Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLAV1/0900000328/NVD/DDJ BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE BVBA DU PONT DE NEMOURS MET BETREKKING TOT DE AFDELING PERFORMANCE COATINGS VOOR DE PRODUCTIE VAN BEDEKKINGMIDDELEN, GELEGEN TE 2800 MECHELEN, ANTOON SPINOYSTRAAT 6. De deputatie van de provincie Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid artikel 8; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, op 9 juli 2009 ingediend door de bvba Du Pont De Nemours, gevestigd te 2800 Mechelen, Antoon Spinoystraat 6, strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om de afdeling performance coatings voor de productie van bedekkingsmiddelen, gelegen te 2800 Mechelen, Antoon Spinoystraat 6, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 3-E-85h, 3-E-85k, te veranderen door: ‒ toevoeging van het perceel 3-E-85k; ‒ uitbreiding van de opslag met 90 ton papier (etiketten in gebouw a in solvent mengafedeling): tot 100,5 ton (33.4); ‒ de vermindering van de opslag van peroxides met 1 ton en de verplaatsing van deze opslag naar een nieuw magazijn (cat. 3), de bijkomende opslag van 0,5 ton ontplofbare stoffen in een nieuw magazijn en de verplaatsing van 0,5 ton ontplofbare stoffen naar een nieuw magazijn (cat. 5), waardoor rubriek 17.2.2. voortaan omvat: industriële activiteiten en opslagplaatsen met risico’s van zware ongevallen waarbij in totaal 9.454.100 kg gevaarlijke stoffen zijn betrokken (17.2.2), met name: • de opslag van 0,27 kg acetyleen (tevens ingedeeld onder rubriek 16.7.2); • de opslag van 0,022 kg waterstof (tevens ingedeeld onder rubriek 16.7.2); • de opslag van 0,495 kg zuurstof (tevens ingedeeld onder rubriek 16.7.2); • de opslag van 1,35 kg zeer licht ontvlambare vloeibare gassen (butaan/propaan) en de aanwezigheid van 2,8 kg aardgas in leidingen (de opslag van butaan/propaan is tevens ingedeeld onder rubriek 16.7.2); • de opslag van 0,5 ton methanol in vaten in gebouw 96 locatie SA; • de opslag van 145,628 ton aardolieproducten (40 m3 (34 ton) nafta in T157, 2 houders voor stookolie van respectievelijk 2,5 m3 (2,130 ton) en 130 m3 (109,498 ton)); • de opslag in vaten in gebouw 96 locatie SA en aanwezigheid van in totaal max. 1 ton zeer giftige producten (cat. 1); • de opslag in gebouw 96 locatie SA en/of gebouw 10, 13, 39 en aanwezigheid van in totaal max. 121,6 ton giftige stoffen (cat. 2), waarvan
Koningin Elisabethlei 22 | 2018 Antwerpen 1 T 03 240 50 11 | F 03 240 57 79
MLAV1/0900000328 bvba Du Pont De Nemours
‒
- de opslag van 40 m3 (40 ton) in T185 (ook ingedeeld in cat. 9i); • de opslag en aanwezigheid van 18 ton producten in een nieuw magazijn voor explosieve en oxiderende stoffen, waarvan: - 17 ton cat. 3; - 10 ton tevens is ingedeeld in cat. 9i of 9ii; - 6 ton in cat. 6; - 5 ton in cat. 7b; - 1 ton in cat. 5; • de opslag van in totaal max. 5,5 ton ontplofbare stoffen in gebouw 19, 20, 27 en/of 28 (cat. 5); • de opslag en aanwezigheid van in totaal max. 6.808 ton ontvlambare stoffen (cat. 6) of Pproducten met een hogere P-klasse (P3/P4) , waarvan - de opslag van 1.415 m3 (1.415 ton) in vaste houders: → 23 houders van 40 m3 (40 ton), waarvan 5 (T159, T166, T168 en gebouw 51: T33 en T34) ook ingedeeld in cat. 9ii; → 5 houders van 20 m3 (20 ton); → 32 houders van 10 m3 (10 ton) (gebouw 51: T1 tot en met T32); → 3 houders van 25 m3 (25 ton) (MB1, MB3 en MB4); • de opslag en aanwezigheid van in totaal max. 1.000 ton licht ontvlambare stoffen (cat. 7b) of P-producten met een hogere P-klasse (P2/P3/P4), waarvan - de opslag van 383 m3 (383 ton) in vaste houders: → 5 houders van 40 m3 (40 ton) (T154, T156, T158, T161, T165) ; → 7 houders van 20 m3 (20 ton) (T171 T172, T173, T174, T177, B01-A en B01-B) ; → 1 houder van 18 m3 (18 ton) (gebouw 37: T4); → 1 houder van 25 m3 (25 ton) (MB2); • de opslag en aanwezigheid van in totaal max. 250 ton stoffen gevaarlijk voor het milieu (R50) (cat. 9i), waarvan: - de opslag van 40 m3 (40 ton) in T185 (ook ingedeeld in cat. 2); • de opslag en aanwezigheid van in totaal max. 1.250 ton stoffen gevaarlijk voor het milieu (R51/53) (cat. 9ii), waarvan; - de opslag van 240 m3 (240 ton) in vaste houders: → 5 houders van 40 m3 (40 ton) (T159, T166, T168 en gebouw 51: T33 en T34) (ook ingedeeld in cat. 6); → 1 houder van 40 m3 (40 ton) (T181); uitbreiding met 5 koelinstallaties met een totale drijfkracht van 22 kW tot een totaal van 1.982 kW voor koel- en airconditioninginstallaties samen (16.3.1.2);
Vlarem-rubricering volgens aanvrager: 16.3.1.2 – 17.2.2 – 33.4; Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag: ‒ Besluit nr. 55.442 f2 d.d. 3 mei 1990 van de deputatie van Antwerpen houdende vergunning voor het verder exploiteren van een inrichting voor het vervaardigen van verven, verdunners, vernissen e.d. voor een termijn verstrijkend op 2 februari 2010; ‒ diverse wijzigingen en uitbreidingen. – Besluit nr. AMV/34579/1025 d.d. 26 maart 2009 van de minister houdende afwijking van Vlarem II artikel 5.33.0.3, §3 m.b.t. de exploitatie van een chemisch bedrijf; – Besluit nr. MLAV1/08-621 d.d. 20 mei 2009 van de deputatie van Antwerpen houdende gedeeltelijke vergunning voor het verder exploiteren na verandering door uitbreiding en wijziging van een inrichting voor de productie van kunststoffen en bedekkingmiddelen voor een termijn verstrijkend op 20 mei 2029;
2 / 12
MLAV1/0900000328 bvba Du Pont De Nemours
Gelet op het feit dat deze aanvraag voor de eerste maal werd ingediend op 9 juli 2009; op het feit dat op datum van 23 juli 2009 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlarem; Gelet op het verslag van de informatievergadering zoals bedoeld in artikel 18 van het Vlarem gehouden op 24 augustus 2009; op het feit dat niemand van de omwonenden aanwezig was; op het feit dat de vertegenwoordigers van Du Pont de Nemours en SGS een korte toelichtingen gegeven hebben aan de milieudienst over de milieuvergunningsaanvraag, de opslag van peroxides en het veiligheidsrapport; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek d.d. 4 september 2009 waaruit blijkt dat er noch schriftelijke, noch mondelinge bezwaren en/of opmerkingen werden ingediend; Gelet op het gunstig advies d.d. 4 september 2009 van het college van burgemeester en schepenen van Mechelen (kenmerk KD/09/658/KD); Gelet op het gunstig advies d.d. 16 september 2009 van de afdeling van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE), bevoegd voor Milieuvergunningen (AMV) (kenmerk AMV/A/09/5310); op volgende elementen uit dit advies : 1. Voorliggende aanvraag betreft de wijziging, uitbreiding en toevoeging van een vergunning voor een bestaande inrichting. Met deze aanvraag wenst de exploitant enkele aanpassingen te bekomen aan de zopas verkregen milieuvergunning (hervergunning). De belangrijkste is de aanpassing van rubriek 17.2.2. 2. Momenteel is de inrichting vergund voor o.a. (17.2.2): a. de opslag en aanwezigheid van max. 44 ton of 18 ton (na ingebruikname van nieuw magazijn voor explosieve en oxiderende stoffen) oxiderende stoffen (cat. 3 – waarvan 18 ton tevens is ingedeeld in cat. 9i of 9ii en 6 of 7b), waarvan max. 44 ton peroxides in opslag in gebouw 96 locatie SB of 18 ton in nieuw magazijn voor explosieve en oxiderende stoffen; b. de opslag en aanwezigheid van in totaal max. 6,5 ton of 6 ton (na ingebruikname van nieuw magazijn voor explosieve en oxiderende stoffen) ontplofbare stoffen (cat. 5); waarvan max. 6,5 ton in opslag in gebouw 19, 20, 27 en/of 28 of 6 ton in nieuw magazijn voor explosieve en oxiderende stoffen; 3. De peroxides worden verplaats van SB locatie gebouw 96 naar een nieuwe opslagplaats, zoals in de oorspronkelijke vergunning werd gesteld. Alleen blijkt dat naar de nieuwe locatie de opslag van 17 ton zal verhuisd worden. Daarbij komt nog 1 ton die momenteel opgeslagen is in gebouw 19, 20, 27 en/of 28. Hieruit kan geconcludeerd worden dat in de nieuwe opslagplaats 18 ton zal opgeslagen worden (zoals in de huidige milieuvergunning) en in gebouw 19, 20, 27 en/of 28 de opslag ontplofbare stoffen 5,5 ton zal bedragen (1 ton minder dan in de huidige milieuvergunning). Deze ontplofbare stoffen zullen dus niet meer verplaatst worden naar de nieuwe locatie zoals oorspronkelijk voorzien. 4. De exploitant wenst met deze aanvraag dus bovenstaande opslag te wijzigen in: a. de opslag en aanwezigheid van 18 ton producten in een nieuw magazijn voor explosieve en oxiderende stoffen, waarvan maximaal: − 17 ton cat. 3; − 10 ton tevens is ingedeeld in cat. 9i of 9ii; − 6 ton in cat. 6; − 5 ton in cat. 7b; − 1 ton in cat. 5; b. de opslag van in totaal max. 5,5 ton ontplofbare stoffen in gebouw 19, 20, 27 en/of 28 (cat. 5);
3 / 12
MLAV1/0900000328 bvba Du Pont De Nemours
5. 6.
De overige opslag vergund onder rubriek 17.2.2 blijft ongewijzigd. In het goedgekeurde OVR met kenmerk OVR/08/28 dat bij de hermachtigingsaanvraag werd gevoegd, werden 3 nieuwe locaties opgenomen voor de opslag van de explosieve stoffen. Uiteindelijk zal een gedeelte van de explosieve stoffen van gebouw 19/20/27/28 verplaatst worden naar locatie 3 (ten noorden van de Vespel afdeling). 7. Op 2 juli 2009 werd in het kader van de aangevraagde wijzigingen door een erkend VRdeskundige van SGS volgende gesteld: “In het goedgekeurde OVR van DuPont van december 2008 (goedkeuringscode OVR/08/28) werden de isorisicocontouren berekend en weergegeven. Met betrekking tot de opslag van explosieve producten werd rekening gehouden met de huidige situatie waarbij de opslag zich situeert in gebouw 19/20/27/28. Tevens werd een mogelijke verplaatsing van deze opslag in de toekomstige situatie naar 3 mogelijke locaties mee beschouwd in het OVR. Telkens werden de isorisicocontouren bepaald voor een maximale opslag van 6.500 kg ontplofbare producten. De berekende risicocontouren uit het OVR worden weergegeven in de volgende figuur, waarbij de isorisicocontouren van gebouw 19/20/27/28 en locatie 3 samen zijn afgebeeld. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de risicocontouren tengevolge van gebouw 19/20/27/28 en locatie 3 gebaseerd zijn op een aanwezigheid van telkens 6.500 kg ontplofbare producten. De situatie in de onderstaande figuur, waarbij er dus in totaal 13.000 kg ontplofbare producten aanwezig is op de terreinen van DuPont, zal zich echter nooit voordoen. De figuur duidt enkel de isorisicocontouren aan wanneer de maximale aanwezigheid van 6.500 kg aanwezig is op een welbepaalde locatie (gebouw 19/20/27/28 of locatie 3). Momenteel wordt de verplaatsing van de opslag van ontplofbare producten voorzien naar locatie 3 uit het betreffende OVR. Bijkomend wordt de huidige locatie (gebouw 19/20/27/28) eveneens voorzien als mogelijke opslagplaats voor deze producten. Echter de maximale verwachtte hoeveelheid in gebouw 19/20/27/28 wordt geschat op 5.500 kg, en in locatie 3 op 1.000 kg. De hierboven (en in het OVR) weergegeven risicocontouren zijn bijgevolg overschattingen van de te verwachten risico’s. De risicocontouren voor de maximaal te verwachten hoeveelheden zullen zeker niet groter zijn. Algemeen kan besloten worden dat de opslag van 5.500 kg ontplofbare producten in gebouw 19/20/27/28 en van 1.000 kg ontplofbare producten in locatie 3 geen aanleiding zal geven tot hogere risico’s dan vermeld in het OVR.” 8. Uit de figuur waarvan sprake is blijkt dat de 10-5 contour de noordwestelijke perceelsgrens overschrijdt, ten noorden van DuPont is de spoorweg gelegen. Aangezien hier niet permanent mensen aanwezig zijn (net als op de openbare weg) kan dit aanvaard worden. Ten westen van DuPont is de firma ODTH nv gelegen, aangezien de 10-5 contour hier ook een overschrijding van de perceelsgrens is, dient er een overeenkomst tussen beide bedrijven te zijn. Op 30 maart 2009 werd i.h.k.v. de hervergunning een veiligheidsinformatieplan tussen beide partijen ondertekend. In het VIP wordt o.a. volgende paragraaf opgenomen: “DuPont de Nemours BVBA spreekt af om elke revisie of hernieuwing van het Samenwerkingsakkoord Veiligheidsrapport alsook van het Omgevingsveiligheidsrapport aan ODTH NV kenbaar te maken, te overhandigen en toe te lichten. De nadruk bij deze toelichting ligt op de bespreking van de risico’s waarbij dat de IRC van 10-5 zich over de grens van het naburige bedrijf uitstrekt.” Wij wensen hierbij dan ook op te merken dat DuPont de aangevraagde veranderingen i.v.m. de opslag ontplofbare producten in gebouw 19/20/27/28 dient te melden aan het naburig bedrijf ODTH NV. 9. De nieuwe opslagplaats (locatie 3) bestaat uit 4 containers die op respectievelijk 25°C, 10°C en 5°C (2 containers) gehouden wordt en een diepvriesruimte (-10°C). Voor deze containers dient een koeling voorzien te worden, ondanks het feit dat ze niet allemaal op dezelfde temperatuur gehouden worden, worden ze uitgerust met een identieke koeling (elk 5 kW). De vriesunit is kleiner in oppervlak en een koelvermogen van 2 kW volstaat. In elk van deze containers kan 10 % van de totale opslagcapaciteit opgeslagen worden. 10. Om het energieverbruik te beperken worden het volume dat moet gekoeld worden zo minimaal als mogelijk gehouden door het gebruik van containers. 11. De koelgroepen worden voorzien van een geluidsomkasting om het geluid zoveel als mogelijk te beperken.
4 / 12
MLAV1/0900000328 bvba Du Pont De Nemours
12. De opslag van de etiketten gebeurde vroeger extern, omwille van kost is dit intern ondergebracht. Deze opslag vindt plaats in een aparte ruimte binnen de afdeling solvent mengafdeling. Deze zone is voorzien van branddetectie en sprinkler installatie. 13. De activiteiten van DuPont situeren zich in de bedekkingmiddelen industrie, een activiteit die minder relevant is voor het aspect fijn stof. De inrichting is niet gelegen in een hotspotzone (jaargemiddelde PM10 concentratie (2006): 29,4 µg/m³). 14. Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos werd op datum verslag nog niet ontvangen en wordt geacht gunstig te zijn. 15. Er kan besloten worden dat de hinder en de risico’s door de gevraagde uitbreidingen van de vergunning onder voorgestelde voorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van het Agentschap RO-Vlaanderen (ARO); Gelet op het gunstig advies d.d. 13 september 2009 van de afdeling van het Agentschap Zorg en Gezondheid (VAZG), bevoegd voor het Toezicht Volksgezondheid (ToVo) (kenmerk LVR/09-328); op volgende elementen uit dit advies : 1. Bvba Du Pont De Nemours vraagt een wijziging aan van de afdeling Performance Coatings voor de productie van bedekkingsmiddelen. In Mechelen worden diverse activiteiten uitgevoerd verspreid over verschillende fabrieken op afzonderlijke terreinen. Deze hervergunningsaanvraag heeft betrekking op de verfproductie, Teflon® productie, research & development- afdeling en harsafdeling. 2. Er werd een omgevingsveiligheidsrapport opgemaakt dat op 4 december 2008 werd goedgekeurd. 3. Er werd geen plaatsbezoek uitgevoerd. 4. Bij de advisering inzake het verlenen van een vergunning aan BVBA Du Pont De Nemours worden volgende gezondheidsaspecten beoordeeld: a. Omgevingsaspecten en/of klachten − Het bedrijf is gelegen in een industriegebied (Mechelen-zuid). Ten zuidoosten bevindt zich naast het industriegebied en dus aangrenzend met het bedrijf een woongebied met landelijk karakter en ten noorden ligt het dichtstbijzijnde woongebied op ca 200m. Binnen een straal van 1 km zijn enkele kwetsbare locaties gelegen, namelijk een 4-tal scholen waarvan de dichtstbijzijnde op slechts 500m van het bedrijf gelokaliseerd is. − Er zijn geen klachten of bezwaren gemeld tijdens het openbaar onderzoek. b. Relevante gezondheidsbedreigende factoren − Emissies/immissies: Door de wijziging van opslag ontplofbare, oxiderende en explosieve stoffen zullen de emissies niet wijzigen. − Verontreiniging van bodem/ grondwater en oppervlaktewater: De peroxidenopslag op de nieuwe locatie wordt voorzien van lekopvang en bluswateropvang. − Geurhinder: Niet relevant voor deze wijziging. − Stofhinder: Niet relevant voor deze wijziging. − Geluidshinder: Niet relevant voor deze wijziging. − Verkeersoverlast: Niet relevant voor deze wijziging. − Veiligheidsproblemen: De peroxidenopslag op de nieuwe locatie wordt voorzien van brandbeveiligingsmaatregelen. De peroxiden zullen worden opgeslagen in 5 brandwerende moduulcontainers met nooddrukontlasting, actieve koelinstallatie, temperatuursensoren, spinklers en bluswateropvang. In het OVR dat werd goedgekeurd op 4 december 2008 worden zowel de afdeling performance Coatings als de afdeling Vespel® besproken. Beide afdelingen hebben elk hun eigen vergunning maar beschikken over hetzelfde personeel, hetzelfde veiligheidsbeheersysteem en intern noodplan. In het OVR werd ook de verplaatsing van ontplofbare stoffen besproken als toekomstige situatie. Er werden drie mogelijk locaties beschreven. Momenteel wordt via deze
5 / 12
MLAV1/0900000328 bvba Du Pont De Nemours
5.
aanvraag locatie 3 uit het OVR voorzien voor de opslag van de ontplofbare producten. De conclusies uit het OVR blijven van toepassing. − Visuele hinder: Het bedrijf ligt vlakbij woongebied met landelijk karakter en kan mogelijks voor visuele hinder zorgen. − Psychische impact: Niet relevant voor deze wijziging. Besluit: Ons advies is gunstig voor de gevraagde activiteiten omdat de risico’s voor de mens en milieu aanvaardbaar zijn;
Gelet op het horen van de heer K. Vanhoenacker, milieucoördinator, en de heer P. Sijbers, projectmanager, namens de exploitant door de Provinciale Milieuvergunningscommissie d.d. 20 oktober 2009; Gelet op het gunstig advies d.d. 20 oktober 2009 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (PMVC); op volgende elementen uit dit advies : 1. Horen van partijen – De heer K. Vanhoenacker, milieucoördinator, en de heer P. Sijbers, projectmanager, worden gehoord namens de exploitant. – De voorzitter stelt vast dat er geen bezwaren werden ingediend tijdens het openbaar onderzoek en dat de uitgebrachte adviezen gunstig zijn. – Op vraag van de voorzitter licht de heer Sijbers toe dat deze aanvraag voornamelijk betrekking heeft op de plaatsing van een nieuw, apart magazijn voor de opslag van peroxide. 2. Omschrijving en rubrieken – De omschrijving en rubrieken werden correct aangevraagd en kunnen behouden blijven. 3. Stedenbouwkundige verenigbaarheid – Het advies van het ARO werd nog niet ontvangen en wordt stilzwijgend gunstig geacht. – De inrichting is volgens het gewestplan Mechelen gelegen in industriegebied grenzend aan woongebied met landelijk karakter. Er werden voor deze inrichting reeds verschillende bouwvergunningen verleend. De PMVC is van oordeel dat de aanvraag stedenbouwkundig verenigbaar is. 4. Openbaar onderzoek – bezwaren – Er werden geen mondelinge en/of schriftelijke bezwaren en/of opmerkingen ingediend. 5. Milieutechnische evaluatie – De PMVC volgt de gunstige adviezen. 6. Watertoets – Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s m.b.t. de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten van die aard zijn dat ze niet relevant zijn voor wat betreft de invloed op het watersysteem, zodanig dat geen bijkomend wateradvies vereist is, en dat derhalve de aanvraag voldoet aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid. 7. Termijn – De vergunning kan verleend worden voor een termijn verstrijkend op 20 mei 2029 met een termijn voor ingebruikname van 3 jaar. – Er kan akte genomen worden van de gemelde klasse 3-inrichtingen. 8. Voorwaarden a. Algemene voorwaarden – Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning); – Geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder); De PMVC is van oordeel dat de algemene voorwaarden van de hoofdstukken 4.4 (beheersing van luchtverontreiniging) en 4.10 (emissies van broeikasgassen) (Lucht) niet van toepassing zijn op deze aanvraag. b. Sectorale voorwaarden
6 / 12
MLAV1/0900000328 bvba Du Pont De Nemours
– Gassen – gemeenschappelijke bepalingen: afdeling 5.16.1; – Installaties voor het fysisch behandelen van gassen: afdeling 5.16.3; – Opslag van gevaarlijke producten – algemene bepalingen: afdeling 5.17.1; – Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse houders: afdeling 5.17.3; – Papier: hoofdstuk 5.33; c. Bijzondere voorwaarden – De brandweervoorwaarden dienen niet opgelegd te worden in de milieuvergunning, maar dienen tot stand te komen in onderling overleg tussen de exploitant en de plaatselijke brandweer; Gelet op de ligging van de inrichting in een gebied van het gewestplan Mechelen, waarvoor de voorschriften voor industriegebied van toepassing zijn; Overwegende dat gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat voor de evaluatie van de elementen die de aanvrager heeft aangebracht tijdens het horen door de PMVC, kan verwezen worden naar het advies van de PMVC; Overwegende dat de gunstige adviezen in aanmerking worden genomen; Overwegende dat uit de toepassing van de in artikel 3, §1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 vermelde beoordelingsschema’s blijkt dat de gevraagde activiteiten van die aard zijn dat ze niet relevant zijn voor wat betreft invloed op het watersysteem; dat derhalve de aanvraag voldoet aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan voor een termijn verstrijkend op 20 mei 2029;
BESLUIT: ARTIKEL 1 - Voorwerp Aan de bvba Du Pont De Nemours, gevestigd te 2800 Mechelen, Antoon Spinoystraat 6, wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend om een afdeling Performance Coatings voor de productie van bedekkingmiddelen te 2800 Mechelen, Antoon Spinoystraat 6, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 3-E-85h, 3-E-85k te veranderen door: – toevoeging van het perceel 3-E-85k; – uitbreiding van de opslag met 90 ton papier (etiketten in gebouw a in solvent mengafedeling): tot 100,5 ton (33.4); – de vermindering van de opslag van peroxides met 1 ton en de verplaatsing van deze opslag naar een nieuw magazijn (cat. 3), de bijkomende opslag van 0,5 ton ontplofbare stoffen in een nieuw magazijn en de verplaatsing van 0,5 ton ontplofbare stoffen naar een nieuw magazijn (cat. 5),
7 / 12
MLAV1/0900000328 bvba Du Pont De Nemours
–
waardoor rubriek 17.2.2. voortaan omvat: industriële activiteiten en opslagplaatsen met risico’s van zware ongevallen waarbij in totaal 9.454.100 kg gevaarlijke stoffen zijn betrokken (17.2.2), met name: • de opslag van 0,27 kg acetyleen (tevens ingedeeld onder rubriek 16.7.2); • de opslag van 0,022 kg waterstof (tevens ingedeeld onder rubriek 16.7.2); • de opslag van 0,495 kg zuurstof (tevens ingedeeld onder rubriek 16.7.2); • de opslag van 1,35 kg zeer licht ontvlambare vloeibare gassen (butaan/propaan) en de aanwezigheid van 2,8 kg aardgas in leidingen (de opslag van butaan/propaan is tevens ingedeeld onder rubriek 16.7.2); • de opslag van 0,5 ton methanol in vaten in gebouw 96 locatie SA; • de opslag van 145,628 ton aardolieproducten (40 m3 (34 ton) nafta in T157, 2 houders voor stookolie van respectievelijk 2,5 m3 (2,130 ton) en 130 m3 (109,498 ton)); • de opslag in vaten in gebouw 96 locatie SA en aanwezigheid van in totaal max. 1 ton zeer giftige producten (cat. 1); • de opslag in gebouw 96 locatie SA en/of gebouw 10, 13, 39 en aanwezigheid van in totaal max. 121,6 ton giftige stoffen (cat. 2), waarvan - de opslag van 40 m3 (40 ton) in T185 (ook ingedeeld in cat. 9i); • de opslag en aanwezigheid van 18 ton producten in een nieuw magazijn voor explosieve en oxiderende stoffen, waarvan: - 17 ton cat. 3; - 10 ton tevens is ingedeeld in cat. 9i of 9ii; - 6 ton in cat. 6; - 5 ton in cat. 7b; - 1 ton in cat. 5; • de opslag van in totaal max. 5,5 ton ontplofbare stoffen in gebouw 19, 20, 27 en/of 28 (cat. 5); • de opslag en aanwezigheid van in totaal max. 6.808 ton ontvlambare stoffen (cat. 6) of Pproducten met een hogere P-klasse (P3/P4) , waarvan - de opslag van 1.415 m3 (1.415 ton) in vaste houders: → 23 houders van 40 m3 (40 ton), waarvan 5 (T159, T166, T168 en gebouw 51: T33 en T34) ook ingedeeld in cat. 9ii; → 5 houders van 20 m3 (20 ton); → 32 houders van 10 m3 (10 ton) (gebouw 51: T1 tot en met T32); → 3 houders van 25 m3 (25 ton) (MB1, MB3 en MB4); • de opslag en aanwezigheid van in totaal max. 1.000 ton licht ontvlambare stoffen (cat. 7b) of P-producten met een hogere P-klasse (P2/P3/P4), waarvan - de opslag van 383 m3 (383 ton) in vaste houders: → 5 houders van 40 m3 (40 ton) (T154, T156, T158, T161, T165) ; → 7 houders van 20 m3 (20 ton) (T171 T172, T173, T174, T177, B01-A en B01-B) ; → 1 houder van 18 m3 (18 ton) (gebouw 37: T4); → 1 houder van 25 m3 (25 ton) (MB2); • de opslag en aanwezigheid van in totaal max. 250 ton stoffen gevaarlijk voor het milieu (R50) (cat. 9i), waarvan: - de opslag van 40 m3 (40 ton) in T185 (ook ingedeeld in cat. 2); • de opslag en aanwezigheid van in totaal max. 1.250 ton stoffen gevaarlijk voor het milieu (R51/53) (cat. 9ii), waarvan; - de opslag van 240 m3 (240 ton) in vaste houders: → 5 houders van 40 m3 (40 ton) (T159, T166, T168 en gebouw 51: T33 en T34) (ook ingedeeld in cat. 6); → 1 houder van 40 m3 (40 ton) (T181); uitbreiding met 5 koelinstallaties met een totale drijfkracht van 22 kW tot een totaal van 1.982 kW voor koel- en airconditioninginstallaties samen (16.3.1.2).
8 / 12
MLAV1/0900000328 bvba Du Pont De Nemours
Vlarem-rubricering: 16.3.1.2 – 17.2.2 – 33.4 ARTIKEL 2 – Koppeling aan de stedenbouwkundige vergunning §1 Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de verandering die er het voorwerp van uitmaakt ook een stedenbouwkundige vergunning als bedoeld in art. 4.2.1 e.v. van de Vlaamse Codex RO, vereist is en deze stedenbouwkundige vergunning niet definitief is verleend. Deze schorsing duurt tot de stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend of is geweigerd in laatste aanleg. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning te melden aan de deputatie bij ter post aangetekende zending. §2 De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de stedenbouwkundige vergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. §3 De stedenbouwkundige vergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. §4 Deze geschorste stedenbouwkundige vergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden.
9 / 12
MLAV1/0900000328 bvba Du Pont De Nemours
ARTIKEL 3 – Voorwaarden De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden : §1. Algemene: – Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning); – Geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder); §2. Sectorale: – Gassen – gemeenschappelijke bepalingen: afdeling 5.16.1; – Installaties voor het fysisch behandelen van gassen: afdeling 5.16.3; – Opslag van gevaarlijke producten – algemene bepalingen: afdeling 5.17.1; – Opslag van gevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse houders: afdeling 5.17.3; – Papier: hoofdstuk 5.33; De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de website van de provincie Antwerpen, via onderstaande link : http://www.provant.be/leefomgeving/milieu/milieuvergunningen/reglementering/milieuvergunninge nde/recente_wijzigingen ARTIKEL 4 - Termijn voorafgaand aan ingebruikname De in artikel 1 vergunde verandering dient in gebruik genomen te worden binnen de 3 jaar vanaf de datum van deze vergunning, zoniet vervalt deze vergunning van rechtswege. ARTIKEL 5 - Vergunningstermijn De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn: 1. die aanvangt op de datum van dit besluit, behoudens wanneer: a) Deze milieuvergunning is geschorst omdat de stedenbouwkundige vergunning voor de verandering op datum van deze milieuvergunning niet definitief is verleend; in dat geval vangt de vergunningstermijn aan op de datum waarop de stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend; de exploitant dient deze datum bij aangetekende brief te melden aan de deputatie; b) Onderhavige milieuvergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, §2 van rechtswege vervalt; in dat geval is geen enkele vergunningstermijn toegestaan. 2. die eindigt op 20 mei 2029, samenvallend met de einddatum van de termijn van de eerder verleende lopende vergunning d.d. 20 mei 2009. ARTIKEL 6 Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden.
10 / 12
MLAV1/0900000328 bvba Du Pont De Nemours
11 / 12
MLAV1/0900000328 bvba Du Pont De Nemours
ARTIKEL 7 §1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. §2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningsverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem. §3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18de en de 12de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. ARTIKEL 8 Tegen de beslissing m.b.t. de vergunningsaanvraag kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Leefmilieu, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 51 van het Vlarem. Tot staving van de ontvankelijkheid van het eventuele beroep dient bij het beroepschrift het hierbij gevoegde attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de voorgeschreven dossiertaks gevoegd te worden. Antwerpen, in zitting van 5 november 2009. Aanwezig: de heer J. Geuens, voorzitter, de heren K. Helsen, M. Wellens, mevrouw I. Verhaert, de heer B. De Nijn, leden en de heer D. Toelen, Provinciegriffier. Verslaggever: Jos Geuens In opdracht: De Provinciegriffier,
De Voorzitter,
D. Toelen
J. Geuens
12 / 12