Januari 2011, jaargang 6 nr. 12
Gelukkig Nieuwjaar Gelukkig Nieuwjaar
1
Wat verandert er per 1 juli 2011
1
Een sprintje trekken: De cursus O21421 in 6 weken
2
Even voorstellen: Nieuwe begeleider Milou de Smet
3
Aankondiging: Miniconferentie ‘Kritisch denken in de wetenschap’
3
Gouden tips voor reizende blokbeesten van een medestudent
4 5
Harde feiten, gevaarlijke halve waarheden en volstrekte onzin
6
Aankondiging NOT beurs
6
Promotieonderzoek doen: schrijf het op een postzegel
7
Wijzigingen laatste inleverdatum
7
Uitgelicht op Studiecoach: Workshop English reading skills
8
Column Els
9 10
Beste allemaal, Ik wens u een creatief en leerzaam 2011 toe. In het kader van de goede voornemens hadden we gedacht dat u zich wellicht had voorgenomen om dit jaar stevig door te pakken met de studie. Vandaar dat we degenen die nog aan het begin van het mastertraject staan een ‘Sprintje’ aanbieden om de cursus O21421 in 6 weken te doen, zie voor meer informatie hierover pagina 2 of kijk op studienet. Zelf heb ik me voorgenomen om dit jaar minder te doen, maar ben er helaas nog niet aan toegekomen te bedenken wat dat dan zou zijn. Hoe dan ook, ik wens iedereen een creatief en leerzaam 2011 toe! Met vriendelijke groet, Els Boshuizen
Wat verandert er per 1 juli 2011 Op dit moment wordt er gewerkt aan het herontwerp van het masterprogramma Onderwijswetenschappen. Een nieuwe cursus O50411 ‘Visies op onderwijswetenschappen’ zal de cursus O20431 ‘De praktijk van actief leren’ vervangen. We raden nieuwe studenten aan te starten met deze oriënterende cursus ook indien een schakeltraject gevolgd moet worden. In het Gemeenschappelijk deel van de master wordt de gereviseerde cursus O23421 ‘Ontwerpen van onderwijs en opleidingen’ en de cursus O27411 ‘Onderwijsonderzoek: methodologie’ opgenomen. Deze cursussen maakten eerst deel uit van de gebonden keuze. Verder worden de cursussen O28421 ‘E-learning; wat, waarom en hoe?’ en O35421 ‘Project Onderwijswetenschappen’ vanaf betreffende datum aangeboden in de gebonden keuze van het masterprogramma. De cursus O42411 ‘Evaluatie van onderwijsinnovaties’ wordt uit het aanbod genomen. Mocht u die cursus al gevolgd hebben dan kan deze ingebracht worden voor de cursus O43411 ‘Capita selecta onderwijswetenschappen 1’. Tenslotte wordt naast de cursus O23421 ‘Ontwerpen van onderwijs en opleidingen’ ook de cursus O34211 ‘Onderzoekspracticum onderwijskundig onderzoek’ gereviseerd en zal per 1-7-2011 beschikbaar zijn.
E-SCHRIFT Onderwijswetenschappen Verschijnt 3 x per jaar Aanmelden via e-mail
[email protected] Bijdragen en reacties:
[email protected]
© 2009, OUNL
Zie ook pagina 7 voor een overzicht van de wijzingen met betrekking tot de inleverdata voor werkstukken en tentamenopdrachten.
Januari 2011, jaargang 6 nr. 12
Een sprintje trekken: Doe cursus O21421 ‘Ontwerpen van Leersituaties: theoretische kaders’ in 6 weken Misschien heeft u zich in de tijd rond de jaarwisseling voorgenomen dit academisch jaar één of meer cursussen Onderwijswetenschappen af te ronden. Dan is dit misschien een mogelijkheid daartoe. In de maand februari bieden we u de mogelijkheid om ‘in groepsverband’ en in up tempo de cursus O21 te volgen.
Achtergrond Cursus O21 is een cursus die uit drie onderdelen bestaat: academische schrijven, theoretisch inzicht verwerven in onderwijsleertheorieën, een leer- en instructietheorieën afleiden in het onderwijs. Voor dat laatste doet u een observatie in een reële leer- en instructiesetting. In deze sprint gaan we twee van die onderdelen gezamenlijk aanpakken. Dat zijn – als u het even in de cursus beschrijving wilt bekijken – de opdracht bij studietaak 3 waarin de kern moet worden afgeleid van 3 verschillende theoretische stromingen en de opdracht bij studietaak 4 waarin u observeert in een reële onderwijssetting en waarover u rapporteert. Hoe werkt het? Vooraf: Als u nog niet gestart bent met de cursus, start u in januari. U leest de literatuur en doet de eerste opdrachten als voorbereiding voor de eerste bijeenkomst. Ook gaat u alvast op zoek naar een school of andere onderwijsinstelling waar u uw observaties wilt doen. Die observaties
pagina 2
moeten tussen 5 en 19 februari plaatsvinden. Tijdens de 1e bijeenkomst op 5 februari 2011 bespreken en vergelijken we de schema’s die iedereen in het kader van studietaak 3 heeft gemaakt. De uitkomsten van deze bespreking gebruikt u als input voor uw bijstelling uitwerking van de opdracht bij studietaak 3. Vervolgens bereiden we de observatie en tevens tentamenopdracht van studietaak 4 voor, aan de hand van de vragen: Wat wil je zien? Waar kijk je dan naar? Hoe noteer je dat? Hoe analyseer je het? Tussen de eerste en tweede bijeenkomst maakt u de opdracht bij studietaak 3 af. Ook voert u de observatieopdracht uit en maakt u daarvan een poster. Wat daarop komt te staan bespreken we nog. Bij de 2e bijeenkomst op 26 februari 2011 presenteert iedere deelnemer zijn/haar poster. In de discussie erover vergelijken we de resultaten, en gaan we na wat je daaruit wel en niet kunt concluderen in het licht van de bestudeerde theorieen. Bovendien gaan we in op de vraag hoe u dat allemaal in een verslag verwerkt. Als u in de tussentijd alle VIP’s van de cursus hebt gedaan, dan hoeft u ‘alleen nog maar’ de laatste hand te leggen aan de observatie-/ tentamenopdacht. De week na de tweede bijeenkomst kunt u dan de cursus afronden. Vier weken daarna zullen we een Webinar organiseren waarin we de uitwerkingen van de tentamenopdracht zullen bespreken.
Plaats: studiecentrum Utrecht Tijdstippen: 2 zaterdagen in februari (5 en 26), steeds van 11 tot 16 uur Docent: Els Boshuizen)* Aantal deelnemers: minimaal 6 en maximaal 12 De extra begeleiding, evenals lunch, koffie en thee op de bijeenkomsten, zijn gratis. Wanneer kunt u meedoen? U hebt (indien u een schakelprogramma moest volgen) cursus O18 afgerond en de VIP’s van O20 uitgevoerd. U hebt u ingeschreven voor O21. U bent bij beide bijeenkomsten aanwezig. U neemt actief deel; d.w.z. u post een aantal zaken in een speciale groep of forum binnen Blackboard. U werkt mee aan de evaluatie van de cursus en de sprint. Aanmelden via:
[email protected] voor 24 januari.
)* Oeps, Wie is Els Boshuizen? Els Boshuizen is hoogleraar Onderwijswetenschappen bij de OU. Ze is expert op het terrein van kennis en vaardigheidsverwerving, curriculumontwerp, en onderzoek. Hebt u meer vragen over haar of de cursus, neem dan contact op via
[email protected]
Januari 2011, jaargang 6 nr. 12
Even voorstellen: Milou de Smet nieuwe begeleider bij de cursus ‘De praktijk van actief leren’ Ik ben Milou de Smet en sinds kort begeleider bij de cursus ‘de praktijk van actief leren’. Na mijn opleidingen Franse Taal en Cultuur, Westerse Literatuur en Cultuur en Meertalige Professionele Communicatie te hebben afgerond, heb ik eerst een tijdje aan de Universiteit van Antwerpen gewerkt. Hier deed ik onderzoek naar schrijfprocessen bij ervaren en beginnende schrijvers. Voor beginnende schrijvers kan het namelijk erg nuttig zijn om de schrijfprocessen van ervaren schrijvers te observeren en te zien welke strategieën experts hanteren tijdens het schrijven van teksten. Door deze schrijfprocessen te observeren, leren studenten welke stra-
tegieën ze kunnen hanteren om tot een goed schrijfproduct te komen. In februari 2010 ben ik als promovendus bij CELSTEC gaan werken. In mijn onderzoek richt ik me op de benutting van outline tools voor het schrijven en leren van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Leerlingen hebben vaak moeite om een duidelijke structuur in hun tekst aan te brengen: ze weten wel waarover ze willen schrijven, maar het organiseren en uitwerken van een goedlopende tekst blijkt vaak een struikelblok. Om een tekst goed op te bouwen kan het nuttig zijn om eerst een outline te maken. Een outline is een (hiërarchisch) geordend lijst-
je met tekstideeën dat de schrijver voorafgaand aan het schrijven opstelt. De outline-tool is een elektronisch hulpmiddel dat leerlingen helpt om tekstideeën te ordenen en vervolgens uit te werken. De resultaten uit het eerste onderzoek laten zien dat leerlingen beter gestructureerde teksten schrijven en minder cognitieve belasting ervaren tijdens het uitvoeren van de schrijftaak wanneer zij schrijven met de outline tool. Naast mijn onderzoek zal ik jullie begeleiden in de cursus Praktijk van actief leren. Mijn vrije tijd besteed ik graag aan reizen en kamperen, picknicken, koken, bakken, sporten, muziek, films, zwemmen, lezen, …
Uitnodiging: 15e miniconferentie van de Masteropleiding Onderwijswetenschappen
Kritisch denken in de wetenschap Het Centre for Learning Sciences and Technologies (CELSTEC) en de Masteropleiding Onderwijswetenschappen van de Open Universiteit organiseren 25 maart 2011 in Eindhoven een miniconferentie over het thema Kritisch denken in de wetenschap. Wetenschap hoort scherp en kritisch te zijn, naar zichzelf toe en naar anderen. Dat kritische oog is één van de instrumenten om de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek en daaruit voortvloeiende conclusies te garanderen. Het doel van deze conferentie is om u inzicht te geven in hoe door onkritisch
pagina 3
denken kwalijke gevolgen kunnen ontstaan voor de praktijk maar ook voor de wetenschap zelf. Hoe hardnekkig en geloofwaardig broodjeaap-verhalen ook kunnen zijn, in de wetenschap moet je die kunnen onderkennen en ontzenuwen. De wetenschappelijke benadering biedt daarvoor de middelen van argumentatie en van methodologie. In de conferentie gaat u samen met experts op de terreinen van onderzoek en logica deze middelen nader verkennen en toepassen. Nadere informatie over de conferentie en alle details over inschrijving vindt u via www.ou.nl.miniconferentie
Alle studenten van de Masteropleiding Onderwijswetenschappen en schakelcursussen zijn welkom op deze conferentie. Studenten die ingeschreven zijn voor de cursus ‘Trends en ontwikkelingen’ (031411 of 031421) kunnen aan de deelname het uitvoeren van een studietaak koppelen (recensie schrijven). Medio februari worden in de cursuscommunity op http://trends.ning.com/ ter voorbereiding op deze taak bronnen en opdrachten beschikbaar gesteld. Ook als belangstellende kunt u toegang tot deze community krijgen.
Opgelet! Studenten die de nieuwe versie van de cursus ‘Trends en ontwikkelingen’ met de code 031421 volgen dienen eerst een zelfstudietaak goed af te ronden voordat ze deelname aan de conferentie en het schrijven van een recensie kunnen combineren! Alle informatie hierover vindt u in de cursusomgeving van de cursus Trends (031421) op Studienet. Graag tot 25 maart in Eindhoven!
Januari 2011, jaargang 6 nr. 12
GOUDEN TIPS voor REIZENDE BLOKBEESTEN… Reizen is voor mij altijd een passie geweest! Griet Deknopper Toen ik als pedagoge besloot enkele jaren loopbaanonderbreking te nemen om mijn rugzak weer vol te laden met ervaringen en energie, vond ik het interessant om mezelf te blijven bijscholen tijdens mijn reis. Ik wou immers naast het openbreken van de geest en het strekken van de benen, ook betrokken blijven bij de ontwikkelingen op onderwijsvlak en nieuwe dingen leren. De Open Universiteit leek aan deze criteria te beantwoorden en meer specifiek de opleiding Onderwijswetenschappen trok me aan. Het was een logische keuze die nauw aansloot bij mijn verwachtingen. De verwachtingen van mijn reis werden echter lichtjes anders afgelost. In december 2009 boekte ik een ticket naar Caïro en nam daar deel aan de Gaza Freedom March. Doordat ik uiteindelijk Gaza niet binnen mocht, vervolgde ik mijn trip naar Israël en Palestina en werkte daar enkele maanden mee in organisaties. In de West Bank kwam ik in contact met de Freedom Flotilla, stapte vervolgens op de boot naar Gaza, werd aangevallen, belandde in de gevangenis en werd tenslotte vroeger dan voorzien teruggevlogen naar mijn thuisland. Kortom, een intensieve, turbulente reis met een tragisch einde. Maar of je nu zo’n spannende reis vol onverwachte wendingen maakt of een ander soort vakantie neemt, reizen en studeren is niet de
pagina 4
meest vanzelfsprekende combinatie! Daarom wil ik jullie enkele tips uit eerste hand meegeven. Studeren in overvolle treinen en trams Lekker studeren in overvolle bussen en trams op weg naar de plek waar je ’s avonds zal slapen... Het is mogelijk, maar je kan je wel betere omstandigheden bedenken. Het gekakel van de kip op de achterbank en het gewoel van het kind dat tussen jou en de mama zit geplet is niet bijzonder stimulerend voor de aandacht. Ikzelf benoemde me tot ‘inwoner van Ramallah’ en trok in bij drie Palestijnse vrouwen in de West Bank. Op reis heb je immers zoveel indrukken en ervaringen dat je verdiepen in een theoretische cursus je soms heel zwaar valt. Even ergens ‘stationeren’ is aldus noodzakelijk om je volledig te kunnen focussen. In vele steden heb je wifi, maar als je dan toch buitenshuis moet internetten, kan een handig koptelefoontje je ver weghouden van de voetbalwedstrijden op de TV, storende koffiemachines, opdringerige mannen, luidruchtige feesten en andere factoren die je geest al eens kunnen verstrooien... dus geen overbodige luxe ! Taken typen in stinkende internetcafé’s Je taken maken in een klein, vuil, naar-zweet-riekend internetcafé met een gebrekkige aansluiting, met een toetsenbord waar je je vingers
op verlamt en zonder ruimte om een blaadje papier naast je PC te leggen kan je wel missen als kiespijn. Bespaar je van al die frustraties en schaf een kleine standaard netbook aan. In de meeste steden beschikken vele restaurants en café’s over wifi. Let op de kwaliteit, de duur van de batterij (tot 12u), de grootte, het gewicht en ook de prijs, want bij verlies kan dat anders wel eens zwaar aankomen… Studeren op tricky-places Maar hopelijk nooit zo zwaar voor jou als het aan
mij overkwam... Op de boot van de Freedom Flotilla richting Gaza had ik reeds enkele artikels doorgenomen en gemarkeerd maar daar werd een stokje voorgestoken. Het Israëlische leger vond Gaza blijkbaar niet de beste studeerplek en ramde onze boot. Ik werd gewond en beroofd van mijn camera, mijn studie- en ander materiaal en mijn netbook. Vettige laptop Overlaad je netbook met stickers die voor jou souvenirs zijn, maar die je laptop of netbook voor een moge-
Januari 2011, jaargang 6 nr. 12
lijke dief ‘minder aantrekkelijk’ maken. Blok die Open Geest Om diefstal of verlies te vermijden kan je best je cursus laten opsturen of door iemand laten meebrengen. Dit nazenden van je cursus maakt je rugzak letterlijk lichter. Daarnaast kan dit ook het reizen figuurlijk minder zwaar maken, doordat je jezelf verplicht de studietaak of het gehele opleidingsonderdeel binnen een bepaalde periode af te ronden. Nadat je de taak naar jouw studiebegeleider hebt gemaild, de cursus hebt teruggezonden of hebt doorgestuurd naar jouw volgende halteplaats, kan je bijgevolg weer met een fris hoofd en een open geest verder trekken en alle reisindrukken toelaten. Want de leraar is een wereldburger... Leraar wereldburger Maar zo’n leraar met beide voeten in de wereld vraagt toch een zekere ingesteldheid. Ik zet vanaf februari 2011 mijn onderwijsexpeditie verder in het Oosten. De expeditie gaat voornamelijk langs scholen in hogedrukgebied, zoals Palestina in het eerste deel van mijn trip. Nu zet ik mijn reis verder en tracht ik tips en tricks te verzamelen van leraren onderweg – . Je kan me volgen op mijn website en hopelijk pik je iets mee van de tips die ik verzamel. Probeer ze uit en laat het ons weten! http://archsupport.blogspot.com www.onderwijsexpeditie.org Succes bij het reizen en STUDEER ZE! Groeten, Griet
pagina 5
Januari 2011, jaargang 6 nr. 12
Harde feiten, gevaarlijke halve waarheden en volstrekte onzin Monique Bijker Deze titel is ontleend aan een boek van de Harvard professoren Pfeffer en Sutton (2006), die populaire mythen en wilde verhalen over bedrijfsvoering evidence-based weerleggen. In mijn dagelijkse onderwijsonderzoekpraktijk moet ik vaak aan deze titel denken, en de column van Els over de zesjescultuur was aanleiding om de titel in mijn geheugen te activeren. Wat vertelden HRMdirecteuren van grote, internationaal opererende bedrijven mij in mijn eerste onderzoek? Dat zij in selectieprocedures regelmatig naar cijferlijsten van afgestudeerde academische bedrijfskundigen vroegen, omdat die cijfers indicatoren zijn voor de ‘sterkten en zwakten’ van een kandidaat. Het gemiddelde cijfer (grade point average, of GPA) is voor werkgevers een belangrijke indicator van iemands competentie- en ambitieniveau. Sommige werkgevers kijken specifiek naar het scriptieresultaat (inhoudelijk en qua cijfer) omdat de scriptie de belangstellingssfeer van een kandidaat verduidelijkt en de mate waarin een kandidaat ‘de weg van de minste weerstand’ of uitdagingen zoekt. OK, dan kun je aanvoeren dat dit ‘kwalitatieve bevindingen’ zijn en nog geen hard, kwantitatief onderzoek. Maar hard kwantitatief onderzoek onderschrijft het belang van GPA alleen maar, als je de moeite neemt om deze indicator, samen met competen-
pagina 6
ties, te onderzoeken. Recentelijk heb ik dergelijk onderzoek afgerond aan de hand van een grote database, afkomstig uit sociologisch arbeidsmarktonderzoek van ROA in Maastricht. Ik heb mij gericht op het arbeidsmarktsucces van 4092 afgestudeerde economen en bedrijfskundigen van 13 Nederlandse universiteiten in de rapportagejaren 20062008. ROA bevraagt deze alumni, een jaar nadat zij de arbeidsmarkt hebben betreden. De data tonen aan dat een hoger gemiddeld cijfer (GPA) twee keer zo veel kans geeft op het vinden van een baan op het eigen niveau. Tevens voorspelt GPA zowel indirect (via jobniveau) als direct de hoogte van het maandsalaris. GPA blijkt net zo’n belangrijke voorspeller van arbeidsmarktsucces als competenties. Gelukkig hebben wijze mannen besloten om voortaan GPA niet meer mee te nemen in onderzoek naar arbeidsmarktsucces… In plaats daarvan onderzoekt men nu extracurriculaire activiteiten, die alle negatief gerelateerd blijken te zijn aan het arbeidsmarktsucces van academici. Mythen, halve waarheden en onzin blijken vaak hardnekkiger en machtiger – duurzamer - dan wetenschappelijk bewijs. Pfeffer, J., & Sutton, R. I. (2006). Hard Facts, Dangerous Half-truths & Total Nonsense. Boston: Harvard Business School Press.
Van 25 tot en met 29 januari 2011 is het weer tijd voor dé vakbeurs voor het onderwijs: de Nationale Onderwijstentoonstelling. Hier kunt u als onderwijsprofessional terecht voor een compleet aanbod van producten en oplossingen voor het gehele onderwijs. Op de beursvloer in Jaarbeurs Utrecht staan meer dan 500 aanbieders van onder andere leermiddelen, oplossingen voor leren en onderwijzen met ICT, facilitaire producten, scholenbouwers en inrichters, management-, organisatie- en adviesdiensten. Van primair onderwijs tot voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs: na een bezoek aan de NOT is uw kennis over de ontwikkelingen rondom het onderwijs up-todate! Onderwijswetenschappen heeft een stand in hal 7 (C033). Gratis entreekaarten kunt u hier downloaden: https://www.databadge.net/not2011/reg/
Januari 2011, jaargang 6 nr. 12
Promotieonderzoek doen? Schrijf het op een postzegel! Al jaren begeleid ik promovendi in het uitvoeren van hun promotieonderzoek en, al zeg ik het zelf, dat doe ik met zeer veel succes. Ik heb tot op heden maar één promovendus verloren (door drie interne reorganisaties van zijn afdeling en dus ook verandering van werk) en heb zelfs vier ‘opgegeven’ trajecten gereanimeerd. Ik begin bijna altijd met de vraag “Wat is de titel van jouw toekomstige proefschrift?” of “Wat is de titel van jouw onderzoek?” en werk dan achteruit naar wat precies het probleem is dat men wil onderzoeken, waarom men dit wil doen en hoe men denkt het te doen. En keer op keer kom ik hetzelfde probleem tegen, namelijk dat de promovendus/ promovenda in spé eigenlijk een onderzoek wil uitvoeren dat eerder een onderzoeksprogramma voor een hele vakgroep zou kunnen zijn
dan een vier jaar durend promotieonderzoek. Naar mijn bescheiden mening, niet gebaseerd op onderzoek maar op ervaring, zijn hier twee redenen voor. De eerste reden is gewoon onwetendheid. De kandidaat heeft eigenlijk nauwelijks of zelfs geen ervaring in het zelf bedenken van een onderzoeksvraag c.q. het zelf definiëren van een onderzoek. Dat is ook niet zo gek, omdat promoveren eigenlijk een voorwaarde hiervoor is. Door te promoveren bewijs je – dat is: leg je een proeve van bekwaamheid af – dat je in staat bent om enigszins zelfstandig (al is dit een groot woord; vaak is er zeer veel begeleiding en ondersteuning nodig) onderzoek uit te voeren. Je moet het zien als een basiskwalificatie onderzoek. Eigenlijk is pas de volgende stap, dus na je promotie, dat je zelfstandig een onderzoek
leert op te zetten en daarna uit te voeren! De tweede reden is dat men meestal geen realistisch beeld heeft van wat promoveren is noch wat een proefschrift is. De kandidaat ziet haar/zijn proefschrift vaak als een soort opus magnus; dit is MIJN bijdrage aan de wetenschap c.q. mijn proefschrift gaat de wereld veranderen. Teruggrijpend op reden 1, een proefschrift/ promoveren is ‘maar’ een basiskwalificatie. Het is een eerste stap in een hopelijk lange carrière in de wetenschap en niet het eindpunt. Wat zou het triest zijn als jouw eerste onderzoek meteen jouw beste was! In het Engels zou men zeggen: There’s no place to go but down. De zenmeester zou zeggen dat het schrijven van een proefschrift c.q. het promoveren een eerste stap is op een lange reis. Ik zeg gewoon: Zet het op een postzegel; als je er een heel vel voor nodig hebt, dan is het veel te veel.
Prof. dr. Paul A. Kirschner, Hoogleraar Onderwijs-psychologie, i.h.b. Leren en Cognitie. Centre for Learning Sciences and Technologies (CELSTEC), Open Universiteit. Zie: http://celstec.org/ promoveren Dit artikel is ook gepubliceerd in: CO Times, jaargang 3 nummer 1
Wijziging laatste inleverdatum In de studiegids van 2010-2011 staat vermeld dat de laatste inleverdatum van het werkstuk of opdracht voor de vier onderstaande cursussen zou verstrijken op 30-6-2011. Na intern overleg met de docenten en de Commissie voor de Examens is besloten deze laatste inleverdatum te wijzigen in 30-6-2013. Het betreft: Code
Cursus
Laatste inleverdatum
O22411
Methoden en strategieën voor onderwijsontwerpen
30-6-2013
O30411
Onderzoeksmethoden voor onderwijsontwerp
30-6-2013
O32431
Het ontwerpen van een onderzoek: scriptieplanning
30-6-2013
O35411
Project actief leren
30-6-2013
De cursus O31411 Trends en ontwikkelingen in actief leren had al een uitgestelde laatste inleverdatum van 30-6-2013.
pagina 7
Januari 2011, jaargang 6 nr. 12
Uitgelicht op Studiecoach: Workshop English Reading Skills Positieve ervaringen van studenten Begrijpend Engels (academisch) lezen moet vooral 'field-specific' geleerd worden. Met een scala aan leesstrategieën zoals 'skimming', 'scanning' en 'reading for detail', en met aan het schrijven ontleende technieken zoals linking words moet de student prima uit de voeten kunnen met Engelse teksten. Dat was de centrale boodschap van docente Hetty Bennink MSc die, met een prettige stem en in verzorgd Engels, een boeiende workshop English Reading Skills verzorgde in één van de open ruimten van de Maastricht University, voor zo'n 40 overwegend OUstudenten. Afsluitend verzorgde Bob Wilkinson MSc - hij doceert ook Engels voor promovendi aan de OU - nog een kort exposé over de worsteling van talloze studenten alom met het academisch Engels. Oorzaak daarvan is dat academici als het ware opgesloten zitten in hun eigen academische discours. Zij zouden veel kunnen leren van schrijvers, veelal ook academici, die zich ervan bewust zijn dat zij een verhaal willen vertellen over aansprekende karakters en in een tot de verbeelding sprekende stijl. Uit de evaluatieformulieren konden al enkele opmerkelijkheden worden opgetekend. Zo bleken studenten niet alleen afkomstig uit de lokale regio, maar ook uit Nijmegen, Amsterdam, Boskoop of Purmerend. Ook studenten uit België woon-
pagina 8
den de workshop bij. Vooraf hadden veel studenten via de Studiecoach al kenbaar gemaakt zeker belangstelling te hebben voor deze workshop, maar Maastricht te ver te vinden. De behoefte aan de competentie Engelse leesvaardigheid bij studenten blijkt uitermate groot. De meest genoemde reden om deel te nemen aan de workshop was: 'Ik kan mij redelijk redden met Engelstalige teksten, maar wil nieuwe leestechnieken ontdekken.' Ook het feit dat de workshop dit keer geheel in het Engels is gegeven, werd niet als probleem ervaren, maar had zelfs de voorkeur. Inmiddels hebben ook enkele faculteiten belangstelling getoond voor de workshop. Samenwerking OU en UM in 3-stappenplan. Dit was de tweede workshop in successie, waarbij de OU (OSC-VS&I) en de UM nauw samenwerken. Het project, gecoördineerd door Astrid Bastings (OU) en Monique Smeets (Talencentrum UM), vormt het eerste element in een programma rondom Engelse taalvaardigheid. De workshop geeft informatie over en handvatten voor het omgaan met Engelse teksten. Begin volgend jaar zal via de Studiecoach een online test beschikbaar komen waarmee studenten een beter beeld krijgen van hun eigen niveau van het Engels. Aan de hand van de scores kunnen zij er voor kiezen om hun kennis van het Engels op te frissen en/ of uit te breiden via aanvul-
lende cursussen bij het Talencentrum. Studenten kunnen zelfs cursussen volgen die voorbereiden op de officieel erkende Cambridge-certificaten. Meer informatie is te lezen op de Studiecoach (http://www.studiecoach.ou.nl/engels/workshop.php).
This workshop is a co-operation of the Open Universiteit in the Netherlands and the Maastricht University Language Centre. The instructor is Ms Hetty Bennink, a professional English instructor at the Maastricht University Language Centre with a Master’s qualification. The workshop will be closed by Mr Robert Wilkinson, senior professional English instructor at the Maastricht University Language Centre. He has many years of expertise in teaching academic & scientific writing skills. You will soon find tips for reading skills on this website and furthermore a placement test for English that will help you to assess your present level of your knowledge in English. Programme (example): 18:45u Coffee & tea 19:00u First part: dealing with English texts 19:50u Break with coffee, tea & refreshments 20:00u Second part: Active and purposeful reading in English 21:00u Robert Wilkinson 21:15u Closure Prijs:
€30,00 for everybody €20,00 for students of the OUNL
Januari 2011, jaargang 6 nr. 12
Een 6 voor de leerling en een 6 voor de school … Ieder jaar rond eind november, maar in 2010 iets later (18-12-2010), brengt het Dagblad Trouw een bijlage uit – ook te bekijken op de website¹ - waarin het de Schoolprestaties van Nederland analyseert. Ooit was er een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur nodig om toegang tot de gegevens te krijgen. Het woord ‘Schoolprestaties’ wordt daarbij in twee betekenissen gebruikt: hoe goed de scholen presteren en hoe goed de leerlingen van die scholen bij hun centraal eindexamen (CE) presteren. De analyses zijn het werk van twee sociologen, Stan van Alphen en Jaap Dronkers. Beiden zijn afkomstig van het European University Institute in San Domenico di Fiesole, bij Florence. Dronkers werkt tegenwoordig bij de Universiteit Maastricht. Ik bekijk die bijlage altijd met veel belangstelling. Ik wil bijvoorbeeld weten hoe de scholen die ik ken het dit jaar gedaan hebben. En je kunt er ook zien dat de claim in het radiospotje Zuid-Limburg; bright side of life inderdaad klopt wat goede scholen betreft². Maar
dat zijn puur persoonlijke interesses. Maar wist u bijvoorbeeld dat verhoudingsgewijs de meeste uitstekende (score 8 en 9) scholen voorkomen in de categorie VMBO-basis (26,5%)? Daar zitten ook de minste zeer zwakke (score 2 en 3; 0,2%). De grootste groep van scholen valt bij alle categorieën in de klasse 6-jes (48,1%). En een 6-je voor de school wil zeggen dat de geslaagden gemiddeld twee CE cijfers haalden lager dan 6, waarvan hooguit één op de kernvakken.
geslaagde leerlingen: op de vervolgopleiding hebben ze een grotere kans om te mislukken en in hun baan hebben ze een grotere kans de proefperiode niet te overleven. Dergelijke scholen zijn een gevaar voor de leerlingen en breken de waarde van hun diploma af. Niet alleen voor hun eigen leerlingen, maar ook voor scholen die wel dat minimumniveau handhaven.” Wanneer vinden Van Alphen en Donkers een school goed, of slecht? In hun tegenwoordige rekenmethode wordt dit bepaald aan de Van Alphen en Dronkers hand van verschillende maken zich op de site indicatoren. De gemiddelde behoorlijk druk om die onvol- score op het CE van alle doendes op het CE. Het be- deelnemers, de gemiddelde tekent immers dat er een CE-score van de geslaagvoldoende op het schoolexa- den, het percentage dat men tegenover moet staan, zonder vertraging het eindwant, zeggen zij, examen heeft gehaald, en onvoldoendes worden daar- de toegevoegde waarde voor bijna niet gegeven. Hun van de school in vergelijking stelling is daarom: “Scholen met het ingeschatte potentimet voor de geslaagden een eel van de leerlingen op gemiddeld CE cijfer onder basis van de CITO scores. de 6.0 sturen tenminste de Gemiddeld genomen is die helft van hun geslaagde bijdrage bij alle schooltypes leerlingen naar vervolgoplei- licht negatief. Oef, niet zo dingen of werkgevers met te mooi dus. Overigens komt weinig kennis en vaardighe- er een hoop bij kijken om tot den. Dat schaadt de lange die bepaling te komen. Niet termijn belangen van deze alleen zijn de databestan-
¹ http://www.vanalphendronkers.com/Dutch/HOME.html Hier kunt u bovendien de excel-datafiles en de SPSS-syntax vinden zodat u er ook zelf mee aan de slag zou kunnen.
² Dat van de huizenprijzen klopt ook, de vacatures beslaan de Euregio.
pagina 9
Januari 2011, jaargang 6 nr. 12
den altijd incompleet en moet je ze eerst goed uitzuiveren, maar verschillende indicatoren – zelfs de gemiddelde CE-score van de geslaagden – moeten geschat worden. Als echte sociologen kunnen ze daar echter wel mee uit de voeten. De krant gaat ook in op de 6-jes, van de scholen en de leerlingen. Verschillende leerlingen worden erin geportretteerd, allemaal op hun eigen manier calculerende leerlingen. Ontwapenend en ontluisterend. Neem Esmée die meldt dat ze ervan uitgaat dat ze haar ongetwijfeld lage eindexamencijfers bij de decentrale selectie van tandheelkunde wel zal kunnen compenseren met een te gek goede brief. Via die kant doet ze er inderdaad alles aan om haar kansen te optimaliseren. Ze heeft een dagje meegelopen in de praktijk van een tandarts, ze is mee geweest naar een tandartsencongres en ze doet haar profielwerkstuk over tandheelkunde. Of het haar zal helpen? Of neem Rafael Stomp, een bijzondere jongen die meer met muziek en zijn eigen muzieklabel bezig is dan met school. Onder druk van zijn moeder heeft hij nu een aanpak die ertoe
pagina 1 0
moet leiden dat hij zonder onvoldoendes zijn eindexamen haalt. De aanpak waarbij hij zijn moeder dagelijks moet uitleggen wat hij geleerd heeft, zou best nog weleens effectief kunnen zijn. De vraag bij al dit soort dingen is uiteraard: Is dit erg? Zouden Rafael en Esmée er niet komen? Van Alphen en Dronkers zeggen volmondig ‘Ja, dat is erg’, zoals u boven hebt gezien. En uw docenten zeggen dat ook. Verschillenden van u zullen de druk om een tentamenopdracht beter uit te werken zeker gevoeld hebben. Ikzelf vind het ook erg, maar ik gedraag me er niet altijd naar. Soms roep ik tegen een docent dat een student ‘recht heeft op een 6’ omdat een cursus een bepaalde omvang heeft en we die niet moeten verlengen tot Sintjuttemis om u een 7 of 8 te laten halen. Maar ook ik ben erg blij wanneer een student goede stukken inlevert waarin u laat zien dat u iets geleerd hebt en daar ook iets mee kunt doen. Dat zal u waarschijnlijk een zorg zijn. U bent geen VMBO-leerling die hard werkt voor de juf, zelfs een Vwo'er doet dat niet. Die zegt dat – behalve dan bij de toelating tot sommige studies – nooit meer
iemand naar je cijfers vraagt en het er dus niet toe doet. Dat is echter heel erg de vraag. Monique Bijker, u allen bekend van cursus O18321, kan dat ook bewijzen. Lees haar stukje op pagina 5, een sneak preview van de resultaten van heel recent onderzoek. Naschrift. Nu is deze column weer een lesje geworden. En dat terwijl ik het had willen hebben over de vreugde – en het nut – van iets te begrijpen. Over het ‘can do!’ en ‘ik snap het’ gevoel. Dat missen de 6-jes. Maar ook ‘ik snap het’ is niet genoeg. Kort geleden vertelde George Moerkerke – u allen ook bekend – me over een onderzoek dat hij ooit gedaan had naar verschillende tentamenvormen en tentamenuitkomsten op een ingenieursvak. Daaruit bleek dat bij open vragen degenen die het allemaal goed begrepen systematisch behoorlijk hoge cijfers haalden, ook wanneer ze in de verdere uitwerking kolossale rekenfouten maakten die in de praktijk absoluut onacceptabel zijn. Precisie hoort er ook bij; sommige mensen vinden dat ook heel leuk.