Wat verandert er in 2014? In 2014 veranderen een aantal belastingregels en zijn er veranderingen voor toeslagen. Zo kunt u nog maar 1 rekeningnummer gebruiken voor de meeste belastingteruggaven en toeslagen.
Belastingen In 2014 veranderen de belastingregels veranderen zowel voor particulieren als voor ondernemers en werkgevers. Op dit moment zijn veel voorgestelde veranderingen nog voorlopig. Ze worden pas definitief als de Eerste Kamer er in december mee instemt.
1. Particulieren Hieronder vindt u de belangrijkste voorgestelde veranderingen voor particulieren.
Teruggaven voortaan op 1 rekeningnummer Vanaf 1 december 2013 betaalt de Belastingdienst alle teruggaven aan u op 1 rekeningnummer uit. Dat rekeningnummer moet op uw naam staan. Geld dat voor u bestemd is, kan de Belastingdienst zo voortaan alleen aan u overmaken.
Hoogte van belastingschijven en heffingskortingen De belastingschijven en heffingskortingen worden in 2014 niet aangepast aan de inflatie.
Verdere afbouw uitbetaling algemene heffingskorting In 2024 vervalt de uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de minstverdienende partner. De Belastingdienst bouwt deze regeling daarom sinds 2009 stapsgewijs af. U krijgt hier alleen mee te maken als uw fiscale partner na 31 december 1962 is geboren. Voor 2014 is de afbouw in alle gevallen 40%. Anders dan in 2013 is er geen verschillend afbouwpercentage meer voor partners met en zonder thuiswonende kinderen.
Algemene heffingskorting inkomensafhankelijk< Vanaf 2014 wordt de algemene heffingskorting inkomensafhankelijk. Mensen met een hoger inkomen krijgen daardoor minder korting op hun belasting.
1
Arbeidskorting hoger voor lonen tot € 40.000 De arbeidskorting voor lonen tot circa € 40.000 gaat tot 2017 stapsgewijs omhoog. In 2014 gaat deze korting omhoog met € 374. U betaalt dus minder belasting over uw loon. Verdient u meer dan circa € 40.000? Dan wordt de arbeidskorting in 2014 lager en betaalt u dus meer belasting.
Tarief 1e schijf inkomstenbelasting omlaag U gaat minder inkomstenbelasting betalen. Het tarief in de 1e schijf gaat in 2014 namelijk omlaag.
Ontslagvergoeding: stamrechtvrijstelling vervalt Krijgt u in 2014 te horen dat u wordt ontslagen, dan kunt u een ontslagvergoeding niet meer onbelast omzetten in een stamrecht. Dat betekent dat u direct belasting betaalt over een ontslagvergoeding.
80%-regeling Hebt u een stamrecht of een stamrecht-bv? Of heeft uw werkgever de ontslagvergoeding vóór 15 november 2013 overgemaakt? Dan kunt u in 2014 gebruikmaken van de zogenoemde 80%-regeling: als u het totale stamrecht in 2014 in 1 keer laat uitbetalen, is 80% van dat bedrag belast in box 1 in plaats van het volledige bedrag.
AOW-leeftijd omhoog Per 1 januari 2014 wordt de AOW-leeftijd 65 jaar en 2 maanden. Daarnaast zijn er plannen om de AOW-leeftijd sneller te verhogen: naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Het wetsvoorstel wordt in het voorjaar van 2014 ingediend.
Accijnzen omhoog Per 1 januari 2014 gaan de accijnzen omhoog:
De accijns op diesel stijgt met € 0,03 per liter.
De accijns op lpg stijgt met € 0,07 per liter.
De accijns op benzine wordt aangepast aan de inflatie.
2
De accijns op alcoholhoudende dranken stijgt met 5,75%.
Veranderingen hypotheekrente eigen woning Hebt u een eigen woning, dan zijn dit de belangrijkste veranderingen per 1 januari 2014:
Voor de hoogste inkomens gaat de maximale hypotheekrenteaftrek in de 4e schijf omlaag van 52% naar 51,5%. Dit is de zogenoemde tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning. De tariefsaanpassing betekent dat u 0,5% belasting betaalt over de aftrek die ervoor zorgt dat uw belastbaar inkomen in de 4e belastingschijf lager wordt. De komende 28 jaar komt daar steeds 0,5% bij, totdat u in 2042 14% belasting betaalt over dat deel van de hypotheekrenteaftrek.
Hebt u (tijdelijk) 2 eigen woningen waarvan er 1 leegstaat? Dan mag u de hypotheekrente maximaal 3 jaar blijven aftrekken.
Hebt u uw woning te koop staan en verhuurt u deze woning tijdelijk onder de Leegstandswet? Dan mag u de hypotheekrente weer aftrekken als de woning na de verhuurperiode leegstaat.
Verlaagd btw-tarief voor renovatie en herstel verlengd De tijdelijke verlaging van het btw-tarief naar 6% voor het arbeidsloon bij het verbouwen en herstellen van woningen wordt verlengd tot 31 december 2014. Voor de gebruikte materialen blijft het hoge btw-tarief gelden.
Vrijstelling voor schenkingen omhoog Sinds 1 oktober is de eenmalig verhoogde vrijstelling van € 51.407 voor schenkingen voor de eigen woning van ouders aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar tijdelijk verruimd. Van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 is deze vrijstelling € 100.000. Bovendien geldt de vrijstelling voor iedere schenking die wordt gebruikt voor de eigen woning. Het hoeft dus geen schenking te zijn van een ouder aan een kind en de ontvanger hoeft niet tussen de 18 en 40 jaar te zijn. Onder schenkingen voor de eigen woning valt sinds 1 oktober ook een schenking die bestemd is voor de aflossing van een restschuld. Deze verruiming is permanent. Hebt u al gebruikgemaakt van de eenmalig verhoogde vrijstelling van € 51.407 en wilt u gebruikmaken van de tijdelijke verruiming? Dan moet u het al eerder geschonken bedrag aftrekken van de verruimde vrijstelling van € 100.000.
3
Giften aftrekbaar zonder notariële akte U kunt vanaf 2014 periodieke giften doen met een onderhandse akte van schenking aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI) of aan een vereniging met ten minste 25 leden. U hoeft de gift niet meer vast te leggen in een notariële akte om voor aftrek in aanmerking te komen.
Belasting- en invorderingsrente omhoog De belastingrente en invorderingsrente zijn per 1 april 2014 minimaal 4%. Tot 1 april geldt nog het tarief van 3%.
4
2. Ondernemers en werkgevers Hieronder vindt u de belangrijkste voorgestelde veranderingen voor ondernemers. Alle veranderingen voor werkgevers leest u in de Nieuwsbrief loonheffingen 2014.
Btw-teruggaven voortaan op 1 rekeningnummer Vanaf 1 december 2013 kunt u voor de btw-teruggaaf per btw-(sub)nummer 1 rekeningnummer gebruiken. Dit rekeningnummer moet op naam van uw onderneming staan.
'Aangiftebrief omzetbelasting' afgeschaft Voor de btw-aangiftetijdvakken vanaf 1 januari 2014 stuurt de Belastingdienst geen ‘Aangiftebrief Omzetbelasting’ meer. In januari 2014 krijgt u wel eenmalig een overzicht van alle aangiftetijdvakken en de bijbehorende uiterste aangifte- en betaaldatums en betalingskenmerken voor 2014. Met het afschaffen van de aangiftebrief verdwijnt ook de bijbehorende acceptgiro. Bij de aangiftebrief over het laatste tijdvak van 2013 krijgt u geen acceptgiro meer.
Btw-integratieheffing vervalt Per 1 januari 2014 vervalt de btw-integratieheffing. Dat betekent dat u geen btw meer hoeft te betalen over zelfgemaakte goederen die u gebruikt voor prestaties waarvoor geen (volledig) recht op aftrek van voorbelasting bestaat. U betaalt ook geen btw meer als u goederen laat maken waarbij u zelf de materialen levert, dus bijvoorbeeld als u op eigen grond een gebouw laat bouwen.
Verlaagd btw-tarief voor renovatie en herstel verlengd De tijdelijke verlaging van het btw-tarief naar 6% voor het arbeidsloon bij het verbouwen en herstellen van woningen wordt verlengd tot 31 december 2014. Voor de gebruikte materialen blijft het hoge btw-tarief gelden.
5
Digitale btw-aangifte voor ondernemers die niet in Nederland zijn gevestigd Bent u niet in Nederland gevestigd, maar moet u wel aangifte btw doen? Dan moet u straks digitaal aangifte btw en opgaaf intracommunautaire prestaties (ICP) doen. Digitaal aangifte en opgaaf doen is verplicht vanaf de 1e aangifte en opgaaf over 2014.
Stamrechtvrijstelling vervalt per 1 januari 2014 Per 1 januari 2014 vervalt de stamrechtvrijstelling voor nieuwe gevallen. Voor stamrechten die zijn toegekend vóór 1 januari 2014 en waarop de stamrechtvrijstelling van toepassing is, geldt overgangsrecht.
Wijzigingen motorrijtuigenbelasting Voor de motorrijtuigenbelasting (mrb) verandert per 1 januari 2014 het volgende:
Er zijn nieuwe regels voor de vrijstelling van de motorrijtuigenbelasting voor zuinige personenauto's. Alleen als u een personenauto hebt met een CO2-uitstoot die niet hoger is dan 50 gram per kilometer, hoeft u ook na 1 januari 2014 geen motorrijtuigenbelasting te betalen. Het maakt niet uit wat voor motor uw personenauto heeft. De aangescherpte eisen voor de CO2-uitstoot hebben ook gevolgen voor de hoogte van de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm). De tarieven van bestelauto’s, bijzondere personenauto’s en motorrijwielen veranderen niet.
Staat u ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (of zou u ingeschreven moeten staan) en hebt u een voertuig met een buitenlands kenteken dat u in Nederland ter beschikking staat? Dan betaalt u per 1 januari motorrijtuigenbelasting.
De vrijstelling van motorrijtuigenbelasting voor oldtimers geldt vanaf 1 januari 2014 alleen nog voor motorrijtuigen van 40 jaar en ouder. Er komt een overgangsregeling voor oldtimers met een benzinemotor die op 1 januari 2014 26 jaar of ouder zijn, maar nog geen 40 jaar. Voor deze voertuigen betaalt u maximaal € 120 per jaar. Het gaat dan om personen- en bestelauto's, motorfietsen, bussen en vrachtauto's.
6
Veranderingen verhuurderheffing Bent u eigenaar van meer dan 10 huurwoningen met een huur van maximaal € 682,01? Dan krijgt u in 2014 te maken met verhuurderheffing. Het tarief van deze heffing stijgt in 2014 naar 0,381% van de WOZ-waarde. U kunt vanaf 2014 heffingsvermindering aanvragen als u investeert in uw woningen.
Tarief box 2 tijdelijk lager Het tarief in box 2 (belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang) wordt eenmalig, alleen in 2014, verlaagd van 25% naar 22%. Directeuren-grootaandeelhouders betalen dus minder belasting over dividenduitkeringen. Het verlaagde tarief geldt alleen voor de 1e € 250.000 van het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang.
Belasting- en invorderingsrente omhoog Per 1 april 2014 gaat de belastingrente voor de vennootschapsbelasting aansluiten bij de wettelijke rente voor handelstransacties, met een minimum van 8%. De belastingrente voor de overige belastingen en de invorderingsrente zijn per 1 april minimaal 4%. Tot 1 april 2014 geldt daarvoor nog het tarief van 3%.
Bron: Belastingdienst, 21-11-2013
7