INDEXAANPASSINGEN 2012 (tussen de haakjes staan de cijfers van 2011) Inflatiecorrectie 1,7% (0,6%%) ingevolge art. 10.1, Wet IB2001
2012
2011
Fiscaal partnerschap Vanaf 01 januari 2011 kwalificeren als fiscaal partners: - Gehuwden; - Geregistreerde partners; - Samenwonenden met een notarieel samenlevingscontract die in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op hetzelfde woonadres staan ingeschreven; - De ongehuwd samenwonenden die allebei op hetzelfde woonadres in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) staan ingeschreven, zijn fiscale partners als aan 1 of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan: • Zij hebben een notarieel samenlevingscontract gesloten; • Zij hebben samen een kind; • Een van de partners heeft een kind en de ander heeft dit kind erkend; • Zij zijn als partners aangemeld voor een pensioenregeling; • Zij zijn allebei eigenaar van de woning die het hoofdverblijf is; • M.i.v. 2012: In het Belastingplan 2012 wordt een nieuw criterium toegevoegd aan de bestaande partnercriteria. Op grond van het nieuwe criterium worden ongehuwd samenwonenden ook als partners aangemerkt indien zij samen met een kind van een van beiden op hetzelfde adres in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) staan ingeschreven. Als er sprake is van (onder)huur dan worden de huisgenoten in de gelegenheid gesteld om aan te tonen dat er geen sprake is van fiscaal partnerschap. Het fiscaal partnerschap begint op het moment dat de partners allebei op hetzelfde woonadres staan ingeschreven bij de gemeente en zij bovendien aan één of meer van de hiervoor genoemde voorwaarden voldoen. Zodra twee mensen op enig moment in een kalenderjaar als partner van elkaar worden aangemerkt, geldt het partnerschap tevens voor andere perioden in het kalenderjaar waarin zij wel op hetzelfde woonadres in de GBA staan ingeschreven, maar waarin zij nog niet of niet meer voldoen aan een of meer van de hiervoor genoemde voorwaarden. Als zij eind 2011 aan één van de voorwaarden voldoen en al het hele jaar op hetzelfde woonadres stonden ingeschreven, dan zijn zij dus heel 2011 fiscaal partner. Partnerschap op grond van het partnerbegrip van vóór 1 januari 2011 werkt niet door.
Bij gehuwden en geregistreerd partners is de belangrijkste verandering dat het partnerschap bij gehuwden niet langer eindigt bij ‘duurzaam gescheiden leven’, maar het fiscaal partnerschap eindigt als de twee personen niet meer op hetzelfde woonadres staan ingeschreven en zij bovendien een verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed hebben ingediend. Samenvatting: Persoonlijke situatie in 2012 - U bent getrouwd - U bent geregistreerd partner - U woont samen en hebt een notarieel samenlevingscontract - U woont samen, maar hebt geen (notarieel) samenlevingscontract. En u hebt samen geen kind, geen eigen woning of u bent niet als pensioenpartners aangemeld - U woont samen en hebt een samenlevingscontract dat u niet bij de notaris hebt afgesloten. En u hebt samen geen kind, geen eigen woning of u bent niet als pensioenpartners aangemeld - U woont samen en hebt samen een kind of het kind is van één van u beiden - U woont samen en hebt samen een eigen woning - U woont samen en bent pensioenpartners
Wel/geen fiscale partners U bent fiscale partners U bent fiscale partners U bent fiscale partners U bent geen fiscale partners U bent geen fiscale partners U bent fiscale partners U bent fiscale partners U bent fiscale partners
Let op: als u samenwoont, moet u allebei op hetzelfde adres bij de gemeentelijke basisadministratie staan ingeschreven BOX 1 Inkomensheffing Art. 2.10, IB2001
1e schijf tot € 18.945 (€ 18.628) personen boven 65 jaar € 33.863 (€ 32.436) 2e schijf tot personen boven 65 jaar: schijf tot € 33.863 (€ 33.436) personen boven 66 jaar: schijf tot € 34.055 (€ 33.485) 3e schijf t.m. € 56.491 (€ 55.694) 4e schijf boven € 56.491 (€ 55.694) * Premiepercentages volksverzekeringen
33,000% (waarvan 31,15% * pr.volksverz) 15,100% (waarvan 13,25% pr.volksverz) 41,950% (waarvan 31,15% * pr.volksverz) 24,050% (waarvan 13,25% pr.volksverz) 24,050% (waarvan 13,25% pr.volksverz) 42,000% 52,000% AOW 17,90%; ANW 1,10%; AWBZ 12,15%
33,100% (waarvan 31,15% * pr.volksverz) 15,200% (waarvan 13,25% pr.volksverz) 41,950% (waarvan 31,15% * pr.volksverz) 24,050% (waarvan 13,25% pr.volksverz) 24,050% (waarvan 13,25% pr.volksverz) 42,000% 52,000% AOW 17,90%; ANW 1,10%; AWBZ 12,15%
Reisvergoeding
zakelijk reis, maximaal belastingvrij per kilometer
€
0,19
€
0,19
Oudedagsreserve Art. 3.68, IB2001
12,0% over de winst, doch over max. winst van maximale dotatie
€ €
99.017 11.882
€ €
79.517 9.542
ARCES FINANCIËLE DIENSTVERLENING V.O.F.
Indexaanpassingen cijfers 2012 (311211).xls
Pagina 1 van 13
INDEXAANPASSINGEN 2012 (tussen de haakjes staan de cijfers van 2011) Inflatiecorrectie 1,7% (0,6%%) ingevolge art. 10.1, Wet IB2001 Zelfstandigenaftrek Art. 3.76, lid 2, IB2001
winst: (€ 0 tot € 14.045) (€ 14.045 tot € 16.295) (€ 16.295 tot € 18.540) (€ 18.540 tot € 53.070) (€ 53.070 tot € 55.315) (€ 55.315 tot € 57.565) (€ 57.565 tot € 59.810) (€ 59.810 en meer)
Startersaftrek Art. 3.76, lid 3, IB2001
2011
€ € € € € € € €
9.484 8.817 8.154 7.266 6.633 5.931 5.236 4.602
€
2.123
Meewerkaftrek Art. 3.78, lid 2, IB2001
€
7.280
€
2.123
12,00%
MKB-vrijstelling Art. 3.79a, IB2001 Speur- en ontwikkelingswerk Art. 3.77, lid 1, IB2001
2012
extra aftrek
€ €
uren: 525 tot 875 uren: 875 tot 1.225 uren: 1.225 tot 1.750 uren: 1.750 en meer
Stakingsaftrek Art. 3.79, IB2001 Reisaftrek (reiskosten openbaar vervoer) Art. 3.87, IB2001
0 - 10 km 11 - 15 km 16 - 20 km 21 - 30 km 31 - 40 km 41 - 50 km 51 - 60 km 61 - 70 km 71 - 80 km meer dan 80 km
Eigenwoningforfait Art. 3.112, IB2001
Wet waardering onroerende zaken: WOZ-waarde woning (hoofdverblijf) meer dan: maar niet meer dan: € 0 (€ 0) € 12.500 (€ 12.500) € 12.500 (€ 12.500) € 25.000 (€ 25.000) € 25.000 (€ 25.000) € 50.000 (€ 50.000) € 50.000 (€ 50.000) € 75.000 (€ 75.000) € 75.000 (€ 75.000) € 1.040.000 ( € 1.020.000) Meedere boven € 1.040.000 (€ 1.020.000)
ARCES FINANCIËLE DIENSTVERLENING V.O.F.
12.104 6.054
12,00%
€ €
1,25% van winst 2,00% van winst 3,00% van winst 4,00% van winst
12.310 6.157 1,25% van winst 2,00% van winst 3,00% van winst 4,00% van winst
€
3.630
€
3.630
€ € € € € € € € € €
428 572 957 1.186 1.547 1.721 1.910 1.974 2.001
€ € € € € € € € € €
436 582 974 1.207 1.574 1.751 1.943 2.008 2.036
0,000% 0,200% 0,300% 0,400% 0,550% € 5.610 + 1,050%
Indexaanpassingen cijfers 2012 (311211).xls
0,000% 0,200% 0,350% 0,450% 0,600% € 6.240 + 1,300%
Pagina 2 van 13
INDEXAANPASSINGEN 2012 (tussen de haakjes staan de cijfers van 2011) Inflatiecorrectie 1,7% (0,6%%) ingevolge art. 10.1, Wet IB2001
2011
Kamerverhuurvrijstelling Art. 3.114, IB2001
2012
€
4.333
€
4.410
Kapitaalverzekering eigen woning Art. 3.118, IB2001
15 jaar premiebetaling 20 jaar premiebetaling
€ €
34.300 151.000
€ €
34.900 154.000
Maximale lijfrente-uitkering Art. 3.125, IB2001
lid 1, sub c (tot 2006!): max. jaaruitkering overbruggingslijfrente lid 1, sub d (v.a. 2006 ond. C): max. tijdelijke oudedagslijfrente
€ €
63.288 20.602
€ €
63.288 20.953
Afkoop kleine lijfrenten Art. 3.126a, IB2001
lid 5 juncto artikel 3.133, lid 2, onderdeel d: afkoop kleine lijfrenten
€
4.171
€
4.242
Lijfrentepremieaftrekruimten (verzekeren en banksparen) Art. 3.127, IB2001
Formule: lid 1: basisruimte lid 4: franchise lid 4: max. premiegrondslag lid 2: jaarruimte maximaal lid 3: inhaal jaarruimte (reserveringsruimte) lid 4: inhaal jaarruimte (reserveringsruimte) 55+
Verhoogde stakingsaftrek (5e tranche)
lid 2, sub a: extra lijfrentepremieaftrek voor stakende ondernemers van 60 jaar of ouder
17% x (P -/- Franchise) -/- F -/- 7,5A -/- BSR vervallen € 11.631 € 159.741 € 27.156 € 6.872 € 13.571
17% x (P -/- Franchise) -/- F -/1 7,5A vervallen € 11.829 € 162.457 € 27.618 € 6.989 € 13.802
€
435.652
€
443.059
lid 2, sub b: extra lijfrentepremieaftrek voor stakende ondernemers van 50 tot 60 jaar € lid 2, sub c: extra lijfrentepremieaftrek voor stakende ondernemers (in overige €
217.833 108.922
€ €
221.537 110.774
Art. 3.129, IB2001
Auto van de zaak: percentage van catalogusprijs LOONBELASTING
privé-kilometers t.m. 500 km Voor auto's met <51 gr/km (0 gr/km) CO2-uitstoot: b.v. electrische auto's
0,000%
0,000% (geldt max. voor 60 maanden na aanschaf) 14,000%
Bij een CO2-uitstoot vanaf 96 gr/km (96 gr/km) maar <117 gr/km (<117 gr/km) voor dieselauto’s of bij een CO2-uitstoot vanaf 111 gr/km (111 gr/km) maar <141 gr/km (<141 gr/km) voor benzine, LPG en aardgasauto’s Voor alle andere auto's
20,000% 25,000%
20,000% 25,000%
indien de auto meer dan 15 jaar geleden in gebruik is genomen
35,000%
35,000%
Bij een geringe CO2-uitstoot (hiervan is sprake indien deze <96 gr/km (<96 gr/km) voor dieselauto’s of <111 gr/km (<111 gr/km) voor benzine, LPG en aardgasauto’s)
Auto van de zaak: percentage van waarde in het economisch verkeer
0,000%
0,000% (geldt t.m. 2016) 14,000%
Regeling uitgaven voor specifieke zorgkosten (geldend vanaf 01-01-2009) Sinds 01 januari 2009 is de fiscale regeling uitgaven voor specifieke zorgkosten in werking getreden. Deze fiscale regeling is onderdeel van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. De nieuwe regeling richt zich op de doelgroep van chronisch zieken en gehandicapten. Zoals hiervoor is aangegeven wordt in plaats van de buitengewone uitgavenregeling voor een deel via andere weg compensatie voor deze kosten gegeven, zoals de korting op de eigen bijdragen AWBZ en Wmo en de tegemoetkomingsregelingen voor chronisch zieken en gehandicapten, arbeidsongeschikten en ouderen. Daarnaast zal er een afzonderlijke niet-fiscale regeling worden ingevoerd voor adoptiekosten.
ARCES FINANCIËLE DIENSTVERLENING V.O.F.
Indexaanpassingen cijfers 2012 (311211).xls
Pagina 3 van 13
INDEXAANPASSINGEN 2012 (tussen de haakjes staan de cijfers van 2011) Inflatiecorrectie 1,7% (0,6%%) ingevolge art. 10.1, Wet IB2001
2011
2012
Binnen de regeling uitgaven voor specifieke zorgkosten komen de volgende kosten voor aftrek in aanmerking, mits deze kosten voortkomen uit ziekte of invaliditeit: - genees- en heelkundige hulp (w.o. tandartskosten), met uitzondering van ooglaserbehandelingen - vervoer - medicijnen verstrekt op voorschrift van een arts - overige hulpmiddelen, met uitzondering van visuele hulpmiddelen ter ondersteuning van het gezichtsvermogen - extra gezinshulp - dieetkosten (voor zover opgenomen in dieetkosten tabel) - extra kleding en beddengoed - reiskosten ziekenbezoek:€ 0,19 per kilometer (€ 0,19) De volgende kosten zijn binnen de nieuwe regeling niet aftrekbaar: - verzekeringspremies inclusief de kosten van een aanvullende verzekering - huisapotheekforfait - uitgaven wegens ouderdom - uitgaven wegens arbeidsongeschiktheid - uitgaven wegens chronische ziekte - visuele hulpmiddelen ter ondersteuning van het gezichtsvermogen, zoals bril, contactlenzen - ooglaserbehandelingen ter vervanging van bril of contactlenzen - eigen bijdragen AWBZ/Wmo - uitgaven wegens adoptie - uitgaven wegens overlijden - uitgaven voor kraamhulp
Art. 6.19, lid 1, sub a, IB2001 Art. 6.19, lid 1, sub b, IB2001
Art. 6.20, lid , sub a, IB2001 Art. 6.20, lid , sub b, IB2001 Art. 6.20, lid , sub c, IB2001
Vermenigvuldigingsfactor Net als de buitengewone uitgavenregeling kent de nieuwe fiscale regeling een vermenigvuldigingsfactor. Deze is van toepassing op de hiervoor genoemde aftrekposten met uitzondering van de uitgaven voor genees- en heelkundige hulp. De vermenigvuldigingsfactor is van toepassing wanneer het drempelinkomen niet meer bedraagt dan De vermenigvuldigingsfactor bedraagt voor personen ouder dan 65 jaar voor personen jonger dan 65 jaar Drempel Net als de buitengewone uitgavenregeling kent ook de nieuwe fiscale regeling inkomensafhankelijke drempels. De uitgaven komen slechts voor aftrek in aanmerking voor zover deze boven de drempels komen. Drempelinkomen van: Drempelinkomen tot: € 0 € 7.457 (€ 7.332) € 7.457 (€ 7.332) € 39.618 (€ 38.955) : van het drempelinkomen € 39.618 (€ 38.955) of meer : van € 39.618 (€ 38.955) vermeerderd met het bedrag dat hoger is dan
€
€
€ €
Spaarloonregeling werknemers
Spaarloonregeling
€ €
Levensloopregeling werknemers
per jaar op 31 december 2005: ouder dan 51 jaar maar nog geen 56 jaar
ARCES FINANCIËLE DIENSTVERLENING V.O.F.
- per jaar - per maand
€
2,13 1,40
drempel van doch minimaal percentage van verzamelinkomen maximale aftrek in percentage van inkomen Gift aan ANBI, zijnde een culturele instelling, factor van de gift resp. over max.:
Giften Art. 6.39, IB2001
33.485
2,13 1,40
122 1,65% 1,65% 5,75% 38.955
€
60 1,000% 10,000% n.v.t
€
613 51,08 12% onbeperkt
Indexaanpassingen cijfers 2012 (311211).xls
34.055
€
n.v.t
125 1,65% 1,65% 5,75% 39.618 60 1,000% 10,000% 1,250 vervallen vervallen
€ 5.000 € 1.533
vervallen vervallen
Pagina 4 van 13
INDEXAANPASSINGEN 2012 (tussen de haakjes staan de cijfers van 2011) Inflatiecorrectie 1,7% (0,6%%) ingevolge art. 10.1, Wet IB2001 Aanslaggrens IB Art. 9.4, lid 1, IB2001
2011
Er volgt een aanslag wanneer de verschuldigde inkomstenbelasting, premies volksverzekeringen en voorheffingen (dividend en loonbelasting) meer bedragen dan
2012
€
44
€
45
€
14
€
14
€ €
2.033 934
Grens voor teruggaaf op verzoek Art. 9.4, lid 5, IB2001
NB: over 2002 en 2003: € 12; 2004, 2005 en 2006: € 13
Heffingskortingen
NB: daar waar 65+ staat, is dit de leeftijd op 31 december 2011 resp. 2010
Art. 8.10, IB2001
Algemene heffingskorting Algemene heffingskorting 65+
€ €
1.987 910
Art. 8.11, IB2001
Arbeidskorting indien < 57 lage inkomens resp. hoge inkomens Arbeidskorting indien 57, 58 of 59 jaar lage inkomens resp. hoge inkomens Arbeidskorting indien 60 of 61 jaar lage inkomens resp. hoge inkomens Arbeidskorting indien 62 jaar of ouder lage inkomens resp. hoge inkomens
€ € €
1.574 1.838 2.100
€ 1.497 € 1.761 € 2.023
€ € €
1.611 1.611 1.611
€ 1.533 € 1.533 € 1.533
€
2.362
€ 2.285
€
1.611
€ 1.533
€
1.081
€ 1.046
€
740
€
2.354
€
719
€
3.295
€
2.873
€
4.708
€
4.070
€
942
€
958
€
942
€
958
€
471
€
479
€ € € €
1.011 1.466 1.826 2.110
€ € €
1.017 1.478 1.661
€ € €
189 226 290
€ € €
106 231 296
Arbeidskorting indien 65 jaar of ouder lage inkomens resp. hoge inkomens
art. 8.12, IB 2001
Art. 2 lid 2, Wet Kindgebonden budget Art. 2 lid 3, Wet Kindgebonden budget
Art. 8.14a, IB 2001
Art. 8.14b, IB 2001 Art. 8.15, IB2001
Doorwerkbonus 62 jaar: 1,5% (5%) over inkomen uit werk tussen € 9.295 en € 57.166 (€ 9.209 en € 56.280) met maximum: Doorwerkbonus 63 jaar: 6% (7%) over inkomen uit werk tussen € 9.295 en € 57.166 (€ 9.209 en € 56.280) met maximum: Doorwerkbonus 64 jaar:8,5 (10%) over inkomen uit werk tussen € 9.295 en € 57.166 (€ 9.209 en € 56.280) met maximum: Doorwerkbonus 65 jaar: 2% (2%) over inkomen uit werk tussen € 9.295 en € 57.166 (€ 9.209 en € 56.280) met maximum: Doorwerkbonus 66 jaar: 2% (2%) over inkomen uit werk tussen € 9.295 en € 57.166 (€ 9.209 en € 56.280) met maximum: Doorwerkbonus 67 jaar e.v.: 1% (1%) over inkomen uit werk tussen € 9.295 en € 57.166 (€ 9.209 en € 56.280) met maximum: Kindgebonden budget: inkomen tot € 28.897 (€ 28.897): 1 kind Kindgebonden budget: inkomen tot € 28.897 (€ 28.897): 2 kinderen Kindgebonden budget: inkomen tot € 28.897 (€ 28.897): 3 kinderen Kindgebonden budget: inkomen tot € 28.897 (€ 28.897): 4 kinderen Kindgebonden budget: inkomen tot € 28.897 (€ 28.897): voor 4e (5e) en volgende kinderen, extra per kind Verhoging kindgebonden budget voor 12-15 jarigen Verhoging kindgebonden budget voor 16-17 jarigen Kindgebonden budget: inkomen vanaf € 28.897 (€ 28.897): afnemend per euro met Vermogenstoets: m.i.v. 2013 de basis heffingskorting box 3 + € 80.000
€ 0,076
Inkomensafhankelijke combinatiekorting: bij een arbeidsinkomen van minimaal € 4.814 (€ 4.734) resp. oplopend met4% (3,8%) tot een arbeidsinkomen van maximaal € 32.539 (€ 33.44) Inkomensafhankelijke combinatiekorting 65+ Ouderschapsverlofkorting (per verlofuur) Alleenstaande ouderkorting Alleenstaande ouderkorting 65+
ARCES FINANCIËLE DIENSTVERLENING V.O.F.
€ € € € €
780 857 4,11 931 427
Indexaanpassingen cijfers 2012 (311211).xls
€ 1.871
€ 704
€ 0,076
€ € € € €
1.024 980 4,18 947 435
€ 2.133
Pagina 5 van 13
INDEXAANPASSINGEN 2012 (tussen de haakjes staan de cijfers van 2011) Inflatiecorrectie 1,7% (0,6%%) ingevolge art. 10.1, Wet IB2001
2011
Art.8.16a, IB 2001 Art. 8.17, IB2001 Art. 8.18, IB2001 Art. 8.18a, IB 2001 Art. 8.19, IB 2001 Art. 8.20, IB 2001
Aanvullende alleenstaande ouderkorting: 4,3% (4.3%) van het arbeidsinkomen uit tegenwoordige arbeid, doch maximaal: Aanvullende alleenstaande ouderkorting 65+: idem 4,3% (4.3%), doch maximaal Jonggehandicaptenkorting Ouderenkorting 65+, bij een verzamelink. van max. € 35.450 (€ 34.857) Alleenstaande ouderenkorting 65+ Levensloopverlofkorting (per jaar van deelname) Korting voor maatschappelijke belegging van de vrijstelling in box 3 Korting belegging in durfkapitaal van de vrijstelling in box 3
BOX 2 Aanmerkelijk belang Art. 2.12, IB 2001
tot € 250.000 € 250.000 en meer
Art. 8.16, IB2001
€ € € € € €
2012
1.523 697 696 739 421 201 1,000% 1,000%
€ € € € € €
1.319 606 708 762 429 205 0,700% 0,700%
25,00% 25,00%
25,00% 25,00%
30%
30%
Ouderentoeslag bij een maximaal heffingvrij vermogen van Uitvaartverzekering BSR-gelden Vrijstelling contant geld (gehuwden dubbel) Maatschappelijke belegging (gehuwden dubbel) Durfkapitaal (gehuwden dubbel) Op 14-09-1999 bestaande kapitaalverzekering (gehuwden dubbel)
2.900 20.785 41.570 2.779 € 14.062 / € 27.516 € 19.562 / € 13.758 € 275.032 € 6.744 € 17.025 € 503 € 55.476 € 55.476 € 123.428
€ 2.900 € 21.139 € 42.278 € € 14.302 / € 27.984 € 19.895 / € 13.992 € 279.708 € 6.859 € 17.025 € 512 € 56.420 € 56.420 € 123.428
levensverzekering: - (electronische) gezondheidsverklaring - huisartsenkeuring met HIV-test - internistenkeuring AOV: - A-risico - B-risico
€ € € € €
BOX 3 Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen Art. 2.13, IB2001 Heffingskortingen Art. 5.3, lid 3, IB2001 Art. 5.5, lid 1, IB2001 Art. 5.5, lid 2, IB2001 Art. 5.5, lid 3, IB2001 Art. 5.6, lid 1, sub b IB2001 Art. 5.6, lid 1, sub b IB2001 Art. 5.10, sub a IB2001 Art. 5.11, IB2001 Art. 5.13, IB2001 Art. 5.16, IB2001 Onderdeel AN
Drempelbedrag schulden (gehuwden dubbel) Heffingvrij vermogen Heffingvrij vermogen gehuwden Heffingvrij vermogen minderjarige kinderen Inkomen in box 1 / Ouderentoeslag
€ € € €
Overige van belang zijnde cijfermatige wijzigingen Keuringsgrenzen (veelal gehanteerd door verzekeraars) Art.5, lid 2, WMK
ARCES FINANCIËLE DIENSTVERLENING V.O.F.
t.m. 300.000 vanaf 300.001 vanaf1.600.001 31.901 53.168
t.m.
Indexaanpassingen cijfers 2012 (311211).xls
€ 1.600.000
€ € € € €
300.000 300.001 1.600.001 31.901 53.168
t.m.
€ 1.600.000
Pagina 6 van 13
INDEXAANPASSINGEN 2012 (tussen de haakjes staan de cijfers van 2011) Inflatiecorrectie 1,7% (0,6%%) ingevolge art. 10.1, Wet IB2001 Pensioenwet
Artikel 66, lid 1, PW Artikel 67, lid 1, PW Artikel 68, lid 1, PW Artikel 69, lid 1, PW Vrijstelling schenkbelasting
Vrijstelling erfbelasting
2011
Afkoop binnen een jaar (premierestitutie) zal niet meer mogelijk zijn. Ook de afkoop van een klein pensioen als recht van de gewezen deelnemer is niet meer mogelijk (ook niet bij emigratie). Voortaan krijgt de pensioenuitvoerder het recht een klein pensioen af te kopen. Dit kan vóór pensionering en op zijn vroegst 2 jaar na beëindiging van de deelneming. Toestemming van de gewezen deelnemer is niet nodig. Toestemming is wel nodig wanneer de pensioenuitvoerder pas wil afkopen op het moment dat de deelneming al langer geleden is beëindigd dan 2 jaar en 6 maanden. Er zijn in de Pensioenwet een viertal mogelijkheden tot afkoop: - afkoop klein ouderdomspensioen bij beëindiging deelneming - afkoop van een klein partnerpensioen bij ingang en - afkoop klein bijzonder partnerpensioen bij scheiding - afkoop fiscaal bovenmatig pensioen
€ 427,29 € 427,29 € 427,29 progressieve IB-heffing
2012
€ 438,44 € 438,44 € 438,44 progressieve IB-heffing
per kind € 5.030 eenmalig vanaf leeftijd 18 tot leeftijd 35 te verhogen tot óf € 24.144 eenmalig vanaf leeftijd 18 tot leeftijd 35 hoge schenkingsvrijstelling van ouders aan kinderen bij schenking t.b.v. studie of eigen woning € 50.300 vrijgesteld rechtspersoon vallende onder het heffingstarief van 11% tenzij karakter van algemeen belang € 2.012 alle andere gevallen
(voetvrijstelling) (voetvrijstelling)
€ €
5.030 24.144
(voetvrijstelling) (voetvrijstelling)
(voetvrijstelling)
€
50.300 vrijgesteld
(voetvrijstelling)
(voetvrijstelling)
€
2.012
(voetvrijstelling)
echtgeno(o)t(e)/ partner voor pensioenimputatie Kinderen en kleinkinderen Zieke en gehandicapte kinderen Ouders Overige verkrijgers
(voetvrijstelling) (voetvrijstelling) (voetvrijstelling) (voetvrijstelling) (voetvrijstelling)
€ € € € €
603.600 19.114 57.342 45.270 2.012
(voetvrijstelling) (voetvrijstelling) (voetvrijstelling) (voetvrijstelling) (voetvrijstelling)
€ € € € €
603.600 19.144 57.342 45.270 2.012
Partnerbegrip voor de schenk- en erfbelasting Sinds 01 januari 2010 kwalificeren als partners: * Gehuwden en daarmee gelijkgestelde geregistreerde partners (gescheiden van tafel en bed=ongehuwd) * Ongehuwden, indien wordt voldaan aan alle 5 de volgende voorwaarden: a) Beiden meerderjarig; b) Gezamenlijke huishouding volgens de basisadministratie persoonsgegevens; c) Wederzijdse zorgverplichting aangegaan bij notariële akte; d) Geen bloedverwant in de rechte lijn; e) Geen meerrelaties Uitzonderingen hierop: 1) Aan voorwaarde c hoeft niet voldaan te worden, mits personen 5 jaar samenwonen; 2) Aan voorwaarde d hoeft niet voldaan te worden, mits een van de partners mantelzorger is (d.w.z.: als een mantelzorgcompliment is ontvangen). Vennootschapsbelasting
Basistarief over eerste € 200.000 (€ 200.000) (MKB tarief) € 200.000 en hoger (€ 200.000 en hoger)
ARCES FINANCIËLE DIENSTVERLENING V.O.F.
20,000% 25,500%
Indexaanpassingen cijfers 2012 (311211).xls
20,000% 25,000%
Pagina 7 van 13
INDEXAANPASSINGEN 2012 (tussen de haakjes staan de cijfers van 2011) Inflatiecorrectie 1,7% (0,6%%) ingevolge art. 10.1, Wet IB2001
2011
2012
Sociale uitkeringen - Uitkeringsdagen voor sociale verzekeringen - Maximum dagloon voor sociale verzekeringen (januari) - Premiedagen voor sociale verzekeringen - Maximum dag premieloon voor sociale verzekeringen (januari) - Uitkeringspercentage WW gedurende eerste 2 maanden - Uitkeringspercentage WW (vervolg)
€
261 188,88 260
€ €
75% 70%
261 191,82 260 192,55 75% 70%
- Vermogenstoets alleenstaande - Vermogenstoets gehuwden - Vermogensvrijstelling bij eigen woningbezit
€ € €
5.555,00 11.110,00 46.900,00
€ € €
5.685,00 11.370,00 4.800,00
- WW gedurende de eerste 2 maanden max. op jaarbasis - WW (70% * salaris) max. op jaarbasis
€ €
36.973,26 34.508,38
€ €
37.548,77 35.045,51
- IOAW/IOAZ uitkering gehuwden - IOAW/IOAZ alleenstaanden
€ €
18.258,96 14.034,00
€ €
18.533,52 14.231,52
- Bijstand uitkering gehuwden: - Bijstand alleenstaanden:
€ €
15.680,40 7.842,96
€ €
16.037,04 8.018,52
- Minimum loon 23 jaar en ouder op jaarbasis incl. vak.tslg. resp. maandbasis
€
18.460,22
€
18.747,94
- ANW -nabestaandenuitkering (inkomensafhankelijk), exclusief tegemoetkoming - ANW -halfwezenuitkering, exclusief tegemoetkoming - Tegemoetkoming per maand
€ € €
14.016,60 3.238,68 15,61
€ € €
14.222,64 3.291,12 15,88
- AOW -uitkering gehuwden (zonder toeslag), exclusief tegemoetkoming - AOW -uitkering gehuwden (met max. toeslag), exclusief tegemoetkoming - Alleenstaanden, exclusief tegemoetkoming - Ongehuwde met kind < 18 jaar, exclusief tegemoetkoming - Tegemoetkoming per maand
€ € € € €
9.028,56 18.057,12 13.116,00 16.651,44 33,09
€ € € € €
9.143,28 18.286,56 13.285,80 16.863,00 33,65
- Maximale premie-inkomen werknemersverzekeringen - Maximale premie-loon werknemersverzekeringen - Inkomensafhankelijk voor werknemers en uitkeringsgerechtigden van over een maximaal premie-inkomen Zorgverzekeringswet van
€
49.297,68
€ €
€
7,75% 33.427,00
€
50.065,02 50.064,00 7,10% 50.056,00
€
5,65% 33.427,00
€
5,00% 50.056,00
netto normbedragen netto normbedragen
- Inkomensafhankelijk voor verzekerden zónder werkgever (zelfstandigen, lijfrentes) over een maximaal premie-inkomen Zorgverzekeringswet van
ARCES FINANCIËLE DIENSTVERLENING V.O.F.
Indexaanpassingen cijfers 2012 (311211).xls
€ 1.424,40
€ 1.446,60
Pagina 8 van 13
INDEXAANPASSINGEN 2012 (tussen de haakjes staan de cijfers van 2011) Inflatiecorrectie 1,7% (0,6%%) ingevolge art. 10.1, Wet IB2001
2011
2012
Pensioenfranchise Voor nieuwe pensioenregelingen sinds 01-01-2001 moet met een op reële AOW-bedragen gebaseerde franchise en met 10/7 * AOW-geh., incl. VT 10/7 * AOW-ongeh., incl. VT 8/7 * AOW-ongeh., incl. VT
€ € €
12.898 18.738 14.990
€ € €
13.062 18.980 15.184
Minimum AOW-franchise incl. vak.tslg.‘Witteveen’ 10/7 * € 9.143,28
(€ 9.028,56)
€
12.897,94
€
13.061,83
Voor DGA met geheel of gedeeltelijk eigen beheer: Minimum AOW-franchise incl. vak.tslg.‘Witteveen’ 10/7 * € 13.285,00
(€ 13.116,00)
€
18.737,14
€
18.979,71
Herrekenstaffels bij een pns.leeftijd vóór Maximaal opbouwpercentage ouderdomspensioen in eindloonstelsel: de 65-jarige leeftijd - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 65 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 64 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 63 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 62 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 61 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 60 jaar
2,00% 1,85% 1,71% 1,59% 1,48% 1,38%
2,00% 1,85% 1,71% 1,59% 1,48% 1,38%
Herrekenstaffels bij een pns.leeftijd vóór Maximaal opbouwpercentage ouderdomspensioen in middelloonstelsel: de 65-jarige leeftijd - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 65 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 64 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 63 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 62 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 61 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 60 jaar
2,25% 2,08% 1,93% 1,79% 1,67% 1,55%
2,25% 2,08% 1,93% 1,79% 1,67% 1,55%
Herrekenstaffels bij een pns.leeftijd vóór Maximaal opbouwpercentage ouderdomspensioen in eindloonstelsel, indien nabestaandenpensioen ná de pensioendatum gelijk is aan 70% van het de 65-jarige leeftijd ouderdomspensioen - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 65 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 64 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 63 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 62 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 61 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 60 jaar
2,00% 1,88% 1,77% 1,66% 1,57% 1,48%
2,00% 1,88% 1,77% 1,66% 1,57% 1,48%
2,25% 2,11% 1,99% 1,87% 1,77% 1,67%
2,25% 2,11% 1,99% 1,87% 1,77% 1,67%
Herrekenstaffels bij een pns.leeftijd vóór Maximaal opbouwpercentage ouderdomspensioen in middelloonstelsel, indien nabestaandenpensioen ná de pensioendatum gelijk is aan 70% van het de 65-jarige leeftijd ouderdomspensioen - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 65 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 64 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 63 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 62 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 61 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 60 jaar Actuarieel korten
Sterftetafel 1995 - 2000; Rekenrente 4% - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 65 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 64 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 63 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 62 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 61 jaar - pensioenleeftijd volgens de pensioenregeling: 60 jaar
ARCES FINANCIËLE DIENSTVERLENING V.O.F.
T.o.v. opgebouwd OP op de pensioenleeftijd 0,00% 8,65% 16,31% 23,11% 28,17% 34,59%
Indexaanpassingen cijfers 2012 (311211).xls
T.o.v. opgebouwd OP op de pensioenleeftijd 0,00% 8,65% 16,31% 23,11% 28,17% 34,59%
Pagina 9 van 13
INDEXAANPASSINGEN 2012 (tussen de haakjes staan de cijfers van 2011) Inflatiecorrectie 1,7% (0,6%%) ingevolge art. 10.1, Wet IB2001 Factoren voor bepaling jaarruimte beschikbare premieregelingen vanaf 2006, geldend voor 2011 (2010) Art. 15, Uitvoeringsbesluit IB2001 15 tot en met 19 Leeftijd begin belastingjaar 20 tot en met 24 25 tot en met 29 30 tot en met 34 35 tot en met 39 40 tot en met 44 45 tot en met 49 50 tot en met 54 55 tot en met 59 60 tot en met 64
2011
0,36 0,30 0,25 0,21 0,17 0,14 0,12 0,10 0,08 0,07
2012
0,36 0,30 0,25 0,21 0,17 0,14 0,12 0,10 0,08 0,07
vóór 2006 gold: 0,30 0,24 0,20 0,17 0,14 0,12 0,10 0,08 0,07 0,05
Bijlage I bij besluit CPP2007-552M inzake beschikbare-premieregelingen (03 november 2007) Staffels met uitgangspunten, toelichting, voorwaarden en bijzonderheden 1. Staffels Tabel 1 Leeftijdsklassen tot 65 jaar
15 tot en met 19 20 tot en met 24 25 tot en met 29 30 tot en met 34 35 tot en met 39 40 tot en met 44 45 tot en met 49 50 tot en met 54 55 tot en met 59 60 tot en met 64 Tabel 2 Leeftijdsklassen tot 65 jaar
15 tot en met 19 20 tot en met 24 25 tot en met 29 30 tot en met 34 35 tot en met 39 40 tot en met 44 45 tot en met 49 50 tot en met 54 55 tot en met 59 60 tot en met 64
Percentage van de pensioengrondslag (opbouw gericht op 2,25% per dienstjaar bij middelloonstelsel) OP OP en OP en uitgesteld opgebouwd direct ingaand opgebouwd PP PP 5,2 6,3 7,2 5,9 7,2 8,2 7,2 8,8 9,9 8,8 10,7 12 10,8 13 14,4 13,1 15,9 17,5 16,1 19,5 21,1 19,7 24 25,6 24,4 29,7 31 30,5 37,2 37,9
OP en direct ingaand bereikbaar PP 7,6 9 10,8 12,7 15,2 18,3 22,1 26,6 32 38,3
Percentage van de pensioengrondslag (opbouw gericht op 2,05% per dienstjaar bij middelloonstelsel) OP OP en OP en uitgesteld opgebouwd direct ingaand opgebouwd PP PP 4,7 5,7 6,6 5,4 6,6 7,5 6,6 8 9 8 9,7 10,9 9,8 11,9 13,2 12 14,5 15,9 14,6 17,8 19,2 18 21,8 23,3 22,3 27,1 28,3 27,8 33,9 34,5
OP en direct ingaand bereikbaar PP 6,9 8,2 9,9 11,6 13,9 16,7 20,1 24,3 29,1 34,9
ARCES FINANCIËLE DIENSTVERLENING V.O.F.
Indexaanpassingen cijfers 2012 (311211).xls
Pagina 10 van 13
INDEXAANPASSINGEN 2012 (tussen de haakjes staan de cijfers van 2011) Inflatiecorrectie 1,7% (0,6%%) ingevolge art. 10.1, Wet IB2001 Tabel 3 Leeftijdsklassen tot 65 jaar
15 tot en met 19 20 tot en met 24 25 tot en met 29 30 tot en met 34 35 tot en met 39 40 tot en met 44 45 tot en met 49 50 tot en met 54 55 tot en met 59 60 tot en met 64
2011
Percentage van de pensioengrondslag (opbouw gericht op 2,15% per dienstjaar bij middelloonstelsel) OP OP en OP en uitgesteld opgebouwd direct ingaand opgebouwd PP PP 5 6 6,9 5,7 6,9 7,9 6,9 8,4 9,5 8,4 10,2 11,4 10,3 12,5 13,8 12,6 15,2 16,7 15,3 18,6 20,2 18,9 22,9 24,4 23,3 28,4 29,7 29,2 35,6 36,2
2012
OP en direct ingaand bereikbaar PP 7,3 8,6 10,4 12,2 14,5 17,5 21,1 25,5 30,6 36,6
2. Uitgangspunten Bij de staffels gelden de volgende uitgangspunten: a. De staffels gelden voor beschikbare premies voor de opbouw van aanspraken op ouderdomspensioen en eventueel PP (circa 70% van het OP). In de percentages is een opslag begrepen voor kosten en voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. b. De staffels zijn gebaseerd op een maximale opbouw van ouderdomspensioen volgens het middelloonstelsel. De staffels van tabel 1 zijn dan ook gericht op de voor een middelloonregeling geldende maximale opbouw van 2,25% per dienstjaar. Deze staffels zijn daarmee gericht op een opbouw gedurende 35 jaar die leidt tot een pensioen dat vergelijkbaar is met een pensioen op basis van het eindloonstelsel. Laatstgenoemd pensioen bedraagt na 35 jaar opbouw maximaal 70% van het eindloon. c. Tabellen 2 en 3 zijn recht evenredig afgeleid uit tabel 1 waarbij rekening is gehouden met afrondingsverschillen. Deze tabellen zijn van toepassing als partijen gebruik maken van artikel 10aa van het UBLB. Tabel 2 geldt bij een opbouw op basis van 2,05% middelloon en tabel 3 bij een opbouw op basis van 2,15% middelloon. Beide opbouwpercentages zijn gebaseerd op artikel 10aa van het UBLB. d. De bij tabel 1 te hanteren pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend loon minus ten minste de minimale franchise van 10/7 x de AOW-uitkering voor een gehuwde. Voor de tabellen 2 en 3 is de te hanteren grondslag gelijk aan het pensioengevend loon verminderd met ten minste de franchisebedragen genoemd in artikel 10aa van het UBLB. Bij de vaststelling van de premies in de drie laatste kolommen van de staffels is rekening gehouden met de omstandigheid dat voor partnerpensioen een lagere franchise geldt dan voor ouderdomspensioen. Dit vloeit voort uit het feit dat het partnerpensioen is uitgedrukt in een percentage van 70% van het ouderdomspensioen. e. De premies zijn uitgedrukt in percentages van de pensioengrondslag. f. De staffels gaan uit van een mannelijke werknemer met een vrouwelijke partner die 3 jaar jonger is. g. De gehanteerde overlevingstafel is: GBM/GBV 2000/2005. De leeftijdscorrecties zijn: werknemer -5 en partner -6. h. De rekenrente is 4%. i. De gehanteerde kostenopslag is 10% (factor: 1,1). j. De opslag voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid bedraagt 8% (factor 100/92). k. De intredeleeftijd is bij toepassing van de staffels niet van belang. l. De premies voor de klasse van 15 tot en met 19 jaar zijn gebaseerd op een leeftijd van 18 jaar, dit in afwijking van het wettelijk uitgangspunt van artikel 18a, derde lid, onderdeel a, van de Wet LB. Dat voorschrift gaat uit van de gemiddelde leeftijd in elke klasse. De afwijking vloeit voort uit het feit dat een toetredingsleeftijd tot een pensioenregeling in de praktijk veelal minimaal 18 jaar is.
ARCES FINANCIËLE DIENSTVERLENING V.O.F.
Indexaanpassingen cijfers 2012 (311211).xls
Pagina 11 van 13
INDEXAANPASSINGEN 2012 (tussen de haakjes staan de cijfers van 2011) Inflatiecorrectie 1,7% (0,6%%) ingevolge art. 10.1, Wet IB2001
2011
2012
3. Toelichting op het gebruik van de staffels a. De eerste kolom met premiepercentages (kolom: OP) geldt als de werkgever aan de werknemer uitsluitend een ouderdomspensioen heeft toegezegd. b. De tweede kolom met premiepercentages (kolom: OP en uitgesteld opgebouwd PP) geldt als de werkgever aan de werknemer een ouderdomspensioen heeft toegezegd tezamen met een uitgesteld, tijdsevenredig opgebouwd partnerpensioen. Het partnerpensioen bedraagt 70% van het tijdsevenredig opgebouwde ouderdomspensioen. "Uitgesteld" betekent in dit verband dat de uitkeringen van het partnerpensioen ingaan na het overlijden van de werknemer op of na de pensioendatum. c. De derde kolom met premiepercentages (kolom: OP en direct ingaand opgebouwd PP) geldt als de werkgever aan de werknemer een ouderdomspensioen heeft toegezegd tezamen met een direct ingaand, tijdsevenredig opgebouwd partnerpensioen ter grootte van 70% van dat ouderdomspensioen. "Direct ingaand" betekent in dit verband dat de uitkeringen van het partnerpensioen ingaan na het overlijden van de werknemer, ongeacht op welk moment dat plaatsvindt. d. De laatste kolom met premiepercentages (kolom: OP en direct ingaand bereikbaar PP) geldt als de werkgever aan de werknemer een ouderdomspensioen heeft toegezegd tezamen met een direct ingaand, op de pensioendatum bereikbaar partnerpensioen. In dit geval zal een deel van het partnerpensioen op risicobasis verzekerd moeten zijn voor het geval dat de werknemer overlijdt vóór de pensioendatum. Partijen kunnen deze staffel niet gebruiken bij werknemers voor wie geen partnerpensioen op risicobasis is verzekerd. 4. Voorwaarden en bijzonderheden a. Collectief en individueel De staffels zijn collectief en individueel toepasbaar. b. Incidentele beloning Als de AOW-franchise geheel is verwerkt bij de berekening van de pensioengrondslag uit het structurele loon, kunnen partijen de premiepercentages rechtstreeks toepassen op incidentele beloningen. Bij een gedeeltelijke verwerking van de franchise dient men het nog niet in aanmerking genomen deel hiervan te verrekenen bij de pensioenopbouw over het incidentele loon. c. Op risicobasis verzekerd partnerpensioen Partijen kunnen de beschikbare premies uit kolom 4 (OP en direct ingaand bereikbaar PP) alleen hanteren als de pensioenverzekeraar de premies voor de risicoverzekering daadwerkelijk onttrekt aan de ontvangen premie of aan de beleggingswaarde van de pensioenverzekering. Op deze wijze wordt voorkómen dat deze premies ten onrechte worden gebruikt voor opbouw van het ouderdomspensioen. Immers, alleen een opgebouwd partnerpensioen is beschikbaar voor een eventuele ruil voor ouderdomspensioen. d. Opslag voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid In de premies uit de staffels is een opslag verwerkt voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid (zie onderdeel 2, punt j, van deze bijlage). Dit is gebeurd door de premies te vermenigvuldigen met 100/92. Partijen mogen deze opslag alleen hanteren als de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid daadwerkelijk is toegekend en verzekerd. De pensioenverzekeraar moet de premies voor de verzekering van premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid daadwerkelijk onttrekken aan de ontvangen premie of aan de beleggingswaarde van de pensioenverzekering. Partijen kunnen de opslag dan ook niet aanwenden voor een hoger ouderdoms- of partnerpensioen. e. Arbeidsongeschiktheids- en nabestaandenoverbruggingspensioen Partijen kunnen de premies uit de staffels verhogen met premies voor een arbeidsongeschiktheidspensioen of een nabestaandenoverbruggingspensioen. Uiteraard moeten zij deze risico’s dan ook daadwerkelijk voor die premies verzekeren. Ook deze risicopremies kunnen partijen niet aanwenden voor hogere aanspraken op ouderdoms- of partnerpensioen. f. Kostenopslag Zoals aangegeven in de uitgangspunten in onderdeel 2, punt i, van deze bijlage, is de veronderstelde kostenopslag voor de pensioenregeling 10%. Deze kostenopslag is in de premiepercentages verwerkt. Ook als de pensioenverzekeraar een andere kostenopslag hanteert, mogen de staffels ongewijzigd worden gebruikt. Als de werkgever de kosten geheel of gedeeltelijk anders betaalt dan via de beschikbare premies, moeten partijen de percentages uit de staffels dienovereenkomstig aanpassen. g. Gelijkblijvende premie(percentage)s h. Overlevingstafels De berekening van de staffels is gebaseerd op de recent gepubliceerde overlevingstafels GBM/GBV 2000/2005 met leeftijdsverlagingen van 5 jaar voor mannen en 6 jaar voor vrouwen. Partijen mogen deze staffels hanteren als de pensioenverzekeraar een levensverzekeringsmaatschappij is die binnen de pensioenverzekering uitgaat van individuele tarieven. Met individueel tarief wordt hier bedoeld: het tarief dat de verzekeraar in individuele gevallen hanteert. Als de pensioenverzekeraar en de werkgever na onderhandelingen een collectief tarief zijn overeengekomen waarbij men uitgaat van lichtere sterftegrondslagen, moet de werkgever de beschikbare-premiepercentages dienovereenkomstig verlagen. i. Leeftijd Pensioen wordt tijdsevenredig opgebouwd. Partijen mogen voor de opbouw in een maand en voor de premie over (een deel van) die maand uitgaan van de leeftijd van de werknemer aan het einde van de maand. j. Inhaal van niet-gebruikte premieruimte Een pensioenregeling kan de mogelijkheid bieden om de in een jaar niet gebruikte beschikbare-premieruimte in een later jaar in te halen. De niet gebruikte premieruimte moet dan in euro's worden vastgesteld. Werkgever en werknemer mogen die premie in enig later jaar alsnog storten. De werknemer mist dan het rendement over de inhaalpremie dat in de tussenliggende jaren had kunnen worden behaald. Daarom mogen partijen de inhaalpremie vermenigvuldigen met een samengestelde intrestfactor van 1,04 voor elk jaar gelegen tussen het einde van het in te halen jaar en de aanvang van het jaar waarin de inhaal plaatsvindt. De Belastingdienst heeft voor de inhaal van niet-gebruikte premieruimte een handreiking op zijn site gepubliceerd. Zie www.belastingdienstpensioensite.nl. k. Eigen beheer De staffels zijn niet of niet zonder meer toepasbaar als het pensioen geheel of gedeeltelijk is verzekerd bij een lichaam als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel d, van de Wet LB (eigen beheer). In dat geval geldt immers artikel 10c van het UBLB. Dat artikel geeft bijzondere regels voor onder meer het partnerpensioen. Daarnaast kan bij eigen beheer de kostenopslag lager zijn. Ook kan de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid lager zijn of ontbreken. Partijen moeten in die gevallen de premies bijstellen. l. Lager ambitieniveau Als partijen in de pensioenregeling lagere ambitieniveaus zijn overeengekomen dan de fiscale maxima die gelden voor middelloonregelingen moeten zij de premiepercentages uit de staffels evenredig daarmee
ARCES FINANCIËLE DIENSTVERLENING V.O.F.
Indexaanpassingen cijfers 2012 (311211).xls
Pagina 12 van 13
INDEXAANPASSINGEN 2012 (tussen de haakjes staan de cijfers van 2011) Inflatiecorrectie 1,7% (0,6%%) ingevolge art. 10.1, Wet IB2001
2011
Waardeoverdrachten
2011 De rente waarop wettelijke waardeoverdrachten moeten worden berekend bedraagt : Situatie per 2011: het gevolg voor werkgevers met een uitkeringsovereenkomst is dat de bijbetaling voor een inkomende waardeoverdracht substantieel lager is dan in voorgaande jaren. Het zou zelfs kunnen leiden tot een "waardeoverschot". Dit overschot gaat dan niet naar de werkgever maar moet aangewend worden als extra aanspraak voor de deelnemer. Bij uitgaande waardeoverdrachten zie je het tegenovergestelde effect. Daar waar de afgelopen jaren sprake was van een restitutie zal nu mogelijk een bijbetaling plaats moeten vinden. Zeker als er sprake is van oude reserves op basis van 4% rekenrente.
Uitkeringsduur stamrechtspaarrekening Leeftijd van 25 30 35 40 45 50 55 60
ARCES FINANCIËLE DIENSTVERLENING V.O.F.
Leeftijd tot 25 30 35 40 45 50 55 60 -
2,984%
2011 Duur in jaren 18 15 12 9 6 4 3 2 1
Indexaanpassingen cijfers 2012 (311211).xls
2012 2012 2,802%
2012 Duur in jaren 18 15 12 9 6 4 3 2 1
Pagina 13 van 13