Gedichtendag vijfde leerjaar
Kouwe biefstuk Kouwe biefstuk op m'n bord. De biefstuk is rauw en hard. Het hart is van schimmel. De biefstuk is rauw en hard. Lief zijn, dan mag je biefstuk eten met een goede vork. De vork is lief en groot. De biefstuk heeft grote ogen en mond. Kouwe biefstuk op m'n bord. Arnoud Feskens, 5D
1
Gedichtendag vijfde leerjaar
Verveling Ik verveel me zo vanmiddag. Geen hond, paard, Ipad voor vanmiddag. Alles is voor mij zwart. Ik verveel me zo vanmiddag. Zo zwart als de zon hier. De zon gaat nu eindelijk slapen Ik doe mijn ogen toe. Ik verveel me zo vanmiddag. Lynn Onincx , 5B
2
Gedichtendag vijfde leerjaar
Ik wil lekker knoeien met het zout, ik wil stout. Stout zijn is slecht en dat is leuk. Slecht zijn is leuk en dat is knalrood. Ik wil lekker knoeien met het zout, ik wil stout. Stout zijn is fijn een vet met cool. Fijn is fijn en die fijn is stout zijn. Stout zijn nis bewegen met je naakte poep. Ik wil lekker knoeien met het zout, ik wil stout. Massimissa , 5B
3
Gedichtendag vijfde leerjaar
Stout zijn ik ben lekker stout lekker stout is lekker ftjn stout is net als zwart ik ben lekker stout stout is als zonneschijn een zonneschijn zou zwart moeten zijn net als stout stout is het oog van hart k ben lekker stout Liya Rossie, 5B
4
Gedichtendag vijfde leerjaar
Kent U me niet? of wilt U me niet? Laat mij dan binnen dan kan ik desnoods voor u bidden, Uw ogen zijn zo zacht toch met veel duistere macht en kracht . Kent U me niet? Uw wolkenpaleis waar ik niet binnen mag. Wolken zo roos , toch lijken ze boos. Toch denk ik elke nacht dat Uw duistere ogen plots zeggen kom maar binnen. Kent U me niet? Valentina, 5C
5
Gedichtendag vijfde leerjaar
de trein staat klaar de trein stopt vlakbij mij de trein wordt rood want ik stap er niet in de trein staat klaar voor mij en voor haar ik heb haar ontmoet mijn hart valt de trein staat klaar de trein staat klaar Anne -Lotte , 5C
6
Gedichtendag vijfde leerjaar
Vierentwintig gouden engeltjes Vierentwintig engeltjes zitten op een regenboog de engeltjes zijn heel gelukkig Ze zijn allemaal van goud. Vierentwintig engeltjes zitten op een regenboog ze zijn aan het vissen vanuit de regenboog in de glanzende rivier Hun hartje bonkt omdat een van de engeltjes valt. Vierentwintig engeltjes zitten op een regenboog . Juliëtte Michielsen, 5D
7
Gedichtendag vijfde leerjaar
De bloemen komen uit de grond. De bloemen komen uit de grond. De grond is zo licht als groen Zo groen als de mooiste heide De bloemen komen uit de grond. Het rood kaatst op de zon heen en weer. De zon lacht door de mooie kleur, zijn handjes klappen. De bloemen komen uit de grond. Quinten , 5A
8
Gedichtendag vijfde leerjaar
Ik lig in mijn bed Ik lig in mijn bed met mijn kleren aan mijn bed is felblauw Ik lig in mijn bed met een koe in mijn armen die koe is zacht de koe snurkt met zijn mond wijd open Ik lig in mijn bed Magali Van As , 5A
9
Gedichtendag vijfde leerjaar
Mijn rare bed Ik lig al in bed Mijn bed is hard als steen Mijn bed is doorzichtig waardoor je alleen mij ziet. Ik lig al in bed Opeens staat het bed weer stil. Mijn hoofd zakt weg in het kussen. Ik lig al in bed Anne-Sophie, 5A
10
Gedichtendag vijfde leerjaar
Rustig en stil Ik ben zo rustig en zo stil. Ik ben zo blij want het is hier rustig. Zo blij als geel van de zon. Ik ben zo rustig en zo stil. Het is hier rustig mijn hart is blij. Blij is een fijn gevoel. Mijn ogen stralen van geluk. Ik ben zo rustig en zo stil. Véronique ter Laak , 5E
11
Gedichtendag vijfde leerjaar
7 gekke koeien Er kwamen eens 7 koeien aan die koeien slagen op hol Ze sloegen op een paarse sok Er kwamen eens 7 koeien aan koeien zijn heel dik ze houden heel veel van vogeltje pik maar ze hebben te dikke vingers Er kwamen eens 7 koeien aan Arno, 5A
12
Gedichtendag vijfde leerjaar
LIggen in je bed Blijf rustig liggen, Liggen in je zachte bed, je bed is roze met witte bloemen Blijf rustig liggen, met je bed vol rozen rozen die ik je heb gegeven, mijn hart bonkt te keer, Blijf rustig liggen, ... Belen, 5B
13