Vrije Basisschool “De Wingerd Terhagen” Stille Weg 2 , 2840 Terhagen
[email protected]
℡ 03 888 57 81 www.wingerdterhagen.be
september 2012
Maak er een super-mega-tof vijfde leerjaar van!
Vijfde leerjaar Juf Stefanie
Beste ouders In deze brochure staan een aantal specifieke afspraken voor het vijfde leerjaar. Voor informatie over de werking van de school verwijzen we naar de schoolbrochure die u op de website van de school kan raadplegen. Hieronder kan u kort de nieuwigheden bekijken. - fulltime zorgmeester Maarten voor de lagere school + extra kleuterjuf - 2 vaste zorguren per week - geen fruitbeker meer, nog wel fruit op woensdag - enkel water meebrengen - geen ouders meer op de speelplaats - bij afwezigheid liefst de briefjes in het agenda gebruiken - enkel de kinderen die alleen richting Kardinaal Cardijnstraat wandelen staan nog in een rij onder het afdak - ineten in de eigen klas - muzische juf om de 14 dagen, (bijna) geen muzische van mij - 2 uur turnen op di, behalve als het zwemmen is - Nieuw turn T-shirt, zwarte short -
KLASAFSPRAKEN voorstelling leerkracht Ik, juffrouw Stefanie, word nog 27 dit jaar en ik woon samen met mijn vriend en dochtertje Fie, in Waarloos. Dit is mijn zevende jaar als juf van het vijfde leerjaar hier in de Wingerd. Hopelijk mag ik rekenen op uw samenwerking en vertrouwen. Indien er problemen of vragen zijn, aarzel dan niet om deze met mij te bespreken. Als u om de één of de andere reden contact wil opnemen kan dat altijd op volgend telefoonnummer of e-mail adres: 0496/ 21. 03. 98
[email protected] of
[email protected] verwachtingen naar de leerlingen toe Ik verwacht van de leerlingen dat ze hun best doen en tonen dat ze iets willen komen leren. Belangrijk daarbij is opletten in de klas, meewerken, taken maken, lessen leren, uitleg vragen als ze iets niet hebben begrepen. Van kinderen van het vijfde leerjaar verwachten we dat ze stilaan zelfstandig hun taken maken en lessen leren en dat ze dit leren organiseren. Ook in de klas krijgen ze wat meer verantwoordelijkheid: zelfstandig werken, zelf iets verbeteren, zelf hulp vragen,… In het begin is dit meestal een grote stap voor de leerlingen, maar de meeste vormen al snel een werkhouding! Dit is nodig om de kinderen voor te bereiden op de middelbare school. De leerstof in het vijfde is meer en moeilijker als de voorbije jaren, dus er zal ook geconcentreerder moeten gewerkt worden in de klas. Toch hebben de leerlingen af en toe een pauze nodig. Daarom werken we met een eenvoudig beloningssysteem. De kinderen hebben in de klas zelf de regels en afspraken opgesteld om er een gezellig jaar voor iedereen van te maken. Het werd al snel een hele lijst. Ik werk met 5 belangrijke afspraken die in pictogram aan het bord hangen en waarnaar ik kan verwijzen wanneer er iets niet goed loopt.
• praten: we vragen het woord, we praten problemen uit, we durven te vertellen aan de juf dat we iets niet begrijpen,… • orde: we dragen zorg voor de klas en het materiaal, we helpen bij opruimen, we verzorgen ons geschrift, we leggen/steken alles op de juiste plaats,… • meewerken: we zitten niet in de klas te zitten, we werken mee, we durven te praten voor de klasgroep, we werken in groepjes,… • luisteren: we luisteren naar de juf en naar elkaar,… • vriendelijk: we zijn er voor elkaar, we helpen elkaar, we zijn lief voor elkaar, we lachen nooit iemand uit,… Ik probeer steeds een gezellige klassfeer te creëren en daarom werk ik met een beloningssysteem. Wanneer de leerlingen knap meewerken in de klas dan komt de duim aan’t bord te hangen. Zo weten de leerlingen dat ze goed bezig zijn en dat wanneer ze zo verder doen er een momentje wordt vrijgemaakt om een klein tussendoortje te spelen. De leerlingen verdienen zo hun pauzes door knap te werken. Wanneer de kinderen dikwijls, met negatief gedrag, de les storen zullen ze dit gedrag moeten aanpassen of worden ze hiervoor gestraft. Wanneer kinderen te vaak storend gedrag vertonen wordt dit met hen besproken en krijgen ze de kans om hun gedrag te verbeteren. Gebeurt dit niet, dan worden meester Peter en de ouders hierover ingelicht. verwachtingen naar ouders toe Van de ouders verwacht ik dat ze het schoolwerk van hun kind mee opvolgen. Indien u interesse toont voor hun schoolwerk, zal ook uw kind er (meer) belang aan hechten. Probeer uw kind te laten groeien naar zelfstandig leren werken. Wees waar nodig ook kordaat en durf grenzen trekken of verwachtingen stellen. Kinderen van een vijfde moeten vooruitgang boeken qua zelfstandigheid en zijn zelf verantwoordelijk voor hun werk en hun gedrag.
de verschillende vakken wiskunde ( methode = Nieuwe Talrijk ) Voor wiskunde gebruiken de leerlingen een leerboek en een werkboek. De leerlingen krijgen bij de meeste lessen een lesblad met theorie en aanvullende oefeningen. Na heel wat lessen volgt er een lestoets. De kinderen zullen dus regelmatig de les rekenen thuis moeten studeren. Het gaat dan om 1 onderdeel zodat ik direct kan zien of de kinderen de leerstof onder de knie hebben of niet. Rekenen in het vijfde is zwaar, dus zonder te oefenen lukt het niet. Wanneer er een lesblok is afgewerkt worden de lesbladen gebundeld en krijgen de leerlingen een overzichtsblad van de lessen uit dat blok met een opsomming wat ze moeten kunnen en kennen. Ter voorbereiding van de toets krijgen de leerlingen een toetswijzer met daarin oefeningen en vragen die ze moeten kunnen oplossen voor de toets. Een deel wordt in de klas opgelost en een deel maken ze thuis als voorbereiding op de toets. De kinderen krijgen dan vaak ook een correctiesleutel mee om hun werk te verbeteren. Het is aan hen om te tonen dat ze hier op een verantwoordelijke manier mee omgaan. Overschrijven is niet slim. De leerlingen bewaren de blokken op hun studieplekje thuis zodat ze later nog iets kunnen opzoeken. Bij verschillende lessen (vooral vraagstukken) mogen de leerlingen een zakrekenmachientje gebruiken. Vakonderdelen die aan bod komen: - meten en metend rekenen: oppervlaktematen, kopen en verkopen, berekenen van oppervlakte … - getallenkennis: percent rekenen, breuken, g.g.d. en k.g.v. … - bewerkingen: hoofdrekenen, cijferen, bewerkingen met breuken … - meetkunde: kijklijnen, vierhoeken, driehoeken … In het vijfde worden heel wat oefeningen in de vorm van vraagstukken aangeboden, wat het voor de kinderen dikwijls moeilijker maakt.
Taalzwakke kinderen zullen daardoor ook meer problemen hebben met sommige delen van rekenen als taalsterke kinderen. We maken de afspraak dat de leerlingen altijd hun bewerkingen bij de vraagstukjes moeten noteren, de uitkomst alleen is niet voldoende. Noteren ze de bewerkingen niet, dan kost dit hen punten. taal ( methode = Tijd voor taal ) Dit is het tweede jaar dat we met de nieuwe methode van taal werken omdat de vorige verouderd was en omdat het leerplan (=leerstof die de kinderen moeten kennen in de lagere school) werd aangepast. Het nieuwe leerplan gaat er vanuit dat het belangrijker is wat kinderen in natuurlijke situaties met taal kunnen doen dan wat ze theoretisch over taal weten. Vooral voor taalbeschouwing, voor velen het moeilijkste deel, verandert er veel. Tot voordien leerden de kinderen van het vijfde leerjaar vooral over het werkwoordelijk -en naamwoordelijk gezegde, maar deze moeilijkere leerstof behoort niet langer tot deze voor de lagere school. In elk thema komen de verschillende vakonderdelen (zie verder) aan bod. Een thema duurt ongeveer 2 weken en eindigt met 1 of meerdere taaltoetsen. De handleiding biedt verschillende stappenplannen aan zodat de leerlingen zelfstandig en gedifferentieerd aan de slag kunnen gaan met motiverende en uitdagende taken die aansluiten bij hun leefwereld. spreken en luisteren : spreektaken voorbereiden aan de hand van oriëntatievragen, spontane spreekdurf ontwikkelen, antwoorden op vragen en vragen stellen, gespreksregels in acht nemen, overtuigend spreken, je taalgebruik aanpassen aan de omstandigheden, een eigen menig weergeven en argumenteren, gevoelens verwoorden, ,… taalbeschouwing en taalsystematiek: nadenken over woorden en zinnen: onderwerp en gezegde, andere zinsdelen dan het onderwerp, werkwoorden, lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden. = meestal les 9 (+ extra bundel) = echte leerstof lezen: De bedoeling is dat alle kinderen gemotiveerd blijven om te lezen en om te begrijpen wat er gelezen wordt: de hoofdgedachte bepalen, titels en tussentitels, verklaren van moeilijke woorden, signaalwoorden, verwijswoorden, sleutelwoorden, schema's en samenvattingen maken ,…
schrijven: Bij de schrijflessen komt het er in het vijfde leerjaar vooral op aan dat de kinderen inzicht verwerven in het schrijfproces. We laten de leerlingen goed het verschil aanvoelen tussen schrijven voor zichzelf, wat ongeremd kan, en schrijven naar een ander, waarbij je meer rekening houdt met de lezer. Er wordt veel aandacht besteed aan de lay-out van de teksten. Ook bij het geven van de punten wordt hier rekening mee gehouden. Het gaat dus niet enkel om het geschrevenen, maar ook over hoe de taak eruit ziet, de aanpak,… spelling Hiervoor werken we al enkele jaren met ‘tijd voor taal’. Deze methode biedt de leerlingen voldoende oefenkansen en een goede herhaling na elke toets. Op maandag leren de kinderen nieuwe spellingsproblemen aan de hand van enkele ‘kapstokwoorden’ (= voorbeeldwoord). In het vijfde hoeven de leerlingen de spellingsregels niet meer over te schrijven, maar verwijzen we door middel van een nummer naar de regels achteraan in het werkboek. Het is zeer verstandig om bij deze nummers een kijkje te gaan nemen om de toets voor te bereiden. De leerlingen hebben elke week, op vrijdag, een kleine toets. Eventueel met enige oefening thuis moeten de leerlingen hier toch een acht op kunnen scoren! Per jaar zijn er ook vijf controledictees om te zien of de leerlingen de leerstof onder de knie hebben. Deze worden goed op voorhand gepland. Hier moet thuis zeker voor geoefend worden. De toetsen van spelling worden verbeterd door de fouten 1 keer in het groen te schrijven onderaan de toets. W.O. Doel is interesse meten bij de kinderen, brainstormen, informatie zoeken – verwerken - doorgeven aan anderen, vaardigheden oefenen - samen dingen beleven -verwoorden, durven optreden, kritische zin ontwikkelen, mening kunnen/durven uiten, … We starten met het thema ’Onze klas, daar zit pit in’. Later op het jaar komen nog de thema’s: uitvindingen en ontdekkingen, Europa, lucht, Samen, werken met de atlas, dieren (en natuurlijk ook de bosklassen.)
Er zal ook gewerkt worden aan sociale vaardigheden, actua en verkeer. Op het einde van’t jaar, tijdens het thema van Europa, moeten de kinderen alleen of per 2 een spreekbeurt geven over een land van de Europese Unie. Om de beurt staan de leerlingen een week in om de actualiteit te volgen. Hiervoor kijken ze naar het nieuws, lezen ze de krant, volgen ze het nieuws op internet,… Na deze week vertellen ze in de klas wat er die week gebeurde in het nieuws. Dit is een belangrijke spreekoefening waarbij we ook veel leren over de actualiteit en de dingen die in de wereld gebeuren. Leren leren zit voor een groot deel geïntegreerd in WO. Tijdens deze lessen leren ze ook om een samenvatting te maken of een schema op te stellen en om leervragen te maken bij een tekst. De kinderen krijgen na het thema meestal een studieblad dat ze helpt het thema te leren. Ook in de klas wordt er vaak tijd vrijgemaakt om even aandacht te schenken aan het ‘leren’ leren. Frans Voor Frans gebruiken de kinderen een leerboek en een werkschrift, een woordjesschriftje en een kaftje. We volgen de methode Eventail-junior bien-sûr. Voor Frans is het heel belangrijk dat de kinderen regelmatig woordjes leren, teksten lezen en oefeningen maken. Voor elke unité houden we een woordjestoets voor de toets, zodat de leerlingen de nieuwe woorden kennen en kunnen gebruiken bij het maken van de oefeningen in de klas. Deze toets schrijven we in ons schriftje Fr. De kinderen moeten de woorden kunnen vertalen en correct kunnen schrijven. Ook un/une zijn van belang. Naast de spellingstoets is dit de enige toets die ze moeten verbeteren. De fouten op deze toetsen verbeteren ze 1 keer in het groen. Het leerboek bestaat uit 20 unités en 5 révisions (herhalingen) . Elke unité telt 1 tekst. Bij elke tekst beginnen we met de aanbreng en het oefenen van de vocabulaire (=woordjes). De kinderen krijgen ook de kans om de uitspraken van de woordjes in de uitsprakenbundel te noteren.
Daarna komt het luidop lezen en de oefeningen. Bij elk deel zit er ook een liedje of een culturele tekst over Frankrijk. De kinderen moeten deze niet studeren. Het maakt de lessen wel aangenamer en de kinderen steken hier veel uit op. Elke unité sluiten we af met een toets en er is steeds een herhaling na 4 unités. Soms moeten de kinderen een dialoogje voorbereiden, dit instuderen en voorbrengen. muzische activiteiten ( tekenen, knutselen, muziek, drama … ) Knutselen en tekenen gebeurt in de klas. Soms moeten de kinderen daarvoor materiaal meebrengen. Dit komt op voorhand in de agenda te staan. Wanneer u het materiaal niet hebt, is dat geen probleem, maar laat dit op tijd weten . Ook aan zang, beweging en drama wordt aandacht geschonken. lichamelijke opvoeding De kinderen van het eerste en tweede leerjaar gaan nog om de 14 dagen zwemmen terwijl de kleuters van de derde kleuterklas en de kinderen van de andere leerjaren nog maar om de maand gaan zwemmen. De effectieve tijd in het water wordt opgetrokken naar 40 minuten. Op het vlak van bewegingsopvoeding zullen de kinderen van de lagere school elke week twee uur turnen hebben. (behalve in een zwemweek = 1 uur) De turnles heeft plaats op dinsdag. De turnjuf verwacht dat de kinderen tijdens deze les witte turnpantoffels, een T-shirt (van de school) en een korte zwarte broek dragen. De turnkleding wordt bewaard in een turnzak. Turnmateriaal dient getekend te zijn met de naam van uw kind. Tijdens elke schoolvakantie gaat het turngerief mee naar huis om het te laten wassen. Voor de zwemles brengen ze een kam of borstel, twee handdoeken en zwemkledij mee in een zwemzak. Voor de zwemlessen zitten de kinderen onderverdeeld in niveaugroepen en kunnen ze dus bij een andere juf en andere kinderen zitten. Leerlingen dragen omwille van de veiligheid geen juwelen tijdens de lessen bewegingsopvoeding. Lang haar moet samengebonden zijn.
Tweemaal per schooljaar krijgen de leerlingen een rapport i.v.m. de lessen bewegingsopvoeding. De lessen bewegingsopvoeding zijn verplichte schoolactiviteiten. Wie niet mee gaat zwemmen of turnen, brengt een briefje van de dokter of de ouders mee, met een duidelijke vermelding waarom er niet kan worden deelgenomen. Een leerling die driemaal niet mee gaat zwemmen, dient een doktersbriefje mee te brengen. Bij een chronische of langdurige aandoening is een dokterbriefje vereist. materiaal uitgaven van Averbode … Allerlei tijdschriften, leesboekjes, vakantieblaadjes … worden vrijblijvend te koop aangeboden. Zij worden niet gebruikt in de klas maar kunnen thuis voor extra oefenmateriaal zorgen. Zonneland is een interessant tijdschrift op niveau van de kinderen waarin verschillende vakken en onderwerpen aan bod komen. Een abonnement hierop is volledig vrijblijvend. Wanneer u een abonnement wenst hoeft u hier geen centen voor mee te geven naar school. De kosten komen op de schoolrekening. de zorg op school en in de klas In de school proberen we tijd te creëren zodat we kinderen met leerproblemen kunnen helpen. Jammer genoeg zijn we beperkt in onze mogelijkheden en kunnen we ook niet alles oplossen. In de eerste plaats doen we beroep op de kennis en ondersteuning van het CLB. De eerste zorg wordt in de klas gegeven door de leerkracht; les opnieuw uitleggen, bijwerken na ziekte … Kinderen die bepaalde basis niet mee hebben en achterop dreigen te raken worden tijdens de zorguren (in zover dit mogelijk is) bijgewerkt. = Meester Maarten Verschillende keren tijdens het schooljaar doen we LVS toetsen. Met deze Leerling Volg Systeem – toetsen trachten we leerproblemen op te sporen zodat we snel kunnen ingrijpen. Waar nodig houden we overleg en zoeken
we samen met het CLB en de ouders naar oplossingen voor het vastgestelde leerprobleem. De zorg wordt in de eerste plaats gegeven door de klasjuf zelf. Zij kent de problemen van de leerlingen als geen ander en kan direct inspelen op de noden van elke leerling. Hiervoor gebruiken we vaste lesuren per week. De leerlingen werken ondertussen aan een contractwerkje. Deze manier van werken wordt in heel de lagere school toegepast en helpt de leerlingen op weg om zelfstandig te leren werken! Daarnaast komt meester Maarten ook aan zorg doen in de klas. Het kan zijn dat hij tijdens deze uren de klas overneemt. Voor de coördinatie van de zorg binnen de school, het contact met de ouders en de vraag om ondersteuning van het CLB staat meester Maarten in. gebruik van de agenda Taken en lessen worden bijna dagelijks ingeschreven in de agenda. Wat in de agenda van de leerlingen moet komen staat op het bord. We verwachten dat de kinderen hun agenda volledig en correct invullen. Een les of een taak begint met de afkorting voor het vak, een lesnummer of titel, concrete opdracht Vb : WI: les 3 lesblad + oefeningen WB blz. 5 leren De kinderen in de derde graad hebben een ander agenda. Het voordeel van dit agenda is dat de leerlingen hun taken, lessen en materiaal dat ze moeten meebrengen op de dag noteren dat het klaar moet zijn. Zo moeten ze nooit terugbladeren en krijgen ze een duidelijk overzicht per week van wat er nog moet gebeuren . Ze kunnen op een dag dat ze geen werk hebben kijken naar wat ze al wel kunnen doen. Dat de kinderen hun lessen studeren en hun taken maken is zeer belangrijk! Wanneer een taak niet wordt gemaakt komt dit in de agenda te staan, zodat jullie dit ook mee kunnen opvolgen. Ik probeer de agenda zo vaak mogelijk op vrijdag na te kijken. Wanneer ik tussendoor het agenda bekeken heb, teken ik deze snel af. Wanneer de kinderen hun agenda verzorgd en correct invullen worden ze beloond met een sticker.
Om jullie kind goed op te volgen tijdens het schooljaar vraag ik jullie om de schoolagenda minstens wekelijks te handtekenen. De agenda is een communicatiemiddel tussen de ouders en de leerkracht. Wanneer jullie iets willen vragen of meedelen, dan kan dat in de agenda gebeuren. Er zitten enkele papieren ‘ heen en weer’ tussen. Hier kunnen jullie bedenkingen of vragen kwijt. Wanneer je iets genoteerd hebt in de agenda, gelieve dit aan het kind mee te delen, zodat ze mij dit komen vertellen. Ook ik zal hier al eens een boodschap in schrijven. Gelieve dit te ondertekenen wanneer u dit gelezen hebt. Meestal noteer ik opmerkingen in het agenda op de dag zelf. Een goede werkhouding begint met het raadplegen van de agenda alvorens aan de lessen of taken te beginnen. In het vijfde leerjaar leren we de kinderen ook hun werk en lessen plannen. Niet alle lessen en taken moeten tegen de dag nadien klaar zijn. De kinderen moeten er een gewoonte van maken om elke dag hun agenda na te kijken. Om een goede studiehouding te ontwikkelen moeten de kinderen er ook voor zorgen dat het materiaal voor taken en lessen mee naar huis wordt genomen. Wanneer ze toch iets vergeten kunnen ze dit oplossen door bij een vriendje uit de klas langs te gaan. de boekentas en het postmapje Mogen we aan jullie vragen om regelmatig de orde in de boekentas te controleren en het postmapje na te kijken. Sommige kinderen durven al wel eens brieven of toetsen vergeten af te geven. Ik geef de toetsen van een ganse week pas op vrijdag mee. Zo wordt het een gewoonte dat ze elk weekend hun toetsen laten tekenen en terug meebrengen op maandag. De toetsen zitten in een plastic kaftje in hun postmapje. Ik bewaar per kind de toetsen in een bakje zodat ik een duidelijk beeld krijg van wat hij/zij al kan en waar nog aan gewerkt moet worden! Frans en spelling verbeteren ze 1 keer in het groen. Andere toetsen moeten ze niet verbeteren, maar het kan nooit kwaad om de fouten te bekijken en hieruit te leren. Dit hoort bij de leerhouding en werkhouding
van het kind. Wanneer de woordjestoets van Frans of die van spelling niet verbeterd is, trek ik een half punt af bij de volgende toets. huistaken en lessen Huistaken en lessen worden in het agenda van de kinderen vermeld. Taken en lessen kunnen elke dag worden opgegeven. Grotere lessen worden ruim op voorhand aangekondigd. Het huiswerk is meestal een verdere inoefening van de leerstof. Het is de bedoeling dat de leerlingen het huiswerk zelfstandig maken. Huistaken tellen niet mee voor het rapport. Er wordt verwacht dat huistaken verzorgd zijn wanneer ze worden afgegeven. Mocht om één of andere reden een huiswerk niet kunnen gemaakt worden dan vragen we om dat liefst voor de aanvang van de les te melden. De leerkracht kan dan bepalen of het huiswerk al dan niet tijdens een speeltijd wordt gemaakt. Dit kan enkel per uitzondering worden toegestaan en mag geen slechte gewoonte worden. Deze huistaak moet alsnog gemaakt worden tijdens de speeltijd of tegen de dag erna. Wanneer dit vaak voorkomt, krijgen de kinderen een extra werkje. Een les moet vooral begrepen worden. Het beste is dan ook om een les op verschillende dagen te leren. Zo kan je de les beter en langer onthouden. toetsen en rapport Regelmatig zijn er lestoetsen. Deze worden meestal vooraf aangekondigd. Per vakonderdeel worden de toetsen samengeteld. Een mindere toets is daarom nog geen tekort. Vijf keer per jaar krijgt uw kind een rapport mee naar huis. Alle toetsen tellen mee voor het rapport. Rapporten moeten bekeken worden in functie van uw kind. Stel geen eisen die onhaalbaar zijn of vergelijk uw kind niet met een oudere broer of zus of klasgenootje. In de derde graad zijn er geen speciale proefwerken voorzien. Wel houden de leerkrachten in juni een toetsperiode waarin van heel wat vakken de leerstof wordt getoetst van het voorbije schooljaar.
De vijf rapporten worden verrekend tot een eindrapport. De klassenraad baseert zich op het eindrapport en beslist of uw zoon of dochter de nodige basisleerstof beheerst om over te gaan naar het zesde. Het is niet zo dat wanneer uw kind meer dan de helft van het totaal behaalt dat het zeker mag overgaan. Voor een overgang naar de volgende klas zijn de resultaten van taal en wiskunde doorslaggevend. Naast punten staat er op het rapport van uw kind ook een beoordeling van de werk -en leerhouding of aandachtspunten voor een vak of vakonderdeel. contractwerk Contractwerk hebben de leerlingen elke week. Dit omvat enkele ‘moetjes’ en enkele leuke ‘magjes’. Kinderen kiezen zelf wat ze eerst maken, maar ze weten wel dat de ‘moetjes’ af moeten zijn, de ‘magjes’ niet. De taken die ze krijgen staan duidelijk uitgelegd op een contractblad zodat ze zelfstandig aan het werk kunnen. Tijdens contractwerk oefenen de leerlingen bepaalde leerstof in, voeren ze een taakje uit, maken ze iets, moeten ze iets lezen, werken ze aan een stelwerk,… Als de leerlingen doorwerken hoeven ze hier thuis niets aan te doen. Op vrijdag moet dit af zijn. Deze manier van werken helpt de kinderen om een beetje zelfstandig te worden en hun werk naar eigen keuze te plannen! ICT In de klas proberen de leerkrachten in de mate van het mogelijke de computer te gebruiken in vakken als wiskunde, Frans, taal, WO. Op vlak van ICT kunnen we rekenen op begeleiding. Om de veertien dagen komt juf Veerle of meester Dirk op onze school helpen. taken in de klas Regelmatig doet de leerkracht beroep op vrijwilligers om de klas netjes te houden; bord vegen, vuilbak leeg maken, klas keren …
verjaardagen vieren In onze klas staan we stil bij de verjaardag van uw kind. Deze wordt op een passende manier gevierd. Ouders mogen bij de verjaardag van hun kind vrijblijvend een traktatie voorzien voor de klasgenootjes. Dat kan in de vorm van fruit, een stukje cake … Snoepgoed kan niet. Een klascadeau of speelgoedje voor de klas is eveneens verboden. Het is best dat je als ouder vooraf met de klasjuf afspreekt wat kan en haalbaar omtrent de traktatie. Zelfs bij een verjaardag willen we onze afspraken omtrent gezonde voeding, afval … niet uit het oog verliezen. Bij een traktatie op woensdag verwachten we wel fruit. We vragen de ouders ook rekening te houden met de grootte van bijvoorbeeld een stukje cake. Het is de bedoeling dat de kinderen over de middag nog hun boterhammen kunnen eten. In de school worden door de leerkrachten geen uitnodigingen uitgedeeld voor verjaardagsfeestjes thuis. Ouders en kinderen kunnen dat nog wel doen aan de schoolpoort. Op vraag aan de juf kan je een beperkte klaslijst krijgen met naam en adres van de klasgenootjes zodat je uitnodigingen eventueel per post kan bezorgen. Jaarlijks kunnen ouders op het document “update van het leerlingendossier” aangeven of de gegevens van hun kind mee opgenomen mogen worden op die lijst. klasbezoek aan de bibliotheek Ongeveer om de drie weken gaan we met de klas naar de bib. Deze data worden in het agenda meegedeeld. De boeken die de kinderen ontlenen nemen ze mee naar huis om daar te lezen. We hopen dat er ook in wordt gelezen. De boeken worden steeds meegebracht in een aparte zak. De kinderen en de ouders zijn verantwoordelijk voor de ontleende boeken. Van wie zijn boeken uiteindelijk niet terugbrengt wordt aan de bib de naam en het adres doorgegeven zodat de bib een boete kan vragen. De kinderen nemen per keer minstens 1 en maximum 3 boeken mee. Daarvan mag er max. 1 stripverhaal zijn en moet er minstens 1 leesboek tussen zitten. Graag wens ik jullie en de leerlingen een tof schooljaar. Juf Stefanie