmen). In 2013 is besloten om ook voor tractie de vrijvallende kapitaallasten (weer) hiervoor te reserveren. 17 (Rente)last strategisch bezit De (rente)lasten van het strategisch bezit werden in voorgaande jaren gedekt uit de vrije reserve. Vanaf 2012 komen deze lasten ten laste van het budget incidenteel nieuw beleid.
Kadernota 2015
22
4 Score onderwerpen bezuiniging en Dpl op beleidskaders
In hoofdstuk 4 en in bijlage 2 zijn diverse onderwerpen vermeld voor mogelijke bezuiniging of invulling nieuw beleid. Hierna is de score hiervan te zien op de kaders: stimuleren eigen kracht, bevorderen duurzaamheid, vormgeven regiegemeente, ontwikkeling leefgebieden en kwaliteit dienstverlening. De onderwerpen zijn vervolgens op deze score gesorteerd. Daarnaast scoren de onderwerpen op de risico's: wet- en regelgeving, veiligheid, gezondheid/ milieu en financieel economisch. tabel 8
Kadernota 2015