Accountantskantoor “Swinnen Kristof & partners”
Fiscale actualiteit Luc De Greef en Kristof Swinnen
1. Meenneemrecht boeken en bescheiden Belastingplichtige is verplicht de Administratie, zonder verplaatsing, alle boeken en bescheiden voor te leggen die noodzakelijk zijn om het bedrag van zijn belastbare inkomsten te bepalen (art. 315, eerste lid, WIB 92)
Nieuwe regeling:
‘inzagerecht’ blijft behouden
maar wordt uitgebreid met ‘meeneemrecht’ •
voor zover de boeken afgesloten zijn;
•
en het meenemen noodzakelijk is om het bedrag van de belastbare inkomsten van de belastingplichtige of derden te bepalen;
•
taxatieambtenaar moet hierbij proces-verbaal opstellen waarvan een afschrift binnen 5 werkdagen aan de belastingplichtige moet worden uitgereikt
2. Melding rekeningnummers bij de NBB
Tijdens de onderzoeksfase mag de belastingadministratie bij een bank-, wissel-, krediet- of spaarinstelling rechtstreeks inlichtingen opvragen over de rekeningen waarvan de belastingplichtige titularis is op voorwaarde dat de taxatieambtenaar (art. 322, §2 WIB 92):
beschikt over aanwijzingen van belastingontduiking;
of hij zich voorneemt een indiciaire aanslag te vestigen
⇒ taxatieambtenaar moet ‘getrapte’ procedure volgen
Bij welke financiële instelling heeft de belastingplichtige een rekening?
tijdens de onderzoeksfase (bij toepassing van art. 322, §2 WIB 92) kan de Gewestelijke directeur de rekeningnummers rechtstreeks opvragen bij de CAP NBB
rekeningnummers kunnen bij de CAP ook worden opgevraagd: •
tijdens de invorderingsfase door de ontvanger teneinde de vermogenssituatie van de schuldenaar te bepalen met het oog op de invordering;
•
tijdens de bezwaarfase door de Gewestelijke directeur met het oog op het afhandelen van het bezwaarschrift
⇒ CAP is ondertussen opgericht bij K.B. van 17 juli 2013 (B.S. 26 juli 2013)
Wie meldt de rekeningen aan de CAP NBB?
Belgische rekeningen en contracten: iedere bank-, wissel-, krediet- of spaarinstelling: •
de identiteit van hun cliënten
•
nummers van hun rekeningen en contracten
buitenlandse rekeningen: de belastingplichtige zelf •
welke rekeningen? alle rekeningen waarvan het bestaan in de aangiften PB voor het aanslagjaar 2012 en 2013 werd gemeld;
•
wanneer melden? ten laatste gelijktijdig met de indiening van de aangifte PB aanslagjaar 2014;
•
meldingsmodaliteiten moeten nog bij K.B. worden vastgelegd
•
aangifte PB aanslagjaar 2014 zal de nodige rubrieken bevatten om te bevestigen dat de nummers van de buitenlandse rekeningen effectief zijn aangemeld bij de CAP NBB
3. Voordelen van alle aard Wanneer bedrijfsleiders privé voordelen genieten bij kosten of investeringen gedragen door de vennootschap. Voorbeelden : PW-woning-nutsvoorzieningen-telefooncomputers… Dienen te worden belast in de vennootschap of in de PB
A. Taxatie binnen de vennootschap: *
Verhoging van de RC zaakvoerder, waardoor de BL een privé schuld creëert aan de eigen vennootschap.
•
Er dienen fictieve renten te worden berekend, waardoor de RC nog verhoogt. Op deze renten betaalt de vennootschap belasting.
•
RC is opeisbaar bij faling.
•
Banken komen de laatste jaren in opstand bij RC debet, het geven van kredieten komt in gevaar.
•
Oplossing??? Aanzuiveren via privé financiering.
•
Conclusie : Opbouw RC debet is absoluut te vermijden
B. Taxatie in de PB:
•
Geen opbouw RC
•
VAA worden belast in de PB als loon, dus ook sociale lasten te betalen
Algemene Conclusie: Leven op kosten van de vennootschap heeft een prijs, die zich ofwel vertaalt in een RC debet, of die leidt tot een hogere taxatie in de PB De regering Di Rupo I heeft van deze materie prioriteit gemaakt begin 2012.
Heeft een vennootschap nog nut??? Absoluut wel: •
Belastingtarief tussen 25-34%
•
Geen sociale lasten op de winsten
•
Beperkte aansprakelijkheid
•
Voordelige manieren om vennootschappen met bezittingen te vererven ( zie notaris )
4. Aanslag geheime commissielonen Aanslag geheime commissielonen is van toepassing op (art. 219, eerste lid WIB 92):
bezoldigingen, erelonen, commissies, voordelen van alle aard, enz. die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave;
verdoken meerwinsten die niet onder de bestanddelen van de vennootschap worden teruggevonden
Huidige wettelijke tolerantie:
aanslag wordt niet gevestigd wanneer de genieter de verkregen vergoedingen of voordelen zelf spontaan heeft aangegeven in een door hem geldig ingediende aangifte •
wetgever bevestigt dat de niet-verantwoorde kosten aftrekbaar zijn als beroepskost (nieuw art. 197, tweede lid WIB 92)
Nieuwe wettelijke tolerantie:
wanneer de genieter de verkregen vergoedingen of voordelen niet spontaan heeft aangegeven in zijn tijdig ingediende aangifte, zal de aanslag evenmin worden gevestigd wanneer het bedrag van de vergoedingen of voordelen met akkoord van de genieter nog in zijn hoofde kan worden belast binnen de 3-jarige aanslagtermijn •
het bedrag van de kosten ten belope van het voordeel van alle aard is niet aftrekbaar als beroepskost (nieuw art. 198, §1, 15° WIB 92)
Ministeriële circulaire (Ci. RH.421/628.803, AAFisc Nr. 30/2013 van 22 juli 2013):
geest van de wet: aanslag bij voorrang vestigen in hoofde van de genieter i.p.v. vennootschap
aanslag moet niet worden gevestigd wanneer er binnen de 3-jarige aanslagtermijn een definitieve belasting is gevestigd in hoofde van de genieter d.w.z. een aanslag die niet meer ontvankelijk is voor enig bezwaar •
ongeacht of de genieter het voordeel al dan niet spontaan heeft aangegeven in zijn aangifte PB;
•
ongeacht of de genieter al dan niet akkoord is gegaan
administratieve tolerantie m.b.t. het verwerpen van kosten: •
economische dubbele belasting moet zoveel mogelijk vermeden worden: kosten moeten NIET verworpen worden wanneer er kennelijk geen sprake is van kwade trouw
nieuwe richtlijnen zijn eveneens van toepassing wanneer de genieters in het buitenland belastbaar zijn: aanslag niet van toepassing wanneer bewezen wordt dat de bedoelde inkomsten in het buitenland binnen de vastgestelde termijn zijn belast
aanslag geheime commissielonen nooit van toepassing op restaurantkosten en ‘overdreven’ kosten waarvan het niet duidelijk is dat het gaat om voordelen van alle aard
Samengevat: 1. genieter heeft de niet verantwoorde voordelen spontaan en tijdig aangegeven in zijn aangifte PB: •
aanslag geheime commissielonen niet van toepassing;
•
kosten aftrekbaar
2. genieter doet geen aangifte en de niet verantwoorde voordelen worden binnen de 3-jarige aanslagtermijn definitief in zijn hoofde belast en er is sprake van goede trouw: •
aanslag geheime commissielonen niet van toepassing;
•
kosten aftrekbaar
3. genieter doet geen aangifte en de niet verantwoorde voordelen worden binnen de 3-jarige aanslagtermijn niet definitief in zijn hoofde belast en er is sprake van goede trouw: •
aanslag geheime commissielonen wel van toepassing (kan in voorkomend geval later ontheven worden);
•
kosten aftrekbaar
4. genieter doet geen aangifte en de niet verantwoorde voordelen worden binnen de 3-jarige aanslagtermijn niet definitief in zijn hoofde belast en er is sprake van kwade trouw: •
aanslag geheime commissielonen wel van toepassing (kan in voorkomend geval later ontheven worden);
•
kosten niet aftrekbaar
Datum inwerkingtreding:
aanslagjaar 2014 (wet)
richtlijnen mogen reeds worden toegepast op hangende geschillen en lopende dossiers, ook al hebben zij betrekking op vorige aanslagjaren (administratieve tolerantie)
Tot slot, in de inleiding van de circulaire leest men:
“de bijzondere aanslag moet voortaan nog slechts als uitzonderingsmaatregel te beschouwen zijn indien, en slechts indien, de effectieve definitieve belasting in de personenbelasting ten name van de verkrijger niet (meer) mogelijk is binnen de termen van de gewijzigde wetgeving”
“ingeval van twijfel wordt voortaan aanbevolen om, op basis van het gezond verstand, voorrang te verlenen aan een oplossing van het probleem, eerder door het vestigen van een (aanvullende) aanslag in de personenbelasting dan door het vestigen van de bijzondere aanslag in de vennootschapsbelasting”
5. Kosteloze beschikking over een onroerend goed Rechtspersoon stelt een in België gelegen OG kosteloos ter beschikking
⇒ indien gebouwd OG gemeubeld ter beschikking wordt gesteld: VAA x 5/3
Voorbeeld: KI gratis woonst = 1.500 €
Opmerkingen
om een voordeel te belasten is het niet noodzakelijk dat de werkgever eigenaar is van het onroerend goed. De terbeschikkingstelling kan eveneens voortspruiten uit andere zakelijke of persoonlijke rechten waarvan de werkgever titularis is
het feit dat de genieter van het voordeel het onroerend goed niet effectief gebruikt, doet geen afbreuk aan de belastbaarheid van het voordeel
voor de berekening van het VAA mag men zich baseren op het gedeelte van het KI van de woning dat werkelijk privé ter beschikking is gesteld. Indien dit gedeelte lager of gelijk is aan 745 €, dan bedraagt de multiplicatorcoëfficiënt in de formule slechts ‘1,25’ (P.V. Vr. en Antw., Kamer, 2012-2013, nr.053-092, 10 december 2012, blz. 57 – 58, vraagnr. 616 van Karel Uyttersprot, dd. 6 november 2012)
6. Voordeel van alle aard kosteloze verstrekking elektriciteit en verwarming Overzichtstabel geïndexeerde bedragen (inkomstenjaren):
Het forfaitair voordeel m.bt. de kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit mag beoordeeld worden per woning (Voorafgaande Beslissing nr. 800.091 van 14 oktober 2008)
7. Kosteloze terbeschikkingstelling bedrijfswagen: topics Personeelslid beschikt terzelfdertijd over meerdere bedrijfswagens: VAA moet worden berekend per wagen Personeelslid beschikt slechts gedurende een gedeelte van het jaar over een bedrijfswagen:
VAA prorateren tot het aantal werkelijke dagen dat wagen terbeschikking is gesteld;
eerste dag van terbeschikkingstelling meetellen;
laatste dag van inlevering niet meetellen
Eigen bijdrage voor het privé-gebruik:
mag in mindering worden gebracht van het VAA;
wordt NIET beschouwd als een ‘eigen’ bijdrage: -
bijdrage betaald aan de werkgever of leasingmaatschappij voor schade aan het voertuig;
-
kost voor de plaatsing van winterbanden, trekhaak, fietsdrager, enz.;
-
kost van benzine, carwash, tol, enz.;
-
verzekeringspremie van polis afgesloten in privé-naam;
-
…
⇒ kosten maken geen deel uit van cataloguswaarde
wordt WEL beschouwd als een ‘eigen’ bijdrage: -
meerprijs die personeelslid moet betalen voor het verkrijgen van bijkomende opties of een duurder model van wagen i.h.k. van een leasingcontract
−
personeelslid mag betaalde bijdrage in mindering brengen van zijn VAA aftrek bijdrage moet beperkt blijven tot het VAA; aftrek dient steeds te gebeuren voor het jaar van werkelijke betaling
⇒ meerprijs maakt wel deel uit van cataloguswaarde
VAA verminderen bij:
korte afwezigheden? NEEN
lange afwezigheden? JA op voorwaarde dat: -
in de overeenkomst m.b.t. persoonlijk gebruik van de bedrijfswagen een clausule is opgenomen die voorziet in een verplichte inlevering van het bedrijfsvoertuig bij langdurige afwezigheid;
-
en het voertuig daadwerkelijk wordt ingeleverd
8. Kosten eigen aan de werkgever/ vennootschap Definitie: kosten die normaal ten laste vallen van de werkgever/vennootschap maar die door de werknemer/ bedrijfsleider worden voorgeschoten Fiscaal regime:
werknemer: wettelijk vermoeden van niet-belastbaarheid (art. 31, tweede lid, 1° WIB 92) ⇒ vermoeden = weerlegbaar
werkgever: aftrekbare beroepskost
Wijze van uitbetaling
ofwel werkelijk bedrag op basis van bewijsstukken
ofwel forfaitair: wordt door de Administratie aanvaard op voorwaarde dat het kostenforfait volgens ‘ernstige’ normen is vastgesteld = conform wat de Staat uitbetaalt aan de federale ambtenaren
Kilometervergoeding
wordt jaarlijks geïndexeerd en gepubliceerd in het BS (jaarlijkse Omzendbrief gepubliceerd door de FOD Personeel en Organisatie)
geïndexeerde kilometervergoeding:
•
1.7.2012 – 30.6.2013: 0,3456 EUR
•
1.7.2013 – 30.6.2014: 0,3461 EUR
aantal gereden kilometers nog wel te bewijzen door werkgever
Binnenlandse dagvergoeding
Administratie aanvaardt dat de forfaitaire verblijfsvergoeding die de overheid uitbetaalt aan haar ambtenaren van de klasse A4 en A5, geacht mag worden een terugbetaling te zijn van tijdens een dienstreis gemaakte kosten (P.V. Vr. & Antw. Kamer, 2013-2014, nr. 53-131, 14 oktober 2013, blz. 274-277, vraagnr. 387 van Veerle Wouters, dd. 29 april 2013)
vergoeding mag worden uitbetaald aan werknemers en bedrijfsleiders van de privé-sector ongeacht de personeelscategorie en ongeacht of de vergoeding betrekking heeft op middag- of avondmaal, ontbijt, logies, enz.
bedragen vanaf 1.1.2013:
vergoedingen volgen het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen en zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01
in de mate dat de toegekende forfaitaire verblijfsvergoedingen de maximumbedragen overschrijden en wanneer diensreis < 5 uur: bezoldiging
Buitenlandse dagvergoeding
Administratie aanvaardt dat de forfaitaire vergoedingen die de FOD Buitenlandse Zaken aan haar ambtenaren uitbetaalt overeenstemmen met een terugbetaling van werkelijke kosten en dat zij ook gelden voor werknemers en bedrijfsleiders van de privé-sector (P.V. Vr. & Antw. Kamer, 1999-2000, nr. 34, Y. Leterme, 13 juni 2000, p. 3964)
werkelijkheid van de kost nog wel te bewijzen door werkgever
buitenlandse dagvergoedingen worden jaarlijks geïndexeerd en per land gepubliceerd in het BS •
laatste update: M.B. 16.4.2013, B.S. 6.5.2013
•
wat onze buurlanden betreft: -
Duitsland: 93 €
-
Frankrijk: 95 €
-
Nederland: 93 €
-
Luxemburg: 92 €
landenlijst omvat twee lijsten: •
lijst van bedragen die de FOD Buitenlandse zaken uitbetaalt aan haar ‘agenten behorende tot de carrière Hoofdbestuur’ en de niet naar het buitenland gezonden agenten (= categorie 1)
•
lijst van bedragen die de FOD Buitenlandse zaken uitbetaalt aan haar ‘naar het buitenland uitgezonden agenten’ (= categorie 2)
Administratie aanvaardt dat werkgever uit de privé-sector zich mag baseren op de lijst van de categorie 1 •
enkel voor ‘korte’ dienstreizen (minimum 10 uur en maximum 30 kalenderdagen)
•
werknemer moet ‘sedentaire’ beroepswerkz. uitoefenen
dagvergoeding: enkel per volledige dag afwezigheid •
iedere volledige dag tussen 2 overnachtingen op reis
•
voor de dag van vertrek en terugkeer mag slechts de helft belastingvrij worden uitbetaald
•
indien vertrek en terugkeer binnen de 24 uur: er mag slechts een belastingvrije dagvergoeding worden uitbetaald op voorwaarde dat belastingplichtige minstens 10 uur afwezig is
•
indien minder dan 10 uur afwezig: werkelijke kosten bewijzen of dagvergoeding uitbetalen voor binnenlandse dienstreizen
de dagvergoeding dekt alle kleine uitgaven met uitzondering van de overnachtings- en reiskosten
indien de factuur van de overnachtingskosten eveneens maaltijden (of andere ‘kleine’ uitgaven) omvat forfaitaire dagvergoeding verminderen met:
•
15% voor het ontbijt
•
35% voor het middagmaal
•
45% voor het avondmaal
•
5% voor andere ‘kleine’ uitgaven
in de mate dat de forfaitaire vergoeding bovenvermelde grenzen overschrijdt = bezoldiging
Voorbeeld: •
•
dienstopdracht in Parijs en Rotterdam: -
5 mei: vertrek vanuit België
-
van 6 tot 7 mei 2013: Parijs
-
van 8 tot 9 mei 2013: Rotterdam
Parijse hotelfactuur: ontbijt inbegrepen
9. Intercompany facturaties en bestuurdersfees •
Opletten voor de toetsing van artikel 49
•
Opletten voor artikel 53°10
•
Zijn er contracten die de fees verantwoorden?
•
Zijn er onderliggende bewijzen van geleverde prestaties?
•
Is het geheel wel realistisch? simulatie?
•
Het verwerpen van bepaalde fees in vennootschap A heeft geen detaxatie in vennootschap B tot gevolg.
Artikel 49 WIB 1992 •
Als beroepskosten zijn aftrekbaar de kosten die de belastingplichtige in het belastbare tijdperk heeft gedaan of gedragen om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden en waarvan hij de echtheid en het bedrag verantwoordt door middel van bewijsstukken of door alle andere door het gemeen recht toegelaten bewijsmiddelen, met uitzondering van de eed.
Artikel 53°10 WIB 1992 •
Als beroepskosten worden niet aangemerkt: •
•
Alle kosten in zoverre deze op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen.
10. Bedrijfsvoorheffing op de lonen •
Er komen verscherpte controles op de lonen bedrijfsleiders
•
Met terugwerkende kracht vanaf 1/1/2013!!!
•
Bedoeling is op alle lonen ( ook VAA en betaalde bijdrage SS door de vennootschap ) voldoende BV te laten inhouden
•
Voor 2013 zal per dossier het loonpakket worden bekeken
•
Vanaf 2014 dient men alles best via een sociaal secretariaat te laten lopen, om zodoende voldoende te laten inhouden
•
Gevolg : het bruto loon zal stijgen – de PB zal reeds op voorhand betaald zijn door de vennootschap
11. BTW-aspecten Drempel BTW-plichtige verhoogd tot omzet € 15.000/jaarbasis BTW-aftrek voor PW van 50% naar 35% BTW beperkt te heffen bij wederverkoop PW die werd gebruikt als bedrijfsmiddel en waarop de BTW slechts beperkt werd afgetrokken
Voorbeeld Aankoop PW als bedrijfsmiddel op 1/1/2011 : 50.000€+BTW BTW in totaal 10.500, waarvan 5.250 gerecupereerd. Bij wederverkoop van de wagen op 10/7/2013 voor 20.000 wordt de BTW als volgt berekend: Maatstaf van heffing 20.000 BTW 21% op 50% van de maatstaf : 21%*10.000 Verkoopfactuur:
Verkoop wagen
€ 20.000
BTW 21%
€ 2.100
Verkoopprijs
€ 22.100
12. Verworpen uitgaven •
Wat? Kosten die wel boekhoudkundig als een kost worden beschouwd, maar die fiscaal geheel of gedeeltelijk zijn verworpen
•
Belastingen :100% VU
•
Restaurant : 31% VU
•
Kosten van onthaal : 50% VU
•
Kosten PW afhankelijk van de CO2
•
Niet specifieke beroepskledij : 100% VU
•
Boeten : 100% VU
•
Maaltijdcheques : 100% VU
•
Geschenken aan klanten: 50% VU
13. Verlaagd tarief R.V. voor dividenden van KMO’s Wetgever voert opnieuw een verlaagd tarief R.V. in voor:
nieuwe aandelen
uitgegeven vanaf 1.7.2013
door KMO-vennootschappen
uitgegeven i.h.k. van een oprichting of kapitaalverhoging
Verlaagd tarief R.V. (alsook afzonderlijke aanslagvoet in de PB) bedraagt:
20% voor de dividenden verleend of toegekend uit de winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de inbreng
15% voor de dividenden verleend of toegekend uit de winstverdeling van het derde boekjaar en volgende na dat van de inbreng
⇒ de verlaagde tarieven gelden niet voor liquidatieboni en inkoopboni!
Toepassingsvoorwaarden: 1. KMO-vennootschap: vennootschap mag voor het laatste en voorlaatste boekjaar niet meer dan één van volgende criteria hebben overschreden •
jaargemiddelde personeelsbestand : 50
•
jaaromzet : 7.300.000 €
•
balanstotaal : 3.650.000 €
⇒ indien jaargemiddelde personeelsbestand > 100 : sowieso grote vennootschap
2. Aandelen op naam + volledig volstort •
volstortingsplicht moet voldaan zijn op het ogenblik dat de dividenden worden toegekend door de algemene vergadering
3. Inbrengen in geld
4. Volle eigendom •
aandeelhouders moeten ononderbroken volle eigenaar blijven van de aandelen die zij hebben onderschreven
•
voorwaarde moet niet voldaan zijn bij: -
de overdracht in rechte lijn of tussen echtgenoten ingevolge een erfenis of een schenking in volle eigendom;
-
de vererving van het vruchtgebruik door de langstlevende echtgenoot en de blote eigendom door de erfgenamen in de rechte lijn;
-
de overdracht i.h.k. van een belastingvrije herstructurering
5. Geen preferente aandelen 6. Minimuminbreng voor KMO’s zonder minimumkapitaal •
na inbreng van het nieuwe kapitaal moet het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap minstens gelijk zijn aan het minimumkapitaal van een BVBA
Anti-misbruikbepalingen
kapitaalverhoging komt enkel in aanmerking op voorwaarde en in de mate dat het bedrag hoger is dan een sedert 1.5.2013 doorgevoerde kapitaalvermindering
idem wanneer de kapitaalverhoging wordt gefinancierd met sommen afkomstig uit kapitaalverminderingen van een verbonden of geassocieerde vennootschap;
idem wanneer de kapitaalverhoging wordt onderschreven door de echtgenoot, de ouders of de minderjarige kinderen van de persoon die de gelden uit de kapitaalvermindering heeft ontvangen
latere kapitaalvermindering zal in eerste instantie steeds worden aangerekend op de nieuwe kapitalen die vanaf 1.7.2013 zijn ingebracht
14. Evolutie Vruchtgebruik Nog enkel nuttig voor beroepsmatig gebruikte panden of gedeelten ervan. Waardering bij de aanvang is cruciaal om geen herzieningen te krijgen als VAA. Een overwaardering van het VG zal worden belast in de PB als VAA. Belangrijke structuurwerken aan het pand in VG zullen worden beschouwd als VAA voor de naakte eigenaar bij afloop van het VG. VG laten lopen over voldoende aantal jaren om simulatie te vermijden.
15. De onderhandse pensioenbelofte De onderneming doet een pensioenbelofte aan een werknemer of bedrijfsleider om een pensioenkapitaal/rente uit te betalen bij leven of overlijden Onderhandse pensioenbelofte kan :
OFWEL intern gefinancierd worden via het aanleggen van een belastingvrije voorziening of interne reserves;
OFWEL extern via een bedrijfsleidersverzekering
Vanaf 1.1.2004:
Werknemers en bedrijfsleiders tweede categorie: −
geen onderhandse pensioenbeloften meer;
−
steeds individuele pensioentoezegging
Bedrijfsleiders eerste categorie: hebben nog steeds de keuze: −
ofwel onderhandse pensioenbelofte
−
ofwel individuele pensioenbelofte
Vanaf 1.1.2012:
vennootschap mag geen onderhandse pensioenbelofte meer afsluiten met haar zelfstandige bedrijfsleider eerste categorie die intern wordt gefinancierd;
bestaande pensioenvoorzieningen zoals opgenomen in de laatste balans van boekjaar 2011: •
mogen in hun huidige vorm blijven bestaan;
•
maar mogen niet verder aangroeien
Bestemming van de bestaande pensioenvoorzieningen? •
OFWEL op de balans behouden: pensioenovereenkomst aanpassen;
•
OFWEL annuleren: pensioenovereenkomst annuleren
•
OFWEL externaliseren naar een IPT-verzekering: -
vrijgesteld van premietaks (4,4%);
-
wordt door wetgever uitdrukkelijk niet beschouwd als een betaling of toekenning;
-
80%-regel moet wel worden gerespecteerd!!;
-
kan onbeperkt in de tijd gebeuren
Premietaks verschuldigd op het bedrag van de geblokkeerde pensioenvoorziening:
OFWEL keuze voor éénmalige betaling voor aanslagjaar 2013: 1,75%
OFWEL keuze om betaling te spreiden over de aanslagjaren 2013, 2014 en 2015: 0,60% per jaar ⇒ premietaks is sowieso verschuldigd ongeacht de bestemming van de pensioenvoorziening ⇒ premietaks wordt met de Ven.B. (of RPB of BNI-venn.) ingekohierd ⇒ premietaks is fiscaal niet aftrekbaar als beroepskost
Pensioenbeloften opgebouwd via een bedrijfsleidersverzekering
bedrijfsleidersverzekeringen (ter financiering van onderhandse pensioenbeloften) afgesloten voor 1.7.2012 mogen worden verdergezet
bedrijfsleidersverzekering kan ook worden omgezet in een IPT-verzekering: -
vrijgesteld van premietaks (4,4%);
-
wordt door wetgever uitdrukkelijk niet beschouwd als een betaling of toekenning;
-
omzetting moet uiterlijk binnen een termijn van 3 jaar vanaf 1.7.2012 gebeuren
VRAGEN?
BEDANKT VOOR UW AANDACHT